273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen
273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen
273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Sectorplan 36, hout: De minimumstandaard voor het be- en verwerken van A- en B-hout is nuttige<br />
toepassing.<br />
In hoofdstuk 19 van het LAP is aangegeven dat het gebruik als brandstof een vorm van nuttige toepassing<br />
is. Binnen de inrichting TPSB wordt het betreffende A- en B hout in de vorm van biomassastof uitsluitend<br />
gebruikt als brandstof in de naverbrander van de thermische reinigingsinstallatie. Hiermee wordt voldaan aan<br />
de minimumstandaard zoals vastgelegd in sectorplan 36.<br />
AV-beleid en AO/IC<br />
In het LAP is aangegeven dat een inrichting die afvalstoffen accepteert over een adequaat acceptatie- en<br />
verwerkingsbeleid (AV-beleid) en een systeem voor administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)<br />
moet beschikken. In het AV-beleid moet zijn aangegeven op welke wijze binnen de inrichting acceptatie en<br />
verwerking van afvalstoffen plaatsvinden. In de AO/IC is vastgelegd hoe door technische, administratieve en<br />
organisatorische maatregelen de relevante processen binnen een inrichting kunnen worden beheerst en<br />
geborgd om de risico's binnen de bedrijfsvoering te minimaliseren.<br />
Voor de inrichting TPSB geldt nu het AV-beleid en AO/IC van 7 november 2011 met kenmerk<br />
05055R._AV(2011)_v3 dat door ons is goedgekeurd op 7 december 2011, met briefnummer 2011-<br />
54.165/48, zaaknummer 363923 . Daarin is aangegeven op welke wijze acceptatie en verwerking van<br />
afvalstoffen plaats zullen vinden. Hierbij is rekening gehouden met de specifieke bedrijfssituatie. Het<br />
beschreven AV-beleid en de AO/IC voldoen aan de randvoorwaarden zoals die in het LAP zijn beschreven.<br />
Wijzigingen in het AV-beleid en/of de AO/IC<br />
De acceptatie van de biomassa afvalstoffen dienen te worden opgenomen in het bestaande AV-beleid en de<br />
AO/IC. Dit hebben wij in voorschrift 1.3.2 van deze vergunning opgenomen.<br />
Wijzigingen in het AV-beleid en/of de AO/IC moeten schriftelijk aan ons ter goedkeuring worden voorgelegd.<br />
Als bevoegd gezag zullen wij vervolgens bezien welke procedure in relatie tot de aard van de wijziging is<br />
vereist. Hiervoor verklaren wij de betreffende voorschriften 2.2.1 t/m 2.2.7 uit de vigerende vergunning van<br />
21 juni 2005 en de voorschriften 2.1.2 tot en met 2.1.5 uit de vigerende vergunning van 23 oktober 2007 ook<br />
van toepassing op de aangevraagde verandering.<br />
Registratie<br />
De aanvrager verkrijgt met deze vergunning de mogelijkheid om afvalstoffen van buiten de inrichting te<br />
ontvangen. Dergelijke inrichtingen vallen onder het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke<br />
afvalstoffen. Voor een effectieve handhaving van het afvalbeheer is het van belang om naast de<br />
meldingsverplichtingen tevens registratieverplichtingen op te nemen (art. 5.8 Bor).<br />
Naast de voorschriften voortvloeiend uit het bestaande AV-beleid zijn geen extra registratievoorschriften in<br />
de vergunning opgenomen. Mede gezien de verplichtingen ingevolge de Wet milieubeheer (artikel 5.8 van<br />
het Bor en de artikelen 10.38 en 10.40 van de Wm) en de verplichtingen ingevolge het Besluit melden<br />
bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de daarbij behorende Regeling, worden voldoende en<br />
juiste gegevens geregistreerd om handhaving mogelijk te maken.<br />
Conclusie<br />
Gelet op het bovenstaande zijn wij van mening dat de aangevraagde activiteiten in overeenstemming zijn<br />
met het geldende afvalbeheersplan en daarmee bijdragen aan een doelmatig beheer van afvalstoffen.<br />
4.9 Lucht<br />
4.9.1 Inleiding<br />
Als gevolg van de thermische reinigingsinstallatie treden emissies op naar de lucht via de schoorsteen van<br />
de rookgasreinigingsinstallatie. Het betreft de verbrandingsgassen van aardgas, bruinkoolstof en<br />
biomassastof en de verbrandingsproducten van in de thermische reinigingsinstallatie vernietigde<br />
verontreinigingen.<br />
Tijdens van het verlenen van vigerende vergunning van 23 oktober 2007 voor de thermische<br />
reinigingsinstallatie was er voor installaties voor de thermische reiniging van verontreinigde grond in de NeR<br />
een bijzondere regeling (F5) opgenomen. In de bijzondere regeling stond dat voor zover de installaties niet<br />
vielen onder het Besluit luchtemissies afvalverbranding (Bla) de daarin opgenomen eisen toch van<br />
toepassing waren, met dien verstande dat de emissieconcentraties moesten worden gerelateerd aan een<br />
zuurstofgehalte van 11%. Met de inwerkingtreding van het Besluit verbranden afvalstoffen (Bva) in maart<br />
2004 is het Bla ingetrokken. De bijzondere regeling F5 is destijds geïnterpreteerd alsof het naar het Bva<br />
verwees.<br />
In paragraaf 6.3 van de voorschriften van de vigerende vergunning zijn eisen opgenomen voor de emissies<br />
van de diverse luchtverontreinigende stoffen uit de thermische reinigingsinstallatie. Daarbij hebben wij<br />
destijds getoetst aan de emissie-eisen van het Bva en de BREF "Afvalverbranding'. Stoffen waarvoor geen<br />
emissie-eisen zijn opgenomen in het Bva of de voornoemde BREF werden zo nodig getoetst aan de NeR.<br />
pagina 12 van 34