SIZED FOR ART NOUVEAU - VisitBrussels
SIZED FOR ART NOUVEAU - VisitBrussels
SIZED FOR ART NOUVEAU - VisitBrussels
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In 1901 werd Van de Velde door groothertog Wilhelm Ernst von Sachsen-Weimar-Eisenbach aangezocht om de decoratieve kunsten van<br />
het groothertogdom nieuw leven in te blazen. Hij aanvaardde en tekende er de plannen voor een school voor decoratieve kunsten, die<br />
in 1907 opende. De school was de voorloper van het in 1919 opgerichte Bauhaus en gaf Weimar grote artistieke uitstraling. In deze<br />
periode kreeg Van de Velde diverse opdrachten voor de bouw en de inrichting van woningen, musea en theaters. Het kunstonderwijssysteem<br />
dat Van de Velde uitwerkte in Weimar zou het fundament vormen van het in 1926 opgerichte La Cambre, de school die kan<br />
worden beschouwd als het Belgische Bauhaus.<br />
Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloot de school in Weimar en Van de Velde ondernam vruchteloze pogingen om Duitsland te ontvluchten.<br />
In 1917 kon hij uitwijken naar Zwitserland, waar hij vooral contacten onderhield met pacifistische kringen.<br />
Gedurende het interbellum verbleef Henry Van de Velde in België. Hij ontwierp er verschillende woningen en gebouwen, onder meer<br />
zijn eigen woning in Tervuren en het Hotel Van de Velde in Elsene (Brussel). Voor de Rijksuniversiteit Gent ontwierp hij de zogenaamde<br />
boekentoren, een voor die tijd uitzonderlijk bouwwerk. Als architect werd hij door de Belgische staat geselecteerd om het Belgische paviljoen<br />
te ontwerpen voor de internationale tentoonstelling in Parijs in 1937 en twee jaar later in New York. In opdracht van het echtpaar<br />
Kröller-Müller in Otterlo (Nederland) ontwierp hij het gelijknamige museumgebouw. Als hun kunstadviseur zorgde hij voor verschillende<br />
aankopen door dit echtpaar met als topwerk het beroemde schilderij Le Chahut van Georges Seurat.<br />
Henry Van de Velde was een van de meest veelzijdige ontwerpers van België en bereikte wegens de kwaliteit van zijn oeuvre snel internationale<br />
faam.<br />
©SABAM - BELGIUM 2012<br />
In 1900, vlak voor Henry Van de Velde naar Duitsland vertrok, kochten de Koninklijke Musea voor Kunst en<br />
Geschiedenis het paar kandelaars dat de kunstenaar had geëxposeerd op het beroemde Brusselse salon van<br />
La Libre esthétique. Met de aankoopprijs van 850 frank betaalde de Belgische staat een klein fortuin en het<br />
was meteen ook de duurste aankoop van de pas opgerichte sectie Moderne Sierkunsten. Maar, meer dan honderd<br />
jaar later kunnen de kandelaars nog steeds worden gerekend tot de belangrijkste collectiestukken van de<br />
art-nouveauverzameling. De kandelaars, die omstreeks 1898-99, tot stand kwamen zijn immers exemplarische<br />
getuigen van zijn gevleugelde uitspraak ‘Een lijn is een kracht […]’. Dat gegeven was het uitgangspunt en de<br />
constante van het gehele artistieke oeuvre van Van de Velde.<br />
De dynamiek van de lijn bepaalt in dezelfde mate het patroon van een stof of een behangpapier als de geledingen<br />
van de gevel van een huis of de constructie van een meubel. De lijn beweegt zich in de ruimte en<br />
ondersteunt de creatie in essentiële mate. Van de Velde ging ervan uit dat de lijnen onderling net zo logisch en<br />
consequent in verhouding staan als getallen en muzieknoten. De aandacht voor de lijn was al latent aanwezig<br />
in zijn schilderijen en transformeerde begin jaren 1890 tot abstracte grafische ornamenten.<br />
Uiteindelijk slaagde Van de Velde erin de typische dynamische lijnenstructuur naar de derde dimensie over<br />
te brengen. De kandelaars zijn verworden tot louter lineaire ruimtelijke skeletten die een bewegingspatroon<br />
volgen. Hiermee bereikte hij een perfecte symbiose tussen de functie en het ornament. Vanaf het ogenblik dat<br />
hij dit theoretische systeem beheerste, paste Van de Velde het toe op quasi al zijn creaties waardoor de lineaire<br />
bewegingsimpuls en de ruimtelijkheid van de lijn de essentie van zijn decoratieve objecten en architectuur uit<br />
de art-nouveauperiode vervat.<br />
Prof. dr. Werner Adriaenssens<br />
Conservator van de afdeling Sierkunsten van de twintigste eeuw<br />
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel<br />
www.VISITBRUSSELS.BE<br />
6