07.07.2012 Views

13707 Shellvenster

13707 Shellvenster

13707 Shellvenster

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND B.V. • NOVEMBER / DECEMBER 2005<br />

Shell Venster<br />

Het ‘hoofdbureau’<br />

wil transparant en<br />

bescheiden zijn<br />

Noord-Nederland wil pieken met ‘Energy Valley’<br />

Koninklijke/Shell Prijs voor biologische gewasbescherming<br />

Speurtocht naar de oerkleuren van Van Gogh<br />

Shell-scholen: voor kennis en veerkracht<br />

De zesde energierevolutie: alles draait om de zon


FOTO: ERNST BODE<br />

V O O R W O O R D<br />

OLIEGELD RONDPOMPEN<br />

En zo begint het er toch steeds meer op te lijken dat de wereldenergiemarkt in een wezenlijk<br />

andere fase terecht is gekomen. Ditmaal niet schoksgewijs, zoals in 1973 en 1980 veroorzaakt<br />

door oorlogen in het Midden-Oosten en een ontluikend zelfbewustzijn van olie-exporterende<br />

landen, kortlevende crises toen, bleek achteraf, nu meer sluipend, maar mogelijk structureler.<br />

Wat is er nu anders? Na de prijssprongen van 1973 en 1980 raakte de wereldeconomie uit de<br />

rails; de groei stagneerde, de energieconsumptie daalde. Nu draait de wereldeconomie door:<br />

in haar recente World Economic Outlook gaf het IMF een groeiverwachting af van 4,3% voor<br />

zowel 2005 als 2006, aanzienlijk boven de langjarige trendlijn.<br />

Wat ook anders is, is dat een enorme geldberg haast koortsachtig op zoek is naar rendement.<br />

Bedrijfswinsten zijn hoog en er draait een geldpomp van ongekende omvang: de Verenigde<br />

Staten heeft dit jaar een tekort op haar lopende rekening van zo’n $700 miljard. Dit gat<br />

wordt moeiteloos gevuld door de rest van de wereld, China voorop, de olie-exporterende<br />

landen direct daarna. Amerika geeft extra uit wat de rest van de wereld spaart.<br />

Economische groei ontstaat door meer te produceren en een versnelling in de roulatie van geld.<br />

Automobilisten aan de pomp ervaren - knarsetandend - dat ook zij volop meespelen in dat<br />

systeem van versneld geld rondpompen. In 2004 bijvoorbeeld - bij een gemiddelde olieprijs van<br />

zo’n $40 per vat - boekten de olie-exporterende landen samen een spaaroverschot van $207<br />

miljard, het drievoudige van 2001. Naar schatting houden zij dit jaar zelfs $400 mld over. Het<br />

geld wordt deels extra geconsumeerd, maar wijzer geworden door vroegere ervaringen (uitgaven<br />

structureel verhogen en dan in de problemen komen als de inkomsten plotseling dalen -<br />

ook in Nederland geen onbekend fenomeen) gaan nu grote bedragen richting beleggingenvoor-later,<br />

nationale ‘appeltjes-voor-de-dorst fondsen’. Ook dit geld zoekt naar beleggingsrendement;<br />

wat je momenteel vooral kunt vinden in grondstoffen, waardoor verdere speculatieve<br />

druk ontstaat op olie- en gasprijzen, waardoor... maak zelf de tekening af.<br />

Het vermoeden van speculatie als een van de grote factoren achter de hogere olie- en gasprijzen,<br />

wordt versterkt door het feit dat er - op wereldschaal gezien - geen fysieke tekorten aan<br />

ruwe olie, olieproducten en aardgas zijn geweest. Niet tijdens de Amerikaanse acties in Irak,<br />

niet tijdens de stakingen in Venezuela, niet door de groeiversnelling van China en niet door<br />

de orkaandames Katrina en Rita. Soms waren er regionale onbalansen, maar net als bij die<br />

fameuze olieboycot van 1973, verlegden oliestromen zich soepel en geruisloos. In september<br />

bijvoorbeeld werden zo’n 80 tankers extra gecharterd om benzine, diesel en jet fuel naar de<br />

Verenigde Staten te varen, voor een groot deel afkomstig uit Europa. Waar een tochtje Rotterdam<br />

- New York vóór Katrina $2,20 per vervoerd vat benzine deed, schoot dat in de week na<br />

deze orkaan omhoog naar $3,90, zodat ook reders hun<br />

voordeel konden doen in de wereldwijde geldrondpomp.<br />

Maar tekorten? Tankers die leeg uit het Midden-Oosten weg<br />

worden gestuurd? Of vol ruwe olie op de rede voor Rotterdam<br />

liggen te wachten omdat er geen raffinagecapaciteit<br />

vrij zou zijn? Nog niet van gehoord. Wel van de Saoedische<br />

olieminister die zijn verbazing uitsprak dat niemand kwam<br />

om die twee miljoen vaten op te halen die zijn land in<br />

recordtijd aan de dagelijkse productiecapaciteit had toegevoegd.<br />

Zelfs als de oliemarkt structureel in een andere fase terecht<br />

is gekomen, met hogere prijzen, dan zijn daarmee nog niet<br />

de economische wetten herschreven. Bijvoorbeeld de wetmatigheid<br />

dat hoge prijzen leiden tot een lagere vraag, een<br />

groter aanbod en tot substitutie, alles in vereniging. Bij ruwe<br />

olie of aardgas van zeg $70 per vat, vormt steenkool een<br />

zeer kosteneffectief alternatief bij elektriciteitsproductie en<br />

straalt ook de zon boven windmolens, onconventionele olie<br />

en biobrandstoffen. Tenminste nog één zekerheid in een<br />

wereld verder vol vragen.<br />

Piet de Wit<br />

Hoofdredacteur Shell Venster<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 2<br />

I N H O U D<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND BV<br />

Adres Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag. Postbus 444,<br />

2501 CK Den Haag. Telefoon: 070-377 87 00.<br />

Hoofdredactie Piet de Wit Vormgeving Toon Beekman (De Fabriek, Communicatieadvies<br />

& uitvoering) Medewerkers aan dit nummer Rob van den Berg,<br />

Oscar Hofman, Euan Galloway, Hanco Kolk, Hans Lagendaal, Caspar van Loo, Pieter<br />

Nouwen.<br />

Druk Roto Smeets GrafiServices<br />

Gratis voor geïnteresseerden Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden<br />

in de activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell. Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />

Abonnementen kunnen of via onze fax (070 - 377 87 45) of e-mail-adres<br />

shellvenster@shell.com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag<br />

Tweemaandelijkse publicatie Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen<br />

of bewerken van artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen.<br />

In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.<br />

Benaming Shell-Maatschappijen Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit<br />

hebben, worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de collectieve benaming<br />

’Shell’ of ’Groep’ aangeduid in passages die betrekking hebben op maatschappijen<br />

van Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van de maatschappij(en)<br />

gevoeglijk achterwege kan blijven.<br />

COVER FOTOGRAFIE: ERNST BODE<br />

Het ‘Hoofdbureau’ is open Een nieuw<br />

bedrijf (Royal Dutch Shell) en direct ook<br />

een nieuw hoofdkantoor: in Den Haag<br />

ontwierpen de architecten Van Vugt en<br />

Karthaus een complex dat enerzijds ‘sober<br />

en bescheiden’ is, maar anderzijds transparantie<br />

uitstraalt en mensen in de gelegenheid<br />

stelt elkaar te ontmoeten. PAGINA 4<br />

Internationaal leren In veertien landen<br />

heeft Shell eigen basisscholen voor kinderen<br />

van haar expatriates. Het onderwijsplan<br />

werkt ook aan de eigenschappen die<br />

Shell van haar medewerkers verwacht:<br />

openheid, flexibiliteit, aanpassingsvermogen<br />

en veerkracht bij eventuele tegenslag.<br />

PAGINA 22<br />

Alles draait straks om de zon Shell-researcher<br />

Frank Niele legt in een boek uit dat<br />

de wereld een zesde energierevolutie in<br />

haar bestaan moet doormaken, waarmee<br />

een duurzame status wordt bereikt. De<br />

zon wordt de motor van een eco-industriele<br />

samenleving die ontstaat uit een sociotechnologische<br />

revolutie. PAGINA 26<br />

EN VERDER: Maatschappelijk Verantwoord<br />

Ondernemen (MVO) moet uit het huidige<br />

‘aparte hokje’ komen, zegt MVO-hoogleraar<br />

Johan Wempe, “het moet commercieel<br />

worden benaderd.” PAGINA 8 Het kostte<br />

veel tijd en geld, maar ook Shell is<br />

inmiddels SOX404-proof. PAGINA 13 Professor<br />

Joop van Lenteren is winnaar van de<br />

Koninklijke/Shell Prijs voor duurzame ontwikkeling.<br />

PAGINA 14 Met de modernste<br />

analytische technieken helpt Shell mee om<br />

de technische geheimen van de schilderijen<br />

van Vincent van Gogh te ontsluieren.<br />

PAGINA 17 Medewerker Thijs Aarten kreeg<br />

kippenvel in Nigeria bij het winnen van<br />

een belangrijke tender. PAGINA 20 Nieuws<br />

uit de wereld van Shell en energie:<br />

PAGINA’S 3, 29 en 30. Waarom komt de olie<br />

niet in de tank terecht? Inspecteur Netjes<br />

kent het antwoord. U ook? PAGINA 31


S H E L L A C T U E E L<br />

BELEIDSUITGANGSPUNTEN<br />

HERNIEUWD<br />

De eerste maal dat Shell haar ‘morele grondwet’ op<br />

schrift stelde was in 1976. Sindsdien zijn de Algemene<br />

Beleidsuitgangspunten zes maal gemoderniseerd,<br />

recentelijk afgelopen augustus. De jongste vernieuwing<br />

gaat grotendeels om aanpassingen inplaats van radicale<br />

wijzigingen omdat de bestaande uitgangspunten nog<br />

steeds weergeven hoe Royal Dutch Shell zaken wil<br />

doen, en daarin is geen verandering gekomen.<br />

Sommige elementen zijn echter versterkt.<br />

Shell omschrijft in haar Beleidsuitgangspunten haar<br />

verantwoordelijkheden en legt in acht stelregels haar<br />

normen vast. Ze hebben betrekking op alles wat het<br />

bedrijf doet en omschrijven welk gedrag het bedrijf<br />

van zijn medewerkers verwacht. De stelregels<br />

berusten op de kernwaarden van oprechtheid,<br />

integriteit en respect voor mensen.<br />

NIEUWE ENERGIEWET IN VS<br />

Met de ondertekening van een nieuwe energiewet door<br />

president George Bush heeft de VS haar energiestrategie<br />

vernieuwd. Enkele elementen uit de wet:<br />

■ $14,5 miljard aan subsidies en belastingprikkels over<br />

een tien-jaars periode om de productie van olie en<br />

gas te stimuleren evenals die van wind, solar en<br />

andere renewables.<br />

■ Lagere royalties om het boren in de Golf van Mexico<br />

te stimuleren.<br />

■ De federale overheid en niet langer de staten gaat<br />

beslissen waar LNG-aanlandingsterminals gebouwd<br />

worden.<br />

■ De strategische oliereserve wordt met 300 mln vaten<br />

verhoogd tot 1 miljard vaten.<br />

■ In 2012 moet het gebruik van ethanol als toevoeging<br />

aan benzine zijn verdubbeld tot 28 miljard liter.<br />

■ De federale overheid biedt een verzekeringsdekking<br />

die de bouw van zes nieuwe kerncentrales mogelijk<br />

maakt plus het langer in bedrijf houden van bestaande<br />

kerncentrales.<br />

■ Een subsidie tot $3.400 voor kopers van ‘schone<br />

auto’s’, hybrides, schone-diesel en brandstofcelwagens.<br />

Critici wijzen echter vooral op wat er niet in de wet<br />

terecht is gekomen omdat deze voorstellen sneuvelden<br />

bij de behandeling in Senaat en Huis van Afgevaardigden.<br />

■ Geen voorschriften om het gemiddelde brandstofgebruik<br />

van auto’s te verbeteren.<br />

■ Geen doelstelling om het oliegebruik in 2015 met<br />

1 mln vaten/dag verminderd te hebben. (De VS verstookt<br />

nu ongeveer 20 mln vaten olie per dag.)<br />

■ Geen verplichting dat elektriciteitsmaatschappijen<br />

10 procent van hun productie moeten halen uit<br />

duurzame bronnen, zoals wind.<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

NIEUWE VONDSTEN IN NIGERIA<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 3<br />

ZOEKEN VOOR DE IERSE EN<br />

AUSTRALISCHE KUST<br />

Een consortium van Shell (50%), het Italiaanse ENI<br />

(40%) en het Oostenrijkse OMV (10%) heeft exploratierechten<br />

toegewezen gekregen voor een gebied ongeveer<br />

150 km uit de Ierse kust voor Donegal. De vergunning<br />

dekt een gebied van 932 km 2 . In een aansluitend<br />

blok is Shell bezig met de ontwikkeling van het<br />

Corrib-gasveld. Het zoekgebied ligt in de zogeheten<br />

Atlantic Margin, waar de zee ongeveer twee kilometer<br />

diep is. In 2006 zal een uitgebreid 3-D seismisch<br />

onderzoek worden gedaan.<br />

Shell heeft tevens exploratierechten verworven in vier<br />

diepwaterblokken voor de Australische westkust. Het<br />

gaat om een 50%-belang met Chevron dat ook zal<br />

optreden als operator bij het zoeken naar olie en gas.<br />

De vier blokken liggen een respectabel eind uit de<br />

kust, namelijk 160 tot 480 km en maken deel uit van<br />

het zogeheten Exmouth Plateau. Dit plateau is de<br />

diepwatergrens van het Carnarvon Bekken, het<br />

belangrijkste Australische vindgebied van olie en gas<br />

waarin ook bijvoorbeeld de reserves van North West<br />

Shelf en Greater Gorgon zijn te vinden.<br />

We noemen ze Bobo en Etan. Twee gezonde Nigeriaanse oliejongens.<br />

Aan de wereld geopenbaard door het boorschip Deepwater Pathfinder<br />

in opdracht van Shell. Tellend in de categorie ‘Big Cats’, dus exploratieboringen<br />

naar grotere olie- en gasvelden in nog onbetreden gebieden<br />

(‘frontier areas’).<br />

Bobo-1X is geboord tot 5,2 km diepte in ter plaatse 2,5 km diepe zee.<br />

Daar werd een oliehoudende zandsteenlaag van 140 meter dikte aangetoond.<br />

In deze concessie heeft Shell een aandeel van 40 procent.<br />

Etan-1X werd in een ander blok geboord met 100 procent eigendom van<br />

Shell. Hier werd een 120 meter dikke zandsteenlaag aangetroffen met<br />

olie. De boring ging tot 4,6 km diepte in een zee die ter plekke 1.720<br />

meter diep is.<br />

Voorafgaande aan de ondertekening van de Energy Bill bezocht president Bush een solartestcentrum<br />

van het Sandia National Laboratory bij Albequerque in New Mexico.


Een kantoor om<br />

mensen in te<br />

ontmoeten<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 4


De ‘kloostergang’ in een van<br />

de binnenplaatsen van het uit<br />

1917 daterende kantoorgebouw<br />

‘C30’.<br />

TEKST: PIET DE WIT<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

EEN BEETJE GROOT GEZIN WOONT er weliswaar<br />

in, zo’n 2.500 familieleden,<br />

maar toch, volgens architect Niek van<br />

Vugt was het ontwerpen van het nieuwe<br />

Haagse kantoor van Shell “te vergelijken<br />

met de opdracht een particulier<br />

woonhuis te tekenen. Je trad als<br />

het ware binnen in een privésfeer.”<br />

Om zich een beeld te kunnen vormen<br />

hoe het er in dat huis aan toeging, trok<br />

Van Vugt dan ook met een flink aantal<br />

mensen van zijn bureau (Ellerman,<br />

Lucas & Van Vugt, Rijswijk) in bij het<br />

“gezinnetje Shell”, zoals hij het noemt,<br />

om daar het ontwerpwerk te doen.<br />

Ook zijn collega Miel Karthaus<br />

(Braaksma & Roos, Den Haag) vestigde<br />

zich met zijn mensen in het souterrain.<br />

Shell had namelijk gekozen om<br />

de architectuur van haar (ver)nieuwbouwproject<br />

‘Metamorfose’ door twee<br />

bureaus te laten uitvoeren.<br />

Karthaus: “Door in het complex zelf te<br />

gaan werken, ontmoette je de mensen<br />

en kon je delen in hun gevoelens en<br />

ideeën.” Van Vugt: “Zo werden we<br />

deel van de intimiteit van de organisatie.<br />

We raakten direct betrokken bij de<br />

interne gemoedstoestand. Opvallend<br />

was het gemak waarmee Shell-mensen<br />

open staan voor buitenstaanders.”<br />

Karthaus: “Geen spoor van een introverte<br />

organisatie, iedereen was juist<br />

heel nieuwsgierig naar wat je aan het<br />

doen was.”<br />

Maar het delen van de intimiteit betekende<br />

voor Van Vugt en Karthaus ook<br />

direct betrokken zijn bij het zoekproces<br />

van Shell naar een nieuwe identiteit.<br />

Namens de Shell-top was Harry<br />

van der Meijden, directeur van het<br />

Centraal Kantoor, de directe sparring<br />

partner van de architecten. “Toen we<br />

in 2001 met elkaar in gesprek raakten,<br />

hadden we een tweeledige reden voor<br />

de nieuwbouw; om de groei van het<br />

aantal banen, onder andere veroor-<br />

WINKELTJES, EEN GRAND CAFÉ EN EEN ‘KLOOSTER-<br />

GANG’; HET ZIJN ELEMENTEN SLECHTS UIT HET GROTE<br />

NIEUW- EN VERBOUWPROJECT VAN HET HAAGSE HOOFD-<br />

KANTOOR VAN ROYAL DUTCH SHELL.WEL ZIJN ZE KEN-<br />

MERKEND VOOR WAT DE BOUW MOET ONDERSTREPEN,<br />

NAMELIJK DAT SHELL EEN TRANSPARANT BEDRIJF IS<br />

WAARIN MENSEN ELKAAR ONTMOETEN.<br />

zaakt door de transfer van afdelingen<br />

uit Londen naar Den Haag, te kunnen<br />

huisvesten, en om ergens in het kantorencomplex<br />

ruimten te creëren<br />

waarmee Shell intern en extern haar<br />

ambitie kon uitdrukken om als ‘lerende<br />

organisatie’ herkend te worden”,<br />

zegt hij.<br />

Van der Meijden legde, voordat de<br />

architecten begonnen met het denken<br />

tekenwerk, meteen nog een aantal<br />

andere eisen op tafel: “Maak een<br />

groot, dynamisch geheel van wat nu<br />

nog een verzamelbak is aan gebouwen,<br />

tunnels, ingangen, inrichtingen<br />

en stijlen”, luidde zijn opdracht, terwijl<br />

hij ook overbracht dat de nieuwbouw<br />

“solide, sober en bescheiden” moest<br />

zijn.<br />

Synergie met omgeving<br />

Is zo’n ‘opdracht tot gematigdheid’<br />

niet een teleurstelling voor een architect,<br />

die misschien veel liever iets exuberants<br />

wil bouwen? Miel Karthaus:<br />

“Nee, heel mooi juist. Ik ben begonnen<br />

in de sociale woningbouw. Daar<br />

was het motto altijd ‘sober en doelmatig’,<br />

alle onzin eraf, zo ontwerp ik<br />

graag.”<br />

Van Vugt: “Als persoon zijn wij misschien<br />

niet sober en bescheiden, maar<br />

je moet onderscheid maken tussen de<br />

auteur en zijn werk. Net als met schrijvers<br />

wil het publiek altijd weten hoe<br />

de auteur leeft en denkt. Ik zeg: kijk<br />

alleen maar naar zijn werk.”<br />

Zowel Van Vugt als Karthaus zeggen<br />

geen aparte architectuurstijl te vertegenwoordigen.<br />

Van Vugt: “Ik wil<br />

geen monumenten bouwen, of iets<br />

historiërends. Niet als Richard Meijer<br />

die overal in de wereld witte gebouwen<br />

neerzet. Ik wil per plek en per<br />

opgave kijken wat nodig is.” Karthaus:<br />

“Mijn doel is synergie te bereiken met<br />

de omgeving. Deze benadering wordt<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 5<br />

gelukkig breder in het vak erkend,<br />

ontwerpen na eerst naar de context<br />

gekeken te hebben. Al heb je natuurlijk<br />

nog genoeg opdrachtgevers die de<br />

architect vragen een echte troetel neer<br />

te zetten. Terecht maakt die daar dan<br />

graag gebruik van.”<br />

Voor Shell in Den Haag elk geval geen<br />

troetel. Wat ook al een onmogelijkheid<br />

zou zijn gezien de veelheid aan<br />

bestaande kantoorgebouwen. Met als<br />

meest dominante beeld het kantoor<br />

dat in de Eerste Wereldoorlog werd<br />

getekend door de architecten J. en<br />

M.A. van Nieukerken voor de Bataafsche<br />

Petroleum Maatschappij en dat<br />

inmiddels op de rijksmonumentenlijst<br />

prijkt. Zelfs de twee binnenhoven van<br />

dit complex, die van de weg af niet<br />

zichtbaar zijn, zijn beschermd monument,<br />

dus leidden de plannen voor<br />

creatieve invulling van deze ruimten<br />

tot serieus debat met welstandsbeschermers.<br />

Latere uitbreidingen van het Shell-kantorencomplex<br />

in het Haagse Benoordenhout<br />

hadden geleid tot die eerder<br />

genoemde ‘verzamelbak’. Er stonden<br />

kantoren uit de jaren vijftig en tachtig<br />

en ook was een serie nondescripte<br />

woonhuizen in gebruik. Het voorstel<br />

om deze te vervangen door twee kantoorgebouwen<br />

bracht de buurt in het<br />

geweer. Tot en met de rechter verweerde<br />

een wijkcomité zich tegen<br />

sloop van deze volgens hen ‘typische<br />

representanten van de Haagse stijl’.<br />

Vergeefs. Van Vugt: “Ik heb veel ergere<br />

processen met de buurt meegemaakt,<br />

het viel hier eigenlijk erg mee.<br />

Complimenten voor Shell voor de<br />

grootmoedigheid die men betrachtte<br />

in het overleg met de wijk. Steeds het<br />

contact blijven zoeken, ook op<br />

momenten dat je misschien gevoelsmatig<br />

de deur dicht zou willen gooien.”


Het nieuwe ‘woonhuis’ van<br />

Shell in Den Haag, v.l.n.r.: de<br />

slaapkamer, de hal, de eetkeuken<br />

en het straatbeeld<br />

aan de Carel van Bylandtlaan.<br />

“Mensen moeten<br />

elkaar in het<br />

complex kunnen<br />

ontmoeten, dat is<br />

een van onze<br />

hoofdeisen<br />

geweest voor het<br />

ontwerp”<br />

Harry van der Meijden: “De buurt<br />

kwam met een idee voor retro-architectuur;<br />

‘Laat de gevels staan en bouw<br />

daar maar iets nieuws achter’.” Van<br />

Vugt: “Schijnarchitectuur.” Karthaus:<br />

“Waarom zou je zoiets doen? Het waren<br />

toch al lang geen woonhuizen meer.”<br />

Van der Meijden: “Juist vanuit Welstand<br />

kregen we veel steun om niet aan façadebouw<br />

te gaan doen.”<br />

Het ensemble van nogal verschillende<br />

gebouwen zorgt nu juist voor een<br />

gebalanceerde inpassing in de wijk.<br />

Van der Meijden: “We hebben nooit<br />

serieus overwogen om één groot nieuw<br />

kantoor neer te zetten.” Van Vugt: “Eén<br />

gebouw van deze omvang had nooit<br />

kunnen werken temidden van deze<br />

wijk. Daarom ook kozen we voor de<br />

twee nieuwe kantoren aan het straatgedeelte<br />

voor aparte ontwerpen en<br />

baksteenarchitectuur, in twee kleuren.”<br />

Werken in het café<br />

Het buurtverzet heeft het ontwerp<br />

beïnvloed, erkennen Van Vugt en Karthaus.<br />

Niek van Vugt: “Op een keer<br />

kregen we van de Welstandscommissie<br />

zelfs te horen dat ons ontwerp veel<br />

te voorzichtig was geworden, met<br />

name ten aanzien van het hoogtegebruik.”<br />

Harry van der Meijden: “Ook is veel<br />

extra tijd en geld besteed aan de<br />

inrichting van de Carel van Bylandtlaan.<br />

We wilden voorkomen dat deze<br />

weg, die nu aan beide zijden wordt<br />

geflankeerd door Shell-kantoren, er uit<br />

zou gaan zien als een ‘Shell-plein’.”<br />

Miel Karthaus: “We hebben gekozen<br />

voor een brede middenberm met hoge<br />

bomen zodat de laan in karakter aansluit<br />

op het Oostduinpark. En de straat<br />

is nu beklinkerd, inplaats van geasfalteerd.”<br />

De nieuwe parkeergarage, een aanvul-<br />

ling op de bestaande, kan ook worden<br />

gezien als geste aan de buurt;<br />

immers weer zo’n driehonderd auto’s<br />

minder op straat geparkeerd.<br />

De uitdaging aan Van Vugt en Karthaus<br />

om van de ‘verzamelbak’ een<br />

organisch geheel te maken, hebben de<br />

architecten opgelost met een mini-mall<br />

onder de Carel van Bylandtlaan. Deze<br />

verbindt beide straatzijden en geeft in<br />

het hart de hoofdaansluiting op de<br />

diepgarage onder de straat. Van Vugt:<br />

“Het is een tunnel die door zijn transparantie<br />

niet het idee geeft dat je<br />

onder de grond bent.” Karthaus: “Dit<br />

wordt de hoofdverkeersweg tussen de<br />

beide helften van het complex. Hier<br />

ontmoeten mensen elkaar, het heeft<br />

het karakter van een interne straat.”<br />

“Mensen moeten elkaar in het complex<br />

kunnen ontmoeten, dat is een<br />

van onze hoofdeisen geweest voor het<br />

ontwerp”, aldus Van der Meijden.<br />

“Daarvoor is transparantie door het<br />

hele gebouw gecreëerd.”<br />

Vooral voor het gesloten, haast<br />

fortachtige gebouw met de twee grote<br />

binnenhoven dat de Van Nieukerkens<br />

tekenden, betekende dit een grote<br />

opgave. Voor dit aspect ontwierp Karthaus<br />

vullingen van de beide binnenplaatsen.<br />

In de ene staat een restaurant<br />

voor gastenontvangst en voor de<br />

bewoners van het accommodatiegebouw<br />

van het Shell Learning Centre<br />

(zie Shell Venster september 2005), terwijl<br />

de andere binnenplaats een open<br />

en gesloten ‘kloostergang’ kent rond<br />

een binnentuin.<br />

Ook de kloostergang is een ontmoetingsruimte,<br />

grenzend aan een intern<br />

winkelpleintje en, “het meest spannende<br />

element in de cultuurverandering”,<br />

aldus Van der Meijden, het café. Open<br />

van zeven tot zeven, en door zijn ligging<br />

eigenlijk het centrale verkeers-<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 6<br />

plein van alle bewegingen in het<br />

gebouwencomplex.<br />

Tijdens werktijd in het (overigens alcoholvrije)<br />

café zitten? Van der Meijden:<br />

“Je kunt daar werken, afspraken<br />

maken, rapporten doornemen, met<br />

collega’s praten.” Karthaus: “Werken is<br />

al lang niet meer de hele dag op je<br />

afdeling of in je kantoortje zitten; veel<br />

werk is tegenwoordig creatief kunnen<br />

zijn, en dat gaat beter als je collega’s<br />

ontmoet.”<br />

En die winkeltjes in het gebouw, van<br />

bank tot kapper en mini-super? Van<br />

der Meijden: “Drie redenen: door het<br />

Learning Centre hebben we nu te<br />

maken met een 24-uurs economie in<br />

het gebouw, het is een multiculturele<br />

gemeenschap en steeds meer van<br />

onze werknemers hebben te maken<br />

met duocarrières en weinig tijd.”<br />

Kantoorindelingen<br />

Niek van Vugt had het eerder over de<br />

betrokkenheid van de architecten bij<br />

de ‘interne gemoedstoestand’ van<br />

Shell. Die kende, sinds het eerste<br />

‘vision paper’ in 2001, nogal wat pieken<br />

en dalen, met als gevolg daarvan<br />

schuivende panelen in de behoeften<br />

en eisen. Met als klap op de vuurpijl<br />

de beslissing in 2005 dat Den Haag<br />

voortaan het enige hoofdkantoor werd<br />

van het nieuwe, geünificeerde Royal<br />

Dutch Shell. Zou dat, als de bouw<br />

toen al niet zo ver was gevorderd,<br />

invloed hebben gehad op het ontwerp?<br />

Van Vugt: “Het is ook nu, qua<br />

uitstraling, echt een representatief<br />

wereldhoofdkantoor.” Van der Meijden:<br />

“Het aantal werknemers wordt<br />

wel groter dan oorspronkelijk was<br />

gedacht, waardoor we ook bestaande<br />

kantoren in de buurt zullen betrekken.”<br />

Van Vugt: “Verandering is een<br />

volkomen normaal proces voor een


gezond bedrijf. Wij hebben al zoveel<br />

kantoren getekend voor de meest uiteenlopende<br />

bedrijven en organisaties,<br />

en ik heb nog nooit meegemaakt dat<br />

er tijdens de uitvoering niet iets veranderde.”<br />

De veelheid aan stijlen van de diverse<br />

gebouwen wordt samengetrokken<br />

door een uniforme kantooraankleding.<br />

Zonder dogma over de kantoorinrichting<br />

in open ruimten of individuele<br />

kamers. Van der Meijden: “De indeling<br />

is gebaseerd op de eisen van het werk<br />

dat door de diverse businesses en<br />

afdelingen wordt gedaan. Vooraf is<br />

een analyse gemaakt van alle gebruikersgroepen.<br />

We vroegen de mensen:<br />

‘Wat maak je, hoe werk je, met wie<br />

heb je interactie?’ Op basis daarvan<br />

zijn de kantoortypes ontworpen. Ik<br />

denk dat door het hele complex heen<br />

de verdeling ongeveer 50/50 is tussen<br />

open ruimten en kamers.”<br />

Karthaus: “De tijd van de dogma’s<br />

daarover is gelukkig alweer voorbij.<br />

Architecten moeten niet vastleggen<br />

hoe mensen moeten werken, zij moeten<br />

mensen in staat stellen goed te<br />

functioneren.”<br />

Veiligheid voorop<br />

Shell zou Shell niet zijn als het niet een<br />

aantal extra’s had bedacht. Bijvoorbeeld<br />

het aanstellen van een algemeen<br />

constructiemanagement (Bovis Land<br />

Lease) boven aannemers, toeleveranciers<br />

en architecten. Met ook de systematiek<br />

van on line bidding op projectdelen.<br />

“Wij hebben hier gemengde<br />

gevoelens over”, aldus Van Vugt en<br />

Karthaus eenstemmig. “Maar ik ben<br />

ervan overtuigd dat we alleen hierdoor<br />

in staat zijn geweest de talloze veranderingen<br />

waartoe tijdens de bouw<br />

werd besloten, toch binnen het oorspronkelijke<br />

budget en redelijk binnen<br />

het oorspronkelijke tijdschema uit te<br />

voeren”, relativeert Van der Meijden.<br />

En dan was er de grote nadruk op veiligheid<br />

op de bouwplaats. De veiligheidsnormen<br />

van de op dit gebied<br />

strengste sector, namelijk de petrochemie,<br />

ontmoetten hier de bedrijfstak<br />

met de slechtste prestatie, de bouw.<br />

Karthaus: “Het is een uniek veilig project<br />

geweest, de normen lagen veel<br />

hoger dan normaal.” Van der Meijden:<br />

“In het hele project was veiligheid<br />

onze grootste uitdaging en zorg; vergeleken<br />

daarbij was budgetbeheer<br />

zelfs nog van een tweede orde. Er zijn<br />

zeker in het begin regelmatig aannemers<br />

weggestuurd die het veiligheidsregime<br />

niet trokken.”<br />

Zitten er nog technische hoogstandjes<br />

in het project? Van Vugt, Karthaus en<br />

Van der Meijden zijn het snel eens: “de<br />

parkeergarage”. Vijf lagen diep de<br />

grond in, recht onder de Carel van<br />

Bylandtlaan. “Technisch heel spectaculair”,<br />

aldus Niek van Vugt. “Jammer<br />

dat je er nu niets meer van ziet.” Eerst<br />

palen boren, daarna diepwanden in de<br />

grond gieten, om later de tussen de<br />

wanden uit te graven ‘badkuip’ mee<br />

te kunnen verankeren in het grondwater,<br />

daarna het bad vol laten lopen als<br />

tegendruk tegen datzelfde grondwater,<br />

om daarna, onder water, de vloer<br />

te storten. Daarna droogpompen en<br />

de bak vullen met betonnen dragers<br />

en vloerdelen.<br />

Geen angst voor een reprise van het<br />

‘Haagse tramtunnelsyndroom’? Van<br />

Vugt: “Geen moment. We werkten met<br />

de beste adviseurs, constructeurs en<br />

bouwfysici van Nederland.” Van der<br />

Meijden: “We hadden een ‘dreamteam’<br />

bij elkaar voor advies, voor het hele<br />

project.” Van Vugt: “Bouwen is altijd<br />

een kwestie van niet bang zijn, van<br />

durven.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 7<br />

DE ARCHITECTEN:<br />

■ Niek van Vugt, Bureau Ellerman, Lucas & Van Vugt (Rijswijk).<br />

Verantwoordelijk voor nieuwbouw kantoor C5, parkeergarage<br />

en renovatie C16 plus inrichting van de Carel van Bylandtlaan.<br />

■ Miel Karthaus, Bureau Braaksma & Roos (Den Haag). Verantwoordelijk<br />

voor accommodatiegebouw, uitbreiding kantoor<br />

C23, renovatie C30 en C23 en inrichting binnentuinen.<br />

DE OPDRACHTGEVER:<br />

■ Namens Shell, Harry van der Meijden, directeur Hoofdkantoor<br />

Royal Dutch Shell.<br />

HET PROJECT:<br />

■ Verbouw en nieuwbouw kantorencomplex aan Carel van<br />

Bylandtlaan, Den Haag.<br />

Grootste werken daarin:<br />

■ Verbouwing drie bestaande kantoren, inclusief modernisering<br />

klimaatsystemen en IT-infrastructuur.<br />

■ Nieuwbouw twee kantoorgebouwen, accommodatiegebouw<br />

voor Learning Centre en ondergrondse parkeergarage.<br />

■ Inrichting van Learning Centre binnen bestaande kantoorlocatie.<br />

■ Ontwerp nieuwe, transparante kantoorruimten zodat consistente<br />

uitstraling en betere functionaliteit ontstaan.<br />

DE DIMENSIE:<br />

■ Werkplaats voor 2.500 werknemers.<br />

■ Bouw- en inrichtingskosten 160 miljoen euro; 2,1 miljoen<br />

mensuren arbeid.<br />

■ Vloeroppervlak 127.000 m 2 (inclusief ruimten voor Learning<br />

Centre en accommodatiegebouw en parkeergarage). Nieuw<br />

vloeroppervlak 28.000 m 2 .<br />

■ Nieuw tapijt: 58.000 m 2 .<br />

■ Databekabeling: 1.000 km.<br />

“Architecten moeten niet vastleggen<br />

hoe mensen moeten werken, zij moeten<br />

mensen in staat stellen goed te<br />

functioneren.”<br />

De vormgevers van het ‘hoofdbureau’, v.l.n.r. Niek van Vugt,<br />

Harry van der Meijden en Miel Karthaus.


HET SOMS DROMERIG IDEALISME VAN MVO, MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD<br />

ONDERNEMEN, IS ER INMIDDELS WEL AF.JOHAN WEMPE, DIRECTEUR VAN KENNIS-<br />

CENTRUM MVO NEDERLAND, VINDT HET TIJD VOOR EEN VERNIEUWDE AANPAK.<br />

ALS MVO ECHT HET HART VAN DE ONDERNEMING WORDT, KAN EEN BEDRIJF BETER<br />

CONCURREREN IN DE GLOBALISERENDE ECONOMIE, STELT HIJ.<br />

Het zakelijk nut<br />

van ‘leuke dingen’<br />

TEKST: OSCAR HOFMAN<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ondernemen,<br />

wie kan daar nu iets tegen<br />

hebben? Zou dat niet hetzelfde zijn als<br />

je tegen moederliefde en vrede verklaren?<br />

Maar waar staat MVO eigenlijk<br />

concreet voor, en wat heb je eraan in<br />

deze tijd van harde internationale concurrentie?<br />

De kritische geluiden aan<br />

het adres van bedrijfsethiek groeien.<br />

Bijvoorbeeld van mensen die MVO<br />

voornamelijk zien als window dressing<br />

en het ‘maatschappelijk aardig doen’<br />

juist beschouwen als een blok aan het<br />

been van de onderneming.<br />

Hoe snel kan het allemaal veranderen.<br />

Het is een inmiddels al behoorlijk<br />

afgesabbeld verhaal, maar de affaire<br />

rond de Brent Spar veroorzaakte bij<br />

grote internationale bedrijven een<br />

omslag. Dat zelfs de olietitaan Shell zo<br />

afhankelijk bleek te zijn van de<br />

invloed van de omgeving en de gunst<br />

van de consument, kwam als een<br />

schok over. De affaire gaf het begrip<br />

maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />

de beslissende impuls tot een<br />

razendsnelle ontwikkeling. Wat in de<br />

zomer van 1995 begon als een megahype,<br />

leidde tot een nieuwe mentaliteit<br />

bij veel bedrijven, die voortaan<br />

de mening van de omgeving, de stakeholders,<br />

een grote rol gaven.<br />

“Je ziet vanaf dat moment heel snel<br />

allerlei vormen van communicatie en<br />

overleg met de omgeving ontstaan. De<br />

grote internationale bedrijven begin-<br />

nen met de publicatie van maatschappelijke<br />

jaarverslagen en er komt een<br />

structurele dialoog op gang met de<br />

stakeholders, de betrokken maatschappelijke<br />

partijen. De poorten gaan<br />

open, er komt een einde aan de tot<br />

dan toe naar binnen gerichte en redelijk<br />

gesloten cultuur. Dat bedrijven<br />

medeverantwoordelijk zijn voor hun<br />

maatschappelijke omgeving is toen<br />

geaccepteerd”, aldus Johan Wempe,<br />

directeur van MVO Nederland in<br />

Utrecht en hoogleraar bedrijfsethiek<br />

aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.<br />

Het Kenniscentrum - waar Shell<br />

Nederland als partner in deelneemt -<br />

draait nu iets meer dan een jaar en is<br />

opgezet op initiatief van het Ministerie<br />

van Economische Zaken om MVO verder<br />

te stroomlijnen en te stimuleren.<br />

Na destijds de vliegende start, begon<br />

MVO geleidelijk te stagneren, constateerde<br />

ook EZ, dat bereid was het kenniscentrum<br />

vier miljoen euro subsidie<br />

mee te geven. MVO blijft te vaak steken<br />

bij het publiceren van maatschappelijke<br />

jaarverslagen, de aanstelling<br />

van een duurzaamheidsmanager of<br />

investeringen in filantropische activiteiten.<br />

MVO uit het aparte hokje<br />

Johan Wempe (52), die destijds, in zijn<br />

toenmalige functie van directeur<br />

KPMG Ethics & Integrity Consulting,<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 8<br />

Shell nog adviseerde na Brent Spar,<br />

erkent dat verdere ontwikkeling van<br />

het MVO-denken hard nodig is. “Wat<br />

er de afgelopen jaren tot stand is gekomen,<br />

is een mooie aanzet, maar het is<br />

nog niet genoeg”, zegt hij. “Er is veel<br />

aandacht voor processen, maar het is<br />

ook belangrijk dat er nu echt gekeken<br />

wordt naar concrete resultaten. MVO<br />

staat nog te veel op zich zelf in een<br />

apart hokje. Die duurzaamheidsmanager<br />

kan niet op zijn kantoortje blijven<br />

zitten en een filantropisch fonds is<br />

weliswaar zinvol, maar het raakt niet<br />

de kern.”<br />

Waar Wempe voor pleit, is dat MVO<br />

het hart van de business wordt. “Dat<br />

besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />

blijft nu nog te veel<br />

aan de oppervlakte. De top van het<br />

bedrijf moet het verder oppakken en<br />

voortdurend impulsen geven. Extern,<br />

maar ook intern. Je kunt bijvoorbeeld<br />

het probleem van overgewicht en een<br />

ongezonde levensstijl gaan aanpakken<br />

door te zorgen dat er goed eten in het<br />

bedrijfsrestaurant te krijgen is en door<br />

het personeel tot bewegen uit te nodigen.<br />

Maar ook extern moet de maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid bij<br />

alle beslissingen meespelen.”<br />

De kritiek die steeds luider klinkt is<br />

echter dat al dat ‘aardig doen’ alleen<br />

maar geld kost. Globalisering zorgt<br />

voor een steeds hardere concurrentiestrijd,<br />

waarin bedrijven het uiterste


Johan Wempe:<br />

“Uiteindelijk zal<br />

MVO de langste<br />

adem hebben.”<br />

moeten geven om overeind te blijven.<br />

MVO is volgens critici wel mooi en<br />

aardig, maar zij zien het ook als een<br />

blok aan het been van de onderneming<br />

dat het bedrijfsresultaat negatief zal<br />

beïnvloeden. Bij veel bedrijven laten<br />

aandeelhouders zich steeds nadrukkelijker<br />

horen, en die aandeelhouders lijken<br />

meer interesse te hebben in goede<br />

winstcijfers dan in maatschappelijk verantwoorde<br />

projecten.<br />

Volgens Wempe is dat echter een misvatting.<br />

Aandeelhouders zijn vaak wel<br />

degelijk geïnteresseerd in het rendement<br />

op de lange termijn. “Mogelijk is<br />

de goede vorm voor de dialoog met<br />

deze groep stakeholders nog niet<br />

gevonden”, filosofeert hij. “In die dialoog<br />

moet het zakelijke belang van<br />

MVO duidelijk worden, een bedrijf kan<br />

het zich niet permitteren zijn maatschappelijke<br />

omgeving te negeren.”<br />

Het verleden heeft volgens Wempe<br />

duidelijk gemaakt wat dat voor gevolgen<br />

kan hebben. “Misschien zal een<br />

enkele aandeelhouder opstappen en<br />

naar de concurrent gaan die niet aan<br />

‘leuke dingen’ doet, maar puur op de<br />

korte termijn naar winst streeft. Dat<br />

moet dan maar geaccepteerd worden,<br />

uiteindelijk zal MVO de langste adem<br />

hebben.”<br />

De markt beslist<br />

Johan Wempe is het beslist niet eens<br />

met de stelling dat MVO en commercie<br />

tegenover elkaar staan. Ze kunnen<br />

en moeten elkaar juist aanvullen, is<br />

zijn visie. Hij geeft het voorbeeld van<br />

Douwe Egberts die investeert in de<br />

verbetering van de levensomstandigheden<br />

van kleine koffieboeren in ontwikkelingslanden.<br />

Er zijn onder meer<br />

vakscholen gesticht waar de boeren<br />

een opleiding krijgen. “Dat is geen<br />

filantropie, want doordat de boeren<br />

beter werken, komt er een beter product.<br />

Deze koffie heeft een hogere<br />

kwaliteit en daar mag dan ook een<br />

hogere prijs voor worden gevraagd,<br />

die de consument bereid is te betalen”,<br />

houdt hij voor.<br />

“Ik wil benadrukken dat dit een puur<br />

commercieel verantwoorde activiteit is<br />

en dat is ook de enige manier om het<br />

te ontwikkelen. Als MVO in het hart<br />

van de business wil staan, dan moet<br />

het zich op de markt weten te handhaven.”<br />

Vanuit dat denken dat markt en ethiek<br />

samen juist de innovatiekracht versterken,<br />

noemt Johan Wempe als voorbeeld<br />

Shell V-Power. “Dat is een<br />

brandstof die beter is voor het milieu,<br />

beter is voor de motor en daarom voor<br />

de automobilist ook wat meer mag<br />

kosten. Deze innovatie is aangezwengeld<br />

door maatschappelijke verantwoordelijkheid.<br />

De investeringen van<br />

Shell in bijvoorbeeld research en technologieontwikkeling<br />

bij biomassaconversie<br />

en waterstof zijn andere goede<br />

voorbeelden.”<br />

Adam Smith op zijn kop<br />

In zo’n benadering kunnen de meest<br />

onverwachte situaties een marktkans<br />

bieden volgens Wempe. Bestrijding<br />

van armoede en sociale onrechtvaardigheid<br />

kan heel goed samengaan<br />

met commercieel succes, zoals de activiteiten<br />

van Douwe Egberts duidelijk<br />

maken. Investeren in arbeidsomstandigheden<br />

en kennisniveau in armoedegebieden<br />

leidt ertoe dat het bedrijf<br />

een kwalitatief beter product op de<br />

markt kan zetten en op de langere<br />

duur een nieuwe afzetmarkt creëert.<br />

Daarvoor moet een gebied wel tot op<br />

zekere hoogte ontwikkeld zijn, erkent<br />

Wempe. “In Afrika bijvoorbeeld is het<br />

basisniveau op zoveel plaatsen zo<br />

laag, dat dit commerciële model niet<br />

zal werken. Daar zullen voorlopig<br />

overheden en filantropische organisaties<br />

het voortouw moeten nemen.”<br />

Maar in andere streken, waar het<br />

basisniveau hoger is, is filantropie niet<br />

op zijn plaats. “Dat is niet vruchtbaar,<br />

alleen wat commercieel levensvatbaar<br />

is, kan voor beide partijen voordeel<br />

opleveren en aan een echte ontwikkeling<br />

bijdragen. Het is het klassieke<br />

vrije kapitalisme van Adam Smith op<br />

zijn kop gezet. Niet het vrije ondernemen<br />

geeft automatisch een positieve<br />

ontwikkeling, het is juist de positieve<br />

maatschappelijke inzet die tot een succesvolle<br />

onderneming leidt.”<br />

Als hoogleraar bedrijfsethiek aan de<br />

Erasmus in Rotterdam constateert<br />

Wempe “veel belangstelling voor MVO<br />

onder studenten en jonge managers,<br />

dat is niet aan het inzakken.”<br />

“Ik merk dat jonge mensen willen werken<br />

bij een bedrijf dat én commercieel<br />

succesvol is én verantwoordelijk<br />

opereert. Zij zijn de topmensen van<br />

morgen, en MVO nieuwe stijl heeft<br />

dus veel potentieel.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 9<br />

‘EERLIJK DUURT<br />

HET LANGST’<br />

Margot Scheltema heeft als<br />

financieel directeur van Shell<br />

Nederland het MVO-beleid<br />

in haar portefeuille en ook zij<br />

ziet het maatschappelijk verantwoord<br />

ondernemen als<br />

de enige manier voor een<br />

bedrijf om in de toekomst te<br />

overleven. “Eerlijk duurt het<br />

langst. Maar dat moet inderdaad<br />

ook commercieel<br />

levensvatbaar zijn. Wat de<br />

consument in Shell V-Power<br />

bijvoorbeeld aanspreekt is<br />

dat het beter is voor de<br />

motor, niet dat het goed is<br />

voor het milieu. Zo kun je<br />

dat aanpakken. Duurzame,<br />

verantwoorde producten<br />

mogen bovendien niet veel<br />

meer kosten, je moet zoeken<br />

naar een haalbare<br />

balans.”<br />

Scheltema benadrukt dat<br />

een bedrijf de hele productieketen<br />

moet bekijken en<br />

alles van begin tot eind zo<br />

moet inrichten dat het zo<br />

duurzaam en verantwoord<br />

mogelijk is. “MVO is te vaak<br />

vooral abstracte theorie,<br />

maar het gaat erom hoe de<br />

dingen in de praktijk echt<br />

worden gedaan. De grote<br />

aandacht voor veiligheid bij<br />

Shell is daar een voorbeeld<br />

van”, constateert ze. Maar<br />

ook noemt Scheltema de<br />

Burenraad bij Shell Pernis,<br />

waarin met vertegenwoordigers<br />

uit de omgeving wordt<br />

overlegd over zaken als<br />

affakkelen, veiligheid en<br />

milieu. Dit succesvolle<br />

model voor goed nabuurschap<br />

wordt binnen MVO<br />

Nederland als best practice<br />

gepresenteerd.


NOORD-NEDERLAND MAG DAN PLAT ZIJN, MET ENERGY VALLEY<br />

WIL DE REGIO PIEKEN IN DE NATIONALE ENERGIETOEKOMST.<br />

“ONZE BIJZONDERE POSITIE MAAKT HET MOGELIJK DAT HIER<br />

EEN CLUSTER VAN ENERGIE-ACTIVITEITEN VAN INTERNATIONALE<br />

BETEKENIS ONTSTAAT”, ZEGT MEDE-INITIATOR EN DIRECTEUR<br />

GERRIT VAN WERVEN.<br />

TEKST: HANS LAGENDAAL<br />

FOTO’S: HANS BANUS / ZEFA<br />

Gerrit van Werven: “Onze eerste<br />

vraag is wat een initiatief in economische<br />

termen bijdraagt aan<br />

de ontwikkeling van Noord-<br />

Nederland.”<br />

Noord-Nederland<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 10<br />

“Het is snel gegaan,<br />

wat ik zie als bewijs dat de<br />

filosofie achter Energy Valley deugt.”


ENERGY VALLEY? Denken ze in Noord-<br />

Nederland soms dat de bodemdaling<br />

door gaswinning straks voor een heuvellandschap<br />

gaat zorgen? Gerrit van<br />

Werven, directeur van Energy Valley,<br />

is weliswaar geen noorderling van<br />

geboorte, maar verder wel zo nuchter<br />

dat hij moeiteloos door elk regionaal<br />

inburgeringsexamen zou komen. De<br />

vrees voor fysieke berg- en dalvorming<br />

staat dan ook niet op zijn ‘mental<br />

map’, wel de wil om Noord-Nederland<br />

economisch op te heffen met<br />

energieproductie als motor. “Energy<br />

Valley is als Silicon Valley, een cluster<br />

van samenhangende activiteiten, in<br />

ons geval rond energie”, vertelt hij op<br />

het EV-kantoor, dat dan ook niet bij<br />

toeval gevestigd is in hetzelfde kantoorgebouw<br />

in Groningen waarin ook<br />

de NOM, de noordelijke ontwikkelings-<br />

en investeringsmaatschappij,<br />

huist.<br />

Van Werven, inspirator en katalysator<br />

van Energy Valley, is ook nuchter in<br />

zijn opsomming van de doelstelling:<br />

“Het bevorderen van de economie in<br />

het noorden van het land door allerlei<br />

initiatieven rond energie te ontwikkelen<br />

en te bundelen. Het kan daarbij<br />

ook gaan om duurzame ontwikkelingen,<br />

maar het doel van Energy Valley<br />

is niet het verbeteren van het milieu<br />

of het beschermen van het wereldklimaat.<br />

Beide zaken hoeven niet strijdig<br />

te zijn met elkaar, maar onze eerste<br />

vraag is wat een initiatief in economische<br />

termen bijdraagt aan de ontwikkeling<br />

van Noord-Nederland.”<br />

Als ambtenaar destijds (directeur Economische<br />

Zaken van de gemeente<br />

Groningen) en sinds vijf jaar als directeur-eigenaar<br />

van een lokaal en regionaal<br />

economisch adviesbureau, constateerde<br />

Van Werven dat het noorden<br />

naar zijn idee onvoldoende gebruik<br />

maakte van juist zijn grootste uniciteit<br />

en potentiële kracht, de energiepro-<br />

ductie. “Bij elkaar werken in de noordelijke<br />

energiecluster zo’n 18.000 mensen,<br />

wat in onze regionale economie<br />

erg veel is. Bovendien vormt werkgelegenheid<br />

in de energie een sterk stuwende<br />

economische activiteit, het is<br />

een echte money maker.”<br />

“De grote kernen in de noordelijke<br />

energiesector worden van oudsher<br />

gevormd door Gasunie en NAM. Maar<br />

met alle waardering voor hun werk en<br />

hun functioneren in de regionale<br />

omgeving, het gaat om twee bedrijven<br />

die elk zó groot zijn dat ze volstrekt<br />

autonoom kunnen handelen, waardoor<br />

ze minder gefocust waren op het<br />

opbouwen van regionale kennisclusters”,<br />

analyseert Van Werven.<br />

Activiteiten aanjagen<br />

Sinds Michael Porter zijn economische<br />

theorieën ook in Nederland kwam uitleggen,<br />

is ‘clusterdenken’ doorgedrongen<br />

in alle overheidsnota’s, ook bijvoorbeeld<br />

in ‘Pieken in de Delta’, van<br />

het Ministerie van Economische<br />

Zaken. Weliswaar krijgt juist het noorden<br />

van het land - naar de mening van<br />

het noorden van het land - in deze<br />

economische onderbouwing van de<br />

Nota Ruimte te weinig steun en aandacht,<br />

maar het Haagse idee van bundeling<br />

van kennis, kunde en bestuur,<br />

wil men in Groningen, Leeuwarden en<br />

Assen graag omarmen. Overigens staat<br />

het Energy Valley initiatief uitdrukkelijk<br />

als positief voorbeeld genoemd in<br />

Pieken in de Delta.<br />

Energy Valley kreeg extra wind in de<br />

zeilen door de instemming van de<br />

Tweede Kamer met het Waddenfonds,<br />

een met 800 miljoen euro gevulde pot<br />

voor structuurversterking van het Waddengebied,<br />

een soort ‘zoenoffer richting<br />

regio’ voor de instemming van<br />

diezelfde Kamer met gaswinning<br />

onder de Waddenzee. Uit het fonds is<br />

inmiddels 150 mln euro geoormerkt<br />

voor duurzame economische ontwik-<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 11<br />

keling, waartoe ook duurzame energietechnieken<br />

horen. Van Werven:<br />

“Omdat ook Noord-Holland Waddengebied<br />

heeft, en dus mee kan delen<br />

uit het Waddenfonds, was het niet<br />

meer dan logisch dat er inmiddels een<br />

samenwerkingsovereenkomst is getekend<br />

tussen Energy Valley en het ECN<br />

(Energieonderzoek Centrum Nederland<br />

-red.) in Petten. Installaties die zij<br />

ontwerpen, kunnen in Noord-Nederland<br />

gerealiseerd worden. Wij willen<br />

bevorderen dat Noord-Nederland een<br />

incubator wordt voor nieuwe energietechnologie,<br />

op technisch maar ook<br />

bestuurlijk en onderwijskundig gebied.”<br />

Daarbij wil Energy Valley, in de woor-<br />

wil pieken met<br />

Energy Valley<br />

den van Van Werven, optreden als<br />

‘aanjager van activiteiten’. “Ons coördinatiebureau<br />

moet rank en slank blijven,<br />

wij willen initiatieven losmaken<br />

die door andere partijen ingevuld<br />

moeten worden.”<br />

Er is daarom ook geen geld te halen<br />

bij Energy Valley, vertelt Van Werven,<br />

maar wel alle ondersteuning om partners<br />

te vinden bij een initiatief, plus<br />

bemiddeling bij het openen van deuren<br />

waarachter zich wel ontwikkelings-<br />

en stimuleringsgeld bevindt. “We<br />

overwegen om een participatiefonds<br />

op te zetten, maar dan moet het<br />

gewoon om ‘marktgeld’ gaan. Het<br />

fonds moet ervoor zorgen dat commerciële<br />

activiteiten hier en niet elders<br />

in Nederland worden opgezet.”<br />

De filosofie deugt<br />

Energy Valley bestaat inmiddels twee<br />

jaar en het is op z’n minst opmerkelijk<br />

hoeveel initiatieven er in het kader van<br />

Energy Valley zijn gestart. “Ik ga beslist<br />

niet claimen dat ze allemaal dóór<br />

Energy Valley tot stand zijn gekomen,<br />

maar het initiatief heeft wel een collectieve<br />

bewustwording losgemaakt in<br />

deze regio dat hier voor ons kansen


liggen”, aldus Gerrit van Werven. Met<br />

name vanuit het onderwijsveld is<br />

enthousiast gereageerd, met de Rijksuniversiteit<br />

Groningen voorop, geholpen<br />

door de Gasunie die royaal met<br />

giften werkt voor ondersteuning van<br />

leerstoelen. De RuG wil zich specialiseren<br />

in onderwijs en onderzoek op<br />

het terrein van internationale energiemarkten<br />

en energiepolitiek. Het recentelijk<br />

opgerichte interfacultair instituut<br />

Edrec (Energy Delta Research Centre)<br />

bundelt alle energiekennis die op de<br />

universiteit aanwezig is.<br />

Met een ‘Akkoord van Groningen’ is<br />

voor het in september begonnen studiejaar<br />

een band tot stand gebracht<br />

tussen universiteit en hbo (Hanzehogeschool)<br />

waarin in het Energie Kenniscentrum<br />

vier gezamenlijke onderwijsspeerpunten<br />

zijn geformuleerd:<br />

beroepsopleidingen richting olie- en<br />

gasingenieur, gasketen manager, internationale<br />

elektriciteitsproductie en<br />

-transport en duurzame installatietechniek.<br />

Ook met het noordelijke Van<br />

Hall Instituut (de ‘Groene hogeschool<br />

voor voeding, milieu, landbouw en<br />

dieren’) zijn samenwerkingsverbanden<br />

getekend, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling<br />

van duurzame energietechnieken<br />

als biomassateelt en biologische<br />

zuivering met energieopwekking.<br />

Van Werven: “Het kennisplatform rond<br />

Energy Valley is inmiddels breed ontwikkeld,<br />

van de universiteit tot en met<br />

het mbo. Het is ook snel gegaan, wat<br />

ik zie als bewijs dat de filosofie achter<br />

Energy Valley deugt.”<br />

Ondernemers zijn welkom<br />

Kennis/onderwijs is een van de drie<br />

pijlers waarop Energy Valley zich richt,<br />

de twee andere zijn bedrijfsactiviteiten<br />

en de ontwikkeling van duurzame<br />

energievormen. Gerrit van Werven:<br />

“Maar ook hier is onze primaire bijdrage<br />

het aanjagen. Nadenken over ontwikkelingen,<br />

met deskundigen praten,<br />

bijeenkomsten organiseren, politieke<br />

en ambtelijke steun verwerven, eventueel<br />

onderzoeksbudgetten opsporen,<br />

dus overal netwerken. Het werk zelf<br />

moet echter door ondernemers gedaan<br />

worden.”<br />

Grote thema’s die in dit verband door<br />

Energy Valley met nadruk worden<br />

gestimuleerd, zijn bijvoorbeeld ondergrondse<br />

aardgasberging, CO 2 -berging<br />

in lege gasvelden, de ontwikkeling<br />

van zero emission power plants (ZEPP,<br />

gasgestookte elektriciteitscentrales die<br />

hun CO 2 gelijktijdig ondergronds<br />

opbergen), meer toelevering door het<br />

regionale MKB aan nieuwe energieprojecten,<br />

zoals bijvoorbeeld de aanstaande<br />

nieuwe olieproductie in<br />

Schoonebeek, de productie van ‘groen<br />

gas’ (gemaakt van biomassa), de ontwikkeling<br />

van biomassaconversiebedrijven<br />

in brede zin en de aanlanding<br />

van vloeibaar aardgas in de Eemshaven.<br />

Van Werven erkent dat Energy Valley<br />

deze projecten nooit bedrijfsmatig of<br />

financieel kan ondersteunen, “maar<br />

we kunnen wel belangrijk bijdragen<br />

dat deze activiteiten juist in Noord-<br />

Nederland van de grond komen, en<br />

niet ergens anders. Een mooi voorbeeld<br />

is onze introductie bij de provincie<br />

Friesland van het consortium<br />

dat bij Drachten een demonstratiefabriek<br />

van een zero emission power<br />

plant wil neerzetten. Aan tafel zaten<br />

alle ambtenaren die verantwoordelijk<br />

zijn voor een bepaald stuk van het vergunningentraject.<br />

Een paar uur informatie-uitwisseling,<br />

en een week later<br />

was het voorbereidingsproces rond.<br />

Ongelooflijk dat het zo snel kan, maar<br />

het tekent de sense of urgency die<br />

deze regio geeft aan het concept van<br />

Energy Valley.”<br />

En: “Als Energy Valley richten we ons<br />

op het aanjagen van kleinere concrete<br />

projecten, maar we willen ook de<br />

grote ontwikkelingen stimuleren, al<br />

staan daar grote, vaak ook internationale<br />

bedrijven achter die zelf heel<br />

goed weten hoe die projecten gedaan<br />

moeten worden. Wat wij willen is aan<br />

die ondernemers laten merken dat<br />

deze regio unieke kansen biedt<br />

om te ondernemen. CO 2 -berging,<br />

de ontwikkeling<br />

van biobrandstoffen,<br />

gasberging, energietransitie,<br />

het zijn allemaal<br />

zaken die onvermijdelijk gaan<br />

gebeuren. Energy Valley wil<br />

een klimaat scheppen dat ze<br />

hìer gaan gebeuren.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 12<br />

“EEN AANTREKKELIJK KLIMAAT<br />

SCHEPPEN”<br />

Sinds het prille begin is de Nederlandse Aardolie Maatschappij<br />

(NAM) nauw betrokken bij Energy Valley. Over het belang van<br />

het initiatief hoeft Rien Herber, adjunct-directeur van de NAM,<br />

dan ook niet lang na te denken. “Het brengt projecten en partijen<br />

in de Noordelijke energie- en kennisarena bij elkaar. Hierdoor<br />

ontstaat een toegevoegde waarde die anders onbenut<br />

was gebleven.”<br />

Een eerste concreet voorbeeld heeft zich reeds aangediend.<br />

Voor elk bedrijf is het beschikken over een gezonde werknemerspopulatie<br />

een voorwaarde voor continuïteit, maar ook<br />

voor het importeren van de jongste kennis op bepaalde werkgebieden.<br />

Met name in de bèta-studierichtingen is de laatste<br />

jaren een gestage terugloop te zien in het aantal jongeren dat<br />

voor een technische carrière kiest.<br />

“Dat baart natuurlijk zorgen”, aldus Herber. “In samenwerking<br />

met onze aandeelhouder Shell worden op landelijke schaal<br />

veel activiteiten ondernomen, maar juist in het kader van Energy<br />

Valley kwamen er gesprekken op gang met andere partijen<br />

hier in het Noorden waardoor nieuwe mogelijkheden ontstonden.”<br />

Herber doelt op het recent afgesloten convenant tussen<br />

de gemeente Assen, de Hanzehogeschool, ASTRON en de<br />

NAM om een nieuwe technische post-HBO opleiding van de<br />

grond te krijgen. In dit kader draagt de NAM bij aan het onderwijsprogramma<br />

dat in Assen gestalte moet krijgen, maar kan<br />

ook stageplaatsen aanleveren.<br />

“De aanloop naar deze opleiding verloopt zeer voorspoedig”,<br />

aldus Herber. “Het is belangrijk dat er een dergelijke opleiding<br />

komt; een stimulans voor Assen en omgeving, maar het biedt<br />

ons de kans om hoog opgeleide technici voor onze gasoperaties<br />

lokaal te werven. Bovendien heeft een deel de kans gehad<br />

praktijkervaring op te doen bij onze installaties.”<br />

De samenwerking op het gebied van onderwijsprogramma’s is<br />

slechts één voorbeeld van een lange reeks mogelijkheden die<br />

Energy Valley biedt bij een nauwere samenwerking op het<br />

brede thema energie. Herber: “Nederland is een aardgasland -<br />

al ruim veertig jaar. Door de jaren heen is in het noorden van<br />

ons land een unieke combinatie opgebouwd van industrie en<br />

kennis rondom de royale ondergrondse aanwezigheid van<br />

deze energiebron die<br />

uniek is voor<br />

noord-west<br />

Europa.<br />

Een Centre of<br />

Excellence voor<br />

gasoperaties.<br />

Natuurlijk opereert elk<br />

bedrijf hierin met zijn eigen business<br />

plan en doelstellingen, maar zoals zo<br />

vaak biedt de som der delen een meerwaarde.”<br />

“Energy Valley biedt tegen deze achtergrond<br />

een paraplufunctie die een aantrekkelijk<br />

klimaat kan scheppen voor verdere innovatie<br />

en het aantrekken van nieuwe investeerders.<br />

En dat is goed voor het Noorden en goed voor de<br />

BV Nederland.”


SOX404 is geland<br />

De wetsparagraaf (nummer 404) waar het om<br />

gaat telt slechts 168 woorden, maar het Amerikaanse<br />

en internationale zakenleven heeft<br />

inmiddels veel geld uitgegeven om de Sarbanes<br />

Oxley Wet te implementeren in de<br />

accountantssystemen. Ook bij Shell is ‘Vlucht<br />

SOX404’ inmiddels geland.<br />

DE AFGELOPEN JAREN HEBBEN bedrijven de druk<br />

gevoeld van publiek, beleggers en overheden<br />

om te komen tot hogere niveaus in transparantie<br />

en het strikt voldoen aan regels. Een van de<br />

grootste veranderingen was hierbij de Sarbanes<br />

Oxley Act, die wetskracht kreeg door ondertekening<br />

door president Bush in 2002. De wet is<br />

genoemd naar de twee indieners, senator Paul<br />

Sarbanes en congreslid Michael Oxley. Hun<br />

voorstel kwam in recordtempo door het Congres<br />

in reactie op de boekhoudschandalen<br />

rond Enron en WorldCom.<br />

De wet is bedoeld om ‘beleggers te beschermen<br />

door het verhogen van de betrouwbaarheid<br />

van bedrijfsinformatie’. Hij is van toepassing<br />

op alle bedrijven die aan de Amerikaanse<br />

beurs staan genoteerd, ook Shell, dat aan de<br />

regels moet voldoen omdat het geldt als ‘buitenlandse<br />

particuliere emittent’.<br />

Veel onderdelen van de wet worden algemeen<br />

als positief erkend, bijvoorbeeld het versterken<br />

van de rol en de onafhankelijkheid van auditgroepen,<br />

maar met name één paragraaf heeft<br />

voor veel controverses gezorgd. Paragraaf 404<br />

(‘SOX404’) van de wet telt slechts 168 woorden<br />

maar heeft een enorme inspanning van de<br />

betroffen bedrijven gevraagd om er aan te kunnen<br />

voldoen.<br />

Jaar uitstel<br />

SOX404 eist van het management van een<br />

onderneming dat het een jaarlijkse verklaring<br />

afgeeft over de uitkomst van de interne controles<br />

op de financiële verslaglegging. De resultaten<br />

daarvan moeten staan in het zogeheten<br />

20F-document dat jaarlijks publiek gemaakt<br />

moet worden. In aanvulling daarop moet de<br />

externe accountant een oordeel geven over het<br />

oordeel van het management en zijn eigen<br />

onafhankelijke conclusie publiceren. Het ontdekken<br />

van een belangrijke zwakte (material<br />

weakness) betekent automatisch een negatieve<br />

conclusie.<br />

Voor ‘buitenlandse particuliere emtittenten’<br />

gold oorspronkelijk een uiterste datum van<br />

invoering van de regels voor de financiële verklaringen<br />

per 31 juli 2005. Later verleende de<br />

SEC (Security and Exchange Commission, de<br />

Amerikaanse financiële toezichthouder) een<br />

jaar uitstel. Dit had te maken met het bijna<br />

gelijktijdig van kracht worden van een Europese<br />

Richtlijn die bepaalt dat aan Europese beurzen<br />

genoteerde bedrijven met hun financiële<br />

verslaglegging moeten voldoen aan de regels<br />

van de International Financial Reporting Standards<br />

(IFRS) per 1 januari 2005. Voor Royal<br />

Dutch Shell betekent dit dat de eerste externe<br />

einddatum voor het voldoen aan SOX404 valt<br />

op 31 december 2006.<br />

Alle gaten gestopt<br />

Shell is al in begin 2004 begonnen met een<br />

intern project om te kunnen voldoen aan<br />

SOX404. Het programma van implementatie<br />

strekte zich uit over het hele bedrijf en werd<br />

centraal gecoördineerd om een eenheid in aanpak<br />

te krijgen. Aanvankelijk was de keuze<br />

gemaakt om uit alle bedrijfsonderdelen en processen<br />

er zoveel te testen dat ongeveer 80 procent<br />

van de financiële waarde van de Groep<br />

ermee werd gedekt. Maar later kwamen de SEC<br />

en de Public Company Accounting Oversight<br />

Board, die toezien op de invoering van de Sarbanes<br />

Oxley wet, met nieuwe regels. Dit<br />

gebeurde in reactie op klachten van Amerikaanse<br />

bedrijven over de kosten en de moeite<br />

die gedaan moesten worden voor de invoering<br />

van SOX404. Als gevolg daarvan kon Shell een<br />

meer ‘top down’ risico-gebaseerde benadering<br />

voor het project kiezen wat resulteerde in een<br />

reductie van het aantal bedrijfsonderdelen en<br />

systemen die getest moesten worden.<br />

Nu de documentatie inmiddels compleet is en<br />

het testen een heel stuk onderweg, is Shell<br />

goed op weg om haar doel te halen om eind<br />

van dit jaar ‘in principe’ klaar te zijn voor<br />

CFO Peter Voser: “[SOX404] leidt uiteindelijk<br />

tot betere bedrijfsresultaten.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 13<br />

TEKST: EUAN GALLOWAY<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

SOX404. Volgend jaar zal het aparte team dat<br />

leiding geeft aan het project dan ook langzaam<br />

worden ontbonden. De verantwoordelijkheid<br />

en aansprakelijkheid voor SOX404 gaat dan<br />

over naar de divisies. Het eerste jaarrapport<br />

door de Chief Executive (Jeroen van der Veer)<br />

en de Chief Financial Officer (Peter Voser) zal<br />

gemaakt worden in het eerste kwartaal van<br />

2007. Daarbij heeft Jeroen van der Veer het voltallige<br />

personeel aangemoedigd ervoor te zorgen<br />

dat er geen ‘holes in our SOX’ zullen zitten.<br />

Grotere efficiëntie<br />

Ondanks de kritiek op SOX404 ziet Shell ook<br />

grote voordelen ontstaan uit de invoering<br />

ervan. Het programma levert een ingrijpende<br />

verbouwing en verbetering op van de interne<br />

controlesystemen bij de financiële verslaglegging.<br />

Dit helpt het risico te verminderen van<br />

fraude of fouten in de financiële verklaringen.<br />

Een positieve SOX404-bekrachtiging wordt ook<br />

gezien als een belangrijk onderdeel van het<br />

reputatiebeheer, omdat het onderstreept dat de<br />

financiële resultaten betrouwbaar zijn en dus<br />

door beleggers vertrouwd mogen worden.<br />

Op een recente energieconferentie in Houston<br />

zei Peter Voser, de Chief Financial Officer van<br />

Shell, dat “gezien onze gefragmenteerde structuur,<br />

wij op twee manieren naar 404 kijken.<br />

Het stuurt in de richting van standaardisering,<br />

het versterkt de waarden van het bedrijf en<br />

leidt uiteindelijk tot betere bedrijfsresultaten.”<br />

Een van de uitkomsten zal een grotere efficiëntie<br />

zijn. Hij voegde daar aan toe: “Het stelt<br />

ons in staat onze aandacht te concentreren op<br />

activiteiten met een hoger risicoprofiel inplaats<br />

van op gebieden met lagere risico’s die<br />

bestuurd kunnen worden met een luchtdicht<br />

systeem van het naleven van de regels.”<br />

MARKT KIJKT NAAR SOX<br />

In 2005 hebben Amerikaanse beursfondsen<br />

voor het eerst conform<br />

SOX404 gepubliceerd. In elf procent<br />

van de gevallen moesten daarbij<br />

belangrijke zwakten (material weaknesses)<br />

worden gemeld. Recent onderzoek<br />

heeft uitgewezen dat de aandelen<br />

van deze fondsen minstens vier procent<br />

bij de marktontwikkeling achterbleven<br />

in de afgelopen zes maanden,<br />

oplopend naar zeven procent als dit<br />

leidde tot een te late publicatie van de<br />

financiële resultaten. Dit onderstreept<br />

het belang dat beleggers hechten aan<br />

goede interne controles.


PLAGEN VRETEN EEN DERDE VAN ALLE WERELDOOGSTEN OP, IN DE TROPEN SOMS WEL DE HELFT.<br />

VOOR EXCELLENT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR BIOLOGISCHE BESTRIJDINGSMETHODEN<br />

VAN PLAGEN HEEFT DE WAGENINGSE HOOGLERAAR JOOP VAN LENTEREN OP 19 OKTOBER DE<br />

KONINKLIJKE/SHELL PRIJS VOOR DUURZAME ONTWIKKELING 2005 ONTVANGEN.<br />

Professor Joop van Lenteren winnaar Koninklijke/Shell Prijs<br />

voor duurzame ontwikkeling 2005<br />

ALS TUINDERSZOON IN het Westland weet<br />

Joop van Lenteren al van kindsjaren af<br />

van natuur, van oogsten en dus ook<br />

van ziekten en plagen. En al even jong<br />

toonde hij zich elementair nieuwsgierig<br />

naar het ‘waarom van alles’. Toch<br />

was niet tuinbouw maar elektrotechniek<br />

zijn eerste grote interesse; tot het<br />

enthousiasme van een biologieleraar<br />

op zijn middelbare school in Vlaardingen<br />

hem deed kiezen voor een studie<br />

biologie in Leiden met een specialisatie<br />

in ecologie, ethologie (diergedrag)<br />

en plantanatomie.<br />

Een opmerkelijke analogie bestaat er<br />

jarenlang met de een jaar oudere<br />

Maarten ’t Hart; net als Joop van Lenteren<br />

van protestantse huize, vlak bij<br />

elkaar wonend (Maassluis en Maasdijk),<br />

dezelfde middelbare school<br />

bezoekend (Lyceum Vlaardingen), beiden<br />

biologie studerend in Leiden en<br />

beiden na hun studiejaren leraar biologie<br />

aan datzelfde lyceum in<br />

Vlaardingen waar Van Lenteren uiteindelijk<br />

de klassen overnam van Maarten<br />

’t Hart. Maar waar ’t Hart koos voor<br />

het schrijverschap ging Van Lenteren<br />

voor de wetenschap. Nog een analogie:<br />

het latere verlies van het ‘geloof<br />

der vaderen’. “Hoewel veel van dat<br />

calvinistische denken nog aan mij<br />

hangt”, erkent Van Lenteren, waarin<br />

een mengeling van ergernis en<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 14<br />

TEKST: PIET DE WIT<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

“Onze opdracht is<br />

welvaart creëren<br />

“EEN SCHITTEREND KENNIS-<br />

EXPORTPRODUCT”<br />

De Koninklijke/Shell Prijs voor duurzame ontwikkeling wordt toegekend<br />

door een jury uit de besturen van de Koninklijke Hollandsche<br />

Maatschappij der Wetenschappen en de Koninklijke Nederlandse<br />

Akademie van Wetenschappen.<br />

Volgens de jury heeft hoogleraar Joop van Lenteren een cruciale<br />

rol gespeeld bij de ontwikkeling van biologische bestrijding in<br />

Nederland, in Europa en mondiaal.<br />

Uit het juryrapport: “Betrof de stimulerende rol van Van Lenteren<br />

aanvankelijk de gesloten teelten, zoals de Nederlandse glastuinbouw,<br />

ongeveer een decennium geleden heeft hij de nadruk<br />

voornamelijk gelegd op biologische bestrijding in open teelten en<br />

de rol van functionele biodiversiteit.”<br />

En: “De sterke combinatie van fundamenteel onderzoek en de<br />

toepassing ervan wordt in het bijzonder geprezen door de jury.<br />

Zij beschouwt zijn werk als een schitterend kennis-exportproduct<br />

en van grote betekenis voor duurzame landbouw- en voedselproductie.<br />

Het vermijden van chemische gewasbeschermingsmiddelen<br />

zal tevens leiden tot energiebesparing terwijl er meer<br />

ruimte zal komen voor duurzame en hernieuwbare energie uit<br />

teelt van biomassa.”<br />

“Sprinkhanenplagen hoeven<br />

tegenwoordig niet meer te ontstaan, ze<br />

zijn alleen een gevolg van politieke<br />

instabiliteit en de onwil van mensen<br />

om samen te werken.”<br />

berusting doorklinkt. “Het meest<br />

frustrerende is dat eeuwige schuldgevoel<br />

dat je met je meedraagt en steeds<br />

weer leidt tot de vraag of je het wel<br />

goed genoeg hebt gedaan; ik word<br />

daar soms doodmoe van.”<br />

Van Lenteren is dan ook geen man<br />

voor zaken als ‘intelligent design’,<br />

maar een grote zorg over wat anderen<br />

‘de schepping’ noemen, omgeeft hem<br />

wel vaak als een donkere wolk. Een<br />

‘doel’ of ‘zin’ van het leven ziet hij<br />

niet, “maar je hebt als mens wel de<br />

verantwoordelijkheid om na te denken<br />

over wat er gebeurt en hoe jij een bijdrage<br />

kunt leveren aan duurzame ontwikkeling.”<br />

Rond zijn afstuderen was die somberheid<br />

er ook al. De tijd van de Club van<br />

Rome immers. Joop van Lenteren:<br />

“Wekelijks gaven we overal lezingen,<br />

van zeg maar Libelle- en Margrietlezers<br />

tot de Rotary, over wat er allemaal<br />

mis ging met het milieu. Tot ik een<br />

keer naar huis fietste en dacht: ‘Wat<br />

ben je nu toch eigenlijk aan het doen?<br />

Iedereen vertel je over allerlei milieuellende,<br />

maar wat draag je nu bij aan<br />

een oplossing?’ Ik wist eigenlijk niet<br />

eens of het allemaal wel waar was wat<br />

ik vertelde.”<br />

Sprinkhanenplagen<br />

De zoektocht naar wat waar is, heeft


“Ik ben geen dogmaticus,<br />

ik ga niet roepen ‘het mag<br />

alleen maar biologisch’.”<br />

zonder verspilling”<br />

Van Lenteren altijd bedreven op fundamenteel<br />

niveau. Tegen een journalist<br />

zei hij eens: “Voor mij is toegepast<br />

onderzoek het aantrekken van een<br />

leuk jasje, maar fundamenteel onderzoek<br />

is de basis om te zorgen dat het<br />

lijf in goede staat verkeert.”<br />

Wat niet impliceert dat Van Lenteren<br />

een studeerkamergeleerde is, verre<br />

van dat zelfs. Vooral sinds zijn aanvaarding<br />

van het hoogleraarschap Ecologische<br />

entomologie in Wageningen<br />

in 1983 reist hij de hele begroeide<br />

wereld af. En dan niet eens zozeer<br />

voor congressen, maar vooral voor<br />

‘hands on’ praktijkonderzoek met zijn<br />

promovendi, waarvan hij er inmiddels<br />

zeventig heeft begeleid en nog begeleidt,<br />

ongeveer de helft afkomstig uit<br />

het buitenland.<br />

Waarom die eredienst aan fundamenteel<br />

boven toegepast onderzoek? “Het<br />

fundamenteel onderzoek doe ik uit<br />

pure nieuwsgierigheid en zeker niet<br />

sterk doelgericht”, filosofeert hij. “Maar<br />

ik weet wel dat als iedereen heel fanatiek<br />

en louter praktisch loopt te zoeken<br />

naar de oplossing van één soort plaag,<br />

we samen langer bezig zijn dan dat je<br />

antwoorden zoekt op de grote vragen<br />

als ‘hoe ontstaan plagen?’, ‘hoe ontstaan<br />

grote populaties?’ of ‘hoe vindt een<br />

insect een plant, een mug een mens of<br />

een sluipwesp z’n slachtoffer?’.”<br />

Van Lenteren komt via het beantwoorden<br />

van fundamentele vragen tot toegepaste<br />

oplossingen. Bijvoorbeeld hoe<br />

sprinkhanenplagen biologisch bestreden<br />

kunnen worden. “Dan gaan we<br />

met een Landrover dwars door de<br />

semi-woestijn, langs een lijn die met<br />

hulp van GPS is uitgezet, tot wadi’s<br />

waarvan bekend is dat plagen juist daar<br />

altijd beginnen. Je noteert alle planten<br />

die langs die lijn groeien zodat je later<br />

kunt analyseren dat de aanwezigheid<br />

van bepaalde plantensoorten de reden<br />

is dat er gigantische sprinkhanenpopulaties<br />

kunnen ontstaan. Met die kennis<br />

kan dan preventief op dat soort plaatsen<br />

biologische bestrijding worden toegepast.<br />

In dit geval met schimmels.<br />

Maar schimmels gedijen alleen in een<br />

vochtige omgeving terwijl het daar<br />

kurkdroog is. Dus hebben we bedacht<br />

dat je die schimmels eerst moet voorzien<br />

van een heel dun filmpje olie<br />

zodat ze zich kunnen hechten aan een<br />

sprinkhaan en hij sterft. Maar ja, net als<br />

je denkt dat zo’n programma uitgevoerd<br />

kan worden, ontbrandt er weer<br />

eens oorlog in zo’n gebied, kun je er<br />

niet meer in en prompt ontwikkelen<br />

zich dan enorme plagen. Sprinkhanenplagen<br />

hoeven tegenwoordig niet meer<br />

te ontstaan, ze zijn alleen een gevolg<br />

van politieke instabiliteit en de onwil<br />

van mensen om samen te werken.”<br />

Genetische modificatie<br />

Plagen zijn een letterlijke plaag, vooral<br />

door de grote economische schade<br />

die ze aanrichten. Volgens Van Lenteren<br />

gaat ongeveer een derde van alle<br />

gewassen op de wereld verloren door<br />

plagen, van spint en insect tot rat en<br />

muis. In de tropen kan het verlies tot<br />

de helft oplopen. “Ik ben geen dogmaticus,<br />

ik ga niet roepen ‘het mag<br />

alleen maar biologisch’”, aldus de winnaar<br />

van de duurzaamheidsprijs van<br />

Shell. Van de plagen in de landbouw<br />

kunnen we 30 tot 40 procent biologisch<br />

aanpakken, de rest zal met andere<br />

technieken moeten gebeuren, bijvoorbeeld<br />

het selecteren van planten<br />

die resistent zijn tegen plagen, het<br />

gebruik van feromonen (lokstoffen) of<br />

ook de selectieve inzet van chemische<br />

middelen.”<br />

Is genetische modificatie een bedreiging<br />

van het werk van entomologen?<br />

Als gewassen genetisch beschermd<br />

kunnen worden tegen vraatzuchtige<br />

organismen, wordt het lieveheersbeestje<br />

of de sluipwesp immers werkloos,<br />

zou je denken. Van Lenteren<br />

blijkt een genuanceerde visie op genetische<br />

modificatie te hebben. “In veel<br />

gevallen vind ik het een nutteloze en<br />

zelfs onethische techniek, bijvoorbeeld<br />

als er sprake is van modificatie<br />

van het menselijk genoom. Maar in de<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 15<br />

MICRO-C.V. VAN<br />

PRIJSWINNAAR<br />

Joop C. van Lenteren<br />

(Naaldwijk, 1945)<br />

Middelbare school in<br />

Vlaardingen<br />

Studie biologie, Universiteit<br />

van Leiden<br />

Afgestudeerd 1970; promotie<br />

1976<br />

Ecoloog Universiteit van<br />

Leiden (1970-81)<br />

Hoogleraar Ecologie en<br />

biologische bestrijding<br />

UvL (1981-83)<br />

Hoogleraar Ecologische<br />

entomologie, afdelingshoofd<br />

Laboratorium voor<br />

Entomologie Universiteit<br />

van Wageningen (1983-<br />

2003)<br />

Hoogleraar Entomologie,<br />

Universiteit van Wageningen<br />

(sinds 2003)<br />

Honorair hoogleraar Universiteit<br />

Perugia (Italië)<br />

President International<br />

Organization for Biological<br />

Control of Noxious<br />

Animals and Plants (IOBC<br />

Global)


landbouw kan het soms nuttig zijn. In<br />

China en Zuid-Amerika zijn zeer<br />

goede resultaten bereikt met de aanpassing<br />

van gewassen waardoor veel<br />

schoner geproduceerd kan worden.<br />

Minder spuiten betekent minder risico<br />

voor de boer, minder voor de consument<br />

en minder belasting voor het<br />

milieu. Ik ben om wat productiegewassen<br />

betreft, mits genetische modificatie<br />

er op is gericht om duurzame<br />

resistentie te krijgen. Hoewel, absolute<br />

resistentie bestaat niet, het wordt<br />

altijd wel weer een keer doorbroken<br />

door een insect dat zich heeft aangepast.<br />

Helaas wordt dan vaak haast<br />

instinctief toch weer naar de gifspuit<br />

gegrepen. Als ik kijk naar de glastuinbouw,<br />

dan zetten we daar in groentegewassen<br />

zo’n vijftien natuurlijke vijanden<br />

in. Dat geeft een mooie reductie<br />

van plaagpopulaties. Maar als er<br />

dan een nieuw plaaginsect Nederland<br />

binnenkomt, wordt er toch weer<br />

gespoten en gaan ook de natuurlijke<br />

vijanden dood. Het hele secuur ontwikkelde<br />

biologische bestrijdingsprogramma<br />

is daarmee weg.”<br />

Populatie mens<br />

Van Lenteren is geen man die het<br />

leven licht neemt. “Van mijn zoon krijg<br />

ik vaak te horen dat ik eens wat minder<br />

moet doemdenken”, erkent hij.<br />

“Maar als je over de wereld reist en<br />

ziet wat er overal gebeurt, dan word<br />

je niet vrolijk. De voortgaande hebberigheid<br />

van de mensen in de rijke<br />

wereld, de enorme groei die China nu<br />

doormaakt. Het is in elk ecosysteem<br />

altijd zo dat als een populatie te groot<br />

wordt, bepaalde predatoren, parasieten<br />

of ziekten toenemen. Waardoor de<br />

soort verzwakt en de zaak uiteindelijk<br />

in elkaar klapt.”<br />

Volgens Van Lenteren is de populatie<br />

mens in elk geval te groot geworden.<br />

Drie tot vier miljard mensen zou naar<br />

zijn idee het optimum zijn waarop een<br />

hoog welvaartsniveau en duurzame<br />

ontwikkeling nog te combineren valt.<br />

“Dan kan de mens op een fatsoenlijke<br />

manier zijn voedsel laten groeien,<br />

draagt hij niet meer bij aan een dramatische<br />

achteruitgang van biodiversiteit<br />

zoals nu plaatsvindt, en is er ook<br />

genoeg areaal beschikbaar voor de<br />

teelt van gewassen voor bio-energie”,<br />

houdt hij ons voor.<br />

Maar omdat de aarde inmiddels al<br />

door zo’n 6,4 miljard mensen wordt<br />

bewoond, is in feite al een noodprogramma<br />

noodzakelijk. Het houdt Van<br />

Lenteren haast dagelijks bezig. “We<br />

moeten zoeken naar alternatieven<br />

voor de negatieve vormen van egoïsme<br />

en hebberigheid van de mens”,<br />

zegt hij. “Nogal breed ja. Hoe kun je<br />

mensen motiveren om hun gedrag te<br />

veranderen zodat ze er zelf, en hun<br />

omgeving, beter van worden? Ik weet<br />

het nog steeds niet.”<br />

Maar de aarde stevent volgens de<br />

meeste demografen toch af op een top<br />

van zo’n 9 miljard inwoners? De prijswinnaar:<br />

“Als we het verder heel erg<br />

netjes doen, als het vervoer van voedsel<br />

wereldwijd heel goed is geregeld,<br />

dan kan de aarde ook 9 miljard mensen<br />

voeden. Dat zeggen mijn collega’s<br />

hier in Wageningen. Maar als iedereen<br />

op aarde wil leven zoals wij nu, dan<br />

is het voorbij, dat is niet aan te slepen<br />

met vlees en energie. Onze opdracht<br />

is om welvaart te creëren zonder verspilling.”<br />

Een deel van zijn Shell-prijs (een ton<br />

euro netto) wil Van Lenteren in dit verband<br />

besteden aan ecologie-onderwijs<br />

aan leerlingen van de basisschool. “Dit<br />

wil ik al heel lang, en ik kan er nu aan<br />

gaan werken. Op die leeftijd kun je<br />

mensen nog beïnvloeden en enthousiast<br />

maken.”<br />

Rode wangen<br />

In 2003 stapte Van Lenteren op als<br />

directeur van het Laboratorium voor<br />

Entomologie. “Na weer eens een reorganisatie<br />

in Wageningen”, zegt hij. “Er<br />

moesten twee jonge medewerkers uit,<br />

vond het universiteitsbestuur. ‘Als ìk<br />

nu eens ga’, bood ik aan. Dan kan ik<br />

nog een paar jaar lekker onderzoek<br />

doen.”<br />

Het mocht, en dat gaf Van Lenteren<br />

tevens de mogelijkheid om ook in het<br />

Italiaanse Perugia te gaan wonen, wat<br />

hij had leren kennen via een sabbatical<br />

dat hij doorbracht aan de universiteit<br />

daar. Hij is nu gewoon hoogleraar<br />

in Wageningen en honorair hoogleraar<br />

in het Italiaanse Umbria. Plus<br />

president van de wereldorganisatie<br />

voor biologische bestrijding, IOBC.<br />

“Een combinatie van functies die me<br />

in staat stelt om én wetenschappelijk<br />

onderzoek te doen én om direct contact<br />

te hebben met het praktijkveld<br />

van de biologische bestrijding. Ik werk<br />

nu via Italië en Wageningen aan<br />

neurobiologisch onderzoek, bijvoorbeeld<br />

hoe insecten, onder andere<br />

sluipwespen, leren. Sluipwespen kun<br />

je leren om bijvoorbeeld drugs of<br />

explosieven op te sporen op een<br />

vliegveld. Via de IOBC kan ik een deel<br />

van het werk van de afgelopen dertig<br />

jaar in Nederland internationaal realiseren.<br />

Het omvat de hele keten, van<br />

wetenschap en boeren plus hun financiers<br />

tot en met winkelketens die via<br />

hun inkoopbeleid grote invloed kunnen<br />

uitoefenen op duurzame teelt.”<br />

Van Lenteren: “Ik heb een zekere schizofrenie<br />

in mij, ik weet het. Soms ben<br />

ik heel somber over waar het met de<br />

wereld heen gaat, maar als ik met collega’s<br />

en vooral met studenten en<br />

promovendi werk, kan ik weer heel<br />

enthousiast en positief zijn. Hun optimisme<br />

geeft mij de lol in mijn werk.<br />

Net zoals ik nog steeds leer van mijn<br />

interactie met boeren en tuinders. Ik<br />

heb ik weet niet hoeveel geleerd van<br />

die mensen. Het is gebeurd dat ik<br />

experimenten in een kas al als mislukt<br />

wilde opgaven, maar dat een tuinder<br />

me dan zei dat hij vond dat we door<br />

moesten zetten, en dat hij achteraf<br />

gelijk had. Toen ik dan ook hoorde<br />

dat mij de Koninklijke/Shell Prijs voor<br />

duurzame ontwikkeling was toegekend,<br />

heb ik eerlijk gezegd rode wangen<br />

van schaamte gekregen want ik<br />

heb dit resultaat zeker niet alleen<br />

bereikt. Als ik terugkijk lijken de successen<br />

soms door prettig toeval tot<br />

stand gekomen te zijn, en in elk geval<br />

was het altijd teamwerk.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 16<br />

“We moeten<br />

zoeken naar<br />

alternatieven<br />

voor de<br />

negatieve<br />

vormen van<br />

egoïsme en<br />

hebberigheid<br />

van de<br />

mens.”<br />

ENTOMOLOGIE: STUDIE VAN INSECTEN<br />

Entomologie is de tak van biologie die zich bezighoudt met de<br />

studie van insecten. De entomologie gaat terug op een studie<br />

van microscopist Jan Swammerdam uit 1669 waarin hij als eerste<br />

deze dieren aan een systematisch onderzoek onderwierp.<br />

Het was tevens het eerste boek dat op wetenschappelijke wijze<br />

de microscoop als instrument benutte. Nederlandse entomologen<br />

hebben sinds de periode Swammerdam - Van Leeuwenhoek<br />

steeds een belangrijke rol gespeeld in de wetenschappelijke<br />

wereld.<br />

Entomologie is een heel actieve tak van de biologie omdat er bijzonder<br />

veel soorten insecten zijn (driekwart van de ongeveer 13<br />

miljoen organismen op aarde zijn insecten) en vele daarvan nog<br />

op determinatie en beschrijving wachten.<br />

Professionele entomologen houden zich onder andere bezig met<br />

de studie naar en de bestrijding van plaaginsecten die economische<br />

schade aan oogsten of andere voor de mens belangrijke<br />

producten veroorzaken. Ook werken ze aan fundamenteel onderzoek<br />

op het gebied van erfelijkheid, gedrag, zintuigfysiologie,<br />

chemische communicatie, veroudering, populatiedynamiek en<br />

biodiversiteit.<br />

Daarnaast worden veel observaties en onderzoek aan economisch<br />

niet of minder belangrijke soorten, buiten universitaire instituten,<br />

nog steeds door liefhebbers gedaan.


FLINTERTJES VERF VAN EEN VAN GOGH PEUTEREN.GEEN VANDALISME MAAR WETENSCHAPPELIJKE<br />

RESEARCH.OM TE VOORKOMEN DAT DE SCHILDERIJEN UITEINDELIJK VERWELKEN ALS BLOEMEN.<br />

ALS PARTNER IN SCIENCE IS SHELL HIERVOOR MET HET VAN GOGH MUSEUM VERBONDEN.<br />

Rob Bouwman:<br />

“Duidelijker richtlijnen<br />

kunnen geven<br />

voor restauratie en<br />

opslag.”<br />

TEKST: ROB VAN DEN BERG<br />

FOTO’S: EDWIN WEERS<br />

Shell als ‘Partner in Science’<br />

met Van Gogh Museum<br />

Speuren naar<br />

oerkleuren<br />

“ALLE KLEUREN DIE DOOR het impressionisme<br />

in de mode zijn gebracht, verkleuren,<br />

reden te meer om ze domweg<br />

te fel te gebruiken, mettertijd zullen<br />

ze toch alleen maar verbleken.”<br />

Dat schrijft Vincent van Gogh in het<br />

voorjaar van 1888 aan zijn broer Theo<br />

(Brief 476). Hij heeft dan net een<br />

bestelling gedaan voor een aantal pigmenten<br />

waaronder een rode geraniumlak,<br />

en zal deze in de daaropvolgende<br />

maanden rijkelijk toepassen.<br />

Met dramatische gevolgen, want het<br />

rood verbleekt al snel. Op een schilderij<br />

waarvan in 1932 de randen<br />

waren afgeplakt, is het enorme ver-<br />

schil nog goed te zien: de oorspronkelijk<br />

paarse achtergrond is door<br />

blootstelling aan het licht lichtblauw<br />

geworden. Hoe Van Gogh in zijn atelier<br />

te werk ging, met welke middelen<br />

hij werkte, door wie hij werd beïnvloed,<br />

en wie hij op zijn beurt weer<br />

beïnvloedde, zijn vragen waar het Van<br />

Gogh Museum een antwoord op wil<br />

krijgen. Een ambitieus project, waaraan<br />

Shell Nederland sinds 2000 steun<br />

verleent - financieel en vooral met de<br />

expertise van Shell-medewerkers van<br />

het research- en technologiecentrum<br />

(SRTCA) in Amsterdam, onder wie<br />

Kees Mensch, Wim Genuit en Arie<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 17<br />

Meruma. De samenwerking verliep tot<br />

nu toe zo goed en leverde zulke veelbelovende<br />

resultaten op dat Shell zich<br />

nu als ‘Partner in Science’ van het Van<br />

Gogh Museum tot 2010 voor de volle<br />

duur aan het project heeft verbonden.<br />

Rob Bouwman, voormalig directeur<br />

Public Affairs van Shell Nederland en<br />

kunstliefhebber, raakte na zijn pensionering<br />

uit persoonlijke belangstelling<br />

betrokken bij het Van Gogh-project.<br />

Hij fungeert nu als coördinator in de<br />

samenwerking tussen het museum en<br />

Shell. “Nadat Shell sinds het begin van<br />

de jaren negentig voornamelijk jonge<br />

beeldende kunstenaars had gesteund,


Detail van Stilleven van kweeperen…<br />

waarin te zien is dat puistjes lijken te zitten<br />

op de randen van de impastos.<br />

ontstond het idee om de kennis en de<br />

technieken die binnen Shell aanwezig<br />

zijn aan te wenden voor het onderzoek<br />

van kunstwerken”, haalt Bouwman<br />

in herinnering. Zo werd onder<br />

andere gewerkt aan methoden om<br />

inktvraat - de aantasting van papier<br />

door de vroeger veel gebruikte ijzergallusinkt<br />

- in pentekeningen te stoppen<br />

en werd onderzoek gestart naar<br />

het gebruik van bitumen als pigment.<br />

Bouwman: “Met het Rijksmuseum zijn<br />

we in 2000 pigmenten gaan onderzoeken<br />

om zo beter inzicht te krijgen in<br />

de verkleuring ervan. Het groen in<br />

sommige zeventiende-eeuwse boompartijen<br />

ziet er tegenwoordig eerder<br />

blauw uit, omdat de gele kleur - zeer<br />

toepasselijk schietgeel genoemd - eruit<br />

is verdwenen. Zoiets gebeurde zelfs al<br />

tijdens het leven van de schilder.”<br />

In schilderij kijken<br />

Een gelegenheid tot samenwerking<br />

deed zich voor toen het Van Gogh<br />

Museum besloot om al zijn werken uitgebreid<br />

te beschrijven: niet alleen<br />

afmetingen, voorstelling en signatuur,<br />

maar ook de gebruikte materialen. En<br />

daar kun je alleen achter komen door<br />

in het schilderij te kijken. Ralph Haswell<br />

bijvoorbeeld kan dat. Hij bekijkt<br />

dagelijks voor Shell in Amsterdam<br />

allerlei monsters van chemische katalysatoren<br />

onder zijn elektronenmicroscoop<br />

om een beter inzicht te krijgen<br />

hoe katalysatoren werken en hoe die<br />

werking valt te verbeteren. Haswell<br />

gebruikt die ervaring om door te dringen<br />

in de schilderijen van Van Gogh.<br />

Hij ontdekte bijvoorbeeld bariumsulfaat<br />

in de grondering van sommige<br />

schilderijen. Waarschijnlijk voegde Van<br />

Gogh dit mineraal toe op zijn palet als<br />

een goedkope manier om de verf uit<br />

de tubes aan te vullen. Hij gebruikte<br />

daarvoor niet het fijne synthetische<br />

materiaal, maar de natuurlijke vorm<br />

die hij misschien wel zelf heeft proberen<br />

fijn te malen. Dat is alleen niet<br />

echt goed gelukt: onder de microscoop<br />

zijn de grote brokken duidelijk<br />

te zien.<br />

Haswell is nu bezig om naast barium<br />

ook kwantitatieve strontiumanalyses te<br />

doen. Hij vertelt: “Als we de verhouding<br />

tussen die twee elementen nauw-<br />

“Je wilt al dat<br />

geëxperimenteer<br />

terug kunnen<br />

vinden in zijn<br />

werk uit die tijd.”<br />

keurig kunnen vaststellen, kunnen we<br />

misschien achterhalen uit welke groeve<br />

hij zijn bariumsulfaat haalde. Zoiets<br />

kan dan weer helpen bij het eventueel<br />

moeten bepalen of een schilderij<br />

echt van hem is.”<br />

Hiervoor zijn verfijnde statistische analyses<br />

noodzakelijk, waar Shell<br />

opnieuw hulp kan bieden. Met hulp<br />

van Shell kon het Van Gogh Museum<br />

ook een hypermoderne infraroodcamera<br />

aanschaffen. Die maakt het<br />

mogelijk om de ondertekening in<br />

beeld te brengen. Zo worden hulplijnen<br />

zichtbaar die Van Gogh gebruikte<br />

om het perspectief beter op het doek<br />

te krijgen.<br />

Authenticiteitsonderzoek<br />

Bouwman kwam op het idee om de<br />

analytische technieken van het SRTCA<br />

te gebruiken voor het onderzoek van<br />

de schilderijen van Van Gogh. Die zou<br />

dat zelf misschien ook wel interessant<br />

gevonden hebben, want volgens<br />

Bouwman was de schilder een echte<br />

‘experimenteerder’. Bouwman: “Hij<br />

maakte uitgebreid gebruik van nieuwe<br />

pigmenten die in het midden van<br />

de negentiende eeuw beschikbaar<br />

kwamen door de opkomst van de teerchemie.<br />

Het is van het grootste belang<br />

inzicht te krijgen in hoe hij die toepaste,<br />

in zijn atelierpraktijk. Dat stelt<br />

de restaurator beter in staat zijn werk<br />

te doen, en kan uiteindelijk zelfs de<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 18<br />

basis vormen voor authenticiteitsonderzoek.”<br />

Binnen het werk van Van Gogh is een<br />

duidelijke ontwikkeling te herkennen.<br />

Na aanvankelijk in Nederland vrij donker<br />

te hebben geschilderd - denk aan<br />

de Aardappeleters - trekt hij naar Antwerpen<br />

en Parijs, een belangrijke periode<br />

die in het museum met zo’n honderd<br />

werken is vertegenwoordigd. Hij<br />

komt er in een totaal andere, en in<br />

verscheidene opzichten ook veel<br />

kleurrijker wereld. Onder invloed van<br />

schilders als Signac en Seurat begint<br />

hij driftig te experimenteren met kleur.<br />

Aan het eind van de negentiende<br />

eeuw kwamen allerlei nieuwe kleurstoffen<br />

op de markt, maar er is erg<br />

weinig bekend wat voor recepten men<br />

gebruikte in deze beginperiode van de<br />

tubeverf. Bovendien wisten de schilders<br />

zelf nauwelijks iets over kleurechtheid<br />

of stabiliteit. Bouwman: “Je<br />

wilt al dat geëxperimenteer terug kunnen<br />

vinden in zijn werk uit die tijd; er<br />

wordt wel gezegd dat Van Gogh na<br />

Parijs op dat gebied niets meer geleerd<br />

heeft. We gaan proberen uit te vinden<br />

of dat werkelijk zo is.”<br />

Tot op de micrometer<br />

De afgelopen jaren hebben geen kostbare<br />

schilderijen tussen het Museumplein<br />

en het SRTCA in Amsterdam-<br />

Noord gependeld. Om Van Gogh tot<br />

op de micrometer te kunnen analyse-


Stilleven (met oorspronkelijke lijst) van kweeperen, druiven en citroenen,<br />

een van de weinige schilderijen die op de lijst zijn doorgezet (Parijse<br />

periode).<br />

ren is maar een klein stukje van zijn<br />

werk nodig. Experts van het museum<br />

bepalen waar op een schilderij interessante<br />

dingen te vinden zijn, en<br />

nemen daar vervolgens met een scalpel<br />

een flintertje verf weg.<br />

Daar zijn de verschillende lagen terug<br />

te vinden: de meestal witte grondering,<br />

een eventuele onderkleur, de<br />

voortekening en daarbovenop pas de<br />

eigenlijke pigmentlaag, de verf. Het<br />

geheel is meestal nog afgedekt met<br />

een dunne laag vernis. Bouwman:<br />

“Onder een gewone optische microscoop<br />

kun je in zo’n monster al een<br />

heleboel onderscheiden, zoals pigmentdeeltjes.<br />

Dit verkennende werk<br />

vindt plaats bij ICN (Instituut Collectie<br />

Nederland) in Amsterdam. Maar om te<br />

kunnen bepalen welk pigment is<br />

gebruikt hebben we de elektronenmicroscoop<br />

nodig.”<br />

Door de elektronenbundel op een pigmentdeeltje<br />

te richten ontstaat er röntgenstraling<br />

die karakteristiek is voor<br />

de elementen in het deeltje. Bouwman<br />

noemt een rood pigment dat uit kwik<br />

en zwavel blijkt te bestaan: “Kwiksulfide<br />

of vermiljoen, een helder rode<br />

kleurstof die hij in Parijs begon te<br />

gebruiken in plaats van de rode oker,<br />

dat veel meer een aardkleur is.”<br />

Zo gebruikte Van Gogh veel loodchromaat,<br />

een intens geel tot oranje<br />

pigment, waarmee onder andere de<br />

bloemblaadjes van de Zonnebloemen<br />

zijn geschilderd. Die zijn in de loop<br />

der tijd groenbruin nagedonkerd.<br />

Bepaalde soorten van dit pigment<br />

kunnen ‘verzepen’, doordat ze reageren<br />

met het bindmiddel. Hierdoor ontstaan<br />

organische zouten die door de<br />

verflaag omhoog komen en aan het<br />

oppervlak uitbarsten. Daardoor wordt<br />

de verflaag zacht en poederig en ook<br />

heel gevoelig voor oplosmiddelen die<br />

bijvoorbeeld gebruikt worden om<br />

oude vernislagen te verwijderen.<br />

Bouwman: “Wanneer je zoiets eenmaal<br />

weet kun je veel duidelijker richtlijnen<br />

geven voor restauratie of<br />

opslag.”<br />

Een ander praktijkprobleem is het<br />

zinkwit dat Van Gogh gebruikte om<br />

een voorstelling waar hij niet tevreden<br />

mee was weg te schilderen. Dat<br />

droogt heel erg langzaam, en was vaak<br />

nog niet uitgehard als Van Gogh aan<br />

het nieuwe schilderij begon. De gevolgen<br />

toont een schilderij van een vaas<br />

met viooltjes; rond de donkere bloemblaadjes<br />

is de verf gebarsten. Bouwman:<br />

“In de pigmentlaag hebben we<br />

daar kobaltoxide aangetroffen. Een<br />

prachtige blauwe kleurstof, maar<br />

bovendien een pigment met een<br />

enorm hoog droogvermogen. De grote<br />

verschillen in droogsnelheid tussen die<br />

verflaag en de ondergrond roepen<br />

spanningen op in het grensvlak en<br />

dan kunnen de verflagen van elkaar<br />

losscheuren. Er ontstaan craquelures,<br />

Mand met viooltjes, een schilderij uit zijn<br />

Parijse periode.<br />

Detail uit Mand met viooltjes, de craquelures<br />

in de donkere viooltjes.<br />

en de nog natte zinkwit onderlaag<br />

wordt storend zichtbaar.”<br />

Verwelken van kleuren<br />

Alle waarnemingen komen uiteindelijk<br />

niet alleen in de bestandscatalogus,<br />

maar ook in een databank. Zo wordt<br />

het in de toekomst gemakkelijker om<br />

gegevens uit te wisselen met andere<br />

musea. Het hoofddoel van al het werk<br />

is conservering van de schilderijen,<br />

maar het wetenschappelijk onderzoek<br />

biedt ook richtlijnen voor restauratie of<br />

opslag. Bouwman: “Voorlopig zijn we<br />

bijna uitsluitend bezig met het inventariseren<br />

van gegevens en problemen.<br />

Het project loopt tot 2010, wanneer alle<br />

schilderijen onder de loep zijn genomen.<br />

Er zal een grote tentoonstelling<br />

komen over dit werk waarvoor het ook<br />

van belang is om uit de Nederlandse<br />

periode, met name de Haagse tijd, nog<br />

onderzoek te doen naar een aantal<br />

schilderijen van Van Gogh en zijn<br />

Haagse tijdgenoten met wie hij intensief<br />

contact onderhield. De grote vraag<br />

is of er sprake is geweest van wederzijdse<br />

beïnvloeding. Verder gaan we<br />

proberen méér inzicht te krijgen in de<br />

verwelking van kleuren, zoals de rode<br />

organische lakken. Ten slotte passen<br />

we heel verfijnde nanotechnieken toe<br />

bij de analyse. Dat doen we met andere<br />

bedrijven, die maar al te graag<br />

inspringen. Van Gogh is een naam die<br />

overal deuren opent.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 19<br />

INVESTERINGEN IN<br />

SOCIALE ENERGIE<br />

Shell heeft duurzaamheid hoog<br />

in het vaandel staan. Vrij vertaald<br />

zoekt Shell een balans in<br />

de gevolgen van haar wereldwijde<br />

bedrijfsactiviteiten voor<br />

mens, milieu en economie. Ook<br />

worden vanuit dit uitgangspunt<br />

allerlei maatschappelijke initiatieven<br />

gesteund. Die steun<br />

komt niet alleen in harde munt,<br />

maar ook in kennis en kunde.<br />

Het samenwerkingsproject met<br />

het Van Gogh Museum is daarvan<br />

een voorbeeld.<br />

Dit project, waarin het streven is<br />

om de schilderwerken van Vincent<br />

van Gogh voor latere<br />

generaties te behouden, koppelt<br />

enthousiaste Shell-researchers<br />

aan kunstwetenschappelijk<br />

onderzoek. Daarmee past<br />

het Van Gogh-project in het<br />

Social Investment-programma<br />

van Shell in Nederland.<br />

Prijzen voor technische studenten,<br />

stimuleren en adviseren van<br />

jonge ondernemers, Shell-vrijwilligers<br />

die helpen in achterstandswijken<br />

- het komt allemaal<br />

samen in Shells Social<br />

Investment: een investering in<br />

sociale energie.<br />

Over het project en de<br />

samenwerking tussen het Van<br />

Gogh Museum en Shell is<br />

een vijftien minuten durende<br />

dvd-productie gemaakt.<br />

Belangstellenden kunnen een<br />

kopie hiervan bestellen via<br />

socialinvestment-nl@shell.com


Shell in Nederland telt ongeveer elfduizend medewerkers. Wat doen<br />

zij? Wat hebben ze te vertellen? In aflevering 29 Thijs Aarten die bij<br />

Shell Global Solutions medeverantwoordelijk is voor de business<br />

group consultancy. De groep haalde begin dit jaar een groot contract<br />

binnen met de Nigeriaanse oliemaatschappij NNPC voor onder<br />

andere de prestatieverbetering van hun binnenlandse raffinaderijen<br />

en chemiebedrijven.<br />

Kippenvel in Nigeria<br />

TEKST: HANS LAGENDAAL<br />

FOTO’S: ERNST BODE<br />

B<br />

uiten heerste de<br />

gebruikelijke tropische<br />

Nigeriaanse warmte,<br />

maar binnen stond<br />

Thijs Aarten met kippenvel<br />

op zijn rug.<br />

“Tien van onze mensen hadden op<br />

een close out workshop presentaties<br />

gegeven hoe wij dachten dat NNPC<br />

(het Nigeriaanse staatsoliebedrijf -<br />

red.) haar prestaties sterk zou kunnen<br />

verbeteren. In de zaal was het volledige<br />

topmanagement aanwezig. Toen<br />

we klaar waren, vroeg de topman van<br />

NNPC zijn mensen op te staan en te<br />

applaudisseren, om te laten zien hoe<br />

men onder de indruk was van ons<br />

werk. Het werd een ovatie, wat ongelooflijk<br />

veel indruk op mij en mijn collega’s<br />

heeft gemaakt.”<br />

Het bleef niet bij woorden en applaus<br />

van de kant van NNPC want al eind<br />

mei van dit jaar, vijf maanden na Thijs’<br />

kippenvel, tekenden de Nigerianen<br />

een contract met Shell Manufacturing<br />

Services voor wat in principe een driejaars<br />

overeenkomst wordt voor een<br />

complete ondersteuning van een totale<br />

bedrijfsverbetering. Hoofddoel: het<br />

verhogen van de winstgevendheid,<br />

verbeteren van de operationele<br />

betrouwbaarheid en efficiëntie van<br />

operaties, kostenreductie en betere<br />

veiligheids- en milieuprestaties. Dat<br />

alles voor de downstreamsector (vier<br />

raffinaderijen en petrochemiecomplexen),<br />

bevoorrading en distributie<br />

en de corporate functies.<br />

Thijs Aarten: “Maar het omvat ook<br />

zaken als vernieuwing van bedrijfsprocessen,<br />

besluitvormingsprocedures,<br />

training en opleiding, competentieontwikkeling,<br />

inkoop, eigenlijk de<br />

hele bedrijfsvoering buiten de upstreamkant,<br />

dus de exploratie- en productie<br />

van olie en gas. Heel omvangrijk,<br />

heel complex en ook heel uitdagend.”<br />

De uitdaging voor Aarten en zijn mensen<br />

kan nauwelijks worden overschat;<br />

NNPC bezit momenteel alle raffinaderijen<br />

van het land, met samen een<br />

capaciteit van ongeveer 450.000 vaten<br />

ruwe olie per dag. Vaak kan die capaciteit<br />

niet volledig worden benut. Wat<br />

betekent dat de grote ruwe-olie exporteur<br />

Nigeria gelijktijdig importeur is<br />

van olieproducten als benzine en diesel.<br />

Nigeria een moeilijk land om in te<br />

werken? Aarten: “Misschien niet makkelijk,<br />

maar wel mooi. Ik vind het er<br />

fascinerend. Nigeria komt niet altijd<br />

positief in het nieuws, maar ik probeer<br />

mensen altijd te overtuigen van het<br />

tegendeel.”<br />

NAAM Thijs Aarten<br />

LEEFTIJD 49<br />

IN DIENST 1981 en 2001<br />

STUDIE Civiele techniek (Delft)<br />

FUNCTIE Managing Principal Consultancy bij Shell Global<br />

Solutions International<br />

LOCATIE Den Haag<br />

Frisse kijk op de dingen<br />

Het implementeren van dit soort<br />

contracten is het werk van de wereldwijd<br />

rond tweehonderd mensen tellende<br />

Consultancy business group binnen<br />

Shell Global Solutions waaraan Aarten<br />

samen met een team van zeven mensen<br />

leiding geeft. De consultants zitten<br />

dan weer ingebed in de rond 4.500<br />

werknemers van Global Solutions die<br />

hun werkuren besteden aan researchen<br />

technologie-ontwikkeling alsmede<br />

advieswerk aan zowel Shell-bedrijven<br />

en andere olie- en gasmaatschappijen,<br />

als - in toenemende mate - aan ondernemingen<br />

in sectoren als metaal en<br />

mijnbouw, papier en pulp, en elektriciteitsproductie.<br />

Waarom zou een papier- of staalproducent<br />

in zee gaan met de consultancygroep<br />

van een oliemaatschappij?<br />

“Omdat de uitdaging waar elk groot<br />

bedrijf tegenwoordig voor staat, in<br />

wezen gelijk is”, vertelt de in het Groningse<br />

Winsum geboren Thijs Aarten.<br />

“Je praat dan over het verbeteren van<br />

de betrouwbaarheid van de productiemiddelen,<br />

verhoging van de kwaliteit<br />

van de producten, verlaging van de<br />

kosten, vermindering van de emissies<br />

en het energiegebruik, een grotere veiligheid,<br />

ook naar de omgeving toe, het<br />

foutloos opstarten van nieuwe producties,<br />

het omvormen van organisatiestructuren<br />

van landelijk naar regionaal,<br />

of van regionaal naar wereldwijd, en<br />

in het algemeen het invoeren van<br />

change management, ofwel het anders<br />

laten denken van de mensen, van de<br />

top tot de werkvloer. Operational<br />

excellence, daar gaat het om. En dan<br />

maakt het in wezen niet uit of je olie<br />

verwerkt, of staal maakt. In al deze<br />

DE MEDEWERKER<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 20


aspecten, los en in samenhang, heeft<br />

Shell enorm veel ervaring. Bovendien<br />

hebben CEO’s een groeiende voorkeur<br />

om juist adviseurs van buiten hun<br />

eigen bedrijfssector aan te trekken, om<br />

zo op de hoogte te komen van ontwikkelingen<br />

elders. Externe inzichten<br />

kunnen vaak juist voor een faseversnelling<br />

in de eigen veranderprocessen<br />

zorgen. Vanuit diezelfde overweging<br />

heeft Shell Global Solutions de<br />

afgelopen jaren veel mensen van buiten<br />

de energiesector aangetrokken.<br />

Dat zorgt ook bij ons voor vers bloed<br />

en een frisse kijk op de dingen.”<br />

Ondernemer in loondienst<br />

Thijs Aarten noemt zich ‘een entrepreneur<br />

in loondienst’. “Ik heb een sterk<br />

extern gerichte interesse. Altijd kijken<br />

hoe de wereld het doet, wat daar buiten<br />

gebeurt, wat we er van<br />

kunnen leren.”<br />

Deze mentaliteit probeert<br />

hij ook over te brengen<br />

op jonge mensen. “Ik<br />

hou ze altijd voor dat ze<br />

zich, ongeacht op welk<br />

niveau ze binnenkomen,<br />

als entrepreneur<br />

op moeten stellen.<br />

‘Laat je nooit remmen<br />

door allerlei<br />

interne zaken, behalve<br />

door de standaard<br />

kaders van checks and<br />

balances’ vertel ik ze.<br />

Het bedrijf heeft<br />

behoefte aan mensen<br />

die denken en doen<br />

als een ondernemer,<br />

ook technici<br />

moeten dat kunnen.”<br />

Nog meer lessen voor jonge<br />

mensen? “Kom met ideeën,<br />

zeg het als je dingen ziet die<br />

volgens jou beter kunnen.<br />

Wees niet bang voor niveaus<br />

als je iets te vertellen hebt.<br />

Gelukkig straalt het huidige<br />

leiderschap bij Shell ook<br />

uit dat iedereen kan zeggen<br />

wat hij denkt.”<br />

De nieuwsgierigheid naar<br />

wat er elders gebeurt,<br />

deed Thijs Aarten in 1996<br />

besluiten om eens buiten<br />

Shell te kijken. Na een<br />

serie banen in raffinage,<br />

smeermiddelen en Group<br />

Training (in onder andere<br />

Singapore, Engeland en Pernis), stapte<br />

hij over naar Pakhoed. “Ik was veertig<br />

en had de behoefte om eens wat<br />

anders te doen.”<br />

Dat ‘anders’ werd aanvankelijk werk<br />

in de tankopslag in Hongkong en<br />

China, en later vice president in wat<br />

toen inmiddels, na de fusie met Van<br />

Ommeren, Vopak was geworden, met<br />

een verantwoordelijkheid voor gebieden<br />

als HSE (gezondheid, veiligheid<br />

en milieu) en technische, operationele<br />

en technologische ontwikkelingen, als<br />

adviseur van de Raad van Bestuur.<br />

Maar Shell bleef aan hem trekken,<br />

emotioneel (“Ik miste toch het enorme<br />

powerhouse dat Shell is in techniek<br />

en ervaring.”) en ook fysiek. “Ze<br />

boden me een nieuwe baan aan in het<br />

toen net helemaal nieuw vormgegeven<br />

Global Solutions. Ik heb aan het<br />

toenmalige hoofd, Michiel Boersma,<br />

gevraagd of ik dan wel de vrijheid zou<br />

hebben om zelf op potentiële business<br />

af te kunnen gaan. Die vrijheid om te<br />

kunnen ondernemen kreeg ik.” Daarom<br />

tekende Thijs Aarten in het najaar<br />

van 2001 opnieuw een arbeidscontract<br />

bij Shell. “Ik kan er mijn ei helemaal<br />

kwijt.”<br />

Met de relatie ‘op reis’<br />

De markt dwingt Aarten en collega’s<br />

overigens ook om als consultant veel<br />

meer dan vroeger als ondernemer op<br />

te treden. “Het is gebruikelijk geworden<br />

dat we ‘risk and rewards contracten’<br />

sluiten”, vertelt hij. “We declareren<br />

dan een bepaald deel van ons<br />

werk als vaste vergoeding, maar een<br />

groot deel van ons inkomen is direct<br />

afhankelijk van de besparingen of de<br />

omzetvermeerdering die later met ons<br />

advieswerk worden gerealiseerd. Je<br />

kunt een percentage afspreken van de<br />

geïdentificeerde, de geïmplementeerde<br />

of de duurzame besparingen en/of<br />

de omzetgroei die wordt gehaald. Dat<br />

betekent voor ons een risico, want<br />

voor de kwaliteit van de implementatie<br />

van onze ondersteunende diensten<br />

zijn wij afhankelijk van de klant. Maar<br />

het inschatten van risico’s is onderdeel<br />

van het consultancywerk dat wij verkopen.<br />

Dan moet je het voor je eigen<br />

werk ook goed kunnen doen.”<br />

Vraag aan Thijs Aarten: Hoe haal je, in<br />

een wereld die bepaald geen tekort<br />

aan consultants kent, business binnen?<br />

“Onze filosofie is dat wij de klant niet<br />

benaderen met de mededeling dat wij<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 21<br />

even komen vertellen hoe we hem<br />

kunnen helpen, maar dat we een relatie<br />

willen aangaan waarin we ‘samen<br />

op reis’ gaan. Eerst luisteren en goed<br />

begrijpen wat precies zijn situatie is,<br />

dan samen bepalen wat realistische<br />

verbeterdoelen zijn, en daarna afspreken<br />

hoe het gat tussen de huidige<br />

prestaties en die nieuwe doelstellingen<br />

gedicht gaat worden”, vertelt hij.<br />

“Je doet de belofte dat je samen het<br />

traject wilt afleggen, dus dat je streeft<br />

naar een lange-termijn relatie.”<br />

In de ogen kijken<br />

Is de nestverwantschap van Global<br />

Solutions aan Shell niet eerder een<br />

handicap dan een pre om als consultant<br />

werk bij derden binnen te halen?<br />

Volgens Aarten is het tegendeel juist<br />

het geval. “Men vindt ons interessant<br />

omdat onze consultants allemaal operationele<br />

praktijkervaring hebben met<br />

wat we anderen kunnen adviseren.<br />

Hetzelfde geldt voor de teams die leiding<br />

geven aan de implementatie van<br />

de veranderingen in de bedrijfsvoering<br />

die wij adviseren. Bovendien is Shell<br />

zelf door alle veranderprocessen<br />

gegaan waarmee grote internationaal<br />

werkende bedrijven te maken hebben.<br />

We spreken daardoor dezelfde taal.”<br />

Het Nigeria-project zal Aarten weer<br />

regelmatig in het vliegtuig brengen.<br />

“Er is momenteel een team in opbouw<br />

van zo’n dertig mensen die daar permanent<br />

komen te zitten, plus ondersteuning<br />

van tijdelijke specialisten. Ik<br />

kwam er al vaak, en dat zal wel zo<br />

blijven. We hebben binnen Global<br />

Solutions de meest moderne systemen<br />

om internationale videoconferenties te<br />

houden, maar ze kunnen nooit de persoonlijkeontmoeting<br />

met je<br />

klanten evenaren.<br />

Consultancy is<br />

vooral een kwestie<br />

van wederzijds<br />

vertrouwen.<br />

Wil je langlopende<br />

relaties met<br />

een klant opbouwen,<br />

dan moet je<br />

elkaar regelmatig<br />

in de ogen kunnen<br />

kijken en elkaars<br />

lichaamstaal kunnen<br />

lezen. Dat kan geen<br />

scherm van je overnemen.”


OM WERKNEMERS BEREID TE VINDEN IN HET BUITENLAND<br />

TE WERKEN, IS DE AANWEZIGHEID VAN GOED ONDERWIJS<br />

VOOR HUN KINDEREN MEER DAN OOIT EEN NOODZAKE-<br />

LIJKHEID.REDEN WAAROM SHELL NIET ALLEEN BASIS-<br />

SCHOLEN BEHEERT, MAAR OOK EEN ONDERSTEUNEND<br />

ONDERWIJSAPPARAAT HEEFT.<br />

Shell-scholen<br />

voor kennis en<br />

veerkracht<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 22<br />

JUDITH PRESTON VERTELT OVER DE<br />

ACHTERGRONDEN.


TEKST: PIETER NOUWEN<br />

FOTO: ERNST BODE / MARTIN WESTBURY<br />

DAT SHELL MEER DOET DAN alleen olie en<br />

gas produceren en verkopen, zal niemand<br />

verbazen. Maar het runnen van<br />

basisscholen? Dat is, zo merkt Judith<br />

Preston geregeld, voor veel mensen<br />

toch een verrassing. De verrassing verandert<br />

in begrip zodra ze vertelt dat<br />

Royal Dutch Shell rond 7.500 expatriates<br />

telt, mensen die niet in hun eigen<br />

land werken. Veel van hen hebben<br />

kinderen van 3 tot 19 jaar en Shell wil<br />

dat die zo goed mogelijk onderwijs<br />

krijgen. Als het moet op eigen scholen:<br />

in negen landen beheert het<br />

bedrijf momenteel veertien basisscholen<br />

met 1.500 leerlingen en 150 leerkrachten.<br />

Als hoofd van Education Services - het<br />

hart van een netwerk dat valt onder<br />

de unit Global Expatriate Policy - is<br />

Judith Preston verantwoordelijk voor<br />

het wereldwijde ‘onderwijsbeleid’ van<br />

de Shell Groep, het helpen selecteren<br />

of oprichten van scholen, het aansturen<br />

van die scholen als één geheel, het<br />

minimaliseren van tijdverliezen voor<br />

verhuizende leerlingen en, “heel<br />

belangrijk” benadrukt ze, het geven<br />

van adviezen aan hun ouders.<br />

“Het voeren van beleid”, zegt Judith,<br />

“heeft vooral betrekking op de vraag<br />

wat we als Shell aan onderwijsondersteuning<br />

willen doen en hoeveel we<br />

daarvoor over hebben. Op veel van<br />

onze grotere productie- en kantoorlocaties<br />

werken mensen met kinderen<br />

die onderwijs dienen te krijgen. De<br />

vraag is dan hoe je dat zo goed en<br />

tegelijk zo voordelig mogelijk kunt<br />

regelen.”<br />

Als Shell ergens een nieuwe locatie<br />

start, krijgt Education Services de vraag<br />

of het daar naar de lokale onderwijssituatie<br />

wil kijken. Preston: “Is er een<br />

basisschool? Zo ja, is die geschikt? Als<br />

het antwoord op die vraag ook ‘ja’ is,<br />

gaan we met die school een relatie<br />

aan. Dat betekent bijvoorbeeld dat het<br />

Shell-bedrijf ter plekke probeert een<br />

van zijn medewerkers in het bestuur<br />

te krijgen. Vaak is dat iemand met een<br />

deskundigheid die de school goed kan<br />

gebruiken: denk aan mensen met<br />

Werken aan eigenschappen bij de kinderen die Shell<br />

ook graag bij haar medewerkers ziet: openheid,<br />

flexibiliteit, aanpassingsvermogen en de nodige<br />

veerkracht bij eventuele tegenslagen.<br />

ervaring in projectmanagement, personeelszaken,<br />

financiën of mentoring.”<br />

“Als we een school niet helemaal<br />

geschikt vinden, kijken we of er verbetering<br />

mogelijk is en hoe we daaraan<br />

kunnen bijdragen. Daarvoor zijn<br />

behalve onze kennis ook financiële<br />

middelen beschikbaar, al is het zeker<br />

niet zo dat we alleen maar met geld<br />

smijten. Pas als een locatie niets heeft<br />

te bieden wat aan onze voorwaarden<br />

voldoet, zullen we er een eigen school<br />

beginnen. Ook scholen voor voortgezet<br />

onderwijs worden zorgvuldig geselecteerd.<br />

Als op een locatie geen<br />

goede middelbare school aanwezig is,<br />

kunnen kinderen worden ondergebracht<br />

op een internaat, een kostschool<br />

of bij familie met een<br />

goede school in de buurt.”<br />

Niets kiezen,<br />

niets vragen<br />

Vroeger was het<br />

beleid van Shell<br />

inzake expatriates<br />

relatief eenvoudig.<br />

Het<br />

bedrijf bepaalde<br />

de loopbaan van<br />

zijn medewerkers<br />

- bijna allemaal<br />

mannen met nietwerkende<br />

vrouwen<br />

- en die loopbaan<br />

kon inhouden dat je<br />

op zeker moment<br />

werd uitgezonden naar<br />

een ver land. Omdat de<br />

medewerkers niet of nauwelijks<br />

hadden te kiezen, viel er<br />

ook niet veel te vragen.<br />

Staf en leerlingen van de<br />

Shell-school in China in de<br />

buurt van het Nanhaichemieproject.<br />

Judith Preston: “Onze scholen<br />

hebben naast een onderwijsfunctie<br />

ook een sociale<br />

functie.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 23<br />

“Maar in de tweede helft van de jaren<br />

negentig”, vertelt Preston, “kregen we<br />

bij Shell het systeem van ‘open resourcing’,<br />

wat betekent dat iedereen intern<br />

kan solliciteren naar vrijkomende<br />

banen. Sindsdien valt er veel te kiezen,<br />

dus ook veel te vragen. Als<br />

iemand zes mooie banen op buitenlandse<br />

locaties ziet, wil hij of zij wél<br />

weten hoe het daar staat met de medische<br />

voorzieningen, de veiligheid, de<br />

mogelijkheden voor de partner en het<br />

onderwijs voor de kinderen. Dat zijn<br />

de vier punten die telkens weer terugkomen<br />

en die mee bepalen of iemand<br />

solliciteert of niet.”


EEN LEER-<br />

KRACHT<br />

PER TIEN<br />

KINDEREN<br />

De veertien basisscholen<br />

van Shell zijn gesitueerd<br />

in Brunei, China,<br />

Gabon, Groot-Brittannië<br />

(2), Maleisië (2),<br />

Nigeria (3), Oman (2),<br />

Rusland en Syrië.<br />

Judith Preston: “Onze<br />

grootste en waarschijnlijk<br />

ook oudste school<br />

staat in Brunei en telt<br />

meer dan driehonderd<br />

leerlingen. Op de kleinste<br />

school die we hadden,<br />

in India, zaten nog<br />

geen tien kinderen.<br />

Deze school is<br />

inmiddels gesloten<br />

omdat het project dat<br />

Shell daar deed, de<br />

bouw van een LNGterminal,<br />

klaar was.<br />

In verband met nieuwe<br />

projecten kijken we nu<br />

in Libië en in Qatar, dat<br />

een grote expat-locatie<br />

gaat worden. Ook<br />

midden in Rusland<br />

gaat een project van<br />

start; dat wordt een<br />

geïsoleerde locatie<br />

waar kinderen misschien<br />

thuis les zullen<br />

krijgen.”<br />

Judith Preston zegt dat<br />

er geen overzicht<br />

bestaat van de totale<br />

kosten van de onderwijsactiviteiten<br />

van<br />

Shell, omdat die vallen<br />

onder de budgetten<br />

van de werkmaatschappijen<br />

ter plekke.<br />

“Maar als je alleen al<br />

rekent dat er op Shell<br />

scholen gemiddeld één<br />

leerkracht voor tien<br />

kinderen beschikbaar<br />

is en dat die leerkracht<br />

een expat-salaris verdient,<br />

dan mag je er<br />

van uitgaan dat het om<br />

een behoorlijke<br />

investering gaat. Het<br />

laat zien hoe belangrijk<br />

Shell het vindt om voor<br />

de kinderen van haar<br />

medewerkers de best<br />

mogelijke oplossingen<br />

te bieden.”<br />

Het geven van onderwijsadviezen aan<br />

deze aspirant-expatriates of aan expats<br />

die van locatie veranderen, neemt bij<br />

Education Services verreweg de<br />

meeste tijd in beslag. Preston: “We zijn<br />

continu op zoek naar oplossingen<br />

waarmee alle betrokkenen zo blij<br />

mogelijk zijn. Daarbij gaat het om de<br />

medewerker, man en vrouw, die<br />

zowel aan de carrière als aan het gezin<br />

moet denken, en om de partner met<br />

zijn of haar wensen. Plus natuurlijk de<br />

kinderen met hun behoeften. En dan<br />

is er ook nog het bedrijf, dat wil<br />

iemand soms graag op een bepaalde<br />

locatie hebben.”<br />

Welke partij telt het zwaarst voor<br />

Judith Preston? “Gezien onze functie<br />

staan voor ons de kinderen centraal,<br />

maar het voldoen aan hun behoeften<br />

moet in evenwicht zijn met de andere<br />

factoren. We willen dat mensen hun<br />

keuzes maken op basis van zo veel<br />

mogelijk weloverwogen informatie.<br />

Telkens weer streef je naar goed uitgebalanceerde<br />

oplossingen. Die moeten<br />

soms snel op tafel komen, want<br />

banen blijven niet eindeloos beschikbaar.”<br />

Preston benadrukt dat het advieswerk<br />

niet alleen bestaat uit het geven van<br />

informatie over de scholen en onderwijssystemen<br />

op de verschillende locaties.<br />

“Het belangrijkste is de vraag: wat<br />

betekent de keuze die nu wordt<br />

gemaakt voor het kind later? Blijkbaar<br />

geven we in de meeste gevallen het<br />

juiste antwoord. Dat weten we onder<br />

andere omdat we de kinderen die op<br />

Shell-scholen hebben gezeten volgen<br />

op hun nieuwe scholen. Die vragen<br />

we terugkoppeling over hoe ze het<br />

daar doen en dat levert bijna steeds<br />

een positief verhaal op.”<br />

Soms extra hard trappen<br />

Voor het geven van goede onderwijsadviezen<br />

is het essentieel dat je je in<br />

mensen kunt verplaatsen, weet Judith<br />

Preston. “Het gaat om een emotioneel<br />

onderwerp met heel persoonlijke<br />

aspecten. Zo komt het voor dat mensen<br />

mooie banen laten schieten omdat<br />

ze per se het gezin bij elkaar willen<br />

houden. Ook heb ik wel eens de overtuiging<br />

dat het niet goed is voor een<br />

kind om met zijn ouders naar een<br />

bepaalde plaats te verhuizen. Als in<br />

zo’n geval het bedrijf juist heel graag<br />

zou zien dat er wordt verhuisd omdat<br />

dat goed is voor de business, maak ik<br />

me met mijn standpunt niet populair.”<br />

“Ouders die uit hun eigen land kunnen<br />

weggaan, aarzelen daar nogal<br />

eens over vanwege de risico’s voor<br />

hun kinderen. Wij kunnen iets van die<br />

vrees wegnemen door te vertellen wat<br />

voor een kind de pluspunten zijn van<br />

een buitenlandse ervaring. Daarbij is<br />

het natuurlijk van belang dat het de<br />

vaardigheden ontwikkelt die nodig<br />

zijn om een of meer veranderingen<br />

van omgeving aan te kunnen. Op<br />

onze basisscholen wordt daarom<br />

gewerkt aan het ontwikkelen van<br />

eigenschappen bij de kinderen die<br />

Shell ook graag bij haar medewerkers<br />

ziet: openheid, flexibiliteit, aanpassingsvermogen<br />

en de nodige veerkracht<br />

bij eventuele tegenslagen. Verder<br />

wijzen we erop dat de scholen<br />

waarmee we samenwerken meestal<br />

uitstekend zijn.”<br />

Daarbij gaat het vaak om internationale<br />

scholen, waar kinderen vaak les<br />

krijgen in andere talen dan hun moedertaal.<br />

“Als dat het geval is”, zegt<br />

Preston, “dan proberen we het - ook<br />

financieel - mogelijk te maken dat een<br />

kind extra lessen krijgt in zijn eigen<br />

taal. Als het kind later naar zijn eigen<br />

land teruggaat, kan het makkelijker<br />

reïntegreren. Met de meeste kinderen<br />

gaat dat goed.”<br />

Een ander punt van aandacht is het<br />

zoveel mogelijk beperken van tijdverliezen<br />

voor kinderen die van de ene<br />

school naar de andere verhuizen. “De<br />

onderwijsprogramma’s van de niet-<br />

Shell scholen kunnen aanzienlijk van<br />

elkaar verschillen en daar hebben we<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 24<br />

De internationale school van Shell in<br />

China: ‘een drukke en levendige<br />

leergemeenschap waar culturele<br />

diversiteit wordt gewaardeerd’.<br />

weinig over te zeggen. Verder heb je<br />

landen waar het schooljaar niet van<br />

augustus tot augustus loopt maar van<br />

januari tot januari. Ook worden examens<br />

vaak op verschillende tijdstippen<br />

afgenomen. We proberen aansluitingsproblemen<br />

zoveel mogelijk te<br />

voorkomen met ondersteunend onderwijs.<br />

Maar soms is het onmogelijk van<br />

school te wisselen zonder tijd te verliezen;<br />

soms ook zal een kind extra<br />

hard moeten trappen om bij te blijven<br />

of een extra taal dienen te leren.”<br />

Het verschil maken<br />

Voordat zij Education Services ging leiden,<br />

heeft de Engelse Judith Preston<br />

veel ervaring opgedaan in het (internationale)<br />

onderwijs. In 1981 begon<br />

ze als onderwijzeres op basisscholen<br />

in Groot-Brittannië en Duitsland. Zes<br />

jaar later ging ze naar Nigeria, waar ze<br />

drie jaar les gaf op een Shell-school<br />

die half Engels-, half Nederlandstalig<br />

was; daar begon ze ook Nederlands te<br />

leren spreken. In 1990 verhuisde ze<br />

naar Den Haag, waar ze na werk op<br />

de Britse school en een zelfstandige<br />

onderwijspraktijk - cursussen Engels<br />

als tweede taal voor volwassenen - in<br />

1997 bij Shell terug kwam als assistent<br />

van de toenmalige onderwijsadviseur.<br />

“Ik kan me - althans op dit moment -<br />

niet voorstellen”, zegt ze bespiegelend,<br />

“dat ik bij Shell met iets anders<br />

dan dit werk bezig zou kunnen zijn.<br />

Het is fascinerend en bevredigend,


omdat je steeds weer voelt dat je in<br />

meerdere opzichten het verschil kunt<br />

uitmaken.”<br />

Ook weet ze dat haar werk het bedrijf<br />

helpt een zo aantrekkelijk mogelijke<br />

werkgever te zijn. “Als ik onze onderwijsactiviteiten<br />

vergelijk met die van<br />

andere bedrijven en organisaties, dan<br />

denk dat wij het heel aardig voor<br />

elkaar hebben. Bij veel bedrijven moet<br />

je zelf maar uitzoeken hoe en waar je<br />

je kinderen op een school krijgt, en is<br />

er geen adviserende infrastructuur. Die<br />

hebben wij dus wel en bovendien is<br />

Shell bepaald niet terughoudend waar<br />

het gaat om financiële tegemoetkomingen<br />

voor schoolgaande kinderen;<br />

zowel voor kinderen die op locatie<br />

onderwijs krijgen als voor degenen die<br />

in het thuisland op internaat gaan. Verder<br />

bevorderen wij dat onze scholen<br />

naast een onderwijs- ook een sociale<br />

functie hebben. Ze zijn vaak ontmoetingsplaatsen<br />

die allerlei activiteiten<br />

bieden; veel partners van medewerkers<br />

steken daar hun energie en hun<br />

talenten in.”<br />

Internationaal curriculum<br />

De factor onderwijs kan volgens<br />

Preston niet alleen een buitenlandse<br />

uitzending maken of breken maar<br />

zelfs een project. “Het gebeurt in de<br />

praktijk dat het voor een nieuw project<br />

erg moeilijk is om mensen met<br />

gezinnen daarin geïnteresseerd te krijgen,<br />

totdat je op die locatie voor goed<br />

onderwijs zorgt. Een gebrek aan<br />

onderwijsmogelijkheden kan dus<br />

zowel voor medewerkers als voor het<br />

bedrijf een echte showstopper zijn.”<br />

Omdat de ‘klanten’ van Education<br />

Services steeds internationaler worden<br />

is inmiddels een aantal onderwijsexperts<br />

gevraagd een curriculum voor de<br />

basisschool te ontwikkelen dat kinderen<br />

van álle nationaliteiten zo goed<br />

mogelijk dient. “Dat is het International<br />

Primary Curriculum - IPC - geworden,<br />

dat niet alleen op Shell-scholen<br />

maar inmiddels ook op veel andere<br />

internationale scholen is ingevoerd. In<br />

Engeland en de Verenigde Staten zijn<br />

er ook nationale scholen die ermee<br />

werken en op sommige Nederlandse<br />

scholen wordt er serieus naar gekeken.<br />

Want er zijn nogal wat nationale<br />

scholen die willen internationaliseren.”<br />

“Het IPC heeft niet alleen betrekking<br />

op de vakken, maar gaat ook in op<br />

aspecten als persoonlijkheidsontwikkeling,<br />

en hoe zou je dat in het Nederlands<br />

zeggen, op international mindedness.<br />

Verder omvat het de nieuwste<br />

ontwikkelingen op de gebieden<br />

van brain-friendly learning en multiple<br />

intelligences. Ook wordt de locatie<br />

waar het kind leert gebruikt als een<br />

bron van leerstof, want je moet natuurlijk<br />

profiteren van het feit dat je in het<br />

buitenland bent. Als je daar op een<br />

geestelijk eilandje blijft zitten, mis je<br />

uiteindelijk enorme kansen.”<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 25<br />

“EEN DRUKKE LEERGEMEENSCHAP”<br />

Op zo’n twee uur China inrijden vanuit Hong Kong verrijst<br />

het petrochemische Nanhai-project van CSPC, de China<br />

Shell Petrochemicals Company. De bouw nadert momenteel<br />

het eindstadium; in december moeten de fabrieken<br />

worden opgestart.<br />

In januari 2003 werd in de nabije stad Huiyang de CSPC<br />

International School geopend, een van de veertien scholen<br />

op de wereld die door Shell worden beheerd. Martin<br />

Westbury is er ‘headmaster’. Martin is een ‘old hand’ met<br />

al vijftien jaar ervaring in het ‘Shell-onderwijs’.<br />

“De school ligt op een prachtige locatie, met uitzicht op<br />

het Palm Island Golf Resort”, vertelt hij. “We hebben<br />

momenteel negentig leerlingen van vier tot dertien jaar<br />

met zeventien nationaliteiten. Ze krijgen les van acht<br />

expatriate leerkrachten, afkomstig uit het Verenigd<br />

Koninkrijk, Nederland en Nieuw-Zeeland. Ze worden parttime<br />

bijgestaan door lokale Chinese docenten en gekwalificeerde<br />

echtgenotes uit onze expatriate gemeenschap.”<br />

Martin omschrijft zijn school als “een drukke en levendige<br />

internationale leergemeenschap, waar culturele diversiteit<br />

wordt gewaardeerd en kinderen worden geholpen om<br />

zowel een nationale als een internationale blik op de<br />

wereld te ontwikkelen.”<br />

Dat wordt mede mogelijk<br />

gemaakt door het<br />

International Primary<br />

Curriculum, dat thematisch<br />

is opgezet en kinderen<br />

aanspreekt en<br />

uitdaagt hun best te<br />

doen. “We richten ons<br />

ook sterk op het gastland<br />

China, omdat we<br />

de kinderen zoveel<br />

mogelijk het voordeel<br />

willen bieden van het<br />

feit dat ze in het buitenland<br />

wonen. Zo worden lokale kinderen uitgenodigd deel<br />

te nemen aan onze schoolactiviteiten en doen wij mee<br />

aan evenementen in de stad. Verder vinden we het<br />

belangrijk dat onze kinderen vanaf hun vierde jaar een<br />

extra taal leren, dus geven we cursussen Mandarijns en<br />

lessen Nederlandse taal en cultuur voor kinderen uit<br />

Nederland.”<br />

“We hebben een uitvoerig programma met buitenschoolse<br />

activiteiten zoals toneel, schaken, beeldende kunst,<br />

voetbal, hockey, golf en basketbal. Bij het organiseren<br />

van toneelvoorstellingen, sporttoernooien en andere evenementen<br />

krijgen we veel steun van de oudervereniging,<br />

die ook de jaarlijkse festiviteiten op de internationale Dag<br />

van het Kind verzorgt. De school speelt dan ook een<br />

belangrijke rol in de gemeenschap van expatriates.”<br />

“Ik geef nu vijftien jaar les op Shell-scholen en inmiddels<br />

ontmoet ik nogal eens oud-leerlingen, van wie er vele de<br />

universiteit al achter de rug hebben. Dan vertellen ze me<br />

over hun goede herinneringen aan hun tijd op de basisschool<br />

en dat ze nog geregeld contact hebben met vroegere<br />

klasgenoten. Nu ik ook zelf kinderen op onze school<br />

heb, wordt mijn waardering voor de professionaliteit en<br />

de motivering van de leerkrachten alleen maar groter. Dat<br />

geldt eveneens voor mijn waardering voor CSPC, die dit<br />

onderwijs van hoge kwaliteit mogelijk maakt.”<br />

“Een gebrek aan<br />

onderwijsmogelijkheden<br />

kan zowel voor medewerkers<br />

als voor het bedrijf<br />

een echte showstopper<br />

zijn.”


VIJF ENERGIEREVOLUTIES CREËERDEN HET LEVEN OP AARDE ZOALS WE<br />

NU KENNEN.SHELL-RESEARCHER FRANK NIELE PUBLICEERDE EEN BOEK<br />

WAARIN HIJ ENERGIEREVOLUTIE NUMMER ZES OMSCHRIJFT OM HET<br />

LEVEN OP AARDE DUURZAAM TE MAKEN.<br />

“Ik denk dat<br />

ondanks alle<br />

individualisering<br />

de macroscopisch<br />

denkende mens<br />

dominant<br />

kan worden.”<br />

TEKST: PIET DE WIT<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

ALS MIDDELBARE SCHOLIER kocht Frank<br />

Niele van zijn zakgeld al het Rapport<br />

aan de Club van Rome ‘The Limits to<br />

Growth’, en zijn schoolopstellen waren<br />

essays over ‘zware onderwerpen’, zoals<br />

zijn leraren het noemden.<br />

Als student startte hij dan ook niet verrassend<br />

aan de Universiteit van Amsterdam,<br />

in het toen gloednieuwe vak<br />

milieuchemie, al ruilde hij dat snel in<br />

voor organometaalchemie, de leer van<br />

de interactie van metalen met organische<br />

moleculen, bijvoorbeeld katalysatoren<br />

in de olie en chemie. Na zijn promotie<br />

(op een onderwerp in de fysischorganische<br />

chemie) trad hij, 17 jaar<br />

geleden nu, in dienst bij Shell waar<br />

Frank (inmiddels 47) in het Amsterdamse<br />

research- en technologiecentrum<br />

SRTCA research scientist is in de<br />

discipline Exploratieve Research van<br />

Shell Global Solutions.<br />

Sinds die eerste confrontatie met het<br />

denken over de grenzen van de groei,<br />

heeft Frank Niele weinig publicaties<br />

gemist op dat inmiddels haast onafzienbare<br />

speelveld van duurzame ontwikkeling.<br />

“Ja, ik ben bezorgd”, erkent<br />

hij. “Bezorgd over de nu al te grote ecologische<br />

voetafdruk van de mens op<br />

zijn aarde, die bovendien in groeiend<br />

tempo nog groter en dieper wordt.”<br />

DRIE CULTURELE ONDERSOORTEN VAN DE HOMO SAPIENS<br />

Imperial Man Arcadian Man Symbian Man<br />

Culturele ondersoort Homo economicus Homo ecologicus Homo energeticus<br />

Filosofie Antropocentrisch Ecocentrisch Symbiocentrisch<br />

Toekomstbeeld Nuclear Valley Green Valley Sun Valley<br />

Energietijdperk Nucleocultureel Ecocultureel Heliocultureel<br />

Hoofdenergiebron Nucleair Besparing **) Zon<br />

Energiedragers Elektriciteit, Elektriciteit, Elektriciteit, waterstof,<br />

waterstof biobrandstoffen biobrandstoffen<br />

Culturele houding Technocratisch Socio-ethisch Socio-technologisch<br />

**) Besparing is geen energiebron. De Arcadian Man gaat voor zonne-energie als belangrijkste motor achter<br />

groene ontwikkeling, maar gaat primair uit van een laag energiegebruik.<br />

Wel bezorgd, maar Niele is niet somber.<br />

Vertelt: “Ik verschil fundamenteel<br />

van mening met veel milieu-economen<br />

die zeggen dat de economie alleen<br />

duurzaam kan zijn als we hem kleiner<br />

maken.” En: “Als wetenschapper geloof<br />

ik dat de mens in staat is een sociotechnologische<br />

revolutie te ontketenen<br />

die leidt tot een paradigmaverandering<br />

in de energievoorziening van de<br />

samenleving.”<br />

In zijn visie moet het mogelijk zijn om<br />

met behoud van welvaart (en groei<br />

daarvan vooral in de nu nog arme<br />

delen van de wereld) een economisch<br />

model te creëren met vrijwel gesloten<br />

grondstof- en materialenstromen. Dus<br />

een wereldwijd functionerend duurzaam<br />

model.<br />

“We moeten komen naar een heel<br />

nieuw metabolisme (stofwisseling -<br />

red.) op aarde, van alles, grondstoffen,<br />

schoon water, schone lucht, voedingsstoffen<br />

in de bodem, en energie”, legt<br />

hij uit.<br />

Hoe? Door ‘eco-industrieel systeemontwerp’,<br />

wat wil zeggen dat zoveel mogelijk<br />

productiesystemen aan elkaar worden<br />

gekoppeld waarbij de rest- en<br />

afvalstromen van de een, als in een cascade,<br />

de grondstoffen voor de ander<br />

gaan betekenen.<br />

De zon schijnt over Sun Valley<br />

De man die als middelbare scholier de<br />

‘zware onderwerpen’ al niet schuwde,<br />

heeft zijn visie op die noodzakelijke<br />

paradigmaverandering vastgelegd in<br />

een stevig boek (‘Energy - Engine of<br />

Evolution’ *) dat recentelijk is verschenen<br />

bij Elseviers wetenschappelijke uitgeverij.<br />

Het boek laat de lezer een fascinerende<br />

reis maken langs evolutie,<br />

energie en duurzame ontwikkeling.<br />

Niele formuleert vijf grote energierevoluties<br />

sinds het ontstaan van het leven,<br />

en gaat vervolgens in op de zesde<br />

omwenteling die de combinatie aardemens<br />

in een duurzame balans moet<br />

brengen. (Zie kader pag. 28)<br />

Waar begint die zesde energierevolutie?<br />

Bij de zon. In zijn boek lanceert<br />

Frank Niele het begrip ‘Sun Valley’. Zijn<br />

aanstaand zonnedal staat tegenover de<br />

‘Carbon Valley’ waarin wij nu leven en<br />

wijkt ook af van de ‘Nuclear Valley’ die<br />

technocratisch denkenden als toekomst<br />

zien, of de ‘Green Valley’ waarin de<br />

arcadische mens zichzelf blij ziet zijn in<br />

matigheid.<br />

In Sun Valley regeert de zon, of althans<br />

de mens die de zon direct aftapt voor<br />

de productie van elektriciteit, waterstof<br />

en biobrandstoffen. Frank Niele: “De<br />

mens gebruikt nu 14 terawatt energie,<br />

in overgrote hoeveelheid afkomstig van<br />

fossiele bronnen, en de natuur ongeveer<br />

100 TW voor alle fotosyntheseprocessen.<br />

Er wordt gezegd dat de mens<br />

in de komende halve eeuw twee tot<br />

drie maal meer energie gaat gebruiken,<br />

waarmee het gebruik van de sociosfeer<br />

zou komen op 30 tot 50 TW, wat al<br />

heel flink is ten opzichte van de natuur.<br />

Waar halen we die energie vandaan,<br />

vraagt iedereen zich nu af. Eigenlijk is<br />

alleen belangrijk of er voldoende<br />

zonne-energie is; en die is er, er valt<br />

170.000 TW op de aardbol. Waar<br />

behoefte aan is, is massale innovatie<br />

om zonne-energie direct te kunnen<br />

gebruiken. Terwijl het essentieel is om<br />

voor de reis van Carbon Valley naar<br />

Sun Valley ‘schoon fossiel’ te ontwikkelen,<br />

met onder andere CO 2 -<br />

sequestratie en emissiecontrole.”<br />

Polygeneratie<br />

Bij Shell Global Solutions houdt Frank<br />

De zesde revolutie<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 26


Niele zich momenteel niet rechtstreeks<br />

bezig met de innovatielijn van het<br />

direct ‘oogsten’ van de zon, wel met<br />

eco-industrieel systeemontwerp, voor<br />

toepassing in China. China? “Daar loopt<br />

men nu al fysiek aan tegen de ‘grenzen<br />

aan de groei’, met name bij de<br />

energievoorziening”, legt hij uit. “De<br />

enorme economische groei betekent<br />

ook een razendsnelle toename van het<br />

energiegebruik, terwijl China relatief<br />

weinig olie en gas heeft, wel veel<br />

kolen. Maar het massale kolengebruik<br />

brengt weer transport- en milieuproblemen<br />

met zich mee. Bovendien is het<br />

omzettingsrendement van hun kolencentrales<br />

laag, zo’n 29 procent, en met<br />

transport gaat er nog eens 5 of 6 procent<br />

af. Het is nu het hoogste Chinese<br />

beleid om een kringloopeconomie te<br />

creëren. Een van de belangrijke oplossingsrichtingen<br />

daarbij is polygeneratie.<br />

Dat is het op schone manier uit kolen<br />

maken van elektriciteit, transportbrandstoffen,<br />

waterstof (ook voor ammoniakproductie)<br />

en andere chemische<br />

grondstoffen, en om gelijktijdig te kijken<br />

hoe slak en vliegas van elektriciteitscentrales,<br />

zwavel uit raffinaderijen<br />

en kolenvergassers, en mogelijk ook<br />

gemineraliseerd CO 2 , tot bouwmaterialen<br />

verwerkt kunnen worden. Zo kun<br />

je schoner produceren terwijl de<br />

omzettingsrendementen van alle processen<br />

aanzienlijk worden verhoogd.”<br />

Voor dit project, werktitel ‘Industrial<br />

Ecology of Coal’, werken Shell-researchers<br />

samen met twee Chinese partners,<br />

waaronder het staats-researchcentrum<br />

voor kolenconversie dat weer<br />

wordt aangestuurd door de Academie<br />

van Wetenschappen, lees de federale<br />

overheid.<br />

“Ik heb mijn ogen uitgekeken op dat<br />

lab”, vertelt Niele. “Alleen al in het<br />

Fischer-Tropschgedeelte van dat lab<br />

staan zevenentwintig proefreactoren op<br />

een rij. In Europa praten we ook over<br />

industriële ecologie, maar het blijft toch<br />

vaak steken in analyses en studies naar<br />

het maatschappelijk krachtenveld, veel<br />

gammawetenschap dus. In China staat<br />

technologie-ontwikkeling voorop. Ze<br />

bouwen elke vijf dagen een 1.000<br />

megawatt kolengestookte elektriciteitscentrale,<br />

maar er wordt gelijktijdig met<br />

is nabij<br />

Frank Niele:<br />

“Ik verschil<br />

fundamenteel<br />

van mening met<br />

veel milieu-economen<br />

die zeggen dat de economie<br />

alleen duurzaam kan<br />

zijn als we hem<br />

kleiner maken.”<br />

grote inzet gezocht naar nieuwe systemen<br />

die ons morgen wel eens zouden<br />

kunnen verbluffen.”<br />

Populatiecrash<br />

“De socio-technologische revolutie die<br />

moet leiden tot een duurzame samenleving,<br />

wordt de eerste volledig georkestreerde<br />

en gestuurde energieomwenteling”,<br />

voorspelt Frank Niele<br />

optimistisch. “Als we niets doen, komt<br />

er overigens ook een revolutie”, constateert<br />

hij nuchter, “maar dan waarschijnlijk<br />

met een hoge vernietigingskracht.<br />

Uiteindelijk komt op termijn de<br />

ecologische voetafdruk van de mens<br />

natuurlijk altijd weer overeen met de<br />

draagkracht van de aarde. De geschiedenis<br />

van het leven is vol voorbeelden<br />

van soorten die hun habitat plotseling<br />

fors overschreden, van bacteriën tot<br />

grotere culturen, maar altijd leidde dat<br />

op termijn tot populatiecrashes. Als wij<br />

niet besluiten nieuwe treden te bouwen<br />

op onze trap van ontwikkeling, zal<br />

het systeem reageren. Mijn suggestie is<br />

dan: ‘Laten we het stuur zelf in handen<br />

nemen’.”<br />

Kijkend naar de huidige mensheid<br />

onderscheidt Frank Niele drie socio-<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 27<br />

industriële subrichtingen van het soort<br />

Homo sapiens, namelijk de Imperial<br />

Man, de Arcadian Man en de Symbian<br />

Man. De drie zijn ook aan te geven als<br />

respectievelijk Homo economicus (een<br />

technocratische benadering tot de toekomstige<br />

energievoorziening, veel<br />

kernenergie en waterstof), de Homo<br />

ecologicus (de ethicus die de energietoekomst<br />

ziet in biobrandstoffen maar<br />

vooral in energiebesparing) en de<br />

Homo energeticus (de socio-technoloog<br />

die gelooft in technologische<br />

innovatie - het direct gebruik maken<br />

van zonne-energie - en het ombouwen<br />

van de huidige lineaire economie in<br />

een circulaire economie, met sluitende<br />

kringlopen).<br />

Niele: “Ik heb fundamentele kritiek op<br />

zowel het denken van de Imperial Man<br />

als dat van de Arcadian Man. Op de<br />

eerste subsoort vanwege de grootschaligheid<br />

van de gekozen oplossing en<br />

de grote verstoring die daardoor ontstaat<br />

op de eco- en sociosystemen. Op<br />

de tweede soort vanwege hun grove<br />

onderschatting van het menselijk kunnen,<br />

en ook hun ontkennen van de<br />

menselijke behoefte aan een groeiende<br />

welvaart.”


Hij is dus zelf die Symbian Man? “Ja, in hoge<br />

mate, anders had ik dit boek ook nooit kunnen<br />

schrijven, dat een pleidooi is voor symbiose<br />

als pad naar verdere ontwikkeling en groei.”<br />

Bescherm de commons<br />

Nu zijn er natuurlijk ook andere onderscheiden<br />

te maken in het mensensoort, je hebt bijvoorbeeld<br />

altruïsten en redelijken, maar ook<br />

materialistische egoïsten. Of je kunt ze indelen<br />

in macroscopen (brede blik, toekomst) of<br />

microscopen (eigen belang eerst, nu). Voor de<br />

door Niele noodzakelijk geachte georkestreerde<br />

revolutie heb je het meest aan macroscopen,<br />

maar qua aantal lijken die niet echt een meerderheid<br />

te vormen, toch?<br />

“Klopt. En toch heb ik er vertrouwen in dat we<br />

in een tijd leven waarin het macroscopisch<br />

bewustzijn van de mensheid groeit. Het wordt<br />

steeds duidelijker dat alles in de wereld tegenwoordig<br />

met elkaar samenhangt. Bijvoorbeeld<br />

dat door de enorme economische groei in<br />

China de wereldstaalprijzen omhoogschieten<br />

waardoor hier jouw nieuwe fiets duurder<br />

wordt. Ik denk dat ondanks alle individualisering<br />

de macroscopisch denkende mens dominant<br />

kan worden.”<br />

Als dat macroscopisch denken er ook toe leidt<br />

dat er meer aandacht komt voor de bescherming<br />

van de ‘commons’, dat ongeprijsde goed<br />

waar iedereen onbeperkt gebruik van kan<br />

maken, tot uitputting aan toe, dan is Frank<br />

Niele nog tevredener, zegt hij. “In onze democratieën<br />

heeft het individu zo’n belangrijke<br />

plaats gekregen dat de commons ernstig in het<br />

gedrang zijn geraakt.”<br />

Sterk zijn en aanpassen<br />

In zijn boek schetst Niele mogelijke beelden<br />

van 2050. “De ruimtereiziger die naar de planeet<br />

aarde kijkt, ziet dan een rommelige mix<br />

van iconen uit Carbon Valley, met brokjes<br />

Nuclear Valley, Green Valley en Sun Valley. Als<br />

deze laatste brokjes klein blijven, of zelfs<br />

onzichtbaar zijn, ziet de reiziger vooral Carbon<br />

Valley in een staat van verval, omdat de aarde<br />

niet langer in staat was de Carbian Explosion<br />

(de enorme welvaartsgroei in het ‘koolwaterstoftijdperk’<br />

- red.) te dragen. Maar als de<br />

brokjes groeien dan zal de buitenaardse toeschouwer<br />

een evolutionair gevecht zien tussen<br />

de Imperial Man, de Arcadian Man en de Symbian<br />

Man. Misschien dat het volgende domi-<br />

nante energietijdperk al zichtbaar is geworden.<br />

In deze eeuw zal het aangezicht van de aarde<br />

zonder twijfel veranderen, en snel ook, want<br />

de menselijke kracht is zonder voorbeeld. Of<br />

de mensheid zelf, of het ‘systeem aarde’ zal dit<br />

temmen, het ‘systeem aarde’ kent daarbij geen<br />

grenzen.”<br />

Frank zegt in de samenleving een ‘macroscopisch<br />

signaal’ waar te nemen, de bewustwording<br />

dat de aarde onze koolstofsamenleving<br />

niet lang meer kan dragen. “Dat signaal bereidt<br />

als het ware de menselijke geest voor op een<br />

nieuwe realiteit, en ik hoop dat hieruit een<br />

symbiotisch wereldbeeld ontstaat. Voor mij is<br />

het een signaal dat oproept tot de inzet van<br />

menselijk vernuft, geen signaal dat somberheid<br />

en ondergang aankondigt. Het is een signaal<br />

van keuzes en kansen, die de mens al dan niet<br />

kan pakken. Dit is uniek, de eerste keer dat de<br />

mens een eigen keuze kan maken over zijn<br />

toekomst.”<br />

Tot slot, wat betekent de filosofie van Frank<br />

Niele voor zijn werkgever Shell? “De evolutie<br />

leert dat organismen om te overleven twee<br />

eigenschappen nodig hebben, ze moeten competitief<br />

sterk zijn en heel adaptief, dus in staat<br />

zich snel aan te passen. Juist in een tijd waarin<br />

de veranderingen extreem zijn, zoals nu bijvoorbeeld<br />

in de Carbian Explosion, moeten<br />

beide kwaliteiten hoog ontwikkeld zijn. Een<br />

bedrijf, dat tenslotte ook een organisme is,<br />

moet dus financieel sterk zijn, en gelijktijdig<br />

sterk zijn in op aanpassing gerichte innovatie<br />

en technologie-ontwikkeling. Met innovatie en<br />

technologie creëer je een portefeuille vol opties<br />

die weliswaar vandaag of morgen nog geen<br />

rendement genereren, maar waarmee je wel je<br />

toekomst verzekert omdat ze je de mogelijkheid<br />

geven van aanpassing aan de nieuwe<br />

eisen die de omgeving aan<br />

je stelt.”<br />

*) ‘Energy. Engine of<br />

Evolution’. Frank Niele,<br />

Shell Global Solutions<br />

International B.V.<br />

Uitgegeven door Elsevier.<br />

212 pagina’s; 94,95 euro.<br />

ISBN 0-444-51886-X<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 28<br />

DE VIJF GROTE ENERGIE-<br />

REVOLUTIES<br />

In zijn boek onderscheidt Frank Niele vijf essentiële<br />

energierevoluties waarbij de ontwikkeling van de<br />

aarde wezenlijk is veranderd. Alle perioden zijn<br />

door hem uitvoerig omschreven, vanuit zowel een<br />

biologische, een technologische als vanuit een<br />

socio-economische invalshoek.<br />

1 Photo-Energy Revolution (zonlicht leidt tot<br />

fotosynthese, plantengroei)<br />

2 Oxo-Energy Revolution (er ontstaat zuurstof,<br />

ademhaling, dierlijk leven)<br />

3 Pyro-Energy Revolution (de mens is<br />

inmiddels ontstaan, hij kan het vuur beheersen<br />

en dat verandert zijn leefgedrag)<br />

4 Agro-Energy Revolution (de mens gaat zonlicht<br />

oogsten via landbouw, ontdekt de wereld,<br />

ontdekt wetenschap)<br />

5 Carbo-Energy Revolution (de ‘koolwaterstofmens’<br />

ontstaat, explosieve groei van kennis en<br />

welvaart, maar ook van de ecologische voetafdruk<br />

op aarde)<br />

Niele komt uit bij de conclusie dat de wereld nu<br />

een zesde revolutie nodig heeft omdat de huidige<br />

fase van ontwikkeling (de ‘Carbian Explosion’ door<br />

hem genoemd) niet duurzaam is wegens overexploitatie<br />

van de aarde.<br />

Socio-economisch gezien onderscheidt hij vier<br />

hoofdtijdvakken waarin het menselijk handelen<br />

zorgde voor een faseversnelling in de ecologische<br />

voetafdruk op de aarde. Ze staan op bijgaande<br />

ladder weergegeven.<br />

Volgens Niele moet in de zesde energierevolutie de<br />

stap worden gezet naar het ‘Heliocultureel tijdvak’,<br />

in feite een aarde die niet alleen letterlijk, maar nu<br />

ook figuurlijk om de zon draait.


S H E L L A C T U E E L<br />

GASPRIJSEXPLOSIE DOOR<br />

ORKANEN<br />

Het was voorspelbaar dat het een keer zou<br />

gebeuren (steeds meer en steeds grotere en<br />

ook kostbaarder offshore-installaties) maar de<br />

schade van de twee orkanen Katrina en Rita<br />

aan de olie- en gasindustrie in de Golf van<br />

Mexico was zonder precedent. Katrina<br />

beschadigde of vernielde 46 boor- en productieplatforms<br />

en de schade van Rita was<br />

nog groter, 18 boorinstallaties en bijna 40<br />

productieplatforms vernield, zwaar beschadigd<br />

of van de ankers geslagen.<br />

In de media trok vooral de sterk gestegen<br />

benzineprijs de aandacht (veroorzaakt door<br />

de schade - overstromingen, stormschade -<br />

maar vooral het langdurig uitvallen van de<br />

elektriciteit bij raffinaderijen) maar nog veel<br />

sterker steeg in de VS de prijs van aardgas<br />

en daardoor die van elektriciteit.<br />

Begin dit jaar noteerde aardgas bij het aanlandingspunt<br />

Henry Hub (waar veel leidingen<br />

uit het Golfgebied aan land komen) rond<br />

$4,50 per miljoen BTU (een warmte-eenheid)<br />

maar na Rita liep de marktnotering op tot<br />

rond $15/mlnBTU, al lag Henry Hub er<br />

fysiek uit door alles schades. Omgerekend<br />

betekende dat $90 per vat olie-equivalent.<br />

Omdat veel aardgas in de Verenigde Staten<br />

wordt gebruikt voor elektriciteitsproductie,<br />

steeg ook de prijs van stroom sterk, tot zo’n<br />

$110-140 per MWh aan de Amerikaanse<br />

Oostkust tegen $40-45/MWh in januari van<br />

dit jaar.<br />

De orkanen hadden ook een negatief effect<br />

op de kwartaalresultaten van oliemaatschappijen:<br />

zij verloren olie- en gasproductie en<br />

hun raffinaderijen tussen New Orleans en<br />

Houston lagen langere of kortere tijd stil.<br />

De hogere marges op olie, gas en benzine<br />

wogen daar niet tegenop.<br />

SHELL-TECHNOLOGIE VOOR<br />

SCHONE KOLENCENTRALE<br />

De Australische elektriciteitsmaatschappij Stanwell<br />

(eigendom van de staat Queensland) wil een nieuwe<br />

kolencentrale bouwen om daarmee te demonstreren<br />

dat kolen zich ‘schoon’ laten verbranden. Essentie is<br />

dat kolen vooraf worden omgezet in waterstof en dat<br />

daarbij 85 procent van alle CO 2 voor verbranding<br />

wordt opgevangen en blijvend wordt opgeslagen in de<br />

diepe ondergrond. Voor deze processen heeft Stanwell<br />

gekozen voor Shell-technologie voor kolenvergassing<br />

en gasbehandeling (verwijdering van zwavelwaterstof<br />

en kooldioxide). De definitieve beslissing om de kolencentrale<br />

te bouwen wordt in 2006 genomen.<br />

FOTO: ANP FOTO<br />

Een van de door de orkaan Katrina losgeslagen olieplatforms<br />

strandde op de kust bij de stad Mobile.<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

EUROPA LOOPT ACHTER OP CO 2-<br />

DOELSTELLING<br />

De cijfers zijn weliswaar van 2003 maar spreken<br />

duidelijke taal: in de EU stijgt de emissie van<br />

broeikasgassen inplaats dat hij daalt. Volgens het<br />

Europees Milieu Agentschap (EEA) in Kopenhagen<br />

groeide de uitstoot van CO 2 in 2003 met 2%<br />

(tot 4,1 mld ton) waarmee de hoogste stand<br />

sinds 1991 werd bereikt. Als alle broeikasgassen<br />

worden geteld, omgerekend naar CO 2 -equivalenten,<br />

was de toename 1,5% tot 4,9 miljard ton.<br />

EU-landen die ver achterblijven bij de Kyotodoelstellingen<br />

zijn Spanje, Italië, Oostenrijk,<br />

Denemarken, Finland en Ierland. Volgens de statistieken<br />

van het EEA lag de Nederlandse emissie<br />

eind 2003 0,8% boven het peiljaar 1990; ons land<br />

heeft een Kyoto-norm van min 6% (voor het tijdvak<br />

2008-12.) Volgens het CBS was eind 2004 het<br />

Nederlandse Kyoto-deficiet al opgelopen tot 2%.<br />

Ook in de Verenigde Staten (geen ondertekenaar<br />

van het Kyoto protocol) groeit de CO 2 -emissie<br />

nog steeds: volgens het Department of Energy<br />

was er over 2004 een toename met 1,7 procent.<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 29<br />

BASELL<br />

VERKOCHT<br />

BASF en Shell Chemicals, de<br />

50/50 eigenaren van de polyolefinenproducent<br />

Basell (vooral<br />

actief in de productie en verkoop<br />

van de kunststoffen polypropyleen<br />

en polyethyleen)<br />

hebben hun bezit verkocht aan<br />

Nell Acquisition, een dochter<br />

van het Amerikaanse industrieconglomeraat<br />

Access<br />

Industries. De verkoopprijs is<br />

4,4 miljard euro, inclusief de<br />

overname van de schuld.<br />

Basell, waarvan het hoofdkantoor<br />

in Hoofddorp staat, is met<br />

verkoopactiviteiten actief in<br />

120 landen en heeft productielocaties<br />

in 21 landen waaronder<br />

in Nederland op Pernis en<br />

Moerdijk. In 2004 realiseerde<br />

Basell een omzet van 6,7 miljard<br />

euro.<br />

BASF en Shell kwamen tot het<br />

besluit om Basell te verkopen<br />

als uitvloeisel van een heroriëntatie<br />

op de activiteitenportefeuille.<br />

Basell blijft wel een<br />

lange-termijn afnemer van<br />

krakerproducten (etheen en<br />

propeen) van Shell Chemicals.<br />

De verkoop van Basell is<br />

onderdeel van het strategische<br />

beleid van Shell om in de periode<br />

2004-06 voor 12-15 miljard<br />

dollar aan bezit te verkopen<br />

dat niet langer van strategische<br />

waarde wordt geacht.


S H E L L A C T U E E L<br />

SHELL VERKOOPT BEZIT<br />

IN ANTILLEN<br />

In het kader van het portfoliobeheer heeft Shell<br />

haar downstreambezit in de Franse Antillen en<br />

Frans Guyana verkocht aan een regionale<br />

ondernemer. Het gaat om 53 tankstations en<br />

een 24%-aandeel in een raffinaderij op Martinique.<br />

De verkoopprijs bedraagt 116 mln euro<br />

($143 miljoen). De nieuwe eigenaar blijft verkopen<br />

onder de merknaam van Shell.<br />

SUCCESVOL BOD RAFFINAGE<br />

TURKIJE<br />

Het was zo’n uitdagend privatiseringsaanbod<br />

dat negen bindende biedingen werden gedaan<br />

op een aandeel van 51 procent in de Turkse<br />

staatsraffinagemaatschappij Tüpras. De winnaar<br />

(met een bod van $4,14 miljard) werd een<br />

combinatie van het Turkse conglomeraat Koç<br />

met Shell. Tüpras heeft vier raffinaderijen in<br />

eigendom (twee grotere aan de kust bij Izmit<br />

en Izmir) en twee kleinere in het binnenland.<br />

De vier hebben een gezamenlijke capaciteit<br />

van 550.000 vaten ruwe olie per dag.<br />

De inbreng van Shell concentreert zich op<br />

technologische kennis uit Shell Global Solutions<br />

en de relatie met Shell’s wereldwijde<br />

bevoorradings- en handelsnetwerken.<br />

Het bod moet nog officieel worden goedgekeurd<br />

door de privatiseringsraad van de<br />

staat.<br />

SHELL VENSTER – NOVEMBER/DECEMBER 2005 – 30<br />

EUROPA VERWARMT ZICH AAN<br />

ZEESLANG<br />

Genoemd naar een zeeslang uit de Noorse mythologie,<br />

is Ormen Lange het in omvang tweede gasveld<br />

van Europa. Het veld is in 1997 ontdekt voor de kust<br />

van Midden-Noorwegen en volgens plan kan in<br />

oktober 2007 de kraan worden opengedraaid; er is<br />

dan door de partners zo’n $11 miljard geïnvesteerd<br />

in de ontwikkeling van het veld met op de zeebodem<br />

geplaatste productiesystemen, de gasbehandelingsinstallatie<br />

aan de wal bij Nyhamna en<br />

een 1.200 km lange zeepijpleiding vandaar naar een<br />

ontvangstterminal bij Easington aan oostkust van<br />

Groot-Brittannië. Via bestaande pijpleidingen komt<br />

ook gas naar de West-Europese markten. Shell is een<br />

van de partners in Ormen Lange (met 17%) en<br />

neemt het operatorschap op zich zodra het eerste<br />

gas de leidingen instroomt.<br />

Op de foto de in aanbouw zijnde productie-eenheden<br />

van Ormen Lange die op de zeebodem<br />

worden geplaatst.<br />

NAM BOORT EN PRODUCEERT MET PARTNER<br />

De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) heeft overeenkomsten<br />

gesloten met NP Netherlands B.V. (NPN, een volle dochter van Northern Petroleum<br />

Plc uit Groot-Brittannië), voor samenwerking bij het opsporen van een<br />

aantal vermoedelijke olie- en gasvelden en het ontwikkelen van enkele kleine,<br />

reeds ontdekte velden in Nederland.<br />

NPN zal deelnemen in zeker twee en mogelijk vijf exploratieboringen (voor het<br />

opsporen van nieuwe gasvelden) in de vergunningen Drenthe, Andel-II en Schagen.<br />

In juni van dit jaar werd reeds overeengekomen dat NPN zal deelnemen in<br />

een proefboring naar het prospect (vermoed maar nog niet aangetoond gasveld)<br />

Steenwijk, in de provincie Overijssel. Deze boring wordt uitgevoerd door de<br />

NAM; de andere proefboringen zullen mogelijk door NPN worden verricht.<br />

Ook zal NPN zeker twee en<br />

mogelijk vijf ontdekte, maar<br />

nog niet in productie genomen<br />

olie- en gasvelden ontwikkelen.<br />

De NAM zal deze<br />

velden overdragen aan NPN,<br />

maar blijft bij de ontwikkeling<br />

betrokken via een winstdelingsregeling.<br />

Het betreft de<br />

velden Geesbrug (vergunning<br />

Drenthe) en Ottoland (vergunning<br />

Andel-II), met een<br />

optie voor de velden Grolloo<br />

(Drenthe), Brakel en Andel<br />

(beide Andel-II).


Is er een verschil<br />

tussen diesel en diesel?<br />

“Zeker”, zegt deze<br />

financieel adviseur uit<br />

Dordrecht.<br />

Zijn klanten zitten overal in Nederland. Om ze te bezoeken rijdt hij zo’n 40.000 kilometer per jaar. Daarbij vertrouwt<br />

Richard Dupont op Shell V-Power Diesel. Hij merkt dat zijn auto dat lekkerder vindt. Shell V-Power Diesel is dan ook geen<br />

gewone diesel, maar speciaal ontwikkeld om de prestaties van zijn auto te verbeteren en de motor te reinigen en te<br />

beschermen. En omdat deze diesel zwavelvrij is, wordt de uitstoot van roet en schadelijke uitlaatgassen verminderd.<br />

Dat vindt Richard een prettige gedachte. Want minder kilometers lukt in zijn werk niet, maar betere kilometers wel. Ontdek<br />

hoe wij mensen van brandstof voorzien, nu en in de toekomst. Kijk op www.shell.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!