09.03.2014 Views

Nederlandse vertaling - Itg

Nederlandse vertaling - Itg

Nederlandse vertaling - Itg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Nederlandse</strong> <strong>vertaling</strong><br />

Illustraties, tabellen, literatuur- en persoonslijsten:<br />

Zie Engelse basisversie


INHOUDSTAFEL<br />

SAMENVATTING ................................................................................................................................................................. 5<br />

VOORWOORD DOOR DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR........................................................................... 11<br />

VOORWOORD DOOR DE DIRECTEUR.............................................................................................................................. 12<br />

BEZOEK VAN KONING ALBERT EN PRESIDENT SAMPAIO ............................................................................................... 14<br />

IN MEMORIAM ................................................................................................................................................................. 15<br />

ONDERWIJS ...................................................................................................................................................................... 18<br />

ONDERZOEK ..................................................................................................................................................................... 47<br />

DEPARTEMENT DIERGENEESKUNDE ................................................................................................................................. 47<br />

DEPARTEMENT KLINISCHE WETENSCHAPPEN.................................................................................................................. 51<br />

DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE..................................................................................................................................... 53<br />

DEPARTEMENT PARASITOLOGIE ...................................................................................................................................... 58<br />

DEPARTEMENT VOLKSGEZONDHEID................................................................................................................................62<br />

CLINICAL TRIAL UNIT........................................................................................................................................................ 67<br />

BIBLIOTHEEK ..................................................................................................................................................................... 69<br />

MEDISCHE DIENSTEN........................................................................................................................................................ 71<br />

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING .................................................................................................................................. 74<br />

MANAGEMENT EN FINANCIES ........................................................................................................................................ 79<br />

3


SAMENVATTING<br />

Engelse tekst p. 4-5<br />

Onderwijs<br />

In 2005 leverde het ITG 78 internationale Masters in volksgezondheid, ziektebestrijding en<br />

diergeneeskunde af aan vooral Zuidelijke deskundigen; 158 postgraduaatsdiploma’s in tropische<br />

geneeskunde aan overheersend jonge Europese universitairen; en 153 certificaten voor<br />

gespecialiseerde cursussen aan internationale studenten. 81 binnen- en buitenlandse<br />

onderzoeksassistenten en beursstudenten ontvingen een doctoraatsopleiding, waarvan er 12 hun<br />

doctoraat behaalden in 2005.<br />

De postgraduaat diplomacursus in tropische geneeskunde voor artsen werd gronding hervormd in<br />

2 aparte modules, enerzijds internationale gezondheidszorg, anderzijds tropische geneeskunde.<br />

Daarbij werd de <strong>Nederlandse</strong> versie vervangen door een Engelse versie. De Master programma’s<br />

evalueerden hun leerplannen en organisatie en bereidden zich hervormingen en re-accreditatie<br />

voor. De Alumni Netwerken bundelden hun inspanningen, organiseerden meerdere regionale<br />

vergaderingen en ondersteunden vele individuele leden en internationale groepen. De<br />

studentendienst bleef hooggewaardeerde administratieve, socio-culturele en praktische steun<br />

leveren aan onze buitenlandse studenten. De projecten van de diergeneeskunde rond e-learning<br />

en de telegeneeskunde voor klinisch Aids-management zijn in volle werking en zeer succesvol.<br />

Onderzoek<br />

In 2005 publiceerden ITG-onderzoekers 230 artikels in internationale tijdschriften, 1 boek, 27<br />

boekhoofdstukken, 12 doctorale onderzoekstheses en honderden andere papers en abstracts. We<br />

organiseerden verschillende conferenties en seminaries, waaronder het jaarlijks ITG colloquium<br />

rond Buruli ulcus dat plaatsvond in Benin. Veel van ons onderzoek werd omgezet in verbeterde<br />

praktijken in het laboratorium en op het terrein, en leidde tot belangrijke capaciteitsversterking in<br />

het Zuiden.<br />

Het onderzoek in de diergeneeskunde concentreerde zich voornamelijk op dierlijke<br />

trypanosomiasis (epidemiologie en ecologie, genetische diversiteit, geneesmiddelenresistentie);<br />

rundertheileriose (epidemiologie en bestrijding, vector ecologie, immunisatie-onderzoek); het<br />

taeniasis-cysticercose complex (diagnostische biomarkers, immuniteit, epidemiologie en<br />

bestrijding); gastro-intestinale strongyle infecties (behandeling en geneesmiddelenresistentie);<br />

trichinellose (diagnostiek).<br />

In de parasitologie lag de nadruk op malaria (entomologie, epidemiologie en bestrijding, klinische<br />

testen en interventiestudies, geneesmiddelenresistentie, moleculaire methoden voor de opvolging<br />

van insecticide- en geneesmiddelenresistentie); humane Afrikaanse trypanosomiase (diagnostiek,<br />

5


ecologie en epidemiologie, geïntegreerde bestrijding, tseetsee-trypanosome interacties);<br />

leishmaniase (moleculaire en klinische epidemiologie, geneesmiddelenresistentie, diagnostiek,<br />

behandeling, geïntegreerde bestrijding); schistosomiasis (transmissiedynamica, immunoepidemiologie,<br />

geïntegreerde bestrijding) en geohelminthen (epidemiologie, relatie met atopie).<br />

Ons onderzoek naar HIV/AIDS en Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) bevat een brede<br />

waaier van laboratoriumwerk tot veldwerk. In de virologie concentreert men zich voornamelijk op<br />

het neutraliseren van antilichamen, in vitro-ontwikkeling van microbiciden, immunotherapie, virale<br />

fitness, virale recombinatie en functionele proteomica, resistentie tegen geneesmiddelen en<br />

diagnostiek. In een interdisciplinair project in Peru wordt HTLV-1 bestudeerd. Het immunologisch<br />

onderzoek van HIV richt zich voornamelijk op alternatieve testen voor tellingen van CD-4 cellen en<br />

virale lading, HIV-blootgestelde maar persistent seronegatieve prostituees en serodiscordante<br />

koppels, en humorale en cellulaire reacties op pseudovirale deeltjes. Het klinische HIV/AIDSonderzoek<br />

omvat het hele spectrum van klinisch management in Europa en ontwikkelingslanden,<br />

van diagnose over behandeling tot psycho-sociale steun. Het interventie-onderzoek rond HIV en<br />

SOA richt zich voornamelijk op risicogroepen zoals prostituees en jongeren, knelpunten rond de<br />

uitbreiding van de AIDS-behandelingsprogramma’s, hun effecten op gezondheidszorg en ‘human<br />

resources’, de epidemiologie van trichomonas en HSV-2 en klinische proeven van nieuwe<br />

microbiciden.<br />

Het onderzoekswerk rond tuberculose bestaat uit het wereldwijd opvolgen van resistente stammen,<br />

het bepalen van geneesmiddelengevoeligheid, de evaluatie van behandelingsschema’s voor<br />

multiresistente TB, sputum-negatieve TB-patiënten, verbeterde diagnostische methodes en klinische<br />

testen van verkorte behandelingen. Het onderzoek naar mycobacteriële (Buruli) ulcus<br />

concentreert zich op de transmissie van Mycobacterium ulcerans, klinisch management en<br />

bestrijding.<br />

Het onderzoek in de reisgeneeskunde hield zich voornamelijk bezig met geïmporteerde koorts,<br />

intestinale amoebiase, mycotische ziekten en het toezicht van tropische ziekten in Europa.<br />

Ons onderzoek naar gezondheidssystemen volgt vier rode lijnen: financiële toegangelijkheid tot<br />

gezondheidszorg; kwaliteit van de gezondheidszorg en het personeel; integratie van<br />

ziektebestrijding en specifieke programma’s voor moeder-en-kind zorg; en internationaal<br />

gezondheidsbeleid.<br />

De interdepartementele groepen rond verwaarloosde ziekten, genoomwerk en klinische proeven<br />

tonen de interdisciplinaire synergie op het ITG aan. De ‘Clinical Trial Unit’ die werd opgericht in 2004<br />

is nu volledig bemand en speelde al snel een belangrijke rol in de ontwikkeling van het ITG als<br />

centrum voor klinische proeven in ontwikkelingslanden.<br />

Internationale capaciteitsversterking<br />

Het tweede vijfjaren programma (2003-2007) onder het Raamakkoord tussen het ITG en de<br />

Belgische Directoraat-Generaal van Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) heeft een succesvol<br />

6


derde jaar achter de rug. Op het individueel niveau hebben we 60 Mastersstudenten, 17<br />

doctoraatsstudenten en tientallen stagiaires opgeleid. De software pakketten “Tropical medicine”<br />

en “Kabisa” (klinische besluitvorming) en het AIDS-Telemedicine netwerk zijn toegankelijk voor al<br />

onze institutionele partners in het Zuiden. We bleven steun verlenen aan de 18 partnerinstituten en<br />

de 4 operationele gezondheidsdiensten en NGO’s die deel uitmaken van het ITG/DGOS netwerk.<br />

Ze volgden allemaal de logische kaderplanning waardoor er verschillende partners verder<br />

evolueerden van een project-gebaseerde samenwerking naar een bredere institutionele<br />

ontwikkeling, zoals voorzien in de partnervergadering in 2004. Het jaarlijkse ITG colloquium werd<br />

dan ook voor de eerste keer georganiseerd in en door een Zuidelijke partner, Benin. Van nu af aan<br />

zal de locatie van het colloquium wisselen tussen Antwerpen en een partnerinstituut. Het<br />

Beleidsvoorbereidend Onderzoek (BVO) en de ‘Platform’-onderdelen werden geïntegreerd in een<br />

“DGOS Steunpunt”. De BVO-projecten over de knelpunten in AIDS-behandelingen, de ‘human<br />

resources’ voor gezondheid en besluitvorming binnen de openbare dierengezonheidszorg gingen<br />

goed vooruit. Het geïntegreerde beleidsonderzoek over de “Health Care for All” agenda liet<br />

wortels groeien in een groot aantal landen, situaties en onderwerpen. We versterkten de financiële<br />

en administratieve steun aan onze partners en hielden transparante en efficiënte verslagen bij over<br />

alle activiteiten. Een tussentijdse (“Mid-term”) beoordeling van het vijfjaren programma ging van<br />

start. Ze zal tevens een terugblik zijn op het eerste vijfjaren programma en een vooruitzicht naar het<br />

derde maken. Deze beoordeling zal worden afgerond in de loop van 2006. De nieuwe<br />

samenwerking met het Vlaams Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking verloopt goed: het<br />

project voor steun aan medische faciliteiten in Tete, Mozambique komt op dreef en<br />

voorbereidingen werden getroffen voor een nieuw project voor de versterking van het<br />

personeelsbeleid in de gezondheidszorg.<br />

Medische diensten<br />

De Medische Diensten van het ITG voerden in 2005 27,085 consultaties uit, leverden 29,815<br />

vaccinaties af, hospitaliseerden 280 patiënten (in de gezamenlijke Hospitalisatie-afdeling in het<br />

Universitair Ziekenhuis van Antwerpen) en verwerkten laboratoriumstalen van 32,131 interne en<br />

externe patiënten. Onze (drietalige) website ‘Reisadvies’ werd meer dan 250,000 keer<br />

geconsulteerd en onze ‘Reistelefoon’ ontving 16,155 oproepen. Het AIDS revalidatie centrum voor<br />

lange-termijn zorg en steun voor HIV-patiënten schreef 182 patiënten in, waardoor het totaal van<br />

geregistreerde patiënten sinds 2001 opliep tot 1,698. De grote tevredenheid van onze klanten werd<br />

aangetoond door systematische enquêtes. Het medisch personeel zette intensief het referentie- en<br />

steunwerk voor nationale en internationale authoriteiten en andere medische instellingen en<br />

collega’s voort, alsook de onderzoeks- en opleidingdsactiviteiten binnen het Departement<br />

Klinische Wetenschappen.<br />

7


Management<br />

Het ITG nam nieuwe statuten aan en vernieuwde de Raad van Bestuur. Het strategische vijfjarenplan<br />

werd goedgekeurd, maar de uitvoering ervan zal afhangen van verhoogde basis- en<br />

onderzoekstoelagen. De Wetenschappelijke Raad van Advies beëindigde zijn mandaat en wordt<br />

op dit moment opnieuw samengesteld. Het aantal personeelsleden bleef relatief stabiel met een<br />

kleine verhoging van 3 eenheden naar een totaal van 349 mensen (313 FTE). Het hervormde<br />

personeelsreglement werd ingevoerd en het pensioenfonds van het ITG grondig geherstructureerd.<br />

De financiële verslagen voor 2005 sloten af met een ongebruikelijk groot overschot van 872,000<br />

Euro op een totaal inkomen van 36 miljoen Euro, door vertraagde investeringen en<br />

tewerkstellingen. Het kwaliteitsmanagement programma rondde het eerste deel af van het 10-<br />

jaren project voor globale certificatie. De logistieke en technische investeringen van de voorbije<br />

jaren beginnen te lonen, met de succesvolle ingebruikname van de nieuwe hoog-beveiligde<br />

laboratoria en de omvorming van het Capucijnenklooster in een nieuwe campus. De<br />

administratieve, financiële en aankoopdienst slaagden erin een steeds groter aantal activiteiten<br />

en projecten adequaat te verwerken. Samen met de informaticadienst introduceerden zij een<br />

nieuw, institutioneel geïntegreerd management software pakket. De grafische en centrale<br />

laboratoriumdiensten en bleven trouw hun diensten verlenen aan interne en externe klanten.<br />

Een nieuw vijfjaren plan<br />

Volgend op de nieuwe beheersovereenkomst met het Vlaamse Ministerie van Onderwijs eind 2004,<br />

diende het ITG een nieuw beleidsplan 2006-2010 voor te leggen voor eind 2005.<br />

Aangezien er nog geen bevestiging is voor de hoog nodige en langverwachte verhoging van onze<br />

basistoelagen, waren we verplicht het merendeel van onze ambities in de voorwaardelijke wijs te<br />

zetten. Het nieuwe beleidsplan mikt er op de internationale positie van het ITG ook als “Centre of<br />

Influence” te consolideren.<br />

Op vlak van onderwijs moet ons onderwijsprogramma in een competitief internationaal veld, een<br />

nieuwe generatie studenten en de hervormde Vlaamse en Europese legale kaders bijhouden. Om<br />

de nodige onderwijsvernieuwingen te kunnen doorvoeren, hebben we echter wel aanzienlijke<br />

middelen nodig. De grote lijnen van dit beleidsplan voor onderwijs zijn de volgende:<br />

• De re-accreditatie van de bestaande Masteropleidingen voor 2008<br />

• De verdere hervorming en consolidatie van de post-graduaat opleidingen;<br />

• Een nieuwe modulaire Masters in Tropische Geneeskunde en/of Internationale<br />

Gezondheidszorg;<br />

• De ontwikkeling van innovatief afstandsonderwijs;<br />

• De verdere versterking van ons doctoraatsprogramma, inclusief de organisatie van korte<br />

cursussen in wetenschappelijk schrijven, biostatistiek en ethiek;<br />

• Investeringen in docentenopleidingen en probleem-gericht onderwijs.<br />

8


Op vlak van onderzoek ligt de eerste prioriteit in het voorzien van voldoende steun aan de<br />

wetenschappelijke actieplannen die lopen tot eind 2007. Na grondige evaluaties kan er dan<br />

nagedacht worden over eventuele nieuwe richtingen. In het algemeen kunnen de productiviteit,<br />

impact en zichtbaarheid nog worden versterkt. Fundamentele onderzoekslijnen zullen zich nog<br />

scherper moeten profileren. De operationele en beleidsmatige onderzoekslijnen zullen de<br />

interdepartementele synergiën nog sterker moeten exploiteren. Het ITG zal zijn capaciteiten<br />

uitbreiden om als niet commerciële sponsor klinische en interventietesten te kunnen voeren. Ons<br />

onderzoek zal opgevolgd worden met interne en externe beoordelingen door vakgenoten, de<br />

bibliometrische instrumenten en de vernieuwde Wetenschappelijke Raad van Advies. Hoewel het<br />

ITG een sterke ‘Institutional Review Board’ behoudt, zal het zich volgens de nieuwe wetgeving<br />

aansluiten bij het Centraal Ethisch Committee van het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. De<br />

noodzakelijke versterking van het post-doctoraal personeel vereist substantiële bijkomende<br />

basistoelagen.<br />

Op vlak van ontwikkelingssamenwerking zal het ITG ter voorbereiding van het derde vijfjarenplan<br />

(2008-2012) in 2007 een tussentijdse beoordeling van het ITG/DGOS programma laten uitvoeren,<br />

waarna het een nieuw strategisch en operationeel plan zal opmaken. Het ITG zal de samenwerking<br />

met het Vlaamse Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking uitbreiden naar het gebied van<br />

‘human resources’ in de gezondheidszorg. De ontwikkelingsprojecten gefinancierd door de<br />

Europese Unie, VN en niet-gouvernementele organisaties zullen zich voornamelijk bezig houden<br />

met de wetenschappelijke steun aan uitvoerende instanties en lokale capaciteitsversterking.<br />

De medische diensten van het ITG zullen hun nationale en internationale referentierol in de<br />

diagnose en behandeling van tropische en besmettelijke ziekten, inclusief HIV/AIDS, verder<br />

versterken. De geslaagde interne hervormingen en personeelsversterkingen van de laatste jaren<br />

zullen worden vastgelegd in nieuwe organigrammen, interne reglementen en kwaliteitssystemen.<br />

Om het groeiende aantal patiënten en personeelsleden te kunnen onderbrengen zullen we de<br />

infrastructurele capaciteit aanzienlijk en de medische software-systemen volledig vernieuwen. De<br />

samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen wordt uitgebreid tot infectiologie en<br />

mogelijk andere gebieden. We zullen de preventieprogramma’s voor HIV/SOA en geïmporteerde<br />

ziekten versterken en structureel inbedden.<br />

De institutionele projecten voor de volgende vijf jaar omvatten:<br />

• De verhuis van de onderwijscampus en de niet-laboratorium gebonden departementen<br />

naar het Capucijnenklooster en de daarop volgende herschikkingen en renovaties in het<br />

hoofdgebouw;<br />

• De omzetting van de nieuwe statuten in interne regels, organigrammen en procedures;<br />

• De afronding van het geïntegreerde management systeem en van het institutionele<br />

kwaliteitssysteem;<br />

• Herziene overeenkomsten met de universiteiten en onderzoeksorganisaties;<br />

• Het tot stand brengen van het ITG als legale sponsor van niet-commerciële klinische testen;<br />

• De installatie van een nieuwe Wetenschappelijke Raad van Advies en een ‘Internal Review<br />

9


Board’ en de vernieuwing van de wetenschappelijke actieplannen voor 2008;<br />

• De verdere integratie van permanente inkomsten in de institutionele basistoelage, met een<br />

daaropvolgende herziening van de vaste personeelsstructuur en een versterking van het<br />

post-doctorale kader;<br />

• Het versterken van het management op vlak van communicatie, public relations,<br />

onderzoekscoördinatie en kwaliteitsverzekering;<br />

• Niet in het minst: de viering van de honderdste verjaardag van het ITG in 2006!<br />

10


VOORWOORD DOOR DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR<br />

Engelse versie p. 6<br />

In het voorbije jaar werden door het ITG nieuwe statuten uitgewerkt, die ondertussen door de<br />

minister werden goedgekeurd. We waren tot deze ingreep verplicht door de nieuwe wetgeving op<br />

de verenigingen zonder winstoogmerk. Het was een niet zo eenvoudige operatie, die nu gelukkig<br />

achter de rug is, zodat de aandacht opnieuw ten volle kan worden toegespitst op het onderwijs en<br />

onderzoek in de tropische gezondheidszorg, waarin ons Instituut een benijdenswaardige faam<br />

heeft hoog te houden.<br />

2005 was ook het jaar waarin de samenstelling van de Raad van Bestuur ingrijpend werd gewijzigd.<br />

Zo namen we met spijt, maar oprechte dank afscheid van de professoren Mannaerts, Pastoret,<br />

Reynard en Van Cauwenbergh, evenals van mevrouw Scheys en de heren Reynders en Van<br />

Rossum. Stuk voor stuk hebben zij bijgedragen tot het onmiskenbare succes van het ITG.<br />

Hun opvolgers, die we inmiddels mochten verwelkomen, hebben reeds aangetoond uit hetzelfde<br />

goede hout te zijn gesneden. Met hen beschikt de Raad thans over heel wat substantiële<br />

tropenervaring en expertise in het biomedische onderzoek, de gezondheidszorg en de<br />

aidsbestrijding. De eerste vergaderingen van de nieuwe Raad met heel wat pertinente vragen en<br />

geanimeerde debatten hebben aangetoond dat de betrokkenheid van de huidige bestuurders<br />

even intens is als die van hun voorgangers, waardoor we de toekomst met vertrouwen tegemoet<br />

kunnen zien.<br />

Hun enthousiasme en het sterke beleidsplan voor de periode 2006-2010, waarin de terechte<br />

ambities van het ITG werden gekoppeld aan de jammer genoeg onzekere budgettaire<br />

vooruitzichten die ons bedreigen, is de beste manier – daarvan ben ik overtuigd – om de<br />

overheden ertoe te bewegen snel de noodzakelijke middelen vrij te maken.<br />

De kennis en expertise van het ITG, dat in 2006 met zijn 100 ste verjaardag een groot moment<br />

beleeft, zijn vandaag immers meer dan ooit nodig om een passend antwoord te formuleren op de<br />

wetenschappelijke uitdagingen en de gezondheidscrisis in het Zuiden. Wij zijn in elk geval klaar om<br />

aan de hoge verwachtingen te beantwoorden.<br />

Camille Paulus<br />

Gouverneur van de Provincie Antwerpen<br />

Voorzitter van de Raad van Bestuur<br />

11


VOORWOORD DOOR DE DIRECTEUR<br />

Engelse versie p. 7<br />

In 2005 vierde ik mijn tiende verjaardag als directeur van het ITG, en het was eens te meer een jaar<br />

van vernieuwingen. Onze voorzitter verwijst in zijn voorwoord al naar de wijziging van de statuten<br />

en de samenstelling van de Raad van Bestuur. Het professorencorps werd aanzienlijk versterkt door<br />

de aanstelling van Profs. Wim van Damme (Internationaal Gezondheidsbeleid), Marleen Boelaert<br />

(Ziektebestrijding), Peter Van den Bossche (Veterinaire Ziektebestrijding), Anne Buvé (HIV/SOA<br />

Epidemiologie en Bestrijding) en Jan Jacobs (Tropische Klinische Biologie). Met spijt in het hart<br />

zagen we Prof. Jef Brandt vertrekken, na 35 jaar trouwe dienst als gedreven onderzoeker op het<br />

terrein en toegewijd docent in Veterinaire en Medische Helminthologie.<br />

Na een lange periode van reflectie en planning, hebben we de 99 jaar oude diplomacursus in<br />

Tropische Geneeskunde voor artsen grondig hervormd. Vanaf 2005 wordt deze cursus<br />

geïnternationaliseerd en onderwezen in het Frans en het Engels, ter vervanging van het<br />

Nederlands. De cursus zal ook de basis vormen van een nieuwe modulaire Masters.<br />

De oprichting van een kleine maar hoogwaardige “Clinical and Intervention Trial Unit” was een<br />

andere belangrijke verwezenlijking. Deze interdepartementele eenheid werd opgestart met de<br />

steun van het Vlaams Ministerie van Wetenschap en zal methodologische en regulatoire<br />

ondersteuning bieden aan de curatieve en diagnostische trials van het ITG.<br />

Een andere mijlpaal was het doorbreken van de 47-jaar oude ITG colloquimtraditie met de<br />

organisatie in Cotonou, Benin in plaats van in Antwerpen. Vanaf nu zullen we het colloquium<br />

afwisselend in Antwerpen en in een van onze partnerlanden organiseren. Het thema in 2005 was<br />

Buruli Ulcer. Onze partners in Benin toonden aan dat deze vreselijke plaag onder controle te krijgen<br />

is door vroege detectie en behandeling.<br />

In het voorbije jaar voerden we ook twee fundamentele administratieve hervormingen door, die<br />

vele jaren hun stempel zullen drukken op het ITG. Na een jaar van intense voorbereiding op alle<br />

niveau’s werd het IVAN-project geïntroduceerd, waarmee de verschillende administratieve en<br />

financiële diensten rechtstreeks en online gegevens kunnen uitwisselen. Het ITG pensioenfonds<br />

werd omgeschakeld van een “te bereiken doel” systeem naar een van “vaste bijdrage”, een<br />

complexe operatie met diepgaande lange termijn gevolgen voor ons financieel beheer.<br />

We namen nieuwe hoogbeveiligde laboratoria in gebruik, tot ieders tevredenheid. De<br />

renovatiewerken aan de onderwijscampus vorderden met de verrassingen en obstakels die men<br />

kan verwachten bij bouwwerken aan een 350 jaar oud klooster. Maar het einde is in zicht, een<br />

zucht van verlichting voor al de medewerkers die nu nog werken in tijdelijke en kleine lokalen.<br />

De grootste inspanning van 2005 ging echter naar het nieuwe vijfjarenplan waarvan u hierna een<br />

samenvatting vindt. We hebben duidelijke en grootse ambities, maar blijvende wetenschappelijke<br />

kwaliteit en onafhankelijkheid vereisen een dringende inhaalbeweging van onze basisfinanciering.<br />

2005 begon en eindigde met het verlies van twee grote pijlers van het ITG. In februari overleed Prof.<br />

Jef Mortelmans, de grondlegger en hoeksteen van het Departement Diergeneeskunde. In<br />

12


december stierf Prof. Pieter Gustaaf Janssens, de legendarische directeur van het ITG in de<br />

scharnierperiode 1957 – 1976. Hij werd 96 jaar.<br />

In oktober 2006 zal het ITG zijn honderdjarig bestaan vieren. In feite spreiden we het feest over een<br />

aantal evenementen over het jaar, en misschien ontmoeten we elkaar bij een van deze<br />

gelegenheden.<br />

Wees echter gerust dat we niet op onze lauweren zullen rusten maar zullen blijven bijdragen aan<br />

een meer eerlijke verdeling van de gezondheidszorg in de wereld.<br />

Prof. Dr. Bruno Gryseels,<br />

Directeur<br />

13


BEZOEK VAN KONING ALBERT II EN PRESIDENT SAMPAIO<br />

Engelse versie p. 8-9<br />

Op 20 oktober 2005 werd het ITG vereerd met een bezoek van Zijne Majesteit Koning Albert II en<br />

Zijne Excellentie President Sampaio, ter gelegenheid van een officieel bezoek van het Portugese<br />

staatshoofd. Zij werden vergezeld door onder anderen, Mr. Fernando Neves, Staatssecretaris van<br />

Europese Zaken; Mr. Jorge Pedreira, Staatssecretaris van Onderwijs; Mr. João Diogo Nunes Barata,<br />

Ambassadeur van Portugal; Prof. Dr. Jorge Torgal, Directeur van het Instituut voor Tropische<br />

Geneeskunde van Lissabon; Mr. C. Paulus, Gouverneur van de Provincie Antwerpen en Voorzitter<br />

van de Raad van het ITG; Minister Katleen van Brempt, vertegenwoordiger van de Vlaamse<br />

Regering; Mr. Flor de Koninck, Koninklijke griffier; Mr. Jacques van Ypersele de Strihou, kabinetschef<br />

van Zijne Koninklijke Majesteit, en een groot aantal andere stafleden.<br />

De hoge gasten begonnen het bezoek met een vertrouwelijk gesprek met twee aidspatiënten, dat<br />

een diepe indruk naliet op alle aanwezigen.<br />

Daarna namen ze deel in een interactieve lezing van Prof. Boelaert over de mogelijke dichotomiën<br />

tussen de gewone gezondheidszorg en de specifieke ziektebestrijdingsprogramma’s, hetgeen een<br />

geanimeerd debat op gang bracht tussen studenten en medecollega’s.<br />

Op de volgende verdieping legde het personeel van het ITG verschillende onderzoeksprojecten<br />

uit, zoals ons werk over de interactie tussen trypanosomen en tseetsee vliegen. Op de<br />

onderstaande foto demonstreert Jan Van den Abbeele de ontleding van de speekselklieren van<br />

een Glossina waarin de trypanosoma hun laatste transformatie ondergaan voordat ze in een<br />

menselijke gastheer worden geïnjecteerd.<br />

Ten slotte voerden de gasten een levendige discussie met studenten en onderzoekers van het ITG<br />

in Zaal Broden. Ze tekenden daar ook het ereboek en ontvingen als geschenk een verzameling<br />

lithografieën van het ITG-gebouw door Jef van Grieken. De directeurs van de instituten voor<br />

tropische geneeskunde van Antwerpen en Lissabon tekenden een samenwerkingsovereenkomst<br />

over uitwisselingen in onderzoek, opleidingen en netwerken.<br />

De bezoekers toonden veel interesse in het werk van beide instituten en de<br />

gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden; ze verlieten het ITG dan ook met grote<br />

tevredenheid over hun bezoek.<br />

14


IN MEMORIAM<br />

Engelse versie p. 10<br />

PROF. PIETER GUSTAAF JANSSENS<br />

P.G. Janssens, directeur van het ITG tussen 1957 en 1976, stierf na een rijk en productief leven in alle<br />

vrede op 17 december 2005. Voor velen bekend als “Peegee” of “le patron” (de baas), was Prof.<br />

Janssens een legendarische en onbetwiste leider in een spilperiode van de geschiedenis van het<br />

instituut. Hij werd geboren in Gent in 1910, waar hij zijn medisch diploma behaalde in 1935. In 1936<br />

studeerde hij Tropische Geneeskunde op het ITG en behaalde hij daarna een Masters aan de<br />

Universiteit Gent. Zijn tropische carrière begon in 1937 als arts “verantwoordelijk voor de<br />

ziekenhuizen, het laboratorium, malariabestrijding en preventie van silicose” in de koloniale<br />

goudmijnen van Kilo Moto, Noord-Oost Congo. Hij verbleef er 12 jaar, deed veel onderzoek en<br />

volgde verdere opleidingen in Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk. In 1950 werd hij benoemd als<br />

Kliniekhoofd en Hoogleraar Tropische Pathologie op het ITG. In 1957 volgde hij Prof. Dubois op als<br />

directeur en moest meteen de gevolgen onder ogen zien van het onverwachte<br />

dekolonisatieproces. Het voortbestaan van het ITG in deze moeilijke periode is bijna volledig toe te<br />

schrijven aan zijn visionair intellect en zijn tactische alertheid. Bijna 50 jaar op voorhand voorzag hij<br />

de rol van de westerse tropische instituten in de 21 ste eeuw: onderzoek, capaciteitsversterking en<br />

netwerking om de gezondheidszorg in het Zuiden te verbeteren. Hij was als arts en wetenschapper<br />

een van de eersten om het belang van de antropologische, sociale en economische aspecten<br />

van de gezondheidszorg te erkennen. Hij was verantwoordelijk voor de oprichting van de nieuwe<br />

departementen: Volksgezondheid, Diergeneeskunde en de eenheid Virologie, die ook vandaag<br />

nog standhouden. Hij geloofde vooral in de capaciteiten van de wetenschappers en de artsen<br />

van de tropische landen zelf en beschouwde de opleiding van en de steun aan een nieuwe<br />

generatie nationale leiders als onze belangrijkste taak. Hij was dan ook, samen met anderen, de<br />

drijvende kracht achter de internationale Masterprogramma’s van het ITG. Terwijl hij het ITG met<br />

sterke hand nieuwe richtingen induwde, bleef hij ook actief als docent, onderzoeker en clinicus. Zijn<br />

encyclopedische kennis van tropische ziekten was onvoorstelbaar en werd voor het nageslacht<br />

vastgelegd in zijn monumentaal werk “Health in Central Africa since 1885, past, present and<br />

future”. Hij was lid van verschillende expertcommittees van de WGO, betrokken in verschillende<br />

gezondheidsprojecten in het Zuiden, professor en vice-decaan aan de UA, gasthoogleraar aan<br />

buitenlandse universiteiten en lid van een groot aantal wetenschappelijke verenigingen en<br />

ontwikkelingsorganisaties. Na zijn pensioen in 1976 bleef hij lezen, schrijven en collega’s en vrienden<br />

ontmoeten tot de dag van zijn dood. P.G Janssens had een groot inzicht in het herkennen en het<br />

aanmoedigen van jong talent. Hij liet daardoor niet alleen een enorme intellectuele en<br />

institutionele erfenis achter, maar ook verschillende generaties van deskundigen in tropische<br />

ziekten; een echte “Belgische school” die zal blijven voortbestaan als testament van zijn<br />

wetenschappelijke uitmuntendheid en diepmenselijke solidariteit.<br />

15


PROF. JEF MORTELMANS<br />

Engelse versie p. 11<br />

Prof. J. Mortelmans, geboren in 1924 in Vremde nabij Antwerpen, behaalde zijn diploma in<br />

diergeneeskunde aan de Universiteit Gent in 1949 en studeerde Tropische Diergeneeskunde aan<br />

het ITG in 1950. Hij werkte tussen 1952 en 1959 in de veterinaire laboratoria van Kynesyi,<br />

Elisabethville (nu Lubumbashi), Stanleyville (Kisangani) en Astrida (Butare), allemaal in Congo en<br />

Rwanda-Burundi. Hij werd benoemd als docent op het ITG in 1959 en als hoogleraar en hoofd van<br />

de veterinaire eenheid in 1962. Doorheen de jaren ontwikkelde hij de veterinaire eenheid van een<br />

eenmansoperatie tot een volledig departement met een uitgebreid internationaal opleidings- en<br />

onderzoeksprogramma in tropische diergeneeskunde en veeteelt. Hij schreef 262<br />

wetenschappelijke publicaties en leidde 615 studenten op tot masters- of doctoraatsniveau. Veel<br />

van zijn studenten bekleden hoge posities in Afrika, Latijns-Amerika, Europa of bij internationale<br />

organisaties. Velen herinneren zich zijn gepassioneerde lezingen, vol fantastische verhalen,<br />

anecdotes en wijsheid. Hij was onder meer lid van het ‘Technical Advisory Committee of the<br />

Consultative Group for International Agricultural Research’ (CGIAR, Washington), gasthoogleraar<br />

aan de universiteit van Leuven (1970-1989), voorzitter van de ‘Association of Tropical Veterinary<br />

Institutes’ (1986-1989), lid van de Belgische Academie voor Overzeese Wetenschappen (sinds<br />

1968), oprichter en voorzitter van de organisatie ‘Agri-Overseas’ en redacteur van het<br />

wetenschappelijke tijdschrift ‘Tropicultura’ (1980-1989). Na zijn pensioen in 1989 bleef hij een hechte<br />

vriend en bondgenoot van het ITG; hij stond altijd klaar om te helpen of om invloed uit te oefenen<br />

wanneer het departement in moeilijk vaarwater terechtkwam. Hij stierf op 19 februari 2005 na een<br />

lange periode van ziekte, welke hij verdroeg met de intelligentie, de moed en de humor die hem<br />

tot zulk een gedenkwaardige persoon maakten.<br />

16


Vernieuwing van de Raad van Bestuur<br />

Engelse tekst p. 12<br />

Vernieuwing van de Raad van Bestuur op 14 oktober 2005. Met grote dankbaarheid namen we<br />

afscheid van vice-voorzitter Prof. G. Mannaerts, leden Mr. E. Magnus, Mr. L. Van Rossum, Prof. P<br />

Pastoret, Prof. M. Reynaert (op de foto’s hierboven), Mevr. M. Scheys, Dr. Reynders en Prof. P. Van<br />

Cauwenberghe (niet op de foto’s).<br />

De Raad van Bestuur verwelkomde de nieuwe externe leden Mevr. E. Barbé, Dr. D. Cuypers, Prof. P<br />

Goubau, Dr. J. Laruelle, Prof. B. Losson, Dr. M. Sormann, prof. M. Temmerman and Prof. M. Waer.<br />

Van nu af aan zullen de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke assistenten deelnemen als<br />

volwaardige leden, niet als observeerders. Deze nieuwe interne Raadsleden zijn Dr. E. Thys en<br />

Mevrouw D. Jacquet.<br />

17


ONDERWIJS<br />

Engelse versie p. 14-26<br />

In het onderwijsprogramma van het ITG ligt de nadruk op postuniversitair onderwijs in humane en<br />

veterinaire tropische geneeskunde en openbare gezondheidszorg. Dit gebeurt via<br />

postgraduaatscursussen, internationale Masters en doctoraatsopleidingen. De sterktes van het ITG<br />

zijn de diepgaande interactie tussen onderzoek en terreinwerk, de internationale dimensie en de<br />

brede interdisciplinaire expertise van moleculaire biologie tot medische antropologie. Het ITG<br />

neemt een aparte en zeer gespecialiseerde plaats in in het Vlaams academisch landschap. We<br />

werken actief mee aan de uitbouwing van de Europese dimensie van het hoger onderwijs.<br />

In 2005 werden de nieuwe Vlaamse onderwijsdecreten, geïnspireerd door de Bolognaverklaring,<br />

omgezet in concrete curriculumhervormingen. Zo werd de 99 ste editie van de<br />

postgraduaatsopleiding grondig geherstructureerd. De cursussen kregen een modulaire structuur<br />

en we werkten verder aan de integratie van de disciplines, de herdefiniëring van de<br />

onderwijsdoelstellingen en een actieve deelname aan de Europese programma’s. Vanaf 2005<br />

wordt deze cursus onderwezen in het Engels en het Frans; de <strong>Nederlandse</strong> versie wordt<br />

opgeheven. Ook deze cursus is inderdaad een internationaal trefpunt geworden; de meerderheid<br />

van de studenten komt uit het buitenland. Verschillende modules gaan verder dan louter<br />

medische en biomedische aspecten en stimuleren de interdisciplinaire dialoog.<br />

Het fundamenteel herstructureren van een cursus, zo diep geworteld in de institutionele<br />

geschiedenis, is een hele uitdaging. Het aanpassen van één detail heeft n invloed op de hele, over<br />

de jaren opgebouwde, structuur. We herzagen daarom zowel onze onderwijsobjectieven, de<br />

structuur van de cursus, de didactische principes als het academisch kwaliteitsmanagement. Dit<br />

proces wordt thans verder gezet in de andere Masterprogramma’s om klaar te zijn voor de formele<br />

evaluatie en re-accreditatie in 2008. In dezelfde context zullen we ook de synergie met het<br />

onderwijsprogramma van onze Zuidpartners versterken. Het ITG nam strategische beslissingen over<br />

afstands- en computergestuurd onderwijs en test in verschillende pilootprojecten nieuwe<br />

technische en didactische benaderingen uit. Ze bieden stimulerende perspectieven voor<br />

vernieuwend en gevorderd onderwijs in een geglobaliseerde wereld. Een voorbeeld hiervan is de<br />

SCART (Short Course on Anti-Retroviral Treatment) die we, mede door een groeiende “E-medicine<br />

netwerk” constant aanpassen aan een snel evoluerend terrein en de grote vraag naar ‘cuttingedge’<br />

opleidingen.<br />

18


HET ONDERWIJSAANBOD VAN HET ITG<br />

Het ITG biedt een hoogkwalitatief onderwijsprogramma aan op postuniversitair niveau. Hieronder<br />

krijgt u een overzicht van het cursusaanbod in 2005. De tabellen achteraan dit hoofdstuk geven<br />

een overzicht van de theses en dissertaties die onze studenten in het voorbije jaar produceerden.<br />

Cursussen Tropische Geneeskunde<br />

Deze postgraduaatcursussen zijn vooral bedoeld voor artsen, verpleegkundigen, vroedvrouwen, en<br />

biomedici uit niet-tropische landen. Zij bieden een bijkomende vorming in<br />

tropische ziekten en gezondheidszorg. Na vier à vijf maanden theoretische en praktische lessen<br />

krijgen de studenten een specialisatiegetuigschrift dat vereist wordt door de meeste<br />

ontwikkelingsorganisaties. Het ITG biedt twee dergelijke specialisaties aan.<br />

Cursus in de Tropische Geneeskunde voor artsen en biomedici<br />

Deze specialisatiecursus duurt vijf maanden (september tot februari) en komt overeen met 30 ECTS<br />

credits (European Credit Transfer System). De 2004-2005 editie werd, gelijktijdig maar gescheiden, in<br />

het Nederlands en het Frans onderwezen. Deze cursus is toegankelijk voor alle houders van het<br />

artsendiploma en er is geen ervaringsvereiste. Met een deels aangepast curriculum is deze<br />

opleiding ook toegankelijk voor biomedici en apothekers. Deze opleidingen worden bekroond met<br />

een postgraduaatsgetuigschrift. In 2004-2005 volgden 46 studenten deze cursus (22 Nederlands en<br />

24 Frans), het merendeel uit Europa (35 studenten of 76%). In totaal behaalden 39 studenten of 85%<br />

het diploma.<br />

De structuur van deze cursus werd helemaal herzien in 2005 en de cohorte van september 2005<br />

was de eerste die het nieuwe programma volgde. De cursustalen zijn nu Engels en Frans; het<br />

Nederlands werd afgevoerd. De cursus bestaat nu uit twee modules: “Internationale<br />

Gezondheidszorg” en “Klinische Besliskunde”. De eerste module (20 ECTS credits) is ook toegankelijk<br />

voor niet medische gezondheidswerkers met relevante professionele ervaring. De modulaire<br />

structuur laat bovendien een vlotte integratie toe van credits in de Master programma’s waardoor<br />

de flexibiliteit en internationale dimensie van de cursus versterkt wordt.<br />

Cursus Tropische Geneeskunde voor verpleegkundigen en vroedvrouwen<br />

Deze cursus duurt vier maanden (maart – juni) en is gelijk aan 20 ECTS credits. Hij wordt eveneens<br />

onderwezen in het Nederlands en het Frans en is toegankelijk voor verpleegkundigen van niveau<br />

A1 of gelijkwaardig met minimaal een jaar beroepservaring. De cursus is vergelijkbaar met de<br />

artsencursus, aangevuld met specifieke cursussen over verpleegkunde. In 2005 volgden 112<br />

19


studenten deze opleiding (34 Nederlands en 78 Frans), waarvan het merendeel uit Europa (83<br />

studenten of 74%). In totaal behaalden 111 studenten (99%) het diploma.<br />

Internationale Masterscursussen<br />

De Mastersopleidingen komen overeen met 1,500 à 1,800 uren (10 - 12 maanden) postuniversitaire<br />

studie, gelijk aan 60 ECTS credits.<br />

Deze gevorderde expertcursussen richten zich tot artsen, biomedici en veeartsen die al een<br />

substantiële werkervaring van minimum 3 - 5 jaar in ontwikkelingslanden hebben maar zich verder<br />

willen bekwamen in hun vakgebied. De opleiding kan ook dienen als aanloop naar een<br />

doctoraatsopleiding en/of een wetenschappelijke carrière. Naast specifieke kennisoverdracht,<br />

creëren deze cursussen ook een forum voor internationale uitwisseling van ervaringen, methoden<br />

en inzichten. Alle studenten maken een eindwerk, meestal over hun eigen ervaring, en verdedigen<br />

dit werk en hun opgedane kennis voor een internationale jury.<br />

Het interactieve pedagogische concept beperkt het aantal deelnemers tot twintig per cursus. In<br />

totaal volgt jaarlijks een 80-tal studenten van alle continenten de ITG Mastercursussen. Dankzij de<br />

steun van het Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) kunnen we jaarlijks<br />

een zestigtal deelnemers uit ontwikkelingslanden een volledige beurs aanbieden (inschrijving,<br />

lesgeld, reis en verblijf). Andere studenten worden gesteund door nationale of internationale<br />

organisaties.<br />

Het ITG organiseert drie hoofdrichtingen in zijn internationaal Mastersprogramma:<br />

Master of Public Health (MPH)<br />

Deze “International Course for Health Development (ICHD)” is een internationaal postgraduaat (60<br />

ECTS credits) die leidt tot een Mastersdiploma Volksgezondheid. Deze cursus wordt jaarlijks<br />

afwisselend in het Engels en het Frans (Cours International pour la Promotion de la Santé)<br />

gedoceerd voor twee groepen van elk twintig gezondheidsexperten (vooral artsen) met een<br />

minimum van 4 jaar beroepservaring. Een van de essentiële karakteristieken van deze cursus is zijn<br />

internationale dimensie. Deelnemers uit een groot aantal landen worden samengebracht in een<br />

academische omgeving die uitwisseling en kritische analyse stimuleert.<br />

Het hoofddoel van de ICHD-opleiding is het versterken van de capaciteit van professionele<br />

gezondheidswerkers voor het ontwikkelen en beheren van gezondheidsdiensten en -systemen. De<br />

cursus is onderverdeeld in 5 hoofdmodules:<br />

• Theorie en praktijk van gezondheidsorganisaties (242 lesuren)<br />

• Methoden voor de analyse van ziekten en gezondheidsproblemen (66 lesuren)<br />

• Specifieke technieken en kennis (145 uren)<br />

20


• Verbreden van de horizon voorbij de traditionele geneeskunde en gezondheidsdisciplines (60<br />

uren)<br />

• Zelfstandige studie en uitwisseling van ideeën (seminaries, conferenties, het schrijven van<br />

dissertaties: 92 uren).<br />

In het academiejaar 2004-2005 volgden 37 deelnemers de Franse editie. Zij kwamen uit 19 landen<br />

(Bolivië, Burkina Faso, Burundi, Kameroen, Ivoorkust, Cuba, Frankrijk, Guinée-Conakry, Haïti,<br />

Madagascar, Mali, Marokko, Mauritanië, Niger, D.R. Congo, Rwanda, Sao Tomé, Tsjaad en Togo).<br />

34 studenten behaalden het diploma. 28 studenten kregen een DGOS beurs waaronder 7<br />

vrouwen.<br />

Master of Science in Disease Control (MDC)<br />

De MDC/MCM cursus (60 ECTS credits) wordt afwisselend maar synchroon met de MPH in het Frans<br />

en Engels gedoceerd. Hij is gericht op de epidemiologische, technische en organisatorische<br />

aspecten van specifieke ziektebestrijding, met als opties Reproductieve Gezondheidszorg en<br />

Tropische Ziekten. Deze keuzemodules (10 weken elk in het 3 de trimester) zijn ook toegankelijk voor<br />

externe studenten. De afgestudeerden moeten in staat zijn nationale en internationale<br />

bestrijdingsprogramma’s te ontwerpen, leiden en evalueren. Naast een grondige<br />

epidemiologische en technische kennis wordt, zowel conceptueel als methodologisch, de nadruk<br />

gelegd op de duurzame integratie van ziektebestrijding in de bestaande gezondheidsdiensten. In<br />

2005 volgden 18 deelnemers uit 13 verschillende landen met succes de MDC (Algerije, Burkina<br />

Faso, Burundi, Kameroen, Ivoorkust, D.R. Congo, Ethiopië, Frankrijk, Mali, Niger, Rwanda en Senegal.<br />

17 studenten behaalden het diploma. 16 studenten kregen een DGOS beurs (7 vrouwen).<br />

Master of Science in Tropical Animal Health / Production (MSTAH)<br />

In 2004-2005 werd de tweede editie van de MSTAH/MSSAT georganiseerd.<br />

Deze cursus richt zich vooral naar dierenartsen, bio-ingenieurs en biologen met een minimum van 2<br />

jaar relevante ervaring. Hij wordt georganiseerd van september tot juli en wordt afwisselend in het<br />

Frans en Engels gedoceerd. Door de modulaire structuur kan het programma aangepast worden<br />

aan de vraag en de specifieke interesses van de deelnemers. De cursus richt zich vooral op de<br />

epidemiologie en bestrijding van veterinaire ziekten in ontwikkelingslanden. Als gevolg van een<br />

algemene evaluatie van de opleiding door de studenten van 2003-2004 werden allerlei bijsturingen<br />

gemaakt in deze tweede editie. De meer technische modules van de keuzeopties (opties<br />

dierenziektebestrijding en epdiomologische gegevensverzameling en –analyse) werden uitgebreid<br />

ten koste van de gezamenlijke onderdelen (module onderzoeksmethodologie,<br />

projectmanagement en veestokontwikkeling).<br />

In 2005 werd een Fransstalige cohorte van 24 gezondheidswerkers verwelkomd, voornamelijk uit<br />

West- en Centraal Afrika, van wie er 22 het diploma behaalden.<br />

21


Doctoraatsopleidingen<br />

Het ITG reikt zelf geen doctoraten uit; elke doctorandus schrijft zich ook in aan een universiteit, die<br />

mee waakt over de kwaliteit van het werk en formeel de titel uitreikt. Het merendeel van de<br />

opleiding en het onderzoek gebeurt op het Instituut en/of zijn partnerinstelling in het Zuiden. De<br />

onderzoeksonderwerpen sluiten aan bij de specifieke onderzoeksvelden van het ITG en kunnen dus<br />

variëren van sociologie tot moleculaire biologie. Momenteel leidt het ITG een tachtigtal doctorandi<br />

op in zijn laboratoria en/of op het terrein. Ongeveer de helft hiervan is tewerkgesteld als<br />

onderzoeksassistent en komt uit België of een Europees land. De andere helft bestaat uit<br />

beursonderzoekers uit ontwikkelingslanden.<br />

De druk bijgewoonde ‘Biomedical Research Seminars’, ‘Epidemiological and Public Health<br />

Research Seminars’, ‘Journal Clubs’ en ‘Innovative Method Seminars’, en discussies over specifieke<br />

landen en internationale beleidsvragen vormen ook een belangrijk onderdeel van de<br />

doctoraatsvorming.<br />

Korte cursussen op het ITG<br />

Naast dit basisaanbod organiseert het ITG een aantal kortere specialisatiecursussen:<br />

• De SCART cursus (Short Course on Anti-Retroviral Therapy and Comprehensive Care for People<br />

living with HIV/AIDS in Countries with Limited Resources) werd in de zomer van 2005 voor de<br />

derde keer georganiseerd. Het doel van deze drie weken durende cursus is een “cuttingedge”<br />

opleiding in HIV/AIDS zorg en behandeling voor artsen die werken in<br />

ontwikkelingslanden. De cursus spitst zich toe op de vaardigheden voor de behandeling van<br />

HIV/AIDS patiënten in arme landen, zowel in de eerste als de tweede lijn; de opvolging van<br />

bijwerkingen en effectiviteit; de preventie van moeder-kind-transmissie; de organisatorische,<br />

sociale en deontologische aspecten van antiretrovirale programma’s; de interpretatie van<br />

klinische onderzoeksresultaten; doorzicht van valkuilen en ethische vraagstukken. De cursus<br />

wordt geaccrediteerd door het tropED netwerk sinds 2005. Het ITG voorziet de SCARTdeelnemers<br />

met blijvende ondersteuning na de cursus.<br />

• De Short courses on Planning and Management of Reproductive Health Programmes en de<br />

Short Course on Planning and Management of Tropical Diseases Control Programmes vormen<br />

de keuzemodules van de Master of Science in Disease Control. Deze staan open voor een<br />

beperkt aantal externe deelnemers (maximum 10 per module) met een afdoende<br />

vooropleiding of beroepservaring. Meestal zijn dit managers van bestrijdingsprogramma’s die<br />

zich willen bijscholen of modulaire Mastersstudenten uit andere instellingen. Het ITG kan<br />

maximaal 10 DGOS-beurzen uitreiken voor kandidaten uit ontwikkelingslanden. In 2005<br />

volgden 13 studenten deze modules.<br />

• De MScTAH-modules (Master of Science in Tropical Animal health) zijn ook toegankelijk voor<br />

externe kandidaten; in 2005 schreven drie studenten zich in voor individuele modules.<br />

22


• De Specialisatiecursus in Medische en Veterinaire Mycologie wordt jaarlijks georganiseerd<br />

(maart - juni, in het Frans en Nederlands) voor klinische biologen en medische technologen uit<br />

Europa (in combinatie met hun beroepsuitoefening), of uit andere continenten (meestal in<br />

combinatie met een andere opleiding aan het ITG of in België). Door de toename van<br />

opportunistische schimmelinefecties (als een complicatie van immunosuppressie, kanker of<br />

AIDS) neemt de vraag naar deze cursus alsmaar toe. In 2005 werd deze cursus gevolgd door<br />

19 deelnemers.<br />

• De Bijscholingscursus HIV/AIDS (om de 18 maanden in het Nederlans, avondcursus van 13 x 2<br />

uur) houdt Vlaamse artsen, paramedici, docenten en andere beroepsgroepen op de hoogte<br />

van de snelle evoluties in de zorg voor en de bestrijding van HIV/AIDS en Seksueel<br />

Overdraagbare Ziekten. In 2005 woonden 80 gezondheidswerkers deze cursus bij. De<br />

volgende editie zal doorgaan in de herfst van 2006.<br />

Toelatingsvoorwaarden, selectiecriteria en studiegelden aan het ITG<br />

Toelatingsvoorwaarden<br />

De cursussen op het ITG zijn alleen toegankelijk voor studenten die reeds een universitair Masterdiploma<br />

hebben behaald, behalve de cursussen in tropische geneeskunde voor verplegers en<br />

vroedvrouwen. De mid-carrière ITG Masters hebben ook een minimum van 3-5 jaar ervaring nodig.<br />

De toelatingsvoorwaarden kunnen met enige flexibiliteit gehanteerd worden, zodat ook nietmedische<br />

gezondheidswerkers met ervaring zich kunnen inschrijven, mits goedkeuring van de<br />

cursusdirecteurs.<br />

Selectiecriteria<br />

De post-graduate diplomacursussen laten studenten toe volgens het principe ‘eerst komt, eerst<br />

maalt’, met een maximum van 80 studenten per taalgroep. Voor de Masterscursussen bestaan er<br />

selectiecommittees die alle aanvragen doorlichten op basis van vroegere academische<br />

kwalificaties, beroepservaring, gecertificeerde taalvaardigheden, motivatie en referenties. Omdat<br />

het aantal geschikte kandidaten het maximum toegelaten studenten zwaar overschrijdt, worden<br />

er bijkomende criteria op basis van geslacht, professionele en geografische diversiteit gehanteerd<br />

om een gebalanceerde groep te creeëren.<br />

In het academiejaar 2004-2005 werden er 37 kandidaten geselecteerd voor de MPH uit een groep<br />

van 164; voor de MDC werden er 18 geselecteerd uit 115 en 24 kandidaten uit 140 werden<br />

aanvaard voor de MSTAH.<br />

23


Studiegelden en beurzen<br />

Het ITG hanteert vier algemene principes bij de bepaling van de studiegelden:<br />

• Ze zijn gebaseerd op een realistische en transparante kostenberekening;<br />

• Ze zijn gelijk voor alle studenten van eenzelfde cursus;<br />

• Ze vrijwaren de toegankelijkheid en competitiviteit van de opleidingsprogramma’s;<br />

Het studiegeld dekt 50% van de volledige cursuskosten. De kosten variëren met de duur van de<br />

cursus, de omvang van de klassen en het niveau van de individuele lessen.<br />

Het inschrijvingsgeld voor de post-graduate diploma cursussen in Tropische Geneeskunde<br />

bedraagt 1,120 Euro.<br />

Voor de internationale opleidingen op gevorderd of Mastersniveau (60 studiepunten) bedraagt het<br />

studiegeld 14,000 Euro (2004-2005), inclusief alle onderzoeks- en opleidingskosten.<br />

Korte internationale expertopleidingen (2 tot 10 weken) worden kostendekkend georganiseerd: het<br />

studiegeld varieert van 300 tot 1,200 Euro.<br />

Deelnemers uit ontwikkelingslanden hebben bijna altijd toegang tot een volledige beurs (inclusief<br />

leefgeld) van het ITG, DGOS of andere organisaties. Andere studenten ook en vooral uit de<br />

Europese Unie kunnen aanspraak maken op een gedeeltelijke beurs van maximaal 60% van het<br />

studiegeld uit het ITG beurzenfonds.<br />

In 2005 kregen 16 deelnemers aan korte cursussen een volledige ITG/DGOS-beurs (10 voor MDC<br />

modules, 6 SCART).<br />

Externe leeropdrachten<br />

Verschillende ITG-docenten hebben een deeltijdse leeropdracht aan Belgische universiteiten:<br />

• Universiteit Gent: Internationale Gezondheidszorg (Faculteit Geneeskunde en Faculteit<br />

Politieke en Sociale Wetenschappen); Humane Voedingsleer, Tropische Dierlijke Produktie<br />

(Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen); Tropische Diergeneeskunde (Faculteit<br />

Diergeneeskunde).<br />

• Universiteit Antwerpen: Parasitologie, Tropische Infectieziekten en AIDS (Faculteit<br />

Geneeskunde); Volksgezondheid en Epidemiologie, Health Projects, Humanitaire Bijstand<br />

(Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -Beheer); Tropische Ecologie en Parasitologie, Tropische<br />

Infectieziekten, Immunologie van Tropische Infectieziekten, Algemene Parasitologie (Faculteit<br />

Biomedische, Farmaceutische en Diergeneeskundige Wetenschappen).<br />

• Vrije Universiteit Brussel: Importpathologie, Tropische Virologie, Bacteriologie, Moleculaire<br />

Biologie (Faculteit Geneeskunde); Parasitologie, Infectieziekten (Faculteit Wetenschappen);<br />

Parasitologie (IPMB); Tuberculose, HIV (Master in Medisch en Farmaceutisch Onderzoek).<br />

24


• Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix, Namur: Parasitologie (Faculteit Biologie).<br />

• Université Catholique de Louvain, Louvain-la-Neuve: Maternal health, Seksueel<br />

Overdraagbare Aandoeningen (Institut de Démographie).<br />

• Université Libre de Bruxelles: Parasitologie (Faculteit Geneeskunde).<br />

• In Nederland verzorgen ITG professoren onderdelen van de Masterscursussen<br />

Volksgezondheid en Tropische Geneeskunde aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in<br />

Amsterdam.<br />

• ITG professoren doceren ook in de European course in Tropical Epidemiology (ECTE) die<br />

jaarlijks georganiseerd wordt in een beurtrol met andere Europese instituten voor tropische<br />

geneeskunde.<br />

• Het Departement Diergeneeskunde werkt mee aan een Erasmus Mundus onderwijsproject<br />

“Tropische Neurowetenschappen en Parasitologie”, gesponsord door de EU en gecoördineerd<br />

door de Universiteit van Limoges, Frankrijk.<br />

• Het ITG begeleidt jaarlijks een groot aantal universitaire licentiaatsthesissen, eindwerken van<br />

hogeschoolstudenten en stagiaires uit binnen- en buitenland.<br />

Academische Samenwerking met het Zuiden<br />

Naast het onderwijsaanbod aan het ITG zelf ondersteunen we een groeiend programma van<br />

capaciteitsopbouw in het Zuiden (zie verder). De meest belangrijke onderdelen hiervan zijn:<br />

• De “Post-Grado en Medicina Tropical y Control de Enfermedades” aan de Universidad Mayor<br />

San Simon van Cochabamba in Bolivia, vergelijkbaar met de diplomacursus tropische<br />

geneeskunde aan het ITG. De eenheid Epidemiologie is nauw betrokken bij het onderwijs, de<br />

curriculumbijsturing en de kwaliteitscontrole, in samenwerking met de Universiteit Gent. Op<br />

termijn hopen we dat deze cursus een accreditatie krijgt als kernmodule van het Europese<br />

Mastersprogramma in International Health (TropEd).<br />

• Sinds 1998 helpt het Departement Volksgezondheid van het ITG de Pontificia Universidad<br />

Católica van Ecuador (PUCE) in Quito bij het uitbouwen van een “Instituto de Salud Pública”<br />

(ISP). Zij organiseren een tweejarige Masterscursus Volksgezondheid op basis van<br />

probleemgestuurd onderwijs. In 2004 studeerde de derde promotie af, en startte een vijfde<br />

25


lichting met 12 studenten uit verschillende Latijns-Amerikaanse landen. Het werd ook mogelijk<br />

deze cursus parttime te volgen.<br />

• Het Departement Diergeneeskunde verleent nog steeds institutionele en wetenschappelijke<br />

ondersteuning aan het onderwijs van het Centre for Ticks and Tick-Borne Diseases in Lilongwe,<br />

Malawi. Dit centrum zal eveneens de basis worden voor praktische opleiding en evaluatie van<br />

Mastersstudenten Tropische Diergeneeskunde via afstandsonderwijs dat georganiseerd wordt<br />

door de Universiteit van Pretoria in samenwerking met het ITG (zie ook hoofdstuk<br />

Afstandsonderwijs).<br />

• In het Instituto de Medicina Tropical Cayetano Heredia in Lima, Peru, draagt het ITG bij aan de<br />

opleiding klinische tropische geneeskunde.<br />

• In het Hope Hospital in Phnom Penh, Cambodja, leiden we internisten en HIV/AIDS specialisten<br />

op.<br />

• In het Centre Hospitalier Universitaire, Kigali en de Universiteit van Butare in Rwanda<br />

ondersteunen we de opleiding van specialisten en klinische onderzoekers.<br />

Afstandsonderwijs<br />

Het ITG ontwikkelde in de voorbije jaren een gedegen aanbod van interactieve<br />

onderwijsprogramma’s via computer en/of internet.<br />

Tropische geneeskunde op CD-Rom<br />

De Engelstalige educatieve CD-ROMS van het ITG over tropische geneeskunde worden intensief<br />

gebruikt door ITG-studenten, het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam en meerdere<br />

instellingen wereldwijd. De inhoud wordt voortdurend bijgewerkt. In 2005 evalueerden we ook<br />

“Singlesource editing” technologieën om onderhoud, updating, upgrading en uitbreiding van onze<br />

internetcursussen te verbeteren.<br />

In de volgende jaren willen we een geïntegreerd ‘Learning Content Management System’<br />

invoeren zodat onze docenten hun cursussen kunnen publiceren en updaten in verschillende<br />

media tegelijkertijd, zoals MS-Word, HTML, CD-ROM en pdf. Een ‘single-source platform content-E’<br />

werd in december 2005 geïnstalleerd en de docenten opgeleid begin 2006. Bestaand<br />

cursusmateriaal zal geleidelijk aan omgezet worden naar zowel internet-gebaseerde als<br />

gedoceerde cursussen. Het cursusmateriaal zal bestaan uit een ‘Sharable Course Ware Object<br />

Reference Model (SCORM-compatible)’ om een makkelijke overgang te maken tot een ‘Learning<br />

Management System’.<br />

26


Documentlevering via de ITG bibliotheek<br />

Het programma voor aanlevering van elektronische documenten (DocDel) naar onze institutionele<br />

Zuidpartners ontving 1,0292 aanvragen in 2005, een toename van 600% vergeleken met vorig jaar.<br />

Dit programma werd vooral goed ontvangen bij onze partners uit Zuid-Amerika (bijna 90% van de<br />

aanvragen), in tegenstelling tot Afrika en Azië. In het begin van 2005 hebben we enkele stagiaires<br />

uit Peru en Ecuador ontvangen voor een praktische DocDel workshop.<br />

Departement Diergeneeskunde elektronische cursussen<br />

Het Departement Diergeneeskunde breidde de internationale samenwerking uit met de<br />

Universiteiten van Pretoria, Utrecht en Glasgow aan de hand van twee internet-gebaseerde<br />

opleidingsprogramma’s.<br />

• Master of Science in Veterinary Tropical Diseases (MSc:<br />

http://www.up.ac.za/academic /veterinary/depts_vtd_mscweb/index.htm<br />

• Gecertificieerde Online Modules in Tropische Dierengeneeskunde:<br />

http://www.up.ac.za/academic/veterinary/depts_vtd_cpdweb/index.htm<br />

Het diplomaprogramma richt zich op belangrijke infectie, ecto- en endoparasitaire ziekten van<br />

tamme en wilde dieren in sub-Saharaans Afrika.<br />

De eerste MSc-cohorte begon in 2005. Het ITG ontwikkelde twee modules, “Teken” en<br />

“Tekenoverdraagbare ziektes bij herkauwers”. Docenten uit Antwerpen en Petoria gaven in<br />

november een praktijk cursus over teken met behulp van vernieuwende interactieve animaties.<br />

Evaluatieve enquêtes op het einde van elke module merkten zowel negatieve als positieve<br />

kenmerken aan. Hoewel sommige studenten technische moeilijkheden ervaarden met de<br />

synchrone discussies, waren de meeste kandidaten zeer enthousiast over de interactieve<br />

cursusinhoud.<br />

Interactief computerprogramma tropische medische besliskunde (Kabisa)<br />

Kabisa (www.kabisa.com) is een opleidingsprogramma voor diagnostische vaardigheden in<br />

(sub)tropische regio’s. Het daagt de student uit een diagnose te stellen voor eender welk<br />

ziektebeeld door vragen te stellen, een virtueel fysiek onderzoek en virtuele diagnostische tests uit<br />

te voeren. De ingebouwde tutor ondersteunt de input van de student met complexe logische<br />

algoritmen en wiskundige berekeningen, geeft commentaar en hulp en accepteert de<br />

uiteindelijke diagnosis indien de student voldoende bewijs aanleverde.<br />

In 2005 werd er een plan afgerond om het programma om te vormen naar dot.net, waarvoor een<br />

openbare aanbesteding werd gelanceerd. De inhoud werd up-to-date gebracht met de<br />

gegevens van een grote studie rond geïmporteerde koorts (zie Departement Klinische<br />

Wetenschappen).<br />

27


Telemedicine voor HIV/AIDS<br />

In 2003 startte het ITG een computerondersteund opleidingsprogramma<br />

(www.telemedecine.itg.be) om artsen in afgelegen gebieden te ondersteunen in de behandeling<br />

van AIDS-patiënten met antiretrovirale therapie (ART). Dit “Telemedicine” project ondersteunt dus<br />

artsen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika door expertconsultaties op afstand. Op deze manier blijven zij<br />

op de hoogte van alle ontwikkelingen in de behandeling van HIV/AIDS en opportunistische<br />

infecties (zie ook hoofdstuk Klinische Wetenschappen).<br />

Studentendienst<br />

In 2005 stond de Studentendienst de meer dan 700 internationale Master-, getuigschrift-,<br />

doctoraats- en individuele studenten met raad en daad bij in tal van praktische beslommeringen<br />

zoals visa-aanvragen, logement, sociaal advies, bankrekeningen openen en beurzen regelen. Dit is<br />

maar een greep uit de brede waaier van problemen waarin deze dienst de ITG studenten bijstaat.<br />

De Studentendienst biedt ook een luisterend oor aan hulpzoekende studenten en organiseert een<br />

ruim aanbod aan sportieve en socio-culturele activiteiten om de omgang tussen studenten en<br />

personeel te stimuleren, waaronder uitstappen naar verschillende steden in en buiten België.<br />

Alumni netwerken<br />

De voorbije jaren bouwden we in verschillende landen actieve netwerken op van alumni van de<br />

ITG Mastercursussen. Een eerste doelstelling is het onderhouden van het constante leerproces dat<br />

in werking werd gezet tijdens de opleiding in Antwerpen. Een tweede is de ondersteuning van de<br />

alumni in hun werkomgeving op allerlei manieren. De moeilijke werkomstandigheden van vele<br />

alumni leiden immers dikwijls tot professioneel isolement en verlies van motivatie en competentie.<br />

Informatie en communicatie met gelijkgezinden en collega’s is dan van vitaal belang. Op de<br />

derde plaats geven de alumni feedback van op het terrein; dit is voor het ITG belangrijk om de<br />

cursussen continu te evalueren, te vernieuwen en bij te sturen.<br />

De ondersteuning van ITG alumni gebeurt op verschillende manieren:<br />

• Het promoten en ondersteunen van nationale, regionale en internationale netwerking;<br />

• Het organiseren van regionale bijeenkomsten en nationale workshops;<br />

• Het bijhouden en uitwisselen van adressen en werkomgevingen van de alumni;<br />

• De communicatie en uitwisseling van ideeën met en tussen alumni via e-mail en bezoeken;<br />

• De publicatie van een halfjaarlijkse nieuwsbrief;<br />

• Het op aanvraag bezorgen van artikels, boeken en andere informatie;<br />

• Het helpen bij de formulering van projectvoorstellen;<br />

• Het systematisch betrekken van alumni bij internationale onderzoeks- en<br />

onderwijsnetwerken.<br />

28


Elk Mastersprogramma heeft zijn eigen alumnivereniging:<br />

RIAC/INFI – Réseau International d’Anciens Participants du CIPS/International<br />

Network of Former ICHD participants (MPH programma)<br />

12 jaar na de oprichting van het netwerk, voerden we in 2005 een diepgaande SWOT-analyse door<br />

van onze activiteiten. De doelstellingen van de RIAC/INFI werden ondergeschikt aan het streefdoel<br />

om het gezondheidsbeleid in ontwikkelingslanden te beïnvloeden, de openbare gezondheidszorg<br />

te versterken en opleidingen te ondersteunen.<br />

De bestaande activiteiten va n het netwerk (ondersteuning van nationale netwerken, organisatie<br />

van regionale bijeenkomsten voor alumni die veldwerk doen, etc.) werden weliswaar behouden<br />

en verder aangemoedigd. De RIAC/INFI ‘Newsletter’ van juni en december 2005 werd naar 900<br />

alumni verstuurd. We hebben een nieuwe, gebruiksvriendelijke database opgericht die het<br />

contact met en tussen alumni vergemakkelijkt. De verhoogde synergie met het MDC alumni<br />

netwerk zal in 2006 tot een gezamenlijke nieuwsbrief leiden.<br />

We helpen onze alumni aan de Ecole de Santé publique in Lubumbashi met de ontwikkeling van<br />

een lokale Mastercursus in de Volksgezondheid.<br />

MCM / MDC Alumni Networking<br />

De eerste Regionale Bijeenkomst voor Franstalige alumni vond plaats in Abidjan (Ivoorkust) in 2002.<br />

Een tweede bijeenkomst, in het Engels, vond plaats in Siem Reap (Cambodja) in september 2005,<br />

en werd mede georganiseerd door een sterke lokale alumnigroep. Alle voormalige MDCstudenten<br />

werden uitgenodigd om een abstract in te sturen over de problemen, uitdagingen en<br />

prioriteiten in hun huidige werkomgeving en de mate waarin de MDC/MCM hieraan tegemoet<br />

komt. De geselecteerde deelnemers vertegenwoordigden verschillende MDC-cohorten, landen en<br />

werkervaringen. De staf van de MDC cursus nam ook deel. De workshop begon met een discussie<br />

over de functies en capaciteiten van een manager van een bestrijdingsprogramma. De<br />

deelnemers deelden hun ervaringen in formulering, management, capaciteitsopbouw, controle en<br />

evaluatie. De discussie over de rol van lokale gezondheidswerkers in gezondheidsprogramma’s<br />

werd gevoerd rond persoonlijke ervaringen. De relatie tussen bestrijdingsprogramma’s en<br />

gezondheidszorg was een tweede onderwerp van de discussie. De lokale deelnemers stelden de<br />

prestaties, de beperkingen en de toekomstige uitdagingen van het Cambodjaanse HIV/AIDSprogramma<br />

op alle niveau’s van het gezondheidssysteem voor. Hun analyse werd afgerond door<br />

een bezoek aan een “Chronic Disease Clinic” en een gemeenschapsorganisatie die betrokken zijn<br />

bij de zorg voor HIV/AIDS-patiënten.<br />

De deelnemers evalueerden ook de kwaliteit, de relevantie en de impact van de MDC-opleiding.<br />

De centrale vraag was: “Is de informatie die men krijgt van een MDC-opleiding afdoende en<br />

uitgebalanceerd om iemand klaar te stomen voor de functies en capaciteiten van een<br />

programmamanager?” De meest voorkomende suggestie was om “communicatievaardigheden”<br />

29


in de cursus te versterken. Deze aanbeveling werd al uitgevoerd in de MDC-cursus van 2005-2006.<br />

Een aantal andere belangrijke lessen uit de ervaringen van de deelnemers vertaalden zich ook in<br />

suggesties om de cursus verder te verbeteren.<br />

De organisatie van de Regionale Alumnibijeenkomst bood ook de mogelijkheid om het lokale<br />

netwerk in Cambodja te versterken. Dit netwerk bindt alle ex-deelnemers aan de verschillende ITG<br />

cursussen: ICHD, MDC, de Short Courses en de SCART. Langs deze lijn zullen we vanaf 2006 een<br />

gezamenlijke nieuwsbrief voor MDC en ICHD alumni beginnen uitgeven.<br />

RIPROSAT: het alumninetwerk van het Departement Diergeneeskunde<br />

In 2005 organiseerde RIPROSAT (Réseau International de Diplômés en Santé Animale<br />

Tropicale/International Network of Tropical Animal Graduates) een subregionaal symposium en<br />

een nationaal symposium in Congo. Het subregionale symposium was een initiatief van<br />

verschillende nationale netwerken en jonge ‘ecologische’ boeren uit zeven West-Afrikaanse<br />

landen, gesteund door de Belgische NGO TRAKMOULA. Experten in agriculturele ontwikkeling en<br />

enthousiaste boeren op zoek naar een duurzame verbetering in hun productiesysteem wisselden<br />

hun ervaringen uit.<br />

De RIPROSAT van D.R. Congo organiseerde een wetenschappelijke workshop over Afrikaanse<br />

trypanosoma. Deze workshop vond plaats in het ‘Laboratoire Vétérinaire de Kinshasa’ van 21 tot 23<br />

november. De aanwezigen waren verantwoordelijken en wetenschappers uit de gezondheidszorg,<br />

veeteelt en trypanosomabestrijding in Congo.<br />

RIPROSAT leverde ook een financiële bijdrage aan een kleine groep alumni van de Universiteit van<br />

Kinshasa die zich actief bezig houdt met een eco-ethologische studie van Glossina f.quanzensis.<br />

De alumni Newsletters van juni en decemberzijn te vinden op onze website www.itg.be<br />

(news/contacts).<br />

30


ACADEMISCHE COÖRDINATIE<br />

Engelse versie p. 20<br />

Een van de hoofdtaken van de academische coördinator is de organisatie van overleg over<br />

cursusinhoud, studiemethodes, werkaanbod en wetenschappelijke ontwikkeling. In 2005 werden er<br />

twee workshops georganiseerd om de educatieve vaardigheden van de lesgevers te verbeteren,<br />

vooral in verband met interactieve methoden. Een derde workshop met de coördinatoren van de<br />

cursus ging over evaluatiemethoden. Deze workshops worden vanaf nu jaarlijks herhaald en<br />

omvatten een waaier van onderwerpen: individuele studentenbegeleiding, formulering van<br />

individuele werken en groepswerken, studentenbeoordeling, zelf- en collegabeoordeling,<br />

coherentie tussen onderwijsdoelstellingen en cursusinhoud, didactische benaderingen en e-<br />

learning.<br />

In de loop van 2005 werden de interne academische reglementering hervormd, de<br />

examenreglementen up-to-date gebracht, diplomasupplementen in lijn gebracht met de nieuwe<br />

decreten en procedures ontwikkeld voor de opvolging van “sandwich” doctoraatsstudenten. Na<br />

de herstructurering van de cursus Tropische Geneeskunde kan de operationele steun van de<br />

academische coördinatie geleidelijk aan verschuiven naar de ontwikkeling van een gezamenlijke<br />

modulaire Masters in Internationale Gezondheidszorg met partnerinstituten in Europa en het Zuiden.<br />

Deze Masters zal verder bouwen op de hervormde postgraduaatscursus en initieel de nadruk<br />

leggen op klinische wetenschappen, een van de studiegebieden die nog niet vertegenwoordigd<br />

zijn in het ITG Masters programma. Ondertussen is er een gestage ontwikkeling aan de gang op<br />

vlak van ‘e-learning’, en worden de discussies rond de relevantie, efficiëntie en flexibiliteit van de<br />

bestaande Master programma’s worden uitgewerkt in concrete hervormingen. Een van de<br />

belangrijkste prioriteiten voor de nabije toekomst is de ontwikkeling van een sterkere institutionele<br />

strategie voor de onderwijssamenwerking met onze Zuidpartners.<br />

Cursussen Tropische Geneeskunde<br />

Op 12 september 2005 gingen de hervormde postgraduaatcursussen Tropische Geneeskunde en<br />

Internationale Gezondheidszorg van start. De belangrijkste hervormingen zijn de invoering van het<br />

Engels en Frans als cursustalen (ter vervanging van Nederlands en Frans) en de omvorming tot een<br />

flexibele modulaire structuur.<br />

Een eerste module, die tot 21 december loopt, maakt de 60 deelnemers vertrouwd met “populatie<br />

logica” aan de hand van 7 thematische blokken. De eerste drie blokken gaan over specifieke<br />

gezondheidsproblemen van internationaal belang met als voorbeeld tuberculose, parasitaire<br />

ziekten en HIV/AIDS. Zorgverstrekking voor specifieke sociale groepen integreert verschillende<br />

disciplines in nog vier andere blokken. Het aantal contacturen werd verminderd ten voordele van<br />

zelfstudie en groepswerk, gericht op de kritische analyse van “evidence-based” interventies en de<br />

31


gevoeligheid voor het standpunt van de patiënt.<br />

De tweede module concentreerde zich op de biomedische en klinische aspecten van tropische<br />

ziekten. Hoewel zes weken iets te kort bleek te zijn om alle onderwerpen te verwerken, verwierven<br />

de studenten een enorme vooruitgang in de differentiële diagnostiek.<br />

Geïntegreerde en gecoördineerde examens waren een logisch gevolg van de nieuwe<br />

cursusstructuur. Op basis van evaluaties door studenten en docenten zullen we volgend jaar<br />

verdere aanpassingen maken. De overgang van Nederlands naar Engels blijkt alvast een positieve<br />

evolutie en heeft zeker bijgedragen aan het internationaal karakter.<br />

De postgraduaat opleiding voor verplegers en vroedvrouwen blijft voorlopig volgens het<br />

bestaande formaat lopen, d.w.z. een vier maanden durende cursus in het Nederlands en het<br />

Frans.<br />

Master of Science in Tropical Animal Health<br />

Uit de 140 kandidaturen voor het academiejaar 2004-2005 blijkt dat de reputatie van de<br />

hervormde “Master of Science in Tropical Animal Health” zich gunstig lijkt te ontwikkelen. Om de<br />

selectie van de allerbeste studenten te bevorderen, schreven we een aantal buitenlandse<br />

ministeries en instituten aan om kandidaten te identifiëren of te evalueren. Van de 140 kandidaten<br />

werden er 16 geselecteerd voor een DGOS beurs. Nog 7 andere studenten slaagden erin om<br />

beurzen te krijgen van andere instanties. Tijdens het jaarlijkse departementele seminarie werd het<br />

nieuwe MSc programma geëvalueerd en aangepast. Zo zal het departement buitenlandse<br />

organisaties bijstaan in de pre-selectieprocedures, teneinde het risico te beperken dat studenten<br />

hun diploma niet halen. De nieuwe eenheid “Ziektebestrijding” zal ten volle betrokken worden bij<br />

de verdere ontwikkeling van het curriculum.<br />

Master in Public Health: International Course in Health Development (ICHD)<br />

Tijdens het academiejaar 2004-2005 wijdde de MPH stuurgroep veel energie aan de geplande<br />

hervormingen van de ICHD. De werkgroep ‘Toekomst van de ICHD’ analyseerde en<br />

herbeoordeelde de sterktes en zwaktes van de huidige opleiding. In een tweede fase werden de<br />

algemene doelstellingen, de doelgroep en het beroepsprofiel geherdefinieerd. De derde fase<br />

omvatte de opstelling van een competentiematrix en de algemene structuur van de nieuwe<br />

cursus. Ook voor de lopende ICHD werden de hervormingen ingevoerd op basis van de<br />

kwaliteitszorg (studentenhandboek, taakinstructies, examenprocedures e.a.). Een nieuwe<br />

werkgroep ontwikkelt nu de inhoud, opdrachten en pedagogische benadering en bereidt ook een<br />

intensieve samenwerking en integratie van een vernieuwde MPH met de MDC voor.<br />

32


Master of Science in Disease Control<br />

Het continue proces van kwaliteitszorg leverde heel wat feedback op. Ook de verwachtingen van<br />

de nieuwe MDC/MCM-deelnemers waren duidelijk: “Tot nu toe waren we maar wat aan het<br />

knoeien met onze projecten, programma’s of diensten. We kwamen naar het ITG om<br />

kwaliteitsonderwijs te krijgen over programmaformulering, -management en –evaluatie”. Deze (ex)-<br />

studenten stelden ook voor het onderwijs in de concepten en het beheer van<br />

bestrijdingsprogramma’s te versterken. Het coördinatieteam besloot om de theorie van de<br />

‘Management and Evaluation of Programmes’ module te verbinden met de praktijk van ‘Options<br />

on Tropical Disease and Reproductive Health Programmes’. De lezingen over formulering en<br />

evaluatie werden ondersteund met concrete voorbeelden van strategische plannen, logische<br />

kaders, indicatoren en referentietermen voor evaluatie. Gezondheidswerkers op het terrein,<br />

waaronder vorige deelnemers, waren actief betrokken in de voorbereiding van de ‘case-studies’.<br />

Op advies van de thesisjury werd de opleiding in ‘literatuurstudie’ versterkt met de hulp van de<br />

bibliotheekstaf en externe docenten. De studenten kregen onder meer als opdracht om in de<br />

literatuur antwoorden te zoeken op specifieke onderzoeksvragen. Deze oefeningen leidden naar<br />

een duidelijk verbeterde kwaliteit van de literatuurbespreking in de thesissen.<br />

Tijdens de alumnibijeenkomst in Cambodja (september 2005) bespraken de alumni de noodzaak<br />

om onderwijs- en communicatievaardigheden te verbeteren, in het besef dat deze deels<br />

aangeleerd moeten worden door er actief mee bezig te zijn. Tot nu toe waren de meeste lessen in<br />

communicatie impliciet verwerkt in verschillende modules. In het MDC 2005-2006 programma<br />

wordt er een specifieke module “Communicatievaardigheden” geïntroduceerd.<br />

De relatie tussen ziekterogramma’s en algemene gezondheidszorg blijft een belangrijk onderwerp<br />

en uitdaging. De geplande samenwerking met de MPH, en tussen toekomstige experts met<br />

verschillende profielen, zal de integratie van kwaliteitszorg en ziektebestrijding zeker verder<br />

bevorderen.<br />

Doctoraatsstudies<br />

In 2005 verdedigden twaalf doctorandi van het ITG met succes hun proefschrift, waaronder 3 uit<br />

ontwikkelingslanden. De meeste doctorandi kunnen ook al terugkijken op verschillende publicaties<br />

in gereputeerde internationale tijdschriften. Uit de titels (zie lijst verderop) kan men opmaken dat<br />

academische kwaliteit samengaat met een directe relevantie voor het terrein.<br />

In 2005 superviseerde het ITG in totaal 80 doctoraatsprojecten, waarvan de helft door studenten uit<br />

ontwikkelingslanden. Zij volgen gewoonlijk een “sandwich track” waarbij ze hun onderzoek deels in<br />

eigen land uitvoeren.<br />

33


Dank zij de steun van DGOS kan het ITG elk jaar drie nieuwe “vrije” doctoraatsbeurzen aanbieden<br />

aan recent afgestudeerde alumni van haar institutionele Mastersprogramma’s. Deze beurzen<br />

(leefgeld, reis- en onderzoekskosten voor vier jaar) worden competitief uitgereikt aan de beste<br />

alumni en doctoraatsvoorstellen. Doctoraatsbeurzen kunnen ook verkregen worden binnen de<br />

institutionele capaceitsversterkingsprojecten van het ITG/DGOS programma, en andere extern<br />

gefinancierde projecten. Het ITG biedt tenslotte ook nog een aantal andere gedeeltelijke<br />

doctoraatsbeurzen aan dankzij privé mecenaat. Sinds 2003 zijn al deze beursprogramma’s in één<br />

institutioneel programma samengebracht, met dezelfde regelgeving en voorwaarden voor alle<br />

doctoraatsstudenten, onafhankelijk van financieringsbron of nationaliteit (binnen de beperkingen<br />

opgelegd door de fiscale en sociale wetgeving). Een multidisciplinaire doctoraatscommissie,<br />

voorgezeten door Prof. U. D’Alessandro, evalueert en rangschikt alle projecten en beursaanvragen.<br />

34


TABELLEN<br />

Academic year 2003-2004 - Number and geographic origin of participants in ITM courses<br />

Belgium<br />

European<br />

Union<br />

Other<br />

European<br />

countries<br />

Africa Asia Latin<br />

America<br />

Other<br />

countries<br />

TOTAL<br />

MD (N) 20 2<br />

0 0 0 0 0<br />

22<br />

MD (F) 12 4 1 4 0<br />

0<br />

3 24<br />

Nurses (N) 27 7<br />

0 0 0 0 0<br />

34<br />

Nurses (F) 18 31 20 3 0 0 6 78<br />

MPH 1 1 0 30 0 3 2 37<br />

MScDC 0 1 0 16 0 0 1 18<br />

ICTDC 0 0 0 6 0 0 0 6<br />

ICRH 2 0 0 4 0 1 0 7<br />

MSTAH 0 0 0 21 0 1 1 23<br />

MSTAH (mod) 1 0 0 2 0 0 0 3<br />

Myco (N) 12 0 0 0 0 0 0 12<br />

Myco (F) 7 0 0 0 0 0 0 7<br />

SCART 3 5 0 15 15 6 1 39<br />

THIV 80 0 0 0 0 0 0 80<br />

PhD lopend 23 1 0 28 28 9 0 68<br />

PhD graduaten 5 1 0 4 4 2 0 12<br />

TOTAAL 211 53 24 24 133 22 14 470<br />

Modular students between brackets<br />

D/F: in Dutch /French; MD: post-graduate diploma course in Tropical Medicine for medical doctors; Nurses: postgraduate<br />

diploma course in Tropical Medicine for nurses; MPH: International Course in Health Development<br />

(ICHD)/Cours International pour la Promotion de la Santé (CIPS); MScDC: Masters of Science in Disease Control<br />

(MDC)/Maîtrise en Sciences en Contrôle des maladies (MCM); MScTAH: Masters of Science in Tropical Animal Health;<br />

FCTLMT: Short Course in Tropical Medical Laboratory Techniques, Formation Courte en Techniques de Laboratoire<br />

Médical Tropical ; Myco: Medical Mycology; SCART:Short course on Anti-Retroviral Treatment and Comprehensive<br />

Care for People living with HIV/AIDS in Countries with limited Resources; THIV: Training on Clinical Management of<br />

HIV-AIDS, Formation de Gestion Clinique du HIV - SIDA (not in 2003-04); ICTDC/CICMT: International Course on<br />

Planning and Management of Tropical Diseases Control Programmes, Cours International de Planification et Gestion<br />

35


de Programmes de Contôle de Maldies Tropicales; ICRH/CISR: International Course on Planning and Management of<br />

Reproductive Health Programmes, Cours International de Planification et Gestion de Programmes de Santé de la<br />

Reproduction; PhD: doctoral studies (in progress at the end of the year)<br />

Profile of participants in ITM programmes<br />

Course Sex Age Previous<br />

education<br />

M F 20-29 30-34 35-39 40-44 > 45 1* 2*<br />

MPH 30 7 0 8 18 11 0 0 37<br />

MDC 10 8 0 4 9 5 0 0 18<br />

ICTDC 5 1 0 2 2 2 0 0 6<br />

ICRH 4 3 0 3 0 4 0 1 6<br />

MSTAH 20 3 3 5 11 3 1 0 23<br />

MSTAH (mod) 3 0 0 0 0 0 0 1 2<br />

MD(N) 10 12 18 0 1 2 1 0 22<br />

MD(F) 11 13 11 7 3 0 3 0 24<br />

Nurses (N) 5 29 27 2 1 1 3 34 0<br />

Nurses (F) 13 65 54 13 5 2 4 78 0<br />

Myco (N) 7 5 4 4 0 1 3 4 8<br />

Myco (F) 4 3 1 1 1 2 2 3 4<br />

SCART 24 15 2 13 12 6 6 1 39<br />

THIV 24 56 43 11 7 12 7 65 15<br />

PhD lopend 43 25 18 16 17 12 5 0 68<br />

PhD graduaten 8 4 2 3 3 2 2 0 12<br />

*1 = higher education *2 = University degree<br />

36


Theses and dissertations 2005<br />

ITM PhD THESES<br />

Department of Microbiology<br />

Ariën K. Relative replicative fitness of diverse human immunodeficiency viruses; implications for the<br />

individual and the pandemic. Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Faculteit Farmaceutische,<br />

Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, 2005: 203 pp. UA- ITM promoter G. Vanham.<br />

Debacker M. L’ulcère de Buruli dans un centre de santé rural au Bénin. Bruxelles : ULB Faculté de<br />

Médecine, Ecole de Santé Publique, 2005: 147 pp. ULB promoter M. Dramaix; ITM promoter F.<br />

Portaels.<br />

Johnson C. Etude des facteurs de l’environnement physique et humain de l’ulcère de Buruli dans la<br />

commune de Lalo au Bénin. Cotonou: Université d’Abomey – Calavi, 2005 : 184 pp. Université<br />

d’Abomey – Calavi promoter M. Boko; ITM promoter F. Portaels.<br />

Njai Harr F. The biological importance of human Immunodeficiency Virus Type 1 (HIV-1) Circulating<br />

Recombinant Form (CRF) CRF02_AG. Brussels: Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Sciences, Institute<br />

for Molecular Biology/Biotechnology, 2005 : 172 pp. VUB promoter P. De Baetselier ; ITM promoter G.<br />

Vanham.<br />

Department of Public Health<br />

Blaise P. Culture qualité et organisation bureaucratique, le défi du changement dans les systèmes<br />

publics de santé; une évaluation réaliste de projets qualité en Afrique. Bruxelles : Université Libre de<br />

Bruxelles, Faculté de Médecine, Ecole de Santé Publique, 2005: 202 pp. ULB promoter B. Dujardin;<br />

ITM promoter G. Kegels.<br />

Lutumba P. Contribution à la prise de décision stratégique dans le contrôle de la trypanosomiase<br />

humaine africaine. Bruxelles : Université Libre de Bruxelles, Faculté de Médecine, Ecole de Santé<br />

Publique, 2005: 137 pp. ULB promoter B. Dujardin; ITM promoter M. Boelaert.<br />

Department of Animal Health<br />

Billiouw M. The epidemiology of bovine theileriosis in the eastern province of Zambia. Gent: Ghent<br />

University, Faculty of Veterinary Medicine, Department of Virology, Parasitology and Immunology,<br />

37


2005: 139 pp. UGhent promoter J. Vercruysse; ITM promoter D. Berkvens.<br />

Delespaux V. Improved diagnosis of trypanosome infections and drug resistant Trypanosoma<br />

congolense in livestock. Bruxelles: Université Libre de Bruxelles (ULB), Parasitologie Moléculaire, 2005:<br />

139 pp. ULB promoter L. Vanhamme; ITM promoter D. Geysen.<br />

Fandamu P. Transmission and infection dynamics of theileriosis in southern Zambia: the effect of<br />

environmental and host factors. Merelbeke: Ghent University, Faculty of Veterinary Medicine,<br />

Department of Physiology and Biometrics, 2005: 134 pp. UGhent promoter L. Duchateau; ITM<br />

promoter D. Berkvens.<br />

Goossens E. Epidemiology and control of gastro-intestinal nematode infections in captive wild<br />

ruminants. Gent: Ghent University, Faculty of Veterinary Medicine, Department of Virology,<br />

Parasitology and Immunology, 2005: 196 pp. UGhent promoter J. Vercruysse; ITM promoter P. Dorny.<br />

Department of Parasitology<br />

Garcia Orellana A. L. PCR-based genotyping of neotropical Leishmania: taxonomical, clinical and<br />

eco-epidemiological applications. Brussels: Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Sciences, 2005: 150<br />

pp. VUB promoter P. Cornelis; ITM promoter J.-C. Dujardin.<br />

Quispe Tintaya K.W. New modular approaches for typing of Leishmania of the donovani complex:<br />

taxonomical and epidemiological applications. Namur: Facultés Universitaires Notre-Dame de la<br />

Paix, Namur, 2005: 210 pp. FUNDP promoter X. De Bolle ; ITM promoter J.-C. Dujardin.<br />

ITM MASTERS THESES<br />

MSSAT 2004-2005<br />

Ahouandjinou MKI. Détermination du taux d’infection de Theileria parva chez Rhipicephalus<br />

appendiculatus par la PCRRFLP dans deux provinces de l’est et du sud du Rwanda, 24 pp.<br />

Akoda K. Taux d’infection des mouches Glossina morsitans morsitans infectées avec des souches<br />

isogéniques de Trypanosoma congolense IL 1180 à différents degrés de résistance au chlorure<br />

d’isometamidium, 21 pp.<br />

Ali D. Corrélation entre le test sur souris et la PCRRFLP pour la détection de la résistance au<br />

chlorure d’isometamidium de souche de Trypanosoma congolense de différentes pathogénicités,<br />

26 pp.<br />

38


Bankole AA. Etude empirique de modèles bayesiens d’analyses spatiotemporelles; utilisation de<br />

données réelles et simulations avec WinBUGS, 42 pp.<br />

Chegou L. Détermination des tiques de la zone forestière de la Côte d’Ivoire et du degré<br />

d’infection par Ehrlichia ruminantium chez Amblyomma sp. 24 pp.<br />

Coulibaly A. Prévalence de la trichinellose du renard (Vulpes vulpes) en Belgique, 24 pp.<br />

Dakouo M. Modélisation bayesienne spatiotemporelle du risque relatif de la péripneumonie<br />

contagieuse bovine au Mali de 19962001, 34 pp.<br />

Dayo GK. Corrélation entre le test sur souris et la PCRRFLP pour la détection de la résistance au<br />

chlorure d’isometamidium de souches de Trypanosoma congolense de différentes pathogénicités,<br />

29 pp.<br />

Gragnon BG. Prévalence de l’anaplasmose et de la babésiose bovines en zone forestière de la<br />

Côte d’Ivoire, 26 pp.<br />

Mahaman Majitaba M. Contribution à l’évaluation des activités du réseau d’épidémiosurveillance:<br />

cas du réseau d’épidémiosurveillance de la peste bovine au Niger, 37 pp.<br />

Moyenga H. Méthodes qualitatives en enquêtes épidémiologiques; cas de l’utilisation dans les<br />

projets de VSF Belgique, en Afrique, 35 + VI pp.<br />

Nana STR. La péripneumonie contagieuse bovine au Burkina Faso de 1992 à 2002; analyse<br />

spatiotemporelle, 38 pp.<br />

Ndeledje Gondje N. Comparaison de la transmissibilité des souches pathogènes et peu<br />

pathogènes de Trypanosoma congolense par Glossina morsitans morsitans, 20 pp.<br />

Nya E. Prévalence de la cysticercose bovine à l’abattoir de Maroua, province de l’Extrême Nord,<br />

Cameroun, 31 pp.<br />

Phanord S. Etude de la prévalence de la peste porcine classique au niveau des principales Iles<br />

adjacentes de la République d’ Haïti, 37 pp.<br />

Rayaisse JB. Les trypanosomoses animales africaines et leurs vecteurs dans l’est du Burkina Faso;<br />

état des lieux pour une proposition des stratégies, 31 pp.<br />

39


Soumano A. Culture in vitro des formes sanguinicoles de Trypanosoma congolense et Trypanosoma<br />

brucei, 29 pp.<br />

Sow MB. Modélisation spatiale du risque de fièvre de la Vallée du Rift au Sénégal, 29 + VIII pp.<br />

Tanenbe C. Détection de la résistance à l’isometamidium chez Trypanosoma congolense au<br />

Cameroun en utilisant un test de terrain et PCRRFLP, 27 pp.<br />

Tshilenge Mbuyi CG. Développement d’un test de diagnostic semi nested pour Trypanosoma<br />

brucei gambiense, 27 pp.<br />

Tshinyama Ntumba A. Détermination du taux d’infection de Theileria parva chez Rhipicephalus<br />

appendiculatus non nourries par la technique de la PCRRFLP et le pooling dans deux provinces<br />

du Rwanda, 31 pp.<br />

Vinueza Sierra RL. Relations spatiales du complexe taeniase cysticercose à T. solium dans la région<br />

endémique de Limones en Equateur, 37 pp.<br />

Yahaya Mahamane A. Etude de la prévalence de la brucellose bovine en zone forestière de la<br />

Côte d’Ivoire, 35 pp.<br />

CIPS 2004-2005<br />

Achibane H. Améliorer la qualité des soins au Maroc à travers la médecine de famille: à quelles<br />

conditions? 42 pp.<br />

Adamou M. Problématique du sous-dépistage des cas de tuberculose pulmonaire frottis positifs<br />

dans le district sanitaire de Gaya/Niger: analyse causale et perspectives d’amélioration, 42 pp.<br />

Agossou A.A. Amélioration de la prise en charge de l’anémie sévère dans le service de pédiatrie<br />

au Centre Hospitalier Régional de Sokodé au Togo, 38 pp.<br />

Ait Mohand A. Transition sanitaire; caractéristiques et conséquences sur les besoins et priorités de<br />

santé en Algérie; essai d’analyse, 45 pp.<br />

Apetsianyi Y.D.J. Comment améliorer la qualité des soins et l’accessibilité à l’hôpital du district des<br />

Lacs au Togo; analyse à partir de deux études de cas pédiatriques, 34 pp.<br />

40


Bandera Jimenez D. de la C. Analyse du programme de contrôle et d’éradication d’Aedes<br />

aegypti pour la prévention de la dengue à Santiago de Cuba, 35 pp.<br />

Bazirutwabo B. La mise en autonomie de gestion des hôpitaux du Burundi et son impact sur les soins<br />

de santé de base: le cas de l’hôpital de Gitega, 49 pp.<br />

Coulibaly M.M. Participation communautaire au renforcement de la vaccination de routine;<br />

obstacles et propositions de solutions au niveau du district sanitaire de Ségou, Mali, 43 pp.<br />

Coulibaly Y. Peuton améliorer la pratique des auxiliaires de santé du premier échelon au Mali?<br />

Cas du district sanitaire de Mopti, 44 pp.<br />

Djiguimde A.P. La réorganisation du système de référence avec partage des coûts: quels effets sur<br />

la prise en charge des urgences obstétricales et chirurgicales? L’expérience du district sanitaire de<br />

Diapaga (Burkina Faso), 40 pp.<br />

Fedjo Tefoyet T.G. Influence des relations institutionnelles sur la performance de deux centres de<br />

santé du district de Nkondongo, Yaounde, 37 pp.<br />

Guéhenneux E. «To contract or not to contract», le cas de l’hôpital catholique de Djamboutou,<br />

diocèse de Garoua, province du Nord Cameroun, 50 pp.<br />

Houngbedji Anani K.A. Comment concilier nécessité économique et finalité publique dans une<br />

structure confessionnelle: cas de la Polyclinique le Bon Samaritain de PortoNovo au Bénin, 41 pp.<br />

Kafwembe Kisasembe J.M.V. Les zones de santé, monopole de l’état? A quelles conditions les<br />

bureaux diocésains des oeuvres médicales (BDOMs) peuvent-ils contribuer au fonctionnement des<br />

zones de santé en République Démocratique du Congo (RDC), 31 pp.<br />

Kargougou R.L.J.C. Logiques utilitariste et/ou sociopolitique de la participation communautaire<br />

dans le district sanitaire de Solenzo? Services de santé démocratiques et/ou fonctionnels? 37 pp.<br />

Kone F. Intégration des activités de vaccination dans le district sanitaire d’Adzopé: défi ou<br />

menace, 31 pp.<br />

Korgo P. Mortalité maternelle dans le district sanitaire de Houndé: analyse des trois délais dans la<br />

prise en charge des urgences obstétricales et proposition de stratégies correctrices, 36 pp.<br />

41


Kouakoussui L.K. Amélioration de l’accèssibilité financière aux soins au niveau de la deuxième ligne;<br />

évaluation d’une expérience d’assurance maladie communautaire à finalité publique dans 4<br />

localités du district sanitaire d’Agnibilékrou en République de Côte d’Ivoire, 47 pp.<br />

Kourouma M. Analyse de l’expérience des mutuelles pour les risques liés à la grossesse et à<br />

l’accouchement (muriga) dans l’amélioration de l’accès aux soins maternels et néonatals au<br />

niveau du district sanitaire de Dabola, République de Guinée, 37 pp.<br />

Mahaman Sani A. Décentralisation de la prise en charge de l’épilepsie et implications systémiques;<br />

un projet pilote au Niger, 50 pp.<br />

Mazaya Tukadila A. Un «New Deal» au Bandundu (RDC) pour l’amélioration de la performance des<br />

services de santé? 39 pp.<br />

Menard A. Le renforcement de la lutte contre le VIH/SIDA dans un contexte de carence en<br />

ressources humaines; cas d’une UCS en Haïti, 40 pp.<br />

Ndizeye C.R. Initiative à la performance et mutuelles de santé: quel rôle pour l’équipe cadre de<br />

district de santé? Expérience du district de santé de Gakoma/Rwanda, 49 pp.<br />

Ngabere C. Analyse du cycle de gestion des médicaments essentiels et génériques au Tchad, 48<br />

pp.<br />

Ngongo Ulungu O. Evaluation de la détection et de la régularité au traitement des tuberculeux à<br />

bacilloscopie positive; expérience du centre de santé Kasumbalesa douane / RDC, 37 pp.<br />

Niaba I.S. Affection carieuse: quelle priorité en Afrique subsaharienne? 45 pp.<br />

Niyonsaba C. Problématique de la malnutrition en province sanitaire de Kirundo, au Burundi; rôle<br />

des services de santé pour une prise en charge intégrée des problèmes nutritionnels, 35 pp.<br />

Pierre J.D. Améliorer l’offre de services en planification familiale dans le département du NordEst<br />

d’Haïti: défis et perspectives, 43 pp.<br />

Pinto d’Assunçao Pontes L. Analyse des conditions pour la mise en oeuvre de la stratégie de Prise<br />

en Charge Intégrée des Maladies d’Enfance (PCIME) dans le système de santé de São Tome &<br />

Principe, 30 pp.<br />

Rasoloherimampiononiaina M.R. Maladies respiratoires chroniques et pollution de l’air: quelles<br />

42


stratégies pour le contrôle, 35 pp.<br />

Ruturwa H.D. Analyse de l’opérationnalisation d’un programme de santé reproductive des<br />

adolescents: le cas de «Centre Dushishoze» de Butare, Rwanda, 32 pp.<br />

Salumu Mafuta F. Evaluation des interventions visant l’amélioration de la détection et de la prise en<br />

charge des tuberculeux à microscopie positive dans la zone de santé de Kamina, République<br />

Démocratique du Congo, 39 pp.<br />

Terceros Zabala N.F. Améliorer les soins des patients diabétiques au premier échelon; le cas des<br />

soins pour le diabète de type 2 aux centres de santé publics à Santa Cruz, Bolivie, 39 pp.<br />

Traoré B. La participation communautaire dans le cercle de Kadiolo, Mali; implications sur le<br />

fonctionnement des centres de santé communautaires, 32 pp.<br />

Van Engelgem I. Stratégies novatrices de prise en charge des maladies chroniques. Proposition<br />

d’un modèle de prise en charge des PVVIH à Conakry, Guinée, 54 pp.<br />

Zahaf S.O.M.L. Déséquilibre des ressources humaines en Mauritanie; besoins d’un nouveau style de<br />

gestion, 36 pp.<br />

Zeba S. Les ordinogrammes décisionnels comme outil de promotion du personnel infirmier?<br />

Stratégies pour y arriver dans le district sanitaire de Koudougou au Burkina Faso, 35 pp.<br />

MCM 2004-2005<br />

Abdoulaye M.B. Contribution à l’amélioration de la surveillance du VIH/SIDA/IST au Niger, 47 pp.<br />

Boughoufalah A. La mortalité maternelle; analyse des déterminants, des causes et implications<br />

régionales dans le contexte algérien, 52 pp.<br />

Boum J.R. Evaluation des campagnes mass media pour la prévention du VIH/SIDA ciblées aux<br />

jeunes en Afrique subSaharienne, 58 pp.<br />

Deres H.B. Accès aux antirétroviraux pour les malades atteints du VIH/SIDA: expérience de<br />

Médecins Sans Frontières Belgique (MSFB) dans une clinique de maladies chroniques à Siem Reap,<br />

Cambodge, 61 pp.<br />

Diouf L.M. Prévalence et facteurs de risque du syndrome inflammatoire de la reconstitution<br />

43


immunitaire chez des patients infectés par le VIH et sous traitement antirétroviral hautement actif<br />

dans le cadre de l’initiative sénégalaise d’accès aux antirétroviraux, 33 pp.<br />

Fampou Toundji J.C. Conseil et dépistage volontaire du VIH/SIDA en Côte d’Ivoire; analyse<br />

situationnelle et propositions de solutions pour augmenter la couverture, 54 pp.<br />

Kabamba Tshilobo J. Evaluation des comportements des professionnelles du sexe à miintervention<br />

du programme d’éducation par les paires; cas des villes de Kinshasa et de Mbandaka en RDC, 38<br />

pp.<br />

Kabore G.S.M. Contribution du système éducatif à la lutte contre le VIH en milieu scolaire au<br />

Burkina Faso: cas des enseignants, 38 pp.<br />

Makabuza Mukabela J. La surveillance épidémiologique de la trypanosomiase humaine africaine<br />

en milieu urbain; cas de Kinshasa (République Démocratique du Congo), 38 pp.<br />

Mukaminega M. Fraction de fièvre attribuable au paludisme au service de pédiatrie du Centre<br />

Hospitalier Universitaire de Kigali, 40 pp.<br />

Ndong Ngoe C. Problématique des résultats de traitement de la tuberculose: l’exemple du district<br />

de santé de Mbalmayo – Cameroun, 41 pp.<br />

Nibitanga S. Diagnostic du kala azar: choix stratégique en région Bakool, Somalie, 48 pp.<br />

Roger I. Raccourcissement du suivi des patients traités pour la trypanosomiase humaine africaine,<br />

35 pp.<br />

SemdeAbla G. Importance des grossesses non désirées parmi les professionnelles du sexe:<br />

intégration de service planning familial dans leurs structures spécialisées de prise en charge à<br />

Abidjan, Côte d’Ivoire, 55 pp.<br />

Tessougue Cissé F.I. Comment briser les barrières à l’accès des soins pour les femmes enceintes<br />

dans la région de Gao au Mali? 43 pp.<br />

Toure B. Qualité des soins maternels et prévention de la transmission mèreenfant du VIH en Côte<br />

d’Ivoire: connaissances et perception du personnel de santé, 40 pp.<br />

Tshomba Oloma A. Prédiction clinique de fièvre hémorragique de Marburg dans l’épidémie de<br />

Watsa, 41 pp.<br />

44


UNIVERSITY MASTER THESES<br />

Department of Microbiology<br />

Dieltjens T. Selection of HIV-1 specific immunogenic epitopes by screening random peptide phage<br />

display libraries with HIV-1 positive plasma (in ducth). Licentiaatsthesis Biomedische<br />

Wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Geneeskunde en Farmacie, 2005; ITM promoter<br />

W. Janssens.<br />

Department of Parasitology<br />

Adjem Anchang J. Validation of the fluorogenic polymerase chain reaction for the determination<br />

of Plasmodium falciparum genotypes linked to drug resistance. Vrije Universiteit Brussel, 2005; ITM<br />

promotors U. D’Alessandro, J.-C. Dujardin.<br />

De Goeyse I. Heterologe expressie van TAg-5, een speekseleiwit van de tseetseevlieg, Glossina<br />

morsitans. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM promotor J. Van Den Abbeele.<br />

Gielen L. De moleculaire detectie van kdr-resistentie in belangrijke malariavectoren Anopheles<br />

dirus s.l., An. gambiae s.s. en An. arabiensis. Vrije Universiteit Brussel, 2005; ITM promotor M.<br />

Coosemans.<br />

Lantermann K. Identificatie van ligandplaatsen op het speekselklierepitheel van de tseetseevlieg,<br />

gebruik makend van een faag display peptide bibliotheek. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM<br />

promotor M. Coosemans, J. Van Den Abbeele.<br />

Piters E. Antimoonresistentie in natuurlijke Leishmania donovani populaties: ‘pool sequenering’ als<br />

strategie in de zoektocht naar een moleculaire merker. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM<br />

promotoren J.-C. Dujardin, M. Coosemans.<br />

Ruyssers N. Evaluatie van malariacontrole: Preventie van epidemieën op Afrikaanse hoogvlakten.<br />

Universiteit Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans.<br />

Van den Eede P. Genotyping of P. vivax infections in Vietnam. Katholieke Universiteit Leuven, 2005;<br />

ITM promotors U D’Alessandro, J.-C. Dujardin.<br />

45


PROFESSIONAL BACHELOR THESES<br />

Department of Parasitology<br />

Buermans I. Detectie van Oost- en West-Afrikaanse kdr-mutatie bij gepoolde stalen van Anopheles<br />

gambiae s.s. Karel de Grote Hogeschool Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans,<br />

W. Van Bortel.<br />

Bouddount F. Bepalen van de kdr frequentie van Anopheles sinensis. Karel de Grote Hogeschool<br />

Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans, W. Van Bortel.<br />

Wierckx A. Antistofdectectie in speeksel voor diagnose van slaapziekte. KAHO Sint-Lieven, 2005;<br />

ITM promoter P. Büscher.<br />

46


ONDERZOEK<br />

Engelse versie p. 27<br />

DEPARTEMENT DIERGENEESKUNDE<br />

Engelse versie p. 29<br />

Het Departement Diergeneeskunde wil een bijdrage leveren tot de verbetering van de<br />

gezondheid en het welzijn van de bevolking in de tropen door middel van het ontwikkelen,<br />

verspreiden en toepassen van wetenschappelijke kennis over tropische veeziekten. Deze<br />

doelstelling wordt nagestreefd door innovatief en toegepast wetenschappelijk onderzoek,<br />

postuniversitaire opleiding en onderwijs, alsook door dienstverlening op vlak van de bestrijding van<br />

tropische dierenziekten en zoönosen. Momenteel concentreert het onderzoek van het<br />

departement zich op de biologie, epidemiologie en preventie van trypanosomiase, theileriose,<br />

taeniase-cysticercose en chemoresistentie tegen anthelmintica en trypanociden.<br />

19 februari 2005 was een dag van rouw voor het Departement, wegens het overlijden van Prof. Dr.<br />

J. Mortelmans, vroeger diensthoofd en stichter van het Departement (zie overlijdensberichten).<br />

Prof. Dr. J. Brandt ging met pensioen na een carrière van meer dan 30 jaar aan het ITG, tijdens<br />

welke hij een leidende rol speelde als expert in de biologie en de ontwikkeling van diagnostische<br />

testen voor parasitaire infecties. Daarnaast was hij ook verantwoordelijk voor de<br />

proefdierenafdeling van het ITG en een sterk gewaardeerde lesgever in de parasitologie, zowel<br />

voor de medische als de veterinaire studenten.<br />

Om te kunnen voldoen aan de huidige noden van het Departement werd de matrixstructuur<br />

vervangen door 4 gelijkwaardige eenheden: veterinaire protozoölogie, veterinaire helminthologie,<br />

veterinaire epidemiologie en toegepaste statistiek, en een nieuwe eenheid ziektebestrijding, vanaf<br />

november 2005 onder leiding van Peter van den Bossche.<br />

Kirezi Kanobana, een van de postdocs, verliet het departement en werd vervangen door Nicolas<br />

Praet.<br />

In 2005 werd ook verder gewerkt aan het platform ‘Tropical Animal Health and Production’. Het<br />

platform kreeg de naam ‘be-troplive’. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van de<br />

diergeneeskundige faculteiten van de UGent en de ULg, de faculteit landbouw van Gembloux,<br />

Dierenartsen zonder Grenzen, DGOS, BTC en het ITG. Het secretariaat is in handen van het ITG en<br />

krijgt financiële steun van DGOS.<br />

47


In juli 2005 vierden we de diplomering van een eerste groep van 21 Franstalige studenten van de<br />

hernieuwde MSc cursus in tropische diergeneeskunde (zie hoofdstuk onderwijs). In samenwerking<br />

met de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Pretoria startte we in 2005 ook met<br />

onderwijs via internet voor een MSc programma ‘Tropische Dierenziekten’. Ons departement<br />

ontwikkelde de module ‘Tseetseevliegen en trypanosomiase’ en leverde een belangrijke bijdrage<br />

aan de modules ‘Teken en door teken overgedragen ziekten’ en ‘Helminthologie’. In het kader<br />

van een Europees Master programma ‘Tropische Neurologie’, dat gecoördineerd wordt door de<br />

Universiteit van Limoges, organiseerde het departement in november 2005 ook een module over<br />

neurocysticercose.<br />

De stafleden van het departement superviseerden in 2005 25 PhD studenten. Vijf studenten<br />

verdedigden met succes hun doctoraatsthesis (zie hoofdstuk onderwijs).<br />

Eenheid Veterinaire Helminthologie<br />

De eenheid veterinaire helminthologie voert onderzoek uit naar helminthaire zoönosen en naar de<br />

bestrijding van infecties met gastro-intestinale nematoden bij het vee. De grootste aandacht gaat<br />

naar het Taenia solium taeniasis/cysticercosis complex. We zetten de samenwerking met onze<br />

partners in Ecuador, Peru, Zambia en Vietnam voort. Bovendien verwierven we nieuwe<br />

competitieve fondsen bij VLIR, NIH en de Wellcome Trust voor samenwerkingsprojecten met<br />

onderzoeksgroepen in India, Nepal, Burkina Faso en Kameroen. We ondersteunden ook een<br />

internationaal initiatief van de WGO om het globaal belang en de impact van Taenia solium,<br />

taeniasis-cysticercose en epilepsie te bepalen. We richtten een cysticercose-werkgroep op in het<br />

ITG als onderdeel van de interdepartementele werkgroep ‘Verwaarloosde Ziekten’, waaraan<br />

onderzoekers van de departementen Parasitologie, Klinische Wetenschappen, Volksgezondheid<br />

en Diergeneeskunde deelnemen. In Vietnam startten we onderzoek naar zoönotische fasciolose,<br />

waarvoor we een doctoraatsbeurs verwierven. In Zuid-Afrika en in de Antwerpse Zoo evalueerden<br />

we geïntegreerde bestrijdingsmethoden voor infecties met gastro-intestinale nematoden en de<br />

ontwikkeling van anthelminticumresistentie bij vee en herkauwers, dit in samenwerking met de<br />

Universiteit Gent.<br />

Eenheid Veterinaire Protozoölogie<br />

Het onderzoek van deze eenheid is gericht op de ontwikkeling en validatie van moleculaire<br />

technieken voor de detectie van resistentie tegen trypanocieden, de studie van het dierlijk<br />

reservoir van Trypanosoma brucei gambiense, de moleculaire epidemiologie en controle van<br />

trypanosomiase en theileriose en tenslotte de cellulaire immuniteit van Theileria parva en de<br />

ontwikkeling van betere vaccins tegen ‘East Coast fever’ (ECf).<br />

De meeste mijlpalen van het strategisch plan 2002-2005 werden bereikt. Een PCR techniek voor het<br />

opsporen van resistentie tegen isometamidium in T. congolense werd ontwikkeld en geëvalueerd.<br />

Een andere moleculaire test wordt momenteel op punt gesteld voor de detectie van resistentie<br />

48


tegen diminazeen. De rol van varkens als reservoir van menselijke slaapziekte in Kinshasa werd<br />

onderzocht. Er werd ook belangrijke vooruitgang geboekt in de studie van de genetische diversiteit<br />

van T. congolense. Wat betreft theileriose hebben we nu een beter inzicht in de ecologie van de<br />

vector Rhipicephalus appendiculatus, zijn de dominante T. parva isolaten in Rwanda bekend en<br />

zijn kruis-immuniteitsstudies aan de gang om de meest geschikte stam te identificeren voor de<br />

immunisatie tegen ECf in dat land. De immuunrespons tegen T. parva werd geanalyseerd en de<br />

belangrijkste immunogene antigenen worden momenteel geïdentificeerd. Er zijn al verschillende<br />

plasmideconstructen beschikbaar en ze worden getest voor gebruik in een DNA vaccin tegen ECf.<br />

In de loop van 2005 werden verschillende nieuwe projecten opgestart. Met financiering van de<br />

‘Wellcome Trust’ werd een project begonnen om de impact van milieuverandering te bestuderen<br />

op de biotopen van tseetseevliegen. Het IAEA steunde een project om het effect van<br />

isometamidium te onderzoeken op de infectiegraad van tseetsee’s. De Vlaamse Gemeenschap<br />

stelde geld ter beschikking voor een project rond de epidemiologie en controle van<br />

rundertrypanosomiase en theileriose in Kwazulu-Natal (Zuid-Afrika) en het FWO gaf financiële steun<br />

voor het ontwikkelen en evalueren van een recombinant vaccin tegen T. parva.<br />

49


DEPARTEMENT KLINISCHE WETENSCHAPPEN<br />

Engelse versie p. 39<br />

Het Departement Klinische Wetenschappen bestaat uit drie eenheden: Tropische Geneeskunde en<br />

Klinische Biologie (inclusief de subeenheid Mycologie), Reisgeneeskunde (gericht op reizigers en<br />

migranten in Europa) en HIV/Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (klinisch onderzoek in Europa<br />

en ontwikkelingslanden). De doelstellingen van het Departement zijn opleiding, onderzoek en<br />

dienstverlening in klinische tropische geneeskunde en HIV/AIDS. Binnen België verzekeren de<br />

Medische Diensten van het Departement referentiële klinische referentiediagnostiek en<br />

preventieve programma’s.<br />

Onderzoek in Europa<br />

We hebben de eerste fase van een langlopende studie over koorts bij reizigers afgerond. De<br />

samenwerking binnen het TropNetEurop netwerk legt zich toe op ernstige malaria en<br />

schistosomiasis. Een laboratoriumstudie over darmparasieten omvat nu al 2.500 stalen. We zijn ook<br />

gestart met onderzoek naar de factoren die standaardvaccinatie en preventieve adviezen<br />

hinderen, naar het effect van reisadvies op kennis en gedrag en naar sexueel risicogedrag<br />

gedurende reizen.<br />

Het laboratorium voor Klinische Biologie maakte een vergelijking op van gecombineerde<br />

elektroforese met een commerciële methode voor de dosering van HbA2 en HbF en de opsporing<br />

van hemoglobinevarianten. De subeenheid Mycologie zette de nauwe samenwerking verder met<br />

het laboratorium Mycologie van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in Brussel.<br />

De eenheid SOA/HIV nam deel aan verschillende multicentristische klinische trials voor AIDS<br />

(interleukine, atazanavir, tipranavir, TMC 114, T2) en voor chronische hepatitis C/HIV co-infectie met<br />

PEG-interferon en ribavirin. Het Eurosupportproject, dat al sinds 1996 onder de coördinatie van het<br />

ITG loopt, onderzoekt de veranderende noden van HIV/AIDS patiënten in verschillende Europese<br />

landen. De eenheid houdt grondig toezicht op een cohorte van HIV-patiënten en behoort tot het<br />

EuroSIDA netwerk.<br />

Onderzoek in het Zuiden<br />

Het onderzoek in het Zuiden legt zich vooral toe op institutionele samenwerkingsverbanden met<br />

klinische of diagnostische centra in Lima, Peru (Institute of Tropical Medicine of the Universidad<br />

Peruana Cayetano Heredia); Phnom Penh, Cambodja (Sihanouk Hospital Centre of HOPE); Kigali,<br />

Rwanda (Centre Hospitalier Universitaire); Kampala, Uganda (Makerere University); Kinshasa, D.R.<br />

Congo (Kalembe Lembe Paediatric Hospital), en Mozambique (Tete Regional Hospital). Er gaat<br />

veel aandacht uit naar antiretrovirale behandeling, malaria, tuberculose, slaapziekte en andere<br />

51


parasitaire aandoeningen.<br />

In het Sihanouk Hospital Centre of HOPE in Phnom Penh, Cambodja, blijft het aantal HIV/AIDSpatiënten<br />

stijgen (huidig aantal: 700). We leidden Cambodjaanse dokters en counsellors op en we<br />

versterken de onderzoekscapaciteit. We introduceerden nieuwe laboratoriumtechnologieën voor<br />

bacteriën, mycobacteriën en microbiële gevoeligheid.<br />

In Lima is het Departement sinds juni 2004 betrokken bij de begeleiding van een cohorte HIV/AIDSpatiënten<br />

van het Nationaal Aids programma. Andere studies richten zich op de diagnose van<br />

tuberculose, de risicofactoren voor multiresistente tuberculose en klinische aspecten van HTLV1-<br />

infectie. De subeenheid Mycologie werkte nauw samen met het Mycologie laboratorium in Lima<br />

en dit vooral op het gebied van sporotrichosis, PCP en cryptococcosis.<br />

In het Centre Hospitalier Universitaire de Kigali (Rwanda) wordt gewerkt rond onderzoek op<br />

ziektebeelden zonder gouden standaard, rond HIV- en tuberculosebehandeling, training en<br />

ondersteuning voor klinisch onderzoek.<br />

Prof. Colebunders nam een sabbatjaar in het Infectious Diseases Institute (IDI) in Kampala,<br />

Oeganda. Dit instituut maakt deel uit van de Makerere University en The Mulago Hospital.<br />

De dienstverlening concentreert zich vooral op de patiëntenzorg in de Medische Diensten van het<br />

ITG. (zie hoofdstuk Medische Diensten).<br />

Het Departement verzorgt opleidingsprogramma’s in tropische geneeskunde, laboratoriumdiagnostiek<br />

en HIV/AIDS in de postgraduaatcursussen van het ITG. Verder organiseren we een<br />

bijzondere opleiding in de Medische Mycologie en een internationale korte cursus (SCART) over<br />

antiretrovirale behandeling (zie hoofdstuk Onderwijs).<br />

52


DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE<br />

Engelse versie p.48<br />

Het hoofddoel van het Departement Microbiologie is het verwerven, verspreiden en toepassen van<br />

kennis betreffende het Humaan Immuundeficiëntie Virus (HIV), Tuberculose (TB) en Seksueel<br />

Overdraagbare Aandoeningen (SOA), dit alles met een grote nadruk op de situatie in het Zuiden.<br />

Het departement bestaat uit 4 wetenschappelijke eenheden: Virologie, Immunologie,<br />

Mycobacteriologie en SOA/HIV Onderzoek & Interventie. Verder herbergt het Departement ook<br />

het dienstgerichte AIDS Referentie Laboratorium.<br />

De belangrijkste onderzoekslijnen zijn de moleculaire variabiliteit en fitness van HIV en de implicaties<br />

hiervan voor vaccinontwikkeling, diagnose en behandeling; de epidemiologie en immunologie<br />

van HIV en de interactie van HIV met andere infecties; de preventie, diagnose, behandeling en<br />

bestrijding van HIV en andere SOA’s in ontwikkelingslanden; de ontwikkeling en epidemiologische<br />

toepassing van diagnostische technieken voor tuberculose en andere mycobacteriële<br />

aandoeningen en de aanpak van geneesmiddelenresistentie.<br />

Het onderwijs concentreert zich op gevorderde postuniversitaire, professionele en<br />

wetenschappelijke opleidingen aan het ITG, maar ook aan andere universiteiten en in<br />

internationale programma’s.<br />

De dienstverlening van het departement omvat voornamelijk nationale en internationale<br />

diagnostische referentietaken en ondersteuning van partnerinstellingen en<br />

bestrijdingsprogramma’s in het Zuiden.<br />

De Eenheid Virologie<br />

We namen nieuwe laboratoria (bioveiligheid niveau 2 en 3) in gebruik, waarvan de faciliteiten veel<br />

beter zijn dan in onze vorige laboratoria. We zetten onze HIV-gerelateerde projecten verder rond<br />

(1) preventie: neutraliserende antilichamen en evaluatie van kandidaat microbiciden; (2)<br />

pathogenese: virale fitness en interactie met het interferon systeem; (3) voorbereiding van<br />

immunotherapie, met gebruik van autologe dendritische cellen en (4) opvolging van HIV drug<br />

resistentie. Ook de samenwerking HTLV-1 in Peru werd verder verlengd.<br />

Kevin Ariën verdedigde zijn doctoraatsverhandeling over het belang van virale fitness van HIV (zie<br />

onderaan) aan de Universiteit Antwerpen. Zijn bevindingen betreffende de verzwakking van HIV in<br />

de Antwerpse cohorte, gepubliceerd in AIDS, trokken internationale aandacht. Harr Njai<br />

verdedigde haar doctoraatsverhandeling rond diagnose, pathogenese en preventie van de West-<br />

Afrikaanse circulerende recombinante vorm van HIV-1, CRF02_AG aan de Vrije Universiteit Brussel.<br />

Ze is teruggekeerd naar haar geboorteland, Gambia, voor een postdoctorale positie aan The<br />

Medical Research Council Laboratories. Een andere Gambiaanse doctoraatsstudente, Sabelle<br />

53


Jallow, zet haar werk voort rond de identificatie en opvolging van geneesmiddelenresistentie in<br />

HIV-2 patiënten.<br />

Ellen Van Gulck heeft een techniek ontwikkeld om dendritische cellen te behandelen voor<br />

toekomstige immunotherapie. Onze zeer productieve samenwerking met het Departement<br />

Experimentele Hematologie van de Universiteit Antwerpen zal verder uitgebreid worden met twee<br />

groepen uit Parijs, waaronder een primatencentrum.<br />

Katty Terrazas uit La Paz, Bolivia, heeft het departement vervoegd. Ze werkt aan een<br />

doctoraatsverhandeling rond microbiciden en wordt gesponsord door ons Europees Geïntegreerd<br />

Project EMPRO.<br />

Twee wetenschappers, Youssef Gali en Tessa Dieltjens hebben beiden met succes hun<br />

doctoraatsproject verdedigd voor het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door<br />

Wetenschap & Technologie in Vlaanderen (IWT). Youssef zal werken aan biologische modellen van<br />

HIV transmissie en Tessa aan de identificatie van ‘HIV neutralisatie inducerende antilichamen’.<br />

Na een verblijf van twee jaar aan het Scripps Instituut in San Diego, VS, heeft Helen Donners ons<br />

departement opnieuw vervoegd als postdoc. Ze zal de peptidefaag-display technologie voor het<br />

karakteriseren van HIV neutraliserende antilichamen verder ontwikkelen.<br />

We zijn met een nieuw project gestart rond het tweede meest belangrijke humaan retrovirus, HTLV-<br />

1. Dit project is een samenwerking met het Instituto de Medicina Tropical Alexander von Humboldt<br />

in Peru, en de Universiteiten van Antwerpen en Leuven. Het Peruaanse HTLV-1 onderzoeksteam,<br />

waarvan Tine Verdonck (klinische epidemiologie) en Ivan Best (immunologie) al deel uitmaakten,<br />

werd versterkt door Michael Talledo en Daniel Clark, die zich respectievelijk zullen toespitsen op<br />

humane genetica en virologie.<br />

De Eenheid Immunologie<br />

De Eenheid Immunologie is zich blijven toespitsen op cellulaire immunologie van HIV, waarrond<br />

verschillende projecten lopen: (1) correlaten van bescherming tegen HIV infectie; (2) de<br />

ontwikkeling en evaluatie van alternatieve methoden voor CD4 telling en bepaling van virale<br />

lading bepaling; (3) het gebruik van pseudovirale deeltjes bij het opvolgen van de cellulaire<br />

immuunrespons en (4) capaciteitsversterking van immunologische projecten in het Zuiden.<br />

Wim Jennes heeft de vacante postdoctorale positie ingevuld en leidt de studie over HIV resistentie<br />

in veelvuldig aan HIV blootgestelde seronegatieve personen in Ivoorkust en Dakar, Senegal.<br />

Pascale Ondoa en Chris Vereecken hebben de studie afgerond rond HIV p24 detectie als<br />

alternatief voor virale lading.<br />

De samenwerking tussen het ITG en het Centre Hospitalier Universitaire (CHU) werd verder<br />

uitgebreid naar het Departement Infectieziekten (Prof. Papa Salif Sow) van het Hôpital de Fan.<br />

Dankzij deze samenwerking is Camara Makhtar, een Senegalees doctoraatsstudent, kunnen<br />

54


eginnen met het verzamelen van biologische stalen voor zijn studie rond serodiscordante koppels.<br />

Dominique Beels is met de steun van een IWT-beurs aan haar doctoraat begonnen. Ze doet<br />

onderzoek naar het gebruik van pseudovirale partikels voor het karakteriseren van de cellulaire<br />

immuunrespons tegen HIV.<br />

We zijn ook met een preliminair laboratoriumonderzoek gestart naar het ‘Immune Reconstitution<br />

Inflammatory Syndrome’ (IRIS), een belangrijke complicatie bij het opstarten van antiretrovirale<br />

behandeling in ontwikkelingslanden.<br />

De Eenheid SOA/HIV Onderzoek en Interventie<br />

De eenheid SOA/HIV Onderzoek en Interventie concentreert zich op strategieën voor de preventie<br />

en bestrijding van HIV infectie en andere seksueel overdraagbare aandoeningen, voornamelijk in<br />

het Zuiden. Sinds 2002 legt de eenheid zich ook toe op vraagstukken aangaande het wereldwijd<br />

beschikbaar maken van antiretrovirale middelen. In samenwerking met de Departementen<br />

Volksgezondheid en Klinische Wetenschappen voeren we beleidsvoorbereidend onderzoek uit<br />

naar obstakels en knelpunten rond het toegankelijk maken van antiretrovirale middelen, naar de<br />

effecten van preventieprogramma’s van moeder-kind transmissie op de kwaliteit van kraamzorg<br />

en naar de opvang van TB-HIV gecoïnfecteerde patiënten.<br />

In het kader van ons onderzoek naar frequent voorkomende maar “vergeten” SOA’s, worden nu<br />

de gegevens van een studie naar de verschillende trichomonas stammen bij vrouwen in Zambia,<br />

Tanzania en Gambia geanalyseerd. Verder onderzoeken we de epidemiologie van en<br />

risicofactoren voor HSV-2 in west Kenia en Cambodja en de impact ervan op de HIV verspreiding in<br />

Afrika beneden de Sahara.<br />

Ons SOA referentie laboratorium werkt samen met het AIDS referentie laboratorium en twee<br />

internationale NGO’s, CONRAD en Family Health International, in fase III klinische studies rond<br />

vaginale microbiciden. We zijn verantwoordelijk voor training, technische bijstand en externe<br />

kwaliteitscontrole in Afrika beneden de Sahara en India.<br />

Een belangrijke taak van de eenheid is onderzoek naar de preventie van HIV infectie bij kwetsbare<br />

bevolkingsgroepen waaronder prostituees in Abidjan (Ivoorkust) en Cambodja, jongeren in<br />

westelijk landelijk Kenia en migranten in Vlaanderen afkomstig uit Afrika beneden de Sahara. Bij<br />

prostituees wordt gewerkt rond de behandeling van SOA’s en andere gezondheidsproblemen en<br />

wordt condoomgebruik gepromoot. In Cambodja evalueren we de impact van veilige en legale<br />

abortusdiensten op het gebruik van contraceptieve middelen. Het jeugdinterventie programma in<br />

west Kenia biedt een waaier van diensten aan met als doel een gedragswijziging teweeg te<br />

brengen op individueel, familiaal en gemeenschapsniveau. 2005 was een overgangsjaar in het<br />

project rond Afrikaanse migranten en een nieuw programma werd voorbereid.<br />

55


De eenheid coördineert een groot EuropeAid-gesponsord project rond “Vergroten van relevantie<br />

en doeltreffendheid van HIV/AIDS preventie en zorg bij jongeren door een netwerk in Cambodja-<br />

Thailand”. Activiteiten in dit project zijn begonnen in de laatste helft van 2004 en eind 2005 werd<br />

een externe tussentijdse evaluatie uitgevoerd.<br />

Judith Vandepitte voerde een zending uit ter voorbereiding van een provinciaal HIV/AIDS<br />

jeugdpreventieprogramma in opdracht van de Vlaamse regering en Zuid-Afrika.<br />

Marie Laga woonde een vergadering bij van het technisch panel van de AVAHAN India AIDS<br />

Initiative. Ze werd benoemd als lid van de UNAIDS Preventie Referentie Groep.<br />

Therèse Delvaux schreef, in opdracht van de WGO, een achtergrondartikel over contraceptie,<br />

abortus en fertiliteit.<br />

Het SOA laboratorium heeft de referentietaken rond gonokokken, onder andere het kweken en het<br />

bepalen van antimicrobiële gevoeligheid, overgenomen van het Centraal Klinisch Laboratorium.<br />

De eenheid was ook nauw betrokken bij de organisatie van de 16 de Tweejaarlijkse Vergadering van<br />

de Internationale Vereniging voor het Onderzoek van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen in<br />

Amsterdam in juli 2005.<br />

De Eenheid Mycobacteriologie<br />

Als internationaal referentiecentrum draagt de eenheid bij tot de internationale opvolging van<br />

resistente tuberculose (TB), zowel tegen eerstelijns als tweedelijns geneesmiddelen. We werken rond<br />

vereenvoudiging, standaardisatie en veldevaluatie van goedkope technieken voor de bepaling<br />

van geneesmiddelengevoeligheid. Onze eenheid evalueert ook veelbelovende<br />

gestandaardiseerde (her)behandelingsprogramma’s voor Multi-Drug Resistente TB. De studie naar<br />

het ontstaan van geneesmiddelenresistentie na gebruik van verschillende gebruikelijke<br />

behandelingsschema’s in R.D.Congo en Bangladesh werd voortgezet. Ook werd meegewerkt aan<br />

een multi-center studie naar gatifloxacin-bevattende geneesmiddelen bij verkorting van de<br />

behandelingsduur van pulmonaire TB. Capaciteitsversterking van lokale laboratoria door training<br />

en kwaliteitscontrole bleef een van de hoofddoelen.<br />

Buruli Ulcer is ons tweede meest belangrijke onderzoeksgebied. In dit kader is de samenwerking<br />

met het Nationaal Referentielaboratorium in Benin voortgezet. Er is onderzoek gedaan naar de<br />

mogelijke rol van verschillende diersoorten (vissen, amfibieën en slakken) als reservoir van<br />

Mycobacterium ulcerans. Het vinden van nieuwe moleculaire merkers voor DNA typering heeft<br />

voor de eerste keer geleid tot de ontdekking van een beperkt polymorfisme in de Afrikaanse BU<br />

stammen.<br />

In november 2005 coördineerde de eenheid mycobacteriologie het jaarlijkse ITG colloquium<br />

“ Verbetering van opvolging van patiënten en bestrijding van tuberculose en Buruli Ulcer in Afrika<br />

56


(TUBA)”.<br />

Voor de eerste maal in de geschiedenis vond het colloquium plaats buiten Antwerpen, meer<br />

bepaald in Cotonou, Benin, waar zowel TB als BU endemisch zijn. Het colloquium werd voorgezeten<br />

door het Ministerie van Gezondheid van Benin en mede georganiseerd door het Nationale<br />

Programma en Referentielaboratorium voor TB en BU. Het Belgisch Directoraat Generaal voor<br />

Ontwikkelingsamenwerking (DGOS) en het Belgische Ministerie van Defensie zorgden voor<br />

financiële en logistieke steun (zie ook insert op pag. 138).<br />

De hoofddoelen van het colloquium waren:<br />

• Bespreken van de belangrijkste thema’s in het onderzoek naar en de bestrijding van<br />

tuberculose (TB) en Buruli Ulcer (BU).<br />

• Voorstellen van nieuwe ervaringen en vorderingen in dit vakgebied, vooral in Afrika.<br />

• Ontplooien en versterken van netwerken van wetenschappers, experts en instituten in Noord en<br />

Zuid.<br />

• Organiseren van satelliet symposia die zich toespitsen op specifieke problemen en projecten in<br />

de behandeling van BU en TB.<br />

• Nadruk leggen op de verwezenlijkingen van de bestrijdingsprogramma’s van BU en TB in Benin<br />

door middel van presentaties en bezoeken aan de lokale programma’s.<br />

Meer dan 160 personen actief in de strijd tegen TB en BU, uit 32 landen verspreid over alle<br />

continenten, namen deel aan het colloquium.<br />

57


DEPARTEMENT PARASITOLOGIE<br />

Engelse versie p. 66<br />

Het doel van het Departement Parasitologie is het verwerven, verspreiden en toepassen van kennis<br />

over parasitaire aandoeningen bij de mens, in het bijzonder malaria, leishmaniase, slaapziekte en<br />

schistosomiase, en het versterken van de capaciteiten op dit vlak in ontwikkelingslanden. Het<br />

Departement streeft deze doelstelling na door middel van innoverend en toegepast onderzoek,<br />

postacademische vorming, en wetenschappelijke ondersteuning van onderzoeks- en<br />

bestrijdingsprogramma’s.<br />

In 2005 steeg het aantal projecten, samenwerkingspartners en doctoraatsstudenten in ons<br />

Departement aanzienlijk en werd de samenwerking tussen de verschillende eenheden nog<br />

intensiever. Onze jaarlijkse ‘ParadayS’ meeting was dit jaar gewijd aan de ‘outbreeding’ van onze<br />

doctoraatsstudenten en de uitwisselingen met andere instituten.<br />

Het Departement is actief betrokken bij verschillende institutionele en externe<br />

onderwijsprogramma’s .<br />

Eenheid Entomologie<br />

De Eenheid Entomologie richt zich op de biologie en bestrijding van malariavectoren, met<br />

veldprojecten in Vietnam, Laos, Cambodja, Thailand, Oeganda en Burundi. De Eenheid<br />

coördineert een netwerk (MALVECASIA) dat insecticideresistentie en malariatransmissie opvolgt in<br />

Zuidoost Azië. We hebben nieuwe moleculaire diagnostische methoden ontwikkeld voor de<br />

detectie van ‘target’ insecticide resistentie in meer dan 20 soorten vectoren, en de metabolische<br />

resistentie met behulp van enzymatische assays onderzocht. In samenwerking met de Universiteit<br />

van Leuven (UCL) hebben we malariavectoren en omgevingsfactoren in Zuidoost Azië in kaart<br />

gebracht en geïntegreerd tot een eenvoudig model, SEAGIS.<br />

In de hoogvlaktes van Burundi vond de laatste ronde van binnenshuis pulverisatie van residuele<br />

insecticiden plaats. Een bioloog van het Ministerie van Gezondheid volgde een opleiding om de<br />

continuïteit van deze expertise te waarborgen. De data zullen nu verder geanalyseerd worden om<br />

de validiteit van deze strategie ter voorkoming van malaria epidemieën te bepalen. In<br />

samenwerking met de Eenheid Epidemiologie voeren we een entomologische evaluatie uit van<br />

met insecticide geïmpregneerde bednetten voor de preventie van woudmalaria in Vietnam, die<br />

ook beoogt de nationale capaciteit voor interventiestudies te versterken. Met het Departement<br />

Volksgezondheid gingen we een nieuw project aan voor de evaluatie van met insecticide<br />

behandelde netten tegen zandvliegen, de vectoren van leishmaniose in India.<br />

De tweede, meer basale onderzoekslijn binnen onze eenheid is gericht op de moleculaire<br />

interactie tussen tseetsee vliegen en trypanosomen. In nauwe samenwerking met de Vrije<br />

Universiteit Brussel (VUB) is de immunomodulatoire activiteit van eiwitten in tseetsee speeksel in<br />

58


gewervelde dieren onderzocht. Momenteel wordt er een functionele analyse uitgevoerd van<br />

tseetsee eiwitten door middel van het stilleggen van de synthese van specifieke tseetsee speeksel<br />

eiwitten in de levende tseetsee vlieg.<br />

De Eenheid neemt actief deel aan de ‘WHO Pesticide Evaluation Scheme expert committee’ en<br />

de ‘WHO/TDR International Glossina Genomics Initiative (IGGI)’.<br />

Eenheid Parasitaire Diagnostiek<br />

De eenheid Parasitaire Diagnostiek werkt op slaapziekte en viscerale leishmaniase. Het onderzoek<br />

spitst zich toe op de parasitologische, serologische, bio-klinische en genetische merkers en hun<br />

toepassing in primaire diagnose, stadiumbepaling en follow-up na behandeling. Bijzondere<br />

aandacht gaat naar de ontwikkeling van individuele testen die gebaseerd zijn op recombinante<br />

en synthetische antigenen en ook kunnen worden toegepast op speeksel in plaats van bloed.<br />

In D.R. Congo en Angola vervolgden we onze prospectieve studies met betrekking tot het<br />

neurologische stadium in slaapziekte. In Kinshasa werkt de Eenheid samen met het Institut National<br />

de Recherche Biomédicale (INRB) om een nationaal referentielaboratorium voor Humane<br />

Afrikaanse Trypanosomiase tot stand te brengen. Dit laboratorium is nu volledig operationeel en<br />

voorzien van alle faciliteiten voor een verbeterde isolatie van trypanosome stammen en de lokale<br />

productie van diagnostische kits. Dit jaar werden er twee nieuwe INCO-DEV projecten gestart voor<br />

de ontwikkeling van een nieuwe generatie diagnostische testen voor Afrikaanse trypanosomiase<br />

en leishmaniase.<br />

Eenheid Moleculaire Parasitologie<br />

In 2005 vervolgde de Eenheid Moleculaire Parasitologie haar onderzoek op leishmaniase, in het<br />

bijzonder op het gebied van medicamenteuze resistentie en surveillance middelen. Belangrijke<br />

doorbraken waren de ontcijfering van het moleculaire mechanisme van natuurlijke<br />

geneesmiddelenresistentie in Leishmania donovani en de ontwikkeling van ‘high-throughput’<br />

assays voor de genotypering van Leishmania. We versterkten onze multidisciplinaire netwerken en<br />

geografische dekking in de 4 grootste leishmaniase gebieden, namelijk Latijns Amerika, het Indiase<br />

subcontinent, het Middellandse Zeebekken en Oost-Afrika. Verder dragen we bij aan ander<br />

onderzoek binnen het Departement, zoals de verbetering van moleculaire methoden voor het<br />

opvolgen van resistentie tegen geneesmiddelen en insecticiden in malaria, en vereenvoudigde<br />

moleculaire assays voor de diagnose van trypanosomiase. Op internationaal niveau spelen we een<br />

toonaangevende rol in het LEISHMED netwerk waarbij 22 Euro-Mediterrane partners betrokken zijn.<br />

Eenheid Epidemiologie en Bestrijding van Parasitaire Ziekten<br />

De Eenheid Epidemiologie en Bestrijding van Parasitaire Ziekten werkte haar onderzoekslijnen<br />

verder uit op het gebied van resistentie tegen geneesmiddelen in malaria, de werkzaamheid van<br />

59


nieuwe geneesmiddelen of combinaties van geneesmiddelen, malaria tijdens de zwangerschap,<br />

de epidemiologie van malaria en de evaluatie van nieuwe interventies. Een belangrijke mijlpaal<br />

was de voltooiing van het contract met de EDCTP (European Developing Countries Clinical Trial<br />

Partnership) voor een nieuw project: “Evaluatie van 4 artemisinine combinaties voor de<br />

behandeling van ongecompliceerde malaria in Afrikaanse kinderen”. Het consortium voor dit<br />

project bestaat uit 14 instituten (8 Afrikaanse en 6 Europese). In deze trial, die zal worden<br />

uitgevoerd in 7 Afrikaanse landen, zullen alle beschikbare artemisinine combinatie behandelingen<br />

met elkaar vergeleken worden. Verder is er een fase III studie naar de werkzaamheid van<br />

dihydroartemisinine-piperaquine voor de behandeling van ongecompliceerde P. falciparum<br />

malaria gestart in 1.500 kinderen van 1-4 jaar in 5 Afrikaanse landen, met hulp van de ‘Medicine for<br />

Malaria Venture’ (MMV)).<br />

In samenwerking met het ‘East African Network for Monitoring of Antimalarial Treatment’ (EANMAT),<br />

werkten we verder aan de data analyses voor ons project in Oeganda over de intensiteit van<br />

malaria transmissie en de verspreiding van resistentie tegen geneesmiddelen. Verder geven we<br />

technische bijstand aan het bestrijdingsprogramma tegen malaria in Rwanda en aan de EANMAT.<br />

In Rwanda is een klinische trial bezig voor de evaluatie van combinatietherapieën (chlorproguanildapsone+artesunaat),<br />

en zijn we ook een studie begonnen naar de werkzaamheid van periodieke<br />

preventieve behandeling met sulfadoxine-pyrimethamine tijdens de zwangerschap in gebieden<br />

met matige tot hoge geneesmiddelenresistentie. In Zambia is een nieuwe trial gestart naar de<br />

preventie van malaria en de ontwikkeling tot AIDS in HIV-geïnfecteerden.<br />

In Burkina Faso en Malawi is ons project over de periodieke en preventieve toediening van<br />

sulfadoxine-pyrimethamine aan zwangere vrouwen, in samenwerking met nationale partners en de<br />

‘Liverpool School of Tropical Medicine’, aan haar derde jaar toe. Binnen ons project over de<br />

bestrijding van woudmalaria door met insecticide geïmpregneerde hangmatten werden in<br />

samenwerking met onze lokale partners twee nieuwe studies uitgevoerd in Vietnam.<br />

Eenheid Humane Helminthologie<br />

De Eenheid Humane Helminthologie doet onderzoek op het gebied van de epidemiologie,<br />

transmissie en geïntegreerde bestrijding van wormziekten. Hoewel de nadruk nog steeds op<br />

schistosomiase ligt, breiden de onderzoekslijnen en samenwerkingsverbanden zich geleidelijk uit<br />

naar andere wormziekten. Veel van het veldonderzoek op schistosomiase vindt plaats in Senegal,<br />

waar we betrokken zijn bij de opvolging van een oorspronkelijk epidemische S. mansoni haard en<br />

de integratie van een regionaal bestrijdingsprogramma. In D.R. Congo wordt een<br />

onderzoeksproject opgestart op het gebied van de epidemiologie en bestrijding van<br />

schistosomiase, met nadruk op de versterking van de lokale onderzoekscapaciteit. In Peru zijn we<br />

betrokken bij een studie naar de diagnose en epidemiologie van Strongyloides, in samenwerking<br />

met het Instituut Tropische Geneeskunde in Lima (ITMAvH) en de Universiteit van Leiden (LUMC,<br />

Nederland). Met onze partners van het Instituut Pedro Kouri (IPK) en het Nationaal Instituut voor<br />

60


Hygiëne, Epidemiologie en Microbiologie (INHEM) in Havana vervolgen we onze studies naar de<br />

relatie tussen worminfecties en atopische ziektes in Cubaanse kinderen. Verder werken we samen<br />

met de Eenheid Veterinaire Helminthologie in diverse projecten op het gebied van cysticercose.<br />

61


DEPARTEMENT VOLKSGEZONDHEID<br />

Engelse versie p. 84<br />

Het Departement Volksgezondheid stelt zich tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van<br />

duurzame, doeltreffende en doelmatige gezondheidszorgsystemen die gebaseerd zijn op de<br />

principes van billijkheid, kwaliteit en inspraak. Daartoe volgen wij een geïntegreerde strategie<br />

waarin opleiding, onderzoek en dienstverlening constant met elkaar in interactie zijn. De drie<br />

departementale eenheden, Nutrition and Child Health, Public Health, en Epidemiology and<br />

Disease Control, zijn uitdrukkingen van specifieke technische expertise, voornamelijk op het vlak<br />

van onderwijs. Het onderzoek in het Departement wordt gestroomlijnd via taakgerichte groepen<br />

waarin één of meerdere leden van de hoger vernoemde eenheden deelnemen, maar vaak ook<br />

leden van andere departementen van het ITG.<br />

Onderzoek, capaciteitsversterking en internationale beleidsontwikkeling kunnen niet gescheiden<br />

worden van het onderwijs, dat onze voornaamste taak blijft in termen van werklast. Meer<br />

informatie hierover kan gevonden worden in het algemeen hoofdstuk Onderwijs. Lokale en<br />

institutionele capaciteitsversterking zijn essentiële onderdelen van al onze terreinprojecten, zoals<br />

beschreven wordt in het hoofdstuk Internationale Samenwerking.<br />

Onze onderzoeksprioriteiten worden voornamelijk bepaald door hun relevantie voor<br />

gezondheidszorgsystemen in ontwikkelingslanden, de doelstellingen en waarden vermeld in onze<br />

opdrachtsverklaring, en het nastreven van meerwaarde en vernieuwing in het internationaal<br />

gezondheidsbeleid. Onze onderzoeksportefeuille is gericht op de realiteiten van het terrein en de<br />

ware noden van de bevolkingen. Het bestrijkt aldus vier basisthema’s: toegankelijkheid, kwaliteit en<br />

het optimaliseren van gezondheidspersoneel, ziektebestrijding en gezondheidsbeleid.<br />

Toegankelijkheid<br />

Gebrekkige toegang tot gezondheidszorg is misschien wel het belangrijkste<br />

gezondheidszorgprobleem in ontwikkelingslanden. Het heeft verscheidene en verbonden<br />

oorzaken: de diensten zijn soms fysiek onbereikbaar; hun aantrekkelijkheid kan beperkt zijn door<br />

sociale en culturele factoren; mensen opteren voor andere kanalen wegens onvoldoende<br />

kwalitatief aanbod; gezondheidszorg is voor velen gewoon onbetaalbaar.<br />

In 2005 concentreerde één van onze departementale onderzoekslijnen zich verder op financiële<br />

toegankelijkheid van eerste en tweedelijnsdiensten van het gezondheidszorgsysteem.<br />

Deze onderzoekslijn volgt twee sterk verwoven sporen: enerzijds het potentieel van mutualiteiten, of<br />

lokale ziekteverzekeringen in basisgemeenschappen, autonome en vrijwillige verenigingen, en<br />

gebaseerd op solidariteit tussen de leden; anderzijds systemen van sociale bescherming voor<br />

gezondheidszorg, gebaseerd op financieringsmechanismen aan de ‘vraagzijde’. In het laatste<br />

geval wordt gezondheidszorg voor de armsten betaald via een fonds dat beheerd wordt door een<br />

62


lokale, private of publieke instelling. Ons onderzoek richt zich ook hoe langer hoe meer op de<br />

mogelijke interacties tussen deze twee financiële constructies.<br />

We hebben onze samenwerking verder uitgebreid met een brede waaier aan organisaties die<br />

betrokken zijn bij de promotie van lokale ziekteverzekeringssystemen in verscheidene Afrikaanse<br />

landen (Burkina Faso, Guinea, Mali, Mauritanië, Rwanda, Tanzania, Oeganda), alsook in Azië<br />

(Cambodja en India). We voerden consultopdrachten uit voor de Wereld Gezondheids<br />

Organisatie en verscheidene niet-gouvernementele verenigingen. Onze betrokkenheid bij het<br />

Belgisch netwerk van academische en operationele instellingen die geïnteresseerd zijn in de<br />

promotie en studie van lokale ziekteverzekeringssystemen werd verder geconsolideerd. De officiële<br />

start van het Belgisch forum Micro Assurance Santé/Mutuelles de Santé (‘MasMut’) werd verder<br />

voorbereid; de start is gepland voor maart 2006.<br />

In september organiseerden we een vierdaagse werkvergadering in Kampala, samen met het<br />

Oegandese Ministerie van Volksgezondheid en het Institute of Public Health van de Makerere<br />

Universiteit. Het merendeel van de 80 deelnemers waren afkomstig uit Oeganda, maar er waren er<br />

ook van de D.R. Congo, Kenya, Rwanda en Tanzania. Deze workshop werd gezamenlijk<br />

gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid in Oeganda, het ITG en de DGOS. Eén van<br />

de doelstellingen was de promotie van regionale samenwerking op het gebied van lokale<br />

verzekeringssystemen, voornamelijk tussen onderzoeksinstellingen. De diversiteit van het<br />

deelnemersveld (veldwerkers, beleidsmakers en academici) droeg bij tot een grotere interactie en<br />

uitwisseling tussen operationeel werk, onderzoek en beleidsvorming. De organisatoren van de<br />

conferentie onderzoeken nu de mogelijkheid om een ‘African Centre for Research on Health<br />

Financing’ op te richten in het Institute of Public Health van de Makerere Universiteit, en zullen een<br />

haalbaarheidsstudie opstarten.<br />

Kwaliteit en Human Resources<br />

Betere toegang tot gezondheidszorg heeft niet veel zin als de kwaliteit van de aangeboden zorg<br />

beneden peil is. We kunnen twee belangrijke, met elkaar verbonden manieren onderscheiden om<br />

de kwaliteit van gezondheidszorg te verbeteren: enerzijds het rationaliseren van procedures en het<br />

vastleggen van technische, klinische, manageriële en operationele standaarden, gekoppeld aan<br />

technieken van kwaliteitsbewaking; anderzijds een breed personeelsbeleid, met nadruk op<br />

aangepaste opleidingen, ondersteuning en motivatie, die zowel extrinsiek kan zijn (aanvaardbare<br />

salarissen en werkomstandigheden) als intrinsiek (interessante werkinhoud en professionele<br />

verantwoordelijkheid).<br />

Voorgaand onderzoek richtte zich op de interactie tussen configuratie en cultuur van organisaties,<br />

en hun aanpak van kwaliteitsbeleid. Pierre Blaise verdedigde met succes een doctorale thesis over<br />

dit onderwerp. Voortbouwend op zijn werk begonnen we onderzoek naar het invoeren van<br />

63


‘criterion based clinical audits’ in Marokkaanse hospitalen. De onderliggende hypothese van<br />

dergelijke audits is dat de zelf-evaluatie van de klinische praktijk, met behulp van aanvaarde<br />

standaarden, een aanzet geeft tot zelf-regulering en kwaliteitsverbetering. We onderzochten hoe<br />

de organisationele configuratie(s) van het Marokkaanse gezondheidssysteem mee bepaalt hoe de<br />

actoren in kwestie zich het audit-systeem toeëigenen.<br />

We zijn ook begonnen met het REACT-project (‘Response to Accountable priority setting for Trust in<br />

health systems’), dat een test is voor het “accountability for reasonableness” principe in Tanzania,<br />

Kenya en Zambia. In dit project wordt nagegaan hoe men kan overstappen van een systeem van<br />

prioriteitsbepaling op basis van kosten-doeltreffendheidsanalyse en epidemiologische informatie<br />

naar een meer aangepaste procedure van ‘fair process’, gebaseerd op transparante en<br />

expliciete waarden.<br />

Aan de hand van een situatie-analyse in Cape Coast Regional Hospital (Ghana), een goed<br />

werkend ziekenhuis, bestudeerden we de praktijk van personeelsbeleid in het ziekenhuis, zijn effect<br />

op het creëren van een motiverende werkomgeving en de factoren die meespelen in een<br />

succesvolle emancipatie van het gezondheidspersoneel.<br />

Voortbouwend op eerder onderzoek op eerstelijnsartsen in Mali gingen we na onder welke<br />

voorwaarden het voor jonge artsen aanvaardbaar is in landelijke praktijken te gaan werken, en<br />

meer in het bijzonder wat de ondersteunende rol is van hun beroepsorganisatie (“Association<br />

Malienne des Médecins de Campagne”). Verder hebben we een studie opgestart over<br />

zorgzoekend gedrag in vier dorpen om beter te begrijpen waarom de gebruiksindexen zo laag<br />

blijven, hoewel de zorg betaalbaar en kwalitatief behoorlijk blijkt te zijn.<br />

In Cuba gingen we verder met onze studie over het ontwikkelen van groepspraktijken in<br />

huisartsgeneeskunde, met inbegrip van de respectievelijke rollen van artsen en verpleegkundigen.<br />

Met dit werk hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren van de eerstelijnszorg<br />

en het systeem doeltreffender te kunnen maken.<br />

In Thailand geven we steun aan de lopende hervormingen, meer bepaald de ontwikkeling van de<br />

huisartspraktijk als hoeksteen van het gezondheidszorgsysteem.<br />

In de landen die het sterkst getroffen zijn door HIV/AIDS, zoals Zuid-Afrika en Mozambique, is er een<br />

groot probleem van beschikbaar gezondheidspersoneel om de antiretrovirale therapie op grote<br />

schaal in te voeren. We participeren in onderzoek naar de voorwaarden die bepalen of een groot<br />

deel van dit soort zorg kan gedelegeerd worden naar “deskundige patiënten” en/of<br />

gekwalificeerde gezondheidswerkers.<br />

Tenslotte heeft het departement actief meegewerkt aan een seminarie dat werd georganiseerd<br />

door het Belgisch platform Be-Cause Health, waarin Belgische actoren die actief zijn op het gebied<br />

van gezondheid en ontwikkeling samen met partners uit het Zuiden belangrijke thema’s konden<br />

bespreken in verband met de problematiek van de gezondheidswerkers.<br />

64


Integratie en ziektebestrijding<br />

Ons huidig onderzoek concentreert zich op het gebied van slaapziekte, dengue, viscerale<br />

leishmaniose en tuberculose en de onvermijdelijke interactie tussen een ziektegerichte aanpak de<br />

bredere ontwikkeling van gezondheidsdiensten. Voor elk van deze vier ziekten zijn sterke<br />

gezondheidsdiensten een essentiële voorwaarde voor een doeltreffende ziektebestrijding,<br />

aangezien de patiëntenzorg er een belangrijke component van uitmaakt. Ons tuberculoseonderzoek<br />

richtte zich vooral op kwaliteitsverbetering van de organisatie van kliniek, diagnose en<br />

gezondheidsdienst, samen met partners in Bolivië, Cuba, Peru en Leeds. De studie van de<br />

verstedelijking van slaapziekte in de regio Kinshasa leidde tot een surveillancesysteem dat gebruik<br />

maakt van hoogtechnologische GIS technieken.<br />

In 2005 werd in de D.R. Congo kwalitatief onderzoek verricht naar hinderpalen voor het gebruik van<br />

opsporing en behandeling van slaapziekte. Pascal Lutumba, van het nationale programma voor<br />

slaapziektebestrijding in D.R. Congo verdedigde met succes een doctorale thesis die het huidige<br />

bestrijdingsbeleid onderzocht. Samen met partners uit Nepal en Zwitserland werd onderzoek<br />

voortgezet naar de kost-efficiëntie van de klinische behandeling van kala-azar, en in september<br />

2005 werd een onderzoek gestart naar de doeltreffendheid van muskietennetten in de preventie<br />

van kala-azar, gesteund door de EU (het project KALANET).<br />

In Cuba werd een interventiestudie uitgevoerd naar diverse strategieën ter verbetering van<br />

gemeenschapsparticipatie in de bestrijding van dengue. In november werd het DENCO project<br />

opgestart, eveneens met steun van de EU. We onderzoeken met name twee verschillende<br />

strategieën voor het uitvoeren van vectorcontrole: een model dat steunt op de<br />

gezondheidsdiensten en een model dat steunt op communautair partenariaat.<br />

Internationaal gezondheidsbeleid<br />

De belangrijkste doelstelling van ons werk op het vlak van internationaal gezondheidsbeleid is een<br />

versterking van gezondheidssystemen gestoeld op de basisgezondheidszorg.<br />

Gezondheidssystemen staan wereldwijd onder druk, en de meeste landen hebben grote<br />

problemen met de financiering van hun gezondheidszorg en met het in stand houden of<br />

hervormen van hun gezondheidspersoneel. De steun van donoren volgt in de ontvangende<br />

landen hoe langer hoe meer twee sporen: (1) programma- en budgetondersteuning, met<br />

toenemende aandacht voor alignering op het gastland en harmonisatie tussen donoren, o.a. via<br />

zogenaamde SWAp-constructies (‘Sector Wide Approach’) die ernaar streven de<br />

gezondheidssystemen te versterken, ook Donor Harmonisatie Initiatieven (DHI’s) genoemd; en (2)<br />

sterk geoormerkte financiering via ‘Global Health Initiatives’ (GHI’s), zoals de Global Fund, GAVI,<br />

Roll Back Malaria, PEPFAR en andere.<br />

Om hun ambitieuze doelstellingen te bereiken zullen zowel GHI’s als DHI’s moeten convergeren en<br />

bijdragen tot sterke integrale gezondheidssystemen met een gezonde financiële en personele<br />

65


asis. De GHI’s, die meestal hun aandacht richten op één enkele ziekte, zullen waarschijnlijk<br />

substantiële middelen moeten vrijmaken voor systeemversterking als zij hun doelstellingen willen<br />

halen, niet in het minst omdat de landen met de hoogste ziektelast ook vaak de zwakste<br />

institutionele capaciteit vertonen. Niet enkel ziektebestrijdingsdoelstellingen maar ook bredere<br />

objectieven zoals de Millenniumdoelstellingen hebben nood aan sterke gezondheidssystemen.<br />

Het wereldwijde neoliberaal handelsbeleid, via mondiale overeenkomsten zoals GATS en TRIPS,<br />

heeft ongetwijfeld een impact op de toegankelijkheid van gezondheidszorg en betaalbare<br />

behandelingen. In vele landen in Latijns Amerika hebben privatiseringen en de participatie van<br />

multinationals in openbare diensten geleid tot problematische evoluties, zoals hoge remgelden en<br />

verminderde dienstverlening voor de armen in openbare hospitalen en gezondheidscentra.<br />

Tegen deze achtergrond richtte ons onderzoek in gezondheidsbeleid zich op een aantal specifieke<br />

thema’s en doelgroepen: de dynamiek van donor harmonisatie initiatieven (DHI’s) en Global<br />

Health Initiatives (GHI’s); de impact van AIDS op gezondheidssystemen in Afrika bezuiden de<br />

Sahara en de behoeften aan gezondheidswerkers voor opschalen van AIDS-therapie; de impact<br />

van snelle economische transitie op het functioneren van hospitalen in China en Cambodja,<br />

alsmede op hun toegankelijkheid voor de arme bevolkingsgroepen; de impact van economische<br />

liberalisering op openbare gezondheidssystemen in Latijns Amerika; analyse van het<br />

gezondheidsbeleid in China, India en Vietnam; lokale verzekeringssystemen in sub-Saharaans Afrika<br />

en India; sociale zekerheidsnetten zoals de Health Equity Funds in Cambodja; veilig moederschap;<br />

en verwaarloosde ziekten.<br />

In al zijn onderzoekslijnen streeft het Departement ernaar onderzoek en beleidsvorming met elkaar<br />

te verbinden. Het gebruikt hiervoor methoden die variëren van discrete diplomatie over<br />

netwerkvorming tot academisch activisme. Onze onderzoeksbevindingen vinden hun weg direct<br />

naar de Masters opleidingprogramma’s, waar de cirkel gesloten wordt. De grondprincipes van<br />

volksgezondheid, organisatie van gezondheidsdiensten en –systemen, ziektebestrijding en<br />

gezondheidsbeleid, zijn allemaal ingebed in the universele principes en waarden van Primary<br />

Health Care: het universeel recht van iedereen op toegankelijke, doeltreffende gezondheidszorg<br />

van hoge kwaliteit.<br />

66


CLINICAL TRIAL UNIT<br />

Engelse versie p. 99<br />

De Clinical Trial Unit (CTU) van het Instituut voor Tropische Geneeskunde werd opgericht op 1 juli<br />

2004 voor een eerste en verlengbare periode van 3 jaar met een subsidiëring van 750,000 Euro van<br />

het Vlaams Ministerie van Wetenschap en Technologie. Het hoofddoel van de eenheid is het<br />

structuren en versterken van de capaciteiten van het ITG op het vlak van klinische testen,<br />

voornamelijk voor tropische en armoede-gebonden ziekten. Een tweede doel is het ondersteunen<br />

van de bijdrage en vertegenwoordiging van Vlaanderen in de European Development Countries<br />

Clinical Trial Partnership (EDCTP). De belangrijkste prioriteiten, activiteiten en resultaten in het eerste<br />

actieve jaar waren de volgende:<br />

1. Structureren en personeelsaanvulling van de CTU<br />

De CTU werd gestructureerd als een interdepartementele eenheid onder toezicht van een<br />

stuurgroep bestaande uit de hoofden van de betrokken onderzoekseenheden en<br />

gecoördineerd door Prof. Boelaert (Eenheid Ziektebestrijding, Departement Volksgezondheid).<br />

Wegens de grote vraag duurde de recrutering van het personeel langer dan verwacht.<br />

Ondertussen zorgde ander ITG-personeel voor de opstart en interim.<br />

2. Vastleggen van de positie en de taken van de CTU<br />

De CTU is een operationele eenheid die actief betrokken is bij de klinische testen van de<br />

onderzoekseenheden en de departementen van het ITG. Ze staan de departementen bij in<br />

regulatorische en legale zaken, gegevensbeheer en biostatistiek, ontwikkeling en indiening<br />

van nieuwe projecten, opleiding en onderaanneming, studie-site selectie en andere<br />

methodologische zaken. De CTU ondersteunt ook de directie van het ITG inzake het klinische<br />

onderzoeksbeleid, ethische vragen, de relatie met de externe partners en de inrichting van het<br />

ITG als een legale sponsor voor klinische testen. De CTU brengt de institutionele<br />

kwaliteitsprocessen in overeenstemming met de GCP (Good Clinical Practices) en zal<br />

geregeld interne audits uitvoeren.<br />

3. In kaart brengen en ondersteunen van lopende klinische proeven<br />

De CTU registreerde 71 projecten van het ITG als klinische proeven, vooral op het gebied van<br />

AIDS (behandeling, zorg en preventieve microbiciden), malaria (nieuwe drugcombinaties en<br />

anti-vector interventies), slaapziekte (diagnostiek en nieuwe geneesmiddelen), en tuberculose<br />

(diagnostiek en nieuwe geneesmiddelen). Het ondersteunde en herorganiseerde waar nodig<br />

het systeem voor gegevensbeheer en statistische analyse. Een pre-audit bracht de stappen<br />

tot een conformering met de nieuwe wetgeving in kaart.<br />

4. Indienen en verkrijgen van nieuwe projectfondsen<br />

Tijdens het eerste jaar werden er door het CTU belangrijke nieuwe klinische projecten<br />

ingediend en verkregen, vooral voor nieuwe combinatiebehandelingen voor malaria in Afrika<br />

(EDCTP: 2 miljoen Euro; Medicines for Malaria Venture: 0.7 miljoen Euro). Andere projecten rond<br />

67


AIDS en tuberculose zijn nog in behandeling bij de EDCTP. Deze fondsen moeten wel<br />

“gematched” worden met minstens gelijke institutionele en nationale middelen.<br />

5. Nieuwe wetgevende en regulatorische vereisten<br />

De CTU onderzocht bijkomende nieuwe insitutionele vereisten opgelegd door de nieuwe<br />

wetgeving, waaronder ook de herorganisatie van het ethisch committee, de gevolgen van<br />

GCP voor het institutioneel kwaliteitsmanagementsysteem en de accreditatie en verzekering<br />

van het ITG als een legale sponsor. De oprichting van een gespecialiseerd institutioneel ethisch<br />

committee is legaal gezien niet meer mogelijk en vanaf 2006 zal het ITG bijgevolg zijn protocols<br />

indienen bij het ethisch committee van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het voormalige<br />

ethisch committee van het ITG wordt omgevormd tot een ‘Institutional Review Board’. De<br />

accreditatie van het ITG als legale sponsor is in voorbereiding. Er werd een marktanalyse<br />

opgestart om een degelijke en betaalbare verzekering te vinden voor de klinische testen.<br />

6. Deelname in de EDCTP<br />

Het ITG is de vertegenwoordiger van de Belgische regeringen in de EDCTP en de vicevoorzitter<br />

van de bestuursraad (Assembly). Deze functie wordt ingevuld door de Directeur. We<br />

hebben het voorbije jaar een cruciale bijdrage geleverd in de ontwikkeling, het management<br />

en de overleving van de EDCTP. De eerste toepassing van een Artikel 169-programma<br />

onthulde inderdaad grote politieke, legale en operationele problemen in de praktische<br />

uitvoering van het concept. Na een ernstige organisationele crisis binnen de EDCTP eind 2004 –<br />

begin 2005, hebben wij het interim-management verzekerd. Wij zorgden voor de afwerking<br />

van het Interne Reglement, concrete oplossingen voor dringende management- en<br />

organisatorische problemen, en de tijdige inlevering van het “Joint Programme” waarvan<br />

verdere EU-financiering afhankelijk was. Er is nu een nieuw management aangewezen en de<br />

EDCTP is klaar voor een nieuwe, betere start. Het ITG nam ook deel aan het “European<br />

Network of National Programmes” (ENNP) van de EDCTP en delegeerde hiervoor de Belgische<br />

“European Network Officer” (ENO). De ENNP onderzoekt de bestaande en potentiële<br />

synergiën tussen de respectievelijke nationale programma’s, zoals co-financiering en<br />

gezamenlijke oproepen. Tot besluit werd, ondanks de vertraging in personeelsrecrutering,<br />

grote vooruitgang geboekt in het structureren en de kwaliteitzorg van de lopende klinische<br />

proeven van het ITG en werden er aanzienlijke projectfondsen binnengehaald in het eerste<br />

jaar van de CTU. Het ITG zal gedurende de volgende vijf jaar haar rol als klinisch testcentrum<br />

en formele sponsor verder ontwikkelen met inachtname van de behoeftes van de<br />

ontwikkelingslanden, de internationale samenwerking en de capaciteitsversterking in het<br />

Zuiden.<br />

68


BIBLIOTHEEK<br />

Engelse versie p. 100<br />

In 2005 consolideerde de bibliotheek verder de online beschikbaarheid van het merendeel van<br />

haar tijdschriftabonnementen en bleef zij de steeds groter wordende groep biomedische ‘open<br />

access’ tijdschriften opvolgen. We besteedden bijzondere aandacht aan de doorlinking vanuit<br />

onze eigen Electronic Reference Library (ERL) databases naar de digitale full-text edities (meestal in<br />

PDF formaat) en startten met het digitalizeren van de master thesissen en het doorlinken vanuit de<br />

‘ITG Student Dissertations database’.<br />

De boekencollectie groeide aan met 429 nieuwe titels, waarvan 321 via aankoop en 108 via<br />

schenking. De teller van de geregistreerde boeken staat inmiddels op 19.300.<br />

Gezien de ruime beschikbaarheid van digitale tijdschriften in de universiteiten en<br />

onderzoeksinstellingen, bleef het aantal documentaanvragen vanwege andere Belgische<br />

bibliotheken dalen. Van de 1.240 ontvangen vragen leverden we 79% in elektronisch formaat.<br />

Onze eigen documentaanvragen aan andere bibliotheken daarentegen namen toe met meer<br />

dan 50%, hoofdzakelijk in de vorm van aanvragen vanwege onze overzeese partners in het kader<br />

van het ‘document delivery (DocDel)’ project (zie verder). Van de 1,539 externe aanvragen<br />

ontvingen we 99% in elektronisch formaat (PDF). 2,6% externe aanvragen konden we niet verder<br />

helpen.<br />

De drie fotokopieerapparaten werden vervangen door gesofisticeerde toestellen met print- en<br />

scanfuncties en produceerden ongeveer 120.000 kopies, een verdere afname als gevolg van de<br />

digitale evolutie.<br />

De ERL bibliografische databases werden 19.932 maal geconsulteerd in 6.715 afzonderlijke sessies,<br />

een lichte vooruitgang vergeleken met vorig jaar. Eigen thematische databases blijven dus nuttig,<br />

ook in tijden van gratis beschikbare algemene webinventarissen als PubMed en Google Scholar.<br />

De interesse voor video’s en interactieve multimedia programma’s bereikte echter een dieptepunt.<br />

In samenwerking met de Grafische Dienst begonnen we de video collectie om te zetten naar<br />

digitaal DVD formaat.<br />

Qua personeel waren er in 2005 enkele wijzigingen: Sarah Buys begon aan een jaar tijdskrediet en<br />

Veerle Demedts schakelde over naar een part-time regime. We verwelkomden Kris Didden en Tijl<br />

Vandersteene als nieuwe collega’s.<br />

De trainingssessies voor efficiënte bibliotheek-, database- en internetopzoeking werden verder<br />

uitgebreid.<br />

Het DocDel programma voor elektronische documentlevering aan partners in ontwikkelingslanden<br />

bleek een groot succes, met 1.292 aanvragen - een toename met 600%. Deze dienstverlening<br />

werd vooral gesmaakt door onze partners in Latijns Amerika (bijna 90% van de aanvragen) en<br />

Cambodia. We ontvingen stagiaires uit Peru en Ecuador voor een praktische training in<br />

elektronische documentlevering.<br />

69


De bibliotheekstaf verzorgde de jaarlijkse bibliometrische analyse van de ITG wetenschappelijke<br />

output: in 2004 publiceerden de ITG onderzoekers 20% meer papers dan in vorige jaren en de<br />

gemiddelde journal impact factor waarden stegen met zo’n 40%.<br />

De bibliothecaris werkte samen met het International Network for the Availability of Scientific<br />

Publications (INASP) voor het selecteren van relevante websites betreffende tropische<br />

geneeskunde.<br />

De bibliotheekstaf verzorgde verder de coördinatie van ITG website en intranet. Innovaties in 2005<br />

omvatten o.a. de overgang naar een resolutie-onafhankelijk full-screen formaat, automatische<br />

generatie van printervriendelijke pagina’s, een sterk verbeterde zoekfunctie en een module voor<br />

optionele persoonlijke pagina’s voor ITGers.<br />

De ITG website werd 402.376 maal bezocht, een toename met 60% vergeleken met 2004. De<br />

reisgeneeskunde pagina’s (> 250.000 hits) bleven de meest populaire. 66% van de bezochte<br />

pagina’s waren in het Engels, 24,3% in het Nederlands, 8,9% in het Frans en 0.8% in het Spaans. In<br />

zoverre dit kon worden nagegaan, kwam de grote meerderheid van de websitebezoekers uit<br />

België, gevolgd door een aantal Europese landen (bv. 12.234 hits uit Nederland). Uit de andere<br />

continenten vervolledigen de VSA, São Tomé, de Filippijnen, India, Canada, Peru, Colombia en<br />

Mexico de top 15 van internationale bezoekers.<br />

70


MEDISCHE DIENSTEN<br />

Engelse versie p.101<br />

De Medische Diensten van het ITG verzekeren gespecialiseerde poliklinische, diagnostische,<br />

klinische en preventieve dienstverlening aan reizigers en migranten. Voor ons binnenlands publiek is<br />

onze polikliniek ook letterlijk “de gevel” van het ITG. Het ITG is officieel erkend als nationaal<br />

refentiecentrum voor tropische ziekten en importpathologieën en als één van de acht<br />

referentiecentra voor HIV/AIDS behandeling en diagnose.<br />

De Medische Diensten vormen een aparte entiteit binnen het Instituut, met een organisatie,<br />

werking en boekhouding eigen aan de klinische dienstverlening. Ze bestaat uit de Reiskliniek, de<br />

Dienst voor Tropische Ziekten en Importpathologie, de Dienst HIV/SOA zorg, het Medische<br />

Laboratorium en de Hospitalisatie-afdeling. Deze laatste is geïntegreerd in het Universitair Ziekenhuis<br />

van Antwerpen. Het wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening<br />

zijn ondergebracht in het Departement Klinische Wetenschappen.<br />

De Dienst Tropische Ziekten en Importpathologie verrichtte 6,955 reisconsultaties in 2005, vooral op<br />

het gebied van interne geneeskunde, gastro-enterologie, dermatologie en pediatrie. Bij de langetermijn<br />

‘expatriates’ behandelen we ook algemene gezondheidsproblemen.<br />

De Dienst verzekert ook een telefonische permanentie (24u/24u) voor externe artsen met vragen<br />

over importpathologie, en behandelt aldus vele diagnostische en therapeutische problemen op<br />

afstand.<br />

De kernactiviteit van de Reiskliniek bestaat uit de preventie van tropische, besmettelijke en andere<br />

reisgebonden ziekten. Een team van gespecialiseerde artsen, verpleegkundigen en administratief<br />

personeel bezorgt de patiënt algemene en landspecifieke voorlichting, een vaccinatiedienst,<br />

chemoprophylaxie, behandelingsadvies en andere nodige zaken om veilig te reizen.<br />

De Dienst HIV/SOA verrichtte 6,434 consultaties in 2005. Het ‘AIDS revalidatie centrum’ (ARC), dat<br />

4,967 consultaties voor zijn rekening nam, zorgt voornamelijk voor de HIV-patiënten die over een<br />

lange periode frequent moeten worden opgevolgd. Het ARC bestaat uit een interdisciplinair team<br />

van dokters, verpleegkundigen, sociale werkers, begeleiders, psychologen, voedingsdeskundigen<br />

en ondersteunend personeel van het ITG en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Sinds januari<br />

2001 werden er 1,698 HIV-1-positieve patiënten intensief opgevolgd; in 2005 werden er 182 nieuwe<br />

patiënten registreerd, een toename van 10% sinds 2004. 65% van de patiënten krijgen<br />

antiretrovirale therapie. De hoofdtaken van deze dienst bestaan uit het opvolgen van<br />

geneesmiddelengevoeligheid, het voorkomen van neveneffecten, het afstemmen van complexe<br />

medicamentencocktails, het omgaan met AIDS-gerelateerde complicaties en de psycho-sociale<br />

ondersteuning van de patiënten. Om aan de noden van de patiënten tegemoet te komen,<br />

71


egonnen we in 2005 met seksuele raadgeving, en voerden we de inspanningen voor secondaire<br />

preventie op. De overige 1,467 consultaties betroffen patiënten die op raadpleging komen voor<br />

een seksueel overdraagbare aandoening of een AIDS-test wilden ondergaan. Deze patiënten<br />

hebben meestal maar één of enkele contacten nodig, maar ze vormen een belangrijke doelgroep<br />

in de preventie van HIV, SOA’s en Hepatitis.<br />

De poliklinische activiteiten worden diagnostisch ondersteund door het Medisch Laboratorium en<br />

een Radiologische Eenheid. Het Medisch Laboratorium bedient als nationaal referentiecentrum<br />

ook andere laboratoria en medische instellingen in België. In 2005 verwerkte het stalen van 11,150<br />

interne patiënten en 20,261 externe patiënten, een totaal van 32,131. De tabel (p. 103 Engelse<br />

versie) geeft een overzicht van enkele typische diagnoses in 2005.<br />

Het Mycologie Laboratorium verwerkte 7,579 stalen, inclusief 618 kweekbodementificaties en 48<br />

schimmelkweekbodems voor gevoeligheidstesten. Interessante stammen worden bewaard in de<br />

collectie van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in Brussel.<br />

Dankzij de vooruitgang in de behandeling van tropische ziekten en HIV/AIDS kunnen we de meeste<br />

patiënten ambulant verzorgen. Indien nodig verwijzen we door naar de Afdeling Tropische Ziekten<br />

van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, die medisch gesuperviseerd wordt door het ITG. Deze<br />

afdeling bestaande uit 10 bedden (en meer indien nodig ), en wordt bestafd door gespecialiseerd<br />

medisch en verplegend personeel. In 2005 werden er 280 patiënten opgenomen, tegenover 233 in<br />

2004 en 210 in 2003. De helft bestaat uit HIV/AIDS-patiënten, de andere helft uit reisgebonden<br />

ziekten. De voornaamste redenen voor opname onder de HIV-patiënten waren nieuwe AIDSgevallen<br />

met opportunistische of respiratoire infecties, koorts van ongekende oorsprong, of nood<br />

aan diagnostische procedures. De belangrijkste redenen voor hospitalisatie na reizen zijn<br />

falciparum malaria, koorts van onbekende oorsprong en febriele diarree. Het team staat ook klaar<br />

met advies over tropische, HIV en andere besmettelijke ziekten voor de andere diensten binnen<br />

het Universitair Ziekenhuis. In associatie met de UZA Departementen Microbiologie, Algemene<br />

Interne Geneeskunde en Intensieve Zorg werd de klinische samenwerking tussen het ITG en het<br />

Universitair Ziekenhuis in 2005 verder uitgebreid tot algemene infectiologie.<br />

Via telefonisch reisadvies, de ITG website, brochures en landenfiches verschaffen we reiziger en<br />

dokters met de meest recente informatie over gezondheid en ziektepreventie op reis. De in 2004<br />

opgerichte “Travelphone” blijft een nuttig systeem. De informatie wordt continue vernieuwd om te<br />

kunnen omgaan met vragen over epidemies zoals de vogelgriep, geïmporteerde cholera en<br />

Marburg haemorrhagische koorts. In 2005 ontving de telefoonlijn een totaal van 16,155 oproepen,<br />

waarvan 15% doorverbonden werden naar een van onze specialisten voor een “live” antwoord.<br />

Men kan alle informatie in verband met reisgeneeskunde ook terug vinden op de ITG-website,<br />

www.itg.be, of meteen op www.reisgeneeskunde.be (Nederlands), www.medecinedesvoyages.be<br />

(Frans) en www.travelhealth.be (Engels). Deze website werd meer dan 250,000 keer bezocht in<br />

72


2005. We brengen de informatie continu up-to-date en breiden uit waar nodig; in 2005<br />

produceerden we nieuwe landspecifieke informatiefiches, onder andere voor kinderen, zwangere<br />

vrouwen en hoogteziekte. De website heeft een aparte informatiefiche voor meer dan 200 landen,<br />

elk met de verplichte en aanbevolen vaccinaties, een overzicht van malariarisico’s en de<br />

bijbehorende maatregelen, en andere relevante aanbevelingen. De teksten zijn gebaseerd op de<br />

richtlijnen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) en op het consensusbeleid van de<br />

Belgische Wetenschappelijke Studiegroep Reisgeneeskunde, waarvan wij momenteel het<br />

voorzitterschap nemen.<br />

De Medische Diensten van het ITG zijn permanent bereikbaar om snel en accuraat advies te<br />

geven in verband met de opvolging en het management van geïmporteerde besmettelijke<br />

ziekten.<br />

Net als voorgaande jaren namen we opnieuw deel in de belangrijkste nationale en internationale<br />

wetenschappelijke bijeenkomsten over reisgeneeskunde (zie hoofdstuk Departement Klinische<br />

Wetenschappen). We droegen ook via diverse fora bij tot de broodnodige consensusvorming over<br />

reisadviezen, inclusief de uitgave 2005 van het WGO-handboek met reisadviezen.<br />

73


ONTWIKKELINGSSAMENWERKING<br />

Engelse versie p. 106<br />

Capaciteitsversterking in het Zuiden: het DGOS-ITG kaderprogramma<br />

Het ITG en het Belgische Ministerie en Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking<br />

(DGOS) werken al tientallen jaren samen in diverse projecten, beurzenprogramma’s en contracten.<br />

Sinds 1998 bundelen we deze activiteiten in een allesomvattend Raamakkoord. Binnen deze<br />

overeenkomst ondersteunt DGOS een coherent programma van het ITG bestaande uit medische,<br />

veterinaire en wetenschappelijke opleidingen, onderzoeks- en capaciteitsversterking. Deze worden<br />

gepland en goedgekeurd onder de vorm van vijfjarenprogramma’s.<br />

Het eerste vijfjarenprogramma (“5JP-I”) ging van start in 1998 en liep tot zijn einde in 2002, met een<br />

totale uitgaven van meer dan 21 miljoen Euro. Een overzicht van deze activiteiten (onderwijs en<br />

beurzen, institutionele samenwerking, onderzoeksprojecten, congressen en netwerkvorming,<br />

beleidsondersteuning) werd voorgesteld in ons jaarverslag van 2002. In 2001-2002 werd het 5JP-I<br />

aangevuld door twee “AIDS Impuls Programma’s” met een gezamenlijk budget van 5,25 miljoen<br />

Euro. Dit bijkomende initiatief maakte het mogelijk om onze steun aan HIV/AIDS onderzoek,<br />

opleiding en beleidsontwikkeling in ontwikkelingslanden gevoelig te versterken en uit te breiden.<br />

Het tweede vijfJarenprogramma (“5JP-II”) met een totaalbudget van ongeveer 45 miljoen Euro<br />

ging van start in 2003 en zal tot eind 2007 lopen. Het contract met DGOS werd verder<br />

gemoderniseerd tot een beknopte, resultaatsgerichte overeenkomst. In ruil voor deze financiële<br />

steun legt DGOS haar verwachtingen vast omtrent output en kwaliteit. Het is aan het ITG en diens<br />

partners om deze doelstellingen te halen en daartoe de strategieën en activiteiten uit te werken.<br />

De DGOS blijft in de praktijk nauw betrokken bij het plannen en opvolgen van het programma via<br />

de gezamenlijke stuurgroep.<br />

Het hoofddoel van het 5JP-II werd omschreven als “capaciteitsversterking van instellingen in het<br />

Zuiden, die door onderzoek, onderwijs en dienstenvoorziening duurzame verbeteringen kunnen<br />

doorvoeren in de gezondheidsstrategieën, en de armoedebestrijding in hun land of regio.” Dit doel<br />

wordt nagestreefd aan de hand van drie gerelateerde strategieën: individuele opleiding en<br />

ondersteuning; institutionele versterking; internationale netwerken en beleidsontwikkeling. Met dit<br />

doel in zicht werken we samen met 27 instituten en organisaties in 17 ontwikkelingslanden, leiden<br />

we jaarlijks ongeveer 100 individuen op tot een Master- of doctoraatsniveau en ondersteunen we<br />

DGOS in internationale gezondheidsfora en beleidsonderzoek.<br />

Op het individuele niveau richten we ons voornamelijk op het opleiden van internationale<br />

experten, op het ITG maar ook in partnerinstituten. De doctoraatsopleiding, het afstandsonderwijs<br />

en de alumniwerking kregen nieuwe stimuli. In onze Masterprogramma’s bieden we 60 beurzen van<br />

1 jaar aan deelnemers uit ontwikkelingslanden. Elk jaar krijgen de afgestudeerde Masters ook de<br />

74


kans om te wedijveren voor drie doctorale beurzen van 4 jaar. Er worden ook nog bijkomende<br />

beurzen uitgereikt binnen het kader van de specifieke capaciteitsversterkingsprojecten van het<br />

5JP-II. We ontwikkelen strategisch belangrijke afstandscursussen en interactieve<br />

expertprogramma’s. Verder versterken, vergroten en harmoniseren we de steun aan en de<br />

netwerkvorming van onze alumni.<br />

De tweede strategie mikt op de lange-termijn ondersteuning en duurzame versterking van de<br />

partnerinstituten in het Zuiden. Deze institutionele samenwerkingen liggen vast in transparante<br />

contracten en behelzen een nauwe samenwerking op verschilende wetenschappelijke en<br />

administratieve niveau’s. De steun is niet beperkt tot gezamenlijke projecten, maar omvat ook<br />

strategisch en operationeel management, logistiek, administratie en persoonlijke uitwisselingen. De<br />

volledige institutionele omvang zal zich geleidelijk ontwikkelen aan de hand van tussentijdse<br />

evaluaties en heroriëntaties. Met sommige partners is er al een brede samenwerking tot stand<br />

gebracht over het gehele institutionele spectrum. Andere samenwerkingen hebben een meer<br />

thematische nadruk of concentreren zich op ofwel onderzoek of onderwijs. De meeste partners zijn<br />

wetenschappelijke instellingen of referentielaboratoria, maar bij sommige projecten zijn ook<br />

volksgezondheidsdiensten of NGO’s betrokken.<br />

Meerdere 5JP-II projecten zijn een voortzetting van 5JP-I en/of AIP en konden bouwen op een<br />

bestaand élan naar een brede institutionele aanpak. Dit proces is niet altijd even gemakkelijk<br />

omdat de structuur, het management en de gewoonten van vele instellingen geworteld zijn in een<br />

projectmatige aanpak.<br />

Op internationaal niveau proberen we er naar om algemene grensoverschrijdende kennis te<br />

genereren, te verspreiden en toe te passen, en het regionalel en internationale gezondheidsbeleid<br />

te beïnvloeden. We maken gebruik van verschillende mechanismen: directe doorstroming van<br />

resultaten en aanbevelingen naar operationele diensten; verspreiden van resultaten via de<br />

gebruikelijke wetenschappelijke nationale en internationale kanalen (publicaties, verslagen,<br />

congressen); ontwikkeling en ondersteuning van regionale of internationale netwerken. Andere<br />

kanalen zijn de alumninetwerken, de jaarlijkse ITG colloquia en natuurlijk onze<br />

onderwijsprogramma’s.<br />

Een aantal beleidsondersteundende onderzoeksprojecten gaan in op generische beleidsvragen.<br />

Voor 2005 bestonden deze uit de opvolging en evaluatie van internationaal gezondheidsbeleid<br />

toegespitst op de “globale initiatieven”, de opvolging van de “Health Care For All” agenda, de<br />

opschaling van antiretrovirale behandeling voor HIV/AIDS en rationele strategieën voor het<br />

toezicht en de opvolging van zoönoses in Afrika.<br />

Over het voorbije jaar zagen we prestaties en productiviteit van de diverse onderdelen verder<br />

groeien en samenwerkingsprojecten verder evolueren. Het Master programma op het ITG zorgde<br />

ook dit jaar voor een omvangrijk contingent van bekwame professionals en wetenschappers die<br />

75


hun land vervoegden met vernieuwde toewijding en capaciteiten. Het doctoraatsprogramma<br />

groeit snel en begint vruchten af te werpen. De afstemming en de uitbreiding van het ‘Project<br />

Cycle Management’ (PCM) versterkte de gezamenlijke planning, invoering en opvolging.<br />

Verschillende partners groeien uit tot sterke wetenschappelijke actoren en trokken bijkomende<br />

financieringen aan. Zelfs in politieke en socio-economische turbulente omgevingen als de D.R.<br />

Congo was er institutionele vooruitgang op te merken. Sommige projecten worden gehinderd door<br />

het wijdverspreide probleem van ‘brain drain’ en gebrekkige carrièrestructuren, maar algemeen is<br />

het doorzettingsvermogen van onze partners om in en voor hun land te werken van een<br />

opmerkelijk gehalte. De wetenschappelijke output in de vorm van artikels en beleidsinstrumenten<br />

groeit gestaag.<br />

Het “Beleidsvoorbereidend Onderzoek” omvat nu ook het voorbereiden, bijstaan en opvolgen van<br />

de internationale gezondheidsfora samen met de overheidsdelegaties. De start van een Belgisch<br />

platform voor internationale gezondheidsontwikkeling kon rekenen op veel enthousiasme uit<br />

verschillende hoeken. We lanceerden ook een internationale aanbesteding voor een tussentijdse<br />

beoordeling van 5JP-II, die ook terug zal blikken op 5YP-1 en vooruit zal kijken naar<br />

5JP-III. Het contract werd toegekend aan een consortium bestaande uit HERA (een Belgisch<br />

consultancy bedrijf in internationale gezondheidszorg) en het Zwitserse Tropisch Instituut. De interne<br />

enquêtes gingen al eind 2005 van start. De terreinevaluaties en de synthese zullen in de eerste helft<br />

van 2006 plaatsvinden.<br />

In het volgende hoofdstuk brengen we voornamelijk verslag uit over de institutionele samenwerking<br />

in het Zuiden en het Beleidsvoorbereidend Onderzoek. De departementele hoofdstukken<br />

beschreven reeds de onderzoeksactiviteiten en –resultaten. Hier geven we een regionaal en<br />

institutioneel overzicht. De opleidingsonderdelen van het ITG/DGOS-programma zijn opgenomen in<br />

het hoofdstuk Onderwijs en de financiële aspecten worden besproken in het hoofdstuk<br />

Management.<br />

76


ITM-DGDC FRAMEWORK AGREEMENT 2003-2007 (5YP-II): THE SOUTH<br />

PARTNERS<br />

1. Institut National de Recherche Biomédicale, Kinshasa, Congo: reference diagnostics of<br />

infectious diseases<br />

2. Laboratoire National de Référence pour le SIDA, Kinshasa, Congo: reference diagnostics and<br />

control of HIV/AIDS<br />

3. Institut National de Santé Publique, Abidjan, Côte d´Ivoire: research and training in disease<br />

control and public health, with emphasis on HIV/AIDS<br />

4. Unité de maladies infectieuses, Centre Hospitalière Universitaire, Kigali, Rwanda: care, training<br />

and research for the treatment of AIDS and infectious diseases<br />

5. Department of Veterinary Tropical Diseases, Pretoria, South Africa: education, research and<br />

intervention in parasitic livestock diseases and zoonoses<br />

6. Instituto de Medicina Tropical, Universidad Peruana Cayetano Heredia, Lima, Peru: clinical<br />

research and education, AIDS, TB, parasitic diseases<br />

7. Institute of Public Health, Pontificia Universidad Católica del Ecuador, Quito, Ecuador: Masters of<br />

Public Health (training, research, provision of services)<br />

8. National Institute for Hygiene, Epidemiology and Microbiology and the Pedro Kourí Institute of<br />

Tropical Medicine, Havana, Cuba: disease control and public health<br />

9. National Institute of Malariology, Entomology and Parasitology, Hanoi, Vietnam: research, training<br />

and support to the national and provincial control programmes for malaria and other parasitic<br />

diseases<br />

10. HOPE AIDS Care Centre - Sihanouk Hospital, Phnom Penh, Cambodia: reference centre for AIDS<br />

treatment, research and training<br />

77


11. Centre Muraz, Ouagadougou, Burkina Faso: tropical diseases, HIV/AIDS, mother/child care,<br />

public health<br />

12. Tropical Disease Research Centre, Ndola, Zambia: clinical and intervention research on malaria,<br />

AIDS, TB<br />

13. East African Network for Monitoring Antimalarial Treatment, Uganda - Rwanda: East African<br />

network for research and policy on resistant malaria<br />

14. Laboratoire de Référence TBC et Mycobactéries, Cotonou, Benin: national reference and<br />

research laboratory for TB and mycobacteria<br />

15. Laboratoire d´Immunologie, Centre Hospitalière Universitaire, Dakar, Senegal: reference and<br />

research laboratory for the biological diagnosis and follow-up of HIV/AIDS and parasitic diseases<br />

16. Centre for Ticks and Tick-borne Diseases, Lilongwe, Malawi: consolidation of a regional training<br />

and reference centre<br />

17. Centre for Medical Research, Universidad Mayor de San Simón, Cochabamba, Bolivia:<br />

specialisation course in Tropical Medicine, Masters of Disease Control<br />

18. Centre for Zoonoses, Universidad Central, Quito, Ecuador: centre for the study of helminthic<br />

zoonose.<br />

19. National Centre for HIV/AIDS, Ministry of Public Health, Cambodia: coaching, evaluation and<br />

valorisation of the national HIV/STD control programme<br />

20. Programme de Lutte Contre les Maladies Transmissibles et Carentielles, Ministry of Public Health,<br />

Burundi, vector control in epidemic malaria foci in the highlands of Central Africa<br />

21. Programme de Lutte contre les Bilharzioses, Région Médicale de St. Louis, Senegal: integration of<br />

schistosomiasis control of in basic health care<br />

22. Provincial Health Services, AIDS programme, Nyanza, Kenya: prevention of HIV among young<br />

people via local NGOs<br />

78


ALGEMEEN BEHEER EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN<br />

Engelse versie p. 118<br />

Administratieve Ondersteunende diensten<br />

De zoektocht naar een geïntegreerd elektronisch beheersysteem (“IVAN” project, ITG’s<br />

Vernieuwend Administratief Netwerk) waarin de verschillende administratieve diensten<br />

(aankoopdienst, boekhouding, beheer externe fondsen en departementele budgetbeheerders)<br />

rechtstreeks en online gegevens kunnen uitwisselen werd half 2005 afgerond. Na een Europese<br />

aanbesteding met onderhandelingsprocedure werd het software pakket ASW van de firma IBS<br />

aangekocht. De analyse en prototyping fase in voorbereiding van de daadwerkelijke start op 1<br />

januari 2006 nam de nodige tijd en energie in beslag. De overstap van de “eiland” informatica<br />

naar een geïntegreerde rechtstreekse samenwerking is een revolutie in het dagelijks werken en<br />

denken, en steekt definitief de laatste schotten tussen de departementele en centrale<br />

administratieve diensten.<br />

In 2005 verwerkte de Algemene Boekhouding 8.076 facturen, 1.480 schuldvorderingen en 759<br />

buitenlandse betalingsopdrachten. De Boekhouding Medische Diensten verwerkten 58.513<br />

patiëntenfacturen, 41.924 klantenfacturen en 59.714 facturen aan mutualiteiten. De<br />

Aankoopdienst verwerkte 4.554 aankooporders, regelde 1.300 spoedzendingen, 19<br />

exportzendingen, 42 exporten van gevaarlijke goederen en 217 luchtzendingen. Zij boekten 649<br />

reizen en regelde de daarbij horende formaliteiten. De Personeelsdienst verzorgt maandelijks in<br />

eigen beheer de loonadministatie voor 349 personeelsleden en coördineerde de aanwerving van<br />

63 nieuwe personeelsleden. Micha Cole (zie foto) werd aangeworven als opvolgster van Koen De<br />

Sadeleer, hoofd personeelsdienst die half 2006 op brugpensioen gaat. De dienst Externe Fondsen<br />

beheerde samen met de departementele budgetbeheerders 200 onderzoeksprojecten waaronder<br />

35 nieuwe projecten. De medewerkers van de dienst voerden 8 administratieve<br />

opvolgingszendingen uit bij lokale partners en 3 lokale partners (uit Burundi, Cambodja en<br />

Ivoorkust) brachten een bezoek aan de diensten van het ITG om ervaringen uit te wisselen en de<br />

samenwerking te verbeteren.<br />

Academisch Ondersteunende diensten<br />

Net als vorige jaren verzorgde de Grafische dienst de vormgeving van dit jaarverslag en andere<br />

ITG-brochures, cursussen, publicaties en posters. Ze zijn ook verantwoordelijk voor de grafsiche<br />

platvormen die gebruikt worden voor de e-learning projecten van het ITG. Een ‘single source<br />

content’ programma werd aangekocht om de aanmaak van cd-roms, electronisch<br />

cursusmateriaal en ‘e-learning’ projecten te vereenvoudigen.<br />

De dienst Toegepaste Technologie en Productie (TT&P) breidde haar dienstverlening verder uit naar<br />

79


de onderzoeksdepartementen, het klinisch laboratorium en vele externe organisaties en NGO’s.<br />

De centrale cryobank kreeg 5,200 nieuwe cryostabilaten bij. De productie van kweekbodems<br />

steeg met 36% of 104,332 eenheden. Het ontsmetten, de recyclage en sterilaties van herbruikbaar<br />

labomateriaal daarentegen daalde door de inbruikname van het L3 laboratorium, waarvan de<br />

gebruikers volgens de veiligheidsvoorschriften hun besmet materiaal voortaan zelf ontsmetten.<br />

Naast andere diagnostische reagentia en testkits werden 3,1 miljoen CATT-testen geproduceerd<br />

voor diverse slaapziekte bestrijdingsprogramma’s in West- en Centraal Afrika. De evaluatie van de<br />

nieuwe testkit (DAT/VL-FD) voor serodiagnose van viscerale leishmaniasis in Nepal, Soedan en Indië<br />

werd afgerond in samenwerking met het Departement Volksgezondheid.<br />

De activiteiten van de Bibliotheek en de Studentendienst worden elders in dit verslag<br />

gerapporteerd (hoofdstukken Bibliotheek en Onderwijs).<br />

Technisch Ondersteunende diensten<br />

Een belangrijke realisatie van de Technische Dienst in 2005 was het afwerken van de technische<br />

installaties en de beveiligingsystemen van de nieuwe L3/L2 laboratoria. Het oude L3 laboratorium<br />

werd volledig ontmanteld en heringericht als een volwaardige L3, waarvan de technische<br />

installaties geïntegreerd zijn in de nieuwe laboratoria. De toegangscontrole werd verder uitgebreid<br />

en aangepast ten gevolge van de interne verhuizingen. De kelder van gebouw Sint Rochusstraat 6<br />

werd deels ingericht tot vries-, stockeer- en archiefruimte. Verder waren er de modernisering van<br />

de lift in het hoofdgebouw, de renovatie van de trapzalen van de polikliniek, het omvormen van<br />

archiefruimte tot burelen, de aanpassing en de installatie van nieuwe nutsvoorzieningen, de<br />

vervanging van het plafond in een deel van het gebouw Sint- Rochusstraat 4 en de verfraaiing van<br />

de historische binnentuin.<br />

Het diensthoofd Technisch Beheer werd in beslag genomen door de opvolging van de renovatie<br />

en aanpassingswerken in het klooster en de kapel (zie foto’s). In het najaar 2006 zal deze nieuwe<br />

onderwijscampus in gebruik kunnen genomen worden. Met de gebruikers werd intensief overleg<br />

gepleegd over de inrichting en lokaalverdeling.<br />

De Informaticadienst had de handen meer dan vol met het coördineren van het al eerder<br />

vermelde “IVAN” project. De helpdesk (3 VTE) registreerde 12.000 oproepen, zij installeerden 41<br />

nieuwe LAPtops, 61 PC’s en 16 printers. Daarenboven realiseerde zij de installatie van een nieuwe<br />

AS400 als platform voor de verschillende informaticatoepassingen, het aansluiten van de medische<br />

data en de klinische labosoftware op de SQL server, het telewerken via de creatie van stabiele en<br />

beheersbare VPN-omgevingen, de implementatie van nieuwe spamfilters ter controle van de inen<br />

uitgaande mailtrafiek en een analyse van de telefonie wat resulteerde in nieuwe contracten<br />

met Belgacom.<br />

De interne dienst Preventie en Bescherming op het Werk realiseerde samen met de Technische<br />

dienst de uitbreiding en de aanpassingen van de elektronische toegangscontrole ten gevolge van<br />

80


de interne verhuizingen, organiseerde informatievergaderingen over de ergonomische<br />

werksituaties op de werkvloer, een reorganisatie van de brandpreventie, herschreef de<br />

veiligheidsprocedures in de laboratoria en startte ook de voorbereidingen voor de organisatie van<br />

het onderhoud en de catering in het klooster en kapel. De invoering van de nieuwe wet die roken<br />

op de werkvloer verbiedt was geen probleem voor het ITG waar al 5 jaar een volledig rookverbod<br />

geldt.<br />

Voor de dienst Kwaliteitsmanagement was 2005 een belangrijk jaar. Het eerste vijfjarenplan werd<br />

afgesloten en de dienst werd met Lindsey Nuyts uitgebreid tot drie medewerkers. Ze ondersteunen<br />

de ongeveer 20 kwaliteitscoördinatoren van de verschillende departementen, eenheden en<br />

laboratoria die reeds deel uitmaken van het geaccrediteerde kwaliteitssysteem.<br />

Als belangrijkste verwezenlijkingen voor 2005 zien we:<br />

• Een interne audit bij de medische diensten, in voorbereiding van een formele ISO 9001<br />

certificatie.<br />

• De externe audit van BELAC in juni 2005 beloonde onze inspanningen met een zeer positief<br />

auditrapport.<br />

• De voorbereiding voor de certificatie van de CATT productie.<br />

• De uitbreiding van de ondersteuning naar eenheden endiensten die zich op een<br />

geaccrediteerd kwaliteitssysteem voorbereiden.<br />

• De invoering van een nieuw en uniform ITG notaboek.<br />

• De aanpassing van de norm voor laboratoriumactiviteiten van ISO 17025 naar ISO 15189.<br />

• De afwerking van een institutioneel kwaliteitshandboek, voorlopig opgesplitst in een<br />

gemeenschappelijk deel en een specifiek deel voor laboratoria.<br />

• Een nieuw beleidsplan 2006-2010 met een toekomstvisie op de verschillende accreditaties en<br />

certificaties.<br />

De ‘Stuurgroep Kwaliteit’ werd verder gestructureerd en kreeg meer verantwoordelijkheden. Alle te<br />

actualiseren documenten werden volgens een strikt tijdschema besproken en goedgekeurd. De<br />

stuurgroep is tevens een forum om gemeenschappelijke problemen te bespreken en informatie uit<br />

te wisselen.<br />

Personeel<br />

Op 31 december 2005 werkten op het ITG 349 personeelsleden, een equivalent van 313,1 voltijdse<br />

arbeidsplaatsen. De grafieken en gegevens die volgen baseren zich op deze momentopname.<br />

Zoals vast gelegd in de Beheersovereenkomst met de Vlaamse Regering past het ITG dezelfde<br />

barema’s, normen en arbeidsvoorwaarden toe als die van de Vlaamse Universiteiten met wie de<br />

personeelsstructuur en het personeelsbeleid dan ook sterk vergelijkbaar is.<br />

De personeelscategorieën zijn:<br />

81


• Vast benoemd wetenschappelijk kader: zelfstandig academisch personeel (ZAP),<br />

wetenschappelijk kaderpersoneel (WKP) en medisch kaderpersoneel (MKP) ;<br />

• Tijdelijk wetenschappelijk personeel: assisterend academisch personeel (AAP), assisterend<br />

wetenschappelijk personeel (AWP) en het assisterend medisch personeel (AMP);<br />

• Ondersteunend personeel: administratief, technisch en onderhoudspersoneel (ATP).<br />

In oktober 2004 keurde de Raad van Bestuur de definitieve versie van de respectievelijke<br />

personeelsreglementen goed. Deze moderniseren de procedures bij aanwerving, vacature,<br />

functieclassificatie, bevorderingen, verloning en loopbaanonderbreking. Zij vormen een belangrijke<br />

hoeksteen van een transparant personeelsbeleid en de integrale kwaliteitszorg.<br />

Figuur 1 geeft een totaalbeeld van het aantal personeelsleden (in voltijdse equivalenten) voor het<br />

jaar 1995, 2000 en 2005 verdeeld over de drie financieringsbronnen en de drie<br />

personeelscategorieën. In deze periode steeg het aantal personeelsleden van 224 naar 313<br />

voltijdse equivalenten, een stijging van 40%.<br />

Opvallend is de toename van het tijdelijk wetenschappelijk personeel met 60%; deze toename<br />

manifesteert zich via externe onderzoeksprojecten. Het personeelskader dat via DGOS activiteiten<br />

betaald wordt voor de wetenschappelijke omkadering, zijn opgenomen bij de externe<br />

onderzoeksfondsen. Deze grafiek houdt bovendien geen rekening met de 63 doctoraatsstudenten<br />

die hun onderzoekswerk aan het ITG uitvoeren.<br />

Uit de grafiek blijkt globaal een stijging van 38% van het aantal ondersteunende personeelsleden<br />

(ATP), met enerzijds een stagnatie van het institutioneel kader, en anderzijds een stijging van 179%<br />

via externe fondsen en 80% via de medische diensten.<br />

Het institutionele budget financieert vandaag 45% van het aantal personeelsleden, de externe<br />

fondsen 41% en medische diensten 14%, waar dit in 1995 nog 64%, 26% en 10% was.<br />

82


Figuur 2: geeft een beeld van het opleidingsniveau van het personeel. 81% van het personeel heeft<br />

een diploma van hoger onderwijs, waarvan 45% aan universiteiten en 36% aan hogescholen. Het<br />

ITG stimuleert de permanente bijscholing via interne seminaries, vormingsdagen en externe en<br />

interne opleiding.<br />

83


Figuur 3 geeft de verhouding tussen contracten van bepaalde en onbepaalde duur. Hoewel de<br />

grote meerderheid van het personeel al geruime tijd werkt aan het ITG heeft slechts 55% van de<br />

personeelsleden een kontrakt van onbepaalde duur. Naast de inherent tijdelijke mandaten van<br />

het assisterend wetenschappelijk personeel zijn vele andere personeelscontracten gebonden aan<br />

tijdelijke externe financiering via onderzoeksprojecten. De arbeidsvoorwaarden voor de<br />

personeelsleden met tijdelijke contracten zijn sinds 1998 wel vrijwel gelijkgeschakeld aan die van<br />

het personeel met contracten van onbepaalde duur.<br />

Figuur 4 geeft aan dat vrouwen 54% van het ITG personeel vertegenwoordigen. Er is een evenwicht<br />

bij het technisch personeel en de pre-doctorale wetenschappers maar nog steeds een duidelijke<br />

ondervertegenwoordiging bij het post-doctorale en het vast wetenschappelijk kader. Zoals elders<br />

werken er aan het ITG meer vrouwen dan mannen in administratieve en onderhoudsdiensten.<br />

84


Figuur 5 geeft de leeftijdsstructuur van het personeel weer. 27% van het personeel is ouder dan 50<br />

jaar, 34% zijn veertigers en 26% dertigers. Van het vast wetenschappelijk personeel is 54%<br />

vijftigplusser; ook 16% van het wetenschappelijk personeel en 26% van het ATP hoort bij deze<br />

leeftijdsgroep. Deze piramide is gezond; er is voldoende jonger personeel om het werk van de<br />

toekomstige gepensioneerden over te nemen.<br />

Financiën<br />

Dit deel starten we met enkele algemene beschouwingen en grafieken. Dan volgt een<br />

gedetailleerd boekhoudkundig verslag van de jaarrekening en de balans, en het verslag van de<br />

bedrijfsrevisoren.<br />

De onderstaande grafieken houden geen rekening met de inkomsten en uitgaven van de<br />

afdelingen “Fondsen en Legaten” en “Investeringen”. Een aantal dubbeltellingen in de<br />

resultaatsrekeningen (inschrijfgelden, overhead en interne verrekeningen) werden geneutraliseerd.<br />

Inkomsten<br />

In 2005 bedroegen de netto inkomsten van het ITG bijna 36 miljoen Euro, een stijging van 12%<br />

tegenover 2004 en 120% tegenover 1995. De uitzonderlijke inkomsten via het AIDS-<br />

Impulsprogramma gefinancierd via DGOS verklaren de pieken in 2002 en 2003.<br />

Het aandeel van de basistoelage stagneert op 25%, inschrijfgelden 4%, de medische diensten 12%.<br />

De projectfinanciering en de DGOS inkomsten blijven hun aandeel versterken met respectievelijk<br />

25% en 18%. Ook de eigen inkomsten uit overhead, sociale en fiscale ristorno’s en interne<br />

doorrekeningen versterken hun aandeel tot 16%.<br />

85


Figuur 6 geeft een overzicht van de inkomsten sinds 1995.<br />

De basistoelage van de Vlaamse Overheid (Ministerie van Onderwijs) nam de voorbije 10 jaar<br />

nominaal toe met 21%; met een jaarlijkse gemiddelde stijging van de loonkost van 4% komt dit neer<br />

op een inlevering van 19%. Deze basisfinanciering blijft wel de garantie voor de wetenschappelijke<br />

onafhankelijkheid van het onderzoek, het onderwijs, de dienstverlening en de internationale status<br />

van het ITG.<br />

De eigen inkomsten blijven een sterke toename realiseren via overhead, interne doorrekeningen,<br />

fiscale en sociale ristorno’s en sinds 2002 ook de inkomsten van de productie van diagnostica. Zij<br />

verstevigen hiermee hun aandeel tot 16%, een verzevenvoudiging sinds 1995.<br />

De omzet van de Medische Diensten verdubbelden sinds 1995 dankzij de toename van het aantal<br />

prestaties en het bekomen van forfaitaire toelagen voor de referentietaken. Toch blijven deze<br />

inkomsten ontoereikend om de kosten van hoogwaardige patiëntenzorg en referentietaken te<br />

dekken.<br />

De inkomsten via de projectfinanciering blijven toenemen en vertonen een driejaarlijks cyclisch<br />

verloop tengevolge van de Europese financieringsprogramma’s. Hun aandeel is 25% van de<br />

inkomsten, een stijging van 76% sinds 1995. De sinds 1998 gebundelde zuidactiviteiten in uitvoering<br />

van de DGOS overeenkomst nemen 18% van de inkomsten, een verdriedubbeling sinds 1998.<br />

86


Figuur 7 en 8 geven de evolutie sinds 1995 van DGOS en de projectfinanciering volgens<br />

financieringsbron sinds 1995.<br />

Uit de gedetailleerde tabel blijkt, na de terugval en stagnatie in 2003 en 2004, een stijging van 17%<br />

tegenover 2004. Deze stijging is volledig te verklaren door de toename van de Europese<br />

onderzoeksfondsen die de ITG onderzoekers konden verkrijgen. Anderzijds is er een terugval via de<br />

Europese uitvoeringsprogramma’s (3 de en 4 de geldstroom) door het aflopen van een aantal<br />

projecten. Hierdoor blijft het aandeel van de Europese onderzoeksfinanciering op 25%.<br />

De inkomsten via de DGOS overeenkomst die de ITG zuidactiviteiten bundelen nemen 47% van<br />

deze inkomsten. Door het aflopen van een IWT-onderzoeksproject verschrompelt het aandeel van<br />

de onderzoeksprojecten via de Vlaamse onderzoeksinstellingen tot amper 6% van de<br />

onderzoeksgelden via de 2 de geldstroom.<br />

De toegekende subsidies van de Nationale Loterij voor de renovatie van de laboratoria en het<br />

klooster worden verwerkt in het investeringsfonds en zijn dus niet opgenomen in deze lijst. De<br />

negatieve bedragen in sommige kolommen betreffe, aanpassingen van ontvangen voorschotten<br />

en eindafrekeningen van projecten tegenover vorig jaar.<br />

Uitgaven<br />

Figuur 9 geeft de verdeling van de effectieve uitgaven weer (33 miljoen Euro). De geldtransacties<br />

naar onze onderzoekspartners, 5 miljoen Euro, wel opgenomen in de resultaatsrekening, zijn hier<br />

niet vermeld.<br />

De verhouding van de uitgaven blijft vrijwel constant over de beschouwde periode. Het aandeel<br />

van onderwijs en onderzoek blijft stabiel op 66%, ook de medische diensten blijven op 13%.<br />

87


Management en ondersteunende diensten stabiliseren eveneens hun aandeel op 18% van de<br />

totale uitgaven.<br />

Figuur 10 geeft de financiële details van de uitgaven voor DGOS overeenkomst (zie hoofdstuk<br />

‘Internationale Samenwerking’). De sterke toename sinds 2003 van de algemene kosten en de<br />

wetenschappelijke omkadering is toe te schrijven aan de nieuwe contractvorm, met een forfait<br />

voor wetenschappelijke omkadering van 25% en 12% algemene overhead. Voordien werden deze<br />

verdeeld als personeels- en werkingskosten over de verschillende projecten.<br />

Meer dan 67 % van de DGOS fondsen gaan rechtstreeks naar instellingen en studenten uit het<br />

Zuiden. Deze uitgaven gaan – voor zover opsplitsbaar - voor 60% naar Afrika, 13% naar Azië en 27%<br />

naar Zuid-Amerika.<br />

88


Resultaat 2005<br />

De resultaatsrekening op de volgende pagina’s geeft een totaal overzicht van alle inkomsten en<br />

uitgaven en wordt verdeeld over 4 afdelingen:<br />

• Instituut (basistoelage, eigen inkomen en inschrijfgelden)<br />

• Projectfinanciering en DGOS Overeenkomst<br />

• Medische Diensten<br />

• Fondsen en Legaten.<br />

Het financiële resultaat voor de afdeling “Instituut” is positieve 872,000 Euro, mede door de<br />

vertragingen bij de renovatiewerken aan het klooster waardoor een aantal technische<br />

aanpassingwerken en installaties voor de communicatie en netwerkbeheer nog niet konden<br />

uitgevoerd worden. Deze niet-uitgegeven kredieten worden overgedragen naar 2006. Nog een<br />

reden voor dit positief resultaat is de late bevestiging van fiscale en sociale ristorno’s, wat de<br />

aanwerving van hoogstnodig personeel vertraagde.<br />

Het saldo zal zoals vorig jaar deels (10%) toegewezen worden aan het beurzenfonds en de<br />

activiteiten voor de 100 jaar viering. Het saldo zal aangewend worden als buffer voor de realisatie<br />

van de prioriteiten van het beleidsplan 2006-2010, in afwachting van een hopelijke verhoging van<br />

de basistoelage van de Minister van Onderwijs.<br />

De rekeningen van de “Medische Diensten” blijven zorgen baren, enerzijds door een wijziging in de<br />

nomenclatuur voor klinische prestaties en anderzijds door de arbeidsintensieve omkadering van de<br />

“topzorg” voor AIDS-patiënten. Met enige vertraging is de nu wel al langer beloofde verhoging van<br />

de toelage voor het ARC goedgekeurd vanaf 2006.<br />

Het positieve saldo van de opbrengsten van de diagnostica-productie wordt zoals vorige jaren<br />

toegewezen aan het “Fonds Productie” dat dient als buffer bij een mogelijke terugval van de<br />

inkomsten en steeds meer als ondersteuning van onderzoek naar “verwaarloosde ziekten”. Een<br />

aantal saldi van niet volledig uitgegeven kredieten worden overgedragen naar 2006.<br />

De cijfers voor de afdeling “Projectfinanciering en DGOS Overeenkomst” omvatten enkele<br />

dubbeltellingen met de afdeling “Instituut”, voor overhead, inschrijfgelden en verrekeningen van<br />

prestaties. Het saldo op deze projectrekeningen wordt via de balansrekeningen overgedragen<br />

naar het volgende kalenderjaar.<br />

De resultaten op de afdelingen “Fondsen en Legaten” worden aangewend voor de specifieke<br />

doelstellingen (investeringen, prijzen, vervroegde pensioneringen e.a.).<br />

In totaal werd slechts 47% van de totale uitgaven besteed aan personeelskosten: voor de afdeling<br />

“Instituut” bedraagt dit aandeel 77% van de uitgaven en 70% van de inkomsten. De<br />

89


personeelskosten stijgen globaal met 8% waarvan het grootste deel via de afdeling Instituut. Deze<br />

verhoging is deels te verklaren door de jaarlijkse inherente loonstijgingen via indexatie,<br />

baremaverhogingen en bevorderingen, maar is deels ook het gevolg van de resterende financiële<br />

verplichtingen voor de lopende CAO Brugpensioen.<br />

De sterke toename van de werking- en investeringsuitgaven is een logisch gevolg van de<br />

renovatiewerken aan het Capucijnenklooster via het investeringsfonds. Deze renovatiewerken<br />

kunnen betaald worden met de investeringstoelage van het Ministerie van Onderwijs dat hiervoor<br />

een aantal jaren werd opgespaard, aangevuld met de renovatiepremie via Monumenten en<br />

Landschappen en subsidies van de Nationale Loterij. Anderzijds werden ook belangrijke sommen<br />

overgemaakt aan onderzoekspartners in het zuiden in uitvoering van de DGOS Overeenkomst en<br />

de gezamenlijke onderzoeksprojecten.<br />

Balans<br />

De balans geeft voor alle afdelingen samen een overzicht van alle bezittingen, voorzieningen,<br />

stand van de financiële rekeningen, schulden en tegoeden.<br />

Met de uitvoering van de omvangrijke investeringswerken aan het klooster daalt het “Eigen<br />

Vermogen” via het Fonds Investeringen. Ook de “Schulden op lange en korte termijn” dalen terwijl<br />

de “Voorzieningen voor risico’s en lasten” stijgen via de bijkomende reserveringen voor de<br />

Brugpensioenen en andere voorzieningen.<br />

Aan actiefzijde stijgen de “Vaste Activa” door de werken in uitvoering, terwijl de “Vorderingen op<br />

korte termijn” in belangrijke mate dalen samen met de “Financiële rekeningen”.<br />

De financiële indicator voor de “Vaste Activa”, dit is het “Eigen Vermogen” (3 miljoen Euro) plus<br />

“Vreemd Vermogen” op lange termijn (4 miljoen Euro) verminderd met de “Vaste Activa” (8<br />

miljoen Euro), geeft een netto bedrijfsresultaat van - 1 miljoen Euro, een logisch gevolg van de<br />

investeringsuitgaven. De financiële indicator voor de “Vlottende Activa”, dit is de verhouding van<br />

de “Vlottende Activa” (16,6 miljoen Euro) tot de “Schulden op korte termijn” (5,5 miljoen Euro), is<br />

3,0. Er zijn dus voldoende beschikbare middelen om de schulden op korte termijn te betalen.<br />

90


De verslagen en de balans werden onderzocht en goedgekeurd door de auditoren, zoals<br />

bevestigd werd in hun verslag op de volgende pagina.<br />

92

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!