Verantwoording vragen Seniorgerichte anamnese - UMC Utrecht
Verantwoording vragen Seniorgerichte anamnese - UMC Utrecht
Verantwoording vragen Seniorgerichte anamnese - UMC Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage 2B: Polifarmacie<br />
Uitgangspunt werkgroepdagen<br />
Vragen naar aanleiding van de werkgroepdagen:<br />
• Welke definitie wordt er gehanteerd voor polifarmacie?<br />
• Moet er onderscheid worden gemaakt tussen het aantal medicijnen en de duur van het medicijn gebruik?<br />
• Hoe kunnen neveneffecten zoals therapietrouw en bijwerkingen worden verwerkt in de gerichte <strong>anamnese</strong>?<br />
Vragen in de gerichte <strong>anamnese</strong><br />
Patiënt gebruikt 5 of meer verschillende geneesmiddelen?<br />
Gebruikt 3 of meer geneesmiddelen langer dan 6 maanden?<br />
Zijn de geneesmiddelen door meerderen specialisten voorgeschreven?<br />
Heeft u moeite met innemen van uw medicatie?`<br />
o Ja o Nee<br />
o Ja o Nee<br />
o Ja o Nee<br />
o Ja o Nee<br />
Zo ja, waar heeft u moeite mee?<br />
o uitzetten<br />
o manier van innemen<br />
o dosering<br />
o inname tijden<br />
o anders namelijk ____________________________________<br />
Heeft u het idee dat de voorgeschreven medicijnen bijdragen aan uw gezondheid?<br />
Heeft u last van bijwerkingen?<br />
o Ja o Nee<br />
o Ja o Nee<br />
Zo ja, welke ___________________________________________________<br />
Heeft dit invloed op het gebruik van uw medicijnen?<br />
o Ja o Nee<br />
<strong>Verantwoording</strong><br />
Er worden verschillende definities gehanteerd met betrekking tot polifarmacie. Er blijkt geen consensus te bestaan waar de<br />
grens gelegd moet worden voor problematische polifarmacie. Een kleine meerderheid legt deze boven de vier<br />
geneesmiddelen per patiënt. (Rapport Polyfarmacie en herhaalreceptuur, 2001)<br />
Van alle mensen die chronisch geneesmiddelen gebruiken, gebruikt 17% hiervan 5 of meer geneesmiddelen naast elkaar.<br />
De helft van deze polifarmaciepatiënten is ouder dan 70 jaar. De meeste polifarmaciepatiënten gebruiken geneesmiddelen<br />
voor chronische aandoeningen als problemen met hart en bloedvaten en diabetes. Daarnaast worden vaak ook slaap- en<br />
kalmeringsmiddelen verstrekt aan deze patiënten. Chronisch gebruik is gedefinieerd wanneer er 3 of meer voorschriften per<br />
ATC5-code zijn verstrekt in het afgelopen jaar, waarvan ten minste 1 voorschrift in het laatste halfjaar. Volgens deze definitie<br />
ontvangt 41% van de chronische geneesmiddelengebruikers 1 geneesmiddel en gebruikt 20% langdurig 2 geneesmiddelen.<br />
Ongeveer 17% van deze patiënten heeft in één jaar 5 of meer geneesmiddelen chronisch gebruikt. Laatstgenoemde groep<br />
wordt de 'polifarmaciepatiënt' genoemd (Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2005).<br />
Bij gebruik van 5 geneesmiddelen of meer spreekt men gewoonlijk van (ernstige) polifarmacie. Hoewel de term ‘polifarmacie’<br />
overmatig gebruik van geneesmiddelen suggereert, hoeft hier geen sprake van te zijn.<br />
(Jansen PAF & Smet PAGM de, 2004; Helpdesk Polyfarmacie, 2007)<br />
De selectie van patiënten met polifarmacie kan het beste kan plaatsvinden, bij patiënten van alle leeftijden, die minimaal zes<br />
geneesmiddelen gebruiken (Boer de WO et al, 2005).<br />
© Project Sneller & Beter Thuis <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> Divisie Hart & Longen en Hogeschool <strong>Utrecht</strong>.<br />
Drs. Saskia Weldam & Drs. Jita Hoogerduijn