28.11.2014 Views

vrij downloadbaar - Bert Hellinger Instituut Nederland

vrij downloadbaar - Bert Hellinger Instituut Nederland

vrij downloadbaar - Bert Hellinger Instituut Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Nederland</strong>se Wind<br />

0. Over dit boekje<br />

<strong>Nederland</strong>se Wind is een boekje ter gelegenheid van de eerste conferentie<br />

systemisch werk in <strong>Nederland</strong>. Voor mensen die een eerste kennismaking met<br />

dit werk zoeken of hebben gehad. Voor hen die zich wat verder willen laten<br />

meedrijven op de stroom. En ook voor hen, die vanaf de oever willen zien hoe<br />

de rivier stroomt. Met een aantal opstellingen over <strong>Nederland</strong>se situaties. De<br />

<strong>Nederland</strong>se wind. Dankbaar zijn we diegenen, die erin hebben toegestemd om<br />

die opstellingen hier in een of andere vorm op te nemen, en voor de hen<br />

dierbaren en familieleden, die op de achtergrond aanwezig zijn.<br />

Daarnaast zijn er een aantal teksten die een toelichting geven op het systemisch<br />

werk. Er is een tekst opgenomen van <strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong>, ‘de kracht’, dat ter ere van<br />

zijn vijfenzeventigste verjaardag verscheen in ‘Für meine Freunde’.<br />

Bibi Schreuder maakte de tekeningen. Mieke Eberhard maakte naar aanleiding<br />

van een opstelling een schilderij (blz…) Dymphie kies ondersteunde met haar<br />

zorgvuldige adviezen. Het ontwerp is van Mirjam Strijbosch.<br />

Januari 2001


1. Texel<br />

De wind waait over de duinen. Daarachter staan ze, een groepje bomen, in de<br />

decemberlucht. Hun kruinen geschoren in de wind. Dicht in elkaar verweven<br />

alsof ze steun bij elkaar zoeken. En misschien doen ze dat ook wel. Maar hoe<br />

zouden we kunnen weten, hoe bomen zoiets doen. Willen we dat überhaupt<br />

weten?<br />

Wat we kunnen zien is het effect van de wind, het zout en het zand en al die<br />

andere invloeden waar we geen idee van hebben. Wat ik voel is ontzag, voor<br />

deze bomen, die in al hun bescheidenheid er het beste van maken. En wat ik<br />

bespeur is kracht, de kracht die misschien wel voortkomt uit leven op een<br />

moeilijke standplaats.<br />

Ze horen hier, achter de duinen, in de wind.<br />

En ontroerd wandel ik verder.<br />

Dankbaar geworteld te zijn in dit land.


2. Holocaust<br />

Een deelnemer vertelt dat veel van zijn familieleden, joods, tijdens de holocaust<br />

zijn omgekomen.<br />

De begeleidster vraagt: ‘Wie precies?’<br />

De deelnemer begint een aantal familieleden te noemen en zegt dan: ‘Er zijn er<br />

nog meer, maar ik weet niet precies wie allemaal’.<br />

De begeleidster: ‘Kun je daar achter komen?’<br />

De deelnemer: ‘Één van mijn ouders woont in Israël’.<br />

Die avond belt de deelnemer met deze ouder in Israël, die hij toevallig thuis<br />

treft.<br />

En met behulp van de informatie die hij zo krijgt maakt hij een stamboom.<br />

De volgende dag worden alle omgekomen familieleden opgesteld. En de vader<br />

en de moeder en de deelnemer.<br />

De moeder voert de zoon naar ieder omgekomen familielid, en stelt zijn zoon<br />

aan ieder van hen voor. Daarna buigen ze diep. Voor ieder. In stilte en met groot<br />

respect. En elk omgekomen familielid kijkt naar de moeder, en naar de zoon, net<br />

zolang totdat ze elkaar echt zien. De zoon huilt stille tranen.<br />

Later worden de man en de vrouw opgesteld, bij wie één van de ouders<br />

ondergedoken heeft gezeten. Dat geeft rust, en het is duidelijk: zij zijn met deze<br />

familie verbonden.<br />

Alle deelnemers zijn diep geraakt.<br />

En daarna blijft het lang stil.<br />

Eén van de deelnemers heeft, naar aanleiding van deze opstelling, later dit<br />

schilderij gemaakt.


3. Opstellingen, een opmerkelijk verschijnsel<br />

Veel mensen in <strong>Nederland</strong> hebben de afgelopen jaren kennis gemaakt met<br />

familie- en organisatieopstellingen. Ze zijn naar seminars gekomen. Via mond<br />

op mond reclame. Omdat iets hen daar bracht, soms onbenoembaar.<br />

En daar is dan een kring van mensen, en een begeleider of soms twee. En terwijl<br />

in de kring van deelnemers de een na de ander kort zegt wat hem of haar hier<br />

brengt, wat hij of zij meer wil van het leven, bouwt de energie zich op. Wat is<br />

hier aan de hand? Soms is het net alsof, wanneer iemand spreekt, de mensen in<br />

de buurt de wind kunnen voelen die er waait in het systeem van de ander. En<br />

dan ontrolt zich een opstelling. Degene die zijn of haar vraagstuk inbrengt kiest<br />

uit de overige deelnemers mensen die zijn familieleden representeren: ‘Wil jij<br />

mijn vader zijn?’. ‘Wil jij mijn oudste zus zijn?’.<br />

En vervolgens worden die representanten door de cliënt opgesteld, in de ruimte,<br />

naar een innerlijk beeld. En na enige momenten gebeurt er iets bijzonders: de<br />

representanten krijgen toegang, lijkt het, tot wat er werkelijk in het systeem van<br />

de cliënt speelt. Ze voelen dingen die ze niet eerder hebben gevoeld: warmte,<br />

een koude arm, kracht, achterover getrokken worden, soms trillen. Ze voelen<br />

zich soms groot of meer de neiging om te verdwijnen. En dat terwijl de<br />

representanten niets weten over het systeem en degene die ze representeren.<br />

Wat is hier aan de hand?<br />

We kunnen dit fenomeen niet verklaren. Hooguit kunnen we vergelijkingen<br />

gebruiken om wat we in opstellingen ervaren acceptabel te maken voor het<br />

model van de wereld dat we hebben. Zoals het veld van de zwaartekracht, waar<br />

we altijd in geleefd hebben, waar we mee hebben leren leven. De zwaartekracht<br />

die ons beperkt in onze mogelijkheden van groei en beweging en die we hebben<br />

leren accepteren, waarderen en gebruiken. En al die eeuwen wisten we niet<br />

beter. Totdat Newton er een naam aan gaf. Maar daarmee veranderden de<br />

effecten van de zwaartekracht nog niet.<br />

Albrecht Mahr spreekt van ‘Wetende Velden’. Rupert Sheldrake van ‘Morfische<br />

velden’. Weer anderen hebben het over energievelden of systemische velden.<br />

Wat het ook is, en hoe het ook werkt, het heeft er veel weg van dat met behulp<br />

van deze velden naar voren kan komen wat er in een familiesysteem speelt. En<br />

een opstelling is één methode om daarmee te werken. De grote verdienste van<br />

<strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong> is, dat hij deze methode heeft herkend en ontwikkeld. Maar veel<br />

belangrijker is nog wat het werken met opstellingen ons aan inzichten heeft<br />

gegeven. Een dieper begrip van hoe we ingebonden zijn in ons familiesysteem,<br />

van de krachten die daar werken, buiten ons om, of we dat nu leuk vinden of<br />

niet. En voor veel deelnemers aan seminars is het idee alleen al een be<strong>vrij</strong>ding,<br />

dat de worsteling in hun leven of relatie niet alleen te maken heeft met hun<br />

karakter of persoonlijk onvermogen, maar wellicht met iets dat ze overgenomen<br />

hebben uit hun familiesysteem. Uit liefde, vanuit een diepe verbondenheid met


de familie en een behoefte het systeem in evenwicht te houden. Zelfs als dat de<br />

neiging betekent een gestorven familielid in de dood te volgen.<br />

Een opstelling van je eigen vraagstuk is één van de manieren waarop<br />

dynamieken in een familiesysteem naar voren kunnen komen. Waardoor er<br />

misschien een nieuw perspectief kan groeien om in het leven te staan. Maar ook<br />

een goed gesprek, een gedicht, het lezen van één van de vele inmiddels<br />

verschenen boeken of het bekijken van een video van opstellingen kan ook zo’n<br />

effect hebben. Het effect van een innerlijke beweging, een beweging van de ziel.


4. Ik ben Duits<br />

Een deelneemster heeft moeite haar leven vol te nemen, en met haar zoon gaat<br />

het niet altijd goed. Haar moeder is <strong>Nederland</strong>s. Haar vader is Duits en als baby<br />

geadopteerd in een <strong>Nederland</strong>s gezin. Tijdens de tweede wereldoorlog ging<br />

deze als jonge man naar Duitsland en vocht aan het oostfront. Na de oorlog<br />

keerde hij terug naar <strong>Nederland</strong> en trouwde er zijn vrouw.<br />

Aan het eind van de opstelling zegt de representant van de cliënt tegen haar<br />

vader: ‘Ik ben Duits’, en na enige tijd; ‘net als jij’.<br />

Deze uitspraak bracht veel commotie bij een aantal aanwezigen. Een zoon van<br />

een verzetsman zei heftig: ‘Voor zoiets had de vader doodgeschoten moeten<br />

worden’.<br />

Systemisch gezien was het enige dat de jonge man kon doen, áls hij zich bij een<br />

leger aansloot, om dat te doen bij het leger van zijn volk. En voor de dochter telt<br />

het feit dat haar vader Duits is, en in de eerste plaats is hij haar vader.<br />

Later vertelt de deelneemster dat haar vader werd verzwegen. ‘Ik hield zo veel<br />

van hem, maar dat leek niet te mogen’.<br />

Regelmatig komen in opstellingen situaties naar voren die te maken hebben met<br />

de tweede wereldoorlog. Kinderen en kleinkinderen van ouders die<br />

‘fout’ waren. Die zich innerlijk verscheurd voelen in hun liefde en<br />

loyaliteit voor hun ouders en de gevolgen van de keuzes en daden van<br />

diezelfde ouders. Die voortdurend de wind voelen van afkeuring door<br />

anderen die ook gekwetst zijn. Die bereid zijn de last van schuld op zich<br />

te nemen. Terwijl ze alleen maar het kind zijn.


5. Verschillende soorten emoties<br />

Wanneer we erop letten als iemand tegen ons praat over iets wat hem of haar<br />

beweegt, dan is het net alsof emoties vanuit verschillende innerlijke plekken<br />

kunnen komen. En ze hebben ook een verschillend effect.<br />

Primaire emoties komen naar voren als reactie op iets dat net is gebeurd:<br />

verdriet om het verlies van een dierbare, boosheid omdat iemand je heeft<br />

gekwetst, dankbaarheid om iets wat je toe valt. Die gevoelens zijn vaak intens<br />

en nemen ook weer af wanneer ze hun functie hebben vervuld. Op anderen<br />

hebben primaire emoties het effect dat ze sympathie en interesse opwekken, ook<br />

al zijn ze rauw en heftig. Ze zijn ‘echt’, authentiek, en er gaat veel kracht van<br />

uit.<br />

Soms hebben emoties van iemand het effect dat je gedachten afdwalen. Ik voel<br />

dan ook enige gêne, voel me onbeleefd omdat mijn aandacht verslapt en<br />

verschuift. Eigenlijk lijkt het net alsof het over wat anders gaat. Deze secundaire<br />

emoties zijn een ‘cover up’ voor primaire emoties. Ze dekken iets anders toe, dat<br />

er onder ligt. Bijvoorbeeld boosheid die de onmacht er onder verbergt. In een<br />

seminar is het vaak te merken wanneer secundaire emoties op de voorgrond<br />

spelen. Deelnemers beginnen draaien en te schuifelen. In secundaire gevoelens<br />

schuilt niet veel kracht. En als ze niet onderbroken worden kunnen ze lang door<br />

gaan. Soms voelt het bot om ze te onderbreken. Veel van ons kennen eigenlijk<br />

hun favoriete secundaire emoties wel. Een soort home-video.<br />

Bij systeem-emoties of overgenomen gevoelens is het net alsof ze dóór iemand<br />

heen komen, in plaats van uit iemand. Het lijkt wel alsof er opeens iemand<br />

anders praat, van een andere leeftijd, met een andere kracht. Vaak heeft het op<br />

anderen het effect dat ze de systeemenergie lichamelijk kunnen voelen.<br />

Overgenomen gevoelens geven aanwijzingen voor wat er op de achtergrond in<br />

de familie speelt. Er is ook dikwijls veel te zien, wanneer je preciezer naar<br />

iemand kijkt en je opent voor wat er door iemand heen naar voren komt.<br />

Bespeur je meer een vadersdochter of een moedersdochter? Komt de energie<br />

meer vanuit vaders kant of moeders kant? Wat ontbreekt? Welke goede krachten<br />

op de achtergrond zou iemand nog meer compleet maken?<br />

Nogal wat mensen nemen makkelijk gevoelens van anderen over. Ze ervaren die<br />

als hun eigen gevoelens. Het leren onderscheidt te maken tussen overgenomen<br />

gevoelens en eigen gevoelens geeft soms in het begin verwarring en na verloop<br />

van tijd helderheid.


6. De zee roept<br />

Een deelnemer werkt enige jaren in een organisatie van een gemeenschap aan<br />

zee. Zijn vraag is: ‘Als buitenstaander, niet uit deze gemeenschap afkomstig,<br />

bespeur ik een pijn, waarvan ik niet weet of ik er wat mee moet’.<br />

Begeleider: ‘Heb je de indruk dat er toestemming is vanuit het systeem om dit<br />

op te stellen?’.<br />

Deelnemer, na een stilte: ‘Ja’.<br />

Er is opgesteld: iemand voor de organisatie, iemand voor het grondgebied van<br />

de gemeenschap, een man die de mannen representeert, een vrouw die de<br />

vrouwen representeert, een vrouw die de kinderen representeert en een<br />

representant voor de deelnemer.<br />

In de opstelling kijkt de man in de verte. Het grondgebied begint na verloop van<br />

tijd langzaam heen en weer te wiegen, op een manier die doet denken aan de<br />

golven van de zee. De vrouw kijkt naar de man, met een kinderlijke energie, als<br />

in een droomtoestand. Het kind is onrustig.<br />

Een manlijke representant wordt opgesteld in de blikrichting van de man. Die<br />

reageert onmiddellijk met: ‘Dat zijn mijn overleden en verdronken makkers op<br />

zee’<br />

Het is alsof de vrouw uit een trance ontwaakt, en ze is zeer geroerd. Nu ze<br />

gehoord heeft wat de man zei, kan ze hem zien als een vrouw, die naar haar man<br />

kijkt.<br />

De vrouw zegt tegen het kind: ‘Ik blijf’.<br />

Het kind: ‘Dan hoef ik hier niet meer weg’.<br />

De organisatie: ‘Dit is grootser dan wij zijn, we voegen ons en staan hen<br />

terzijde, in deemoed’.<br />

De representant van de deelnemer: ‘Het is goed’.<br />

En alle deelnemers zijn een tijdje stil.<br />

<strong>Nederland</strong>ers varen al vele eeuwen, en velen zijn op zee gebleven. Monumenten<br />

en gedenkstenen helpen wellicht om hen te zien, waarbij zij, die op zee gebleven<br />

zijn, zich gezien voelen. Zodat ze zich terug kunnen trekken in het rijk waar de<br />

doden zijn. In rust.<br />

Enkele maanden later schrijft de deelnemer: ‘Ik kan vertellen dat de pijn erkend<br />

en herkend is geworden door de opstelling en bij mij en mijn gevoel over de<br />

gemeenschap en haar eigen grondgebied een verlichting heeft gegeven. De pijn<br />

in mij is omgezet in een mooie, schone kracht’.


7. De kracht<br />

(vertaling van Die Kraft, uit ‘Für meine Freunde’, een boekje door <strong>Bert</strong><br />

<strong>Hellinger</strong>. Uitgegeven ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag.)<br />

Wanneer we mensen ontmoeten, bespeuren we meteen of ze kracht hebben en<br />

hoe veel. Iemand, die zijn ouders lief heeft, heeft duidelijk meer kracht dan<br />

iemand die één van beide ouders of zelfs beiden afwijst.<br />

Mannen en vrouwen, die kinderen hebben en liefdevol voor hun kinderen<br />

zorgen, hebben meer kracht dan mannen en vrouwen die kinderloos zijn. Ook<br />

gehuwden hebben in de regel meer kracht en gewicht dan mensen die<br />

alleenstaand zijn gebleven. Klaarblijkelijk hebben mensen, die met anderen<br />

verbonden zijn, meer kracht dan mensen die zich voor anderen afsluiten, wat<br />

daar ook de reden voor mag zijn.<br />

De anderen, met wie we liefdevol, in achting, gevend en nemend verbonden<br />

zijn, voegen aan het eigene wat toe, verbreden en verdiepen het, en geven ons<br />

volheid en gewicht. Met hoe meer mensen we op deze wijze verbonden zijn, des<br />

te groter wordt het gewicht van de eigen ziel en des te sterker de kracht, die we<br />

hebben en uitstralen.<br />

Uit het voorgaande volgt, dat we onze kracht kunnen vergroten en<br />

vermeerderen, wanneer we ons onze familieleden, die er vóór ons zijn en waren,<br />

toewenden. En met liefde en achting nemen wat ons van hen toestroomt, en hen<br />

een plek in ons hart geven. Dat geldt in de eerste plaats voor onze ouders.<br />

Soms zijn we van hen vervreemd, omdat er een vroege scheiding was, als één<br />

van hen stierf of wanneer de ouders scheidden. Of ook wel omdat we ons naar<br />

hen toe wilden bewegen, maar deze beweging onderbroken werd of door<br />

omstandigheden werd verhinderd. Bijvoorbeeld omdat wij of één van de ouders<br />

lange tijd ziek waren. Het kind beleeft deze scheiding met een zo diepe pijn, dat<br />

hij deze niet anders kan uiten dan met afwijzing, vertwijfeling en woede. Wat de<br />

ouders dan ook doen om het kind te helpen, bereikt het kind slechts moeizaam.<br />

Ouders en kinderen lijden daar beiden onder, en beiden verliezen daardoor aan<br />

kracht.<br />

De oplossing is, dat het kind terug gaat naar de tijd vóór de scheiding, naar zijn<br />

eerste liefde, en dat hij begrijpt, dat zijn vervreemding van zijn ouders in<br />

gekwetste liefde wortelt, en dat hij met zijn oorspronkelijke liefde de beweging<br />

naar zijn ouders toe nog een keer in gang zet, totdat die eindelijk bij zijn doel<br />

aan komt. Dat gaat des te makkelijker, wanneer het nemen van de ouders terug<br />

gaat tot aan het begin. Wanneer het kind innerlijk tegen zijn ouders zegt: ‘Ik<br />

neem het leven van jullie, zoals jullie het van jullie ouders en verder terug van<br />

alle voorouders hebt gekregen. Met alles wat dat met zich mee brengt aan<br />

mogelijkheden en grenzen, aan vreugde en leed, aan lusten en lasten en voor de<br />

prijs die het kost. Jullie zijn de enige mogelijke en de enige juiste ouders voor


mij. En ik neem jullie als mijn ouders, precies zoals jullie zijn, als de enige en de<br />

voor mij beste ouders’. Op dat moment kan alle kracht van de ouders<br />

overvloeien naar het kind. Het kind voelt zich door zijn ouders en de ouders<br />

voelen zich door het kind rijk en vervuld.<br />

Natuurlijk hebben ouders ook gebreken. Ook zij zijn, net als alle mensen, in hun<br />

mogelijkheden door hun herkomst en hun geschiedenis beperkt, en vooral ook<br />

door hun persoonlijke schuld. Maar dat maakt hen, hoe raar dat ook moge<br />

klinken, niet kleiner, maar grootser. Want ouders met onvolkomenheden maken<br />

hun kinderen eerder vertrouwd met de werkelijkheid van het leven dan<br />

volmaakte ouders. Ze maken het hun kinderen niet makkelijk, maar bereiden<br />

hun kinderen breder op het werkelijke leven voor. Wie dus zijn ouders toestemt,<br />

zoals ze zijn, hen acht, zoals ze zijn, hen neemt ook met datgene wat ze ons<br />

opleggen en van ons eisen, die verkrijgt door hen de volst mogelijke kracht.<br />

Mensen winnen ook aan kracht door hun lot, door moeilijkheden overwonnen te<br />

hebben en leed te hebben doorgemaakt. Dan lijkt het wel, alsof vooral die<br />

mensen, met wie zij verbonden waren en zijn en hen als een onzichtbare kring<br />

omgeven, hen gewicht en kracht en grootsheid geven. Overlevenden van de<br />

holocaust lijken bijvoorbeeld omgeven te zijn door de doden, met wie ze een<br />

lotsverbondenheid hebben en zo aanwezig zijn als een stille kracht. En zo lijkt<br />

het, alsof de overlevenden, terwijl ze leven, ook tot de doden horen. Alsof de<br />

doden in hen herinnerd worden en zij ons op die manier herinneren aan die<br />

andere, machtige, donkere werkelijkheid. Iets dergelijks bespeuren we bij hen<br />

die in een oorlog vochten en hebben overleefd. Ook zij zijn met vele doden<br />

verbonden, en door hen omringd, de gestorven vrienden en gestorven vijanden.<br />

Kracht krijgen we ook door hen, die we bijstaan, die we door onze daden het<br />

leven en verder leven mogelijk maken. Dat geldt niet alleen voor diegenen, die<br />

direct in dienst staan van het leven, zoals bijvoorbeeld artsen, maar ook voor<br />

allen, die voor anderen iets doen, op welk vlak dan ook.<br />

Daar horen ook diegenen bij, die invloed op het leven van vele mensen hebben,<br />

zoals bijvoorbeeld werkgevers, politici, legeraanvoerders en, in dit verband ook<br />

rijke mensen, voor zover hun rijkdom veel anderen ten goede komt.<br />

Ondernemers die dat doen krijgen daardoor ook een persoonlijk gewicht en een<br />

bijzondere uitstraling en kracht.<br />

Ook in de psychotherapie maakt het verschil, of de therapeut zich op een<br />

individu alleen richt, of daar voorbij ook die mensen voor ogen heeft, met wie<br />

de cliënt verbonden is. Wanneer een cliënt zich alleen met zichzelf bezig houdt,<br />

met zijn innerlijke psychische dynamiek, dan heeft dat in de regel weinig kracht,<br />

tenzij het om een persoonlijk trauma gaat. Maar wanneer de cliënt de anderen,<br />

die bij hem horen, ook in zijn blikveld houdt, dan wint hij aan kracht. De<br />

therapeut kan dan makkelijker en zuiverder met hem werken. Wanneer de cliënt<br />

bijvoorbeeld zelfmoordneigingen heeft en daarover alleen vertelt met betrekking<br />

tot zijn eigen gevoel, dan geeft dat weinig kracht, en de therapeut kan weinig<br />

voor hem doen. Heeft de cliënt tegelijkertijd zijn familie voor ogen, en vertelt


dan bijvoorbeeld, dat zijn grootmoeder van moeders zijde in het kraambed<br />

gestorven is, dan komt het probleem in een heel andere context te staan. Dat kan<br />

nu samen met zijn moeder en grootmoeder gezien worden. Hij en zijn probleem<br />

winnen daardoor aan gewicht en kracht.<br />

Ook de therapeut wint aan kracht, wanneer hij samen met de cliënt voordurend<br />

diens familie voor ogen heeft en hen allen een plek in zijn hart geeft.<br />

Vooral diegenen die in deze familie misschien buitengesloten, vervloekt<br />

of vergeten werden. Deze mensen sluiten zich dan bij de anderen aan,<br />

die de therapeut vanuit zijn eigen familie kracht geven. Met deze kracht<br />

en dit gewicht kan hij in het systeem van de cliënt ingrijpen, zonder<br />

aanmatigend te zijn Zo kan hij een oplossing zoeken, die zowel de cliënt<br />

als diens familieleden uitwegen uit hun verstrikkingen wijst en zich voor<br />

hen nieuwe mogelijkheden openen voor een vervuld leven.


8. Indonesië<br />

Een deelneemster, bij wie ‘het hoog zit’, als met een doodskreet, raakt<br />

herhaaldelijk in een angstige, verkrampte toestand als van een klein kind.<br />

Haar vader heeft als soldaat in <strong>Nederland</strong>s Indië vijf slachtoffers gemaakt, bij<br />

één, misschien meer gezinnen.<br />

De vader, de moeder, een representant voor de dochter (de deelneemster) en de<br />

vijf slachtoffers worden opgesteld<br />

De vijf slachtoffers staan op een rij, de vader er tegenover, de moeder staat<br />

terzijde, op enige afstand.<br />

De vader, zijn innerlijke beweging volgend, kijkt één voor één de slachtoffers<br />

aan.<br />

De moeder kijkt naar de grond, en trilt op haar benen.<br />

De dochter zegt tegen haar moeder: ‘Als jij niet naar hen kijkt, doe ik dat wel’.<br />

En dan, terwijl de vader leidt, voert hij zijn dochter naar elk van de slachtoffers<br />

en zegt: ‘Dit is mijn dochter’.<br />

De dochter kijkt het eerste slachtoffer aan. Ze huilt. De dochter maakt een lange,<br />

diepe buiging.Vol respect en met liefde. Zo gaan ze, langzaam, langs alle vijf de<br />

slachtoffers.<br />

Één van de slachtoffers zegt tegen de dochter: ‘Hier heb jij niets mee te maken.<br />

Leef alsjeblieft. Van mij uit ben je <strong>vrij</strong>’.<br />

De begeleider plaatst de vader naast de slachtoffers. Daar blijkt hij zich het<br />

meest op zijn plaats te voelen.<br />

Dat de slachtoffers dood zijn, dat is nu eenmaal niet anders. Dat ze niet gezien<br />

werden, dat was erg.<br />

Later schrijft de deelneemster, de dochter, over zichzelf:<br />

‘Nadat de dochter de slachtoffers heeft kunnen eren, raakt ze <strong>vrij</strong> van<br />

angstdromen en heeft ze regelmatig de doden levend voor ogen als gids en<br />

begeleider. Vanuit een innerlijk weten dat de doden bij haar zijn leeft ze nu haar<br />

leven: nieuwgeboren en in het volle besef van het weten’.<br />

Het gebeurt vaker dat we in opstellingen kunnen zien dat daders en slachtoffers<br />

innig met elkaar verbonden zijn. Slachtoffers staan vaak vriendelijk tegenover<br />

kinderen en kleinkinderen van de dader. Ze wensen hen alle goeds toe. En op<br />

hun beurt zien de kinderen en kleinkinderen van de dader, dat ze met het dragen<br />

van schuld of met boete doen de slachtoffers niet helpen.<br />

Mondeling voegt de deelneemster er nog aan toe:<br />

‘Dát de vader een plek heeft, dat telt…..’.


9. Bewegingen van de ziel.<br />

Wanneer je <strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong> nu ziet werken is dat heel anders dan een aantal jaren<br />

geleden. Hij ziet, hij hoort steeds meer zonder veel vragen te stellen en zijn<br />

opstellingen verdichten zich steeds meer in de richting van ‘Bewegingen van de<br />

Ziel’.<br />

Soms, in een seminar, wordt er door alle aanwezigen zo geconcentreerd gewerkt<br />

en verdicht de energie zich zo, dat de begeleider, kijkend naar een cliënt, zich<br />

alleen hoeft af te vragen, zonder een antwoord te willen: ’Wat heeft zijn of haar<br />

ziel nodig?’. En dan kan er gewerkt worden met slechts het meest noodzakelijke<br />

en maar heel weinig representanten. Bijvoorbeeld een representant voor de<br />

dood, een representant voor het leven en een representant voor de cliënt. En<br />

eenmaal opgesteld trekken de anderen, inclusief de begeleider, zich innerlijk wat<br />

terug. En uit de opstelling komt dan, als vanzelf, van binnen uit, een beweging.<br />

Een beweging bij één, soms meer representanten. En zij volgen die innerlijke<br />

beweging, precies zoals die is. Zondere enige interventie van de begeleider. Niet<br />

anders dan een intense, op de achtergrond teruggetrokken aanwezigheid. En dan<br />

beweegt de representant van de cliënt zich naar de dood, die stevig staat. Het<br />

lichaam van de representant van de cliënt begint te trillen, schudden en valt. En<br />

na een beweging, die misschien wel een kwartier lang duurt, staat de<br />

representant naast het leven, en kijkt naar de dood. Een dergelijke beweging<br />

beroert de aanwezigen vaak diep.<br />

Los van de vraag of we als persoon een ziel hebben, lijkt het alsof we deel<br />

hebben aan een ziel, een familieziel of daar voorbij. Die ‘Grotere Ziel’ geeft<br />

richting en beweging.<br />

‘Bewegingen van de Ziel’ gaat voorbij de ordeningen van liefde, waarin een<br />

plek hebben, rangorde en balans in geven en nemen een belangrijke rol spelen.<br />

Bewegingen van de ziel zijn ook op een heel praktische manier bespeurbaar.<br />

Bijvoorbeeld, wanneer je je de vraag stelt, vlak voordat je iets gaat doen: ‘Maakt<br />

dat het geheel sterker of zwakker’. Het antwoord op die vraag is er veelal<br />

onmiddellijk, maar niet altijd prettig onder ogen te zien.


10. De oorlog is voorbij<br />

Bij een eerdere gelegenheid heeft een deelnemer verteld dat hij bijna elke nacht<br />

over de oorlog droomt en daar last van heeft.<br />

Deelnemer: ‘Ik ben iets verloren, toen ik heel klein was, een jaar of 4-5’.<br />

Begeleider: ‘Wat gebeurde er toen?’<br />

Deelnemer: ‘Er waren Duitsers in huis, en die molesteerden mijn moeder’.<br />

Begeleider: ‘Dat is ook moeilijk, voor een kleine jongen om soldaten het huis uit<br />

te krijgen’.<br />

Deelnemer: ‘Ik kan heel erg boos zijn, hoor!’.<br />

Begeleider: ‘Waar was je vader?’<br />

Deelnemer: ‘Hij was soms thuis, soms niet. Hij moest in Duitsland werken maar<br />

dook onder. Wanneer hij thuis was, sliep ik tussen mijn beide ouders in, zodat<br />

bij een razzia ik op mijn vaders plek kon gaan liggen en ze geen warme lege<br />

plek in bed zouden vinden’.<br />

Aan het eind van de opstelling met vader, moeder, de zoon (deelnemer) en zijn<br />

oudere en jongere zuster, zegt de vader tegen de zoon:<br />

‘Het is míjn taak<br />

jij bent mijn jonge zoon<br />

ik draag de boosheid zelf<br />

jij deed je best<br />

jij bent de kleine, ik ben de grote’<br />

Dan buigt de zoon diep voor zijn vader.<br />

En de vader zegt:<br />

‘De oorlog is voorbij’.<br />

Enkele maanden later vertelt de deelnemer dat hij sindsdien niet meer over de<br />

oorlog heeft gedroomd.<br />

Soms zet een innerlijke plek, bijvoorbeeld van de kleine zoon die het denkt op te<br />

kunnen nemen tegen een soldaat die zijn moeder bedreigt, zich zo vast, dat het<br />

gaat lijken op leven in een illusie. <strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong> spreekt hier van ‘blinde liefde’.<br />

De liefde van een kind, dat niet bang is voor de dood. En door een paar<br />

schijnbaar simpele woorden: ‘de oorlog is voorbij’, kan een verschuiving op<br />

gang komen van blinde liefde naar ziende liefde. Van illusie naar werkelijkheid.<br />

Van leven in een oorlog naar leven met de geschiedenis van de oorlog.


11. <strong>Nederland</strong>, bedrijvig land<br />

Het is verrassend hoe ook in andere systemen dan in families dezelfde soort<br />

krachten blijken te werken en hoe die naar voren komen door opstellingen.<br />

Maar organisaties kennen ook een aantal fundamentele verschillen met familiesystemen.<br />

Om toe te treden tot een organisatie is meestal een <strong>vrij</strong>e keuze, zoals<br />

die er bij een familie niet is. Wie tot een familie behoren en de rangorde<br />

daarbinnen is bepaald door bloedverwantschap en de volgorde van geboorte, en<br />

daardoor betrekkelijk eenvoudig. Wie tot een organisatie behoren en welke plek<br />

ieder daarin heeft is vaak diffuus, en kan alleen al daarom onrust brengen. Horen<br />

bijvoorbeeld de leerlingen bij een schoolorganisatie? En hun ouders?<br />

Wat de ordening in een team bepaald is ook niet altijd meteen duidelijk. De<br />

ervaring met opstellingen leert, dat de rangorde in een team beïnvloed wordt<br />

door anciënniteit, maar ook door bekwaamheid voor de taak en de mate waarin<br />

die taak bijdraagt aan het hoofddoel van de organisatie. Een leider die nieuw<br />

komt in een bestaand team en die het vakmanschap van zijn collega’s en<br />

datgene dat zij hebben bijgedragen aan de organisatie bespeurt, erkent en<br />

waardeert, zo iemand brengt rust en ontleent daar aan gezag.<br />

Wanneer een oprichter of een andere sleutelpersoon vertrekt is het voor zowel<br />

haar of hem als voor de organisatie van belang dat hij erkend wordt voor wat hij<br />

voor de organisatie heeft betekend. Wanneer dat niet gebeurt blijft dat veelal<br />

doorwerken in de organisatie, soms jarenlang. Medewerkers bespeuren zoiets en<br />

voelen zich onrustig en soms niet helemaal veilig.<br />

Een oprichter of leider, die erkend is voor wat hij heeft bijgedragen aan de<br />

organisatie, blijft soms nog vele jaren na zijn vertrek als een goede kracht op de<br />

achtergrond aanwezig. Ook de klanten bespeuren dat.<br />

Een organisatie heeft een doel, een opgave. Een heldere opgave richt en geeft<br />

kracht. Wanneer van een afdeling of organisatie het doel uit beeld raakt zien we<br />

vaak dat de cohesie verdwijnt, en goed leiderschap op zich kan dat lang niet<br />

altijd te verhelpen.<br />

Het gewicht van iemand die een organisatie lange tijd goed heeft geleid is groot.<br />

Zo iemand straalt waardigheid uit, zonder zich beter te voelen dan de<br />

medewerkers.<br />

Het was laatst verrassend om te horen dat in aantal 80% van de <strong>Nederland</strong>se<br />

bedrijven familiebedrijven zijn. Familiebedrijven blijken te verschillen van<br />

andere bedrijven. Ze zijn in perioden van tegenwind veel langer bereid om<br />

verlies te nemen. De binding van medewerkers is er sterk. Ze hebben als het<br />

ware de gezinnen achter de medewerkers en achter de klanten en andere<br />

betrokken in beeld.<br />

Veel mensen besteden een groot deel van hun leven en energie in hun werk,<br />

veelal in een organisatie. De krachten die in het systeem van een organisatie<br />

werken doen niet onder voor die in een familie. Het systemisch werk in


organisaties komt net kijken, en de belangstelling groeit. Wellicht kan dat<br />

bijdragen aan de ontwikkeling van organisaties tot plaatsen, waar mensen voluit<br />

het werk dat ze graag doen kunnen doen.


12. Het kindertehuis<br />

Een deelnemer van een jaar of vijfenveertig is directeur van een kindertehuis.<br />

Een deel van de kinderen is daar geplaatst op aanwijzing van justitie. Hij vertelt<br />

dat er al langere tijd wrijving is tussen de teamleiders en medewerkers.<br />

Medewerkers zijn bovendien moe en klagen over hoge werkdruk. De afgelopen<br />

jaren hebben ze er al van alles aan proberen te doen, maar met matig gevoeld<br />

succes.<br />

Met een opstelling wil hij graag kijken wat er speelt.<br />

Opgesteld worden de directeur, een vertegenwoordiger voor de teamleiding, een<br />

manlijke medewerker, een vrouwelijke medewerker, en twee bewoners, een<br />

jongen en een meisje.<br />

De medewerkers kijken allemaal naar verschillende kanten en hebben een<br />

zwaarte over zich. De bewoners, de jongen en het meisje staan met hun<br />

bovenlichaam heen en weer te draaien en zeggen niet te weten wat ze hier<br />

eigenlijk doen.<br />

Binnen deze opstelling is, wat de begeleider ook probeert, geen goede oplossing<br />

te vinden, en hij breekt de opstelling af.<br />

Op dat moment komt er een idee. De ouders van de kinderen worden opgesteld,<br />

een vader en een moeder. En dat verandert alles.<br />

Even later in de opstelling zeggen de medewerkers tegen de ouders, één voor<br />

één: ‘Jij bent de moeder, en jij bent de vader. Ik ben de medewerker van dit<br />

tehuis. Jouw plaats kunnen we niet innemen. En ik acht je als de moeder en ik<br />

acht je als de vader van dit kind, dat ons tijdelijk is toevertrouwd’.<br />

Dan beginnen de kinderen te stralen. En ze beginnen weer geïnteresseerd te<br />

raken in de medewerkers en leiding van het tehuis. En de medewerkers kijken<br />

weer naar hen.<br />

De directeur zucht diep en is zichtbaar onder de indruk.<br />

Hulpverleners voelen zich soms beter dan de ouders van hun cliënt. We hebben<br />

in opstellingen kunnen zien dat zoiets de cliënt makkelijk in een<br />

loyaliteitsconflict brengt. Ongeacht hoe pijnlijk het voor het kind soms bij de<br />

ouders was.


13. Dynamieken<br />

Wat drijft ons toch, en dan nog vaak buiten ons bewustzijn om, om ons te<br />

beperken in onze levensmogelijkheden? Wat brengt ons ertoe iets te willen<br />

dragen voor iemand in onze familie die we misschien zelfs helemaal niet<br />

kennen? Het lijkt of we ingebonden zijn in een onzichtbaar web, waar we de<br />

draden niet van kunnen zien maar de effecten wel merken. Een web, dat ons aan<br />

de ene kant steunt en waar goede krachten ons ondersteunen in ons leven. Een<br />

grootmoeder, die we als het ware achter ons voelen staan en die haar zegen geeft<br />

over wat we willen doen. Een web ook van waaruit beperkingen voortkomen,<br />

omdat we bereid zijn liever te verdwijnen en onzichtbaar te worden dan dat één<br />

van onze ouders verdwijnt.<br />

Zulk soort innerlijke bewegingen, dynamieken, komen voort uit liefde en<br />

verbondenheid. Blinde liefde, een diepe, schijnbaar onbewuste behoefte om het<br />

systeem in stand te houden. Dat betekent bijvoorbeeld te willen boeten voor wat<br />

iemand anders heeft gedaan, ook al is de persoonlijke prijs daarvoor hoog.<br />

Uit de duizenden opstellingen die in de loop van de jaren zijn gedaan worden<br />

een aantal wetmatigheden zichtbaar, die kennelijk van belang zijn voor de<br />

balans in een familiesysteem.<br />

De eerste is: Ieder heeft evenveel recht op een plek. Dat geldt voor de levenden<br />

en ook voor de doden. Wanneer iemand doodgezwegen is of op een andere<br />

manier geen plek heeft gehad zie je dat soms generaties later iemand anders dat<br />

als het ware wil compenseren en bijvoorbeeld de neiging heeft om het leven van<br />

degene die is doodgezwegen te leiden.<br />

Een tweede hoofdlijn is: er is een rangorde in het systeem. Een rangorde zoals<br />

het leven vloeit. Van grootouders naar ouders naar kinderen naar kleinkinderen<br />

en zo verder. Soms, als er geen kinderen zijn, dan stroomt het door naar een<br />

andere levensvervulling, bijvoorbeeld een maatschappelijk doel waar iemand<br />

zich zeer aan wijdt. Binnen een gezin komt eerst het oudste kind, dan het tweede<br />

enzovoorts. Het oudere kind geeft meer en de jongste krijgt meer. Soms zie je<br />

dan dat het jongste kind, om te compenseren dat hij meer gekregen heeft, later<br />

wat meer voor de ouders wil doen, wanneer die zorg nodig hebben.<br />

Een derde principe is de balans in geven en nemen. In een bloeiende relatie is te<br />

zien hoe beide partners steeds aan elkaar geven. En wel steeds zoveel, dat de<br />

ander in staat is om een zelfde hoeveelheid terug te geven, en dan net ietsje<br />

meer. Daardoor ontstaat een soort schommel van geven en nemen, waarop de<br />

relatie zich steeds verder verdiept. Wanneer één van de partners de ander<br />

onrecht heeft aangedaan, dan kan de andere partner ook iets doen of vragen, dat<br />

de eerste bijna net zoveel kost als dat het de gekwetste partner heeft gekost. En<br />

doordat dat net iets minder is, komt er weer een balans in geven en nemen.<br />

Vergeven van de partner die onrecht heeft aangedaan kan een averechtse


uitwerking hebben. Dat is ook te voelen. Wanneer je iemand vergeeft maakt dat<br />

de ander eerder kleiner dan groter. En dat kan de onbalans vergroten.<br />

Deze wetmatigheden lijken de diepere patronen te weven in het web van een<br />

familiesysteem. Ingrijpende gebeurtenissen, vroeg overlijden van iemand, een<br />

ongeluk of oorlog kunnen die wetmatigheden verstoren. Vaak zie je dat ieder lid<br />

van de familie op zijn of haar manier het web weer probeert te herstellen, zo<br />

goed en zo kwaad als dat gaat. En in die poging verstrikt of ingebonden raakt.<br />

Ieder web is weer anders, en even goed als ieder ander web.<br />

Soms lijkt het er op dat het doel is om met behulp van familieopstellingen<br />

zogenaamde verstrikkingen op te lossen. Maar daar onder ligt eigenlijk nog een<br />

andere laag. Je familiesysteem nemen zoals het is. Het is het voor jou enige<br />

mogelijke en enige juiste. Met alles erop en er aan. En het onder ogen zien van<br />

het lot, ook al is dat zwaar, geeft vaak veel innerlijke kracht. Soms geeft een<br />

familieopstelling een nieuw perspectief. En dat kan werken, wanneer het lot en<br />

de dynamieken in een familiesysteem geacht worden, en genomen, precies zoals<br />

ze zijn.


14. De klompvoet<br />

De laatste deelnemer die in een tweedaags seminar aan de beurt komt is een<br />

jonge man. Wanneer hij wat te begint te vertellen over zijn familiesituatie<br />

onderbreekt hij zichzelf en zegt: ‘Ik ben geboren met een klompvoet’.<br />

‘Ik ben daar aan geopereerd toen ik klein was en er is een deel weggehaald’.<br />

Hij begint zacht te huilen en kruipt in zichzelf weg.<br />

Er is iemand opgesteld voor hemzelf en iemand die datgene dat bij hem is<br />

weggehaald representeert.<br />

De deelnemer, geconcentreerd, stelt beide representanten op, op ongeveer drie<br />

meter afstand van elkaar en met de gezichten naar elkaar toegewend.<br />

Dan heffen ze langzaam de ogen naar elkaar op. Het is alsof de blikken zich in<br />

elkaar vasthaken. Na verloop van tijd doet de representant van ‘datgene dat<br />

weggehaald is’ langzaam enkele stappen naar voren, totdat ze vlak tegenover<br />

elkaar staan. De blik nog steeds vast in elkaars ogen. Zo blijven ze lang staan.<br />

De deelnemer, die heeft toegekeken, begint opnieuw te huilen. Door zijn tranen<br />

heen zegt hij: ‘Dit zijn tranen van dankbaarheid. Eindelijk erkenning voor wat ik<br />

al zo lang voelde. Er is ingegrepen in mijn lot. Liever had ik mijn klompvoet<br />

gehouden’.<br />

Soms zien we hoeveel kracht een moeilijk lot met zich mee kan brengen en hoe<br />

voorzichtig we moeten zijn met daarin in te grijpen. De medische wetenschap<br />

maakt steeds meer mogelijk. En dat is te achten. Tegelijkertijd kunnen de<br />

gevolgen van onze keuzes voor medische handelingen voor de ziel en het<br />

systeem aanzienlijk zijn. Wanneer bijvoorbeeld voor een zwangerschap of bij in<br />

vitro fertilisatie sperma wordt gebruikt van een donor, anders dan de partner van<br />

de vrouw, ontstaat er een nieuw systeem. Dat van de vrouw en de man die het<br />

sperma leverde. En daarmee eindigt dikwijls de eerste partnerschap.


15. Na een opstelling, en dan?<br />

Het deelnemen aan een seminar familieopstellingen is soms beangstigend. Soms<br />

is het alsof er een geest uit de fles komt en vooraf weet je niet wat er uit een<br />

opstelling naar voren komt.<br />

Wat deelnemers met een opstelling doen, daarover gaat de begeleider niet. Die<br />

vertrouwt het toe aan de kracht van de deelnemer en zijn dierbaren.<br />

Soms hoor of zie je een onmiddellijke werking, wanneer iemand be<strong>vrij</strong>d is van<br />

een last of wanneer er helende tranen vloeien.<br />

Wanneer er een innerlijke beweging op gang komt kan dat ook een hele tijd<br />

onprettig en vreemd voelen. ‘De grond is onder me weg, er gebeurt van alles, en<br />

het lijkt voorbij identiteit te gaan, maar daar heb ik geen woorden voor’, vertelt<br />

een deelneemster een maand na een opstelling die raakte aan de grens van leven<br />

en dood. Haar stem klinkt evenwel, door de verwarring heen, krachtig.<br />

Ook zijn er voorbeelden bekend waarbij mensen na een opstelling een tijd lang<br />

lichamelijke ongemakken voelen: een stijve nek of last van een been. De<br />

effecten zijn dus niet te onderschatten en nopen ons tot zorgvuldigheid, zowel de<br />

deelnemers als de begeleider.<br />

Er kwam een vrouw in het winkeltje van God. En God zei: ‘Wat mag het zijn?’.<br />

De vrouw antwoordde: ‘Ach, ik zou graag voor mijn kinderen en voor mijn<br />

zuster en ook voor mij een beetje geluk hebben’. God keek haar aan en<br />

antwoordde vriendelijk: ‘Dan bent u hier eigenlijk verkeerd. We verkopen hier<br />

namelijk geen vruchten, alleen zaden’.<br />

Een zaailing gedijt het best door er voor te zorgen dat er geen anderen komen<br />

grazen, een zaailing heeft rust nodig en koestering. Het is belangrijk om na een<br />

opstelling niet meteen van alles te gaan doen, maar het laten bezinken.<br />

Niet iets doen, niet niets doen, maar niet doen.<br />

Waar een innerlijke beweging groeit zien mensen er na verloop van tijd anders<br />

uit. Hun gezicht wordt anders, er komt soms een glans op de huid. Deelnemers<br />

vertellen, na verloop van tijd terugkijkend, dat er een aantal dingen gebeurd zijn<br />

en nu anders gaan zonder dat ze dat zo bewust in gang gezet hebben. Eigenlijk<br />

zijn ze verbaasd over zichzelf, met een rustige ingetogen kracht.


16. Het Verre Oosten<br />

Man tegen <strong>Hellinger</strong>: ‘Ik zou wel met haar willen trouwen, maar iets weerhoudt<br />

me’. Samen zitten de man en de vrouw naast <strong>Bert</strong>.<br />

Opgesteld worden de man, de vrouw en hun beide kinderen, een zoon en een<br />

dochter.<br />

In de familie van de man is iets als van een familiegeheim. Zijn overgrootvader<br />

was beroepsmilitair en kapitein van een oorlogsschip dat tijdens een<br />

<strong>Nederland</strong>se missie op de Jangtsekiang aan de grond liep. Later heeft hij zich<br />

door zijn hoofd geschoten, overleefde dat, werd gek en overleed enkele jaren<br />

later. Over hem werd niet meer gesproken.<br />

<strong>Hellinger</strong> stelt de overgrootvader op en vier mannen, soldaten, slachtoffers. De<br />

representant van de overgrootvader heeft het gevoel dat hij voor een moeilijke<br />

beslissing staat en als hij naar de soldaten kijkt voelt dat als een doodvonnis over<br />

hen.<br />

De representant van de man, met piepende stem: ‘Ik heb ze niet gedood, ik weet<br />

niet wie het zijn, ik voel me schuldig’.<br />

Later zegt de man, bewogen: ‘Ik geef jullie een plek in mijn hart en ik laat jullie<br />

in vrede bij de doden’. Daarna buigt de man, langzaam en diep, voor de eerste<br />

soldaat. Hij zit op zijn knieën, zijn handpalmen opzij en zijn voorhoofd raakt de<br />

grond. Voor wat een eeuwigheid lijkt te duren. Daarna buigt hij op dezelfde<br />

wijze voor de andere soldaten.<br />

Na een tijdje plaatst <strong>Hellinger</strong> de man bij de vrouw en hun kinderen. De man en<br />

de vrouw kijken elkaar aan, langdurig. Ze kijken en wachten respectvol. De man<br />

legt dan zacht zijn hand op haar rug. Zij wacht en kijkt hem aan. De man zegt<br />

vragend: ‘Alsjeblieft’. Dan omhelst de vrouw de man voluit. En hij omhelst haar<br />

voluit.<br />

Intussen heeft hun zoon zijn arm om zijn zus geslagen. De atmosfeer is vol<br />

liefde en rust.<br />

<strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong>: ‘Is het zo in orde?<br />

De representanten van de man en de vrouw blijven elkaar omhelzen.<br />

<strong>Bert</strong> <strong>Hellinger</strong> tegen de hen: ‘Jullie moeten nu wel uit je rol’.<br />

Vanuit het publiek klinkt gelach.<br />

Anderhalf jaar later trouwen de man en vrouw.


17. De begeleider<br />

Weinig opleidingen, studies of nieuwe banen waren zo’n grote stap in mijn<br />

leven als het gaan begeleiden van opstellingen. Jaren heb ik er mee geworsteld<br />

voordat ik mijn eerste opstelling durfde te begeleiden. En er is geen weg terug.<br />

Opstellingen begeleiden betekent innerlijk naast de dood kunnen staan, of naast<br />

een moordenaar. Het betekent datgene benoemen dat in een opstelling naar<br />

voren komt, ook al is het verschrikkelijk. Het betekent tegen een vriend kunnen<br />

zeggen: ‘Uit datgene wat we hier kunnen zien is de relatie over’. Het betekent er<br />

tegen kunnen om geen enkel idee te hebben hoe het verder moet. Het betekent<br />

ook ontroering, wanneer een vader naar zijn zoon kijkt alsof hij naar zijn pas<br />

geboren baby kijkt.<br />

Het is werk dat me vervult, en dat ik graag doe. Mijn innerlijk beeld is, dat via<br />

de cliënt en gedragen door de overige deelnemers en de begeleider, het<br />

familiesysteem naar voren kan komen, bereidwillig, en eigenlijk altijd<br />

vriendelijk. Dat ontroert me regelmatig, dat dit überhaupt kan en mag. En als de<br />

indruk is dat het niet mag, omdat er bijvoorbeeld een familiegeheim is, dan<br />

respecteren we dat en werken niet.<br />

Steeds verbaast het me ook dat ik na korte tijd de opstellingen bijna volledig ben<br />

vergeten. Dat schijnt me in orde toe, dat het systeem of zo je wil de ziel van de<br />

familie van de cliënt zich terugtrekt. Dan voel ik me klein, dankbaar en vol<br />

ontzag.


18. <strong>Nederland</strong>se wind<br />

Familie-opstellingen geven een inzicht in wat werkt in familiesystemen. Het<br />

gaat daarbij niet speciaal over onze familie. Die is zoals ze is. Het gaat over<br />

leven. En over datgene dat ons kan steunen om het leven te nemen zoals het is<br />

en er wat goeds van te maken.<br />

Organisatie-opstellingen leren ons over krachtenvelden die op de achtergrond in<br />

organisaties spelen en hoe er een plek gevonden kan worden van waaruit we ons<br />

werk goed kunnen doen.<br />

We hebben onze geschiedenis, als volk, als land. We hebben onze sporen<br />

nagelaten op en in wat nu het <strong>Nederland</strong>se grondgebied is. En we hebben sporen<br />

nagelaten op andere plaatsen in de wereld. We hebben gevochten met onze<br />

buurlanden. We hebben zee tot land gemaakt. We hebben koloniën gesticht en<br />

ons daar weer goedschiks of kwaadschiks uit teruggetrokken. We hebben slaven<br />

verhandeld en omdat die zielloos waren verklaard konden ze verhandeld worden<br />

als goederen. Steeds vaker blijkt in opstellingen de geboortegrond of ‘de plek<br />

waar de familie vandaan komt’ van belang te zijn. Waar we anderen beschermd<br />

en gered hebben leidt dat vaak tot een diepe verbondenheid. Maar ook waar we<br />

slachtoffer geworden zijn of waar we dader zijn geweest blijkt daardoor een<br />

band te kunnen ontstaan. Waar ons onrecht is aangedaan of waar wij onrecht<br />

hebben aangedaan is de balans in geven en nemen verstoord en zet die zich soms<br />

voort in volgende generaties. Dat kan honderden jaren terug gaan. En dat is ons<br />

allemaal eigen en stijgt uit voorbij de familiesystemen.<br />

Op dit moment vriest het buiten en is de wereld wit. We hebben geschaatst op de<br />

meren, voor het eerst sinds jaren. De stemming onder de mensen op het ijs, oud<br />

en jong, is opgewekt en vriendelijk. Twee mensen zakken door het ijs, en<br />

worden eruit gehaald. Door anderen, zomaar.<br />

En nergens waait de wind zoals hier, nergens zijn de luchten zoals in <strong>Nederland</strong>.


Eerste druk: januari 2001<br />

Oplage: 500<br />

Druk: Doorn, Groningen<br />

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door Auer & Ohler,<br />

Congressbuchhandlung Heidelberg Duitsland

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!