Niet voor ons soort mensen? - Vrije Universiteit Brussel
Niet voor ons soort mensen? - Vrije Universiteit Brussel
Niet voor ons soort mensen? - Vrije Universiteit Brussel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
(N=4.162). In 2005 vond nog een herbevraging op 29-jarige leeftijd plaats van de<br />
cohorte geboren in 1976 (N=1.657). In 2009 werden de respondenten geboren in<br />
1980 op 29-jarige leeftijd opnieuw bevraagd (N=1.922).<br />
We gebruiken de gegevens van de geboortecohorte 1976, omdat we <strong>voor</strong> die groep<br />
beschikken over het grootste aantal metingen over de loopbaan, met name drie: op<br />
23, op 26 en op 29 jaar. We beperken de hierna volgende panelanalyses tot de<br />
groep van respondenten die tot op de leeftijd van 29 jaar werd bevraagd (N=1.657).<br />
We kennen op elk van de drie tijdstippen de beroepspositie van de betrokken<br />
respondenten, én de respondenten werd telkens het instrument om sociale demotie<br />
te bepalen <strong>voor</strong>gelegd.<br />
3.1 Een schaal <strong>voor</strong> de meting van sociale demotie<br />
De schaal <strong>voor</strong> het meten van gevoelens van demotie werd ontwikkeld door Koen<br />
Pelleriaux (2001: hoofdstuk 3). In de SONAR-enquêtes werden daarvan acht items<br />
opgenomen en <strong>voor</strong>gelegd aan de respondenten. De eerste twee van de acht<br />
<strong>voor</strong>gelegde items (“er zijn een hoop <strong>mensen</strong> die het nooit goed zullen hebben en ik<br />
hoor bij die groep”, en “eigenlijk heb ik al geen hoop meer op een goede job”)<br />
werden niet weerhouden in de schaal <strong>voor</strong> demotie in de hierna volgende analyses,<br />
omdat ze louter wijzen op een negatief toekomst- of maatschappijbeeld zonder<br />
dezelfde duidelijke groepsidentificatie als de andere items, en als dusdanig minder<br />
goed aansluiten bij onze opvatting van sociale demotie als een veralgemeend<br />
gevoel van achterstelling. De andere zes items worden weerhouden <strong>voor</strong> de<br />
c<strong>ons</strong>tructie van een schaal <strong>voor</strong> sociale demotie. In tabel 1 wordt de formulering<br />
van de betrokken items, en de verdeling van de antwoorden weergegeven.<br />
Ongeveer 80% van de respondenten is het telkens “helemaal niet eens” met de<br />
<strong>voor</strong>gelegde uitspraak. Is men het niet “helemaal oneens” met de uitspraken, dan is<br />
men het doorgaans “eerder oneens”. Het andere uiterste van de<br />
antwoordmogelijkheden – “helemaal wel akkoord” – wordt maar door een heel<br />
beperkte groep (amper ongeveer zo’n 1%) aangegeven. Daarmee gaat het duidelijk<br />
om ‘moeilijke’ uitspraken die resulteren in een scheef verdeeld antwoordpatroon. 3<br />
3 Ook Pelleriaux stelde vast dat de items scheef verdeeld zijn. De gegevens van het SONARonderzoek<br />
werden verzameld via face-to-face enquêtes, waarbij de aanwezigheid van een<br />
interviewer de neiging om de uitspraken te verwerpen wellicht nog versterkt heeft. Er bestaat<br />
evenwel voldoende variatie om de analyse verder te zetten.<br />
p. 11