systeem rampzalige gevolgen zou hebben voor de jongste generaties, zowel in de nabije als in de verdere toekomst. Om de levenskwaliteit van de mensen te verbeteren, is er absoluut nood aan een socialezekerheidsysteem dat iedereen in gelijke mate toegang verschaft tot geneeskundige verzorging. Vergrijzing is een opportuniteit, geen crisistoestand. Dit jaar moeten er acties in die zin worden opgestart die kunnen worden opgenomen in het programma van het Europees Jaar van actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties. Vijfde verbintenis In de overheidssector: maatregelen treffen (aanpassing van de werktijdregeling, aanpassing/verdeling van de betrekkingen of taken, halftijds pensioen, …) om 50-plussers aan te moedigen een volledige loopbaan op te bouwen daarbij gebruik makend van bijscholingsmogelijkheden en, binnen hun competenties en tegen vergoeding, nieuwkomers op te leiden. In de privésector: de (fiscale) incentives diversifiëren die werkgevers ertoe brengen 50-plussers in dienst te nemen of te houden. Zesde verbintenis Hulpmiddelen voor toegang tot het hoger onderwijs (hogescholen of universiteiten) ontwikkelen voor de 60- /70-plussers die (opnieuw) een opleiding willen volgen die afgestemd is op hun huidige projecten. Ook bepaalde rollen en functies in het vrijwilligerswerk vergen gespecialiseerde vaardigheden, die direct of op termijn nuttig kunnen zijn. Zevende verbintenis Leggen we de inhoud van deze verbintenis naast de definitie van de WGO (Ottawa), dan blijkt duidelijk dat dergelijke verbintenis pas zinvol en efficiënt zal zijn indien zij gekoppeld wordt aan begeleidende maatregelen op het vlak van milieu, transport, huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, sociale bescherming, … Ongetwijfeld is deze verbintenis enkel houdbaar met een echt “mainstreamingbeleid”, m.a.w. een streng beleid op het vlak van uitvoeringsbesluiten. In ieder geval veronderstelt zij een wettelijke erkenning en bescherming van alle individuele, niet afgeleide rechten, dus een ingrijpende hervorming met de juiste middelen. Achtste verbintenis Wij vinden het nuttig de aandacht te vestigen op eventuele ongewilde gevolgen van verschillende maatregelen die een beter evenwicht tussen werk en privéleven beogen. Deze maatregelen worden als “geslachtsneutraal” voorgesteld (bijv. deeltijds verlof om een zieke of naaste te verzorgen, palliatief verlof, …), maar vooral vrouwen maken er gebruik van, waardoor zij geen of te weinig kans op promotie maken. Deze maatregelen leiden dus tot een lager loon, en mogelijk ook een lager pensioen, waardoor ze discriminatie ten opzichte van vrouwen versterken. Tevens mogen de maatregelen voor een betere balans tussen werk en privéleven niet ten koste gaan van een sociaal beleid dat voorziet in voldoende diensten voor gezinshulp en professionele zorg om gezinnen echt de keuze te laten en de zorgtaak niet volledig te laten terechtkomen op de schouders van de gezinnen, meer bepaald van de vrouwen, wat het geval zou zijn bij onvoldoende professionele dienstverlening. Uiteraard is ook de wettelijke erkenning van de individuele rechten een bijzonder efficiënt beleid voor vrouwen. Negende verbintenis Ingeval de overheden voor ouderen maatregelen (bijv. toegang tot thuiszorgdiensten, tijdelijke verkorting van de werktijd zonder loonverlies, …) treffen om de solidariteit tussen gezinsleden te ondersteunen, dan moeten deze toegankelijk zijn voor al wie door huwelijk, afstamming, een andere verwantschap in een of andere graad of door een nieuwe samenstelling deel uitmaakt van eenzelfde gezin. 29
Tiende verbintenis Zoals uit de gerealiseerde projecten blijkt, hebben de UNECE-lidstaten er alle belang bij de regionale samenwerking op het vlak van goede praktijken te bevorderen opdat zij zich zouden kunnen uitbreiden en vermenigvuldigen en zodoende hun geloofwaardigheid en hun impact binnen de regio kunnen verhogen. 30