bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid
bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid
bijlagen (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Demografische en economische context<br />
Dit deel is gebaseerd op het Jaarverslag 2011 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, die jaarlijks een<br />
verslag opstelt over de budgettaire en maatschappelijke gevolgen van de vergrijzing. Het schetst de macroeconomische<br />
context en de voornaamste demografische ontwikkelen die België tegen 2060 mag verwachten.<br />
Op basis van deze hypothesen worden ook de budgettaire kosten van de vergrijzing of de stijging van de sociale<br />
uitgaven tussen 2010 en 2060 voorgesteld, uitgedrukt in het percentage van het BBP.<br />
Tabel 1: 1 De demografische hypothesen van de “bevolkingsvooruitzichten 2010-2060”<br />
2010 2030 2060<br />
Vruchtbaarheidsgraad 1,85 1,86 1,86<br />
Levensverwachting bij de geboorte: mannen (jaren) 77,93 81,87 86,24<br />
Levensverwachting bij de geboorte: vrouwen (jaren) 83,23 85,82 88,78<br />
Migratiesaldo (in duizendtallen) 63,8 24,3 32,6<br />
Tabel 2: 2 Belangrijkste resultaten van de nieuwe demografische vooruitzichten 2010-2060<br />
2010 2030 2060<br />
Totale bevolking in duizendtallen 10884,1 12309,1 13537,2<br />
Per leeftijdscategorie in duizendtallen<br />
0-14 jaar 1841,9 2125,7 2275,1<br />
15-64 jaar 7171,0 7456,1 7911,0<br />
65 jaar en ouder 1871,1 2727,2 3351,1<br />
Leeftijdsstructuur in %<br />
0-14 jaar 16,9 17,3 16,8<br />
15-64 jaar 65,9 60,6 58,4<br />
65 jaar en ouder 17,2 22,2 24,8<br />
Enkele indicatoren<br />
Afhankelijkheid van de ouderen (65+/15-64) 26,1 36,6 42,4<br />
Intensiteit van de vergrijzing (80+/65+) 29,0 28,9 38,9<br />
De totale bevolking zou in 2060 meer dan 13,5 miljoen personen tellen, wat neerkomt op een stijging van meer<br />
dan 25% ten opzichte van 2010. Terwijlde bevolkingsgroep van 0 tot 14 jaar relatief stabiel blijft tussen 2010 en<br />
2060, daalt het aandeel personen tussen 15 en 64 ten voordele van het aandeel personen vanaf 65 jaar, wat<br />
een aanzienlijke vergrijzing van de bevolking inhoudt. De totale afhankelijkheidsratio van de ouderen (of het<br />
aandeel van de personen van 65 jaar en ouder ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd van 15 tot 64<br />
jaar) stijgt van 26% in 2010 naar 42% in 2060, wat neerkomt op een stijging van 62%. De evolutie van de<br />
indicator “intensiteit van de vergrijzing”, die het aantal 80-jarigen en ouder meet in de bevolking van 65 jaar en<br />
ouder, wijst op een uitgesproken intensiteit van de vergrijzing die stijgt van 29 % in 2010 tot 39 % in 2060.<br />
Bovendien gaat de vergrijzing gepaard met een duidelijke vervrouwelijking. Het aandeel van de vrouwen (en<br />
weduwen) stijgt immers met de leeftijd: het bedraagt 56 % van de personen van 65 tot 69 jaar en 67 % van de<br />
personen van 80 tot 84 jaar.<br />
8