Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ll<br />
al de dagen, hun ten goede, mitsga<strong>der</strong>s hun kin<strong>der</strong>en na hen, Jer.<br />
32: 39." (Toetssteen I, blz.115).<br />
Samenvattend zegt <strong>Van</strong> <strong>der</strong> <strong>Groe</strong>: ,,Zon<strong>der</strong> verslagenheid en verbrijzeling<br />
on<strong>der</strong> een gevoel van zonde en toorn, kwam nooit<br />
iemand tot de Heere Jezus!" ('Het juk afegenomen',b12.84).<br />
Toch laat va<strong>der</strong> Brakel temidden van uitgesproken tegenstrijdigheden<br />
in bovengenoemde gedeelten uit de'Redelijke Godsdienst'<br />
het volgende reformatorische geluid horen: Hoofdstuk XXXI,<br />
par. VII, punt 4(e), blz. 750:<br />
,,Want an<strong>der</strong>s is het een zekere zaak,dal de bekering in een ogenblik<br />
geschiedt, in een moment wordt de ziel van dood levend;<br />
tussen dood en levend zijn is geen tijd."<br />
En op blz.752:,,....doch ook dan zijn ze dood, en zijn niet na<strong>der</strong><br />
aan het leven, alsof ze die bewegingen niet hadden; die voorbereidingen<br />
(die Ds H. ontkent - J.A.-) zijn geen beginselen van het<br />
leven....."<br />
Bij hoofdstuk XXXI, par. XII, b12.7551756: ,,Vóór de eerste daad<br />
des geloofs is de mens dood, hoe vele voorbereidende bewegingen<br />
hij ook mocht ontvangen hebben. Als wij voorbereiding stellen,<br />
zo weet, dat wij daardoor niet verstaan beginselen des levens, verre<br />
van daar; in al de voorbereidingen is en blijft de mens dood, en<br />
zijn daden kunnen Gode niet behagen, hoe deugzaam dat ze schijnen.<br />
Het eerste beginseltje des levens ontvangt hij met de eerste<br />
daad des geloofs; geloof en leven zijn in de tijd gelijk, maar in de<br />
orde gaathetgeloofvoor, als een oorsprong des levens; want daar<br />
is geen leven dan in de vereniging met Christus, Die hun leven is,<br />
en het geloof is het middel van vereniging met Christus, waaruit<br />
blijkt de dwaasheid <strong>der</strong>genen, die eerst uerloochening, die eerst<br />
heiliging zoehen; deze stellen zich in het uiterste gevaar om nooit<br />
we<strong>der</strong>geboren te worden." -Aldus W. à Brakel-.<br />
Hoe zijn nu deze tegenstrijdigheden in het bekeringspatroon van<br />
Brakel te rijmen In de eerste plaats door dat hij meer Teellinck<br />
heeft nagevolgd dan de duidelijke uitspraken in de Bijbel of de<br />
leer <strong>der</strong> reformatie. In de tweede plaats doordat Brakel (en misschien<br />
ook Teellinck) van jongsaf de Heere heeft gevreesd en zo<br />
zal het hem moeilijk zijn geweest, zijn eerste geloofsdaad aan te<br />
48<br />
wijzen. Het gaat dan in<strong>der</strong>daad meer trapsgewijze, omdat men<br />
reeds we<strong>der</strong>geboren is, voordat men tot de jaren des on<strong>der</strong>scheids<br />
is gekomen. Dit neemt echter niet weg, dat uit bovenaangegeven<br />
gedeelten, vooral tegenwoord ig, zeer verkeerde gevolgtrekkingen<br />
worden getrokken. Als dit vanaf de kansel wordt gedaan zijn de<br />
gevolgen nog ergeï, want het gaat hier niet om bijzaken, maar om<br />
de gronden <strong>der</strong> religie!<br />
Over Brakel, Hellenbroek, Smytegelt, e.a. merkt <strong>Van</strong> <strong>der</strong> <strong>Groe</strong> in<br />
zijn Briefwisseling nog op (b12. L71), dat het misbruik maken van<br />
hun geschriften voorkomen had kunnen worden, als ,,die Godzalige<br />
schrijvers hun goede leer altijd stipt hadden voorgesteld op<br />
de manier en naar de methode van de oude theologanten (de reformatoren)<br />
en uit toegefelijhheid voor onze verdorven en geesteloze<br />
tijd daar geen haarbreed van waren afgegaan."<br />
We lezen ver<strong>der</strong> in het artikel:<br />
Onze Dordtse leerregels omschrijven de we<strong>der</strong>geboorte als die<br />
vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de doden en<br />
levendmaking, dewelke God, zon<strong>der</strong> ons in ons werkt, (III, IV,<br />
72). Zo zouden we door kunnen gaan verschillende gezichtspunten<br />
hierover naast elkaar te zetten zon<strong>der</strong> nochtans het<br />
werk van deze getrou'vve mannen te verketteren.<br />
Zou Ds H. nog een mooier begin weten té vinden, als de Leerregels<br />
in hoofdstuk III/IV, par. 10-13 de krachtdadige roeping . de<br />
begiftiging met het geloof gaan beschrijven<br />
,,Maar dat an<strong>der</strong>en, door de bediening des Evangelies geroepen<br />
zijnde, komen en bekeerd worden, .....in de tijd krachtig roept,<br />
met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht <strong>der</strong><br />
duisternis verlost zijnde..... in de Heere zouden roemen..... en<br />
dit is die we<strong>der</strong>geboorte!!!<br />
Gelukkig behoeven wij niemand te verketteren of te veroordelen,<br />
maar, hetgeen iemand leert mogen -nee, moeten - wij ten allen<br />
tijde toetsen aan Gods Woord. En als die leer van dat Woord afwijkt,<br />
dan behoeven wij daarbij niet te gaan bemiddelen, of schipperen.<br />
Al droeg iemand de naam Calvijn of <strong>Van</strong> <strong>der</strong> <strong>Groe</strong>, dan<br />
mag dat voor ons geen verhin<strong>der</strong>ing zijn om ook bij hun werken<br />
de maatstaf en regel van Gods Woord aan te leggen!<br />
49