02.06.2014 Views

273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen

273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen

273757 Theo Pouw Ontwerpbesluit def doc - Provincie Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.10 Bodem<br />

4.10.1 Bodembescherming<br />

Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn<br />

Bodembescherming (NRB). Het uitgangspunt van de NRB is dat door een combinatie van voorzieningen en<br />

maatregelen (cvm) een verwaarloosbaar bodemrisico wordt gerealiseerd. Alleen in bepaalde bestaande<br />

situaties kan conform de NRB onder voorwaarden volstaan worden met een aanvaardbaar bodemrisico.<br />

Op basis van de NRB worden de (voorgenomen) activiteiten beoordeeld en wordt bepaald welke cvm<br />

noodzakelijk is om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen. Daarbij richt de NRB zich op de normale<br />

bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming in situaties van calamiteiten wordt in het<br />

kader van de NRB niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang die onlosmakelijk deel uitmaakt van<br />

de installatie, bijvoorbeeld in de vorm van een tank of opvangbassin, is wel een activiteit waar de NRB in<br />

voorziet. Tankputten en calamiteiten vijvers voor de opslag van verontreinigd bluswater worden in de NRB<br />

niet behandeld.<br />

Uit de aanvraag blijkt dat er sprake is van de volgende bodembedreigende activiteiten:<br />

- het op- en overslaan van bruinkoolstof en biomassastof;<br />

- het gebruik van bruinkoolstof en biomassastof als brandstof in de naverbrander van de thermische<br />

reinigingsinstallatie.<br />

De bovengenoemde activiteiten vinden plaats boven de vloeistofdichte vloer van de thermische<br />

reinigingsinstallatie. De opslag vindt plaats in dichte silo's.<br />

Ter voorkoming van mogelijke bodemverontreiniging door de aangevraagde activiteiten zijn de artikelen 2.8a<br />

en 2.9 uit afdeling 2.4 van het Activiteitenbesluit en artikel 2.1 lid 1, lid 5 en lid 6, 2.4 lid 1 en lid 2 en artikel<br />

2.6 en vanaf 1 juli 2013 artikel 2.1 lid 2 t/m 4. uit afdeling 2.1 van de Activiteitenregeling van toepassing.<br />

Omdat de eis voor de keuring (eens per zes jaar) van de al bestaande vloeistofdichte vloer van de<br />

thermische reinigingsinstallatie in artikel 2.1 lid 2 t/m 4 strenger is dan de eis (eens per 7 maanden) in<br />

voorschrift 4.6.16 van de vigerende vergunning van 21 juni 2005, blijft dit laatst voorschrift op grond van het<br />

overgangsrecht in artikel 6.1 lid 4 van kracht tot 1 juli 2013. Na deze datum geldt de strengere eis uit de<br />

Activiteitenregeling.<br />

In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn geen milieuregels opgenomen voor bedrijfsriolering.<br />

Voor wat betreft de bedrijfsriolering waarop de vloeistofdichte vloer van de thermische reinigingsinstallatie<br />

afwatert, zijn de voorschriften 4.6.7, 4.6.11, 4.6.12, 4.6.14 t/m 4.6.17, 4.6.19 t/m 4.6.21 uit de vigerende<br />

vergunning van 21 juni 2005 van toepassing. Dit nemen wij op in deze vergunning.<br />

Wij menen dat de door TPSB getroffen voorzieningen in combinatie met de van toepassing zijnde artikelen<br />

uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenbesluit en de van toepassing zijnde voorschriften uit de vigerende<br />

vergunning van 21 juni 2005 de bodemrisico’s voldoende worden beperkt en voldoende invulling wordt<br />

gegeven aan de BBT.<br />

4.10.1 Bodemonderzoeken<br />

Nulsituatieonderzoek<br />

Het preventieve bodembeschermingsbeleid gaat er van uit dat (zelfs) een verwaarloosbaar bodemrisico<br />

nooit volledig uitsluit dat een verontreiniging of aantasting van de bodem optreedt. Om die reden is altijd een<br />

nulsituatieonderzoek noodzakelijk. Het nulsituatieonderzoek richt zich op de afzonderlijke activiteiten en de<br />

daar gebruikte stoffen.<br />

Nulsituatieonderzoek bestaat uit het vastleggen van de nulsituatie bodemkwaliteit voorafgaand aan de start<br />

van de betreffende activiteit(en) en een vergelijkbaar eindsituatieonderzoek na het beëindigen van de<br />

betreffende activiteit.<br />

Het nulsituatieonderzoek moet ten minste duidelijkheid verstrekken over:<br />

• de locatie van bemonsteringspunten rekening houdend met de mobiliteit van de gebruikte stoffen en<br />

de lokale grondwaterstroming;<br />

• de wijze waarop de betreffende stoffen moeten worden gedetecteerd, bemonsterd en geanalyseerd;<br />

• de bodemkwaliteit ter plaatse van bemonsteringslocaties.<br />

De in het nulsituatieonderzoek vastgelegde bodemkwaliteit geldt als uitgangspunt bij de beoordeling of ten<br />

gevolge van de betreffende activiteiten verontreiniging of aantasting van de bodem heeft plaatsgevonden en<br />

of bodemherstel nodig is.<br />

Bij de aanvraag om de oprichtingsvergunning van 21 juni 2005 is reeds een nulsituatieonderzoek gevoegd.<br />

De actuele kwaliteit van de bodem van het terrein van de inrichting is bepaald en vastgelegd in het<br />

verkennend bodemonderzoek met rapport nummer ER0480502 en het nader bodemonderzoek met rapport<br />

nummer ER0480620, welke als bijlage bij die aanvraag was gevoegd.<br />

pagina 17 van 34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!