06.09.2014 Views

SVB Beleidsregels 2012, deel I: Terugvordering

SVB Beleidsregels 2012, deel I: Terugvordering

SVB Beleidsregels 2012, deel I: Terugvordering

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>SVB</strong> <strong>Beleidsregels</strong> Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS 114<br />

<strong>Terugvordering</strong><br />

De beleidsregels zijn op 22 augustus <strong>2012</strong><br />

vastgesteld door de Raad van Bestuur van<br />

de Sociale Verzekeringsbank en op 29<br />

augustus <strong>2012</strong> bekend gemaakt in de<br />

Staatscourant (Stcrt. <strong>2012</strong>, 17507).<br />

De beleidsregels worden minimaal eenmaal<br />

per jaar herzien.<br />

k www.svb.nl voor de meest recente<br />

versie.<br />

Bestuursrechtelijke terugvordering<br />

SB1114<br />

<strong>Terugvordering</strong> van uitkeringen<br />

artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW, artikel 7 MKOB en artikel 15<br />

Uitvoeringsbesluit Remigratiewet<br />

De <strong>SVB</strong> is op grond van artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW, artikel 7<br />

MKOB, en artikel 15 Uitvoeringsbesluit Remigratiewet verplicht onverschuldigd<br />

betaalde uitkering terug te vorderen. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn,<br />

is de <strong>SVB</strong> bevoegd geheel of ge<strong>deel</strong>telijk af te zien van terugvordering (artikel 24, vierde<br />

lid AOW, artikel 53, vierde lid Anw, artikel 24, vierde lid AKW, artikel 7, tweede lid<br />

MKOB en artikel 15, derde lid Uitvoeringsbesluit Remigratiewet). Het gebruik van<br />

deze bevoegdheid komt slechts aan de orde in zoverre de <strong>SVB</strong> niet reeds in verband met<br />

deze zelfde dringende redenen geheel of ge<strong>deel</strong>telijk heeft afgezien van intrekking van de<br />

uitkering dan wel voorziening, of herziening daarvan ten nadele van de belanghebbende<br />

(zie voor het gebruik van deze laatste bevoegdheid Deel I, Verlaging of intrekking met<br />

terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden, SB1078. Voor zover de<br />

<strong>SVB</strong> de uitkering dan wel voorziening niet heeft herzien of ingetrokken, kan immers het<br />

bedrag dat in overeenstemming met de toekenningsbeschikking ten onrechte werd<br />

betaald reeds om die reden niet worden teruggevorderd.<br />

Een situatie die geen dringende reden oplevert om geheel of ge<strong>deel</strong>telijk af te zien van<br />

intrekking of herziening van de uitkering, maar wel een dringende reden vormt om<br />

geheel of ge<strong>deel</strong>telijk af te zien van terugvordering, zal zich slechts in een zeer<br />

incidenteel geval voordoen. Te denken valt aan een situatie waarin de sociale of<br />

financiële omstandigheden van de belanghebbende zich verzetten tegen volledige<br />

terugvordering. In het algemeen hanteert de <strong>SVB</strong> dan echter de door de jurisprudentie<br />

ondersteunde lijn dat met dergelijke omstandigheden pas rekening wordt gehouden bij<br />

het besluit inzake de wijze van terugbetaling.<br />

Op grond van de MKOB is de <strong>SVB</strong> onder alle omstandigheden verplicht om tot<br />

herziening of intrekking van een tegemoetkoming over te gaan indien de feiten daartoe<br />

aanleiding geven. Wel is de <strong>SVB</strong> in geval van dringende reden bevoegd om af te zien<br />

van (volledige) terugvordering van de tegemoetkoming. De <strong>SVB</strong> hanteert daarom het<br />

beleid dat zij uitsluitend acht slaat op dringende redenen die aan terugvordering in de<br />

weg staan en laat de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de herziening of<br />

intrekking van de tegemoetkoming buiten beschouwing. Specifiek voor de<br />

Remigratiewet geldt dat artikel 15, vierde lid van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet<br />

de <strong>SVB</strong> verplicht geheel of ge<strong>deel</strong>telijk af te zien van terugvordering indien de<br />

rechthebbende aan al zijn verplichtingen heeft voldaan, en hij in redelijkheid niet heeft


<strong>SVB</strong> <strong>Beleidsregels</strong> | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS 115<br />

kunnen begrijpen dat de voorzieningen ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn<br />

verleend. De <strong>SVB</strong> oor<strong>deel</strong>t dat de rechthebbende dit redelijkerwijs heeft kunnen<br />

begrijpen als het hem, bij normale oplettendheid en gegeven zijn omstandigheden,<br />

redelijkerwijs duidelijk kan zijn geweest dat hij iets ontving waarop geen recht bestond.<br />

Dit zal in beginsel het geval zijn als dit duidelijk had kunnen zijn op basis van het<br />

voorlichtingsmateriaal van de <strong>SVB</strong>. Hoofdlijnen van de wet worden voorts bekend<br />

verondersteld. Bedragen die beduidend afwijken van hetgeen een gerechtigde in zijn<br />

omstandigheden zou moeten ontvangen leveren een vermoeden op dat betrokkene bij<br />

een normale oplettendheid de teveelbetaling redelijkerwijs had kunnen onderkennen.<br />

Betrokkene zal verontschuldigende omstandigheden moeten aanvoeren om dit<br />

vermoeden weg te nemen.<br />

Artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW, artikel 7 MKOB, en artikel 15<br />

Uitvoeringsbesluit Remigratiewet vinden toepassing als een bedrag dat tijdens het leven<br />

van de uitkeringsgerechtigde onverschuldigd is betaald wordt teruggevorderd:<br />

van de uitkeringsgerechtigde zelf, dan wel van een andere in deze artikelen<br />

genoemde persoon of instelling;<br />

na het overlijden van de uitkeringsgerechtigde: van de erfgenamen van de<br />

uitkeringsgerechtigde of van diens partner.<br />

Indien artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW, artikel 7 MKOB en artikel 15<br />

Uitvoeringsbesluit Remigratiewet niet van toepassing zijn kan de <strong>SVB</strong> onverschuldigd<br />

betaalde bedragen terugvorderen op grond van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek<br />

(zie Civielrechtelijke terugvordering, SB1249)<br />

SB1116<br />

<strong>Terugvordering</strong> van voorlopig toegekende uitkeringen en voorschotten<br />

artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW en artikel 15 Uitvoeringsbesluit<br />

Remigratiewet<br />

De verplichting tot terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen zoals<br />

neergelegd in artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW en artikel 15<br />

Uitvoeringsbesluit Remigratiewet heeft ook betrekking op uitkeringen die bij een<br />

voorlopig besluit, dan wel bij wege van voorschot zijn toegekend.<br />

Bij een voorlopige toekenning en bij de verlening van een voorschot wordt altijd<br />

duidelijk gemaakt dat het niet om een definitieve toekenning gaat, en dat terugvordering<br />

zal plaatsvinden als het toegekende bedrag hoger is dan het bedrag waarop uiteindelijk<br />

recht blijkt te bestaan. Uit de jurisprudentie, bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van<br />

26 juli 1990, leidt de <strong>SVB</strong> af dat gezien het expliciet aan de belanghebbende<br />

medege<strong>deel</strong>de voorlopige karakter van het voorschot, de <strong>SVB</strong> in deze situatie niet snel<br />

behoeft aan te nemen dat sprake is van een dringende reden om met toepassing van<br />

artikel 24, vierde lid AOW, artikel 53, vierde lid Anw, artikel 24, vierde lid AKW of<br />

artikel 15, derde lid Uitvoeringsbesluit Remigratiewet van terugvordering af te zien.<br />

SB1118<br />

Verrekening van ten onrechte niet ingehouden loonbelasting en<br />

premies<br />

artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW en artikel 15 Uitvoeringsbesluit<br />

Remigratiewet<br />

Indien op een pensioen of uitkering gedurende een bepaalde periode ten onrechte geen<br />

loonbelasting of socialeverzekeringspremies zijn ingehouden, gaat de <strong>SVB</strong> ervan uit dat


<strong>SVB</strong> <strong>Beleidsregels</strong> | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS 116<br />

de als gevolg hiervan aan de belanghebbende netto te veel betaalde bedragen<br />

onverschuldigd zijn betaald in de zin van artikel 24 AOW, artikel 53 Anw en artikel 15<br />

Uitvoeringsbesluit Remigratiewet. Bij de beoordeling of deze bedragen met latere<br />

betalingen aan de belanghebbende kunnen worden verrekend past de <strong>SVB</strong> het regime<br />

van deze artikelen toe.<br />

Jurisprudentie<br />

CRvB 10 april 1991, RSV 1992/54<br />

SB1248<br />

<strong>Terugvordering</strong> basisvoorziening Remigratiewet<br />

artikel 12, vierde en vijfde lid Uitvoeringsbesluit Remigratiewet<br />

Naast de verplichting tot terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen op grond<br />

van artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet is de <strong>SVB</strong> op grond van artikel<br />

12, vierde en vijfde lid Uitvoeringsbesluit Remigratiewet ook verplicht (een met name<br />

genoemd <strong>deel</strong> van de) toegekende basisvoorzieningen terug te vorderen indien de<br />

remigrant, zijn partner of een kind gebruik maakt van de terugkeerregeling als bedoeld<br />

in artikel 8 Remigratiewet, of anderszins zijn hoofdverblijf in Nederland vestigt, voor<br />

zover deze voorzieningen ten behoeve van de teruggekeerde persoon zijn toegekend. De<br />

<strong>SVB</strong> is in dergelijke situaties niet bevoegd op grond van dringende redenen van<br />

terugvordering af te zien. De <strong>SVB</strong> beschouwt als basisvoorzieningen welke ten behoeve<br />

van de teruggekeerde personen zijn toegekend, de som van de kosten van het vervoer<br />

van henzelf en hun bagage, opgeteld bij het verschil tussen de toegekende<br />

overbruggingsuitkering en de overbruggingsuitkering waarop de remigrant aanspraak zou<br />

hebben gehad als alleen de niet teruggekeerde personen zouden zijn geremigreerd.<br />

SB1249<br />

Civielrechtelijke terugvordering<br />

artikel 6:203 BW<br />

Als een uitkering op een onjuiste rekening wordt gestort of als deze ten onrechte wordt<br />

doorbetaald na het overlijden van de uitkeringsgerechtigde, dan zijn artikel 24 AOW,<br />

artikel 53 Anw, artikel 24 AKW, artikel 7 MKOB en artikel 15 Uitvoeringsbesluit<br />

Remigratiewet niet van toepassing. In de jurisprudentie, bijvoorbeeld in de uitspraak van<br />

de CRvB van 13 september 1989, is evenwel bepaald dat de <strong>SVB</strong> dan bevoegd is tot<br />

terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedrag met toepassing van artikel 6:203<br />

BW. Bij terugvordering op grond van artikel 6:203 BW wordt geen besluit in de zin van<br />

artikel 1:3 Awb afgegeven. De bijzondere invorderingsbepalingen zijn dan niet van<br />

toepassing. Een betaling die na het overlijden is doorgeschoten wordt slechts<br />

teruggevorderd met toepassing van artikel 6:203 BW voor zover het bedrag van de<br />

doorgeschoten betaling niet op de overlijdensuitkering in mindering kan worden<br />

gebracht (artikel 18, lid 5 AOW, artikel 51, lid 5 Anw en de artikelen 15, lid 4 en 16, lid<br />

2 Besluit voorzieningen Remigratiewet). De hiervoor beschreven civiele terugvordering<br />

vindt geen toepassing bij doorgeschoten betalingen ingevolge de AKW voor zover er<br />

sprake is van een overlevende ouder of verzorger ongeacht de vraag of deze voor de<br />

AKW verzekerd is. Dit blijkt uit de uitspraak van de CRvB van 24 februari 2006 waarin<br />

is bepaald dat artikel 24 AKW voorziet in de mogelijkheid om ten onrechte betaalde<br />

kinderbijslag van de overlevende partner of verzorger terug te vorderen.<br />

Jurisprudentie<br />

CRvB 13 september 1989, RSV 1990/237


<strong>SVB</strong> <strong>Beleidsregels</strong> | Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS 117<br />

CRvB 24 februari 2006, LJN AV4216<br />

SB1115<br />

Terug- en invorderingstermijnen<br />

Voor de terugvordering van bedragen die onverschuldigd zijn betaald op grond van de<br />

AOW, Anw, AKW, MKOB, TOG, Remigratieregeling 1985, de<br />

Basisremigratiesubsidieregeling 1985 dan wel de Remigratiewet, gelden de<br />

verjaringstermijnen die zijn genoemd in artikel 3:309 BW. Op grond van dit artikel kan<br />

terugvordering plaatsvinden tot twintig jaar na de onverschuldigde betaling, mits de <strong>SVB</strong><br />

binnen vijf jaar nadat de onverschuldigde betaling aan haar bekend is geworden, een<br />

terugvorderingsactie heeft ingesteld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!