06.01.2015 Views

Inkoopsamenwerking, van theorie naar praktijk - Kenniscentrum ...

Inkoopsamenwerking, van theorie naar praktijk - Kenniscentrum ...

Inkoopsamenwerking, van theorie naar praktijk - Kenniscentrum ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nederlandse Vereniging<br />

voor Inkoopmanagement<br />

Het inkoopmanagement maakt<br />

de laatste jaren een stormachtige<br />

ontwikkeling door. De plaats <strong>van</strong><br />

inkoop binnen de hele productieketen<br />

wordt tegenwoordig vol op waarde<br />

geschat.<br />

Sinds 1956 staat NEVI pal voor de<br />

professionalisering <strong>van</strong> het inkoopproces,<br />

zowel binnen het bedrijfsleven<br />

als bij de overheid. NEVI is één <strong>van</strong> de<br />

grootste nationale verenigingen <strong>van</strong><br />

inkopers ter wereld met ruim<br />

4.000 leden, en een gerespecteerd<br />

lid <strong>van</strong> het internationale netwerk<br />

<strong>van</strong> zusterverenigingen, de IFPMM.<br />

Tegelijkertijd staat NEVI dicht bij<br />

haar leden. Daar zorgen de negen<br />

regionale Kringen voor, die ieder een<br />

scala aan activiteiten organiseren.<br />

Meer informatie over NEVI is te vinden<br />

op onze internetsite: www.nevi.nl<br />

NEVI<br />

Orfeoschouw 2<br />

Postbus 198<br />

2700 AD Zoetermeer<br />

tel. 079-3300766<br />

fax 079-3300760<br />

e-mail info@nevi.nl<br />

Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong>,<br />

<strong>van</strong> <strong>theorie</strong> <strong>naar</strong> <strong>praktijk</strong><br />

NPPP-publicatie<br />

November, 2004


<strong>Inkoopsamenwerking</strong>,<br />

<strong>van</strong> <strong>theorie</strong> <strong>naar</strong> <strong>praktijk</strong><br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

1


INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Auteurs <strong>van</strong> de artikelen, redactie en uitgever zijn zich volledig bewust <strong>van</strong> hun taak<br />

een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid<br />

aanvaarden voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. Natuurlijk is<br />

de redactie wel zeer geïnteresseerd in uw aanvullingen.<br />

2<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Colofon<br />

Uitgegeven door:<br />

Redactie en productie:<br />

In samenwerking met onder meer:<br />

ISBN 90-805486-6-9<br />

2004<br />

NEVI<br />

Fredo Schotanus<br />

(f.schotanus@utwente.nl)<br />

Marieke <strong>van</strong> der Lans<br />

(m.<strong>van</strong>derlans@student.utwente.nl)<br />

Jan Telgen<br />

(j.telgen@utwente.nl)<br />

Ed Boons<br />

Bart <strong>van</strong> Brunschot<br />

Otto <strong>van</strong> Dijk<br />

Joris Dijkstra<br />

Henk <strong>van</strong> Egmond<br />

Jan Geval<br />

Wim <strong>van</strong> den Kieboom<br />

Mebus Lolkema<br />

Kamara Mensen<br />

Piet Onderdelinden<br />

Roel de Ruiter<br />

Arie Slingerland<br />

Jan Uijtdehage<br />

© via de auteurs<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen<br />

in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op<br />

enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige<br />

andere manier, zonder voorafgaande toestemming <strong>van</strong> de redactie en de auteurs.<br />

Voor zover het maken <strong>van</strong> kopieën <strong>van</strong> deze uitgave is toegestaan op grond <strong>van</strong> artikel<br />

16b Auteurswet 1912° het Besluit <strong>van</strong> 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit<br />

<strong>van</strong> 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 <strong>van</strong> de Auteurswet 1912, dient men de daarvoor<br />

wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus<br />

882, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen <strong>van</strong> gedeelten uit deze uitgave in<br />

bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u<br />

zich te richten tot de uitgever <strong>van</strong> dit boek.<br />

NEVI<br />

PIA<br />

Universiteit Twente


VOORWOORD<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong>, <strong>van</strong> <strong>theorie</strong> <strong>naar</strong> <strong>praktijk</strong><br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> is geen nieuw fenomeen. We weten dat in het oude Egypte en<br />

Babylon de krachten op inkoopgebied al werden gebundeld. De huidige aandacht voor<br />

inkoopsamenwerking is terug te voeren <strong>naar</strong> de opkomst <strong>van</strong> de coöperatieve beweging<br />

in de vroege 19e eeuw in Engeland: kleine bedrijven merkten dat zij door samenwerking<br />

net zoveel voordeel konden behalen als een groot bedrijf. De eerste wetenschappelijke<br />

publicatie over inkoopsamenwerking dateert uit 1927.<br />

De afgelopen jaren is de aandacht voor inkoopsamenwerking verder gegroeid. Waar<br />

samenwerking nog niet zo lang geleden vaak op toevallige basis plaatsvond, wordt het<br />

tegenwoordig steeds systematischer aangepakt. Het is de normaalste zaak <strong>van</strong> de<br />

wereld geworden dat inkopers en aanbesteders elkaar opzoeken. En inkooporganisaties<br />

doen steeds meer samen. Dat ook de vakverenigingen op het gebied <strong>van</strong> inkopen<br />

in de publieke sector (NPPP, NVILG en PIANO) deze tendens <strong>van</strong> samenwerking volgen,<br />

blijkt onder meer uit de gezamenlijke themabijeenkomsten die zij sinds begin 2004<br />

organiseren.<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> is een onderwerp dat NPPP, NVILG en PIANO hoog in het vaandel<br />

hebben staan. Het kan publieke organisaties veel voordelen opleveren, zoals besparen<br />

<strong>van</strong> tijd en geld, betere contractvoorwaarden, meer product voor hetzelfde geld en<br />

benutten <strong>van</strong> elkaars kennis en ervaring. Er zijn de afgelopen jaren meerdere publicaties<br />

verschenen waarin inkoopsamenwerking een rol speelt, zoals de Leidraad GIA<br />

(gezamenlijk inkopen en aanbesteden) en de Leidraad GIA, één jaar later. Inmiddels is er<br />

weer een stap gezet, die geleid heeft tot de publicatie die nu voor u ligt.<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>theorie</strong> <strong>naar</strong> <strong>praktijk</strong> is een praktisch houvast voor inkoopsamenwerking<br />

in de publieke sector. Deze publicatie is een mooi voorbeeld <strong>van</strong> samenwerking<br />

door de vakverenigingen NPPP, NVILG en PIANO. Het verschil met eerdere publicaties<br />

is dat deze publicatie u helpt een bredere blik op samenwerking te ontwikkelen:<br />

inkoopsamenwerking is meer dan gezamenlijk inkopen alleen!<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

3<br />

Peter Leye<strong>naar</strong><br />

Projectdirecteur<br />

Professioneel Inkopen en Aanbesteden


4<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


INHOUDSOPGAVE<br />

1. INLEIDING 7<br />

1.1. Aanleiding tot inkoopsamenwerking 7<br />

1.2. Doelstelling en afbakening 9<br />

1.3. Positionering 9<br />

1.4. De handleiding in vogelvlucht 11<br />

2. BASISTHEORIE INKOOP IN HET KORT 13<br />

2.1. Wat is inkoop 13<br />

2.2. Inkoop in breder (organisatie-)perspectief 13<br />

2.3. Waar worden de kosten bepaald 15<br />

3. HET HOE EN WAAROM VAN INKOOPSAMENWERKING 17<br />

3.1. Wat is inkoopsamenwerking 17<br />

1. Delen <strong>van</strong> een inkoopprofessional 21<br />

3.2. Waarom wel samenwerken 25<br />

3.3. Waarom niet samenwerken 27<br />

2. Eerst aandacht voor interne samenwerking 29<br />

3. Hoeveel wordt bespaard op regionale inkoop 31<br />

3.4. Wie neemt het initiatief 33<br />

4. In plaats <strong>van</strong> samenvoegen samenwerken 35<br />

5. Wij zijn alvast begonnen met samenwerken 37<br />

4. HARDE CIJFERS 39<br />

4.1. Mate <strong>van</strong> gezamenlijk inkopen 39<br />

4.2. Kraljic en gezamenlijk aanbesteden 39<br />

4.3. Succes <strong>van</strong> gezamenlijke projecten 43<br />

4.4. Veelvoorkomende gezamenlijke aanbestedingen 45<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

5<br />

5. MOGELIJKHEDEN VOOR INKOOPSAMENWERKING 47<br />

5.1. Intensiviteit <strong>van</strong> samenwerken 47<br />

6. Ervaringen <strong>van</strong> een meelifter 49<br />

5.2. Aantal gezamenlijke activiteiten in samenwerken 51<br />

5.3. Snelweg-matrix 51<br />

6. REISPLAN OP WEG NAAR INKOOPSAMENWERKING 59<br />

6.1. Keuze <strong>van</strong> de organisatievorm 59<br />

6.2. Invulling <strong>van</strong> de organisatievorm 61<br />

7. Succesvol combineren <strong>van</strong> organisatievormen 65<br />

6.3. Formalisatiegraad 67<br />

6.4. Inbreng <strong>van</strong> (niet-)inkopers 71<br />

8. Gemêleerd gezelschap 73<br />

6.5. Verschillende vormen <strong>van</strong> gezamenlijke contracten 75<br />

6.6. Criteria voor gezamenlijke inkooppakketten 77<br />

6.7. Focus op inhoud of gemak 81


6.8. Benodigde steun <strong>van</strong> top (en middenkader) 81<br />

9. Interne steun 82<br />

7. VERDELEN VAN GEZAMENLIJKE BESPARINGEN 85<br />

7.1. Aanleiding uit de <strong>praktijk</strong> 85<br />

10. Verdelen <strong>van</strong> kosten en opbrengsten 87<br />

7.2. Inkoopprijsbesparing 91<br />

7.3. Een voorbeeld <strong>van</strong> inkoopprijsbesparing 95<br />

7.4. Wat is (on)eerlijk 95<br />

7.5. Toegevoegde waarde <strong>van</strong> samenwerken 99<br />

11. Gevolgen <strong>van</strong> oneerlijkheid 103<br />

7.6. De 20% en 38% regel 105<br />

7.7. Eerlijk verdelen <strong>van</strong> gezamenlijke besparingen 107<br />

6<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

8. AAN DE SLAG! 113<br />

8.1. Het hoofd: de spirit <strong>van</strong> de samenwerking 115<br />

8.2. Romp: vorm en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de samenwerking 115<br />

12. Overwegingen bij de opzet <strong>van</strong> een inkoopbureau 119<br />

8.3. Handen: praktische invulling <strong>van</strong> de samenwerking 121<br />

8.4. Voeten: om vooruit te komen 123<br />

8.5. Een lichaam in evenwicht 123<br />

9. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 125<br />

9.1. Conclusies 125<br />

9.2. Aanbevelingen voor het volgende samenwerkingsavontuur! 129<br />

REFERENTIES 131


1. INLEIDING<br />

1.1. Aanleiding tot inkoopsamenwerking<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> staat in de belangstelling. Overal in Nederland worden meer en<br />

meer inkoopsamenwerkingsverbanden tussen onafhankelijke organisaties opgericht.<br />

Tussen zowel grote als kleine organisaties en met name in de publieke sector.<br />

De aanleiding tot samenwerken in inkoop ligt veelal in een wens tot het behalen <strong>van</strong><br />

kostenbesparingen. Ook speelt de algemene toenemende noodzaak tot professionalisering<br />

<strong>van</strong> inkoop hierin een belangrijke rol. Door deze professionalisering zien steeds<br />

meer organisaties mogelijkheden om onder meer krachten te bundelen en dubbelwerk<br />

te reduceren. Andere zaken die meespelen zijn e-procurement mogelijkheden,<br />

tekorten aan gekwalificeerde inkopers, uitbesteden <strong>van</strong> delen <strong>van</strong> de inkoopfunctie,<br />

geconsolideerde leveranciersmarkten en een gewijzigd denkpatroon <strong>van</strong> een korte termijn<br />

<strong>naar</strong> een lange termijn focus (Aylesworth, 2003; Essig, 2000; Hendrick, 1997;<br />

Schotanus, 2004; Wesselink, 2001).<br />

Deze handleiding is geschreven <strong>naar</strong> aanleiding <strong>van</strong> een bijdrage aan een bijeenkomst<br />

over inkoopsamenwerking. In de opmaak voor deze handleiding is daarom gekozen<br />

voor een tweeledige opzet:<br />

• Enerzijds is het mogelijk alleen de sheets door te nemen. Deze staan weergegeven<br />

op de linkerpagina. Als de sheet niet voldoende informatie geeft, kan alsnog de bijhorende<br />

tekst op de rechterpagina worden doorgenomen;<br />

• Anderzijds is het mogelijk om de tekst en sheets gezamenlijk door te nemen.<br />

Praktijkervaringen vindt u in kaders met de naam ‘In de <strong>praktijk</strong>’. De <strong>praktijk</strong>ervaringen<br />

betreffen inkoopsamenwerking in verschillende publieke organisaties en zijn<br />

steeds gelinkt aan de <strong>theorie</strong> voor de praktische vertaalslag.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

7


8<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 1<br />

1.2. Doelstelling en afbakening<br />

De doelstelling <strong>van</strong> deze handleiding is het geven <strong>van</strong> handreikingen voor inkoopsamenwerking<br />

in de publieke sector. We beschouwen in deze handleiding alleen externe<br />

inkoopsamenwerking. Uiteraard vertoont interne inkoopsamenwerking binnen de<br />

eigen organisatie wel overeenkomsten met externe samenwerking. Verschillen liggen<br />

echter vaak in mandatering en de cultuur. We maken een verdere focus door alleen<br />

horizontale inkoopsamenwerking te beschouwen: inkoopsamenwerking tussen organisaties<br />

op een gelijk niveau in de supply chain. <strong>Inkoopsamenwerking</strong> tussen leveranciers<br />

en inkopende organisaties laten we dus buiten beeld.<br />

sheet 2<br />

Onze focus op de publieke sector is gekozen omdat er in tegenstelling tot de private<br />

sector:<br />

• Sprake is <strong>van</strong> gelijksoortige organisaties met een gelijksoortige inkoopbehoefte,<br />

een gezamenlijk belang en een publieke verantwoordingsplicht;<br />

• Geen of nauwelijks echte onderlinge concurrentie aanwezig is, wat zuivere samenwerking<br />

met ‘open boeken’ toestaat.<br />

Wel is er in vergelijking tot de private sector sprake <strong>van</strong> ingewikkeldere besluitvorming<br />

en dient rekening te worden gehouden met wettelijke kaders, waaronder de<br />

Europese aanbestedingsrichtlijnen.<br />

1.3. Positionering<br />

Deze handleiding is een vervolg op eerdere publicaties over inkoopsamenwerking in<br />

de publieke sector. De Leidraad Gezamenlijk Inkopen en Aanbesteden (GIA I, 2003) <strong>van</strong><br />

PIA en het vervolg hierop (GIA II, 2004) zijn hier voorbeelden <strong>van</strong>.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

9


10<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 3<br />

In tegenstelling tot eerdere publicaties richten wij ons niet op de invulling <strong>van</strong> één specifiek<br />

soort samenwerkingsverband. Het begrip inkoopsamenwerking wordt in deze handleiding<br />

zo breed mogelijk belicht. Er is aandacht voor de verschillende zaken die je samen kunt<br />

doen (deel je kennis, of sluit je samen een contract af) en alle organisatorische aspecten die<br />

om de hoek komen kijken als je besluit om samen te gaan werken. Zo worden in deze handleiding<br />

vele mogelijke manieren <strong>van</strong> inkoopsamenwerking geïllustreerd. Verder komen vragen<br />

aan de orde die terugkomen in elk proces dat leidt tot samenwerking: waarom wil ik<br />

samenwerken, met wie, hoe pak ik het aan en wat levert het op<br />

1.4. De handleiding in vogelvlucht<br />

In hoofdstuk 2 geven we in het kort de basis<strong>theorie</strong>ën voor inkoop. Dit hoofdstuk is geschreven<br />

voor niet-inkopers. Inkopers verwijzen we direct door <strong>naar</strong> hoofdstuk 3.<br />

Hoofdstuk 3 geeft een inleiding over samenwerken in inkoop. We lichten de vele mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> inkoopsamenwerking nader toe en bediscussiëren de voor- en nadelen. Het hoofdstuk<br />

sluiten we af met het bespreken <strong>van</strong> het eerste initiatief nemen tot inkoopsamenwerking.<br />

Hoofdstuk 4 geeft enkele cijfers over het aantal gemeenten dat actief is in gezamenlijk aanbesteden.<br />

Verder geven we cijfers over welke producten en diensten vaak gezamenlijk aanbesteed<br />

worden. Ook wordt de mate <strong>van</strong> succes <strong>van</strong> deze aanbestedingen besproken.<br />

In hoofdstuk 5 introduceren we de snelweg-matrix. Deze matrix maakt het mogelijk om<br />

de vele manieren <strong>van</strong> inkoopsamenwerking in te delen. Hiervoor gebruiken we de<br />

intensiviteit <strong>van</strong> samenwerken en het aantal activiteiten dat wordt opgepakt in een<br />

samenwerkingsverband.<br />

Hoofdstuk 6 gaat dieper in op inkoopsamenwerking. Elke paragraaf in dit hoofdstuk<br />

bespreekt een belangrijk aspect <strong>van</strong> samenwerken in inkoop. De organisatievorm, formalisatie,<br />

benodigde kennis, gezamenlijke contracten en steun <strong>van</strong> de top komen<br />

allen aan bod.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

11<br />

Hoofdstuk 7 beschouwt inkoopsamenwerking <strong>van</strong>uit een analytisch perspectief. We<br />

focussen in dit hoofdstuk op de verdeling <strong>van</strong> gezamenlijke besparingen. Zaken die<br />

hierbij een rol spelen zijn inkoopprijsfuncties, (on)eerlijkheid en de toegevoegde<br />

waarde <strong>van</strong> samenwerken.<br />

In hoofdstuk 8 gaan we daadwerkelijk aan de slag. We gebruiken het menselijk lichaam als<br />

model voor inkoopsamenwerking. De juiste spirit dient aanwezig te zijn, de juiste vorm<br />

en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het samenwerkingsverband moet gekozen worden, onderling zullen er<br />

afspraken moeten worden gemaakt en processen zullen afgestemd moeten worden.<br />

De handleiding sluiten we af in hoofdstuk 9 met het geven <strong>van</strong> enkele conclusies en aanbevelingen.<br />

Benadrukt wordt dat wij met deze handleiding hopen de lezer een verbeterd<br />

begrip en inzicht in inkoopsamenwerking te geven. Verbeterd begrip en inzicht<br />

zal leiden tot verbeterd samenwerken in inkoop en kan tot grote inkoopbesparingen<br />

leiden!


12<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


2. BASISTHEORIE INKOOP IN HET KORT<br />

In dit hoofdstuk definiëren we het begrip inkoop en bezien we inkoop in breder (organisatie-)perspectief.<br />

sheet 4<br />

2.1. Wat is inkoop<br />

Er bestaan vele verschillende definities <strong>van</strong> inkoop. In de meeste definities komen elementen<br />

als ‘de juiste plaats’, ‘de juiste tijd’ en ‘de juiste specificaties’ voor. De meeste<br />

definities zijn echter vaak lang of incompleet. Wij hanteren een korte definitie die de<br />

volledige lading dekt: inkoop is alles waar een externe factuur voor binnenkomt (Telgen,<br />

1994).<br />

sheet 5<br />

Inkoop heeft betrekking op kopen, maar ook op huren en leasen. Verder dekt de definitie<br />

de inkoop <strong>van</strong> zowel goederen als diensten en werken, en zowel primaire als facilitaire<br />

inkopen. De manier waarop je inkoopt is niet <strong>van</strong> invloed op de definitie. Zo is<br />

aanbesteden net zo goed inkopen als een stilzwijgende verlenging <strong>van</strong> een bestaand<br />

contract.<br />

2.2. Inkoop in breder (organisatie-)perspectief<br />

De inkoopfunctie bestaat uit een aantal samenhangende onderdelen, die in het ‘racewagenmodel’<br />

op sheet 5 gevisualiseerd is (Gunning, 1993). Deze onderdelen bespreken<br />

we in de rest <strong>van</strong> deze paragraaf.<br />

Het inkoopproces zelf bestaat uit een zestal fasen (Weele, 2001):<br />

• Specificeren <strong>van</strong> de behoefte in een programma <strong>van</strong> eisen;<br />

• Selecteren <strong>van</strong> leveranciers;<br />

• Contracteren <strong>van</strong> een leverancier;<br />

• Bestellen op basis <strong>van</strong> het contract;<br />

• Bewaken <strong>van</strong> de levering <strong>van</strong> bestellingen en de afspraken gemaakt in het<br />

contract;<br />

• Nazorg om problemen op bestellingen- of contractniveau op te lossen.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

13<br />

Het inkoopbeleid schrijft voor hoe een organisatie zich wenst te profileren <strong>naar</strong> externe<br />

partijen, zoals leveranciers, en hoe bepaalde keuzes tijdens het inkoopproces gemaakt<br />

moeten worden. Het inkoopbeleid dient in lijn te zijn met het organisatiebeleid, waarin<br />

standpunten in worden genomen over economische, organisatorische, idealistische<br />

en ethische onderwerpen.<br />

Uit het inkoopbeleid komt een aantal prestatie-indicatoren voort: meetbare indicatoren<br />

die samen representatief zijn voor de prestatie <strong>van</strong> de inkoopfunctie als geheel. Op<br />

basis <strong>van</strong> goede prestatie-indicatoren kan de prestatie <strong>van</strong> de inkoopfunctie gestuurd<br />

worden.


14<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Het inkoopproces wordt ondersteund door de volgende pijlers:<br />

• Methoden en procedures. Welke handelingen moeten door wie worden uitgevoerd, en<br />

op welke wijze dient dit te gebeuren<br />

• Invulling <strong>van</strong> personeel en organisatie. Wie zijn betrokken bij de inkoopfunctie en op<br />

welke wijze wordt er samengewerkt en gerapporteerd<br />

• Informatievoorziening. Welke kwalitatieve en kwantitatieve informatie is beschikbaar<br />

en hoe zijn de informatiestromen georganiseerd<br />

Tot slot maken ook de (interne) klanten en leveranciers een belangrijk deel uit <strong>van</strong> de<br />

inkoopfunctie. De (interne) klanten <strong>van</strong> de inkoopfunctie zijn alle medewerkers in een<br />

organisatie die gebruik maken <strong>van</strong> ingekochte producten en diensten. De (potentiële)<br />

leveranciers <strong>van</strong> deze producten en diensten zijn de belangrijkste externe partners<br />

<strong>van</strong> de inkoopfunctie.<br />

sheet 6<br />

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de inkoopfunctie en de inkoopafdeling.<br />

Hoe de inkoop in een organisatie ook georganiseerd is, vele inkoopactiviteiten worden<br />

uitgevoerd door personen buiten de inkoopafdeling (denk aan materiedeskundigen bij<br />

het specificeren en de boekhoudafdeling bij het betalen <strong>van</strong> de facturen). De inkoopfunctie<br />

is een veel breder begrip dan de inkoopafdeling alleen (Harink, 1999)!<br />

2.3. Waar worden de kosten bepaald<br />

Zoals het figuur op sheet 6 aangeeft, kunnen de meeste besparingen behaald worden<br />

vóór het onderhandelen met de leveranciers plaatsvindt. Het leeuwendeel <strong>van</strong> de<br />

kosten wordt bepaald in de fase <strong>van</strong> het specificeren. Door de behoefte juist te specificeren<br />

voorkom je dat je straks betaalt voor overbodige eigenschappen <strong>van</strong> een product of<br />

dienst. Tijdens het selecteren <strong>van</strong> potentiële leveranciers levert het veel op om verder te<br />

kijken dan de bekende leveranciers. Zo bieden internetleveranciers, groothandels of<br />

discountzaken vaak veel scherpere prijzen <strong>van</strong> producten of diensten aan. Tot slot<br />

kunnen tijdens contractonderhandelingen nog besparingen behaald worden, door bijvoorbeeld<br />

meerjarenafspraken te maken of kortingen te bedingen.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

15


16<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


3. HET HOE EN WAAROM VAN INKOOPSAMENWERKING<br />

In dit hoofdstuk introduceren we samenwerken in inkoop. We starten met het definiëren<br />

<strong>van</strong> inkoopsamenwerking als een breed begrip. Vervolgens bediscussiëren we de<br />

voor- en nadelen <strong>van</strong> samenwerken in inkoop. We sluiten het hoofdstuk af met het<br />

bespreken <strong>van</strong> het eerste initiatief nemen tot inkoopsamenwerking.<br />

sheet 7<br />

3.1. Wat is inkoopsamenwerking<br />

Het begrip inkoopsamenwerking wordt vaak geassocieerd met gezamenlijk aanbesteden.<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> is echter een veel breder begrip; het kent meer aspecten<br />

dan gezamenlijk aanbesteden alleen. We definiëren inkoopsamenwerking als: het<br />

samen bundelen en/of delen <strong>van</strong> informatie en expertise, hulpmiddelen en/of volume op het gebied<br />

<strong>van</strong> inkoop met als doel het behalen <strong>van</strong> voordeel voor alle deelnemende organisaties (Veeke,<br />

2002). In het vervolg <strong>van</strong> deze paragraaf lichten we de belangrijkste elementen <strong>van</strong><br />

deze definitie nader toe.<br />

sheet 8<br />

Delen <strong>van</strong> informatie en expertise<br />

Bij het delen <strong>van</strong> informatie en expertise moet gedacht worden aan het uitwisselen<br />

<strong>van</strong> markt- en productinformatie en ‘best practices’ met betrekking tot de invulling<br />

<strong>van</strong> de inkoopfunctie. Een voorbeeld <strong>van</strong> het delen <strong>van</strong> inkoopspecifieke informatie is<br />

http://www.pianodesk.info, een digitaal verzamelpunt <strong>van</strong> kennis en ervaringen.<br />

Door informatie en expertise te delen kan tijd bespaard worden en nieuwe kennis worden<br />

ingebracht. Het wiel hoeft niet meerdere malen te worden uitgevonden. Uit een<br />

<strong>van</strong> onze onderzoeken in 2004 onder de vele verschillende organisaties <strong>van</strong> de<br />

Verenigde Naties, bleek dat 74% <strong>van</strong> deze organisaties geïnteresseerd was in het delen<br />

<strong>van</strong> inkoopinformatie en best practices. 89% <strong>van</strong> de organisaties was geïnteresseerd in<br />

het delen <strong>van</strong> ervaringen met bijvoorbeeld leveranciers.<br />

Door marktinformatie te delen, hoeft er in de specificatiefase minder tijd in eigen<br />

marktonderzoek geïnvesteerd te worden. Ook het uitwisselen <strong>van</strong> productinformatie<br />

komt in deze fase <strong>van</strong> pas. Men leert <strong>van</strong> de specificaties die andere organisaties<br />

gesteld hebben (“Moeten we deze specificaties ook opnemen Waarom wel of waarom<br />

niet”) en de kennis <strong>van</strong> inkooppakketten wordt vergroot. Bestekken, contracten en<br />

zaken als inkoopvoorwaarden kunnen ook gezamenlijk worden gedeeld of opgesteld,<br />

waarbij elke partij zijn eigen expertise inbrengt. Tevens kan het erg zinnig zijn om <strong>van</strong><br />

andere organisaties te vernemen hoe producten of diensten <strong>van</strong> bepaalde leveranciers<br />

bevallen, voordat tot de aanschaf hier<strong>van</strong> wordt overgegaan. Inkopers kunnen tot slot<br />

veel leren <strong>van</strong> de manier waarop andere organisaties de inkoopfunctie hebben ingevuld.<br />

‘Best practices’ kunnen als voorbeeld dienen voor verbeteringen in de eigen<br />

inkoopfunctie. Kortom, het delen <strong>van</strong> informatie en expertise kan voor alle aspecten<br />

<strong>van</strong> de inkoopfunctie <strong>van</strong> pas komen.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

17<br />

Delen <strong>van</strong> hulpmiddelen<br />

Het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen heeft voornamelijk betrekking op het gezamenlijk ontwikkelen<br />

en beheren <strong>van</strong> de inkoopinfrastructuur. Meer specifiek betreft dit vaak de personele<br />

invulling <strong>van</strong> de inkooporganisatie. Bij het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen kan bij-


18<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


voorbeeld gedacht worden aan het samen inhuren of inzetten <strong>van</strong> een inkoopprofessional<br />

of jurist. Binnen één organisatie is er wellicht geen ruimte voor een voltijd<br />

inkoopprofessional: binnen een aantal samenwerkende organisaties misschien wel!<br />

Op deze manier kunnen investeringen en risico’s gedeeld worden, en kan de aanwezige<br />

capaciteit beter worden gebruikt. Ook liggen er mogelijkheden bij het delen <strong>van</strong><br />

informatiesystemen, zoals bijvoorbeeld het delen <strong>van</strong> e-catalogussen.<br />

sheet 9<br />

Met name in de specificatie- en selectiefase kunnen met het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen<br />

besparingen worden geboekt. Een voorbeeld <strong>van</strong> het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen wordt<br />

gegeven in de volgende <strong>praktijk</strong>ervaring.<br />

19<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


20<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


IN DE PRAKTIJK<br />

Inkoopcoördinator<br />

In augustus 2001 hebben de gemeenten Barneveld (48.000 inwoners), Nijkerk (34.000 inwoners) en<br />

Scherpenzeel (9.000 inwoners) besloten om gezamenlijk een inkoopcoördinator te benoemen voor<br />

een periode <strong>van</strong> 2 jaar. Deze inkoopcoördinator had tot taak om besparingen op de korte- en<br />

lange termijn te realiseren binnen de verschillende organisaties. Op deze manier konden drie<br />

relatief kleine gemeenten gebruik maken <strong>van</strong> de diensten <strong>van</strong> een inkoopcoördinator, en konden<br />

gezamenlijke inkoopprojecten tussen de gemeenten gemakkelijker tot stand komen.<br />

Deze functie vond zijn oorsprong in de uitkomst <strong>van</strong> een kwantitatieve en kwalitatieve inkoopdiagnose<br />

bij de gemeenten Barneveld en Scherpenzeel. Hieruit bleek dat er zeker ruimte was voor<br />

besparingen, maar dat er geen expertise aanwezig was om deze besparingen te realiseren.<br />

De tijdsverdeling werd <strong>naar</strong> gelang de grootte <strong>van</strong> de gemeenten <strong>naar</strong> rato verdeeld. Inkoopbeleid<br />

was in de gemeenten niet of nauwelijks aanwezig. Werkende weg en met voortschrijdend inzicht<br />

moest dit gerealiseerd worden.<br />

Leermomenten<br />

Vanuit de <strong>praktijk</strong> en met de wetenschap <strong>van</strong> nu kan ik aangeven dat dit niet de ideale opzet is<br />

geweest. De functie zou in het hedendaagse tijdbeeld geen onderwerp <strong>van</strong> discussie meer mogen<br />

zijn. Het zou ook beter geweest zijn als het inkoopbeleid voor de start <strong>van</strong> de inkoopcoördinator<br />

helder was geformuleerd. Wel hebben door deze vorm <strong>van</strong> samenwerking alle drie de gemeenten<br />

de mogelijkheid gehad om kennis te maken met professioneel inkopen, en hebben zich <strong>van</strong>uit deze<br />

aanzet verder kunnen ontwikkelen.<br />

De gemeente Scherpenzeel heeft zich na een jaar wegens interne redenen uit de combinatie teruggetrokken,<br />

maar <strong>van</strong>uit de combinatie Barneveld - Nijkerk zijn diverse gezamenlijke contracten<br />

tot stand gekomen en zijn de afzonderlijke inkoopfuncties verder geprofessionaliseerd. In 2003 is<br />

er eveneens een inkoopdiagnose uitgevoerd in de gemeente Nijkerk. Het voordeel hier<strong>van</strong> was dat<br />

de blauwdrukken <strong>van</strong> beide gemeenten vergelijkbaar waren en op grond <strong>van</strong> deze uitkomsten<br />

actieplannen konden worden gemaakt en uitgevoerd. Vanaf december 2003 is de inkoopcoördinator<br />

full-time in dienst <strong>van</strong> de gemeente Barneveld. De gemeente Nijkerk is voornemens om, gelet op de<br />

ervaringen <strong>van</strong> de afgelopen periode, een eigen inkoopcoördinator aan te stellen. In de toekomst<br />

wordt verwacht dat er op een vrijblijvende basis gezamenlijke aanbestedingen gedaan kunnen<br />

worden, zowel in kleiner als in groter verband.<br />

21<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Henk <strong>van</strong> Egmond, inkoopcoördinator Gemeente Barneveld<br />

1. Delen <strong>van</strong> een inkoopprofessional


22<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Delen <strong>van</strong> volume<br />

De meest bekende vorm <strong>van</strong> inkoopsamenwerking is het delen <strong>van</strong> volume, ofwel<br />

gezamenlijk inkopen. De besparingen die hiermee gemoeid zijn, zijn gemakkelijk in<br />

‘harde euro’s’ uit te drukken. Door volume te bundelen is het gemakkelijker om zogenaamde<br />

kwantumkortingen te bedingen bij de leverancier, of te onderhandelen voor<br />

betere inkoopvoorwaarden. Samen sta je sterker tegenover leveranciers dan als een<br />

individuele organisatie, je verwerft als het ware ‘inkoopmacht’. Dergelijke besparingen<br />

betreffen dus met name de contracteringsfase.<br />

Verder kan het delen <strong>van</strong> volume efficiencyvoordelen geven, doordat individuele organisaties<br />

minder tijd en middelen kwijt zijn aan het doorlopen <strong>van</strong> het inkoopproces.<br />

Dit is echter niet het geval als er veel tijd aan afstemming moet worden besteed tijdens<br />

de verschillende fasen <strong>van</strong> het inkoopproces.<br />

Gecombineerde vormen<br />

Bij inkoopsamenwerking kunnen het delen <strong>van</strong> informatie en expertise, hulpmiddelen<br />

en volume naast elkaar staan, maar deze kunnen ook gecombineerd worden. Zo is<br />

het gezamenlijk inkopen <strong>van</strong> inkoopadvisering een voorbeeld <strong>van</strong> volume delen (het<br />

gezamenlijk aanbesteden <strong>van</strong> de adviseringsopdracht) én <strong>van</strong> het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen.<br />

23<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


24<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 10<br />

sheet 11<br />

In ieder geval kan inkoopsamenwerking zeer breed zijn. Mogelijkheden variëren <strong>van</strong><br />

het uitwisselen <strong>van</strong> ervaringen tot het gezamenlijk delen <strong>van</strong> inkooppersoneel.<br />

3.2. Waarom wel samenwerken<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> in de breedste zin <strong>van</strong> het woord kent verschillende voordelen,<br />

maar er zijn ook redenen om niet tot samenwerking over te gaan. Het is nuttig om de<br />

mogelijke voor- en nadelen te onderkennen, zodat een organisatie intern kan afwegen<br />

in hoeverre inkoopsamenwerking wenselijk is.<br />

Redenen om samen te werken op inkoopgebied zijn onder meer de volgende:<br />

• Het bundelen <strong>van</strong> volumes leidt tot kortingen en betere inkoopvoorwaarden;<br />

• Het delen <strong>van</strong> hulpmiddelen, capaciteit en infrastructuur op inkoopgebied en het<br />

verhogen <strong>van</strong> de bezettingsgraad leidt tot kostenbesparingen;<br />

• Mogelijkheden tot specialisatie: iedere samenwerkingspartner kan zich specialiseren<br />

in een bepaald inkooppakket of deel <strong>van</strong> het inkoopproces;<br />

• Samenwerken leidt tot het verminderen <strong>van</strong> transactiekosten en tot spreiding en<br />

reductie <strong>van</strong> risico’s. Bijvoorbeeld doordat het samenwerkingsverband als geheel<br />

belangrijker is voor de leverancier dan de individuele organisaties afzonderlijk;<br />

• Door product- en marktinformatie, kennis en ervaring te delen, hoeft het wiel niet<br />

steeds opnieuw uitgevonden te worden;<br />

• Samen sta je sterker en kun je inkooptegenwicht bieden aan een eventueel geconsolideerde<br />

leveranciersmarkt;<br />

• Bij samen inkopen wordt je veel meer gedwongen de specificatie- en selectiefase<br />

goed te doorlopen;<br />

• <strong>Inkoopsamenwerking</strong> kan leiden tot samenwerken op andere terreinen tussen de<br />

partners. Vice versa geldt hetzelfde.<br />

Houd wel doorlopend in de gaten dat samenwerking geen doel op zich is, maar altijd<br />

een middel moet zijn!<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

25


26<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 12<br />

3.3. Waarom niet samenwerken<br />

De hieronder vaak genoemde nadelen <strong>van</strong> inkoopsamenwerking zijn veelal geen<br />

‘goede’ redenen om niet tot samenwerking over te gaan:<br />

• “De eigen inkoopfunctie is onvoldoende op orde”. Dit argument geldt alleen als<br />

intern meer bespaard kan worden met een gelijke inzet dan via een samenwerkingsverband.<br />

Realiseer wel dat geen enkele inkoopfunctie perfect functioneert.<br />

Daarnaast kan er veel worden geleerd <strong>van</strong> andere inkoopfuncties als er wordt<br />

samengewerkt;<br />

• “De belangen <strong>van</strong> lokale leveranciers willen we te allen tijde blijven behartigen”.<br />

Sommige samenwerkingsverbanden noemen het juist een voordeel <strong>van</strong> samenwerken<br />

dat lokale belangen minder belangrijk zijn dan de belangen <strong>van</strong> het geheel;<br />

• “We hebben onvoldoende tijd om in samenwerken te investeren”. Met inkoopsamenwerking<br />

kan na een opstartfase juist tijd worden bespaard, bijvoorbeeld<br />

door het reduceren <strong>van</strong> dubbelwerk;<br />

• “We hebben de mogelijkheid nog niet gehad”. Mogelijkheden tot inkoopsamenwerking<br />

dienen zich niet altijd zomaar aan, een organisatie zou in een dergelijk<br />

geval actief op zoek kunnen gaan.<br />

Er zijn ook gegronde redenen te noemen om niet samen te werken op inkoopgebied:<br />

• De coördinatie <strong>van</strong> het inkoopproces wordt complexer door het grotere aantal<br />

betrokkenen en de grotere ‘scope’ <strong>van</strong> het project;<br />

• Binnen een samenwerkingsverband trek je niet meer alleen aan de touwtjes: de<br />

zeggenschap vermindert en de kans bestaat dat huidige specificaties en leveranciers<br />

losgelaten moeten worden;<br />

• Door het grotere aantal betrokkenen en de noodzakelijke afspraken vermindert de<br />

flexibiliteit, onafhankelijkheid en het vermogen om snel te reageren op veranderingen<br />

in de markt;<br />

• Het mag niet als het samenwerkingsverband erg groot wordt (Nederlandse<br />

Mededingingsautoriteit);<br />

• Leveranciers kunnen weerstand bieden (bijvoorbeeld middels backdoor-selling). Als<br />

het samenwerkingsverband te groot wordt voor kleine leveranciers kan eventueel<br />

in percelen aanbesteed worden;<br />

• Angst voor het delen <strong>van</strong> gevoelige informatie en ‘parasieten’ die profiteren <strong>van</strong><br />

een onevenredige verdeling <strong>van</strong> de baten en de lasten <strong>van</strong> inkoopsamenwerking;<br />

• De interne weerstand of verschillen tussen de mogelijke partners in grootte, inzet,<br />

ervaring zijn te groot om de samenwerking tot een succes te kunnen maken;<br />

• Er bestaat een kans dat het inkoopsamenwerkingsverband niet tot succes leidt<br />

door bijvoorbeeld een verkeerde keuze voor de organisatievorm. Er worden risico’s<br />

genomen als men begint met samenwerken.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

27


28<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Het kan een bewuste keuze zijn om niet tot gezamenlijk inkopen over te gaan, zoals<br />

wordt aangegeven in de volgende twee <strong>praktijk</strong>ervaringen.<br />

IN DE PRAKTIJK<br />

Hoe zijn wij georganiseerd<br />

Het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam bestaat sinds medio 2002 uit het Sophia kinderziekenhuis,<br />

het oncologisch centrum Erasmus MC -Daniel den Hoed, de Erasmus MC - Centrumlocatie<br />

(voorheen Dijkzigt) en de Medische Faculteit <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit.<br />

Interne samenwerking<br />

In deze gedecentraliseerde organisatie is in 2004 nieuw inkoopbeleid ingevoerd onder het motto<br />

‘Gezamenlijk Inkopen’. Het betreft hier intensieve inkoopsamenwerking tussen de verschillende<br />

complexen, maar ook tussen de verschillende medische en niet-medische disciplines. Concreet betekent<br />

dit dat clusteroverstijgende inkoop centraal door de afdeling inkoop gecoördineerd wordt.<br />

Concernbrede inkoopprojecten worden getrokken door medische clustervoorzitters en/of afdelingshoofden.<br />

De afdeling inkoop stimuleert en ondersteunt en wordt hierbij geholpen door een netwerk <strong>van</strong><br />

inkoopcontactpersonen. Dit zijn medewerkers op verschillende functieniveaus die naast hun hoofdtaak<br />

meehelpen het inkoopbeleid uit te dragen en gestalte te geven. Hierdoor wordt inkopen een<br />

volledig geïntegreerd bedrijfsproces. Deze vorm <strong>van</strong> samenwerking levert zeer positieve resultaten<br />

op zodat de prioriteit eerst op de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> deze samenwerking wordt gelegd.<br />

Daarnaast werkt het Erasmus MC met de andere medische universiteitscentra samen op het<br />

gebied <strong>van</strong> inkoopkennisuitwisseling. Bijvoorbeeld in het geval <strong>van</strong> Europese aanbestedingen.<br />

Geen prioriteit aan externe samenwerking<br />

Gezamenlijk inkopen met andere medische instellingen buiten het Erasmus MC heeft zeker de<br />

aandacht, maar is op dit moment niet structureel aan de orde. Dit omdat bundeling <strong>van</strong> het<br />

potentieel door bovenstaande vorm <strong>van</strong> samenwerking de hoogste prioriteit heeft. Met een redelijk<br />

beperkte overhead zijn binnen afgesproken termijnen met multidisciplinaire teams concrete doelen<br />

te verwezenlijken.<br />

29<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Arie Slingerland, manager inkoop Erasmus Medisch Centrum<br />

2. Eerst aandacht voor interne samenwerking


30<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


IN DE PRAKTIJK<br />

Discussie over deelname aan regionale samenwerking<br />

Als gemeente Steenbergen zijn wij in het verleden benaderd om deel te nemen aan een initiatief<br />

met betrekking tot gezamenlijke regionale inkoopsamenwerking. Uiteraard hebben wij destijds<br />

een <strong>van</strong> de initiatiefnemers hier<strong>van</strong> uitgenodigd om duidelijk te maken wat de voordelen <strong>van</strong><br />

gezamenlijke inkoop in de regio zijn.<br />

De discussie spitste zich toe op drie punten die het inkoopbureau als meerwaarde zou kunnen leveren<br />

aan de gemeente Steenbergen:<br />

• Openbare aanbestedingen. Het werd al snel duidelijk dat openbare aanbestedingen geen financieel<br />

voordeel opleveren.<br />

• Raamcontracten met leveranciers. Als gemeente Steenbergen hadden wij al raamcontracten<br />

met leveranciers. Gezamenlijke inkoop kon daar geen meerwaarde aan leveren. Naar ons idee<br />

leveren grotere raamcontracten ook niet altijd extra kortingen op. Dit werd duidelijk toen wij<br />

een offerte aanvroegen voor de levering <strong>van</strong> goederen, waarvoor de regionale inkoper afspraken<br />

had gemaakt. De betreffende leverancier bracht ons offerte uit op de wijze, waarop hij dat<br />

gedaan zou hebben voor de bij het regionale inkoopbureau aangesloten gemeenten. Toen wij de<br />

leverancier duidelijk maakten dat wij niet aangesloten waren bij het regionale inkoopbureau<br />

en dat hij moest concurreren met nog twee andere leveranciers, bracht hij een nieuwe offerte<br />

uit met een hogere korting.<br />

• Minder administratieve rompslomp. De administratieve werkzaamheden, en met name het<br />

aantal te betalen rekeningen zou bij centrale inkoop sterk afnemen. Men suggereert daar deels<br />

mee dat zonder centrale inkoop het aantal leveranciers groter zou zijn dan met centrale<br />

inkoop. Dit is <strong>naar</strong> ons idee niet waar. Iemand uit de groenvoorziening bestelt geen materialen,<br />

die nodig zijn bij weg- en waterbouw en omgekeerd. Zij zullen zeker ook geen rolstoelen<br />

bestellen of kantoorartikelen, want de laatste zijn uiteraard wel gecentraliseerd. Ik kan mij<br />

geen enkele plaats voorstellen waar meer rekeningen betaald worden dan bij centrale inkoop,<br />

omdat ieder zijn eigen zaken aanschaft en dat zijn nimmer dezelfde soort zaken. Tenslotte<br />

loopt de inkoop ook bij ons maar via een beperkt aantal personen.<br />

31<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Als gemeente Steenbergen hebben we besloten om niet structureel deel te nemen aan het voorgestelde<br />

samenwerkingsverband. Op incidentele basis wordt er wel met dit verband samengewerkt,<br />

maar dan alleen als de voordelen heel evident zijn.<br />

Gezamenlijke winst als de zaken nog niet goed geregeld zijn<br />

Samenvattend durf ik te stellen, dat de financiële winsten <strong>van</strong> regionale inkoop beperkt zijn, als<br />

men dit doet voor een gemeente, die altijd al goed gelet heeft op efficiency en kostenbeheersing. De<br />

grote successen zullen zeer zeker behaald zijn op plaatsen, waar deze zaken nog niet of nog maar<br />

in beperkte mate ontwikkeld waren.<br />

Wim <strong>van</strong> den Kieboom, sectordirecteur middelen Gemeente Steenbergen<br />

3. Hoeveel wordt bespaard op regionale inkoop


32<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 13<br />

sheet 14<br />

3.4. Wie neemt het initiatief<br />

Initiatief <strong>van</strong>uit strategisch niveau<br />

<strong>Inkoopsamenwerking</strong> kan op verschillende niveaus geïnitieerd worden. Het is mogelijk<br />

dat inkoopsamenwerking tot stand komt door een opdracht ‘<strong>van</strong> bovenaf’. Dit is<br />

het geval als het topmanagement <strong>van</strong> verschillende organisaties op strategisch niveau<br />

afspreekt om tot samenwerking over te gaan. <strong>Inkoopsamenwerking</strong> is dan vaak een<br />

<strong>van</strong> de speerpunten <strong>van</strong> instellingsbrede samenwerking. In dit geval heeft de inkoopafdeling<br />

geen vrije keus wat betreft de mogelijke basissamenwerkingspartners.<br />

Gebleken is dat samenwerkingsprojecten op strategisch niveau soms de nodige externe<br />

druk en sturing nodig hebben om tot concrete resultaten te komen (GIA II, 2004).<br />

Meestal komt dit doordat de noodzaakbeleving bij de betrokkenen minder groot is. Bij<br />

projecten die voortkomen uit een concrete aanbestedingsbehoefte is de noodzaak tot<br />

actie en dus slagvaardigheid groter. Belangrijk is in ieder geval dat de belangrijkste<br />

stakeholders in een organisatie betrokken zijn. Dat opgelegde samenwerking ook succesvol<br />

kan zijn, illustreert de volgende <strong>praktijk</strong>ervaring.<br />

33<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


34<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


IN DE PRAKTIJK<br />

In plaats <strong>van</strong> samenvoegen samenwerken!<br />

Het stedelijk gebied <strong>van</strong> de regio Twente kent slechts één geslaagde poging om gemeentelijke diensten<br />

samen te voegen: de vorming <strong>van</strong> één organisatie uit de afvalophaaldiensten <strong>van</strong> de regionale<br />

gemeenten. Bij andere pogingen bleken lokale sentimenten groter dan het efficiencypotentieel.<br />

Samenwerken kan echter ook zonder samenvoegen. Dit was de basis voor het ontstaan <strong>van</strong> het<br />

samenwerkingsverband Netwerkstad Twente eind 2001. De gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo<br />

en Borne werken hierin gezamenlijke aan onderwerpen als automatisering, belastingen en inkoop.<br />

Op dit laatste onderwerp gaan we nader in.<br />

Uitwerking <strong>van</strong> de samenwerking<br />

Elke 6 weken komt de werkgroep inkoop bij elkaar en worden lopende en potentiële inkoopprojecten<br />

besproken. Bij het gezamenlijk inkopen concentreren wij ons op de projecten die waarschijnlijk<br />

eenvoudig tot een mooi gezamenlijk resultaat kunnen leiden. Voor elk project wordt iemand uit de<br />

werkgroep aangesteld als contactpersoon. Soms is deze de projectleider <strong>van</strong> het inkoopproject,<br />

soms wordt hiervoor een afzonderlijke projectleider aangesteld. Bij grote aanbestedingen wordt<br />

het project ondersteund door een extern inkoopadviesbureau. Elke gemeente ondertekent bij een<br />

gezamenlijke aanbesteding zelf een contract met de leverancier. Netwerkstad Twente is geen<br />

rechtspersoon, dus kan de inkoop niet zelf doen.<br />

Voor- en nadelen<br />

Niet alles loopt <strong>van</strong> een leien dakje. Veel projecten waren uiterst succesvol, maar enkele bewerkelijke<br />

projecten verliepen moeizaam. Verder is het niet gelukt om gezamenlijk de inkoopfuncties<br />

<strong>van</strong> de gemeenten te professionaliseren. Dit kwam onder andere doordat de gemeenten behoorlijk<br />

verschillen in grootte en zodoende ook verschillen in de manier waarop inkoop aangepakt wordt<br />

en nog verbeterd kan worden. Wel worden momenteel gezamenlijk verbeterde inkoop- en leveringsvoorwaarden<br />

opgesteld. Als verdere voordelen zijn er niet alleen de kostenbesparingen. Andere<br />

aspecten zijn ook belangrijk, zoals integriteit en transparantie <strong>van</strong> inkoopprocessen en uitwisseling<br />

<strong>van</strong> informatie en kennis.<br />

35<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Jan Geval, coördinator facilitaire samenwerking Netwerkstad Twente<br />

Roel de Ruiter, sectorhoofd faciliteiten en managementondersteuning Gemeente Hengelo<br />

4. In plaats <strong>van</strong> samenvoegen samenwerken


36<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Initiatief <strong>van</strong>uit de afdeling<br />

In de <strong>praktijk</strong> komt het vaak voor dat inkoopsamenwerking geïnitieerd wordt op een<br />

‘lager’ niveau in de organisatie: door de inkopers, de materiedeskundigen of de budgethouders.<br />

De inkoopsamenwerking vindt dan over het algemeen op een meer kleinschalige<br />

en informele wijze plaats. Bij succes kan de samenwerking worden uitgebreid.<br />

Goede ervaringen kunnen dan zelfs leiden tot samenwerking op andere gebieden<br />

tussen de instellingen. De volgende <strong>praktijk</strong>ervaring geeft een voorbeeld <strong>van</strong><br />

samenwerking op inkoopgebied geïnitieerd door de inkoopafdelingen zelf.<br />

IN DE PRAKTIJK<br />

Afspraken tussen inkopers<br />

Tijdens een inkoopopleiding leren twee inkopers <strong>van</strong> buurgemeenten elkaar kennen. Bij andere<br />

min of meer toevallige ontmoetingen bij seminars en bijeenkomsten, leren zij ook de inkoper <strong>van</strong><br />

een derde buurgemeente kennen. Tijdens de gesprekken in de pauzes wordt het idee geboren om<br />

eens te kijken wat de mogelijkheden tot inkoopsamenwerking zouden zijn.<br />

Afspraken worden gemaakt en er wordt geïnventariseerd welke aanbestedingen samen kunnen<br />

worden gedaan. Het eerste gezamenlijke project wordt de Europese aanbesteding <strong>van</strong> kantoorbenodigdheden.<br />

Het doel <strong>van</strong> deze gezamenlijke aanbesteding is door vergroting <strong>van</strong> het inkoopvolume<br />

een aanzienlijke inkoopbesparing te boeken.<br />

Gemeentebesturen gaan ook samenwerken<br />

Op het moment dat de voorbereidingen <strong>van</strong> deze aanbesteding in volle gang zijn (tijdens de specificatiefase),<br />

wordt op het gemeentelijk intranet gemeld dat de gemeentebesturen <strong>van</strong> de drie buurgemeenten<br />

hebben besloten tot samenwerking op allerlei terreinen.<br />

Afdeling Inkoop meldt die dag, uiteraard met enige trots, aan de gemeentesecretaris:<br />

"Wij zijn alvast begonnen met de samenwerking".<br />

Piet Onderdelinden, coördinator inkoop Gemeente Vlaardingen<br />

5. Wij zijn alvast begonnen met samenwerken<br />

37<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


38<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


4. HARDE CIJFERS<br />

In dit hoofdstuk geven we enkele cijfers over gezamenlijk aanbesteden. We bespreken<br />

allereerst het activisme <strong>van</strong> gemeenten in inkoopsamenwerking. Vervolgens gaan we<br />

aan de hand <strong>van</strong> de Kraljic-matrix bekijken welke producten en diensten vaak gezamenlijk<br />

aanbesteed worden. Ook bespreken we de mate <strong>van</strong> succes <strong>van</strong> deze aanbestedingen.<br />

sheet 15<br />

4.1. Mate <strong>van</strong> gezamenlijk inkopen<br />

In 1998 is er onder 347 Nederlandse gemeenten een onderzoek uitgevoerd <strong>naar</strong> de<br />

activiteiten op het gebied <strong>van</strong> gezamenlijk inkopen (Vliet, 1998). Aan al deze gemeenten<br />

is gevraagd of zij gezamenlijk contracten afsluiten of meeliften op contracten <strong>van</strong><br />

andere organisaties. Uit dit onderzoek bleek dat:<br />

• Een gestructureerde, brede samenwerking op het gebied <strong>van</strong> inkopen niet voorkomt;<br />

• Bij de samenwerkingsverbanden vrij veel aandacht wordt besteed aan artikelen<br />

met een laag inkoopvolume;<br />

• Samenwerking vooral voorkomt bij kleine gemeenten. Bij gemeenten met meer<br />

dan 150.000 inwoners werden geen inkoopsamenwerkingsverbanden gevonden;<br />

• Naast de versterking <strong>van</strong> de onderhandelingspositie spelen ook leereffecten een<br />

belangrijke rol bij de gezamenlijke projecten.<br />

Dit onderzoek geeft een goede indicatie <strong>van</strong> gezamenlijk aanbesteden in gemeenteland<br />

in 1998. Hoe is de situatie op dit moment in geheel publiek inkopend Nederland<br />

Wij beschikken in ieder geval over concrete aanwijzingen, dat er nu meer gezamenlijke<br />

activiteiten plaatsvinden in het gehele publieke land dan 6 jaar geleden.<br />

Duidelijk is dat veel publieke instanties zich bezig houden met gezamenlijk aanbesteden.<br />

De vraag is nog over wat voor soort producten en diensten we dan praten. De volgende<br />

paragrafen gaan hier dieper op in.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

39<br />

sheet 16<br />

4.2. Kraljic en gezamenlijk aanbesteden<br />

Met de Kraljic-matrix kunnen op basis <strong>van</strong> twee dimensies inkooppakketten in een 2x2<br />

matrix geplaatst worden (Kraljic, 1983). Voor iedere categorie inkooppakketten kunnen<br />

vervolgens bijpassende strategische inkoopaanbevelingen en –methoden worden<br />

verstrekt. Voor de inrichting <strong>van</strong> de matrix gaat Kraljic uit <strong>van</strong> twee dimensies:<br />

• Waarde <strong>van</strong> de producten en/of diensten in het inkooppakket:<br />

- Het ingekochte volume;<br />

- Het aandeel <strong>van</strong> het pakket in de totale inkoopkosten;<br />

- De impact <strong>van</strong> het pakket op de kwaliteit <strong>van</strong> de eigen dienstverlening;<br />

- De impact <strong>van</strong> het pakket op de omzet <strong>van</strong> de organisatie.<br />

• Het toeleveringsrisico voor het inkooppakket:<br />

- De beschikbaarheid <strong>van</strong> het pakket op de markt;<br />

- Het aantal leveranciers;<br />

- Vraag <strong>naar</strong> het pakket door andere organisaties;<br />

- Structuur <strong>van</strong> de markt;<br />

- Risico’s <strong>van</strong> productontwikkeling, transport en opslag;


40<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


- Mogelijkheden en gemak om te wisselen <strong>van</strong> kopen <strong>naar</strong> maken of <strong>naar</strong> een<br />

andere leverancier;<br />

- Mogelijkheden om gebruik te maken <strong>van</strong> substituten;<br />

- Kwaliteits-, milieu- of veiligheidsoverwegingen;<br />

- Snel opeenvolgende technologische veranderingen.<br />

De vier categorieën in de Kraljic-matrix zijn: routine, knelpunt, hefboom en strategie.<br />

Hierna zullen we deze categorieën bespreken in relatie tot inkoopsamenwerking. Voor<br />

alle categorieën is het nuttig om informatie en ervaringen te delen. Wel zijn er per<br />

categorie verschillen in onder meer de te behalen schaalvoordelen en besparingen op<br />

transactiekosten.<br />

Routine<br />

Routineproducten leveren inkooptechnisch weinig problemen op. Zij hebben per eenheid<br />

een geringe waarde en kennen volop alternatieven. Deze producten vereisen een<br />

inkoopbeleid gericht op het verminderen <strong>van</strong> de transactiekosten. In dit opzicht is<br />

gezamenlijk inkopen vaak interessant. Door gezamenlijk specificeren of aanbesteden<br />

kan tijd en moeite worden bespaard. Op de inkoopprijs zelf kan over het algemeen<br />

niet veel bespaard worden.<br />

Knelpunt<br />

Knelpuntproducten vertegenwoordigen een relatief geringe waarde, maar zijn kwetsbaar<br />

wat betreft de levering. Deze situatie brengt onder meer met zich mee, dat het<br />

opstellen <strong>van</strong> een risicoanalyse noodzakelijk is. Het gaat hierbij vooral om het in kaart<br />

brengen <strong>van</strong> de belangrijkste (potentiële) knelpunten in de aanlevering op korte en op<br />

lange termijn. Voor het uitvoeren <strong>van</strong> deze risicoanalyse, maar ook voor de aanbesteding<br />

zelf kan samenwerking interessant zijn. Omdat we in dergelijke situaties vaak<br />

over niet-standaard aanbestedingen praten, kan vooral veel op de transactiekosten<br />

worden bespaard.<br />

41<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Hefboom<br />

Hefboomproducten zijn producten die bij verschillende leveranciers kunnen worden<br />

ingekocht. Zij vertegenwoordigen over het algemeen een relatief hoge waarde.<br />

Betrekkelijk geringe prijswijzigingen hebben onmiddellijk een groot eindeffect. Het<br />

inkoopbeleid is dan ook veelal gestoeld op een ‘verdeel- en heerstechniek’.<br />

Gezamenlijk inkopen biedt hier vooral mogelijkheden tot een lagere inkoopprijs door<br />

de gezamenlijke inkoopkracht.<br />

Strategisch<br />

Strategische producten zijn meestal producten die <strong>van</strong> één leverancier worden betrokken<br />

of waar<strong>van</strong> de leverancier levering niet zonder meer gegarandeerd is. Deze artikelen<br />

vertegenwoordigen een aanzienlijke waarde. Strategische producten maken samen<br />

met de hefboomproducten vaak 80% <strong>van</strong> de totale omzet uit. Voor het strategische<br />

kwadrant is gezamenlijk aanbesteden meestal niet mogelijk. Redenen hiervoor zijn<br />

onder meer de vele interne betrokkenen en de grote mate <strong>van</strong> specifiekheid <strong>van</strong> de<br />

strategische producten.


42<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 17<br />

Welke categorieën gezamenlijk<br />

Uit een <strong>van</strong> onze onderzoeken <strong>naar</strong> inkoopsamenwerking door publieke instanties in<br />

Nederland in 2003 (onder meer zorginstanties, gemeenten, ministeries) blijkt dat gezamenlijk<br />

aanbesteden vooral plaatsvindt in de routine- (43%) en hefboomcategorieën<br />

(54%). Slechts 3% <strong>van</strong> de in totaal 49 onderzochte gezamenlijke aanbestedingen vindt<br />

plaats in de knelpuntcategorie. De 49 aanbestedingen werden uitgevoerd door 38 verschillende<br />

samenwerkingsverbanden.<br />

sheet 18<br />

4.3. Succes <strong>van</strong> gezamenlijke projecten<br />

Tijdens het hiervoor genoemde onderzoek, is de respondenten ook gevraagd <strong>naar</strong> het<br />

beleefde succes <strong>van</strong> de gezamenlijke aanbestedingen. De respondenten konden dit<br />

aangeven met een score <strong>van</strong> 1 t/m 5, waarbij 1 ‘geen succes’ betekende en 5 ‘zeer succesvol’.<br />

Meer dan 80% <strong>van</strong> de gezamenlijke aanbestedingen in de routinecategorie werden<br />

gemiddeld als succesvol of zeer succesvol beschouwd (score 4 of 5). Meer dan 70% <strong>van</strong><br />

de gezamenlijke aanbestedingen in de hefboomcategorie werden gemiddeld als succesvol<br />

of zeer succesvol beschouwd. De overige aanbestedingen kregen een score <strong>van</strong> 2<br />

of 3. Een score <strong>van</strong> 1 kwam niet voor. Alle knelpuntaanbestedingen werden als zeer<br />

succesvol beschouwd. Gezien het kleine aantal aanbestedingen in deze categorie kunnen<br />

we hier echter geen algemene conclusies aan verbinden.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

43


44<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 19<br />

4.4. Veelvoorkomende gezamenlijke aanbestedingen<br />

Veelvoorkomende gezamenlijke aanbestedingen zijn over het algemeen facilitair <strong>van</strong><br />

aard. Voorbeelden <strong>van</strong> producten en diensten die in 2003 vaak gezamenlijk zijn aanbesteed<br />

door publieke instanties vindt u op de sheet hiernaast. Deze lijst is bij lange na<br />

niet uitputtend.<br />

Het blijkt dat vooral het gezamenlijk aanbesteden <strong>van</strong> energie, uitzendwerk, papier en<br />

andere kantoorbenodigdheden vaak voorkomt. Zij scoorden allen een gemiddelde <strong>van</strong><br />

4,5 als mate voor succes. Ook producten of diensten als abonnementen, afvalstoffeninzameling,<br />

beveiliging, ICT, leerlingenvervoer, kopiëren, schoonmaak en wagens zijn<br />

populair om gezamenlijk aan te besteden. Uiteraard valt of staat het succes <strong>van</strong> een<br />

aanbesteding niet alleen bij de keuze <strong>van</strong> de producten of diensten. Hier komen we in<br />

de volgende hoofdstukken op terug.<br />

45<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


46<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


5. MOGELIJKHEDEN VOOR INKOOPSAMENWERKING<br />

sheet 20<br />

In dit hoofdstuk gaat de aandacht uit <strong>naar</strong> de verschillende mogelijkheden <strong>van</strong><br />

inkoopsamenwerking. Om het spectrum <strong>van</strong> de mogelijkheden in kaart te brengen,<br />

gebruiken we twee begrippen: intensiviteit <strong>van</strong> de samenwerking en het aantal gezamenlijke<br />

activiteiten in de samenwerking. In de volgende paragrafen zullen deze begrippen<br />

nader worden toegelicht. Vervolgens wordt de koppeling tussen deze twee begrippen<br />

én de verschillende mogelijkheden tot samenwerking nader toegelicht.<br />

5.1. Intensiviteit <strong>van</strong> samenwerken<br />

We definiëren intensiviteit als: de mate waarin je ‘verplicht’ bent om mee te praten in een<br />

vorm <strong>van</strong> inkoopsamenwerking. Als je gemakkelijk weg kan blijven bij gezamenlijke bijeenkomsten,<br />

spreken we over een lage intensiviteit. Als jouw input <strong>van</strong> wezenlijk<br />

belang is om de samenwerking tot een succes te maken, spreken we over een hoge<br />

intensiviteit.<br />

sheet 21<br />

Hoe intensiever je samenwerkt, hoe minder vrijblijvend je:<br />

• Informatie deelt en/of;<br />

• Hulpmiddelen/expertise deelt en/of;<br />

• Volume deelt.<br />

Bij een hoge intensiviteit zijn meer (inkoopfunctie-)onderdelen <strong>van</strong> de organisatie<br />

betrokken vergeleken bij een lage vorm <strong>van</strong> intensiviteit. Op basis <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong><br />

Klein Woolthuis (1999) op de sheet hiernaast, kunnen we de verdere verschillen tussen<br />

een lage en hoge intensiviteit in kaart brengen.<br />

Lage intensiviteit<br />

Om het begrip intensiviteit duidelijker te maken, trekken we de vergelijking tussen<br />

twee verschillende vormen <strong>van</strong> inkoopsamenwerking. Namelijk de samenwerking in<br />

de provincie Groningen en die in de regio Twente.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

47<br />

Het samenwerkingsverband in Groningen wordt gekenmerkt door een lage intensiviteit:<br />

kleine gemeenten om de gemeente Groningen heen kunnen vrijblijvend meeliften<br />

op inkoopactiviteiten <strong>van</strong> de grote gemeente. Er is nauwelijks overleg nodig,<br />

omdat de kleine gemeenten nauwelijks of geen inspraak hebben. De volgende <strong>praktijk</strong>ervaring<br />

gaat dieper in op deze vorm <strong>van</strong> samenwerken en op de ervaringen <strong>van</strong><br />

een meeliftende organisatie.<br />

Hoge intensiviteit<br />

Netwerkstad Twente kent een hoge intensiviteit: de samenwerkende gemeenten bepalen<br />

samen op welke vlakken er wordt samengewerkt, en bij ieder proces is een afgevaardigde<br />

<strong>van</strong> elke gemeente aanwezig. Er moet regelmatig worden overlegd. Een<br />

nadere omschrijving <strong>van</strong> dit samenwerkingsverband is gegeven in <strong>praktijk</strong>ervaring 4<br />

in paragraaf 3.4.


48<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


IN DE PRAKTIJK<br />

Manieren <strong>van</strong> meeliften<br />

Als gemeente Zuidhorn, een middelgrote gemeente in de provincie Groningen, werken wij op<br />

verschillende wijzen samen op inkoopgebied. Een <strong>van</strong> de vormen <strong>van</strong> samenwerken betreft het<br />

‘meeliften’ met de expertise, hulpmiddelen en het volume <strong>van</strong> de gemeente Groningen. Dit vindt<br />

plaats op de volgende manieren die allen als zeer behulpzaam en positief worden ervaren:<br />

• Wij kunnen aanhaken bij mantelcontracten die Groningen heeft afgesloten (bijvoorbeeld kantoorartikelen<br />

en kettingformulieren). In 1992 is gestart met het inkopen onder een mantelcontract<br />

<strong>van</strong> Groningen. Binnen Zuidhorn is geen discussie geweest over deze samenwerking; het<br />

nut was voor iedereen evident. Wel moeten we zelf in de gaten houden dat we binnen de looptijd<br />

<strong>van</strong> het contract niet de Europese aanbestedingslimiet overschrijden.<br />

• Groningen is ondersteunend bij de inkoopbeleidsontwikkeling en het implementeren daar<strong>van</strong><br />

binnen onze organisatie.<br />

• Groningen faciliteert het bijhouden <strong>van</strong> het kennisniveau. Bijvoorbeeld door middel <strong>van</strong> het<br />

blad ’Samen Inkopen’, de periodiek gehouden Inkoopdag en door leveranciersbezoeken.<br />

• De helpdesk-functie <strong>van</strong> gemeente Groningen geeft nuttige adviezen. Met name als wij onvoldoende<br />

expertise hebben voor de inkoop <strong>van</strong> specifieke (technologische) producten. Ook kan de<br />

helpdesk adviseren over hoeveel ruimte er binnen contractonderhandelingen zit.<br />

Meer vormen <strong>van</strong> inkoopsamenwerking<br />

Het meeliften met Groningen is niet de enige vorm <strong>van</strong> inkoopsamenwerking. Wij voeren ook<br />

inkoopprojecten uit onder de paraplu <strong>van</strong> de provincie Groningen. Met name bij producten die<br />

veel expertise vereisen en die gemeentegrensoverschrijdend zijn. De gezamenlijke aankoop <strong>van</strong> een<br />

glasvezelnet is hier een voorbeeld <strong>van</strong>. Tevens werken we samen met vergelijkbare gemeenten uit<br />

de regio. Bijvoorbeeld bij de aanbesteding <strong>van</strong> producten als energie of het opstellen <strong>van</strong> een documentair<br />

structuurplan voor de gemeentelijke archieffunctie.<br />

Flexibel<br />

Samenvattend, als gemeente Zuidhorn kijken we om ons heen, werken we samen en maken we<br />

gebruik <strong>van</strong> de expertise <strong>van</strong> collega-overheden. Dit kan heel goed in wisselende samenwerkingsverbanden<br />

al <strong>naar</strong> gelang de aard <strong>van</strong> het in te kopen product en de inkoopbehoeftes <strong>van</strong> de<br />

betrokken organisaties.<br />

49<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Kamara Mensen, hoofd facilitaire zaken en inkoop Gemeente Zuidhorn<br />

6. Ervaringen <strong>van</strong> een meelifter


50<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 22<br />

5.2. Aantal gezamenlijke activiteiten in samenwerken<br />

Het aantal gezamenlijke activiteiten in een samenwerkingsverband kan sterk uiteenlopen:<br />

• Eenmalige, incidentele samenwerking. Er wordt afgesproken om één project gezamenlijk<br />

uit te voeren;<br />

• Samenwerking op programmabasis. Er wordt een programma <strong>van</strong> meerdere projecten<br />

samengesteld, die gezamenlijk uitgevoerd gaan worden;<br />

• Continue samenwerking. De partijen committeren zich om op lange termijn gezamenlijk<br />

projecten uit te voeren, waarbij bij elk project dat zich voordoet, overwogen<br />

wordt om samen te werken.<br />

sheet 23<br />

Deze indeling wordt toegelicht aan de hand <strong>van</strong> twee voorbeelden. OT2000<br />

(Overheidstelefonie 2000) is een voorbeeld <strong>van</strong> een groot eenmalig project waarin verschillende<br />

organisaties participeerden. Gezamenlijk is de telefonie <strong>van</strong> de<br />

Nederlandse overheid Europees aanbesteed. De zorgsector in Friesland kent een continu<br />

samenwerkingsverband: regelmatig worden er binnen hetzelfde samenwerkingsverband<br />

gezamenlijke activiteiten opgepakt. In <strong>praktijk</strong>ervaring 6 in paragraaf 6.2<br />

wordt dit samenwerkingsverband nader besproken.<br />

5.3. Snelweg-matrix<br />

Voor het indelen <strong>van</strong> inkoopsamenwerkingsverbanden hebben wij de snelweg-matrix<br />

ontwikkeld. In deze 3x3 matrix kunnen op basis <strong>van</strong> twee dimensies inkoopsamenwerkingsverbanden<br />

gepositioneerd worden. Voor elke categorie kunnen vervolgens bijpassende<br />

voor- en nadelen, geschikte producten, kritische succesfactoren en andere<br />

kenmerken worden bepaald. We gebruiken in deze matrix de twee dimensies welke in<br />

de vorige paragrafen al nader zijn toegelicht:<br />

• Intensiviteit;<br />

• Aantal gezamenlijke activiteiten.<br />

Het blijkt dat verschillende manieren <strong>van</strong> reizen overeenkomen met verschillende<br />

manieren <strong>van</strong> samenwerken in inkoop. De vijf categorieën die we tegenkomen in de<br />

<strong>praktijk</strong> noemen we dan ook:<br />

• Meeliften;<br />

• Busdienst;<br />

• Carpoolen;<br />

• Konvooi;<br />

• Formule1-team.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

51<br />

Voor alle categorieën <strong>van</strong> samenwerken in inkoop is het uitwisselen <strong>van</strong> onder meer<br />

informatie en ervaringen nuttig. Wel zijn er per categorie verschillen in de gezamenlijke<br />

voordelen en de mate <strong>van</strong> benutting hier<strong>van</strong>.


52<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Bij een intensieve vorm <strong>van</strong> samenwerken waarbij vele activiteiten worden opgepakt,<br />

kunnen alle voordelen worden behaald. De meeste nadelen zullen echter ook <strong>van</strong> toepassing<br />

zijn. In dat geval moeten de nadelen dan ook worden onder<strong>van</strong>gen. Bij een<br />

minder intensieve vorm <strong>van</strong> samenwerken, waarbij slechts een enkele gezamenlijke<br />

activiteit opgepakt wordt, zijn er minder voordelen, maar ook minder nadelen. De<br />

mate <strong>van</strong> mogelijke besparingen stijgt meestal bij meer intensieve vormen <strong>van</strong> samenwerken<br />

op inkoopgebied: er kunnen bijvoorbeeld meer schaalvoordelen worden<br />

behaald als er intensiever wordt samengewerkt. Hierna gaan we dieper in op de vijf<br />

categorieën <strong>van</strong> de snelweg-matrix.<br />

Meeliften<br />

In een typisch meeliftverband bepaalt één organisatie de specificaties en/of de leverancier.<br />

De andere organisaties kunnen vrijblijvend meeliften op deze keuzes, maar kunnen<br />

niet echt invloed uitoefenen op de uiteindelijk te nemen route voor de aanbesteding.<br />

Daarom zal deze vorm <strong>van</strong> samenwerken niet altijd mogelijk zijn.<br />

Samenwerking is alleen mogelijk als er weinig verschil is in onder meer de bestekken.<br />

Grotere organisaties maken meestal het meeliften mogelijk maken voor kleinere (lokale)<br />

organisaties. Deze grotere organisaties beschikken over inkoopprofessionals en sluiten<br />

mede op basis <strong>van</strong> hun eigen inkoopvolume kwalitatief goede inkoopcontracten<br />

af: zij beschikken over een ‘goede auto’. Het is vaak een kleine inspanning om kleinere<br />

organisaties te laten meeliften: de ‘auto’ wordt dan ten volle gebruikt, met de nodige<br />

voordelen voor het milieu en brandstofgebruik. Een voorbeeld <strong>van</strong> een dergelijke<br />

grotere organisatie is de gemeente Groningen, die meeliften mogelijk maakt voor kleinere<br />

gemeenten.<br />

Voor de kleine organisaties is het (financiële) voordeel vaak evident: een lagere inkoopprijs<br />

en nauwelijks transactiekosten. De grote organisatie kan eventueel een lagere<br />

gezamenlijke prijs bedingen op het totale gezamenlijke volume, een kleine onkostenvergoeding<br />

vragen, of berusten in het feit dat het grotere geheel beter wordt <strong>van</strong> de<br />

samenwerking. Voor leveranciers kan het interessant zijn om te leveren aan een gehele<br />

(meeliftende) regio voor een langere periode. Ook dit kan een positieve invloed hebben<br />

op de gezamenlijke prijs.<br />

53<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Een andere vorm <strong>van</strong> meeliften is een niet-intensief (lokaal) samenwerkingsverband<br />

waarin alleen informatie en kennis wordt uitgewisseld. Steeds kan er meegelift worden<br />

op de informatie en kennis <strong>van</strong> andere (gelijke) organisaties.<br />

Busdienst<br />

De busdienst is een meer structureel meeliftverband. Er worden bij een busdienstverband<br />

meerdere activiteiten opgepakt, meestal voor een lange termijn. Vaak is een onafhankelijke<br />

organisatie voltijd bezig om dit te faciliteren. Op een profit of op een nonprofit<br />

basis.<br />

In de publieke sector in de Verenigde Staten komen busdiensten op grote schaal voor.<br />

Landelijk worden er contracten afgesloten waar publieke instanties op kunnen meeliften.<br />

Busdiensten in Nederland worden geleverd door Intrakoop en NIC, maar ook<br />

http://www.pianodesk.info valt onder deze categorie: niet-intensief samenwerken in


54<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


inkoop door het uitwisselen <strong>van</strong> informatie en kennis. Over het algemeen is er in de<br />

<strong>praktijk</strong> geen limiet aan het aantal lifters of busreizigers. Wel zal meestal een kleine<br />

bijdrage moeten worden betaald voor de eventuele onkosten <strong>van</strong> een busrit.<br />

Carpoolen<br />

Carpoolen staat ook wel bekend als ‘lead buying’ of kartrekken. Dit is een meer intensieve<br />

vorm <strong>van</strong> samenwerken dan meeliften of de busdienst. Doorgaans houdt carpoolen<br />

in dat de organisaties uit het samenwerkingsverband regelmatig met elkaar om de<br />

tafel zitten om mogelijke gezamenlijke projecten te identificeren. Aan elk <strong>van</strong> de organisaties<br />

(of een externe partij) worden aanbestedingen toegewezen, ofwel uitbesteed.<br />

Vaak gebeurt dit op basis <strong>van</strong> geschiktheid of beschikbare resources: als jij de route<br />

goed kent, rijd jij, een andere keer rijd ik. De aangewezen organisatie voert (op basis<br />

<strong>van</strong> de gezamenlijke specificaties) de aanbesteding uit en houdt de andere organisaties<br />

op de hoogte <strong>van</strong> de vorderingen. In de private sector komt een dergelijk model<br />

vaak voor in organisaties met verschillende business-units.<br />

Een voordeel dat alleen bij deze vorm <strong>van</strong> samenwerken <strong>van</strong> toepassing is, is de specialisatiemogelijkheid.<br />

De ene organisatie kan steeds ICT-aanbestedingen doen, een andere<br />

organisatie kan steeds kantoorbenodigdheden voor zijn rekening nemen. Risico’s<br />

<strong>van</strong> het carpoolen betreffen onder meer de afhankelijkheid <strong>van</strong> de expertise <strong>van</strong> de<br />

partners en het verlies <strong>van</strong> kunde in de eigen organisatie. Wat als het verband (deels)<br />

wordt opgebroken en de eigen organisatie plotseling weer zelf alles moet gaan aanbesteden<br />

Deze vorm <strong>van</strong> samenwerken is zodoende niet altijd mogelijk.<br />

Omdat er meer overleg nodig is dan bij meeliften of een busdienst kunnen aan een<br />

carpoolinitiatief minder organisaties deelnemen. Dit geldt ook voor het konvooi en<br />

het formule1-team. Vanaf het carpoolmodel tot aan het formule1-team worden verder<br />

onderlinge organisatieverschillen doorgaans een grotere issue. Des te intensiever een<br />

samenwerkingsverband wordt, des te moeilijker het wordt om geschikte nieuwe partners<br />

te vinden en des te minder ‘bepalende’ deelnemers in het verband zouden moeten<br />

zitten.<br />

55<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Konvooi<br />

Het konvooi is een intensieve eenmalige vorm <strong>van</strong> samenwerken: met zijn allen wordt<br />

er gereden <strong>naar</strong> dezelfde bestemming. Vaak betreft dit een groot project, rele<strong>van</strong>t voor<br />

meerdere gelijke organisaties, waarbij veel schaalvoordelen en kostenbesparingen<br />

mogelijk zijn.<br />

In de konvooivorm zijn alle organisaties min of meer betrokken bij het gehele inkoopproces,<br />

met name in de specificatie-, de selectie- en de contracteringsfase. Meer nog<br />

dan bij het carpoolen kunnen de eigen specificaties worden meegenomen in het gezamenlijke<br />

proces. Door op deze wijze samen te werken, kan er <strong>van</strong> elkaar worden<br />

geleerd, maar ook zal er meer tijd nodig zijn voor het overleggen en afstemmen. Van te<br />

voren moet de bestemming worden besproken, maar onderweg kan men leren <strong>van</strong><br />

elkaars rijstijl en gezamenlijk de route aanpassen bij bijvoorbeeld files.


56<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


Formule1-team<br />

Het formule1-team is de meest intensieve vorm <strong>van</strong> samenwerken met de meeste gezamenlijke<br />

activiteiten. Alle organisaties spelen een belangrijke rol in een dergelijke<br />

vorm: monteurs, coureurs en het management zijn allen regelmatig betrokken bij het<br />

rijden <strong>van</strong> nieuwe wedstrijden. In een formule1-verband vergadert men dan ook regelmatig<br />

voor het oppakken <strong>van</strong> nieuwe gezamenlijke aanbestedingen en het vervolgen<br />

<strong>van</strong> bestaande. Bij de aanbestedingen die gezamenlijk worden opgepakt, kan men <strong>van</strong><br />

elkaar leren.<br />

In formule1-teams worden vaak inkoopscans naast elkaar gelegd, die als basis voor de<br />

samenwerking kunnen gelden. Maar ook zonder deze scans kan een team goed draaien,<br />

hoewel samenwerking dan vaak minder gestructureerd plaatsvindt. Over het algemeen<br />

draait een team beter als de betrokken organisaties weten wat ze uitgeven en<br />

hier ook controle over hebben. Een voorbeeld <strong>van</strong> een formule1-team in de <strong>praktijk</strong> is<br />

Netwerkstad Twente.<br />

sheet 24<br />

Als grotere organisaties gezamenlijk willen aanbesteden, gebeurt dit doorgaans in de<br />

vorm <strong>van</strong> een konvooi of een formule1-team. In dergelijke intensieve vormen kan er<br />

namelijk voldoende invloed worden uitgeoefend op de specificaties.<br />

Snelweg-matrix als groeimodel<br />

De snelweg-matrix hoeft geen groeimodel te zijn. Organisaties hoeven niet <strong>van</strong> de ene<br />

vorm <strong>naar</strong> de andere door te groeien. Wel kan de matrix zo worden gebruikt. Vaak is<br />

een succesvolle eenmalige samenwerking de basis voor samenwerking op programmabasis.<br />

Als ook hierbij de ervaringen <strong>van</strong> alle betrokkenen positief zijn, kan worden<br />

besloten om tot continue samenwerking over te gaan. Ook kunnen na verloop <strong>van</strong> tijd<br />

meer activiteiten gezamenlijk worden opgepakt. Zo kunnen alle aspecten <strong>van</strong> het racewagenmodel<br />

uiteindelijk gezamenlijk worden meegenomen, net als in een daadwerkelijk<br />

formule1-team. In ieder geval kunnen alle samenwerkingsvormen een route bieden<br />

voor het behalen <strong>van</strong> inkoopresultaat!<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

57


58<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


6. REISPLAN OP WEG NAAR INKOOPSAMENWERKING<br />

sheet 25<br />

De invulling <strong>van</strong> de verschillende samenwerkingsvormen in de snelweg-matrix kan op<br />

meerdere manieren plaatsvinden. Aspecten die kunnen verschillen per samenwerkingsvorm<br />

zijn onder meer:<br />

• Organisatievorm;<br />

• Formalisatiegraad;<br />

• Inbreng <strong>van</strong> (niet-) inkopers;<br />

• Contractvormen;<br />

• Criteria voor gezamenlijke inkooppakketten;<br />

• Focus op inhoud of gemak;<br />

• Benodigde steun <strong>van</strong> de top.<br />

Op deze aspecten gaan we in de rest <strong>van</strong> dit hoofdstuk dieper in.<br />

sheet 26<br />

6.1. Keuze <strong>van</strong> de organisatievorm<br />

Als duidelijk is wat de gewenste intensiviteit en het aantal gezamenlijke activiteiten<br />

zijn, dient de organisatie <strong>van</strong> de samenwerking verder te worden ingevuld. Er zijn vele<br />

organisatievormen mogelijk, variërend <strong>van</strong> een ad hoc samenwerking tot een samenwerkingsverband<br />

die is vastgelegd in een rechtspersoon:<br />

• Niets geregeld (samenwerken op ad hoc-basis);<br />

• Virtueel;<br />

• Informeel verband inkopers;<br />

• Informeel verband organisatiebreed;<br />

• Formeel verband inkopers;<br />

• Formeel verband organisatiebreed;<br />

• Stichting;<br />

• Gezamenlijke BV;<br />

• Et cetera.<br />

Bij de keuze voor een bepaalde organisatievorm is het belangrijk dat alle betrokkenen<br />

op een juiste wijze worden ‘gelinkt’. Er moet worden gezocht <strong>naar</strong> een juiste balans<br />

tussen werkbare inspraak <strong>van</strong> alle betrokkenen en aanvaardbare centrale regie. Deze<br />

balans kan in de loop <strong>van</strong> de tijd wijzigen, omdat de focus langzaam kan verschuiven<br />

<strong>van</strong> het opbouwen <strong>van</strong> vertrouwen <strong>naar</strong> het incasseren <strong>van</strong> resultaten (Thijssen, 2003).<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

59


60<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 27<br />

6.2. Invulling <strong>van</strong> de organisatievorm<br />

In deze paragraaf worden voorbeelden gegeven <strong>van</strong> in de <strong>praktijk</strong> voorkomende organisatievormen<br />

per geïdentificeerde samenwerkingsvorm in de snelweg-matrix. Dit wil<br />

overigens niet zeggen dat dit per definitie de ideale invulling per samenwerkingsvorm<br />

is! Sommige organisatievormen werken bij een bepaalde vorm <strong>van</strong> samenwerking bij<br />

sommige organisaties wel, maar bij andere organisaties niet. De ideale invulling hangt<br />

af <strong>van</strong> onder andere de om<strong>van</strong>g en vorm <strong>van</strong> de samenwerking en <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> de<br />

betrokken organisaties. Intensieve inkoopprojecten met veel betrokkenen vereisen<br />

uiteraard een uitgebreidere structuur dan een inkoopproject met een lage intensiviteit<br />

en weinig deelnemers.<br />

Bij de bespreking <strong>van</strong> de organisatievormen wordt een aantal begrippen gebruikt.<br />

Voor de duidelijkheid lichten we deze hier vast nader toe (GIA II, 2004):<br />

• Projectgroep. In de projectgroep zitten de personen die belast zijn met de daadwerkelijke<br />

uitvoering <strong>van</strong> het gezamenlijke inkoopproject. Dit kunnen materiaaldeskundigen,<br />

inkopers, maar ook juristen of directe gebruikers zijn. Het is belangrijk<br />

dat een projectleider draagvlak heeft bij de project- én eventuele stuurgroepleden;<br />

• Stuurgroep. Deze groep houdt de voortgang <strong>van</strong> individuele projecten in de gaten,<br />

doorbreekt stagnaties in de projectgroep(en) en coördineert het opzetten <strong>van</strong> eventuele<br />

nieuwe projecten. Idealiter bestaat deze groep uit de lijnverantwoordelijken<br />

<strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de projectgroep(en);<br />

• Managementteam. In principe is het topmanagement <strong>van</strong> de betrokken organisaties<br />

niet direct bij de inkoopsamenwerking betrokken. Wel kan het topmanagement<br />

bepalend zijn bij het vaststellen <strong>van</strong> het ambitieniveau <strong>van</strong> de inkoopsamenwerking;<br />

• Linking-pin structuur. De constructie waarbij minimaal één lid <strong>van</strong> een groep ook in<br />

de hiërarchische lagere groep vertegenwoordigd is. Op deze manier is de onderlinge<br />

afstemming binnen een samenwerkingsverband beter gewaarborgd. In de plaatjes<br />

<strong>van</strong> de organisatievormen wordt dit gevisualiseerd door deels overlappende<br />

driehoeken.<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

61<br />

Organisatievorm bij formule1-team<br />

Bij de intensieve formule1-vorm <strong>van</strong> samenwerken ziet men vaak een linking-pin<br />

structuur. Deze linking-pin structuur bestaat zowel tussen de managementteams <strong>van</strong><br />

de verschillende betrokkenen en de centrale stuurgroep, als tussen de centrale stuurgroep<br />

en de projectgroepen. Zowel in de stuurgroep als in de projectgroepen zitten<br />

afgevaardigden <strong>van</strong> de betrokken organisaties. De stuurgroep heeft in deze een sterk<br />

coördinerende werking. Zij zet de lijn uit voor de toekomst: welke projecten worden<br />

samen uitgevoerd en wanneer<br />

Organisatievorm bij carpoolen<br />

Bij carpoolen verschilt de organisatie vaak niet wezenlijk <strong>van</strong> de organisatie bij een<br />

formule1-team. Het enige wezenlijke verschil is dat de projectleden per groep uit één<br />

en dezelfde organisatie komen. Elk project wordt immers uitbesteed aan de meest<br />

geschikte organisatie voor dit project.


62<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


sheet 28<br />

Organisatievorm bij konvooi<br />

Bij een eenmalig, intensief project is er idealiter wederom sprake <strong>van</strong> een linking-pin<br />

structuur. In de projectgroep zijn de verschillende organisaties en belangen vertegenwoordigd.<br />

Van een stuurgroep hoeft echter niet per definitie sprake te zijn. Als bijvoorbeeld<br />

de bereidheid om samen te werken in de projectgroep laag is, of het aantal<br />

deelnemers en risico’s groot is, is het zinvol om een stuurgroep aan te stellen. Is dit<br />

niet het geval, dan kan een stuurgroep als een onnodig extra overleg worden<br />

beschouwd.<br />

Organisatievorm bij meeliften en busdienst<br />

Bij deze twee vormen <strong>van</strong> samenwerking wordt het gehele voorbereidende inkoopproces<br />

(specificeren en selecteren) doorgaans door één organisatie uitgevoerd. Bij meeliften<br />

is dit de leidende organisatie, bij de busdienst vaak een speciaal opgezet projectbureau.<br />

Afstemming met de deelnemers is slechts noodzakelijk tijdens de contracteringsfase<br />

als er meegelift wordt op aanbestedingen. De volgende <strong>praktijk</strong>ervaring geeft een<br />

voorbeeld <strong>van</strong> een combinatie <strong>van</strong> twee verschillende vormen <strong>van</strong> samenwerken: meeliften<br />

en een formule1-team.<br />

63<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


64<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK


IN DE PRAKTIJK<br />

Honderd gezamenlijke contracten<br />

Al meer dan 20 jaar lang werken de Friese ziekenhuizen vrijblijvend samen op inkoopgebied.<br />

Onder de naam Inkoopoverleg Friese Ziekenhuizen (IFZ) zijn er bijna honderd gezamenlijke<br />

contracten, waar<strong>van</strong> 80% primaire zorgartikelen betreft. De gezamenlijke inkoop varieert daarmee<br />

<strong>van</strong> spuiten, naalden en verbandmiddelen tot katheters, IV-canules en pacemakers. Daarnaast<br />

zijn er gezamenlijke contracten voor facilitaire zaken als voeding, energie, afval, kantoormiddelen<br />

en copiers. Uniek is dat de andere Friese zorginstellingen geregeld participeren in de facilitaire<br />

contracten, zoals bij afval en voeding.<br />

Overlegstructuur<br />

Het is ondoenlijk om met alle zorginstellingen regelmatig om de tafel te zitten. Daarom is gekozen<br />

voor een opzet waarbij alleen de 5 ziekenhuizen 8 keer per jaar bijeenkomen om na te gaan welke<br />

producten gezamenlijk kunnen worden aanbesteed. Vervolgens wordt per zogenaamd cluster nagegaan<br />

in hoeverre de andere zorginstellingen bereid zijn om mee te liften met een aanbesteding.<br />

Per product wordt een projectleider aangesteld uit een <strong>van</strong> de ziekenhuizen. Dit wordt gedaan<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> het inkoopvolume en aanwezige kennis binnen de organisaties.<br />

Voorwaarde voor het succes <strong>van</strong> het IFZ is dat de deelnemende personen aan het overleg over<br />

voldoende inkoopkennis en mandaat beschikken.<br />

Kosten en baten<br />

De extra kosten <strong>van</strong> het samenwerken op deze wijze zijn laag te noemen. Aanbesteden moet toch<br />

gebeuren en het kost de ervaren projectleider voor veel producten weinig extra moeite om de andere<br />

instellingen te betrekken. Zeker omdat het samenwerkingsverband al zoveel jaren bestaat.<br />

Daarnaast kun je in veel gevallen profiteren <strong>van</strong> de inzet <strong>van</strong> andere instellingen als zij de rol <strong>van</strong><br />

projectleider op zich nemen. In de <strong>praktijk</strong> komt het erop neer dat de kleinere instellingen het<br />

meeste belang hebben bij samen inkopen door onder meer een veel lagere inkoopprijs dan zij<br />

alleen zouden kunnen bedingen. Aan de andere kant geven de kleinere instellingen als extra voordeel<br />

voor de ziekenhuizen dat de gehele provincie wordt gedekt. Dit kan aantrekkelijk zijn voor<br />

leveranciers en tot een nog lagere inkoopprijs leiden. Kortom, het combineren <strong>van</strong> verschillende<br />

vormen <strong>van</strong> samenwerken heeft in de provincie Friesland tot een uiterst succesvol inkoopsamenwerkingsverband<br />

geleid!<br />

65<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK<br />

Otto <strong>van</strong> Dijk, sectorhoofd materiële zaken Medisch Centrum Leeuwarden<br />

7. Succesvol combineren <strong>van</strong> organisatievormen


66<br />

INKOOPSAMENWERKING, VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!