Download het jaarverslag 1998 - KU Leuven
Download het jaarverslag 1998 - KU Leuven
Download het jaarverslag 1998 - KU Leuven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT<br />
JAARVERSLAG<br />
<strong>1998</strong>
nhoud<br />
Inleiding<br />
Organisatiestructuur van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Ondennr ijs<br />
1. Globale beleidslijnen inzake onderwijs<br />
2. Kwaliteitszorg voor <strong>het</strong> onderwijs<br />
3. Opleidingenaanbod<br />
4. Onderwijs- en examenregelingen<br />
5. Gegevens over studenten<br />
6. Examencommissies van de Vlaamse gemeenschap<br />
7. Internationale Relaties<br />
Tabellen<br />
Onderzoek<br />
1. Het onderzoeksbeleid: resultaten en vooruitzichten<br />
2. Kwaliteitsbewaking<br />
3. Financieringsbronnen<br />
4. Personeelsbestand<br />
5. Wetenschappeljjke output per wetenschapsdiscipline<br />
6. Nationale wetenschappelijke samenwerking<br />
7. Internationale relaties<br />
8. Besluit<br />
Tabellen<br />
Personeel<br />
1. Personeelsevolutie aan de K.LI.<strong>Leuven</strong><br />
2. Personeelsbeleid voor academisch personeel<br />
3. Personeelsbeleid voor ATP<br />
Sociale voorzieningen voor studenten<br />
1. Globaal overzicht en financiële situatie<br />
2. Huisvesting<br />
3. Voedingssector: universiteits-restaurants Alma<br />
4. Dienstensector<br />
5. Gezondheidssector<br />
6. Studentenorganisaties<br />
7. Studentenadministratie<br />
8. Kerncel Tewerkstelling
Synthese van de jaarrekening<br />
De balans van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Wetenschappelijke dienstverlening<br />
Centrale logistieke diensten<br />
1. Ludit<br />
2. Anemoonproject<br />
3. Universiteitsbibliotheek<br />
4. Universiteitsarchief en Dienst Kunstpatrimonium<br />
Extra-curriculaire mogelijkheden<br />
1. Universitaire Parochie<br />
2. Sport<br />
3. Cultuur<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> Campus Kortrijk<br />
1. Algemeen<br />
2. Dienst voor Studieadvies<br />
3. Onderzoek<br />
4. Dienst Universitaire Permanente Vorming<br />
5. Impulscentrum voor Onderwijsvernieuwing<br />
6. Bibliotheek<br />
7. Informaticabeleid<br />
8. Algemeen Beheer<br />
9. Studentenvoorzieningen<br />
10. Universitaire Parochie<br />
11. Evenementen en Externe Relaties<br />
Interfacultaire Instituten<br />
1. Het Hoger Instituut voor de Arbeid<br />
2. Katholiek Documentatiecentrum en Onderzoekscentrum<br />
3. Instituut voor Levende Talen<br />
4. Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming<br />
5. Universitair Centrum voor Statistiek<br />
6. LUCAS<br />
7. Overlegcentrum voor Christelijke Ethiek<br />
Universitaire Ziekenhuizen<br />
Bijlagen
Inleiding<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> biedt met dit <strong>jaarverslag</strong> aan de Inrichtende Overheid en aan de<br />
Vlaamse regering een overzicht van haar werking in <strong>1998</strong>.<br />
Dit verslag omvat de voornaamste cijfergegevens inzake de hoofdopdrachten van<br />
onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening en geeft ook een overzicht<br />
van de financiële situatie, <strong>het</strong> personeelsbeleid en de voornaamste ondersteunende<br />
functies. Volgens de voorschriften van <strong>het</strong> besluit van de Vlaamse regering<br />
van 4 februari 1997 in uitvoering van <strong>het</strong> universiteitsdecreet van 1991 is <strong>het</strong><br />
verslag vooral gericht op de beleidsaspecten van deze hoofdopdrachten en ondersteunende<br />
functies.<br />
Met een dergelijk <strong>jaarverslag</strong> legt de universiteit verantwoording af, naar de buitenwereld<br />
en naar de academische gemeenschap, over haar taakvervulling die in ruime<br />
mate wordt ondersteund met middelen van de gemeenschap.<br />
Ik meen dat de K.U.<strong>Leuven</strong> met dit verslag kan aantonen dat zij de overheidsmiddelen<br />
aanwendt voor kwaliteitsvol onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Zij heeft<br />
zorg gedragen voor de uitbouw van de kwaliteitszorg voor de onderzoeks- en onderwijstaken<br />
en krijgt daarvoor brede waardering in binnen- en buitenland. Zij drukt ten<br />
aanzien van de overheid de verwachting uit dat ze daarvoor in <strong>het</strong> Vlaams<br />
universitair landschap de armslag en de middelen kan blijven krijgen om haar<br />
potentialiteiten ten volle te kunnen gebruiken.<br />
A. Oosterlinck<br />
rector<br />
Inleiding 1
Organisatiestructuur<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
1. De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft haar bestuurlijke zetel op <strong>het</strong> adres Oude Markt 13,<br />
3000 <strong>Leuven</strong><br />
2. Bestuurlijke organen op <strong>het</strong> centrale niveau<br />
De belangrijkste gegevens over de organisatiestructuur van de universiteit<br />
worden gepubliceerd in de jaarlijkse uitgave van 'Wegwijs'.<br />
2.1 Als rechtspersoon heeft de K.U.<strong>Leuven</strong> haar juridische grondslag in de wet<br />
van 12 augustus 191 1 (laatst gewijzigd in 1969 en 1970) die de rechtspersoonlijkheid<br />
verleent aan de K.U.<strong>Leuven</strong>, de Université Catholique de<br />
Louvain, de Vrije Universiteit Brussel en de Université Libre de Bruxelles.<br />
De basisregeling van de interne structuur is opgenomen in <strong>het</strong> Organiek<br />
Reglement, dat wordt vastgesteld door de Inrichtende Overheid op advies<br />
van de Raad van Beheer. Verdere interne regelingen, inzonderheid inzake<br />
de structuur van faculteiten, departementen en diverse andere organen<br />
worden bepaald in <strong>het</strong> Gewoon Reglement, dat wordt vastgesteld door de<br />
Raad van Beheer na advies van de Academische Raad.<br />
2.2 De Inrichtende Overheid is <strong>het</strong> formele toporgaan van de universiteit; zij<br />
bestaat uit de Aartsbisschop, de Vlaamse bisschoppen en tenminste vier<br />
lekenleden. De Raad van Beheer is <strong>het</strong> orgaan dat de verantwoordelijkheid<br />
voor <strong>het</strong> universitair bestuur en de middelen van de universiteit draagt<br />
tegenover derden; behoudens de leden van <strong>het</strong> Gemeenschappelijk Bureau<br />
omvat deze raad ook een aantal leden uit de universitaire gemeenschap en<br />
een aantal leden aangewezen buiten de universiteit. De Academische<br />
Raad draagt de verantwoordelijkheid voor <strong>het</strong> gehele academisch beleid.<br />
Hij is samengesteld uit de rector en de leden van <strong>het</strong> Gemeenschappelijk<br />
Bureau, de decanen, vier studentenvertegenwoordigers, drie vertegenwoordigers<br />
van <strong>het</strong> assisterend academisch personeel en <strong>het</strong> bijzonder<br />
academisch personeel en de academisch ombudsman.<br />
2.3 Het uitvoerend bureau van zowel de Raad van Beheer als van de Academische<br />
Raad is <strong>het</strong> 'Gemeenschappelijk Bureau' dat behalve de rector, de<br />
algemeen beheerder en de rector van de Campus Kortrijk maximum zes<br />
andere leden omvat. Deze leden worden door de rector, na zijn verkiezing,<br />
ter benoeming aan de Academische Raad voorgesteld als één beleidsequipe.<br />
De huidige functie-invulling van deze leden is:<br />
- drie vice-rectoren die als groepsvoorzitter <strong>het</strong> beleid coördineren van de<br />
drie groepen Humane Wetenschappen, Exacte Wetenschappen en Biomedische<br />
wetenschappen;<br />
- drie coördinatoren respectievelijk voor Onderzoeksbeleid, voor Onderwijsbeleid<br />
en voor Studentenbeleid.<br />
Het Gemeenschappelijk Bureau draagt de verantwoordelijkheid voor <strong>het</strong><br />
dagelijks bestuur en de beleidsvoorbereiding.<br />
2.4 De rector wordt verkozen door een ruim kiescollege van alle voltijdse leden<br />
van <strong>het</strong> zelfstandig academisch personeel (ZAP) en vertegenwoordigers<br />
van <strong>het</strong> deeltijds ZAP, van <strong>het</strong> assisterend academisch personeel (AAP) en<br />
van <strong>het</strong> bijzonder academisch personeel (BAP), van de studenten en van<br />
<strong>het</strong> administratief en technisch personeel. De rector van de Campus<br />
Kortrijk wordt door een gelijkaardig kiescollege van KLILAK verkozen.<br />
2.5 Eigen organen van de Campus Kortrijk zijn de rector <strong>KU</strong>LAK, de Interfacultaire<br />
Raad die <strong>het</strong> academisch beleid in <strong>KU</strong>LAK bepaalt, en <strong>het</strong> Beheerscomité.<br />
2.6 De Universitaire Ziekenhuizen hebben een eigen beheersstructuur die een<br />
ruime mate van bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor <strong>het</strong> gehele<br />
ziekenhuisbedrijf:<br />
- <strong>het</strong> Beheerscomité;<br />
Organisatiest~duur van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
1
- <strong>het</strong> Directiecomité;<br />
- de afgevaardigde beheerder (vroeger genaamd 'algemeen coördinator').<br />
Een permanente overlegcommissie zorgt voor <strong>het</strong> overleg tussen de<br />
Faculteit Geneeskunde en de Universitaire Ziekenhuizen.<br />
2.7 Diverse centrale adviescolleges zijn opgericht voor specifieke beleidssegmenten.<br />
Vooral te vermelden zijn:<br />
- de Onderzoeksraad en de Raad Onderzoeksbeleid;<br />
- de Onderwijsraad en de Stuurgroep Onderwijsbeleid;<br />
- de Ondernemingsraad;<br />
- <strong>het</strong> Comité voor Preventie en Bescherming op <strong>het</strong> Werk;<br />
- de Raad van <strong>het</strong> Academisch Vormingsinstituut voor Leraren;<br />
- de Raad Universitaire Permanente Vorming;<br />
- de Bibliotheekraad;<br />
- de Luditraad;<br />
- de Interfacultaire raad voor ontwikkelingssamenwerking;<br />
- <strong>het</strong> Beleidscomité Internationale Relaties;<br />
- de Cultuurcommissie;<br />
- de Raad voor Studentenvoorzieningen;<br />
- de Interfacultaire Raad Vrouw-Man-Universiteit K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
3. Bestuurlijke organen op <strong>het</strong> decentrale niveau<br />
3.1 De groepen<br />
De universiteit is ingedeeld in drie groepen, met name Humane Wetenschappen,<br />
Exacte Wetenschappen en Biomedische Wetenschappen. De<br />
groepen staan in voor de coördinatie tussen de faculteiten. De Groepsraad<br />
bestaat uit de vice-rector, tevens groepsvoorzitter, de decanen en<br />
eventueel de andere leden van de Academische Raad uit dezelfde groep.<br />
3.2 De faculteiten<br />
De faculteiten (dertien in totaal) zijn de entiteiten die <strong>het</strong> onderwijs plannen<br />
en doen uitvoeren en die de departementen coördineren. De faculteiten<br />
hebben een decaan, verkozen in de faculteitsraad. Deze raad is<br />
samengesteld uit alle voltijdse ZAP-leden en vertegenwoordigers van <strong>het</strong><br />
deeltijds ZAP, van studenten en van de AAP-BAP-geleding. Een beperkt<br />
bureau van de faculteit staat in voor dagelijks bestuur en beleidsvoorbereiding.<br />
3.3 De departementen<br />
De departementen vormen de hoofdindeling voor de onderzoekstaken van<br />
de universiteit en zijn dus gestructureerd volgens onderzoeksdomeinen.<br />
En zijn een vijftigtal departementen. Zij worden geleid door een departementsraad<br />
met een structuur analoog aan de faculteitsraad, en een<br />
departementsvoorzitter.<br />
3.4 De afdelingen<br />
De departementen zijn op zeer diverse wijze verder onderverdeeld in afdelingen,<br />
centra, instituten of onderzoeksgroepen.<br />
4. Diverse interfacultaire en dienstverleningsorganen<br />
4.1 Buiten deze gestroomlijnde structuur zijn er nog diverse interfacultaire of<br />
gelijkaardige structuren van diverse aard:<br />
- Academisch Vormingsinstituut voor leraren (AVL);<br />
- Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA);<br />
- Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum (KADOC);<br />
- <strong>Leuven</strong>se Universiteit Caritas Samenwerkingsverband (LUCAS);<br />
- Overlegcentrum voor Christelijke Ethiek;<br />
- Instituut voor Levende Talen (ILT).<br />
4 I Katholieke Universlei1 <strong>Leuven</strong><br />
4.2 Tenslotte dient melding gemaakt van een belangrijke dienst voor onderzoeksvalorisatie:<br />
<strong>Leuven</strong> Research and Development. Deze entiteit staat
in voor een actieve transferpolitiek van onderzoeksresultaten naar de<br />
industrie, handel en andere sectoren. Deze heeft de status van een<br />
exploitatie waarvan de inkomsten en uitgaven afzonderlijk worden geboekt.<br />
Organisatiestrucluur van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
I
Inzake onderwijs bevat dit verslag een overzicht van activiteiten voor <strong>het</strong> academiejaar<br />
1997-1 998. Voor <strong>het</strong> geheel van de beleidsontwikkeling wordt de stand van<br />
zaken weergegeven tot eind <strong>1998</strong>.<br />
De opdrachtsverklaring van de K.U.<strong>Leuven</strong>, opgesteld in 1990, geeft de hoofdlijn 1.<br />
aan van <strong>het</strong> onderwijsbeleid dat de K.U.<strong>Leuven</strong> aanhoudt.<br />
'Voor haar kennisoverdracht geeft de K.U.<strong>Leuven</strong> interdisciplinair wetenschappelijk<br />
onderwijs van hoge kwaliteit. Haar programma's integreren de professionele opleiding<br />
in een brede ethische, culturele en sociale vorming. Eerder dan de feitenkennis,<br />
bevordert zij de vaardigheid om problemen te onderkennen, te formuleren en op te W~JS<br />
lossen. Zij schept de noodzakelijke voorwaarden voor een stimulerende onderwijsen<br />
vormingservaring. Bijzondere aandacht gaat naar de blijvende evaluatie van haar<br />
onderwijs met <strong>het</strong> oog op een verhoogde zelfwerkzaamheid van de studenten, een<br />
intensieve persoonlijke begeleiding, een adequaat beoordelingssysteem, de didactische<br />
kwaliteiten van de docenten en de aanwending van nieuwe onderwijsvormen<br />
en -technologieën. Door haar eerste- en tweedecyclusonderwijs draagt de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> bij tot een zo breed mogelijke participatie van de Vlaamse jongeren aan<br />
kwalitatief hoogstaand universitair onderwijs, in een omgeving die intellectueel stimulerend,<br />
sociaal ondersteunend en studentvriendelijk is; tevens richt zij zich op<br />
nieuwe doelgroepen. Voorts gaat haar bijzondere aandacht naar de vorming van<br />
jonge onderzoekers, vooral door middel van <strong>het</strong> doctoraat, en biedt zij in een aantal<br />
kennisdomeinen derdecyclusprogramma's aan, gericht op verbreding en verdieping<br />
van kennis'.<br />
Deze tekst blijft de basisinspiratie voor <strong>het</strong> eigen onderwijsbeleid. Het onderwijs<br />
krijgt zijn concrete gestalte in de faculteiten, die verantwoordelijk zijn voor de invulling<br />
van de onderwijsopdracht. Het centrale beleid van de universiteit moet daarvoor<br />
<strong>het</strong> algemeen kader scheppen dat richtinggevend moet zijn en stimulerend en<br />
faciliterend moet optreden; tegelijk moet <strong>het</strong> ervoor instaan dat de zorg voor de kwaliteit<br />
ingebed is in haar structuren en procedures.<br />
Sedert enkele jaren worden op diverse vlakken ernstige inspanningen gedaan voor<br />
onderwijsverbetering:<br />
- <strong>het</strong> stimuleren van de Permanente Onderwijscommissies als de echte dragers en<br />
initiatiefnemers van de curriculumbepaling en de evaluatie van <strong>het</strong> onderwijsgebeuren;<br />
- <strong>het</strong> verder op brede schaal op gang brengen van geregelde evaluatie door de interne<br />
onderwijsevaluaties;<br />
- <strong>het</strong> preciseren en aanpassen van <strong>het</strong> examenreglement;<br />
- <strong>het</strong> meer centraal stellen van de onderwijstaak in de taakbepaling van de docenten<br />
en in de beoordeling voor benoemingen en promoties;<br />
- <strong>het</strong> stimuleren van de inspanningen voor permanente vorming;<br />
- <strong>het</strong> voorzien van onderwijskundige ondersteuning voor onderwijsinnovatie mede<br />
met gebruik van nieuwe media.<br />
Globale<br />
beleidslijnen<br />
inzake onder-<br />
De voornaamste realisatie is wel <strong>het</strong> opzetten van een systeem van kwaliteitszorg<br />
dat een brede en diepe penetratie gekregen heeft.<br />
In de loop van <strong>het</strong> academiejaar vond een globale audit plaats over de kwaliteitszorg<br />
van de Vlaamse universiteiten (Aandacht voor kwaliteit in de Vlaamse universiteiten,<br />
Verslag van de Auditcommissie Kwaliteitszorg in <strong>het</strong> Academisch Onderwijs in<br />
Vlaanderen, april <strong>1998</strong>). Deze commissie onder voorzitterschap van prof. F.J.H.<br />
Mertens (Inspecteur-generaal van <strong>het</strong> Onderwijs in Nederland) bracht voor de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> een indringende analyse van <strong>het</strong> systeem van kwaliteitszorg; globaal<br />
gezien werd dit voor de K.U.<strong>Leuven</strong> als zeer degelijk beoordeeld, uiteraard niet zonder<br />
een aantal opmerkingen en vingerwijzigingen.<br />
Volgend citaat uit <strong>het</strong> verslag van de Auditcommissie (AC) moge dit bewijzen:<br />
'De organisatie van de kwaliteitszorg en de inbedding van de evaluaties in <strong>het</strong> management<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong> maken een degelijke indruk op de AC. Deze universiteit<br />
heeft een naar <strong>het</strong> zich laat aanzien adequate wijze van implementatie van kwaliteitsmanagement:<br />
men gaat serieus maar in zelfstandigheid om met de visitatieresul-<br />
Onderwijs<br />
I
taten'.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft mede op grond van de uitkomst en vooral de suggesties van dit<br />
auditverslag, verder gewerkt aan de uittekening van haar onderwijsbeleidsplan, dat<br />
eind <strong>1998</strong> bijna afgerond was.<br />
Dit plan, dat de opdrachtsverklaring verder uitwerkt in een richtinggevend concept<br />
van 'begeleide zelfstudie', zal een tiental actielijnen omvatten, die <strong>het</strong> eigen onderwijsbeleid<br />
moeten consolideren. Dit globale plan, waarvoor ook specifieke budgettaire<br />
middelen worden voorzien in de begroting voor 1999, moet een stevige impuls<br />
leveren voor de deskundigheid en de inzet van <strong>het</strong> academisch personeel voor <strong>het</strong><br />
onderwijs.<br />
Niet in <strong>het</strong> minst moet de kritische en constructieve bijdrage worden geloofd die de<br />
studenten in permanente onderwijscommissies, faculteitsraden en centrale organen<br />
leveren in de permanente gedachtenwisseling over <strong>het</strong> onderwijs.<br />
Onderwijskwaliteit vraagt uiteraard een goed management van onderwijs op de<br />
2. verschillende niveaus. Op <strong>het</strong> niveau van de faculteit gebeurt dit door de individuele<br />
Kwaliteitszorg docenten, de decaan of departementsvoorzitter, de faculteitsverantwoordelijke voor<br />
de studiebegeleiding en de Permanente Onderwijscommissie. Centrale sturing wordt<br />
\8-i.~r <strong>het</strong> gerealiseerd door de Academische Raad op advies van de Onderwijsraad, de<br />
andewijs Stuurgroep Onderwijsbeleid en de coördinator onderwijsbeleid. Enkele centrale<br />
diensten leveren ondersteuning voor <strong>het</strong> onderwijsproces. Hun bijdrage is een kritische<br />
factor voor de verbetering van de kwaliteit van <strong>het</strong> onderwijs. Maar de docenten<br />
afzonderlijk en gezamenlijk vormen de spil van <strong>het</strong> onderwijs en dus ook van de<br />
zorg voor de kwaliteit voor de opleiding. Dit mag nooit uit <strong>het</strong> oog worden verloren<br />
bij elke systematische inspanning voor kwaliteitszorg.<br />
2.1 Interne onderwijskwaliteitszorg<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft sedert 1994-1995 een systeem opgezet voor de interne kwaliteitszorg.<br />
Interne evaluatiecommissies evalueren om de vier jaar de kwaliteit van <strong>het</strong><br />
onderwijsgebeuren. In de evaluatiecommissies zijn personeel en studenten vertegenwoordigd.<br />
Dit systeem berust in essentie op de volgende principes:<br />
1. de verantwoordelijkheid voor de interne kwaliteitszorg ligt bij de faculteiten;<br />
2. interne kwaliteitszorg is gebaseerd op een vooraf geëxpliciteerde onderwijsvisie;<br />
3. interne en externe kwaliteitszorg worden in een geïntegreerd systeem op elkaar<br />
af gestemd;<br />
4. om de vier à vijf jaar wordt een gerichte inspanning geleverd inzake onderwijsevaluatie;<br />
5. de interne onderwijsevaluatie gebeurt per opleiding;<br />
6. in de interne onderwijsevaluatie ligt de klemtoon op kwaliteitsbevordering;<br />
7. bij de interne onderwijsevaluatie wordt aandacht besteed aan <strong>het</strong> programma als<br />
geheel en aan de afzonderlijke opleidingsonderdelen.<br />
Er is een handleiding opgesteld voor de evaluatiecommissies die jaarlijks wordt bijgesteld;<br />
deze handleiding bevat een algemene situering, een gedetailleerde omschrijving<br />
van de procedure en een aantal werkinstrumenten, zoals suggesties voor vragenlijsten,<br />
modellen van eenvoudige formulieren enz ...<br />
Een belangrijk instrument in dit verband zijn de opvolgingsplannen. De onderwijsevaluatiecommissies<br />
zijn niet alleen verantwoordelijk voor <strong>het</strong> uitvoeren van de evaluatie<br />
zelf, maar tevens voor de opvolging van de bijsturing. Bij vaststelling van<br />
tekorten wordt overleg gepleegd tussen de Evaluatiecommissie en de Permanente<br />
Onderwijscommissie of de individuele docenten om acties te bepalen voor bijsturing.<br />
Die acties worden vastgelegd in globale of individuele opvolgingsplannen en kunnen<br />
te maken hebben met bv. curriculumopbouw, doceren, cursustekst, examineren,<br />
delibereren, beschikbaarheid van docenten, enz ...<br />
8 1 Katholieke<br />
universiteit ~a*a<br />
Door de onderwijsevaluatie wordt dus ook <strong>het</strong> academisch personeel geëvalueerd.<br />
Essentieel daarbij is de kans tot eigen reflectie op of commentaar bij de evaluatie<br />
door de betrokken docent en de mogelijkheid om een en ander onder onderwijsdeskundige<br />
begeleiding bij te sturen en nadien de resultaten van een andere of nieuwe<br />
onderwijsevaluatie toe te voegen aan <strong>het</strong> dossier. Vrijwel steeds treft men bij de<br />
personeelsleden met probleempunten een positieve attitude aan. Er zal wel aandacht
moeten zijn voor mogelijke evaluatiemoeheid.<br />
De werkzaamheden binnen de vorig jaar ingestelde evaluatiecommissie werden verdergezet<br />
voor de opleidingen Familiale en seksuologische wetenschappen, Logopedie<br />
en audiologie, Voedings- en dieetleer, Germaanse talen, Bioingenieur, Natuurkunde,<br />
Communicatiewetenschappen, Burgerlijk elektrotechnisch ingenieur.<br />
In 1997-<strong>1998</strong> werd een interne onderwijsevaluatie doorgevoerd voor de opleidingen<br />
Oost-Europese talen en culturen, Romaanse talen, Pedagogische wetenschappen,<br />
Politieke wetenschappen, Sociologie, Scheikunde en Biochemie, Geologie, Burgerlijk<br />
bouwkundig ingenieur, Burgerlijk mijnbouwkundig ingenieur, Burgerlijk scheikundig<br />
ingenieur. Voor <strong>1998</strong>-1999 werd een interne onderwijsevaluatie voorbereid voor<br />
Criminologische wetenschappen, Latijn en Grieks, Economische wetenschappen,<br />
Toegepaste economische wetenschappen, Handelsingenieur, Medisch-sociale wetenschappen,<br />
kandidaturen Toegepaste wetenschappen, Burgerlijk ingenieur-architect,<br />
Farmaceutische wetenschappen, Tandheelkunde. In 1999-2000 zal er een onderwijsevaluatie<br />
starten voor Germaanse talen, Kunstwetenschappen (Musicologie),<br />
Geschiedenis, Psychologie, Geografie, Informatica en Computerwetenschappen en<br />
Burgerlijk materiaalkundig ingenieur.<br />
2.2 Onderwijsvisitaties<br />
Volgens <strong>het</strong> universiteitsdecreet moet elke academische opleiding om de acht jaar<br />
(voor de eerste fase om de tien jaar) voorzien in een beoordeling van de kwaliteit van<br />
de onderwijsactiviteiten zoveel mogelijk samen met andere binnenlandse en buitenlandse<br />
universiteiten. De K.U.<strong>Leuven</strong> neemt deel aan de onderwijsvisitaties gepland<br />
door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), waarvan er enkele uitgevoerd worden<br />
in samenwerking met de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten<br />
(VSNUI.<br />
Als basisinformatie voor de visitatiecommissie en als voorbereiding op <strong>het</strong> bezoek<br />
redigeert een werkgroep onder leiding van een facultair coördinator een zelfevaluatierapport<br />
over de betrokken academische opleidingen. Kernstuk is de analyse van de<br />
sterkte- en zwaktepunten. Aan de K.U.<strong>Leuven</strong> vormt de voorafgaande interne algemene<br />
onderwijsevaluatie een optimale voorbereiding voor <strong>het</strong> opstellen van de zelfevaluatie<br />
voor de visitatie. De handleiding voor de interne onderwijsevaluaties is<br />
immers ook goed bruikbaar voor <strong>het</strong> opstellen van <strong>het</strong> zelfevaluatierapport voor de<br />
visitaties.<br />
Ter voorbereiding van de onderwijsvisitaties wordt voor de onderwijsvisitaties een<br />
informatievergadering gehouden voor de facultair coördinatoren. De belangrijkste<br />
aandachtspunten voor de onderwijsvisitaties worden aangegeven via getuigenissen<br />
van facultair coördinatoren die reeds een 'zelfevaluatierapport' en een onderwijsvisitatie<br />
achter de rug hebben. Tevens wordt concreet toegelicht op welke centrale<br />
diensten van de K.U.<strong>Leuven</strong> men een beroep kan doen.<br />
Onderwijsvisitaties vonden in 1997 plaats voor Economische wetenschappen, Godgeleerdheid-Godsdienstwetenschappen,<br />
Geneeskunde, Oosterse studies. In <strong>1998</strong><br />
komen de visitaties aan de beurt voor Logopedie en audiologie, Familiale en seksuologische<br />
wetenschappen, Natuurkunde, Communicatiewetenschappen, Landbouwkundige<br />
en toegepaste biologische wetenschappen. Voor 1999 zijn er visitaties<br />
gepland voor Burgerlijk bouwkundig ingenieur, Pedagogische wetenschappen, Oost-<br />
Europese talen en culturen, Romaanse talen, Politieke wetenschappen en Sociologie.<br />
In 2000 zijn onderwijsvisitaties voorzien voor Criminologische wetenschappen, Latijn<br />
en Grieks, Medisch-sociale wetenschappen en Burgerlijk ingenieur-architect.<br />
2.3 Opvolging van de aanbevelingen van de onderwijsvisitatiecommissies<br />
Uiterlijk é6n jaar na de publicatie van <strong>het</strong> visitatierapport moet de betrokken faculteit<br />
een opvolgingsverslag voorleggen. Speciale aandacht gaat naar de concrete opvolging<br />
van de aandachtspunten die expliciet werden aangeduid in <strong>het</strong> onderwijsvisitatierapport<br />
enlof in de sterktelzwakteanalyse van <strong>het</strong> zelfevaluatierapport. Het opvolgingsverslag<br />
wordt eerst besproken op centraal niveau samen met de facultaire oplei-
dingsverantwoordelijken. Bij een gunstige beoordeling wordt <strong>het</strong> verslag van die<br />
bespreking samen met <strong>het</strong> opvolgingsrapport voorgelegd aan de Academische Raad.<br />
In enkele gevallen wordt vooraf een herwerking of een aanvulling van <strong>het</strong> opvolgingsverslag<br />
voorgesteld. Indien nodig wordt na verloop van tijd een nieuw opvolgingsverslag<br />
over eventueel resterende knelpunten opgevraagd.<br />
Een doorlichting van de opvolgingsverslagen werd in 1997-<strong>1998</strong> gehouden voor<br />
Wijsbegeerte, Wiskunde, Motorische revalidatie en kinesitherapie en Biologie. In<br />
<strong>1998</strong>-1999 komen de opvolgingsverslagen aan bod voor Rechten, Notariaat, Kerkelijk<br />
recht, Geneeskunde, Economische wetenschappen, Godgeleerdheid-Godsdienstwetenschappen<br />
en Oosterse studies. In <strong>het</strong> bestek van dit verslag kan niet<br />
ingegaan worden op de afzonderlijke opvolgingsverslagen van de gevisiteerde opleidingen,<br />
wel vermelden we de meest voorkomende elementen.<br />
De opvolgingsverslagen vermelden programmawijzigingen via een verschuiving van<br />
opleidingsonderdelen, <strong>het</strong> wegwerken van overlappingen, <strong>het</strong> verhogen van de<br />
samenhang, <strong>het</strong> verbeteren van de aansluiting tussen de vakken, <strong>het</strong> optimaliseren<br />
van de keuzemogelijkheden, <strong>het</strong> beter oriënteren op de arbeidsmarkt of <strong>het</strong> realiseren<br />
van een meer geïntegreerde benadering. In sommige gevallen worden meer werkcolleges,<br />
seminaries en oefeningen geprogrammeerd. Waar dit aangewezen is, wordt<br />
<strong>het</strong> toegeleverd onderwijs gereduceerd of meer toegesneden naar de eigen vakdiscipline<br />
onder meer via <strong>het</strong> geven van meer toepassingen.<br />
Waar nodig worden cursussen en syllabi meer up-to-date gemaakt of wordt er<br />
gebruik gemaakt van internationale handboeken. De actieve en interactieve werkvormen<br />
zijn uitgebreid. De examens worden meer gericht op <strong>het</strong> toetsen van inzicht.<br />
Meer aandacht gaat naar sociale communicatievaardigheden en mondelinge en<br />
schriftelijke vaardigheden.<br />
Vaak worden de practica sterker gekoppeld aan de hoorcolleges en ook opgewaardeerd<br />
in de eindbeoordeling. Voor bepaalde opleidingen zijn bedrijfsbezoeken, projectgericht<br />
onderwijs, individuele leerprogramma's met oefeningen, seminaries,<br />
oefenzittingen en demonstraties toegevoegd. Meer aandacht wordt ook gevraagd<br />
voor een meer systematische feedback bij verslagen en scripties en voor de studiebegeleiding<br />
en de mogelijkheden van <strong>het</strong> kritisch en zelfstandig leren (begeleide zelfstudie)<br />
en probleemoplossend werken. De extra-curriculaire mogelijkheden van <strong>het</strong><br />
vreemde talenonderwijs aan de K.U.<strong>Leuven</strong> worden duidelijker bekend gemaakt en er<br />
wordt gewerkt aan de informatie over examens en examencriteria en de begeleiding<br />
van de studenten tijdens de examens (examenombudsdiensten).<br />
Vaak wordt ook meer aandacht gevraagd en gegeven voor stages en wordt er<br />
gewerkt aan de betere voorbereiding en begeleiding daarvan.<br />
Hoewel de eindverhandelingen in de K.U.<strong>Leuven</strong> over <strong>het</strong> algemeen gunstig tot zeer<br />
gunstig beoordeeld worden in de verschillende visitatierapporten, moet er op sommige<br />
plaatsen meer aandacht gegeven worden aan de voorbereiding (handleidingen)<br />
en de begeleiding en tussentijdse feedback. Wanneer dit meteen mogelijk is (en<br />
financieel haalbaar gelet op de onvoldoende investeringskredieten voor de universiteiten<br />
...) worden gebreken in uitrusting, lokalen, bibliotheken, zo spoedig als mogelijk<br />
geremedieerd.<br />
2.4 De centrale beleids- en adviesorganen voor onderwijs<br />
Belangrijke impulsen voor onderwijsverbetering gaan uit van centrale adviesorganen<br />
inzake onderwijsaangelegenheden.<br />
2.4.1 De coördinator onderwijsbeleid en de Stuurgroep Onderwijsbeleid<br />
De coördinator onderwijsbeleid is in <strong>het</strong> Gemeenschappelijk Bureau verantwoordelijk<br />
voor <strong>het</strong> algemeen onderwijsbeleid. Hij zit ook de Stuurgroep Onderwijsbeleid voor<br />
waarin de vice-rectoren van de drie groepen zetelen samen met de voorzitter van de<br />
Onderwijsraad en de verantwoordelijken van de onderwijsondersteunende diensten.<br />
In de stuurgroep werd in 1997-1 998 vooral aandacht besteed aan de onderlinge<br />
afstemming tussen de ondersteunende diensten en aan de voorbereiding van <strong>het</strong><br />
10 1 Kathoi~eke uiversiieil <strong>Leuven</strong>
eleidsplan voor onderwijs.<br />
2.4.2 De Onderwijsraad<br />
De Onderwijsraad verleent adviezen aan de Academische Raad over onderwijsaangelegenheden<br />
en moedigt initiatieven aan om de kwaliteit van <strong>het</strong> onderwijs aan de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> te bevorderen.<br />
In de regel gaat <strong>het</strong> advies van de Onderwijsraad, eens goedgekeurd door de Academische<br />
Raad, voor uitvoering naar de faculteiten. Diverse acties die hun aanzet vonden<br />
in de adviezen van de Onderwijsraad worden elders in dit verslag uitvoeriger<br />
besproken (zie inzonderheid de punten 2.1 en 2.6).<br />
De Onderwijsraad is samengesteld uit een lid van <strong>het</strong> zelfstandig academisch personeel<br />
uit elke faculteit en van de Campus Kortrijk, leden aangeduid door <strong>het</strong> Gemeenschappelijk<br />
bureau, één vertegenwoordiger van <strong>het</strong> AAP-BAP en vier studentenafgevaardigden.<br />
Namens <strong>het</strong> Gemeenschappelijk bureau zetelen de coördinator onderwijsbeleid<br />
en de coördinator studentenbeleid tevens in de Onderwijsraad. De Dienst<br />
Universitair Onderwijs (DUO) neemt <strong>het</strong> secretariaat waar en verzorgt de ondersteuning<br />
van de raad, o.m. door voorbereiding van nota's en werkdocumenten.<br />
Tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-1 998 behartigde de Onderwijsraad een aantal reeds<br />
eerder genomen initiatieven: begeleide zelfstudie, <strong>het</strong> optimaliseringsproject praktijkoefeningen,<br />
de onderwijskundige vorming voor academici en de Algemene Onderwijsevaluatie.<br />
De werkgroepen 'Algemene Onderwijsevaluatie tweede ronde' en 'Onderwijscapaciteitenplan'<br />
hebben hun advies gefinaliseerd en overgemaakt aan de Academische<br />
Raad. Tevens werd een werkgroep 'Studiebegeleiding' opgericht. Een werkgroep<br />
'Studiepunten en Studielast' werd opgericht die tot taak heeft zich te buigen over de<br />
problematiek van de studietijdmeting en toekenning van studiepunten.<br />
Op vraag van de Academische Overheid werd advies uitgebracht over de transparantie<br />
van deliberatiecriteria. De Onderwijsraad heeft naar de Academische Raad tevens<br />
een advies uitgebracht over de onderwijsgerichte onderzoeks-, ontwikkelings- en<br />
implementatieprojecten en de problematiek van de ter-aanvragen van eerste kandidatuurstudenten.<br />
Ook werd een advies geformuleerd over een wijziging van <strong>het</strong> examenreglement.<br />
Naar volgend academiejaar toe wordt een advies voorbereid over<br />
o.m. de ombudsfunctie.<br />
Tijdens verschillende besprekingen kwam <strong>het</strong> Onderwijsbeleidsplan ter sprake. In <strong>het</strong><br />
kader van de voorbereiding van <strong>het</strong> Onderwijsbeleidsplan werd door een werkgroep<br />
een nota voorbereid met betrekking tot de taken, de functie en de samenstelling van<br />
de POC's.<br />
Daarnaast moet nog de aandacht gevestigd worden op de volgende belangrijke aandachtspunten.<br />
Praktijkoefeningen<br />
Herhaaldelijk werd er binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> op gewezen dat binnen een aantal 'praktijkoefeningen'<br />
niet altijd de omgeving wordt gecreëerd waarin de student de passende<br />
ondersteuning krijgt om relevante leer- enlof onderwijsdoelen te realiseren.<br />
Vanuit deze vaststelling en op voorstel van de Onderwijsraad werd door de Academische<br />
Raad een optimalisatieproject praktijkoefeningen goedgekeurd.<br />
De resultaten werden gebundeld in een lijvig evaluatierapport. Dit rapport is <strong>het</strong><br />
resultaat van grondige besprekingen in de groepspecifieke resonantiegroepen en in de<br />
Onderwijsraad. Door de Onderwijsraad werd een implementatieplan aan <strong>het</strong> rapport<br />
toegevoegd waarin concrete adviezen en actielijnen werden gepreciseerd. Dit werd<br />
grondig besproken tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van POC-voorzitters.<br />
Onderwijs<br />
I l1
Begeleide zelfstudie<br />
Begeleide zelfstudie zal een centraal concept zijn in <strong>het</strong> onderwijsbeleid van de<br />
komende decennia. In <strong>het</strong> recente verleden werd reeds in zes proefprojecten ervaring<br />
opgedaan met de concrete implementatie van dit concept in <strong>het</strong> universitair onderwijs.<br />
Met <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> verder consolideren van de lokaal opgedane ervaringen<br />
heeft de Onderwijsraad een werkgroep Begeleide Zelfstudie opgericht. In een eerste<br />
tussentijds rapport van de werkgroep wordt ingegaan op <strong>het</strong> 'wat' en 'waarom' van<br />
begeleide zelfstudie. In een tweede tussentijds rapport wordt een conceptueel model<br />
uitgetekend en in een derde tussentijds rapport wordt ingegaan op de implicaties<br />
voor de onderwijsorganisatie. De verschillende tussentijdse rapporten worden uitvoerig<br />
besproken op de Onderwijsraad. Deze reflecties werden ingebracht in de voorbereiding<br />
van <strong>het</strong> Onderwijsbeleidsplan.<br />
2.5 Centrale ondersteunende diensten voor onderwijs<br />
2.5.1 Dienst Universitair Onderwijs (DUO)<br />
De Dienst Universitair Onderwijs ondersteunt de zorg voor kwaliteit van <strong>het</strong> onderwijs<br />
aan de K.U.<strong>Leuven</strong> met initiatieven inzake kwaliteitsbewaking, <strong>het</strong> verstrekken<br />
van onderwijskundige vorming, ondersteuning van vernieuwingsprojecten. Men<br />
verzorgt daarbij rechtstreekse onderwijskundige en logistieke ondersteuning aan<br />
commissies en individuele docenten. Daarnaast staat de dienst in voor beleidsvoorbereidend<br />
werk: ontwerpnota's voor de Onderwijsraad en voor de werkgroepen daarin.<br />
In december 1997 werd <strong>het</strong> twintigjarig bestaan van de dienst gevierd met een studiedag<br />
over - uiteraard - onderwijskundige begeleiding in <strong>het</strong> Hoger Onderwijs l .<br />
De voornaamste inspanningen van DUO waren dit jaar gericht op de volgende acties:<br />
- Onderwijskundige vorming van docenten, waarvoor DUO de organisatie en de<br />
inhoudelijke vormgeving op zich neemt, uiteraard in samenspraak met diverse<br />
docenten.<br />
- DUO staat in voor de onderwijskundige begeleiding en praktische ondersteuning<br />
van de evaluatiecommissies die de interne algemene onderwijsevaluaties uitvoeren.<br />
Dit houdt in dat bijdragen worden geleverd voor <strong>het</strong> opstellen van <strong>het</strong><br />
onderwijskundig referentiekader, <strong>het</strong> samenstellen van <strong>het</strong> evaluatieproject, <strong>het</strong><br />
interpreteren en opvolgen van de resultaten. DUO is ook verantwoordelijk om aan<br />
de hand van een specifiek ontwikkeld computerprogramma de vragenlijsten samen<br />
te stellen, af te drukken, bevragingsgegevens in te lezen en daaruit rapporten te<br />
redigeren. Deze steun en professionele onderwijskundige inbreng van de DUOstafleden,<br />
ondersteund door een ervaren secretariaat, wordt overal zeer gewaardeerd<br />
en beschouwd als een sleutelfactor in <strong>het</strong> lukken van de evaluatieinspanningen.<br />
- DUO neemt deel aan diverse werkgroepen binnen en buiten de universiteit. Voor<br />
wat de werkgroepen van de Onderwijsraad betreft, is <strong>het</strong> DUO die in de meeste<br />
gevallen de redactie van verslagen en adviezen op zich neemt. DUO voert ook<br />
specifieke projecten van de Onderwijsraad uit zoals <strong>het</strong> optimaliseringsproject<br />
Praktijkoefeningen en <strong>het</strong> project Begeleide Zelfstudie.<br />
Gerichte dienstverlening<br />
Op verzoek van faculteitsverantwoordelijken of POC's verleent DUO logistieke en<br />
onderwijskundige ondersteuning bij onderzoek van onderwijsproblemen, evaluatie van<br />
studieprogramma's of studietijdmetingen. Deze vrijwillige initiatieven op curriculumniveau<br />
dalen naarmate <strong>het</strong> systeem van interne kwaliteitszorg sterker wordt veralgemeend.<br />
Wel blijkt <strong>het</strong> aantal vragen vanwege individuele docenten en POC's t.a.v.<br />
<strong>het</strong> wegwerken van vastgestelde deficiënties te stijgen.<br />
12 1 Kaihaiieie<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
' J. Elen, K. Staessens (red.), Onderwijskundige begeleiding in <strong>het</strong> Hoger Onderwijs.<br />
perspectieven, 1997.<br />
Uitdagingen en
Op verzoek van de betrokken POC-voorzitters of programma-verantwoordelijken<br />
werd een evaluatie verricht van <strong>het</strong> LLM-programma (postgraduaat-opleiding tot<br />
'Master of Law') in de Faculteit Rechtsgeleerdheid en van <strong>het</strong> European Studies<br />
Program in de Faculteit Letteren.<br />
Daarnaast werd tevens de Huisartsenopleiding doorgelicht. Voor de opleiding Wiskunde<br />
werden de examens geëvalueerd. Hetzelfde gebeurde voor al de examens aan<br />
de Faculteit voor Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie.<br />
Evaluatie van doceergedrag<br />
Op DUO werd een steeds stijgend beroep gedaan voor <strong>het</strong> gebruik van de beschikbare<br />
evaluatie-instrumenten ten behoeve van individuele docenten. Vastgesteld kan<br />
worden dat de aanvragen hiervoor toenemen, mede als gevolg van de systematische<br />
interne onderwijsevaluaties. Meer aandacht zal moeten worden besteed aan de<br />
tijdige rapportering van dergelijke bevindingen. Vragen vanwege zowel jonge als<br />
meer ervaren docenten om hun onderwijsactiviteiten via gesprekken en <strong>het</strong> bijwonen<br />
van lessen van meer nabij te coachen worden steeds frequenter gesteld.<br />
Met de goedkeuring van 'Begeleide Zelfstudie' als centraal onderwijsconcept stelt<br />
zich naar de toekomst de vraag naar de aanpassing van <strong>het</strong> gestandaardiseerde evaluatie-instrumentarium<br />
(bv. EVADOC). In de nabije toekomst zal van een revisie werk<br />
moeten worden gemaakt.<br />
Meerkeuzetoetsen<br />
Docenten hebben ook dit academiejaar gebruik kunnen maken van de faciliteiten die<br />
DUO biedt voor de verwerking en kwaliteitscontrole van meerkeuzetoetsen. Overwogen<br />
werd deze dienstverlening op termijn te vervangen door een door de docenten<br />
zelf te hanteren specifiek computerprogramma en een intensieve en recurrente<br />
professionalisering van de betrokken docenten. Hiertoe werd <strong>het</strong> programma 'Poirot'<br />
ontwikkeld voor intern gebruik aan de K.U.<strong>Leuven</strong>. In <strong>het</strong> begin van <strong>het</strong> academiejaar<br />
<strong>1998</strong>-1999 werd Poirot definitief in gebruik genomen. Hiertoe werd een speciale<br />
handleiding ontwikkeld. Ook vanuit andere instellingen bestaat interesse voor <strong>het</strong><br />
programma.<br />
2.5.2 <strong>Leuven</strong>s Instituut voor Nieuwe Onderwijsvormen (LINOV)<br />
Het <strong>Leuven</strong>s Instituut voor Nieuwe Onderwijsvormen, LINOV, is een overkoepeling<br />
van verschillende eenheden: Audiovisuele Dienst, Eurostudiecentrum Open Universiteit<br />
<strong>Leuven</strong>, Dienst Universitaire Permanente Vorming en de cel EuroPACE 2000.<br />
LINOV verwierf diverse projecten op <strong>het</strong> vlak van telematica en multi-media-gebruik<br />
in <strong>het</strong> hoger onderwijs.<br />
- Door <strong>het</strong> IWT werd <strong>het</strong> Medialab-project Multimediale opleidingen: 'Een leven lang<br />
leren met breedbandtechnieken en multimedia' aan <strong>het</strong> I-INOV toegewezen.<br />
- In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Consortium Onderwijsvernieuwing (OU-Nederland) werkte<br />
LINOV in <strong>1998</strong> verder aan <strong>het</strong> project Virtuele Nederlandse Universiteit: 'Verrijking<br />
van <strong>het</strong> onderwijsaanbod door telematicanetwerking binnen <strong>het</strong> Nederlandse<br />
taalgebied' in samenwerking met diverse andere instellingen.<br />
- Bij <strong>het</strong> Stimuleringsfonds (STIHO) voor de Innovatie van <strong>het</strong> Hoger Onderwijs<br />
verwierf LINOV samen met <strong>het</strong> Departement Fysica van de K.U.<strong>Leuven</strong> en met de<br />
KaHo St. Lieven en EHSAL <strong>het</strong> innovatieproject 'Laboratoria op afstand voor ervaringsgericht<br />
leren'.<br />
- LINOV coördineerde <strong>het</strong> internationaal samenwerkingsproject 'Curriculumontwikkeling<br />
van <strong>het</strong> hoger onderwijs van China in de 2lste eeuw' van <strong>het</strong> Ministerie<br />
van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
- Bij <strong>het</strong> Departement Onderwijs werd een projectvoorstel aanvaard: Expertisecentra<br />
Multimediatechnologie en Virtuele Realiteit.<br />
Binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> profileert LINOV zich als een ondersteunende dienst voor <strong>het</strong><br />
uitwerken van nieuwe onderwijsvormen. Veel afdelingen doen een beroep op de<br />
expertise en de concrete inbreng van I-INOV voor de aanvragen van onderwijsinnovatieprojecten.<br />
In <strong>het</strong> kader van de 001-projecten van de K.U.<strong>Leuven</strong> is LINOV promotor van <strong>het</strong><br />
Onderwijs<br />
I l3
project Opbouw en ondersteuning van een gezamenlijk platform voor begeleide zelfstudie-activiteiten<br />
in de kandidaturen burgerlijk ingenieur 'Van studiebegeleiding naar<br />
begeleide zelfstudie'. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met diverse<br />
afdelingen van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen.<br />
Het LINOV leverde, samen met LUDIT, een belangrijke financiële, materiële en<br />
technologische investering in de uitbouw van CCTV, <strong>het</strong> campustelevisienetwerk van<br />
de K.U.<strong>Leuven</strong> met educatieve en communicatieve doelstellingen.<br />
2.5.2. 1 Audiovisuele dienst<br />
In <strong>1998</strong> werden 72 video- en multimedia-projecten afgewerkt; naast producties ter<br />
ondersteuning van onderwijs en onderzoek werden een aantal voorlichtingsprogramma's<br />
opgeleverd: 'De K.U.<strong>Leuven</strong>l in opdracht van de Dienst Communicatie, 'De<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>: een stap in de goede richting' ten behoeve van abituriënten en 'Op zoek<br />
naar', over de rol van onderzoek aan de universiteit en in de samenleving, in samenwerking<br />
met de Dienst Onderzoekscoördinatie en met de steun van de Vlaamse<br />
Regering.<br />
De mogelijkheden voor ondersteuning van videoconferentie werden verder uitgebreid<br />
en verfijnd, dit onder meer ten behoeve van <strong>het</strong> PENTALFA-project voor Interactief<br />
Postgraduaat Afstandsonderwijs van de Faculteit Geneeskunde, waar ISDN-gebaseerde<br />
videoconferentie gecombineerd wordt met gedistribueerde multimedia.<br />
LINOV-AVdienst verzorgt mede de technische ontwikkeling, ondersteuning, opleiding<br />
en de evaluatie van <strong>het</strong> project.<br />
Het handboek 'Classrooms for Distance Teaching and Learning: A Blueprint', <strong>het</strong><br />
concrete resultaat van <strong>het</strong> BIC-project, werd uitgegeven bij Universitaire Pers <strong>Leuven</strong><br />
en kent ruime verspreiding binnen <strong>het</strong> Hoger Onderwijs in Europa.<br />
Campus Computer TV (CCTV), dat door LUDIT, Dienst Communicatie en LINOV in<br />
<strong>het</strong> leven werd geroepen, kreeg concretere vorm. De diensten van Studentenbeleid,<br />
in samenwerking met LUDIT en de AVdienst, startten met de voorbereidingen van de<br />
effectieve uitzendingen van kast, <strong>het</strong> studentenkanaal.<br />
De internationale vereniging EuroPACE 2000 is een transeuropees consortium van<br />
universiteiten en organisaties met als doelstelling de ontwikkeling en ondersteuning<br />
van telematica-ondersteunde onderwijs- en vormingsactiviteiten, leermaterialen en<br />
leerondersteuningsdiensten in een Europees verband. EuroPACE heeft zijn operaties<br />
en administratie toevertrouwd aan de K.U.<strong>Leuven</strong> via een cel binnen LINOV.<br />
EuroPACE ontwikkelt samen met en voor de leden activiteiten waarin de toepassingen<br />
van de telematica in de Europese context een belangrijke meerwaarde vertegenwoordigen.<br />
Typische voorbeelden hiervan zijn de Europese doctoraatsprogramma's<br />
en de Europese professionele postgraduaatprogramma's.<br />
Tevens werden stappen ondernomen om de interuniversitaire navormingsprogramma's<br />
Telecommunicatie en Informatietechnologie, ontwikkeld in samenwerking<br />
met een consortium gevormd door Fabrimetal, Imec, <strong>het</strong> Instituut voor permanente<br />
Vorming van de Universiteit Gent en EuroPACE 2000, om te vormen tot één geïntegreerd<br />
postgraduaatsprogramma Telecommunications and Information Technology<br />
dat onder modulaire vorm zal aangeboden worden aan leden in Europa vanaf academiejaar<br />
1 999-2000.<br />
EuroPACE 2000 zal eveneens in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Europees postgraduaatsprogramma<br />
in Sociale Zekerheid (European Masters Programme in Social Security),<br />
gecoördineerd door <strong>het</strong> Instituut voor Sociaal Recht, <strong>het</strong> internetcommunicatieplatform<br />
aanbieden en ondersteunen.<br />
14 l Knhoiieke Univermiel <strong>Leuven</strong><br />
EuroPACE ontvangt een substantiële steun van de Vlaamse regering en verwerft<br />
belangrijke opdrachten voor studieprojecten van de Europese Commissie in verband<br />
met trans-Europese telecommunicatiewerken voor onderwijs en permanente vorming.
In <strong>1998</strong> werd in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Europees Sociaal Fonds <strong>het</strong> project ADAPT-TIDE<br />
(Technologie de I'lnformation & Développement de I'Emploi) gestart. Dit project<br />
beoogt de introductie, de begeleiding en de evaluatie van ICT in bedrijfsopleiding. In<br />
<strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> behoeftenonderzoek in een aantal bedrijven afgerond en voor 1999<br />
wordt gestreefd naar de ontwikkeling van enerzijds pilootopleidingssessies, anderzijds<br />
een prototype-netwerkstructuur voor learning-on-demand.<br />
2.5.2.3 Universitaire Permanente Vorming<br />
De implementatie van <strong>het</strong> UPV-model voor de K.U.<strong>Leuven</strong>, zoals <strong>het</strong> in 1995 werd<br />
uitgetekend, werd door de UPV-raad en de UPV-dienst continu geëvalueerd. Begin<br />
<strong>1998</strong> gebeurde een eerste bijsturing op basis van <strong>het</strong> document 'Universitaire Permanente<br />
Vorming K.U.<strong>Leuven</strong>. Van blauwdruk tot realisatie 1995-2000. Tussentijds<br />
verslag 1995-1997. Actieplan <strong>1998</strong>-2000'. Wat van de in 1995 vooropgestelde<br />
beleidsprioriteiten nog niet gerealiseerd werd, werd als doel vooropgesteld voor de<br />
periode <strong>1998</strong>-2000. Via <strong>het</strong> document 'Universitaire Permanente Vorming K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Structuren en Beleid' werd in december <strong>1998</strong> een tweede bijsturing voorgesteld en<br />
tevens een aangepast takenpakket voor de UPV-dienst geformuleerd. Het is de<br />
bedoeling dat de Academische Overheid terzake de beleidslijnen actualiseert.<br />
De UPV-raad behandelde de twee voormelde beleidsdocumenten. Verder werden<br />
behandeld: de nota, opgesteld door de financiële diensten, inzake 'administratief<br />
reglement en afhandelingsprocedure voor de UPV', mogelijke pistes voor sponsoring<br />
voor UPV, de oprichting van een werkgroep 'Evaluatie en Certificering van UPV-activiteiten'.<br />
Van deze werkgroep wordt verwacht dat hij ten behoeve van de Academische<br />
Overheid een beleidsvoorstel inzake evaluatie en certificering uitwerkt.<br />
2.5.2 EuroStudieCentrum Open Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
Het EuroStudieCentrum Open Universiteit <strong>Leuven</strong> (ESC-OU) organiseert afstandsonderwijs<br />
voor volwassenen die afzonderlijke cursussen of volwaardige universitaire<br />
opleidingen wensen te volgen in de Rechten (Nederlands recht), Cultuurwetenschappen,<br />
Psychologie, Bedrijfs- en bestuurskunde, Economie, Milieukunde, Informatica.<br />
Door de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse universiteiten en de Open<br />
Universiteit Heerlen is dit studie-aanbod vooral beperkt tot <strong>het</strong> overeenkomstige aanbod<br />
van de Nederlandse Open Universiteit.<br />
Sporadisch worden in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> European Open University Network (EOUN)<br />
ook andere cursussen aangeboden, meestal met een Europese dimensie (bv. What is<br />
Europe; Sexual assault and domestic violente).<br />
Het ESC-OU <strong>Leuven</strong> is voor de periode september <strong>1998</strong> - augustus 2000 betrokken<br />
in een Socrates-ODL project, voor de ontwikkeling van een afstandsonderwijspakket<br />
over 'Improving quality assurance of open and distance learning'.<br />
2.6 Onderwijskundige vorming voor docenten en assistenten<br />
In <strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> programma georganiseerd voor 2 groepen<br />
beginnende docenten en 2 groepen beginnende assistenten. In totaal namen 50<br />
beginnende docenten en 37 beginnende assistenten deel aan deze vormingen. Ook<br />
de bovenbouwmodules ('activerend werken met grote groepen', 'begeleiden van<br />
scripties en verhandelingen') kenden een groot succes en werden gevolgd door 75<br />
leden van <strong>het</strong> academisch personeel. Het aanbod wordt verder uitgebouwd met<br />
bovenbouwmodules over 'studentenproblemen-probleemstudenten', 'meerkeuzevragen'<br />
en ICT-betrokken sessies.<br />
3.1 Opleidingen en toelatingsvoorwaarden 3.<br />
3.1 .l Academische basisopleidingen Opleidingen-<br />
Tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> organiseerde de K.U.<strong>Leuven</strong> eenenzestig aca- aanbod<br />
demische opleidingen, waarvan twaalf ook gedeeltelijk (eerste cyclus) te Kortrijk.<br />
Daarnaast werden er vier Engelstalige academische opleidingen aangeboden:<br />
Onderwijs<br />
l li
Philosophy, Theology, Religious Studies en Canon Law. Een overzicht van de Nederlandstalige<br />
academische opleidingen en van de aangeboden keuzerichtingen in 1997-<br />
<strong>1998</strong> wordt gegeven als bijlage 1. Speciale aandacht werd besteed om de<br />
overgangen voor gediplomeerden van andere academische of hogeschoolopleidingen<br />
via studieduurverkorting te verruimen of ook in deeltijds onderwijs aan te bieden (zie<br />
bijlage 2).<br />
Voor <strong>1998</strong>-1 999 blijft <strong>het</strong>zelfde opleidingsaanbod behouden. Wel werd in de Faculteit<br />
Godgeleerdheid een grondige hervorming ingevoerd door <strong>het</strong> in elkaar laten<br />
opgaan van de opleidingen Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen, wat<br />
meteen een eerste realisatie was van een der optimalisatievoorsteIlen van ere-rector<br />
R. Dillemans. De overgangsmogelijkheden voor bepaalde gediplomeerden van <strong>het</strong><br />
hogeschoolonderwijs van één cyclus werden uitgebreid voor de academische opleidingen<br />
Economische Wetenschappen en Toegepaste Economische Wetenschappen.<br />
3.1.2 Voortgezette academische opleidingen<br />
In <strong>het</strong> totaal organiseerde de K.U.<strong>Leuven</strong> in 1997-<strong>1998</strong> 102 voortgezette academische<br />
opleidingen en drie taalvarianten. Dertig voortgezette academische opleidingen<br />
werden interuniversitair georganiseerd, waarvan zes met buitenlandse universiteiten.<br />
Van de vijftig aanvullende opleidingen werden er vijftien Engelstalige opleidingen<br />
én drie taalvarianten aangeboden, terwijl er acht interuniversitair, waarvan<br />
één met buitenlandse universiteiten, werden georganiseerd. Van de tweeënvijftig<br />
specialisatieopleidingen werden er eenentwintig als Engelstalige opleidingen aangeboden,<br />
terwijl er tweeëntwintig interuniversitair, waarvan vijf met buitenlandse<br />
universiteiten, werden georganiseerd. Een overzicht van de voortgezette academische<br />
opleidingen 1997-<strong>1998</strong> vindt men als bijlage 3.<br />
In 1997-1 998 werden twee nieuwe specialisatieopleidingen aangeboden: European<br />
Master in Exercise and Sport Psychology (Europees en interfacultair programma) en<br />
Master of Science in Molecular Biology (2 jaar, georganiseerd door VUB in samenwerking<br />
met K.U.<strong>Leuven</strong> en UIA). Daarnaast werd Master in Conservation of Historic<br />
Towns and Buildings een tweejarige specialisatieopleiding, terwijl de interuniversitaire<br />
specialisatieopleiding Gehandicaptenzorg voortaan door de RUG werd gecoördineerd.<br />
Voor de interuniversitaire aanvullende opleiding Toegepaste ethiek met de<br />
Engelstalige variant Master in Applied Ethics werd de K.U.<strong>Leuven</strong> coördinator.<br />
Vanaf <strong>1998</strong>-1999 wordt de aanvullende opleiding American Culture and Society<br />
opgeschort. Door de K.U.<strong>Leuven</strong> wordt samenwerking verleend aan de nieuwe<br />
aanvullende opleiding Intellectuele rechten, georganiseerd door de K.U.Brussel. Voor<br />
de nieuwe specialisatieopleiding European Master in Mathematical Psychology wordt<br />
nog gewacht op de goedkeuring van <strong>het</strong> programma door andere buitenlandse universiteiten.<br />
De samenwerking met de VUB wordt voor de specialisatieopleiding<br />
Actuariële wetenschappen niet verlengd. Voor de interuniversitair georganiseerde<br />
specialisatieopleiding Ziekenhuishygiëne wordt de K.U.<strong>Leuven</strong> coördinator. Voor<br />
enkele voortgezette academische opleidingen worden de toelatingsvoorwaarden uitgebreid<br />
of gepreciseerd.<br />
3.1.3 Doctoraatsopleidingen<br />
Tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-1 998 organiseerden alle faculteiten een gestructureerde<br />
en verplicht te volgen doctoraatsopleiding voor de doctorandi. Alle faculteiten<br />
hebben in hun reglementering beperkte uitzonderingen voorzien voor studenten voor<br />
wie <strong>het</strong> praktisch onmogelijk is de doctoraatsopleiding te volgen. De lijst van doctoraatsdiploma's<br />
vindt men als bijlage 4.<br />
De Academische Raad keurde ook een aanbevelingsnota over de 'goede promotor'<br />
goed. De nota moet voor de faculteiten als richtsnoer dienen bij <strong>het</strong> aanstellen van<br />
promotoren en biedt de doctorandi een houvast bij wat zij van een promotor mogen<br />
verwachten. Men notere dat een studie is gestart over <strong>het</strong> doctoraatsproces, die<br />
mede een evaluatie van de doctoraatsopleiding zal inhouden.<br />
1. I Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
3.1.4 Academische initiële lerarenopleidingen
De programmahervormingen van de academische initiële lerarenopleiding worden<br />
systematisch verder gezet in de betrokken faculteiten mede onder impuls van <strong>het</strong><br />
Academisch Vormingsinstituut voor Leraren (AVL). Een overzicht van de academische<br />
lerarenopleidingen die in 1997-98 werden georganiseerd, vindt men als<br />
bijlage 5.<br />
Men moet evenwel vaststellen dat <strong>het</strong> aantal studenten dat zich inschrijft voor de<br />
lerarenopleiding op enkele jaren drastisch is gedaald, zowel in de opleidingen die<br />
klassiek tot <strong>het</strong> lerarenberoep leidden als in andere waar slechts een beperkt aantal<br />
studenten de vroegere aggregatie volgden. Ongetwijfeld heeft ook dit te maken met<br />
de omvang van de nieuwe lerarenopleiding die nog zeer moeilijk te combineren valt<br />
met een 2e cyclusopleiding.<br />
AVL startte dit jaar met de publicatie van de Cahiers voor Didactiek, met artikels en<br />
informatie over didactische onderwerpen. Deze kunnen ook gebruikt worden in<br />
seminaries en sessies van universitaire permanente vorming.<br />
Volgende thema's werden voorzien voor de pedagogisch didactische seminaries:<br />
drugpreventie, migrantenbeleid, discriminatie, pesten op school, discipline, intercultureel<br />
werken, Europese dimensie op school.<br />
3.1.5 Bijzondere onderwijsinitiatieven<br />
Het initiatief van de lessenreeks 'Lessen voor de XXle eeuw' werd voortgezet. Het<br />
is de bedoeling de studenten inhoudelijk te confronteren met een veelheid van<br />
recente, uitdagende probleemthema's via vijftien colleges over recente structuurbreuken<br />
in de geschiedenis, wereldbeeld en wetenschap en mens-zijn op de drempel<br />
van de 21e eeuw. In 1997-<strong>1998</strong> werden de volgende thema's behandeld: opvoeden,<br />
kindercultuur in beweging, bouwstenen van de materie, nieuwe muziek, hedendaagse<br />
kunst en moderniteit, straatcriminaliteit, georganiseerde criminaliteit, hedendaagse<br />
inzichten uit de exegese, monetaire unie, politieke cultuur, biotechnologie in<br />
de veehouderij, evolutie van de genetica.<br />
Om de studenten te sensibiliseren voor <strong>het</strong> ondernemerschap werd vanaf 1997-<strong>1998</strong><br />
de interfacultaire lessenreeks 'Initiatie tot ondernemen' georganiseerd. De lessenreeks<br />
omvat getuigenissen van ondernemers, lessen over de onderneming, <strong>het</strong><br />
ondernemerschap en <strong>het</strong> opstellen van een bedrijfsplan voor een vernieuwend<br />
ondernemingsproject. 'Initiatie tot ondernemen' kan als keuzevak opgenomen worden<br />
in alle programma's van de tweede cyclus.<br />
3.2 Samenwerking met andere universiteiten en hogescholen<br />
Zoals reeds vermeld is er een interuniversitaire samenwerking voor acht aanvullende<br />
opleidingen en voor tweeëntwintig specialisatieopleidingen. Het gaat hier meestal<br />
over een samenwerking met Vlaamse universiteiten. Voor de specialisatieopleiding<br />
Vertaalwetenschap zijn ook twee Vlaamse hogescholen betrokken: Hoger Instituut<br />
voor Vertalers en Tolken en de Katholieke Vlaamse Hogeschool. Voor zes specialisatieopleidingen<br />
wordt samengewerkt met meerdere buitenlandse universiteiten:<br />
Master in Comparative European Family Studies, European Master of Public Administration,<br />
Master in Adapted Physical Activity, European Master of Science in Biology<br />
of Physical Activity, European Master in Exercise and Sport Psychology, Master in<br />
Polymer and Composites Engineering.<br />
Specifieke samenwerkingsovereenkomsten inzake onderwijs zijn er met Rijksuniversiteit<br />
Groningen (handelsingenieur), Katholieke Universiteit Nijmegen, Landbouwuniversiteit<br />
Wageningen (voeding en gezondheid), LUC (doctoraatsopleidingen),<br />
K.U.Brussel, Hogeschool voor Wetenschap en Kunst te Brussel, Economische Hogeschool<br />
Sint-Aloysius te Brussel, de Katholieke Vlaamse Hogeschool te Antwerpen,<br />
Lemmensinstituut. Tussen de Faculteiten Rechtsgeleerdheid, Toegepaste Wetenschappen,<br />
Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> en de UCL is er een uitwisselingsakkoord voor <strong>het</strong> volgen van opleidingsonderdelen.<br />
Op <strong>het</strong> gebied van onderwijs en onderzoek is er permanent overleg tussen de Facul-
teit Toegepaste Wetenschappen en de Katholieke Industriële Hogescholen. Een<br />
afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst is er tussen de Faculteit Toegepaste<br />
Wetenschappen en de Industriële Hogeschool <strong>Leuven</strong> (Groep T). Eenzelfde overleg<br />
tot samenwerking is er ook tussen de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste<br />
Biologische Wetenschappen en de Katholieke Industriële Hogescholen.<br />
3.3 Postacademische vorming en contractonderwijs<br />
Door de UPV-dienst werd op 30 april <strong>1998</strong> een studiedag 'Levenslang Leren. Universitaire<br />
Permanente Vorming op de drempel van de 2lste eeuw' georganiseerd. Deze<br />
studiedag creëerde een openbaar discussieforum om te luisteren naar de vragen en<br />
verwachtingen van de profit en de social-profit.<br />
3.3.1 Stuurgroepen<br />
De voornaamste activiteiten die ontstaan zijn uit de werking van de stuurgroepen<br />
betroffen:<br />
1. Vanuit de Stuurgroep Onderwijs<br />
Eurocallt98: een vierdaagse internationale conferentie in september <strong>1998</strong> rond<br />
<strong>het</strong> gebruik van ICT in <strong>het</strong> talenonderwijs. Het project werd gesteund door de<br />
Universiteiten van Gent, Brussel en Antwerpen, <strong>het</strong> Departement Onderwijs, de<br />
Faculteit Letteren en AVLIVSC. Het trok in totaal 468 deelnemers waarvan 243<br />
uit België.<br />
Nascholing als Beleidsinstrument: een uitgebreid vormingsprogramma rond <strong>het</strong><br />
nascholingsbeleid in <strong>het</strong> secundair en <strong>het</strong> basisonderwijs in samenwerking met<br />
EducoICOV, <strong>KU</strong>LAK-Eekhoutcentrum en de faculteit Psychologie en Pedagogische<br />
Wetenschappen. Het programma bestond uit een inleidende studiedag en<br />
een cursus met drie modules (organisatiebeleid, personeelsbeleid en nascholingsplan)<br />
van telkens drie dagen waarin werd gewerkt aan een integraal nascholingsbeleid<br />
voor de school. Het liep voor in totaal 11 2 deelnemers.<br />
2. Vanuit de Stuurgroep Ondernemingen<br />
Ondersteuning Postgraduaat Information Technology (Faculteit Toegepaste<br />
Wetenschappen). Het postgraduaat IT is een interuniversitaire opleiding die bij<br />
middel van videoconferentie aan 4 Vlaamse universiteiten en 8 bedrijven kan<br />
worden gevolgd. De LIPV-dienst is betrokken bij de concipiëring en de evaluatie<br />
van <strong>het</strong> programma en bij <strong>het</strong> opstellen van een samenwerkingsovereenkomst en<br />
een interuniversitair getuigschrift. De UPV-dienst voert de logistieke organisatie<br />
op de K.U.<strong>Leuven</strong>-site uit.<br />
Onderhandelingen Integrale Productontwikkeling. Op vraag van <strong>het</strong> Centrum voor<br />
Integrale Productontwikkeling (CEPRO) werd een interdisciplinair postgraduaat<br />
opgezet. De UPV-dienst onderzocht de interesse hiervoor bij de faculteiten en<br />
bemiddelde tussen de Faculteit Economische en Toegepaste Economische<br />
Wetenschappen, de Faculteit Toegepaste Wetenschappen en CEPRO.<br />
Ontwikkeling aanbod Kennis en Competitie (diverse faculteiten). De besprekingen<br />
voor <strong>het</strong> inventariseren van <strong>het</strong> facultair aanbod met betrekking tot deze thema's<br />
werden verdergezet.<br />
3. Vanuit de Stuurgroep Overheid<br />
Medewerking aan de uitwerking van <strong>het</strong> postacademisch vormingsprogramma<br />
'Beleidsplanning Lokale Besturen', zoals georganiseerd door <strong>het</strong> Instituut voor de<br />
Overheid. Het programma, dat modulair opgebouwd is, is vooral bedoeld voor<br />
gemeentesecretarissen en zal plaatsvinden in <strong>1998</strong>-1 999.<br />
4. Vanuit de Stuurgroep Sociaal-Cultureel Werk<br />
18 I Katholieke UnivNM <strong>Leuven</strong><br />
Voorbereiding van <strong>het</strong> vijfdaagse vormingsprogramma 'De legitimiteit van <strong>het</strong>
sociaal-cultureel werk in een complexe samenleving' (Centrum voor Sociale<br />
Pedagogiek) voor leidinggevenden uit <strong>het</strong> sociaal-cultureel werk en docenten aan<br />
sociale hogescholen (1 999).<br />
5. Vanuit de Stuurgroep Vrije Beroepen<br />
Voorbereiding van twee studieavonden omtrent 'Bekendmaking en promotie van<br />
de diensten van vrije beroepen', die zullen plaatsvinden in <strong>1998</strong>-1 999.<br />
3.3.2 Vermits de faculteiten en de UPV-centra de eigenlijke organisatoren van UPV<br />
blijven, werden binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> uiteraard nog een heel gamma van<br />
vormingsactiviteiten georganiseerd.<br />
Er zijn op dit ogenblik een twintigtal facultair langlopende programma's die jaarlijks<br />
georganiseerd worden en die zich naar een breder doelpubliek richten (bv. Project<br />
Schoolmanagement, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen in<br />
samenwerking met andere faculteiten en externe lesgevers; Postgraduaat in de<br />
Bedrijfskunde, Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen;<br />
Postacademic Interuniversity Course in Information Technology, Faculteiten Toegepaste<br />
Wetenschappen <strong>Leuven</strong>, Gent, Brussel, Antwerpen in samenwerking met<br />
industrie; Postuniversitaire Opleiding in de Vastgoedkunde, Faculteit Rechtsgeleerdheid,<br />
Faculteit Toegepaste Wetenschappen, Faculteit Economische en Toegepaste<br />
Economische Wetenschappen - <strong>Leuven</strong>IKortrijk).<br />
Naast de faculteiten zijn er ook UPV-centra die (o.a.) postacademische vorming aanbieden,<br />
zoals <strong>het</strong> AVL-Vliebergh-Senciecentrum, HIVA-Vorming, <strong>het</strong> Centrum voor<br />
Permanente Vorming in Beroepen en Organisaties (CPVBO), <strong>het</strong> Centrum voor<br />
Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (CZV), <strong>het</strong> <strong>Leuven</strong>se Universiteit Caritas<br />
Samenwerkingsverband (LUCAS), de Vereniging Geneesheren-Alumni K.U.<strong>Leuven</strong> en<br />
de <strong>Leuven</strong>se Tandheelkundige Vereniging (LUTV), <strong>het</strong> Instituut van de Overheid<br />
(IVO), <strong>het</strong> Universitair Centrum voor Statistiek (UCS), de postacademische opleidingen<br />
DTEW, <strong>Leuven</strong> Language Learning (3L) en <strong>het</strong> PUC West-Vlaanderen-<strong>KU</strong>LAK-<br />
UPV.<br />
Alle activiteiten, ook die van korte (1 u tot 1 dag) en middellange duur (minstens 1<br />
dag), zijn terug te vinden in de databank 'Open Vorming K.U.<strong>Leuven</strong>l. Sinds deze<br />
databank operationeel is (augustus 19971, zitten er reeds 1 981 activiteiten in <strong>het</strong><br />
archief. Voor <strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> zaten er 1 148 initiatieven in de databank.<br />
Hiervan situeerde zich 37,2% van de activiteiten in de sector Gezondheid en<br />
Welzijn, 26,4 % in de sector Ondernemingen, 13,2% in de sector Onderwijs, 8,6 %<br />
in de sector Overheid, 7,3% in de sector Vrije Beroepen en 7,2% in de sector<br />
Sociaal-Cultureel Werk. Het gemiddeld aantal deelnemers varieert van 10 tot 100. De<br />
gemiddelde prijs voor deelname is afhankelijk van de duur en van de doelgroep en<br />
varieert van 1 000 tot 15 000 BEF voor ééndagsactiviteiten. Voor langlopende<br />
programma's ligt de prijs uiteraard hoger (bv. Postgraduaat in de Bedrijfskunde:<br />
88 000 BEF; Postuniversitaire Opleiding in de Vastgoedkunde: 90 000 BEF).<br />
3.4 Open Onderwijs<br />
Het aantal nieuwe inschrijvingen op moduleniveau bleef voor <strong>het</strong> Studiecentrum<br />
Open Universiteit <strong>Leuven</strong> in <strong>1998</strong> status quo (319 in 1997, 317 in <strong>1998</strong>). Dit aantal<br />
is <strong>het</strong> resultaat van een dubbele beweging binnen de invoering van een 'nieuwe<br />
regeling Open Universiteit' op 1 september 1997. Daarbij werden studenten opgesplitst<br />
in twee categorieën: opleidingsstudenten, die kiezen voor een diplomagerichte<br />
opleiding en in dat kader zich engageren tot <strong>het</strong> opnemen van een minimum aantal<br />
modules per jaar, en cursisten, die zich enkel inschrijven voor een (of enkele) losse<br />
cursussen. Het kiezen voor <strong>het</strong> statuut van opleidingsstudent wordt sindsdien gestimuleerd,<br />
door de kostprijs van de studie aanzienlijk duurder te maken voor cursisten<br />
dan voor opleidingsstudenten. Daardoor ontstaat weliswaar een grotere opname van<br />
cursussen binnen de groep van de opleidingsstudenten, maar anderzijds haken ook<br />
een aantal studenten af, omdat dit statuut hen dwingt tot een jaarlijkse studieinspanning<br />
die uitstijgt boven hun mogelijkheden, terwijl de gestegen kostprijs voor<br />
cursisten te grote financiële consequenties voor hen heeft.<br />
Onderwijs<br />
1<br />
l9
De genoemde inschrijvingen zijn als volgt verdeeld over de diverse studierichtingen<br />
die door de OU Nederland worden aangeboden:<br />
Rechtswetenschappen (Ned. Recht)<br />
Cultuurwetenschappen<br />
Bedrijfs- en bestuurskunde<br />
Economische wetenschappen<br />
Sociale wetenschappen<br />
Informatica<br />
Milieukunde<br />
Totaal<br />
1 %<br />
19 %<br />
10 %<br />
12 %<br />
31 %<br />
22 %<br />
5 %<br />
100 %<br />
De belangrijkste activiteit van <strong>het</strong> Studiecentrum <strong>Leuven</strong> blijft zoals voorheen <strong>het</strong><br />
geven van informatie en advies aan belangstellenden, en de organisatie van hun<br />
studiebegeleiding als student. Deze activiteiten omvatten individuele informatie en<br />
advies, collectieve informatie (een open informatie-avond en een open deurdag),<br />
begeleiding van studieplanning en studievoortgang, evenals inhoudelijke<br />
studiebegeleiding en de organisatie van examens en examenbegeleiding.<br />
Met <strong>het</strong> Studiecentrum Open Universiteit Kortrijk worden een aantal van de begeleidingssessies<br />
gezamenlijk opgezet. Dit is vooral <strong>het</strong> geval met de begeleiding van de<br />
zeer succesvolle cursus Gerontologie, die als Vlaamse cursus buiten <strong>het</strong> aanbod van<br />
de Nederlandse Open Universiteit wordt georganiseerd in een gezamenlijke inspanning<br />
van beide studiecentra.<br />
Het Studiecentrum <strong>Leuven</strong> is sinds een aantal jaren ook actief in projectwerk in <strong>het</strong><br />
kader van Tempus en Socrates. In <strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> Ideal project (Tempus) afgesloten,<br />
dat de ontwikkeling van afstandsonderwijs in Hongarije beoogt, en waarin <strong>het</strong><br />
Studiecentrum opleiding verzorgde voor Hongaren die in hun land betrokken zijn bij<br />
de ontwikkeling van cursusmateriaal enlof de organisatie van afstandsonderwijs.<br />
Vanaf <strong>1998</strong> wordt deelgenomen aan <strong>het</strong> Quality project (Socrates-ODL), waarbinnen<br />
een opleiding wordt ontwikkeld voor de kwaliteitsbewaking in aanmaak van cursusmateriaal<br />
voor en de organisatie van afstandsonderwijs.<br />
3.5 Curriculumbewaking en specifieke onderwijsinnovatieprojecten<br />
De informatie over de doelstellingen van de opleidingen, de verdeling van de tijd over<br />
theorie, praktische vaardigheden en onderzoek, en de verhouding van <strong>het</strong> keuzecurriculum<br />
ten opzichte van <strong>het</strong> verplichte curriculum wordt vermeld in <strong>het</strong> programmaboek.<br />
3.5.1 Facultaire curriculumzorg<br />
De Permanente Onderwijscommissies, waarin naast <strong>het</strong> zelfstandig en assisterend<br />
academisch personeel ook studenten vertegenwoordigd zijn, doen op <strong>het</strong> niveau van<br />
de opleidingen voorstellen over programmawijzigingen aan de respectieve faculteitsraden.<br />
Ze vervullen op continue basis een forum voor kwaliteitszorg bij <strong>het</strong> evalueren<br />
van de onderwijsinhoud, de didactische methoden en de evaluatiesystemen.<br />
Doch ook bij vacante leeropdrachten en naar aanleiding van de verlenging van leeropdrachten<br />
vervullen zij een belangrijke adviserende rol. Het verstrekken van<br />
onderwijs is immers een groepsgebeuren, gebaseerd op een wisselwerking tussen<br />
alle betrokken docenten en studenten. Verbeteringen van opleidingsprogramma's<br />
zijn vooral gecentreerd rond bv. <strong>het</strong> onderwijskundig referentiekader, de syllabi, de<br />
cursusteksten, de studeerbaarheid, de verhouding tussen hoorcolleges en praktijkgerichte<br />
opleidingsonderdelen (inclusief stages en verhandelingen), de verhouding tussen<br />
contact- en zelfstudietijd, <strong>het</strong> examineren.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> wil de voorzitters van de Permanente Onderwijscommissies stimuleren<br />
voor hun cruciale taak om de motor te zijn van de zorg voor <strong>het</strong> curriculum.<br />
Daartoe wordt een jaarlijkse thematische bespreking met deze voorzitters georganiseerd.<br />
In 1997 werden ervaringen uitgewisseld over de realisatie van 'begeleide zelfstudie'<br />
20 ( Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
aan de K.U.<strong>Leuven</strong>. In <strong>1998</strong> kwamen de 'praktijkoefeningen' aan bod. Ook over die<br />
beide thema's werd door de Onderwijsraad een nota voorbereid.<br />
3.5.2 Studietijdmeting<br />
Veelal als onderdeel van de Algemene Onderwijsevaluatie werden in <strong>het</strong> academiejaar<br />
1997-1 998 voor in totaal 16 studiejaren in diverse opleidingen studietijdmetingen<br />
uitgevoerd. Aan de hand van deze metingen, die steeds worden uitgevoerd in<br />
<strong>het</strong> begin van <strong>het</strong> academiejaar over <strong>het</strong> voorgaande jaar wordt gepoogd de reële<br />
studielast voor de studenten te meten. Hierdoor kan men nagaan of de studielast<br />
beantwoordt aan de normen die <strong>het</strong> universiteitsdecreet stelt, en kan men ofwel de<br />
studietijd voor opleidingsonderdelen aanpassen ofwel de studiepunten aanpassen.<br />
De gebruikte methode verschilt naargelang de aard van <strong>het</strong> te evalueren programma:<br />
de zogenaamde paarsgewijze vergelijking of de absolute schattingsmethode.<br />
3.5.3 Onderwijsinnovatieprojecten<br />
Onderwijsgerichte projecten K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Vanaf 1997-98 worden door de K.U.<strong>Leuven</strong> jaarlijks aparte kredieten gereserveerd<br />
ter ondersteuning van onderwijsgerichte onderzoeks-, ontwikkelings- en implementatieprojecten.<br />
Die kredieten worden op advies van de Onderwijsraad, de Stuurgroep<br />
Onderwijsbeleid en de Onderzoeks- en Ontwikkelingscel toegekend door de Academische<br />
raad. Hiervoor werden in een eerste fase 53 mio BEF en in een tweede fase<br />
35 mio BEF voorzien. De vier prioritaire actieterreinen waarvoor projecten konden<br />
worden ingediend in 1997-<strong>1998</strong> waren: onderwijs aan en begeleiding van eerste<br />
kandidatuurstudenten, vakdidactiek, professionele ontwikkeling van onderwijzend<br />
personeel, <strong>het</strong> onderwijs gericht op vaardigheden. Het prioritaire actieterrein voor<br />
<strong>1998</strong>-99 en 1999-2000 is 'begeleide zelfstudie'.<br />
De projecten dragen een duurzaam enlof multiplicatie-effect in zich, waar ook andere<br />
studiejaren, curricula en faculteiten uit leren.<br />
Tevens wordt jaarlijks een studiedag ingericht waarop de resultaten van de projecten<br />
worden toegelicht en gedemonstreerd. Op deze wijze wil men deze projecten een<br />
bredere bekendheid geven en de voorbeeldfunctie ervan onderstrepen.<br />
Projecten Consortium voor onderwijsinnovatie<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Consortium voor onderwijsinnovatie, dat op initiatief van de<br />
Nederlandse Open Universiteit werd opgericht, werd door de K.U.<strong>Leuven</strong> een krediet<br />
voorzien om de eerder toegezegde participatie van de K.U.<strong>Leuven</strong> tijdens <strong>het</strong> academiejaren<br />
1996-97 en 1997-98 effectief te realiseren. Meer bepaald gaat <strong>het</strong> om<br />
twee projecten die de K.U.<strong>Leuven</strong> zelf voorstelt en waarin andere leden van <strong>het</strong> consortium<br />
participeren: 'Omgaan met vakteksten: de rol van telematica bij begeleiding<br />
van tekstbegrip' (in samenwerking met één andere consortiumpartner: Universiteit<br />
Utrecht, en met twee andere universiteiten: Universiteit Amsterdam en Universiteit<br />
Leiden) en 'Virtuele Nederlandse universiteit: verrijking van <strong>het</strong> onderwijsaanbod door<br />
telematica-onderwijs binnen <strong>het</strong> Nederlandse taalgebied'. Daarnaast zijn er drie projecten<br />
voorgesteld door Nederlandse consortiumleden waaraan de K.U.<strong>Leuven</strong> deelneemt:<br />
'Propedeuse aardwetenschappen: platentektoniek', 'Vaardigheden juristen' en<br />
'Zelfstudie practicum Geografische Informatie Systemen'.<br />
Innovatieprojecten gesubsidieerd door de Vlaamse regering<br />
De Vlaamse regering subsidieerde gedurende <strong>het</strong> begrotingsjaar 1997 vier onderwijsinnovatieprojecten<br />
waarvoor de K.U.<strong>Leuven</strong> als hoofdpromotor optrad: Ontwikkeling<br />
van een modulair softwareprogramma voor computerondersteunde gehoortraining<br />
in <strong>het</strong> hoger muziekonderwijs, Toepassing ontwikkelen voor educatieve<br />
toetsschillen (<strong>KU</strong>LAK), Automatisch genereren van woordenlijsten met Japanse<br />
karakters en toepassing van een computerondersteund testprogramma voor Kanji,<br />
Computerondersteund laboratorium voor productiegeoriënteerde elektronische systemen.<br />
Gedurende <strong>het</strong> begrotingsjaar <strong>1998</strong> ontving de K.U.<strong>Leuven</strong> als hoofdpromotor<br />
subsidiëring voor 3 onderwijsinnovatieprojecten: Ontwikkeling van een interactief<br />
elektronisch pakket voor voorkennis- en vorderingstoetsing wiskunde (<strong>KU</strong>LAK),
Begeleide Zelfstudie over en met ICT, Laboratoria op afstand voor ervaringsgericht<br />
leren.<br />
4. 4.1 Onderwijsregeling<br />
Ondemijs- en 4.1 .l Overzicht inschrijvingsgelden<br />
examenregelingen<br />
Voor alle opleidingen werden de interuniversitair afgesproken bedragen gevraagd (zie<br />
programmaboek K.U.<strong>Leuven</strong> 1997-1 9981, behalve voor vier Engelstalige specialisatieopleidingen<br />
die een duidelijk internationaal karakter hebben en vooral bedoeld zijn<br />
voor buitenlandse studenten uit niet-ontwikkelingslanden.<br />
- GGS Master of Arts in European Studies: 2 000 ECU voor EU-studenten;<br />
4 000 ECU voor niet-EU-studenten;<br />
- GGS Master of Arts in Eastern Mediterranean Archaeology: 40 000 BEF voor<br />
studenten uit EU, Azië en Afrika; 130 000 BEF voor studenten uit USA, Canada<br />
en Australië;<br />
- GGS Master of Laws: 240 000 BEF;<br />
- GGS European Master of Public Administration: 1 250 ECU voor studenten uit EU,<br />
Centraal- en Oost-Europa en ontwikkelingslanden; 2 500 ECU voor niet-EU-studenten;<br />
- GGS Psychotherapie: gewone inschrijvingsgelden + 40 000 BEF per deeltijds<br />
programma.<br />
Om sociale redenen kan <strong>het</strong> inschrijvingsgeld evenwel worden verminderd voor die<br />
vijf opleidingen.<br />
4.1.2 Toelatingsvoorwaarden<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> houdt zich strikt aan de overheidsrichtlijnen en de verdragsbepalingen.<br />
Als bijlagen 2 en 3 wordt een overzicht opgenomen waarin de diploma's<br />
worden vermeld die toelating verlenen tot de academische en de voortgezette academische<br />
opleidingen, al dan niet met studieduurverkorting.<br />
4.1.3 Toelatingsexamens<br />
Naast de toelatingsproeven georganiseerd door de Vlaamse regering voor de opleidingen<br />
tot arts en tandarts en de interuniversitair overlegde toelatingsproeven voor<br />
de opleidingen burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect, werden in<br />
beperkte mate toelatingsproeven georganiseerd voor enkele academische opleidingen<br />
(zie bijlage 2) (voor overgangen van hogeschoolonderwijs), voor voortgezette academische<br />
opleidingen (zie bijlage 3) en voor de toegang tot <strong>het</strong> doctoraat (voor overgang<br />
van hogescholen).<br />
4.1.4 Begeleiding van aspirant-studenten en eerstejaarsstudenten<br />
In <strong>het</strong> deel met betrekking tot sociale voorzieningen voor studenten wordt uitvoerig<br />
toegelicht hoe aspirant-studenten worden geïnformeerd en begeleid in de studiekeuze<br />
en welke inspanningen daarvoor worden verricht. Deze inspanningen liggen in de lijn<br />
van <strong>het</strong> zogenaamde tienpuntenplan vermeld in de memorie van toelichting bij <strong>het</strong><br />
universiteitsdecreet van 12 juni 1991.<br />
Specifiek voor onderwijsbegeleiding schrijft artikel 70 voor:<br />
'De universiteiten moeten ten belope van tenminste vijf procent van de effectieve<br />
formatie van <strong>het</strong> academische personeel in voltijdse eenheden uitgedrukt, assistenten,<br />
doctor-assistenten of docenten aanduiden wier opdracht hoofdzakelijk bestaat<br />
uit specifieke taken van onderwijsbegeleiding in de eerste kandidatuur. Het universiteitsbestuur<br />
brengt omtrent deze onderwijsbegeleiding via de commissaris van de<br />
Vlaamse regering jaarlijks verslag uit bij de Vlaamse regering'.<br />
Diverse diensten die betrokken zijn bij opvang en begeleiding van eerstejaars, zoals<br />
Dienst Studieadvies, Studentenvoorzieningen, faculteitssecretariaten, Monitoraten en<br />
Examenombudsdiensten, werken nauw samen voor de realisatie van diverse centrale<br />
en facultaire begeleidingsinitiatieven.<br />
22 1 KaMieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Het zwaartepunt van de studiebegeleiding ligt evenwel bij de faculteiten zelf. De<br />
studiebegeleiding start bij de docenten die met de nodige aandacht voor de problematiek<br />
van eerstejaars hun cursussen geven en toezien op de taken die zij aan assistenten<br />
toevertrouwen. De Dienst Studieadvies biedt faculteitsoverschrijdend individuele<br />
ondersteuning en groepsbegeleiding bij <strong>het</strong> verwerven van een adequate studiemethode.<br />
Onmisbaar blijft <strong>het</strong> systeem van de proefexamens, een aanbod met een niet verplicht<br />
karakter, maar waar bijna alle eerstejaars gebruik van maken. De geïndividualiseerde<br />
feedback van de resultaten met commentaar van de docent of de monitor<br />
wordt door de studenten gewaardeerd.<br />
De onderstaande tabel geeft <strong>het</strong> aantal leden van <strong>het</strong> academisch personeel (tot en<br />
met de rang van docent) die in 1997-98 als 'monitor of onderwijsbegeleider' hoofdzakelijk<br />
waren ingeschakeld voor de eerstejaars.<br />
Tabel: Aantal 'monitoren en onderwijsbegeleiders' voor eerstejaars K.U.<strong>Leuven</strong><br />
1997-98<br />
Faculteit<br />
Eerstejaars ZAPIVTE AAP + BAPI Totaal<br />
VTE APIVTE<br />
Godgeleerdheid<br />
69 1 /0,4 511<br />
6/1,4<br />
Letteren en Wijsbegeerte 1 1 060 ( 13/4,2 1 11/7,2 1 2411 1,4<br />
I Psychologie en Pedagog. Wet. 817 OIO 1 1217.5 12/7,5 1<br />
Sociale Wetenschappen 431 1 413.5 1 5/3,9<br />
ETEW<br />
Wetenschappen & Biomedische 1 467<br />
Wetenschappen en Toegepaste<br />
Wetenschappen<br />
Lich. Opvoed. en Kinesitherapie 382<br />
Dienst Studieadvies<br />
<strong>KU</strong>LAK<br />
111 111 212<br />
488 1 511,5 1 1517.5 1 2019<br />
I Totaal 1 6 453 1 35118.8 1 89/59,8 1 124178.6 1<br />
Tegenover de effectieve formatie van <strong>het</strong> academisch personeel in voltijdse eenheden<br />
uitgedrukt (nl. 1 564 op 1 februari <strong>1998</strong>) zijn er 5 % 'monitoren en onderwijsbegeleiders'<br />
als assistent of docent in voltijdse eenheden uitgedrukt betrokken bij de<br />
onderwijsbegeleiding van de eerstejaars (cf. universiteitendecreet art. 70).<br />
313<br />
2/0,4<br />
Hierbij zijn evenwel niet inbegrepen de leden van <strong>het</strong> zelfstandig academisch personeel<br />
- hoger dan de rang van docent - en de andere leden van <strong>het</strong> assisterend academisch<br />
personeel en de medewerkers van de Dienst Studieadvies te <strong>Leuven</strong> en te<br />
Kortrijk die gedeeltelijk of zelfs hoofdzakelijk ingeschakeld worden voor de onderwijsbegeleiding<br />
van eerstejaars. In verhouding tot <strong>het</strong> aantal eerstejaarsstudenten op<br />
1 februari <strong>1998</strong> (nl. 6 453) is er één voltijds monitor of onderwijsbegeleider per 82<br />
studenten.<br />
414<br />
3/1,6<br />
717<br />
512<br />
4.1.5 Doorstromingsbeleid van afgestudeerden hogescholen naar K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Er worden geleidelijk meer brugmogelijkheden voorzien voor hogeschoolgediplomeerden.<br />
Een overzicht van de overgangsmogelijkheden naar academische opleidingen<br />
met studieduurverkorting voor gediplomeerden van <strong>het</strong> hogeschoolonderwijs wordt<br />
gegeven in bijlage 2. De toelatingsvoorwaarden tot de voortgezette academische<br />
opleidingen voor hogeschoolgediplomeerden worden vermeld in bijlage 3.<br />
Enkele brugmogelijkheden worden meer intensief gebruikt: er is een significant grote<br />
doorstroming van industrieel ingenieur naar burgerlijk ingenieur, van maatschappelijk<br />
assistent naar criminologische wetenschappen en van geaggregeerde voor <strong>het</strong> secundair<br />
onderwijs-groep 1 naar pedagogische wetenschappen.<br />
Bij de voortgezette academische opleidingen is er een grote doorstroming van industrieel<br />
ingenieur naar Bedrijfseconomie, Milieubeheer-milieukunde en Biomedische en<br />
klinische ingenieurstechnieken; van licentiaat vertalerltolk naar Zakelijke taalbeheer-<br />
Onderwijs<br />
1 23
sing, Media- en informatiekunde en Bedrijfseconomie; van hogeschoolopleidingen van<br />
twee cycli naar Internationale betrekkingen.<br />
4.1.6 Toelating afgestudeerden hogeschoolonderwijs van twee cycli tot doctoraat<br />
Vroeger organiseerden de Vlaamse universiteiten predoctorale proeven, nogal verschillend<br />
in lengte en inhoud. Op initiatief van de K.U.<strong>Leuven</strong> werden door de VLIR<br />
volgende afspraken gemaakt. Voor de overgang naar de doctoraten in de Toegepaste<br />
Wetenschappen wordt de omvang van de toelatingsproef bepaald op 90 studiepunten<br />
(ongeveer anderhalf jaar studie). Voor alle andere doctoraten varieert de<br />
omvang van de toelatingsproef tussen 30 en 60 studiepunten. Op basis van relevante<br />
onderzoekservaring kan vrijstelling worden verleend voor bepaalde onderdelen<br />
van de toelatingsproef. Wie slaagt in de toelatingsproef ontvangt een getuigschrift.<br />
Tevens wordt voortaan ook concreet vermeld welke hogeschoolgediplomeerden tot<br />
welke doctoraten toegang krijgen.<br />
4.2 Exarnenregelingen<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> meent dat meer soepele organisatievormen nodig zijn voor de voortgezette<br />
academische opleidingen. Op dit ogenblik kunnen deze opleidingen enkel<br />
voltijds of halftijds worden gevolgd. Vooral afgestudeerden die aan <strong>het</strong> werk zijn<br />
blijven daardoor afwezig.<br />
Er blijven praktische uitvoeringsproblemen inzake studiepunten, overdracht van examencijfers<br />
en verkorting van studieduur. Vooral op die punten waar <strong>het</strong> universiteitendecreet<br />
en de uitvoeringsmaatregelen onduidelijk zijn, is er aan de universiteiten<br />
vaak een verschillende toepassing. Er blijkt alleszins bij alle universiteiten een grote<br />
ontevredenheid over de huidige te strakke studiepuntenregeling, die noodzakelijkerwijze<br />
leidt tot puur formele aanpassingen om de optelsommetjes te doen kloppen.<br />
4.2.1 Examenreglement<br />
Het examenreglement is opgenomen in <strong>het</strong> programmaboek. Voor de voorzitters van<br />
de examencommissies en de examenombudsen is een brochure beschikbaar waarin<br />
naast de reglementtekst de richtlijnen van de Academische Raad evenals de beperkt<br />
toegestane afwijkingen voor sommige faculteiten zijn opgenomen. Diezelfde elementen<br />
zijn eveneens opgenomen in een voor de studenten in vlottere taal omgezet<br />
boekje 'Examenvragen'.<br />
Vanaf 1997-<strong>1998</strong> werd in <strong>het</strong> eerste jaar van de academische opleidingen van de<br />
Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen en in de Faculteit<br />
Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen een beperkt<br />
semesterexamensysteem ingevoerd.<br />
4.2.2 Overdracht van examencijfers en regeling van vrijstellingen<br />
Overdracht van examencijfers kan aan de K.U.<strong>Leuven</strong> enkel voorkomen bij niet-geslaagde<br />
studenten die voor een zelfde opleiding verder blijven studeren. De overdrachtsregels<br />
zijn uitvoerig beschreven in artikels 39, 40, 40 bis en 40 quinquies van<br />
<strong>het</strong> examenreglement.<br />
Vrijstelling kan gegeven worden aan studenten die reeds eerder aan de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
of een andere instelling slaagden voor (een deel van) een opleiding. De vrijstelling<br />
wordt in eerste orde gegeven op grond van een equivalentiebeoordeling. In de regel<br />
speelt <strong>het</strong> eerder behaalde cijfer geen rol. De vrijstellingsmogelijkheden worden door<br />
elke faculteit zelf bepaald en staan concreet beschreven in <strong>het</strong> programmaboek.<br />
4.2.3 Reglementering individueel aangepaste jaarprogramma's<br />
De reglementering voor individueel aangepaste jaarprogramma's staat beschreven in<br />
de artikels 40ter tot en met quinquies van <strong>het</strong> examenreglement. In <strong>het</strong> algemeen<br />
vindt men op dit ogenblik de regeling veel te complex. In sommige faculteiten wordt<br />
vaak de vraag gesteld naar een volwaardig creditsysteem. Dit kan echter enkel<br />
21 1 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
indien er grondige decretale wijzigingen worden aangebracht in de curriculumopbouw<br />
en in de studievoortgangscontrole.<br />
4.2.4 Gelijkwaardigheidsbeslissingen<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> wordt vaak door de Vlaamse overheid om advies gevraagd over <strong>het</strong><br />
bepalen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse einddiploma's. De adviestermijnen<br />
zijn relatief kort en de beschikbare informatie is ook vaak eerder beperkt.<br />
Toch heeft men de indruk dat de overheid in <strong>het</strong> algemeen met gefundeerde adviezen<br />
rekening houdt.<br />
5.1 Input studenten<br />
5.1 .l De totale studentenpopulatie aan de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
5. 1. 1. 1 Voorafgaande opmerking met betrekking tot de gegevens.<br />
5.<br />
Gegevens over<br />
studenten<br />
Dit overzicht betreft alle studenten die tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-1 998 op de rol<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong> waren ingeschreven: de academische opleidingen, de voortgezette<br />
academische opleidingen, de lerarenopleidingen, de doctoraatsopleidingen, doctorandi,<br />
navorsers, afzonderlijke vakken, postacademische opleidingen en <strong>het</strong> voorbereidend<br />
instituut.<br />
De cijfers inzake studenten en inschrijvingen hebben betrekking op de situatie op 1<br />
februari <strong>1998</strong>, de cijfers inzake examens en diploma's geven de situatie per einde<br />
academiejaar 1997-1 998.<br />
Ter verduidelijking: <strong>het</strong> in de tabellen opgenomen studiegebied 'Gecombineerde studiegebieden'<br />
omvat alle opleidingen in niet-Westerse Talen en Cultuur.<br />
5.1. 1.2 Globale evolutie<br />
Op 1 februari van <strong>het</strong> academiejaar 1997-98 waren 26 81 3 studenten ingeschreven<br />
aan de K.U.<strong>Leuven</strong>, dat is 31 3 minder dan voorgaand academiejaar (Tabel 1 ). Deze<br />
daling is uitsluitend toe te schrijven aan de verminderde instroom van generatiestudenten<br />
(-384), inzonderheid deze in Geneeskunde en Tandheelkunde als gevolg van<br />
de eerste volledige toelatingsproef.<br />
5. 1. 1.3 Studiegebied<br />
De evolutie per studiegebied is zeer verschillend: enkele studiegebieden kennen nog<br />
een stijging: Wetenschappen (+ 11 8, d.i. +6%) en in mindere mate Toegepaste<br />
Wetenschappen (+42, d.i. +2%) en Sociale Gezondheidswetenschappen (+44, d.i.<br />
+ 7%).<br />
Als gevolg van de toelatingsproef is <strong>het</strong> uiteraard Geneeskunde dat in absolute termen<br />
de grootste afname van studenten kent (-214, d.i. -7%). Economische en Toegepaste<br />
Economische Wetenschappen (-126, d.i. -4%) en Rechten, Notariaat en<br />
Criminologie (-92, d.i. -3%) blijven verder negatief evolueren en <strong>het</strong> studiegebied<br />
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (-52, d.i. -2%) is nu blijkbaar ook over<br />
zijn hoogtepunt heen na de continue groei tijdens de vijf voorgaande jaren.<br />
Het zijn ook deze laatste drie studiegebieden die de grootste aantallen studenten<br />
vertegenwoordigen.<br />
5. 1. 1.4 Regime, geslacht, nationaliteit en leeftijd van de studenten<br />
De grote meerderheid van de studenten is ingeschreven voor een voltijdse opleiding<br />
(n=23.793, d.i. 88,7%). Op 2 468 of 9,2% ervan is <strong>het</strong> voltijds of deeltijds karakter<br />
niet van toepassing (Tabel 2). Bijgevolg zijn er aan de K.U.<strong>Leuven</strong> slechts 552 studenten<br />
(2,1%) deeltijds ingeschreven. In absolute termen vinden we de grootste<br />
aantallen deeltijds studerenden in Psychologie en Pedagogische Wetenschappen<br />
(n = 103) en in Sociale Gezondheidswetenschappen (n = 98). In dit laatste studiegebied<br />
vertegenwoordigen de deeltijdsen 14,2% van de totale studentenpopulatie<br />
Ondemijs<br />
1 25
(hoofdzakelijk in de aanvullende opleiding Ziekenhuismanagement).<br />
Het aandeel van mannen en vrouwen blijft steeds zeer verschillend per studiegebied.<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen,<br />
Farmaceutische Wetenschappen en Taal- en Letterkunde zijn voor ten minste twee<br />
derden samengesteld uit vrouwen. Eenzelfde aandeel mannen vinden we voor de<br />
studiegebieden Toegepaste Wetenschappen, Wijsbegeerte en Economische en Toegepaste<br />
Economische Wetenschappen.<br />
91,3% van de studenten heeft de Belgische nationaliteit, 3,4% die van een EU-lidstaat<br />
en nog 5,2% een andere. Het aandeel van de EU-studenten is dit academiejaar<br />
als gevolg van de verminderde instroom in Geneeskunde-Tandheelkunde iets afgenomen.<br />
De relatief grootste concentraties buitenlandse studenten situeren zich uiteraard in de<br />
Engelstalige programma's van Wijsbegeerte en Godgeleerdheid-Godsdienstwetenschappen<br />
(beide ongeveer 40%) en daarnaast in Geneeskunde en Tandheelkunde.<br />
Vergeleken met vorig academiejaar worden geen noemenswaardige verschillen vastgesteld<br />
in de leeftijdsverdeling van de studenten (Tabel 3). De verschillen tussen de<br />
studiegebieden moeten grotendeels worden toegeschreven aan verschillen in nominale<br />
studieduur en de aantallen studenten in opleidingen na de academische opleiding.<br />
5.1.2 Generatiestudenten<br />
5. 7.2. 1 Evolutie<br />
In 1997-1 998 waren er 4 770 generatiestudenten ingeschreven aan de K.U.<strong>Leuven</strong>,<br />
dit is 384 minder dan <strong>het</strong> voorgaande jaar (Tabel 4).<br />
Deze daling heeft een belangrijke impact op de totale studentenpopulatie van <strong>het</strong><br />
huidige academiejaar, maar zal ook de komende jaren een negatieve invloed blijven<br />
uitoefenen naargelang deze generatie doorschuift in <strong>het</strong> curriculum.<br />
5. 7.2.2 Studiegebied<br />
In Geneeskunde is, als gevolg van de eerste volledige toelatingsproef, de generatiepopulatie<br />
drastisch gereduceerd (n = 290, d.i. -1 76). Dit gegeven moet uiteraard<br />
bekeken worden op <strong>het</strong> globale Vlaamse niveau: hieruit blijkt dat <strong>het</strong> aandeel van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> in de generatiepopulatie van Geneeskunde is toegenomen tot 42%.<br />
Eveneens belangrijke negatieve ontwikkelingen in absolute termen stellen we vast<br />
voor Taal- en Letterkunde (-741, Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (-68,<br />
hoofdzakelijk Kinesitherapie) en Rechten en Criminologie (-68). De Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
zijn qua generatiestudenten gehalveerd (-42) als gevolg van de<br />
ontwikkelingen in Logopedie-Audiologie. Deze opleiding was samen met Kinesitherapie<br />
een bedreigd domein voor de universiteiten, wat zich onmiddellijk heeft laten<br />
voelen op de recrutering.<br />
Maar ook hier zijn er enkele groeiers, met name dezelfde als die van de totale studentenpopulatie:<br />
Wetenschappen ( + 57, vooral de opleiding Informatica) en in mindere<br />
mate ook Toegepaste Wetenschappen (+33). Opvallend ten slotte is de toename<br />
van de generatiepopulatie Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen<br />
(+ 27, uitsluitend TEW) in tegenstelling tot de relatief grote afname van de totale<br />
studentenpopulatie (-95 in <strong>het</strong> laatste jaar tweede cyclus TEW en Handelsir.).<br />
Rechten en Criminologie (n = 660), Psychologie en Pedagogische Wetenschappen<br />
(n = 602) en Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen (n = 550) zijn<br />
veruit meest in trek voor de generatiestudenten K.U.<strong>Leuven</strong>, gevolgd door Wetenschappen<br />
(n = 432) en Toegepaste Wetenschappen (n = 397).<br />
28 1 Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong>
5. 7.2.3 Regime, geslacht, nationaliteit en leeftijd<br />
Zoals vorig academiejaar is ook nu de afname bij de vrouwen (n=2 495, -237)<br />
beduidend groter dan bij de mannen (n = 2 275, -1 471, waardoor hun aandeel reeds<br />
twee jaar na elkaar afneemt. Toch blijven ze nog een meerderheid in de generatiepopulatie<br />
(resp. 52% V en 48% M).<br />
De vrouwen zijn nog steeds sterk oververtegenwoordigd in de studiegebieden Sociale<br />
Gezondheidswetenschappen (93%), Psychologie en Pedagogische Wetenschappen<br />
(76%), Farmaceutische Wetenschappen (71%) en Taal- en Letterkunde (68%) en<br />
ondervertegenwoordigd in Toegepaste Wetenschappen (23%), Economische en Toegepaste<br />
Economische Wetenschappen (38%) en Wetenschappen (40%).<br />
Het aandeel van de 18-jarigen in de generatiepopulatie blijft licht toenemen en<br />
bedraagt nu 84%. Dit kan worden beschouwd als een positieve evolutie, vooral<br />
inzake kwaliteit van instroom. Het aandeel van de 19-jarigen bedraagt 11 % en de<br />
overige 5% is 20 jaar of ouder.<br />
5. 7.2.4 Vooropleiding<br />
Het aandeel generatiestudenten met een vooropleiding Algemeen Secundair Onderwijs<br />
steeg van 91,4% naar 92,6% (Tabel 5a). Binnen deze groep stellen we een<br />
relatief sterke vertegenwoordiging vast van Latijn-Wiskunde (21,6%), Wetenschappen-Wiskunde<br />
(2 1,3%) en Latijn-Wetenschappen (1 0,2%).<br />
Van de 4 770 generatiestudenten zijn er 67 met een diploma van hogeschoolonderwijs,<br />
waarvan 36 met een diploma één cyclus en 22 met een diploma twee cycli<br />
(Tabel 5b).<br />
5.1.3 Nieuwe niet-generatiestudenten<br />
De instroom van nieuwe niet-generatiestudenten bedraagt dit academiejaar in totaal<br />
precies 1 000 eenheden (+ 11 l), waarvan er 475 (48%) instromen op <strong>het</strong> niveau<br />
van <strong>het</strong> eerste jaar van de tweede cyclus (grotendeels afkomstig uit kandidatuurinstellingen)<br />
en verder nog 180 in een aanvullende opleiding, 91 in een specialisatieopleiding<br />
en 31 in een doctoraatsopleiding (Tabel 6).<br />
5.1.4 Beursstudenten<br />
Voor de inschrijvingen aan de K.U.<strong>Leuven</strong> zelf lagen in 1997-<strong>1998</strong> de verhoudingen<br />
inzake inschrijvingsgelden als volgt:<br />
a) Volledig tarief<br />
(volledig studiejaar, deeltijds, lerarenopleiding, doctoraatsopleiding)<br />
b) Verminderingsgerechtigden<br />
c) Financiel beursgerechtigden<br />
d) Beursgerechtigden Vlaamse gemeenschap<br />
e) ABOS-beursstudenten<br />
f) Speciale inschrijvingen<br />
(afzonderlijke vakken, vast inschrijvingsgeld, inschrijving zonder<br />
inschrijvingsgeld want betaald door beurs, ...l<br />
De verhoudingen aan de <strong>KU</strong>LAK zijn niet significant afwijkend.<br />
5.2 Output - Examenresultaten en diploma's<br />
5.2.1 Examenresultaten<br />
5.2. 7. 7 Eerste kandidatuur<br />
Uit tabel 7a blijkt dat in 1997-98 slechts 223 studenten van de eerste kandidatuur<br />
niet deelnamen aan de examens en dus vroegtijdig afhaakten; dit is 3,4% van de<br />
Ondewijs<br />
1 27
totale eerste kandidatuurpopulatie.<br />
Globaal was 47,8% van de op de rol ingeschreven studenten eerste kandidatuur<br />
geslaagd. Voor de generatiestudenten bedroeg dit percentage 46,6% (Tabel 7b). De<br />
slaagpercentages van beide groepen zijn ook dit academiejaar weer hoger dan tijdens<br />
<strong>het</strong> vorige, zodat op twee jaar tijd een belangrijke toename van bijna drie procent<br />
wordt gerealiseerd.<br />
Bij de generatiestudenten varieert <strong>het</strong> slaagpercentage tussen 26,7% en 72,5%. De<br />
zwak scorende studierichtingen van enige omvang blijven Psychologie en Pedagogische<br />
Wetenschappen (33,0%), Rechten en Criminologie (35,4% - hier moet onderscheid<br />
worden gemaakt tussen Rechten en Criminologie, respectievelijk 39,1% en<br />
16,5% geslaagden) en Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen<br />
(36,5%).<br />
Als gevolg van de eerste volledige toelatingsproef is <strong>het</strong> slaagpercentage in Geneeskunde<br />
in één sprong toegenomen van 56,5% tot 70,0% dit academiejaar.<br />
Relatief hoge slaagpercentages van generatiestudenten vinden we eveneens in Toegepaste<br />
Wetenschappen (72,5%), Godgeleerdheid-Godsdienstwetenschappen<br />
(60,4%), Gecombineerde studiegebieden (60,5%) en Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen (55,8%).<br />
Het slaagpercentage van de overige studenten eerste kandidatuur, hoofdzakelijk bissers,<br />
is traditioneel hoger (51 ,l %) dan dat van de generatiestudenten, met uitzondering<br />
evenwel van de studiegebieden Geneeskunde, Gecombineerde studiegebieden en<br />
Geschiedenis.<br />
Beduidend grote verschillen in slaagpercentages tussen generatiestudenten en nietgeneratiestudenten<br />
eerste kandidatuur vinden we vooral terug in Sociale Gezondheidswetenschappen,<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen en Economische en<br />
Toegepaste Economische Wetenschappen.<br />
5.2. 1.2 Overige studiejaren<br />
In 1997-98 was 80,7% van de in een tweede kandidatuur ingeschreven studenten<br />
geslaagd, een lichte toename vergeleken met vorig academiejaar. Ook op dit niveau<br />
blijft er een relatief belangrijke spreiding tussen de studiegebieden, van 60.7% tot<br />
92,7% (Tabel 7b).<br />
In 6 van de 18 studiegebieden ligt <strong>het</strong> slaagpercentage van de tweede kandidatuur<br />
lager dan <strong>het</strong> gemiddelde.<br />
In <strong>het</strong> eerste jaar van de tweede cyclus slaagt gemiddeld 90% van de op de rol ingeschreven<br />
studenten. De grootste afwijkingen van dit gemiddelde stellen we vast in<br />
Godgeleerdheid-Godsdienstwetenschappen (72,2%) en Wijsbegeerte (74,6%).<br />
Andere studierichtingen met voor dit studiejaar een lager dan gemiddeld rendement<br />
zijn Rechten-Criminologie (82,1%), Toegepaste Wetenschappen (84,2%), Economische<br />
en Toegepaste Economische Wetenschappen (84,3%) en Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
(86,2%).<br />
5.2.2 Diploma's<br />
5.2.2.1 Niveau en regime<br />
In 1997-98 werden 9 362 diploma's uitgereikt aan de K.U.<strong>Leuven</strong> (Tabel 8a en 8b).<br />
5.2.2.2 Niveau en studiegebied<br />
Het aantal kandidaatsdiploma's (n = 3 416) bleef dit academiejaar vrijwel ongewijzigd<br />
vergeleken met vorig academiejaar (+ 1 ). De grootste afname situeert zich in<br />
Geneeskunde (-49).<br />
De globale afname van de diploma's academische opleiding (n =3 909, d.i.-140) kan<br />
in hoofdzaak worden teruggebracht tot de ontwikkelingen in Economische en Toegepaste<br />
Economische Wetenschappen (-log), Geneeskunde (-73) en Psychologie en<br />
Pedagogische Wetenschappen (-56).<br />
Ook <strong>het</strong> aantal diploma's voortgezette academische opleiding werd gereduceerd<br />
28 / Kalhoiieke Univertilei1 <strong>Leuven</strong>
(n = l 064, d.i. -60). Deze afname is evenwel beperkt tot de twee studiegebieden<br />
Toegepaste Wetenschappen (-31 1 en Tandheelkunde (-21 1. De aantallen in de overige<br />
studiegebieden blijven relatief stabiel.<br />
Veruit <strong>het</strong> grootste aantal diploma's voortgezette academische opleiding worden<br />
behaald in Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen (2561, gevolgd<br />
door Politieke en Sociale Wetenschappen (124) en Toegepaste Wetenschappen<br />
(1 17).<br />
Het aantal diploma's lerarenopleiding is met bijna één derde verminderd (n =641, d.i.<br />
-265). Blijkbaar is <strong>het</strong> lerarenberoep voor velen minder aantrekkelijk. De grootste<br />
groepen vinden we traditioneel terug in de studiegebieden Psychologie en Pedagogische<br />
Wetenschappen (1 15) en Taal- en Letterkunde (101). De in absolute termen<br />
grootste afname stellen we vast in Wetenschappen (-75) en in Taal- en Letterkunde<br />
(-72).<br />
Een positieve ontwikkeling stellen we dit academiejaar vast bij de doctoraten<br />
(n = 332, d.i. + 62), met de twee belangrijke uitschieters Geneeskunde ( + 33) en<br />
Toegepaste Wetenschappen (+ 16). Voor Geneeskunde moet de toename worden<br />
toegeschreven aan de aangekondigde afschaffing van de aggregatie hoger onderwijs,<br />
waardoor deze versneld werden afgewerkt.<br />
5.2.2.3 Niveau en geslacht<br />
Tabel 8c geeft een gedetailleerd overzicht van de diploma's per studiegebied, niveau<br />
en geslacht.<br />
Alhoewel de vrouwen net nog geen meerderheid vormen in de totale studentenpopulatie,<br />
is dit wel zo in de verdeling van diploma's, zowel op kandidaatsniveau (55%)<br />
als op niveau van de academische opleiding (52%). In de lerarenopleiding blijft ook<br />
traditioneel <strong>het</strong> overwicht van de vrouwen duidelijk (68%). Bij de diploma's voortgezette<br />
academische opleiding blijven de mannen vooralsnog een meerderheid vormen<br />
(54%) en deze meerderheid is nog duidelijker bij de doctoraatsdiploma's (69%).<br />
Het spreekt vanzelf dat voor al deze categorieën diploma's er belangrijke verschillen<br />
zijn tussen de studiegebieden, maar ook die zijn een weerspiegeling van de verhouding<br />
mannen-vrouwen in de studentenaantallen van de onderscheiden studiegebieden.<br />
5.2.3 Onderzoek loopbaanopbouw<br />
5.2.3. 1 Jaarlijks onderzoek<br />
Er is een jaarlijks onderzoek over 'loopbaanopbouw'.<br />
Enerzijds levert <strong>het</strong> onderzoek informatie met betrekking tot de tewerkstellingssituatie<br />
van recent-afgestudeerden. Die informatie wordt gehanteerd bij de adviesverstrekking<br />
aan (aspirant-)studenten en alumni. Daartoe worden de onderzoeksresultaten<br />
ter beschikking gesteld van de studiekeuzebegeleiders binnen en buiten de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>. Binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> zijn dat de adviseurs van de dienst Studieadvies<br />
en de organisatoren van de Infodagen K.U.<strong>Leuven</strong>. Tot de externe instanties behoren<br />
de PMS-centra en de secundaire scholen. Diezelfde informatie is evenzeer van<br />
belang voor de zelfstudie van de diverse studierichtingen in <strong>het</strong> kader van de visitatiecommissies.<br />
Anderzijds wordt beoogd op basis van de onderzoeksresultaten tot beroepsprofielen<br />
te komen voor een zo uitgebreid mogelijk gamma van beroepen. Op termijn wordt er<br />
naar gestreefd een computersysteem te ontwikkelen waarbij een (aspirant-)student<br />
zijn vaardigheden, eigenschappen, voorkeuren e.a. opgeeft en waarbij hij als output<br />
een aantal beroepen krijgt die daarmee overeenstemmen. De ontwikkelde beroepsprofielen<br />
kunnen uiteraard ook worden gebruikt in de adviesverstrekking rond studieen<br />
beroepsloopbaan.<br />
Daartoe werd in 1997 een uitgebreide enquête gedaan naar een aantal concrete<br />
tewerkstellingsaspecten van de alumni en naar eigenschappen, vaardigheden,<br />
beroepshoudingen en arbeidsvoorwaarden.<br />
Onderwijs<br />
1<br />
29
De resultaten met betrekking tot de tewerkstellingsaspecten van de alumni 1996<br />
werden per diplomarichting aan de respectievelijke faculteiten bezorgd vóór de Infodagen<br />
<strong>1998</strong>. De globale resultaten over alle diplomarichtingen samen werden voor<br />
<strong>het</strong> eerst voorgesteld op de Alumnidag van 1 juni <strong>1998</strong>. De media brachten daar<br />
heel wat belangstelling voor op.<br />
De methodologie, ontwikkeld voor <strong>het</strong> uittekenen van beroepsprofielen, leverde een<br />
eerste reeks relevante resultaten op wat hoopvol stemt voor verdere ontwikkelingen.<br />
Het volledige onderzoeksrapport was klaar tegen eind <strong>1998</strong>. Het werd kort nadien<br />
voorgesteld aan studiekeuzebegeleiders op de Profieldag van de faculteit Wetenschappen<br />
en zal verspreid worden naar alle belangstellenden.<br />
In <strong>het</strong> raam van dit project gebeurt een onderzoek naar de tewerkstelling in bedrijven<br />
van alumni uit de faculteiten Letteren, Wijsbegeerte, Psychologie en pedagogische<br />
wetenschappen en Sociale wetenschappen. Dit wordt uitgevoerd in samenwerking<br />
met verschillende buitenlandse universiteiten. Het onderzoek vertrekt van interviews,<br />
afgenomen van werknemers en werkgevers. Bedoeling is een zicht te krijgen op<br />
sterkte- en zwaktepunten van alumni voor de functies die zij uitoefenen. Die kennis<br />
kan dan op haar beurt worden gebruikt om de tewerkstelling in de particuliere sector<br />
te bevorderen. Het project loopt tot begin 2000. Een eerste tussentijds rapport<br />
werd opgesteld in december <strong>1998</strong>.<br />
5.3 Financierbare studenten - 1997-<strong>1998</strong><br />
De werkingsuitkeringen in <strong>het</strong> begrotingsjaar 1999 worden bepaald op grond van de<br />
financierbare studenten, vastgesteld in de telling per 01.02.1 998.<br />
De financierbare studenten worden uitgedrukt in volgende eenheden:<br />
- <strong>het</strong> aantal studenten;<br />
- <strong>het</strong> aantal voltijdse eenheden, waarbij deeltijds studerenden en studenten voor<br />
wie de studieomvang tussen 50% en 75% ligt, slechts voor een halve eenheid in<br />
aanmerking worden genomen;<br />
- <strong>het</strong> aantal onderwijsbelastingseenheden (OBE), verkregen door weging der voltijdse<br />
eenheden met de coëfficiënten toegekend aan de verschillende financieringsgroepen:<br />
A = 1, B = 2; C = 3; L =0,67 (academische lerarenopleiding).<br />
Tabel 9 geeft per faculteit, afzonderlijk per campus en per financieringsgroep de volgende<br />
gegevens: hoofdinschrijvingen, financierbare voltijdse eenheden en de overeenstemmende<br />
aantallen OBE, ten laste van <strong>het</strong> Departement Onderwijs. Daarnaast<br />
worden ook de aantallen ten laste van de nationaal gebleven kredieten voor ontwikkelingssamenwerking<br />
vermeld.<br />
De begroting 1999 zal een lichte terugval kennen - minus 215 OBE - ten opzichte<br />
van vorig jaar. Eigenlijk is er een daling met 782 OBE, waarvan <strong>het</strong> grootste deel,<br />
namelijk 567 OBE, zich voordoet in de opleiding kandidaat artsltandarts, arts en<br />
tandarts. Gezien de bevriezing van de aantallen voor deze opleidingen wordt dat<br />
gedeelte van de daling geneutraliseerd voor de berekening van de werkingstoelage.<br />
6.1 Reglementering<br />
-<br />
6.<br />
De reglementering voor de examencommissies van de Vlaamse gemeenschap is<br />
Examen- dezelfde als die voor de universitaire examencommissies, uitgezonderd uiteraard die<br />
commissies bepalingen die door <strong>het</strong> besluit van de Vlaamse regering uitdrukkelijk buiten werking<br />
zijn gesteld in verband met de overdrachtsvoorwaarden van examencijfers.<br />
van de<br />
Vlaamse<br />
Voor de meeste faculteiten stelt <strong>het</strong> systeem inzake organisatie weinig problemen.<br />
Enkel in bepaalde faculteiten waar heel wat bijzondere werkvormen worden gehangemeenschap<br />
teerd, zoals begeleide practica, excursies enz. stelt zich soms een probleem als de<br />
beoordeling hiervan een essentieel onderdeel van <strong>het</strong> programma of opleidingsonderdeel<br />
uitmaakt. In dat geval nemen sommige studenten een bijkomende inschrijving<br />
voor een afzonderlijk vak om toch op de begeleiding een beroep te kunnen doen.<br />
30 / Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Men moet vaststellen dat de formule van de examencommissies van de Vlaamse<br />
gemeenschap niet functioneert als een echt tweedekansonderwijs in bv. combinatie<br />
met tewerkstelling. Ook wordt van deze formule gebruik gemaakt door studenten<br />
die voorheen reeds ettelijke keren faalden in hun opleiding en die bijgevolg van de<br />
universiteit geen toelating meer kregen om een terlquaterl ...- inschrijving te nemen.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> ondersteunde dan ook binnen de VLIR de vraag om <strong>het</strong> systeem zelf<br />
ten gronde in vraag te stellen.<br />
6.2 Aantal ingeschreven examinandi<br />
In 1997-<strong>1998</strong> schreven zich in <strong>het</strong> totaal voor de eerste examenperiode 89 studenten<br />
(52 mannen en 37 vrouwen) in, gespreid over 64 verschillende studiejaren. Voor<br />
de tweede examenperiode schreven zich 41 studenten (22 mannen en 19 vrouwen)<br />
in, gespreid over 35 studiejaren. Dit is een lichte daling van <strong>het</strong> aantal deelnemers<br />
ten aanzien van <strong>het</strong> vorige academiejaar.<br />
Het merendeel van de studenten is Belg (84 in de eerste examenperiode, tegenover 4<br />
EU-studenten en 1 andere; 37 in de tweede examenperiode tegenover 2 EU-studenten<br />
en 2 andere).<br />
Naar leeftijd is er een normale verdeling met een concentratie van studenten geboren<br />
in de jaren tussen 1968 en 1975. Inzake vooropleiding gaat <strong>het</strong> in <strong>het</strong> merendeel<br />
van de gevallen (65 op 89 in de eerste examenperiode, 34 op 41 in de tweede) om<br />
studenten die reeds eerder een ander academisch einddiploma behaalden. In<br />
beperkte mate ziet men ook studenten die bij herhaling niet slaagden voor de eerste<br />
studiejaren binnen de universitaire formule, via deze weg toch nog eens herkansen:<br />
17 op 89 in de eerste examenperiode en 6 op 41 in de tweede examenperiode<br />
schrijven nog altijd in op basis van een diploma van secundair onderwijs. Deze laatste<br />
cijfers liggen lager dan voorgaande jaren. Vermoedelijk ligt een betere counseling<br />
over slaagkansen hiervan aan de basis.<br />
6.3 Resultaten<br />
De resultaten voor de examencommissie van de Vlaamse gemeenschap zijn niet gunstig.<br />
In <strong>het</strong> totaal moest slechts voor 109 personen een beoordeling gegeven worden,<br />
vermits 21 personen zich inschreven voor twee examenperiodes. Voor die 109<br />
personen is de verdeling als volgt:<br />
- 34 (31,2%) bereikten na één examenperiode een gunstig resultaat;<br />
- 12 (1 1 %) bereikten na twee examenperiodes een gunstig resultaat;<br />
- 54 (49,6%) namen slechts aan één examenperiode deel met negatief resultaat;<br />
- 9 (8,2%) bereikten na twee examenperiodes een negatief resultaat;<br />
- geen namen deel aan twee examenperiodes met een gunstig resultaat in elk van<br />
beide.<br />
De slaagcijfers liggen ruim 10% hoger dan vorig academiejaar, maar op zo'n kleine<br />
groep studenten en op grond van een éénmalige verhoging, is <strong>het</strong> gewaagd blijvende<br />
conclusies te trekken.<br />
In 1997-1 998 reikten de examencommissies van de Vlaamse gemeenschap in <strong>het</strong><br />
totaal 20 diploma's uit: 8 voor de eerste cyclus, 12 voor de tweede cyclus.<br />
7.1. Overzicht van de internationale relaties 7.<br />
De internationale samenwerking is een belangrijke dimensie van <strong>het</strong> onderwijsbeleid. lo?ter~atianai/e<br />
De K.U. <strong>Leuven</strong> is daarom ook steeds internationaal actief geweest. De laatste tien<br />
Relaties<br />
jaar werd de internationalisering sterk gestuwd door de Europese Commissie, met<br />
name door <strong>het</strong> Erasmusprogramma. Nieuw is dat nu ook de diverse nationale overheden<br />
hun beleid op elkaar afstemmen, en de leiding nemen in <strong>het</strong> debat over de<br />
komende structuur van <strong>het</strong> hoger onderwijs. Een betere afstemming van deze structuren<br />
heeft onder meer nog meer mobiliteit tussen Europese universiteiten tot doel en<br />
bevordert ook naar beroepsuitwegen de 'leesbaarheid' van academische graden. De<br />
onderwijsministers van de vier grote Europese landen (Duitsland, <strong>het</strong> Verenigd<br />
Koninkrijk, Italië, Frankrijk) hebben op 25 mei <strong>1998</strong> de Sorbonneverklaring onder-<br />
Onderwijs<br />
1 31
tekend. De Vlaamse Minister van Onderwijs heeft zich door zijn handtekening<br />
gebonden aan <strong>het</strong> debat. Men kan verwachten dat dit debat in de komende jaren <strong>het</strong><br />
internationaliseringsbeleid zal beheersen.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> wenst in die context zijn internationaleringsbeleid te intensifiëren.<br />
Met dit doel voor ogen heeft de Academische Raad een beleidsnota Internationale<br />
Relaties goedgekeurd.<br />
Als universiteit met wetenschappelijke onderzoeksfaam wil de K.U.<strong>Leuven</strong> meer buitenlandse<br />
studenten en doctorandi aantrekken. Met name wil zij een aantal voortgezette<br />
academische opleidingen (VAO'sl beter uitbouwen en internationaal aanbieden.<br />
Dit zal punctueel aangevuld worden met initiatieven in samenwerking met<br />
Nederlandse universiteiten op <strong>het</strong> niveau van de eerste en tweede cyclus. Een expertencommissie<br />
zal de bestaande VAO's evalueren. Bovendien zal de internationale<br />
rekrutering voor VAO's en doctoraatsprogarmma's geïntensifieerd worden. Verder<br />
zullen selectieve akkoorden afgesloten worden met buitenlandse universiteiten om<br />
beloftevolle doctorandi te rekruteren.<br />
De academische overheid wenst tevens dat meer ZAP-leden actief zijn in ontwikkelingslanden.<br />
Zij zal ook meer geld ter beschikking stellen om <strong>het</strong> aantal bursalen uit<br />
ontwikkelingslanden te doen toenemen. Een ander doel is een sterkere band met de<br />
buitenlandse alumni.<br />
Het beleid inzake bilaterale samenwerkingsovereenkomsten wordt gericht op nieuwe<br />
doelstellingen: samenwerking op <strong>het</strong> gebied van de onderwijsprogramma's neemt<br />
bijvoorbeeld in belang toe en de uitwisseling van studenten en stafleden zal zich<br />
meer dan vroeger binnen dit kader situeren. Ook schenkt de K.U.<strong>Leuven</strong> in deze<br />
ontwikkeling in toenemende mate aandacht aan internationalisering op <strong>het</strong> postinitiële<br />
onderwijsniveau.<br />
Inzake <strong>het</strong> Erasmusprogramma en de andere Europese programma's blijft de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> een vooraanstaande rol in Europa spelen. Om de uitvoering van haar<br />
Europese beleidsverklaring te ondersteunen heeft zij de Erasmusuitwisseling van studenten<br />
en docenten in belangrijke mate financieel ondersteund. De dynamiek in deze<br />
uitwisseling komt tot stand in de faculteiten die zich bewust zijn van <strong>het</strong> nut van de<br />
uitwisselingen voor de studie- en latere beroepsloopbaan van hun studenten. Het is<br />
merkwaardig dat de K.U.<strong>Leuven</strong> een zo groot aantal buitenlandse studenten blijft<br />
aantrekken in <strong>het</strong> kader van Erasmus, niettegenstaande de minderheidstaal die <strong>het</strong><br />
Nederlands in Europa is. Het Tempus-Phare-programma voor de Centraal- en Oost-<br />
Europese landen wordt in toenemende mate geïntegreerd in <strong>het</strong> Erasmusprogramma.<br />
Door andere Europese programma's bouwt de K.U.<strong>Leuven</strong> versterkte verbanden op<br />
met Russische en Zuid-Amerikaanse universiteiten.<br />
Wat betreft de ontwikkelingssamenwerking heeft de K.U.<strong>Leuven</strong> met eigen middelen<br />
een variëteit van activiteiten uitgebouwd (o.m. studiebeurzen, ondersteuningsprojecten,<br />
prospectiebeurzen, beurzen voor studenten) die toelaten een gericht beleid te<br />
voeren met een beperkt aantal partners in de derde wereld. Belangrijk is ook de<br />
samenwerking met de NGO's. De externe financieringsprojecten worden hoofdzakelijk<br />
opgenomen in <strong>het</strong> kader van de VLIR-samenwerking, met name institutionele<br />
samenwerking, de zgn. VLIR-eigen initiatieven en de internationale cursusprogramma's.<br />
De scheve communautaire verdeling van de federale middelen voor universitaire<br />
ontwikkelingssamenwerking is nog steeds een pijnpunt dat vergrote aandacht<br />
behoeft.<br />
32 1 Kaihoi~eke<br />
Unlversiteit <strong>Leuven</strong><br />
7.2 Internationale onderwijsprogramma's en akkoorden<br />
7.2.1 Samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten<br />
Het Beleidscomité Internationale Relaties besteedde gedurende <strong>het</strong> academiejaar<br />
1997-<strong>1998</strong> vooral aandacht aan de doorlichting van de bestaande bilaterale akkoorden.<br />
Een eerste aanzet werd gegeven tot een globale nieuwe beleidslijn, waarbij de<br />
functie van de bilaterale akkoorden ruimer wordt gezien dan <strong>het</strong> uitwisselen van professoren.<br />
Tegen <strong>het</strong> jaar 2000 wil de K.U.<strong>Leuven</strong> haar internationale contacten op
een dynamische manier stroomlijnen.<br />
Het bezoek van rector Oosterlinck aan een aantal universiteiten in Zuid-Afrika en<br />
China was een bijkomende stimulans om de contacten met partnerinstellingen in<br />
deze landen te verstevigen. Reeds vorig jaar werden de eerste contacten gelegd<br />
voor een aantal strategische allianties in Zuid-Afrika en China. Deze plannen werden<br />
verder ingevuld dankzij wederzijdse verkennende bezoeken. De hoop bestaat dat<br />
definitieve afspraken in <strong>1998</strong>-1999 kunnen vastgelegd worden.<br />
Ook komt er meer aandacht voor de samenwerking met de buurlanden. Zo worden<br />
de relaties met Nederlandse universiteiten steeds nadrukkelijker in de kijker gezet.<br />
Voorbeeld hiervan is <strong>het</strong> in <strong>1998</strong> ondertekende Convenant met de Katholieke Universiteit<br />
Nijmegen. Ook <strong>het</strong> Euroregional Network verbindt de universiteiten van<br />
Nijmegen, Twente, Dortmund, Munster en Osnabruck met de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Lijst van de huidige bilaterale akkoorden van de K.U.<strong>Leuven</strong>:<br />
Universitat zu Köln<br />
Westfalische Wilhelms-Universitat Munster<br />
Universita di Llrbino (2 faculteiten)<br />
Universita Cattolica del Sacro Cuore Milano (Humane Wetenschappen)<br />
Universita degli Studi di Bologna<br />
Ministry of External Affairs, Spain<br />
Consejo Superior de Investigaciones Científícas Madrid<br />
Universidad de Salamanca (de facto facultair)<br />
K.U.Lublin<br />
University of Wroclaw<br />
University of Warsaw<br />
University of Pennsylvania<br />
University of Chicago<br />
Cornell University<br />
University of California, Berkeley<br />
Kansai Universiteit Osaka<br />
Ministry of Education Taiwan<br />
Commission of National Education China (via ambassade Bejing)<br />
University of Pretoria<br />
University of Free State, Bloemfontein<br />
University of Stellenbosch<br />
University of Illinois at Urbana-Champaign<br />
Met de Europese partnerinstellingen onderhoudt de K.U.<strong>Leuven</strong> vaak ook intensieve<br />
contacten via <strong>het</strong> Socrates-programma. De partners uit andere continenten nemen<br />
een bevoorrechte plaats in in de samenwerkingsprogramma's met externe financiering.<br />
7.2.2 Buitenlandse studenten<br />
Op 1 februari <strong>1998</strong> waren er 2 227 buitenlandse studenten ingeschreven en per<br />
einde jaar 2 608. Zij waren afkomstig uit 106 verschillende landen. Daarin zijn niet<br />
begrepen de 507 studenten die in <strong>het</strong> kader van de Europese Erasmus- en Tempusprogramma's<br />
in <strong>Leuven</strong> studeerden, maar die ingeschreven bleven aan hun universiteit<br />
van herkomst. Nederland leverde met 360 studenten <strong>het</strong> grootste aantal daarin.<br />
Van de 2 608 buitenlandse studenten schreven er zich 960 in voor de eerste en<br />
tweede cyclus, 495 voor voortgezette opleidingen, 49 als predoctorandus, 561 als<br />
doctoraatsstudenten, 91 als visiting scholar, 46 als international scholar, 481 voor<br />
vrije opzoekingen, 74 voor afzonderlijke vakken, 22 voor <strong>het</strong> aggregaat, 9 voor een<br />
postacademisch studiejaar.<br />
Ongeveer 550 studiebeurzen werden toegekend aan buitenlandse studenten, inclusief<br />
studenten-navorsers, Erasmus- en Tempus-beurzen niet meegerekend. Deze<br />
beurzen werden toegekend in <strong>het</strong> kader van de K.U.<strong>Leuven</strong> ontwikkelingssamenwerking<br />
(66), door de interuniversitair bilaterale akkoorden van de K.U.<strong>Leuven</strong> (68) en op<br />
kredieten verstrekt door de facultaire units, de universitaire ziekenhuizen, IMEC, LRD<br />
Onderwijs<br />
1 33
(ca 3301, de dienst Onderzoekscoördinatie (371, de Soros Foundation (1 51, en in <strong>het</strong><br />
kader van initiatieven ondernomen door <strong>het</strong> Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap<br />
en de minister van Wetenschapsbeleid (30).<br />
7.2.3 Gastprofessoren<br />
Aan de K.U.<strong>Leuven</strong> werden 100 gastprofessoren aangesteld.<br />
De unit 'Huisvesting Gastprofessoren' zorgde voor de accommodatie van buitenlandse<br />
hoogleraren en navorsers, verleende medewerking inzake <strong>het</strong> aanvragen van<br />
arbeidskaarten en <strong>het</strong> onthaal in <strong>het</strong> algemeen. De laatste jaren werd deze service<br />
ook uitgebreid tot leden <strong>het</strong> <strong>het</strong> academisch personeel afkomstig uit de Europese<br />
Unie en de landen van Oost- en Centraal-Europa die te <strong>Leuven</strong> verbleven in <strong>het</strong> kader<br />
van de Erasmus- en Tempusprogramma's, tot de buitenlandse academici die aan de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> hun sabbatical leave doorbrachten en tot de houders van een doctorsgraad<br />
die participeren aan een researchproject met inbegrip van research fellows van<br />
<strong>het</strong> Onderzoeksfonds.<br />
In <strong>het</strong> totaal werden, gespreid over een jaar, 282 gasten gehuisvest in een veertigtal<br />
appartementen in <strong>het</strong> Universitair Centrum Groot Begijnhof en in een twintigtal<br />
gehuurde appartementen in de privé-sector.<br />
7.2.4 Vlaamse Projecten voor Internationale Samenwerking (Ministerie van de<br />
Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs)<br />
Sedert 1996 wordt op de onderwijsbudgetten van de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks<br />
110 mio BEF voorbehouden voor internationale samenwerkingsprojecten van<br />
Vlaamse universiteiten met hun partners in Zuid-Afrika, China, Vietnam, Rusland en<br />
Oekraïne. Ongeveer 10% van dit budget kan ook worden toegekend aan projecten<br />
met andere partnerlanden (de zgn. niet-prioritaire landen). Op de budgetten voor<br />
<strong>1998</strong> neemt de K.U.<strong>Leuven</strong> aan 7 projecten deel: Zuid-Afrika (4), China (1) en<br />
Rusland (2).<br />
34 1 KathoIU<br />
Ynirersiieil Leuren<br />
7.2.5 Europese onderwijsprogramma's<br />
7.2.5.1 Socrates en ERASMUS<br />
1997-<strong>1998</strong> was <strong>het</strong> eerste jaar waarin ERASMUS deel uitmaakte van <strong>het</strong> grotere<br />
SOCRATES-programma. Net als in <strong>het</strong> verleden was één van de hoofddoelstellingen<br />
van dit luik <strong>het</strong> stimuleren van de studentenmobiliteit tussen de deelnemende landen.<br />
De uitwisseling van studenten met zorgvuldig gekozen partnerinstellingen bleef dan<br />
ook één van de hoofdpijlers van <strong>het</strong> internationaliseringcbeleid van de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Daar waar tijdens <strong>het</strong> oorspronkelijke ERASMUS-programma de studentenmobiliteit<br />
werd georganiseerd binnen (meestal) vakgebonden netwerken van universiteiten, de<br />
zogenaamde ICP's (Interuniversity Cooperation Programmes), stimuleert de EU de<br />
universiteiten in <strong>het</strong> kader van SOCRATES om op bilaterale basis uitwisselingsovereenkomsten<br />
af te sluiten. Toch blijven de vroegere ICP's in feite vaak hun stimulerende<br />
rol spelen. Het feit dat de Europese Commissie hen niet langer als gesprekspartner<br />
erkent en zich voor alles rechtstreeks tot <strong>het</strong> centrale beleid van de deelnemende<br />
universiteiten richt, dreigt echter een deel van de vroegere dynamiek aan de<br />
basis weg te nemen.<br />
Eén en ander laat zich voelen in de aantallen uitgewisselde studenten. Tegenover<br />
1996-1 997 liep <strong>het</strong> aantal uitgestuurde studenten licht terug: daar waar er in 1996-<br />
1997 nog 646 studenten naar een ERASMUS-gastinstelling vertrokken, waren er dat<br />
in 1997-1 998 nog slechts 586. Het aantal buitenlandse ERASMUS-studenten dat de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> bezocht kende dan weer een stijging: 455 studenten in 1997-<strong>1998</strong><br />
tegenover 41 6 <strong>het</strong> jaar voordien. Een gevolg van deze evolutie is dat <strong>het</strong> onevenwicht<br />
tussen <strong>het</strong> aantal uitgestuurde en <strong>het</strong> aantal ontvangen studenten iets minder<br />
groot wordt.<br />
Het is niet uitgesloten dat ook tijdens de volgende jaren de aantallen uitgezonden en<br />
buitenlandse ERASMUS-studenten meer naar elkaar toe zullen groeien. De toetreding<br />
van nieuwe landen tot SOCRATES, waaronder enkele van de vroegere TEMPUS-lan-
den (Cyprus, Hongarije, Polen, Roemenië, Slovakije en Tsjechië vanaf <strong>1998</strong>-1 999 en<br />
Letland, Estland en Litouwen en mogelijk ook Bulgarije en Slovenië vanaf 1999-<br />
2000), zal er vermoedelijk voor zorgen dat <strong>het</strong> aantal buitenlandse ERASMUS-studenten<br />
aan de K.U.<strong>Leuven</strong> blijft toenemen.<br />
ERASMUS-studenten uitgestuurd en onthaald door de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Gastland Aantal ERASMUS-studenten Aantal buitenlandse ERASMUSuitgestuurd<br />
door de K.U.<strong>Leuven</strong> studenten aan de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Denemarken 13 29<br />
Duitsland 7 1 4 9<br />
Finland 15 1 O<br />
Frankrijk 138 30<br />
Griekenland 9 23<br />
Ierland 25 18<br />
Italië 4 9 63<br />
Nederland 4 5 3 2<br />
Noorwegen 8 4<br />
Oostenrijk 11 9<br />
Portugal 4 18<br />
Spanje 8 1 8 1<br />
Verenigd Koninkrijk 8 2 35<br />
Ijsland 1 7<br />
Zweden 18 38<br />
I Zwitserland 16 9<br />
Totaal 586 455<br />
Faculteit Aantal uitgezonden Aantal buitenlandse<br />
~~~~~us-itudenten ERASMUS-studenten<br />
Godgeleerdheid 16 9<br />
Kerkelijk Recht O O<br />
HIW 4 6<br />
Rechtsgeleerdheid 126 174<br />
ETEW 8 1 90<br />
Sociale Wetenschappen 4 7 3 5<br />
Letteren 144 44<br />
Psych. & Pedag. Wet. 33 15<br />
Geneeskunde 29 9<br />
Farmaceut. Wet. 1 1<br />
FLOK 13 15<br />
Wetenschappen 1 O 20<br />
Toegepaste Wet. 64 30<br />
LTBW 18 7<br />
Totaal 586 455<br />
7.2.5.2 De andere Europese onderwijsprogramma 's<br />
Een groot aantal van de traditionele TEMPUS-PHARE-partnerlanden behoren sedert<br />
<strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> tot <strong>het</strong> Socrates-programma. Tsjechië, Roemenië,<br />
Polen, Slovakije en Hongarije regelen de uitwisseling van hun studenten via <strong>het</strong> studentenluik<br />
van <strong>het</strong> Socrates-programma. Daardoor werd <strong>het</strong> aantal effectief ontvangen<br />
TEMPUS-studenten teruggebracht tot een 30-tal. Zij komen uit Estland,<br />
Letland, Litouwen, Albanië en Bulgarije.<br />
De onderwijscontacten met de universiteiten in de vroegere Sovjetunie verlopen via<br />
<strong>het</strong> TEMPUS-TACIS-programma. Vooral met enkele Russische universiteiten heeft de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> sterke links opgebouwd. Door de huidige beperkte financiering voor de<br />
samenwerking met andere partnerlanden zijn die contacten momenteel eerder<br />
beperkt.<br />
In <strong>het</strong> ALFA-programma, voor de samenwerking met universiteiten in Latijns-<br />
Onderwijs<br />
I<br />
35
Amerika, wordt door professoren van de K.U.<strong>Leuven</strong> vaak samengewerkt met universiteiten<br />
in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Costa Rica, Ecuador, Mexico en Peru.<br />
In 1997-1 998 nam de K.U.<strong>Leuven</strong> deel aan 21 ALFA-projecten.<br />
7.3 Ontwikkelingssamenwerking<br />
7.3.1 Studentenaantallen<br />
Van de per 1 februari <strong>1998</strong> 2 227 ingeschreven buitenlandse studenten zijn er 810<br />
afkomstig uit erkende ontwikkelingslanden. De K.U.<strong>Leuven</strong> wenst daarin vooral studenten<br />
aan te trekken voor de voortgezette academische opleidingen en doctoraten.<br />
Studenten van de Derde Wereld vond men vooral in de studierichtingen Godgeleerdheid,<br />
Wijsbegeerte, Geneeskunde en Toegepaste Wetenschappen. De programma's<br />
Human Settlements, Water Resources Engineering en Postharvest and Food Preservation<br />
worden speciaal georganiseerd voor postgraduaatsstudenten met beroepservaring.<br />
7.3.2 Activiteiten op grond van eigen universitaire budgetten<br />
Tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> implementeerde de Interfacultaire Raad voor<br />
Ontwikkelingssamenwerking verder de in 1996-1997 door de Academische Raad<br />
goedgekeurde beleidsnota. Dit betekent dat vanaf nu ook alle interventiecategorieën<br />
systematisch worden uitgevoerd. Er was een totaal bedrag van 26,25 mio BEF<br />
voorzien voor de acties van IR0 in <strong>1998</strong>.<br />
a) Studiebeurzen<br />
Dit blijft de grootste budgetpost van de Raad. Hiermee worden studenten uit ontwikkelingslanden<br />
in staat geteld om hier een derdecyclusprogramma enlof een doctoraat<br />
af te werken. De beurzen zijn beperkt in tijd en elke tussentijdse verlenging is afhankelijk<br />
van een evaluatie. Meer aandacht wordt besteed aan <strong>het</strong> veralgemeend opleggen<br />
van een predoctorale proef en dus een betere selectie van de kandidaten. Voor<br />
de kandidaat-doctorandi gebeurt de selectie in overleg met <strong>het</strong> Bureau van de Onderzoeksraad.<br />
66 studiebeurzen werden ter beschikking gesteld aan post-graduaatstudenten,<br />
waarvan 35 een mastersprogramma volgden, 26 een doctoraal en 5 een<br />
postdoctoraal programma.<br />
b) Ondersteuningsprojecten<br />
Hiermee wil men kleine, punctuele financiering mogelijk maken aansluitend bij reeds<br />
lopende projecten die extern gefinancierd worden en waar bepaalde eigen accenten<br />
met dit beperkt budget worden aan toegevoegd. In <strong>het</strong> lopende budgetjaar werden zo<br />
bij een bestaande institutionele samenwerking korte recyclages ter plaatse in een<br />
bijkomend onderzoeksdomein gefinancierd en een boekenoverdracht gebudgetteerd.<br />
Bij projecten eigen initiatieven werden additionele publicaties enlof studiedagen<br />
betoelaagd.<br />
C) Prospectiebeurzen<br />
Dit is een beurs waardoor een jong ZAP-lid een reeds geconcipieerd samenwerkingsvoorstel<br />
ter plaatse kan gaan finaliseren in overleg met de lokale partner, zodat <strong>het</strong><br />
project beter voorbereid bij een financier kan worden ingediend. Het afgelopen jaar<br />
werden slechts een beperkt aantal vragen gehonoreerd.<br />
d) Recyclagebeurzen<br />
Dit is een interventiecategorie waarbij aan mensen uit ontwikkelingslanden na hun<br />
terugkeer de mogelijkheid wordt geboden om voor een korte termijn opnieuw naar de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> te komen om zich bij te scholen. Men biedt zo de afgestudeerden van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> de mogelijkheid om zich te herbronnen omdat ter plaatse vaak de recente<br />
literatuur en de nodige contacten ontbreken. Daardoor worden de samenwerkingsbanden<br />
versterkt.
e) Beurzen voor studenten<br />
Met deze beurzen wordt de mogelijkheid geboden aan onze eigen studenten om in de<br />
opleiding geïntegreerde activiteiten (bv. stage, eindwerk) in een ontwikkelingsland<br />
onder goed begeleide omstandigheden te gaan uitvoeren. De K.U.<strong>Leuven</strong> wenst zo<br />
onder zijn studenten de belangstelling voor ontwikkelingssamenwerking te stimuleren.<br />
Dit academiejaar vond er voor <strong>het</strong> eerst een oproep en selectie plaats. De<br />
belangstelling was groot en uiteindelijk konden 34 studenten uitgezonden worden.<br />
Dit had meteen een voorbeeldfunctie. Vlak voor de zomer werd beslist door de VLIR<br />
om een vergelijkbare mogelijkheid voor alle Vlaamse universiteiten open te stellen.<br />
f) Kleine projecten<br />
Hiermee worden een aantal kleinschalige projecten gefinancierd, zoals <strong>het</strong> project<br />
medische hulp met Kinshasa, recyclage van artsen in Zuid-Amerika en punctuele<br />
ondersteuning van de Facultés Catholiques te Kinshasa.<br />
7.3.3 Samenwerking in <strong>het</strong> kader van externe financiering<br />
Het academiejaar 1997-<strong>1998</strong> stond in <strong>het</strong> teken van de eerste uitvoering van de<br />
afspraken die de Vlaamse universiteiten via de VLIR hadden gemaakt met de Staatssecretaris<br />
van Ontwikkelingssamenwerking. Dit hield praktisch in dat veel van de<br />
samenwerkingsmogelijkheden waar voorheen de hoofdklemtoon voor de keuze en<br />
uitvoering via <strong>het</strong> ABOS verliep, werden overgedragen aan de Vlaamse Interuniversitaire<br />
Raad die geïntegreerde programma's moet voorleggen aan de overheid. Deze<br />
behoudt zelf een afstandelijke rol in de selectie en treedt vooral bewakend op ten<br />
aanzien van de correcte uitvoering door de Vlaamse Interuniversitaire Raad. Dit<br />
academiejaar vond de eerste uitvoering plaats van <strong>het</strong> 'programma Institutionele<br />
Samenwerking', <strong>het</strong> 'Eigen initiatieven-programma' en <strong>het</strong> 'Noord-actiesprogramma'.<br />
De uitvoering verliep vaak erg moeizaam omwille van de onduidelijkheid over de beschikbare<br />
budgetten en de richtlijnen die de aanvaardbaarheid van de uitgaven<br />
beschrijven. De herhaalde wijziging van bepaalde elementen voegde zich bij de reeds<br />
gecompliceerde samenwerking met lokale partners wanneer <strong>het</strong> gaat om de besteding<br />
van de toch wel omvangrijke budgetten. Het is duidelijk dat de nieuwe benadering<br />
nog enige 'inrijtijd' nodig heeft.<br />
De klemtoon van de interuniversitaire samenwerking ligt nu hoofdzakelijk op de 'institutionele<br />
samenwerking'. Het grootste deel van <strong>het</strong> budget gaat naar een met alle<br />
Vlaamse universiteiten geconcerteerde samenwerking met een beperkt aantal partners<br />
overzee. In de onderstaande tabel wordt weergegeven welke partners zijn gekozen,<br />
welke Vlaamse universiteit namens de anderen de activiteiten coördineert en<br />
welk de coëfficiënt van de partner is (m.a.w. of er op jaarbasis effectief ongeveer 30<br />
mio wordt besteed of slechts een fractie ervan).<br />
Enkel voor <strong>het</strong> samenwerkingsverband met Cochabamba werd <strong>het</strong> jaarprogramma<br />
Onderwijs<br />
1<br />
37
1997 nog in belangrijke mate in 1997 aangevat. De goedkeuring van de overheid<br />
kwam er pas tijdens de zomer en de start was enkel mogelijk omwille van de voorfinanciering<br />
door de K.U. <strong>Leuven</strong> van een omvangrijk budget. De andere samenwerkingsprogramma's<br />
voor 1997 startten uiteindelijk pas rond de jaarwisseling 1997-<br />
<strong>1998</strong> met alle budgettaire opvolgingsproblemen vandien. De programma's <strong>1998</strong><br />
startten wel reeds in maart <strong>1998</strong>. In de loop van 1997-1 998 werden ook de laatste<br />
institutionele partners gekozen, waarbij <strong>Leuven</strong> in <strong>het</strong> bijzonder ijverde voor <strong>het</strong><br />
Filipijns samenwerkingsverband. Er is ook gekozen om een drietal netwerken van<br />
universiteiten in Zuidelijk Afrika te ondersteunen, telkens vanuit een thematische<br />
invalshoek. <strong>Leuven</strong> krijgt de coördinatie van een samenwerking tussen diverse universiteiten<br />
van Zuid-Afrika zelf en omliggende landen rond een versterking van <strong>het</strong><br />
onderwijs in de 'Basic sciences'.<br />
De grootste omzet van samenwerking werd in 1997-<strong>1998</strong> nog altijd gerealiseerd via<br />
<strong>het</strong> kanaal van de VLIR-eigen initiatieven. De overheid stelt daarvoor via ABOS (oude<br />
werkwijze) of via VLIR (nieuwe werkwijze) fondsen ter beschikking waarmee de universiteiten<br />
in duur en omvang beperkte samenwerkingsprojecten in de Derde Wereld<br />
kunnen uitvoeren. Bij de aanvang van <strong>1998</strong> was de K.U. <strong>Leuven</strong> met dergelijke<br />
projecten nog actief in Bangladesh (2x), Bolivia (2x), Brazilië (2x), Burkina Faso,<br />
Cambodja, China (2x), Colombia (2x), Cuba, Ecuador (5x1, Filipijnen, Indonesië,<br />
Ivoorkust (3x1, Kameroen, Kenya (2x), Maleisië, Mexico, Nigeria (2x), Peru, Senegal,<br />
Suriname (2x1, Tanzania, Thailand, Vietnam (5x), Zambia, Zuid-Afrika. Later in <strong>1998</strong><br />
- met enige vertraging binnen de context van de nieuwe VLIR-programma's - startten<br />
nog vier nieuwe projecten in China, India, Thailand, Vietnam. In <strong>het</strong> voorjaar <strong>1998</strong><br />
vonden parallel de selecties voor de nieuwe projecten 1999 plaats: hier behaalde de<br />
K.U. <strong>Leuven</strong> twee projecten. Onder meer de door de staatssecretaris opgelegde<br />
verplichting dat de helft van de VLIR-middelen moeten besteed worden in Subsahara-<br />
Afrika had tot gevolg dat <strong>Leuven</strong>se projectvoorstellen werden vervangen door -<br />
nochtans bij de experten minder gewaardeerde - Afrikaanse voorstellen van andere<br />
universiteiten. Tijdens dit academiejaar werd ook nogal wat aandacht besteed aan<br />
een hernieuwde structurele samenwerking met Congo: omwille van de lokale<br />
politieke problemen en de algemene instabiliteit is er geen verdere concretisering van<br />
de samenwerking gekomen. De K.U.<strong>Leuven</strong> blijft er alleszins actief via 4 door de<br />
overheid gefinancierde kleinschalige netwerkactiviteiten en voorts via eigen<br />
financiering van samenwerking met de Universités Catholiques te Kinshasa en een<br />
personele samenwerking met de Université de Bukavu.<br />
Begin <strong>1998</strong> legde de VLIR de langverwachte evaluatie van de Internationale Cursusprogramma's<br />
(ICP's) voor. Dit zijn onderwijsprogramma's die hoofdzakelijk gericht<br />
zijn op ontwikkelingsrelevante thema's en bedoeld zijn voor studenten uit ontwikkelingslanden.<br />
De <strong>Leuven</strong>se ICP's scoorden goed tot zeer goed in deze evaluatie. Het<br />
betreft: Water Resources Engineering; Postharvest and Food Preservation<br />
Engineering, Molecular Biology and Human Settlements. Helaas blijven er ook te veel<br />
andere ICP's betoelaagd, zodat de middelen voor de goede ICP's eigenlijk ontoereikend<br />
zijn. De evaluatie door de VLIR werd tijdens de zomer nog aangevuld met een<br />
ABOS-evaluatie die ten dele de VLIR-evaluatie tegenspreekt, hoewel ook hier de<br />
<strong>Leuven</strong>se ICP's allemaal gemiddeld of beter dan gemiddeld scoorden. Men blijft op<br />
VLIR-niveau aarzelen om enkele opleidingen stop te zetten en ruimte te scheppen<br />
voor nieuwe initiatieven.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> vroeg ook aandacht voor de communautaire verdeling van de middelen<br />
ontwikkelingssamenwerking. Nog altijd gaan veel meer middelen naar de<br />
Franse gemeenschap. De dialoog die de VLIR aansluitend op onze vraag voerde met<br />
de Staatssecretaris leidde echter niet tot enige conclusie.<br />
Ten slotte kan erop gewezen worden dat de K.U. <strong>Leuven</strong> ook actief blijft in de<br />
wetenschappelijke begeleiding van een aantal NGO's. Het meest actief gebeurt dit<br />
voorlopig in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Aaron-samenwerkingsverband, waaraan de NGO's<br />
Act, leder voor Allen en Form participeren evenals ontwikkelingsorganisaties zoals<br />
<strong>het</strong> Felixfonds en Go & Do. Verder lopen er hernieuwde samenwerkingsovereenkomsten<br />
met Wereldsolidariteit en Broederlijk Delen.<br />
3 I Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Ondemijs<br />
1 39
.-<br />
.-<br />
C<br />
Q<br />
C<br />
m<br />
.- g W<br />
C<br />
m<br />
z<br />
- m<br />
U)<br />
Q<br />
-&<br />
á<br />
-<br />
b W bOb(DNInIn0b -N- WmIn00<br />
-In - 0 b t - Q ) W Q ) O<br />
bmInNmmmmN $$s ONm*w<br />
N W W W -<br />
7 <br />
C .<br />
o tf<br />
a o<br />
N<br />
C<br />
C<br />
m<br />
N<br />
F<br />
m<br />
7<br />
m<br />
7<br />
w<br />
-<br />
Cr)<br />
N<br />
u<br />
Q<br />
5 Q<br />
Q<br />
ü<br />
3<br />
G<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
-<br />
88 888888888 888 88888<br />
m gg ~.sO.SSSSs~. SSS =!=!=!Ss<br />
m<br />
C<br />
i0<br />
000000000 000 00000<br />
00 000000000 000 00000<br />
-7 --------F -7- -7-7-<br />
.-<br />
C<br />
al<br />
C<br />
.- m<br />
.- E2<br />
Z<br />
C<br />
2<br />
Q<br />
U><br />
al<br />
O :<br />
z<br />
88 888888888 888 88888<br />
z: ?"=?0.=?0.9?? "N" *.<br />
a l ;,alzal alm~jm13~eale+je<br />
e<br />
Z ..erss c 3 =,C<br />
&-r' 60.- 5" o m m U Z %<br />
a l a l rgayC - r o~ aal - l ~ ccalal E V) ~ nag a ~ V) a ral m O € =<br />
O ~ O L CC "{Z; PUS 'U<br />
. u<br />
E y<br />
V ) O O > o . = O<br />
m<br />
m ~ L a l m O o o 8 k al S<br />
3G + u a c a w a m ï 3;; u+Lu+
4<br />
0<br />
g<br />
m Tabel 3: Totale studentenpopulatie K.U.<strong>Leuven</strong> naar leeftijd (1997-981 (situatie op 01.02.98)<br />
5<br />
m<br />
m. -<br />
r<br />
C<br />
s<br />
Aantallen<br />
Studiegebied<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel. Opv., Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal - aantallen<br />
70 taal - procentuele verdeling<br />
Leeftijdscategorie<br />
17j 18j 19j 20j 21j 22j 23j 24j 25j 26-29j 30jen+<br />
O 42 28 38 38 4 1 46 32 28 73 151<br />
O 32 44 36 44 33 23 14 12 68 252<br />
5 303 337 307 285 182 90 43 22 51 92<br />
O 114 165 197 154 111 73 35 21 37 23<br />
3 92 97 112 84 52 44 22 15 36 20<br />
9 552 520 490 495 494 331 170 77 67 41<br />
17 487 422 371 377 345 197 121 65 97 113<br />
9 484 383 417 367 397 257 136 57 120 68<br />
O 20 1 254 223 202 182 136 59 28 42 58<br />
O 35 61 33 1 O0 93 83 65 60 57 103<br />
3 235 233 255 213 134 81 31 14 22 16<br />
15 365 264 307 258 214 148 113 81 220 186<br />
9 399 337 301 297 323 228 161 95 218 174<br />
5 224 185 180 184 220 135 86 45 114 73<br />
16 241 305 263 362 286 348 342 240 363 262<br />
1 24 28 28 50 50 28 13 16 18 33<br />
1 113 107 113 92 96 58 26 19 34 26<br />
1 82 81 71 55 71 62 24 9 16 11<br />
94 4025 3851 3742 3657 3324 2368 1493 904 1653 1702<br />
0,4% l5,0% 14,4% 14,0% 13,6% 12,4% 8,8% 5,6% 3,4% 6,2% 6,3%<br />
Totaal<br />
517<br />
558<br />
1717<br />
930<br />
577<br />
3 246<br />
2612<br />
2 695<br />
1 385<br />
690<br />
1 237<br />
2171<br />
2542<br />
1 451<br />
3 028<br />
289<br />
685<br />
483<br />
26813<br />
100,0%
Tabel 4: Generatiestudenten K.U.<strong>Leuven</strong> (1 997-98) (toestand op 01.02.981<br />
Studiegebied<br />
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel. Opv, Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
Regime<br />
Volt. Deelt.<br />
65 8<br />
46 O<br />
342 O<br />
148 O<br />
134 O<br />
660 O<br />
599 3<br />
549 1<br />
276 O<br />
42 O<br />
279 O<br />
432 O<br />
397 O<br />
237 O<br />
289 1<br />
30 O<br />
120 O<br />
112 O<br />
4 757 13<br />
Geslacht<br />
Man Vrouw<br />
41 32<br />
17 29<br />
110 232<br />
81 67<br />
49 85<br />
319 341<br />
142 460<br />
343 207<br />
120 156<br />
3 39<br />
137 142<br />
261 171<br />
306 91<br />
131 106<br />
123 167<br />
13 17<br />
35 85<br />
44 68<br />
2275 2495<br />
Nationaliteit<br />
Belg E U And.<br />
56 6 11<br />
37 2 7<br />
342 O O<br />
148 O O<br />
131 3 O<br />
650 4 6<br />
590 8 4<br />
539 7 4<br />
269 4 3<br />
38 4 O<br />
276 3 O<br />
426 3 3<br />
396 O 1<br />
235 2 O<br />
236 52 2<br />
19 1 O 1<br />
115 2 3<br />
104 2 6<br />
4 607 112 51<br />
Totaal<br />
73<br />
46<br />
342<br />
148<br />
134<br />
660<br />
602<br />
550<br />
276<br />
42<br />
279<br />
432<br />
397<br />
237<br />
290<br />
30<br />
120<br />
112<br />
4770<br />
Regime<br />
Volt. Deelt.<br />
89% 11%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
100% 0%<br />
Geslacht<br />
Man Vrouw<br />
56% 44%<br />
37% 63%<br />
Nationaliteit<br />
Belg EU And.<br />
77% 8% 15%<br />
80% 4% 15%<br />
32% 68% 100% 0% 0%<br />
55% 45% 100% 0% 0%<br />
37% 63% 98% 2% 0%<br />
48% 52% 98% 1% 1%<br />
24% 76% 98% 1 % 1 %<br />
62% 38% 98% 1% 1 %<br />
43% 57% 97% 1% 1%<br />
7% 93% 90% 10% 0%<br />
49% 51% 99% 1% 0%<br />
60% 40% 99% 1% 1%<br />
77% 23% 100% 0% 0%<br />
55% 45% 99% 1% 0%<br />
42% 58% 81% 18% 1%<br />
43% 57% 63% 33% 3%<br />
29% 71% 96% 2% 3%<br />
39% 61% 93% 2% 5%<br />
48% 52% 97% 2% 1%<br />
Totaal<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
100%
Tabel 5a: Generatiestudenten K.U.<strong>Leuven</strong> naar vooropleiding (1 997-98)<br />
NIEUW STELSEL<br />
Algemeen S0<br />
Grieks-Latijn<br />
Grieks-Wiskunde<br />
Grieks-Wetenschappen<br />
Latijn-Moderne talen<br />
Latijn-Wiskunde<br />
Latijn-Wetenschappen<br />
Economie-Moderne Talen<br />
Economie-Wiskunde<br />
Menswetenschappen<br />
Moderne Talen-Wiskunde<br />
Moderne Talen-Wetenschappen<br />
Sportwetenschappen<br />
Wetenschappen-Wiskunde<br />
ASO zonder verdere specificatie<br />
Totaal ASO<br />
Technisch S0<br />
Grafiek<br />
Handel en Administratie<br />
Hotel en Voeding<br />
Hout en Bouw<br />
Kunstgerichte sector<br />
Land- en Tuinbouw<br />
Lich. Opvoeding en Sport<br />
Mechanica en Elektriciteit<br />
Sociaal en verzorgende sector<br />
Wetenschappen-Chemie<br />
Overige<br />
Totaal TSO<br />
Beroeps S0<br />
Kunst S0<br />
Overig S0 (Buitenlandsl<br />
TOTAAL NIEUW STELSEL<br />
OUD STELSEL<br />
ALGEMEEN TOTAAL<br />
N<br />
96-97 97-98<br />
312 273<br />
97 90<br />
17 12<br />
399 372<br />
1 027 955<br />
429 45 1<br />
353 339<br />
340 324<br />
203 216<br />
23 1 177<br />
253 204<br />
57 65<br />
919 940<br />
1 1<br />
4 638 4 419<br />
2 2<br />
49 45<br />
6 4<br />
2 2<br />
2<br />
8 8<br />
1 O 11<br />
45 36<br />
19 29<br />
17 9<br />
4<br />
162 148<br />
2 7<br />
79 23<br />
227 766<br />
5 048 4 757<br />
28 13<br />
5 076 4 770<br />
%<br />
96-97 97-98<br />
6.7% 6,2%<br />
2.1 % 2,0%<br />
0.4% 0.3%<br />
8,6% 8,4%<br />
22,1% 21,6%<br />
9.2% 10.2%<br />
7,6% 7,7%<br />
7,3% 7,3%<br />
4,4% 4,9%<br />
5,0% 4,0%<br />
5.5% 4,6%<br />
1,2% 1,5%<br />
19,8% 21,3%<br />
0.0% O,O%<br />
91.4% 92.6%<br />
O,O% O,O%<br />
1,2% 1,4%<br />
30,2% 30,4%<br />
3,7% 2,7%<br />
1.2% 1,4%<br />
0.0% 1,4%<br />
4,9% 5.4%<br />
6,2% 7.4%<br />
27,8% 24,3%<br />
11,7% 19.6%<br />
10.5% 6,1%<br />
3.2% 3.1%<br />
O,O% O,O%<br />
0,4% 0,5%<br />
4,5% 3,5%<br />
99.4% 99.7%<br />
0.6% 0.3%<br />
100.0% 100.0%<br />
44 I Kaihoiíeke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong>
Tabel 5b: Generatiestudenten met hogeschool vooropleiding (1 997-981<br />
1 CYCLUS<br />
Gezondheidszorg<br />
Handelswet. en Bedrijfskunde<br />
Industriële Wet. en Technol.<br />
Kerkelijke Wetenschappen<br />
Muziek en Dramatische Kunst<br />
Onderwijs<br />
Sociaal-agogisch Werk<br />
Totaal 1 cyclus<br />
2 CYCLI<br />
Architectuur<br />
Handelswet. en Bedrijfskunde<br />
Industriële Wetenschappen<br />
Toegepaste Taalkunde<br />
Totaal 2 cycli<br />
Buitenlands<br />
Franstalige Gem.<br />
TOTAAL<br />
N %<br />
7 19,4%<br />
14 38,9%<br />
4 11,1%<br />
1 2.8%<br />
1 2,8%<br />
8 22,2%<br />
1 2,8%<br />
36 53.7%<br />
1 14,3%<br />
2 28,6%<br />
1 14,3%<br />
3 42,9%<br />
7 10.4%<br />
22 32.8%<br />
2 3.0%<br />
67 100.0%
-<br />
z<br />
C<br />
c"<br />
X T0.=!k'?9*T0.-.9r*.T 2<br />
a<br />
m ,<br />
- m<br />
-<br />
m m - ~ ~ m - - ~ m - - m o<br />
O<br />
bzsss$ssss8ss$sss s ss*<br />
.- O gq=?m.N=!*-.cq**""ycq? e. Nqq<br />
m m m - - m m m ~ - - - - ~ ~ O o00<br />
Z$N---<br />
O<br />
m<br />
C<br />
c"<br />
X<br />
E<br />
.E $cq*cqo-"-.cqTq'?"O.*'?o * 0.<br />
~am0m-03-m0003b003N0 2 00-<br />
- ~ m c o m m - t t m r - m ~ t m - m<br />
- m<br />
C<br />
c"<br />
C<br />
",<br />
E<br />
' U<br />
.-<br />
sssssssssssssss s sss<br />
=?N*?=!NN*kcqW.**'-i? 7 ='.*q<br />
~ C O ~ O ~ ~ C D L O - - N - ~ N O*t8<br />
O<br />
7 7-<br />
ssssssssss$gsss s ss$<br />
s$$ssSssssss8ss 8 88s<br />
999q9990.9999999 999<br />
000000000000000 X 000<br />
000000000000000 O 000<br />
-------------F- 7 7-7<br />
s$8ssss$&e$gssgs 8 88s<br />
N"?Nqb.*N=!T7Y9*'-i9 * .q*<br />
ommm-mmmm-~o--o O m o w<br />
m-mtNmmmNmbmm03m m mom<br />
k~8S8ss8s8SS8888s 8<br />
mNmtmNNm-03Nmm-t - o m 0<br />
m m m o t - m m - - ~ - - o N m t o<br />
7 -7<br />
Omm-oNmmm-mm03bN m mmm<br />
m-om-*mm -7 N -<br />
7<br />
mm mm mm^--<br />
aa-<br />
' hl<br />
NtN<br />
7<br />
7<br />
7<br />
7<br />
z$mmOmmombNMDmmtN N - o m<br />
*<br />
t<br />
O<br />
7<br />
m<br />
h<br />
t<br />
r r<br />
4- 4-<br />
C<br />
a C<br />
- o c c V)' a C<br />
L L a<br />
.E g o 2 E 8 : E p m<br />
E " '<br />
" , a - c m 3 ><br />
.-<br />
" $8<br />
G Q<br />
% 8 = ."$E=:-<br />
3%<br />
J<br />
a<br />
46 I Katholieke Universi teit <strong>Leuven</strong>
Tabel 7a: Examenresultaten per opleiding en studiejaar (1 997-98) (situatie einde academiejaar)<br />
G = Geslaagd<br />
NI = niet ingeschreven voor de examens<br />
Tot = Totaal aantal studenten ingeschreven op de rol<br />
Studiegebied<br />
Ie Kandidatuur<br />
Generatie i Andere i Totaal<br />
I<br />
I<br />
G NI Tot / G NI Tot / G NI Tot<br />
2e Kandidatuur<br />
G NI Tot<br />
45 8 71<br />
67 5 76<br />
290 2 313<br />
129 3 150<br />
87 1 102<br />
418 5 550<br />
30 11 437<br />
62 3 420<br />
95 6 267<br />
05 1 1 175<br />
28 276<br />
31 1 280<br />
99 2 357<br />
56 1 178<br />
98 8 358<br />
O 42<br />
05 1 130<br />
1 3 88<br />
446 71 470<br />
3e Kandidatuur<br />
G NI Tot<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk. Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel Opv., Motor. Reval. en Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
29 1 1 76 j 12 4 23; 41 15 9<br />
I<br />
29 2 48j14 1 23 j 43 3 1<br />
170 10 349 j 88 4 1631 258 14 512<br />
I<br />
79 5 151 j30 3 73j 109 8 224<br />
64 6 138 j 30 5 66 i 94 11 204<br />
238 16 672 1110 7<br />
l<br />
261 j 348 23 933<br />
202 20 612 j89 12 223 j 291 32 835<br />
205 18 561 1 97 176 j 302 18 737<br />
119 7 283 j73 4 158j 192 1 1 441<br />
12 5 45 j 14 3 24 j 26 8 69<br />
133 9 287 j 58 1 104 j 191 10 391<br />
216 24 448 177 1 130 j 293 25 578<br />
290 4 400 j 50 70 / 340 4 470<br />
134 3 240 j 40 51 j 174 3 291<br />
205 7 293 1 47 15 83 252 22 376<br />
15 30 j 6 1 12 j 21 1 42<br />
60 3 122 125 1 40; 85 4 162<br />
72 9 119 j21 2 441 93 11 163<br />
2 272 159 4 874 j881 64 1 724 j 3 153 223 6 598<br />
12 13<br />
244 3 278<br />
256 3 291
0<br />
g Tabel 7b: Percentage geslaagden per opleiding en studiejaar (1997-98) (situatie einde academiejaar)<br />
2<br />
s. De percentages hebben betrekking op <strong>het</strong> aantal geslaagden t.o. v. <strong>het</strong> aantal ingeschrevenen op de rol.<br />
-rTlm<br />
Studiegebied<br />
l e Kandidatuur 2e Kan 3e Kan l e Lic 2e Lic 3e Lic 4e Lic<br />
Gen And Tot<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk. Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel. Opv., Motor. Reval. en Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
38,2% 52,2% 41.4%<br />
60.4% 60.9% 60,6%<br />
48.7% 54,0% 50.4%<br />
52.3% 41.1% 48,7%<br />
46,4% 45.5% 46,1%<br />
35,4% 42.1 % 37,3%<br />
33,0% 39,9% 34,9%<br />
36.5% 55.1% 41,0%<br />
42,0% 46,2% 43,5%<br />
26,7% 58,3% 37.7%<br />
46,3% 55,8% 48,8%<br />
48,2% 59,2% 50,7%<br />
72.5% 71,4% 72,3%<br />
55.8% 78,4% 59,8%<br />
70,0% 56,6% 67.0%<br />
50.0% 50.0% 50,0%<br />
49.2% 62.5% 52.5%<br />
60.5% 47,7% 57.1%<br />
98,6%<br />
Totaal 146.6% 51 ,l % 47.8%<br />
98.6%<br />
Enige<br />
Lic<br />
93,5%<br />
93.5%<br />
Huisarts<br />
Leraren<br />
opl.<br />
50,0%<br />
58,3%<br />
55,7%<br />
58.0%<br />
68,2%<br />
48,9%<br />
56.4%<br />
51.2%<br />
33.3%<br />
30.9%<br />
31.6%<br />
54.7%<br />
38.9%<br />
29,6%<br />
50,0%<br />
40,0%<br />
66.7%<br />
7<br />
Aanv. Spec.<br />
Zijn niet opgenomen in deze tabel: afzonderlijke vakken, navorser, voorbereidend instituut, doctoraatsopleiding, doctoraat, postacademische opleidingen
t; Y<br />
O ?<br />
n z<br />
i<br />
!$j<br />
w<br />
4<br />
c<br />
a O<br />
o l -<br />
u m<br />
O<br />
m<br />
g<br />
Ei<br />
N<br />
w<br />
??<br />
g f:<br />
m<br />
.-<br />
-<br />
C i0<br />
E<br />
w<br />
a<br />
O<br />
w<br />
a<br />
.Ë<br />
w<br />
u<br />
m<br />
Ei<br />
Q >C<br />
O<br />
l-<br />
m b t ~ m m m ~ m owem<br />
e -ommm<br />
- em.- m<br />
- W<br />
m a wnbe-m-mm wbm m o o w m<br />
W - W m W<br />
-m emmbommom wWw mmcowe<br />
- - e ~ w w ~ o b-<br />
m -- -h<br />
F<br />
m<br />
e- O-OmeweWO W OOOWh<br />
W -<br />
7<br />
b W e$mewb-mm mm* mmm4r-&<br />
e<br />
e-mw - mwm -<br />
7<br />
eb m - m m m e ~ b m wem ~ W - ~ D O<br />
*(D bbWwwwmWm Wm- O-W-m<br />
W W - W - W m<br />
- W 000000000 o00 o o o o m<br />
mm m - m m m e ~ b m ~ W - C D ~<br />
e w bbWwwwmWm we? Wm O-W-m<br />
W W - W - W m<br />
- W<br />
mm m-meommew ~ W O - m e h e<br />
mm W - mm o -me<br />
m<br />
-<br />
W<br />
7<br />
W<br />
W<br />
O<br />
W<br />
h<br />
7<br />
7<br />
7<br />
C<br />
m<br />
g<br />
c<br />
m<br />
Y<br />
u w<br />
a w<br />
m<br />
w<br />
2<br />
6<br />
s<br />
f:<br />
e0 00--WOW00 000 00000<br />
- W<br />
e m m-mmmmwew WO - m e b e<br />
mm m w ~ m w m m - m -mm o - ~ m<br />
m<br />
8 2<br />
a al g* G c c<br />
W 7<br />
m: w w w<br />
c<br />
o<br />
m . m m a l c w c<br />
u> w r EB*3aac ~ 3<br />
5 Li " C.gr O<br />
w :%%L<br />
v U, U, m C au w<br />
z 2 c C > al a 2 .2<br />
Z U,<br />
- c e.E.2 U g &zSq arna a m al g %<br />
e ü ~ ; g g g 3 ; ~ Cl Cl al .E<br />
m w Z r c c m<br />
2: C !j~gi02"0 C." c z 7<br />
2s a<br />
Y . ~ L c.zr"Z.o!<br />
3 V ;<br />
C 0 + c'cwo'O ' a c w o a malal<br />
w .<br />
i ~ g'~.g U , aa l r ~ w"2 w $wo, m ~ S$C 2 3.2 E 38<br />
Z ~ w ~ ~ F<br />
fPWJg g=.$$ .- 5 1 0 . ~ ~ ; c ~ .g;.G ;<br />
wo, U, o m m al* w =<br />
s 0 2 C.%= ~ E r 2 E w U, aaz a w o<br />
w w $ y r w - r o , g c c w w w r m E - ,<br />
T % Z m 2 o >o.- u=<br />
a<br />
w , o ö o . g 5 g h w 5<br />
0 l - L W +<br />
P r n ~ c r - ~ r ~ o c c . ~ ~ y ~ ~ ~ ~ Q ) ~ ~<br />
$30 l-0aPCnwLU)J I -<br />
7<br />
7<br />
Onderwijs<br />
I 49
i?<br />
s Tabel 8a: vervolg<br />
6<br />
: Studiegebied<br />
Kandidaat<br />
Vt Dt Tot<br />
Academische opleiding<br />
Vt Dt Tot<br />
Voortgezette acad. opl.<br />
Vt Dt Tot<br />
Lerarenopl.<br />
Vt<br />
Doct.<br />
N.v.t.<br />
VROUWEN<br />
Wijs begeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel Opv., Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
15 O 15<br />
39 2 41<br />
197 O 197<br />
68 O 68<br />
57 1 58<br />
235 O 235<br />
261 O 261<br />
126 O 126<br />
99 O 99<br />
91 O 91<br />
132 O 132<br />
104 O 104<br />
67 O 67<br />
76 O 76<br />
145 O 145<br />
21 O 21<br />
91 O 91<br />
45 O 45<br />
1 869 3 1872<br />
13 O 13<br />
33 5 38<br />
205 O 205<br />
82 O 82<br />
46 O 46<br />
276 O 276<br />
241 2 243<br />
126 O 126<br />
108 O 108<br />
113 1 114<br />
121 O 121<br />
110 O 110<br />
58 O 58<br />
97 O 97<br />
234 O 234<br />
37 O 37<br />
73 1 74<br />
37 O 37<br />
2010 9 2019<br />
5 O 5<br />
4 O 4<br />
31 1 32<br />
16 O 16<br />
4 O 4<br />
24 3 27<br />
27 6 33<br />
87 6 93<br />
57 2 59<br />
11 6 17<br />
45 O 45<br />
8 2 10<br />
40 5 45<br />
26 O 26<br />
14 O 14<br />
10 7 17<br />
10 O 1 O<br />
28 5 33<br />
447 43 490<br />
4<br />
25<br />
7 5<br />
30<br />
14<br />
22<br />
94<br />
22<br />
6<br />
15<br />
34<br />
3 7<br />
6<br />
23<br />
20<br />
O<br />
6<br />
3<br />
436<br />
1<br />
2<br />
9<br />
O<br />
O<br />
3<br />
6<br />
4<br />
O<br />
1<br />
5<br />
25<br />
2<br />
14<br />
23<br />
1<br />
7<br />
O<br />
103
Tabel 8a: vervolg<br />
Studiegebied<br />
Kandidaat<br />
Vt Dt Tot<br />
Academische opleiding<br />
Vt Dt Tot<br />
Voortgezette acad. opl.<br />
Vt Dt Tot<br />
Lerarenopl.<br />
Vt<br />
Doct.<br />
N.v.t.<br />
T0 TAAL<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Crirninol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Licharnel Opv., Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
49 4 53<br />
72 2 74<br />
290 O 290<br />
129 O 129<br />
85 2 87<br />
418 1 419<br />
329 2 331<br />
364 O 364<br />
195 2 197<br />
105 O 105<br />
228 O 228<br />
231 O 231<br />
299 O 299<br />
156 O 156<br />
246 O 246<br />
30 O 30<br />
105 O 105<br />
72 O 72<br />
3 403 13 3416<br />
56 1 57<br />
98 7 105<br />
284 O 284<br />
153 O 153<br />
75 O 75<br />
544 O 544<br />
306 2 308<br />
390 O 390<br />
200 O 200<br />
140 1 141<br />
209 O 209<br />
236 O 236<br />
352 O 352<br />
216 O 216<br />
442 O 442<br />
49 O 49<br />
94 1 95<br />
53 O 53<br />
3897 12 3909<br />
12 4 16<br />
6 1 7<br />
35 1 36<br />
33 1 34<br />
12 O 12<br />
68 6 74<br />
43 1 O 53<br />
224 32 256<br />
118 6 124<br />
19 18 37<br />
64 O 64<br />
43 3 46<br />
105 12 117<br />
.60 2 62<br />
29 O 29<br />
13 17 30<br />
18 O 18<br />
42 7 49<br />
944 120 1064<br />
7<br />
41<br />
101<br />
57<br />
2 1<br />
36<br />
115<br />
30<br />
7<br />
18<br />
66<br />
59<br />
13<br />
31<br />
28<br />
O<br />
6<br />
5<br />
641<br />
6<br />
19<br />
13<br />
2<br />
3<br />
6<br />
15<br />
6<br />
3<br />
1<br />
9<br />
7 1<br />
5 6<br />
32<br />
74<br />
1<br />
12<br />
3<br />
332
- m<br />
Y<br />
5 ><br />
U)<br />
Q)<br />
o<br />
m<br />
C<br />
C<br />
7<br />
1 ~ ~ 1 0 m ~ m d N ~ a, 7 w m w hain a , r m ~ o<br />
leejolaoa<br />
'~douajejai<br />
'IdO<br />
Q ) ~ v . z ~ ~ ~ J o o A N<br />
t<br />
Q)<br />
a<br />
aqas!uapea~<br />
r r r<br />
N
Tabel 8c: Diploma's K.U.<strong>Leuven</strong> naar studiegebied en geslacht (1 997-98)<br />
Aantallen en percentages<br />
Studiegebied<br />
Kandidaat<br />
M V<br />
Academische Opl.<br />
M V<br />
Voortgez. Ac. Opl.<br />
M V<br />
Lerarenopl.<br />
M V<br />
Doctoraat<br />
M V<br />
TOTAAL<br />
M V<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen<br />
Lichamel Opv., Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
38 15<br />
33 41<br />
93 197<br />
61 68<br />
29 58<br />
184 235<br />
7 O 26 1<br />
238 126<br />
98 99<br />
14 91<br />
96 132<br />
127 104<br />
232 67<br />
80 76<br />
101 145<br />
9 21<br />
14 91<br />
27 45<br />
1 544 1 872<br />
44 13<br />
67 38<br />
79 205<br />
71 82<br />
29 46<br />
268 276<br />
65 243<br />
264 126<br />
92 108<br />
27 114<br />
88 121<br />
126 110<br />
294 58<br />
119 97<br />
208 234<br />
12 37<br />
21 74<br />
16 37<br />
1 890 2 019<br />
11 5<br />
3 4<br />
4 32<br />
18 16<br />
8 4<br />
47 27<br />
20 33<br />
163 93<br />
65 59<br />
20 17<br />
19 45<br />
36 1 O<br />
72 45<br />
36 26<br />
15 14<br />
13 17<br />
8 1 O<br />
16 33<br />
574 490<br />
3 4<br />
16 25<br />
26 75<br />
27 30<br />
7 14<br />
14 22<br />
2 1 94<br />
8 22<br />
1 6<br />
3 15<br />
32 34<br />
22 37<br />
7 6<br />
8 23<br />
8 20<br />
O O<br />
O 6<br />
2 3<br />
205 436<br />
5 1<br />
17 2<br />
4 9<br />
2 O<br />
3 O<br />
3 3<br />
9 6<br />
2 4<br />
3 O<br />
O 1<br />
4 5<br />
46 25<br />
54 2<br />
18 14<br />
5 1 23<br />
O 1<br />
5 7<br />
3 O<br />
229 103<br />
1 O1 38<br />
136 110<br />
206 518<br />
179 196<br />
76 122<br />
516 563<br />
185 637<br />
675 371<br />
259 272<br />
64 238<br />
239 337<br />
357 286<br />
659 178<br />
261 236<br />
383 436<br />
34 76<br />
48 188<br />
64 118<br />
4 442 4 920
-<br />
1 Studiegebied<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen<br />
Godgeleerdh., Godsdienstwet. en Kerk.<br />
Recht<br />
Taal- en Letterkunde<br />
Geschiedenis<br />
Archeologie en Kunstwetenschappen<br />
Rechten, Notariaat en Criminol. Wet.<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Economische en Toegep. Econ. Wet.<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen<br />
Sociale Gezond heidswetenschappen<br />
Lichamel Opv., Motor. Reval. en<br />
Kinesitherapie<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen<br />
Geneeskunde<br />
Tandheelkunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Gecombineerde studiegebieden<br />
Totaal<br />
Kandidaat<br />
Academische Opl. Voortgez. Ac. Opl.<br />
M V<br />
69% 31%<br />
Lerarenopl.<br />
M V<br />
Doctoraat<br />
M V<br />
83% 17%<br />
89% 11%<br />
I<br />
TOTAAL<br />
M V
Tabel 9: Telling financierbare studenten per 01.02.1 998<br />
Faculteit en financieringsgroep<br />
Godgeleerdheid A<br />
Kerkelijk Recht A<br />
Hoger Inst. Wijsbeg. <strong>Leuven</strong> A<br />
Hoger Inst. Wijsbeg. Kortrijk A<br />
Rechtsgeleerdheid <strong>Leuven</strong> A<br />
Rechtsgeleerdheid Kortrijk A<br />
Econ. en Toeg.Econ.Wet <strong>Leuven</strong> A<br />
Econ. en Toeg.Econ.Wet Kortrijk A<br />
Sociale Wetenschappen A<br />
Letteren <strong>Leuven</strong> A<br />
Letteren Kortrijk A<br />
Psychol. en Pedag. Wetensch. A<br />
HUMANE WETENSCHAPPEN <strong>Leuven</strong> A<br />
HUMANE WETENSCHAPPEN Kortrijk A<br />
HUMANE WETENSCHAPPEN A<br />
Wetenschappen <strong>Leuven</strong> A<br />
Wetenschappen <strong>Leuven</strong> B<br />
Wetenschappen Kortrijk B<br />
Toegepaste Wetenschappen A<br />
Toegepaste Wetenschappen B<br />
Toegepaste Wetenschappen C<br />
Landb. en Toeg.Biol.Wet. A<br />
Landb. en Toeg.Biol.Wet. B<br />
Landb. en Toeg.Biol.Wet. C<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN <strong>Leuven</strong> A<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN <strong>Leuven</strong> B<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN <strong>Leuven</strong> C<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN <strong>Leuven</strong> Totaal<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN Kortrijk B<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN A<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN B<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN C<br />
EXACTE WETENSCHAPPEN Totaal<br />
Hoofdinsch.<br />
Financ. Voltijdse O BE ABOS Verschil<br />
Stud. Equival. O BE<br />
t.o.v. vorig<br />
jaar<br />
340 330.0 317.13 38 -8,3<br />
23 18,O 18,OO 4 -4.0<br />
312 285,O 282,36 17 33<br />
12 11,5 11.50 O -2,O<br />
2 815 2 812.5 2 799.96 O -125,4<br />
200 199,O 199.00 O 7.5<br />
2 076 2 049.5 2 031,35 27 -132,5<br />
122 121.5 121,50 O 23.0<br />
1 109 1 095,O 1 089.39 O -3,5<br />
3 060 3 057.0 2 960.64 O 36,4<br />
185 184,5 184.50 O -6.0<br />
2 376 2 341,5 2 299.26 8 -84,8<br />
12 111 11 988.5 11 798,l 94 -318.3<br />
519 516,5 516,5 O 22,5<br />
12 630 12 505.0 12 314.6 94 -295,8<br />
134 134.0 89.78 5 8.0<br />
1 347 1 327.0 2 654.00 12 175.0<br />
121 120,5 241 ,O0 O -14,O<br />
33 33,O 22,11 5 9.4<br />
816 805.0 1 610.00 1 15,O<br />
1 050 1 044.0 3 132,OO 40 -31,5<br />
44 44,O 29,48 O 4.0<br />
464 461 ,O 922.00 O -59.0<br />
642 639.0 1 917,OO 44 -75.0<br />
21 1 21 1 ,O 141,4 1 O 21,4<br />
2 627 2 593,O 5 186,O 13 131.0<br />
1 692 1 683,O 5 049,O 84 -106.5<br />
4 530 4 487.0 10 376,4 107 45,9<br />
121 120.5 241 ,O O -14.0<br />
21 1 21 1,0 141,4 1 O 21.4<br />
2 748 2 713,5 5 427.0 13 117,O<br />
1 692 1 683,O 5 049,O 84 -106,5<br />
4 651 4 607,5 10 617,4 107 31,9
-<br />
c<br />
B<br />
9<br />
r<br />
S<br />
Faculteit en financieringsgroep<br />
Geneeskunde <strong>Leuven</strong> A<br />
Geneeskunde <strong>Leuven</strong> B<br />
Geneeskunde <strong>Leuven</strong> C<br />
Geneeskunde Kortrijk B<br />
Farmaceutische Wetenschappen A<br />
Farmaceutische Wetenschappen B<br />
Farmaceutische Wetenschappen C<br />
Lichamel.0pvoeding en Kinesith. A<br />
Lichamel.0pvoeding en Kinesith. B<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. <strong>Leuven</strong> A<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. <strong>Leuven</strong> B<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. <strong>Leuven</strong> C<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. <strong>Leuven</strong> Totaal<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. Kortrijk B<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. A<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. B<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. C<br />
BIOMEDISCHE WETENSCH. Totaal<br />
CAMPUS LEUVEN A<br />
CAMPUS LEUVEN B<br />
CAMPUS LEUVEN C<br />
CAMPUS LEUVEN Totaal<br />
CAMPUS KORTRIJK A<br />
CAMPUS KORTRIJK B<br />
CAMPUS KORTRIJK C<br />
CAMPUS KORTRIJK Totaal<br />
K.U.LEUVEN A<br />
K.U.LEUVEN B<br />
K.U.LEUVEN C<br />
Hoofd-<br />
Insch.<br />
Financ.<br />
Stud.<br />
Voltijdse OBE ABOS Verschil<br />
Equival.<br />
OBE<br />
t.o.v. vorig<br />
jaar<br />
41 ,O 27.47 O -10.7<br />
JK.U.LEUVEN Totaal 26 813 22 169 21 953.0 34 285,5 229 -781.7
Onderzoek<br />
1 .l Verslag over <strong>het</strong> gevoerde beleid: beoogde doelen en resultaten<br />
4<br />
1.1.1 Raad voor Onderzoeksbeleid<br />
Het onderzoeks-<br />
De Raad voor Onderzoeksbeleid heeft als opdracht te zorgen voor een algemene ana- beleid:<br />
lyse van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek aan de K.U.<strong>Leuven</strong> en hieromtrent sugges-<br />
ties te formuleren voor verbetering van zowel interne als externe structuren en resultaten en<br />
beleidsopties.<br />
vooruitzichten<br />
In <strong>1998</strong> behandelde de Raad voor Onderzoeksbeleid volgende punten :<br />
- deelname van de K.U.<strong>Leuven</strong> aan IWT-projecten, programma's en mandaten;<br />
- selectie en classificatie van onderzoeksprojecten FWO-Vlaanderen;<br />
- beheer van onderzoeksgroepen;<br />
- kwaliteitszorg en bibliometrische analyse;<br />
- evaluatie K.U.<strong>Leuven</strong>-deelname aan EU-projecten;<br />
- mogelijke wijziging van <strong>het</strong> systeem van de vaste mandaten FWO.<br />
Gezien de belangrijke impact van een eventuele overname van de vaste mandaten op<br />
de organisatie van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek in <strong>het</strong> algemeen en op <strong>het</strong> ZAPkader<br />
in <strong>het</strong> bijzonder, kreeg dit agendapunt bijzondere aandacht. Ondanks <strong>het</strong> feit<br />
dat de modaliteiten van deze operatie nog onduidelijk waren, werden binnen de Raad<br />
voor Onderzoeksbeleid reeds voorbereidende gesprekken gevoerd over de te volgen<br />
procedures, de financiële middelen en de te maken afspraken met <strong>het</strong> FWO.<br />
Een andere 'rode draad' in de agenda van de Raad voor Onderzoeksbeleid betreft<br />
kwaliteitszorg in <strong>het</strong> universitair onderzoek. Hierbij wordt de klassieke benadering<br />
van kwaliteitszorg (nl. meten van output onder vorm van publicaties) gaandeweg<br />
uitgebreid tot een meer integrale kwaliteitszorg, waarbij ook aspecten zoals <strong>het</strong><br />
begeleiden van doctoraten, inspanningen voor werving van externe fondsen en valorisatie<br />
van onderzoek in rekening worden gebracht.<br />
1.1.2 Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
De Dienst Onderzoekscoördinatie is belast met diverse adviserende taken inzake<br />
beleid en functioneren van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek in zijn nationale en internationale<br />
dimensies. De aandacht gaat hierbij vooral naar de evaluatie van dit onderzoek<br />
en de inventarisatie, administratie, voorlichting en bijstand die met <strong>het</strong> onderzoek<br />
aan de universiteit gepaard gaan.<br />
Een belangrijk werkinstrument voor de opvolging van de externe financiering evenals<br />
voor <strong>het</strong> intern onderzoeksbeleid vormen de IWETO-databanken, die ook door derden<br />
buiten de K.U.<strong>Leuven</strong> kunnen geraadpleegd worden. Deze databanken bevatten relevante<br />
projectgegevens, wetenschappelijke uitwisselingen, expertisemogelijkheden en<br />
een inventaris van de wetenschappelijk apparatuur.<br />
Als grote doelstellingen van <strong>het</strong> intern beleid staan voorop:<br />
1. Voorbereiden en formuleren van voorstellen voor <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek<br />
aan de K.U.<strong>Leuven</strong>, met sterke nadruk op kwaliteit en competitiviteit, teneinde de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> als topuniversiteit te zien fungeren in <strong>het</strong> Europa van morgen en in de<br />
wereld.<br />
2. Optimalisering, binnen de bestaande en bereikbare middelen, van <strong>het</strong> onderzoekspotentieel<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong> in alle onderzoekseenheden, en uiteraard ook in<br />
zijn uitmuntende centra.<br />
3. Stimuleren van jonge onderzoekers en groepen in een competitieve geest en met<br />
een optimaal gebruik van mensen en middelen.<br />
4. Maximale valorisatie van de vruchten en resultaten van dit wetenschappelijk<br />
onderzoek ten bate van de maatschappij, de economie en de industrie.<br />
Onderzoek<br />
I 57
1.2 Intern reglement van de Onderzoeksraad en <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds<br />
inzake de allocatie van middelen<br />
1.2.1 Reglementering en samenstelling van de Onderzoeksraad<br />
Ingevolge <strong>het</strong> KB van 14 juni 1978 houdende instelling van een Onderzoeksraad aan<br />
de universitaire instellingen werd aan de K.U.<strong>Leuven</strong> in 1978 de eerste Onderzoeksraad<br />
samengesteld.<br />
De Onderzoeksraad telt negentien eigenlijke leden van wie negen uit de Humane en<br />
tien uit de Exacte en Biomedische wetenschappen. Slechts een deel van de departementen<br />
kan in de Onderzoeksraad worden vertegenwoordigd, gelet op <strong>het</strong> feit dat er<br />
51 departementen zijn aan de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Buiten de eigenlijke leden bestaat de Onderzoeksraad verder uit de voorzitter, de<br />
coördinator voor onderzoeksbeleid en de drie vice-rectoren. De rector, de algemeen<br />
beheerder, de regeringscommissaris en de afgevaardigde voor de minister van begroting<br />
kunnen aan de vergadering deelnemen.<br />
De leden worden ten persoonlijke titel aangeduid, op basis van hun wetenschappelijke<br />
verdiensten en hun beoordelingsvermogen binnen een wetenschapsdiscipline. De<br />
mandaatsduur bedraagt zes jaar; om de drie jaar dient de helft van de leden<br />
vervangen te worden.<br />
Het Bureau bestaat uit negen leden: vier leden uit de Raad worden aangewezen als<br />
bureauleden naast de voorzitter, de coördinator voor <strong>het</strong> onderzoeksbeleid, en de drie<br />
vice-rectoren.<br />
Katholieke universiteit <strong>Leuven</strong><br />
1.2.2 Werkingltaakstelling van de Onderzoeksraad<br />
De Onderzoeksraad speelt een essentiële rol in <strong>het</strong> onderzoeksbeleid van de universiteit<br />
en heeft zowel een evaluerende, adviserende als stimulerende taak. De Onderzoeksraad<br />
adviseert over de toewijzing van de onderzoeksmiddelen op basis van evaluatie<br />
van de ingediende voorstellen en dit uitsluitend steunend op wetenschappelijke<br />
argumenten.<br />
Alle dossiers worden door de gezamenlijke Onderzoeksraad besproken en geëvalueerd.<br />
De adviezen worden bij consensus genomen. Er worden door de Onderzoeksraad<br />
geen sleutels gehanteerd voor de verdeling tussen wetenschapsgebieden, voor<br />
de evaluatie van dossiers of voor de toewijzing van de budgetten. Het enige criterium<br />
is de kwaliteit.<br />
In een elftal vergaderingen worden jaarlijks meer dan vijfhonderd dossiers behandeld.<br />
Er is geen preselectie door de Onderzoeksraad van de aanvragen bij <strong>het</strong> FWO (Fonds<br />
voor Wetenschappelijk Onderzoek), <strong>het</strong> IWT (Vlaams Instituut ter bevordering van <strong>het</strong><br />
Wetenschappelijk Onderzoek in de Industrie) of voor projectvoorstellen die bij andere<br />
instellingen worden ingediend (EU, Impulsprogramma's, enz.). Van alle categorieën<br />
van door de Onderzoeksraad betoelaagd onderzoek worden activiteitenverslagen<br />
verwacht, die door de Onderzoeksraad geëvalueerd worden.<br />
De Onderzoeksraad adviseert hoofdzakelijk voor volgende financieringscategorieën:<br />
+ Bijzonder Onderzoeksfonds:<br />
- Onderzoeksprojecten:<br />
- Geconcerteerde Onderzoeksacties (gemiddeld budget van 50 mio BEF);<br />
- Onderzoekstoelagen (gemiddeld budget van 8 mio BEF);<br />
- Interdisciplinaire Onderzoeksprogramma's (gemiddeld budget van<br />
10,5 mio BEF);<br />
- Onderzoeksmandaten:<br />
- Postdoctorale Mandaten;<br />
- Fellowships;<br />
- Doctorandusbeurzen (Belgen en buitenlanders);<br />
- Andere:<br />
- Prijzen van de Onderzoeksraad;<br />
- Derdecyclusprogramma's;<br />
- Centraal- en Oost-Europese initiatieven;<br />
- Vertaalkredieten.<br />
+ Acties ter stimulering van de deelname aan EU-onderzoeksprogramma's: bijko-
mende financiering, verkennende internationale samenwerking.<br />
+ Interuniversitaire Attractiepolen (IUAP); advies van de Onderzoeksraad desgevallend<br />
op verzoek van de federale overheid.<br />
Het Bureau Onderzoeksraad adviseert eveneens voor de Bilaterale Samenwerkingsprojecten<br />
van de Vlaamse gemeenschap, sabbatical leave-aanvragen, bepaalde prijzen,<br />
enz.<br />
1.2.3 Reglement inzake <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds en de allocatie van deze<br />
middelen<br />
Het 'Bijzonder Onderzoeksfonds' (BOF) is samengesteld uit de hiervoor bestemde<br />
overheidstoelage, vermeerderd met een verplichte bijdrage van de universiteit van<br />
minimum 20 %.<br />
Het besluit van de Vlaamse regering terzake bepaalt minimale regels voor de toekenning<br />
van de middelen, voor de verantwoording ervan en voor de beoordeling van de<br />
kwaliteit van de geleverde onderzoeksprestaties.<br />
De Onderzoeksraad heeft ter uitvoering van deze reglementering door de overheid een<br />
volledig uitgewerkt document gemaakt dat dan verschijnt in <strong>het</strong> onderzoeksblad<br />
'GeDOCumenteerd'.<br />
1.3 Beslissingen van de Onderzoeksraad tijdens <strong>1998</strong><br />
Het financieel overzicht wordt gegeven in Tabel 1.<br />
1.3.1 Geconcerteerde Onderzoeksacties<br />
Geconcerteerde onderzoeksacties (GOA's) zijn een ondersteuning van excellente,<br />
vooraanstaande universitaire onderzoekscentra of onderzoeksgroepen door de<br />
Vlaamse regering gefinancierd, op voorstel van de Onderzoeksraad en met de goedkeuring<br />
van de Academische Raad en de Raad van Beheer van de universiteit. GOA's<br />
kunnen worden toegekend aan onderzoeksprojecten van onderzoekseenheden uit alle<br />
disciplines waarvan de uitstekende waarde op grond van objectieve gegevens aantoonbaar<br />
is, inzonderheid op grond van 'peer review' en op basis van publicaties of<br />
andere indicatoren van wetenschappelijke kwaliteit, steeds in vergelijking met onderzoekseenheden<br />
uit dezelfde discipline. De minimale omvang van een GOA komt neer<br />
op 36 mio BEF voor een vijfjarig project, exclusief de kosten voor apparatuur.<br />
Aangezien <strong>het</strong> verkrijgen van een GOA-'label' de onderzoeksgroep onderbrengt bij de<br />
'centres of excellence' van de instelling, is de selectie zeer streng. De evaluatie<br />
gebeurt zowel door een bezoek ter plaatse bij de onderzoeksgroep als met <strong>het</strong> advies<br />
van enkele externe topexperts in <strong>het</strong> gebied.<br />
De aanvragen die in <strong>1998</strong> werden geselecteerd, worden verrekend in de begroting<br />
van de BOF-middelen van <strong>het</strong> budgetjaar 2000. Vermits deze middelen nog niet zijn<br />
gekend gaat de Onderzoeksraad ervan uit dat ten minste <strong>het</strong> op dat moment reeds<br />
gekende budget van 1999 wordt gehaald.<br />
In <strong>1998</strong> werden twaalf GOA-aanvragen ingediend voor een totaal bedrag van ca.<br />
740 mio BEF.<br />
Bij de beoordeling werden in de eerste fase de kwalitatieve aspecten van <strong>het</strong> project<br />
grondig besproken(*). In een tweede fase kwamen de kwantitatieve aspecten aan<br />
bod(* *l.<br />
*) projectvorm en -voorstelling, projectinhoud (evaluatie buitenlandse experten en leden van de<br />
Onderzoeksraad), innovatieve elementen, valorisatie voor <strong>het</strong> onderzoek aan de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
i**) samenstelling van de onderzoeksploeg, nationale en internationale financieringsbronnen, interacties<br />
met andere ploegen, wetenschappelijke publicaties, uitwisseling van onderzoekers met buitenlandse<br />
ploegen, wetenschappelijke onderscheidingen, aantal doctoraten, citatiegegevens en<br />
impactfactorberekeningen.<br />
Onderzoek<br />
I
Uiteindelijk adviseerde de Onderzoeksraad om op basis van deze grondige en uitgebreide<br />
evaluatie de negen volgende onderzoeksprogramma's voor te stellen als GOA<br />
(2000-2004).<br />
Moleculaire doelwitten voor de chemotherapie van virusinfecties,<br />
AIDS en kanker.<br />
Psychometrische modellen voor de studie van de persoon-<br />
Niet-lineaire chiro- en magneto-optica van moleculen,<br />
grensvlakken en supramoleculaire structuren.<br />
Neuro-endocriene controle van de voortplanting bij solitaire<br />
en gregaire sprinkhanen.<br />
J. Vandewalle Mathematische Ingenieurstechnieken voor Informatie en<br />
Communicatie Systemen (MEFISTO).<br />
Verwerking in de hoger-orde visuele cortex: neuronale en<br />
functionele mapping studies.<br />
Regeling van nucleaire processen door proteïnefosfatase-l .<br />
Proteïne fosforylatie in de controle van de celcyclus.<br />
Het totale budget van bovenvermelde voorstellen bedraagt 436 mio BEF.<br />
1.3.2 Onderzoekstoelagen voor K.U. <strong>Leuven</strong>-onderzoekers<br />
Naast de GOA's vormen de onderzoekstoelagen (OT) de belangrijkste interventiecategorie<br />
van <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds. Ze kaderen in de algemene onderzoekspolitiek<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong> die ernaar streeft <strong>het</strong> bestaand onderzoekspotentieel te optimaliseren<br />
en enkel kwalitatief hoogstaand onderzoek te financieren. Gevestigde<br />
onderzoekers of onderzoeksgroepen met internationaal competitief en kwalitatief<br />
hoogstaand onderzoek en die reeds in ruime mate op andere middelen een beroep<br />
kunnen doen, zoals GOA's en IUAP-stuurploegen, komen in principe niet in aanmerking<br />
voor onderzoekstoelagen.<br />
Binnen de categorie onderzoekstoelagen worden twee soorten onderscheiden:<br />
1. Toelagen van bijzondere aard: deze kunnen bestemd zijn voor impulsfinanciering<br />
gedurende 2 A 3 jaar van onderzoeksinitiatieven die nog niet voor substantiële<br />
financiering in aanmerking komen, of voor toelagen voor zeer goed onderzoek,<br />
doch uit hoofde van de discipline of om andere redenen beperkt in omvang.<br />
2. Onderzoekstoelagen:<br />
Deze zijn bestemd voor ondersteuning van bestaand onderzoek van hoog niveau of<br />
van een innovatieve onderzoeksrichting van hoogstaand niveau waarin de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> toekomst ziet. Uitstekende programma's die wegens modetrends of<br />
tijdelijk anders liggende nationale of internationale financieringsmodaliteiten niet<br />
onmiddellijk de nodige middelen kunnen vinden, komen eveneens in aanmerking.<br />
De projecten moeten over minimum twee en maximum vier jaar lopen en financieren<br />
in hoofdzaak personeels- en werkingskosten. Voor grotere apparatuur wordt,<br />
in principe, gBBn beroep gedaan op <strong>het</strong> Onderzoeksfonds. De omvang dient per<br />
jaar looptijd ongeveer 2,5 mio BEF te bedragen.<br />
60 1<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Via een uitgewerkte procedure worden jaarlijks voor deze categorie intentiebrieven<br />
opgevraagd die inhoudelijk geëvalueerd worden. In <strong>1998</strong> werden 60 intentie-aanvragen<br />
ingediend. Na een 'site visit' door meerdere leden van de Onderzoeksraad en een<br />
evaluatie door de globale Onderzoeksraad werd aan 39 groepen de kans geboden een<br />
meer volledig programma uit te schrijven. Dit laatste werd zowel door ten minste acht<br />
externe experten als door de leden van de Onderzoeksraad geëvalueerd.<br />
Op grond van verdere evaluatie en interviews werden uiteindelijk 31 projecten voor<br />
een totaal bedrag van 270 mio BEF geselecteerd. Eveneens werd er één toelage van<br />
bijzondere aard voorgesteld.<br />
Bij de voorgestelde projecten werd aan de Humane Wetenschappen 37 % van de<br />
middelen toegekend, aan de Exacte Wetenschappen 24 % en aan de Biomedische<br />
Wetenschappen 39 %.<br />
1.3.3 Interdisciplinaire Onderzoeksprogramma's<br />
Ter bevordering van <strong>het</strong> interdisciplinair onderzoek wordt vanaf <strong>1998</strong> een bedrag van<br />
31,5 mio BEF voorafgehouden op de begroting van <strong>het</strong> Onderzoeksfonds voor Inter-<br />
Disciplinaire Onderzoeksprograma's (IDO's).<br />
De reden voor de invoering van deze nieuwe interventiecategorie ligt in <strong>het</strong> strategisch<br />
belang van bepaalde interdisciplinaire onderzoeksgebieden. Een beperkt aantal<br />
projecten kunnen worden geselecteerd en gefinancierd voor de duur van 3 jaar om de<br />
kosten verbonden aan <strong>het</strong> interdisciplinair karakter van <strong>het</strong> onderzoek te financieren.<br />
De samenwerkende onderzoeksgroepen moeten reeds een hoog wetenschappelijk<br />
niveau (ten minste 'OTf-niveau) hebben bereikt en een gedetailleerd samenwerkingsplan<br />
voorleggen dat past in <strong>het</strong> strategisch beleid van de universiteit.<br />
Dit strategische aspect betreft ondermeer de aard van <strong>het</strong> interdisciplinair onderzoek,<br />
de gevolgde benadering, de gebruikte technologie en de internationaal-wetenschappe-<br />
Iijke doorbraakmogelijkheden.<br />
1.3.4 Postdoctorale mandaten voor K.U.<strong>Leuven</strong>-gedoctoreerden in <strong>1998</strong><br />
De Onderzoeksraad reserveert jaarlijks een aanzienlijk bedrag voor postdoctorale<br />
onderzoekers die hun doctoraat aan de K.U.<strong>Leuven</strong> behaald hebben. Sinds 1997<br />
komen ook buitenlanders die aan de K.U.<strong>Leuven</strong> doctoreerden in aanmerking. Deze<br />
mandaten zijn bedoeld om <strong>het</strong> doctoraat te valoriseren aan de eigen instelling. Ze<br />
worden voor één jaar toegekend, doch zijn verlengbaar met één jaar.<br />
Dat de nood aan postdoctorale onderzoekersmandaten groot is, blijkt uit <strong>het</strong> hoge<br />
aantal aanvragen: 133 in <strong>1998</strong> (en 132, 107, 90, 101 respectievelijk in 1997, 1996,<br />
1995 en 1994). Een aantal aanvragen gebeurt parallel aan de analoge categorie van<br />
<strong>het</strong> FWO (waar aanstelling mogelijk is voor drie jaar). De beoordeling gebeurt op<br />
kwalitatieve en competitieve basis waarbij de kwaliteit van de promotor, de kandidaat<br />
en <strong>het</strong> project, evenals <strong>het</strong> belang voor de onderzoekseenheid mee in rekening worden<br />
gebracht.<br />
Van de 88 aanvragen die overbleven na 45 parallel goedgekeurde aanvragen bij <strong>het</strong><br />
FWO en met 10 teruggetrokken of onontvankelijke aanvragen, werden er 46 uiteindelijk<br />
goedgekeurd voor een totaal bedrag van 107,165 mio BEF.<br />
1.3.5 Fellowships voor Belgische en buitenlandse onderzoekers<br />
Een aantal postdoctorale fellowships (junior- of senior-fellowships) met looptijd van<br />
één jaar en, mits bijzondere motivering bij de nieuwe aanvraag, verlengbaar met één<br />
jaar, worden ter beschikking gesteld van onderzoekers die niet aan de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
gedoctoreerd hebben, ongeacht de nationaliteit. Vanaf 1997 kunnen ook onderzoekers<br />
die ten minste 5 jaar geleden aan de K.U.<strong>Leuven</strong> doctoreerden een fellowship<br />
aanvragen. Men kan een tweede keer een fellowship aanvragen na een periode van 5<br />
jaar afwezigheid.<br />
Stringente voorwaarden zijn: hoge kwaliteit, duidelijke inbreng vanwege de fellow in<br />
Onderzoek<br />
I
<strong>het</strong> onderzoek van de aanvragende eenheid, en een voldoende lang verblijf bij voorkeur<br />
in AAn enkele periode.<br />
In <strong>1998</strong> waren er drie selectierondes met in totaal 124 aanvragen. Daarvan werden<br />
76 aanvragen goedgekeurd voor een bedrag van 49,997 mio BEF. De toekenningen<br />
gingen voor 13,l % naar de Humane Wetenschappen, voor 16,8 % naar de Biomedische<br />
en voor 70,l % naar de Exacte Wetenschappen.<br />
1.3.6 Doctorandusbeurzen voor buitenlanders<br />
Deze beurzen worden ter beschikking gesteld aan jonge buitenlandse doctorandi, op<br />
voorstel van een promotor verbonden aan de K.U.<strong>Leuven</strong> waar <strong>het</strong> mandaat zal worden<br />
opgenomen. Deze beurzen zijn voorbehouden aan beloftevolle, reeds ver gevorderde<br />
doctorandi die aan de K.U.<strong>Leuven</strong> zullen promoveren. De promotor stelt zich<br />
garant voor de voltooiing van <strong>het</strong> doctoraat. De beurzen hebben een looptijd van AAn<br />
jaar. Een verlenging met Aén jaar is mogelijk mits nieuwe aanvraag en grondig verslag<br />
over <strong>het</strong> verloop van <strong>het</strong> doctoraatsonderzoek.<br />
In <strong>1998</strong> waren er 41 aanvragen. Hiervan konden er 26 worden toegekend aan doctorandi<br />
uit 15 landen. In totaal werd hiervoor 12,602 mio BEF gereserveerd. Hierbij<br />
gingen 24,3 % van de mandaten naar de Humane Wetenschappen, 30,O % naar de<br />
Biomedische en 45,7 % naar de Exacte Wetenschappen.<br />
1.3.7 Prijzen van de Onderzoeksraad<br />
Jaarlijks kunnen drie prijzen toegekend worden aan jonge, beloftevolle onderzoekers:<br />
AAn prijs Humane wetenschappen, éAn prijs Exacte Wetenschappen, en één prijs Biomedische<br />
wetenschappen. De prijzen worden niet toegekend indien de vereiste hoge<br />
kwaliteit niet aanwezig is. Elke prijs bedraagt 200.000 BEF. Minimaal de helft van<br />
dit bedrag moet worden besteed aan kosten voor wetenschappelijk onderzoek.<br />
In <strong>1998</strong> werden Bert Weckhuysen (Interfasechemie: Centrum voor Oppervlaktechemie<br />
en Katalyse) en Bart Van Meerbeek (Tandheelkunde: Conserverende Materialen)<br />
bekroond.<br />
Nieuw sinds 1997 is de Kiwanis-<strong>Leuven</strong> Prijs. Deze prijs van 100.000 BEF werd door<br />
de Service club Kiwanis-<strong>Leuven</strong> toegevoegd aan de Prijzen Onderzoeksraad in die zin<br />
dat alle voorwaarden voor de aanvraag, procedure en selectie identiek zijn aan de<br />
Prijzen Onderzoeksraad. In <strong>1998</strong> ging de prijs naar Conny Aerts (Instituut voor Sterrenkunde).<br />
De prijzen van de Onderzoeksraad werden uitgereikt op een plechtigheid in oktober<br />
<strong>1998</strong>, waarbij ook de loopbaan van Prof. H. Vanden Berghe, naar aanleiding van zijn<br />
emeritaat, werd belicht door Minister-president L. Van den Brande.<br />
1.3.8 Derdecyclusprogramma's voor K.U .<strong>Leuven</strong>-onderzoekers<br />
Toelagen kunnen worden verleend aan een ploeg van onderzoekers voor de organisatie<br />
van derdecyclusprogramma's, onder de vorm van colloquia en seminariereeksen.<br />
De nadruk moet liggen op de doctoraatsopleiding door een confrontatie met nieuwe<br />
wetenschapsontwikkelingen. De tussenkomst geldt als een 'waarborg' i.e. dat<br />
maximaal een bepaald bedrag wordt uitgekeerd op voorwaarde dat de eigen inkomsten<br />
en de andere financieringsbronnen niet voldoende zijn.<br />
In <strong>1998</strong> waren er 6 aanvragen waarvan er 3 konden gehonoreerd worden.<br />
62 1<br />
Katholieke<br />
Universileit <strong>Leuven</strong><br />
1.3.9 Speciale Centraal- en Oost-Europese initiatieven<br />
De Academische Overheid keurde in <strong>1998</strong> een budget van 7 mio BEF goed, vooraf te<br />
nemen van <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds, om tegemoet te komen aan de co-financiering<br />
van beurzen en andere dringende noden voor goede onderzoekers uit Centraalen<br />
Oost-Europa. Deze beurzen gaan hoofdzakelijk naar Hongaarse en Albanese<br />
onderzoekers.
1.3.10 Vertaalkredieten<br />
Sinds <strong>1998</strong> zijn er een beperkt aantal kredieten voorzien voor specifieke vertalingen<br />
van excellente wetenschappelijke artikels of bijdragen.<br />
Deze vertaalkredieten zijn vooral bedoeld voor boeken of grotere artikels waarvan de<br />
inhoud een perfect taalkundig niveau vereist, om aldus de internationale uitstraling<br />
van deze universiteit toe te laten. Voor <strong>1998</strong> werd 1 aanvraag toegekend.<br />
1.3.1 1 Actie van de Vlaamse Gemeenschap ter stimulering van de Vlaamse participatie<br />
aan de EU-programma's<br />
Er zijn twee onderdelen bij deze stimuleringsactie: de Verkennende Internationale<br />
Samenwerking (VIS) enerzijds en de Co-financiering (COF) anderzijds.<br />
Voor <strong>1998</strong> (begroting 1997) bedroeg <strong>het</strong> stimuleringsbudget van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
58,251 mio BEF. De operatie <strong>1998</strong> is de laatste in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> bestaande<br />
meerjarig contract met de Vlaamse overheid.<br />
Het ter beschikking gestelde bedrag moet verdeeld worden volgens de verhouding<br />
70130 aan respectievelijk de VIS- en de COF-projecten.<br />
De aanvragen werden door de Onderzoeksraad geëvalueerd op basis van de criteria<br />
vastgelegd door de Vlaamse gemeenschap en op basis van de bijkomende aandachtspunten<br />
van de Onderzoeksraad.<br />
Verkennende internationale samenwerking (VIS)<br />
Deze middelen moeten besteed worden aan internationale onderzoeksprojecten die de<br />
basis vormen voor later bij de EU in te dienen projectvoorstellen. Daartoe selecteert<br />
de Onderzoeksraad naar inhoud en vorm, waarbij de specifieke voorwaarden om succesvol<br />
te zijn bij de EU de doorslag geven.<br />
Uiteindelijk stelde de Onderzoeksraad 8 projecten ter waarde van 40,791 mio BEF ter<br />
financiering voor aan de Vlaamse ministers bevoegd voor Wetenschapsbeleid. Per<br />
project werd tussen 5 en 6,2 mio BEF toegekend.<br />
In <strong>het</strong> kader hiervan krijgt de universiteit middelen te besteden als co-financiering van<br />
onderzoeksprojecten die reeds door de EU worden gefinancierd. Voor de COF-evaluatie<br />
werd de wetenschappelijke evaluatie reeds ten gronde uitgevoerd door de EU. De<br />
eigen evaluatie beperkt zich dan ook tot de ontvankelijkheidscriteria enerzijds en enkele<br />
aandachtspunten van de Onderzoeksraad anderzijds (bv. de behoefte aan cofinanciering,<br />
de doelstelling van de aanvraag en de voorgestelde aanwending van de<br />
middelen).<br />
Acht van de 14 aanvragers kregen een steun variërend tussen 1 ,O en 3,5 mio BEF en<br />
voor een totaal bedrag van 17,460 mio BEF.<br />
Inmiddels werd door de Vlaamse overheid een nieuw mechanisme opgesteld voor de<br />
verdeling van de stimuleringsmiddelen. Hierbij werd gepoogd rekening te houden met<br />
de resultaten van de stimuleringsactie, een principe dat de K.U.<strong>Leuven</strong> bijzonder<br />
steunt. Het voorgestelde mechanisme vertoont echter enkele anomalieën, aangezien<br />
evenwaardige resultaten bij grote universiteiten niet evenredig (in feite slechts zeer<br />
fractioneel) beloond worden als bij kleinere universiteiten. De K.U.<strong>Leuven</strong> dringt dan<br />
ook aan op een bijsturing van <strong>het</strong> mechanisme, in die zin dat ieder goedgekeurd project<br />
tot eenzelfde bonus leidt onafhankelijk van de grootte van de universiteit.<br />
1.3.1 2 Interuniversitaire attractiepolen<br />
De projecten (fase IV) werden gestart in 1997 en lopen nog tot en met 2001. In<br />
<strong>1998</strong> werden geen wijzigingen uitgevoerd.<br />
Onderroek<br />
1 63
1.4 Het onderzoeksbeleid: bijzondere aandachtspunten<br />
Binnen de algemene context van <strong>het</strong> onderzoeksbeleid zijn er een aantal bijzondere<br />
aandachtspunten.<br />
1.4.1 Evenwicht fundamenteel versus toegepast onderzoek<br />
Een eerste aandachtspunt betreft <strong>het</strong> evenwicht tussen <strong>het</strong> fundamenteel onderzoek<br />
enerzijds en <strong>het</strong> toegepast en beleidsgericht onderzoek anderzijds. De uitgaven van<br />
fundamenteel onderzoek stegen in <strong>1998</strong> sterker dan die van <strong>het</strong> toegepast onderzoek.<br />
Deze stijging is <strong>het</strong> gevolg van de toename van uitgaven op <strong>het</strong> Bijzonder<br />
Onderzoeksfonds (vooral uitgaven op de GOA's), de toename van <strong>het</strong> aantal mandaten<br />
IWT en FWO en van de uitgaven op projecten van <strong>het</strong> FWO (Figuur 1). De uitgaven<br />
van fundamenteel onderzoek bedroegen in <strong>1998</strong> 52 % van de totale uitgaven.<br />
Het fundamenteel onderzoek is op termijn <strong>het</strong> meest innoverend, omdat hier in vele<br />
gevallen de basis wordt gelegd van kennis die gebruikt wordt bij toegepast onderzoek.<br />
Hierbij dient opgemerkt dat de definitie die hierbij gebruikt wordt voor 'fundamenteel<br />
onderzoek' en 'toegepast en beleidsgericht onderzoek' artificieel is. Bovendien<br />
neemt de verwevenheid van deze onderzoekstypes voortdurend toe, een evolutie<br />
die vanuit nagenoeg alle financieringskanalen sterk aangemoedigd wordt. Met fondsen<br />
voor 'fundamenteel onderzoek' doelt men hierbij exclusief op Onderzoeksfonds,<br />
FWO, GOA en IUAP met inbegrip van de FWO-mandaten en IWT-bursalen.<br />
Mio BEF<br />
Basis: cf. a + b + c uit Tabel 2<br />
O<br />
'toegepast en beleidsgericht onderzoek' = rubrieken 4 en 5 uit financieringsgroep<br />
a (cf. Tabel 2) + projectonderzoek <strong>Leuven</strong> Research & Development<br />
(financieringsgroep b)<br />
'fundamenteel onderzoek' = rubrieken 1, 2 en 3 uit financieringsgroep a<br />
(cf. Tabel 2) + mandaten FWO en IWT (financieringsgroep c)<br />
Figuur l.<br />
De evolutie van de uitgaven voor fundamenteel onderzoek enerzijds en<br />
beleidsgericht en toegepast onderzoek anderzijds<br />
64 1<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
1.4.2 Vrije uitwisseling van onderzoekers<br />
Sinds Erasmus vormt de uitwisseling van onderzoekers een traditie die als bijzonder<br />
vruchtbaar wordt aanzien voor <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek. In de huidige internationalisering<br />
van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek vormt de inbreng van nieuwe<br />
externe ideeën voor nagenoeg iedere universitaire onderzoeksgroep een noodzaak om<br />
zich te kunnen handhaven.<br />
Ten gevolge van een aantal wetswijzigingen is <strong>het</strong> niet meer mogelijk om een wetenschapper,<br />
afkomstig uit een niet-EU lidstaat, <strong>het</strong> statuut te verlenen van 'vrij opzoeker',<br />
<strong>het</strong>geen ertoe leidde dat er nog drie mogelijkheden overbleven voor de universiteiten<br />
om wetenschappers legaal een statuut te verlenen:<br />
- als student-doctorandus met beurs of op eigen middelen;<br />
- als wetenschappelijk medewerker met arbeidskaart (maximum vier jaar) met minimumwedde<br />
van assistent;<br />
- als navorser met arbeidskaart (maximum vier jaar) met ofwel beurs, ofwel wedde<br />
van tenminste <strong>het</strong> niveau van assistent.<br />
De toekenning van <strong>het</strong> verblijfsstatuut van student-doctorandus leidt tot belangrijke<br />
financiële problemen. Doctorandi uit niet-EU landen aan de RSZ onderwerpen is voor<br />
alle universiteiten zeer moeilijk omdat de (co-)financierende overheden meestal geen<br />
RSZ of fiscale inhouding begroten of deze verplichting doorschuiven naar de universiteiten<br />
zonder daarvoor de financiering te voorzien.<br />
Deze financiële implicaties, nog aangevuld door vaak ingewikkelde administratieve<br />
procedures tot <strong>het</strong> verkrijgen van een verblijfsvergunning, kunnen - indien <strong>het</strong> beleid<br />
afziet van bijsturing - tot een beperking van de uitwisselingen en bijgevolg tot een<br />
verschraling van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek leiden.<br />
Binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> is de reglementering van toepassing op meer dan 500 vorsers<br />
en bij andere universitaire instellingen is de situatie al even kritiek (cf. studie VRWB<br />
1997-1 998). Gezien de ongenuanceerde onderwerping aan de RSZ de kosten voor<br />
deze wetenschappelijke uitwisselingen verhoogt met ongeveer een derde, mag men<br />
verwachten dat dit type van wetenschappelijke samenwerking - bij gelijkblijvende<br />
financiering - evenredig zal afnemen.<br />
1.4.3 Overhead<br />
De totale uitgaven voor onderzoek, bestaande uit 'projectonderzoek K.U.<strong>Leuven</strong> en<br />
LR&D', 'mandaten FWO en IWT' en de VIB-dotatie, stijgen elk jaar. De financiële<br />
implicaties hiervan zijn echter niet onverdeeld gunstig: nagenoeg alle onderzoeksprojecten<br />
worden uitgevoerd tegen 'marginale kosten', zijnde de strikt nodige investeringen<br />
in mensen, werkingsmiddelen en in de specifieke noodzakelijke wetenschappelijke<br />
apparatuur. De werkelijke kosten van onderzoeksprojecten liggen echter beduidend<br />
hoger, daar onze onderzoekers voor dit onderzoek o.a. ruimte, infrastructuur,<br />
gebouwen, energie, computer- en communicatiefaciliteiten nodig hebben <strong>het</strong>geen<br />
eveneens onderhoud vereist enz. Deze indirecte kosten, ook centrale beheerskosten<br />
en algemene exploitatiekosten genoemd, zijn tot nu gedragen door de gewone werkingsfinanciering.<br />
Deze toelage is echter niet mee geëvolueerd met de groeiende<br />
onderzoeksactiviteit aan onze universiteit.
werkingsfinanciering<br />
7H onderzoeksuitgaven I<br />
Figuur 2.<br />
De evolutie van de werkingsfinanciering versus de onderzoeksuitgaven<br />
(zonder correctie voor inflatie)<br />
Figuur 2 toont de sterke stijging van de onderzoeksactiviteiten met daarnaast een<br />
duidelijke stagnatie van de werkingsfinanciering. Hierdoor ontstaat een situatie die<br />
voor <strong>het</strong> universiteitsbestuur onhoudbaar is en die om een dringende structurele<br />
oplossing vraagt. De invoering van een beperkte overhead op contractuele onderzoeksprojecten<br />
is tot nog toe onvoldoende gebleken.<br />
De maatregelen genomen door de overheid om de universitaire onderzoeksactiviteit te<br />
stimuleren vragen dus een gepaste ondersteuning van de indirecte kosten. Dit kan in<br />
concreto op diverse wijzen worden gerealiseerd, ondermeer door een invoering van<br />
een aangepaste overhead op alle onderzoeksmiddelen.<br />
1.4.4 Valorisatie<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong>-onderzoekers worden in toenemende mate en met actieve steun van<br />
LR&D aangemoedigd om de valorisatiemogelijkheden van hun onderzoeksresultaten te<br />
exploreren. Dit is ondermeer merkbaar in een toenemend aantal meldingen van valoriseerbare<br />
resultaten bij LR&D. Daarnaast groeide eveneens <strong>het</strong> aantal spin-offs<br />
waarbij nieuwe initiatieven werden uitgewerkt of onderzocht. Hierbij kwamen in <strong>het</strong><br />
bijzonder volgende onderzoeksdomeinen aan bod: voedings- en geneesmiddelentechnologie,<br />
weefselculturen, sensoren voor biomedische toepassingen, elektromagnetisme,<br />
productie en automatisering en technologie voor sport. Eveneens vanuit de<br />
Humane Wetenschappen worden initiatieven onderzocht.<br />
1.5 Beleidsdoelstellingen op korte termijn en op middellange termijn<br />
Op basis van de opdrachtverklaring van de K.U.<strong>Leuven</strong> werden in 1996 een reeks<br />
concrete principes van onderzoeksbeleid gedefinieerd waarbij verwevenheid van<br />
onderwijs en onderzoek, nastreven van internationale kwaliteitsnormen en voorrang<br />
aan onderzoeker-geïnitieerd onderzoek bijzonder benadrukt werden. Bovendien moet<br />
onderzoek, naast kennisverwerving of -verbetering, ook oog hebben voor verbetering<br />
van welvaart en welzijn van onze gemeenschap en waar mogelijk ook aanleiding geven<br />
tot innovatie in <strong>het</strong> bedrijfsleven en de hierbij gepaard gaande creatie van werkgelegenheid.<br />
De organisatie van de begeleiding van <strong>het</strong> onderzoek gebeurt centraal<br />
via de Dienst Onderzoekscoördinatie en K.U.<strong>Leuven</strong> Research & Development, maar<br />
ook <strong>het</strong> interne management van grotere onderzoeksgroepen vormt een bijzonder<br />
aandachtspunt. Een meer intense ondersteuning door interne of externe begeleiding<br />
wordt thans overwogen.<br />
I<br />
Kalholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
K.U.<strong>Leuven</strong> Research & Development wordt op dit ogenblik gereorganiseerd waarbij<br />
de juridische ondersteuning van de divisies verder wordt aangevuld met innovatiemanagers<br />
die contacten met potentiële bedrijven actief kunnen opsporen en opvolgen.<br />
Tevens zal de dienst versterkt worden met een octrooideskundige om onderzoekers in<br />
een vroeger stadium advies te kunnen bieden over de beste beschermingsstrategie<br />
voor hun bevindingen.<br />
Het in 1997 opgerichte Gemma Frisiusfonds heeft ondertussen reeds aan een 5-tal<br />
jonge bedrijven de mogelijkheid geboden om zich via voldoende risicokapitaal-ondersteuning<br />
te kunnen ontplooien.<br />
Onderzoeksprojecten<br />
De middelen die via <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds door de Vlaamse overheid ter<br />
beschikking gesteld worden voor fundamenteel onderzoek worden uiteraard in de<br />
eerste plaats besteed aan grotere (GOA) en kleinere (OT) onderzoeksprojecten. Door<br />
de gelukkige en gerechtvaardigde toename van de globale onderzoeksmiddelen kan<br />
<strong>het</strong> aantal projecten en vooral de omvang van de projectfinanciering op een meer<br />
adequaat niveau gebracht worden. Hiermee worden ook de kwaliteitsnormen sterk<br />
bewaakt zowel ex-ante als ex-post. De bestemming van deze middelen is duidelijk<br />
georiënteerd op fundamenteel onderzoek dat op initiatief van de onderzoeker(s) wordt<br />
voorgesteld. Op die manier worden creativiteit en talenten van onze onderzoekers<br />
maximaal gestimuleerd om, weliswaar na grondige 'peer review', via de projectfinanciering<br />
internationaal innovatief en competitief te blijven.<br />
Het aantal aanvragen voor GOA-projecten blijft toenemen en dit kan verklaard worden<br />
door de natuurlijke doorgroei van bestaande onderzoeksgroepen die via OT- en<br />
externe financiering ondertussen een kwaliteitsniveau van GOA-type (menen te) hebben<br />
bereikt. Ook stellen we vast dat zeer grote onderzoeksgroepen zich intern geheroriënteerd<br />
hebben zodat ze via onderafdelingen met voldoende onderzoekers competitief<br />
kunnen deelnemen aan meerdere GOA-aanvragen. Tenslotte is er een groeiende<br />
vraag vanwege afdelingen binnen de VIB-departementen om een GOA-aanvraag te<br />
mogen indienen, ook al werd per beslissing van de Academische Raad in 1995 hun<br />
globaal aantal aanvragen 'bevroren' op <strong>het</strong> aantal in voege in 1995.<br />
De nieuwe interventiecategorie Interdisciplinaire Onderzoeksprojecten (IDO) werd in<br />
<strong>1998</strong> voor <strong>het</strong> eerst gestart. Vijftien aanvragen werden geëvalueerd en zes hiervan<br />
mochten eind <strong>1998</strong> een meer volledig project uitschrijven voor evaluatie door de<br />
Onderzoeksraad met uiteindelijke financieringsmogelijkheden voor 3 projecten (looptijd<br />
3 jaar). Zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de aanvragen bewijzen duidelijk de<br />
nood aaan een specifieke financiering voor interdisciplinaire programmatische samenwerking<br />
tussen reeds succesrijke onderzoeksgroepen.<br />
Onderzoeksmandaten<br />
Door de toename van alle onderzoeksmiddelen groeit <strong>het</strong> tijdelijk onderzoekskader van<br />
jaar tot jaar aan en is de nieuwe kruissnelheid nog niet bereikt. Gelukkig neemt ook<br />
<strong>het</strong> aantal postdoctorale onderzoekers toe zodat zij de ideale brug kunnen vormen<br />
tussen de doctorandi en <strong>het</strong> vaste kader van de universiteit. De duur van dergelijke<br />
postdoctorale mandaten moet echter binnen redelijke termijnen blijven zodat tijdig de<br />
juiste beslissing over de verdere loopbaan (universiteit, bedrijf, overheid) kan worden<br />
genomen. Inclusief <strong>het</strong> onderzoekskader van K.U.<strong>Leuven</strong> R&D groeit hierdoor de<br />
tewerkstelling met 216 eenheden tegenover 1997 (versus + 137 eenheden in 1997).<br />
Een uitbreiding van <strong>het</strong> vast universiteitskader waarvoor wij en alle andere<br />
universiteiten reeds zolang pleiten, werd ook in <strong>1998</strong> niet gerealiseerd. Hopelijk vindt<br />
echter <strong>het</strong> FWO-voorstel voor de integratie An uitbreiding van <strong>het</strong> vaste FWO-onderzoekskader<br />
doorgang in <strong>het</strong> kader van onderwijsdecreet X.<br />
Onderzoekskwaliteit nastreven vereist ook een permanente aandacht voor correcte<br />
evaluatie van zowel ingediende als afgewerkte projecten. Dit wordt systematisch<br />
uitgevoerd voor zowel projecten als mandaten toegekend door <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds.<br />
Een evaluatie van de globale - hoewel nog onvolledig geregistreerde -<br />
publicatie-output van de K.U.<strong>Leuven</strong> in 1997 toonde aan dat per ZAP-lid ongeveer 3<br />
Onderzoek<br />
I<br />
67
artikels verschijnen in 'peer reviewed' internationale tijdschriften en evenveel publicaties<br />
in boekvorm of in 'proceedings' (zie ook 2.6 en 5). Uiteraard zijn er grote verschillen<br />
in publicatiegedrag tussen de verschillende disciplines, maar dit is vermoedelijk<br />
voor een groot deel toe te schrijven aan tradities en werkmethoden eerder dan aan<br />
kwaliteitsverschillen. Uiteindelijk zal alleen een periodieke interuniversitaire vergelijking,<br />
waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan een Europese vergelijking, een<br />
beter inzicht over de sterkten en zwakten van <strong>het</strong> universitair onderzoek toelaten. Bij<br />
een analyse door de Europese Commissie (Science and Technology Indicators, 1997)<br />
betreffende de wetenschappelijke output onder vorm van publicaties in internationale<br />
tijdschriften bleek de K.U.<strong>Leuven</strong> alvast een goede reputatie te hebben verworven.<br />
Het beleidsplan van de Vlaamse overheid heeft duidelijk een gunstige invloed gehad<br />
op <strong>het</strong> onderzoeksgebeuren waarbij zowel <strong>het</strong> algemeen stimulerend klimaat als de<br />
groei van de financiële middelen synergetisch hebben gewerkt. Verschillende G7-<br />
landen (US, UK, FR) hebben in <strong>1998</strong> via o.a. editorials in Science aangekondigd dat<br />
ze een reeks maatregelen zullen nemen om de overheidsfinanciering voor onderzoek<br />
opnieuw te stimuleren na enkele jaren van stagnatie. Vlaanderen heeft zijn<br />
achterstand wat ingehaald en zal hopelijk zijn ruggensteun niet vlug verliezen. De<br />
doelstelling om 1 % van <strong>het</strong> BRP (Bruto Regionaal Product) aan overheidssubsidiëring<br />
voor O&O te besteden blijft overduidelijk de beste langetermijn strategie om <strong>het</strong><br />
Vlaams wetenschappelijk potentieel een plaats te geven bij de intellectuele elite in de<br />
wereld en langs deze weg <strong>het</strong> hieruit voortvloeiende welvaartspeil te behouden.<br />
C> 2.1 Opvolging en begeleiding van doctorandi<br />
L.<br />
Doctorandi worden in de eerste plaats opgevolgd en begeleid door hun individuele<br />
Kwaliteitspromotoren,<br />
door algemene enlof individuele doctoraatscommissies, of door andere<br />
bewaking adviescommissies. Dit kan gebeuren via een systematisch enlof periodiek opvolgen<br />
en begeleiden van <strong>het</strong> onderzoekswerk, <strong>het</strong> begeleiden en evalueren bij de doctoraatsopleiding<br />
of de evaluatie bij de hernieuwing van mandaten.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft de doctoraatsopleiding tot algemene regel gemaakt voor iedere<br />
doctoranduda) die zijnlhaar doctoraat aangevat heeft na 1 juli 1994 (academiejaar<br />
1994-1 995) of ten laatste na de invoering van <strong>het</strong> specifiek doctoraatsreglement in<br />
de betrokken faculteit. Vrijstelling van de verplichting tot <strong>het</strong> volgen van de doctoraatsopleiding<br />
kan volgens <strong>het</strong> facultair reglement toegestaan worden in welomschreven<br />
gevallen.<br />
De inhoud van de doctoraatsopleiding wordt door de faculteitsraad vastgesteld in een<br />
facultair reglement, desgevallend in overeenstemming met andere faculteiten van<br />
dezelfde groep, en ter goedkeuring voorgelegd aan de Academische Raad. De doctoraatsopleidingsprogramma's<br />
worden via <strong>het</strong> interne informatienetwerk (CWIS) aangekondigd.<br />
In de loop van <strong>het</strong> academiejaar <strong>1998</strong>-1 999 zal een globale evaluatie van<br />
de kwaliteit van de doctoraatsopleidingsprogramma's worden uitgevoerd.<br />
Per faculteit wordt een algemene doctoraatscommissie ingesteld, aan wie de doctorandus(a)<br />
per jaar, of voor meerdere jaren samen, zijnlhaar programma voor de doctoraatsopleiding<br />
voorlegt. De algemene doctoraatscommissie beslist over de goedkeuring<br />
van dit programma, ziet toe op de uitvoering en de regelmatige evaluatie daarvan<br />
en beslist over de toekenning van <strong>het</strong> getuigschrift van de doctoraatsopleiding.<br />
Bij de hernieuwing van <strong>het</strong> mandaat van AAP wordt vooreerst <strong>het</strong> advies van de<br />
departementsvoorzitter, van <strong>het</strong> rechtstreeks diensthoofd en van <strong>het</strong> bureau van de<br />
faculteit gevraagd. Dit advies slaat op de wetenschappelijke waarde van <strong>het</strong> AAP-lid<br />
en, in voorkomend geval, op de vordering van <strong>het</strong> doctoraat, de wijze waarop de<br />
taken onderzoek enlof onderwijs(assistentie) werden vervuld alsook op de morele en<br />
pedagogische waarde van <strong>het</strong> AAP-lid.<br />
1<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
2.2 Evaluatie bij nieuwe aanstellingen en bevorderingen van <strong>het</strong> academisch personeel<br />
Bij de benoeming of aanstelling in één van de graden van <strong>het</strong> ZAP wordt rekening<br />
gehouden met de bekwaamheid en de verdiensten van de kandidaat inzake wetenschappelijk<br />
onderzoek en wetenschappelijk onderwijs. Eventueel wordt eveneens
ekening gehouden met de wetenschappelijke dienstverlening, en in voorkomend<br />
geval met de mate waarin hijlzij voordien als lid van <strong>het</strong> AP zijnlhaar taken plichtsgetrouw<br />
heeft vervuld. Meer toelichting vindt men in de onderdelen onderwijs en<br />
personeelsbeleid van dit verslag.<br />
2.3 Evaluaties door andere instanties (FWO, IWT, EU)<br />
Doctorandi en andere mandaathouders worden bovendien geregeld, ondermeer naar<br />
aanleiding van hernieuwingen van mandaten, geëvalueerd door de bevoegde organen<br />
van FWO, IWT, EU.<br />
2.4 Evaluaties door de Onderzoeksraad<br />
De evaluatie van <strong>het</strong> onderzoek ligt de Onderzoeksraad nauw aan <strong>het</strong> hart. De ingezette<br />
middelen moeten immers optimaal worden aangewend voor <strong>het</strong> gestelde doel.<br />
Deze evaluatie gebeurt dan ook systematisch onder verschillende vormen.<br />
De evaluatie vóór de toekenning van een project of mandaat werd beschreven in punt<br />
1.3. De evaluatie van de projectuitvoering gebeurt onder de vorm van beoordeling<br />
van de tussentijdse en eindrapporten over alle projecten die via <strong>het</strong> GOA- of OT-systeem<br />
werden toegekend.<br />
De eindrapporten opgesteld door de woordvoerders van de afgelopen K.U.<strong>Leuven</strong>projecten<br />
werden ook in <strong>1998</strong> ter evaluatie voorgelegd aan de leden van de Onderzoeksraad.<br />
De procedure bestond erin dat elk eindrapport geëvalueerd werd door een<br />
lid van de Onderzoeksraad dat qua discipline <strong>het</strong> best <strong>het</strong> afgelopen project kon<br />
beoordelen. Deze rapporten én de verschillende evaluaties daarvan werden nadien<br />
ook nog eens door de voorzitter van de Onderzoeksraad doorgenomen en beoordeeld.<br />
De conclusies werden in <strong>het</strong> Bureau van de Onderzoeksraad, en vervolgens in de plenaire<br />
Onderzoeksraad kritisch besproken.<br />
Eveneens worden de resultaten van de kleinere interventiecategorieën beoordeeld.<br />
Alle begunstigden van een postdoctoraal mandaat, een fellowship en houders van een<br />
doctorandusbeurs moeten een verslag indienen dat ook ter beoordeling voorgelegd<br />
wordt.<br />
Door een ruime aandacht voor selectie en permanente evaluatie van onderzoeksprestaties<br />
wordt een hoog niveau van onderzoekskwaliteit nagestreefd. Uit ex-post analyse<br />
van de evaluatie van GOA- en OT-projecten blijkt duidelijk dat de eindbalans<br />
(zeer) positief is voor alle geanalyseerde GOA-projecten. Voor de OT-projecten is de<br />
overgrote meerderheid zeer positief beoordeeld terwijl een klein aantal projecten na<br />
degelijke inspanningen moeilijk realiseerbaar waren of negatieve resultaten hebben<br />
opgeleverd. Slechts een klein aantal projecten kan als mislukt worden beschouwd.<br />
Aangezien dit als een bijna onvermijdbaar risico kan worden beschouwd bij OTprojectfinanciering<br />
betekent dit dat de selectieprocedures behoorlijk werken doch<br />
continu moeten bewaakt en zo mogelijk versterkt worden.<br />
2.5 Evaluaties met <strong>het</strong> oog op middelenverdeling in de faculteiten<br />
Reeds langer bestaat in enkele faculteiten een systeem van puntenmeting voor<br />
wetenschappelijk onderzoek dat mede gebruikt wordt als een van de parameters voor<br />
de verdeling van werkingsmiddelen binnen de faculteit. Deze systemen worden veralgemeend,<br />
iedere faculteit kan daarbij rekening houden met de specifieke eigenheid<br />
in de discipline en de publicatiegebruiken. In de loop van 1996 hebben de meeste<br />
faculteitenldepartementen hun (lang bestaande of recente) methodologie terzake<br />
voorgelegd aan de Raad voor Onderzoeksbeleid. Op basis hiervan werden algemene<br />
richtlijnen opgesteld die voor alle faculteitenldepartementen bruikbaar zijn. Het is de<br />
bedoeling dat iedere faculteit jaarlijks zijn intern evaluatieverslag voorlegt aan de Raad<br />
voor Onderzoeksbeleid zodat op basis van deze uitwisseling van ervaring en op basis<br />
van internationale vergelijkingen een voortdurende verbetering van de evaluatieprocedure<br />
kan worden opgebouwd. Een schematisch overzicht van de gebruikte criteria per<br />
faculteit wordt weergegeven in Figuur 3.<br />
Onderroek<br />
1 69
Figuur 3. Facultaire evaluatiesystemen<br />
Farmaceut. Wet.<br />
FLOK<br />
+ + + - -<br />
+ + - -<br />
(s)<br />
-<br />
-<br />
+<br />
-<br />
+<br />
+<br />
+ - -<br />
+ - -<br />
Ja Afdeling<br />
Ja ZAPIAAP<br />
+ Dit criterium heeft een ponderatiewaarde gekregen.<br />
f Dit criterium komt in aanmerking voor ponderatie, doch heeft nog geen concrete waarde gekregen.<br />
- Dit criterium wordt niet bij de evaluatie gebruikt.<br />
De gegevens voor de faculteit Rechtsgeleerdheid zijn niet van toepassing voor <strong>het</strong> onderzoek in de<br />
criminologie. De interuniversitaire commissie van de Vlaamse rechtsfaculteiten 'klassering wetenschappelijke<br />
onderzoeksactiviteiten' is van oordeel dat de criteria voor klassering van <strong>het</strong> onderzoek<br />
in de criminologische wetenschappen meer aanleunt bij de criteria van andere sociale wetenschappen<br />
(sociologie, psychologie). Er is wel een rangschikking opgesteld van <strong>het</strong> belang van de<br />
criteria, doch er is geen concrete waarde aan gegeven.<br />
Er bestaat geen 'citation index' voor de rechtswetenschappen.<br />
VNSU lijst.<br />
Deze tabel geeft de criteria weer van de intra-facultaire reallocatieprocedure voor de verdeling van<br />
de nieuwe mandaten en werkingskredieten (onderwijs en onderzoek).<br />
Voor verdeling van alle middelen.<br />
Gebaseerd op de LORE (evaluatie van <strong>het</strong> onderzoek) bevraging.<br />
De kwaliteit van de publicaties zal intern geëvalueerd worden.<br />
Uitgegeven cursussen worden bij de evaluatie gebruikt.<br />
Onder dienstverlening wordt verstaan : editor van een boek of tijdschrift, lidmaatschap van de<br />
'editorial board' van een tijdschrift, boekbespreking, deelname in <strong>het</strong> bestuur van de faculteit of universiteit,<br />
lidmaatschap van commissies zoals FWO en IWT, reader van wetenschappelijke rapporten,<br />
referee, lidmaatschap van jury voor wetenschappelijke prijzen, organisatie congressen, voorzitterschap<br />
wetenschappelijke vereniging.<br />
De huidige allocatie (BartenlVerhelst) houdt enkel rekening met de studenten- en onderzoekeraantallen.<br />
Voor verdeling van onderzoeksmiddelen.<br />
7'0 / Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
2.6 Globale evaluatie van de onderzoeksoutput<br />
In 1997 werden door K.U.<strong>Leuven</strong> onderzoekers in totaal 2 171 artikels gepubliceerd<br />
in 925 verschillende tijdschriften met een impactfactor groter dan nul. Figuur 4 geeft<br />
de verdeling van de impactfactor van deze artikels weer. De gemiddelde impactfactor<br />
voor deze publicaties in 1997 van de K.U.<strong>Leuven</strong> is 2,64 (op basis van impactfactoren<br />
1996). Deze relatief hoge gemiddelde impactfactor betekent dat <strong>het</strong> onderzoek<br />
aan de K.U.<strong>Leuven</strong> van hoogstaande kwaliteit is, en dat de onderzoeksgroepen van<br />
de K.U.<strong>Leuven</strong> bij de top van de wereld behoren.<br />
In sommige disciplines, zoals Rechtswetenschappen en letteren, wordt meer in boeken<br />
en nationale tijdschriften gepubliceerd (zie Tabel l l ), waarvoor uiteraard geen<br />
impactfactoren beschikbaar zijn. Dit betekent echter niet dat deze publicaties minderwaardig<br />
zouden zijn. De ingenieurswetenschappen hebben een traditie om hun<br />
wetenschappelijke verwezenlijkingen bekend te maken op congressen, zodat voor<br />
deze discipline conference proceedings een belangrijke waarde krijgen. Bijgevolg is<br />
<strong>het</strong> louter tellen van publicaties geen goede waardemeter, en moet rekening gehouden<br />
worden met <strong>het</strong> type publicatie, zoals weergegeven in tabel 11.<br />
7 7<br />
lm pactfactor<br />
7<br />
Figuur 4<br />
De verdeling van de tijdschriftartikels gepubliceerd aan de K.U.<strong>Leuven</strong> in<br />
1997 volgens de impactfactor (Science Citation Index, 1996).<br />
2.7 Kwaliteitszorg in <strong>het</strong> kader van de VL.1.R.: pilootproject betreffende <strong>het</strong> zichtbaar<br />
maken van onderzoekspiestaties in de cultuur- en gedragswetenschappen<br />
Het concrete opzet van <strong>het</strong> project is <strong>het</strong> ontwikkelen van indicatoren om de wetenschappelijke<br />
output in de bestudeerde disciplines Taalkunde en Rechten te beschrijven<br />
en een veralgemeenbaar, eventueel gediversifieerd model voor <strong>het</strong> kenmerken van de<br />
productie (output/publicatiegedrag) te beschrijven.<br />
Het project werd officieel gestart in februari 1997. In een eerste fase werden een<br />
uitgebreide reeks kwantitatieve gegevens verzameld. In de loop van <strong>1998</strong> werd in<br />
een tweede fase een reeks kwalitatieve gegevens opgevraagd bij de onderzoekers.<br />
Deze bevraging had tot doel na te gaan in hoeverre de kwantitatieve data correleren<br />
met de opinie van de betrokken onderzoekers zelf. Om de gegevens te plaatsen in<br />
een breder (internationaal) referentiekader, werd de vragenlijst ook voorgelegd aan<br />
onderzoekers werkzaam in de universiteiten van de Franse Gemeenschap en aan een<br />
groep van onderzoekers uit Nederland en Engeland. Het geheel van deze benchmarking-operatie<br />
werd afgerond eind <strong>1998</strong>.<br />
De verwerking en analyse van de gegevens zal worden afgerond in <strong>het</strong> voorjaar van<br />
1999. De resultaten zullen worden verwerkt in een concept-rapport dat vervolgens<br />
voor commentaar en bemerkingen zal overgemaakt worden aan een aantal deskundigen.<br />
Aan de hand van deze bijkomende informatie zal <strong>het</strong> eindrapport vervolgens<br />
worden afgewerkt.<br />
Onderzoek<br />
1 71
2.8 Project 'Promoveren aan Vlaamse Universiteiten'<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Vlaams beleidsgericht onderzoek (zie 6.1.2) kon aan de Diensten<br />
Onderzoekscoördinatie van de K.U.<strong>Leuven</strong> en de RUG een project van start gaan rond<br />
<strong>het</strong> doctoreren aan Vlaamse universiteiten. Het aangevraagde budget werd slechts<br />
voor de helft toegekend. De K.U.<strong>Leuven</strong> (zoals ook de RUG) draagt zelf de andere<br />
helft bij omdat zij dit onderzoek waardevol acht in <strong>het</strong> geheel van de kwaliteitszorg.<br />
Door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek zal nagegaan worden welke<br />
factoren de goede voortgang van een doctoraat bevorderen of belemmeren en welke<br />
loopbaanperspectieven <strong>het</strong> behalen van een doctoraat biedt. De K.U.<strong>Leuven</strong> zal hieraan<br />
eveneens een evaluatie van de doctoraatsopleiding koppelen alsook een bevraging<br />
van de promotoren.<br />
In <strong>het</strong> najaar van <strong>1998</strong> werd gestart met de gegevensverzamelingen.<br />
3, 3.1 Globaal<br />
Financierings- De totale uitgaven voor onderzoek bedroegen in <strong>1998</strong> 5,691 mia BEF, een toename<br />
van 10 % ten opzichte van 1997. De totale uitgaven houden geen rekening met<br />
bronnen<br />
onderzoek via VIB en de Universitaire Ziekenhuizen. Tabel 2 toont dat deze toename<br />
<strong>het</strong> resultaat is van een erg gedifferentieerde groei in de onderzoeksbestedingen van<br />
de onderscheiden financieringskanalen.<br />
De uitgaven via <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds stegen in <strong>1998</strong> met 6,93 %. Hierbij<br />
valt vooral de sterke toename (34,2%) van de uitgaven voor de GOA's op. Dit kan<br />
verklaard worden doordat vanaf 1997 bijkomende toekenningen gegeven werden uit<br />
de reserves van <strong>het</strong> Onderzoeksfonds, <strong>het</strong>geen in <strong>1998</strong> zichtbaar wordt in de uitgaven.<br />
Deze extra toekenningen waren mogelijk dankzij de sterke verhoging van <strong>het</strong><br />
totale budget van <strong>het</strong> Onderzoeksfonds door de extra input die vanaf 1996 jaarlijks<br />
door de Vlaamse Overheid wordt geleverd. Verwacht wordt dat in de komende jaren<br />
de uitgaven via deze categorie verder zullen blijven stijgen, omdat de Vlaamse Overheid<br />
haar inspanning reeds meerdere jaren volhoudt.<br />
Na de forse stijging van de uitgaven binnen de categorie 'Speciaal Onderzoeksfonds'<br />
(+ 19,5 % in 1997) is een stagnatie opgetreden in <strong>1998</strong>. De reden hiervoor is niet<br />
volledig duidelijk doch een vertragingseffect tussen de datum van toekenning en de<br />
effectieve uitvoering is vermoedelijk de oorzaak. In de laatste jaren werd bijna systematisch<br />
overgeschakeld naar 4-jarige projecten (in plaats van 2- tot 3-jarige projecten)<br />
zodat de uitgaven meer gespreid worden. Gezien in <strong>1998</strong> een globale toename<br />
was van 9,4 % van de toekenningen in de categorie 'Speciaal Onderzoeksfonds' mag<br />
een forse toename van de uitgaven verwacht worden voor 1999.<br />
De groei van <strong>het</strong> 'projectonderzoek K.U.<strong>Leuven</strong>f (financieringsgroep a uit Tabel 2)<br />
bedroeg 12,1 %. De uitgaven voor projectonderzoek via K.U.<strong>Leuven</strong> Research and<br />
Development (financieringsgroep b uit Tabel 2) namen toe met 3,2 %.<br />
72 1<br />
Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
Indien men de som maakt van de financieringsmiddelen die een uitgesproken 'fundamenteel'<br />
karakter hebben, nl. <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds, FWO, GOA, IUAP en<br />
de mandaten FWO en IWT, dan stelt men voor <strong>1998</strong> een groei vast van 14 % (zie<br />
ook figuur 1). Hierbij valt, naast bovenvermelde stijging van de uitgaven op de<br />
GOA's, vooral de sterke groei van de uitgaven via FWO-projecten op, die 25,7 %<br />
hoger liggen dan in 1997. Deze stijging is een rechtstreeks gevolg van de extra<br />
financiële inspanningen van de Vlaamse overheid voor <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek<br />
dat via <strong>het</strong> FWO wordt gefinancierd. Ook aan <strong>het</strong> luik FWO-onderzoeksprojecten<br />
worden sinds 1996 extra middelen toebedeeld. In 1997 was dit minder zichtbaar<br />
in de uitgaven daar de rubriek 'uitrusting' met 29% was teruggevallen terwijl de uitgaven<br />
voor personeel en werking respectievelijk met 29 % en 13,5 % waren toegenomen.<br />
Ook in <strong>1998</strong> blijven de uitgaven op deze laatste twee rubrieken toenemen<br />
met respectievelijk 22 % en 20 % terwijl de terugval van de uitgaven voor apparatuur<br />
volledig wordt gecompenseerd in <strong>1998</strong> (+ 38,2 %).<br />
De uitgaven voor de mandaten FWO en IWT stegen in <strong>1998</strong> met 12,6 %. Deze<br />
stijging is in hoofdzaak <strong>het</strong> gevolg van een groter aantal tijdelijke FWO-mandaten: 25<br />
aspiranten en 28 postdoctorale onderzoekers meer dan in 1997-<strong>1998</strong>.
De financieringsmiddelen voor toegepast en beleidsgericht onderzoek (overheden,<br />
internationale organisaties, privé en mecenaat en projectonderzoek LR&D) stijgen met<br />
6,3 % ten opzichte van 1997. De uitgaven via de federale overheid stijgen met<br />
20,8 %, <strong>het</strong>geen in hoofdzaak verklaard wordt door de verhoogde uitgaven voor<br />
DWTC (programma duurzame ontwikkeling).<br />
Bij de internationale projecten is er een stijging van de uitgaven van 6,9 %, die voor<br />
meer dan de helft toe te schrijven is aan de groei van de projecten via de Europese<br />
Unie. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat een belangrijk aantal EU-projecten<br />
worden beheerd door LR&D.<br />
De dalende trend bij financiering via <strong>het</strong> privé-mecenaat (-13,7 %) en de uitgaven<br />
voor de wetenschappelijke dienstverlening (-3,O %) zet zich verder.<br />
Aan de K.U.<strong>Leuven</strong> waren er in <strong>1998</strong> in totaal 303 onderzoeksgroepen die uitgaven<br />
via externe financiering voor hun onderzoek hebben geboekt. De gemiddelde uitgaven<br />
van een 'onderzoeksgroep' aan de K.LI.<strong>Leuven</strong> bedragen 10,6 mio BEF (exclusief<br />
uitgaven LR&D en mandaten FWO en IWT).<br />
3.2 Per faculteit<br />
Tabellen 3 en 4 geven een totaaloverzicht van de onderzoeksuitgaven, opgedeeld per<br />
faculteit. Uitgaande van de gegevens van Tabel 4 blijkt dat de Humane Wetenschappen<br />
nog steeds sterk groeien (+ 14,2 %), doch minder spectaculair dan in 1997<br />
( + 18 %). In <strong>1998</strong> zagen de faculteiten Godgeleerdheid, Rechtsgeleerdheid, Economie<br />
en Toegepaste Economische Wetenschappen en <strong>het</strong> Hoger Instituut voor Wijsbegeerte<br />
hun onderzoeksuitgaven met 24 % of meer stijgen.<br />
Het groeicijfer van de groep van de Exacte Wetenschappen (11,9 %) benadert <strong>het</strong><br />
gemiddelde terwijl dat van de Biomedische Wetenschappen (4,4 %) duidelijk onder<br />
<strong>het</strong> gemiddelde ligt. Dit laatste kan grotendeels verklaard worden door de stagnatie<br />
in groei die optreedt voor de faculteit Geneeskunde, na de sterke groei in 1994-1995.<br />
Geneeskunde heeft de meeste onderzoeksuitgaven, gevolgd door de faculteiten<br />
Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen en Landbouwkundige en Toegepaste<br />
Biologische Wetenschappen. Deze vier faculteiten samen gaven in <strong>1998</strong> 77 % van<br />
<strong>het</strong> totale onderzoeksbudget uit.<br />
De stijging voor de faculteiten van de campus Kortrijk (+60 %) is vooral te danken<br />
aan de sterke uitbreiding van <strong>het</strong> onderzoek in de subfaculteit Letteren.<br />
3.3 Per wetenschapsdiscipline<br />
De besteding van de financiële middelen per wetenschapsdiscipline wordt gegeven in<br />
Tabel 5.<br />
4.1 Globaal en per faculteit 4.<br />
Na optelling van de gedetailleerde cijfers per faculteit verkrijgt men <strong>het</strong> overzicht van<br />
Tabel 6.<br />
bestand<br />
In <strong>het</strong> kader van de competitieve allocatie van personeel en middelen, en met <strong>het</strong> oog<br />
op de vorming van jonge onderzoekers, verdienen de mandaten FWO en IWT bijzondere<br />
aandacht.<br />
Aangezien zowel de FWO-mandaten als de IWT-specialisatiebeurzen rechtstreeks<br />
gefinancierd worden door de betrokken fondsen, kan <strong>het</strong> gewicht van deze mandaten<br />
in <strong>het</strong> onderzoeksbudget enkel door een berekening van de tegenwaarde worden<br />
ingeschat. In <strong>het</strong> boekjaar <strong>1998</strong> bedroeg deze tegenwaarde 1 191,8 mio BEF.<br />
a) Mandaten FWO<br />
Tabel 7 toont dat <strong>het</strong> aantal FWO-mandaten tijdens <strong>het</strong> academiejaar <strong>1998</strong>-1999 523<br />
eenheden bedroeg, te verdelen over 250 Aspiranten, 186 Postdoctorale Onderzoekers,<br />
52 Onderzoeksleiders, 32 Onderzoeksdirecteurs en 3 Bijzondere Doctoraats-<br />
Onderzoek<br />
1 73
eurzen.<br />
Net zoals vorig jaar zijn ten opzichte van <strong>het</strong> voorgaande academiejaar zowel <strong>het</strong> aantal<br />
Aspiranten als <strong>het</strong> aantal Postdoctorale Onderzoekers sterk toegenomen. Respectievelijk<br />
is er een stijging met 25 en 28 eenheden. Dit werd mogelijk gemaakt door<br />
de verhoogde financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap aan <strong>het</strong> FWO en de<br />
extra middelen van de Federale Overheid voor de financiering van bijkomende onderzoekers.<br />
Hierdoor kwamen niet alleen meer middelen vrij voor onderzoeksprojecten<br />
maar vooral ook voor nieuwe mandaten (voor Vlaanderen ca. 260 mio BEF extra).<br />
Wat de mandaten van onbepaalde duur bij <strong>het</strong> FWO betreft (nl. Onderzoeksleiders en<br />
Onderzoeksdirecteurs), werd door de Vlaamse Regering <strong>het</strong> totaal aantal vastgelegd<br />
op 200. Concreet betekent dit dat enkel via inleveringen (opname van een vast mandaat<br />
FWO in <strong>het</strong> ZAP) een evenredig aantal nieuwe onderzoekers kan worden aangesteld.<br />
In <strong>1998</strong> werd deze regel aan de K.U.<strong>Leuven</strong> toegepast voor 4 onderzoekers.<br />
b) Mandaten IWT<br />
Het IWT financierde in <strong>1998</strong>-1999 253 Specialisatiebeurzen (inclusief wijzigingen aan<br />
de hand van de reservelijst). In Tabel 8 wordt de vergelijking gemaakt met <strong>het</strong> voorgaande<br />
academiejaar: in absolute cijfers betekent dit een stabilisatie van de groei.<br />
Ten opzichte van <strong>het</strong> aantal IWT-bursalen voor de Vlaamse universiteiten is <strong>het</strong><br />
K.U.<strong>Leuven</strong>-aandeel eveneens gestabiliseerd en bedraagt 46,7%. De slaagkans voor<br />
een eerste termijn IWT-beurs lag voor de <strong>Leuven</strong>se onderzoekers op 45,1 %. In<br />
vergelijking met vorig jaar, dat qua slaagpercentage een uitzonderlijk jaar was, betekent<br />
dit een daling met 4,6%. Toch heeft de K.U.<strong>Leuven</strong> de hoogste slaagkans voor<br />
Vlaanderen.<br />
Sedert 1997 werd een nieuwe evaluatieprocedure toegepast voor de verlenging van<br />
de eerstetermijnbursalen. Door dit nieuwe concept werden in <strong>1998</strong> slechts aan 3<br />
<strong>Leuven</strong>se kandidaten (ten opzichte van 62 aanvragen) geen verlenging van de beurs<br />
toegekend.<br />
Ook dit jaar heeft de Raad van Bestuur van <strong>het</strong> IWT beslist om aan de eerstejaarsbursalen<br />
een jaarlijkse projectkostenvergoeding ten bedrage van 150000 BEF per bursaal<br />
te voorzien. Momenteel ontvangen de bursalen in een eerste, tweede jaar en<br />
derde jaar deze kredieten die via de centrale financiële diensten van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
ter beschikking worden gesteld van de promotor en de bursaal. Door jaarlijks deze<br />
procedure toe te passen, ontstaat er een systematische uitbreiding over de 4 beursjaren<br />
en zullen in <strong>het</strong> academiejaar 1999-2000 voor <strong>het</strong> eerst voor alle bursalen projectkosten<br />
worden uitbetaald.<br />
Wat de verdeling van deze bursalen onder de <strong>Leuven</strong>se faculteiten betreft, blijkt dat<br />
de vorig jaar vastgestelde tendens nl. dat de faculteit Wetenschappen niet langer<br />
inlevert ten voordele van de andere faculteiten, wordt bevestigd. Het aandeel stijgt<br />
voor de tweede maal met 0,6%. Ook de faculteiten Landbouwkundige en Toegepaste<br />
Biologische Wetenschappen (+ 1,3 %) en Geneeskunde (+ 1,5 %) zien hun<br />
aandeel toenemen. Het aandeel bij de faculteit Farmaceutische Wetenschappen kent<br />
een lichte terugval (-0,4 %). Het is opnieuw vooral de faculteit Toegepaste Wetenschappen<br />
die een serieuze terugval kent met 3,4%.<br />
4.2 Per wetenschapsdiscipline<br />
Het overzicht van <strong>het</strong> personeelsbestand per wetenschapsdiscipline wordt gegeven in<br />
Tabel 9.<br />
5. De evaluatie van de wetenschappelijke output behoort tot de basisopdrachten van de<br />
Wetenschap- Onderzoeksraad. Deze evaluatie leidt niet zelden tot concrete aanbevelingen inzake<br />
groepsvorming, onderzoeksoriëntatie, werving van jonge onderzoekers, enz.<br />
pelij ke<br />
alatput per<br />
wetenschapsdiscipline<br />
De meeste faculteiten hebben ondertussen <strong>het</strong> voorbeeld van enkele pioniers gevolgd<br />
en stellen een jaarlijks evaluatierapport van de onderzoeksactiviteiten van hun departementen<br />
of afdelingen op, waaraan ook geleidelijk praktische consequenties voor<br />
onderzoeksfinanciering gekoppeld worden.<br />
74 l<br />
Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong>
Het aantal behaalde doctoraatstitels wordt beschouwd als een belangrijke outputindicator<br />
aangezien de doorstroming van jong talent duidt op de wetenschappelijke dynamiek<br />
van de onderzoeksgroep. In Tabel 10 wordt een overzicht gegeven van de<br />
verschillende doctoraten die in <strong>het</strong> academiejaar 1997-<strong>1998</strong> aan de K.U.<strong>Leuven</strong> werden<br />
uitgereikt. Hierbij valt vooral de belangrijke toename op van <strong>het</strong> aantal behaalde<br />
doctoraten (+61 I vergeleken met 1997. De grootste toename is hierbij voor de<br />
faculteit Geneeskunde, gevolgd door de faculteit Toegepaste Wetenschappen.<br />
Een andere belangrijke outputindicator is <strong>het</strong> aantal en de kwaliteit van de publicaties.<br />
Er werden in <strong>1998</strong> 2 666 (versus 2 340 in 1997) publicaties geteld in tijdschriften<br />
opgenomen in internationale databanken (Current Contents: Agriculture, biology &<br />
environmental sciences, Arts and humanities, Clinical medicine, Engineering, technology<br />
& applied sciences, Life sciences, Physical, chemica1 and earth sciences, Social<br />
and behavioral sciences en Medline).<br />
De gedetailleerde publicatie-output van <strong>1998</strong> is nog niet beschikbaar, daarom wordt<br />
in Tabel 11 een analyse gegeven van de publicatie-output van 1997 per wetenschapsdiscipline.<br />
De gegevens zijn afkomstig van rechtstreekse bevragingen bij de<br />
verschillende faculteiten. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er mogelijk een aantal<br />
dubbeltellingen voorkomen aangezien de publicaties door elke afdeling afzonderlijk<br />
worden opgegeven. Voor een aantal disciplines zijn er weinig of geen publicaties,<br />
omdat niet alle afdelingen hun publicaties voor 1997 hebben doorgegeven. Voor de<br />
gegevens van <strong>1998</strong> wordt een meer volledige analyse voorzien.<br />
6.1 Vlaamse onderzoeksacties 6.<br />
6.1 .l Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek 1 998 Nationale<br />
(OBPWO) (voorheen FKFO-Ministerieel Initiatief)<br />
wetenschap-<br />
pelijke saïï'îen-<br />
Sinds 1994 werd de selectieprocedure expliciet omschreven waarbij zowel beleidsrelevante<br />
als wetenschappelijke aspecten in aanmerking komen. De ingediende werking<br />
projectvoorstellen moeten betrekking hebben op de prioritaire onderzoeksthema's die<br />
de Minister van onderwijs heeft vastgelegd.<br />
Dit jaar stond voor <strong>het</strong> programma maximaal 107,500 mio BEF ter beschikking.<br />
In totaal werd 99,700 mio BEF toegewezen (35 ingediende aanvragen). Bij de finale<br />
toekenningen was de K.U.<strong>Leuven</strong> betrokken bij 9 van de 12 projecten (7 als woordvoerder).<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> behaalde 56 % van <strong>het</strong> totaal toegekende bedrag. Vorig<br />
jaar lag de score op 65 %, <strong>het</strong> jaar voordien op 44 % en in 1995 op 77 %.<br />
6.1.2 Programma voor Beleidsgericht Onderzoek<br />
De Vlaamse Regering besliste op 24 juli 1997 een programma Beleidsgericht Onderzoek<br />
te starten. Het beheer ervan werd toevertrouwd aan de Administratie Wetenschap<br />
en Innovatie (AWI) van <strong>het</strong> Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
Het programma heeft zowel sectorieel beleidsmatige als wetenschapspolitieke doelstellingen<br />
en richt zich vooral naar onderzoeksgroepen uit de sociale- en uit de cultuur-<br />
en gedragswetenschappen. Het programma is te situeren binnen vier grote<br />
onderzoekslijnen: kennisverwerving over een beleidssector, ontwikkeling van kwantitatief<br />
onderbouwende beleidsindicatoren, ontwikkeling van beleidsscenario's, analyse<br />
van beleidsimpact.<br />
In april <strong>1998</strong> keurde de Vlaamse Regering 57 onderzoeksprojecten goed binnen<br />
bovenvermeld programma van 1997.<br />
In totaal werd hiervoor 450 mio BEF beschikbaar gesteld (projectduur 1 tot 3 jaar). Er<br />
werden 168 onderzoeksprojecten ingediend waarvan 62 door de K.U.<strong>Leuven</strong>. De<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> is betrokken bij 30 van de 57 toegekende projecten (23 keer als hoofdpromotor).<br />
Hieronder valt ook <strong>het</strong> project 'Het promoveren van onderzoekers in<br />
Vlaanderen' (zie 2.8).<br />
De oproep van <strong>1998</strong> gaf 71 thema's op voor beleidsondersteunend onderzoek. Deze<br />
waren verdeeld over 23 beleidsdomeinen zoals ondermeer ambtenarenzaken, cultuur,<br />
Onderzoek<br />
1
financiën en begroting en landbouw. De K.U.<strong>Leuven</strong> diende 66 aanvragen in. De toekenningen<br />
worden kenbaar gemaakt in 1999.<br />
Onmiddellijk na deze oproep werd aangekondigd dat een nieuwe oproep werd voorbereid.<br />
Het programma van <strong>1998</strong> zou worden uitgebreid met een onderdeel 'Lange<br />
termijn beleidsgericht onderzoek' waarvoor 50 mio BEF extra wordt toegevoegd aan<br />
<strong>het</strong> budget van 450 mio.<br />
De sectie West-Europese Archeologie binnen de faculteit Letteren verwierf een contract<br />
van 42,5 rnio BEF in <strong>het</strong> kader van beleidsgericht onderzoek i.s.m. de Provincie<br />
Vlaams-Brabant en de NMBS in verband met archeologisch beleidsondersteunend<br />
onderzoek in Vlaams-Brabant langs <strong>het</strong> HST-traject.<br />
6.1.3 Onderzoeksprogramma Humane Wetenschappen<br />
Het was de bedoeling dat de twee grote luiken van <strong>het</strong> impulsprogramma 'Humane<br />
Wetenschappen', dat in 1996 werd opgestart ter stimulering van <strong>het</strong> wetenschappelijk<br />
onderzoek in de sociale- en gedragswetenschappen en in de cultuur- en geesteswetenschappen,<br />
ook in <strong>1998</strong> werden verder gezet.<br />
Ter opvolging van <strong>het</strong> luik 'Wetenschap als Cultuur' werd de onderzoekslijn 'Max<br />
Wildiers' officieus aangekondigd, maar de eigenlijke oproep wordt slechts verwacht in<br />
1999.<br />
6.1.4 Andere programma's<br />
-Beleidsvoorbereidend onderzoek ter ondersteuning van <strong>het</strong> arbeidsbeleid (VIONA)<br />
De Vlaamse Minister van Economie en Werkgelegenheid lanceerde in <strong>1998</strong> nieuwe<br />
thema's bij <strong>het</strong> Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk Arbeidsmarktrapportering<br />
(VIONA) met de volgende aandachtspunten: meerjarenaanpak voor arbeidsmarktonderzoek,<br />
objectivering van de toewijzingsprocedure, toenemende aandacht<br />
voor valorisatie van onderzoeksprojecten en de duidelijke afstemming op <strong>het</strong> programma<br />
voor beleidsgericht onderzoek.<br />
Het totale subsidiebedrag was 46,8 mio BEF. De K.U.<strong>Leuven</strong> was betrokken in 3<br />
projecten voor een totaal bedrag van 13,3 mio BEF.<br />
Daarnaast was er nog een bijkomende oproep (2,8 mio BEF) betreffende de tewerkstelling<br />
van migranten.<br />
-De Vlaamse administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn lanceerde meerdere<br />
- doch steeds zeer kleine - oproepen, met een korte oproeptijd. Om deze laatste reden<br />
konden de onderzoekers hier weinig op ingaan.<br />
76 1<br />
Ketholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
6.1.5 Deelname K.U.<strong>Leuven</strong>-onderzoeksgroepen aan projecten IWT-autonome functie<br />
In <strong>1998</strong> werden aan onderzoeksgroepen van de K.U.<strong>Leuven</strong> een 24-tal nieuwe projecten<br />
toegewezen voor een totaalbedrag van 200,8 mio BEF, <strong>het</strong>geen ruim 10 mio BEF<br />
meer is dan in 1997. Hiermee wordt de licht negatieve tendens die in 1997 werd<br />
vastgesteld, in positieve zin omgebogen.<br />
De thematieken en disciplines die in deze projecten aan de orde zijn, betreffen niet<br />
enkel de 'klassieke' IWT-domeinen zoals elektronica, computerwetenschappen, werktuigkunde<br />
en materiaalkunde, maar bijzonder opvallend is ook <strong>het</strong> succes van de<br />
<strong>Leuven</strong>se groepen uit de bio-wetenschappen. In dit deeldomein werden aan de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> zes nieuwe projecten toegewezen voor een totaalbudget van nagenoeg<br />
75 mio BEF (= 37.5 % van <strong>het</strong> totaal toegekend budget aan de K.LI.<strong>Leuven</strong>). Het<br />
succes van deze groepen is in hoofdzaak te danken aan de unieke competentie die de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> heeft in enkele niches van de voedingstechnologie.<br />
Enkele goedgekeurde IWT-projecten gaven aanleiding tot complicaties van financiële<br />
aard, die <strong>het</strong> gevolg waren van een verlaagd subsidiepercentage dat door <strong>het</strong> IWT<br />
wordt toegepast voor prototype-onderzoek. Het probleempunt hierbij is dat in een<br />
aantal domeinen en projecten de afstand tussen basisonderzoek en de industriële<br />
toepassing ervan zeer klein is. Het risico-karakter van de onderzoeksactiviteiten hoort
ij de beoordeling van de aard van <strong>het</strong> onderzoek (basis-, gemengd, toegepast of prototype-onderzoek)<br />
bijzondere aandacht te krijgen.<br />
6.1.6 Vlaams Interuniversitair Instituut Biotechnologie (VIB)<br />
Het totale jaarbudget voor de drie VIB-departementen aan de K.U.<strong>Leuven</strong> groeide in<br />
<strong>1998</strong> met 2.9 % tot 261.5 rnio BEF. leder van de drie VIB-departementen werd<br />
onderworpen aan een grondige wetenschappelijke audit, die - na de verdere opvolging<br />
in 1999 - moet leiden tot een eindbeoordeling betreffende toekomstige VIBfinanciering<br />
voor deze departementen. Inmiddels blijkt uit de bibliometrische analyse<br />
dat de <strong>Leuven</strong>se VIB-departementen behoorlijk tot uitmuntend presteren op <strong>het</strong> vlak<br />
van publicatie-output. Zo publiceerde <strong>het</strong> VIB-departement 'menselijke erfelijkheid' in<br />
<strong>1998</strong> 69 wetenschappelijke artikels met een gemiddelde impact van 4.84 en publiceerde<br />
<strong>het</strong> VIB-departement 'transgene technologie en gentherapie' 37 artikels met<br />
een gemiddelde impactfactor van 7,98.<br />
In <strong>1998</strong> werden de aan de K.U.<strong>Leuven</strong> toegekende projecten in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong><br />
zogenaamd 'projectmatig onderzoek' opgestart. Het betreft hier twee projecten rond<br />
respectievelijk planten- en gist-genetica. De toelage aan de K.U.<strong>Leuven</strong> voor deze<br />
projecten bedroeg 31,4 mio BEF.<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> maatschappelijk luik van <strong>het</strong> VIB werden door onderzoekers van<br />
de K.U.<strong>Leuven</strong> 9 aanvragen ingediend, waarvan er uiteindelijk 4 een positief selectieadvies<br />
kregen. Na verdere beraadslaging werd geoordeeld dat één gunstig geklasseerde<br />
aanvraag van de K.U.<strong>Leuven</strong> met een gunstig VIB-advies zou ingeleid worden<br />
bij <strong>het</strong> Vlaamse programma beleidsvoorbereidend onderzoek. De drie overige<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>-aanvragen, waarvan er één zal uitgevoerd worden in samenwerking met<br />
<strong>het</strong> Instituut voor Biofilosofie, vertegenwoordigen een budget van nagenoeg<br />
37 mio BEF.<br />
6.1.7 Actieprogramma's beheerd door <strong>het</strong> IWT<br />
Na <strong>het</strong> beleidsvoorbereidend luik van VLIET-bis, dat reeds in 1997 werd afgehandeld,<br />
werd begin <strong>1998</strong> dB selectie gedaan van de aanvragen in <strong>het</strong> technologisch luik.<br />
Hierbij waren onderzoeksgroepen van de K.U.<strong>Leuven</strong> betrokken bij 9 van de 24 ingediende<br />
aanvragen. Uiteindelijk werden hiervan 7 projecten goedgekeurd voor een<br />
totaal bedrag van 90,6 mio BEF. Van dit bedrag is 44,5 mio BEF directe IWT-steun<br />
aan K.U.<strong>Leuven</strong>-onderzoeksgroepen zodanig dat de K.U.<strong>Leuven</strong> 60 % van <strong>het</strong> 'universitaire<br />
VLIET-bis-budget' vertegenwoordigt. Het betreft derhalve een belangrijke<br />
nieuwe stimulans voor <strong>het</strong> energie-onderzoek aan de K.U.<strong>Leuven</strong> en <strong>het</strong> biedt <strong>het</strong><br />
<strong>Leuven</strong>s Energie-instituut de mogelijkheid om zijn wetenschappelijke expertise verder<br />
uit te bouwen.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong>-projecten in <strong>het</strong> programma Medialab werden verder uitgebouwd tot<br />
expertisecentra die via <strong>het</strong> IWT, op basis van intenties ingediend door derden, kunnen<br />
aangezocht worden tot <strong>het</strong> uitvoeren van bepaalde opdrachten en studies.<br />
In <strong>1998</strong> werden voorbereidingen getroffen om <strong>het</strong> Informatie-Technologie-programma<br />
(ITA) te verlengen. Er werd een oproep tot <strong>het</strong> indienen van voorstellen gepubliceerd.<br />
De ingediende aanvragen zullen begin 1999 geselecteerd worden.<br />
6.1.8 Impulsprogramma Natuurontwikkeling (VLINA)<br />
Na de oproep voor 1999 werden er 25 aanvragen ingediend bij AMINAL. Uiteindelijk<br />
werden 8 projecten geselecteerd voor een totaal bedrag van 99,5 mio BEF. Bij twee<br />
van deze projecten is de K.U.<strong>Leuven</strong> betrokken. Deze projecten hebben een looptijd<br />
van 2 jaar. Voor <strong>het</strong> jaar 2000 wordt een oproep voorzien voor projecten met een<br />
looptijd van één jaar, omdat <strong>het</strong> programma dan ten einde loopt. Over een mogelijke<br />
verlenging van dit programma is nog niets bekend.<br />
6.1.9 Bilaterale Wetenschappelijke en Technologische Samenwerking met de<br />
Geo-politieke Prioritaire Landen<br />
In <strong>1998</strong> werd een derde oproep gelanceerd in <strong>het</strong> kader van de bilaterale wetenschappelijke<br />
en technologische samenwerking tussen Vlaanderen en 7 geopolitieke
landen, nl. Polen, Hongarije, Roemenië, Zuid-Afrika, Chili, China en Québec. Het<br />
totaal budget voor Vlaanderen bedroeg 137 mio BEF. Dit bedrag staat ter beschikking<br />
voor drie jaar lopende onderzoeksprojecten waarbij financiële middelen worden<br />
voorzien voor o.a. wederzijdse uitwisselingen op postdoctoraal niveau en de organisatie<br />
van seminaries en workshops.<br />
In totaal werden voor <strong>Leuven</strong> 64 aanvragen ingediend met volgende verdeling over de<br />
prioritaire partners: Polen (1 O), Hongarije (1 O), Roemenië (8). Zuid-Afrika (1 5). China<br />
(1 3), Chili (5) en Québec (3). Verspreid over de wetenschapsgebieden geeft dit 5<br />
aanvragen voor de Humane Wetenschappen, 23 voor de Wetenschappen, 11 voor de<br />
Toegepaste Wetenschappen, 16 voor de Landbouwkundige en Toegepaste Biologische<br />
Wetenschappen en 9 voor de Medische en Farmaceutische Wetenschappen.<br />
Rekening houdend met de Vlaamse selectiecriteria en met de eigen strategie inzake<br />
internationale samenwerking heeft <strong>het</strong> Bureau van de Onderzoeksraad, in opdracht<br />
van de Academische Overheid, een evaluatie doorgevoerd die werd aangevuld met<br />
experts uit bepaalde domeinen.<br />
Uiteindelijk participeert de K.U.<strong>Leuven</strong> als hoofd- of copromotor in 32 van de 50 toegekende<br />
onderzoeksprojecten (64 %). De financiële weerslag bedroeg 46,6 mio BEF<br />
t.o.v. 137 BEF in <strong>het</strong> totaal (dus 34 %). Hieruit kunnen we besluiten dat relatief<br />
gezien veel onderzoeksgroepen deelnemen doch met lage budgetten. Verspreid over<br />
de prioritaire partners geeft dit: Polen (4), Hongarije (6). Roemenië (4), Zuid-Afrika<br />
(10), China (6), Chili (2) en Qu6bec (O).<br />
6.1.10 Strategische Technologieën voor Welzijn en Welvaart (STWW)<br />
Dit nieuwe onderzoeksprogramma werd in <strong>1998</strong> operationeel gemaakt waarna een<br />
oproep tot <strong>het</strong> indienen van intentie-aanvragen werd gepubliceerd. Dit leidde tot 82<br />
intentie-aanvragen, waarvan 34 vanuit de K.U.<strong>Leuven</strong>. Deze laatste waren gelijk<br />
verdeeld over de twee luiken van <strong>het</strong> programma: 'technologie en economie' enerzijds<br />
en 'technologie en maatschappij' anderzijds. Het preselectiecomit6 oordeelde dat 17<br />
aanvragen van de K.U.<strong>Leuven</strong> in aanmerking kwamen voor de tweede ronde die begin<br />
1999 wordt afgewerkt. Het hoge aantal aanvragen bevestigt de grote nood aan een<br />
technologisch programma met een verhoogd wetenschappelijk risico. De vrees dat<br />
dit type van programma een dubbele financiering van bepaalde (in casu meer fundamenteel<br />
wetenschappelijke) projecten in de hand zou werken, lijkt ongegrond. Is <strong>het</strong><br />
vanuit beleidsmatig standpunt bovendien niet wenselijk dat risicovol fundamenteel<br />
onderzoek vanuit meerdere invalshoeken geëvalueerd wordt en dat via een specifiek<br />
programma zoals STWW de brug gemaakt wordt naar de toepassing ervan? Binnen<br />
STWW wordt <strong>het</strong> aspect 'valorisatie' bijzonder benadrukt en moeten de aanvragers<br />
hun onderzoeksresultaten toetsen in een gebruikerscommissie.<br />
6.2 Federale onderzoeksacties<br />
6.2.1 Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame<br />
ontwikkeling<br />
DWTC lanceerde in <strong>1998</strong> beperkte oproepen voor beleidsondersteunend onderzoek in<br />
bovenvermeld programma. Aan de K.U.<strong>Leuven</strong> werden twee projecten toegekend,<br />
respectievelijk in de deelprogramma's Global Change en Aardobservatie.<br />
6.2.2 Programma Dienstencentra en onderzoeksnetwerken<br />
In 1997 werd door de federale minister van wetenschapsbeleid een nieuwe 2-jarige<br />
financiering veilig gesteld voor netwerken die onderzoeksgroepen van federale wetenschappelijke<br />
instellingen in staat hebben gesteld op efficiënte wijze samen te werken<br />
met de universiteiten. In <strong>1998</strong> was een nieuwe actie aangekondigd maar er<br />
verscheen geen officiële oproep.<br />
6.2.3 'Nieuw' Wetenschappelijk ondersteuningsprogramma voor de gezondheidsbescherming<br />
van de werknemer<br />
I<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
Dit programma liep over twee fasen: 'valorisatie van <strong>het</strong> vorige programma (1 994-
<strong>1998</strong>)' en 'nieuwe initiatieven'. De oproep beperkte zich tot promotoren die reeds<br />
een vorig contract hadden.<br />
6.2.4 Wetenschappelijke en Technologische Samenwerking met Centraal- en Oost-<br />
Europa: fellowships<br />
Onderzoeksgroepen die momenteel financiering ontvangen in <strong>het</strong> kader van een federaal<br />
impulsprogramma kunnen als onthaalinstelling optreden voor een postdoctorale<br />
onderzoeker uit Centraal- en Oost-Europa. Deze beurzen hebben een maximale duur<br />
van 12 maanden.<br />
In <strong>1998</strong> werden 8 aanvragen door K.U.<strong>Leuven</strong>-onthaalinstellingen ingediend waarvan<br />
er uiteindelijk 6 werden toegekend.<br />
7.1 Europese onderzoeksacties 7.<br />
Internationale<br />
In de loop van <strong>1998</strong> ontstond meer duidelijkheid betreffende de participatiegraad van<br />
Vlaamse universiteiten aan Euro~ese acties binnen <strong>het</strong> aflo~ende Vierde Kader~ro- relaties<br />
gramma. Uit de beschikbare cijiergegevens, die naar schat;ing voor 90 % volledig<br />
zijn, blijkt dat de K.U.<strong>Leuven</strong> aan 193 projecten binnen <strong>het</strong> Vierde Kaderprogramma<br />
deelnam en dat hiermee een budget gepaard ging van meer dan 22 mio ECU. Ter<br />
vergelijking: de deelname van de K.U.<strong>Leuven</strong> aan <strong>het</strong> Derde Kaderprogramma (1991-<br />
1995) had betrekking op 190 projecten voor een totaalbudget van 24,8 mio ECU. Er<br />
is dus onmiskenbaar sprake van een zekere stagnatie, die eveneens blijkt uit de evolutie<br />
van de onderzoeksuitgaven op basis van EU-projecten. In <strong>het</strong> Jaarverslag 1997<br />
werd deze evolutie meer gedetailleerd beschreven en werd ook dieper ingegaan op de<br />
mogelijke oorzaken van de geremde groei van EU-middelen.<br />
Voor Vlaanderen blijft de K.U.<strong>Leuven</strong> onmiskenbaar de meest vooraanstaande vertegenwoordiger<br />
binnen <strong>het</strong> Europees forum: van de globale Europese budgetten die<br />
bestemd zijn voor Vlaamse universiteiten, ontving de K.U.<strong>Leuven</strong> in de voorbije 4 jaar<br />
(via <strong>het</strong> Vierde Kaderprogramma) 45 %, tegenover 33,6 % voor de RUG, 10.6 %<br />
voor de VUB, 6.83 % voor de UA en 4.1 % voor <strong>het</strong> LUC (Bron: Administratie<br />
Wetenschap en Innovatie).<br />
De voortrekkersrol van de K.U.<strong>Leuven</strong> blijkt niet enkel uit een hoog aantal EU-projectdeelnames,<br />
maar wordt ook beklemtoond in de EU-analyse 'Second European Report<br />
on Science and Technology Indicators 1997'. Volgens deze analyse vertegenwoordigt<br />
de K.U.<strong>Leuven</strong> 21.3 % van de 'national publication output' en is daarmee veruit<br />
de hoogst gerangschikte Belgische universiteit. In de internationale lijst van Europese<br />
universiteiten en onderzoeksinstellingen wordt de K.U.<strong>Leuven</strong> op de 16de plaats<br />
gerangschikt. Deze ranking is gebaseerd op de hoeveelheid en gemiddelde 'impact<br />
factor' van de publicaties die men in de SCI-database terugvindt.<br />
7.2 Andere internationale onderzoeksinitiatieven<br />
Nieuwe initiatieven met betrekking tot ruimte-onderzoek waren eerder beperkt in<br />
<strong>1998</strong>, <strong>het</strong>geen ongetwijfeld verband houdt met de hervormingen die ESA thans op<br />
beleidsmatig vlak doorvoert. De traditionele sterkte van de K.U.<strong>Leuven</strong> in bepaalde<br />
niches van <strong>het</strong> ruimte-onderzoek leidde dan ook niet tot opmerkelijke nieuwe projecttoekenningen.<br />
Wel werden de lopende initiatieven, in hoofdzaak rond de thematiek<br />
'micrograviteit', met succes verder gezet.<br />
In de loop van <strong>1998</strong> werd ook een doorbraak verwezenlijkt in <strong>het</strong> sterrenkunde-project<br />
dat de K.U.<strong>Leuven</strong> in La Palma wenst te verwezenlijken. De Vlaamse overheid<br />
maakte de additionele financiële middelen vrij die nqdig waren om dit project in 1999<br />
ook effectief uit te voeren. Dit initiatief werd reeds vanaf 1987 voorbereid en kon<br />
eerder reeds rekenen op een belangrijke ondersteuning van <strong>het</strong> FWO en <strong>het</strong> Onderzoeksfonds<br />
van de K.U .<strong>Leuven</strong>.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> neemt ook deel aan enkele initiatieven van de Wereldbank, CGIAR<br />
(Consultative Group of Agricultural Research), die niet in de hierboven genoemde<br />
boekhoudkundige bedragen zijn inbegrepen. In totaal vertegenwoordigen deze mondiale<br />
onderzoeksinitiatieven een budget van ruim 25 mio BEF.<br />
Onderzoek<br />
I
Tenslotte nam de deelname van de K.U.<strong>Leuven</strong> in programma's en netwerken van de<br />
European Science Foundation (ESF) toe.<br />
De totale uitgaven in <strong>1998</strong> voor onderzoek aan de K.U.<strong>Leuven</strong>, bestaande uit 'pro-<br />
8,<br />
jectonderzoek K.U.<strong>Leuven</strong>l, 'mandaten FWO en IWT', 'industriële projecten via<br />
Besiuit<br />
LR&D1 en 'wetenschappelijke dienstverlening' bedroegen 5,692 mia BEF. Dit betekent<br />
een groei van 10 % t.o.v. <strong>het</strong> vorige jaar. Dit is een bijzonder verheugende vaststelling<br />
temeer daar de groei van de middelen voor fundamenteel onderzoek opnieuw de<br />
voorhand krijgt op deze voor <strong>het</strong> beleids- en toegepast onderzoek.<br />
80 1 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
De groei van de uitgaven voor onderzoek resulteert in een toegenomen tewerkstelling<br />
van onderzoekers. Zo stellen we vast dat <strong>het</strong> (tijdelijk) onderzoekskader verder groeit<br />
met 21 6 eenheden. Deze trend is een zeer belangrijke investering in de toekomst van<br />
<strong>het</strong> Vlaamse onderzoekspotentieel en wordt zowel op pre- als postdoctoraal niveau<br />
voortgezet. Nochtans neemt <strong>het</strong> vast personeelskader (ZAP en vaste mandaathouders<br />
FWO) ook in <strong>1998</strong> niet toe, wel integendeel! De begeleiding van een groeiend<br />
aantal jonge doctorandi en tijdelijke medewerkers legt een zware druk op <strong>het</strong> reeds<br />
sterk belaste vast kader.<br />
De groei van <strong>het</strong> onderzoeksbudget kan in belangrijke mate verklaard worden door de<br />
inspanning van de Vlaamse overheid om meer financiële middelen vrij te maken voor<br />
wetenschappelijk onderzoek. Dit blijkt inderdaad uit de veel grotere groei van de<br />
middelen ter beschikking gesteld door de Vlaamse Overheid in vergelijking met andere<br />
financieringsbronnen (Tabel 2).<br />
Inzake de werving van externe middelen stelt men vast dat de slagkracht van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> bij nagenoeg alle belangrijke financieringskanalen voor wetenschappelijk<br />
onderzoek gehandhaafd blijft. Dit blijkt nog <strong>het</strong> best uit de jaarlijkse nagenoeg constante<br />
toename van de budgetten verworven bij internationale programma's waar de<br />
sterke competitie en de hoge kwaliteitseisen een garantie vormen voor de wetenschappelijke<br />
kwaliteit.<br />
Het eerder gesc<strong>het</strong>ste probleem in verband met de vernieuwing van de wetenschappelijke<br />
apparatuur (zie <strong>jaarverslag</strong>en 1992-1 997) blijft onveranderd. Met <strong>het</strong> huidige<br />
bestedingsregime van 14 % voor uitrustingsmiddelen, is <strong>het</strong> niet mogelijk de verouderende<br />
wetenschappelijke apparatuur op een voldoende snelle wijze af te schrijven en<br />
te vervangen.<br />
Op beleidsmatig vlak wordt toenemende aandacht besteed aan de kwaliteitszorg en<br />
de valorisatie van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek en aan de professionalisering van<br />
<strong>het</strong> beheer van de onderzoeksprojecten.<br />
Voor <strong>het</strong> handhaven van een hoog kwaliteitsniveau van <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek<br />
blijft de K.U.<strong>Leuven</strong> belangrijke inspanningen leveren. Deze inspanningen hebben<br />
onmiskenbaar een zeer gunstig resultaat, <strong>het</strong>geen ondermeer blijkt uit <strong>het</strong> aantal<br />
publicaties en vooral uit de kwaliteit hiervan: in <strong>1998</strong> was er een toename van 14 %<br />
ten opzichte van 1997 van <strong>het</strong> aantal publicaties in internationaal gerangschikte tijdschriften<br />
(SC1 databanken). Daarnaast valt <strong>het</strong> sterk toegenomen aantal afgelegde<br />
doctoraten op: er werden 61 doctoraten meer afgelegd dan in 1997. Het aantal doctoraten<br />
kan immers terecht beschouwd worden als een belangrijke indicator voor de<br />
wetenschappelijke slagkracht/uitstraling van een universiteit.<br />
Anticiperend op <strong>het</strong> innovatiedecreet, worden aan de K.U.<strong>Leuven</strong> heel wat inspanningen<br />
gedaan voor <strong>het</strong> bevorderen van de valorisatie van <strong>het</strong> wetenschappelijk<br />
onderzoek. Hierbij is vooral de stimulerende en ondersteunende rol van LR&D belangrijk.<br />
De interne structuur en <strong>het</strong> globale kader van stafleden werd daarom met succes<br />
aangepast. Het gevolgde beleid heeft <strong>het</strong> aantal patentaanvragen sterk doen toenemen,<br />
evenals <strong>het</strong> opzetten van spin-off bedrijven.<br />
Tenslotte zal <strong>het</strong> Anemoonproject aan de verantwoordelijken van onderzoekseenheden<br />
de mogelijkheid bieden tot een efficiënt en professioneel beheer van de onderzoeksbudgetten.<br />
De vlotte uitwisseling van onderzoekers van over heel de wereld blijft essentieel voor<br />
de verrijking van <strong>het</strong> wetenschappelijk potentieel en de vernieuwing van onderzoeksideeën<br />
aan de universiteit. Naar aanleiding van de invoering van de nieuwe (federale)<br />
regeling (cf. Staatsblad, maart <strong>1998</strong>1, dient de aandacht gevestigd te worden op <strong>het</strong>
sterk negatief effect van deze reglementering op de vlotte uitwisseling van buitenlandse<br />
vorsers.<br />
In 1996-1997-<strong>1998</strong> werd cumulatief, in vergelijking met de drie voorafgaande jaren,<br />
in totaal 1004 mio en 1011 mio BEF meer toegekend aan onderzoeksprojecten via<br />
<strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong>-aandeel in respectievelijk <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds en <strong>het</strong> FWO.<br />
Toch blijft de spanning tussen de vraag en de financieringsmogelijkheden zeer groot.<br />
Vooral de FWO-projectfinanciering blijft zorgwekkend en dit is merkwaardig genoeg<br />
vooral te wijten aan een groei (1993-<strong>1998</strong>) van 72 % van <strong>het</strong> totale bedrag aan<br />
gevraagde kredieten terwijl 'slechts' (sic) een toename van 24 % van middelen<br />
beschikbaar was. Dit maakt uiteraard <strong>het</strong> werk van de vele collega's die met veel<br />
zorg en neutraliteit de 'peer review' evaluatie uitvoeren alleen maar extra moeilijk.<br />
Daarom verdienen zowel de leden van de Onderzoeksraad als van de wetenschappelijke<br />
commissies FWO, IWT, enz. alle dank voor uitvoering van hun volgehouden en<br />
lang niet altijd met dank overladen opdracht.<br />
Onderroek<br />
I
Tabellen<br />
Tabel 1 : Allocatie van de middelen van <strong>het</strong> Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) <strong>1998</strong><br />
INKOMSTEN EN VOORWAARDEN <strong>1998</strong><br />
Totale overheidstoelage 778 324 O00 (1)<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>-bijdrage 215000000 (2)<br />
-minimum 20% van (l) = 155 665<br />
-bijkomende toelage = 80000 000<br />
-reserves OF (gedeelte boven min. voor OT en GOA) 41 388 O00 (3)<br />
Totale middelen BOF 1034712000<br />
GOA-toelage: min. 112 van (l ) 389 162 O00<br />
OT-projecten: min. 113 van (1)<br />
259 450 O00<br />
TOEKENNINGEN <strong>1998</strong><br />
De GOA-toekenningen bedroegen:<br />
420 O00 O00<br />
Totaal 420 000 O00 (3)<br />
De toekenningen voor <strong>het</strong> Speciaal Onderzoeksfonds<br />
bedroegen:<br />
Mandaten:<br />
Predoctorale mandaten:<br />
Facultaire doctoraatsbeurzen 100 O00 O00 16,3 %<br />
Doctorandusbeurzen 12 602 O00 2,l %<br />
Oost-Europese initiatieven 7 O00 O00 1.1 Oh<br />
Postdoctorale mandaten:<br />
Fellowships 49 997 O00 8,l Y0<br />
Postdoctorale mandaten voor Belgen en 107 165 000 17.5 YO<br />
buitenlanders<br />
Projecten en Prijzen:<br />
Onderwijskundige onderzoeksprojecten 35 O00 O00 5,7 %<br />
OT-projecten 270 O00 O00 (3) 44,O %<br />
IDO-Interdisciplinaire onderzoeksprogramma's 31 500 O00 5,l Oh<br />
Prijzen Onderzoeksraad 400 O00 0,l Oh<br />
Derde cyclus programma's 300 O00 0,O Oh<br />
Vertaalkredieten 212 O00 0,O Oh<br />
Totaal 614 176 000 100,O %<br />
Werking Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
8 000 O00<br />
Totaal 8 000 000<br />
ALGEMEEN TOTAAL 1042 176000<br />
SALDO -7 464 O00 (4)<br />
(1 ) zie schrijven Administratie Hoger Onderwijs van 28 september <strong>1998</strong>.<br />
(2) dit bedrag is als volgt samengesteld:<br />
- 80 000 000: voornamelijk voor doctoraatsbeurzen en kleine categorieën van <strong>het</strong> BOF.<br />
- 135 000 000: voor doctoraatsbeurzen en onderwijskundig onderzoek<br />
- Opm.: de verplichte 155 665 000 (20% van (1 )) is ruim overschreden.<br />
(3) De toekenningen van <strong>1998</strong> zijn hoger dan de minimale overheidstoelagen bestemd voor GOA-financiering.<br />
Het jaarlijks budget is immers pas bekend na <strong>het</strong> beëindigen van de GOA-selectie. Er zijn<br />
voldoende reserves opgebouwd (cf. <strong>jaarverslag</strong> 1997) om <strong>het</strong> verschil van 30 838 000 te compenseren.<br />
In de volgende jaren zal vermoedelijk niet meer overgebudgetteerd kunnen worden. Hetzelfde<br />
geldt voor de extra bijlage voor de OT-onderzoekstoelagen nl. 10 550 000.<br />
(4) Het uiteindelijk negatief saldo zal worden opgevangen door de reserves opgebouwd door <strong>het</strong> niet (of<br />
niet volledig) opnemen van toegekende mandaten.<br />
1<br />
Katholieke<br />
universiteit <strong>Leuven</strong>
Tabel 2:<br />
Uitgaven voor onderzoek K.U.<strong>Leuven</strong> - Boekjaar <strong>1998</strong> (x 1000 BEF)<br />
Financieringsgroep Personeels- Uitrusting Werking Totaal <strong>1998</strong> % groei % aandeel<br />
kosten t.o.v. 1997 <strong>1998</strong><br />
a) Projectonderzoek K.U.<strong>Leuven</strong><br />
1. Bijzonder 373 868 49312 175286 598 466 6.93 10.63<br />
Onderzoeksfonds<br />
l .a. Speciaal OF 295 401 13686 101162 410 249 -2,20 7.29<br />
l .b. GOA 78 467 35 626 74 124 188 217 34,24 3.34<br />
2. FWO 433 656 274 376 241 607 949 640 25,69 16.87<br />
3. IUAP 133 915 20 286 42 701 196 901 -3.04 3,50<br />
4. Overheden(1) 629 478 74467 312150 1016095 12.58 18.05<br />
4.a. Federaal 266 005 38 474 145 506 449 985 20,74 7.99<br />
4.b. Regionaal 325 41 9 31545 142212 499 176 4.91 8,87<br />
4.c. Andere 38 053 4448 24433 66 934 23.92 1,19<br />
5.a. Internationale 208 687 20 343 134 944 363 974 6,92 6,47<br />
Organisaties<br />
5.b. Priv6 + Mecenaat 41 065 11065 45510 97 640 -13.72 1.73<br />
Totaal K.U.<strong>Leuven</strong> 1 820 668 449 848 952 200 3 222 716 12.12<br />
b) Projectonderzoek 1 214 451 3.21 21.58<br />
<strong>Leuven</strong> Research &<br />
Development (21<br />
C) Mandaten FWO en 1 191 786 12.61 21,17<br />
IWT(3)<br />
Totaal 5 628 953 10,17 100,OO<br />
d) Wetenschappelijke 62 621 -2.95<br />
Dienstverlening<br />
Totaal 5 691 574 10.00<br />
e) VIBdepanernenten(4)<br />
320 141 16,70<br />
Totaal 6011 715 10.34<br />
De groep van overheden werd als volgt ingedeeld:<br />
Federale overheden: alle onderzoeksacties die rechtstreeks door de federale overheid gefinancierd<br />
worden, met inbegrip van <strong>het</strong> IWONL, ABOS en de Nationale Loterij.<br />
Regionale overheden: alle onderzoeksacties die rechtstreeks door de regionale overheid (Vlaamse<br />
Gemeenschap of Gewest) gefinancierd worden, met inbegrip van <strong>het</strong> IWT, Aminal, Vlaamse<br />
Investeringsmaatschappij e.a.<br />
Andere: bevatten de onderzoeksacties die niet rechtstreeks gefinancierd worden door de federale<br />
of regionale overheid, maar via een daartoe geëigend orgaan (VLIR, SERV, Regie der Posterijen,<br />
Nationale Bank, steden en gemeenten, ..J.<br />
LR&D VZW en exploitatie.<br />
De mandaathouders FWO en IWT zijn rechtstreeks verbonden aan deze fondsen, zodanig dat de<br />
financiële tegenwaarde van deze mandaten moet worden toegevoegd aan de boekhoudkundige<br />
uitgaven uit financieringsgroep a. De mandaten op FWO-, IWT- en IWONL-projecten werden<br />
daarentegen wel in financieringsgroep a) meegerekend.<br />
(4)<br />
Bron:<br />
Het cijfer voor VIB geeft de dotatie van VIB aan de departementen van VIB die in de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
gelokaliseerd zijn en voor de onderzoeksprojecten die beheerd worden door <strong>het</strong> VIB.<br />
op basis van jaarrekeningen Boekhouding K.U.<strong>Leuven</strong>, <strong>Leuven</strong> Research and Development, VIB en<br />
eigen berekeningen Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
Onderzoek<br />
I
Tabel 3:<br />
Onderzoeksuitgaven voor projectonderzoek in <strong>1998</strong> per faculteit, exclusief<br />
<strong>Leuven</strong> Research and Development en exclusief mandaten FWO en IWT in<br />
1 000 BEF<br />
Faculteit Personeels- Werking Uitrusting Totaal <strong>1998</strong> % groei tov 1997<br />
kosten<br />
Godgeleerdheid 14 884 1 530 1 828 18 243 +40,3<br />
Rechtsgeleerdheid 84 917 4 871 17 285 107 073 +27,1<br />
ETEW 71 217 3 658 18 249 93 124 +31,8<br />
Soc. Wet. 84 932 4 432 25 633 114 997 -1 ,l<br />
HIW 14 077 1 284 4 782 20 143 + 56,8<br />
Letteren 130 787 10 039 39 289 180 115 + 8,4<br />
Psych. en Ped. Wet. 113 287 9 858 29 962 153 107 10,8<br />
Wetenschappen 286 981 147 402 209 175 643 559 + 15,5<br />
Toegepaste Wet. 274 086 94 313 98 119 466 517 +13,2<br />
LTBW 284 429 46 447 132 016 462 892 +4,1<br />
Geneeskunde 347 795 91 061 300 107 738 963 +11,3<br />
Farmaceut. Wet. 18 880 20 334 17 666 56 880 30.9<br />
FL0 K 17 817 5 374 5 069 28 260 + 12.5<br />
Interfacultaire instituten 48 107 5 867 32 671 86 644 + 3.4<br />
<strong>KU</strong>LAK 20 260 2 977 5 043 28 280 + 62,3<br />
Diverse 8 212 404 15 306 23 922 -5,9<br />
Totaal 1 820 668 449 848 952 200 3 222 716 +12,1<br />
Tabel 4: Onderzoeksuitgaven in <strong>1998</strong> per faculteit, inclusief <strong>Leuven</strong> Research and<br />
Development en inclusief mandaten FWO en IWT in 1 000 BEF<br />
Faculteit Totaal LR&D2' Mand.=' Totaal Oh Gem. % aan-<br />
<strong>1998</strong>" FWO en groei jaarl. deel<br />
IWT tov groei <strong>1998</strong><br />
1997 93-98<br />
Godgeleerdheid 18 243 20 532 38 775 +26,3 +17,1 0,7<br />
Rechtsgeleerdheid 107 073 9 586 15919 132578 +24,2 +8,0 2,4<br />
ETEW 93 124 22 278 20 247 135 649 +26,3 + 14,4 2.4<br />
Soc. Wet. 114 997 358 14346 129701 +1,4+15,4 2,3<br />
HIW 20 143 30 689 50 832 +27,0 + 14,O 0,9<br />
Letteren 180 115 4587 115 569 300271 +11,5 +12,4 5.3<br />
Psych. en Ped. 153 107 2 856 51 572 207 535 +9,6 + 10.0 3.7<br />
Wet.<br />
Wetenschappen 643559 110816 312081 1066456 +13,7 +9,6 18.9<br />
Toegepaste Wet. 466 51 7 569 865 21 9 783 1 256 165 + 13,2 + 11.3 22,3<br />
LTBW 462 892 100 451 155 921 719 264 +7,3 +9,6 12,8<br />
Geneeskunde 738 963 331 591 198 253 1 268 807 +3,0 +7,3 22,5<br />
Farmaceut. Wet. 56 880 25 918 19 991 102789 +24,1 +17,8 1,8<br />
FLOK 28 260 1 297 4 808 34 365 +8,9 + 17.7 0,6<br />
Interfacultaire 86 644 19 963 106607 +10,6 +31,2 1,9<br />
instituten<br />
<strong>KU</strong>LAK 28 280 1 079 12 077 41 436 +60,3 +27,1 0.7<br />
Diverse4' 23 922 13 806 37 728 -26,7 +62,6 0.7<br />
Totaal 3222716 1214451 1191786 5628953 +10,2 +9,5 100,O<br />
1) Stemt overeen met financieringsgroep a uit Tabel 4<br />
2) Stemt overeen met financieringsgroep b uit Tabel 4<br />
3) Stemt overeen met financieringsgroep c uit Tabel 4<br />
4) Administratieve Diensten, Universitair Rekencentrum, Audiovisuele Dienst e.a.<br />
5) Inclusief Centraal Beheer LR&D.<br />
Bron: op basis van de jaarrekeningen Dienst Financieel Beleid K.U.<strong>Leuven</strong> <strong>1998</strong>, <strong>Leuven</strong> Research<br />
and Development en eigen berekeningen Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
84 l<br />
Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong>
Tabel 5a:<br />
Totale uitgaven (x 1 000 BEF) voor onderzoek (inclusief le geldstroom)<br />
per discipline, opgedeeld in personeel, uitrusting en werking<br />
Arch., Ruimt. Ord. en Stedeb.<br />
77 112 43 966<br />
401 054 60 658<br />
Elektronica en Elektrotechniek 138 412 42 089<br />
Geneesk. en Tandheelkunde 211 865 48 703<br />
Historische Wetenschappen<br />
Informatie- en Comm.-Techn.<br />
Lich. Opv. en Kinesitherapie<br />
Materiaaltechnologie<br />
Natuurkunde<br />
Ped. Wet. en Didactiek<br />
Pol. en Sociale Wet.<br />
Rechtswetenschappen<br />
Soc. Gezondheidswet.<br />
Techn. en Toegep. Scheikunde<br />
Theologie, Bijbel- en Godsdienstwet.<br />
Toeg. Biol. Wet. 300 959 41 943<br />
LR&D en VIB-totalen zijn niet opgedeeld in personeel, uitrusting en werking<br />
Onderzoek<br />
1<br />
85
15 1 ~~~io~ieke Uilversitelt <strong>Leuven</strong><br />
Tabel 5b: Totale uitgaven (x 1 000 BEF) voor onderzoek per discipline, opgedeeld per<br />
geldstroom<br />
Discipline Eerste Tweede Derde Vierde Eigen<br />
Aardwet. en Aardrijkskunde 19 842 27 214 43 694 10 998 2 078<br />
Arch., Ruimt. Ord. en Stedeb. 19 365 12 546 37 761 8 423 175<br />
Biologie 30 612 65 221 83 588 17051 5675<br />
Biomedische Wet. 135 847 324 964 483 687 252 536 24 784<br />
Bouwkunde 20 853 7 103 28 995 24 494 585<br />
Diergeneeskunde O O O O O<br />
ETEW 112 288 34 308 72 464 29350 2117<br />
Elektronica en Elektrotechniek 47 566 57 940 96 102 179 227 7 397<br />
Farmacie 37 057 40 148 12 712 33 224 3 766<br />
Geneesk. en Tandheelkunde 142 925 128 513 38 002 153514 8457<br />
Historische Wetenschappen 28 398 46 536 20 026 13 249 5 706<br />
Informatica 24 257 28 907 10 033 72 065 3 281<br />
Informatie- en Comm.-Techn. O O O O O<br />
Letteren 97 842 40 252 64470 26 467 4 969<br />
Lich. Opv. en Kinesitherapie 46 552 15 116 10 267 3 038 2 088<br />
Materiaaltechnologie 19 622 40 902 45 976 173 430 2 689<br />
Natuurkunde 75 097 208 784 70 345 21 293 8 443<br />
Ped. Wet. en Didactiek 25 161 11 280 74 738 1 681 731<br />
Pol. en Sociale Wet. 51 503 38956 139164 3 540 1 245<br />
Psychologie 54 884 33 651 22 234 4914 4962<br />
Rechtswetenschappen 92 823 26 108 81 661 11 688 1 755<br />
Scheikunde 53 241 87 903 57 203 92 415 6 854<br />
Soc. Gezondheidswet. 21 371 5 837 30 790 15 642 207<br />
Techn. en Toegep. Scheikunde 17 503 5 943 6 268 5 268 893<br />
Theologie, Bijbel- en 25 956 13 601 27 35 1464<br />
Godsdienstwet.<br />
Toeg. Biol. Wet. 61 984 74 194 298 593 88 596 11 982<br />
Werktuigkunde 22 157 19 815 37 977 115 285 1915<br />
Wijsbegeerte 27 430 14 168 4 576 1 045 1 399<br />
Wiskunde 16 926 13 275 4 145 2318 2566<br />
Totaal 1329061 1423184 1875496 1360784 118182
Tabel 6: Personele middelen per faculteit in voltijdse equivalenten - volume over <strong>het</strong><br />
hele jaar(<strong>1998</strong>)<br />
Faculteit Mand. K.U.<strong>Leuven</strong>l' Mand. FW02' MAND. IWT3'<br />
<strong>1998</strong> <strong>1998</strong> <strong>1998</strong><br />
ZAP + VWP AAP WET. MED. ASP. AND. SB<br />
Godgeleerdheid 23,86 5,47 7,47 6 4 O<br />
Kerkelijk Recht 2,55 0,58 2,Ol 1 O O<br />
Rechtsgeleerdheid 45,37 74,76 52,60 9 3 O<br />
ETEW 62,28 77,77 46,90 14 2 O<br />
Sociale Wet. 26.76 27,36 48,68 8 2 O<br />
HIW 20.28 8,75 10,35 7 9 O<br />
Letteren 88.12 44,32 80,75 35 32 O<br />
Psych. en Ped. Wet. 58,67 49,67 67.29 17 13 O<br />
Wetenschappen 116,55 59.32 197.41 50 70 74<br />
Toegepaste Wet. 107.64 90.55 277.29 27 45 69<br />
LTBW 41.71 22,37 153,40 17 27 75<br />
Geneeskunde 183,32 109,46 167,87 51 52 30<br />
Farmaceut. Wet. 23.52 13,21 15,53 4 5 4<br />
FLOK 35.1 1 22,02 13.00 2 1 O<br />
Interfacultaire instituten 14,82 26,52 75,29 O O O<br />
<strong>KU</strong>LAK 39,66 17,79 11,71 2 5 1<br />
Adm. en techn. diensten 17.02 2,67 9,14 O O O<br />
Diverse 0,OO 1,50 2,l O O O O<br />
Totaal 1997 907,24 654,lO 1238,82 250 270 253<br />
1) AAP: academisch assisterend personeel; ZAP: zelfstandig academisch personeel; VWP:<br />
vastbenoemd wetenschappelijk personeel; WET. MED.: wetenschappelijk medewerker<br />
2) ASP: aspirant; And.: postdoctorale onderzoekers, vaste mandaten FWO<br />
3) SB: specialisatiebeurzen<br />
Bron: Dienst Studie en Planning en Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
Tabel 7: FWO-mandaten K.U.<strong>Leuven</strong> <strong>1998</strong>-1 999<br />
Faculteit ASP PD0 BD O L O D TOTAAL<br />
Godgeleerdheid 7 3 1 11<br />
Rechtsgeleerdheid 9 3 12<br />
ETEW 14 1 1 16<br />
Soc. Wet. 8 2 1 11<br />
HIW 7 6 2 1 16<br />
Letteren 35 20 2 7 5 69<br />
Psych. en Ped. Wet. 17 9 2 2 30<br />
Wetenschappen* 52 44 15 15 126<br />
Toegepaste Wet. 27 31 9 5 72<br />
LTBW 17 21 4 2 44<br />
Geneeskunde 51 42 9 2 104<br />
Farmaceut. Wet. 4 3 2 9<br />
FLOK 2 1 3<br />
Totaal 250 186 3 52 32 523<br />
ASP: aspirant; PDO: postdoctoraal onderzoeker; BD: bijzondere doctorandus; OL: onderzoeksleider; OD:<br />
onderzoeksdirecteur.<br />
incl. Subfaculteit <strong>KU</strong>LAK Bron: Dienst Onderzoekscoördinatie<br />
Onderzoek<br />
1 87
Tabel 8: K.U.<strong>Leuven</strong>: evolutie aantal IWT-bursalen per faculteit<br />
IWONL-bursalen<br />
IWT-bursalen<br />
in aantallen en in % aandeel<br />
Fac 92-93 93-94 94-95 95-96 96-97 97-98 98-99<br />
WET. 94 59,1 88 50,6 77 39,7 73 34,4 64 27,O 72 28,6 74 29,2<br />
TWET. 35 22,O 43 24,7 60 30,9 69 32,5 86 36,3 77 30,7 69 27,3<br />
LANDB 23 14,5 30 17,2 40 20,6 53 25,O 61 25,7 71 28,3 75 29,6<br />
GEN. 4 2,5 8 4,6 13 6.7 14 6,6 23 9,7 26 10,4 30 11,9<br />
FARM. 2 1,3 4 2,3 4 2,1 3 1,4 3 1,3 5 2,O 4 1,6<br />
<strong>KU</strong>LAK 1 0,6 1 0,6 - 1 0,4<br />
Tabel 9:<br />
Inzet van personele middelen, uitgedrukt in voltijdse eenheden: globaal en<br />
per wetenschapsdiscipline, opgedeeld in Zelfstandig Academisch Personeel<br />
(ZAP), Assisterend Academisch Personeel (AAP), Administratief en<br />
Technisch Personeel (ATP) en overig wetenschappelijk personeel (OWP)<br />
(1 998)<br />
Discipline, ZAP AAP ATP OWP Totaal<br />
Administratie 20,12 5,38 948,62 2,48 86,59<br />
Aardwetenschappen en Aardrijkskunde 14,74 5.88 17,63 3,26 1,51<br />
Arch., Ruimt. Ordening en stedebouw 12,77 1 1,99 9,18 6,93 0,88<br />
Biologie 16,63 15,86 35,22 1.17 48,87<br />
Biomedische Wet. 83,33 20.10 256,55 28.52 88,50<br />
Bouwkunde 12.31 9,14 20,60 8.60 0,66<br />
Diergeneeskunde<br />
ETEW 69.04 85.86 37,86 69,02 261,77<br />
Elektronica en Elektrotechniek 27,13 21,32 53,45 185.86 287.76<br />
Farmacie 23.52 13.21 30,57 28,53 95,83<br />
Geneeskunde en Tandheelkunde 98,43 87,57 106,82 80,84 373,67<br />
Historische Wetenschappen 30.38 10.03 16,48 63-08 119,97<br />
Informatica 16,63 17.57 12,64 51,40 98,24<br />
Informatie- en Communicatietechnologie<br />
Letteren 75,76 64,46 41,21 92,16 273.59<br />
Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie 35,l 1 22,02 30,19 16,OO 103,32<br />
Materiaaltechnologie 1 1,84 1 ,O3 41,54 49,54 103,96<br />
Natuurkunde 51,65 20.54 70,38 151,55 294,12<br />
Pedagogische Wet. en Didactiek 22,42 14.92 13.69 41,96 92,99<br />
Politieke en Sociale Wet. 34.55 29.18 59.1 1 125.81 248,65<br />
Psychologie 31,55 33,43 24.38 50,85 140.21<br />
Rechtswetenschappen 50,34 79,56 41,19 68,09 239,17<br />
Scheikunde 32,68 14,23 62,07 132,23 241.21<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen 18,83 8,60 12,73 17,39 57,54<br />
Technische en Toegepaste Scheikunde 9,28 8.90 12,64 8,91 39,73<br />
Theol., Bijbel- en Godsdienstwet. 23,86 5.47 12,63 17,47 59.43<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen 34,89 18,46 11 1.27 233.65 398,27<br />
Werktuigkunde 10.39 9,34 25,59 55.88 101,20<br />
Wijsbegeerte 25,03 10,OO 10,22 26,88 72.1 3<br />
Wiskunde 14,03 10,04 3,72 23,76 51.55<br />
Totaal 907,24 654,lO 2 118,17 2 01 1,82 5 691,33<br />
0,OO<br />
0,OO<br />
BB I<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Tabel 10. Doctoraten uitgereikt aan de K.U.<strong>Leuven</strong> tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-<br />
<strong>1998</strong>; vergelijking met <strong>het</strong> academiejaar 1996-1 997<br />
Faculteit Belgen Buitenlanders Totaal Vergel. t.o.v. 1996-1 997<br />
Godgeleerdheid 4 15 19 + 5<br />
Rechtsgeleerdheid 5 1 6<br />
ETEW 5 1 6 + 5<br />
Soc. Wet. 3 O 3 + 1<br />
HIW 2 4 6 -6<br />
Letteren 18 3 2 1 - 1<br />
Psych. en Ped. Wet. 12 4 16 + 5<br />
Wetenschappen 61 9 70 -5<br />
Toegepaste Wet. 43 13 5 6 +l6<br />
LTBW 2 5 7 32 + 5<br />
Geneeskunde 5 1 24 75 + 33<br />
Farmaceut. Wet. 1 O 3 13 + 3<br />
FLOK 6 2 8 O<br />
Totaal 245 86 331 + 61<br />
Tabel 1 1. Aantal publicaties voor 1997, opgedeeld per discipline<br />
Discipline IT AT B HB R AB CP Overige<br />
Aardwetenschappen en aardrijkskunde 64 11 11 39 1 O 58 O<br />
Biologie 6 7 1 3 3 0 0 0 0<br />
Biomedische wetenschappen 660 75 9 57 7 15 37 O<br />
Diergeneeskunde<br />
Farmacie 137 11 12 4 O 29 5 O<br />
Geneeskunde en Tandheelkunde 989 211 20 134 1 130 58 1<br />
Historische Wetenschappen 40 46 38125 1 O 21 1<br />
Informatie- en Communicatietechnologie<br />
Letteren 96 103 74 146 9 O 30 3<br />
LichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie 100 50 29 46 O O 76 2<br />
Natuurkunde 264 7 4 12 O O 43 O<br />
Politieke en Sociale wetenschappen 56 46 37 111 26 O 29 O<br />
Rechtswetenschappen 87 415 148 324 5 O 25 2<br />
Scheikunde 231 2 1 6 1 6 O 1 O<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen 25 29 7 12 3 3 30 O<br />
Theologie, Bijbel- en Godsdienstwet. 43 59 23 54 18 2 3 5<br />
Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen 31 28 13 53 O O 6 O<br />
Wiskunde 4 5 1 2 0 3 0 2 0<br />
- IT: internationaal gerangschikte tijdschriften; AT: andere wetenschappelijke tijdschriften; B: boeken; HB:<br />
hoofdstuk boek; R: onderzoeksrapport; AB: abstract; CP: conference proceeding.<br />
- Alleen de rubrieken waarvan de gegevensverzameling vrij volledig was, werden opgenomen.
Personee<br />
De onderstaande tabellen geven een overzicht van de basisindicatoren inzake de<br />
personeelssamenstelling<br />
Tabel 1 : Personeelsbestand: opsplitsing naar wetenschapsdiscipline (effectieven in<br />
voltijdse equivalenten - per 01.02.<strong>1998</strong>)<br />
ZAP AAP OWP ATP Totaal<br />
Historische Wetenschappen 20,2 8,2 32.4 12,5 73.3<br />
Kunstwetenschappen 10,O 1,0 26,3 5,2 42,4<br />
Letteren 80,9 53,7 92,4 48,5 275,5<br />
Theologie, Bijbel- en Godsdienstwetenschappen 23,7 5,O 20,O 12,7 61,4<br />
Wijsbegeerte 26,2 9,5 23,5 10,2 69,3<br />
Rechtswetenschappen 39,6 71 ,O 43,5 38,l 192,2<br />
Criminologie 10,6 10,7 24,O 2,9 48,2<br />
Economische en Toegepaste Economische Wet. 68,7 88,5 58,3 41 ,O 256,5<br />
Psychologie 32.3 32,O 52,4 26,7 143.3<br />
Pedagogische Wetenschappen en Didactiek 22,6 14,2 41,9 14,8 93,4<br />
Politieke en Sociale Wetenschappen 34,5 29,4 115,2 61,6 240,7<br />
Sociale Gezondheidswetenschappen 18,6 6,2 14,4 14,7 53,8<br />
Biologie 16,6 15,O 56,O 33,4 120,9<br />
Scheikunde 32,8 17,5 128,6 64,2 243, O<br />
Natuurkunde 50,7 22,8 144,3 82,l 299,9<br />
Wiskunde 14,4 10,0 24,O 4.0 52,4<br />
Aardwetenschappen en Aardrijkskunde 15,O 6,O 38,4 17,7 77,l<br />
Bouwkunde 12,l 10,3 27,6 22,O 72,O<br />
Elektronica en Elektrotechniek 26,7 23,l 176,9 53,6 280,3<br />
Werktuigkunde 10,4 10,5 56,6 26,5 104,O<br />
Materiaaltechnologie 12,O 2,O 50,5 40,3 104,8<br />
Informatica 16,7 18,2 49,O 10,9 94,8<br />
Technische en Toegepaste Scheikunde 9.3 10,5 9,7 13,O 42,5<br />
Toegepaste Biologische Wetenschappen 34,8 20,6 213,5 110,4 379,3<br />
Architectuur, Ruimtelijke Ordening en Stedebouw 11,5 13,6 24,5 8,6 58,2<br />
Geneeskunde 86,6 55,l 70,s 101,l 313,6<br />
Tandheelkunde 11.4 34,4 4,4 8,9 59,l<br />
Biomedische Wetenschappen 84,3 19,O 243,3 305,5 652,O<br />
Farmacie 23.1 15,5 23,2 32,5 94,3<br />
Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie 19,7 18,l 26,3 99,l<br />
Algemene en Logistieke Diensten 1 ,o 9,l 999,8 1028,5<br />
Totaal 910,O 654,O 1 912,5 2 249,3 5 725,8<br />
1.<br />
I?@rson@elsevolutie<br />
aan de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Personeel<br />
1
Tabel 2: Personeelsbestand: opsplitsing per faculteit (in voltijdse equivalenten - per<br />
01.02.<strong>1998</strong>)<br />
Godgeleerdheid<br />
Kerkelijk Recht<br />
Rechtsgeleerdheid<br />
Econ. en Toeg. Econ. Wetensch.<br />
Sociale Wetenschappen<br />
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte<br />
Letteren<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Landbouwkundige en Toeg. Biol. Wet.<br />
Geneeskunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Lichamelijke Opv. en Kinesitherapie<br />
Campus Kortrijk<br />
Interfacultair<br />
Algemene Diensten<br />
Totaal<br />
ZAP<br />
23.7<br />
2,6<br />
45.5<br />
61.5<br />
26,9<br />
21,2<br />
92.3<br />
59.5<br />
116.2<br />
106,l<br />
42,l<br />
183,8<br />
23,l<br />
35,l<br />
38,4<br />
14,8<br />
17,5<br />
910,O<br />
AAP OWP<br />
5.0 20.0<br />
0.7 2.0<br />
77.2 65,5<br />
80.3 54,3<br />
28,O 53,2<br />
8.5 23.5<br />
37,3 140.8<br />
47,6 95.3<br />
61.7 348,6<br />
99,7 404,3<br />
24,6 256.0<br />
108,6 303,6<br />
15.5 23,2<br />
19,7 18,l<br />
17,2 20,2<br />
21.4 76,O<br />
1.0 8,2<br />
654,O 1 912,5<br />
ATP<br />
12,7<br />
0, 5<br />
40.3<br />
40,O<br />
26,4<br />
10.2<br />
44.5<br />
40,3<br />
173,l<br />
178,9<br />
124,6<br />
412,l<br />
32,5<br />
26,3<br />
62.5<br />
46,3<br />
978,3<br />
2 249.3<br />
totaal<br />
61.4<br />
5,8<br />
228,5<br />
236.1<br />
134,4<br />
63.3<br />
314,8<br />
242.6<br />
699,5<br />
788,9<br />
447,3<br />
1 007,9<br />
94,3<br />
99,l<br />
138,3<br />
158,5<br />
1 005,O<br />
5 725.8<br />
Tabel 3: Overzicht gastprofessoren en leerstoelen<br />
Faculteit<br />
Godgleerdheid<br />
Kerkelijk Recht<br />
Rechtsgeleerdheid<br />
Econ. en Toeg. Econ. Wetensch.<br />
Sociale Wetenschappen<br />
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte<br />
Letteren<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Landbouwkundige en Toeg. Biol. Wet.<br />
Geneeskunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Lichamelijke Opv. en Kinesitherapie<br />
Campus Kortrijk<br />
Totaal<br />
Aantal<br />
gastprofessoren<br />
O<br />
1<br />
5<br />
9<br />
2<br />
O<br />
7<br />
2<br />
5<br />
1 1<br />
4<br />
8<br />
2<br />
1<br />
1<br />
58<br />
Aantal leerstoelen<br />
O<br />
O<br />
O<br />
4<br />
O<br />
O<br />
2<br />
O<br />
O<br />
O<br />
3<br />
3 2<br />
O<br />
O<br />
O<br />
4 1<br />
92 I<br />
Kaîholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
-pp<br />
pp<br />
p<br />
Tabel 4: Personeelsherkomst: leeftijdsstructuur (in voltijdse equivalenten - per 01.02.<strong>1998</strong>)<br />
Leeftijd<br />
< 25<br />
25-29<br />
30-34<br />
35-39<br />
40-44<br />
45-49<br />
50-54<br />
55-59<br />
60-64<br />
> 64<br />
Totaal<br />
ZAP<br />
0,o<br />
0, 9<br />
39,7<br />
101,l<br />
126,s<br />
127,l<br />
207,s<br />
190,O<br />
109,l<br />
7,4<br />
910,O<br />
AAP<br />
118,5<br />
321,2<br />
142,8<br />
38,s<br />
16,4<br />
8,s<br />
5,4<br />
1.5<br />
04<br />
0,o<br />
654,O<br />
OWP<br />
536.4<br />
745,O<br />
344,l<br />
154,O<br />
64,4<br />
36,s<br />
17.2<br />
12,5<br />
2.2<br />
O<br />
1 912,5<br />
ATP<br />
138,7<br />
307.2<br />
324.4<br />
329,5<br />
245,6<br />
295,s<br />
352,O<br />
221,s<br />
34,O<br />
0, 1<br />
2 249,3<br />
totaal<br />
793,6<br />
1374,2<br />
850.9<br />
623,5<br />
453,2<br />
468,s<br />
582,6<br />
425,s<br />
145,6<br />
7,5<br />
5 725,8<br />
Tabel 5: Algemeen overzicht personeelsbestand (mannen en vrouwen) ( per 01.02.1 998)<br />
gewoon/buiteng.hoogl.<br />
hoogleraar<br />
hoofddocent<br />
docent<br />
vast wetensch.pers.<br />
ZAP<br />
AAP<br />
overig WP doctoraal<br />
overig WP postdoct.<br />
OWP<br />
atp graad 1-2<br />
atp graad 3-6<br />
atp graad 7- 1 3<br />
atp graad 14-17<br />
ATP<br />
totaal personeel<br />
voltijds<br />
330<br />
131<br />
143<br />
94<br />
12<br />
710<br />
292<br />
895<br />
255<br />
1150<br />
171<br />
635<br />
219<br />
5 9<br />
1 084<br />
3 236<br />
Mannen aantal<br />
deeltijds<br />
57<br />
82<br />
155<br />
153<br />
3<br />
450<br />
209<br />
132<br />
16<br />
148<br />
3<br />
30<br />
17<br />
O<br />
50<br />
857<br />
vte<br />
352,2<br />
155,s<br />
173,4<br />
119,9<br />
12,8<br />
814.2<br />
371.4<br />
947.9<br />
262,l<br />
1210.0<br />
172,7<br />
651,s<br />
227,5<br />
59,O<br />
1 111.1<br />
3 506.7<br />
voltijds<br />
8<br />
18<br />
20<br />
25<br />
9<br />
80<br />
198<br />
545<br />
80<br />
625<br />
151<br />
671<br />
90<br />
10<br />
922<br />
1 825<br />
Vrouwen aantal<br />
deeltijds vte<br />
1<br />
8<br />
14<br />
45<br />
2<br />
70<br />
184<br />
147<br />
13<br />
160<br />
41<br />
291<br />
24<br />
2<br />
358<br />
772<br />
8,3<br />
20,6<br />
23,O<br />
34,O<br />
10,O<br />
95.9<br />
282.5<br />
615,2<br />
87,4<br />
702.5<br />
174,2<br />
847.1<br />
105,4<br />
11,6<br />
1 138.2<br />
2 219.1<br />
Totaal<br />
aantal<br />
396<br />
239<br />
332<br />
31 7<br />
26<br />
1 310<br />
883<br />
1719<br />
3 64<br />
2 083<br />
366<br />
1 627<br />
350<br />
7 1<br />
2 414<br />
6 690<br />
vte<br />
360,5<br />
176,5<br />
196.3<br />
153.9<br />
22.8<br />
910.0<br />
654.0<br />
1563.1<br />
349,5<br />
1 912.5<br />
346,8<br />
1 499,O<br />
332,s<br />
70,6<br />
2 249.3<br />
5 725.8<br />
Personeel<br />
I<br />
93
S<br />
0<br />
8 Tabel 6: Personeelsformatie <strong>1998</strong> - voltijdse equivalenten<br />
-<br />
C<br />
2<br />
GBH H overig ZAP Tot. ZAP AAP Tot. AP ATP<br />
Godgeleerdheid 8.0 6,8 8.9 23.7 5,6 29.3 10,l 1 39,4<br />
Kerkelijk Recht<br />
Rechtsgeleerdheid<br />
Econ. en Toeg. Econ. Wetensch.<br />
Sociale Wetenschappen<br />
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte<br />
Letteren<br />
Psychologie en Pedagogische Wet.<br />
Wetenschappen<br />
Toegepaste Wetenschappen<br />
Landbouwkundige en Toeg. Biol. Wet.<br />
Geneeskunde<br />
Farmaceutische Wetenschappen<br />
Lichamelijke Opv. en Kinesitherapie<br />
Campus Kortrijk<br />
Interfacultair<br />
Algemene diensten<br />
Totaal<br />
5,3<br />
168.5<br />
192.1<br />
68,l<br />
45,l<br />
161,6<br />
150.4<br />
299.9<br />
334,7<br />
137,5<br />
492,2<br />
63,6<br />
87,8<br />
109,2<br />
95,O<br />
730,l<br />
3180,5<br />
1 .o 1.4 0.2 2,6 22 4.8 o. 5<br />
29.6 10,6 6.8 47,O 84.1 131.0 37.5<br />
30.7 5.3 27,5 63,4 95,O 158.4 33.7<br />
12,4 6,O 9,3 27,6 25,O 52.6 15,5<br />
62 7.0 7,6 20,7 16,9 37.6 7.5<br />
32,3 17.6 39,6 89,6 40,3 129,8 31,8<br />
21.6 11,8 27,5 60,9 60,l 120.9 29,5<br />
51.1 19.2 47,4 117,7 56,2 173.9 126,l<br />
47.4 19,2 41,6 108,l 101.1 209.2 125,5<br />
17.0 9.8 16,9 43,7 40,2 83,9 53,6<br />
71,7 45,8 62,O 179.4 122.0 301.5 190,8<br />
62 4,O 13.9 24,l 13,O 37.1 26,5<br />
10,O 10,O 15,O 35.0 27.1 62,O 25.8<br />
15.0 6.0 19,l 40,l 22,2 62,2 47,O<br />
0.0 0.0 13,6 13.6 45.6 59.2 35,8<br />
9.0 7.0 19,7 35,7 1 ,o 36,7 693,4<br />
368,9 187,3 376,4 932.6 757.4 1 690.0 1490.5<br />
totaal
2.1 Beleidsdoelen<br />
2.1 .l Implementatie van de nieuwe wetgeving in verband met tewerkstelling van<br />
vreemde arbeidskrachten<br />
n<br />
L.<br />
Pers~neels-<br />
Sinds 17 maart <strong>1998</strong> is de wetgeving met betrekking tot de tewerkstelling van beleid VOO~<br />
arbeidskrachten van buiten de Europese Unie ingrijpend gewijzigd. Deze wijzigingen academisch<br />
hebben ook belangrijke gevolgen voor de universiteiten.<br />
personeel<br />
Deze wetswijziging heeft meegebracht dat voortaan voor alle postdoctorale onderzoekers<br />
en gastprofessoren een arbeidskaart wordt aangevraagd. De veralgemening<br />
van deze verplichting heeft geleid tot een harmonisering van statuut en vergoeding<br />
van de betrokken onderzoekers, en tot een stroomlijning van de interne procedure<br />
(checking van de aanvragen door de Commissie Toelatingsbeleid, volledige dossierbehandeling<br />
door de dienst Academisch personeel).<br />
2.1.2 Voorbereiding van de implementatie van de vernieuwingen in <strong>het</strong> Vlaams<br />
wetgevend kader in verband met <strong>het</strong> academisch personeel<br />
Zoals de andere Vlaamse universiteiten is de K.U.<strong>Leuven</strong> mee betrokken geweest in<br />
de voorbereiding van twee uiterst belangrijke initiatieven op <strong>het</strong> vlak van de regelgeving<br />
in verband met <strong>het</strong> academisch personeel.<br />
Vooreerst is er <strong>het</strong> Onderwijsdecreet X, waarvan <strong>het</strong> voorontwerp een reeks belangrijke<br />
wijzigingen i.v.m. <strong>het</strong> academisch personeel omvat. Dit ontwerp wordt behandeld<br />
in <strong>het</strong> Vlaams Parlement in <strong>het</strong> voorjaar van 1999.<br />
Verder werd op 1 december <strong>1998</strong> een besluit van de Vlaamse Regering uitgevaardigd<br />
'tot vaststelling van de regeling omtrent de afwezigheden, de tucht, de administratieve<br />
standen, <strong>het</strong> verlof, de mandaatsbeëindiging, <strong>het</strong> onderzoek naar de lichamelijke<br />
geschiktheid en <strong>het</strong> geneeskundig toezicht voor <strong>het</strong> academisch personeel'.<br />
Dit besluit heeft zowel betrekking op ZAP als AAP en legt voor de verschillende<br />
domeinen waarop <strong>het</strong> betrekking heeft de basisregels vast. De universiteiten moeten<br />
in de loop van 1999 de nodige maatregelen nemen voor de uitvoering van dit besluit.<br />
Voor de K.U.<strong>Leuven</strong> houdt dit in dat een aantal grondige wijzigingen in <strong>het</strong> reglement<br />
van <strong>het</strong> academisch personeel noodzakelijk zijn.<br />
2.1.3 Extra aandacht voor de problemen van <strong>het</strong> tijdelijk academisch personeel<br />
De Academische Overheid heeft in <strong>1998</strong> beslist bijzondere aandacht te besteden aan<br />
een aantal problemen, die zich specifiek stelden voor de onderscheiden categorieën<br />
van <strong>het</strong> tijdelijk academisch personeel (assistenten, doctoraatsbursalen, wetenschappelijk<br />
medewerkers). Bijzondere aandacht ging daarbij naar de optimalisering van de<br />
begeleiding bij <strong>het</strong> doctoraat, en de ondersteuning bij <strong>het</strong> prospecteren van de loopbaan<br />
na <strong>het</strong> doctoraat of na de tewerkstelling aan de universiteit.<br />
2.1.4 Verdere verfijning van <strong>het</strong> bursalenstatuut<br />
Een steeds terugkerend item in de <strong>jaarverslag</strong>en betreft de verdere verfijning van <strong>het</strong><br />
bursalenstatuut waarin doctoraatsbeurzen kunnen worden toegekend met RSZbijdragen<br />
doch zonder fiscale afhoudingen.<br />
Er werd gezocht naar een meer adequate afbakening van de programma's en financieringsbronnen,<br />
die 'belangeloos' wetenschappelijk onderzoek toelaten en waarop<br />
derhalve toekenning van beurzen gewettigd is. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat<br />
een programmagebaseerde toekenning van beurzen <strong>het</strong> enige werkbare alternatief is,<br />
maar dat soms voor een verder niveau van detail moet gekozen worden, in <strong>het</strong> bijzonder<br />
voor duidelijk afgebakende programma-onderdelen.<br />
2.1.5 Vernieuwde onthaalactiviteiten voor AP-leden<br />
Voor <strong>het</strong> eerst werd een onthaalactiviteit voor nieuw benoemde ZAP-leden georgani-<br />
Personeel<br />
I
seerd. De betrokkenen kregen er naast algemene basisinformatie over structuur en<br />
beleid van de K.U.<strong>Leuven</strong> en over de kernpunten van hun statuut de gelegenheid tot<br />
persoonlijke kennismaking met de leden van de academische overheid. Deze onthaalactiviteit<br />
werd centraal georganiseerd voor alle nieuw benoemde ZAP-leden<br />
samen.<br />
Onthaalactiviteiten voor nieuwe assistenten, bursalen en wetenschappelijk medewerkers<br />
bestonden reeds vroeger. Deze werden traditioneel centraal georganiseerd voor<br />
vanzelfsprekend zeer grote groepen. Vanaf <strong>1998</strong> werden deze onthaalactiviteiten<br />
voor nieuwe AAP- en gelijkgestelde BAP-leden toevertrouwd aan de onderscheiden<br />
faculteiten, zodat ze een meer persoonlijk karakter kregen. Wel blijft de ondersteuning<br />
vanuit de dienst Academisch personeel met een uiteenzetting over pluspunten<br />
en beperkingen van <strong>het</strong> statuut voor de assistenten en onderzoekers behouden.<br />
2.2 Bevorderingspolitiek en selectiebeleid<br />
De essentiële criteria voor selectie en bevordering in <strong>het</strong> AP zijn in uitvoering van <strong>het</strong><br />
universiteitsdecreet van 1991 vastgelegd in <strong>het</strong> reglement van <strong>het</strong> academisch<br />
personeel.<br />
Zoals reeds in vroegere <strong>jaarverslag</strong>en onderstreept, is bij de eerste benoeming in <strong>het</strong><br />
ZAP een stevig onderzoeksdossier een essentiële vereiste. Bij promoties wordt rekening<br />
gehouden met de concrete taakinvulling inzake zowel onderwijs, onderzoek als<br />
eventueel wetenschappelijke dienstverlening.<br />
Verder dient hier andermaal herinnerd te worden aan de basiscriteria om tot de<br />
onderscheiden graden van <strong>het</strong> ZAP te kunnen worden benoemd of aangesteld. De<br />
betrokkene moet :<br />
1. voor docent : op grond van de voordien geleverde prestaties beantwoorden aan<br />
de redelijke verwachting dat hijlzij degelijk wetenschappelijk onderzoek en onderwijs<br />
zal verrichten en verstrekken;<br />
2. voor hoofddocent : bewezen hebben dat hijlzij degelijk wetenschappelijk onderzoek<br />
en onderwijs verricht en verstrekt;<br />
3. voor hoogleraar : zich hebben ontwikkeld tot een meer dan gemiddeld creatief en<br />
productief onderzoeker en tot een lesgever met didactische kwaliteiten en met<br />
een brede onderwijservaring;<br />
4. voor gewoon hoogleraar en buitengewoon hoogleraar : zich hebben ontwikkeld tot<br />
een uitstekend onderzoeker die ruime erkenning geniet in zijnlhaar vakgebied en<br />
tot een lesgever met didactische kwaliteiten en met een brede onderwijservaring,<br />
alsmede over leidinggevende kwaliteiten beschikken.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft in <strong>het</strong> voorbije jaar een bijzondere inspanning geleverd om in de<br />
bevorderingsaanvragen de aard, omvang en kwaliteit van de onderwijsprestaties van<br />
de kandidaten onder ogen te nemen. Aan de beoordelingscommissies werd gevraagd<br />
hieraan meer expliciet aandacht te besteden. Zo dienen de commissies vanaf <strong>1998</strong><br />
een fiche op te stellen die, volgens een vast schema van zowel kwalitatieve als<br />
kwantitatieve gegevens, een globaal en overzichtelijk beeld geeft van <strong>het</strong> onderwijsprofiel<br />
van de te beoordelen kandidaten.<br />
96 I<br />
Kstholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
Sinds <strong>1998</strong> wordt bijzondere aandacht besteed aan de mogelijkheid tot bevordering<br />
van 'oudere docenten'. Dit begrip werd nader gespecificeerd als 'boven de 58 jaar'.<br />
Het betreft veelal personeelsleden die niet over een uitstekend onderzoeksdossier<br />
beschikken en bij wie thans wordt nagegaan waarom dit <strong>het</strong> geval is en of ze zich op<br />
andere domeinen verdienstelijk gemaakt hebben. Indien dit laatste inderdaad <strong>het</strong><br />
geval is, kunnen zij voor bevordering in aanmerking komen. Een bevordering heeft
uiteraard gunstige implicaties voor de wedde-evolutie en <strong>het</strong> pensioen van de betrokkenen,<br />
maar vormt tevens een belangrijke stimulans voor de motivatie waarmee zij<br />
hun opdracht vervullen.<br />
Kandidaten zowel voor nieuwe benoemingen als voor bevorderingen moeten een<br />
uitvoerig dossier voorleggen waarin voor ieder van de opdrachten van onderwijs,<br />
onderzoek en desgevallend wetenschappelijke dienstverlening precieze gegevens<br />
dienen verstrekt te worden over een uitgebreide set van prestatie-indicatoren. Dit<br />
dossier heeft traditioneel betrekking op de prestaties van de laatste vijf jaar. Vanaf<br />
<strong>1998</strong> wordt aan de kandidaten gevraagd om daarnaast een dossier over hun 'vijf<br />
belangrijkste publicaties' uit hun gehele loopbaan te bezorgen. Dit bijkomend dossier<br />
geeft een beter beeld van hun algemeen wetenschappelijk profiel.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> blijft ervoor opteren om de benoemings- en bevorderingsaanvragen te<br />
groeperen in een grote jaarlijkse operatie, die start in januari en beëindigd wordt<br />
einde juni. Deze groepering biedt <strong>het</strong> voordeel van tijdsbesparing en helderheid van<br />
de procedure, en niet <strong>het</strong> minst van een mogelijkheid tot afweging en vergelijking<br />
van aanvragen en dossiers. Niettemin blijft deze operatie een zware belasting. Wij<br />
blijven er wel van overtuigd dat onze procedures zeer geschikt zijn om door de<br />
'checks' op verschillende niveaus de maximaal haalbare objectiviteit te bereiken.<br />
2.3 Prestatiebeloning<br />
Voor de toekenning van persoonlijke vergoedingen voor prestaties van wetenschappelijke<br />
dienstverlening wordt verwezen naar <strong>het</strong> betreffende gedeelte van dit <strong>jaarverslag</strong>.<br />
In uitvoering van <strong>het</strong> onderwijsdecreet VIII werden daarnaast vergoedingen toegekend<br />
aan enkele emeriti jonger dan 65 jaar die nog taken van onderwijs enlof wetenschappelijk<br />
onderzoek verderzetten. Deze vergoedingen bedragen in geen enkel<br />
geval meer dan 380 000 BEF per jaar (kostprijs).<br />
De meeste van deze vergoedingen werden uitbetaald aan professoren aan wie <strong>het</strong><br />
statuut van 'bijzonder emeritus' werd toegekend. Dit impliceert dat zij nog een substantieel<br />
pakket van taken van onderwijs enlof onderzoek en eventueel wetenschappelijke<br />
dienstverlening vervullen.<br />
2.4 Coryfeeëntoeslag<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> heeft er, zoals in <strong>het</strong> verleden, tot nog toe de voorkeur aan gegeven<br />
om geen initiatieven te nemen voor toekenning van de zogenaamde coryfeeëntoeslag<br />
(art. 100, 2e lid universiteitsdecreet) aan leden van <strong>het</strong> academisch personeel.<br />
2.5 Evaluatie van <strong>het</strong> academisch personeel<br />
Voor toelichting over de bestaande initiatieven inzake evaluatie van zowel onderwijs<br />
als onderzoek wordt verwezen naar de betrokken gedeelten van <strong>het</strong> <strong>jaarverslag</strong> en<br />
naar punt 2.2 hiervoren inzake de bevorderingspolitiek.<br />
2.6 Vorming van <strong>het</strong> academisch personeel<br />
Hier dient zoals in de <strong>jaarverslag</strong>en over de vorige jaren de aandacht gevestigd op<br />
drie initiatieven, met name de doctoraatsopleiding voor de assistenten, wetenschappelijk<br />
medewerkers en doctoraatsbursalen, de docententraining voor ZAP-leden en de<br />
training van assistenten. Voor verdere toelichting over deze punten wordt verwezen<br />
naar <strong>het</strong> deel over <strong>het</strong> onderwijsbeleid.<br />
Personeel<br />
1 97
2.7 Samenwerkingsovereenkomsten met andere universiteiten of hogescholen<br />
In <strong>1998</strong> waren er 35 uitwisselingsovereenkomsten van kracht voor <strong>het</strong> uitvoeren van<br />
een opdracht in een andere universiteit of hogeschool.<br />
14 hiervan waren gesloten met een hogeschool, op basis van artikel 61 van <strong>het</strong><br />
hogeschooldecreet. Het betrof hier steeds personeel van een hogeschool dat een<br />
opdracht uitvoerde aan de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
21 uitwisselingsovereenkomsten waren gesloten in <strong>het</strong> kader van artikel 80 van <strong>het</strong><br />
universiteitsdecreet, met een andere universiteit. Hiervan ging <strong>het</strong> bij 10<br />
overeenkomsten om personeel van de K.U.<strong>Leuven</strong> dat een opdracht uitvoerde aan<br />
een andere universiteit en bij de 11 andere overeenkomsten om personeel van een<br />
andere universiteit dat aan de K.U.<strong>Leuven</strong> een opdracht uitvoerde.<br />
2.8 Gemiddelde leeftijd bü promoties<br />
De gemiddelde leeftijd bij promoties in de loop van <strong>1998</strong> wordt hieronder per graad<br />
weergegeven. Ter vergelijking wordt tussen haakjes de gemiddelde leeftijd bij<br />
promotie voor <strong>het</strong> vorig jaar weergegeven:<br />
(40)<br />
hoofddocent (40)<br />
40 (39)<br />
2.9 Personeelsverloop<br />
In de tabel hierbij wordt <strong>het</strong> personeelsverloop weergegeven.<br />
Het einde van een mandaat is de meest voorkomende reden van verloop. Het ontslag<br />
door de werknemer en de wijziging van de financieringsbron is de tweede<br />
belangrijkste reden.<br />
Men kan, zoals verwacht, merken dat <strong>het</strong> grootste verloop plaatsvindt in <strong>het</strong><br />
bijzonder academisch personeel waar de afloop van onderzoekscontracten telkens<br />
noopt tot <strong>het</strong> einde van een mandaat. Men moet ook opmerken dat een aanzienlijk<br />
deel van de assistenten op eigen initiatief ontslag neemt voor <strong>het</strong> aflopen van <strong>het</strong><br />
mandaat.<br />
ZAP<br />
AAP<br />
BAP<br />
ALG.<br />
TOTAAL<br />
Pensioen<br />
2 9<br />
5<br />
O<br />
34<br />
Overlijden<br />
6<br />
1<br />
1<br />
8<br />
Einde<br />
mandaat<br />
7<br />
1 O0<br />
777<br />
884<br />
Ontslag<br />
Wn (l)<br />
8<br />
139<br />
267<br />
414<br />
Ontslag<br />
Wg (2)<br />
O<br />
O<br />
5<br />
5<br />
vzw<br />
1<br />
28<br />
19<br />
48<br />
Wijz.<br />
financ.<br />
O<br />
3 1<br />
399<br />
430<br />
Totaal<br />
5 1<br />
304<br />
1 468<br />
1 823<br />
( 1) ontslag door de werknemer<br />
(2) ontslag door de werkgever<br />
(3) verlof zonder wedde<br />
2.10 Aantal personeelsleden met uitsluitend formele onderwijstaken (in jaaruren<br />
onderwijs)<br />
1<br />
Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
Er zijn 450 ZAP-leden aan wie uitsluitend een formele onderwijsopdracht is<br />
toegewezen, onder de vorm van een specifiek opleidingsonderdeel waarvoor men<br />
verantwoordelijk is en waarvoor men per jaaruur wordt betaald,
Per graad zijn de aantallen als volgt:<br />
buitengewoon hoogleraar<br />
buitengewoon hoogleraar voltijds aan de universiteit<br />
deeltijds hoogleraar<br />
deeltijds hoogleraar voltijds aan de universiteit<br />
deeltijds hoofddocent<br />
deeltijds hoofddocent voltijds aan de universiteit<br />
deeltijds docent<br />
deeltijds docent voltijds aan de universiteit<br />
16<br />
30<br />
2 1<br />
5 3<br />
72<br />
8 3<br />
5 1<br />
124<br />
2.1 1 Aantal AP-leden per afstudeerinstelling<br />
Uit de tabel hieronder blijkt dat 68 % van de in <strong>1998</strong> tewerkgestelde AP-leden<br />
afgestudeerd zijn aan de eigen instelling, 19 % aan een andere Belgische universiteit<br />
en 13 % aan een buitenlandse universiteit.<br />
Voor <strong>het</strong> zelfstandig academisch personeel zijn de percentages respectievelijk 77 %,<br />
11 % en 12 %. Er moet bij deze percentages wel aan herinnerd worden dat de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> in Vlaanderen van 45 tot 50 % van de universitaire diploma's aflevert.<br />
Universiteit ZAP AAP BAP Totaal<br />
n Oh n % n % n %<br />
1. Belgische<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> 1012 77 497 64 1 225 64 2734 68<br />
Andere 158 11 210 27 376 20 744 19<br />
2. Buitenlandse 168 12 71 9 294 16 533 13<br />
Totaal 1 338 100 778 100 1895 100 4011 100<br />
2.1 2 Overzicht van <strong>het</strong> aantal medewerkers met ervaring buiten de eigen instelling<br />
20 % van de medewerkers tewerkgesteld in <strong>1998</strong> hebben werkervaring in een<br />
organisatie buiten de K.U.<strong>Leuven</strong>. Voor <strong>het</strong> zelfstandig academisch personeel is dat<br />
52 %, voor <strong>het</strong> assisterend academisch personeel 6 % en voor <strong>het</strong> bijzonder<br />
academisch personeel 9 %.<br />
3.1 Functioneringsgesprekken: KOMPAS<br />
3.<br />
Het project KOMPAS werd twee jaar geleden opgestart als een belangrijk project ter Personeeisbevordering<br />
van de motivatie van <strong>het</strong> personeel en de communicatie tussen chefs en<br />
medewerkers en wil langs die weg een belangrijke hefboom zijn voor de organisatie<br />
beleid voor ATP<br />
naar een effectieve en efficiënte realisatie van de doelstellingen van de organisatie.<br />
Steeds meer entiteiten engageren zich om voor zichzelf van dit project een succes te<br />
maken: <strong>het</strong> departement Natuurkunde, de diensten Studentenbeleid, de Faculteit<br />
Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, de Faculteit Landbouwkundige<br />
en Toegepaste Biologische wetenschappen, de Logistieke Diensten, een<br />
belangrijk deel van de Technische Diensten en voor 1999 staan er reeds andere entiteiten<br />
als kandidaat in de rij.<br />
3.2 Vorming, training en opleiding<br />
Naast de talrijke opleidingen die in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> KOMPAS-project georganiseerd<br />
zijn zowel voor chefs als voor medewerkers en naast de klassieke veiligheidsopleidingen<br />
die traditioneel in samenwerking met de preventiedienst georganiseerd werden,<br />
werd een nieuw initiatief gestart: opleiding 'zakelijke taalbeheersing'.<br />
Personeel<br />
I g9
Deze opleiding was er niet alleen op gericht de noodzakelijke vaardigheden met de<br />
nieuwe spelling te verwerven maar ook algemeen taaladvies te verschaffen en<br />
mondde voor enkele specifieke doelgroepen uit in praktijkgerichte werkcolleges over<br />
verslaggeving enerzijds en <strong>het</strong> opstellen van formulieren anderzijds.<br />
3.3 Formatieopstelling<br />
Bij de voorbereiding van de formatie voor <strong>het</strong> jaar 1999 kwamen, zes jaar na de<br />
invoering van de nieuwe loopbaanstructuur, enkele honderden personeelsleden in<br />
aanmerking voor een reguliere overgang naar de volgende salarisschaal. Ten behoeve<br />
van deze operatie werden alle in aanmerking komende personeelsleden onderworpen<br />
aan een prestatie-evaluatie.<br />
Voor de eerste keer trad de beroepsprocedure in werking die personeelsleden de kans<br />
moet geven in beroep te gaan tegen een door <strong>het</strong> universiteitsbestuur geweigerde<br />
promotie in de vorm van een graadverhoging. Een beperkte door de rector aangestelde<br />
commissie, bestaande uit twee leden van de werkgeversafvaardiging en twee<br />
leden van de werknemersafvaardiging heeft zich grondig gebogen over drie door de<br />
academisch ombudsman ontvankelijk verklaarde dossiers. In twee gevallen werd<br />
ingevolge de beroepsprocedure een voor <strong>het</strong> personeelslid gunstige beslissing genomen.<br />
3.4 Conventioneel brugpensioen<br />
Aan de K.U.<strong>Leuven</strong> loopt er voor <strong>het</strong> administratief en technisch personeel een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst tot 27 mei 2000 die toelaat dat personeelsleden van<br />
58 jaar met 25 jaar beroepsloopbaan en personeelsleden van 55 jaar met 38 jaar<br />
beroepsloopbaan vroeger dan 60 jaar met pensioen kunnen gaan. Voor de personeelsleden<br />
behorend tot de laagste salarisgraden 1, 2, en 3 werd daarbovenop een<br />
aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst getekend die deze vorm van loopbaanbeëindiging<br />
aantrekkelijker maakt door <strong>het</strong> in voege brengen van gunstiger voorwaarden<br />
met betrekking tot <strong>het</strong> kapitaal van de groepsverzekering dat <strong>het</strong> normaal<br />
wettelijk pensioen aanvult.<br />
3.5 Informatici : krapte op de arbeidsmarkt<br />
Zoals veel andere organisaties had de K.U.<strong>Leuven</strong> te kampen met de problemen van<br />
krapte op de arbeidsmarkt voor informatici, onder meer door de tijdelijke opdrachten<br />
die veroorzaakt worden door de invoering van de Euro alsook de komst van <strong>het</strong> jaar<br />
2000. K.U.<strong>Leuven</strong> bleef weliswaar gespaard van een grote golf werkverlaters maar<br />
werd wel geconfronteerd met moeizame aanwervingsinspanningen waarvan <strong>het</strong><br />
resultaat niet in verhouding was met de geleverde inspanningen.<br />
Een vergelijkende marktstudie heeft aanleiding gegeven tot <strong>het</strong> invoeren van een<br />
tijdelijke en uitdovende prestatiepremie voor programmeurs en analyst-programmeurs.<br />
Zonder daarmee alle problemen opgelost te hebben, blijkt duidelijk dat de<br />
grootste spanningen daarmee opgeruimd zijn.<br />
3.6 Opvang zieke kinderen<br />
De in 1997 ingestelde regeling ter opvang van zieke kinderen van personeelsleden<br />
die zich toch ter beschikking van <strong>het</strong> werk willen stellen, bleek zo succesvol dat alras<br />
naar een nieuwe en aangepaste formule uitgekeken moest worden die dan ook uitgewerkt<br />
werd in samenwerking met de eigen Universitaire Kinderdagverblijven en<br />
die, alhoewel de eigen financiële bijdrage van de participerende personeelsleden zelf<br />
verhoogd werd, geenszins aan succes heeft ingeboet. Het spreekt dan ook voor<br />
zichzelf dat dergelijke maatregel duidelijk aan een behoefte tegemoetkomt en dat die<br />
helpt <strong>het</strong> spanningsveld tussen werk en gezin te verminderen.<br />
1001 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
3.7 Jobstudenten<br />
Onder auspiciën van de personeelsdienst werden de activiteiten in verband met de<br />
tewerkstelling van jobstudenten aan de K.LI.<strong>Leuven</strong> zelf overgeheveld naar de<br />
Jobdienst behorend tot de Studentendiensten. Op die manier wordt een service aan<br />
de diensten en aan de studenten zelf gegarandeerd die nauwer aansluit op de concrete<br />
behoeften en met inachtname van alle wettelijke beschikkingen terzake. Van<br />
de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de politiek inzake tewerkstelling van kinderen<br />
van personeelsleden, die nog steeds een voorkeursregime genieten, op punt te<br />
stellen.<br />
3.8 Introductie nieuwe personeelsleden<br />
Voor <strong>het</strong> onthaal en de introductie van nieuwe personeelsleden werd een nieuwe<br />
werkwijze ontworpen waarbij er een onderscheid gemaakt wordt tussen <strong>het</strong> primair<br />
onthaal en de secundaire introductie. Met primair onthaal wordt bedoeld de activiteit<br />
die op de dienst zelf ontplooid wordt ter snelle integratie van de nieuwe medewerker.<br />
Daar hoort niet alleen de taak van de directe chef bij, die er in bestaat aan de nieuwe<br />
medewerker van meet af aan uit te leggen wat er van hem verwacht wordt maar ook<br />
de rol van een zogenaamde mentor die de nieuweling van bij <strong>het</strong> begin met raad en<br />
daad bijstaat van kleine praktische inlichtingen tot <strong>het</strong> wegwijs maken in <strong>het</strong> organisatieklimaat<br />
van een bepaalde entiteit. De secundaire introductie, verzorgd door de<br />
medewerkers van de personeelsdienst, bestaat er in de medewerkers informatie te<br />
geven over de eigen situatie als werknemer alsook over de arbeidsvoorwaarden en<br />
-omstandigheden in <strong>het</strong> algemeen aan de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Het universiteitsbestuur besliste om, als adjunct van de academisch ombudsman, een<br />
adjunct-ombudsman aan te stellen die specifiek belast wordt met problemen aangebracht<br />
door personeelsleden uit <strong>het</strong> administratief en technisch kader. Op deze<br />
manier wordt enerzijds de academisch ombudsman ontlast van een aantal taken en<br />
wordt een lagere drempel ingevoerd voor personeelsleden van <strong>het</strong> ATP die menen<br />
beroep te moeten doen op de ombudsman. Het blijft evenwel zo dat eerst alle<br />
normale kanalen moeten worden aangesproken vooraleer een bepaalde problematiek<br />
door de ombudsman ontvankelijk verklaard wordt. Zijn taak bestaat er bovendien<br />
voornamelijk in te helpen, de weg te wijzen, te bemiddelen.<br />
3.10 Stress op <strong>het</strong> werk<br />
In <strong>het</strong> kader van de nieuwe welzijnswet waarbij de werkgever ook oog moet hebben<br />
voor de psychosociale belasting van zijn werknemers werd beslist in samenwerking<br />
met de bedrijfsgeneeskundige dienst IDEWE, met de Preventiedienst en met de vakbond<br />
LBC een enquête te organiseren bij alle leden van <strong>het</strong> administratief en technisch<br />
personeel teneinde te kunnen detecteren waar zich ernstige en bedreigende<br />
stressproblemen voordoen en welke eventueel de oorzaken daarvan kunnen zijn.<br />
Bedoeling is daarna de gepaste maatregelen te kunnen nemen opdat <strong>het</strong> stressniveau<br />
tot een aanvaardbaar peil herleid wordt en op die manier een wezenlijke bijdrage te<br />
kunnen leveren aan <strong>het</strong> welzijn van <strong>het</strong> personeel op <strong>het</strong> werk.
Sociale voorzieningen voor<br />
studenten<br />
Studentenvoorzieningen heeft twee basisdoelstellingen. Vooreerst 'een bijdrage i.<br />
leveren tot de democratisering van <strong>het</strong> universitair onderwijs'. Onder democratisering<br />
van <strong>het</strong> onderwijs kan worden verstaan: aan alle jongeren volledige kansen<br />
Globaal<br />
geven tot vorming en intellectuele ontplooiing, ongeacht hun afkomst, financiële overzicht en<br />
mogelijkheden of sociaal-cultureel milieu. Dit betekent niet dat iedereen universitair<br />
financiële<br />
onderwijs moet volgen, maar wel dat zij, die over de nodige intellectuele middelen<br />
beschikken, niet gehinderd worden die studies te kunnen doen waarvoor zij situatie<br />
bekwaam zijn. De tweede doelstelling is <strong>het</strong> 'informeren, opvangen en begeleiden<br />
van studenten die problemen hebben, voortspruitend uit of nauw samenhangend met<br />
hun verblijf aan de universiteit'. De consequentie hiervan is dat de Studentenvoorzieningen<br />
niet alleen bestaan in functie van studenten uit welbepaalde milieus,<br />
maar toegankelijk zijn voor alle studenten.<br />
De Raad voor Studentenvoorzieningen, samengesteld uit studenten, personeelsleden<br />
en academici, wordt voorgezeten door de coördinator Studentenbeleid en waakt over<br />
de realisering van deze doelstellingen. De Raad neemt initiatieven op de werkterreinen<br />
voeding, huisvesting, psycho-medisch-sociale begeleiding en studentenleven<br />
en beschikt daarvoor over een budget van ruim 473 rnio BEF, waarvan 263 rnio BEF<br />
toelagen (inclusief een gedeelte van <strong>het</strong> inschrijvingsgeld) en 210 rnio BEF eigen<br />
inkomsten.<br />
De exploitatie <strong>1998</strong> van Studentenvoorzieningen werd afgesloten met een positief<br />
resultaat van 14 610 932 BEF Hierbij werd voor meer dan 12 mio BEF groot<br />
onderhoudswerken opgenomen.<br />
De kosten daalden (exclusief 41 464 396 BEF Fonds onroerende investeringen) met<br />
0,79 % naar 459 181 244 BEF.<br />
De loonkost steeg met 2,61 % tot 152,4 rnio BEF bij een begroting van<br />
147,9 mio BEF. Hierin werd voor 2,8 mio BEF niet begrote personeelskosten opgenomen.<br />
De opbrengsten stegen (exclusief 41 464 396 BEF Fonds onroerende investeringen)<br />
met 0,42 % naar 473 792 176 BEF.<br />
De balans van Studentenvoorzieningen per 3 1.1 2.1 998 geeft verdere informatie over<br />
de financiële situatie van de sociale sector.<br />
Er was ruim 93,7 rnio BEF op zicht- en termijnrekening, dat is 32,9 mio BEF meer<br />
dan vorig jaar. De kortetermijnreserves Studentenvoorzieningen bedroegen<br />
67,2 rnio BEF op 31-1 2-<strong>1998</strong>, naast 75,4 rnio BEF vorderingen op lange termijn.<br />
Het eigen vermogen steeg met 15,4 mio BEF tot 296 81 1 31 3 BEF.<br />
Het bedrag voor tussenkomsten en voorschotten studietoelagen is dit jaar gestegen<br />
( + 1 225 897 BEF). Gedurende de volledige geschiedenis van <strong>het</strong> financieringssysteem<br />
werd 246 rnio BEF in <strong>het</strong> systeem gebracht, waarvan 170,6 mio BEF<br />
toelagen en ruim 75,4 mio BEF uitbetaalde leningen, omzetbare leningen en voorschotten,<br />
die op termijn terugvorderbaar zijn.<br />
Men kan de exploitatiegegevens ook voorstellen in functie van de doelstellingenrealisatie.<br />
Per ingeschreven student beschikt de sociale sector, naast eigen middelen,<br />
over 9 943 BEF toelagen. Daarvan gaat 43 % naar voeding, 18 % naar studentenhuisvesting,<br />
22 % naar studentenbegeleiding, 5 % naar de ondersteuning van<br />
studentenorganisaties, bv. ten aanzien van medebeheer, sport en cultuur. 12 % gaat<br />
naar andere toepassingen, georiënteerd op de democratisering van <strong>het</strong> hoger onderwijs<br />
enlof de optimalisering van de randvoorwaarden voor studie.<br />
Dit betekent dat, buiten de studietoelagen van de Vlaamse gemeenschap (als budget<br />
ongeveer <strong>het</strong> dubbele van dat van de sociale voorzieningen), ten minste 30 % van de<br />
Sociale voorzieningen vocf sludenten I<br />
103
sociale toelagen strikt selectief wordt gegeven (eigen huisvesting, sociale dienst,<br />
aanvullende studiefinanciering ...). De overige bestedingsvormen zijn in mindere of<br />
meerdere mate voor alle studenten toegankelijk. Deze zgn. universele besteding<br />
biedt een vangnet voor studenten die binnen de fiscale operationalisering van sociale<br />
doelgroepen uit de boot vallen, maar toch noden hebben, verband houdend met hun<br />
verblijf aan de universiteit. We gaan er vanuit dat, als men studietoelagen en sociale<br />
voorzieningen geïntegreerd beschouwd, op deze wijze meer dan 75 % van de middelen<br />
van de Vlaamse Gemeenschap selectief en een kleine 25 % aanvullend<br />
gebruikt worden.<br />
De inspanningen die de sector levert voor de democratisering van en de randvoorwaarden<br />
tot <strong>het</strong> hoger onderwijs, zijn in principe en voor de meeste werkterreinen<br />
ook letterlijk gelijkaardig voor hogeschool- en universiteitsstudenten uit de <strong>Leuven</strong>se<br />
regio. Voor de werkvelden voeding, privé-huisvesting, gezondheid en enkele andere<br />
vormen van juridische en sociale dienstverlening, werd een raamovereenkomst<br />
afgesloten met de Katholieke Hogeschool, de Groep T-Hogeschool en de Hogeschool<br />
voor Wetenschap en Kunst te <strong>Leuven</strong>. De studenten van deze hogescholen kunnen<br />
op dezelfde wijze als universiteitsstudenten gebruik maken van de afgesproken<br />
vormen van dienstverlening. In ruil betalen ze een gedeelte van hun sociale toelagen<br />
(in totaal 13,5 mio BEF). Aangezien de voor sociale voorzieningen verantwoordelijke<br />
hogeschool-v.z.w.'s slechts over één derde van <strong>het</strong> toelagenpakket van de universiteiten<br />
beschikken, ondermeer omdat er geen eigen bijdrage uit inschrijvingsgelden<br />
besteed wordt, kan niet de volledige kostprijs van de dienstverlening doorgerekend<br />
worden.<br />
Huisvesting<br />
2.1 Studentenhomes<br />
2.1 .I Capaciteit<br />
Kerncijfers<br />
Eigen residenties:<br />
gesubsidieerd:<br />
2 545 kamers (prijzen van 2 480 tot 5 960 BEF), 13 studio's,<br />
1 20 appartementen, 3 kleine huizen.<br />
Niet-gesubsidieerd: 994 kamers (prijzen van 5 500 tot 8 900 BEF), 160 studio's en<br />
appartementen.<br />
2.1.2 Gemiddelde huurprijs<br />
In de gesubsidieerde studentenhuizen bedraagt de gemiddelde huurprijs 4 449 BEF.<br />
2.1.3 Berekening van de huurprijs<br />
De huurprijs in de gesubsidieerde studentenhuizen is niet afhankelijk van de kamer<br />
maar wordt berekend op basis van <strong>het</strong> gezinsinkomen en <strong>het</strong> aantal personen ten<br />
laste van <strong>het</strong> gezinshoofd. De huurprijzen gaan van 2 480 tot 5 960 BEF per maand;<br />
er worden tien maanden per academiejaar aangerekend.<br />
De laagste huurprijs geldt voor inkomens tot 326 000 BEF per jaar (met 1 persoon<br />
ten laste; 2 ptl: 392 000; 3 ptl: 459 000; 4 ptl: 572 000). De hoogste huurprijs<br />
geldt voor inkomens vanaf 1 370 000 BEF per jaar (1 ptl; 2 ptl: 1 437 000; 3 ptl:<br />
1 510 000; 4 ptl: 1 583 000). Het gezinsinkomen wordt vastgesteld op basis van<br />
<strong>het</strong> laatste aanslagbiljet; <strong>het</strong> wordt verminderd met vaste bedragen per persoon ten<br />
laste en met forfaitaire aftrek. De minimum huurprijs per maand voor zelfstandigen<br />
is 4 000 BEF per maand. In de gesubsidieerde studentenhuizen wordt voorrang<br />
gegeven aan studenten die de laagste huur betalen.<br />
In de niet-gesubsidieerde universitaire studentenhuizen bedraagt de huurprijs ongeveer<br />
6 225 BEF per maand, maaltijden niet inbegrepen.<br />
104 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
2.1.4 Bezettingsgraad<br />
De bezettingsgraad in de gesubsidieerde residenties steeg tijdens <strong>het</strong> academiejaar<br />
1997-98 van 93,6 % in oktober 1997 naar 96 % in mei <strong>1998</strong>. Het streefcijfer voor<br />
de bezetting (97 %) werd niet bereikt. Daarbij moet rekening gehouden worden met<br />
<strong>het</strong> feit dat de berekening gebeurde op basis van een zeer algemene en op verscheidene<br />
punten voorbijgestreefde telling van de wooneenheden. Een aantal kamers zijn<br />
door hun afmetingen, voorzieningen of ligging duidelijk niet geschikt voor continue<br />
bewoning; andere zijn ter beschikking gesteld aan inwonende residenten in ruil voor<br />
toezicht, informatie en animatie; nog andere zijn om technische redenen niet<br />
verhuurbaar, wegens defecten of werken aan de kamers of in de onmiddellijke<br />
omgeving. De stijgende migratie onder studenten heeft tot gevolg dat <strong>het</strong> aantal<br />
tijdelijke verblijven gestaag toeneemt; de vervanging van Belgische studenten die aan<br />
internationale programma's deelnemen door buitenlandse die naar <strong>Leuven</strong> komen<br />
resulteert in hiaten in de bezetting van heel wat kamers. Enkele kamers hebben<br />
noodgedwongen een permanente specifieke functie voor tijdelijke opvang en hebben<br />
daardoor een bezettingsgraad die duidelijk beneden <strong>het</strong> gemiddelde blijft. Om sociale<br />
redenen wordt een soepele houding aangenomen tegenover studenten die om diverse<br />
redenen hun studies stopzetten voor <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> contract; <strong>het</strong> is niet steeds<br />
mogelijk in de loop van <strong>het</strong> academiejaar de aldus vrijgekomen kamers nog te<br />
verhuren. Tenslotte wijzen we nog op de rol van Home Vesalius als opvanghuis voor<br />
ABOS-bursalen; zeer vele bursalen slagen er niet in om de gereserveerde kamer te<br />
betrekken op <strong>het</strong> aangekondigde tijdstip, vooral omwille van moeilijkheden bij <strong>het</strong><br />
verkrijgen van een inreisvisum. De bezettingsgraad in dit huis is dan ook beduidend<br />
lager dan <strong>het</strong> gemiddelde. Wanneer met deze gegevens wordt rekening gehouden,<br />
wordt <strong>het</strong> streefcijfer van 97 Oh wel degelijk bereikt.<br />
2.1.5 Aandachtspunten van <strong>het</strong> beleid<br />
Er werd uitgebreid van gedachten gewisseld over <strong>het</strong> concept 'wooncultuur'. Dit<br />
leidde tot een uitvoerige nota waarin uitgewerkt werd waarom een studentenkamer<br />
voor ons meer is dan 'enkel een dak boven vier muren'. Dit charter voor wooncultuur<br />
probeert de meerwaarde van deze 'woonbenadering' te beschrijven'. De kwaliteit<br />
van <strong>het</strong> wonen heeft niet alleen met materiële omstandigheden te maken, maar<br />
ook met de psycho-sociale benadering en omkadering van de studentenkamers. Er<br />
wordt gepleit voor een balans tussen studeren en leven, voor participatie, inspraak<br />
en medebeheer, voor een gevarieerd aanbod aan woonvormen en voor een op<br />
gezondheid georiënteerd leefmilieu. Uit deze nota groeide ook de beslissing om een<br />
wooncultuurcentrum op te starten, met een kleine personele ondersteuning, om dit<br />
gedachtengoed verder uit te bouwen.<br />
Een ander erg belangrijk gegeven, was de beslissing alle huisvestingsdiensten binnen<br />
Studentenvoorzieningen onder BBn directie huisvesting te brengen. Daarmee kreeg<br />
de sector éBn full-time aansturing, wat voor een groep van 60 personeelsleden helemaal<br />
geen luxe lijkt.<br />
Gedurende de vorige jaren was vooral de onderbezetting van de kamers en een<br />
gebrekkige schuldopvolging een probleem. Er werden een aantal maatregelen<br />
genomen om beide problemen aan te pakken. Een strikte opvolging van de aanvraagprocedure<br />
en een snel op de bal spelen op de aanvragen in de cruciale periode<br />
mei-september, draaide <strong>het</strong> bezettingsprobleem om. We werden geconfronteerd met<br />
een te grote proportie overboekingen en de daaruit volgende ongemakken. Volgend<br />
academiejaar dient iets voorzichtiger opgevolgd te worden, zonder evenwel de vrijheidsgraden<br />
van vroeger en de daaruit volgende leegstand van de vorige jaren weer<br />
in te voeren. De slinger ging wat te extreem over en weer.<br />
De terugvorderingen werden systematisch aangepakt. Met name werden de oude<br />
dubieuze schulden aangezuiverd, deels door kwijtschelding als de kans op recuperatie<br />
te laag was, deels door overname van de schuld door de Sociale dienst als <strong>het</strong> om<br />
minvermogende debiteuren ging, deels door aanmaning. Deze werkwijze, met name<br />
de strikte opvolging der rekeningen, zodat geen schulden op lange termijn ontstaan,<br />
dient in ieder geval verder volgehouden te worden.<br />
' J.DE VUYST, Een charter voor wooncultuur. Wat we wilen, wat we pogen, wat we hopen, waarvan<br />
we dromen . . . 24 pp.<br />
Sociale voorzieningen voor studenten<br />
I I05
De verbouwing van Pius X was zeer omvangrijk op zeer korte tijd. Het eindresultaat<br />
was positief in die zin, dat dank zij de door de academische overheid geïnvesteerde<br />
middelen, een gebouw dat absoluut nood had aan restauratie, grondig aangepakt<br />
werd, in de geest van onze opvattingen naar wooncultuur. Veel van de positieve<br />
resultaten verschrompelden echter in de ogen van de studenten-bewoners, omdat de<br />
inhuizing in <strong>het</strong> nieuwe gebouw chaotisch verliep. Op enkele maanden tijd een<br />
dergelijke verbouwing realiseren, was bij nadere beschouwing titanenwerk. In de<br />
toekomst kunnen dergelijke werken beter gespreid worden.<br />
Een ander punt waar verschil van mening over bestond, was de onthaalpolitiek.<br />
Omwille van een betere opvolging van de aanvraagprocedure en omwille van <strong>het</strong><br />
beter beheer van <strong>het</strong> volledige kamerbestand, werd een centralisering gerealiseerd<br />
van <strong>het</strong> administratief personeel. De kost van deze beslissing was een verlaagde<br />
aanwezigheid in de residenties. De studenten-bewoners en -medebeheerders begrepen<br />
deze ingreep niet zo goed.<br />
Naar aanleiding van de hogergenoemde voorbeelden bleek zeer duidelijk de nood aan<br />
structureel overleg met studenten-bewoners en -medebeheerders. Vorig jaar werd<br />
reeds van gedachten gewisseld over een interresidentiële raad. Deze raad is nu<br />
gestart.<br />
Tenslotte werd gedurende dit jaar de Stuurgroep huisvesting opgericht, waarin de<br />
verschillende partners in huisvesting aan de universiteit, betoelaagde zowel als nietbetoelaagde,<br />
participeren. Bedoeling is, om een geconcerteerd beleid te organiseren<br />
over heel de sector. Veel van de zorgen waarvoor de betoelaagde sector staat, zijn<br />
immers ook problemen voor de niet-betoelaagde residenties.<br />
2.2 Werking van de huisvestingsdienst<br />
Kerncijfers<br />
Kotstudenten versus pendelstudenten: 19 552 studenten (of 76,16 % van de studenten<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>) huren een kamer in de universiteitsstad. Privé-markt: 15 720<br />
studenten (of 61 % van de studenten K.U.<strong>Leuven</strong>) huren een kamer op de privémarkt.<br />
De gemiddelde huurprijs bedraagt 7 833 BEF.<br />
Voor de huisvestingsdienst was <strong>het</strong> belangrijkste gegeven wellicht <strong>het</strong> kamerdecreet.<br />
In <strong>het</strong> zog van dit decreet is er een grote nood aan concrete informatie aan verhuurders<br />
en huurders. Welke administratieve en onderhoudstechnische stappen gezet<br />
dienen te worden, is ook functie van andere reglementering (bv. van de stad), en <strong>het</strong><br />
leggen van de totale reguleringspuzzel is een complexe en tijdrovende zaak op zich.<br />
Als men zich realiseert dat we enerzijds de informatiedoorstroming moeten verzorgen,<br />
en anderzijds zelf als belangrijke verhuurder een aantal stappen te zetten hebben<br />
van aanvraag van conformiteitsattest over controles door stadsambtenaren, nieuwe<br />
interne nummering van gebouwen tot onderhoud en groot onderhoud toe, ziet men<br />
de omvang van deze taken.<br />
De politiek ten aanzien van een informatiever en creatiever gebruik van internet<br />
leidde tenslotte tot <strong>het</strong> inbouwen, met de hulp van de diensten van de Luditmedewerkers,<br />
van 'Kotwijs' en 'Reiswijzer', zoekprogramma's voor respectievelijk studentenhuisvesting<br />
en de bereikbaarheid van <strong>Leuven</strong>. Deze informatie wordt door de<br />
studenten blijkbaar ten zeerste geapprecieerd. Men realiseert zich daarbij evenwel<br />
niet - en wellicht hoeft dat ook niet echt - hoe gigantisch <strong>het</strong> voorbereidende werk<br />
was, om de voor <strong>het</strong> programma noodzakelijke database op te bouwen.<br />
106 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
I
Kerncijfers:<br />
Totale omzet: 439 157 862 BEF 3.<br />
Maaltijden: 1 524 253 maaltijden<br />
Samenstelling cliënteel: studenten K.U.<strong>Leuven</strong> en hogescholen 81 %; personeel<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> en Alma: 12,5 %; groepen en particulieren 6,5 %.<br />
3.1 Aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants: 3 976 Alma<br />
3.2 Gemiddelde prijs van een warme maaltijd: 107,39 BEF<br />
3.3 Berekeningswijze van de prijs van een warme maaltijd<br />
De prijscategorieën en gemiddelde maaltijdprijs worden door de Raad van Bestuur<br />
van Alma vastgelegd. De aangeboden maaltijden worden over deze prijscategorieën<br />
gespreid zodat een gemiddelde maaltijdprijs van 107,39 BEF bereikt wordt. Alma<br />
garandeert dat er in elk restaurant op elk moment een volwaardige warme schotel<br />
wordt aangeboden aan de laagste prijs (in <strong>1998</strong>: 77 BEF). In de grote restaurants<br />
worden er 2 vegetarische schotels aangeboden waarvan 1 maximaal 100 BEF kost.<br />
Aantal maaltijden (zonder maaltijden aan groepen) per prijscategorie en gemiddelde<br />
prijs, totaal<br />
Voed ingssector :<br />
univer~iteitsrestaurants<br />
1997<br />
Prijs- Aantal %<br />
Categ. maalt.<br />
60 67 584 5,O<br />
77 332 914 24.6<br />
87 48312 3.6<br />
1 O0 103 566 7,7<br />
116 233 177 17,2<br />
133 482 O10 35,6<br />
140 67 658 5.0<br />
148 18 461 1,4<br />
Totaal 1 353 682<br />
gemidd.<br />
prijs 108,98<br />
<strong>1998</strong><br />
Prijs Aantal %<br />
categ. maalt.<br />
60 89 911 6,8<br />
77 323 761 24,6<br />
87 44 451 3,4<br />
1 O0 108 346 8,3<br />
116 245 701 18,7<br />
133 416 769 31,7<br />
140 66 116 5.0<br />
148 19082 1.5<br />
Totaal 1 314 502<br />
gemidd.<br />
prijs 107.39<br />
verschil<br />
procentpunt<br />
+ 1,85<br />
+ 0,04<br />
-0,19<br />
+ 0,59<br />
+ 1,47<br />
-3,90<br />
+ 0,03<br />
+ 0,09<br />
-2,98<br />
-1,59<br />
Aantal verbruikte maaltijden (exclusief groepen) per maand<br />
Januari 143 470<br />
Februari 151 436<br />
M aart 175 815<br />
April 134 705<br />
Mei 128 630<br />
Juni 126 352<br />
Juli 42 457<br />
Augustus 53 353<br />
September 88 061<br />
O ktober 197 551<br />
November 164 743<br />
December 117 680<br />
Totaal 1 524 253<br />
Het totaal aantal maaltijden inclusief groepen is licht gestegen (+ 0,7 %).<br />
3.4 Beleid<br />
In <strong>1998</strong> stegen de bedrijfsopbrengsten van 423,4 mio BEF naar 439,2 rnio BEF<br />
(+3,7 %). De eigen inkomsten stegen van 306,7 mio BEF naar 313,3 mio BEF en<br />
subsidies van 1 12,8 mio BEF naar 123,9 mio BEF In tegenstelling tot de vorige jaren<br />
is de afhankelijkheid van subsidies terug toegenomen.<br />
Sociale vmieningen voor studenten 1<br />
107
De beperkte stijging van de eigen omzet werd veroorzaakt door de daling van de<br />
gemiddelde maaltijdprijs van 108,98 mio BEF naar 107,39 (-1,5 %) en van maaltijden<br />
in eigen ALMA-vestigingen (-3 %). Het totaal aantal maaltijden inclusief de<br />
maaltijden in vestigingen voor rekening van derden en groepen, steeg licht van<br />
1 513 133 naar 1 524 253. De totale omzet voor maaltijden van alle distributiepunten<br />
daalde licht (-0,5 %l. De omzet werd negatief beïnvloed door de verdere daling<br />
(-5,5 %) van de verkoop van consumpties (dranken en desserten) en verkoop van<br />
grondstoffen en bereide producten (-11 %). De volgende activiteiten kenden een<br />
sterke groei: verkopen in automaten ( + 1 1 %), broodjes en koffie ( + 22 %), recepties<br />
en groepen (+ 11,5 %).<br />
De distributiepunten, vooral cafetaria's, met een sterke<br />
groei zijn: De Valk (+ 15 %), Groep T (+22 %), Alma-service (+ 14,6 %), De Spuye<br />
( + 3 %), Lemmensinstituut ( + 10 %). De volgende distributiepunten kenden een<br />
opvallende daling van omzet, die gedeeltelijk veroorzaakt werd door reorganisatie van<br />
automatenservice: Alma 1 (-4,9 %), Pauscollege (-4,8 %), Hoge Heuvel (-4 %),<br />
Gasthuisberg (-4 %), Sociale Hogeschool (-9 %).<br />
Het totaal van de kosten bedroeg 425,4 mio BEF (een stijging van 2,3 % ten<br />
opzichte van een stijging van de opbrengsten van 3,7 %). De grondstofkost volgde<br />
de stijging van de omzet en <strong>het</strong> prijseffect was zeer miniem (+0,2 %). De personeelskosten<br />
lagen in <strong>1998</strong> iets lager dan in 1997, door de vermindering van de<br />
sociale lasten voor de lage lonen. Het totaal aantal gepresteerde uren bleef ongeveer<br />
constant (+0,2 %). De productiviteit uitgedrukt in omzet per gepresteerd uur<br />
groeide verder in <strong>1998</strong> (+ 3,5 %). Ook aan de kwaliteit van de geleverde prestaties<br />
werd in <strong>1998</strong> hard gewerkt in functie van <strong>het</strong> behalen van een gecombineerd<br />
lS09001-HACCP certificaat. De toename van de werkdruk kan op basis van deze<br />
cijfers zeker niet ontkend worden en is één van de prioriteiten voor 1999. Gezien de<br />
sterke schommelingen van activiteiten en verschuivingen tussen activiteiten en<br />
distributiepunten is een selectieve aanpak noodzakelijk. Het procesmatige denken<br />
dat door <strong>het</strong> ISO-project verstevigd werd en ons dwingt tot <strong>het</strong> stroomlijnen van de<br />
activiteiten, is een stevige basis om de werkdruk op termijn te verminderen en tegelijk<br />
de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren.<br />
Om verder te groeien in kwaliteit en kwantiteit wordt momenteel de managementstructuur<br />
herdacht en verstevigd. Om tot een betere realisatie van doelstellingen te<br />
komen en anderzijds tot een betere balans te komen tussen tevredenheid van klanten<br />
en personeel, wordt er gewerkt aan een meetsysteem en vaststellen van een evenwichtige<br />
set van prestatie-indicatoren. Om de schaaleffecten nog sterker te kunnen<br />
laten spelen en professionaliteit op een aantal domeinen te verhogen wordt een<br />
samenwerking binnen K.U.<strong>Leuven</strong> met Faculty Club en de Ziekenhuizen uitgebouwd.<br />
Dit vereist ook dat de informatie-uitwisseling tussen deze diensten snel en efficiënt<br />
kan gebeuren. De stap die K.U.<strong>Leuven</strong> zet naar SAP zal ook door ALMA moeten<br />
gevolgd worden. Samenwerking met hogescholen, met andere diensten van<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> is de sleutel voor de verdere groei en goede resultaten van ALMA.<br />
4.<br />
4.1 Sociale dienst<br />
Dienstensector<br />
Kerncijfers:<br />
Sociale dienst: 6 550 cliënten<br />
Studiefinanciering: 430 studenten hebben een financiële tussenkomst ontvangen.<br />
Buitenlandse studenten: 2 248 consultaties, 35 studenten kregen een huurtoelage,<br />
19 studenten kregen een kortetermijnlening.<br />
De problematiek van de studiefinanciering blijft <strong>het</strong> belangrijkste werkveld van de<br />
Sociale dienst. Toch kan men dit niet verengen tot een louter materiële invulling,<br />
want vaak is dit verweven met onderhuidse sociale verhoudingen en spanningen.<br />
Ook vragen met betrekking tot <strong>het</strong> sociaal statuut houden heel wat studenten bezig.<br />
Persoonlijke problemen van studenten, relatieproblemen of conflicten thuis, worden<br />
op eerstelijnsniveau opgevangen en begeleid. Rond de hoofdthema's van de werking<br />
worden een aantal publicaties verspreid die jaarlijks een actualiseringsbeurt krijgen.<br />
Zeer belangrijk blijven de contacten met de sociale organisaties en <strong>het</strong> onderwijsmiddenveld<br />
(PMS-centra, scholen, gespecialiseerde diensten) om de juiste informatie op<br />
de juiste plaats te brengen. Extra aandacht was er voor de samenwerking met de<br />
<strong>Leuven</strong>se hogescholen.<br />
108 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
I<br />
De werking van de buitenlandse studenten richt zich vooral op een goed onthaal en
<strong>het</strong> creëren van gunstige leefomstandigheden die optimale concentratie op de studies<br />
toelaten en daarnaast de gelegenheid bieden tot integratie van de student en zijn<br />
gezin. De beurzen voor buitenlandse studenten zijn onrealistisch en niet afgestemd<br />
op de kosten van levensonderhoud in ons land. Daarnaast stelt men een opvallende<br />
stijging van <strong>het</strong> aantal studenten vast die door hun sponsor in de steek worden gelaten<br />
of die met onvoldoende financiële middelen aan hun studies beginnen. De dienst<br />
blijft inspanningen leveren naar <strong>het</strong> beleid toe op dit vlak. Pangaea, <strong>het</strong><br />
ontmoetingscentrum voor buitenlandse en Belgische studenten, kent een groot succes<br />
en telt momenteel 700 leden uit 75 verschillende landen.<br />
Een dergelijke werkwijze stellen we ook voor voor de begeleiding van buitenlandse<br />
studenten en studenten die naar <strong>het</strong> buitenland gaan. Een voorbereidende nota werd<br />
hierover gemaakt2, die evenwel nog verder dient aangevuld te worden vanuit<br />
academische zijde, om zo een geïntegreerd academisch en psycho-sociaal beleid voor<br />
deze doelgroepen te realiseren. Het is duidelijk dat in <strong>het</strong> kielzog van deze structurele<br />
discussie nagedacht moet worden over de daaruit volgende werking van de<br />
diensten. Met name de start van een 'guesthouse' lijkt alle betrokkenen te interesseren.<br />
Bedoeling is dat deze werking gebaseerd wordt op inzichten over de verwerking<br />
van de cultuurschok, over multiculturaliteit e.d.m.<br />
4.2 Juridische dienst<br />
Kerncijfers:<br />
1 459 consultaties<br />
De Juridische dienst blijft in de eerste plaats een dienst voor individuele, juridische<br />
vragen van studenten. In de loop der jaren evolueerde deze dienst ook naar een<br />
adviesdienst voor directie en andere studentendiensten. De invalshoek en de specialisatie<br />
is gericht op <strong>het</strong> uitbouwen van een coherent studentenstatuut.<br />
Voor de Juridische dienst was de herstructurering van de statuten van de buitenlandse<br />
studenten en navorsers een nieuwe topprioriteit. In overleg met de VI-IR werd<br />
een akkoord bereikt met de bevoegde Minister, dat leidde tot de wetswijzigingen<br />
gepubliceerd in <strong>het</strong> Staatsblad van 17 maart <strong>1998</strong>. De implementatie van deze<br />
nieuwe statuten gaat echter bijzonder moeizaam en vraagt veel overleg, zowel binnen<br />
de universiteit, als interuniversitair, als met de overheid.<br />
4.3 Jobdienst<br />
Kerncijfers:<br />
6 505 consultaties van studenten, 2 782 van werkgevers<br />
De Jobdienst beijvert zich om door goede informatie en advies met betrekking tot <strong>het</strong><br />
sociaal- en arbeidsrechtelijk statuut van de werkende student, alle betrokkenen bij<br />
studentenarbeid te ondersteunen. Door de jobbemiddeling probeert de dienst de<br />
financiële draagkracht van de student rechtstreeks te beïnvloeden, waardoor de<br />
drempel tot <strong>het</strong> hoger onderwijs voor een aantal studenten wat lager wordt.<br />
Als nieuw project mogen we hier ook een uitbreiding van de werking van de Jobdienst<br />
vermelden, met name ten aanzien van de administratieve voorbereiding en<br />
verwerking van dossiers van jobstudenten die werken voor de K.U.<strong>Leuven</strong>. Hoewel<br />
<strong>het</strong> een erg arbeidsintensieve dienstverlening is, kunnen we door deze werking<br />
meerwaarde realiseren voor de betreffende jobstudenten en voor de universiteit.<br />
4.4 Dienst Studieadvies<br />
Studieloopbaanbegeleiding is een kernopdracht van de dienst Studieadvies. Vanuit<br />
de specifieke deskundigheid van elke subsectie worden bijdragen geleverd om die<br />
taak te realiseren. Drie teams zijn actief in volgende werkvelden:<br />
J.DE VUY ST, Een eeuwenoude traditie van gastvrijheid, 39 pp.<br />
Sociale vowrieningen vow studenten I 109
- Info-team: informeren van (aspirant-)studenten omtrent studiemogelijkheden en<br />
tewerkstelling;<br />
- Studiebegeleidingsteam: begeleiden van studenten bij studiekeuzeproblemen, bij<br />
inadequaat studeergedrag en bij sociaal-emotionele problemen (indien die met een<br />
kortlopende opvang kunnen opgelost worden);<br />
- Werkgroep Gehandicapte Studenten: uitbouw van participatiemogelijkheden aan<br />
hoger onderwijs voor studenten met een handicap.<br />
Studieadvies beschikt over een Mediatheek waar informatie geboden wordt in boekvorm<br />
en op elektronische dragers (cd-rom, Internet ...) over K.U.<strong>Leuven</strong>-studierichtingen,<br />
studiemogelijkheden in binnen- en buitenland en over tewerkstelling.<br />
Informatie- en begeleidingsactiviteiten zijn bedoeld voor (aspirant)-studenten<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>. De Mediatheek is eveneens toegankelijk voor studenten van <strong>het</strong><br />
<strong>Leuven</strong>se netwerk van Hogescholen (Lens). Begeleiders van studenten met een handicap<br />
uit datzelfde netwerk kunnen ook een beroep doen op de K.U.<strong>Leuven</strong> expertise.<br />
De drie teams worden in hun activiteiten ondersteund door een secretariaats- en onthaalpool.<br />
In <strong>1998</strong> werden meer dan 22 000 persoonlijke contacten geregistreerd.<br />
telefonische informatievragen benadert de 18 500.<br />
Het aantal<br />
Drie initiatieven werden in <strong>1998</strong> verder uitgebouwd:<br />
1. Het studiekeuzewerkboek 'KiesKeurig', instrument voor transitiebegeleiding van<br />
secundair naar hoger onderwijs, werd vervolledigd en aan leerlingen van diverse<br />
scholen aangeboden. Het werkboek is bedoeld als instrument om leerlingen te<br />
begeleiden bij <strong>het</strong> samenstellen van hun studiekeuzedossier. Dat dossier is een<br />
persoonlijke synthese van hun studiekeuze. Binnen afzienbare tijd zal <strong>het</strong> een<br />
verplicht werkstuk worden bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs.<br />
PMS-consulenten hebben "KiesKeurig" in klasverband gebruikt en geëvalueerd.<br />
Die toepassing gebeurt opnieuw doorheen <strong>het</strong> schooljaar <strong>1998</strong>-99. Een eindversie<br />
zal beschikbaar zijn vanaf <strong>het</strong> schooljaar 1999-2000. KiesKeurig komt dan<br />
ook op Internet. Momenteel wordt gewerkt aan een handleiding voor studiekeuzebegeleiders.<br />
2. Een tweede initiatief is een onderzoek over loopbaanopbouw, waarover gerapporteerd<br />
wordt in <strong>het</strong> onderwijsverslag.<br />
3. Een derde initiatief dat in 1997 een proefdraai kende werd in <strong>1998</strong> breder uitgebouwd.<br />
'K.U.<strong>Leuven</strong> bij je thuis', een infosessie rond studeren aan de universiteit<br />
werd in <strong>1998</strong> in diverse scholen aangeboden. Doelpubliek zijn laatstejaars secundair<br />
onderwijs en hun ouders. Het programma biedt diverse korte uiteenzettingen<br />
over wetenschappelijk onderzoek, gevolgd door voordrachten over studiekeuze,<br />
studie- en studentenleven, huisvesting en financiering. Aansluitend kunnen<br />
bezoekers terecht op een infomarkt waar alumni van de K.U.<strong>Leuven</strong> als co-informatoren<br />
fungeren. Alumni beantwoorden vragen rond studie-inhouden en geven<br />
toelichting bij de eigen beroepsuitoefening. Vooraf krijgen zij vanuit Studieadvies<br />
geactualiseerde studie-informatie. Ter plaatse is er voor de leerlingen alle benodigde<br />
documentatie. Die sterk geïndividualiseerde formule wordt door bezoekers<br />
positief gewaardeerd.<br />
Het lijdt geen twijfel dat activiteiten rond tewerkstelling en informatieverstrekking<br />
een bijzonder impuls kregen vanuit een vernieuwde coöperatie met de Alumniwerking.<br />
De informatieactiviteiten van de vroegere Coördinatiecommissie Plaatsingshulp<br />
werden nu geïntegreerd in de activiteiten van de Kerncel Tewerkstelling, op haar<br />
beurt gecoördineerd door Studieadvies. Die geconcerteerde aanpak biedt ruimere<br />
werkingsmogelijkheden en grotere effectiviteit.<br />
1 10 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
4.4.1 Informatie<br />
Voor aspirant-studenten en studenten is er een gediversifieerd aanbod aan informatie<br />
over K.U.<strong>Leuven</strong>-studierichtingen, studiemogelijkheden in binnen- en buitenland en<br />
over de arbeidsmarkt:
- Meer dan 1 750 aspirant-studenten en studenten uit binnen- en buitenland kregen<br />
individueel advies; een vergelijkbaar aantal werd telefonisch en langs e-mail<br />
voortgeholpen.<br />
- Informatie over basisstudies:<br />
* de Studieadvies-website met informatie over studierichtingen werd ook in <strong>1998</strong><br />
frequent geraadpleegd; in de drukste studiekeuzeperiodes werden meer dan<br />
60 000 bezoekers geteld per trimester;<br />
* de nieuwe serie infosessies 'K.U.<strong>Leuven</strong> bij je thuis' startte in oktober <strong>1998</strong>;<br />
een 7-tal scholen zijn op <strong>het</strong> aanbod ingegaan; begin 1999 volgen er nog 7<br />
sessies voor 10 scholen. Met <strong>KU</strong>LAK werd bovendien samengewerkt aan een<br />
specifieke <strong>KU</strong>LAK/K.U.<strong>Leuven</strong>-infobeurs te Brugge die door ruim 300 leerlingen<br />
bezocht werd. In een tiental scholen werden supplementair voordrachten<br />
geboden over studeren in <strong>het</strong> Hoger Onderwijs;<br />
* traditioneel werd deelgenomen aan vijf driedaagse regionale Studie- en Informatiebeurzen<br />
voor laatstejaars uit <strong>het</strong> secundair onderwijs, georganiseerd door de<br />
PMS-centra en <strong>het</strong> Departement Onderwijs;<br />
* binnen K.U.leuven werd ondersteuning geboden bij de organisatie van de 5<br />
Infodagen.<br />
- Voor laatstejaarsstudenten werden volgende programma's georganiseerd:<br />
* 'Verder studeren in <strong>het</strong> buitenland', mogelijkheden toegelicht in 11 verschillende<br />
infosessies;<br />
* 'Infodagen rond verdere studiemogelijkheden' voor studenten K.U.<strong>Leuven</strong> en<br />
UCL resp. georganiseerd aan de UCL en de K.U.<strong>Leuven</strong>;<br />
* 'Loopbaanbegeleiding', een programma van de Kerncel Tewerkstelling, opgebouwd<br />
uit 9 informatiesessies en -beurzen (Wegwijs arbeidsmarkt, Werken in<br />
<strong>het</strong> buitenland, Jobinformatiedag enz...). Die activiteiten worden aangekondigd<br />
in een informatieblad (4 nummers per academiejaar) waarin tevens relevante<br />
artikels rond tewerkstelling gepubliceerd staan. Elke laatstejaarsstudent krijgt<br />
die informatiebladen individueel toegestuurd. De Kerncel biedt ook consultaties,<br />
voordrachten en trainingen rond solliciteren en onderhoudt contact met <strong>het</strong><br />
netwerk van de facultaire loopbaanadviseurs. Centraal worden jaarlijks 750<br />
vacatureberichten naar faculteiten verspreid.<br />
- Voor kandidatuurstudenten van Kulak, <strong>KU</strong>B, RUCA, en LUC werd toelichting verstrekt<br />
op infosessies rond aansluitende 2e cyclusstudies aan de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
- Op een 5-tal specifieke beurzen werd informatie geboden over verdere studiemogelijkheden<br />
aan afgestudeerden uit hogescholen.<br />
4.4.2 Studiebegeleiding<br />
Ruim 1 400 K.U.<strong>Leuven</strong> studenten deden een beroep op begeleiding vanuit deze<br />
afdeling. Gemiddeld werden 2 h 3 gesprekken gevoerd met elke student, wat <strong>het</strong><br />
aantal contacten op een 3 000-tal brengt. In <strong>1998</strong> werden bovendien 320 volledige<br />
en 250 selectieve testonderzoeken uitgevoerd in functie van heroriëntering enlof<br />
diagnosestelling bij problemen. Studenten komen uit alle studierichtingen. Eerstejaars<br />
zijn in de meerderheid.<br />
Zes groepen studenten volgden trainingen rond doelmatig studeren. Studieplanning<br />
komt wekelijks aan bod doorheen <strong>het</strong> volledige academiejaar.<br />
In functie van een betere samenwerking heeft de afdeling diverse monitoraten op<br />
Studieadvies uitgenodigd. Een onderlinge kennismaking en een uitwisselen van<br />
gedachten dragen er toe bij de werking beter op mekaar af te stemmen.<br />
Sociale voorrieninpen voor studenten 1 111
4.4.3 Begeleiding studenten met een handicap<br />
Studenten met chronische ziekten enlof fysieke handicaps worden begeleid door de<br />
Werkgroep Gehandicapte Studenten (WGS), een interdisciplinair team van personeelsleden<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>. Vorig academiejaar werd door 144 studenten een beroep<br />
gedaan op dienstverlening. Dat betekent een toename in aantal met 25 % t.o.v. <strong>het</strong><br />
academiejaar 1996-97. Doorheen <strong>het</strong> academiejaar hebben zich 27 aspirant-studenten<br />
aangemeld voor assistentie bij studiekeuze enlof accommodatie. Een groep van<br />
184 studenten vrijwilligers verzorgen de dag- en nachtomkadering van 34 studenten<br />
met een handicap die dergelijke ondersteuning nodig hebben. Voor ouderejaars werd<br />
een speciale infoavond ingericht over begeleid wonen.<br />
Op internationaal plan was WGS medeorganisator van de "Third International Conference<br />
on Higher Education and Disability" georganiseerd te Innsbruck. Diverse leden<br />
verzorgden een presentatie. In <strong>1998</strong> werd eveneens verdergewerkt aan een internationaal<br />
project, met name de uitbouw op Internet van een databank i.v.m. dienstverlening<br />
voor studenten met een handicap in <strong>het</strong> Hoger Onderwijs van de Europese<br />
Unie (project gefinancierd door Directoraat Generaal XXII van de EC.). Bedoeling van<br />
<strong>het</strong> project is <strong>het</strong> faciliteren van deelname van studenten met een handicap aan<br />
Erasmus-uitwisselingen.<br />
Kerncijfers:<br />
Medisch centrum 4 465 patiënten, 2 368 nieuwe patiënten, 7 731 prestaties.<br />
5.<br />
C3i-s+ondheids- Psychotherapeutisch centrum: 640 cliënten, 552 nieuwe aanmeldingen, 5 060 thesector<br />
rapie-uren, 2 558 groepstherapie-uren.<br />
Het Medisch centrum zag een dalend aantal patiënten. Uit de morbiditeitsgegevens<br />
van de jongste vijf jaren blijkt dat de leeftijds- en studiegebonden medische problemen<br />
de specialiteit en de kwaliteit van de dienst uitmaken. Er werden verschillende<br />
preventieve activiteiten opgezet. Zoals de vorige jaren werd meegewerkt aan onderzoeksprojecten.<br />
Dit jaar werd opnieuw een cyclus over relatievorming en seksualiteit<br />
opgezet.<br />
Op <strong>het</strong> Psychotherapeutisch centrum doet een sterk toenemend aantal studenten een<br />
beroep. Daarbij lijkt de zwaarte van de behandelde thematieken toe te nemen. Meer<br />
en meer begaafde studenten uit ontwrichte gezinssituaties dienen persoonlijke problemen<br />
te verwerken. Het lijkt belangrijk om de volgende jaren bijzondere aandacht<br />
te besteden aan de groeiende noden op <strong>het</strong> vlak van psycho-medisch-sociale begeleiding<br />
van begaafde studenten. Buiten de individuele psychotherapeutische en psychiatrische<br />
dienstverlening werd een aanzienlijke reeks groepen opgezet. De faalangstgroepen<br />
zijn daarin de belangrijkste. Daarnaast groepstherapieën, sociale vaardigheidsgroepen,<br />
groeigroepen, procrastinatiegroepen en themagroepen. Het<br />
Centrum geeft ook ondersteuning aan diverse preventief georiënteerde werkgroepen.<br />
Ook in crisissituaties wordt onze hulp gevraagd.<br />
Zowel voor de psychotherapeutische begeleiding als voor de medische begeleiding<br />
van studenten werden stuurgroepen ingericht, samengesteld uit studenten, academici<br />
uit de respectieve faculteiten Psychologie en Geneeskunde en personeelsleden<br />
uit de betrokken diensten. Bedoeling van beide stuurgroepen is, om enerzijds te<br />
concerteren, d.w.z. inspanningen in deze werkzone van verschillende instanties op<br />
elkaar af te stemmen, anderzijds om een wederzijdse bevruchting te realiseren van de<br />
wetenschappelijke ontwikkelingen en de praktijk in de diensten. Een eerste concretisering<br />
van een dergelijk beleid in de medische sfeer, is de beslissing om vanaf <strong>het</strong><br />
academiejaar 1999-2000 <strong>het</strong> eerstejaarsonderzoek in de werking van Studentenvoorzieningen<br />
te integreren. De Stuurgroep psychotherapie coacht een studieproject<br />
suïcide, dat dankzij giften kon gerealiseerd worden. Bedoeling is, dat in de toekomst<br />
ook andere dergelijke projecten opgezet worden, bv. ten aanzien van gewichtsproblemen<br />
bij studenten (anorexia, boulemie). Een samenwerking tussen de stuurgroepen<br />
in de medische en de psychotherapeutische sfeer kan daarbij nuttig zijn.<br />
1 / Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong>
De genoemde stuurgroepen passen in een concept over werkverdeling, dat systematisch<br />
ingevoerd werd voor de diensten. Een onderscheid werd gemaakt tussen<br />
opdrachten van de tweede, van de eerste en van de zgn. nuldelijn3. Bedoeling is dat<br />
deze nuldelijn, dus de studenten en vrijwilligers overleg plegen met de professionelen<br />
in overlegvergaderingen, dat de professionelen elkaar vinden in teamvergaderingen<br />
en coördinatievergaderingen tussen de teams, en dat <strong>het</strong> beleid in een sfeer van<br />
medebeheer in stuurgroepen voorbereid wordt naar de Raad voor Studentenvoorzieningen<br />
toe.<br />
6.1 Opsomming van de studentenactiviteiten en -organisaties die een toelage 6.<br />
krijgen<br />
Studentenvoorzieningen betoelaagt enkel Loko, de overkoepelende studentenorganisatie.<br />
De facultaire of departementale kringen houden jaarlijkse praesidiaverkiezingen.<br />
Afgevaardigden uit deze praesidia vinden zich terug in de thematische raden binnen<br />
de koepel Loko; Sociale Raad, Kringraad, Kultuurraad, Sportraad, Portulaka. Ze zijn<br />
verantwoordelijk voor inspraak en medebeheer in en de stimulering van de sector die<br />
hen toevertrouwd wordt door de praesidia. Veto besteedt als weekblad van de<br />
<strong>Leuven</strong>se Kringorganisatie aandacht aan alle topics die voor een studentenorganisatie<br />
en voor studenten in <strong>het</strong> bijzonder van belang zijn.<br />
Studentenorganisaties<br />
6.2 Omschrijving van de doelstellingen van de organisaties<br />
Binnen Loko worden vijf werkvelden van participatie, inspraak en medebeheer aangepakt;<br />
de academische zone binnen Kringraad, de sociale sector binnen Sociale Raad,<br />
kultuur resp. sport binnen Kultuurraad resp. Sportraad, en <strong>het</strong> werkveld van de buitenlandse<br />
studenten, resp. de studenten die naar <strong>het</strong> buitenland gaan binnen<br />
Portulaka. Loko geeft tenslotte de studentenkrant Veto uit.<br />
Eén project voor de toekomst willen we hier nog even in de verf zetten. Op <strong>het</strong><br />
einde van <strong>1998</strong> startten de voorbereidingen van kast, <strong>het</strong> televisiekanaal voor de<br />
studenten. Vanaf 1999 zal wekelijks een tiental minuten durende studentenvideo<br />
verspreid worden via monitoren op voor studenten belangrijke plaatsen in <strong>Leuven</strong> en<br />
via <strong>het</strong> computernetwerk. De video wordt voor en door studenten gemaakt, en tracht<br />
studenten 'uit hun kot te lokken' en hen te informeren over extra-curriculaire activiteiten<br />
in de sfeer van sport, cultuur, academische en sociale thematieken en kwesties,<br />
die buitenlandse studenten aangaan. Hoewel ook dit project naar coaching van<br />
de studenten erg arbeidsintensief is, lijkt ook dit een unieke kans om met behulp van<br />
nieuwe technologieën de oude doelstellingen van de sociale sector te realiseren.<br />
Het uitgebreide inschrijvingssysteem draaide in <strong>1998</strong> bedrijfszeker. Het succes van 7.<br />
de schriftelijke inschrijvingen nam opnieuw toe (met 12,85%). Dit betekent dat<br />
meer dan de helft van de oud-studenten koos voor deze manier van inschrijven.<br />
Hierdoor kon tijdens de inschrijvingsperiode meer aandacht gaan naar de nieuwe<br />
studenten. Ongeveer 99% van deze groep nam een voorinschrijving via internet.<br />
Steeds meer studenten deden dit vanaf hun thuisadres.<br />
Voor de website van Studentenadministratie werd een geapprecieerd stuk met de<br />
inschrijvingsaantallen ontwikkeld.<br />
studentenadministratie<br />
De term is afkomstig van SoRa (studiedag Psychotherapie op 24.9.1997) en staat voor wat doorgaans<br />
de mantelzorg genoemd wordt.<br />
Sociale voorzieningen voor studenten I<br />
113
8. In de Kerncel Tewerkstelling werken vertegenwoordigers van verschillende centrale<br />
diensten (Studieadvies, Studentenvoorzieningen en Alumni Lovanienses) samen om<br />
Kerncel<br />
de studenten te begeleiden bij hun intrede op de arbeidsmarkt. Terwijl de 55 facul-<br />
Tewerkstelling taire loopbaanbegeleiders zich inspannen om de laatstejaars en afgestudeerden uit<br />
hun eigen studierichting te informeren over de arbeidsmarkt, biedt de Kerncel<br />
Tewerkstelling een faculteitsoverkoepelend informatiepakket aan. Tijdens een reeks<br />
informatievergaderingen worden de sollicitatieprocedure (sollicitatiebrief en CV,<br />
sollicitatiegesprek, de verhandeling) en enkele arbeidsmarktsectoren (onderwijs,<br />
diplomatie, werken in <strong>het</strong> buitenland, algemene jobinformatiedag) toegelicht. De<br />
afstuderenden worden persoonlijk op de hoogte gebracht van deze activiteiten via<br />
<strong>het</strong> Informatieblad Loopbaanbegeleiding. Zij vinden ook schriftelijke informatie in de<br />
brochures 'Diplomatieke Loopbaan', 'Adressenlijst Werken in <strong>het</strong> Buitenland' 'Dag<br />
Unief. Wat nu?.<br />
Vanuit Studieadvies wordt in <strong>het</strong> kader van loopbaanbegeleiding gezorgd voor een<br />
individuele en meer intensieve adviesverlening via een begeleidingscursus 'Eerste<br />
Hulp bij Solliciteren' en persoonlijk advies. In de mediatheek van Studieadvies<br />
kunnen naslagwerken geraadpleegd worden die kunnen helpen bij <strong>het</strong> voorbereiden<br />
van (spontane) sollicitaties. In de mediatheek staat ook heel wat informatie op elektronische<br />
drager (cd-roms, Internet, WIS, KISS, ... l ter beschikking van de werkzoekende<br />
(oud)-studenten.<br />
In <strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek afgerond over de tewerkstellingssituatie<br />
bij afgestudeerden van 1996. De resultaten boden een positief beeld over de<br />
intrede op de arbeidsmarkt van de <strong>Leuven</strong>se alumni. De onderzoeksresultaten bieden<br />
ook een duidelijker inzicht in de structuur van functies, gekoppeld aan persoonseigenschappen,<br />
vaardigheden en <strong>het</strong> belang dat gehecht wordt aan diverse arbeidsvoorwaarden.<br />
Jaarlijks ontvangt de Kerncel Tewerkstelling ongeveer 750 vacatureberichten die<br />
vanuit <strong>het</strong> alumnisecretariaat aan de facultaire plaatsingsdiensten worden doorgestuurd.<br />
Om deze vacatures sneller en efficiënter van werkgever naar werknemer te<br />
laten doorstromen, werd <strong>het</strong> plan opgevat aan bedrijven en studenten/alumni een<br />
elektronische vacaturedatabank aan te bieden.<br />
11 4 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Synthese van de jaarrekening<br />
De jaarrekening van de K.U.<strong>Leuven</strong> is de weergave van <strong>het</strong> gevoerde beleid ten<br />
aanzien van haar hoofdopdrachten: onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke<br />
dienstverlening.<br />
De snelle groei van de sector onderzoek heeft voor gevolg dat de structuur van de<br />
inkomsten en uitgaven van de universiteit de laatste jaren gevoelig is gewijzigd.<br />
Vergeleken met <strong>het</strong> jaar 1985, is <strong>het</strong> aandeel in de totale inkomsten van de<br />
basissubsidie van de overheid, die in eerste instantie de normale werking van de<br />
universiteit dekt, sterk gedaald: van 74 % tot 50 % in <strong>1998</strong>. Parallel hiermee is <strong>het</strong><br />
aandeel van de inkomsten uit onderzoek toegenomen van slechts 14 % in 1985 tot<br />
bijna 29 % in <strong>1998</strong>.<br />
Samenstelling van de inkomsten (in %)<br />
Overheidsuitkeringen<br />
Inkomsten van internationale organismen<br />
Inkomsten uit de privé-sector<br />
Rechten, royalties en overhead<br />
Inschrijvings- en examengelden<br />
Financiële inkomsten<br />
Inkomsten uit onroerende goederen<br />
Diverse<br />
1997<br />
<strong>1998</strong><br />
Totale inkomsten (in mia BEF)<br />
Het totale jaarinkomen van de diverse begrotingsrubrieken tezamen bedraagt in <strong>1998</strong><br />
15,962 miljard BEF, een stabilisering tegenover 1997. Het vorige jaar was echter<br />
sterk beïnvloed door een éénmalige, belangrijke inkomst door de verkoop van een<br />
contract voor intellectuele rechten. Zonder deze buitengewone inkomst van 1997,<br />
bedraagt de stijging van de inkomsten 2,6 %.<br />
Wat de structuur van de inkomsten betreft, valt verder nog op dat <strong>het</strong> aandeel van de<br />
overheid in de totale inkomsten van de universiteit in <strong>1998</strong> 72,2 % bedraagt, als<br />
zowel de werkingctoelage als de aanzienlijke inspanningen van de overheid op <strong>het</strong><br />
vlak van de financiering van onderzoek worden in rekening gebracht, dat <strong>het</strong> aandeel<br />
van de inkomsten uit de privé-sector 13,6 % bedraagt, terwijl de inkomsten uit<br />
Synthese ren de Jaarrekeningen I l 15
inschrijvings- en examengelden in <strong>1998</strong> onder invloed van de stagnerende<br />
studentenaantallen licht teruggelopen zijn: zij totaliseren nu 383 miljoen BEF tegen<br />
385 in 1997.<br />
De uitgaven, voor alle uitgavenrubrieken samen, bestaan voor 62,6 % uit personeelskosten<br />
en voor 37,4 % uit kosten voor werking en uitrusting.<br />
De totale werkingstoelage bedraagt in <strong>1998</strong> 7,907 miljard BEF; de totale uitgaven op<br />
de afdeling Werking belopen, overschrijvingen tussen afdelingen inbegrepen, 8,018<br />
miljard BEF zodat een negatief saldo van ruim 111 miljoen wordt gerealiseerd. De<br />
personeelsuitgaven vertegenwoordigen 75,5 % van de uitgaven in de afdeling<br />
Werking en gaan voor 60,2 % naar <strong>het</strong> academisch personeel en voor 39,8 % naar<br />
<strong>het</strong> administratief en technisch personeel. De K.U.<strong>Leuven</strong> blijft met 76,8 %<br />
overigens ruim beneden de decretale norm van 80 %.<br />
Het negatieve saldo van 111 miljoen heeft te maken met de overschrijvingen tussen<br />
afdelingen. Enerzijds was er een transfer van 215 miljoen BEF naar <strong>het</strong> Bijzonder<br />
Onderzoeksfonds, anderzijds werd een bedrag van 237 miljoen BEF overgeschreven<br />
naar <strong>het</strong> Fonds Onroerende Investeringen: de overheidctoelagen blijven immers ruim<br />
onvoldoende om de stijgende investeringsbehoeften van de universiteit en de<br />
noodzakelijke onderhoudsinvesteringen voor <strong>het</strong> onroerend patrimonium te<br />
financieren.<br />
De onderzoeksuitgaven van de universiteit nemen toe met 10,7 % en bedragen<br />
4,267 miljard BEF. Ze bestaan voor 56 % uit personeelskosten en voor 44 % uit<br />
werkings- en uitrustingsuitgaven.<br />
De op <strong>het</strong> eind van <strong>1998</strong> nog onbestemde kredieten werden overgedragen naar 1999<br />
en werden inmiddels reeds toegewezen, in belangrijke mate om de bestaande<br />
infrastructuur te verbeteren en een aantal groot onderhoudswerken te kunnen<br />
uitvoeren.<br />
1 16 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Overdracht saldo vorig jaar<br />
Inkomsten lopend jaar<br />
Overheidsuitkeringen<br />
Inkomsten van internationale organismen<br />
Inkomsten uit de priv6 sector<br />
Inkomsten uit rechten, royalties en overhead<br />
Inschrijvings- en examengelden<br />
Financiële inkomsten<br />
Inkomsten uit onroerende goederen<br />
Diversen<br />
Uitgaven<br />
Personeel<br />
Werking en uitrusting<br />
Overschrijvingen tussen afdelingen<br />
Inkomsten<br />
Uitgaven<br />
Saldo huidia jaar<br />
Provisies, fondsen en over te dragen<br />
saldi<br />
Bestemd voor faculteiten en diensten<br />
Onbestemd saldo over te dragen<br />
naar volgend jaar<br />
Werkingstoelagen<br />
1 475 198<br />
7 906 884<br />
7 906 884<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
O<br />
7 566 367<br />
6 057 246<br />
1 509 121<br />
-452 O00<br />
o<br />
452 O00<br />
-1 11 483<br />
1 363 715<br />
988 245<br />
375 470<br />
Fonds<br />
Onroerende<br />
Investeringen<br />
194 808<br />
304 930<br />
272 600<br />
o<br />
16 495<br />
o<br />
o<br />
5 293<br />
10 542<br />
o<br />
449 985<br />
o<br />
449 985<br />
195 536<br />
237 O00<br />
41 464<br />
50 481<br />
245 289<br />
245 289<br />
0<br />
Sociale<br />
voorz.<br />
Studenten<br />
171 953<br />
453 580<br />
191 200<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
13 440<br />
196 867<br />
52 073<br />
562 552<br />
176 545<br />
386 007<br />
112 470<br />
112 470<br />
o<br />
3 498<br />
175 451<br />
146 310<br />
29 141<br />
Bijzonder<br />
Universitair<br />
Onderzoeksfonds<br />
Andere<br />
Onderzoeks<br />
fondsen<br />
1 606 828<br />
3 750 937<br />
2 357 446<br />
495 046<br />
826 226<br />
21 456<br />
o<br />
O<br />
o<br />
50 763<br />
3 668 618<br />
2 027 932<br />
1 640 686<br />
- o<br />
O<br />
o<br />
82 319<br />
1 689 147<br />
1 689 147<br />
0<br />
Patrimonium<br />
Orde<br />
156 560<br />
272 070<br />
16 408<br />
208 323<br />
47 339<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
267 251<br />
1 386<br />
265 865<br />
- o<br />
o<br />
o<br />
4 819<br />
161 379<br />
161 379<br />
o -<br />
1 TOTAAL
De balans van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Het balanstotaal stijgt met 8,2 % en bedraagt 20,2 mia BEF. Het bestaat voor<br />
ongeveer de helft uit vaste activa.<br />
Voor een groot deel betreffen deze vaste activa oude historische gebouwen die<br />
moeilijk kunnen geëvalueerd worden zodat mag aangenomen worden dat de waardering<br />
ervan een onderschatting inhoudt.<br />
Hetzelfde geldt voor de technische en wetenschappelijke uitrusting en voor de<br />
gespreide boekenvoorraden over de centrale bibliotheek en de diverse campus-bibliotheken.<br />
De waardering van deze rubrieken steunt vanaf <strong>het</strong> jaar 1995 alleen op<br />
boekhoudkundig verifieerbare cijfers eerder dan op onzekere schattingen. De scheeftrekking<br />
zal zich bijgevolg de komende jaren corrigeren.<br />
De hoge korte-termijn-vordering heeft te maken met de verschuiving van december<br />
<strong>1998</strong> naar januari 1999 van de betalingen van de werkingstoelage (629,4 mio BEF)<br />
en van de subsidie voor <strong>het</strong> Bijzonder Universitair Onderzoeksfonds (64,8 mio BEF).<br />
Naast deze vorderingen op de Vlaamse overheid bevat deze rubriek ook een belangrijke<br />
vordering op <strong>het</strong> Abos (50,9 mio BEF) en op diverse onderzoeksinstellingen van<br />
de overheid (363 mio BEF).<br />
Op <strong>het</strong> passief wordt <strong>het</strong> vast actief in de eerste plaats gefinancierd door <strong>het</strong> eigen<br />
vermogen, dat 15,3 mia BEF bedraagt. Het bestaat uit een historisch opgebouwde<br />
onbeschikbare reserve van 3,4 mia BEF en een kapitaalsubsidie van 2,5 mia BEF. De<br />
rest van <strong>het</strong> eigen vermogen wordt gevormd door de overgedragen kredieten, fondsen<br />
en provisies van de verschillende begrotingsafdelingen. Het gaat hierbij in grote mate<br />
over bedragen die kunnen beschouwd worden als de tegenwaarde voor 'projecten in<br />
uitvoering', waarvan de engagementen zich uitstrekken over verschillende jaren. In<br />
een decentrale bestuursstructuur vormen zij bovendien de reserveopbouw voor de<br />
vervanging van de bestaande wetenschappelijke apparatuur en zijn <strong>het</strong> provisies die<br />
uit <strong>het</strong> oogpunt van <strong>het</strong> goed beheer moeten aangelegd worden voor tegenvallende<br />
contractverwerving in de verschillende onderzoekslabo's en -centra. Samen met de<br />
gegroeide contractfinanciering heeft zich immers een belangrijk sociaal passief<br />
opgebouwd waarvoor alleen de overgedragen kredieten en provisies een tegenpartij<br />
kunnen vormen.<br />
In <strong>het</strong> eigen vermogen onder de deelrubriek Patrimonium zijn ook <strong>het</strong> Pooled Fund en<br />
<strong>het</strong> Voorzorgsfonds opgenomen. Het Pooled Fund bevat momenteel 104 fondsen die<br />
hoofdzakelijk betrekking hebben op mecenaatsfondsen en leerstoelen op naam. De<br />
belegging ervan gebeurt centraal terwijl elk fonds deelt in de opbrengsten in<br />
verhouding tot zijn aandeel in <strong>het</strong> gezamenlijk kapitaal.<br />
De middelen van <strong>het</strong> Voorzorgsfonds zijn nog afkomstig van de vroegere unitaire<br />
universiteit en zijn bestemd voor de uitdovende pensioenverplichtingen in eigen<br />
beheer. Het vormt tevens de uiteindelijke waarborg voor de honorering van de<br />
groepsverzekering voor <strong>het</strong> administratief en technisch personeel, die werd afgesloten<br />
in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> gelijkwaardig geldelijk statuut met de rijksuniversiteiten. De<br />
betoelaging hiervoor schiet nog steeds in onaanvaardbare mate tekort.<br />
Bij de schulden is er de langlopende lening in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> Fonds voor de Ontwikkeling<br />
van de Vrije Universiteiten, die nog uitstaat voor 3,3 mia BEF. Aangezien<br />
de terugbetaling en de rentevergoedingen op deze lening rechtstreeks door de overheid<br />
gebeuren, kan deze langlopende schuld voor de K.U.<strong>Leuven</strong> balans-technisch<br />
gelijkgesteld worden met eigen vermogen.<br />
De balans van de K.U.<strong>Leuven</strong> 1 119
ACTIVA<br />
1997<br />
<strong>1998</strong><br />
VASTE ACTIVA<br />
I. OPRICHTINGSKOSTEN<br />
ll. IMMATERIELE VASTE ACTIVA<br />
III. MATERIELE VASTE ACTIVA<br />
A. Terreinen en gebouwen<br />
B. Installaties, machines en uitrusting<br />
C. Meubilair en rollend materieel<br />
D. Leasing en soortgelijke rechten<br />
E. Overige materiële vaste activa<br />
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen<br />
9 237 81 1 493<br />
- O<br />
37 973 790<br />
9 154 901 580<br />
7 285 976 849<br />
1411091312<br />
109 331 468<br />
O<br />
348 501 951<br />
O<br />
9 458 948 301<br />
- O<br />
61 427 364<br />
9 345 080 866<br />
7 241 973 352<br />
1.560179917<br />
144 925 680<br />
O<br />
398 O01 917<br />
O<br />
IV.<br />
FINANCIELE VASTE ACTIVA<br />
A. Verbonden ondernemingen<br />
B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat<br />
C. Andere financiële vaste activa<br />
44 936 123<br />
O<br />
43 530 642<br />
1 405 481<br />
52 440 071<br />
O<br />
50 750 242<br />
1 689 829<br />
VLOTTENDE ACTIVA<br />
V. VORDERINGEN OP MEER DAN EEN JAAR<br />
A. Handelsvorderingen<br />
B. Overige vorderingen<br />
9 433 431 442<br />
189 273 802<br />
O<br />
189 273 802<br />
10 752 391 015<br />
169 610 826<br />
O<br />
169 610 826<br />
Vl.<br />
VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING<br />
A. Voorraden<br />
B. Bestellingen in uitvoering<br />
115 771 017<br />
115 771 017<br />
O<br />
110 846 970<br />
110 846 970<br />
O<br />
VII.<br />
VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR<br />
A. Handelcvorderingen<br />
B. Overige vorderingen<br />
1 457 908 471<br />
391 030 880<br />
1066877591<br />
1 669 320 21 5<br />
482 720 605<br />
1 186599610<br />
VIII. ANDERE VLOTTENDE ACTIVA EN FINANCIELE WAARDEN<br />
7 096 285 307<br />
8 232 600 870<br />
IX.<br />
LIQUIDE MIDDELEN<br />
349 084 109<br />
328 208 535<br />
X. OVERLOPENDE REKENINGEN<br />
225 108 736<br />
241 803 599<br />
TOTAAL DER ACTIVA<br />
18671 242935<br />
20211 339316<br />
122 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
l
EIGEN VERMOGEN<br />
I. KAPITAAL<br />
A. Geplaatst kapitaal<br />
B. Niet-opgevraagd kapitaal<br />
ll.<br />
III.<br />
IV.<br />
UITGIFTE PREMIE<br />
HERWAARDERINGSMEERWAARDE<br />
RESERVES<br />
A. Wettelijke reserves<br />
B. Onbeschikbare reserves<br />
1. Eigen aandelen<br />
C. Belastingvrije reserves<br />
D. Beschikbare reserves<br />
V. OVERGEDRAGEN KREDIETEN, FONDSEN EN PROVISIES<br />
A. Overgedragen bestemde kredieten en provisies<br />
- Afdeling Werking<br />
- Afdeling Investeringen<br />
- Afdeling Sociale voorzieningen voor studenten<br />
- Afd. Onderzoeksfondsen : Bijz. Univ. Onderzoeksfonds<br />
- Afd. Onderzoeksfondsen : Andere Onderzoeksfondsen<br />
- Afdeling Patrimonium<br />
- Afdeling voor Orde<br />
B. Overgedragen onbestemde saldi<br />
- Afdeling Werking<br />
- Afdeling Sociale voorzieningen voor studenten<br />
- Afdeling Patrimonium<br />
O<br />
6788562855<br />
1110226584<br />
194 807 247<br />
144017322<br />
1 271 072 038<br />
1 606 827 840<br />
2305050897<br />
1 56 560 927<br />
1271025175<br />
364 971 922<br />
27 935 849<br />
878 1 17 404<br />
O<br />
7815645207<br />
988245811<br />
245 288 61 5<br />
146309846<br />
1 667 009 545<br />
1 689 146 671<br />
2918265032<br />
161 379 687<br />
1464054574<br />
375 470 143<br />
29 140 858<br />
1 059 443 573<br />
Vl.<br />
KAPITAALSUBSIDIES<br />
2 41 1 049 944<br />
2 542 505 174<br />
VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN<br />
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten<br />
B. Uitgestelde belastingen<br />
9 806 721<br />
9 806 721<br />
O<br />
9 487 377<br />
9 487 377<br />
O<br />
120 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
SCHULDEN<br />
VIII. SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR<br />
A. Financiële schulden<br />
1. Kredietinstellingen, leasingschulden en soortgelijke<br />
2. Overige leningen<br />
B. Handelsschulden<br />
C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen<br />
D. Overige schulden<br />
4947183759<br />
3475695434<br />
3466900620<br />
8 794 814<br />
O<br />
O<br />
O<br />
4939180080<br />
3340159342<br />
3329 172834<br />
10 986 508<br />
O<br />
O<br />
O<br />
IX.<br />
SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR<br />
A. Schulden > 1 jaar die binnen <strong>het</strong> jaar vervallen<br />
B. Financiële schulden<br />
1. Kredietinstellingen<br />
2. Overige<br />
C. Handelsschulden<br />
1. Leveranciers<br />
2. Te betalen wissels<br />
D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen<br />
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten<br />
1. Belastingen<br />
2. Bezoldigingen en sociale lasten<br />
F. Overige schulden<br />
1352382521<br />
134 156886<br />
1 027 468<br />
86 686<br />
302016400<br />
O<br />
24 242 601<br />
183 615 504<br />
613490587<br />
93 746 389<br />
1429134749<br />
136487 564<br />
O<br />
706 363<br />
377 879004<br />
O<br />
14 987 348<br />
195 732003<br />
637092383<br />
99 343 440<br />
X. OVERLOPENDE REKENINGEN<br />
119105804<br />
136792633<br />
TOTAAL DER PASSIVA<br />
18 671 242 935 20 211 339 316<br />
De balans van de K.U.<strong>Leuven</strong> 1 121
Wetenschappelijke<br />
dienstverlening<br />
De wetenschappelijke dienstverlening vormt de derde belangrijke maatschappelijke<br />
functie van de universiteit. Zij omvat de ruime waaier van alle activiteiten die <strong>het</strong><br />
kenniscentrum dat de universiteit is, levert naar de maatschappij toe. De universitaire<br />
ziekenhuizen zijn daarvan <strong>het</strong> meest zichtbare, en financieel zwaarste deel, dat een<br />
kernstuk vormt van de gezondheidszorg in ons land. Daarover wordt in dit <strong>jaarverslag</strong><br />
in globale termen gerapporteerd in <strong>het</strong> deel 'Universitaire Ziekenhuizen'.<br />
Maar ook de aanwezigheid van zoveel professoren in diverse publieke discussies, de<br />
ingezonden stukken in kranten en weekbladen van onderzoekers die als deskundigen<br />
hun stem laten horen, vormt een deel van onze dienstverlening, net zoals de 'sprekers<br />
uit <strong>Leuven</strong>' die bereid zijn een thema uit hun onderzoeksterrein toe te lichten voor<br />
verenigingen.<br />
Het decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke dienstverlening<br />
of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en<br />
betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen,<br />
bepaalt voor de dienstverlening een aantal elementaire spelregels, voornamelijk<br />
met betrekking tot de contractopstelling en de aanrekening en verantwoording<br />
van kosten. Het legt tevens de universiteit de verplichting op om een eigen<br />
reglement te maken om dit alles procedureel nader te regelen.<br />
Opgemerkt weze dat de definitie die in <strong>het</strong> decreet gegeven wordt aan de wetenschappelijke<br />
dienstverlening in feite alle prestaties voor derden omvat, zodat <strong>het</strong><br />
geheel van <strong>het</strong> contractueel onderzoek ook daaronder valt.<br />
De K.U.<strong>Leuven</strong> vaardigde een eigen reglement uit dat vooral de procedurele aspecten<br />
regelt. De exploitatie K.U.<strong>Leuven</strong> Research and Development beheert de contracten<br />
die gesloten worden met bedrijven. Deze zijn in de regel gegroepeerd in zogenaamde<br />
divisies, wat in grote lijnen <strong>het</strong> equivalent is van een onderzoeksgroep. De andere<br />
contracten lopen via de gewone interne administratieve kanalen (Dienst<br />
Onderzoekscoördinatie, Financiële diensten). In beide filieres wordt gezorgd voor de<br />
overhead-afname en de financiële verrekeningen.<br />
Het decreet staat ook toe dat er persoonlijke vergoedingen kunnen worden toege-<br />
. staan aan de personeelsleden die <strong>het</strong> contract hebben uitgevoerd, doch dit is beperkt<br />
tot maximum de helft van wat er netto overblijft na uitvoering van een contract. In<br />
<strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong>-reglement wordt deze mogelijkheid voorzien:<br />
- in <strong>het</strong> raam van LR&D gebeurt dit per divisie, op voorstel van <strong>het</strong> divisiehoofd en<br />
onder controle van <strong>het</strong> Beheerscomitb van LR&D;<br />
- in <strong>het</strong> raam van andere contracten kan dit slechts gebeuren op vraag van de projectleiders<br />
doch na toestemming van de Centrale Commissie Overhead en Wetenschappelijke<br />
Dienstverlening.<br />
Het dient gezegd dat er slechts in beperkte mate gebruik wordt gemaakt van die<br />
mogelijkheid: in LR&D zijn de divisies er vooral over bekommerd om reserves te vormen<br />
voor toekomstige noden van hun onderzoeksgroep. In de andere filieres komt<br />
<strong>het</strong> eerder zelden voor dat er een overschot is, dat vatbaar is voor uitkeringen.<br />
Het financieel volume van de wetenschappelijke dienstverlening kan, gelet op de<br />
decretale definitie, moeilijk onderscheiden worden van <strong>het</strong> toegepast onderzoek. Uit<br />
<strong>het</strong> globaal overzicht van de onderzoeksuitgaven (zie deel Onderzoeksverslag) onthoudt<br />
men dat een totaal uitgavenbedrag van 1 214,5 mio BEF vermeld wordt voor<br />
LR&D, waarnaast nog een bedrag van 62,6 mio BEF voor specifieke dienstverleningscontracten,<br />
dit naast <strong>het</strong> geheel van projectmatig onderzoek ten behoeve van federale,<br />
regionale en internationale overheden en ten behoeve van privé-instanties.<br />
Wetenschappelijke dienstverlening 1 123
Centde logistieke diensten<br />
Ludit, <strong>het</strong> <strong>Leuven</strong>s Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica, zet 1<br />
al de inspanningen voort om binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> een kwalitatief hoogstaande<br />
centrale dienstverlening te verzorgen ten dienste van onderwijs, onderzoek, biblio- Ludit<br />
theek en administratie, en dit met de daarbij horende praktische en wetenschappelijke<br />
ondersteuning.<br />
Het betreft o.a. diensten i.v.m. infrastructuur (centrale en decentrale computersystemen<br />
zoals mainframe, parallelle Unix-server, PC-klassen, e.d.), netwerkdiensten<br />
(<strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net en lokale netwerkdiensten zoals Vines), diensten voor computationele<br />
methoden en software, wetenschappelijke visualisatie, campuslicenties, inrichten van<br />
cursussen, symposia en informatiesessies, verhuur en verkoop van computermateriaal,<br />
<strong>het</strong> organiseren van een helpdeskfunctie, e.d.<br />
Volgende projecten werden in <strong>1998</strong> gerealiseerd:<br />
1 .l Verdere uitbouw van <strong>het</strong> <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net<br />
In de loop van <strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong>-backbone-netwerk verder uitgebouwd,<br />
zowel wat betreft de fysische bekabeling als de toegepaste netwerktechnologie.<br />
- De fysische bekabeling werd verder uitgebreid naar bijkomende universitaire<br />
gebouwen. Hierbij wordt voorzien in een glasvezelverbinding naar <strong>het</strong><br />
K.U.<strong>Leuven</strong>-backbone-netwerk, zodat aansluiting van <strong>het</strong> gebouw op hoge<br />
snelheden mogelijk wordt. Momenteel worden uplink snelheden van 10Mbps en<br />
100Mbps toegepast, afhankelijk van de grootte van de aangesloten site.<br />
- Bijkomende gebouwen werden intern voorzien van een gestructureerde FTP bekabeling<br />
(= Foiled Twisted Pair). Deze manier van bekabelen vergemakkelijkt aansluiting<br />
op <strong>het</strong> datanetwerk en vereenvoudigt <strong>het</strong> beheer van de lokale infrastructuur.<br />
Een belangrijk punt is dat de gestructureerde bekabeling klaar is voor hoge<br />
snelheid datacommunicatie (bv. Fast Ethernet).<br />
- De operationele uitbating van <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong>-backbone-netwerk werd verder<br />
gestroomlijnd. Er werd voorzien in een automatische alarmering van <strong>het</strong> <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net<br />
team bij netwerkproblemen (d.m.v. semafoon en SMS berichten). Verder<br />
wordt lange-termijn statistische informatie verzameld, die op de <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net<br />
website beschikbaar wordt gesteld.<br />
- De sites te <strong>Leuven</strong> en Kortrijk werden onderling verbonden via een 2Mbps huurlijn,<br />
zodat <strong>het</strong> netwerk van <strong>KU</strong>LAK nu integraal deel uitmaakt van <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net.<br />
1.2 Verdere uitbreiding en ondersteuning van <strong>het</strong> KotNet project<br />
Het KotNet project kadert in een geheel om aan de student een maximale toegankelijkheid<br />
te bieden tot de informatie- en telematicamiddelen, zowel binnen als buiten<br />
de K.LI.<strong>Leuven</strong>.<br />
1.2.1 Aansluiting residenties<br />
Meer en meer studenten beschikken over een personal computer en kunnen nuttig<br />
gebruik maken van een rechtstreekse verbinding op <strong>het</strong> computernetwerk van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>. Eind <strong>1998</strong> zijn in totaal 34 studentenresidenties intern bekabeld en<br />
gekoppeld aan <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong>-backbone-netwerk. Hierdoor beschikken de studenten<br />
van op hun kamer over een hogesnelheidcverbinding tot <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong> intranet,<br />
en via <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net tot <strong>het</strong> wereldwijde Internet.<br />
1.2.2 Externe toegang tot <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>Net<br />
Voor studenten (en personeel) die niet in de onder punt 1.2.1 vermelde residenties<br />
verblijven, bestaan alternatieve mogelijkheden om toegang te krijgen tot <strong>KU</strong><strong>Leuven</strong>-<br />
Net:<br />
- Voor studenten is een dialin-faciliteit uitgebouwd met 64 analoge inbellijnen en 20<br />
analoogldigitaal inbellijnen (die zowel aialoge als ISDN verbindingen ondersteu-<br />
Centrale logistieke diensten 1 125
nen). Voor personeel is een dialin-faciliteit uitgebouwd met 60 analoogldigitaal<br />
inbellijnen. Per maand bellen gemiddeld meer dan 1.500 studenten en meer dan<br />
1 .O00 personeelsleden naar deze infrastructuur.<br />
- In samenwerking met de kabeloperatoren TVD-<strong>Leuven</strong> en Iverlek wordt aan studenten<br />
en personeel connectiviteit naar <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong> netwerk aangeboden via<br />
de interactieve TV-kabel. Dit project biedt studenten en personeel een alternatieve<br />
hogesnelheidcverbinding tot <strong>het</strong> K.U.<strong>Leuven</strong> intranet en <strong>het</strong> Internet.<br />
Het PC-verhuurproject voor studenten werd voortgezet. Hierdoor kunnen de studenten<br />
voor een huurprijs vanaf 1.350 BEF per maand een PC huren. Er zijn 900 PC's in<br />
eigendom, waarvan er 300 werden afgekocht en 300 bijgekocht. In totaal waren er<br />
1 .l 50 huurcontracten.<br />
1.3 PC klassen<br />
Bij <strong>het</strong> begin van <strong>het</strong> nieuwe academiejaar werden in de Dekenstraat drie bijkomende<br />
klassen ingericht met elk 30 multimedia PC's, twee printers en een 'snel PC-lokaal'<br />
waar de studenten hun e-mail kunnen controleren. Op de campus Exacte Wetenschappen<br />
werd BBn bijkomend lokaal ingericht met 40 nieuwe PC's.<br />
Dat maakt heden een totaal van 15 PC-klassen met samen 450 PC's. 10 PC-klassen<br />
zijn 24 uur op 24 uur toegankelijk. Er zijn in totaal 20.000 studenten geregistreerd<br />
in de PC-klassen.<br />
1.4 Verdere uitbouw van <strong>het</strong> 'Campus Wide informatie systeem' (CWIS systeem)<br />
In 1994 werd beslist om een overkoepelend informatiesysteem van de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
uit te bouwen gebaseerd op www-technologie.<br />
In september 1997 werd de Intranetcel opgericht met als doel interactieve en databank<br />
gebaseerde www-toepassingen te ontwikkelen.<br />
In <strong>1998</strong> werden volgende toepassingen ontwikkeld door de Intranetcel:<br />
- autorisatiesysteem voor kredietbeheerders<br />
- opzoekprogramma studentenkamers (kotwijs)<br />
- invoerprogramma en opzoekprogramma voor studentenjobs<br />
- reiswijzer kotstudent<br />
- interactief programmaboek<br />
- beheer elektronische sleutels voor encryptielbeveiliging<br />
- kaarten (stadsplan)<br />
- afscherming tegen misbruik van e-mail<br />
- administratieve formulieren, bv. reiswijzerformulier.<br />
De volgende, eerder ontwikkelde toepassingen werden gewijzigd enlof uitgebreid:<br />
- elektronische bestellingen in <strong>het</strong> centraal magazijn<br />
- cataloog technisch magazijn<br />
- raadplegen personeels-, studenten-, onderwijs- en onderzoeksdatabank<br />
- registraties e-mail adressen, dial-up accounts, PC-klas accounts<br />
- <strong>het</strong> onderhouden van de syllabi<br />
- voorinschrijvingen van de studenten<br />
- on-line versie CampusKrant<br />
- een zoekrobot<br />
- invoerprogramma studentenkamers.<br />
j26 1 Kaholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
In <strong>het</strong> PC-lab kunnen de universitaire gebruikers terecht voor advies en ondersteuning<br />
in verband met aankopen van PC-materiaal (en daarbijbehorende software) en lokale<br />
computernetwerken (LAN's). Het PC-lab is tevens behulpzaam bij <strong>het</strong> operationeel<br />
houden van lokale netwerken in heel wat faculteiten of diensten. Het is ook
etrokken bij <strong>het</strong> adviseren van netwerkbekabeling in diverse universitaire gebouwen.<br />
Samen met de HELPDESK is <strong>het</strong> PC-lab verantwoordelijk voor de ondersteuning bij<br />
problemen van aansluitingen aan KOTnet (dial in, residenties, TVD en Iverlek<br />
aansluitingen).<br />
1.6 Mainframe<br />
In december <strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> VM-systeem als gebruikerssysteem en hypersysteem<br />
volledig afgebouwd. MVS blijft <strong>het</strong> enige uitbatingsysteem op de mainframe dat<br />
zowel door AIV als de bibliotheken en de faculteiten wordt gebruikt. Het beheert<br />
200 GB schijfruimte. Er zijn in totaal simultaan gemiddeld 250 Libis sessies en 150<br />
IMSlDB2 sessies. De mainframe stelt ook de bibliotheek van de K.U.<strong>Leuven</strong> en een<br />
20-tal aanverwante 'netwerkbibliotheken' ter beschikking via <strong>het</strong> internet.<br />
In <strong>1998</strong> werd beslist dat de toekomstige administratieve toepassingen in <strong>het</strong> kader<br />
van <strong>het</strong> SAP Anemoon-project niet meer op de mainframe zullen draaien. Dit betekent<br />
dat een aantal toepassingen in een overgangssituatie op MVS ook nog na <strong>het</strong><br />
jaar 2000 operationeel zullen zijn. Daartoe werd op de mainframe een Y2K testomgeving<br />
opgezet.<br />
1.7 De parallelle Unix-server<br />
Zoals in <strong>het</strong> gezamenlijk rapport 'Centrale High Performance Computing Capaciteit'<br />
door verschillende onderzoeksgroepen werd onderschreven, voldeed de capaciteit<br />
van de IBM SP Unix parallel server niet meer om aan de huidige vraag te voldoen.<br />
De Ludit-raad heeft een beperkte uitbreiding van de machine goedgekeurd. Hiermee<br />
kon Ludit op korte termijn tegemoet komen aan de grote en steeds groeiende vraag<br />
naar rekenkracht. De uitbreiding dekt niet alle noden, een deel van de acute problemen<br />
werden verholpen.<br />
In totaal heeft de Unix-server nu 31 processoren waarvan minimaal 8 knopen worden<br />
voorbehouden voor <strong>het</strong> parallel rekenwerk. De totale capaciteit bedraagt ongeveer<br />
13.01 5 Mflops (TPP). Door deze operatie wordt de performantie van de machine<br />
ongeveer verdrievoudigd.<br />
Het is steeds de bedoeling van Ludit een stabiel en goed beheerbaar systeem te hebben<br />
voor een brede groep van gebruikers. De configuratie wordt steeds aangepast<br />
aan de noden. Het behoud van <strong>het</strong>zelfde uitbatingssysteem, dezelfde systeemsoftware,<br />
<strong>het</strong>zelfde batchsysteem heeft extra kosten van personeel vermeden voor <strong>het</strong><br />
converteren naar andere platformen. Deze beperkte uitbreiding is duidelijk een korte<br />
termijnoplossing die aan de onmiddellijke noden tegemoetkomt en die zonder extra<br />
kredietaanvragen werd verwezenlijkt.<br />
1.8 Werking helpdesk <strong>1998</strong><br />
De Ludit informatica helpdesk is bedoeld als centraal meld- en vraagpunt waar alle<br />
studenten en personeel hun informaticavragen kunnen stellen.<br />
Vragen die meer specialisatie of expertise behoeven worden doorgegeven naar de<br />
tweede lijn binnen Ludit of naar de tweede lijn binnen de diverse diensten, AIV<br />
(Administratieve Informatieverwerking), LINOV (<strong>Leuven</strong>s Instituut voor Nieuwe<br />
Onderwijsvormen), UCS (Universitair Centrum voor Statistiek), of de lokale netwerkbeheerders<br />
(ook <strong>KU</strong>LAK).<br />
Deze Helpdesk heeft in <strong>1998</strong> zijn eerste volledig werkjaar achter de rug.<br />
De eerste maanden werden gemiddeld 200 meldingen per maand geteld. Vanaf oktober,<br />
bij <strong>het</strong> begin van <strong>het</strong> nieuwe academiejaar, kende de helpdesk een enorme<br />
expansie en liepen <strong>het</strong> aantal meldingen op tot gemiddeld 500 oproepen per maand.<br />
De meeste problemen en vragen kaderen in de netwerkproblematiek, waaronder<br />
Centrale logistieke diensten I 127
KOTnet en E-mail. Verder zijn de vragen vooral geconcentreerd rond de standaardpakketten.<br />
Ongeveer de helft van de vragen komt van personeel van K.U.<strong>Leuven</strong>, de<br />
studenten nemen de andere helft voor hun rekening.<br />
In de PC-Shop van Ludit kunnen faculteiten, diensten, personeel en studenten informaticamiddelen<br />
aankopen aan aantrekkelijke prijzen. In <strong>1998</strong> werden o.a. 1.600<br />
PC's, 1 15 Notebooks en 480 printers verkocht. Globaal betekende dit een omzetstijging<br />
van ongeveer 30 % t.o.v. 1997.<br />
1.10 Cursussen<br />
Ludit verzorgt een waaier van cursussen betreffende <strong>het</strong> gebruik van de computersystemen,<br />
mathematische en statistische software, desktop en database software.<br />
Deze cursussen worden zowel in de dag als 's avonds gegeven. Deze cursussen<br />
werden in <strong>1998</strong> door een 1.100-tal cursisten gevolgd. De cursussen toegepaste statistiek<br />
worden gegeven in samenwerking met <strong>het</strong> Universitair Centrum Statistiek.<br />
Nieuwe cursussen over Java, Windows NT en MATLAB kenden een ruime belangstelling.<br />
1 .l 1 Campuslicentiebeurs<br />
Op 16 december <strong>1998</strong> organiseerde Ludit voor de eerste maal een campuslicentiebeurs.<br />
Het was de bedoeling de academische gemeenschap, zowel personeel als<br />
studenten op de hoogte te houden van de meest recente ontwikkelingen van de<br />
diverse software pakketten.<br />
Ludit had ook zijn eigen stand met infobalie, HELPDESK van de dag en een extra<br />
Linux-stand. Als dienstencentrum probeert Ludit de aankopen zoveel mogelijk te<br />
coördineren en werden de meest recente prijsafspraken zo goed mogelijk gedocumenteerd<br />
op <strong>het</strong> Web.<br />
Midden <strong>1998</strong> is aan de K.U.<strong>Leuven</strong> een vijfjarenproject gestart, waarin de admini-<br />
2. stratieve informatieverwerking grondig wordt vernieuwd, met als doel: een hogere<br />
productiviteit en een betere kwaliteit binnen de administratieve processen.<br />
Anemoonproject<br />
128 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
De universitaire gemeenschap formuleerde in de jaren '80 en begin jaren '90 heel<br />
wat bedenkingen over de bestaande mainframe systemen die een centrale plaats<br />
innemen in de administratieve informatieverwerking aan de K.U.<strong>Leuven</strong>. Om meer<br />
inzicht te krijgen in de oorzaken van de tekortkomingen werd een studie van de<br />
bestaande situatie uitgevoerd door een ad-hoc-team van de eigen universiteit. De<br />
studie concludeerde dat verdere evolutie vanuit de bestaande systemen zinloos was.<br />
'Een vernieuwing is nodig en minder dan drastisch heeft geen zin'.<br />
Aansluitend hierop kreeg de overkoepelende universitaire LUDIT-raad (<strong>Leuven</strong>s<br />
Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica) de opdracht een concreet<br />
voorstel uit te werken waarop beleidsbeslissingen konden gebaseerd worden.<br />
Samengevat bevatte <strong>het</strong> voorstel twee grote krachtlijnen : een nieuwe organisatie en<br />
een nieuwe technologische basis.<br />
Essentieel is <strong>het</strong> uitgangspunt dat de automatisering van de administratieve informatieverwerking<br />
zich niet beperkt tot een pure informatica-aangelegenheid, maar een<br />
inspanning vraagt van de volledige universiteit. Een globaal project kan enkel slagen<br />
indien men allen aan <strong>het</strong>zelfde project werkt en dit niet als een specifiek project aan<br />
één bepaalde dienst toevertrouwt. Informatisering wordt niet gerealiseerd door middel<br />
van loutere informaticaprojecten maar wel via bedrijfsprojecten. Om deze doelstelling<br />
te bereiken, wordt een nieuwe organisatiestructuur voor de administratieve<br />
informatieverwerking ingevoerd. Dit is geen tijdelijke projectstructuur, maar een<br />
nieuwe, permanente componente van <strong>het</strong> universitair organigram. Alle administra-
tieve processen van de universiteit worden ondergebracht in zes domeinen : onderzoek,<br />
onderwijs, studenten, financiën, personeel en logistiek & techniek. Een domein<br />
is geen verzameling van afzonderlijke diensten en organisatorische eenheden, maar<br />
van gelijksoortige processen die zich zowel kunnen afspelen in de centrale administratie<br />
als in de decentrale eenheden van de faculteiten en de departementen. Elk<br />
van de zes domeinen wordt beheerd door een architectuurcel. Dit is een groep van<br />
10 tot 15 representatieve gebruikers of eigenaars van de processen. Aan <strong>het</strong> hoofd<br />
staat de hoogste beleidsverantwoordelijke binnen <strong>het</strong> betrokken domein. Een sleutelrol<br />
is weggelegd voor de zes informatie-architecten. Zij vormen een brug tussen de<br />
gebruikers en de informaticadiensten. In elk domein zal de informatie-architect de<br />
processen stroomlijnen en ze, waar nodig, vertalen in informatiseringstermen. Ook<br />
de organisatie van de centrale dienst verantwoordelijk voor administratieve toepassingsontwikkeling<br />
wordt aangepast om die opdeling in domeinen te weerspiegelen.<br />
Voor elk domein is er binnen deze dienst een domeinverantwoordelijke die intensief<br />
samenwerkt met de informatie-architect en de architectuurcel, en die de informatiseringsnoden<br />
geformuleerd in de architectuurcel concreet zal beantwoorden.<br />
Op technologisch vlak bevatte <strong>het</strong> voorstel van de LUDIT-raad volgende aanbevelingen<br />
: 'Verlaat de mainframe omgeving en stap over op een clientlserver technologie,<br />
kies voor een uniform databankbeheerssysteem en koop waar mogelijk nieuwe<br />
toepassingssoftware extern aan.' Vooraleer <strong>het</strong> vernieuwingsproces concreet kon<br />
starten waren een aantal keuzes nodig. De LUDIT-raad aanvaardde de opdracht om<br />
de selectiefase te begeleiden. Alle selectiedossiers zijn in een tijdsspanne van 4<br />
maanden afgehandeld met eerbiediging van de aankoopprocedures verplicht voor de<br />
universiteit: oproepen in <strong>het</strong> Staatsblad, lastenboeken, offertes, analyses, toewijzingen.<br />
De Academische Overheid bekrachtigde begin <strong>1998</strong> unaniem de voorgestelde<br />
keuzes: SAP RI3 als geïntegreerd softwarepakket, Oracle als uniform databankbeheerssysteem<br />
en een consortium bestaande uit Cimad (nu IBM), CO1 en Argus<br />
voor de inbreng van de ontbrekende kennis.<br />
De grondige vernieuwing zal gerealiseerd worden in een vijfjarenproject, dat de welluidende<br />
naam 'Anemoon' meekrijgt. De blaadjes van de Anemoon symboliseren de 6<br />
domeinen. De tijdsplanning voorziet een totale overgangsperiode van 5 jaar. Tijdens<br />
deze 5 jaar worden alle processen in alle domeinen BBn voor Bbn onderzocht. Deze<br />
werkwijze vermijdt dat de gebruiker 5 jaar moet wachten op een eerste concreet<br />
resultaat. De eerste realisaties zijn voorzien voor midden 1999 (personeel) en begin<br />
2000 (financiën en externe aankopen).<br />
Een project van een dergelijke omvang vereist een specifieke projectorganisatie. De<br />
algemeen beheerder van de universiteit treedt op als projectsponsor en leidt de<br />
stuurgroep. Tevens wordt een full-time Anemoon-projectcoördinator aangesteld.<br />
Een groeiend aantal medewerkers wordt in toenemende mate bij <strong>het</strong> project betrokken:<br />
<strong>het</strong> topmanagement van de universiteit, sleutelgebruikers zowel in centrale als<br />
in decentrale diensten, informatie-architecten, domeinverantwoordelijken, informatici,<br />
systeembeheerders, externe consultants. De onderlinge samenwerking en communicatie<br />
wordt gestroomlijnd in een duidelijke projectstructuur met nauwkeurig afgelijnde<br />
beslissingsbevoegdheden en -termijnen.<br />
Deze ingrijpende vernieuwing vereist aanzienlijke budgetten voor nieuwe soft- en<br />
hardware, externe consultancy en training van projectmedewerkers en sleutelgebruikers.<br />
De Universiteitsbibliotheek stelt <strong>het</strong> goed. Verscheidene faculteitsbibliotheken kregen 3.<br />
in <strong>1998</strong> lof toegezwaaid, <strong>het</strong> meest wellicht die van Rechtsgeleerdheid, die bij een<br />
onderzoek van Der Spiegel als beste rechtsbibliotheek van meer dan 100 Europese<br />
Universiteitsuniversiteiten<br />
gerangschikt werd.<br />
bibliotheek<br />
3.1 De Universiteitsbibliotheek is verantwoordelijk voor de verwerving, de<br />
ontsluiting en de beschikbaarstelling van documentaire informatie in geschreven,<br />
gedrukte en elektronische vorm ten behoeve van de leden van de universitaire<br />
gemeenschap. Dit proces van wetenschappelijke informatievoorziening speelt<br />
zich af op drie niveaus. De taak van de faculteits- en departementsbibliotheken<br />
bestaat erin aan de studenten en onderzoekers de gespecialiseerde<br />
Centrale logistieke diensten 1<br />
129
informatiebronnen en de nodige informatietechnologie aan te bieden en hen te<br />
helpen om die zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Meer op de achtergrond staan<br />
de vier <strong>Leuven</strong>se campusbibliotheekdiensten in voor de aanschaf en de<br />
deskundige verwerking van <strong>het</strong> informatiemateriaal; in de Biomedische en Exacte<br />
Wetenschappen zorgen ze ook voor de interbibliothecaire documentlevering. Het<br />
derde niveau omvat de Centrale Bibliotheek in <strong>Leuven</strong> en de Kortrijkse<br />
campusbibliotheek, die naast de opbouw van collecties op een aantal domeinen,<br />
vooral referentie- en bewaartaken vervullen; ze coördineren ook een aantal<br />
bibliotheekactiviteiten en verzorgen de interbibliothecaire documentlevering voor<br />
de eigen gebruikers, maar de Centrale Bibliotheek doet dat tevens voor de<br />
gebruikers van de <strong>Leuven</strong>se bibliotheken in de binnenstad. Voor de informaticaaspecten<br />
van <strong>het</strong> bibliotheekwerk wordt een beroep gedaan op <strong>het</strong> LIBIS-team;<br />
dit houdt <strong>het</strong> geautomatiseerde bibliotheeknetwerk draaiend, niet alleen voor de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>, maar ook voor meer dan twintig andere instellingen. In de Centrale<br />
en de meeste andere bibliotheken worden de gebruikers, naast de LIBIScatalogus<br />
en talrijke cd-rom-bestanden, geavanceerde zoekfaciliteiten<br />
aangeboden om documentaire informatie te lokaliseren en op te vragen in<br />
Belgische en buitenlandse bibliotheken, documentatiecentra en<br />
computersystemen. In <strong>1998</strong> zijn ook voor <strong>het</strong> eerst enkele honderden full-texttijdschriften<br />
ter beschikking gesteld.<br />
3.2 Het hoogste adviesorgaan inzake bibliotheekaangelegenheden is de Bibliotheekraad.<br />
Het hoofdthema van zijn besprekingen in <strong>1998</strong> was de organisatiestructuur<br />
van de Universiteitsbibliotheek. Door de uitbouw van volwaardige faculteitsbibliotheken<br />
is de vraag gerezen of de in 1982 gecreëerde campusbibliotheekdiensten<br />
(vooral in de Geestes- en Gedragswetenschappen) moeten<br />
behouden blijven als semi-decentraal niveau en of de faculteitsbibliothecarissen<br />
geen betere vertegenwoordiging moeten krijgen in de beleids- en beheersstructuur.<br />
Anderzijds is er een consensus gegroeid omtrent de overheveling van <strong>het</strong><br />
LIBIS-team van de Directie Informatica naar de Universiteitsbibliotheek, dit om<br />
een betere integratie van <strong>het</strong> team in de bibliotheekwerking te bevorderen, zo<br />
mogelijk de documentaire informatica-ondersteuning in de deelbibliotheken op te<br />
drijven en de Universiteitsbibliotheek in interuniversitaire verbanden competitiever<br />
te maken. De aandacht van de raad ging verder o.m. naar de problematiek<br />
van toegangscontrole en diefstalbeveiliging, naar de rechtsbescherming van<br />
databanken die <strong>het</strong> recht op informatie dreigt te hypothekeren, alsmede naar <strong>het</strong><br />
ruimtevraagstuk dat, ondanks enige verademing in de laatste drie jaar, op middellange<br />
termijn een zwaard van Damocles blijft.<br />
3.3 In de verschillende bibliotheken zijn ca. 156 voltijdse eenheden tewerkgesteld,<br />
die ondanks de stijgende werkdruk goed blijven presteren. De inspanningen om<br />
de bibliotheekruimten uit te breiden en te verfraaien, gaan onverminderd voort.<br />
In de maand augustus <strong>1998</strong> verhuisden de bibliotheken Psychologie en<br />
Pedagogische wetenschappen naar de Dekenstraat om er te versmelten tot één<br />
faculteitsbibliotheek (PBIB). In dezelfde maand startten de verbouwingswerken<br />
in de faculteitsbibliotheek Sociale Wetenschappen, die vergroot wordt met de<br />
helft van haar huidige oppervlakte. De faculteitsbibliotheek Rechtsgeleerdheid<br />
wordt momenteel uitgebreid met een derde vleugel (ca. 500 m2); naar <strong>het</strong> zich<br />
laat aanzien, kan deze in oktober 1999 in gebruik worden genomen. De<br />
campusbibliotheek Arenberg voor de Exacte Wetenschappen kreeg een<br />
duidelijkere vorm: de architect, J.R. Moneo, heeft na grondige besprekingen<br />
(met Technische Diensten, gebruikers, stadsdiensten en Dienst voor<br />
Monumentenzorg) de bouwplannen waar nodig aangepast.<br />
3.4 De uitgaven voor boeken, tijdschriften en andere publicaties zijn met ongeveer<br />
acht procent toegenomen. Met de huidige, vooral bij tijdschriften exorbitante<br />
prijsstijgingen is dat niet genoeg om evenveel materiaal te blijven kopen. Er<br />
wordt dan ook in samenwerkingsverbanden uitgekeken naar mogelijkheden om<br />
scherper te onderhandelen met commerciële uitgevers. Anderzijds wordt er ook<br />
gemikt op een grotere bijdrage van de tweede en de derde geldstroom voor een<br />
meer stabiele financiering van de (al dan niet elektronische) documentaire<br />
informatie. Gelukkig worden er ook nog interessante collecties geschonken of<br />
130 Kalholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
tegen gunstige voorwaarden gekocht. Zo werd de Centrale Bibliotheek o.m.<br />
verrijkt met een grote collectie met betrekking tot Midden-Afrika.<br />
3.5 De verschillende bibliotheken bevatten nu meer dan 4 miljoen volumes. De faculteitsbibliotheek<br />
Godgeleerdheid haalde in <strong>1998</strong> zijn miljoenste band binnen. Het<br />
aantal documenten van de K.U.<strong>Leuven</strong> in de LIBIS-databank is gegroeid tot meer<br />
dan 2,l miljoen, zowat 53% van <strong>het</strong> totaal (ca. 4 miljoen; de overige 47 % zijn<br />
afkomstig van de andere netwerkbibliotheken). Ondanks alle prijsstijgingen bedraagt<br />
<strong>het</strong> aantal lopende abonnementen op tijdschriften nog bijna 15.000.<br />
Hierin zijn niet begrepen de meer dan duizend elektronische tijdschriften waarop<br />
een subscriptie werd genomen, maar voor een aantal daarvan is de papieren<br />
versie nog niet stopgezet. De aanvragen voor interbibliothecaire documentlevering<br />
zijn opnieuw lichtjes gestegen en belopen nu meer dan 100.000; de<br />
verhouding tussen uitgaande (ongeveer 30 %) en inkomende vragen blijft ongeveer<br />
dezelfde; andere instellingen doen dus nog flink wat beroep op ons bibliotheekbezit.<br />
Ook dit jaar werden voor gebruikers, bezoekers en personeel diverse<br />
rondleidingen, demonstraties, introducties en opleidingen georganiseerd.<br />
Bovendien zette de Centrale Bibliotheek op Pinkstermaandag haar deuren open<br />
voor een breed publiek. Na een onderbreking is in december jaargang 11 van Ex<br />
officina verschenen, nu met als ondertitel: nieuwsbrief van de Vrienden van de<br />
Universiteitsbibliotheek. Van BIB-journaal, <strong>het</strong> informatieblad voor <strong>het</strong> bibliotheekpersoneel,<br />
verschenen in <strong>1998</strong> twee afleveringen. In de Centrale Bibliotheek<br />
vonden traditiegetrouw verschillende tentoonstellingen plaats, onder meer<br />
over 'De wieg van de boekdrukkunst te <strong>Leuven</strong>: <strong>Leuven</strong>se incunabelen in<br />
<strong>Leuven</strong>s bezit' en over schermboeken uit de prestigieuze Corble-collectie.<br />
3.6 In <strong>1998</strong> werd AMICUS functioneel grondig uitgetest inzake zoeken, catalogisering,<br />
acquisitie en circulatie. Tevens werd onderzocht hoe de gegevens en netwerkstructuur<br />
vanuit DOBISILIBIS naar AMICUS dienen overgebracht. De volledige<br />
overgang zal ongetwijfeld nog een aantal jaren in beslag nemen, maar in<br />
1999 moet de Academische Bibliografie van de K.U.<strong>Leuven</strong> onder <strong>het</strong> nieuwe<br />
systeem ter beschikking komen. De Nationale Bibliotheek van Australië ging met<br />
AMICUS in productie en implementeert op zeer grote schaal LibriVision voor<br />
honderden aangesloten bibliotheken. LibriVision werd door LIBIS in samenwerking<br />
met ELiAS ontwikkeld en moet simultane gebruiksvriendelijke toegang verschaffen<br />
tot AMICUS, andere bibliotheekcatalogi en bibliografische databases.<br />
Intussen vervangen vele bibliotheken van <strong>het</strong> LIBIS-Net trapsgewijs de karaktergestuurde<br />
OPAC door zijn moderne IPAC-opvolger. Voor de gebruiker compenseert<br />
de vertrouwde windows-presentatie en gebruik van de muis duidelijk de<br />
enigszins lagere performantie. Ook de PC-pakketten rond I-IBIS werden uitgebreid<br />
en gemoderniseerd. Een aantal nieuwe partners vervoegden <strong>het</strong> LIBISnetwerk:<br />
<strong>het</strong> Grootseminarie te Gent, de arme lieten te Brugge en de Katholieke<br />
Hogeschool Brugge-Oostende. Tevens werd een belangrijk samenwerkingsproject<br />
opgestart met de Stad <strong>Leuven</strong>: LIBIS zal tegen eind 1999 de ganse automatisering<br />
van de Centrale Openbare Bibliotheek (COB) via een onafhankelijk<br />
DOBISILIBIS-systeem realiseren. De functionaliteit zal aan de behoeften worden<br />
aangepast en een specifieke IPAC zal worden ingebouwd; speciale aandacht<br />
gaat hierbij naar 'self-service' en koppeling met robot-sorteer-systemen. Het<br />
COB-netwerk en LIBIS-Net zullen onderling toegankelijk zijn. Het pakket<br />
elektronische informatiebronnen dat binnen de K.U.<strong>Leuven</strong> ter beschikking is,<br />
werd grondig uitgebreid en ook de bibliotheekpagina's op <strong>het</strong> CWIS werden<br />
voortdurend bijgewerkt en verbeterd. Het DIEPER (Digitised European<br />
Periodicals)-project, dat de creatie beoogt van een centraal toegangspunt tot<br />
gedigitaliseerde tijdschriften in Europa werd door de EU goedgekeurd en<br />
opgestart; in een eerste fase wordt een pilootproject met wiskundige<br />
tijdschriften aangepakt.<br />
Centrale logistieke diensten 1 131
4.<br />
Unìversiteitsarchief<br />
en<br />
Dienst Kunstpatrimonium<br />
Dit jaar stond <strong>het</strong> Arenberg-patrimonium in <strong>het</strong> middelpunt van de belangstelling. Bij<br />
de herinrichting van de kapel van <strong>het</strong> Arenbergkasteel als vergaderruimte voor de<br />
Faculteit Toegepaste Wetenschappen konden eindelijk de in 1940 verwoeste glasramen<br />
vervangen worden door nieuwe brandglasramen in een eigentijdse vormgeving.<br />
Er werd een besloten wedstrijd voor jonge ontwerpers georganiseerd. De realisatie<br />
gebeurde in nauw overleg met architect Paul van Aerschot en met substantiële steun<br />
van de stichting Amici Almae Matris. De glasramen zijn van de hand van glazenier<br />
Mieke Verwatermeulen en kalligrafe Els Schneiders. Het Universiteitsarchief leverde<br />
de teksten voor de inscripties, waarbij in trefwoorden de geschiedenis van de<br />
geslachten Croy en Arenberg evenals de hoofdmomenten in de ontwikkeling van de<br />
universiteit werden gecanoniseerd. De glasramen werden onthuld op 11 september<br />
<strong>1998</strong>. Kunstpatrimonium en Archief zorgden voor een fraaie plaquette. Haast<br />
5 000 bezoekers bezochten de vernieuwde kapel tijdens de Open<br />
Monumentendagen. In de Universiteitsbibliotheek liep de tentoonstelling 'De<br />
wandkaarten van <strong>het</strong> hertogdom Aarschot' naar aanleiding van <strong>het</strong> verschijnen van<br />
de gelijknamige publicatie. In de herfst waren bescheiden uit <strong>het</strong> Arenbergarchief en<br />
vooral ook schilderijen uit de Arenbergcollectie te zien op de tentoonstelling 'Albrecht<br />
& Isabella' in Brussel en 'Felipe II, el rey intimo' in <strong>het</strong> paleis van Aranjuez (bij<br />
Madrid). De verschillende festiviteiten om en rond Arenberg vonden veel weerklank<br />
in de media.<br />
De ordening en beschrijving van <strong>het</strong> omvangrijke archief van de <strong>Leuven</strong>se Studentenkoepel<br />
(LSC - ASR) vond eindelijk zijn beslag. Bestaande archieffondsen zoals<br />
dat van prof. R.M. Lemaire en dat van de familie Di Martinelli, werden ruimschoots<br />
aangevuld door nieuwe schenkingen van de erflaters.<br />
Door de toelevering van iconografisch materiaal en vooral ook met historisch advies<br />
ondersteunde <strong>het</strong> Universiteitsarchief de restauratie van verschillende gebouwen<br />
(Celestijnenklooster, Pius X-college, Universiteitsbibliotheek). KADOC en Universiteitsarchief<br />
zetten samen een permanente tentoonstelling op in de <strong>Leuven</strong>se Sint-<br />
Michielskerk, die opnieuw voor <strong>het</strong> publiek toegankelijk werd gesteld.<br />
'Beiaardmuziek tussen archief en toren' luidde de titel van een andere tentoonstelling<br />
die werd gehouden ter gelegenheid van <strong>het</strong> Internationaal Beiaardierscongres van 12<br />
en 13 augustus.<br />
Uit de collecties van <strong>het</strong> Archief en Museum van <strong>het</strong> Vlaams Studentenleven (AMVS)<br />
kon worden geput voor exposities over zo uiteenlopende onderwerpen als de jaren<br />
zestig, Wies Moens of schermsport en voorts voor de inrichting van een vaste tentoonstelling<br />
over de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in de IJzertoren in Diksmuide. Met<br />
<strong>het</strong> overlijden van dr. Mon de Goeyse (1907-<strong>1998</strong>1, stichter-conservator van <strong>het</strong><br />
AMVS, werd ook een beetje een tijdperk afgesloten. De betreurde conservator heeft<br />
nog net voor zijn overlijden <strong>het</strong> kunstpatrimonium van de universiteit verrijkt met<br />
enkele achttiende-eeuwse staatsieportretten en met souvenirs uit de tijd van de<br />
Brabantse Omwenteling, die zo belangrijk is geweest voor de geschiedenis van de<br />
universiteit.<br />
132 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Extra-curriculaire mogelijkheden<br />
De universitaire parochie voert een beleid dat enerzijds een grote pluriformiteit aanmoedigt<br />
en anderzijds de organische eenheid van de werking en de onderlinge<br />
verbondenheid van de verschillende geledingen bevordert.<br />
1.<br />
Universitaire<br />
De noodzaak van een pluriforme aanpak kan vanuit verschillende invalshoeken wor-<br />
Parochie<br />
den aangetoond.<br />
Vooreerst vanuit de verscheidenheid van de doelgroepen. De parochie bestaat uit<br />
Vlaamse studenten, buitenlandse studenten, personeelsleden van de universiteit en<br />
daarbij ook een niet gering aantal mensen die, hoewel niet aan de universiteit werkzaam,<br />
toch in de U.P. een thuis gevonden hebben. Voor deze laatste groep is de<br />
zaterdagavond- of zondagviering <strong>het</strong> trefpunt, ondersteund door een brede vrijwiligersinzet<br />
in de werkgroep liturgie, koor en dirigenten, organisten, lectoren, vrouwenwerkgroep<br />
liturgie, onthaalgroep, kindernevendienst, jongerenwerking en diaconiewerkgroep.<br />
Vanuit deze 'weekendparochie' wordt ook de werkgroep dooppastoraal<br />
en huwelijkspastoraal gedragen evenals de intense catechese ter voorbereiding<br />
van eerste communie en vormsel.<br />
Voor de studentenwerking blijft de wekelijkse woensdagavondviering met de aansluitende<br />
broodmaaltijd een belangrijk trefpunt, maar lang niet <strong>het</strong> enige. Er zijn andere<br />
centra van waaruit studenten tot gemeenschapsvorming komen en initiatieven<br />
nemen: de U.P.-gemeenschapshuizen, <strong>het</strong> Pati Pati-koor, de Jona-redactie, de bezinnings-<br />
en gebedsgroepen.<br />
Hoewel buitenlandse studenten zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de gewone<br />
studentenwerking, zijn voor niet-Nederlandssprekenden eigen vieringen aangewezen.<br />
Spaanssprekenden vinden in de Sint-Michielsparochie hun viering. Een kleine<br />
Franstalige U.P.-gemeenschap komt elke zondag samen in <strong>het</strong> parochiecentrum en de<br />
Engelstalige U.P.-gemeenschap heeft haar vaste stek gevonden in de kapel van <strong>het</strong><br />
Justus Lipsiuscollege. In vijf jaar tijd kende deze internationale gemeenschap een<br />
merkwaardige verdieping en uitbreiding zodat zich heel wat nieuwe problemen stellen<br />
van uitrusting, administratieve ondersteuning en financiering van de werking. Sinds<br />
kort is er ook, in samenwerking met de internationale U.P.-gemeenschap, een<br />
Anglicaanse gemeenschap ontstaan.<br />
Maar de verscheidenheid van de doelgroepen is ook nog van een heel andere aard.<br />
Terwijl de enen in de U.P. allereerst een dragende en inspirerende geloofs- en kerkgemeenschap<br />
zoeken, is zij voor anderen eerder een vast sociaal kader of een leefruimte.<br />
Weer anderen vinden er een ontmoetingsplaats bij welbepaalde gelegenheden<br />
in en voor nog anderen is de parochie een dienstencentrum waar men 'in 't<br />
voorbijgaan' een of ander aanbod kan meepikken of met bepaalde vragen - van<br />
levensbeschouwelijke, religieuze of sociale aard - terecht kan. Uiteraard kan alleen<br />
een pluriforme aanpak op deze uiteenlopende verwachtingen inspelen.<br />
Naast <strong>het</strong> begeleiden van groepen en huisgemeenschappen besteden de pastors dan<br />
ook veel tijd en energie aan onthaal, dienstbetoon en begeleiding van individuele<br />
studenten. Ook gaat veel aandacht naar externe communicatie om <strong>het</strong> veelkleurige<br />
aanbod bekend te maken; zo bijvoorbeeld <strong>het</strong> studentenblad Jona, de U.P.-editie van<br />
Kerk en Leven, Bridges van de internationale gemeenschap en de U.P. website die<br />
door een groep studenten wordt verzorgd.<br />
Er is vervolgens een meer inhoudelijke invalshoek van waaruit de noodzaak van pluriformiteit<br />
oplicht. De vraag naar zin, spiritualiteit en geloof neemt in onze cultuurcontext<br />
zeer uiteenlopende vormen aan. Ook christelijke geloofsbeleving en kerkvorming<br />
gebeurt niet volgens een uniform patroon. Geloofsvorming en catechese, liturgie,<br />
sacramentele viering en gebed, dienstbetoon en inzet voor menswaardige samenlevingsopbouw,<br />
solidariteit en aandacht voor de zwaksten, ... <strong>het</strong> zijn evenzovele<br />
onmisbare componenten van een authentieke kerkgemeenschap.<br />
Maar de dosering<br />
van deze elementen kan heel verschillend zijn en ook binnen elk van deze componenten<br />
loopt de concrete invulling soms sterk uiteen. Voor jonge mensen in <strong>het</strong> bijzonder<br />
- maar ook voor ouderen - is <strong>het</strong> aangewezen daarbij ruimte te voorzien voor<br />
groei.<br />
Extracurriaileire mogeliijkheden<br />
I I33
Dat betekent dat zowel initiatieven met lage drempel als doorgedreven vormingsmogelijkheden<br />
en verdiepingskansen worden voorzien. Bij de eerste horen de traditionele<br />
vijfdaagse onthaalsessies in september - na een forse daling verleden jaar nu<br />
opnieuw met een tweehonderdtal deelnemers -, de grootschalige 'Uitpaknacht' in<br />
Alma II met de vele infostandjes over wat in <strong>Leuven</strong> op <strong>het</strong> terrein van geloof en<br />
solidariteitsinzet voorhanden is, de abdijweek in de kerstvakantie, <strong>het</strong> 'halfwijsfeest',<br />
de kotentocht en de initiatieven die op elk gemeenschapshuis worden gehouden.<br />
De 11 U.P.-gemeenschapshuizen blijven een belangrijk element in de werking. Wel is<br />
hun betekenis de laatste jaren gewijzigd: zij zijn van middel tot doel geworden. Eerder<br />
dan de vanzelfsprekende basis te zijn van waaruit de huisbewoners allerlei engagementen<br />
op zich nemen, zijn zij in groeiende mate zelf een op zich staand doel<br />
geworden. De individualisering is immers dermate toegenomen in de levenscontext<br />
van studenten dat <strong>het</strong> leven in gemeenschap soms een moeizaam leerproces is.<br />
Samen koken en eten, instaan voor gemeenschapstaken, met elkaar rekening houden,<br />
enzovoort is voor velen alles behalve vanzelfsprekend. Een dergelijke gemeenschapservaring<br />
wordt dan ook beleefd als een sterke steun tegenover <strong>het</strong> zeer reële<br />
gevaar van vereenzaming.<br />
Wat geldt voor <strong>het</strong> leren leven in gemeenschap is in nog sterkere mate van toepassing<br />
op <strong>het</strong> christelijk geloven in zijn geheel. Voor de overgrote meerderheid van de<br />
studenten is <strong>het</strong> christelijk geloof als globale levenshouding en als in de hedendaagse<br />
context geïntegreerde praktijk vrij onbekend. Toch ontbreekt <strong>het</strong> niet aan openheid<br />
en soms zelfs aan intense zoektochten. Onze parochie heeft daarom ook een proces<br />
op gang gebracht waarin nieuwe vormen van initiatie in <strong>het</strong> christelijk geloof worden<br />
uitgewerkt. Zo werd gestart met wekelijkse initiatievieringen naast maar niet los van<br />
de wekelijkse woensdagavondeucharistievieringen met broodmaaltijd achteraf.<br />
Voor wie in de hedendaagse cultuurcontext een levensnabij geloof gestalte wil geven<br />
zijn er tal van verdiepings- en vormingskansen. De startdagen in Rotselaar boden<br />
drie dagen intense vorming; voor de tientallen begeleiders van de onthaalsessies<br />
gingen regelmatig vormingsavonden door. Opnieuw werd een persoonlijk begeleide<br />
week van gebedsinitiatie gehouden voor een twintigtal studenten, dit jaar werd voor<br />
<strong>het</strong> eerst ook een tweede week voor niet-studenten georganiseerd.<br />
Multiculturele en mondiale vorming, maar ook geloofsvorming, is sterk aan de orde in<br />
<strong>het</strong> nieuw opgestarte kleinschalig (beperkt tot 15 deelnemers) maar zeer intensief<br />
"Universitair Parochieproject voor Zuid-Noord-Uitwisseling" (UPZNU). De in 1997<br />
begonnen vormingscyclus mondde in augustus <strong>1998</strong> uit in een inleefreis van één<br />
maand in Peru. Blijvende banden werden gesmeed en de verdere opvolging loopt<br />
goed. Binnen <strong>het</strong>zelfde UPZNU-project loopt een intens vormingsprogramma ter<br />
voorbereiding van een inleefverblijf in Kinshasa (RDC) op uitnodiging van de universitaire<br />
parochie van Kinshasa waarmee een partnerschap werd aangegaan. De situatie<br />
in Congo maakt <strong>het</strong> geplande inleefverblijf voorlopig onwaarschijnlijk. Ook de intense<br />
werking van <strong>het</strong> honderdkoppige Pati Pati-solidariteitskoor is hier te vermelden. Wie<br />
de indrukmakende uitvoering in de nokvolle Begijnhofkerk of elders in <strong>het</strong> land<br />
meemaakt, merkt al vlug dat <strong>het</strong> hier gaat om méér dan een koor, maar om een<br />
sterke uitdrukking van wereldwijde gelovige solidariteit. Het is samen met UPZNU<br />
tevens één van de wegen waarlangs <strong>het</strong> 'bouwen aan wereldwijd bondgenootschap'<br />
waarvoor de actie roe der lijk<br />
el en opkomt, in de U.P. gestalte krijgt. Daarbij werd<br />
door de werkgroep Broederlijk Delen van de 'weekendparochie' tijdens de vasten een<br />
wekelijks programma van vasten, bezinning en vorming uitgewerkt.<br />
Naast de vele groepen voor gebed en geloofsverdieping werd <strong>het</strong> nieuwe initiatief<br />
genomen om met een zevental gebedsgroepen samen te werken om maandelijks een<br />
gebedsviering in de Begijnhofkerk te houden. Vermeldenswaard is ook dat <strong>het</strong><br />
drukke studentenbestaan niet belette dat telkens een vijftigtal studenten kwamen<br />
opdagen voor twee gebedswaken van 4 tot 8 uur in de morgen. Ook <strong>het</strong> dagelijks<br />
psalmgebed kan, nu al <strong>het</strong> vierde jaar, op trouwe deelnemers rekenen. De adventsvesperdienst<br />
met <strong>het</strong> koor van 'Leerhuis en Liturgie' uit Lier trok dan weer een ouder<br />
publiek aan.<br />
De grote diversiteit in de werking van U.P. heeft tenslotte ook te maken met haar<br />
specifiek institutioneel statuut: zij is zowel een dienst van de universiteit als een<br />
parochie (met kerkrechtelijk statuut) van de Vlaamse Kerk. Heel wat aspecten van<br />
,341 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
de werking worden daardoor getekend.<br />
Zo is er een vruchtbare samenwerking met de universitaire overheid voor de opvang<br />
en begeleiding van studenten en familie bij <strong>het</strong> overlijden van studenten. Onthaal,<br />
begeleiding en steun van buitenlandse studenten gebeurt in zeer vlotte samenwerking<br />
met de diensten van Studentenbeleid. De U.P. was actief betrokken bij de<br />
werkgroep suïcide, de werkgroep preventie, de infodagen voor kandidaat-studenten<br />
en hun ouders, de Interfacultaire Raad voor Ontwikkelingssamenwerking en <strong>het</strong> eredoctoraat<br />
van Prof. J.M. Ela. Op systematische wijze werden de contacten met de<br />
diensten van Studentenvoorzieningen uitgebreid en de samenwerking beter gestructureerd.<br />
Ook bij verschillende initiatieven in de bredere Vlaamse Kerk is de parochie sterk<br />
betrokken. Meerdere pastors werken mee aan tal van vormingsinitiatieven in de bisdommen,<br />
in onderwijsinrichtingen, de Katholieke Jeugdraad, <strong>het</strong> Centrum voor Christelijk<br />
Vormingswerk, Broederlijk Delen, Kerkwerk Multicultureel Samenleven en<br />
opvang van asielzoekers, de Interdiocesane Jeugddienst met in <strong>het</strong> bijzonder de<br />
jongerenvoettocht Stap voor stap.<br />
Het hier gesc<strong>het</strong>ste beleid vraagt om een evenwicht tussen twee polen. Enerzijds<br />
een pragmatische aanpak waarmee soepel wordt ingespeeld op nieuwe initiatieven<br />
en evoluties van onderuit. Anderzijds een goed onderbouwde visie op wat prioritair<br />
tot onze opdracht behoort en onze identiteit uitmaakt en wat niet. Aan de ene kant<br />
wordt alle centralisme vermeden en wordt elke activiteitensector, geleding, huisgemeenschap<br />
zo autonoom mogelijk uitgewerkt door de betrokkenen met telkens een<br />
begeleidende pastor. Deze laatste staat onder meer in voor de band met <strong>het</strong> geheel<br />
van de parochie. Terwijl elk van de zes pastors zijn of haar verantwoordelijkheid<br />
zelfstandig en binnen de dynamiek van de vrijwillige medewerk(st1ers van elk deelgebied<br />
opneemt, wordt elk toch gedrqgen door <strong>het</strong> hele team. De wekelijkse teamvergadering<br />
en een uitstekende verstandhouding onder de pastors staan borg voor de<br />
coördinatie en een globale oriëntatie die de pluriformiteit tot eenheid brengt en eenzijdigheid<br />
of polarisatie vermijdt. De driedaagse startdagen met een vijftigtal deelnemers<br />
en tijdens <strong>het</strong> jaar enkele keren een forum (met telkens 20 a 30 deelnemers)<br />
laten toe <strong>het</strong> gevoerde beleid te toetsen, uit te voeren en bij te sturen. De bijeenkomsten<br />
van <strong>het</strong> 'Kerkplein' hebben voor de weekendparochie een analoge functie.<br />
Zo gaat de Universitaire Parochie verder ... stap voor stap.<br />
Het <strong>Leuven</strong>s studentenpubliek maakt ruim gebruik van de sportfaciliteiten. Meer dan 2.<br />
13 000 sportkaarten en 25 000 dagkaarten werden aangeschaft. Een sportkaart of<br />
een dagsportkaart (geldig voor één dag) is een allesdekkend pasje dat de studenten sport<br />
toelaat gebruik te maken van alle sportaccommodaties (terreinen, zalen, kleedkamers,<br />
stortbaden, enz.) van <strong>het</strong> Universitair Sportcentrum, maar ook de kans geeft<br />
om, eveneens kosteloos, deel te nemen aan de activiteiten die door <strong>het</strong> sportcomité<br />
georganiseerd worden, alsook om sportmateriaal te ontlenen bij de zaalwachters.<br />
Tenslotte heeft men met de sportkaart vrije toegang tot <strong>het</strong> zwembad onder de uren<br />
van <strong>het</strong> 'vrij zwemmen'.<br />
De studenten van de <strong>Leuven</strong>se hogescholen kunnen van dezelfde voorwaarden<br />
genieten om de universitaire sportinfrastructuur te gebruiken, op grond van <strong>het</strong> afgesloten<br />
raamakkoord.<br />
Het sportcomité biedt de studenten en <strong>het</strong> personeel van de K.U.<strong>Leuven</strong> een waaier<br />
van zowat vijftig verschillende sporten aan, zowel op competitief als op recreatief<br />
vlak.<br />
Op competitief vlak neemt K.U.<strong>Leuven</strong> in een 20-tal verschillende sporttakken deel<br />
aan de Vlaamse en de Belgische Universitaire competities. Studenten die in één van<br />
deze sporttakken bij de beteren behoren, kunnen zich aansluiten bij de respectievelijke<br />
universitaire ploegen die wekelijks onder leiding van een bekwame trainer trainen.<br />
In de interuniversitaire competities speelt de K.U.<strong>Leuven</strong> de eerste rol. Naast<br />
deze interuniversitaire competities wordt ook regelmatig deelgenomen aan buitenlandse<br />
wedstrijden.<br />
Ook de recreatieve sporter heeft veel mogelijkheden. Een groep van bekwame monitoren<br />
staat dagelijks van oktober tot april paraat om de studenten te initiëren en te
egeleiden in hun favoriete sport. Het is duidelijk dat deze vorm van dienstverlening<br />
en uitnodiging tot actieve participatie een unicum is voor de Vlaamse universiteiten<br />
en hogescholen en een meerwaarde is die de K.U.<strong>Leuven</strong> haar studenten aanbiedt.<br />
Vooral activiteiten die de 'fitness' verbeteren, zoals aerobics en conditietraining<br />
genieten veel bijval. Dit omdat deze activiteiten dagelijks klokvast zijn, een beperkte<br />
tijdsinvestering vragen en de moeilijkheidsgraad individueel kan bepaald worden. Een<br />
andere voltreffer is <strong>het</strong> 'vrij zwemmen'. Door <strong>het</strong> toenemend aantal zwembeurten<br />
wordt de verzadigingsgraad in <strong>het</strong> zwembad regelmatig bereikt.<br />
De inspanning die <strong>het</strong> Sportcomité van de K.U.<strong>Leuven</strong> gedaan heeft om <strong>Leuven</strong> tot<br />
de fitste studentenstad te promoten, door de inrichting van een fitnesszaal (UNIVFIT)<br />
met computergestuurde cardiotraining en moderne krachttrainingsapparatuur, heeft<br />
veel succes: reeds een 1 200-tal studenten hebben de weg naar de fitnesszaal<br />
gevonden. Voor elke deelnemer wordt door een permanent aanwezige professionele<br />
begeleider, <strong>het</strong> aanvangs- en trainingsniveau individueel bepaald waardoor zowel de<br />
beginneling als de topsporter op een niveau kan trainen waarbij een systematische<br />
progressie verzekerd is. De prijs hiervan wordt laag gehouden. Ook naar de personeelsleden<br />
werd een extra inspanning gedaan om de drempel voor de aanschaf van<br />
een fitnesskaart zo laag mogelijk te houden. Nadeel is dat ook hiervan regelmatig de<br />
verzadigingsgraad bereikt wordt waardoor stilaan moet gedacht worden aan de uitbreiding<br />
van de fitnesszaal.<br />
Ook voor de gehandicapte sporters worden georganiseerde trainings- en begeleidingssessies<br />
gehouden.<br />
Om hun collega-studenten ervan te overtuigen dat studie en sport best samen gaan<br />
en dat <strong>het</strong> ook af en toe wat ludieker kan, organiseert Sportraad Studenten<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> vzw, een studentenorganisatie van LOKO, een aantal massasportmanifestaties.<br />
Met enkele vrijgestelden en heel veel vrijwillige medewerkers slagen zij er<br />
telkens in tijdens de 'massasportklassiekers' heel wat studenten op een ludieke manier<br />
te laten sporten. De meest bekende zijn: de Sporthappening, een introductiedag<br />
in verschillende sporten, de 24-uren aflossingsloop, de Studentenmarathon, Sport<br />
Zonder Grenzen, <strong>het</strong> recreatief badmintontornooi en de Interfacultaire Bekercompetities.<br />
De jaarlijkse activiteiten worden afgesloten met een zeer goed georganiseerd<br />
<strong>Leuven</strong>s Internationaal Studentensport Tornooi, LISST. De deelname van elf verschillende<br />
landen en 470 deelnemers zijn getuigen van <strong>het</strong> succes.<br />
Tijdens de zomervakantie kan de <strong>Leuven</strong>se bevolking met de vakantiesportkaarten<br />
aan zeer democratische prijzen gebruik maken van de sportinfrastructuur van <strong>het</strong><br />
Universitair Sportcentrum (vooral de tennisvelden en <strong>het</strong> zwembad worden dan druk<br />
bezet). Door <strong>het</strong> organiseren van omnisportkampen in juli en augustus krijgt de<br />
<strong>Leuven</strong>se jeugd de kans om zich sportief te ontspannen en kennis te maken met voor<br />
hen minder gekende sporten.<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> Sportnieuws, een tweemaandelijks sportkrantje dat gratis wordt aangeboden<br />
aan de studenten, personeelsleden en gepensioneerden van de universiteit<br />
geeft informatie over sportfaciliteiten en over wedstrijden en voorbije activiteiten.<br />
3.<br />
De Cultuurcommissie coördineert en stimuleert <strong>het</strong> specifieke cultuurbeleid van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong>. De cel cultuurcoördinatie doet hiervoor de beleidsvoorbereiding en de<br />
Cultuur administratieve voorbereiding. Het bureau van de cultuurcoördinatie werd grondig<br />
herschikt met als doel twee mensen te huisvesten én een open en meer gerichte<br />
dienstverlening te kunnen bieden aan personeel, studenten en anderen. Tegelijk<br />
werd mevrouw S. Waelkens officieel voorgedragen als kandidaat-lid voor de Cultuurcommissie<br />
en aanvaard.<br />
I M I<br />
Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
3.1 Cultuurbeoefening<br />
3.1 .l De ensembles<br />
Het Universitair Symfonisch Orkest (USO) werkte vanaf <strong>het</strong> nieuwe academiejaar<br />
1997-1 998 met een nieuwe dirigent, Edmond Saveniers, docent orkestdirectie aan<br />
<strong>het</strong> Lemmensinstituut. Onder zijn leiding bracht <strong>het</strong> concert twee prachtige concerten<br />
op 10 en 12 maart <strong>1998</strong>. Met de Festivalouverture van Sjostakovitsj, <strong>het</strong> tweede
pianoconcerto van Rachmaninov en de vierde Symfonie van Brahms.<br />
Het Universitair Harmonie Orkest (UH01 speelde zijn jaarlijks concert op 25 maart<br />
<strong>1998</strong> o.l.v. Maurice Van Mechelen. Op <strong>het</strong> programma stonden werken van Brent<br />
Heisinger, Jan Van der Roost, Piet Swerts, Andrew Lloyd Webber, en vele anderen.<br />
Het <strong>Leuven</strong>s Universitair Koor (LUK) o.l.v. Edwig Abrath sloot zijn jaarwerking af op<br />
31 maart met <strong>het</strong> lenteconcert, met liederen uit musicals zoals Evita, West Side<br />
Story, Cats, ..... en de Chichester Psalms van L. Bernstein voor koor, orgel, harp,<br />
percussie en sopraansolo. In juli maakte <strong>het</strong> koor een concertreis door Portugal. Op<br />
17 december was er een sfeervol kerstconcert in de Begijnhofkerk.<br />
De Interfak Bigband en de Dixieland band speelden onder leiding van Bart Preneel en<br />
onder grote belangstelling werk van Count Basie, Duke Ellington, Jan Mues en<br />
Charlie Parker.<br />
Het <strong>Leuven</strong>s Alumni Orkest (LAO) gaf op 20 februari <strong>1998</strong> een concert in de Grote<br />
Aula onder leiding van Freddy van Goethem met op <strong>het</strong> programma werk van<br />
Mozart, Schubert, Rossini en Bernstein. Dit kamerorkest behoort tot de Alumniverenigingen<br />
en geniet administratieve steun van Alumni Lovanienses. Bij de start<br />
van <strong>het</strong> nieuwe werkjaar werd Peter Devos tot dirigent verkozen.<br />
Het USO en <strong>het</strong> UH0 zijn voor hun werkingsmiddelen en betaling van de dirigenten<br />
aangewezen op de Cultuurcommissie, van wie ze een jaarlijkse dotatie krijgen. Het<br />
koor en de Bigband daarentegen zijn vzw's en krijgen een kleine steun voor hun jaarlijks<br />
maart-concert. Het <strong>Leuven</strong>s Alumni Orkest is een Alumnivereniging en geniet<br />
alleen infrastructurele steun (lokalen en instrumenten) van de K.U.<strong>Leuven</strong>.<br />
Dit jaar werd ook gekenmerkt door enkele nieuwe muzikale initiatieven vanuit de<br />
universiteit. Zo richtten enkele personeelsleden een personeelskoor op. Zo'n 150<br />
personeelsleden van de K.U.<strong>Leuven</strong> kwamen opdagen op de kennismakingsrepetitie<br />
van de 'Capella Academica1. Het is de bedoeling als een projectkoor te werken en<br />
per jaar met twee concerten (telkens in <strong>het</strong> voorjaar en <strong>het</strong> najaar) naar buiten te<br />
komen. Per project zou een nieuwe dirigent aangetrokken worden. Voor de vorming<br />
van <strong>het</strong> koor werd een beroep gedaan op de deskundige leiding van Peter Dejans,<br />
directeur van <strong>het</strong> Orpheusinstituut, dirigent van Musa Horti en ex-dirigent van <strong>het</strong><br />
L.U.K. Een ander initiatief was de oprichting van een universitair ensemble voor<br />
Oude Muziek. De Cultuurcommissie staat positief tegenover de beide initiatieven.<br />
3.1.2 Campustoneel<br />
Campustoneel (vzw), een toneelvereniging voor studenten, personeel en alumni,<br />
bracht als eerste productie in januari 'Tramlijn Begeerte' (T. Williams) in een regie<br />
van Gerd Terny en in samenwerking met de scenografe Erica Chaffaert. Deze produktie<br />
werd gebracht door studenten die meestal voor de eerste keer op een toneelpodium<br />
stonden. Een tweede productie 'Lemmingen' (J. Albalonga) in een regie en<br />
productie van Jan De Vuyst werd gebracht in maart <strong>1998</strong>. In november volgde de<br />
laatste productie van <strong>1998</strong>, 'Krullen op de Maan' (M. Smet) in een regie van Chris<br />
Wellekens.<br />
3.1.3 Studententoneel naast Campustoneel<br />
Zowel de studenten van Germania als van Romania brengen jaarlijks een productie<br />
met en door eigen studenten. De studenten Romaanse filologie doen dat in <strong>het</strong> Frans<br />
en werken hiervoor met een professioneel regisseur. De studenten Germaanse filologie<br />
werden geleid en begeleid door Dirk De Lathauwer, zelf oud-student Germaanse<br />
talen. Sinds 1996 is de interfacultaire theatergroep, Thaleia, werkzaam onder de<br />
leiding en regie van Elske Vriese, studente geneeskunde. Zij brachten met 'Allarm'<br />
(Koos Vriese) voor de tweede keer een geslaagde voorstelling door amateur-acteurs<br />
uit verschillende faculteiten. Germania- als ook Romaniatoneel en Thaleia kregen een<br />
financiële ondersteuning van de Cultuurcommissie.<br />
Voor de eerste maal werd er ook aan internationaal toneel gedaan. De Ierse<br />
Erasmusstudent Robert Ryan regisseerde een groep van 21 buitenlandse studenten in<br />
<strong>het</strong> toneelstuk 'The Third Man' van Graham Greene.<br />
Exîraarriwlaire rnogeliijkheden 1<br />
137
3.1.4 Subsidies van de Cultuurcommissie<br />
De Cultuurcommissie steunde een aantal initiatieven waarbij de actieve cultuurbeoefening<br />
bij studenten wordt aangesproken: de literaire wedstrijd van Germania,<br />
Romania- en Germaniatoneel, Thaleia-toneel, Erasmustoneel, Ithaka, Campustoneelprodukties,<br />
ExistenzMaximum, ...<br />
3.2 Receptieve Cultuur<br />
3.2.1 UUR KLILtULIR<br />
Het woensdagmiddag UUR <strong>KU</strong>LtUUR dat van oktober tot en met maart gratis wordt<br />
aangeboden heeft tot doel een ruime waaier van cultureel hoogstaande activiteiten<br />
aan te bieden om studenten, personeel en buitenstaanders de kans te geven met alle<br />
vormen van cultuur in aanraking te komen. Rond <strong>het</strong> theatergebeuren werd samengewerkt<br />
met <strong>het</strong> STUC. De grote publiektrekkers zijn en blijven de klassieke concerten<br />
en de concerten rond uitheemse muziek. In <strong>1998</strong> ontvingen we sopraan Katlijne<br />
Van Laethem (Huelgas Ensemble), Jan Vermeulen (pianoforte), blokfluitkwartet<br />
Carré, Ny Ajaja (Malagaskisch trio), fluitiste Sabine Warnier en pianist LUC Devos en<br />
<strong>het</strong> ensemble Q-02 met Michael Weilacher (percussie) en Julia Eckhardt (altviool).<br />
Jan Hoet discussieerde met Louis Tobback als aanloop naar Ithaka dat de volgende<br />
dag plaatsvond. Jazzpianist Mischa Mengelberg, jazzsaxofonist Ab Baars, jazzgitarist<br />
en -componist Philip Cathérine en de formatie 'Greetings from Mercury' gaven de<br />
UREN <strong>KU</strong>LtUUR een swingende dimensie. Opvallend was de grote opkomst van<br />
studenten in <strong>het</strong> najaar - met tweemaal een opkomst van meer dan 300 man - voor<br />
de prachtige stemmen van de meisjes van Laïs, voor de literaire capriolen van Tom<br />
Lanoye (met extra voorstelling om 14.30 uur), voor de Indiase dans (Bharata<br />
Natyam) door Antonia Volodin en voor de Manjon-vertolking van Raphaëlla Smits.<br />
Tijdens <strong>het</strong> voorjaar werd <strong>het</strong> UUR <strong>KU</strong>LtUUR bezocht door gemiddeld 120 toeschouwers<br />
en in <strong>het</strong> najaar gemiddeld door 190 toeschouwers.<br />
3.2.2 Cultuurdag<br />
Voor de vierde keer organiseerde de Cultuurcommissie een Cultuurdag. Met dit initiatief<br />
wil zij zich laten kennen in <strong>het</strong> universitaire gebeuren en haar doelstellingen<br />
verduidelijken: een gratis aanbod van hoogstaande cultuurvoorstellingen en steun aan<br />
de actieve cultuurbeoefening. Zoals vorig jaar stond de Cultuurcommissie in voor de<br />
organisatie van een aantal voorstellingen van zeer uiteenlopende aard, terwijl Kultuurraad<br />
de kringen aanspoorde om workshops en cursussen te organiseren en zelf een<br />
aantal initiatieven op dit vlak nam. Deze cursussen werden vooral in november<br />
georganiseerd in tal van domeinen (muziek, dans, video, theater, salsa, pottenbakken,<br />
fietsgraffiti, ... ). De Cultuurdag werd een platform en bood een toonmoment<br />
voor de meeste van deze cursussen, terwijl andere cursussen enkel op 2 december<br />
plaatsvonden.<br />
De dag startte om 13 uur met 4 succesvolle simultane UUR <strong>KU</strong>LtUUR-voorstellingen.<br />
In de namiddag werd i.s.m. <strong>het</strong> Vlaams Filmmuseum- en archief en de Studio's Filmtheaters<br />
een filmnamiddag aangeboden. De slotvoorstelling van deze cultuurdag<br />
werd gebracht door <strong>het</strong> ensemble La Fenice onder leiding van Jean Tubéry. Het<br />
programma 'Vlaamse muziek uit de tijd van Rubens en Van Dijck' werd geïllustreerd<br />
aan de hand van dia's van P.P.Rubens, Van Dijck en tijdgenoten.<br />
In de vooravond werd de Cultuurprijs van de K.U.<strong>Leuven</strong>/Prijs Blanlin-Evrart, uitgereikt<br />
aan twee kunstenaars, LUC Tuymans en Joëlle Tuerlincks voor hun verdiensten<br />
op <strong>het</strong> vlak van tweedimensionele kunst. De prijs van 500 000 BEF (uit <strong>het</strong> legaat<br />
Blanlin-Evrart) werd opgesplitst tussen de beide laureaten. De prijs wordt jaarlijks aan<br />
een kunstenaar of ensemble overgemaakt ter bevordering van de kunst in België.<br />
Hierbij komen afwisselend vier verschillende disciplines aan bod (muziek, podiumkunsten,<br />
architectuur en beeldende kunst).<br />
138 I Katholieke<br />
Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
3.2.3 Patroonsfeest en concert<br />
In <strong>1998</strong> werd naar aanleiding van <strong>het</strong> eredoctoraat voor professor M. Yunus uit<br />
Bangladesh, door de Cultuurcommissie een avond rond de cultuur van dat land georganiseerd:<br />
'From the heart of Bangladesh'. De voorstelling was een evocatie van de<br />
rijke culturele erfenis van Bangladesh in liederen, dans en muziek.
3.2.4 Orgel- en beiaardconcerten<br />
In <strong>1998</strong> werden door omstandigheden geen orgelconcerten georganiseerd. Het is de<br />
bedoeling om volgend jaar een overkoepelende reeks van orgelconcerten te organiseren<br />
in samenwerking met <strong>het</strong> Cultureel Centrum, de <strong>Leuven</strong>se Orgelkring en <strong>het</strong><br />
Lemmensinstituut.<br />
Ook de beiaard behoort tot <strong>het</strong> cultureel patrimonium van de universiteit. De wekelijkse<br />
dinsdag- en vrijdagbespelingen worden verzorgd door de universiteitsbeiaardier<br />
LUC Rombouts en door gastbeiaardiers.<br />
De beiaardzomer van <strong>1998</strong> bruiste van levendige activiteit met de opening van <strong>het</strong><br />
'Openluchttheater' in <strong>het</strong> Erasmustuintje van de faculteit Letteren. Op 12 augustus<br />
vond een uniek concert plaats waarbij verschillende klokkentradities versmolten tot<br />
een opwindende eenheid. Dit concert genoot de steun van de Cultuurcommissie van<br />
de K.U. <strong>Leuven</strong>, maar ook van de Campanae Lovanienses en de provincie Vlaams-<br />
Bra bant.<br />
3.2.5 Door de Cultuurcommissie gesteunde projecten<br />
Ongeveer 25% van <strong>het</strong> budget van de Cultuurcommissie gaat naar subsidies aan<br />
projecten die groeien vanuit de universitaire gemeenschap, van originaliteit getuigen<br />
en belang hebben voor een ruim publiek. Initiatieven waarbij de actieve cultuurbeoefening<br />
wordt aangesproken, krijgen voorrang. Andere initiatieven met een hoog<br />
cultureel gehalte die een belangrijke bijdrage leveren aan <strong>het</strong> universitaire en <strong>Leuven</strong>s<br />
cultuurgebeuren, kunnen voor subsidiëring in aanmerking komen. Dit jaar ging financiële<br />
steun naar <strong>het</strong> Festival van Vlaanderen, originele Stuc-producties (Acco Theater<br />
Center uit Israël), <strong>het</strong> tentoonstellingsproject De Sokkel Onderluit.<br />
3.3 Cultuur buiten de werking van de Cultuurcommissie<br />
3.3.1 Tentoonstellingen Stad - K.U.<strong>Leuven</strong> - Davidsfonds<br />
In de reeks najaarstentoonstellingen van Stad - K.U.<strong>Leuven</strong> - Davidsfonds stond dit<br />
najaar <strong>het</strong> leven en <strong>het</strong> werk van Dirk Bouts op de affiche, inhoudelijk gerealiseerd<br />
door Prof. M. Smeyers en <strong>het</strong> departement Kunstgeschiedenis. Deze prestigieuze<br />
tentoonstelling kende een grote nationale uitstraling en trok meer dan 75.000 bezoekers.<br />
De tentoonstelling vond plaats in de Predikherenkerk, de Sint-Pieterskerk, <strong>het</strong><br />
Stadhuis en <strong>het</strong> Stedelijk Museum Vanderkelen-Mertens van september tot december.<br />
3.3.2 Andere tentoonstellingen<br />
Het KADOC, de Faculty Club, de universiteitsbibliotheek en de universitaire ziekenhuizen<br />
richten tentoonstellingen in van zeer uiteenlopende aard. Opmerkelijk waren<br />
de tentoonstellingen in de universiteitsbibliotheek, 'Martinilmartini' , met fotografisch<br />
werk van Marie Françoise Plissart en een documentair-architectuurhistorisch deel met<br />
tekeningen en foto's n.a.v. de afbraak van de Martinitoren en <strong>het</strong> Rogiercentrum te<br />
Brussel, de tentoonstelling De Sokkel Onderluit rond hedendaags ruimtelijk werk,<br />
'Chassez Ie naturel' en 'En Garde' i.s.m. <strong>het</strong> Sportmuseum van <strong>Leuven</strong>. In <strong>het</strong><br />
KADOC 'Ma, met ons gaat alles goed' over Jeugd en Gezondheidswerk, 'Bouwen in<br />
de tropen', 'Broeder Max', 'Begijnhoven van A tot Z' en grafmonumenten door Filip<br />
Tas.<br />
3.3.3 Festival van Vlaanderen<br />
In <strong>1998</strong> stond <strong>het</strong> Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant in <strong>het</strong> teken van de<br />
'Meesterwerken uit de twintigste Eeuw', aangevuld met een aantal repertoriumconcerten.<br />
Eén hiervan was <strong>het</strong> Openingsconcert van <strong>het</strong> academiejaar van de<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> door <strong>het</strong> Koninklijk Filharmonisch orkest van Vlaanderen onder leiding<br />
van Philippe Herreweghe, doctor honoris causa in 1997. Voor een uitverkochte Sint-<br />
Jan-de-Doperkerk bracht hij een schitterende vertolking van de achtste Symfonie van<br />
A. Bruckner (1824-1896).<br />
3.3.4 STUC, Klapstuk en Kultuurraad<br />
Na een jaar van vernieuwd artistiek beleid onder de artistieke co-directie van An-
Marie Lambrechts en Karolien Derwael, biedt <strong>1998</strong> 'Ie nouveau stuc' de kans om<br />
zich te ontplooien. Alle ingrepen in organisatie en programmatie worden gedacht<br />
vanuit de wens tot verbreding: een verruimd artistiek aanbod creëren voor een te<br />
verruimen publieksgroep. De nieuwe aanpak van 1997 werd in <strong>1998</strong> verdergezet en<br />
kreeg zelfs extra slagkracht; de stad <strong>Leuven</strong> en de provincie Vlaams-Brabant lieten<br />
zich overtuigen van de noodzaak om in <strong>Leuven</strong> een systematisch artistiek aanbod uit<br />
te bouwen.<br />
In de programmatie blijft er aandacht voor de verschillende kunstdisciplines: theater,<br />
film en video, dans en muziek. Op theatervlak probeert men ook <strong>het</strong> tussenveld te<br />
bespelen tussen wat <strong>het</strong> cultureel centrum biedt en <strong>het</strong> experimentele veld waar <strong>het</strong><br />
STUC tot dan voor instond. Ook wat betreft de filmprogrammatie probeert men een<br />
programma uit te werken dat in <strong>Leuven</strong> nauwelijks aan bod komt. Voor muziek wil<br />
<strong>het</strong> STUC zich beperken tot jazz en wereldmuziek enerzijds en de alternatieve muziek<br />
anderzijds. Voor de muziek, film en video-programmatie wordt gewerkt met curatoren.<br />
De dansprogrammatie binnen <strong>het</strong> STUC wordt verzorgd door Klapstuk. Naast<br />
<strong>het</strong> tweejaarlijks festival (oktober van elk oneven jaar) legt <strong>het</strong> Klapstuk zich ook toe<br />
op een jaarwerking en op een intensieve studiowerking.<br />
Over <strong>het</strong> algemeen kan worden gesteld dat <strong>het</strong> aantal activiteiten van <strong>het</strong> STUC<br />
wordt opgedreven, en dit binnen alle disciplines. Dit meer-aanbod weet ook duidelijk<br />
meer publiek te mobiliseren en de publiekscijfers verlopen in een opwaartse curve.<br />
Voor haar programmatie werkt <strong>het</strong> STUC ook samen met de Cultuurcommissie.<br />
Naast geregeld overleg en uitwisseling van informatie, wordt dit een aantal maal<br />
geconcretiseerd in <strong>het</strong> gezamenlijk organiseren van <strong>het</strong> UUR <strong>KU</strong>LtUUR, de presentatie<br />
van een voorstelling, een lezing of infrastructurele ondersteuning van de cultuurdag<br />
op 2 december.<br />
Kultuurraad, de <strong>Leuven</strong>se overkoepelende studentenorganisatie die zich bezighoudt<br />
met kunst en cultuur, vertegenwoordigt de studenten en behartigt hun culturele<br />
belangen. De keuze voor eigen projecten voor en door studenten zette zich door. In<br />
maart was er een editie van Ithaka dat als omgeving en werkterrein <strong>het</strong> Sint-Maartensdal<br />
koos. Voor de tweede keer werd in april een theaterfestival 'UnderStagements'<br />
uitgewerkt voor zeer jonge theatermakers (vaak studenten) die buiten <strong>het</strong><br />
professionele theatercircuit vallen. Buiten deze projecten houdt Kultuurraad zich<br />
bezig met cursussen en workshops. Naast de eigen basiscursussen in muziek, theater,<br />
fotografie en dans, coördineert de raad ook een heel aantal workshops die de<br />
kringen naar aanleiding van de Cultuurdag op 2 december op touw zetten, met de<br />
bedoeling op de Cultuurdag een toonmoment van deze cursus aan een publiek te<br />
tonen.<br />
Sinds 1995 wordt met verschillende partners gewerkt aan een nieuwe infrastructuur<br />
voor <strong>het</strong> STUC, Klapstuk, Cultuurcoördinatie (de ensembles) en een aantal universitaire<br />
initiatieven met de bedoeling <strong>het</strong> culturele gebeuren in één herkenbaar gebouw<br />
te centraliseren. Het Arenberginstituut aan de Naamsestraat zal deze functies herbergen<br />
en een deel van dit instituut werd voor de STUC-functies door de K.U.<strong>Leuven</strong><br />
ter beschikking gesteld. In <strong>1998</strong> werd de laatste hand gelegd aan de grondige evaluatie<br />
van de haalbaarheidsstudie zodat begin 1999 de definitieve bouwplannen konden<br />
worden bekend gemaakt. De Vlaamse Gemeenschap, de stad <strong>Leuven</strong> en de<br />
Provincie Vlaams-Brabant en ook de K.U.<strong>Leuven</strong> zijn financiële partners.<br />
110 1 IMolieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
K.U.<strong>Leuven</strong> Campus Kortrijk<br />
Het academiejaar 1997-<strong>1998</strong> was voor de <strong>KU</strong>LAK opnieuw een succes inzake<br />
studentenaantallen. Het studentenaantal steeg met 5% tot een totaal van 824,<br />
1<br />
waarvan 423 generatiestudenten. De lichte teruggang van de generatiestudenten is Algemeen<br />
grotendeels te wijten aan de gedeeltelijke invoering van de toelatingsproef voor de<br />
artsenopleiding. Wel is <strong>het</strong> aandeel van <strong>KU</strong>LAK in <strong>het</strong> totaal aantal generatiestudenten<br />
van arts gestegen tot boven 10%. Ook in de Toegepaste Wetenschappen is er<br />
een sterke stijging. In 1997-<strong>1998</strong> werd de organisatie voorbereid van de 2e kandidatuur<br />
Biologie, die binnen de onderwijsbevoegdheid van <strong>KU</strong>LAK valt.<br />
Door <strong>het</strong> West-Vlaams Economisch Studiebureau enerzijds en door prof. J. Billiet<br />
anderzijds werden studies uitgevoerd naar <strong>het</strong> profiel en de werkingskracht van<br />
universitaire instellingen. Uit beide studies komt een specifiek <strong>KU</strong>LAK-profiel naar<br />
voor dat volgende karakteristieken vertoont: de uitstekende persoonlijke begeleiding,<br />
de goede reputatie van <strong>het</strong> onderwijs, hoge slaagcijfers, goede sociale voorzieningen<br />
en een goede eigen sfeer op de campus. De slaagkansen liggen in de eerste<br />
kandidatuur ruim 10% hoger dan <strong>het</strong> Vlaams gemiddelde.<br />
<strong>KU</strong>LAK besteedt bijzondere aandacht aan onderwijsvernieuwing, onder meer via <strong>het</strong><br />
Impulscentrum voor Onderwijsvernieuwing; dat heeft ook impact in de faculteiten<br />
met onder meer bijzondere projecten in de Wetenschappen, Geneeskunde en in de<br />
Rechtsgeleerdheid met vernieuwende activiteiten van pleitoefeningen, praktijkoefeningen<br />
en een belangrijke studentenuitwisseling met de Université de Liege.<br />
<strong>KU</strong>LAK besteedde ook veel aandacht aan de uitbouw van <strong>het</strong> informatienetwerk,<br />
zoals verder in dit verslag wordt toegelicht. De verankering in de eigen regio krijgt<br />
bijzondere aandacht in <strong>KU</strong>LAK. Een initiatief van <strong>het</strong> provinciebestuur, na voorbereiding<br />
in de Stuurgroep Hoger Onderwijs, was de stichting van een Open-Leercentrum<br />
in de vorm van een elektronisch netwerk dat de 3 hogescholen en <strong>KU</strong>LAK zal verbinden.<br />
<strong>KU</strong>LAK werd ook betrokken bij Flanders Language Valley Education, waarin de<br />
rector van de <strong>KU</strong>LAK zetelt in de bestuursraad. De UPV-dienst krijgt een onderafdeling<br />
van <strong>het</strong> Eurostudiecentrum in leper; een analoge onderafdeling wordt opgestart<br />
in Brugge (historisch pand de Saaihalle), waar ook <strong>het</strong> Documentatiecentrum<br />
voor Vastgoedrecht wordt opgericht onder toezicht van een professor uit de Rechtsfaculteit.<br />
De dienst voor Studieadvies wil de studenten helpen om hun kansen te optimaliseren 2,<br />
om hun studieproject met succes te realiseren.<br />
Dienst voor<br />
Studieadvies<br />
2.1 Ondersteunen van de overgang van <strong>het</strong> secundair naar <strong>het</strong> hoger onderwijs.<br />
Om de overgang tussen secundair en hoger onderwijs te helpen bevorderen, is er<br />
eerst en vooral correcte en volledige informatie over <strong>het</strong> studieaanbod nodig. Dit<br />
gebeurt via de aanwezigheid op de studie- en informatiedagen die provinciaal worden<br />
georganiseerd door de PMS-centra en <strong>het</strong> departement onderwijs. De <strong>KU</strong>LAK was<br />
aanwezig op de SID-in beurzen te Gent, te Brugge en beperkt ook te Brussel, steeds<br />
in samenwerking met de K.U.<strong>Leuven</strong>. Samen met de Dienst Externe Relaties en de<br />
West-Vlaamse stichting Domus Lovaniensis werd in <strong>het</strong> najaar <strong>1998</strong> in de Saaihalle<br />
in Brugge een speciale infohappening voor abituriënten georganiseerd. Verder zijn er<br />
de eigen infodagen: een woensdagnamiddag voor de abituriënten en een<br />
vrijdagavond voor hun ouders. Vanaf dit jaar werd ook gestart met <strong>het</strong> bezoek aan<br />
scholen in een bepaalde regio (dit jaar Kortrijk) en ontvingen we ook een aantal<br />
klassen op de campus. De website werd verder uitgebouwd met specifieke<br />
informatie voor toekomstige studenten. Er zijn ook talrijke individuele contacten<br />
over studiekeuze en oriëntering.<br />
2.2 Begeleiden van de studenten<br />
De begeleiding van de eerste kandidatuursstudenten richt zich specifiek op <strong>het</strong><br />
bevorderen van doelmatig studeergedrag, al dan niet gekaderd in een sociaal-emotio-<br />
<strong>KU</strong>Leunn Campus Kortr~jk 1 111
nele problematiek. De begeleiding staat open voor alle studenten, <strong>het</strong> aanbod is vrij.<br />
138 studenten van de KLILAK vroegen in een of meerdere gesprekken om individueel<br />
advies, 86 % daarvan waren studenten eerste kandidatuur, 12 Oh studenten uit de<br />
tweede kandidatuur en 2 % studenten uit de derde kandidatuur. Ongeveer de helft<br />
van de vragen heeft te maken met <strong>het</strong> studeren zelf, een kwart met heroriëntering of<br />
<strong>het</strong> stopzetten van de studies, daarnaast is ongeveer BBn vijfde van de problemen<br />
eerder van psychische of relationele aard.<br />
Er wordt momenteel een stijgende mate van doorverwijzing in onderling overleg<br />
vastgesteld tussen de monitoren en docenten enerzijds en de Dienst voor Studieadvies<br />
anderzijds, zodat een goede samenwerking ontstond.<br />
3. In de loop van <strong>1998</strong> werd <strong>het</strong> tweede 3-jaarlijks rapport opgesteld waarin een overzicht<br />
gegeven wordt van de wetenschappelijke activiteiten en realisaties die zich<br />
Onderzoek<br />
recent aan <strong>het</strong> Interdisciplinair Onderzoekscentrum (IRCI hebben voorgedaan. Dit<br />
rapport (77 blz.) werd op ruime schaal verspreid en biedt volledige transparantie over<br />
<strong>het</strong> reilen-en-zeilen van <strong>het</strong> IRC. De trends die modern onderzoek karakteriseren en<br />
die <strong>het</strong> IRC eigen zijn, werden in <strong>1998</strong> onverminderd aangehouden. Zo zette zich<br />
o.a. de groei aan extra-universitaire middelen tijdens <strong>het</strong> afgelopen jaar verder door.<br />
Hierdoor kon <strong>het</strong> personeelsbestand gestaag uitgebreid worden. Nauw gecorreleerd<br />
met de stijgende financiële input was de wetenschappelijke output, vertaald in aantal<br />
wetenschappelijke publicaties. Naast een meer dan behoorlijk aantal proceedings en<br />
abstracts werden in <strong>het</strong> afgelopen jaar, per ZAP-lid horend bij <strong>het</strong> IRC, gemiddeld<br />
twee artikels gepubliceerd in internationaal gereviewde tijdschriften. Dit is een<br />
opmerkelijk resultaat indien men rekening houdt met de zware onderwijsbelasting en<br />
de dienstverlening naar de regio.<br />
Als bewijs voor de dynamiek die binnen <strong>het</strong> IRC aan de dag wordt gelegd kan de<br />
effectieve samenwerking vermeld worden met een 40-tal binnen- en buitenlandse<br />
onderzoekscentra. Bijzonder verheugend is verder dat in de loop van <strong>1998</strong> de idee<br />
om een spin-off op te richten, spruitend uit onderzoek binnen <strong>het</strong> IRC, concrete<br />
gestalte kreeg. Als potentiële inplantingsplaats werd hierbij uitdrukkelijk geopteerd<br />
voor <strong>het</strong> incubatie- en innovatiecentrum Kortrijk (IICK) dat in de nabije toekomst op<br />
de <strong>KU</strong>LAK-campus wordt opgericht. Tijdens <strong>het</strong> afgelopen jaar was <strong>het</strong> IRC overigens<br />
zeer nauw betrokken bij de planning en de conceptie van dit centrum.<br />
Opmerkelijk feit was ook dat twee van de drie prijzen van de Onderzoeksraad in<br />
1997 werden toegekend aan <strong>KU</strong>LAK-postdoctorale onderzoekers (dr. K. Dekimpe en<br />
dr. J. Desmet).<br />
Onderzoek binnen de Eenheid Algebra en Topologie werd bekroond met de prijs van<br />
de Koninklijke Academie. Ook binnen de Afdeling Taalkunde van de Faculteit<br />
Letteren werd gestart met een ambitieus FWO-project: <strong>het</strong> opstellen van een nieuwe<br />
Engelse grammatica.<br />
4.<br />
Dienst<br />
4.1 Postuniversitaire centra<br />
Het PUC organiseerde tijdens <strong>het</strong> academiejaar 1997-1 998 in de provincie West-<br />
Vlaanderen 68 verschillende UPV-programma's in de vakgebieden Recht, Economie,<br />
Universitaire Vastgoedkunde, Wetenschappen en Toegepaste Wetenschappen, Milieukunde,<br />
Geneeskunde, Farmacie, Tandheelkunde, Cultuurwetenschappen, Gedrags- en<br />
Sociale Wetenschappen. 4 415 deelnemers schreven hiervoor in, waarbij elke deel-<br />
Vorming<br />
nemer BBn keer wordt geteld, ook als hij een programma van bv. vier of meer sessies<br />
volgt. De duur van de programma's varieert van 2 tot 220 uren. In totaal waren er<br />
1 203 uren les.<br />
Daarnaast wordt meegewerkt aan talrijke initiatieven van <strong>het</strong> Eekhoutcentrum (dat<br />
navorming voor de onderwijssector organiseert), van de <strong>KU</strong>LAK-faculteiten, van de<br />
Universiteit Derde Leeftijd en de Davidsfonds-Universiteit voor de Vrije Tijd. Instellingen,<br />
bedrijven en organisaties doen geregeld op <strong>het</strong> PUC een beroep om samen<br />
vormingsactiviteiten op te zetten.<br />
Door middel van interactieve videoconferenties konden een aantal programma's<br />
simultaan in Kortrijk en <strong>Leuven</strong> georganiseerd worden, bv. van <strong>het</strong> Centrum voor<br />
142 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap. <strong>KU</strong>LAK was ook <strong>het</strong> referentiepunt in West-<br />
Vlaanderen voor de medische videoconferenties van <strong>het</strong> zogenaamde Pentalfaproject,<br />
die op verschillende locaties in Vlaanderen konden gevolgd worden vanaf 1 oktober<br />
<strong>1998</strong>. Samenwerking met de UPV-Dienst <strong>Leuven</strong> en <strong>het</strong> <strong>Leuven</strong>s Instituut voor<br />
Nieuwe Onderwijsvormen is daarvoor de noodzakelijke basis.<br />
4.2 Eekhoutcentrum. Didactisch Pedagogisch Centrum<br />
In 1997-<strong>1998</strong> organiseerde <strong>het</strong> Eekhoutcentrum bijscholing voor 9 415 leraren,<br />
PMS-medewerkers en onderwijsdirecties van alle onderwijsniveaus. Er waren 108<br />
verschillende programma's. Naast de studienamiddagen over vakgebonden didactische<br />
onderwerpen, waren er ook de jaarlijkse studiedagen met uitwisseling van<br />
ervaringen en leermaterialen: de dag van <strong>het</strong> Nederlands, de dag van de classici, de<br />
dag van de docent hoger onderwijs, de wiskundebeurs enz. Ook dit jaar konden<br />
leraren gedetacheerd worden om langlopende cursussen, zowel in <strong>het</strong> basis- als in<br />
<strong>het</strong> secundair onderwijs, te begeleiden en de doorwerking in de scholen zelf op te<br />
volgen.<br />
4.3 Eurostudiecentrum Open universiteit (ESC)<br />
Het ESC Open Universiteit coördineert de dienstverlening aan kandidaat-studenten en<br />
ingeschreven studenten van de Open Universiteit. Geïnteresseerden kunnen algemene<br />
informatie inwinnen over de Open Universiteit, en specifieke vragen stellen<br />
over <strong>het</strong> studie-aanbod en de studiemogelijkheden en hulp voor studieplanning en<br />
studiebegeleiding. Vanaf januari <strong>1998</strong> wordt deze dienstverlening ook in Brugge<br />
aangeboden.<br />
Er kwam een samenwerking tussen FLV Education leper en de Open Universiteit<br />
Kortrijk tot stand. Op initiatief van FLV Education werd met een permanentie van de<br />
Open Universiteit in leper gestart in juni <strong>1998</strong>, met voorlopige locatie in de Ieperse<br />
Lakenhalle.<br />
Het ESC Open Universiteit registreerde in 1997-<strong>1998</strong> een totaal van 358 inschrijvingen<br />
(modules). De grootste belangstelling ging uit naar cursussen uit de opleiding<br />
Sociale Wetenschappen en Technische Wetenschappen. In 1997-1 998 werd er voor<br />
een vijftiental cursussen vakinhoudelijke studiebegeleiding georganiseerd. Door middel<br />
van interactieve videoconferenties konden een aantal sessies simultaan in Kortrijk<br />
en in <strong>Leuven</strong> georganiseerd worden, wat tegelijk een besparing van personeel en<br />
middelen en een verdubbeling van <strong>het</strong> aanbod met zich bracht.<br />
Het studiecentrum zorgde voor goede bekendmaking van <strong>het</strong> studieaanbod door<br />
regelmatige mailings aan geïnteresseerden, organisaties en bedrijven, bibliotheken en<br />
culturele centra in de regio West-Vlaanderen<br />
Het Impulscentrum voor onderwijsvernieuwing ondersteunt docenten in hun onder- 5.<br />
wijsvernieuwende initiatieven. Het voorbije jaar werd vooral aandacht besteed aan<br />
toetsautomatisering. Een goedgekeurd StlHO-project (Stimuleringsprogramma Inno- 'm~uiscentrum<br />
vatie Hoger Onderwijs) van <strong>het</strong> ministerie van onderwijs was de drijfveer voor deze voor Ondewijsthemakeuze.<br />
In <strong>het</strong> TOe2TS-project (http://www.kulak.ac.be/impuls/toets/) wordt<br />
ook een Internet-interface ontwikkeld voor <strong>het</strong> opstellen en afnemen van elektrovernieuwing<br />
nische toetsen.<br />
In september heeft <strong>het</strong> Impulscentrum twee cd-roms uitgegeven:<br />
- 'Wijzigingen aan de wetgeving inzake Hypothecair krediet', een multimediale syllabus<br />
in opdracht van <strong>het</strong> Postuniversitair Centrum West-Vlaanderen<br />
- 'Vous dites?!! Exercices et tests interactifs', een zeer didactische cd-rom vol oefeningen<br />
en tests op veelgemaakte fouten door Nederlandstaligen in <strong>het</strong> Frans. Uitgegeven<br />
door Acco Uitgeverij.<br />
Het Impulscentrum geeft sinds <strong>1998</strong> ook een driemaandelijkse nieuwsbrief uit met<br />
K U Leuren Campus KorìrC I 143
informatie en achtergrond over de werking. Meer informatie op de website:<br />
http://www.kulak.ac.be/impuls.<br />
Men notere dat ook in de faculteiten Wetenschappen en Geneeskunde middelen voor<br />
projecten van onderwijsvernieuwing werden behaald in <strong>het</strong> kader van de 001-projecten<br />
van de K.U.<strong>Leuven</strong> en de STOHO-projecten van <strong>het</strong> Ministerie van Onderwijs.<br />
6.<br />
Bibliotheek<br />
De bibliotheek van <strong>KU</strong>LAK heeft 618 lopende tijdschriften ter beschikking, dit is 28<br />
meer dan in 1997, en 211 754 volumes. De vele boeken illustreren de banden die<br />
de campus heeft in de regio en in <strong>het</strong> land. In <strong>het</strong> najaar <strong>1998</strong> werd een<br />
opmerkelijke tentoonstelling rond Federico García Lorca georganiseerd. De uitbouw<br />
van de elektronische bibliotheek ten slotte blijft veel aandacht en vele 'financiële<br />
middelen vragen; <strong>het</strong> budget voor cd-roms verdubbelde bijvoorbeeld in <strong>1998</strong>.<br />
Historici, rechtskundigen, filologen en studenten uit de andere studierichtingen<br />
vinden er een 'bibliotoop' waar elektronische, gedrukte en archiefinformatie op een<br />
natuurlijke, geïntegreerde manier worden aangeboden. De bibliotheekvernieuwing<br />
verliep in <strong>1998</strong> verder in lijn met onderwijsvernieuwing.<br />
7.<br />
Informaticabeleid<br />
De voornaamste realisaties van <strong>het</strong> informaticabeleid zijn de volgende:<br />
- Via twee werkgroepen die zorgden voor de inhoudelijke afstemming en voor de<br />
vormgeving in <strong>het</strong> systeem werd <strong>KU</strong>LAK-CWIS uitgebouwd; eind <strong>1998</strong> beschikten<br />
alle faculteiten en grotere eenheden over een eerste stel degelijk uitgebouwde<br />
CWIS-pagina's.<br />
- Het geplande vernieuwde backup-systeem voor <strong>KU</strong>LAKnet werd aangekocht en<br />
operationeel gesteld; <strong>het</strong> pakket Meeting Maker werd aangekocht als elektronisch<br />
agendapakket voor de <strong>KU</strong>LAK-medewerkers en als lokalenbeheerssysteem voor de<br />
<strong>KU</strong>LAK-lokalen. Een paar tientallen gebruikers maken vandaag gebruik van dit<br />
elektronisch agendasysteem.<br />
- De Commissie InformaticaBeleid heeft een upgrading van <strong>het</strong> <strong>KU</strong>LAKnet geconci-<br />
pieerd in drie fasen. Een eerste fase werd eind 1997, begin <strong>1998</strong> gerealiseerd en<br />
bestond in <strong>het</strong> plaatsen van een eerste glasvezel-backbone. In een tweede fase<br />
wordt een algemene glasvezel-backbone doorheen gebouw A en B geplaatst en<br />
worden daarenboven enkele verouderde repeaters vervangen door moderne<br />
switches. Met de uitvoering van deze tweede fase werd gestart in de herfst van<br />
<strong>1998</strong>.<br />
- Er werd ook een nieuwe PC-klas opengesteld en enkele noodzakelijke upgrades<br />
werden uitgevoerd in de oudere PC-klas. Nu beschikt men over 50 pc's, opengesteld<br />
voor de studenten.<br />
- Een 2 Mb-lijn tussen <strong>Leuven</strong> en Kortrijk werd operationeel vanaf september <strong>1998</strong>;<br />
hierdoor vervallen een aantal beperkingen van de BELNET-lijn en is <strong>KU</strong>LAK nu een<br />
volwaardig deel van <strong>het</strong> grote <strong>KU</strong>Lnet. Dit is belangrijk o.m. om interactief CDrom-databanken<br />
te kunnen raadplegen en eventueel <strong>het</strong> gebruik van Campus<br />
Computer TV (CCTV) mogelijk te maken.<br />
8.<br />
Algemeen<br />
Beheer<br />
De algemene betrachting om aan de <strong>KU</strong>LAK steeds 'kwaliteit' te leveren vertaalt zich<br />
o.m. in de dwingende noodzaak tot verdere modernisering en uitbreiding van de<br />
infrastructuur. De systematische renovatie van de verlichting werd een belangrijk<br />
aandachtspunt: een eerste fase van vernieuwing in de labo's werd ingezet.<br />
In <strong>het</strong> gebouw C werden lokaalherschikkingen doorgevoerd: vooral om de grote toename<br />
van tijdelijke staf- en wetenschappelijke medewerkers te kunnen opvangen.<br />
Het reglement voor de verplaatsingen van <strong>het</strong> academisch personeel in <strong>het</strong> kader van<br />
hun onderwijsopdracht werd aangepast aan de vigerende wetgeving.<br />
De recurrente werkingsmiddelen voor de algemene diensten van de <strong>KU</strong>LAK lagen in<br />
<strong>1998</strong> 13 % lager dan in 1997. Daarentegen werd de toelage aan de faculteiten met<br />
30 % opgetrokken.<br />
De dienstverlening in <strong>het</strong> Guesthouse in <strong>het</strong> centrum van de stad werd stopgezet en<br />
werd vervangen door nieuwe voorzieningen op de campus. Er werd een nieuwe 'Club<br />
<strong>KU</strong>LAK' ingericht waar personeel en gasten van <strong>KU</strong>LAK-K.U.<strong>Leuven</strong> elkaar kunnen<br />
ontmoeten bij een goed verzorgde lunch in een gezellige atmosfeer. Daarnaast wer-<br />
144 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong>
den enkele studio's met gemeenschappelijke living ingericht voor (buitenlandse) gasten<br />
van de <strong>KU</strong>LAK.<br />
De geplande bouw van <strong>het</strong> Vlaams Kunststoffencentrum en <strong>het</strong> Innovatie- en Incubatiecentrum<br />
kon nog niet starten omwille van verschillende acties die door omwonenden<br />
tegen <strong>het</strong> project gevoerd worden. Met de aanleg van <strong>het</strong> park daarentegen<br />
werd wel gestart. De tweede fase is voorzien voor eind 1999.<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> mobiliteitsplan van de stad Kortrijk is de campus vanuit de stad 9.<br />
beter bereikbaar door een grotere frequentie van bussen.<br />
Studenten-<br />
De verbintenis aangegaan met de vzw Alma in 1997 kent verder een gunstige evolu- voorzieningen<br />
tie. Er is tevredenheid omtrent <strong>het</strong> aanbod, de kwaliteit en de variatie van <strong>het</strong> voedsel.<br />
Dit wordt opgevolgd door de tweemaandelijkse maaltijdencommissie, samengesteld<br />
uit vertegenwoordigers van de Alma en alle geledingen van de <strong>KU</strong>LAK.<br />
Het studentencentrum, <strong>het</strong> vroegere studentenhuis, kreeg in 1997 een grondige<br />
renovatie. Naast de vier studio's, hoofdzakelijk verhuurd aan gast-onderzoekers,<br />
werd een vergaderruimte voorzien, die ook wordt gebruikt voor culturele manifestaties.<br />
De universitaire residenties, Groene Mote en Studentendorp, waren zoals vorig jaar<br />
opnieuw volledig bezet. De huurprijzen van de kamers werden niet verhoogd.<br />
De subsidiëring van de Sociale Sector aan de <strong>KU</strong>LAK werd nagenoeg op <strong>het</strong> niveau<br />
van de vorige jaren behouden, wat een noodzaak is voor de bloei van <strong>het</strong> sociaalcultureel<br />
leven aan onze campus. Er werd financiële ruimte voorzien om de studenten<br />
dezelfde faciliteiten aan te bieden als aan onze Alma Mater, zoals gestructureerde en<br />
professionele begeleiding bij faalangst.<br />
De ontmoetingsdagen voor nieuwe studenten in Anseremme kenden 'traditioneel'<br />
10.<br />
een groot succes. 165 nieuwe studenten op een totaal van 430 generatiestudenten<br />
namen deel aan een van de vier sessies. 'Met minder schrik en meer vrienden' heb- Universitaire<br />
ben ze hun universitaire studies aangevat.<br />
Parochie<br />
Het blijft moeilijk om studenten naar de wekelijkse viering te krijgen, Aswoensdag en<br />
kerstviering uitgezonderd.<br />
De meer 'horizontale' activiteiten konden wel rekenen op een stijgende deelname:<br />
wereldwinkel, wekelijkse broodmaaltijd voor oud-studenten in de derde wereld, de<br />
maandelijkse werkgroepen voor kinderen, bejaarden en gehandicapten. Dit jaar werd<br />
opnieuw gestart met de schrijfactie van Amnesty International. De parochie was heel<br />
actief in de studentenactie Student-Aid. Het zijn geen spectaculaire acties, maar ze<br />
zijn uiterst waardevol om de volgehouden inzet.<br />
Als bijzondere evenementen waren er <strong>het</strong> internationaal wijsgerig colloquium 'Multi- 11,<br />
culturalisme' in samenwerking met Catho Lille, <strong>het</strong> XXste congres van de International<br />
Society for the History of Education met 250 deelnemers in augustus <strong>1998</strong>. Evenementen<br />
Daarnaast zijn ook te vermelden die vier studieavonden van de KBC-leerstoel Onder- en Externe<br />
nemerschap en van <strong>het</strong> Financieel forum West Vlaanderen.<br />
Relaties<br />
Samen met de Kortrijkse hogescholen werd de tweede editie van 'De week van de<br />
Kortrijkse student' georganiseerd. In samenwerking met de Cultuurcommissie van de<br />
<strong>KU</strong>LAK werden diverse culturele evenementen op touw gezet. Verschillende<br />
hoogwaardige middagconcerten werden opengesteld voor kaderleden van de<br />
omliggende bedrijven.<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> samenwerkingsproject (sinds 1992) tussen KLILAK en Furman<br />
University in Greenville (South Carolina, USA) coördineerde de Dienst Externe<br />
Relaties <strong>het</strong> studieverblijf van 27 Amerikaanse studenten op de Kortrijkse campus in<br />
november 1 997.<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> Campus Kortrijk I 145
Interfacultaire instituten<br />
Het HIVA werd in zijn huidige structuur opgericht in 1974, op initiatief van de q,<br />
K.U.<strong>Leuven</strong> en de Christelijke Arbeidersbeweging.<br />
Wet Hoger<br />
De voornaamste doelstelling is wetenschappelijke inzichten verwerven over maat- Instituut voor<br />
schappelijke problemen van werknemers en van kansarme groepen in de samenleving,<br />
om aldus een bijdrage te leveren tot de oplossing van deze problemen. Dit<br />
de Arbeid<br />
wordt gerealiseerd door <strong>het</strong> aantrekken en uitvoeren van beleidsgericht onderzoek op WIVA<br />
de domeinen van onderwijs en arbeidsmarkt, sociaal en economisch beleid, arbeid.<br />
In <strong>1998</strong> waren er ongeveer 120 projecten in uitvoering, verdeeld over de drie onderzoekssectoren.<br />
Hiertussen zaten er heel wat Europese projecten, die meestal in <strong>het</strong><br />
kader van een consortium of netwerk werden uitgewerkt. De portefeuille van onderzoeksopdrachten<br />
bedroeg ongeveer 170 miljoen. De belangrijkste opdrachtgever is<br />
de Vlaamse overheid (70 miljoen). Dan volgen diverse instellingen en bedrijven (29),<br />
Europese projecten (19), Christelijke arbeidersbeweging (191, de Federale Overheid<br />
(1 5), Steden en gemeenten (1 3). De K.U.<strong>Leuven</strong> staat in voor enkele personeelsmandaten<br />
en voor de infrastructuur.<br />
Het opzetten van opleidingsinitiatieven vormt een tweede activiteit van <strong>het</strong> HIVA.<br />
HIVA Vorming organiseert, in <strong>het</strong> kader van UPV, een 50-tal verschillende activiteiten;<br />
zowel langlopende opleidingen (40 u), seminaries en workshops, basiscursussen<br />
als studiedagen. Deze zijn ongeveer gelijk verdeeld over de domeinen mens-management,<br />
preventiebeleid-arbeidsveiligheid en milieubeleid. Tijdens <strong>het</strong> academiejaar<br />
1997-<strong>1998</strong> waren 1 117 studenten ingeschreven en werden er 2 643 uren cursus<br />
aangeboden. De omzet bedroeg zowat 26 mio BEF. Op strategisch niveau is er de<br />
steun van een Beschermcomité, op operationeel niveau van diverse denk- en stuurgroepen.<br />
Er zijn ongeveer 105 personeelsleden, waarvan een vierde deeltijds werkt. In de<br />
verschillende onderzoekssectoren werken een 80-tal wetenschappelijke medewerkers,<br />
waarvan een 20-tal stafleden. De administratieve en technische ondersteuning<br />
gebeurt door 25 medewerkers. In de cursussen HIVA-vorming is er ook een intense<br />
samenwerking met verschillende faculteiten en departementen van de K.U.<strong>Leuven</strong>,<br />
vooral met de faculteit Toegepaste Wetenschappen, de afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie<br />
en <strong>het</strong> Instituut voor Milieu- en Energierecht.<br />
De wetenschappelijke output bestaat uit publicaties: de resultaten van de afgewerkte<br />
projecten werden neergeschreven in 50 onderzoeksrapporten; daarnaast verschenen<br />
een 150-tal artikels en bijdragen in boeken, referaten op congressen. Er werden ook<br />
21 studiedagen georganiseerd, o.m. over sociale economie, sociale huisvesting,<br />
trajectbegeleiding, sociale tewerkstelling en arbeidsbemiddeling.<br />
De beleidsgerichte output omvat talloze artikels in beleidsgerichte tijdschriften,<br />
voordrachten en lezingen voor bepaalde doelgroepen. Een volledig overzicht van<br />
deze output is te vinden in <strong>het</strong> activiteitenverslag 1997-<strong>1998</strong>.<br />
Er wordt zeer veel aandacht besteed aan een actief publicatie- en promotiebeleid. De<br />
onderzoeksresultaten worden ruim en efficiënt verspreid naar de opdrachtgevers en<br />
andere geïnteresseerden. Aan <strong>het</strong> HIVA zijn reeds 625 titels verschenen. In <strong>1998</strong><br />
werden 50 onderzoeksrapporten gepubliceerd. Een volledig overzicht is te vinden in<br />
de thematische publicatielijst van <strong>het</strong> HIVA.<br />
In de toekomst zal bijzondere aandacht worden besteed aan een systematische kwaliteitsbewaking.<br />
Er wordt een intern publicatiefonds opgericht, waardoor de productie<br />
van internationale publicaties wordt gestimuleerd. Een cel 'research based<br />
consultancy' wordt uitgebouwd.<br />
Interfacultaire instituten 1<br />
147
2.<br />
Katholiek<br />
Documentatieen<br />
Onderzoekscentrum<br />
KADOC<br />
KADOC slaagde erin zich in <strong>1998</strong> sterker te profileren als documentatie- en studiecentrum<br />
met betrekking tot de katholica in Vlaanderen. Het centrum vervult een<br />
agorafunctie als ontmoetingsplaats van diverse wetenschappelijke disciplines, maar<br />
ook van de onderzoekswereld en de katholieke gemeenschap. Dit uit zich enerzijds<br />
in een sterke toename van comparatief-internationale samenwerking en onderzoek en<br />
anderzijds in enkele binnenkerkelijke advies- en studieprojecten.<br />
Er was een grote instroom aan documentatie, waarbij de verhouding kwantiteitlkwaliteit<br />
een opvallend gunstige balans vertoont. De documentatie beslaat ongeveer<br />
15 km en is voor ca 75% toegankelijk. De verdere uitbouw van de werkinstrumenten<br />
blijft prioritair, evenals de overschakeling van Libis naar Amicus, waarbij<br />
KADOC als een van de pilootinstellingen functioneert.<br />
Het wetenschappelijk onderzoek neemt toe. Vorig jaar werden veel internationale<br />
contacten gelegd in Frankrijk, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Italië, in voorbereiding<br />
van geplande colloquia of andere, meer duurzame vormen van samenwerking.<br />
Ook qua projectonderzoek was <strong>het</strong> een goedgevuld jaar. Het orgelpunt van <strong>het</strong> neogotiekonderzoek<br />
was de publicatie van de biografie annex oeuvrecatalogus van Joris<br />
Helleputte, als eerste deel in de nieuwe reeks 'KADOC-Artes'. De onderzoeksgroep<br />
'Katholieken, kunst en cultuur' startte met onderzoek van <strong>het</strong> modernisme, 1908-<br />
1958. De onderzoeksgroep 'Binnenkerkelijke ontwikkelingen' bereidde een publicatie<br />
voor rond 'Relatie en huwelijk', als derde deel van de reeks 'Levensrituelen' en een<br />
bundel over 'Facetten van de seculiere clerus in Vlaanderen in de 19de en 20ste<br />
eeuw'. Andere nieuwe projecten waren: 'Sociaal-economische geschiedenis van<br />
Vlaams-Brabant' en 'Vrouwen als zelfstandige ondernemers'. Voorbereidende<br />
contacten werden gelegd rond 'Vlaamse arbeid in Noord-Frankrijk'. Een onderzoeksveld<br />
in volle ontwikkeling is dat van de religieuze instituten, die in toenemende mate<br />
hun archief en documentatie op <strong>het</strong> KADOC deponeren. In totaal werden vier boeken<br />
gepubliceerd: twee in de reeks 'KADOC-Artes', en telkens één in de reeksen<br />
'KADOC-Studies' en 'Diversen'.<br />
Het personeelsbestand bleef stabiel. Eind <strong>1998</strong> werkten er 42 personeelsleden op<br />
KADOC.<br />
3.<br />
Instituut voor<br />
Levende<br />
Talen<br />
I LT<br />
3.1 Opdracht<br />
Het Instituut voor Levende Talen is een interfacultair instituut dat taalservice verleent<br />
aan de faculteiten, instituten en diensten. Hierbij wordt rekening gehouden met <strong>het</strong><br />
opleidingsprofiel en de opleidingsdoelstellingen van de betrokken faculteiten en diensten.<br />
Het ILT doet eveneens aan toegepast didactisch onderzoek in verband met<br />
moderne (vreemde) talen, vaak in samenwerking met de Faculteit Letteren.<br />
Er worden 8 talen onderwezen in 6 verschillende faculteiten: Arabisch, Chinees,<br />
Duits, Frans, Engels, Japans, Nederlands, Russisch. Deze verplichte of optionele<br />
taalcolleges worden uitsluitend door de studenten van de betrokken faculteiten<br />
gevolgd.<br />
Daarnaast zijn er nog: Nederlands voor anderstaligen, Kiswahili, Bulgaars, Deens,<br />
Noors, Pools, Tsjechisch en Zweeds die ook toegankelijk zijn voor studenten van<br />
andere faculteiten, uitwisselingsstudenten en andere hoger opgeleiden.<br />
148 Katholieke Universiteil <strong>Leuven</strong>
3.2 Kerncijfers<br />
Totaal aantal studenten<br />
Totaal aantal docenten<br />
Totaal aantal ATP<br />
Aantal ZAPIBAP<br />
Aantal AAPIPA<br />
Aantal ATP<br />
Totaal omvang opdracht in VTE<br />
7 006<br />
43<br />
6<br />
9,72 VTE<br />
20,07 VTE<br />
4,55 VTE<br />
34,34 VTE<br />
3.3 Projecten<br />
In <strong>1998</strong> werd meegewerkt aan diverse nationale en internationale projecten, gefinancierd<br />
door organisaties als Lingua, Tempus-Tacis, <strong>het</strong> ministerie van de Vlaamse<br />
gemeenschap, <strong>het</strong> CLVV (Taalunie);<br />
1. Ontwikkeling van 'distance learning teacher programme English' voor Voronezh<br />
State University;<br />
2. 'Small is beautiful', een multimediale zelfstudieleergang Nederlands voor uitwisselingsstudenten;<br />
3. Woordenboek Modern Arabisch-Nederlands en omgekeerd;<br />
4. Frans leerwoordenboek 'Français des affaires';<br />
5. Instap, een multimediale leergang Nederlands;<br />
6. WALL-project: ICCP (Interactive Classroom Computer Project);<br />
7. Ondersteuning bij <strong>het</strong> oprichten van taalonderwijs in project 'Training in<br />
democracy, democracy in training' aan de University of the North, Branch of Qua<br />
Qua, Oranje Vrijstaat, Zuid-Afrika.<br />
3.4 Structuur van <strong>het</strong> ILT - taalleergangen en aantal studenten<br />
Faculteiten<br />
ETEW<br />
Rechtsgeleerdheid<br />
Sociale Wetenschappen<br />
Letteren<br />
Geneeskunde<br />
Voorbereidend Instituut<br />
ILT 2<br />
ILT 2: vrije studenten<br />
Talen<br />
Duits, Engels, Frans<br />
Duits, Engels, Frans<br />
Duits, Engels, Frans, Nederlands<br />
Arabisch, Bulgaars, Chinees, Deens,<br />
Japans, Nederlands, Noors, Pools,<br />
Russisch, Tsjechisch, Zweeds<br />
Engels<br />
Nederlands<br />
Nederlands voor anderstaligen<br />
Bulgaars, Deens, Kiswahili,<br />
Nederlandse taalbeheersing, Noors,<br />
Pools, Tsjechisch, Zweeds<br />
Aantal studenten<br />
2 681<br />
1 104<br />
90 1<br />
624<br />
7 5<br />
5<br />
1 400<br />
227<br />
Het WAV is een samenwerkingsinitiatief tussen de afdeling Arbeids-en Organisatie- 4.<br />
sociologie (Departement socioÏogie), <strong>het</strong> Centrum voor ~cÖnomische studiën en de<br />
sector Arbeid, HIVA.<br />
Steunpunt<br />
Werkgelegenheid<br />
~ ~ b en ~ i d<br />
Het Steunpunt WAV is opgericht om logistieke en wetenschappelijke ondersteuning<br />
te bieden aan onderzoekers en beleidsmedewerkers die werkzaam zijn rond thema's<br />
als werkgelegenheid, werkloosheid, arbeidsverhoudingen, vorming, aansluiting Vorming<br />
onderwijs-arbeidsmarkt.<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> VIONA-programma (Vlaamse Regering) zorgt <strong>het</strong> Steunpunt<br />
WAV<br />
voor:<br />
- de informering en documentering over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt;<br />
- de netwerkvorming met arbeidsmarktonderzoekers en de brede valorisatie van<br />
wetenschappelijk arbeidsmarktonderzoek via de publicatie van <strong>het</strong> trimesteriële<br />
tijdschrift 'Nieuwsbrief Steunpunt WAV';<br />
- de monitoring en rapportering van trends en evoluties op de arbeidsmarkt (zie<br />
Interíawltaire instiMen I<br />
149
Jaarboek over de Arbeidsmarkt);<br />
- de netwerkvorming met Vlaamse statistiekadministraties.<br />
In opdracht van de federale overheid organiseert <strong>het</strong> gebruikersgroepen met federale<br />
statistiekadministraties en is <strong>het</strong> betrokken bij samenwerkingsprojecten met diverse<br />
federale statistiekinstellingen rond verbetering van en betere valorisatie van de<br />
bestaande statistische gegevens (Agora-programma). Op vraag van de European<br />
Foundation, Dublin is <strong>het</strong> Steunpunt nationaal correspondent voor de EIROdatabank<br />
(rapportering voortgang arbeidsverhoudingen).<br />
De specificiteit van <strong>het</strong> Steunpunt ligt in de intermediaire rol die <strong>het</strong> speelt als<br />
communicatieschakel tussen onderzoekers en medewerkers van overheidsdiensten<br />
en administraties die statistische gegevens over de arbeidsmarkt verzamelen. Vanuit<br />
deze rol als intermediair contactpunt heeft <strong>het</strong> Steunpunt een telefonische informatielijn<br />
uitgewerkt rond arbeidsmarktgegevens. Wie op zoek is naar arbeidsmarktcijfers<br />
of literatuur rond arbeidsmarkt of arbeidsverhoudingen kan daar terecht voor advies.<br />
Het Steunpunt WAV telt 12 FTE wetenschappelijke stafleden en 4 FTE ATP leden.<br />
Het jaarlijks beschikbaar budget bedraagt ongeveer 30 mio BEF. Per jaar worden 3<br />
nieuwsbrieven, 6 jaarboeken (1 Vlaanderen, 5 provinciale) en verscheidene thematische<br />
dossiers gepubliceerd. Alternerend richt <strong>het</strong> Steunpunt jaarlijks een Arbeidsmarktonderzoekersdag<br />
of Arbeidsmarktstatistiekdag in.<br />
5.<br />
Het Universitair Centrum voor Statistiek (UCS) is in <strong>het</strong> academiejaar 1988-1989<br />
gestart als samenwerkingsverband tussen onderzoekseenheden die bedrijvig zijn op<br />
Universitair <strong>het</strong> gebied van zuivere en toegepaste statistiek. Momenteel zijn ZAP- en AAPIBAP-<br />
Centrum voor<br />
leden van 15 onderzoekseenheden uit alle faculteiten van <strong>Leuven</strong> en Kortrijk en<br />
Ludit bij de activiteiten betrokken. De stuurgroep bestaat uit 34 leden.<br />
Statistiek<br />
UCS<br />
Volgende activiteiten werden ontplooid:<br />
- International Study Program in Statistics (ISPS), een postgraduaat opleiding met<br />
40 inschrijvingen in <strong>1998</strong>. In <strong>1998</strong> kwamen naast doctoraatstudenten ook 14<br />
Griekse studenten <strong>het</strong> programma volgen.<br />
- Interne dienstverlening aan de universitaire gemeenschap:<br />
- 18 kortlopende cursussen statistiek en gegevensverwerking met gemiddeld 20<br />
deelnemers;<br />
- interne consulting bij 12 onderzoeksgroepen uit diverse faculteiten;<br />
- hulpverlening bij statistische verwerking door centrale diensten.<br />
- Statistisch onderzoek: 7 seminaries, 1 workshop, 1 themamiddag.<br />
- Externe dienstverlening:<br />
- externe consulting voor 3 grootschalige projecten;<br />
- 13 kortlopende cursussen, waarvan 4 binnen bedrijven.<br />
- Contractonderzoek:<br />
- project met de onderwijsraad (1 voltijdse, 2 halftijdse medewerkers);<br />
- DWTC project 'Duurzaam beheer van de Noordzee' (1 voltijdse en 1 deeltijdse<br />
medewerker).<br />
6. LUCAS is <strong>het</strong> Samenwerkingsverband tussen de K.U.<strong>Leuven</strong> en Caritas Catholica<br />
Vlaanderen. De opdracht van dit centrum bestaat uit onderzoek, vorming en<br />
LUCAS<br />
dienstverlening in de domeinen van de gezondheidszorg, de welzijnszorg en de<br />
internationale solidariteit.<br />
De werking van LUCAS wordt gefinancierd door middel van een jaarlijkse<br />
basisfinanciering door beide partners in <strong>het</strong> samenwerkingsverband en door middel<br />
van externe projectfinanciering. Voor <strong>1998</strong> bedroeg de basisfinanciering 4 miljoen en<br />
er werden voor een bedrag van 16 miljoen externe projecten gefinancierd. De staf<br />
bestaat uit de directeur, de coördinator en een projectleider en zes wetenschappelijke<br />
medewerkers met een contract van bepaalde duur en een administratieve<br />
medewerker.<br />
150 Katholieke Universiteit <strong>Leuven</strong><br />
I<br />
Sedert 1989 heeft LUCAS een 50-tal projecten gerealiseerd. De onderzoeksthema's<br />
worden in overleg tussen beide partners bepaald in een paritair samengesteld
Bestuurscollege waarin vertegenwoordigers zetelen van de Faculteiten Geneeskunde,<br />
Sociale Wetenschappen, Economie, Theologie en Psychologie en van de Caritas<br />
Verbonden en de Solidariteitsacties. De opdrachtgevers zijn overwegend de Vlaamse<br />
en Federale overheid en overlegplatforms in de gezondheidszorg en de welzijnszorg.<br />
De belangrijkste onderzoeksthema's zijn op dit ogenblik: de formele en de informele<br />
zorg voor (dementerende) ouderen, de zorg voor chronische psychiatrische patiënten,<br />
de hulpvraag en <strong>het</strong> hulpaanbod in de welzijnszorg, vrijwilligheid en zingevingsvragen<br />
in chronische zorgsituaties. Het hoofdaccent ligt hierbij in de eerste plaats op<br />
beleids- en praktijkgericht onderzoek dat multidisciplinair is opgevat en dat meestal<br />
begeleid of ondersteund wordt door een multidisciplinair samengestelde stuurgroep.<br />
Daarnaast worden op dit ogenblik in samenwerking met de Faculteiten Sociale<br />
Wetenschappen en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen doctoraten<br />
voorbereid.<br />
Het Overlegcentrum voor Christelijke Ethiek, dat thans ook internationaal opereert '7 " w<br />
onder de naam European Centre for Ethics, werd opgericht in 1989.<br />
Overleg centrum<br />
Het werd oorspronkelijk opgevat als een interfacultair en interuniversitair<br />
samenwerkingsverband. Het overlegcentrum bevordert de samenwerking en de<br />
uitwisseling van informatie over wetenschappelijk onderzoek en andere activiteiten Ckiri~telij<br />
tussen de centra voor ethiek.<br />
Het verzorgt de coördinatie van <strong>het</strong> European Ethics Network en de jaarlijkse uitgave<br />
van een directorium met informatie over Europese ethici en centra voor ethiek. In<br />
<strong>het</strong> kader van dit netwerk coördineert <strong>het</strong> centrum ook <strong>het</strong> project: jointly developed<br />
core materials for courses in professional ethics.<br />
Het centrum bereidt tevens de standpuntbepaling voor naar aanleiding van een aantal<br />
actuele ethische kwesties<br />
Ethiek<br />
ke<br />
Het overlegcentrum geeft de tijdschriften<br />
Perspectives uit.<br />
Ethische Perspectieven en Ethical<br />
Interfacultaire instituten I<br />
151
Universitaire zieken huizen<br />
Binnen de U.Z. <strong>Leuven</strong> werd omwille van de sterk tegenvallende financiële resultaten<br />
van 1997, in <strong>1998</strong> <strong>het</strong> responsabiliseringsproces dat vroeger op gang was gebracht,<br />
versneld voorbereid en ontwikkeld, dit alles binnen een globaal veranderingsproject<br />
voor de U.Z. <strong>Leuven</strong>.<br />
Medio <strong>1998</strong> werden de definitieve rekeningen voor 1997 vastgelegd en<br />
bekendgemaakt. Het boekjaar 1997 vertoonde een operationeel verlies van 951 mio<br />
BEF, samen met een negatief saldo voor 1997 van 59 mio BEF voor uitzonderlijke<br />
kosten en opbrengsten. Tevens werd een gecumuleerd negatief saldo van 506 mio<br />
BEF voor vorige boekjaren vastgelegd. Voor de financiering van <strong>het</strong><br />
veranderingsproject werd een herstructureringsprovisie voorzien ten belope van 500<br />
mio BEF. De beslissing tot doorvoering van een veranderingsprogramma werd eind<br />
1997 genomen.<br />
De financiële problemen van de U.Z. <strong>Leuven</strong> vinden hun oorzaak in <strong>het</strong> einde van de<br />
groei aan de inkomstenzijde terwijl de uitgaven zijn blijven toenemen.<br />
Het einde van de groei aan inkomsten heeft twee belangrijke structurele oorzaken:<br />
<strong>het</strong> stagnerend overheidsbudget voor gezondheidszorg, dat leidt tot toenemende<br />
beperkingen op de vergoeding voor de verpleegdagen en op de terugbetaling van<br />
de honoraria;<br />
de vertraging van de vraag naar zorgen mogelijks wegens de verhoging van <strong>het</strong><br />
remgeld ten laste van de patiënt - en dit in weerwil van de stijgende noden,<br />
veroorzaakt door de veroudering van de bevolking.<br />
De inkomsten van de U.Z. <strong>Leuven</strong> waren in 1997, voor <strong>het</strong> eerst na vele jaren niet<br />
gegroeid. Tussen 1988 en 1996 groeide de omzet gemiddeld met meer dan 7% per<br />
jaar. In 1997 was hij met 1,5% gedaald, waarbij de oorzaak gesitueerd wordt in een<br />
globale stagnatie van <strong>het</strong> aantal zorgverstrekkingen, als in de afremming van de<br />
financiering door de overheid. Bovendien is er toenemende concurrentie van de<br />
andere ziekenhuizen.<br />
Tegenover inkomsten, die niet meer groeiden, stonden uitgaven, die bleven<br />
toenemen.<br />
Daarnaast bleek de U.Z. <strong>Leuven</strong> ook onvoldoende gewapend om snel en wendbaar te<br />
reageren op steeds snellere evoluties in de gezondheidszorg en in de financiering<br />
ervan.<br />
De onrustbarende financiële situatie was de aanleiding tot een reeks maatregelen en<br />
opties binnen een globaal veranderingsproject.<br />
Om de inkomsten te verhogen werd een project 'Waterdichte facturatie' gestart<br />
waarbij gestreefd werd naar procedures die garant stonden voor een volledige<br />
facturering van de aanrekenbare prestaties.<br />
Verder werd een project 'Optimalisatie Medische Dienstverlening' opgestart. Doel<br />
van dit project was de 'klantvriendelijkheid' en de service t.o.v. patiënten en<br />
verwijzende artsen te verhogen, wat op termijn ook de inkomsten ten goede zou<br />
komen. Tegelijkertijd moest dit project de efficiëntie verhogen binnen <strong>het</strong> kader van<br />
de beschikbare middelen.<br />
Dit project omvatte o.m., maar niet uitsluitend, volgende opdrachten:<br />
* reductie van wachttijden voor afspraken en onderzoeken;<br />
* efficiëntieverhoging in de raadplegingen, van inschrijving tot rapportering;<br />
* verbetering van:<br />
- de doorstroming van patiënten door verschillende diensten<br />
- de organisatie van de daghospitalisatie<br />
Universitaire ziekenhuizen I<br />
153
- <strong>het</strong> opnamebeleid.<br />
De belangrijkste maatregel was de beslissing tot een volledige doorlichting van alle<br />
diensten binnen de U.Z. <strong>Leuven</strong> met <strong>het</strong> oog op een optimalisatie van de<br />
dienstverlening en een inzicht in de strategische opportuniteiten. De optimalisatie<br />
van de dienstverlening zal eveneens leiden tot een meer optimale omkadering in<br />
functie van de dienstverlening.<br />
Alle medische en niet-medische diensten werden stuk voor stuk in die zin<br />
doorgelicht. De verbeteringsvoorstellen op gebied van strategie en van efficiëntie<br />
werden door de Diensten zelf uitgewerkt.<br />
Het hele project werd begeleid door een gemengd 'Kernteam' dat samengesteld werd<br />
uit 6 medewerkers van McKinsey & Co. en 16 medewerkers uit diverse medische en<br />
niet-medische diensten van de U.Z. <strong>Leuven</strong>, die voor de duur van <strong>het</strong> project van de<br />
meeste van hun gewone opdrachten in hun Dienst ontlast werden.<br />
De analysemethodiek werd aangereikt door de leden van McKinsey & Co, terwijl<br />
zowel de U.Z.-leden als de medewerkers van McKinsey ieder hun eigen specifieke<br />
ervaring en inzichten inbrachten.<br />
Het Veranderingsproject van de U.Z. <strong>Leuven</strong> heeft drie krachtlijnen:<br />
* <strong>het</strong> introduceren van een nieuwe manier van denken en werken (via<br />
zorgprogramma's & activiteitencentra);<br />
* <strong>het</strong> ondersteunen van deze nieuwe manier van werken door relevante<br />
managementinformatie en opvolgingssystemen (boordtabellen);<br />
* een goed afgelijnde projectstructuur, die enerzijds berust op de bestaande<br />
Diensten en anderzijds de nieuwe manier van werken incorporeert.<br />
De doorlichting van de Diensten gebeurde vanuit twee dimensies: via<br />
'zorgprogramma's' en via 'activiteitencentra'.<br />
Een 'zorgprogramma' bestaat uit een gecoördineerd geheel van klinische en nietklinische<br />
activiteiten die gericht zijn op een groep patiënten met een gelijkaardige<br />
pathologie, die een homogeen of een zeer gelijkaardig zorgpatroon hebben.<br />
Een 'activiteitencentrum' is een toeleverancier van klinische of niet-klinische diensten<br />
aan één of meer zorgprogramma's. De activiteitencentra zijn herkenbare operationele<br />
eenheden, waarin 'middelen' (personeel en werkingsmiddelen) van de Diensten<br />
geconcentreerd zijn en die ieder een welomschreven dienstverlening afleveren.<br />
Deze doorlichting gebeurde in een aantal opeenvolgende, maar gedeeltelijk<br />
overlappende 'golven', waarbij telkens een welbepaald aantal Diensten waren<br />
betrokken. Het einde van deze doorlichting werd voorzien tegen eind april 1999.<br />
In de loop van <strong>1998</strong> werden een aantal institutionele beslissingen genomen of<br />
geconcretiseerd.<br />
Prof. Dr. J. Peers nam eind juni <strong>1998</strong> ontslag als Voorzitter-Afgevaardigd Beheerder<br />
van de U.Z. K.U.<strong>Leuven</strong>. Prof. dr. G. Mannaerts, Vice-Rector Biomedische<br />
Wetenschappen, werd tijdelijk aangesteld tot Voorzitter van <strong>het</strong> Beheerscomit6 van<br />
de U.Z. <strong>KU</strong> <strong>Leuven</strong>. Prof. dr. J. Janssens werd aangesteld tot hoofdgeneesheer, dit<br />
tot augustus 1999.<br />
Begin maart <strong>1998</strong> werd een bijkomend manager met bedrijfservaring, Dr. Sc. E. De<br />
Wolf, opgenomen in <strong>het</strong> Beheerscomit6 van de U.Z. <strong>Leuven</strong>. Dr. Sc. E. De Wolf<br />
werd tevens tot eind december <strong>1998</strong> aangesteld als Algemeen Directeur van de U.Z.<br />
<strong>Leuven</strong> en tevens Voorzitter van <strong>het</strong> Directiecomité. Zijn opdracht was vanuit deze<br />
positie <strong>het</strong> veranderingsproject op gang te trekken.<br />
154 1 Kaholieke Unversiteit <strong>Leuven</strong><br />
Dr. B. Van Daele werd benoemd tot algemeen directeur, met ingang op 1 januari<br />
1999.<br />
Inzake de ontwikkeling van activiteiten werd een daling van hospitalisatie-activiteit
vastgesteld en een duidelijke stijging van ambulante dienstverlening, inclusief<br />
daghospitalisatie.<br />
Globaal werd trouwens vanaf eind 1997, begin <strong>1998</strong> een hospitalisatiebeleid<br />
gestimuleerd dat een toename van <strong>het</strong> aantal verantwoorde opnames combineert met<br />
een concentratie van de medisch-technische activiteit op zo weinig mogelijk dagen.<br />
De dagziekenhuisactiviteit werd verder ontwikkeld daar waar <strong>het</strong> medisch<br />
aangewezen en financieel verantwoord was. In september <strong>1998</strong> werd een aanvraag<br />
voor vrijwillige afbouw van 56 bedden in <strong>het</strong> U.Z. Sint Pieter bij de bevoegde<br />
overheid ingediend. In december <strong>1998</strong> werd beslist over te gaan tot een bijkomende<br />
vrijwillige afbouw van 117 erkende bedden in <strong>het</strong> U.Z. Sint Pieter. Onder meer<br />
omwille van deze beddenafbouw werd een personeelsreductie met ongeveer 200<br />
VTE doorgevoerd. Deze reductie kon volledig via natuurlijke afvloei worden<br />
verwezenlijkt.<br />
Universitaire ziekenhuizen 1 155
Het <strong>jaarverslag</strong> <strong>1998</strong> wordt gepubliceerd ter<br />
uitvoering van artikel 48 van <strong>het</strong> Gewoon<br />
Reglement Structuur en van artikel 162 van <strong>het</strong><br />
Decreet betreffende de universiteiten in de<br />
Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991.<br />
Eindredactie en coördinatie:<br />
F. Van Nieuwenhove, T. Boon, M. Ryngaert, S. Van Huyck<br />
Redactieadres:<br />
K.U.<strong>Leuven</strong><br />
Stafdienst Rectoraat<br />
Naamsestraat 22<br />
3000 <strong>Leuven</strong><br />
Verantwoordelijke uitgever:<br />
G. Roelans<br />
Oude Markt 13<br />
3000 <strong>Leuven</strong>