Nederlandse vertaling - Itg
Nederlandse vertaling - Itg
Nederlandse vertaling - Itg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Nederlandse</strong> <strong>vertaling</strong><br />
Illustraties, tabellen, literatuur- en persoonslijsten:<br />
Zie Engelse basisversie
INHOUDSTAFEL<br />
SAMENVATTING ................................................................................................................................................................. 5<br />
VOORWOORD DOOR DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR........................................................................... 11<br />
VOORWOORD DOOR DE DIRECTEUR.............................................................................................................................. 12<br />
BEZOEK VAN KONING ALBERT EN PRESIDENT SAMPAIO ............................................................................................... 14<br />
IN MEMORIAM ................................................................................................................................................................. 15<br />
ONDERWIJS ...................................................................................................................................................................... 18<br />
ONDERZOEK ..................................................................................................................................................................... 47<br />
DEPARTEMENT DIERGENEESKUNDE ................................................................................................................................. 47<br />
DEPARTEMENT KLINISCHE WETENSCHAPPEN.................................................................................................................. 51<br />
DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE..................................................................................................................................... 53<br />
DEPARTEMENT PARASITOLOGIE ...................................................................................................................................... 58<br />
DEPARTEMENT VOLKSGEZONDHEID................................................................................................................................62<br />
CLINICAL TRIAL UNIT........................................................................................................................................................ 67<br />
BIBLIOTHEEK ..................................................................................................................................................................... 69<br />
MEDISCHE DIENSTEN........................................................................................................................................................ 71<br />
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING .................................................................................................................................. 74<br />
MANAGEMENT EN FINANCIES ........................................................................................................................................ 79<br />
3
SAMENVATTING<br />
Engelse tekst p. 4-5<br />
Onderwijs<br />
In 2005 leverde het ITG 78 internationale Masters in volksgezondheid, ziektebestrijding en<br />
diergeneeskunde af aan vooral Zuidelijke deskundigen; 158 postgraduaatsdiploma’s in tropische<br />
geneeskunde aan overheersend jonge Europese universitairen; en 153 certificaten voor<br />
gespecialiseerde cursussen aan internationale studenten. 81 binnen- en buitenlandse<br />
onderzoeksassistenten en beursstudenten ontvingen een doctoraatsopleiding, waarvan er 12 hun<br />
doctoraat behaalden in 2005.<br />
De postgraduaat diplomacursus in tropische geneeskunde voor artsen werd gronding hervormd in<br />
2 aparte modules, enerzijds internationale gezondheidszorg, anderzijds tropische geneeskunde.<br />
Daarbij werd de <strong>Nederlandse</strong> versie vervangen door een Engelse versie. De Master programma’s<br />
evalueerden hun leerplannen en organisatie en bereidden zich hervormingen en re-accreditatie<br />
voor. De Alumni Netwerken bundelden hun inspanningen, organiseerden meerdere regionale<br />
vergaderingen en ondersteunden vele individuele leden en internationale groepen. De<br />
studentendienst bleef hooggewaardeerde administratieve, socio-culturele en praktische steun<br />
leveren aan onze buitenlandse studenten. De projecten van de diergeneeskunde rond e-learning<br />
en de telegeneeskunde voor klinisch Aids-management zijn in volle werking en zeer succesvol.<br />
Onderzoek<br />
In 2005 publiceerden ITG-onderzoekers 230 artikels in internationale tijdschriften, 1 boek, 27<br />
boekhoofdstukken, 12 doctorale onderzoekstheses en honderden andere papers en abstracts. We<br />
organiseerden verschillende conferenties en seminaries, waaronder het jaarlijks ITG colloquium<br />
rond Buruli ulcus dat plaatsvond in Benin. Veel van ons onderzoek werd omgezet in verbeterde<br />
praktijken in het laboratorium en op het terrein, en leidde tot belangrijke capaciteitsversterking in<br />
het Zuiden.<br />
Het onderzoek in de diergeneeskunde concentreerde zich voornamelijk op dierlijke<br />
trypanosomiasis (epidemiologie en ecologie, genetische diversiteit, geneesmiddelenresistentie);<br />
rundertheileriose (epidemiologie en bestrijding, vector ecologie, immunisatie-onderzoek); het<br />
taeniasis-cysticercose complex (diagnostische biomarkers, immuniteit, epidemiologie en<br />
bestrijding); gastro-intestinale strongyle infecties (behandeling en geneesmiddelenresistentie);<br />
trichinellose (diagnostiek).<br />
In de parasitologie lag de nadruk op malaria (entomologie, epidemiologie en bestrijding, klinische<br />
testen en interventiestudies, geneesmiddelenresistentie, moleculaire methoden voor de opvolging<br />
van insecticide- en geneesmiddelenresistentie); humane Afrikaanse trypanosomiase (diagnostiek,<br />
5
ecologie en epidemiologie, geïntegreerde bestrijding, tseetsee-trypanosome interacties);<br />
leishmaniase (moleculaire en klinische epidemiologie, geneesmiddelenresistentie, diagnostiek,<br />
behandeling, geïntegreerde bestrijding); schistosomiasis (transmissiedynamica, immunoepidemiologie,<br />
geïntegreerde bestrijding) en geohelminthen (epidemiologie, relatie met atopie).<br />
Ons onderzoek naar HIV/AIDS en Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) bevat een brede<br />
waaier van laboratoriumwerk tot veldwerk. In de virologie concentreert men zich voornamelijk op<br />
het neutraliseren van antilichamen, in vitro-ontwikkeling van microbiciden, immunotherapie, virale<br />
fitness, virale recombinatie en functionele proteomica, resistentie tegen geneesmiddelen en<br />
diagnostiek. In een interdisciplinair project in Peru wordt HTLV-1 bestudeerd. Het immunologisch<br />
onderzoek van HIV richt zich voornamelijk op alternatieve testen voor tellingen van CD-4 cellen en<br />
virale lading, HIV-blootgestelde maar persistent seronegatieve prostituees en serodiscordante<br />
koppels, en humorale en cellulaire reacties op pseudovirale deeltjes. Het klinische HIV/AIDSonderzoek<br />
omvat het hele spectrum van klinisch management in Europa en ontwikkelingslanden,<br />
van diagnose over behandeling tot psycho-sociale steun. Het interventie-onderzoek rond HIV en<br />
SOA richt zich voornamelijk op risicogroepen zoals prostituees en jongeren, knelpunten rond de<br />
uitbreiding van de AIDS-behandelingsprogramma’s, hun effecten op gezondheidszorg en ‘human<br />
resources’, de epidemiologie van trichomonas en HSV-2 en klinische proeven van nieuwe<br />
microbiciden.<br />
Het onderzoekswerk rond tuberculose bestaat uit het wereldwijd opvolgen van resistente stammen,<br />
het bepalen van geneesmiddelengevoeligheid, de evaluatie van behandelingsschema’s voor<br />
multiresistente TB, sputum-negatieve TB-patiënten, verbeterde diagnostische methodes en klinische<br />
testen van verkorte behandelingen. Het onderzoek naar mycobacteriële (Buruli) ulcus<br />
concentreert zich op de transmissie van Mycobacterium ulcerans, klinisch management en<br />
bestrijding.<br />
Het onderzoek in de reisgeneeskunde hield zich voornamelijk bezig met geïmporteerde koorts,<br />
intestinale amoebiase, mycotische ziekten en het toezicht van tropische ziekten in Europa.<br />
Ons onderzoek naar gezondheidssystemen volgt vier rode lijnen: financiële toegangelijkheid tot<br />
gezondheidszorg; kwaliteit van de gezondheidszorg en het personeel; integratie van<br />
ziektebestrijding en specifieke programma’s voor moeder-en-kind zorg; en internationaal<br />
gezondheidsbeleid.<br />
De interdepartementele groepen rond verwaarloosde ziekten, genoomwerk en klinische proeven<br />
tonen de interdisciplinaire synergie op het ITG aan. De ‘Clinical Trial Unit’ die werd opgericht in 2004<br />
is nu volledig bemand en speelde al snel een belangrijke rol in de ontwikkeling van het ITG als<br />
centrum voor klinische proeven in ontwikkelingslanden.<br />
Internationale capaciteitsversterking<br />
Het tweede vijfjaren programma (2003-2007) onder het Raamakkoord tussen het ITG en de<br />
Belgische Directoraat-Generaal van Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) heeft een succesvol<br />
6
derde jaar achter de rug. Op het individueel niveau hebben we 60 Mastersstudenten, 17<br />
doctoraatsstudenten en tientallen stagiaires opgeleid. De software pakketten “Tropical medicine”<br />
en “Kabisa” (klinische besluitvorming) en het AIDS-Telemedicine netwerk zijn toegankelijk voor al<br />
onze institutionele partners in het Zuiden. We bleven steun verlenen aan de 18 partnerinstituten en<br />
de 4 operationele gezondheidsdiensten en NGO’s die deel uitmaken van het ITG/DGOS netwerk.<br />
Ze volgden allemaal de logische kaderplanning waardoor er verschillende partners verder<br />
evolueerden van een project-gebaseerde samenwerking naar een bredere institutionele<br />
ontwikkeling, zoals voorzien in de partnervergadering in 2004. Het jaarlijkse ITG colloquium werd<br />
dan ook voor de eerste keer georganiseerd in en door een Zuidelijke partner, Benin. Van nu af aan<br />
zal de locatie van het colloquium wisselen tussen Antwerpen en een partnerinstituut. Het<br />
Beleidsvoorbereidend Onderzoek (BVO) en de ‘Platform’-onderdelen werden geïntegreerd in een<br />
“DGOS Steunpunt”. De BVO-projecten over de knelpunten in AIDS-behandelingen, de ‘human<br />
resources’ voor gezondheid en besluitvorming binnen de openbare dierengezonheidszorg gingen<br />
goed vooruit. Het geïntegreerde beleidsonderzoek over de “Health Care for All” agenda liet<br />
wortels groeien in een groot aantal landen, situaties en onderwerpen. We versterkten de financiële<br />
en administratieve steun aan onze partners en hielden transparante en efficiënte verslagen bij over<br />
alle activiteiten. Een tussentijdse (“Mid-term”) beoordeling van het vijfjaren programma ging van<br />
start. Ze zal tevens een terugblik zijn op het eerste vijfjaren programma en een vooruitzicht naar het<br />
derde maken. Deze beoordeling zal worden afgerond in de loop van 2006. De nieuwe<br />
samenwerking met het Vlaams Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking verloopt goed: het<br />
project voor steun aan medische faciliteiten in Tete, Mozambique komt op dreef en<br />
voorbereidingen werden getroffen voor een nieuw project voor de versterking van het<br />
personeelsbeleid in de gezondheidszorg.<br />
Medische diensten<br />
De Medische Diensten van het ITG voerden in 2005 27,085 consultaties uit, leverden 29,815<br />
vaccinaties af, hospitaliseerden 280 patiënten (in de gezamenlijke Hospitalisatie-afdeling in het<br />
Universitair Ziekenhuis van Antwerpen) en verwerkten laboratoriumstalen van 32,131 interne en<br />
externe patiënten. Onze (drietalige) website ‘Reisadvies’ werd meer dan 250,000 keer<br />
geconsulteerd en onze ‘Reistelefoon’ ontving 16,155 oproepen. Het AIDS revalidatie centrum voor<br />
lange-termijn zorg en steun voor HIV-patiënten schreef 182 patiënten in, waardoor het totaal van<br />
geregistreerde patiënten sinds 2001 opliep tot 1,698. De grote tevredenheid van onze klanten werd<br />
aangetoond door systematische enquêtes. Het medisch personeel zette intensief het referentie- en<br />
steunwerk voor nationale en internationale authoriteiten en andere medische instellingen en<br />
collega’s voort, alsook de onderzoeks- en opleidingdsactiviteiten binnen het Departement<br />
Klinische Wetenschappen.<br />
7
Management<br />
Het ITG nam nieuwe statuten aan en vernieuwde de Raad van Bestuur. Het strategische vijfjarenplan<br />
werd goedgekeurd, maar de uitvoering ervan zal afhangen van verhoogde basis- en<br />
onderzoekstoelagen. De Wetenschappelijke Raad van Advies beëindigde zijn mandaat en wordt<br />
op dit moment opnieuw samengesteld. Het aantal personeelsleden bleef relatief stabiel met een<br />
kleine verhoging van 3 eenheden naar een totaal van 349 mensen (313 FTE). Het hervormde<br />
personeelsreglement werd ingevoerd en het pensioenfonds van het ITG grondig geherstructureerd.<br />
De financiële verslagen voor 2005 sloten af met een ongebruikelijk groot overschot van 872,000<br />
Euro op een totaal inkomen van 36 miljoen Euro, door vertraagde investeringen en<br />
tewerkstellingen. Het kwaliteitsmanagement programma rondde het eerste deel af van het 10-<br />
jaren project voor globale certificatie. De logistieke en technische investeringen van de voorbije<br />
jaren beginnen te lonen, met de succesvolle ingebruikname van de nieuwe hoog-beveiligde<br />
laboratoria en de omvorming van het Capucijnenklooster in een nieuwe campus. De<br />
administratieve, financiële en aankoopdienst slaagden erin een steeds groter aantal activiteiten<br />
en projecten adequaat te verwerken. Samen met de informaticadienst introduceerden zij een<br />
nieuw, institutioneel geïntegreerd management software pakket. De grafische en centrale<br />
laboratoriumdiensten en bleven trouw hun diensten verlenen aan interne en externe klanten.<br />
Een nieuw vijfjaren plan<br />
Volgend op de nieuwe beheersovereenkomst met het Vlaamse Ministerie van Onderwijs eind 2004,<br />
diende het ITG een nieuw beleidsplan 2006-2010 voor te leggen voor eind 2005.<br />
Aangezien er nog geen bevestiging is voor de hoog nodige en langverwachte verhoging van onze<br />
basistoelagen, waren we verplicht het merendeel van onze ambities in de voorwaardelijke wijs te<br />
zetten. Het nieuwe beleidsplan mikt er op de internationale positie van het ITG ook als “Centre of<br />
Influence” te consolideren.<br />
Op vlak van onderwijs moet ons onderwijsprogramma in een competitief internationaal veld, een<br />
nieuwe generatie studenten en de hervormde Vlaamse en Europese legale kaders bijhouden. Om<br />
de nodige onderwijsvernieuwingen te kunnen doorvoeren, hebben we echter wel aanzienlijke<br />
middelen nodig. De grote lijnen van dit beleidsplan voor onderwijs zijn de volgende:<br />
• De re-accreditatie van de bestaande Masteropleidingen voor 2008<br />
• De verdere hervorming en consolidatie van de post-graduaat opleidingen;<br />
• Een nieuwe modulaire Masters in Tropische Geneeskunde en/of Internationale<br />
Gezondheidszorg;<br />
• De ontwikkeling van innovatief afstandsonderwijs;<br />
• De verdere versterking van ons doctoraatsprogramma, inclusief de organisatie van korte<br />
cursussen in wetenschappelijk schrijven, biostatistiek en ethiek;<br />
• Investeringen in docentenopleidingen en probleem-gericht onderwijs.<br />
8
Op vlak van onderzoek ligt de eerste prioriteit in het voorzien van voldoende steun aan de<br />
wetenschappelijke actieplannen die lopen tot eind 2007. Na grondige evaluaties kan er dan<br />
nagedacht worden over eventuele nieuwe richtingen. In het algemeen kunnen de productiviteit,<br />
impact en zichtbaarheid nog worden versterkt. Fundamentele onderzoekslijnen zullen zich nog<br />
scherper moeten profileren. De operationele en beleidsmatige onderzoekslijnen zullen de<br />
interdepartementele synergiën nog sterker moeten exploiteren. Het ITG zal zijn capaciteiten<br />
uitbreiden om als niet commerciële sponsor klinische en interventietesten te kunnen voeren. Ons<br />
onderzoek zal opgevolgd worden met interne en externe beoordelingen door vakgenoten, de<br />
bibliometrische instrumenten en de vernieuwde Wetenschappelijke Raad van Advies. Hoewel het<br />
ITG een sterke ‘Institutional Review Board’ behoudt, zal het zich volgens de nieuwe wetgeving<br />
aansluiten bij het Centraal Ethisch Committee van het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. De<br />
noodzakelijke versterking van het post-doctoraal personeel vereist substantiële bijkomende<br />
basistoelagen.<br />
Op vlak van ontwikkelingssamenwerking zal het ITG ter voorbereiding van het derde vijfjarenplan<br />
(2008-2012) in 2007 een tussentijdse beoordeling van het ITG/DGOS programma laten uitvoeren,<br />
waarna het een nieuw strategisch en operationeel plan zal opmaken. Het ITG zal de samenwerking<br />
met het Vlaamse Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking uitbreiden naar het gebied van<br />
‘human resources’ in de gezondheidszorg. De ontwikkelingsprojecten gefinancierd door de<br />
Europese Unie, VN en niet-gouvernementele organisaties zullen zich voornamelijk bezig houden<br />
met de wetenschappelijke steun aan uitvoerende instanties en lokale capaciteitsversterking.<br />
De medische diensten van het ITG zullen hun nationale en internationale referentierol in de<br />
diagnose en behandeling van tropische en besmettelijke ziekten, inclusief HIV/AIDS, verder<br />
versterken. De geslaagde interne hervormingen en personeelsversterkingen van de laatste jaren<br />
zullen worden vastgelegd in nieuwe organigrammen, interne reglementen en kwaliteitssystemen.<br />
Om het groeiende aantal patiënten en personeelsleden te kunnen onderbrengen zullen we de<br />
infrastructurele capaciteit aanzienlijk en de medische software-systemen volledig vernieuwen. De<br />
samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen wordt uitgebreid tot infectiologie en<br />
mogelijk andere gebieden. We zullen de preventieprogramma’s voor HIV/SOA en geïmporteerde<br />
ziekten versterken en structureel inbedden.<br />
De institutionele projecten voor de volgende vijf jaar omvatten:<br />
• De verhuis van de onderwijscampus en de niet-laboratorium gebonden departementen<br />
naar het Capucijnenklooster en de daarop volgende herschikkingen en renovaties in het<br />
hoofdgebouw;<br />
• De omzetting van de nieuwe statuten in interne regels, organigrammen en procedures;<br />
• De afronding van het geïntegreerde management systeem en van het institutionele<br />
kwaliteitssysteem;<br />
• Herziene overeenkomsten met de universiteiten en onderzoeksorganisaties;<br />
• Het tot stand brengen van het ITG als legale sponsor van niet-commerciële klinische testen;<br />
• De installatie van een nieuwe Wetenschappelijke Raad van Advies en een ‘Internal Review<br />
9
Board’ en de vernieuwing van de wetenschappelijke actieplannen voor 2008;<br />
• De verdere integratie van permanente inkomsten in de institutionele basistoelage, met een<br />
daaropvolgende herziening van de vaste personeelsstructuur en een versterking van het<br />
post-doctorale kader;<br />
• Het versterken van het management op vlak van communicatie, public relations,<br />
onderzoekscoördinatie en kwaliteitsverzekering;<br />
• Niet in het minst: de viering van de honderdste verjaardag van het ITG in 2006!<br />
10
VOORWOORD DOOR DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR<br />
Engelse versie p. 6<br />
In het voorbije jaar werden door het ITG nieuwe statuten uitgewerkt, die ondertussen door de<br />
minister werden goedgekeurd. We waren tot deze ingreep verplicht door de nieuwe wetgeving op<br />
de verenigingen zonder winstoogmerk. Het was een niet zo eenvoudige operatie, die nu gelukkig<br />
achter de rug is, zodat de aandacht opnieuw ten volle kan worden toegespitst op het onderwijs en<br />
onderzoek in de tropische gezondheidszorg, waarin ons Instituut een benijdenswaardige faam<br />
heeft hoog te houden.<br />
2005 was ook het jaar waarin de samenstelling van de Raad van Bestuur ingrijpend werd gewijzigd.<br />
Zo namen we met spijt, maar oprechte dank afscheid van de professoren Mannaerts, Pastoret,<br />
Reynard en Van Cauwenbergh, evenals van mevrouw Scheys en de heren Reynders en Van<br />
Rossum. Stuk voor stuk hebben zij bijgedragen tot het onmiskenbare succes van het ITG.<br />
Hun opvolgers, die we inmiddels mochten verwelkomen, hebben reeds aangetoond uit hetzelfde<br />
goede hout te zijn gesneden. Met hen beschikt de Raad thans over heel wat substantiële<br />
tropenervaring en expertise in het biomedische onderzoek, de gezondheidszorg en de<br />
aidsbestrijding. De eerste vergaderingen van de nieuwe Raad met heel wat pertinente vragen en<br />
geanimeerde debatten hebben aangetoond dat de betrokkenheid van de huidige bestuurders<br />
even intens is als die van hun voorgangers, waardoor we de toekomst met vertrouwen tegemoet<br />
kunnen zien.<br />
Hun enthousiasme en het sterke beleidsplan voor de periode 2006-2010, waarin de terechte<br />
ambities van het ITG werden gekoppeld aan de jammer genoeg onzekere budgettaire<br />
vooruitzichten die ons bedreigen, is de beste manier – daarvan ben ik overtuigd – om de<br />
overheden ertoe te bewegen snel de noodzakelijke middelen vrij te maken.<br />
De kennis en expertise van het ITG, dat in 2006 met zijn 100 ste verjaardag een groot moment<br />
beleeft, zijn vandaag immers meer dan ooit nodig om een passend antwoord te formuleren op de<br />
wetenschappelijke uitdagingen en de gezondheidscrisis in het Zuiden. Wij zijn in elk geval klaar om<br />
aan de hoge verwachtingen te beantwoorden.<br />
Camille Paulus<br />
Gouverneur van de Provincie Antwerpen<br />
Voorzitter van de Raad van Bestuur<br />
11
VOORWOORD DOOR DE DIRECTEUR<br />
Engelse versie p. 7<br />
In 2005 vierde ik mijn tiende verjaardag als directeur van het ITG, en het was eens te meer een jaar<br />
van vernieuwingen. Onze voorzitter verwijst in zijn voorwoord al naar de wijziging van de statuten<br />
en de samenstelling van de Raad van Bestuur. Het professorencorps werd aanzienlijk versterkt door<br />
de aanstelling van Profs. Wim van Damme (Internationaal Gezondheidsbeleid), Marleen Boelaert<br />
(Ziektebestrijding), Peter Van den Bossche (Veterinaire Ziektebestrijding), Anne Buvé (HIV/SOA<br />
Epidemiologie en Bestrijding) en Jan Jacobs (Tropische Klinische Biologie). Met spijt in het hart<br />
zagen we Prof. Jef Brandt vertrekken, na 35 jaar trouwe dienst als gedreven onderzoeker op het<br />
terrein en toegewijd docent in Veterinaire en Medische Helminthologie.<br />
Na een lange periode van reflectie en planning, hebben we de 99 jaar oude diplomacursus in<br />
Tropische Geneeskunde voor artsen grondig hervormd. Vanaf 2005 wordt deze cursus<br />
geïnternationaliseerd en onderwezen in het Frans en het Engels, ter vervanging van het<br />
Nederlands. De cursus zal ook de basis vormen van een nieuwe modulaire Masters.<br />
De oprichting van een kleine maar hoogwaardige “Clinical and Intervention Trial Unit” was een<br />
andere belangrijke verwezenlijking. Deze interdepartementele eenheid werd opgestart met de<br />
steun van het Vlaams Ministerie van Wetenschap en zal methodologische en regulatoire<br />
ondersteuning bieden aan de curatieve en diagnostische trials van het ITG.<br />
Een andere mijlpaal was het doorbreken van de 47-jaar oude ITG colloquimtraditie met de<br />
organisatie in Cotonou, Benin in plaats van in Antwerpen. Vanaf nu zullen we het colloquium<br />
afwisselend in Antwerpen en in een van onze partnerlanden organiseren. Het thema in 2005 was<br />
Buruli Ulcer. Onze partners in Benin toonden aan dat deze vreselijke plaag onder controle te krijgen<br />
is door vroege detectie en behandeling.<br />
In het voorbije jaar voerden we ook twee fundamentele administratieve hervormingen door, die<br />
vele jaren hun stempel zullen drukken op het ITG. Na een jaar van intense voorbereiding op alle<br />
niveau’s werd het IVAN-project geïntroduceerd, waarmee de verschillende administratieve en<br />
financiële diensten rechtstreeks en online gegevens kunnen uitwisselen. Het ITG pensioenfonds<br />
werd omgeschakeld van een “te bereiken doel” systeem naar een van “vaste bijdrage”, een<br />
complexe operatie met diepgaande lange termijn gevolgen voor ons financieel beheer.<br />
We namen nieuwe hoogbeveiligde laboratoria in gebruik, tot ieders tevredenheid. De<br />
renovatiewerken aan de onderwijscampus vorderden met de verrassingen en obstakels die men<br />
kan verwachten bij bouwwerken aan een 350 jaar oud klooster. Maar het einde is in zicht, een<br />
zucht van verlichting voor al de medewerkers die nu nog werken in tijdelijke en kleine lokalen.<br />
De grootste inspanning van 2005 ging echter naar het nieuwe vijfjarenplan waarvan u hierna een<br />
samenvatting vindt. We hebben duidelijke en grootse ambities, maar blijvende wetenschappelijke<br />
kwaliteit en onafhankelijkheid vereisen een dringende inhaalbeweging van onze basisfinanciering.<br />
2005 begon en eindigde met het verlies van twee grote pijlers van het ITG. In februari overleed Prof.<br />
Jef Mortelmans, de grondlegger en hoeksteen van het Departement Diergeneeskunde. In<br />
12
december stierf Prof. Pieter Gustaaf Janssens, de legendarische directeur van het ITG in de<br />
scharnierperiode 1957 – 1976. Hij werd 96 jaar.<br />
In oktober 2006 zal het ITG zijn honderdjarig bestaan vieren. In feite spreiden we het feest over een<br />
aantal evenementen over het jaar, en misschien ontmoeten we elkaar bij een van deze<br />
gelegenheden.<br />
Wees echter gerust dat we niet op onze lauweren zullen rusten maar zullen blijven bijdragen aan<br />
een meer eerlijke verdeling van de gezondheidszorg in de wereld.<br />
Prof. Dr. Bruno Gryseels,<br />
Directeur<br />
13
BEZOEK VAN KONING ALBERT II EN PRESIDENT SAMPAIO<br />
Engelse versie p. 8-9<br />
Op 20 oktober 2005 werd het ITG vereerd met een bezoek van Zijne Majesteit Koning Albert II en<br />
Zijne Excellentie President Sampaio, ter gelegenheid van een officieel bezoek van het Portugese<br />
staatshoofd. Zij werden vergezeld door onder anderen, Mr. Fernando Neves, Staatssecretaris van<br />
Europese Zaken; Mr. Jorge Pedreira, Staatssecretaris van Onderwijs; Mr. João Diogo Nunes Barata,<br />
Ambassadeur van Portugal; Prof. Dr. Jorge Torgal, Directeur van het Instituut voor Tropische<br />
Geneeskunde van Lissabon; Mr. C. Paulus, Gouverneur van de Provincie Antwerpen en Voorzitter<br />
van de Raad van het ITG; Minister Katleen van Brempt, vertegenwoordiger van de Vlaamse<br />
Regering; Mr. Flor de Koninck, Koninklijke griffier; Mr. Jacques van Ypersele de Strihou, kabinetschef<br />
van Zijne Koninklijke Majesteit, en een groot aantal andere stafleden.<br />
De hoge gasten begonnen het bezoek met een vertrouwelijk gesprek met twee aidspatiënten, dat<br />
een diepe indruk naliet op alle aanwezigen.<br />
Daarna namen ze deel in een interactieve lezing van Prof. Boelaert over de mogelijke dichotomiën<br />
tussen de gewone gezondheidszorg en de specifieke ziektebestrijdingsprogramma’s, hetgeen een<br />
geanimeerd debat op gang bracht tussen studenten en medecollega’s.<br />
Op de volgende verdieping legde het personeel van het ITG verschillende onderzoeksprojecten<br />
uit, zoals ons werk over de interactie tussen trypanosomen en tseetsee vliegen. Op de<br />
onderstaande foto demonstreert Jan Van den Abbeele de ontleding van de speekselklieren van<br />
een Glossina waarin de trypanosoma hun laatste transformatie ondergaan voordat ze in een<br />
menselijke gastheer worden geïnjecteerd.<br />
Ten slotte voerden de gasten een levendige discussie met studenten en onderzoekers van het ITG<br />
in Zaal Broden. Ze tekenden daar ook het ereboek en ontvingen als geschenk een verzameling<br />
lithografieën van het ITG-gebouw door Jef van Grieken. De directeurs van de instituten voor<br />
tropische geneeskunde van Antwerpen en Lissabon tekenden een samenwerkingsovereenkomst<br />
over uitwisselingen in onderzoek, opleidingen en netwerken.<br />
De bezoekers toonden veel interesse in het werk van beide instituten en de<br />
gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden; ze verlieten het ITG dan ook met grote<br />
tevredenheid over hun bezoek.<br />
14
IN MEMORIAM<br />
Engelse versie p. 10<br />
PROF. PIETER GUSTAAF JANSSENS<br />
P.G. Janssens, directeur van het ITG tussen 1957 en 1976, stierf na een rijk en productief leven in alle<br />
vrede op 17 december 2005. Voor velen bekend als “Peegee” of “le patron” (de baas), was Prof.<br />
Janssens een legendarische en onbetwiste leider in een spilperiode van de geschiedenis van het<br />
instituut. Hij werd geboren in Gent in 1910, waar hij zijn medisch diploma behaalde in 1935. In 1936<br />
studeerde hij Tropische Geneeskunde op het ITG en behaalde hij daarna een Masters aan de<br />
Universiteit Gent. Zijn tropische carrière begon in 1937 als arts “verantwoordelijk voor de<br />
ziekenhuizen, het laboratorium, malariabestrijding en preventie van silicose” in de koloniale<br />
goudmijnen van Kilo Moto, Noord-Oost Congo. Hij verbleef er 12 jaar, deed veel onderzoek en<br />
volgde verdere opleidingen in Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk. In 1950 werd hij benoemd als<br />
Kliniekhoofd en Hoogleraar Tropische Pathologie op het ITG. In 1957 volgde hij Prof. Dubois op als<br />
directeur en moest meteen de gevolgen onder ogen zien van het onverwachte<br />
dekolonisatieproces. Het voortbestaan van het ITG in deze moeilijke periode is bijna volledig toe te<br />
schrijven aan zijn visionair intellect en zijn tactische alertheid. Bijna 50 jaar op voorhand voorzag hij<br />
de rol van de westerse tropische instituten in de 21 ste eeuw: onderzoek, capaciteitsversterking en<br />
netwerking om de gezondheidszorg in het Zuiden te verbeteren. Hij was als arts en wetenschapper<br />
een van de eersten om het belang van de antropologische, sociale en economische aspecten<br />
van de gezondheidszorg te erkennen. Hij was verantwoordelijk voor de oprichting van de nieuwe<br />
departementen: Volksgezondheid, Diergeneeskunde en de eenheid Virologie, die ook vandaag<br />
nog standhouden. Hij geloofde vooral in de capaciteiten van de wetenschappers en de artsen<br />
van de tropische landen zelf en beschouwde de opleiding van en de steun aan een nieuwe<br />
generatie nationale leiders als onze belangrijkste taak. Hij was dan ook, samen met anderen, de<br />
drijvende kracht achter de internationale Masterprogramma’s van het ITG. Terwijl hij het ITG met<br />
sterke hand nieuwe richtingen induwde, bleef hij ook actief als docent, onderzoeker en clinicus. Zijn<br />
encyclopedische kennis van tropische ziekten was onvoorstelbaar en werd voor het nageslacht<br />
vastgelegd in zijn monumentaal werk “Health in Central Africa since 1885, past, present and<br />
future”. Hij was lid van verschillende expertcommittees van de WGO, betrokken in verschillende<br />
gezondheidsprojecten in het Zuiden, professor en vice-decaan aan de UA, gasthoogleraar aan<br />
buitenlandse universiteiten en lid van een groot aantal wetenschappelijke verenigingen en<br />
ontwikkelingsorganisaties. Na zijn pensioen in 1976 bleef hij lezen, schrijven en collega’s en vrienden<br />
ontmoeten tot de dag van zijn dood. P.G Janssens had een groot inzicht in het herkennen en het<br />
aanmoedigen van jong talent. Hij liet daardoor niet alleen een enorme intellectuele en<br />
institutionele erfenis achter, maar ook verschillende generaties van deskundigen in tropische<br />
ziekten; een echte “Belgische school” die zal blijven voortbestaan als testament van zijn<br />
wetenschappelijke uitmuntendheid en diepmenselijke solidariteit.<br />
15
PROF. JEF MORTELMANS<br />
Engelse versie p. 11<br />
Prof. J. Mortelmans, geboren in 1924 in Vremde nabij Antwerpen, behaalde zijn diploma in<br />
diergeneeskunde aan de Universiteit Gent in 1949 en studeerde Tropische Diergeneeskunde aan<br />
het ITG in 1950. Hij werkte tussen 1952 en 1959 in de veterinaire laboratoria van Kynesyi,<br />
Elisabethville (nu Lubumbashi), Stanleyville (Kisangani) en Astrida (Butare), allemaal in Congo en<br />
Rwanda-Burundi. Hij werd benoemd als docent op het ITG in 1959 en als hoogleraar en hoofd van<br />
de veterinaire eenheid in 1962. Doorheen de jaren ontwikkelde hij de veterinaire eenheid van een<br />
eenmansoperatie tot een volledig departement met een uitgebreid internationaal opleidings- en<br />
onderzoeksprogramma in tropische diergeneeskunde en veeteelt. Hij schreef 262<br />
wetenschappelijke publicaties en leidde 615 studenten op tot masters- of doctoraatsniveau. Veel<br />
van zijn studenten bekleden hoge posities in Afrika, Latijns-Amerika, Europa of bij internationale<br />
organisaties. Velen herinneren zich zijn gepassioneerde lezingen, vol fantastische verhalen,<br />
anecdotes en wijsheid. Hij was onder meer lid van het ‘Technical Advisory Committee of the<br />
Consultative Group for International Agricultural Research’ (CGIAR, Washington), gasthoogleraar<br />
aan de universiteit van Leuven (1970-1989), voorzitter van de ‘Association of Tropical Veterinary<br />
Institutes’ (1986-1989), lid van de Belgische Academie voor Overzeese Wetenschappen (sinds<br />
1968), oprichter en voorzitter van de organisatie ‘Agri-Overseas’ en redacteur van het<br />
wetenschappelijke tijdschrift ‘Tropicultura’ (1980-1989). Na zijn pensioen in 1989 bleef hij een hechte<br />
vriend en bondgenoot van het ITG; hij stond altijd klaar om te helpen of om invloed uit te oefenen<br />
wanneer het departement in moeilijk vaarwater terechtkwam. Hij stierf op 19 februari 2005 na een<br />
lange periode van ziekte, welke hij verdroeg met de intelligentie, de moed en de humor die hem<br />
tot zulk een gedenkwaardige persoon maakten.<br />
16
Vernieuwing van de Raad van Bestuur<br />
Engelse tekst p. 12<br />
Vernieuwing van de Raad van Bestuur op 14 oktober 2005. Met grote dankbaarheid namen we<br />
afscheid van vice-voorzitter Prof. G. Mannaerts, leden Mr. E. Magnus, Mr. L. Van Rossum, Prof. P<br />
Pastoret, Prof. M. Reynaert (op de foto’s hierboven), Mevr. M. Scheys, Dr. Reynders en Prof. P. Van<br />
Cauwenberghe (niet op de foto’s).<br />
De Raad van Bestuur verwelkomde de nieuwe externe leden Mevr. E. Barbé, Dr. D. Cuypers, Prof. P<br />
Goubau, Dr. J. Laruelle, Prof. B. Losson, Dr. M. Sormann, prof. M. Temmerman and Prof. M. Waer.<br />
Van nu af aan zullen de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke assistenten deelnemen als<br />
volwaardige leden, niet als observeerders. Deze nieuwe interne Raadsleden zijn Dr. E. Thys en<br />
Mevrouw D. Jacquet.<br />
17
ONDERWIJS<br />
Engelse versie p. 14-26<br />
In het onderwijsprogramma van het ITG ligt de nadruk op postuniversitair onderwijs in humane en<br />
veterinaire tropische geneeskunde en openbare gezondheidszorg. Dit gebeurt via<br />
postgraduaatscursussen, internationale Masters en doctoraatsopleidingen. De sterktes van het ITG<br />
zijn de diepgaande interactie tussen onderzoek en terreinwerk, de internationale dimensie en de<br />
brede interdisciplinaire expertise van moleculaire biologie tot medische antropologie. Het ITG<br />
neemt een aparte en zeer gespecialiseerde plaats in in het Vlaams academisch landschap. We<br />
werken actief mee aan de uitbouwing van de Europese dimensie van het hoger onderwijs.<br />
In 2005 werden de nieuwe Vlaamse onderwijsdecreten, geïnspireerd door de Bolognaverklaring,<br />
omgezet in concrete curriculumhervormingen. Zo werd de 99 ste editie van de<br />
postgraduaatsopleiding grondig geherstructureerd. De cursussen kregen een modulaire structuur<br />
en we werkten verder aan de integratie van de disciplines, de herdefiniëring van de<br />
onderwijsdoelstellingen en een actieve deelname aan de Europese programma’s. Vanaf 2005<br />
wordt deze cursus onderwezen in het Engels en het Frans; de <strong>Nederlandse</strong> versie wordt<br />
opgeheven. Ook deze cursus is inderdaad een internationaal trefpunt geworden; de meerderheid<br />
van de studenten komt uit het buitenland. Verschillende modules gaan verder dan louter<br />
medische en biomedische aspecten en stimuleren de interdisciplinaire dialoog.<br />
Het fundamenteel herstructureren van een cursus, zo diep geworteld in de institutionele<br />
geschiedenis, is een hele uitdaging. Het aanpassen van één detail heeft n invloed op de hele, over<br />
de jaren opgebouwde, structuur. We herzagen daarom zowel onze onderwijsobjectieven, de<br />
structuur van de cursus, de didactische principes als het academisch kwaliteitsmanagement. Dit<br />
proces wordt thans verder gezet in de andere Masterprogramma’s om klaar te zijn voor de formele<br />
evaluatie en re-accreditatie in 2008. In dezelfde context zullen we ook de synergie met het<br />
onderwijsprogramma van onze Zuidpartners versterken. Het ITG nam strategische beslissingen over<br />
afstands- en computergestuurd onderwijs en test in verschillende pilootprojecten nieuwe<br />
technische en didactische benaderingen uit. Ze bieden stimulerende perspectieven voor<br />
vernieuwend en gevorderd onderwijs in een geglobaliseerde wereld. Een voorbeeld hiervan is de<br />
SCART (Short Course on Anti-Retroviral Treatment) die we, mede door een groeiende “E-medicine<br />
netwerk” constant aanpassen aan een snel evoluerend terrein en de grote vraag naar ‘cuttingedge’<br />
opleidingen.<br />
18
HET ONDERWIJSAANBOD VAN HET ITG<br />
Het ITG biedt een hoogkwalitatief onderwijsprogramma aan op postuniversitair niveau. Hieronder<br />
krijgt u een overzicht van het cursusaanbod in 2005. De tabellen achteraan dit hoofdstuk geven<br />
een overzicht van de theses en dissertaties die onze studenten in het voorbije jaar produceerden.<br />
Cursussen Tropische Geneeskunde<br />
Deze postgraduaatcursussen zijn vooral bedoeld voor artsen, verpleegkundigen, vroedvrouwen, en<br />
biomedici uit niet-tropische landen. Zij bieden een bijkomende vorming in<br />
tropische ziekten en gezondheidszorg. Na vier à vijf maanden theoretische en praktische lessen<br />
krijgen de studenten een specialisatiegetuigschrift dat vereist wordt door de meeste<br />
ontwikkelingsorganisaties. Het ITG biedt twee dergelijke specialisaties aan.<br />
Cursus in de Tropische Geneeskunde voor artsen en biomedici<br />
Deze specialisatiecursus duurt vijf maanden (september tot februari) en komt overeen met 30 ECTS<br />
credits (European Credit Transfer System). De 2004-2005 editie werd, gelijktijdig maar gescheiden, in<br />
het Nederlands en het Frans onderwezen. Deze cursus is toegankelijk voor alle houders van het<br />
artsendiploma en er is geen ervaringsvereiste. Met een deels aangepast curriculum is deze<br />
opleiding ook toegankelijk voor biomedici en apothekers. Deze opleidingen worden bekroond met<br />
een postgraduaatsgetuigschrift. In 2004-2005 volgden 46 studenten deze cursus (22 Nederlands en<br />
24 Frans), het merendeel uit Europa (35 studenten of 76%). In totaal behaalden 39 studenten of 85%<br />
het diploma.<br />
De structuur van deze cursus werd helemaal herzien in 2005 en de cohorte van september 2005<br />
was de eerste die het nieuwe programma volgde. De cursustalen zijn nu Engels en Frans; het<br />
Nederlands werd afgevoerd. De cursus bestaat nu uit twee modules: “Internationale<br />
Gezondheidszorg” en “Klinische Besliskunde”. De eerste module (20 ECTS credits) is ook toegankelijk<br />
voor niet medische gezondheidswerkers met relevante professionele ervaring. De modulaire<br />
structuur laat bovendien een vlotte integratie toe van credits in de Master programma’s waardoor<br />
de flexibiliteit en internationale dimensie van de cursus versterkt wordt.<br />
Cursus Tropische Geneeskunde voor verpleegkundigen en vroedvrouwen<br />
Deze cursus duurt vier maanden (maart – juni) en is gelijk aan 20 ECTS credits. Hij wordt eveneens<br />
onderwezen in het Nederlands en het Frans en is toegankelijk voor verpleegkundigen van niveau<br />
A1 of gelijkwaardig met minimaal een jaar beroepservaring. De cursus is vergelijkbaar met de<br />
artsencursus, aangevuld met specifieke cursussen over verpleegkunde. In 2005 volgden 112<br />
19
studenten deze opleiding (34 Nederlands en 78 Frans), waarvan het merendeel uit Europa (83<br />
studenten of 74%). In totaal behaalden 111 studenten (99%) het diploma.<br />
Internationale Masterscursussen<br />
De Mastersopleidingen komen overeen met 1,500 à 1,800 uren (10 - 12 maanden) postuniversitaire<br />
studie, gelijk aan 60 ECTS credits.<br />
Deze gevorderde expertcursussen richten zich tot artsen, biomedici en veeartsen die al een<br />
substantiële werkervaring van minimum 3 - 5 jaar in ontwikkelingslanden hebben maar zich verder<br />
willen bekwamen in hun vakgebied. De opleiding kan ook dienen als aanloop naar een<br />
doctoraatsopleiding en/of een wetenschappelijke carrière. Naast specifieke kennisoverdracht,<br />
creëren deze cursussen ook een forum voor internationale uitwisseling van ervaringen, methoden<br />
en inzichten. Alle studenten maken een eindwerk, meestal over hun eigen ervaring, en verdedigen<br />
dit werk en hun opgedane kennis voor een internationale jury.<br />
Het interactieve pedagogische concept beperkt het aantal deelnemers tot twintig per cursus. In<br />
totaal volgt jaarlijks een 80-tal studenten van alle continenten de ITG Mastercursussen. Dankzij de<br />
steun van het Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) kunnen we jaarlijks<br />
een zestigtal deelnemers uit ontwikkelingslanden een volledige beurs aanbieden (inschrijving,<br />
lesgeld, reis en verblijf). Andere studenten worden gesteund door nationale of internationale<br />
organisaties.<br />
Het ITG organiseert drie hoofdrichtingen in zijn internationaal Mastersprogramma:<br />
Master of Public Health (MPH)<br />
Deze “International Course for Health Development (ICHD)” is een internationaal postgraduaat (60<br />
ECTS credits) die leidt tot een Mastersdiploma Volksgezondheid. Deze cursus wordt jaarlijks<br />
afwisselend in het Engels en het Frans (Cours International pour la Promotion de la Santé)<br />
gedoceerd voor twee groepen van elk twintig gezondheidsexperten (vooral artsen) met een<br />
minimum van 4 jaar beroepservaring. Een van de essentiële karakteristieken van deze cursus is zijn<br />
internationale dimensie. Deelnemers uit een groot aantal landen worden samengebracht in een<br />
academische omgeving die uitwisseling en kritische analyse stimuleert.<br />
Het hoofddoel van de ICHD-opleiding is het versterken van de capaciteit van professionele<br />
gezondheidswerkers voor het ontwikkelen en beheren van gezondheidsdiensten en -systemen. De<br />
cursus is onderverdeeld in 5 hoofdmodules:<br />
• Theorie en praktijk van gezondheidsorganisaties (242 lesuren)<br />
• Methoden voor de analyse van ziekten en gezondheidsproblemen (66 lesuren)<br />
• Specifieke technieken en kennis (145 uren)<br />
20
• Verbreden van de horizon voorbij de traditionele geneeskunde en gezondheidsdisciplines (60<br />
uren)<br />
• Zelfstandige studie en uitwisseling van ideeën (seminaries, conferenties, het schrijven van<br />
dissertaties: 92 uren).<br />
In het academiejaar 2004-2005 volgden 37 deelnemers de Franse editie. Zij kwamen uit 19 landen<br />
(Bolivië, Burkina Faso, Burundi, Kameroen, Ivoorkust, Cuba, Frankrijk, Guinée-Conakry, Haïti,<br />
Madagascar, Mali, Marokko, Mauritanië, Niger, D.R. Congo, Rwanda, Sao Tomé, Tsjaad en Togo).<br />
34 studenten behaalden het diploma. 28 studenten kregen een DGOS beurs waaronder 7<br />
vrouwen.<br />
Master of Science in Disease Control (MDC)<br />
De MDC/MCM cursus (60 ECTS credits) wordt afwisselend maar synchroon met de MPH in het Frans<br />
en Engels gedoceerd. Hij is gericht op de epidemiologische, technische en organisatorische<br />
aspecten van specifieke ziektebestrijding, met als opties Reproductieve Gezondheidszorg en<br />
Tropische Ziekten. Deze keuzemodules (10 weken elk in het 3 de trimester) zijn ook toegankelijk voor<br />
externe studenten. De afgestudeerden moeten in staat zijn nationale en internationale<br />
bestrijdingsprogramma’s te ontwerpen, leiden en evalueren. Naast een grondige<br />
epidemiologische en technische kennis wordt, zowel conceptueel als methodologisch, de nadruk<br />
gelegd op de duurzame integratie van ziektebestrijding in de bestaande gezondheidsdiensten. In<br />
2005 volgden 18 deelnemers uit 13 verschillende landen met succes de MDC (Algerije, Burkina<br />
Faso, Burundi, Kameroen, Ivoorkust, D.R. Congo, Ethiopië, Frankrijk, Mali, Niger, Rwanda en Senegal.<br />
17 studenten behaalden het diploma. 16 studenten kregen een DGOS beurs (7 vrouwen).<br />
Master of Science in Tropical Animal Health / Production (MSTAH)<br />
In 2004-2005 werd de tweede editie van de MSTAH/MSSAT georganiseerd.<br />
Deze cursus richt zich vooral naar dierenartsen, bio-ingenieurs en biologen met een minimum van 2<br />
jaar relevante ervaring. Hij wordt georganiseerd van september tot juli en wordt afwisselend in het<br />
Frans en Engels gedoceerd. Door de modulaire structuur kan het programma aangepast worden<br />
aan de vraag en de specifieke interesses van de deelnemers. De cursus richt zich vooral op de<br />
epidemiologie en bestrijding van veterinaire ziekten in ontwikkelingslanden. Als gevolg van een<br />
algemene evaluatie van de opleiding door de studenten van 2003-2004 werden allerlei bijsturingen<br />
gemaakt in deze tweede editie. De meer technische modules van de keuzeopties (opties<br />
dierenziektebestrijding en epdiomologische gegevensverzameling en –analyse) werden uitgebreid<br />
ten koste van de gezamenlijke onderdelen (module onderzoeksmethodologie,<br />
projectmanagement en veestokontwikkeling).<br />
In 2005 werd een Fransstalige cohorte van 24 gezondheidswerkers verwelkomd, voornamelijk uit<br />
West- en Centraal Afrika, van wie er 22 het diploma behaalden.<br />
21
Doctoraatsopleidingen<br />
Het ITG reikt zelf geen doctoraten uit; elke doctorandus schrijft zich ook in aan een universiteit, die<br />
mee waakt over de kwaliteit van het werk en formeel de titel uitreikt. Het merendeel van de<br />
opleiding en het onderzoek gebeurt op het Instituut en/of zijn partnerinstelling in het Zuiden. De<br />
onderzoeksonderwerpen sluiten aan bij de specifieke onderzoeksvelden van het ITG en kunnen dus<br />
variëren van sociologie tot moleculaire biologie. Momenteel leidt het ITG een tachtigtal doctorandi<br />
op in zijn laboratoria en/of op het terrein. Ongeveer de helft hiervan is tewerkgesteld als<br />
onderzoeksassistent en komt uit België of een Europees land. De andere helft bestaat uit<br />
beursonderzoekers uit ontwikkelingslanden.<br />
De druk bijgewoonde ‘Biomedical Research Seminars’, ‘Epidemiological and Public Health<br />
Research Seminars’, ‘Journal Clubs’ en ‘Innovative Method Seminars’, en discussies over specifieke<br />
landen en internationale beleidsvragen vormen ook een belangrijk onderdeel van de<br />
doctoraatsvorming.<br />
Korte cursussen op het ITG<br />
Naast dit basisaanbod organiseert het ITG een aantal kortere specialisatiecursussen:<br />
• De SCART cursus (Short Course on Anti-Retroviral Therapy and Comprehensive Care for People<br />
living with HIV/AIDS in Countries with Limited Resources) werd in de zomer van 2005 voor de<br />
derde keer georganiseerd. Het doel van deze drie weken durende cursus is een “cuttingedge”<br />
opleiding in HIV/AIDS zorg en behandeling voor artsen die werken in<br />
ontwikkelingslanden. De cursus spitst zich toe op de vaardigheden voor de behandeling van<br />
HIV/AIDS patiënten in arme landen, zowel in de eerste als de tweede lijn; de opvolging van<br />
bijwerkingen en effectiviteit; de preventie van moeder-kind-transmissie; de organisatorische,<br />
sociale en deontologische aspecten van antiretrovirale programma’s; de interpretatie van<br />
klinische onderzoeksresultaten; doorzicht van valkuilen en ethische vraagstukken. De cursus<br />
wordt geaccrediteerd door het tropED netwerk sinds 2005. Het ITG voorziet de SCARTdeelnemers<br />
met blijvende ondersteuning na de cursus.<br />
• De Short courses on Planning and Management of Reproductive Health Programmes en de<br />
Short Course on Planning and Management of Tropical Diseases Control Programmes vormen<br />
de keuzemodules van de Master of Science in Disease Control. Deze staan open voor een<br />
beperkt aantal externe deelnemers (maximum 10 per module) met een afdoende<br />
vooropleiding of beroepservaring. Meestal zijn dit managers van bestrijdingsprogramma’s die<br />
zich willen bijscholen of modulaire Mastersstudenten uit andere instellingen. Het ITG kan<br />
maximaal 10 DGOS-beurzen uitreiken voor kandidaten uit ontwikkelingslanden. In 2005<br />
volgden 13 studenten deze modules.<br />
• De MScTAH-modules (Master of Science in Tropical Animal health) zijn ook toegankelijk voor<br />
externe kandidaten; in 2005 schreven drie studenten zich in voor individuele modules.<br />
22
• De Specialisatiecursus in Medische en Veterinaire Mycologie wordt jaarlijks georganiseerd<br />
(maart - juni, in het Frans en Nederlands) voor klinische biologen en medische technologen uit<br />
Europa (in combinatie met hun beroepsuitoefening), of uit andere continenten (meestal in<br />
combinatie met een andere opleiding aan het ITG of in België). Door de toename van<br />
opportunistische schimmelinefecties (als een complicatie van immunosuppressie, kanker of<br />
AIDS) neemt de vraag naar deze cursus alsmaar toe. In 2005 werd deze cursus gevolgd door<br />
19 deelnemers.<br />
• De Bijscholingscursus HIV/AIDS (om de 18 maanden in het Nederlans, avondcursus van 13 x 2<br />
uur) houdt Vlaamse artsen, paramedici, docenten en andere beroepsgroepen op de hoogte<br />
van de snelle evoluties in de zorg voor en de bestrijding van HIV/AIDS en Seksueel<br />
Overdraagbare Ziekten. In 2005 woonden 80 gezondheidswerkers deze cursus bij. De<br />
volgende editie zal doorgaan in de herfst van 2006.<br />
Toelatingsvoorwaarden, selectiecriteria en studiegelden aan het ITG<br />
Toelatingsvoorwaarden<br />
De cursussen op het ITG zijn alleen toegankelijk voor studenten die reeds een universitair Masterdiploma<br />
hebben behaald, behalve de cursussen in tropische geneeskunde voor verplegers en<br />
vroedvrouwen. De mid-carrière ITG Masters hebben ook een minimum van 3-5 jaar ervaring nodig.<br />
De toelatingsvoorwaarden kunnen met enige flexibiliteit gehanteerd worden, zodat ook nietmedische<br />
gezondheidswerkers met ervaring zich kunnen inschrijven, mits goedkeuring van de<br />
cursusdirecteurs.<br />
Selectiecriteria<br />
De post-graduate diplomacursussen laten studenten toe volgens het principe ‘eerst komt, eerst<br />
maalt’, met een maximum van 80 studenten per taalgroep. Voor de Masterscursussen bestaan er<br />
selectiecommittees die alle aanvragen doorlichten op basis van vroegere academische<br />
kwalificaties, beroepservaring, gecertificeerde taalvaardigheden, motivatie en referenties. Omdat<br />
het aantal geschikte kandidaten het maximum toegelaten studenten zwaar overschrijdt, worden<br />
er bijkomende criteria op basis van geslacht, professionele en geografische diversiteit gehanteerd<br />
om een gebalanceerde groep te creeëren.<br />
In het academiejaar 2004-2005 werden er 37 kandidaten geselecteerd voor de MPH uit een groep<br />
van 164; voor de MDC werden er 18 geselecteerd uit 115 en 24 kandidaten uit 140 werden<br />
aanvaard voor de MSTAH.<br />
23
Studiegelden en beurzen<br />
Het ITG hanteert vier algemene principes bij de bepaling van de studiegelden:<br />
• Ze zijn gebaseerd op een realistische en transparante kostenberekening;<br />
• Ze zijn gelijk voor alle studenten van eenzelfde cursus;<br />
• Ze vrijwaren de toegankelijkheid en competitiviteit van de opleidingsprogramma’s;<br />
Het studiegeld dekt 50% van de volledige cursuskosten. De kosten variëren met de duur van de<br />
cursus, de omvang van de klassen en het niveau van de individuele lessen.<br />
Het inschrijvingsgeld voor de post-graduate diploma cursussen in Tropische Geneeskunde<br />
bedraagt 1,120 Euro.<br />
Voor de internationale opleidingen op gevorderd of Mastersniveau (60 studiepunten) bedraagt het<br />
studiegeld 14,000 Euro (2004-2005), inclusief alle onderzoeks- en opleidingskosten.<br />
Korte internationale expertopleidingen (2 tot 10 weken) worden kostendekkend georganiseerd: het<br />
studiegeld varieert van 300 tot 1,200 Euro.<br />
Deelnemers uit ontwikkelingslanden hebben bijna altijd toegang tot een volledige beurs (inclusief<br />
leefgeld) van het ITG, DGOS of andere organisaties. Andere studenten ook en vooral uit de<br />
Europese Unie kunnen aanspraak maken op een gedeeltelijke beurs van maximaal 60% van het<br />
studiegeld uit het ITG beurzenfonds.<br />
In 2005 kregen 16 deelnemers aan korte cursussen een volledige ITG/DGOS-beurs (10 voor MDC<br />
modules, 6 SCART).<br />
Externe leeropdrachten<br />
Verschillende ITG-docenten hebben een deeltijdse leeropdracht aan Belgische universiteiten:<br />
• Universiteit Gent: Internationale Gezondheidszorg (Faculteit Geneeskunde en Faculteit<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen); Humane Voedingsleer, Tropische Dierlijke Produktie<br />
(Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen); Tropische Diergeneeskunde (Faculteit<br />
Diergeneeskunde).<br />
• Universiteit Antwerpen: Parasitologie, Tropische Infectieziekten en AIDS (Faculteit<br />
Geneeskunde); Volksgezondheid en Epidemiologie, Health Projects, Humanitaire Bijstand<br />
(Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -Beheer); Tropische Ecologie en Parasitologie, Tropische<br />
Infectieziekten, Immunologie van Tropische Infectieziekten, Algemene Parasitologie (Faculteit<br />
Biomedische, Farmaceutische en Diergeneeskundige Wetenschappen).<br />
• Vrije Universiteit Brussel: Importpathologie, Tropische Virologie, Bacteriologie, Moleculaire<br />
Biologie (Faculteit Geneeskunde); Parasitologie, Infectieziekten (Faculteit Wetenschappen);<br />
Parasitologie (IPMB); Tuberculose, HIV (Master in Medisch en Farmaceutisch Onderzoek).<br />
24
• Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix, Namur: Parasitologie (Faculteit Biologie).<br />
• Université Catholique de Louvain, Louvain-la-Neuve: Maternal health, Seksueel<br />
Overdraagbare Aandoeningen (Institut de Démographie).<br />
• Université Libre de Bruxelles: Parasitologie (Faculteit Geneeskunde).<br />
• In Nederland verzorgen ITG professoren onderdelen van de Masterscursussen<br />
Volksgezondheid en Tropische Geneeskunde aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in<br />
Amsterdam.<br />
• ITG professoren doceren ook in de European course in Tropical Epidemiology (ECTE) die<br />
jaarlijks georganiseerd wordt in een beurtrol met andere Europese instituten voor tropische<br />
geneeskunde.<br />
• Het Departement Diergeneeskunde werkt mee aan een Erasmus Mundus onderwijsproject<br />
“Tropische Neurowetenschappen en Parasitologie”, gesponsord door de EU en gecoördineerd<br />
door de Universiteit van Limoges, Frankrijk.<br />
• Het ITG begeleidt jaarlijks een groot aantal universitaire licentiaatsthesissen, eindwerken van<br />
hogeschoolstudenten en stagiaires uit binnen- en buitenland.<br />
Academische Samenwerking met het Zuiden<br />
Naast het onderwijsaanbod aan het ITG zelf ondersteunen we een groeiend programma van<br />
capaciteitsopbouw in het Zuiden (zie verder). De meest belangrijke onderdelen hiervan zijn:<br />
• De “Post-Grado en Medicina Tropical y Control de Enfermedades” aan de Universidad Mayor<br />
San Simon van Cochabamba in Bolivia, vergelijkbaar met de diplomacursus tropische<br />
geneeskunde aan het ITG. De eenheid Epidemiologie is nauw betrokken bij het onderwijs, de<br />
curriculumbijsturing en de kwaliteitscontrole, in samenwerking met de Universiteit Gent. Op<br />
termijn hopen we dat deze cursus een accreditatie krijgt als kernmodule van het Europese<br />
Mastersprogramma in International Health (TropEd).<br />
• Sinds 1998 helpt het Departement Volksgezondheid van het ITG de Pontificia Universidad<br />
Católica van Ecuador (PUCE) in Quito bij het uitbouwen van een “Instituto de Salud Pública”<br />
(ISP). Zij organiseren een tweejarige Masterscursus Volksgezondheid op basis van<br />
probleemgestuurd onderwijs. In 2004 studeerde de derde promotie af, en startte een vijfde<br />
25
lichting met 12 studenten uit verschillende Latijns-Amerikaanse landen. Het werd ook mogelijk<br />
deze cursus parttime te volgen.<br />
• Het Departement Diergeneeskunde verleent nog steeds institutionele en wetenschappelijke<br />
ondersteuning aan het onderwijs van het Centre for Ticks and Tick-Borne Diseases in Lilongwe,<br />
Malawi. Dit centrum zal eveneens de basis worden voor praktische opleiding en evaluatie van<br />
Mastersstudenten Tropische Diergeneeskunde via afstandsonderwijs dat georganiseerd wordt<br />
door de Universiteit van Pretoria in samenwerking met het ITG (zie ook hoofdstuk<br />
Afstandsonderwijs).<br />
• In het Instituto de Medicina Tropical Cayetano Heredia in Lima, Peru, draagt het ITG bij aan de<br />
opleiding klinische tropische geneeskunde.<br />
• In het Hope Hospital in Phnom Penh, Cambodja, leiden we internisten en HIV/AIDS specialisten<br />
op.<br />
• In het Centre Hospitalier Universitaire, Kigali en de Universiteit van Butare in Rwanda<br />
ondersteunen we de opleiding van specialisten en klinische onderzoekers.<br />
Afstandsonderwijs<br />
Het ITG ontwikkelde in de voorbije jaren een gedegen aanbod van interactieve<br />
onderwijsprogramma’s via computer en/of internet.<br />
Tropische geneeskunde op CD-Rom<br />
De Engelstalige educatieve CD-ROMS van het ITG over tropische geneeskunde worden intensief<br />
gebruikt door ITG-studenten, het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam en meerdere<br />
instellingen wereldwijd. De inhoud wordt voortdurend bijgewerkt. In 2005 evalueerden we ook<br />
“Singlesource editing” technologieën om onderhoud, updating, upgrading en uitbreiding van onze<br />
internetcursussen te verbeteren.<br />
In de volgende jaren willen we een geïntegreerd ‘Learning Content Management System’<br />
invoeren zodat onze docenten hun cursussen kunnen publiceren en updaten in verschillende<br />
media tegelijkertijd, zoals MS-Word, HTML, CD-ROM en pdf. Een ‘single-source platform content-E’<br />
werd in december 2005 geïnstalleerd en de docenten opgeleid begin 2006. Bestaand<br />
cursusmateriaal zal geleidelijk aan omgezet worden naar zowel internet-gebaseerde als<br />
gedoceerde cursussen. Het cursusmateriaal zal bestaan uit een ‘Sharable Course Ware Object<br />
Reference Model (SCORM-compatible)’ om een makkelijke overgang te maken tot een ‘Learning<br />
Management System’.<br />
26
Documentlevering via de ITG bibliotheek<br />
Het programma voor aanlevering van elektronische documenten (DocDel) naar onze institutionele<br />
Zuidpartners ontving 1,0292 aanvragen in 2005, een toename van 600% vergeleken met vorig jaar.<br />
Dit programma werd vooral goed ontvangen bij onze partners uit Zuid-Amerika (bijna 90% van de<br />
aanvragen), in tegenstelling tot Afrika en Azië. In het begin van 2005 hebben we enkele stagiaires<br />
uit Peru en Ecuador ontvangen voor een praktische DocDel workshop.<br />
Departement Diergeneeskunde elektronische cursussen<br />
Het Departement Diergeneeskunde breidde de internationale samenwerking uit met de<br />
Universiteiten van Pretoria, Utrecht en Glasgow aan de hand van twee internet-gebaseerde<br />
opleidingsprogramma’s.<br />
• Master of Science in Veterinary Tropical Diseases (MSc:<br />
http://www.up.ac.za/academic /veterinary/depts_vtd_mscweb/index.htm<br />
• Gecertificieerde Online Modules in Tropische Dierengeneeskunde:<br />
http://www.up.ac.za/academic/veterinary/depts_vtd_cpdweb/index.htm<br />
Het diplomaprogramma richt zich op belangrijke infectie, ecto- en endoparasitaire ziekten van<br />
tamme en wilde dieren in sub-Saharaans Afrika.<br />
De eerste MSc-cohorte begon in 2005. Het ITG ontwikkelde twee modules, “Teken” en<br />
“Tekenoverdraagbare ziektes bij herkauwers”. Docenten uit Antwerpen en Petoria gaven in<br />
november een praktijk cursus over teken met behulp van vernieuwende interactieve animaties.<br />
Evaluatieve enquêtes op het einde van elke module merkten zowel negatieve als positieve<br />
kenmerken aan. Hoewel sommige studenten technische moeilijkheden ervaarden met de<br />
synchrone discussies, waren de meeste kandidaten zeer enthousiast over de interactieve<br />
cursusinhoud.<br />
Interactief computerprogramma tropische medische besliskunde (Kabisa)<br />
Kabisa (www.kabisa.com) is een opleidingsprogramma voor diagnostische vaardigheden in<br />
(sub)tropische regio’s. Het daagt de student uit een diagnose te stellen voor eender welk<br />
ziektebeeld door vragen te stellen, een virtueel fysiek onderzoek en virtuele diagnostische tests uit<br />
te voeren. De ingebouwde tutor ondersteunt de input van de student met complexe logische<br />
algoritmen en wiskundige berekeningen, geeft commentaar en hulp en accepteert de<br />
uiteindelijke diagnosis indien de student voldoende bewijs aanleverde.<br />
In 2005 werd er een plan afgerond om het programma om te vormen naar dot.net, waarvoor een<br />
openbare aanbesteding werd gelanceerd. De inhoud werd up-to-date gebracht met de<br />
gegevens van een grote studie rond geïmporteerde koorts (zie Departement Klinische<br />
Wetenschappen).<br />
27
Telemedicine voor HIV/AIDS<br />
In 2003 startte het ITG een computerondersteund opleidingsprogramma<br />
(www.telemedecine.itg.be) om artsen in afgelegen gebieden te ondersteunen in de behandeling<br />
van AIDS-patiënten met antiretrovirale therapie (ART). Dit “Telemedicine” project ondersteunt dus<br />
artsen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika door expertconsultaties op afstand. Op deze manier blijven zij<br />
op de hoogte van alle ontwikkelingen in de behandeling van HIV/AIDS en opportunistische<br />
infecties (zie ook hoofdstuk Klinische Wetenschappen).<br />
Studentendienst<br />
In 2005 stond de Studentendienst de meer dan 700 internationale Master-, getuigschrift-,<br />
doctoraats- en individuele studenten met raad en daad bij in tal van praktische beslommeringen<br />
zoals visa-aanvragen, logement, sociaal advies, bankrekeningen openen en beurzen regelen. Dit is<br />
maar een greep uit de brede waaier van problemen waarin deze dienst de ITG studenten bijstaat.<br />
De Studentendienst biedt ook een luisterend oor aan hulpzoekende studenten en organiseert een<br />
ruim aanbod aan sportieve en socio-culturele activiteiten om de omgang tussen studenten en<br />
personeel te stimuleren, waaronder uitstappen naar verschillende steden in en buiten België.<br />
Alumni netwerken<br />
De voorbije jaren bouwden we in verschillende landen actieve netwerken op van alumni van de<br />
ITG Mastercursussen. Een eerste doelstelling is het onderhouden van het constante leerproces dat<br />
in werking werd gezet tijdens de opleiding in Antwerpen. Een tweede is de ondersteuning van de<br />
alumni in hun werkomgeving op allerlei manieren. De moeilijke werkomstandigheden van vele<br />
alumni leiden immers dikwijls tot professioneel isolement en verlies van motivatie en competentie.<br />
Informatie en communicatie met gelijkgezinden en collega’s is dan van vitaal belang. Op de<br />
derde plaats geven de alumni feedback van op het terrein; dit is voor het ITG belangrijk om de<br />
cursussen continu te evalueren, te vernieuwen en bij te sturen.<br />
De ondersteuning van ITG alumni gebeurt op verschillende manieren:<br />
• Het promoten en ondersteunen van nationale, regionale en internationale netwerking;<br />
• Het organiseren van regionale bijeenkomsten en nationale workshops;<br />
• Het bijhouden en uitwisselen van adressen en werkomgevingen van de alumni;<br />
• De communicatie en uitwisseling van ideeën met en tussen alumni via e-mail en bezoeken;<br />
• De publicatie van een halfjaarlijkse nieuwsbrief;<br />
• Het op aanvraag bezorgen van artikels, boeken en andere informatie;<br />
• Het helpen bij de formulering van projectvoorstellen;<br />
• Het systematisch betrekken van alumni bij internationale onderzoeks- en<br />
onderwijsnetwerken.<br />
28
Elk Mastersprogramma heeft zijn eigen alumnivereniging:<br />
RIAC/INFI – Réseau International d’Anciens Participants du CIPS/International<br />
Network of Former ICHD participants (MPH programma)<br />
12 jaar na de oprichting van het netwerk, voerden we in 2005 een diepgaande SWOT-analyse door<br />
van onze activiteiten. De doelstellingen van de RIAC/INFI werden ondergeschikt aan het streefdoel<br />
om het gezondheidsbeleid in ontwikkelingslanden te beïnvloeden, de openbare gezondheidszorg<br />
te versterken en opleidingen te ondersteunen.<br />
De bestaande activiteiten va n het netwerk (ondersteuning van nationale netwerken, organisatie<br />
van regionale bijeenkomsten voor alumni die veldwerk doen, etc.) werden weliswaar behouden<br />
en verder aangemoedigd. De RIAC/INFI ‘Newsletter’ van juni en december 2005 werd naar 900<br />
alumni verstuurd. We hebben een nieuwe, gebruiksvriendelijke database opgericht die het<br />
contact met en tussen alumni vergemakkelijkt. De verhoogde synergie met het MDC alumni<br />
netwerk zal in 2006 tot een gezamenlijke nieuwsbrief leiden.<br />
We helpen onze alumni aan de Ecole de Santé publique in Lubumbashi met de ontwikkeling van<br />
een lokale Mastercursus in de Volksgezondheid.<br />
MCM / MDC Alumni Networking<br />
De eerste Regionale Bijeenkomst voor Franstalige alumni vond plaats in Abidjan (Ivoorkust) in 2002.<br />
Een tweede bijeenkomst, in het Engels, vond plaats in Siem Reap (Cambodja) in september 2005,<br />
en werd mede georganiseerd door een sterke lokale alumnigroep. Alle voormalige MDCstudenten<br />
werden uitgenodigd om een abstract in te sturen over de problemen, uitdagingen en<br />
prioriteiten in hun huidige werkomgeving en de mate waarin de MDC/MCM hieraan tegemoet<br />
komt. De geselecteerde deelnemers vertegenwoordigden verschillende MDC-cohorten, landen en<br />
werkervaringen. De staf van de MDC cursus nam ook deel. De workshop begon met een discussie<br />
over de functies en capaciteiten van een manager van een bestrijdingsprogramma. De<br />
deelnemers deelden hun ervaringen in formulering, management, capaciteitsopbouw, controle en<br />
evaluatie. De discussie over de rol van lokale gezondheidswerkers in gezondheidsprogramma’s<br />
werd gevoerd rond persoonlijke ervaringen. De relatie tussen bestrijdingsprogramma’s en<br />
gezondheidszorg was een tweede onderwerp van de discussie. De lokale deelnemers stelden de<br />
prestaties, de beperkingen en de toekomstige uitdagingen van het Cambodjaanse HIV/AIDSprogramma<br />
op alle niveau’s van het gezondheidssysteem voor. Hun analyse werd afgerond door<br />
een bezoek aan een “Chronic Disease Clinic” en een gemeenschapsorganisatie die betrokken zijn<br />
bij de zorg voor HIV/AIDS-patiënten.<br />
De deelnemers evalueerden ook de kwaliteit, de relevantie en de impact van de MDC-opleiding.<br />
De centrale vraag was: “Is de informatie die men krijgt van een MDC-opleiding afdoende en<br />
uitgebalanceerd om iemand klaar te stomen voor de functies en capaciteiten van een<br />
programmamanager?” De meest voorkomende suggestie was om “communicatievaardigheden”<br />
29
in de cursus te versterken. Deze aanbeveling werd al uitgevoerd in de MDC-cursus van 2005-2006.<br />
Een aantal andere belangrijke lessen uit de ervaringen van de deelnemers vertaalden zich ook in<br />
suggesties om de cursus verder te verbeteren.<br />
De organisatie van de Regionale Alumnibijeenkomst bood ook de mogelijkheid om het lokale<br />
netwerk in Cambodja te versterken. Dit netwerk bindt alle ex-deelnemers aan de verschillende ITG<br />
cursussen: ICHD, MDC, de Short Courses en de SCART. Langs deze lijn zullen we vanaf 2006 een<br />
gezamenlijke nieuwsbrief voor MDC en ICHD alumni beginnen uitgeven.<br />
RIPROSAT: het alumninetwerk van het Departement Diergeneeskunde<br />
In 2005 organiseerde RIPROSAT (Réseau International de Diplômés en Santé Animale<br />
Tropicale/International Network of Tropical Animal Graduates) een subregionaal symposium en<br />
een nationaal symposium in Congo. Het subregionale symposium was een initiatief van<br />
verschillende nationale netwerken en jonge ‘ecologische’ boeren uit zeven West-Afrikaanse<br />
landen, gesteund door de Belgische NGO TRAKMOULA. Experten in agriculturele ontwikkeling en<br />
enthousiaste boeren op zoek naar een duurzame verbetering in hun productiesysteem wisselden<br />
hun ervaringen uit.<br />
De RIPROSAT van D.R. Congo organiseerde een wetenschappelijke workshop over Afrikaanse<br />
trypanosoma. Deze workshop vond plaats in het ‘Laboratoire Vétérinaire de Kinshasa’ van 21 tot 23<br />
november. De aanwezigen waren verantwoordelijken en wetenschappers uit de gezondheidszorg,<br />
veeteelt en trypanosomabestrijding in Congo.<br />
RIPROSAT leverde ook een financiële bijdrage aan een kleine groep alumni van de Universiteit van<br />
Kinshasa die zich actief bezig houdt met een eco-ethologische studie van Glossina f.quanzensis.<br />
De alumni Newsletters van juni en decemberzijn te vinden op onze website www.itg.be<br />
(news/contacts).<br />
30
ACADEMISCHE COÖRDINATIE<br />
Engelse versie p. 20<br />
Een van de hoofdtaken van de academische coördinator is de organisatie van overleg over<br />
cursusinhoud, studiemethodes, werkaanbod en wetenschappelijke ontwikkeling. In 2005 werden er<br />
twee workshops georganiseerd om de educatieve vaardigheden van de lesgevers te verbeteren,<br />
vooral in verband met interactieve methoden. Een derde workshop met de coördinatoren van de<br />
cursus ging over evaluatiemethoden. Deze workshops worden vanaf nu jaarlijks herhaald en<br />
omvatten een waaier van onderwerpen: individuele studentenbegeleiding, formulering van<br />
individuele werken en groepswerken, studentenbeoordeling, zelf- en collegabeoordeling,<br />
coherentie tussen onderwijsdoelstellingen en cursusinhoud, didactische benaderingen en e-<br />
learning.<br />
In de loop van 2005 werden de interne academische reglementering hervormd, de<br />
examenreglementen up-to-date gebracht, diplomasupplementen in lijn gebracht met de nieuwe<br />
decreten en procedures ontwikkeld voor de opvolging van “sandwich” doctoraatsstudenten. Na<br />
de herstructurering van de cursus Tropische Geneeskunde kan de operationele steun van de<br />
academische coördinatie geleidelijk aan verschuiven naar de ontwikkeling van een gezamenlijke<br />
modulaire Masters in Internationale Gezondheidszorg met partnerinstituten in Europa en het Zuiden.<br />
Deze Masters zal verder bouwen op de hervormde postgraduaatscursus en initieel de nadruk<br />
leggen op klinische wetenschappen, een van de studiegebieden die nog niet vertegenwoordigd<br />
zijn in het ITG Masters programma. Ondertussen is er een gestage ontwikkeling aan de gang op<br />
vlak van ‘e-learning’, en worden de discussies rond de relevantie, efficiëntie en flexibiliteit van de<br />
bestaande Master programma’s worden uitgewerkt in concrete hervormingen. Een van de<br />
belangrijkste prioriteiten voor de nabije toekomst is de ontwikkeling van een sterkere institutionele<br />
strategie voor de onderwijssamenwerking met onze Zuidpartners.<br />
Cursussen Tropische Geneeskunde<br />
Op 12 september 2005 gingen de hervormde postgraduaatcursussen Tropische Geneeskunde en<br />
Internationale Gezondheidszorg van start. De belangrijkste hervormingen zijn de invoering van het<br />
Engels en Frans als cursustalen (ter vervanging van Nederlands en Frans) en de omvorming tot een<br />
flexibele modulaire structuur.<br />
Een eerste module, die tot 21 december loopt, maakt de 60 deelnemers vertrouwd met “populatie<br />
logica” aan de hand van 7 thematische blokken. De eerste drie blokken gaan over specifieke<br />
gezondheidsproblemen van internationaal belang met als voorbeeld tuberculose, parasitaire<br />
ziekten en HIV/AIDS. Zorgverstrekking voor specifieke sociale groepen integreert verschillende<br />
disciplines in nog vier andere blokken. Het aantal contacturen werd verminderd ten voordele van<br />
zelfstudie en groepswerk, gericht op de kritische analyse van “evidence-based” interventies en de<br />
31
gevoeligheid voor het standpunt van de patiënt.<br />
De tweede module concentreerde zich op de biomedische en klinische aspecten van tropische<br />
ziekten. Hoewel zes weken iets te kort bleek te zijn om alle onderwerpen te verwerken, verwierven<br />
de studenten een enorme vooruitgang in de differentiële diagnostiek.<br />
Geïntegreerde en gecoördineerde examens waren een logisch gevolg van de nieuwe<br />
cursusstructuur. Op basis van evaluaties door studenten en docenten zullen we volgend jaar<br />
verdere aanpassingen maken. De overgang van Nederlands naar Engels blijkt alvast een positieve<br />
evolutie en heeft zeker bijgedragen aan het internationaal karakter.<br />
De postgraduaat opleiding voor verplegers en vroedvrouwen blijft voorlopig volgens het<br />
bestaande formaat lopen, d.w.z. een vier maanden durende cursus in het Nederlands en het<br />
Frans.<br />
Master of Science in Tropical Animal Health<br />
Uit de 140 kandidaturen voor het academiejaar 2004-2005 blijkt dat de reputatie van de<br />
hervormde “Master of Science in Tropical Animal Health” zich gunstig lijkt te ontwikkelen. Om de<br />
selectie van de allerbeste studenten te bevorderen, schreven we een aantal buitenlandse<br />
ministeries en instituten aan om kandidaten te identifiëren of te evalueren. Van de 140 kandidaten<br />
werden er 16 geselecteerd voor een DGOS beurs. Nog 7 andere studenten slaagden erin om<br />
beurzen te krijgen van andere instanties. Tijdens het jaarlijkse departementele seminarie werd het<br />
nieuwe MSc programma geëvalueerd en aangepast. Zo zal het departement buitenlandse<br />
organisaties bijstaan in de pre-selectieprocedures, teneinde het risico te beperken dat studenten<br />
hun diploma niet halen. De nieuwe eenheid “Ziektebestrijding” zal ten volle betrokken worden bij<br />
de verdere ontwikkeling van het curriculum.<br />
Master in Public Health: International Course in Health Development (ICHD)<br />
Tijdens het academiejaar 2004-2005 wijdde de MPH stuurgroep veel energie aan de geplande<br />
hervormingen van de ICHD. De werkgroep ‘Toekomst van de ICHD’ analyseerde en<br />
herbeoordeelde de sterktes en zwaktes van de huidige opleiding. In een tweede fase werden de<br />
algemene doelstellingen, de doelgroep en het beroepsprofiel geherdefinieerd. De derde fase<br />
omvatte de opstelling van een competentiematrix en de algemene structuur van de nieuwe<br />
cursus. Ook voor de lopende ICHD werden de hervormingen ingevoerd op basis van de<br />
kwaliteitszorg (studentenhandboek, taakinstructies, examenprocedures e.a.). Een nieuwe<br />
werkgroep ontwikkelt nu de inhoud, opdrachten en pedagogische benadering en bereidt ook een<br />
intensieve samenwerking en integratie van een vernieuwde MPH met de MDC voor.<br />
32
Master of Science in Disease Control<br />
Het continue proces van kwaliteitszorg leverde heel wat feedback op. Ook de verwachtingen van<br />
de nieuwe MDC/MCM-deelnemers waren duidelijk: “Tot nu toe waren we maar wat aan het<br />
knoeien met onze projecten, programma’s of diensten. We kwamen naar het ITG om<br />
kwaliteitsonderwijs te krijgen over programmaformulering, -management en –evaluatie”. Deze (ex)-<br />
studenten stelden ook voor het onderwijs in de concepten en het beheer van<br />
bestrijdingsprogramma’s te versterken. Het coördinatieteam besloot om de theorie van de<br />
‘Management and Evaluation of Programmes’ module te verbinden met de praktijk van ‘Options<br />
on Tropical Disease and Reproductive Health Programmes’. De lezingen over formulering en<br />
evaluatie werden ondersteund met concrete voorbeelden van strategische plannen, logische<br />
kaders, indicatoren en referentietermen voor evaluatie. Gezondheidswerkers op het terrein,<br />
waaronder vorige deelnemers, waren actief betrokken in de voorbereiding van de ‘case-studies’.<br />
Op advies van de thesisjury werd de opleiding in ‘literatuurstudie’ versterkt met de hulp van de<br />
bibliotheekstaf en externe docenten. De studenten kregen onder meer als opdracht om in de<br />
literatuur antwoorden te zoeken op specifieke onderzoeksvragen. Deze oefeningen leidden naar<br />
een duidelijk verbeterde kwaliteit van de literatuurbespreking in de thesissen.<br />
Tijdens de alumnibijeenkomst in Cambodja (september 2005) bespraken de alumni de noodzaak<br />
om onderwijs- en communicatievaardigheden te verbeteren, in het besef dat deze deels<br />
aangeleerd moeten worden door er actief mee bezig te zijn. Tot nu toe waren de meeste lessen in<br />
communicatie impliciet verwerkt in verschillende modules. In het MDC 2005-2006 programma<br />
wordt er een specifieke module “Communicatievaardigheden” geïntroduceerd.<br />
De relatie tussen ziekterogramma’s en algemene gezondheidszorg blijft een belangrijk onderwerp<br />
en uitdaging. De geplande samenwerking met de MPH, en tussen toekomstige experts met<br />
verschillende profielen, zal de integratie van kwaliteitszorg en ziektebestrijding zeker verder<br />
bevorderen.<br />
Doctoraatsstudies<br />
In 2005 verdedigden twaalf doctorandi van het ITG met succes hun proefschrift, waaronder 3 uit<br />
ontwikkelingslanden. De meeste doctorandi kunnen ook al terugkijken op verschillende publicaties<br />
in gereputeerde internationale tijdschriften. Uit de titels (zie lijst verderop) kan men opmaken dat<br />
academische kwaliteit samengaat met een directe relevantie voor het terrein.<br />
In 2005 superviseerde het ITG in totaal 80 doctoraatsprojecten, waarvan de helft door studenten uit<br />
ontwikkelingslanden. Zij volgen gewoonlijk een “sandwich track” waarbij ze hun onderzoek deels in<br />
eigen land uitvoeren.<br />
33
Dank zij de steun van DGOS kan het ITG elk jaar drie nieuwe “vrije” doctoraatsbeurzen aanbieden<br />
aan recent afgestudeerde alumni van haar institutionele Mastersprogramma’s. Deze beurzen<br />
(leefgeld, reis- en onderzoekskosten voor vier jaar) worden competitief uitgereikt aan de beste<br />
alumni en doctoraatsvoorstellen. Doctoraatsbeurzen kunnen ook verkregen worden binnen de<br />
institutionele capaceitsversterkingsprojecten van het ITG/DGOS programma, en andere extern<br />
gefinancierde projecten. Het ITG biedt tenslotte ook nog een aantal andere gedeeltelijke<br />
doctoraatsbeurzen aan dankzij privé mecenaat. Sinds 2003 zijn al deze beursprogramma’s in één<br />
institutioneel programma samengebracht, met dezelfde regelgeving en voorwaarden voor alle<br />
doctoraatsstudenten, onafhankelijk van financieringsbron of nationaliteit (binnen de beperkingen<br />
opgelegd door de fiscale en sociale wetgeving). Een multidisciplinaire doctoraatscommissie,<br />
voorgezeten door Prof. U. D’Alessandro, evalueert en rangschikt alle projecten en beursaanvragen.<br />
34
TABELLEN<br />
Academic year 2003-2004 - Number and geographic origin of participants in ITM courses<br />
Belgium<br />
European<br />
Union<br />
Other<br />
European<br />
countries<br />
Africa Asia Latin<br />
America<br />
Other<br />
countries<br />
TOTAL<br />
MD (N) 20 2<br />
0 0 0 0 0<br />
22<br />
MD (F) 12 4 1 4 0<br />
0<br />
3 24<br />
Nurses (N) 27 7<br />
0 0 0 0 0<br />
34<br />
Nurses (F) 18 31 20 3 0 0 6 78<br />
MPH 1 1 0 30 0 3 2 37<br />
MScDC 0 1 0 16 0 0 1 18<br />
ICTDC 0 0 0 6 0 0 0 6<br />
ICRH 2 0 0 4 0 1 0 7<br />
MSTAH 0 0 0 21 0 1 1 23<br />
MSTAH (mod) 1 0 0 2 0 0 0 3<br />
Myco (N) 12 0 0 0 0 0 0 12<br />
Myco (F) 7 0 0 0 0 0 0 7<br />
SCART 3 5 0 15 15 6 1 39<br />
THIV 80 0 0 0 0 0 0 80<br />
PhD lopend 23 1 0 28 28 9 0 68<br />
PhD graduaten 5 1 0 4 4 2 0 12<br />
TOTAAL 211 53 24 24 133 22 14 470<br />
Modular students between brackets<br />
D/F: in Dutch /French; MD: post-graduate diploma course in Tropical Medicine for medical doctors; Nurses: postgraduate<br />
diploma course in Tropical Medicine for nurses; MPH: International Course in Health Development<br />
(ICHD)/Cours International pour la Promotion de la Santé (CIPS); MScDC: Masters of Science in Disease Control<br />
(MDC)/Maîtrise en Sciences en Contrôle des maladies (MCM); MScTAH: Masters of Science in Tropical Animal Health;<br />
FCTLMT: Short Course in Tropical Medical Laboratory Techniques, Formation Courte en Techniques de Laboratoire<br />
Médical Tropical ; Myco: Medical Mycology; SCART:Short course on Anti-Retroviral Treatment and Comprehensive<br />
Care for People living with HIV/AIDS in Countries with limited Resources; THIV: Training on Clinical Management of<br />
HIV-AIDS, Formation de Gestion Clinique du HIV - SIDA (not in 2003-04); ICTDC/CICMT: International Course on<br />
Planning and Management of Tropical Diseases Control Programmes, Cours International de Planification et Gestion<br />
35
de Programmes de Contôle de Maldies Tropicales; ICRH/CISR: International Course on Planning and Management of<br />
Reproductive Health Programmes, Cours International de Planification et Gestion de Programmes de Santé de la<br />
Reproduction; PhD: doctoral studies (in progress at the end of the year)<br />
Profile of participants in ITM programmes<br />
Course Sex Age Previous<br />
education<br />
M F 20-29 30-34 35-39 40-44 > 45 1* 2*<br />
MPH 30 7 0 8 18 11 0 0 37<br />
MDC 10 8 0 4 9 5 0 0 18<br />
ICTDC 5 1 0 2 2 2 0 0 6<br />
ICRH 4 3 0 3 0 4 0 1 6<br />
MSTAH 20 3 3 5 11 3 1 0 23<br />
MSTAH (mod) 3 0 0 0 0 0 0 1 2<br />
MD(N) 10 12 18 0 1 2 1 0 22<br />
MD(F) 11 13 11 7 3 0 3 0 24<br />
Nurses (N) 5 29 27 2 1 1 3 34 0<br />
Nurses (F) 13 65 54 13 5 2 4 78 0<br />
Myco (N) 7 5 4 4 0 1 3 4 8<br />
Myco (F) 4 3 1 1 1 2 2 3 4<br />
SCART 24 15 2 13 12 6 6 1 39<br />
THIV 24 56 43 11 7 12 7 65 15<br />
PhD lopend 43 25 18 16 17 12 5 0 68<br />
PhD graduaten 8 4 2 3 3 2 2 0 12<br />
*1 = higher education *2 = University degree<br />
36
Theses and dissertations 2005<br />
ITM PhD THESES<br />
Department of Microbiology<br />
Ariën K. Relative replicative fitness of diverse human immunodeficiency viruses; implications for the<br />
individual and the pandemic. Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Faculteit Farmaceutische,<br />
Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, 2005: 203 pp. UA- ITM promoter G. Vanham.<br />
Debacker M. L’ulcère de Buruli dans un centre de santé rural au Bénin. Bruxelles : ULB Faculté de<br />
Médecine, Ecole de Santé Publique, 2005: 147 pp. ULB promoter M. Dramaix; ITM promoter F.<br />
Portaels.<br />
Johnson C. Etude des facteurs de l’environnement physique et humain de l’ulcère de Buruli dans la<br />
commune de Lalo au Bénin. Cotonou: Université d’Abomey – Calavi, 2005 : 184 pp. Université<br />
d’Abomey – Calavi promoter M. Boko; ITM promoter F. Portaels.<br />
Njai Harr F. The biological importance of human Immunodeficiency Virus Type 1 (HIV-1) Circulating<br />
Recombinant Form (CRF) CRF02_AG. Brussels: Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Sciences, Institute<br />
for Molecular Biology/Biotechnology, 2005 : 172 pp. VUB promoter P. De Baetselier ; ITM promoter G.<br />
Vanham.<br />
Department of Public Health<br />
Blaise P. Culture qualité et organisation bureaucratique, le défi du changement dans les systèmes<br />
publics de santé; une évaluation réaliste de projets qualité en Afrique. Bruxelles : Université Libre de<br />
Bruxelles, Faculté de Médecine, Ecole de Santé Publique, 2005: 202 pp. ULB promoter B. Dujardin;<br />
ITM promoter G. Kegels.<br />
Lutumba P. Contribution à la prise de décision stratégique dans le contrôle de la trypanosomiase<br />
humaine africaine. Bruxelles : Université Libre de Bruxelles, Faculté de Médecine, Ecole de Santé<br />
Publique, 2005: 137 pp. ULB promoter B. Dujardin; ITM promoter M. Boelaert.<br />
Department of Animal Health<br />
Billiouw M. The epidemiology of bovine theileriosis in the eastern province of Zambia. Gent: Ghent<br />
University, Faculty of Veterinary Medicine, Department of Virology, Parasitology and Immunology,<br />
37
2005: 139 pp. UGhent promoter J. Vercruysse; ITM promoter D. Berkvens.<br />
Delespaux V. Improved diagnosis of trypanosome infections and drug resistant Trypanosoma<br />
congolense in livestock. Bruxelles: Université Libre de Bruxelles (ULB), Parasitologie Moléculaire, 2005:<br />
139 pp. ULB promoter L. Vanhamme; ITM promoter D. Geysen.<br />
Fandamu P. Transmission and infection dynamics of theileriosis in southern Zambia: the effect of<br />
environmental and host factors. Merelbeke: Ghent University, Faculty of Veterinary Medicine,<br />
Department of Physiology and Biometrics, 2005: 134 pp. UGhent promoter L. Duchateau; ITM<br />
promoter D. Berkvens.<br />
Goossens E. Epidemiology and control of gastro-intestinal nematode infections in captive wild<br />
ruminants. Gent: Ghent University, Faculty of Veterinary Medicine, Department of Virology,<br />
Parasitology and Immunology, 2005: 196 pp. UGhent promoter J. Vercruysse; ITM promoter P. Dorny.<br />
Department of Parasitology<br />
Garcia Orellana A. L. PCR-based genotyping of neotropical Leishmania: taxonomical, clinical and<br />
eco-epidemiological applications. Brussels: Vrije Universiteit Brussel, Faculty of Sciences, 2005: 150<br />
pp. VUB promoter P. Cornelis; ITM promoter J.-C. Dujardin.<br />
Quispe Tintaya K.W. New modular approaches for typing of Leishmania of the donovani complex:<br />
taxonomical and epidemiological applications. Namur: Facultés Universitaires Notre-Dame de la<br />
Paix, Namur, 2005: 210 pp. FUNDP promoter X. De Bolle ; ITM promoter J.-C. Dujardin.<br />
ITM MASTERS THESES<br />
MSSAT 2004-2005<br />
Ahouandjinou MKI. Détermination du taux d’infection de Theileria parva chez Rhipicephalus<br />
appendiculatus par la PCRRFLP dans deux provinces de l’est et du sud du Rwanda, 24 pp.<br />
Akoda K. Taux d’infection des mouches Glossina morsitans morsitans infectées avec des souches<br />
isogéniques de Trypanosoma congolense IL 1180 à différents degrés de résistance au chlorure<br />
d’isometamidium, 21 pp.<br />
Ali D. Corrélation entre le test sur souris et la PCRRFLP pour la détection de la résistance au<br />
chlorure d’isometamidium de souche de Trypanosoma congolense de différentes pathogénicités,<br />
26 pp.<br />
38
Bankole AA. Etude empirique de modèles bayesiens d’analyses spatiotemporelles; utilisation de<br />
données réelles et simulations avec WinBUGS, 42 pp.<br />
Chegou L. Détermination des tiques de la zone forestière de la Côte d’Ivoire et du degré<br />
d’infection par Ehrlichia ruminantium chez Amblyomma sp. 24 pp.<br />
Coulibaly A. Prévalence de la trichinellose du renard (Vulpes vulpes) en Belgique, 24 pp.<br />
Dakouo M. Modélisation bayesienne spatiotemporelle du risque relatif de la péripneumonie<br />
contagieuse bovine au Mali de 19962001, 34 pp.<br />
Dayo GK. Corrélation entre le test sur souris et la PCRRFLP pour la détection de la résistance au<br />
chlorure d’isometamidium de souches de Trypanosoma congolense de différentes pathogénicités,<br />
29 pp.<br />
Gragnon BG. Prévalence de l’anaplasmose et de la babésiose bovines en zone forestière de la<br />
Côte d’Ivoire, 26 pp.<br />
Mahaman Majitaba M. Contribution à l’évaluation des activités du réseau d’épidémiosurveillance:<br />
cas du réseau d’épidémiosurveillance de la peste bovine au Niger, 37 pp.<br />
Moyenga H. Méthodes qualitatives en enquêtes épidémiologiques; cas de l’utilisation dans les<br />
projets de VSF Belgique, en Afrique, 35 + VI pp.<br />
Nana STR. La péripneumonie contagieuse bovine au Burkina Faso de 1992 à 2002; analyse<br />
spatiotemporelle, 38 pp.<br />
Ndeledje Gondje N. Comparaison de la transmissibilité des souches pathogènes et peu<br />
pathogènes de Trypanosoma congolense par Glossina morsitans morsitans, 20 pp.<br />
Nya E. Prévalence de la cysticercose bovine à l’abattoir de Maroua, province de l’Extrême Nord,<br />
Cameroun, 31 pp.<br />
Phanord S. Etude de la prévalence de la peste porcine classique au niveau des principales Iles<br />
adjacentes de la République d’ Haïti, 37 pp.<br />
Rayaisse JB. Les trypanosomoses animales africaines et leurs vecteurs dans l’est du Burkina Faso;<br />
état des lieux pour une proposition des stratégies, 31 pp.<br />
39
Soumano A. Culture in vitro des formes sanguinicoles de Trypanosoma congolense et Trypanosoma<br />
brucei, 29 pp.<br />
Sow MB. Modélisation spatiale du risque de fièvre de la Vallée du Rift au Sénégal, 29 + VIII pp.<br />
Tanenbe C. Détection de la résistance à l’isometamidium chez Trypanosoma congolense au<br />
Cameroun en utilisant un test de terrain et PCRRFLP, 27 pp.<br />
Tshilenge Mbuyi CG. Développement d’un test de diagnostic semi nested pour Trypanosoma<br />
brucei gambiense, 27 pp.<br />
Tshinyama Ntumba A. Détermination du taux d’infection de Theileria parva chez Rhipicephalus<br />
appendiculatus non nourries par la technique de la PCRRFLP et le pooling dans deux provinces<br />
du Rwanda, 31 pp.<br />
Vinueza Sierra RL. Relations spatiales du complexe taeniase cysticercose à T. solium dans la région<br />
endémique de Limones en Equateur, 37 pp.<br />
Yahaya Mahamane A. Etude de la prévalence de la brucellose bovine en zone forestière de la<br />
Côte d’Ivoire, 35 pp.<br />
CIPS 2004-2005<br />
Achibane H. Améliorer la qualité des soins au Maroc à travers la médecine de famille: à quelles<br />
conditions? 42 pp.<br />
Adamou M. Problématique du sous-dépistage des cas de tuberculose pulmonaire frottis positifs<br />
dans le district sanitaire de Gaya/Niger: analyse causale et perspectives d’amélioration, 42 pp.<br />
Agossou A.A. Amélioration de la prise en charge de l’anémie sévère dans le service de pédiatrie<br />
au Centre Hospitalier Régional de Sokodé au Togo, 38 pp.<br />
Ait Mohand A. Transition sanitaire; caractéristiques et conséquences sur les besoins et priorités de<br />
santé en Algérie; essai d’analyse, 45 pp.<br />
Apetsianyi Y.D.J. Comment améliorer la qualité des soins et l’accessibilité à l’hôpital du district des<br />
Lacs au Togo; analyse à partir de deux études de cas pédiatriques, 34 pp.<br />
40
Bandera Jimenez D. de la C. Analyse du programme de contrôle et d’éradication d’Aedes<br />
aegypti pour la prévention de la dengue à Santiago de Cuba, 35 pp.<br />
Bazirutwabo B. La mise en autonomie de gestion des hôpitaux du Burundi et son impact sur les soins<br />
de santé de base: le cas de l’hôpital de Gitega, 49 pp.<br />
Coulibaly M.M. Participation communautaire au renforcement de la vaccination de routine;<br />
obstacles et propositions de solutions au niveau du district sanitaire de Ségou, Mali, 43 pp.<br />
Coulibaly Y. Peuton améliorer la pratique des auxiliaires de santé du premier échelon au Mali?<br />
Cas du district sanitaire de Mopti, 44 pp.<br />
Djiguimde A.P. La réorganisation du système de référence avec partage des coûts: quels effets sur<br />
la prise en charge des urgences obstétricales et chirurgicales? L’expérience du district sanitaire de<br />
Diapaga (Burkina Faso), 40 pp.<br />
Fedjo Tefoyet T.G. Influence des relations institutionnelles sur la performance de deux centres de<br />
santé du district de Nkondongo, Yaounde, 37 pp.<br />
Guéhenneux E. «To contract or not to contract», le cas de l’hôpital catholique de Djamboutou,<br />
diocèse de Garoua, province du Nord Cameroun, 50 pp.<br />
Houngbedji Anani K.A. Comment concilier nécessité économique et finalité publique dans une<br />
structure confessionnelle: cas de la Polyclinique le Bon Samaritain de PortoNovo au Bénin, 41 pp.<br />
Kafwembe Kisasembe J.M.V. Les zones de santé, monopole de l’état? A quelles conditions les<br />
bureaux diocésains des oeuvres médicales (BDOMs) peuvent-ils contribuer au fonctionnement des<br />
zones de santé en République Démocratique du Congo (RDC), 31 pp.<br />
Kargougou R.L.J.C. Logiques utilitariste et/ou sociopolitique de la participation communautaire<br />
dans le district sanitaire de Solenzo? Services de santé démocratiques et/ou fonctionnels? 37 pp.<br />
Kone F. Intégration des activités de vaccination dans le district sanitaire d’Adzopé: défi ou<br />
menace, 31 pp.<br />
Korgo P. Mortalité maternelle dans le district sanitaire de Houndé: analyse des trois délais dans la<br />
prise en charge des urgences obstétricales et proposition de stratégies correctrices, 36 pp.<br />
41
Kouakoussui L.K. Amélioration de l’accèssibilité financière aux soins au niveau de la deuxième ligne;<br />
évaluation d’une expérience d’assurance maladie communautaire à finalité publique dans 4<br />
localités du district sanitaire d’Agnibilékrou en République de Côte d’Ivoire, 47 pp.<br />
Kourouma M. Analyse de l’expérience des mutuelles pour les risques liés à la grossesse et à<br />
l’accouchement (muriga) dans l’amélioration de l’accès aux soins maternels et néonatals au<br />
niveau du district sanitaire de Dabola, République de Guinée, 37 pp.<br />
Mahaman Sani A. Décentralisation de la prise en charge de l’épilepsie et implications systémiques;<br />
un projet pilote au Niger, 50 pp.<br />
Mazaya Tukadila A. Un «New Deal» au Bandundu (RDC) pour l’amélioration de la performance des<br />
services de santé? 39 pp.<br />
Menard A. Le renforcement de la lutte contre le VIH/SIDA dans un contexte de carence en<br />
ressources humaines; cas d’une UCS en Haïti, 40 pp.<br />
Ndizeye C.R. Initiative à la performance et mutuelles de santé: quel rôle pour l’équipe cadre de<br />
district de santé? Expérience du district de santé de Gakoma/Rwanda, 49 pp.<br />
Ngabere C. Analyse du cycle de gestion des médicaments essentiels et génériques au Tchad, 48<br />
pp.<br />
Ngongo Ulungu O. Evaluation de la détection et de la régularité au traitement des tuberculeux à<br />
bacilloscopie positive; expérience du centre de santé Kasumbalesa douane / RDC, 37 pp.<br />
Niaba I.S. Affection carieuse: quelle priorité en Afrique subsaharienne? 45 pp.<br />
Niyonsaba C. Problématique de la malnutrition en province sanitaire de Kirundo, au Burundi; rôle<br />
des services de santé pour une prise en charge intégrée des problèmes nutritionnels, 35 pp.<br />
Pierre J.D. Améliorer l’offre de services en planification familiale dans le département du NordEst<br />
d’Haïti: défis et perspectives, 43 pp.<br />
Pinto d’Assunçao Pontes L. Analyse des conditions pour la mise en oeuvre de la stratégie de Prise<br />
en Charge Intégrée des Maladies d’Enfance (PCIME) dans le système de santé de São Tome &<br />
Principe, 30 pp.<br />
Rasoloherimampiononiaina M.R. Maladies respiratoires chroniques et pollution de l’air: quelles<br />
42
stratégies pour le contrôle, 35 pp.<br />
Ruturwa H.D. Analyse de l’opérationnalisation d’un programme de santé reproductive des<br />
adolescents: le cas de «Centre Dushishoze» de Butare, Rwanda, 32 pp.<br />
Salumu Mafuta F. Evaluation des interventions visant l’amélioration de la détection et de la prise en<br />
charge des tuberculeux à microscopie positive dans la zone de santé de Kamina, République<br />
Démocratique du Congo, 39 pp.<br />
Terceros Zabala N.F. Améliorer les soins des patients diabétiques au premier échelon; le cas des<br />
soins pour le diabète de type 2 aux centres de santé publics à Santa Cruz, Bolivie, 39 pp.<br />
Traoré B. La participation communautaire dans le cercle de Kadiolo, Mali; implications sur le<br />
fonctionnement des centres de santé communautaires, 32 pp.<br />
Van Engelgem I. Stratégies novatrices de prise en charge des maladies chroniques. Proposition<br />
d’un modèle de prise en charge des PVVIH à Conakry, Guinée, 54 pp.<br />
Zahaf S.O.M.L. Déséquilibre des ressources humaines en Mauritanie; besoins d’un nouveau style de<br />
gestion, 36 pp.<br />
Zeba S. Les ordinogrammes décisionnels comme outil de promotion du personnel infirmier?<br />
Stratégies pour y arriver dans le district sanitaire de Koudougou au Burkina Faso, 35 pp.<br />
MCM 2004-2005<br />
Abdoulaye M.B. Contribution à l’amélioration de la surveillance du VIH/SIDA/IST au Niger, 47 pp.<br />
Boughoufalah A. La mortalité maternelle; analyse des déterminants, des causes et implications<br />
régionales dans le contexte algérien, 52 pp.<br />
Boum J.R. Evaluation des campagnes mass media pour la prévention du VIH/SIDA ciblées aux<br />
jeunes en Afrique subSaharienne, 58 pp.<br />
Deres H.B. Accès aux antirétroviraux pour les malades atteints du VIH/SIDA: expérience de<br />
Médecins Sans Frontières Belgique (MSFB) dans une clinique de maladies chroniques à Siem Reap,<br />
Cambodge, 61 pp.<br />
Diouf L.M. Prévalence et facteurs de risque du syndrome inflammatoire de la reconstitution<br />
43
immunitaire chez des patients infectés par le VIH et sous traitement antirétroviral hautement actif<br />
dans le cadre de l’initiative sénégalaise d’accès aux antirétroviraux, 33 pp.<br />
Fampou Toundji J.C. Conseil et dépistage volontaire du VIH/SIDA en Côte d’Ivoire; analyse<br />
situationnelle et propositions de solutions pour augmenter la couverture, 54 pp.<br />
Kabamba Tshilobo J. Evaluation des comportements des professionnelles du sexe à miintervention<br />
du programme d’éducation par les paires; cas des villes de Kinshasa et de Mbandaka en RDC, 38<br />
pp.<br />
Kabore G.S.M. Contribution du système éducatif à la lutte contre le VIH en milieu scolaire au<br />
Burkina Faso: cas des enseignants, 38 pp.<br />
Makabuza Mukabela J. La surveillance épidémiologique de la trypanosomiase humaine africaine<br />
en milieu urbain; cas de Kinshasa (République Démocratique du Congo), 38 pp.<br />
Mukaminega M. Fraction de fièvre attribuable au paludisme au service de pédiatrie du Centre<br />
Hospitalier Universitaire de Kigali, 40 pp.<br />
Ndong Ngoe C. Problématique des résultats de traitement de la tuberculose: l’exemple du district<br />
de santé de Mbalmayo – Cameroun, 41 pp.<br />
Nibitanga S. Diagnostic du kala azar: choix stratégique en région Bakool, Somalie, 48 pp.<br />
Roger I. Raccourcissement du suivi des patients traités pour la trypanosomiase humaine africaine,<br />
35 pp.<br />
SemdeAbla G. Importance des grossesses non désirées parmi les professionnelles du sexe:<br />
intégration de service planning familial dans leurs structures spécialisées de prise en charge à<br />
Abidjan, Côte d’Ivoire, 55 pp.<br />
Tessougue Cissé F.I. Comment briser les barrières à l’accès des soins pour les femmes enceintes<br />
dans la région de Gao au Mali? 43 pp.<br />
Toure B. Qualité des soins maternels et prévention de la transmission mèreenfant du VIH en Côte<br />
d’Ivoire: connaissances et perception du personnel de santé, 40 pp.<br />
Tshomba Oloma A. Prédiction clinique de fièvre hémorragique de Marburg dans l’épidémie de<br />
Watsa, 41 pp.<br />
44
UNIVERSITY MASTER THESES<br />
Department of Microbiology<br />
Dieltjens T. Selection of HIV-1 specific immunogenic epitopes by screening random peptide phage<br />
display libraries with HIV-1 positive plasma (in ducth). Licentiaatsthesis Biomedische<br />
Wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Geneeskunde en Farmacie, 2005; ITM promoter<br />
W. Janssens.<br />
Department of Parasitology<br />
Adjem Anchang J. Validation of the fluorogenic polymerase chain reaction for the determination<br />
of Plasmodium falciparum genotypes linked to drug resistance. Vrije Universiteit Brussel, 2005; ITM<br />
promotors U. D’Alessandro, J.-C. Dujardin.<br />
De Goeyse I. Heterologe expressie van TAg-5, een speekseleiwit van de tseetseevlieg, Glossina<br />
morsitans. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM promotor J. Van Den Abbeele.<br />
Gielen L. De moleculaire detectie van kdr-resistentie in belangrijke malariavectoren Anopheles<br />
dirus s.l., An. gambiae s.s. en An. arabiensis. Vrije Universiteit Brussel, 2005; ITM promotor M.<br />
Coosemans.<br />
Lantermann K. Identificatie van ligandplaatsen op het speekselklierepitheel van de tseetseevlieg,<br />
gebruik makend van een faag display peptide bibliotheek. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM<br />
promotor M. Coosemans, J. Van Den Abbeele.<br />
Piters E. Antimoonresistentie in natuurlijke Leishmania donovani populaties: ‘pool sequenering’ als<br />
strategie in de zoektocht naar een moleculaire merker. Universiteit Antwerpen, 2005; ITM<br />
promotoren J.-C. Dujardin, M. Coosemans.<br />
Ruyssers N. Evaluatie van malariacontrole: Preventie van epidemieën op Afrikaanse hoogvlakten.<br />
Universiteit Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans.<br />
Van den Eede P. Genotyping of P. vivax infections in Vietnam. Katholieke Universiteit Leuven, 2005;<br />
ITM promotors U D’Alessandro, J.-C. Dujardin.<br />
45
PROFESSIONAL BACHELOR THESES<br />
Department of Parasitology<br />
Buermans I. Detectie van Oost- en West-Afrikaanse kdr-mutatie bij gepoolde stalen van Anopheles<br />
gambiae s.s. Karel de Grote Hogeschool Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans,<br />
W. Van Bortel.<br />
Bouddount F. Bepalen van de kdr frequentie van Anopheles sinensis. Karel de Grote Hogeschool<br />
Antwerpen, 2005; ITM promotor M. Coosemans, W. Van Bortel.<br />
Wierckx A. Antistofdectectie in speeksel voor diagnose van slaapziekte. KAHO Sint-Lieven, 2005;<br />
ITM promoter P. Büscher.<br />
46
ONDERZOEK<br />
Engelse versie p. 27<br />
DEPARTEMENT DIERGENEESKUNDE<br />
Engelse versie p. 29<br />
Het Departement Diergeneeskunde wil een bijdrage leveren tot de verbetering van de<br />
gezondheid en het welzijn van de bevolking in de tropen door middel van het ontwikkelen,<br />
verspreiden en toepassen van wetenschappelijke kennis over tropische veeziekten. Deze<br />
doelstelling wordt nagestreefd door innovatief en toegepast wetenschappelijk onderzoek,<br />
postuniversitaire opleiding en onderwijs, alsook door dienstverlening op vlak van de bestrijding van<br />
tropische dierenziekten en zoönosen. Momenteel concentreert het onderzoek van het<br />
departement zich op de biologie, epidemiologie en preventie van trypanosomiase, theileriose,<br />
taeniase-cysticercose en chemoresistentie tegen anthelmintica en trypanociden.<br />
19 februari 2005 was een dag van rouw voor het Departement, wegens het overlijden van Prof. Dr.<br />
J. Mortelmans, vroeger diensthoofd en stichter van het Departement (zie overlijdensberichten).<br />
Prof. Dr. J. Brandt ging met pensioen na een carrière van meer dan 30 jaar aan het ITG, tijdens<br />
welke hij een leidende rol speelde als expert in de biologie en de ontwikkeling van diagnostische<br />
testen voor parasitaire infecties. Daarnaast was hij ook verantwoordelijk voor de<br />
proefdierenafdeling van het ITG en een sterk gewaardeerde lesgever in de parasitologie, zowel<br />
voor de medische als de veterinaire studenten.<br />
Om te kunnen voldoen aan de huidige noden van het Departement werd de matrixstructuur<br />
vervangen door 4 gelijkwaardige eenheden: veterinaire protozoölogie, veterinaire helminthologie,<br />
veterinaire epidemiologie en toegepaste statistiek, en een nieuwe eenheid ziektebestrijding, vanaf<br />
november 2005 onder leiding van Peter van den Bossche.<br />
Kirezi Kanobana, een van de postdocs, verliet het departement en werd vervangen door Nicolas<br />
Praet.<br />
In 2005 werd ook verder gewerkt aan het platform ‘Tropical Animal Health and Production’. Het<br />
platform kreeg de naam ‘be-troplive’. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van de<br />
diergeneeskundige faculteiten van de UGent en de ULg, de faculteit landbouw van Gembloux,<br />
Dierenartsen zonder Grenzen, DGOS, BTC en het ITG. Het secretariaat is in handen van het ITG en<br />
krijgt financiële steun van DGOS.<br />
47
In juli 2005 vierden we de diplomering van een eerste groep van 21 Franstalige studenten van de<br />
hernieuwde MSc cursus in tropische diergeneeskunde (zie hoofdstuk onderwijs). In samenwerking<br />
met de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Pretoria startte we in 2005 ook met<br />
onderwijs via internet voor een MSc programma ‘Tropische Dierenziekten’. Ons departement<br />
ontwikkelde de module ‘Tseetseevliegen en trypanosomiase’ en leverde een belangrijke bijdrage<br />
aan de modules ‘Teken en door teken overgedragen ziekten’ en ‘Helminthologie’. In het kader<br />
van een Europees Master programma ‘Tropische Neurologie’, dat gecoördineerd wordt door de<br />
Universiteit van Limoges, organiseerde het departement in november 2005 ook een module over<br />
neurocysticercose.<br />
De stafleden van het departement superviseerden in 2005 25 PhD studenten. Vijf studenten<br />
verdedigden met succes hun doctoraatsthesis (zie hoofdstuk onderwijs).<br />
Eenheid Veterinaire Helminthologie<br />
De eenheid veterinaire helminthologie voert onderzoek uit naar helminthaire zoönosen en naar de<br />
bestrijding van infecties met gastro-intestinale nematoden bij het vee. De grootste aandacht gaat<br />
naar het Taenia solium taeniasis/cysticercosis complex. We zetten de samenwerking met onze<br />
partners in Ecuador, Peru, Zambia en Vietnam voort. Bovendien verwierven we nieuwe<br />
competitieve fondsen bij VLIR, NIH en de Wellcome Trust voor samenwerkingsprojecten met<br />
onderzoeksgroepen in India, Nepal, Burkina Faso en Kameroen. We ondersteunden ook een<br />
internationaal initiatief van de WGO om het globaal belang en de impact van Taenia solium,<br />
taeniasis-cysticercose en epilepsie te bepalen. We richtten een cysticercose-werkgroep op in het<br />
ITG als onderdeel van de interdepartementele werkgroep ‘Verwaarloosde Ziekten’, waaraan<br />
onderzoekers van de departementen Parasitologie, Klinische Wetenschappen, Volksgezondheid<br />
en Diergeneeskunde deelnemen. In Vietnam startten we onderzoek naar zoönotische fasciolose,<br />
waarvoor we een doctoraatsbeurs verwierven. In Zuid-Afrika en in de Antwerpse Zoo evalueerden<br />
we geïntegreerde bestrijdingsmethoden voor infecties met gastro-intestinale nematoden en de<br />
ontwikkeling van anthelminticumresistentie bij vee en herkauwers, dit in samenwerking met de<br />
Universiteit Gent.<br />
Eenheid Veterinaire Protozoölogie<br />
Het onderzoek van deze eenheid is gericht op de ontwikkeling en validatie van moleculaire<br />
technieken voor de detectie van resistentie tegen trypanocieden, de studie van het dierlijk<br />
reservoir van Trypanosoma brucei gambiense, de moleculaire epidemiologie en controle van<br />
trypanosomiase en theileriose en tenslotte de cellulaire immuniteit van Theileria parva en de<br />
ontwikkeling van betere vaccins tegen ‘East Coast fever’ (ECf).<br />
De meeste mijlpalen van het strategisch plan 2002-2005 werden bereikt. Een PCR techniek voor het<br />
opsporen van resistentie tegen isometamidium in T. congolense werd ontwikkeld en geëvalueerd.<br />
Een andere moleculaire test wordt momenteel op punt gesteld voor de detectie van resistentie<br />
48
tegen diminazeen. De rol van varkens als reservoir van menselijke slaapziekte in Kinshasa werd<br />
onderzocht. Er werd ook belangrijke vooruitgang geboekt in de studie van de genetische diversiteit<br />
van T. congolense. Wat betreft theileriose hebben we nu een beter inzicht in de ecologie van de<br />
vector Rhipicephalus appendiculatus, zijn de dominante T. parva isolaten in Rwanda bekend en<br />
zijn kruis-immuniteitsstudies aan de gang om de meest geschikte stam te identificeren voor de<br />
immunisatie tegen ECf in dat land. De immuunrespons tegen T. parva werd geanalyseerd en de<br />
belangrijkste immunogene antigenen worden momenteel geïdentificeerd. Er zijn al verschillende<br />
plasmideconstructen beschikbaar en ze worden getest voor gebruik in een DNA vaccin tegen ECf.<br />
In de loop van 2005 werden verschillende nieuwe projecten opgestart. Met financiering van de<br />
‘Wellcome Trust’ werd een project begonnen om de impact van milieuverandering te bestuderen<br />
op de biotopen van tseetseevliegen. Het IAEA steunde een project om het effect van<br />
isometamidium te onderzoeken op de infectiegraad van tseetsee’s. De Vlaamse Gemeenschap<br />
stelde geld ter beschikking voor een project rond de epidemiologie en controle van<br />
rundertrypanosomiase en theileriose in Kwazulu-Natal (Zuid-Afrika) en het FWO gaf financiële steun<br />
voor het ontwikkelen en evalueren van een recombinant vaccin tegen T. parva.<br />
49
DEPARTEMENT KLINISCHE WETENSCHAPPEN<br />
Engelse versie p. 39<br />
Het Departement Klinische Wetenschappen bestaat uit drie eenheden: Tropische Geneeskunde en<br />
Klinische Biologie (inclusief de subeenheid Mycologie), Reisgeneeskunde (gericht op reizigers en<br />
migranten in Europa) en HIV/Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (klinisch onderzoek in Europa<br />
en ontwikkelingslanden). De doelstellingen van het Departement zijn opleiding, onderzoek en<br />
dienstverlening in klinische tropische geneeskunde en HIV/AIDS. Binnen België verzekeren de<br />
Medische Diensten van het Departement referentiële klinische referentiediagnostiek en<br />
preventieve programma’s.<br />
Onderzoek in Europa<br />
We hebben de eerste fase van een langlopende studie over koorts bij reizigers afgerond. De<br />
samenwerking binnen het TropNetEurop netwerk legt zich toe op ernstige malaria en<br />
schistosomiasis. Een laboratoriumstudie over darmparasieten omvat nu al 2.500 stalen. We zijn ook<br />
gestart met onderzoek naar de factoren die standaardvaccinatie en preventieve adviezen<br />
hinderen, naar het effect van reisadvies op kennis en gedrag en naar sexueel risicogedrag<br />
gedurende reizen.<br />
Het laboratorium voor Klinische Biologie maakte een vergelijking op van gecombineerde<br />
elektroforese met een commerciële methode voor de dosering van HbA2 en HbF en de opsporing<br />
van hemoglobinevarianten. De subeenheid Mycologie zette de nauwe samenwerking verder met<br />
het laboratorium Mycologie van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in Brussel.<br />
De eenheid SOA/HIV nam deel aan verschillende multicentristische klinische trials voor AIDS<br />
(interleukine, atazanavir, tipranavir, TMC 114, T2) en voor chronische hepatitis C/HIV co-infectie met<br />
PEG-interferon en ribavirin. Het Eurosupportproject, dat al sinds 1996 onder de coördinatie van het<br />
ITG loopt, onderzoekt de veranderende noden van HIV/AIDS patiënten in verschillende Europese<br />
landen. De eenheid houdt grondig toezicht op een cohorte van HIV-patiënten en behoort tot het<br />
EuroSIDA netwerk.<br />
Onderzoek in het Zuiden<br />
Het onderzoek in het Zuiden legt zich vooral toe op institutionele samenwerkingsverbanden met<br />
klinische of diagnostische centra in Lima, Peru (Institute of Tropical Medicine of the Universidad<br />
Peruana Cayetano Heredia); Phnom Penh, Cambodja (Sihanouk Hospital Centre of HOPE); Kigali,<br />
Rwanda (Centre Hospitalier Universitaire); Kampala, Uganda (Makerere University); Kinshasa, D.R.<br />
Congo (Kalembe Lembe Paediatric Hospital), en Mozambique (Tete Regional Hospital). Er gaat<br />
veel aandacht uit naar antiretrovirale behandeling, malaria, tuberculose, slaapziekte en andere<br />
51
parasitaire aandoeningen.<br />
In het Sihanouk Hospital Centre of HOPE in Phnom Penh, Cambodja, blijft het aantal HIV/AIDSpatiënten<br />
stijgen (huidig aantal: 700). We leidden Cambodjaanse dokters en counsellors op en we<br />
versterken de onderzoekscapaciteit. We introduceerden nieuwe laboratoriumtechnologieën voor<br />
bacteriën, mycobacteriën en microbiële gevoeligheid.<br />
In Lima is het Departement sinds juni 2004 betrokken bij de begeleiding van een cohorte HIV/AIDSpatiënten<br />
van het Nationaal Aids programma. Andere studies richten zich op de diagnose van<br />
tuberculose, de risicofactoren voor multiresistente tuberculose en klinische aspecten van HTLV1-<br />
infectie. De subeenheid Mycologie werkte nauw samen met het Mycologie laboratorium in Lima<br />
en dit vooral op het gebied van sporotrichosis, PCP en cryptococcosis.<br />
In het Centre Hospitalier Universitaire de Kigali (Rwanda) wordt gewerkt rond onderzoek op<br />
ziektebeelden zonder gouden standaard, rond HIV- en tuberculosebehandeling, training en<br />
ondersteuning voor klinisch onderzoek.<br />
Prof. Colebunders nam een sabbatjaar in het Infectious Diseases Institute (IDI) in Kampala,<br />
Oeganda. Dit instituut maakt deel uit van de Makerere University en The Mulago Hospital.<br />
De dienstverlening concentreert zich vooral op de patiëntenzorg in de Medische Diensten van het<br />
ITG. (zie hoofdstuk Medische Diensten).<br />
Het Departement verzorgt opleidingsprogramma’s in tropische geneeskunde, laboratoriumdiagnostiek<br />
en HIV/AIDS in de postgraduaatcursussen van het ITG. Verder organiseren we een<br />
bijzondere opleiding in de Medische Mycologie en een internationale korte cursus (SCART) over<br />
antiretrovirale behandeling (zie hoofdstuk Onderwijs).<br />
52
DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE<br />
Engelse versie p.48<br />
Het hoofddoel van het Departement Microbiologie is het verwerven, verspreiden en toepassen van<br />
kennis betreffende het Humaan Immuundeficiëntie Virus (HIV), Tuberculose (TB) en Seksueel<br />
Overdraagbare Aandoeningen (SOA), dit alles met een grote nadruk op de situatie in het Zuiden.<br />
Het departement bestaat uit 4 wetenschappelijke eenheden: Virologie, Immunologie,<br />
Mycobacteriologie en SOA/HIV Onderzoek & Interventie. Verder herbergt het Departement ook<br />
het dienstgerichte AIDS Referentie Laboratorium.<br />
De belangrijkste onderzoekslijnen zijn de moleculaire variabiliteit en fitness van HIV en de implicaties<br />
hiervan voor vaccinontwikkeling, diagnose en behandeling; de epidemiologie en immunologie<br />
van HIV en de interactie van HIV met andere infecties; de preventie, diagnose, behandeling en<br />
bestrijding van HIV en andere SOA’s in ontwikkelingslanden; de ontwikkeling en epidemiologische<br />
toepassing van diagnostische technieken voor tuberculose en andere mycobacteriële<br />
aandoeningen en de aanpak van geneesmiddelenresistentie.<br />
Het onderwijs concentreert zich op gevorderde postuniversitaire, professionele en<br />
wetenschappelijke opleidingen aan het ITG, maar ook aan andere universiteiten en in<br />
internationale programma’s.<br />
De dienstverlening van het departement omvat voornamelijk nationale en internationale<br />
diagnostische referentietaken en ondersteuning van partnerinstellingen en<br />
bestrijdingsprogramma’s in het Zuiden.<br />
De Eenheid Virologie<br />
We namen nieuwe laboratoria (bioveiligheid niveau 2 en 3) in gebruik, waarvan de faciliteiten veel<br />
beter zijn dan in onze vorige laboratoria. We zetten onze HIV-gerelateerde projecten verder rond<br />
(1) preventie: neutraliserende antilichamen en evaluatie van kandidaat microbiciden; (2)<br />
pathogenese: virale fitness en interactie met het interferon systeem; (3) voorbereiding van<br />
immunotherapie, met gebruik van autologe dendritische cellen en (4) opvolging van HIV drug<br />
resistentie. Ook de samenwerking HTLV-1 in Peru werd verder verlengd.<br />
Kevin Ariën verdedigde zijn doctoraatsverhandeling over het belang van virale fitness van HIV (zie<br />
onderaan) aan de Universiteit Antwerpen. Zijn bevindingen betreffende de verzwakking van HIV in<br />
de Antwerpse cohorte, gepubliceerd in AIDS, trokken internationale aandacht. Harr Njai<br />
verdedigde haar doctoraatsverhandeling rond diagnose, pathogenese en preventie van de West-<br />
Afrikaanse circulerende recombinante vorm van HIV-1, CRF02_AG aan de Vrije Universiteit Brussel.<br />
Ze is teruggekeerd naar haar geboorteland, Gambia, voor een postdoctorale positie aan The<br />
Medical Research Council Laboratories. Een andere Gambiaanse doctoraatsstudente, Sabelle<br />
53
Jallow, zet haar werk voort rond de identificatie en opvolging van geneesmiddelenresistentie in<br />
HIV-2 patiënten.<br />
Ellen Van Gulck heeft een techniek ontwikkeld om dendritische cellen te behandelen voor<br />
toekomstige immunotherapie. Onze zeer productieve samenwerking met het Departement<br />
Experimentele Hematologie van de Universiteit Antwerpen zal verder uitgebreid worden met twee<br />
groepen uit Parijs, waaronder een primatencentrum.<br />
Katty Terrazas uit La Paz, Bolivia, heeft het departement vervoegd. Ze werkt aan een<br />
doctoraatsverhandeling rond microbiciden en wordt gesponsord door ons Europees Geïntegreerd<br />
Project EMPRO.<br />
Twee wetenschappers, Youssef Gali en Tessa Dieltjens hebben beiden met succes hun<br />
doctoraatsproject verdedigd voor het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door<br />
Wetenschap & Technologie in Vlaanderen (IWT). Youssef zal werken aan biologische modellen van<br />
HIV transmissie en Tessa aan de identificatie van ‘HIV neutralisatie inducerende antilichamen’.<br />
Na een verblijf van twee jaar aan het Scripps Instituut in San Diego, VS, heeft Helen Donners ons<br />
departement opnieuw vervoegd als postdoc. Ze zal de peptidefaag-display technologie voor het<br />
karakteriseren van HIV neutraliserende antilichamen verder ontwikkelen.<br />
We zijn met een nieuw project gestart rond het tweede meest belangrijke humaan retrovirus, HTLV-<br />
1. Dit project is een samenwerking met het Instituto de Medicina Tropical Alexander von Humboldt<br />
in Peru, en de Universiteiten van Antwerpen en Leuven. Het Peruaanse HTLV-1 onderzoeksteam,<br />
waarvan Tine Verdonck (klinische epidemiologie) en Ivan Best (immunologie) al deel uitmaakten,<br />
werd versterkt door Michael Talledo en Daniel Clark, die zich respectievelijk zullen toespitsen op<br />
humane genetica en virologie.<br />
De Eenheid Immunologie<br />
De Eenheid Immunologie is zich blijven toespitsen op cellulaire immunologie van HIV, waarrond<br />
verschillende projecten lopen: (1) correlaten van bescherming tegen HIV infectie; (2) de<br />
ontwikkeling en evaluatie van alternatieve methoden voor CD4 telling en bepaling van virale<br />
lading bepaling; (3) het gebruik van pseudovirale deeltjes bij het opvolgen van de cellulaire<br />
immuunrespons en (4) capaciteitsversterking van immunologische projecten in het Zuiden.<br />
Wim Jennes heeft de vacante postdoctorale positie ingevuld en leidt de studie over HIV resistentie<br />
in veelvuldig aan HIV blootgestelde seronegatieve personen in Ivoorkust en Dakar, Senegal.<br />
Pascale Ondoa en Chris Vereecken hebben de studie afgerond rond HIV p24 detectie als<br />
alternatief voor virale lading.<br />
De samenwerking tussen het ITG en het Centre Hospitalier Universitaire (CHU) werd verder<br />
uitgebreid naar het Departement Infectieziekten (Prof. Papa Salif Sow) van het Hôpital de Fan.<br />
Dankzij deze samenwerking is Camara Makhtar, een Senegalees doctoraatsstudent, kunnen<br />
54
eginnen met het verzamelen van biologische stalen voor zijn studie rond serodiscordante koppels.<br />
Dominique Beels is met de steun van een IWT-beurs aan haar doctoraat begonnen. Ze doet<br />
onderzoek naar het gebruik van pseudovirale partikels voor het karakteriseren van de cellulaire<br />
immuunrespons tegen HIV.<br />
We zijn ook met een preliminair laboratoriumonderzoek gestart naar het ‘Immune Reconstitution<br />
Inflammatory Syndrome’ (IRIS), een belangrijke complicatie bij het opstarten van antiretrovirale<br />
behandeling in ontwikkelingslanden.<br />
De Eenheid SOA/HIV Onderzoek en Interventie<br />
De eenheid SOA/HIV Onderzoek en Interventie concentreert zich op strategieën voor de preventie<br />
en bestrijding van HIV infectie en andere seksueel overdraagbare aandoeningen, voornamelijk in<br />
het Zuiden. Sinds 2002 legt de eenheid zich ook toe op vraagstukken aangaande het wereldwijd<br />
beschikbaar maken van antiretrovirale middelen. In samenwerking met de Departementen<br />
Volksgezondheid en Klinische Wetenschappen voeren we beleidsvoorbereidend onderzoek uit<br />
naar obstakels en knelpunten rond het toegankelijk maken van antiretrovirale middelen, naar de<br />
effecten van preventieprogramma’s van moeder-kind transmissie op de kwaliteit van kraamzorg<br />
en naar de opvang van TB-HIV gecoïnfecteerde patiënten.<br />
In het kader van ons onderzoek naar frequent voorkomende maar “vergeten” SOA’s, worden nu<br />
de gegevens van een studie naar de verschillende trichomonas stammen bij vrouwen in Zambia,<br />
Tanzania en Gambia geanalyseerd. Verder onderzoeken we de epidemiologie van en<br />
risicofactoren voor HSV-2 in west Kenia en Cambodja en de impact ervan op de HIV verspreiding in<br />
Afrika beneden de Sahara.<br />
Ons SOA referentie laboratorium werkt samen met het AIDS referentie laboratorium en twee<br />
internationale NGO’s, CONRAD en Family Health International, in fase III klinische studies rond<br />
vaginale microbiciden. We zijn verantwoordelijk voor training, technische bijstand en externe<br />
kwaliteitscontrole in Afrika beneden de Sahara en India.<br />
Een belangrijke taak van de eenheid is onderzoek naar de preventie van HIV infectie bij kwetsbare<br />
bevolkingsgroepen waaronder prostituees in Abidjan (Ivoorkust) en Cambodja, jongeren in<br />
westelijk landelijk Kenia en migranten in Vlaanderen afkomstig uit Afrika beneden de Sahara. Bij<br />
prostituees wordt gewerkt rond de behandeling van SOA’s en andere gezondheidsproblemen en<br />
wordt condoomgebruik gepromoot. In Cambodja evalueren we de impact van veilige en legale<br />
abortusdiensten op het gebruik van contraceptieve middelen. Het jeugdinterventie programma in<br />
west Kenia biedt een waaier van diensten aan met als doel een gedragswijziging teweeg te<br />
brengen op individueel, familiaal en gemeenschapsniveau. 2005 was een overgangsjaar in het<br />
project rond Afrikaanse migranten en een nieuw programma werd voorbereid.<br />
55
De eenheid coördineert een groot EuropeAid-gesponsord project rond “Vergroten van relevantie<br />
en doeltreffendheid van HIV/AIDS preventie en zorg bij jongeren door een netwerk in Cambodja-<br />
Thailand”. Activiteiten in dit project zijn begonnen in de laatste helft van 2004 en eind 2005 werd<br />
een externe tussentijdse evaluatie uitgevoerd.<br />
Judith Vandepitte voerde een zending uit ter voorbereiding van een provinciaal HIV/AIDS<br />
jeugdpreventieprogramma in opdracht van de Vlaamse regering en Zuid-Afrika.<br />
Marie Laga woonde een vergadering bij van het technisch panel van de AVAHAN India AIDS<br />
Initiative. Ze werd benoemd als lid van de UNAIDS Preventie Referentie Groep.<br />
Therèse Delvaux schreef, in opdracht van de WGO, een achtergrondartikel over contraceptie,<br />
abortus en fertiliteit.<br />
Het SOA laboratorium heeft de referentietaken rond gonokokken, onder andere het kweken en het<br />
bepalen van antimicrobiële gevoeligheid, overgenomen van het Centraal Klinisch Laboratorium.<br />
De eenheid was ook nauw betrokken bij de organisatie van de 16 de Tweejaarlijkse Vergadering van<br />
de Internationale Vereniging voor het Onderzoek van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen in<br />
Amsterdam in juli 2005.<br />
De Eenheid Mycobacteriologie<br />
Als internationaal referentiecentrum draagt de eenheid bij tot de internationale opvolging van<br />
resistente tuberculose (TB), zowel tegen eerstelijns als tweedelijns geneesmiddelen. We werken rond<br />
vereenvoudiging, standaardisatie en veldevaluatie van goedkope technieken voor de bepaling<br />
van geneesmiddelengevoeligheid. Onze eenheid evalueert ook veelbelovende<br />
gestandaardiseerde (her)behandelingsprogramma’s voor Multi-Drug Resistente TB. De studie naar<br />
het ontstaan van geneesmiddelenresistentie na gebruik van verschillende gebruikelijke<br />
behandelingsschema’s in R.D.Congo en Bangladesh werd voortgezet. Ook werd meegewerkt aan<br />
een multi-center studie naar gatifloxacin-bevattende geneesmiddelen bij verkorting van de<br />
behandelingsduur van pulmonaire TB. Capaciteitsversterking van lokale laboratoria door training<br />
en kwaliteitscontrole bleef een van de hoofddoelen.<br />
Buruli Ulcer is ons tweede meest belangrijke onderzoeksgebied. In dit kader is de samenwerking<br />
met het Nationaal Referentielaboratorium in Benin voortgezet. Er is onderzoek gedaan naar de<br />
mogelijke rol van verschillende diersoorten (vissen, amfibieën en slakken) als reservoir van<br />
Mycobacterium ulcerans. Het vinden van nieuwe moleculaire merkers voor DNA typering heeft<br />
voor de eerste keer geleid tot de ontdekking van een beperkt polymorfisme in de Afrikaanse BU<br />
stammen.<br />
In november 2005 coördineerde de eenheid mycobacteriologie het jaarlijkse ITG colloquium<br />
“ Verbetering van opvolging van patiënten en bestrijding van tuberculose en Buruli Ulcer in Afrika<br />
56
(TUBA)”.<br />
Voor de eerste maal in de geschiedenis vond het colloquium plaats buiten Antwerpen, meer<br />
bepaald in Cotonou, Benin, waar zowel TB als BU endemisch zijn. Het colloquium werd voorgezeten<br />
door het Ministerie van Gezondheid van Benin en mede georganiseerd door het Nationale<br />
Programma en Referentielaboratorium voor TB en BU. Het Belgisch Directoraat Generaal voor<br />
Ontwikkelingsamenwerking (DGOS) en het Belgische Ministerie van Defensie zorgden voor<br />
financiële en logistieke steun (zie ook insert op pag. 138).<br />
De hoofddoelen van het colloquium waren:<br />
• Bespreken van de belangrijkste thema’s in het onderzoek naar en de bestrijding van<br />
tuberculose (TB) en Buruli Ulcer (BU).<br />
• Voorstellen van nieuwe ervaringen en vorderingen in dit vakgebied, vooral in Afrika.<br />
• Ontplooien en versterken van netwerken van wetenschappers, experts en instituten in Noord en<br />
Zuid.<br />
• Organiseren van satelliet symposia die zich toespitsen op specifieke problemen en projecten in<br />
de behandeling van BU en TB.<br />
• Nadruk leggen op de verwezenlijkingen van de bestrijdingsprogramma’s van BU en TB in Benin<br />
door middel van presentaties en bezoeken aan de lokale programma’s.<br />
Meer dan 160 personen actief in de strijd tegen TB en BU, uit 32 landen verspreid over alle<br />
continenten, namen deel aan het colloquium.<br />
57
DEPARTEMENT PARASITOLOGIE<br />
Engelse versie p. 66<br />
Het doel van het Departement Parasitologie is het verwerven, verspreiden en toepassen van kennis<br />
over parasitaire aandoeningen bij de mens, in het bijzonder malaria, leishmaniase, slaapziekte en<br />
schistosomiase, en het versterken van de capaciteiten op dit vlak in ontwikkelingslanden. Het<br />
Departement streeft deze doelstelling na door middel van innoverend en toegepast onderzoek,<br />
postacademische vorming, en wetenschappelijke ondersteuning van onderzoeks- en<br />
bestrijdingsprogramma’s.<br />
In 2005 steeg het aantal projecten, samenwerkingspartners en doctoraatsstudenten in ons<br />
Departement aanzienlijk en werd de samenwerking tussen de verschillende eenheden nog<br />
intensiever. Onze jaarlijkse ‘ParadayS’ meeting was dit jaar gewijd aan de ‘outbreeding’ van onze<br />
doctoraatsstudenten en de uitwisselingen met andere instituten.<br />
Het Departement is actief betrokken bij verschillende institutionele en externe<br />
onderwijsprogramma’s .<br />
Eenheid Entomologie<br />
De Eenheid Entomologie richt zich op de biologie en bestrijding van malariavectoren, met<br />
veldprojecten in Vietnam, Laos, Cambodja, Thailand, Oeganda en Burundi. De Eenheid<br />
coördineert een netwerk (MALVECASIA) dat insecticideresistentie en malariatransmissie opvolgt in<br />
Zuidoost Azië. We hebben nieuwe moleculaire diagnostische methoden ontwikkeld voor de<br />
detectie van ‘target’ insecticide resistentie in meer dan 20 soorten vectoren, en de metabolische<br />
resistentie met behulp van enzymatische assays onderzocht. In samenwerking met de Universiteit<br />
van Leuven (UCL) hebben we malariavectoren en omgevingsfactoren in Zuidoost Azië in kaart<br />
gebracht en geïntegreerd tot een eenvoudig model, SEAGIS.<br />
In de hoogvlaktes van Burundi vond de laatste ronde van binnenshuis pulverisatie van residuele<br />
insecticiden plaats. Een bioloog van het Ministerie van Gezondheid volgde een opleiding om de<br />
continuïteit van deze expertise te waarborgen. De data zullen nu verder geanalyseerd worden om<br />
de validiteit van deze strategie ter voorkoming van malaria epidemieën te bepalen. In<br />
samenwerking met de Eenheid Epidemiologie voeren we een entomologische evaluatie uit van<br />
met insecticide geïmpregneerde bednetten voor de preventie van woudmalaria in Vietnam, die<br />
ook beoogt de nationale capaciteit voor interventiestudies te versterken. Met het Departement<br />
Volksgezondheid gingen we een nieuw project aan voor de evaluatie van met insecticide<br />
behandelde netten tegen zandvliegen, de vectoren van leishmaniose in India.<br />
De tweede, meer basale onderzoekslijn binnen onze eenheid is gericht op de moleculaire<br />
interactie tussen tseetsee vliegen en trypanosomen. In nauwe samenwerking met de Vrije<br />
Universiteit Brussel (VUB) is de immunomodulatoire activiteit van eiwitten in tseetsee speeksel in<br />
58
gewervelde dieren onderzocht. Momenteel wordt er een functionele analyse uitgevoerd van<br />
tseetsee eiwitten door middel van het stilleggen van de synthese van specifieke tseetsee speeksel<br />
eiwitten in de levende tseetsee vlieg.<br />
De Eenheid neemt actief deel aan de ‘WHO Pesticide Evaluation Scheme expert committee’ en<br />
de ‘WHO/TDR International Glossina Genomics Initiative (IGGI)’.<br />
Eenheid Parasitaire Diagnostiek<br />
De eenheid Parasitaire Diagnostiek werkt op slaapziekte en viscerale leishmaniase. Het onderzoek<br />
spitst zich toe op de parasitologische, serologische, bio-klinische en genetische merkers en hun<br />
toepassing in primaire diagnose, stadiumbepaling en follow-up na behandeling. Bijzondere<br />
aandacht gaat naar de ontwikkeling van individuele testen die gebaseerd zijn op recombinante<br />
en synthetische antigenen en ook kunnen worden toegepast op speeksel in plaats van bloed.<br />
In D.R. Congo en Angola vervolgden we onze prospectieve studies met betrekking tot het<br />
neurologische stadium in slaapziekte. In Kinshasa werkt de Eenheid samen met het Institut National<br />
de Recherche Biomédicale (INRB) om een nationaal referentielaboratorium voor Humane<br />
Afrikaanse Trypanosomiase tot stand te brengen. Dit laboratorium is nu volledig operationeel en<br />
voorzien van alle faciliteiten voor een verbeterde isolatie van trypanosome stammen en de lokale<br />
productie van diagnostische kits. Dit jaar werden er twee nieuwe INCO-DEV projecten gestart voor<br />
de ontwikkeling van een nieuwe generatie diagnostische testen voor Afrikaanse trypanosomiase<br />
en leishmaniase.<br />
Eenheid Moleculaire Parasitologie<br />
In 2005 vervolgde de Eenheid Moleculaire Parasitologie haar onderzoek op leishmaniase, in het<br />
bijzonder op het gebied van medicamenteuze resistentie en surveillance middelen. Belangrijke<br />
doorbraken waren de ontcijfering van het moleculaire mechanisme van natuurlijke<br />
geneesmiddelenresistentie in Leishmania donovani en de ontwikkeling van ‘high-throughput’<br />
assays voor de genotypering van Leishmania. We versterkten onze multidisciplinaire netwerken en<br />
geografische dekking in de 4 grootste leishmaniase gebieden, namelijk Latijns Amerika, het Indiase<br />
subcontinent, het Middellandse Zeebekken en Oost-Afrika. Verder dragen we bij aan ander<br />
onderzoek binnen het Departement, zoals de verbetering van moleculaire methoden voor het<br />
opvolgen van resistentie tegen geneesmiddelen en insecticiden in malaria, en vereenvoudigde<br />
moleculaire assays voor de diagnose van trypanosomiase. Op internationaal niveau spelen we een<br />
toonaangevende rol in het LEISHMED netwerk waarbij 22 Euro-Mediterrane partners betrokken zijn.<br />
Eenheid Epidemiologie en Bestrijding van Parasitaire Ziekten<br />
De Eenheid Epidemiologie en Bestrijding van Parasitaire Ziekten werkte haar onderzoekslijnen<br />
verder uit op het gebied van resistentie tegen geneesmiddelen in malaria, de werkzaamheid van<br />
59
nieuwe geneesmiddelen of combinaties van geneesmiddelen, malaria tijdens de zwangerschap,<br />
de epidemiologie van malaria en de evaluatie van nieuwe interventies. Een belangrijke mijlpaal<br />
was de voltooiing van het contract met de EDCTP (European Developing Countries Clinical Trial<br />
Partnership) voor een nieuw project: “Evaluatie van 4 artemisinine combinaties voor de<br />
behandeling van ongecompliceerde malaria in Afrikaanse kinderen”. Het consortium voor dit<br />
project bestaat uit 14 instituten (8 Afrikaanse en 6 Europese). In deze trial, die zal worden<br />
uitgevoerd in 7 Afrikaanse landen, zullen alle beschikbare artemisinine combinatie behandelingen<br />
met elkaar vergeleken worden. Verder is er een fase III studie naar de werkzaamheid van<br />
dihydroartemisinine-piperaquine voor de behandeling van ongecompliceerde P. falciparum<br />
malaria gestart in 1.500 kinderen van 1-4 jaar in 5 Afrikaanse landen, met hulp van de ‘Medicine for<br />
Malaria Venture’ (MMV)).<br />
In samenwerking met het ‘East African Network for Monitoring of Antimalarial Treatment’ (EANMAT),<br />
werkten we verder aan de data analyses voor ons project in Oeganda over de intensiteit van<br />
malaria transmissie en de verspreiding van resistentie tegen geneesmiddelen. Verder geven we<br />
technische bijstand aan het bestrijdingsprogramma tegen malaria in Rwanda en aan de EANMAT.<br />
In Rwanda is een klinische trial bezig voor de evaluatie van combinatietherapieën (chlorproguanildapsone+artesunaat),<br />
en zijn we ook een studie begonnen naar de werkzaamheid van periodieke<br />
preventieve behandeling met sulfadoxine-pyrimethamine tijdens de zwangerschap in gebieden<br />
met matige tot hoge geneesmiddelenresistentie. In Zambia is een nieuwe trial gestart naar de<br />
preventie van malaria en de ontwikkeling tot AIDS in HIV-geïnfecteerden.<br />
In Burkina Faso en Malawi is ons project over de periodieke en preventieve toediening van<br />
sulfadoxine-pyrimethamine aan zwangere vrouwen, in samenwerking met nationale partners en de<br />
‘Liverpool School of Tropical Medicine’, aan haar derde jaar toe. Binnen ons project over de<br />
bestrijding van woudmalaria door met insecticide geïmpregneerde hangmatten werden in<br />
samenwerking met onze lokale partners twee nieuwe studies uitgevoerd in Vietnam.<br />
Eenheid Humane Helminthologie<br />
De Eenheid Humane Helminthologie doet onderzoek op het gebied van de epidemiologie,<br />
transmissie en geïntegreerde bestrijding van wormziekten. Hoewel de nadruk nog steeds op<br />
schistosomiase ligt, breiden de onderzoekslijnen en samenwerkingsverbanden zich geleidelijk uit<br />
naar andere wormziekten. Veel van het veldonderzoek op schistosomiase vindt plaats in Senegal,<br />
waar we betrokken zijn bij de opvolging van een oorspronkelijk epidemische S. mansoni haard en<br />
de integratie van een regionaal bestrijdingsprogramma. In D.R. Congo wordt een<br />
onderzoeksproject opgestart op het gebied van de epidemiologie en bestrijding van<br />
schistosomiase, met nadruk op de versterking van de lokale onderzoekscapaciteit. In Peru zijn we<br />
betrokken bij een studie naar de diagnose en epidemiologie van Strongyloides, in samenwerking<br />
met het Instituut Tropische Geneeskunde in Lima (ITMAvH) en de Universiteit van Leiden (LUMC,<br />
Nederland). Met onze partners van het Instituut Pedro Kouri (IPK) en het Nationaal Instituut voor<br />
60
Hygiëne, Epidemiologie en Microbiologie (INHEM) in Havana vervolgen we onze studies naar de<br />
relatie tussen worminfecties en atopische ziektes in Cubaanse kinderen. Verder werken we samen<br />
met de Eenheid Veterinaire Helminthologie in diverse projecten op het gebied van cysticercose.<br />
61
DEPARTEMENT VOLKSGEZONDHEID<br />
Engelse versie p. 84<br />
Het Departement Volksgezondheid stelt zich tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van<br />
duurzame, doeltreffende en doelmatige gezondheidszorgsystemen die gebaseerd zijn op de<br />
principes van billijkheid, kwaliteit en inspraak. Daartoe volgen wij een geïntegreerde strategie<br />
waarin opleiding, onderzoek en dienstverlening constant met elkaar in interactie zijn. De drie<br />
departementale eenheden, Nutrition and Child Health, Public Health, en Epidemiology and<br />
Disease Control, zijn uitdrukkingen van specifieke technische expertise, voornamelijk op het vlak<br />
van onderwijs. Het onderzoek in het Departement wordt gestroomlijnd via taakgerichte groepen<br />
waarin één of meerdere leden van de hoger vernoemde eenheden deelnemen, maar vaak ook<br />
leden van andere departementen van het ITG.<br />
Onderzoek, capaciteitsversterking en internationale beleidsontwikkeling kunnen niet gescheiden<br />
worden van het onderwijs, dat onze voornaamste taak blijft in termen van werklast. Meer<br />
informatie hierover kan gevonden worden in het algemeen hoofdstuk Onderwijs. Lokale en<br />
institutionele capaciteitsversterking zijn essentiële onderdelen van al onze terreinprojecten, zoals<br />
beschreven wordt in het hoofdstuk Internationale Samenwerking.<br />
Onze onderzoeksprioriteiten worden voornamelijk bepaald door hun relevantie voor<br />
gezondheidszorgsystemen in ontwikkelingslanden, de doelstellingen en waarden vermeld in onze<br />
opdrachtsverklaring, en het nastreven van meerwaarde en vernieuwing in het internationaal<br />
gezondheidsbeleid. Onze onderzoeksportefeuille is gericht op de realiteiten van het terrein en de<br />
ware noden van de bevolkingen. Het bestrijkt aldus vier basisthema’s: toegankelijkheid, kwaliteit en<br />
het optimaliseren van gezondheidspersoneel, ziektebestrijding en gezondheidsbeleid.<br />
Toegankelijkheid<br />
Gebrekkige toegang tot gezondheidszorg is misschien wel het belangrijkste<br />
gezondheidszorgprobleem in ontwikkelingslanden. Het heeft verscheidene en verbonden<br />
oorzaken: de diensten zijn soms fysiek onbereikbaar; hun aantrekkelijkheid kan beperkt zijn door<br />
sociale en culturele factoren; mensen opteren voor andere kanalen wegens onvoldoende<br />
kwalitatief aanbod; gezondheidszorg is voor velen gewoon onbetaalbaar.<br />
In 2005 concentreerde één van onze departementale onderzoekslijnen zich verder op financiële<br />
toegankelijkheid van eerste en tweedelijnsdiensten van het gezondheidszorgsysteem.<br />
Deze onderzoekslijn volgt twee sterk verwoven sporen: enerzijds het potentieel van mutualiteiten, of<br />
lokale ziekteverzekeringen in basisgemeenschappen, autonome en vrijwillige verenigingen, en<br />
gebaseerd op solidariteit tussen de leden; anderzijds systemen van sociale bescherming voor<br />
gezondheidszorg, gebaseerd op financieringsmechanismen aan de ‘vraagzijde’. In het laatste<br />
geval wordt gezondheidszorg voor de armsten betaald via een fonds dat beheerd wordt door een<br />
62
lokale, private of publieke instelling. Ons onderzoek richt zich ook hoe langer hoe meer op de<br />
mogelijke interacties tussen deze twee financiële constructies.<br />
We hebben onze samenwerking verder uitgebreid met een brede waaier aan organisaties die<br />
betrokken zijn bij de promotie van lokale ziekteverzekeringssystemen in verscheidene Afrikaanse<br />
landen (Burkina Faso, Guinea, Mali, Mauritanië, Rwanda, Tanzania, Oeganda), alsook in Azië<br />
(Cambodja en India). We voerden consultopdrachten uit voor de Wereld Gezondheids<br />
Organisatie en verscheidene niet-gouvernementele verenigingen. Onze betrokkenheid bij het<br />
Belgisch netwerk van academische en operationele instellingen die geïnteresseerd zijn in de<br />
promotie en studie van lokale ziekteverzekeringssystemen werd verder geconsolideerd. De officiële<br />
start van het Belgisch forum Micro Assurance Santé/Mutuelles de Santé (‘MasMut’) werd verder<br />
voorbereid; de start is gepland voor maart 2006.<br />
In september organiseerden we een vierdaagse werkvergadering in Kampala, samen met het<br />
Oegandese Ministerie van Volksgezondheid en het Institute of Public Health van de Makerere<br />
Universiteit. Het merendeel van de 80 deelnemers waren afkomstig uit Oeganda, maar er waren er<br />
ook van de D.R. Congo, Kenya, Rwanda en Tanzania. Deze workshop werd gezamenlijk<br />
gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid in Oeganda, het ITG en de DGOS. Eén van<br />
de doelstellingen was de promotie van regionale samenwerking op het gebied van lokale<br />
verzekeringssystemen, voornamelijk tussen onderzoeksinstellingen. De diversiteit van het<br />
deelnemersveld (veldwerkers, beleidsmakers en academici) droeg bij tot een grotere interactie en<br />
uitwisseling tussen operationeel werk, onderzoek en beleidsvorming. De organisatoren van de<br />
conferentie onderzoeken nu de mogelijkheid om een ‘African Centre for Research on Health<br />
Financing’ op te richten in het Institute of Public Health van de Makerere Universiteit, en zullen een<br />
haalbaarheidsstudie opstarten.<br />
Kwaliteit en Human Resources<br />
Betere toegang tot gezondheidszorg heeft niet veel zin als de kwaliteit van de aangeboden zorg<br />
beneden peil is. We kunnen twee belangrijke, met elkaar verbonden manieren onderscheiden om<br />
de kwaliteit van gezondheidszorg te verbeteren: enerzijds het rationaliseren van procedures en het<br />
vastleggen van technische, klinische, manageriële en operationele standaarden, gekoppeld aan<br />
technieken van kwaliteitsbewaking; anderzijds een breed personeelsbeleid, met nadruk op<br />
aangepaste opleidingen, ondersteuning en motivatie, die zowel extrinsiek kan zijn (aanvaardbare<br />
salarissen en werkomstandigheden) als intrinsiek (interessante werkinhoud en professionele<br />
verantwoordelijkheid).<br />
Voorgaand onderzoek richtte zich op de interactie tussen configuratie en cultuur van organisaties,<br />
en hun aanpak van kwaliteitsbeleid. Pierre Blaise verdedigde met succes een doctorale thesis over<br />
dit onderwerp. Voortbouwend op zijn werk begonnen we onderzoek naar het invoeren van<br />
63
‘criterion based clinical audits’ in Marokkaanse hospitalen. De onderliggende hypothese van<br />
dergelijke audits is dat de zelf-evaluatie van de klinische praktijk, met behulp van aanvaarde<br />
standaarden, een aanzet geeft tot zelf-regulering en kwaliteitsverbetering. We onderzochten hoe<br />
de organisationele configuratie(s) van het Marokkaanse gezondheidssysteem mee bepaalt hoe de<br />
actoren in kwestie zich het audit-systeem toeëigenen.<br />
We zijn ook begonnen met het REACT-project (‘Response to Accountable priority setting for Trust in<br />
health systems’), dat een test is voor het “accountability for reasonableness” principe in Tanzania,<br />
Kenya en Zambia. In dit project wordt nagegaan hoe men kan overstappen van een systeem van<br />
prioriteitsbepaling op basis van kosten-doeltreffendheidsanalyse en epidemiologische informatie<br />
naar een meer aangepaste procedure van ‘fair process’, gebaseerd op transparante en<br />
expliciete waarden.<br />
Aan de hand van een situatie-analyse in Cape Coast Regional Hospital (Ghana), een goed<br />
werkend ziekenhuis, bestudeerden we de praktijk van personeelsbeleid in het ziekenhuis, zijn effect<br />
op het creëren van een motiverende werkomgeving en de factoren die meespelen in een<br />
succesvolle emancipatie van het gezondheidspersoneel.<br />
Voortbouwend op eerder onderzoek op eerstelijnsartsen in Mali gingen we na onder welke<br />
voorwaarden het voor jonge artsen aanvaardbaar is in landelijke praktijken te gaan werken, en<br />
meer in het bijzonder wat de ondersteunende rol is van hun beroepsorganisatie (“Association<br />
Malienne des Médecins de Campagne”). Verder hebben we een studie opgestart over<br />
zorgzoekend gedrag in vier dorpen om beter te begrijpen waarom de gebruiksindexen zo laag<br />
blijven, hoewel de zorg betaalbaar en kwalitatief behoorlijk blijkt te zijn.<br />
In Cuba gingen we verder met onze studie over het ontwikkelen van groepspraktijken in<br />
huisartsgeneeskunde, met inbegrip van de respectievelijke rollen van artsen en verpleegkundigen.<br />
Met dit werk hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren van de eerstelijnszorg<br />
en het systeem doeltreffender te kunnen maken.<br />
In Thailand geven we steun aan de lopende hervormingen, meer bepaald de ontwikkeling van de<br />
huisartspraktijk als hoeksteen van het gezondheidszorgsysteem.<br />
In de landen die het sterkst getroffen zijn door HIV/AIDS, zoals Zuid-Afrika en Mozambique, is er een<br />
groot probleem van beschikbaar gezondheidspersoneel om de antiretrovirale therapie op grote<br />
schaal in te voeren. We participeren in onderzoek naar de voorwaarden die bepalen of een groot<br />
deel van dit soort zorg kan gedelegeerd worden naar “deskundige patiënten” en/of<br />
gekwalificeerde gezondheidswerkers.<br />
Tenslotte heeft het departement actief meegewerkt aan een seminarie dat werd georganiseerd<br />
door het Belgisch platform Be-Cause Health, waarin Belgische actoren die actief zijn op het gebied<br />
van gezondheid en ontwikkeling samen met partners uit het Zuiden belangrijke thema’s konden<br />
bespreken in verband met de problematiek van de gezondheidswerkers.<br />
64
Integratie en ziektebestrijding<br />
Ons huidig onderzoek concentreert zich op het gebied van slaapziekte, dengue, viscerale<br />
leishmaniose en tuberculose en de onvermijdelijke interactie tussen een ziektegerichte aanpak de<br />
bredere ontwikkeling van gezondheidsdiensten. Voor elk van deze vier ziekten zijn sterke<br />
gezondheidsdiensten een essentiële voorwaarde voor een doeltreffende ziektebestrijding,<br />
aangezien de patiëntenzorg er een belangrijke component van uitmaakt. Ons tuberculoseonderzoek<br />
richtte zich vooral op kwaliteitsverbetering van de organisatie van kliniek, diagnose en<br />
gezondheidsdienst, samen met partners in Bolivië, Cuba, Peru en Leeds. De studie van de<br />
verstedelijking van slaapziekte in de regio Kinshasa leidde tot een surveillancesysteem dat gebruik<br />
maakt van hoogtechnologische GIS technieken.<br />
In 2005 werd in de D.R. Congo kwalitatief onderzoek verricht naar hinderpalen voor het gebruik van<br />
opsporing en behandeling van slaapziekte. Pascal Lutumba, van het nationale programma voor<br />
slaapziektebestrijding in D.R. Congo verdedigde met succes een doctorale thesis die het huidige<br />
bestrijdingsbeleid onderzocht. Samen met partners uit Nepal en Zwitserland werd onderzoek<br />
voortgezet naar de kost-efficiëntie van de klinische behandeling van kala-azar, en in september<br />
2005 werd een onderzoek gestart naar de doeltreffendheid van muskietennetten in de preventie<br />
van kala-azar, gesteund door de EU (het project KALANET).<br />
In Cuba werd een interventiestudie uitgevoerd naar diverse strategieën ter verbetering van<br />
gemeenschapsparticipatie in de bestrijding van dengue. In november werd het DENCO project<br />
opgestart, eveneens met steun van de EU. We onderzoeken met name twee verschillende<br />
strategieën voor het uitvoeren van vectorcontrole: een model dat steunt op de<br />
gezondheidsdiensten en een model dat steunt op communautair partenariaat.<br />
Internationaal gezondheidsbeleid<br />
De belangrijkste doelstelling van ons werk op het vlak van internationaal gezondheidsbeleid is een<br />
versterking van gezondheidssystemen gestoeld op de basisgezondheidszorg.<br />
Gezondheidssystemen staan wereldwijd onder druk, en de meeste landen hebben grote<br />
problemen met de financiering van hun gezondheidszorg en met het in stand houden of<br />
hervormen van hun gezondheidspersoneel. De steun van donoren volgt in de ontvangende<br />
landen hoe langer hoe meer twee sporen: (1) programma- en budgetondersteuning, met<br />
toenemende aandacht voor alignering op het gastland en harmonisatie tussen donoren, o.a. via<br />
zogenaamde SWAp-constructies (‘Sector Wide Approach’) die ernaar streven de<br />
gezondheidssystemen te versterken, ook Donor Harmonisatie Initiatieven (DHI’s) genoemd; en (2)<br />
sterk geoormerkte financiering via ‘Global Health Initiatives’ (GHI’s), zoals de Global Fund, GAVI,<br />
Roll Back Malaria, PEPFAR en andere.<br />
Om hun ambitieuze doelstellingen te bereiken zullen zowel GHI’s als DHI’s moeten convergeren en<br />
bijdragen tot sterke integrale gezondheidssystemen met een gezonde financiële en personele<br />
65
asis. De GHI’s, die meestal hun aandacht richten op één enkele ziekte, zullen waarschijnlijk<br />
substantiële middelen moeten vrijmaken voor systeemversterking als zij hun doelstellingen willen<br />
halen, niet in het minst omdat de landen met de hoogste ziektelast ook vaak de zwakste<br />
institutionele capaciteit vertonen. Niet enkel ziektebestrijdingsdoelstellingen maar ook bredere<br />
objectieven zoals de Millenniumdoelstellingen hebben nood aan sterke gezondheidssystemen.<br />
Het wereldwijde neoliberaal handelsbeleid, via mondiale overeenkomsten zoals GATS en TRIPS,<br />
heeft ongetwijfeld een impact op de toegankelijkheid van gezondheidszorg en betaalbare<br />
behandelingen. In vele landen in Latijns Amerika hebben privatiseringen en de participatie van<br />
multinationals in openbare diensten geleid tot problematische evoluties, zoals hoge remgelden en<br />
verminderde dienstverlening voor de armen in openbare hospitalen en gezondheidscentra.<br />
Tegen deze achtergrond richtte ons onderzoek in gezondheidsbeleid zich op een aantal specifieke<br />
thema’s en doelgroepen: de dynamiek van donor harmonisatie initiatieven (DHI’s) en Global<br />
Health Initiatives (GHI’s); de impact van AIDS op gezondheidssystemen in Afrika bezuiden de<br />
Sahara en de behoeften aan gezondheidswerkers voor opschalen van AIDS-therapie; de impact<br />
van snelle economische transitie op het functioneren van hospitalen in China en Cambodja,<br />
alsmede op hun toegankelijkheid voor de arme bevolkingsgroepen; de impact van economische<br />
liberalisering op openbare gezondheidssystemen in Latijns Amerika; analyse van het<br />
gezondheidsbeleid in China, India en Vietnam; lokale verzekeringssystemen in sub-Saharaans Afrika<br />
en India; sociale zekerheidsnetten zoals de Health Equity Funds in Cambodja; veilig moederschap;<br />
en verwaarloosde ziekten.<br />
In al zijn onderzoekslijnen streeft het Departement ernaar onderzoek en beleidsvorming met elkaar<br />
te verbinden. Het gebruikt hiervoor methoden die variëren van discrete diplomatie over<br />
netwerkvorming tot academisch activisme. Onze onderzoeksbevindingen vinden hun weg direct<br />
naar de Masters opleidingprogramma’s, waar de cirkel gesloten wordt. De grondprincipes van<br />
volksgezondheid, organisatie van gezondheidsdiensten en –systemen, ziektebestrijding en<br />
gezondheidsbeleid, zijn allemaal ingebed in the universele principes en waarden van Primary<br />
Health Care: het universeel recht van iedereen op toegankelijke, doeltreffende gezondheidszorg<br />
van hoge kwaliteit.<br />
66
CLINICAL TRIAL UNIT<br />
Engelse versie p. 99<br />
De Clinical Trial Unit (CTU) van het Instituut voor Tropische Geneeskunde werd opgericht op 1 juli<br />
2004 voor een eerste en verlengbare periode van 3 jaar met een subsidiëring van 750,000 Euro van<br />
het Vlaams Ministerie van Wetenschap en Technologie. Het hoofddoel van de eenheid is het<br />
structuren en versterken van de capaciteiten van het ITG op het vlak van klinische testen,<br />
voornamelijk voor tropische en armoede-gebonden ziekten. Een tweede doel is het ondersteunen<br />
van de bijdrage en vertegenwoordiging van Vlaanderen in de European Development Countries<br />
Clinical Trial Partnership (EDCTP). De belangrijkste prioriteiten, activiteiten en resultaten in het eerste<br />
actieve jaar waren de volgende:<br />
1. Structureren en personeelsaanvulling van de CTU<br />
De CTU werd gestructureerd als een interdepartementele eenheid onder toezicht van een<br />
stuurgroep bestaande uit de hoofden van de betrokken onderzoekseenheden en<br />
gecoördineerd door Prof. Boelaert (Eenheid Ziektebestrijding, Departement Volksgezondheid).<br />
Wegens de grote vraag duurde de recrutering van het personeel langer dan verwacht.<br />
Ondertussen zorgde ander ITG-personeel voor de opstart en interim.<br />
2. Vastleggen van de positie en de taken van de CTU<br />
De CTU is een operationele eenheid die actief betrokken is bij de klinische testen van de<br />
onderzoekseenheden en de departementen van het ITG. Ze staan de departementen bij in<br />
regulatorische en legale zaken, gegevensbeheer en biostatistiek, ontwikkeling en indiening<br />
van nieuwe projecten, opleiding en onderaanneming, studie-site selectie en andere<br />
methodologische zaken. De CTU ondersteunt ook de directie van het ITG inzake het klinische<br />
onderzoeksbeleid, ethische vragen, de relatie met de externe partners en de inrichting van het<br />
ITG als een legale sponsor voor klinische testen. De CTU brengt de institutionele<br />
kwaliteitsprocessen in overeenstemming met de GCP (Good Clinical Practices) en zal<br />
geregeld interne audits uitvoeren.<br />
3. In kaart brengen en ondersteunen van lopende klinische proeven<br />
De CTU registreerde 71 projecten van het ITG als klinische proeven, vooral op het gebied van<br />
AIDS (behandeling, zorg en preventieve microbiciden), malaria (nieuwe drugcombinaties en<br />
anti-vector interventies), slaapziekte (diagnostiek en nieuwe geneesmiddelen), en tuberculose<br />
(diagnostiek en nieuwe geneesmiddelen). Het ondersteunde en herorganiseerde waar nodig<br />
het systeem voor gegevensbeheer en statistische analyse. Een pre-audit bracht de stappen<br />
tot een conformering met de nieuwe wetgeving in kaart.<br />
4. Indienen en verkrijgen van nieuwe projectfondsen<br />
Tijdens het eerste jaar werden er door het CTU belangrijke nieuwe klinische projecten<br />
ingediend en verkregen, vooral voor nieuwe combinatiebehandelingen voor malaria in Afrika<br />
(EDCTP: 2 miljoen Euro; Medicines for Malaria Venture: 0.7 miljoen Euro). Andere projecten rond<br />
67
AIDS en tuberculose zijn nog in behandeling bij de EDCTP. Deze fondsen moeten wel<br />
“gematched” worden met minstens gelijke institutionele en nationale middelen.<br />
5. Nieuwe wetgevende en regulatorische vereisten<br />
De CTU onderzocht bijkomende nieuwe insitutionele vereisten opgelegd door de nieuwe<br />
wetgeving, waaronder ook de herorganisatie van het ethisch committee, de gevolgen van<br />
GCP voor het institutioneel kwaliteitsmanagementsysteem en de accreditatie en verzekering<br />
van het ITG als een legale sponsor. De oprichting van een gespecialiseerd institutioneel ethisch<br />
committee is legaal gezien niet meer mogelijk en vanaf 2006 zal het ITG bijgevolg zijn protocols<br />
indienen bij het ethisch committee van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het voormalige<br />
ethisch committee van het ITG wordt omgevormd tot een ‘Institutional Review Board’. De<br />
accreditatie van het ITG als legale sponsor is in voorbereiding. Er werd een marktanalyse<br />
opgestart om een degelijke en betaalbare verzekering te vinden voor de klinische testen.<br />
6. Deelname in de EDCTP<br />
Het ITG is de vertegenwoordiger van de Belgische regeringen in de EDCTP en de vicevoorzitter<br />
van de bestuursraad (Assembly). Deze functie wordt ingevuld door de Directeur. We<br />
hebben het voorbije jaar een cruciale bijdrage geleverd in de ontwikkeling, het management<br />
en de overleving van de EDCTP. De eerste toepassing van een Artikel 169-programma<br />
onthulde inderdaad grote politieke, legale en operationele problemen in de praktische<br />
uitvoering van het concept. Na een ernstige organisationele crisis binnen de EDCTP eind 2004 –<br />
begin 2005, hebben wij het interim-management verzekerd. Wij zorgden voor de afwerking<br />
van het Interne Reglement, concrete oplossingen voor dringende management- en<br />
organisatorische problemen, en de tijdige inlevering van het “Joint Programme” waarvan<br />
verdere EU-financiering afhankelijk was. Er is nu een nieuw management aangewezen en de<br />
EDCTP is klaar voor een nieuwe, betere start. Het ITG nam ook deel aan het “European<br />
Network of National Programmes” (ENNP) van de EDCTP en delegeerde hiervoor de Belgische<br />
“European Network Officer” (ENO). De ENNP onderzoekt de bestaande en potentiële<br />
synergiën tussen de respectievelijke nationale programma’s, zoals co-financiering en<br />
gezamenlijke oproepen. Tot besluit werd, ondanks de vertraging in personeelsrecrutering,<br />
grote vooruitgang geboekt in het structureren en de kwaliteitzorg van de lopende klinische<br />
proeven van het ITG en werden er aanzienlijke projectfondsen binnengehaald in het eerste<br />
jaar van de CTU. Het ITG zal gedurende de volgende vijf jaar haar rol als klinisch testcentrum<br />
en formele sponsor verder ontwikkelen met inachtname van de behoeftes van de<br />
ontwikkelingslanden, de internationale samenwerking en de capaciteitsversterking in het<br />
Zuiden.<br />
68
BIBLIOTHEEK<br />
Engelse versie p. 100<br />
In 2005 consolideerde de bibliotheek verder de online beschikbaarheid van het merendeel van<br />
haar tijdschriftabonnementen en bleef zij de steeds groter wordende groep biomedische ‘open<br />
access’ tijdschriften opvolgen. We besteedden bijzondere aandacht aan de doorlinking vanuit<br />
onze eigen Electronic Reference Library (ERL) databases naar de digitale full-text edities (meestal in<br />
PDF formaat) en startten met het digitalizeren van de master thesissen en het doorlinken vanuit de<br />
‘ITG Student Dissertations database’.<br />
De boekencollectie groeide aan met 429 nieuwe titels, waarvan 321 via aankoop en 108 via<br />
schenking. De teller van de geregistreerde boeken staat inmiddels op 19.300.<br />
Gezien de ruime beschikbaarheid van digitale tijdschriften in de universiteiten en<br />
onderzoeksinstellingen, bleef het aantal documentaanvragen vanwege andere Belgische<br />
bibliotheken dalen. Van de 1.240 ontvangen vragen leverden we 79% in elektronisch formaat.<br />
Onze eigen documentaanvragen aan andere bibliotheken daarentegen namen toe met meer<br />
dan 50%, hoofdzakelijk in de vorm van aanvragen vanwege onze overzeese partners in het kader<br />
van het ‘document delivery (DocDel)’ project (zie verder). Van de 1,539 externe aanvragen<br />
ontvingen we 99% in elektronisch formaat (PDF). 2,6% externe aanvragen konden we niet verder<br />
helpen.<br />
De drie fotokopieerapparaten werden vervangen door gesofisticeerde toestellen met print- en<br />
scanfuncties en produceerden ongeveer 120.000 kopies, een verdere afname als gevolg van de<br />
digitale evolutie.<br />
De ERL bibliografische databases werden 19.932 maal geconsulteerd in 6.715 afzonderlijke sessies,<br />
een lichte vooruitgang vergeleken met vorig jaar. Eigen thematische databases blijven dus nuttig,<br />
ook in tijden van gratis beschikbare algemene webinventarissen als PubMed en Google Scholar.<br />
De interesse voor video’s en interactieve multimedia programma’s bereikte echter een dieptepunt.<br />
In samenwerking met de Grafische Dienst begonnen we de video collectie om te zetten naar<br />
digitaal DVD formaat.<br />
Qua personeel waren er in 2005 enkele wijzigingen: Sarah Buys begon aan een jaar tijdskrediet en<br />
Veerle Demedts schakelde over naar een part-time regime. We verwelkomden Kris Didden en Tijl<br />
Vandersteene als nieuwe collega’s.<br />
De trainingssessies voor efficiënte bibliotheek-, database- en internetopzoeking werden verder<br />
uitgebreid.<br />
Het DocDel programma voor elektronische documentlevering aan partners in ontwikkelingslanden<br />
bleek een groot succes, met 1.292 aanvragen - een toename met 600%. Deze dienstverlening<br />
werd vooral gesmaakt door onze partners in Latijns Amerika (bijna 90% van de aanvragen) en<br />
Cambodia. We ontvingen stagiaires uit Peru en Ecuador voor een praktische training in<br />
elektronische documentlevering.<br />
69
De bibliotheekstaf verzorgde de jaarlijkse bibliometrische analyse van de ITG wetenschappelijke<br />
output: in 2004 publiceerden de ITG onderzoekers 20% meer papers dan in vorige jaren en de<br />
gemiddelde journal impact factor waarden stegen met zo’n 40%.<br />
De bibliothecaris werkte samen met het International Network for the Availability of Scientific<br />
Publications (INASP) voor het selecteren van relevante websites betreffende tropische<br />
geneeskunde.<br />
De bibliotheekstaf verzorgde verder de coördinatie van ITG website en intranet. Innovaties in 2005<br />
omvatten o.a. de overgang naar een resolutie-onafhankelijk full-screen formaat, automatische<br />
generatie van printervriendelijke pagina’s, een sterk verbeterde zoekfunctie en een module voor<br />
optionele persoonlijke pagina’s voor ITGers.<br />
De ITG website werd 402.376 maal bezocht, een toename met 60% vergeleken met 2004. De<br />
reisgeneeskunde pagina’s (> 250.000 hits) bleven de meest populaire. 66% van de bezochte<br />
pagina’s waren in het Engels, 24,3% in het Nederlands, 8,9% in het Frans en 0.8% in het Spaans. In<br />
zoverre dit kon worden nagegaan, kwam de grote meerderheid van de websitebezoekers uit<br />
België, gevolgd door een aantal Europese landen (bv. 12.234 hits uit Nederland). Uit de andere<br />
continenten vervolledigen de VSA, São Tomé, de Filippijnen, India, Canada, Peru, Colombia en<br />
Mexico de top 15 van internationale bezoekers.<br />
70
MEDISCHE DIENSTEN<br />
Engelse versie p.101<br />
De Medische Diensten van het ITG verzekeren gespecialiseerde poliklinische, diagnostische,<br />
klinische en preventieve dienstverlening aan reizigers en migranten. Voor ons binnenlands publiek is<br />
onze polikliniek ook letterlijk “de gevel” van het ITG. Het ITG is officieel erkend als nationaal<br />
refentiecentrum voor tropische ziekten en importpathologieën en als één van de acht<br />
referentiecentra voor HIV/AIDS behandeling en diagnose.<br />
De Medische Diensten vormen een aparte entiteit binnen het Instituut, met een organisatie,<br />
werking en boekhouding eigen aan de klinische dienstverlening. Ze bestaat uit de Reiskliniek, de<br />
Dienst voor Tropische Ziekten en Importpathologie, de Dienst HIV/SOA zorg, het Medische<br />
Laboratorium en de Hospitalisatie-afdeling. Deze laatste is geïntegreerd in het Universitair Ziekenhuis<br />
van Antwerpen. Het wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening<br />
zijn ondergebracht in het Departement Klinische Wetenschappen.<br />
De Dienst Tropische Ziekten en Importpathologie verrichtte 6,955 reisconsultaties in 2005, vooral op<br />
het gebied van interne geneeskunde, gastro-enterologie, dermatologie en pediatrie. Bij de langetermijn<br />
‘expatriates’ behandelen we ook algemene gezondheidsproblemen.<br />
De Dienst verzekert ook een telefonische permanentie (24u/24u) voor externe artsen met vragen<br />
over importpathologie, en behandelt aldus vele diagnostische en therapeutische problemen op<br />
afstand.<br />
De kernactiviteit van de Reiskliniek bestaat uit de preventie van tropische, besmettelijke en andere<br />
reisgebonden ziekten. Een team van gespecialiseerde artsen, verpleegkundigen en administratief<br />
personeel bezorgt de patiënt algemene en landspecifieke voorlichting, een vaccinatiedienst,<br />
chemoprophylaxie, behandelingsadvies en andere nodige zaken om veilig te reizen.<br />
De Dienst HIV/SOA verrichtte 6,434 consultaties in 2005. Het ‘AIDS revalidatie centrum’ (ARC), dat<br />
4,967 consultaties voor zijn rekening nam, zorgt voornamelijk voor de HIV-patiënten die over een<br />
lange periode frequent moeten worden opgevolgd. Het ARC bestaat uit een interdisciplinair team<br />
van dokters, verpleegkundigen, sociale werkers, begeleiders, psychologen, voedingsdeskundigen<br />
en ondersteunend personeel van het ITG en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Sinds januari<br />
2001 werden er 1,698 HIV-1-positieve patiënten intensief opgevolgd; in 2005 werden er 182 nieuwe<br />
patiënten registreerd, een toename van 10% sinds 2004. 65% van de patiënten krijgen<br />
antiretrovirale therapie. De hoofdtaken van deze dienst bestaan uit het opvolgen van<br />
geneesmiddelengevoeligheid, het voorkomen van neveneffecten, het afstemmen van complexe<br />
medicamentencocktails, het omgaan met AIDS-gerelateerde complicaties en de psycho-sociale<br />
ondersteuning van de patiënten. Om aan de noden van de patiënten tegemoet te komen,<br />
71
egonnen we in 2005 met seksuele raadgeving, en voerden we de inspanningen voor secondaire<br />
preventie op. De overige 1,467 consultaties betroffen patiënten die op raadpleging komen voor<br />
een seksueel overdraagbare aandoening of een AIDS-test wilden ondergaan. Deze patiënten<br />
hebben meestal maar één of enkele contacten nodig, maar ze vormen een belangrijke doelgroep<br />
in de preventie van HIV, SOA’s en Hepatitis.<br />
De poliklinische activiteiten worden diagnostisch ondersteund door het Medisch Laboratorium en<br />
een Radiologische Eenheid. Het Medisch Laboratorium bedient als nationaal referentiecentrum<br />
ook andere laboratoria en medische instellingen in België. In 2005 verwerkte het stalen van 11,150<br />
interne patiënten en 20,261 externe patiënten, een totaal van 32,131. De tabel (p. 103 Engelse<br />
versie) geeft een overzicht van enkele typische diagnoses in 2005.<br />
Het Mycologie Laboratorium verwerkte 7,579 stalen, inclusief 618 kweekbodementificaties en 48<br />
schimmelkweekbodems voor gevoeligheidstesten. Interessante stammen worden bewaard in de<br />
collectie van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in Brussel.<br />
Dankzij de vooruitgang in de behandeling van tropische ziekten en HIV/AIDS kunnen we de meeste<br />
patiënten ambulant verzorgen. Indien nodig verwijzen we door naar de Afdeling Tropische Ziekten<br />
van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, die medisch gesuperviseerd wordt door het ITG. Deze<br />
afdeling bestaande uit 10 bedden (en meer indien nodig ), en wordt bestafd door gespecialiseerd<br />
medisch en verplegend personeel. In 2005 werden er 280 patiënten opgenomen, tegenover 233 in<br />
2004 en 210 in 2003. De helft bestaat uit HIV/AIDS-patiënten, de andere helft uit reisgebonden<br />
ziekten. De voornaamste redenen voor opname onder de HIV-patiënten waren nieuwe AIDSgevallen<br />
met opportunistische of respiratoire infecties, koorts van ongekende oorsprong, of nood<br />
aan diagnostische procedures. De belangrijkste redenen voor hospitalisatie na reizen zijn<br />
falciparum malaria, koorts van onbekende oorsprong en febriele diarree. Het team staat ook klaar<br />
met advies over tropische, HIV en andere besmettelijke ziekten voor de andere diensten binnen<br />
het Universitair Ziekenhuis. In associatie met de UZA Departementen Microbiologie, Algemene<br />
Interne Geneeskunde en Intensieve Zorg werd de klinische samenwerking tussen het ITG en het<br />
Universitair Ziekenhuis in 2005 verder uitgebreid tot algemene infectiologie.<br />
Via telefonisch reisadvies, de ITG website, brochures en landenfiches verschaffen we reiziger en<br />
dokters met de meest recente informatie over gezondheid en ziektepreventie op reis. De in 2004<br />
opgerichte “Travelphone” blijft een nuttig systeem. De informatie wordt continue vernieuwd om te<br />
kunnen omgaan met vragen over epidemies zoals de vogelgriep, geïmporteerde cholera en<br />
Marburg haemorrhagische koorts. In 2005 ontving de telefoonlijn een totaal van 16,155 oproepen,<br />
waarvan 15% doorverbonden werden naar een van onze specialisten voor een “live” antwoord.<br />
Men kan alle informatie in verband met reisgeneeskunde ook terug vinden op de ITG-website,<br />
www.itg.be, of meteen op www.reisgeneeskunde.be (Nederlands), www.medecinedesvoyages.be<br />
(Frans) en www.travelhealth.be (Engels). Deze website werd meer dan 250,000 keer bezocht in<br />
72
2005. We brengen de informatie continu up-to-date en breiden uit waar nodig; in 2005<br />
produceerden we nieuwe landspecifieke informatiefiches, onder andere voor kinderen, zwangere<br />
vrouwen en hoogteziekte. De website heeft een aparte informatiefiche voor meer dan 200 landen,<br />
elk met de verplichte en aanbevolen vaccinaties, een overzicht van malariarisico’s en de<br />
bijbehorende maatregelen, en andere relevante aanbevelingen. De teksten zijn gebaseerd op de<br />
richtlijnen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) en op het consensusbeleid van de<br />
Belgische Wetenschappelijke Studiegroep Reisgeneeskunde, waarvan wij momenteel het<br />
voorzitterschap nemen.<br />
De Medische Diensten van het ITG zijn permanent bereikbaar om snel en accuraat advies te<br />
geven in verband met de opvolging en het management van geïmporteerde besmettelijke<br />
ziekten.<br />
Net als voorgaande jaren namen we opnieuw deel in de belangrijkste nationale en internationale<br />
wetenschappelijke bijeenkomsten over reisgeneeskunde (zie hoofdstuk Departement Klinische<br />
Wetenschappen). We droegen ook via diverse fora bij tot de broodnodige consensusvorming over<br />
reisadviezen, inclusief de uitgave 2005 van het WGO-handboek met reisadviezen.<br />
73
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING<br />
Engelse versie p. 106<br />
Capaciteitsversterking in het Zuiden: het DGOS-ITG kaderprogramma<br />
Het ITG en het Belgische Ministerie en Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking<br />
(DGOS) werken al tientallen jaren samen in diverse projecten, beurzenprogramma’s en contracten.<br />
Sinds 1998 bundelen we deze activiteiten in een allesomvattend Raamakkoord. Binnen deze<br />
overeenkomst ondersteunt DGOS een coherent programma van het ITG bestaande uit medische,<br />
veterinaire en wetenschappelijke opleidingen, onderzoeks- en capaciteitsversterking. Deze worden<br />
gepland en goedgekeurd onder de vorm van vijfjarenprogramma’s.<br />
Het eerste vijfjarenprogramma (“5JP-I”) ging van start in 1998 en liep tot zijn einde in 2002, met een<br />
totale uitgaven van meer dan 21 miljoen Euro. Een overzicht van deze activiteiten (onderwijs en<br />
beurzen, institutionele samenwerking, onderzoeksprojecten, congressen en netwerkvorming,<br />
beleidsondersteuning) werd voorgesteld in ons jaarverslag van 2002. In 2001-2002 werd het 5JP-I<br />
aangevuld door twee “AIDS Impuls Programma’s” met een gezamenlijk budget van 5,25 miljoen<br />
Euro. Dit bijkomende initiatief maakte het mogelijk om onze steun aan HIV/AIDS onderzoek,<br />
opleiding en beleidsontwikkeling in ontwikkelingslanden gevoelig te versterken en uit te breiden.<br />
Het tweede vijfJarenprogramma (“5JP-II”) met een totaalbudget van ongeveer 45 miljoen Euro<br />
ging van start in 2003 en zal tot eind 2007 lopen. Het contract met DGOS werd verder<br />
gemoderniseerd tot een beknopte, resultaatsgerichte overeenkomst. In ruil voor deze financiële<br />
steun legt DGOS haar verwachtingen vast omtrent output en kwaliteit. Het is aan het ITG en diens<br />
partners om deze doelstellingen te halen en daartoe de strategieën en activiteiten uit te werken.<br />
De DGOS blijft in de praktijk nauw betrokken bij het plannen en opvolgen van het programma via<br />
de gezamenlijke stuurgroep.<br />
Het hoofddoel van het 5JP-II werd omschreven als “capaciteitsversterking van instellingen in het<br />
Zuiden, die door onderzoek, onderwijs en dienstenvoorziening duurzame verbeteringen kunnen<br />
doorvoeren in de gezondheidsstrategieën, en de armoedebestrijding in hun land of regio.” Dit doel<br />
wordt nagestreefd aan de hand van drie gerelateerde strategieën: individuele opleiding en<br />
ondersteuning; institutionele versterking; internationale netwerken en beleidsontwikkeling. Met dit<br />
doel in zicht werken we samen met 27 instituten en organisaties in 17 ontwikkelingslanden, leiden<br />
we jaarlijks ongeveer 100 individuen op tot een Master- of doctoraatsniveau en ondersteunen we<br />
DGOS in internationale gezondheidsfora en beleidsonderzoek.<br />
Op het individuele niveau richten we ons voornamelijk op het opleiden van internationale<br />
experten, op het ITG maar ook in partnerinstituten. De doctoraatsopleiding, het afstandsonderwijs<br />
en de alumniwerking kregen nieuwe stimuli. In onze Masterprogramma’s bieden we 60 beurzen van<br />
1 jaar aan deelnemers uit ontwikkelingslanden. Elk jaar krijgen de afgestudeerde Masters ook de<br />
74
kans om te wedijveren voor drie doctorale beurzen van 4 jaar. Er worden ook nog bijkomende<br />
beurzen uitgereikt binnen het kader van de specifieke capaciteitsversterkingsprojecten van het<br />
5JP-II. We ontwikkelen strategisch belangrijke afstandscursussen en interactieve<br />
expertprogramma’s. Verder versterken, vergroten en harmoniseren we de steun aan en de<br />
netwerkvorming van onze alumni.<br />
De tweede strategie mikt op de lange-termijn ondersteuning en duurzame versterking van de<br />
partnerinstituten in het Zuiden. Deze institutionele samenwerkingen liggen vast in transparante<br />
contracten en behelzen een nauwe samenwerking op verschilende wetenschappelijke en<br />
administratieve niveau’s. De steun is niet beperkt tot gezamenlijke projecten, maar omvat ook<br />
strategisch en operationeel management, logistiek, administratie en persoonlijke uitwisselingen. De<br />
volledige institutionele omvang zal zich geleidelijk ontwikkelen aan de hand van tussentijdse<br />
evaluaties en heroriëntaties. Met sommige partners is er al een brede samenwerking tot stand<br />
gebracht over het gehele institutionele spectrum. Andere samenwerkingen hebben een meer<br />
thematische nadruk of concentreren zich op ofwel onderzoek of onderwijs. De meeste partners zijn<br />
wetenschappelijke instellingen of referentielaboratoria, maar bij sommige projecten zijn ook<br />
volksgezondheidsdiensten of NGO’s betrokken.<br />
Meerdere 5JP-II projecten zijn een voortzetting van 5JP-I en/of AIP en konden bouwen op een<br />
bestaand élan naar een brede institutionele aanpak. Dit proces is niet altijd even gemakkelijk<br />
omdat de structuur, het management en de gewoonten van vele instellingen geworteld zijn in een<br />
projectmatige aanpak.<br />
Op internationaal niveau proberen we er naar om algemene grensoverschrijdende kennis te<br />
genereren, te verspreiden en toe te passen, en het regionalel en internationale gezondheidsbeleid<br />
te beïnvloeden. We maken gebruik van verschillende mechanismen: directe doorstroming van<br />
resultaten en aanbevelingen naar operationele diensten; verspreiden van resultaten via de<br />
gebruikelijke wetenschappelijke nationale en internationale kanalen (publicaties, verslagen,<br />
congressen); ontwikkeling en ondersteuning van regionale of internationale netwerken. Andere<br />
kanalen zijn de alumninetwerken, de jaarlijkse ITG colloquia en natuurlijk onze<br />
onderwijsprogramma’s.<br />
Een aantal beleidsondersteundende onderzoeksprojecten gaan in op generische beleidsvragen.<br />
Voor 2005 bestonden deze uit de opvolging en evaluatie van internationaal gezondheidsbeleid<br />
toegespitst op de “globale initiatieven”, de opvolging van de “Health Care For All” agenda, de<br />
opschaling van antiretrovirale behandeling voor HIV/AIDS en rationele strategieën voor het<br />
toezicht en de opvolging van zoönoses in Afrika.<br />
Over het voorbije jaar zagen we prestaties en productiviteit van de diverse onderdelen verder<br />
groeien en samenwerkingsprojecten verder evolueren. Het Master programma op het ITG zorgde<br />
ook dit jaar voor een omvangrijk contingent van bekwame professionals en wetenschappers die<br />
75
hun land vervoegden met vernieuwde toewijding en capaciteiten. Het doctoraatsprogramma<br />
groeit snel en begint vruchten af te werpen. De afstemming en de uitbreiding van het ‘Project<br />
Cycle Management’ (PCM) versterkte de gezamenlijke planning, invoering en opvolging.<br />
Verschillende partners groeien uit tot sterke wetenschappelijke actoren en trokken bijkomende<br />
financieringen aan. Zelfs in politieke en socio-economische turbulente omgevingen als de D.R.<br />
Congo was er institutionele vooruitgang op te merken. Sommige projecten worden gehinderd door<br />
het wijdverspreide probleem van ‘brain drain’ en gebrekkige carrièrestructuren, maar algemeen is<br />
het doorzettingsvermogen van onze partners om in en voor hun land te werken van een<br />
opmerkelijk gehalte. De wetenschappelijke output in de vorm van artikels en beleidsinstrumenten<br />
groeit gestaag.<br />
Het “Beleidsvoorbereidend Onderzoek” omvat nu ook het voorbereiden, bijstaan en opvolgen van<br />
de internationale gezondheidsfora samen met de overheidsdelegaties. De start van een Belgisch<br />
platform voor internationale gezondheidsontwikkeling kon rekenen op veel enthousiasme uit<br />
verschillende hoeken. We lanceerden ook een internationale aanbesteding voor een tussentijdse<br />
beoordeling van 5JP-II, die ook terug zal blikken op 5YP-1 en vooruit zal kijken naar<br />
5JP-III. Het contract werd toegekend aan een consortium bestaande uit HERA (een Belgisch<br />
consultancy bedrijf in internationale gezondheidszorg) en het Zwitserse Tropisch Instituut. De interne<br />
enquêtes gingen al eind 2005 van start. De terreinevaluaties en de synthese zullen in de eerste helft<br />
van 2006 plaatsvinden.<br />
In het volgende hoofdstuk brengen we voornamelijk verslag uit over de institutionele samenwerking<br />
in het Zuiden en het Beleidsvoorbereidend Onderzoek. De departementele hoofdstukken<br />
beschreven reeds de onderzoeksactiviteiten en –resultaten. Hier geven we een regionaal en<br />
institutioneel overzicht. De opleidingsonderdelen van het ITG/DGOS-programma zijn opgenomen in<br />
het hoofdstuk Onderwijs en de financiële aspecten worden besproken in het hoofdstuk<br />
Management.<br />
76
ITM-DGDC FRAMEWORK AGREEMENT 2003-2007 (5YP-II): THE SOUTH<br />
PARTNERS<br />
1. Institut National de Recherche Biomédicale, Kinshasa, Congo: reference diagnostics of<br />
infectious diseases<br />
2. Laboratoire National de Référence pour le SIDA, Kinshasa, Congo: reference diagnostics and<br />
control of HIV/AIDS<br />
3. Institut National de Santé Publique, Abidjan, Côte d´Ivoire: research and training in disease<br />
control and public health, with emphasis on HIV/AIDS<br />
4. Unité de maladies infectieuses, Centre Hospitalière Universitaire, Kigali, Rwanda: care, training<br />
and research for the treatment of AIDS and infectious diseases<br />
5. Department of Veterinary Tropical Diseases, Pretoria, South Africa: education, research and<br />
intervention in parasitic livestock diseases and zoonoses<br />
6. Instituto de Medicina Tropical, Universidad Peruana Cayetano Heredia, Lima, Peru: clinical<br />
research and education, AIDS, TB, parasitic diseases<br />
7. Institute of Public Health, Pontificia Universidad Católica del Ecuador, Quito, Ecuador: Masters of<br />
Public Health (training, research, provision of services)<br />
8. National Institute for Hygiene, Epidemiology and Microbiology and the Pedro Kourí Institute of<br />
Tropical Medicine, Havana, Cuba: disease control and public health<br />
9. National Institute of Malariology, Entomology and Parasitology, Hanoi, Vietnam: research, training<br />
and support to the national and provincial control programmes for malaria and other parasitic<br />
diseases<br />
10. HOPE AIDS Care Centre - Sihanouk Hospital, Phnom Penh, Cambodia: reference centre for AIDS<br />
treatment, research and training<br />
77
11. Centre Muraz, Ouagadougou, Burkina Faso: tropical diseases, HIV/AIDS, mother/child care,<br />
public health<br />
12. Tropical Disease Research Centre, Ndola, Zambia: clinical and intervention research on malaria,<br />
AIDS, TB<br />
13. East African Network for Monitoring Antimalarial Treatment, Uganda - Rwanda: East African<br />
network for research and policy on resistant malaria<br />
14. Laboratoire de Référence TBC et Mycobactéries, Cotonou, Benin: national reference and<br />
research laboratory for TB and mycobacteria<br />
15. Laboratoire d´Immunologie, Centre Hospitalière Universitaire, Dakar, Senegal: reference and<br />
research laboratory for the biological diagnosis and follow-up of HIV/AIDS and parasitic diseases<br />
16. Centre for Ticks and Tick-borne Diseases, Lilongwe, Malawi: consolidation of a regional training<br />
and reference centre<br />
17. Centre for Medical Research, Universidad Mayor de San Simón, Cochabamba, Bolivia:<br />
specialisation course in Tropical Medicine, Masters of Disease Control<br />
18. Centre for Zoonoses, Universidad Central, Quito, Ecuador: centre for the study of helminthic<br />
zoonose.<br />
19. National Centre for HIV/AIDS, Ministry of Public Health, Cambodia: coaching, evaluation and<br />
valorisation of the national HIV/STD control programme<br />
20. Programme de Lutte Contre les Maladies Transmissibles et Carentielles, Ministry of Public Health,<br />
Burundi, vector control in epidemic malaria foci in the highlands of Central Africa<br />
21. Programme de Lutte contre les Bilharzioses, Région Médicale de St. Louis, Senegal: integration of<br />
schistosomiasis control of in basic health care<br />
22. Provincial Health Services, AIDS programme, Nyanza, Kenya: prevention of HIV among young<br />
people via local NGOs<br />
78
ALGEMEEN BEHEER EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN<br />
Engelse versie p. 118<br />
Administratieve Ondersteunende diensten<br />
De zoektocht naar een geïntegreerd elektronisch beheersysteem (“IVAN” project, ITG’s<br />
Vernieuwend Administratief Netwerk) waarin de verschillende administratieve diensten<br />
(aankoopdienst, boekhouding, beheer externe fondsen en departementele budgetbeheerders)<br />
rechtstreeks en online gegevens kunnen uitwisselen werd half 2005 afgerond. Na een Europese<br />
aanbesteding met onderhandelingsprocedure werd het software pakket ASW van de firma IBS<br />
aangekocht. De analyse en prototyping fase in voorbereiding van de daadwerkelijke start op 1<br />
januari 2006 nam de nodige tijd en energie in beslag. De overstap van de “eiland” informatica<br />
naar een geïntegreerde rechtstreekse samenwerking is een revolutie in het dagelijks werken en<br />
denken, en steekt definitief de laatste schotten tussen de departementele en centrale<br />
administratieve diensten.<br />
In 2005 verwerkte de Algemene Boekhouding 8.076 facturen, 1.480 schuldvorderingen en 759<br />
buitenlandse betalingsopdrachten. De Boekhouding Medische Diensten verwerkten 58.513<br />
patiëntenfacturen, 41.924 klantenfacturen en 59.714 facturen aan mutualiteiten. De<br />
Aankoopdienst verwerkte 4.554 aankooporders, regelde 1.300 spoedzendingen, 19<br />
exportzendingen, 42 exporten van gevaarlijke goederen en 217 luchtzendingen. Zij boekten 649<br />
reizen en regelde de daarbij horende formaliteiten. De Personeelsdienst verzorgt maandelijks in<br />
eigen beheer de loonadministatie voor 349 personeelsleden en coördineerde de aanwerving van<br />
63 nieuwe personeelsleden. Micha Cole (zie foto) werd aangeworven als opvolgster van Koen De<br />
Sadeleer, hoofd personeelsdienst die half 2006 op brugpensioen gaat. De dienst Externe Fondsen<br />
beheerde samen met de departementele budgetbeheerders 200 onderzoeksprojecten waaronder<br />
35 nieuwe projecten. De medewerkers van de dienst voerden 8 administratieve<br />
opvolgingszendingen uit bij lokale partners en 3 lokale partners (uit Burundi, Cambodja en<br />
Ivoorkust) brachten een bezoek aan de diensten van het ITG om ervaringen uit te wisselen en de<br />
samenwerking te verbeteren.<br />
Academisch Ondersteunende diensten<br />
Net als vorige jaren verzorgde de Grafische dienst de vormgeving van dit jaarverslag en andere<br />
ITG-brochures, cursussen, publicaties en posters. Ze zijn ook verantwoordelijk voor de grafsiche<br />
platvormen die gebruikt worden voor de e-learning projecten van het ITG. Een ‘single source<br />
content’ programma werd aangekocht om de aanmaak van cd-roms, electronisch<br />
cursusmateriaal en ‘e-learning’ projecten te vereenvoudigen.<br />
De dienst Toegepaste Technologie en Productie (TT&P) breidde haar dienstverlening verder uit naar<br />
79
de onderzoeksdepartementen, het klinisch laboratorium en vele externe organisaties en NGO’s.<br />
De centrale cryobank kreeg 5,200 nieuwe cryostabilaten bij. De productie van kweekbodems<br />
steeg met 36% of 104,332 eenheden. Het ontsmetten, de recyclage en sterilaties van herbruikbaar<br />
labomateriaal daarentegen daalde door de inbruikname van het L3 laboratorium, waarvan de<br />
gebruikers volgens de veiligheidsvoorschriften hun besmet materiaal voortaan zelf ontsmetten.<br />
Naast andere diagnostische reagentia en testkits werden 3,1 miljoen CATT-testen geproduceerd<br />
voor diverse slaapziekte bestrijdingsprogramma’s in West- en Centraal Afrika. De evaluatie van de<br />
nieuwe testkit (DAT/VL-FD) voor serodiagnose van viscerale leishmaniasis in Nepal, Soedan en Indië<br />
werd afgerond in samenwerking met het Departement Volksgezondheid.<br />
De activiteiten van de Bibliotheek en de Studentendienst worden elders in dit verslag<br />
gerapporteerd (hoofdstukken Bibliotheek en Onderwijs).<br />
Technisch Ondersteunende diensten<br />
Een belangrijke realisatie van de Technische Dienst in 2005 was het afwerken van de technische<br />
installaties en de beveiligingsystemen van de nieuwe L3/L2 laboratoria. Het oude L3 laboratorium<br />
werd volledig ontmanteld en heringericht als een volwaardige L3, waarvan de technische<br />
installaties geïntegreerd zijn in de nieuwe laboratoria. De toegangscontrole werd verder uitgebreid<br />
en aangepast ten gevolge van de interne verhuizingen. De kelder van gebouw Sint Rochusstraat 6<br />
werd deels ingericht tot vries-, stockeer- en archiefruimte. Verder waren er de modernisering van<br />
de lift in het hoofdgebouw, de renovatie van de trapzalen van de polikliniek, het omvormen van<br />
archiefruimte tot burelen, de aanpassing en de installatie van nieuwe nutsvoorzieningen, de<br />
vervanging van het plafond in een deel van het gebouw Sint- Rochusstraat 4 en de verfraaiing van<br />
de historische binnentuin.<br />
Het diensthoofd Technisch Beheer werd in beslag genomen door de opvolging van de renovatie<br />
en aanpassingswerken in het klooster en de kapel (zie foto’s). In het najaar 2006 zal deze nieuwe<br />
onderwijscampus in gebruik kunnen genomen worden. Met de gebruikers werd intensief overleg<br />
gepleegd over de inrichting en lokaalverdeling.<br />
De Informaticadienst had de handen meer dan vol met het coördineren van het al eerder<br />
vermelde “IVAN” project. De helpdesk (3 VTE) registreerde 12.000 oproepen, zij installeerden 41<br />
nieuwe LAPtops, 61 PC’s en 16 printers. Daarenboven realiseerde zij de installatie van een nieuwe<br />
AS400 als platform voor de verschillende informaticatoepassingen, het aansluiten van de medische<br />
data en de klinische labosoftware op de SQL server, het telewerken via de creatie van stabiele en<br />
beheersbare VPN-omgevingen, de implementatie van nieuwe spamfilters ter controle van de inen<br />
uitgaande mailtrafiek en een analyse van de telefonie wat resulteerde in nieuwe contracten<br />
met Belgacom.<br />
De interne dienst Preventie en Bescherming op het Werk realiseerde samen met de Technische<br />
dienst de uitbreiding en de aanpassingen van de elektronische toegangscontrole ten gevolge van<br />
80
de interne verhuizingen, organiseerde informatievergaderingen over de ergonomische<br />
werksituaties op de werkvloer, een reorganisatie van de brandpreventie, herschreef de<br />
veiligheidsprocedures in de laboratoria en startte ook de voorbereidingen voor de organisatie van<br />
het onderhoud en de catering in het klooster en kapel. De invoering van de nieuwe wet die roken<br />
op de werkvloer verbiedt was geen probleem voor het ITG waar al 5 jaar een volledig rookverbod<br />
geldt.<br />
Voor de dienst Kwaliteitsmanagement was 2005 een belangrijk jaar. Het eerste vijfjarenplan werd<br />
afgesloten en de dienst werd met Lindsey Nuyts uitgebreid tot drie medewerkers. Ze ondersteunen<br />
de ongeveer 20 kwaliteitscoördinatoren van de verschillende departementen, eenheden en<br />
laboratoria die reeds deel uitmaken van het geaccrediteerde kwaliteitssysteem.<br />
Als belangrijkste verwezenlijkingen voor 2005 zien we:<br />
• Een interne audit bij de medische diensten, in voorbereiding van een formele ISO 9001<br />
certificatie.<br />
• De externe audit van BELAC in juni 2005 beloonde onze inspanningen met een zeer positief<br />
auditrapport.<br />
• De voorbereiding voor de certificatie van de CATT productie.<br />
• De uitbreiding van de ondersteuning naar eenheden endiensten die zich op een<br />
geaccrediteerd kwaliteitssysteem voorbereiden.<br />
• De invoering van een nieuw en uniform ITG notaboek.<br />
• De aanpassing van de norm voor laboratoriumactiviteiten van ISO 17025 naar ISO 15189.<br />
• De afwerking van een institutioneel kwaliteitshandboek, voorlopig opgesplitst in een<br />
gemeenschappelijk deel en een specifiek deel voor laboratoria.<br />
• Een nieuw beleidsplan 2006-2010 met een toekomstvisie op de verschillende accreditaties en<br />
certificaties.<br />
De ‘Stuurgroep Kwaliteit’ werd verder gestructureerd en kreeg meer verantwoordelijkheden. Alle te<br />
actualiseren documenten werden volgens een strikt tijdschema besproken en goedgekeurd. De<br />
stuurgroep is tevens een forum om gemeenschappelijke problemen te bespreken en informatie uit<br />
te wisselen.<br />
Personeel<br />
Op 31 december 2005 werkten op het ITG 349 personeelsleden, een equivalent van 313,1 voltijdse<br />
arbeidsplaatsen. De grafieken en gegevens die volgen baseren zich op deze momentopname.<br />
Zoals vast gelegd in de Beheersovereenkomst met de Vlaamse Regering past het ITG dezelfde<br />
barema’s, normen en arbeidsvoorwaarden toe als die van de Vlaamse Universiteiten met wie de<br />
personeelsstructuur en het personeelsbeleid dan ook sterk vergelijkbaar is.<br />
De personeelscategorieën zijn:<br />
81
• Vast benoemd wetenschappelijk kader: zelfstandig academisch personeel (ZAP),<br />
wetenschappelijk kaderpersoneel (WKP) en medisch kaderpersoneel (MKP) ;<br />
• Tijdelijk wetenschappelijk personeel: assisterend academisch personeel (AAP), assisterend<br />
wetenschappelijk personeel (AWP) en het assisterend medisch personeel (AMP);<br />
• Ondersteunend personeel: administratief, technisch en onderhoudspersoneel (ATP).<br />
In oktober 2004 keurde de Raad van Bestuur de definitieve versie van de respectievelijke<br />
personeelsreglementen goed. Deze moderniseren de procedures bij aanwerving, vacature,<br />
functieclassificatie, bevorderingen, verloning en loopbaanonderbreking. Zij vormen een belangrijke<br />
hoeksteen van een transparant personeelsbeleid en de integrale kwaliteitszorg.<br />
Figuur 1 geeft een totaalbeeld van het aantal personeelsleden (in voltijdse equivalenten) voor het<br />
jaar 1995, 2000 en 2005 verdeeld over de drie financieringsbronnen en de drie<br />
personeelscategorieën. In deze periode steeg het aantal personeelsleden van 224 naar 313<br />
voltijdse equivalenten, een stijging van 40%.<br />
Opvallend is de toename van het tijdelijk wetenschappelijk personeel met 60%; deze toename<br />
manifesteert zich via externe onderzoeksprojecten. Het personeelskader dat via DGOS activiteiten<br />
betaald wordt voor de wetenschappelijke omkadering, zijn opgenomen bij de externe<br />
onderzoeksfondsen. Deze grafiek houdt bovendien geen rekening met de 63 doctoraatsstudenten<br />
die hun onderzoekswerk aan het ITG uitvoeren.<br />
Uit de grafiek blijkt globaal een stijging van 38% van het aantal ondersteunende personeelsleden<br />
(ATP), met enerzijds een stagnatie van het institutioneel kader, en anderzijds een stijging van 179%<br />
via externe fondsen en 80% via de medische diensten.<br />
Het institutionele budget financieert vandaag 45% van het aantal personeelsleden, de externe<br />
fondsen 41% en medische diensten 14%, waar dit in 1995 nog 64%, 26% en 10% was.<br />
82
Figuur 2: geeft een beeld van het opleidingsniveau van het personeel. 81% van het personeel heeft<br />
een diploma van hoger onderwijs, waarvan 45% aan universiteiten en 36% aan hogescholen. Het<br />
ITG stimuleert de permanente bijscholing via interne seminaries, vormingsdagen en externe en<br />
interne opleiding.<br />
83
Figuur 3 geeft de verhouding tussen contracten van bepaalde en onbepaalde duur. Hoewel de<br />
grote meerderheid van het personeel al geruime tijd werkt aan het ITG heeft slechts 55% van de<br />
personeelsleden een kontrakt van onbepaalde duur. Naast de inherent tijdelijke mandaten van<br />
het assisterend wetenschappelijk personeel zijn vele andere personeelscontracten gebonden aan<br />
tijdelijke externe financiering via onderzoeksprojecten. De arbeidsvoorwaarden voor de<br />
personeelsleden met tijdelijke contracten zijn sinds 1998 wel vrijwel gelijkgeschakeld aan die van<br />
het personeel met contracten van onbepaalde duur.<br />
Figuur 4 geeft aan dat vrouwen 54% van het ITG personeel vertegenwoordigen. Er is een evenwicht<br />
bij het technisch personeel en de pre-doctorale wetenschappers maar nog steeds een duidelijke<br />
ondervertegenwoordiging bij het post-doctorale en het vast wetenschappelijk kader. Zoals elders<br />
werken er aan het ITG meer vrouwen dan mannen in administratieve en onderhoudsdiensten.<br />
84
Figuur 5 geeft de leeftijdsstructuur van het personeel weer. 27% van het personeel is ouder dan 50<br />
jaar, 34% zijn veertigers en 26% dertigers. Van het vast wetenschappelijk personeel is 54%<br />
vijftigplusser; ook 16% van het wetenschappelijk personeel en 26% van het ATP hoort bij deze<br />
leeftijdsgroep. Deze piramide is gezond; er is voldoende jonger personeel om het werk van de<br />
toekomstige gepensioneerden over te nemen.<br />
Financiën<br />
Dit deel starten we met enkele algemene beschouwingen en grafieken. Dan volgt een<br />
gedetailleerd boekhoudkundig verslag van de jaarrekening en de balans, en het verslag van de<br />
bedrijfsrevisoren.<br />
De onderstaande grafieken houden geen rekening met de inkomsten en uitgaven van de<br />
afdelingen “Fondsen en Legaten” en “Investeringen”. Een aantal dubbeltellingen in de<br />
resultaatsrekeningen (inschrijfgelden, overhead en interne verrekeningen) werden geneutraliseerd.<br />
Inkomsten<br />
In 2005 bedroegen de netto inkomsten van het ITG bijna 36 miljoen Euro, een stijging van 12%<br />
tegenover 2004 en 120% tegenover 1995. De uitzonderlijke inkomsten via het AIDS-<br />
Impulsprogramma gefinancierd via DGOS verklaren de pieken in 2002 en 2003.<br />
Het aandeel van de basistoelage stagneert op 25%, inschrijfgelden 4%, de medische diensten 12%.<br />
De projectfinanciering en de DGOS inkomsten blijven hun aandeel versterken met respectievelijk<br />
25% en 18%. Ook de eigen inkomsten uit overhead, sociale en fiscale ristorno’s en interne<br />
doorrekeningen versterken hun aandeel tot 16%.<br />
85
Figuur 6 geeft een overzicht van de inkomsten sinds 1995.<br />
De basistoelage van de Vlaamse Overheid (Ministerie van Onderwijs) nam de voorbije 10 jaar<br />
nominaal toe met 21%; met een jaarlijkse gemiddelde stijging van de loonkost van 4% komt dit neer<br />
op een inlevering van 19%. Deze basisfinanciering blijft wel de garantie voor de wetenschappelijke<br />
onafhankelijkheid van het onderzoek, het onderwijs, de dienstverlening en de internationale status<br />
van het ITG.<br />
De eigen inkomsten blijven een sterke toename realiseren via overhead, interne doorrekeningen,<br />
fiscale en sociale ristorno’s en sinds 2002 ook de inkomsten van de productie van diagnostica. Zij<br />
verstevigen hiermee hun aandeel tot 16%, een verzevenvoudiging sinds 1995.<br />
De omzet van de Medische Diensten verdubbelden sinds 1995 dankzij de toename van het aantal<br />
prestaties en het bekomen van forfaitaire toelagen voor de referentietaken. Toch blijven deze<br />
inkomsten ontoereikend om de kosten van hoogwaardige patiëntenzorg en referentietaken te<br />
dekken.<br />
De inkomsten via de projectfinanciering blijven toenemen en vertonen een driejaarlijks cyclisch<br />
verloop tengevolge van de Europese financieringsprogramma’s. Hun aandeel is 25% van de<br />
inkomsten, een stijging van 76% sinds 1995. De sinds 1998 gebundelde zuidactiviteiten in uitvoering<br />
van de DGOS overeenkomst nemen 18% van de inkomsten, een verdriedubbeling sinds 1998.<br />
86
Figuur 7 en 8 geven de evolutie sinds 1995 van DGOS en de projectfinanciering volgens<br />
financieringsbron sinds 1995.<br />
Uit de gedetailleerde tabel blijkt, na de terugval en stagnatie in 2003 en 2004, een stijging van 17%<br />
tegenover 2004. Deze stijging is volledig te verklaren door de toename van de Europese<br />
onderzoeksfondsen die de ITG onderzoekers konden verkrijgen. Anderzijds is er een terugval via de<br />
Europese uitvoeringsprogramma’s (3 de en 4 de geldstroom) door het aflopen van een aantal<br />
projecten. Hierdoor blijft het aandeel van de Europese onderzoeksfinanciering op 25%.<br />
De inkomsten via de DGOS overeenkomst die de ITG zuidactiviteiten bundelen nemen 47% van<br />
deze inkomsten. Door het aflopen van een IWT-onderzoeksproject verschrompelt het aandeel van<br />
de onderzoeksprojecten via de Vlaamse onderzoeksinstellingen tot amper 6% van de<br />
onderzoeksgelden via de 2 de geldstroom.<br />
De toegekende subsidies van de Nationale Loterij voor de renovatie van de laboratoria en het<br />
klooster worden verwerkt in het investeringsfonds en zijn dus niet opgenomen in deze lijst. De<br />
negatieve bedragen in sommige kolommen betreffe, aanpassingen van ontvangen voorschotten<br />
en eindafrekeningen van projecten tegenover vorig jaar.<br />
Uitgaven<br />
Figuur 9 geeft de verdeling van de effectieve uitgaven weer (33 miljoen Euro). De geldtransacties<br />
naar onze onderzoekspartners, 5 miljoen Euro, wel opgenomen in de resultaatsrekening, zijn hier<br />
niet vermeld.<br />
De verhouding van de uitgaven blijft vrijwel constant over de beschouwde periode. Het aandeel<br />
van onderwijs en onderzoek blijft stabiel op 66%, ook de medische diensten blijven op 13%.<br />
87
Management en ondersteunende diensten stabiliseren eveneens hun aandeel op 18% van de<br />
totale uitgaven.<br />
Figuur 10 geeft de financiële details van de uitgaven voor DGOS overeenkomst (zie hoofdstuk<br />
‘Internationale Samenwerking’). De sterke toename sinds 2003 van de algemene kosten en de<br />
wetenschappelijke omkadering is toe te schrijven aan de nieuwe contractvorm, met een forfait<br />
voor wetenschappelijke omkadering van 25% en 12% algemene overhead. Voordien werden deze<br />
verdeeld als personeels- en werkingskosten over de verschillende projecten.<br />
Meer dan 67 % van de DGOS fondsen gaan rechtstreeks naar instellingen en studenten uit het<br />
Zuiden. Deze uitgaven gaan – voor zover opsplitsbaar - voor 60% naar Afrika, 13% naar Azië en 27%<br />
naar Zuid-Amerika.<br />
88
Resultaat 2005<br />
De resultaatsrekening op de volgende pagina’s geeft een totaal overzicht van alle inkomsten en<br />
uitgaven en wordt verdeeld over 4 afdelingen:<br />
• Instituut (basistoelage, eigen inkomen en inschrijfgelden)<br />
• Projectfinanciering en DGOS Overeenkomst<br />
• Medische Diensten<br />
• Fondsen en Legaten.<br />
Het financiële resultaat voor de afdeling “Instituut” is positieve 872,000 Euro, mede door de<br />
vertragingen bij de renovatiewerken aan het klooster waardoor een aantal technische<br />
aanpassingwerken en installaties voor de communicatie en netwerkbeheer nog niet konden<br />
uitgevoerd worden. Deze niet-uitgegeven kredieten worden overgedragen naar 2006. Nog een<br />
reden voor dit positief resultaat is de late bevestiging van fiscale en sociale ristorno’s, wat de<br />
aanwerving van hoogstnodig personeel vertraagde.<br />
Het saldo zal zoals vorig jaar deels (10%) toegewezen worden aan het beurzenfonds en de<br />
activiteiten voor de 100 jaar viering. Het saldo zal aangewend worden als buffer voor de realisatie<br />
van de prioriteiten van het beleidsplan 2006-2010, in afwachting van een hopelijke verhoging van<br />
de basistoelage van de Minister van Onderwijs.<br />
De rekeningen van de “Medische Diensten” blijven zorgen baren, enerzijds door een wijziging in de<br />
nomenclatuur voor klinische prestaties en anderzijds door de arbeidsintensieve omkadering van de<br />
“topzorg” voor AIDS-patiënten. Met enige vertraging is de nu wel al langer beloofde verhoging van<br />
de toelage voor het ARC goedgekeurd vanaf 2006.<br />
Het positieve saldo van de opbrengsten van de diagnostica-productie wordt zoals vorige jaren<br />
toegewezen aan het “Fonds Productie” dat dient als buffer bij een mogelijke terugval van de<br />
inkomsten en steeds meer als ondersteuning van onderzoek naar “verwaarloosde ziekten”. Een<br />
aantal saldi van niet volledig uitgegeven kredieten worden overgedragen naar 2006.<br />
De cijfers voor de afdeling “Projectfinanciering en DGOS Overeenkomst” omvatten enkele<br />
dubbeltellingen met de afdeling “Instituut”, voor overhead, inschrijfgelden en verrekeningen van<br />
prestaties. Het saldo op deze projectrekeningen wordt via de balansrekeningen overgedragen<br />
naar het volgende kalenderjaar.<br />
De resultaten op de afdelingen “Fondsen en Legaten” worden aangewend voor de specifieke<br />
doelstellingen (investeringen, prijzen, vervroegde pensioneringen e.a.).<br />
In totaal werd slechts 47% van de totale uitgaven besteed aan personeelskosten: voor de afdeling<br />
“Instituut” bedraagt dit aandeel 77% van de uitgaven en 70% van de inkomsten. De<br />
89
personeelskosten stijgen globaal met 8% waarvan het grootste deel via de afdeling Instituut. Deze<br />
verhoging is deels te verklaren door de jaarlijkse inherente loonstijgingen via indexatie,<br />
baremaverhogingen en bevorderingen, maar is deels ook het gevolg van de resterende financiële<br />
verplichtingen voor de lopende CAO Brugpensioen.<br />
De sterke toename van de werking- en investeringsuitgaven is een logisch gevolg van de<br />
renovatiewerken aan het Capucijnenklooster via het investeringsfonds. Deze renovatiewerken<br />
kunnen betaald worden met de investeringstoelage van het Ministerie van Onderwijs dat hiervoor<br />
een aantal jaren werd opgespaard, aangevuld met de renovatiepremie via Monumenten en<br />
Landschappen en subsidies van de Nationale Loterij. Anderzijds werden ook belangrijke sommen<br />
overgemaakt aan onderzoekspartners in het zuiden in uitvoering van de DGOS Overeenkomst en<br />
de gezamenlijke onderzoeksprojecten.<br />
Balans<br />
De balans geeft voor alle afdelingen samen een overzicht van alle bezittingen, voorzieningen,<br />
stand van de financiële rekeningen, schulden en tegoeden.<br />
Met de uitvoering van de omvangrijke investeringswerken aan het klooster daalt het “Eigen<br />
Vermogen” via het Fonds Investeringen. Ook de “Schulden op lange en korte termijn” dalen terwijl<br />
de “Voorzieningen voor risico’s en lasten” stijgen via de bijkomende reserveringen voor de<br />
Brugpensioenen en andere voorzieningen.<br />
Aan actiefzijde stijgen de “Vaste Activa” door de werken in uitvoering, terwijl de “Vorderingen op<br />
korte termijn” in belangrijke mate dalen samen met de “Financiële rekeningen”.<br />
De financiële indicator voor de “Vaste Activa”, dit is het “Eigen Vermogen” (3 miljoen Euro) plus<br />
“Vreemd Vermogen” op lange termijn (4 miljoen Euro) verminderd met de “Vaste Activa” (8<br />
miljoen Euro), geeft een netto bedrijfsresultaat van - 1 miljoen Euro, een logisch gevolg van de<br />
investeringsuitgaven. De financiële indicator voor de “Vlottende Activa”, dit is de verhouding van<br />
de “Vlottende Activa” (16,6 miljoen Euro) tot de “Schulden op korte termijn” (5,5 miljoen Euro), is<br />
3,0. Er zijn dus voldoende beschikbare middelen om de schulden op korte termijn te betalen.<br />
90
De verslagen en de balans werden onderzocht en goedgekeurd door de auditoren, zoals<br />
bevestigd werd in hun verslag op de volgende pagina.<br />
92