13.07.2015 Views

Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse

Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse

Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong> (geboortecohorte 1976)Heidi Knipprath & Katle<strong>en</strong> De RickCopyright (2007)Steunpunt SSLp/a Parkstraat 47, 3000 Leuv<strong>en</strong>Niets uit deze uitgave mag word<strong>en</strong> verveelvoudigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijz<strong>en</strong> naar de bron.No part of this material may be made public without an explicit refer<strong>en</strong>ce to the source.De verantwoordelijkheid voor dit rapport berust volledig bij de auteurs <strong>en</strong> vertolkt niet noodzakelijk de officiële visie van delaamse Overheid.


<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong> (geboortecohorte 1976)Heidi Knipprath & Katle<strong>en</strong> De RickTOnderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs <strong>en</strong> Vorming, in het kader van hetprogramma ‘Steunpunt<strong>en</strong> voor Beleidsrelevant Onderzoek’SSL-rapport nr. SSL/OD2/2011.28datum oplevering eerste versie: 2 januari 2012datum publicatie: dd mmmm yyyy


Voor meer informatie over deze publicatie:Steunpunt SSL, onderzoeksdomein ‘2.4‘Auteurs:Heidi Knipprath & Katle<strong>en</strong> De RickAdres: Parkstraat 47 bus 5300, 3000 Leuv<strong>en</strong>Tel.: 016/32 04 52Fax: 016/32 33 44E-mail: heidi.knipprath@hiva.kuleuv<strong>en</strong>.beWebsite: http://www.steunpuntloopban<strong>en</strong>.beCopyright (2007)Steunpunt SSLp/a Parkstraat 47, 3000 Leuv<strong>en</strong>Niets uit deze uitgave mag word<strong>en</strong> verveelvoudigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt zonder uitdrukkelijk teverwijz<strong>en</strong> naar de bron.No part of this material may be made public without an explicit refer<strong>en</strong>ce to the source.De verantwoordelijkheid voor dit rapport berust volledig bij de auteurs <strong>en</strong> vertolkt niet noodzakelijkde officiële visie van de Vlaamse Overheid.


SOCIAAL KAPITAAL, LEVENSLANGLEREN EN WERKE<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>(geboortecohorte 1976)Heidi Knipprath & Katle<strong>en</strong> De RickProjectleiding: Katle<strong>en</strong> De RickOnderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs<strong>en</strong> Vorming, in het kader van het programma ‘Steunpunt<strong>en</strong> voorBeleidsrelevant Onderzoek’


Gepubliceerd doorKATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVENHIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid <strong>en</strong> Sam<strong>en</strong>levingParkstraat 47 – bus 5300, BE 3000 Leuv<strong>en</strong>www.hiva.be© 2012 HIVA-K.U.Leuv<strong>en</strong>Niets uit deze uitgave mag word<strong>en</strong> verveelvuldigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt door middel van druk, fotocopie,microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission inwriting from the publisher.


InhoudLijst tabell<strong>en</strong> 9Lijst figur<strong>en</strong> 29Inleiding 31- DEEL 1 <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: de probleemstelling - 331 | Het theoretisch model 351.1 Inleiding 351.2 Het algem<strong>en</strong>e model 361.3 Determinant<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> 391.4 De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 411.5 De onderzoeksvrag<strong>en</strong> 421.6 Sam<strong>en</strong>vatting 432 | De onderzoeksmethode 452.1 Inleiding 452.2 De steekproef 462.2.1 SONAR 462.2.2 Geboortecohorte 1976 472.3 Operationaliser<strong>en</strong> van begripp<strong>en</strong> 492.3.1 Lev<strong>en</strong>slang <strong>ler<strong>en</strong></strong> 492.3.2 Arbeidsmarktsucces 502.3.3 <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> 512.3.4 Overige variabel<strong>en</strong> 522.4 Analysetechniek <strong>en</strong> het rapporter<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong> 542.5 Sam<strong>en</strong>vatting 55Inhoud 3- DEEL 2 Participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> - 573 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 593.1 Inleiding 59


3.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> 593.2.1 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan tot 29 jaar 593.2.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job nader bekek<strong>en</strong> 633.2.3 Het verschil tuss<strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> hetbedrijf <strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijfnader bekek<strong>en</strong> 653.2.4 De int<strong>en</strong>tie om georganiseerde opleiding<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> nader bekek<strong>en</strong>703.3 Informele opleiding<strong>en</strong> 713.3.1 Informele opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan tot 29 jaar 713.3.2 Informele opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job nader bekek<strong>en</strong> 723.3.3 De aard van de informele opleiding<strong>en</strong> nader bekek<strong>en</strong> 723.4 Vaardighed<strong>en</strong> 733.5 Studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> 743.6 Sam<strong>en</strong>vatting 754 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job 794.1 Inleiding 794.2 Regulier onderwijs 804.2.1 Voltijds secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs 804.2.2 Deeltijds beroepssecundair onderwijs, ondernemersopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> 844.3 VDAB 864.4 Onderwijs voor Sociale Promotie 904.5 Overige opleiding<strong>en</strong> 934.6 Sam<strong>en</strong>vatting 96- DEEL 3 De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces - 1035 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong> 1055.1 Inleiding 1055.2 Indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces 1065.3 Sam<strong>en</strong>vatting 109Inhoud46 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 1116.1 Inleiding 1116.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job 1126.3 Informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job 1176.4 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in eerste <strong>en</strong> latere jobs 1236.4.1 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in eerste job 1236.4.2 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in latere jobs 1256.5 Sam<strong>en</strong>vatting 1287 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 1317.1 Inleiding 1317.2 Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job 1327.2.1 Tot 23 jaar 1327.2.2 Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 1347.2.3 Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 1377.2.4 Tot 29 jaar 138


7.3 Sam<strong>en</strong>vatting 140- DEEL 4 De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> arbeidsmarktsucces - 1438 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 1458.1 Inleiding 1458.2 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> 1468.3 Partner 1508.4 Zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie over solliciter<strong>en</strong> 1528.5 Houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> 1548.6 Sam<strong>en</strong>vatting 1599 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> inhet kader van de job 1639.1 Inleiding 1639.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> 1649.2.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> 1649.2.2 Partner 1679.3 Informele opleiding<strong>en</strong> 1699.3.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> 1699.3.2 Partner 1719.4 Vaardighed<strong>en</strong> 1729.4.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> 1729.4.2 Partner 1759.5 Sam<strong>en</strong>vatting 17610 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job 17910.1 Inleiding 17910.2 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> 18010.3 Partner 18210.4 Sam<strong>en</strong>vatting 183Inhoud 5- DEEL 5 De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces - 187


11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 18911.1 Inleiding 18911.2 Socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 19011.2.1 Geslacht 19011.2.2 Sociale afkomst 19011.2.3 Etnische afkomst 19111.2.4 Thuistaal 19211.3 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 19311.3.1 Hoogst bereikte onderwijsniveau 19311.3.2 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 19511.3.3 Sociale demotie <strong>en</strong> ‘locus of control’ 19611.4 Sam<strong>en</strong>vatting 198Inhoud612 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 20112.1 Inleiding 20112.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> 20212.2.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 20212.2.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 20412.2.3 Leerervaring<strong>en</strong> 20712.2.4 Leefsituatie 21112.3 Informele opleiding<strong>en</strong> 21812.3.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 21812.3.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 22012.3.3 Leerervaring<strong>en</strong> 22212.3.4 Leefsituatie 22412.4 Vaardighed<strong>en</strong> 22912.4.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 23012.4.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 23212.4.3 Leerervaring<strong>en</strong> 23312.4.4 Leefsituatie 23512.5 Sam<strong>en</strong>vatting 24213 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job 247


13.1 Inleiding 24713.2 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 24713.3 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 24913.4 Leerervaring<strong>en</strong> 25213.5 Leefsituatie 25413.5.1 Gezinssituatie 25413.5.2 Arbeidssituatie 25613.6 Sam<strong>en</strong>vatting 262- DEEL 6 <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong>aanbeveling<strong>en</strong> - 26914 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong>aanbeveling<strong>en</strong> 27114.1 Inleiding 27114.2 Sam<strong>en</strong>vatting van de bevinding<strong>en</strong> van de verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s 27214.2.1 De probleemstelling 27214.2.2 De participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> 27414.2.3 De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces 27614.2.4 De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 27814.2.5 De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu,participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 28414.3 Aanbeveling<strong>en</strong> voor verder onderzoek 289Inhoud 7- BIJLAGEN - 291bijlage 1 Constructie van afgeleide variabel<strong>en</strong> 293Bibliografie 297


Lijst tabell<strong>en</strong>Tabel 2.1 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per geboortecohorte per bevraging 46Tabel 2.2 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar geslacht 47Tabel 2.3 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar sociale afkomst 48Tabel 2.4 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar etnische afkomst 48Tabel 2.5 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar thuistaal 48Tabel 2.6 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar arbeidssituatie 49Tabel 2.7 Aanwezigheid van indicator<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies vansociaal <strong>kapitaal</strong> in SONAR C76 52Tabel 2.8 Aanwezigheid van indicator<strong>en</strong> voor de overige variabel<strong>en</strong> in SONARC76 53Tabel 3.1 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job 60Tabel 3.2 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job 60Tabel 3.3 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de initiatiefnemer van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> in het kader van de job 61Tabel 3.4 Ooit zelf betaald voor e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd in hetkader van e<strong>en</strong> job 61Tabel 3.5 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar type georganiseerde opleiding<strong>en</strong> 62Tabel 3.6 C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de totale duur van de gevolgdegeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> in aantal dag<strong>en</strong> 63Tabel 3.7 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong>gevolgd tijd<strong>en</strong>s de eerste job 63Tabel 3.8 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gevolgd tijd<strong>en</strong>s de eerste job 64Tabel 3.9 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de initiatiefnemer van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job 64Lijst tabell<strong>en</strong> 9


Lijst tabell<strong>en</strong>10Tabel 3.10 C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de totale duur van degeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job in aantal dag<strong>en</strong> 65Tabel 3.11 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgdhebb<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 66Tabel 3.12 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar het aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gevolgd tijd<strong>en</strong>s de loopbaan binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar 66Tabel 3.13 Initiatiefnemer van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 67Tabel 3.14 Financieringsbron voor de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdbinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 67Tabel 3.15 Organisator<strong>en</strong> van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 67Tabel 3.16 Type georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf 68Tabel 3.17 Aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar waarbij e<strong>en</strong> diploma, certificaat ofschriftelijk bewijs behaald werd 69Tabel 3.18 Aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar de inzetbaarheid van nieuweverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in andere jobs 69Tabel 3.19 C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in hetaantal dag<strong>en</strong> 70Tabel 3.20 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die (nog) e<strong>en</strong> opleiding wild<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, maar niethebb<strong>en</strong> gedaan 70Tabel 3.21 Belangrijkste red<strong>en</strong><strong>en</strong> om e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding die nuttig wasvoor de beroepsloopbaan niet te volg<strong>en</strong> 71Tabel 3.22 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> 72Tabel 3.23 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>tijd<strong>en</strong>s de eerste job 72Tabel 3.24 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per type informele opleiding gevolgd in hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 73Tabel 3.25 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nieuwe vaardighed<strong>en</strong> geleerd hebb<strong>en</strong> in deeerste job <strong>en</strong> in de laatste job op 23, 26 <strong>en</strong> 29 jaar 74Tabel 3.26 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de inzetbaarheid van de nieuwevaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobs op 23,26 <strong>en</strong> 29 jaar 74Tabel 3.27 De mate waarin m<strong>en</strong> akkoord gaat dat de laatste/huidige job <strong>werk</strong>was/is waarvoor de respond<strong>en</strong>t regelmatig moe(s)t studer<strong>en</strong> naarleeftijd 75


Tabel 3.28 De mate waarin m<strong>en</strong> akkoord gaat dat m<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk vrije tijdbesteedt aan het lez<strong>en</strong> van beroepsgerelateerde tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong>boek<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de bevraging naar leeftijd 75Tabel 3.29 Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabel van de beschrijv<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s overgeorganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> 78Tabel 3.30 Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabel van de beschrijv<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s overvaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in jobs <strong>en</strong> studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> voor het <strong>werk</strong> 78Tabel 4.1 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die voor de eerste keer terugker<strong>en</strong> naar voltijdssecundair of hoger onderwijs naar het aantal maand<strong>en</strong> na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer perleeftijdscategorie 81Tabel 4.2 Aantal opleiding<strong>en</strong> die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> start<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs per leeftijdscategorie 82Tabel 4.3 Aantal behaalde diploma’s na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsper leeftijdscategorie 83Tabel 4.4 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die start<strong>en</strong> in deeltijds beroepssecundaironderwijs naar het aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs per leeftijdscategorie 84Tabel 4.5 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>standsopleiding start<strong>en</strong> naar hetaantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs perleeftijdscategorie 85Tabel 4.6 Aantal gevolgde ondernemersopleiding<strong>en</strong> of leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> perleeftijdscategorie 86Tabel 4.7 Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> naar aanleiding van de gevolgdeondernemersopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23- <strong>en</strong> 26-jarige leeftijd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer 86Tabel 4.8 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding van de VDAB start<strong>en</strong> naar hetaantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 87Tabel 4.9 Type gevolgde VDAB-opleiding<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorie 88Tabel 4.10 C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de VDABopleiding<strong>en</strong>in het aantal dag<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van initieel onderwijsvoor de eerste keer 88Tabel 4.11 Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van VDAB-opleiding<strong>en</strong>gestart na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keerper leeftijdscategorie 89Tabel 4.12 Overdraagbaarheid van de verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de VDABopleiding<strong>en</strong>gestart na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer per leeftijdscategorie 89Lijst tabell<strong>en</strong> 11


Lijst tabell<strong>en</strong>12Tabel 4.13Tabel 4.14Tabel 4.15Tabel 4.16Tabel 4.17Tabel 4.18Tabel 4.19Tabel 4.20Tabel 4.21Tabel 4.22Tabel 4.23Tabel 4.24Tabel 4.25Tabel 4.26Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan Onderwijs voor SocialePromotie naar het aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorie 90Aantal gevolgde opleiding<strong>en</strong> in het Onderwijs voor Sociale Promoti<strong>en</strong>a het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer perleeftijdscategorie 91C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de opleiding<strong>en</strong> inOnderwijs voor Sociale Promotie gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorie 91Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van opleiding<strong>en</strong> in Onderwijsvoor Sociale Promotie na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer per leeftijdscategorie 92Overdraagbaarheid van de verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong>tijd<strong>en</strong>s de opleiding<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer per leeftijdscategorie 92Onderwijsvorm van de gevolgde ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ na het verlat<strong>en</strong>van het initieel onderwijs per leefijdscategorie 93Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ naarhet aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer 94Aantal gevolgde ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorie 95C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van ‘overigeopleiding<strong>en</strong>’ na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs perleeftijdscategorie 95Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van de ’overige opleiding<strong>en</strong>’gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs per leeftijdscategorie96Overdraagbaarheid van de vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de‘overige opleiding<strong>en</strong>’ gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsvoor de eerste keer 96Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tage die e<strong>en</strong> opleiding start<strong>en</strong> na hetverlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keer naarleeftijdscategorie 97Twee meest gekoz<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> die door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>gestart nadat ze het regulier onderwijs voor de eerste keer hadd<strong>en</strong>verlat<strong>en</strong> naar leeftijdscategorie 98De mediaan van de tijdsduur van de gevolgde opleiding<strong>en</strong> in aantaldag<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keernaar leeftijdscategorie 99


Tabel 4.27 Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> aantal opleiding<strong>en</strong>in perc<strong>en</strong>tage waarvan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> dat de verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> inzetbaar zijn naar leeftijdscategorie <strong>en</strong> type opleiding100Tabel 5.1 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong>loosheid op 29 jaar 106Tabel 5.2 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar type contract op 29 jaar 107Tabel 5.3 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar maandelijks nettoloon in euro op 29 jaar 108Tabel 5.4 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar horizontale match op 29 jaar 109Tabel 5.5 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar verticale mismatch op 29 jaar 109Tabel 5.6 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar 109Tabel 6.1 Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaar 113Tabel 6.2 Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 113Tabel 6.3 Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 29 jaar 113Tabel 6.4 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdin het kader van de job tot 26 jaar 114Tabel 6.5 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdin het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 114Tabel 6.6 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdin het kader van de job tot 29 jaar 115Tabel 6.7 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 26 jaar 115Tabel 6.8 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 116Tabel 6.9 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 29 jaar 116Tabel 6.10 Contract op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaar 117Tabel 6.11 Horizontale match op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job tot 26 jaar 117Tabel 6.12 Verticale mismatch op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job tot 26 jaar 117Tabel 6.13 Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaar 118Tabel 6.14 Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 118Tabel 6.15 Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 29 jaar 118Tabel 6.16 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaar 119Lijst tabell<strong>en</strong> 13


Lijst tabell<strong>en</strong>14Tabel 6.17 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 119Tabel 6.18 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 29 jaar 120Tabel 6.19 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informeleopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 26 jaar 120Tabel 6.20 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informeleopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 121Tabel 6.21 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informeleopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 29 jaar 121Tabel 6.22 Contract op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kadervan de job tot 26 jaar 122Tabel 6.23 Horizontale match op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaar 122Tabel 6.24 Verticale mismatch op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaar 122Tabel 6.25 Werkloosheid op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste job123Tabel 6.26 Loon in laatste/huidige job op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in deeerste job 124Tabel 6.27 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerstejob 124Tabel 6.28 Contract op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste job 124Tabel 6.29 Horizontale match op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerstejob 125Tabel 6.30 Verticale mismatch op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerstejob 125Tabel 6.31 Werkloosheid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in delaatste job tot op 23 jaar 126Tabel 6.32 Werkloosheid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in delaatste job tot op 26 jaar 126Tabel 6.33 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> inde laatste job tot op 23 jaar 127Tabel 6.34 Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> inde laatste job tot op 26 jaar 127Tabel 6.35 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar nieuwevaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 23 jaar 128Tabel 6.36 Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar nieuwevaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaar 128Tabel 6.37 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 129


Tabel 7.1Tabel 7.2Tabel 7.3Tabel 7.4Tabel 7.5Tabel 7.6Tabel 7.7Tabel 7.8Tabel 7.9Tabel 7.10Tabel 7.11Tabel 7.12Tabel 7.13Tabel 7.14Tabel 7.15Tabel 7.16Tabel 7.17Tabel 7.18Tabel 7.19Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tot 23 jaar 132Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tot 23 jaar 133Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantalopleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar 133Type contract op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tot 23 jaar 134Horizontale match op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestartbuit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar 134Verticale mismatch op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestartbuit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar 134Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 135Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 135Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantalopleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar136Type contract op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 136Horizontale match op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestartbuit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 136Verticale mismatch op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestartbuit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 137Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 137Loon op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kadervan de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 138Jobtevred<strong>en</strong>heid in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar hetaantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar 138Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs tot 29 jaar 139Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs tot 29 jaar 139Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantalopleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet onderwijs tot 29 jaar 140Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces 141Lijst tabell<strong>en</strong> 15


Lijst tabell<strong>en</strong>16Tabel 8.1 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> vanver<strong>en</strong>ging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 148Tabel 8.2 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het al dan niet lid zijn geweestvan e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 148Tabel 8.3 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>leidinggev<strong>en</strong>de functie in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging 149Tabel 8.4 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> 149Tabel 8.5 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatieop 23 <strong>en</strong> op 26 jaar 150Tabel 8.6 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van devaste relatie op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar 151Tabel 8.7 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het opleidingsniveau van devaste relatie op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar 152Tabel 8.8 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het al dan niet gebruikt hebb<strong>en</strong>van persoonlijke relaties tijd<strong>en</strong>s de intrede van de arbeidsmarkt bij hetvind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> baan 153Tabel 8.9 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het aantal b<strong>en</strong>aderdeorganisaties bij intrede van de arbeidsmarkt om e<strong>en</strong> baan te vind<strong>en</strong>154Tabel 8.10 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar <strong>en</strong> het totaal aantalaangereikte informatiebronn<strong>en</strong> over solliciter<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deschoolloopbaan 154Tabel 8.11 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar156Tabel 8.12 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar 157Tabel 8.13 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> is niet belangrijk’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar158Tabel 8.14 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de attitude t<strong>en</strong> opzichte vancarrière mak<strong>en</strong> op 26 jaar 158Tabel 8.15 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de attitude t<strong>en</strong> opzichte vanpromotie mak<strong>en</strong> op 26 jaar 159Tabel 8.16 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 162Tabel 9.1 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarhet aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 165Tabel 9.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 166Tabel 9.3 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 166


Tabel 9.4 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar naar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21<strong>en</strong> 26 jaar 166Tabel 9.5 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs 167Tabel 9.6 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar naar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 167Tabel 9.7 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar naar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op 26 jaar 168Tabel 9.8 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vasterelatie op 26 jaar 168Tabel 9.9 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar naar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau vanpartner op 26 jaar 168Tabel 9.10 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetaantal lidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 169Tabel 9.11 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar lidmaatschapver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 169Tabel 9.12 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 170Tabel 9.13 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar naar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26jaar 170Tabel 9.14 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 170Tabel 9.15 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar naar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 171Tabel 9.16 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar naar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op 26 jaar 171Tabel 9.17 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op 26jaar 172Tabel 9.18 Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar naar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner op 26jaar 172Tabel 9.19 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetaantal lidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 173Lijst tabell<strong>en</strong> 17


Lijst tabell<strong>en</strong>18Tabel 9.20Tabel 9.21Tabel 9.22Tabel 9.23Tabel 9.24Tabel 9.25Tabel 9.26Tabel 9.27Tabel 9.28Tabel 10.1Tabel 10.2Tabel 10.3Tabel 10.4Tabel 10.5Tabel 10.6Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 173Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs 174Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 174Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 175Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 175Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar176Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 176Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 176Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 178Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 180Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 181Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>)bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs 181Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 181Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong>van het initieel onderwijs 182Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar 182


Tabel 10.7 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarhet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 183Tabel 10.8 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarhet al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op respectievelijk23 <strong>en</strong> 26 jaar 183Tabel 10.9 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarhoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 183Tabel 10.10 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job 185Tabel 11.1 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> geslacht 190Tabel 11.2 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale afkomst 191Tabel 11.3 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> etnische afkomst 192Tabel 11.4 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> thuistaal 193Tabel 11.5 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hoogst bereikteonderwijsniveau bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer 194Tabel 11.6 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hoogst bereikteonderwijsniveau bij aanvang van de laatste job tot op 29 jaar 195Tabel 11.7 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleidingvoor het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs 196Tabel 11.8 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale demotie op 23 jaar 197Tabel 11.9 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale demotie op 26 jaar 197Tabel 11.10 Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> ‘locus of control’ op 26 jaar 198Tabel 11.11 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 200Tabel 12.1 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar geslacht 202Tabel 12.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar sociale afkomst 203Tabel 12.3 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar etnische afkomst 204Tabel 12.4 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar thuistaal 204Tabel 12.5 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar hoogst bereikte onderwijsniveau 205Lijst tabell<strong>en</strong> 19


Lijst tabell<strong>en</strong>20Tabel 12.6Tabel 12.7Tabel 12.8Tabel 12.9Tabel 12.10Tabel 12.11Tabel 12.12Tabel 12.13Tabel 12.14Tabel 12.15Tabel 12.16Tabel 12.17Tabel 12.18Tabel 12.19Tabel 12.20Tabel 12.21Tabel 12.22Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs 206Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kadervan de job naar sociale demotie op 26-jarige leeftijd 206Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kadervan de job naar ‘locus of control’ op 26-jarige leeftijd 207Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- ofC-attest 208Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar leeftijd bij intrede voltijds secundair onderwijs 209Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar het al dan niet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in hetvoltijds SO 209Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar het al dan niet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteem 210Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong>latere jobs naar het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong>diploma van het hoger onderwijs te behal<strong>en</strong> 210Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kadervan de job naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarigeleeftijd 212Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kadervan de job naar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijd 212Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kadervan de job naar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 212Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar statuut 214Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar sector 214Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar contract 215Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> de laatste job totop 29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage 215Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming inbegin van de job 215Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar verticale mismatch 216


Tabel 12.23Tabel 12.24Tabel 12.25Tabel 12.26Tabel 12.27Tabel 12.28Tabel 12.29Tabel 12.30Tabel 12.31Tabel 12.32Tabel 12.33Tabel 12.34Tabel 12.35Tabel 12.36Tabel 12.37Tabel 12.38Tabel 12.39Tabel 12.40Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar naar horizontale match 216Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar nettoloonin euro bij de start van de eerste job 216Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de laatste job tot op 29 jaarnaar leidinggev<strong>en</strong>de functie 217Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de matevan autonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het<strong>werk</strong> 217Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de matevan lichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> inhet <strong>werk</strong> 218Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar geslacht 219Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar sociale afkomst 219Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar etnische afkomst 219Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar thuistaal 220Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar hoogst bereikte onderwijsniveau 221Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs 221Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van dejob naar sociale demotie op 26-jarige leeftijd 221Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van dejob naar ‘locus of control’ op 26-jarige leeftijd 222Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- of C-attest 222Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar leeftijd bij intrede voltijds secundair onderwijs 223Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SO223Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteem 223Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diplomavan het hoger onderwijs te behal<strong>en</strong> 224Lijst tabell<strong>en</strong> 21


Lijst tabell<strong>en</strong>22Tabel 12.41Tabel 12.42Tabel 12.43Tabel 12.44Tabel 12.45Tabel 12.46Tabel 12.47Tabel 12.48Tabel 12.49Tabel 12.50Tabel 12.51Tabel 12.52Tabel 12.53Tabel 12.54Tabel 12.55Tabel 12.56Tabel 12.57Tabel 12.58Tabel 12.59Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van dejob naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 225Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van dejob naar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijd 225Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van dejob naar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 225Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar statuut 226Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar sector 226Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar contract 227Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage 227Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming in begin vande job 227Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar verticale mismatch 228Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar naar horizontale match 228Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar nettoloon in eurobij de start van de eerste job 228Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de laatste job tot op 29 jaar naarleidinggev<strong>en</strong>de functie 229Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanautonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>229Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanlichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het<strong>werk</strong> 229Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naargeslacht 230Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarsociale afkomst 231Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaretnische afkomst 231Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarthuistaal 232Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarhoogst bereikte onderwijsniveau 232


Tabel 12.60 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaropleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs 233Tabel 12.61 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> tot 29jaar naar sociale demotie gemet<strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 233Tabel 12.62 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar‘locus of control’ op 26-jarige leeftijd 233Tabel 12.63 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetal dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- of C-attest 234Tabel 12.64 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleeftijd bij intrede voltijds secundair onderwijs 234Tabel 12.65 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetal dan niet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SO 234Tabel 12.66 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetal dan niet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteem 235Tabel 12.67 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetaantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma van het hogeronderwijs te behal<strong>en</strong> 235Tabel 12.68 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaar naarhet al dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijd 236Tabel 12.69 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar hetal dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 236Tabel 12.70 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naarervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijd 237Tabel 12.71 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar hetaantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 237Tabel 12.72 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar statuut 238Tabel 12.73 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar sector 238Tabel 12.74 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar contract 239Tabel 12.75 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage 239Tabel 12.76 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming in beginvan de job 239Tabel 12.77 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar verticale mismatch 240Tabel 12.78 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar horizontale match 240Lijst tabell<strong>en</strong> 23


Lijst tabell<strong>en</strong>24Tabel 12.79 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar nettoloon ineuro bij de start van de eerste job 240Tabel 12.80 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarleidinggev<strong>en</strong>de functie 241Tabel 12.81 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar de mate vanautonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>241Tabel 12.82 Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar de mate vanlichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het<strong>werk</strong> 241Tabel 12.83 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job 245Tabel 13.1 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar geslacht 248Tabel 13.2 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar sociale afkomst 248Tabel 13.3 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar etnische afkomst 249Tabel 13.4 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar thuistaal 249Tabel 13.5 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar hoogst bereikt <strong>en</strong>voltooid onderwijsniveau 250Tabel 13.6 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer naar opleiding<strong>en</strong> gevolgdvoor het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs 251Tabel 13.7 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar sociale demotie op respectievelijk 23- <strong>en</strong>26-jarige leeftijd 251Tabel 13.8 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar ‘locus of control’ op 26-jarige leeftijd 252Tabel 13.9 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> vanminimum één B- of C-attest 252Tabel 13.10 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>in SO 253Tabel 13.11 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar leeftijd bij intrede secundair onderwijs 253


Tabel 13.12Tabel 13.13Tabel 13.14Tabel 13.15Tabel 13.16Tabel 13.17Tabel 13.18Tabel 13.19Tabel 13.20Tabel 13.21Tabel 13.22Tabel 13.23Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs naar het al dan niet doorlop<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>watervalpatroon 253Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar aantal jar<strong>en</strong> in initieel onderwijszonder e<strong>en</strong> studiebewijs te behal<strong>en</strong> 254Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het al dan niet hebb<strong>en</strong>van kinder<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijd 255Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het aantal kinder<strong>en</strong> op26-jarige leeftijd 255Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijd 256Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het aantal huishoudelijketak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd 256Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar het al dan niet <strong>werk</strong><strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26jaar 257Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar sector van de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong>26 jaar 257Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar contract van de laatste job op respectievelijk 23<strong>en</strong> 26 jaar 258Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar het zoek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere baan tijd<strong>en</strong>s delaatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 258Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar tevred<strong>en</strong>heid met de laatste job op respectievelijk23 <strong>en</strong> 26 jaar 258Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarstatuut tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 259Lijst tabell<strong>en</strong> 25


Lijst tabell<strong>en</strong>26Tabel 13.24 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage tijd<strong>en</strong>s de laatste job oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 259Tabel 13.25 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming tijd<strong>en</strong>sde laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 259Tabel 13.26 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar het belang dat gehecht wordt aan schoolse k<strong>en</strong>nisin de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 259Tabel 13.27 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar het belang dat gehecht wordt in de laatste jobaan k<strong>en</strong>nis verworv<strong>en</strong> in andere opleiding<strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26jaar 260Tabel 13.28 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarnettoloon in euro in de laatste job op 23 jaar 260Tabel 13.29 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarna het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarnettoloon in euro in de laatste job op 26 jaar 261Tabel 13.30 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voorde eerste keer naar verticale mismatch tijd<strong>en</strong>s de laatste job oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 261Tabel 13.31 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarhorizontale match tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar261Tabel 13.32 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarde mate van autonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijkeinspanning tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar 262Tabel 13.33 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarde mate van lichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuileomstandighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar262Tabel 13.34 Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job 265


Lijst tabell<strong>en</strong> 27


Lijst figur<strong>en</strong>Figuur 1.1 E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e voorstelling van de relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong> 39Figuur 1.2 Determinant<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> 41Figuur 1.3 Het effect van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong> 42Lijst figur<strong>en</strong> 29


InleidingVlaamse <strong>en</strong> Europese beleidsmakers beschouw<strong>en</strong> deelname aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>als zinvol (Commissie van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, 2000; Smet, 2009;Vanwedding<strong>en</strong>, 2008; Vlaamse overheid, 2010). Lev<strong>en</strong>slang <strong>ler<strong>en</strong></strong> is belangrijkvolg<strong>en</strong>s de Europese Unie omdat deelname aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> het actiefburgerschap <strong>en</strong> de inzetbaarheid van de beroepsbevolking – het vind<strong>en</strong> <strong>en</strong>behoud<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> – in e<strong>en</strong> op k<strong>en</strong>nis gebaseerde maatschappij <strong>en</strong> economiebevordert (Commissie van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, 2000). Lev<strong>en</strong>slang<strong>ler<strong>en</strong></strong> lijkt ook de uitgelez<strong>en</strong> kans te zijn om vroegtijdige schoolverlaters demogelijkheid te bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalificatie te behal<strong>en</strong> <strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de hun positie op dearbeidsmarkt te verbeter<strong>en</strong>. Maar in welke mate is het zinvol <strong>en</strong> haalbaar om(laaggeschoolde) jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> te stimu<strong>ler<strong>en</strong></strong> te participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong>? Ook van sociaal <strong>kapitaal</strong> verwacht<strong>en</strong> beleidsmakers <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong>, vooralop Europees niveau, veel. Ze gaan er van uit dat zowel <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> als sociaal<strong>kapitaal</strong> welvaart <strong>en</strong> welzijn van het individu <strong>en</strong> de maatschappij positief kunn<strong>en</strong>beïnvloed<strong>en</strong> (Knipprath & De Rick, 2011).Om na te gaan wat de zin <strong>en</strong> haalbaarheid is van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>door (jong)volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> moet de vraag gesteld word<strong>en</strong> wat participatie beïnvloedt<strong>en</strong> wat de effect<strong>en</strong> zijn van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong>. Metandere woord<strong>en</strong>, in welke mate bevordert <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> de positie van(laagopgeleide) volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidsmarkt? En wat is de rol van sociaal<strong>kapitaal</strong> daarin? In e<strong>en</strong> vorig rapport voor het Steunpunt Studie <strong>en</strong>Schoolloopban<strong>en</strong> (Knipprath & De Rick, 2011; rapport nr. SSL/OD2/2010.22)steld<strong>en</strong> we op basis van e<strong>en</strong> literatuurstudie e<strong>en</strong> theoretisch model voor om dezevrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>. In dit rapport gaan we aan de hand van hettheoretisch model op exploratieve wijze na wie participeert aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>wat het mogelijke effect ervan is op arbeidsmarktsucces.Inleiding 31


In deel 1 besprek<strong>en</strong> we het theoretisch model <strong>en</strong> de onderzoeksmethode. In deel 2komt de participatiegraad van jongvolwass<strong>en</strong>, gebor<strong>en</strong> in 1976, tot de leeftijd van29 jaar aan bod. In deel 3, 4 <strong>en</strong> 5 kom<strong>en</strong> bivariate <strong>analyse</strong>s aan bod. We besprek<strong>en</strong>eerst de relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op29 jaar. Vervolg<strong>en</strong>s kijk<strong>en</strong> we zowel naar de sam<strong>en</strong>hang van sociaal <strong>kapitaal</strong> metparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> als naar de sam<strong>en</strong>hang van sociaal <strong>kapitaal</strong> metarbeidsmarktsucces. T<strong>en</strong>slotte kom<strong>en</strong> ook andere achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van derespond<strong>en</strong>t aan bod die mogelijk participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces op 29 jaar beïnvloed<strong>en</strong>. De <strong>analyse</strong>s hebb<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong>exploratief karakter: de bivariate <strong>analyse</strong>s gev<strong>en</strong> ons e<strong>en</strong> idee in welke mate devariabel<strong>en</strong> uit ons model met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Op basis van deze verband<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> uitspraak do<strong>en</strong> over oorzaak <strong>en</strong> gevolg. Multivariate <strong>analyse</strong>s ine<strong>en</strong> vervolgonderzoek moet<strong>en</strong> meer duidelijkheid bied<strong>en</strong> over directe <strong>en</strong> indirecteeffect<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de rol vansociaal <strong>kapitaal</strong> daarin. In het laatste deel van dit rapport word<strong>en</strong> de conclusiessam<strong>en</strong>gevat <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor vervolgonderzoek geformuleerd.32Inleiding


- DEEL 1 SOCIAAL KAPITAAL,LEVENSLANG LEREN EN WERK: DEPROBLEEMSTELLING -


1 | Het theoretisch model1.1 InleidingBeleidsmakers <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong>, vooral op Europees niveau, verwacht<strong>en</strong> veel vansociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Ze gaan er van uit dat zowel <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>als sociaal <strong>kapitaal</strong> welvaart <strong>en</strong> welzijn van individu <strong>en</strong> maatschappij positiefkunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> literatuurstudie hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> modelontwikkeld waarin de positie van sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> op het niveau van het individu weergegev<strong>en</strong> wordt.Dit model wordt besprok<strong>en</strong> onder paragraaf 1.2 <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e voorstellingvan de complexe <strong>en</strong> wederkerige relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>,<strong>werk</strong> <strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong>. Omdat de relaties complex zijn <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige verduidelijkingnodig is van de verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies van de variabel<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> uit het model, zoom<strong>en</strong> we in op deelaspect<strong>en</strong> van het algem<strong>en</strong>emodel <strong>en</strong> creër<strong>en</strong> we twee aparte <strong>en</strong> meer gedetailleerde modell<strong>en</strong> als leidraadvoor de exploratieve <strong>analyse</strong>s. Het eerste gedetailleerde model geeft de verklar<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong>, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> weer(paragraaf 1.3). Het tweede gedetailleerde model schetst de relatie tuss<strong>en</strong>participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces (paragraaf1.4). Deze opdeling is <strong>en</strong>kel om de visualisering van de complexe <strong>werk</strong>elijkheid tevere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verduidelijk<strong>en</strong>. Na de bespreking van deze modell<strong>en</strong>,beschrijv<strong>en</strong> we onze onderzoeksvrag<strong>en</strong> voor het huidige rapport.hoofdstuk 1 | Het theoretisch model 35


1.2 Het algem<strong>en</strong>e modelhoofdstuk 1 | Het theoretisch model36In het SSL-rapport over sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> (Knipprath &De Rick, 2011) hebb<strong>en</strong> we onze algem<strong>en</strong>e voorstelling gebaseerd op hete<strong>en</strong>voudige model van Schuller <strong>en</strong> Desjardins (OESO, 2007) waarin zij de relatietuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, monetaire <strong>en</strong> niet-monetaireuitkomst<strong>en</strong> schets<strong>en</strong>. Op basis van onze bevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d metonze vraag naar de effect<strong>en</strong> van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op de te<strong>werk</strong>stellingskans<strong>en</strong> <strong>en</strong>andere <strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong> bij individu<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we aan hun model <strong>en</strong>keleaspect<strong>en</strong> veranderd. Figuur 1.1 is het resultaat van deze verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft dewederkerige relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>en</strong> <strong>werk</strong>weer.Participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> betek<strong>en</strong>t participatie aan <strong>ler<strong>en</strong></strong> van wieg tot grafom persoonlijk, burgerlijk, sociaal <strong>en</strong>/of <strong>werk</strong>geleg<strong>en</strong>heidsperspectief teverbeter<strong>en</strong> (cf. Europese Commissie, 2001). Lev<strong>en</strong>slang <strong>ler<strong>en</strong></strong> kan verschill<strong>en</strong>deleeractiviteit<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong>: van formele opleiding<strong>en</strong> door de door de overheiderk<strong>en</strong>de onderwijsinstelling<strong>en</strong>, niet-formele opleiding<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> door andereactor<strong>en</strong>, bv. <strong>werk</strong>gevers, tot informele <strong>en</strong> zelfs onbewuste leeractiviteit<strong>en</strong> in hetdagelijkse lev<strong>en</strong>. In ons eig<strong>en</strong> onderzoek conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> we ons echter opparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> door jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> die het voltijds <strong>en</strong> initieelonderwijs voor de eerste keer hebb<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het effect van participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>.Voor het begrip m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> nem<strong>en</strong> we de definitie die OESO (OESO,2001) in haar rapport The well-being of nations gegev<strong>en</strong> heeft aan m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>over. M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> omvat volg<strong>en</strong>s de OESO niet alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> maar ook psychologische <strong>en</strong> fysieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van person<strong>en</strong>waaronder motivatie, gedrag <strong>en</strong> gezondheid. Volg<strong>en</strong>s de OESO laat e<strong>en</strong> breder<strong>en</strong>otie van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> toe meer adequaat te weerspiegel<strong>en</strong> hoe nietcognitievevaardighed<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het welzijn van het individu maar ookbeïnvloed kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door <strong>ler<strong>en</strong></strong>.Voor het begrip <strong>en</strong> de <strong>werk</strong>ing van sociaal <strong>kapitaal</strong> is het model vooralgeïnspireerd door het <strong>werk</strong> van Lin (1999, 2008) <strong>en</strong> Strawn (2003). <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>wordt, om de complexiteit van figuur 1.1 niet te vergrot<strong>en</strong>, voorgesteld als e<strong>en</strong>unidim<strong>en</strong>sionele factor. In de onderzoeksliteratuur naar sociaal <strong>kapitaal</strong> zijn erechter twee belangrijke dim<strong>en</strong>sies te onderscheid<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> structurele dim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong>e<strong>en</strong> interpretatieve of normatieve dim<strong>en</strong>sie (zie paragraaf 1.3 <strong>en</strong> paragraaf 1.4). Destructurele dim<strong>en</strong>sie verwijst naar het net<strong>werk</strong> waarover e<strong>en</strong> individu beschikt.Door relaties aan te gaan met ander<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> individu beschikk<strong>en</strong> overpot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>: ondersteuning <strong>en</strong>/of informatie. In navolging van Lin(1999) legg<strong>en</strong> we met de structurele dim<strong>en</strong>sie de focus op de aanwezigheid vanpot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>. De voorwaarde om toegang te hebb<strong>en</strong> tot deze


hulpbronn<strong>en</strong> is het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> net<strong>werk</strong>. Hoe uitgebreider het net<strong>werk</strong>, hoemeer toegang tot pot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>. De aanwezigheid van deze hulpbronn<strong>en</strong>bepaalt dan de hulpbronn<strong>en</strong> die uiteindelijk aangesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het aangaanvan relaties <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van sociaal <strong>kapitaal</strong> gebeurt binn<strong>en</strong> de familie, in debuurt <strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> zelfs in relatie met instelling<strong>en</strong> van de overheid. Deinterpretatieve dim<strong>en</strong>sie bestaat uit norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> die gedeeld word<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het net<strong>werk</strong>. Strawn (2003) vervangt de term<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> doorhet begrip discours. Volg<strong>en</strong>s Strawn (2003) groeit m<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de familie <strong>en</strong> nabijegeme<strong>en</strong>schap op met het primair discours <strong>en</strong> kan het individu op latere leeftijd,wanneer hij of zij zijn of haar net<strong>werk</strong> uitbreidt, in contact kom<strong>en</strong> met anderediscours. Omdat Strawn zich conc<strong>en</strong>treert op het verklar<strong>en</strong> van participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, spreekt zij van e<strong>en</strong> ‘educational discourse’ of de opvatting overparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Het al dan niet overnem<strong>en</strong> of beïnvloed word<strong>en</strong>door de opvatting van zijn of haar net<strong>werk</strong> hangt volg<strong>en</strong>s Strawn af van het typ<strong>en</strong>et<strong>werk</strong>. De theorie luidt dat vooral in ‘dichte’ net<strong>werk</strong><strong>en</strong>, waarin de led<strong>en</strong> elkaark<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, er meer druk zal bestaan op het individu om het interne discours over<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> over te nem<strong>en</strong>. In op<strong>en</strong> net<strong>werk</strong><strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, staan de led<strong>en</strong>meer op<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> discours. Haar theoretisch model biedtechter ge<strong>en</strong> verklaring waarom e<strong>en</strong> individu, indi<strong>en</strong> het in contact komt metverschill<strong>en</strong>de discours of opvatting<strong>en</strong>, voor e<strong>en</strong> bepaalde discours zal kiez<strong>en</strong> ofzich daardoor zal lat<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. In het model van De Rick <strong>en</strong> Valck<strong>en</strong>borgh(2004) zi<strong>en</strong> we het belang van de perceptie die de pot<strong>en</strong>tiële <strong>ler<strong>en</strong></strong>de heeft van deopvatting<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> in het verklar<strong>en</strong> van de participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> het belang van de mate waarin m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd is zich te conformer<strong>en</strong>. In studies<strong>en</strong> definities van sociaal <strong>kapitaal</strong> komt verder vaak het begrip vertrouw<strong>en</strong> terug.Wij veronderstell<strong>en</strong> op basis van deze definities <strong>en</strong> het model van De Rick <strong>en</strong>Valck<strong>en</strong>borgh (2004) dat e<strong>en</strong> individu of pot<strong>en</strong>tiële <strong>ler<strong>en</strong></strong>de zich laat beïnvloed<strong>en</strong>,wanneer hij of zij g<strong>en</strong>eigd is zich te conformer<strong>en</strong>, door de opvatting van dieg<strong>en</strong><strong>en</strong>waarin hij of zij vertrouw<strong>en</strong> heeft, m.a.w. door de opvatting van de betek<strong>en</strong>isvolleandere(n). In ons model stell<strong>en</strong> we voor met betrekking tot de relatie tuss<strong>en</strong><strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> dat (1) het discours van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong>vertrouw<strong>en</strong> heeft het eig<strong>en</strong> discours of houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>kan beïnvloed<strong>en</strong>; (2) het net<strong>werk</strong> of de relaties die m<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> bron kunn<strong>en</strong> zijnvoor ondersteuning indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> wil of gaat deelnem<strong>en</strong> (bv.kinderopvang etc.); (3) het net<strong>werk</strong> of de relaties die m<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> bron kan zijnvoor informatie over <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.Met betrekking tot de <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> zal niet het discours over departicipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> maar zull<strong>en</strong> andere discours e<strong>en</strong> invloeduitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de keuzes die m<strong>en</strong> maakt op vlak van te<strong>werk</strong>stelling. In dat gevalkunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> invloed veronderstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> discours uit de omgeving over<strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong>. In de literatuur naar de invloed van sociaal <strong>kapitaal</strong> ophoofdstuk 1 | Het theoretisch model 37


hoofdstuk 1 | Het theoretisch model38<strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> wordt echter vooral gekek<strong>en</strong> naar de structureledim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>: de karakteristiek<strong>en</strong> van het net<strong>werk</strong>, de positie vande led<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatie heeft <strong>en</strong> de hulpbronn<strong>en</strong> die daaruit resulter<strong>en</strong>.Het is niettemin interessant om ons af te vrag<strong>en</strong> of ook bij <strong>werk</strong>gerelateerdeaspect<strong>en</strong>, met name dan bij het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> of het mak<strong>en</strong> vanpromotie, de opvatting van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daardoor beïnvloedeeig<strong>en</strong> opvatting bepal<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn voor <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>. Wed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> daarbij aan <strong>werk</strong>ethos, opvatting<strong>en</strong> over deeltijds versus voltijds <strong>werk</strong>,over hand<strong>en</strong>arbeid versus hoofdarbeid, over carrière mak<strong>en</strong> etc. Bij de relatietuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> we daarom ook naar(1) het discours van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> dat het eig<strong>en</strong> discours of houding t<strong>en</strong>opzichte van <strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong> kan beïnvloed<strong>en</strong>; (2) het net<strong>werk</strong> dat m<strong>en</strong>heeft <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bron kan zijn voor ondersteuning bij <strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong>; (3)het net<strong>werk</strong> dat m<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bron kan zijn van informatie over<strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong>.In figuur 1.1 gaat e<strong>en</strong> pijl van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> naar m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>terug. De relatie tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> anderzijds m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> is dus wederkerig. Ler<strong>en</strong> bevordert het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong> maar heeft ook e<strong>en</strong> effect op de psychologische <strong>en</strong> fysiekeeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van person<strong>en</strong>. Reeds tijd<strong>en</strong>s het <strong>ler<strong>en</strong></strong>, vooral in gezelschap vanandere <strong>ler<strong>en</strong></strong>d<strong>en</strong>, kan sociaal <strong>kapitaal</strong> verder opgebouwd word<strong>en</strong>. Het net<strong>werk</strong>breidt zich uit <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> nodig om sociaal <strong>kapitaal</strong> verder uit te bouw<strong>en</strong>word<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiëleschoolloopbaan bepaalt verder de participatiekans aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op latereleeftijd. Ook sociaal <strong>kapitaal</strong> kan <strong>ler<strong>en</strong></strong> beïnvloed<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>op hun beurt beïnvloed<strong>en</strong> <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> (type contract, aard <strong>werk</strong>,inkom<strong>en</strong>, inzetbaarheid etc.). Zowel verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, attitudes, fysiekeomstandigheid als het inroep<strong>en</strong> van hulpbronn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt beïnvloed<strong>en</strong>. Er gaat tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> pijl terug van <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong> naar sociaal <strong>kapitaal</strong>. Het vind<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> bijvoorbeeld kanrechtstreeks e<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op het net<strong>werk</strong> van het individu. Door de nieuwejob komt m<strong>en</strong> in contact met nieuwe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, maar is het ook mogelijk dat relatiesmet ander<strong>en</strong> verwater<strong>en</strong>. Werkgerelateerde uitkomst<strong>en</strong>, bv. de aard van de job,kan ook m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. In geval van vaardighed<strong>en</strong> zal ditonrechtstreeks gebeur<strong>en</strong> via de variabele <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Er gaat dan ook e<strong>en</strong> pijlvan <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> naar <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. In geval van gezondheid<strong>en</strong> psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we veronderstell<strong>en</strong> dat <strong>werk</strong> e<strong>en</strong>rechtstreekse invloed kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> 1 . Verderveronderstell<strong>en</strong> we dat er e<strong>en</strong> pijl van m<strong>en</strong>selijk naar sociaal <strong>kapitaal</strong> getrokk<strong>en</strong> kan1 In Knipprath <strong>en</strong> De Rick (2011) werd deze rechtstreekse pijl van <strong>werk</strong> naar m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> n figuur 1.1 nietvermeld.


word<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgekeerd. Door het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong> toegangkrijg<strong>en</strong> tot meer <strong>en</strong>/of andere informatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander of groter net<strong>werk</strong>. Hetsociaal <strong>kapitaal</strong> van e<strong>en</strong> individu neemt dan toe. Andersom kan sociaal <strong>kapitaal</strong>invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of k<strong>en</strong>nis via hetleerproces of participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> of rechtstreeks op gezondheid <strong>en</strong>het welbevind<strong>en</strong> 2 . T<strong>en</strong>slotte zijn er nog de maatschappelijke context <strong>en</strong> deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu, die niet alle<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces maar ook de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> anderefactor<strong>en</strong> op individueel niveau kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>.Figuur 1.1E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e voorstelling van de relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>Bron Knipprath & De Rick (2011)1.3 Determinant<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>Naar de determinant<strong>en</strong> van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> is veel onderzoek verricht (zieKnipprath & De Rick, 2011). Deze onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak geleid tot modell<strong>en</strong>die sterk op elkaar gelijk<strong>en</strong>. Hier besprek<strong>en</strong> we de determinant<strong>en</strong> van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> aan de hand van het model van De Rick <strong>en</strong> Valck<strong>en</strong>borgh (2004) dat wevervolg<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> aangepast op basis van de resultat<strong>en</strong> van ons eig<strong>en</strong>literatuuronderzoek (zie figuur 1.2; Knipprath & De Rick, 2011). Van De Rick <strong>en</strong>Valck<strong>en</strong>borgh (2004) nem<strong>en</strong> we de stelling over dat de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van depot<strong>en</strong>tiële <strong>ler<strong>en</strong></strong>de - sociodemografische <strong>en</strong> psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, dehoofdstuk 1 | Het theoretisch model 392 In Knipprath <strong>en</strong> De Rick (2011) werd deze rechtstreekse pijl van sociaal <strong>kapitaal</strong> naar m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> nfiguur 1.1 niet vermeld.


hoofdstuk 1 | Het theoretisch modelleefsituatie <strong>en</strong> het educatief verled<strong>en</strong> - mee de beslissing bepal<strong>en</strong> om teparticiper<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> via de perceptie die de pot<strong>en</strong>tiële <strong>ler<strong>en</strong></strong>de heeftvan de leeractiviteit in spe (onderwijsmethode, structurele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals locatieetc.) <strong>en</strong> via de eig<strong>en</strong> opvatting of attitude t<strong>en</strong> opzichte van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de definitie van OESO (2001) voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (zelfvertrouw<strong>en</strong>, ‘locus of control’,interesses etc.) <strong>en</strong> gezondheid in ons model onder bij m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>ver<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we het begrip educatief verled<strong>en</strong> tot leerervaring<strong>en</strong>. Leefsituatie verwijstin figuur 1.2 naar de arbeidssituatie inclusief de financiële situatie, gezinssituatie <strong>en</strong>beschikbaarheid van tijd. Naast leefsituatie wordt de structurele dim<strong>en</strong>sie vansociaal <strong>kapitaal</strong> vermeld: de aanwezigheid van hulpbronn<strong>en</strong> in het net<strong>werk</strong>.Leefsituatie, de structurele dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>leerervaring<strong>en</strong> zijn bepaald door sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Metsociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bedoel<strong>en</strong> we leeftijd, geslacht, sociale <strong>en</strong> etnischeafkomst.De perceptie van de leeractiviteit wordt niet alle<strong>en</strong> door de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu maar ook door de daad<strong>werk</strong>elijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de leeractiviteitbepaald. De opvatting van het individu t<strong>en</strong> opzichte van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> wordtmede beïnvloed door de perceptie van de opvatting<strong>en</strong> van de betek<strong>en</strong>isvolleander<strong>en</strong>. De twee dim<strong>en</strong>sies van sociaal <strong>kapitaal</strong> bevind<strong>en</strong> zich in het model dusop e<strong>en</strong> andere plaats. De interpretatieve dim<strong>en</strong>sie staat aan de rechterzijde van defiguur met e<strong>en</strong> pijl van de perceptie van de opvatting van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong>naar de eig<strong>en</strong> opvatting. De structurele dim<strong>en</strong>sie staat vermeld bov<strong>en</strong>aan bij deoverige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu. T<strong>en</strong>slotte is er ook nog e<strong>en</strong>rechtstreekse pijl in stippellijn van de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu naarparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> om na te gaan in hoeverre deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu e<strong>en</strong> rechtstreekse invloed hebb<strong>en</strong> opdeelname aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.40


Figuur 1.2Determinant<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>Bron Knipprath & De Rick (2011)1.4 De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsuccesIn de volg<strong>en</strong>de figuur start<strong>en</strong> we vanuit de participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>bekijk<strong>en</strong> we het effect ervan op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> (het vind<strong>en</strong> van<strong>werk</strong>, k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de job etc.). In de vorige paragraaf steld<strong>en</strong> we vast dat o.a.opleiding maar ook de twee dim<strong>en</strong>sies van sociaal <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> invloed kunn<strong>en</strong>uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op participatie. Het deelnem<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op zich kan ookopnieuw e<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> de structureledim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>: het net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>dehulpbronn<strong>en</strong>. Zowel m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> als net<strong>werk</strong> verwijz<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> naarnieuw verworv<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>, relaties <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>, maaromvatt<strong>en</strong> ook het m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> (lees: het net<strong>werk</strong> met dehulpbronn<strong>en</strong>) dat m<strong>en</strong> reeds had voor het aanvang<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leeractiviteit. Terwijler in geval van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> eerder sprake zal zijn van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame aanhoofdstuk 1 | Het theoretisch model 41


k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, kan in geval van niet-cognitieve aspect<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> er e<strong>en</strong> wijziging zich voordo<strong>en</strong>. Participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> kan bijvoorbeeld zowel e<strong>en</strong> positieve als negatieve impact hebb<strong>en</strong>op psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, maar kan ook verandering<strong>en</strong> in het net<strong>werk</strong>waarover m<strong>en</strong> beschikt veroorzak<strong>en</strong> doordat bijvoorbeeld oude relatiesverwater<strong>en</strong>. De interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> staat rechts van defiguur <strong>en</strong> omvat de invloed van de perceptie van de opvatting<strong>en</strong> i.v.m. <strong>werk</strong> vanbetek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong>. Het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, hetnet<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> i.v.m. <strong>werk</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed word<strong>en</strong> doorzowel participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> als door sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van het individu. Er gaat ook e<strong>en</strong> rechtstreekse pijl van sociodemografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>.Figuur 1.3Het effect van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong>42hoofdstuk 1 | Het theoretisch modelBron Knipprath & De Rick (2011)1.5 De onderzoeksvrag<strong>en</strong>In dit rapport beschrijv<strong>en</strong> we de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> gaan weop basis van de twee aparte modell<strong>en</strong> na wat de sam<strong>en</strong>hang is tuss<strong>en</strong> sociaal


<strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>. Concreet word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>deonderzoeksvrag<strong>en</strong> gesteld:(1) Hoe groot is de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> bij jongvolwass<strong>en</strong>gebor<strong>en</strong> in 1976 zodra zij het initieel onderwijs voor het eerst verlat<strong>en</strong> tot deleeftijd van 29 jaar? Aan welke type leeractiviteit<strong>en</strong> wordt er deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?(2) Hoe succesvol zijn jonger<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt <strong>en</strong> wat is het effect vanparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan op hunarbeidsmarktsucces?(3) Op welke manier hangt sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong> met participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan <strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces op 29 jaar?(4) Welke (overige) achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu kunn<strong>en</strong> participatieaan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaarverklar<strong>en</strong>?De focus van het onderzoek ligt met andere woord<strong>en</strong> op jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Uitvoorgaande studies is geblek<strong>en</strong> dat participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> vooral bijjonvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> hoog is <strong>en</strong> dat de participatie daalt naarmate de leeftijd stijgt(Boer<strong>en</strong> & Nicaise, 2011; Knipprath & De Rick, 2011) Verder is geblek<strong>en</strong> dat<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> maar ook sociaal <strong>kapitaal</strong> op diverse manier<strong>en</strong> gedefinieerdword<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat onderzoeksresultat<strong>en</strong> naar de effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> determinant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong> naargelang de interpretatie <strong>en</strong> invulling van de begripp<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> (Knipprath & De Rick, 2011). We verwacht<strong>en</strong> daaromdat het verklaringspatroon voor participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> verschiltnaargelang de leeractiviteit, dat het effect ervan op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>niet noodzakelijk hetzelfde is voor alle type leeractiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de rol vansociaal <strong>kapitaal</strong> in het verklar<strong>en</strong> van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces verschilt naargelang de operationalisering ervan. T<strong>en</strong>slottebested<strong>en</strong> we ook aandacht aan verschill<strong>en</strong> in participatiegraad <strong>en</strong>verklaringspatron<strong>en</strong> naargelang de leeftijd om na te gaan of reeds voor 29 jaar e<strong>en</strong>dal<strong>en</strong>de tr<strong>en</strong>d zich voordoet in participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> of erverschill<strong>en</strong>de verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naargelang deleeftijd waarop geparticipeerd wordt.hoofdstuk 1 | Het theoretisch model 431.6 Sam<strong>en</strong>vatting


In dit hoofdstuk hebb<strong>en</strong> we het theoretisch model toegelicht dat we hebb<strong>en</strong>opgebouwd in e<strong>en</strong> vorig SSL-rapport (Knipprath & De Rick, 2011). Dit modelkwam tot stand op basis van e<strong>en</strong> literatuuronderzoek. Omdat het model slechtse<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e voorstelling is van de complexe <strong>en</strong> wederkerige relatie tuss<strong>en</strong><strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong>, andere achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> <strong>werk</strong>, hebb<strong>en</strong> we het model verder opgesplitst in twee aparte modell<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>leidraad vorm<strong>en</strong> voor exploratieve <strong>analyse</strong>s. Deze twee aparte modell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>meer duidelijkheid over de verschill<strong>en</strong>de inhoudelijke dim<strong>en</strong>sies van de variabel<strong>en</strong><strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leidraad om verdere <strong>analyse</strong>s uit te voer<strong>en</strong>. In het eerste modellegg<strong>en</strong> we de focus op de verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, voorparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. In het tweede model legg<strong>en</strong> we de focus op heteffect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> andere achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> oparbeidsmarktsucces. Vervolg<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> we de onderzoeksvrag<strong>en</strong> geformuleerddie we met de voorgestelde modell<strong>en</strong> in dit rapport zull<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>. In hetvolg<strong>en</strong>de hoofdstuk gev<strong>en</strong> we meer uitleg over de toegepaste onderzoeksmethode<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> ervan.44hoofdstuk 1 | Het theoretisch model


2 | De onderzoeksmethodehoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode2.1 InleidingIn het vorige SSL-rapport over sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong>we niet alle<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> literatuurstudie gerapporteerd, maar hebb<strong>en</strong>we ook besprok<strong>en</strong> welke databank<strong>en</strong> in aanmerking kom<strong>en</strong> om het theoretischmodel voor de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> te toets<strong>en</strong>(Knipprath & De Rick, 2011). We steld<strong>en</strong> vast dat er talrijke databank<strong>en</strong> bestaandie (e<strong>en</strong> beperkt) inzicht in de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>/of<strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. De Vlaamse databank SONAR heeftechter e<strong>en</strong> belangrijk voordeel t<strong>en</strong> opzichte van andere databank<strong>en</strong>: ze bevat demeeste informatie nodig om de variabel<strong>en</strong> van het model te operationaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong>ze is longitudinaal. Omdat SONAR e<strong>en</strong> longitudinale databank is, is hete<strong>en</strong>voudiger af te leid<strong>en</strong> wat eerst komt: <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> of<strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>. Het begrip tijd of inzicht in de volgorde waarinbepaalde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde om totcausale uitsprak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Hieronder besprek<strong>en</strong> we verder deonderzoeksmethode die we toepass<strong>en</strong> om onze onderzoeksvrag<strong>en</strong> tebeantwoord<strong>en</strong>. We staan stil bij de specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de steekproef, dewijze waarop de variabel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geoperationaliseerd, de <strong>analyse</strong>techniek<strong>en</strong> <strong>en</strong>de rapportage van de <strong>analyse</strong>resultat<strong>en</strong>.45


hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode2.2 De steekproef2.2.1 SONARDe SONAR-databank is e<strong>en</strong> realisatie van e<strong>en</strong> interdisciplinair <strong>en</strong> interuniversitairconsortium van onderzoeksinstelling<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd gefinancierd via hetProgramma Beleidsvoorbereid<strong>en</strong>d Onderzoek <strong>en</strong> het Steunpunt Loopban<strong>en</strong>doorhe<strong>en</strong> het Onderwijs naar de Arbeidsmarkt van de Vlaamse administratie(SONAR, 2007). De gegev<strong>en</strong>sverzameling gebeurde met het oog op hetbeantwoord<strong>en</strong> van drie c<strong>en</strong>trale onderzoeksvrag<strong>en</strong>: Welke pad<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> bij hun tocht van school naar <strong>werk</strong>? Welke mechanism<strong>en</strong> sorter<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> over diverse pad<strong>en</strong>? Welke factor<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> het succes van de overgang?De gegev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> verzameld bij drie geboortecohort<strong>en</strong>: jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>gebor<strong>en</strong> in 1976, 1978 <strong>en</strong> in 1980. De geboortecohort<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> twee- of driemaalbevraagd op 23-, 26- <strong>en</strong>/of 29-jarige leeftijd (zie tabel 2.1) 3 . Voor elkegeboortecohorte werd gebruik gemaakt van e<strong>en</strong> procedure via het rijksregister ome<strong>en</strong> aselecte <strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef te trekk<strong>en</strong> van 3000respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, met voor elke respond<strong>en</strong>t drie vervangadress<strong>en</strong>. De gegev<strong>en</strong>s vande steekproef werd<strong>en</strong> verzameld via face-to-face interviews op basis van e<strong>en</strong>gestructureerde vrag<strong>en</strong>lijst. Deze vrag<strong>en</strong>lijst bestond uit twee aparte del<strong>en</strong>: (1) e<strong>en</strong>traditionele vrag<strong>en</strong>lijst over het verloop van de schoolloopbaan, zoekgedrag naarde eerste job, k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de eerste <strong>en</strong> laatste job, attitudes <strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>; <strong>en</strong> (2) e<strong>en</strong> kal<strong>en</strong>der om op e<strong>en</strong> gedetailleerde manier deonderwijsloopbaan per jaar, de arbeidsloopbaan per maand <strong>en</strong> andere belangrijkegebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de lev<strong>en</strong>sloop van jonger<strong>en</strong> te reconstruer<strong>en</strong> (SONAR, 2007).Tabel 2.1Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per geboortecohorte per bevragingInterview op 23 jaar Interview op 26 jaar Interview op 29 jaar46Geboortecohorte 1976 3015 2060 1657Geboortecohorte 1978 3002 2099 n.v.t.Geboortecohorte 1980 2993 n.v.t. 1922Bron Vanderheyd<strong>en</strong>, Coppieters, Van Trier, & Delbeke (2011)In dit rapport besprek<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> van <strong>analyse</strong>s op basis van de gegev<strong>en</strong>svan de geboortecohorte 1976. We gebruik<strong>en</strong> de informatie van deze cohorte3 De eerste <strong>en</strong> derde bevraging werd uitgevoerd in e<strong>en</strong> periode waarin nog niet alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de leeftijdvan respectievelijk 23 <strong>en</strong> 29 jaar hadd<strong>en</strong> bereikt.


verzameld tijd<strong>en</strong>s alle drie bevraging<strong>en</strong>. Omdat er sprake is van attritie - niet allerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> geïnterviewd op 23-jarige leefitjd hebb<strong>en</strong> aan de tweede<strong>en</strong>/of derde bevraging meege<strong>werk</strong>t - zal het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong> indeel 2, deel 3, deel 4 <strong>en</strong> deel 5 van dit rapport sterk verschill<strong>en</strong> naargelang devariabel<strong>en</strong> waarnaar gekek<strong>en</strong> wordt. Indi<strong>en</strong> we in onze <strong>analyse</strong>s ons baser<strong>en</strong> opinformatie verzameld op 29-jarige leeftijd, zal het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lager ligg<strong>en</strong>dan wanneer we <strong>analyse</strong>resultat<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> op basis van informatie uit de 23-jarige bevraging. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf bekijk<strong>en</strong> we in welke mate attritie e<strong>en</strong>probleem voor de repres<strong>en</strong>tativiteit zou kunn<strong>en</strong> zijn.hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode2.2.2 Geboortecohorte 1976Enkel de geboortecohorte van 1976 werd op drie mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevraagd. De eerstebevraging startte met e<strong>en</strong> steekproef van 3015 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Op 26 jaar namtweederde van de oorspronkelijke steekproef deel aan de bevraging. Drie jaar laterblijv<strong>en</strong> er nog 1657 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over: 55% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de eerstebevraging. Hieronder bekijk<strong>en</strong> we of de steekproefsam<strong>en</strong>stelling naargelang debevraging verschilt volg<strong>en</strong>s de variabel<strong>en</strong> geslacht, sociale <strong>en</strong> etnische afkomst,thuistaal <strong>en</strong> arbeidssituatie door attritie.Als we naar de socio-demografische achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, dan valt opdat de steekproefsam<strong>en</strong>stelling slechts in beperkte mate verandert. Vooral interm<strong>en</strong> van geslacht is er sprake van weinig verandering. Tuss<strong>en</strong> de tweede <strong>en</strong>derde bevraging daalt het aantal mann<strong>en</strong> met 0,5% (tabel 2.2). Het aantalrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de lagere sociale klasse daalt over de twee bevraging<strong>en</strong> met intotaal 1,4% (tabel 2.3). De wijziging in steekproefsam<strong>en</strong>stelling doet zich hetsterkst voor op vlak van etnische afkomst <strong>en</strong> thuistaal. Er zijn ongeveer 2,5%meer Belg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederlandstalig<strong>en</strong> in de steekproef op 29-jarige leeftijd dan in desteekproef op 23-jarige leeftijd (tabel 2.4 <strong>en</strong> tabel 2.5).Tabel 2.2Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar geslachtOp 23 jaar Op 26 jaar Op 29 jaarN % N % N %Man 1544 51,2 1053 51,1 838 50,6Vrouw 1471 48,8 1007 48,9 819 49,4Totaal 3015 100,0 2060 100,0 1657 100,0Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)47


hoofdstuk 2 | DeonderzoeksmethodeTabel 2.3 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar sociale afkomstOp 23 jaar Op 26 jaar Op 29 jaarN % N % N %Laag 746 25,0 493 24,1 389 23,6Midd<strong>en</strong> 1492 50,0 1040 50,8 840 51,0Hoog 746 25,0 514 25,1 417 25,3Totaal 2984 100,0 2047 100,0 1646 100,0Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)Tabel 2.4Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar etnische afkomstOp 23 jaar Op 26 jaar Op 29 jaarN % N % N %Belgisch 2559 85,6 1775 86,8 1447 88,1Turks 61 2,0 41 2,0 25 1,5Noord-Afrikaans 75 2,5 46 2,3 33 2,0Zuid-Europees 48 1,6 25 1,2 16 1,0Overig niet-Belgisch 248 8,3 157 7,7 122 7,4Totaal 2991 100,0 2044 100,0 1643 100,0Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)Tabel 2.5Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar thuistaalOp 23 jaar Op 26 jaar Op 29 jaarN % N % N %Nederlands 2768 92,0 1920 93,5 1560 94,4Andere taal 240 8,0 134 6,5 93 5,648Totaal 3008 100,0 2054 100,0 1653 100,0Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)Tabel 2.6 geeft de steekproefsam<strong>en</strong>stelling weer naar de arbeidssituatie op 23-, 26-<strong>en</strong> 29-jarige bevraging. Ook hieruit kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat desteekproefsam<strong>en</strong>stelling niet drastisch wijzigt door attritie. Op 23-jarige leeftijdheeft 80,8% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> eerste job voor de eerste bevraging. Op29-jarige leeftijd zi<strong>en</strong> we dat 80,2% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog steeds respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zijn die e<strong>en</strong> eerste job reeds voor de eerste bevraging hadd<strong>en</strong>.


Tabel 2.6 Steekproefsam<strong>en</strong>stelling per bevraging naar arbeidssituatieOp 23 jaar Op 26 jaar Op 29 jaarN % N % N %Werk<strong>en</strong>d (1 ste job voor de 1 ste bevraging) 2211 73,3 1486 72,1 1239 74,8Werk<strong>en</strong>d (1 ste job tuss<strong>en</strong> 1 ste <strong>en</strong> 2 de bevraging) 330 16,0 281 17,0Werk<strong>en</strong>d (1 ste job tuss<strong>en</strong> 2 de <strong>en</strong> 3 de bevraging) 13 0,8Niet-<strong>werk</strong><strong>en</strong>d (1 ste job voor de 1 ste bevraging) 228 7,5 168 8,2 89 5,4Niet-<strong>werk</strong><strong>en</strong>d (1 ste job tuss<strong>en</strong> 1 ste <strong>en</strong> 2 de bevraging) 34 1,7 22 1,3Niet-<strong>werk</strong><strong>en</strong>d (1 ste job tuss<strong>en</strong> 2 de <strong>en</strong> 3 de bevraging) 3 0,2Niet-<strong>werk</strong><strong>en</strong>d zonder <strong>werk</strong>ervaring 4 576 19,1 42 2,0 10 0,6Totaal 3015 100,0 2060 100,0 1657 100,0Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)hoofdstuk 2 | DeonderzoeksmethodeHoewel we kunn<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat de verandering<strong>en</strong> in desteekproefsam<strong>en</strong>stelling naar geslacht, sociale <strong>en</strong> etnische afkomst, thuistaal <strong>en</strong>arbeidssituatie niet erg groot zijn, moet<strong>en</strong> ze wel in rek<strong>en</strong>ing gebracht word<strong>en</strong> bijhet interpreter<strong>en</strong> van de <strong>analyse</strong>resultat<strong>en</strong>.2.3 Operationaliser<strong>en</strong> van begripp<strong>en</strong>We licht<strong>en</strong> hier kort toe hoe de variabel<strong>en</strong> uit onze modell<strong>en</strong> geoperationaliseerdword<strong>en</strong>. Voor meer informatie over de precieze vraagstelling in de <strong>en</strong>quêtes <strong>en</strong> deconstructie van de afgeleide variabel<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> we de lezer naar de volg<strong>en</strong>dehoofdstukk<strong>en</strong> waarin de indicator<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> voor de exploratieve<strong>analyse</strong>s <strong>en</strong> naar bijlage 1.2.3.1 Lev<strong>en</strong>slang <strong>ler<strong>en</strong></strong>In het tweede deel van dit rapport staan we stil bij de participatiegraad aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> per leeftijdscategorie. Reeds in het verled<strong>en</strong> werd op basis vanSONAR-data beschrijv<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s uitgevoerd naar participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> door jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> met beperkte kwalificaties (Saliën & De Rick, 2008).We breid<strong>en</strong> de <strong>analyse</strong>s uit door zoveel mogelijk indicator<strong>en</strong> voor <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> informatie van zoveel mogelijk respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. We mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong>494 Op 23-jarige leeftijd hebb<strong>en</strong> 396 van de 576 niet-<strong>werk</strong><strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder <strong>werk</strong>ervaring het initieelonderwijs nog niet verlat<strong>en</strong> voor de eerste keer tijd<strong>en</strong>s de eerste bevraging. Dat is 68,8%. Van de 42 niet<strong>werk</strong><strong>en</strong>d<strong>en</strong>op 26-jarige leeftijd war<strong>en</strong> er 13 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het initieel onderwijs nog niet verlat<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong>. Op het mom<strong>en</strong>t van de laatste bevraging was ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele respond<strong>en</strong>t nog aan het studer<strong>en</strong> inhet initieel onderwijs zonder het e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer verlat<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.


hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodeonderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> of leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Onder leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> het bedrijf <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer door opleiding<strong>en</strong>te volg<strong>en</strong> bij collega’s of overste of door louter collega’s te observer<strong>en</strong>. Daarnaastkijk<strong>en</strong> we ook naar de perceptie van de respond<strong>en</strong>t over de eig<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> de vraag of ze regelmatig moet<strong>en</strong>bijlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> studer<strong>en</strong> voor hun <strong>werk</strong>. Onder leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de terugkeer naar regulier onderwijs inclusief deeltijdsberoepssecundair onderwijs, VDAB-opleiding<strong>en</strong>, Onderwijs voor SocialePromotie <strong>en</strong> andere opleiding<strong>en</strong> onder5. Deze opleiding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gevolgd zijndoor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeter<strong>en</strong> maar deopleiding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet in opdracht van de <strong>werk</strong>gever <strong>en</strong>/of binn<strong>en</strong> het kadervan de job gevolgd. Bij leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job gaat het omleeractiviteit<strong>en</strong> die ondernom<strong>en</strong> zijn nadat m<strong>en</strong> voor de eerste keer het regulieronderwijs verlat<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> m<strong>en</strong> startte met e<strong>en</strong> eerste job, <strong>werk</strong>zoek<strong>en</strong>de was ofbesloot niet te gaan <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Indicator<strong>en</strong> zoals vaardighed<strong>en</strong>, studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijlez<strong>en</strong>,<strong>en</strong> de terugkeer naar het regulier onderwijs kwam<strong>en</strong> niet aan bod in Saliën <strong>en</strong> DeRick (2008).T<strong>en</strong>slotte onderscheid<strong>en</strong> we ons van Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) door gebruik temak<strong>en</strong> van zoveel mogelijk respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Terwijl Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) <strong>en</strong>kelgebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beperkte steekproef van 1657 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aan allebevraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> wij de informatie ook van dierespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet aan alle bevraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geparticipeerd. Wanneerbijvoorbeeld de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tot 23 jaar bek<strong>en</strong> wordt, danwordt de informatie van alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aan de eerste bevraging hebb<strong>en</strong>deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ook effectief b<strong>en</strong>ut in dit rapport.In deel 3, deel 4 <strong>en</strong> deel 5 bestuder<strong>en</strong> we de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>,sociaal <strong>kapitaal</strong>, arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong>voor <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> van deel 2, met uitzondering van studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijlez<strong>en</strong>, aanbod6.502.3.2 Arbeidsmarktsucces5 De term Onderwijs voor Sociale Promotie wordt vandaag niet meer gebruikt <strong>en</strong> komt min of meer overe<strong>en</strong>onderwijs verstrekt door de huidige c<strong>en</strong>tra voor volwass<strong>en</strong>onderwijs. We vermeld<strong>en</strong> in dit rapport echterzoveel mogelijk de b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> voor de opleiding<strong>en</strong> zoals ze werd<strong>en</strong> vermeld in de bevraging<strong>en</strong>. Zosprek<strong>en</strong> we verder ook nog van hoger onderwijs van het korte type <strong>en</strong> lange type in plaats vanprofessionele <strong>en</strong> academische bachelors.6 Omdat studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijlez<strong>en</strong> twee ordinale variabel<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> kruistabell<strong>en</strong> met minimaal één ordinalevariabele veel plaats in beslag nem<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we om praktische overweging<strong>en</strong> bivariate <strong>analyse</strong>s metdeze twee indicator<strong>en</strong> voor <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> achterwege gelat<strong>en</strong>.


In deel 4 <strong>en</strong> deel 5 van dit rapport kijk<strong>en</strong> we naar het effect van participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> andere achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>. We legg<strong>en</strong> bij <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong> de focus op arbeidsmarktsucces op 29-jarige leeftijd.Arbeidsmarktsucces op 29 jaar operationaliser<strong>en</strong> we aan de hand van zesverschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong>: (1) <strong>werk</strong>loosheid; (2) jobtevred<strong>en</strong>heid; (3) nettoloon ineuro per maand; (3) type contract; (4) inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong>opleiding <strong>en</strong> job (=horizontale match); <strong>en</strong> (5) gebrek aan overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong>het behaalde opleidingsniveau <strong>en</strong> het vereiste opleidingsniveau voor de job(=verticale mismatch). Wanneer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, tevred<strong>en</strong> zijn met hun job,e<strong>en</strong> relatief hoog loon, e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan hebb<strong>en</strong> dat overe<strong>en</strong>stemtmet hun opleiding, beschouw<strong>en</strong> we h<strong>en</strong> als succesvol op de arbeidsmarkt.Omdat e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de bevraging,werd bij h<strong>en</strong> informatie over hun laatste job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar opgevraagd.Neg<strong>en</strong>tig respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> informatie over hun laatste job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar.Drieëndertig respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de derdebevraging hadd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Vier<strong>en</strong>vijftig van de 91respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> in hun laatste job tot 2005, het jaar van de laatstebevraging, 23 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> in hun laatste job tot 2004 <strong>en</strong> 14respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 2003.hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode2.3.3 <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong><strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> komt aan bod in deel 4 van het rapport. Het omvat tweedim<strong>en</strong>sies: e<strong>en</strong> structurele <strong>en</strong> e<strong>en</strong> interpretatieve dim<strong>en</strong>sie. Tabel 2.7 geeft weer opwelke manier de dim<strong>en</strong>sies van sociaal <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> SONAR.E<strong>en</strong> kruisje betek<strong>en</strong>t dat indicator<strong>en</strong> voor die dim<strong>en</strong>sie aanwezig zijn. Uit tabel 2.7blijkt dat er ge<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> aanwezig zijn die het discours over <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> de (perceptie van) de opvatting van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> in verband met<strong>werk</strong> met<strong>en</strong>. Er zijn wel indicator<strong>en</strong> voor het net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiëlehulpbronn<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zo wet<strong>en</strong> we of de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (actief) lidwar<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging bij, voor of na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs, ofze e<strong>en</strong> leiderschapsfunctie op zich hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, of zevrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht <strong>en</strong> of ze e<strong>en</strong> vaste partner hebb<strong>en</strong>. Verder wet<strong>en</strong>we in welke mate ze informatie meekreg<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiële opleiding over hetzoek<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> <strong>en</strong> welke zoekkanal<strong>en</strong> ze effectief gebruikt hebb<strong>en</strong> bij hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs. We dekk<strong>en</strong> daarmee echter niet de volledigestructurele dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>. Het net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de daaruit voorvloei<strong>en</strong>depot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie beperkt zich niet tot lidmaatschap vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner <strong>en</strong> informatie tijd<strong>en</strong>s de51


hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodeschoolloopbaan. Net<strong>werk</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook tijd<strong>en</strong>s de schoolloopbaan <strong>en</strong> latertijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan op het <strong>werk</strong> opgebouwd. SONAR geeft verder ge<strong>en</strong>informatie weer over het net<strong>werk</strong> bestaande uit vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, familie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>.Wel biedt SONAR informatie over de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>in relatie tot het <strong>werk</strong>. Er werd nagegaan hoe respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over <strong>werk</strong>,meer bepaald over carrière <strong>en</strong> promotie mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> over het nut van <strong>werk</strong>. Dehouding t<strong>en</strong> opzichte van het nut van <strong>werk</strong><strong>en</strong> werd gemet<strong>en</strong> met drieLikertschal<strong>en</strong>: ‘<strong>werk</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’, ‘<strong>werk</strong> is niet belangrijk’ <strong>en</strong> ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> omgeld te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>’. Deze schal<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemaakt op basis van e<strong>en</strong> principalecompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong>. Voor meer informatie over de constructie van dezevariabel<strong>en</strong> die de opvatting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> met<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> we delezer naar bijlage 1.Tabel 2.7Aanwezigheid van indicator<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sies van sociaal<strong>kapitaal</strong> in SONAR C76Indicator<strong>en</strong> aanwezig in SONAR C76Net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> (pot<strong>en</strong>tiële) hulpbronn<strong>en</strong> Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> leiderschapsfunctie Onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> Vaste partner Informatie over zoek<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiëleschoolloopbaan Gebruikte zoekkanal<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijsEig<strong>en</strong> opvatting <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>(Perceptie) opvatting <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong>Eig<strong>en</strong> opvatting in verband met <strong>werk</strong> Promotie <strong>en</strong> carrière mak<strong>en</strong> Het nut van <strong>werk</strong><strong>en</strong>(Perceptie) opvatting in verband met <strong>werk</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong>Bron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)XNiet aanwezigNiet aanwezigXNiet aanwezig522.3.4 Overige variabel<strong>en</strong>In tabel 2.8 gev<strong>en</strong> we weer welke overige variabel<strong>en</strong> van onze modell<strong>en</strong> wekunn<strong>en</strong> met<strong>en</strong> met informatie uit de SONAR-databank. We verwacht<strong>en</strong> dat zijnaast sociaal <strong>kapitaal</strong> ook e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> in het verklar<strong>en</strong> vanparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces. Er is veel informatieaanwezig over de socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, deleefsituatie <strong>en</strong> het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> er zijn proxy-variabel<strong>en</strong> aanwezig die de


negatieve leerervaring<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiële schoolloopbaan schets<strong>en</strong>. Socialeafkomst is e<strong>en</strong> geconstrueerde variabele op basis van de variabel<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> dearbeidssituatie van vader <strong>en</strong> moeder. De variabele sociale afkomst werdgeconstrueerd met behulp van factor<strong>analyse</strong>, binn<strong>en</strong> het statistische programmaMPLUS (voor meer informatie zie bijlage 1).Arbeidssituatie wordt geoperationaliseerd aan de hand van de volg<strong>en</strong>deindicator<strong>en</strong>: statuut, contract, sector, te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage, al dan niet<strong>werk</strong>loos zijn, op zoek zijn naar e<strong>en</strong> andere baan, jobtevred<strong>en</strong>heid, belang vank<strong>en</strong>nis tijd<strong>en</strong>s de job, maandelijks nettoloon, horizontale <strong>en</strong> verticale mismatch <strong>en</strong>andere inhoudelijke jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.Er is beperkt informatie aanwezig over de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de gevolgdeleeractiviteit <strong>en</strong> er is ge<strong>en</strong> informatie over de perceptie die respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>over leeractiviteit<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de leeractiviteit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod in deel 2bij de bespreking van de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. De overigevariabel<strong>en</strong> uit tabel 2.8 word<strong>en</strong> gebruikt voor de <strong>analyse</strong>s in deel 5 van het rapport.hoofdstuk 2 | DeonderzoeksmethodeTabel 2.8Aanwezigheid van indicator<strong>en</strong> voor de overige variabel<strong>en</strong> in SONAR C76Indicator<strong>en</strong> aanwezig in SONAR C76Socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Geslacht Leeftijd Etnische afkomst Sociale afkomstLeefsituatie Arbeidssituatie GezinssituatieM<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> Hoogst bereikt onderwijsniveau bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer Leeractiviteit<strong>en</strong> gevolgd voordat m<strong>en</strong> het initieel onderwijsvoor de eerste keer verlat<strong>en</strong> heeft Locus of control Sociale demotieLeerervaring<strong>en</strong> Zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> B- <strong>en</strong>/of C-attest<strong>en</strong> in secundair onderwijs Leeftijd intrede secundair onderwijs Watervalpatroon in secundair onderwijs Aantal jar<strong>en</strong> hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma tebehal<strong>en</strong>K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de leeractiviteitPerceptie leeractiviteitBron SONAR C76(23), C76(26) & C76(29)XXXXXNiet aanwezig53


hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode542.4 Analysetechniek <strong>en</strong> het rapporter<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong>In deel 2 <strong>en</strong> in hoofdstuk 5 van deel 3 staan univariate <strong>analyse</strong>s c<strong>en</strong>traal. Aan dehand van frequ<strong>en</strong>tietabell<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar de participatiegraad vanjongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> tot 29 jaar. Er wordtwanneer mogelijk e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt naar leeractiviteit <strong>en</strong> leeftijdsperiode.Naast de participatiegraad vermeld<strong>en</strong> we informatie over de gevolgdeleeractiviteit<strong>en</strong> aan de hand van c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tietabell<strong>en</strong>. Bivariate<strong>analyse</strong>s staan c<strong>en</strong>traal in deel 3, deel 4 <strong>en</strong> deel 5 van het rapport. In deel 3 kijk<strong>en</strong>we naar de relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces.In deel 4 kijk<strong>en</strong> we naar de sam<strong>en</strong>hang van sociaal <strong>kapitaal</strong> met <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong> <strong>en</strong> in deel 5 naar de sam<strong>en</strong>hang van overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu met <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces. De resultat<strong>en</strong> van debivariate <strong>analyse</strong>s word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> in kruistabell<strong>en</strong>. Wanneer minst<strong>en</strong>s éénvariabele in de kruistabel e<strong>en</strong> nominale variabele is, wordt de sterkte van hetverband tuss<strong>en</strong> de twee variabel<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> met Cramer’s V. De waard<strong>en</strong> vanCramer’s V ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 0 <strong>en</strong> 1. Nul geeft weer dat er ge<strong>en</strong> verband is, 1 geeft e<strong>en</strong>volledige sam<strong>en</strong>hang weer. Doorgaans gaat m<strong>en</strong> er van uit dat waard<strong>en</strong> van 0,1 ofkleiner duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zeer zwak verband (Argyrous, 1997).Wanneer beide variabel<strong>en</strong> ordinaal zijn, gebruik<strong>en</strong> we de associatiemaat Gamma.Terwijl Cramer’s V e<strong>en</strong> associatiemaat is gebaseerd op chickwadraat <strong>en</strong> relatiefmoeilijk te interpreter<strong>en</strong> valt, is Gamma e<strong>en</strong> associatiemaat dat weergeeft in welkemate we de afhankelijke variabele beter kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong> op basis van deonafhankelijke variabele dan zonder de afhankelijke variabele. Gamma wordt ookwel e<strong>en</strong> ‘proportional reduction in error’ associatiemaat g<strong>en</strong>oemd (Argyros, 1997).Hoe hoger de waarde voor Gamma, hoe sterker het verband. Terwijl Cramer’s Valtijd positief is, kan Gamma zowel positief als negatief zijn. De waard<strong>en</strong> vanGamma kunn<strong>en</strong> schommel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> -1 <strong>en</strong> +1. E<strong>en</strong> negatieve waarde voorGamma wijst op e<strong>en</strong> negatieve relatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve waarde op e<strong>en</strong> positiefverband. Terwijl we bij Cramer’s V als voorwaarde stell<strong>en</strong> dat de waarde minst<strong>en</strong>s0,1 moet zijn om van e<strong>en</strong> verband te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> bijGamma tot 0,2 geïnterpreteerd als e<strong>en</strong> heel zwak of verwaarloosbaar verband(Black, 1993 in Argyros, 1997). Wanneer de sterkte van het verband statistischsignificant is op het niveau 0,001, 0,01 of 0,05, dan staan er respectievelijk driesterretjes, twee sterretjes of één sterretje vermeld achter de waarde van deassociatiemaat.Bij het hanter<strong>en</strong> van de associatiemat<strong>en</strong> Cramer’s V <strong>en</strong> Gamma moet er ge<strong>en</strong>veronderstelling gemaakt word<strong>en</strong> welke variabele de oorzaak is <strong>en</strong> welke variabelehet gevolg. Bivariate <strong>analyse</strong>s lat<strong>en</strong> dan ook niet toe om uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> overoorzaak <strong>en</strong> gevolg. Om e<strong>en</strong> causale uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de relatietuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong>, moet er voldaan word<strong>en</strong> aan drie voorwaard<strong>en</strong>: (1) er is


sprake van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang: verandering in de <strong>en</strong>e variabele gaat sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>verandering in de andere variabele; (2) oorzaak vindt plaats voor het gevolg; (3) eris ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> schijnrelatie of e<strong>en</strong> alternatieve verklaring voor devastgestelde relatie tuss<strong>en</strong> oorzaak <strong>en</strong> gevolg (Babbie, 2004). Met de bivariate<strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> we nagaan of er sprake is van sam<strong>en</strong>hang <strong>en</strong> of er al dan niet aande eerste voorwaarde voldaan is. Verder strev<strong>en</strong> we in deze <strong>analyse</strong>s ook tevoldo<strong>en</strong> aan de tweede voorwaarde. De variabel<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s ons modelparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> verklar<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> effectief plaatsgevond<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> voor de periode waarin het al dan niet participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij sociodemografische factor<strong>en</strong> is dit meestal voor de handligg<strong>en</strong>d. Maar ook bij m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> etc. lett<strong>en</strong> we op detijdsvolgorde van de variabel<strong>en</strong>. Zo wordt bijvoorbeeld gekek<strong>en</strong> naar de relatietuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong> in de leeftijdsperiode van 21 tot 26 jaar <strong>en</strong>participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> vanaf 26 jaar om na te gaan wat het effect vansociaal <strong>kapitaal</strong> op <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> kan zijn. Doordat we tracht<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aandeze tweede voorwaarde, wordt het aantal bruikbare indicator<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> SONARbeperkt. Gezondheid <strong>en</strong> zelfbeeld zijn bijvoorbeeld e<strong>en</strong> indicator voor m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> maar word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel gemet<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de laatste bevraging op 29-jarigeleeftijd. Deze indicator<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom niet gebruikt om na te gaan of m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> invloed heeft op het al dan niet participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> voor29 jaar. Met de bivariate <strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> we echter niet nagaan of er voldaan isaan de derde voorwaarde. E<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong> kan somsslechts schijn zijn <strong>en</strong> verklaard word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> derde variabele of e<strong>en</strong>alternatieve verklaring. Andersom, het in rek<strong>en</strong>ing br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> derdevariabele kan e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang aan het licht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die er op het eerste gezicht nietaanwezig lijkt te zijn volg<strong>en</strong>s bivariate <strong>analyse</strong>s. Multivariate <strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> meerinzicht bied<strong>en</strong> in welke mate er voldaan is aan de derde voorwaarde voor causaleuitsprak<strong>en</strong>, maar kom<strong>en</strong> in dit rapport nog niet aan bod.T<strong>en</strong>slotte will<strong>en</strong> we de lezer meegev<strong>en</strong> dat we in de tabell<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de antwoord<strong>en</strong>van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> die effectief e<strong>en</strong> antwoord hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.Ontbrek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet geïmputeerd.In deel 3, deel 4 <strong>en</strong> deel 5 zull<strong>en</strong> de hoofdstukk<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabel om de lezer snel e<strong>en</strong> overzicht te bied<strong>en</strong> van welkeverband<strong>en</strong> er gevond<strong>en</strong> zijn.hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode552.5 Sam<strong>en</strong>vattingOm onze onderzoeksvrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> we in dit rapport gebruikvan de SONAR-databank. Informatie van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> in 1976 wordtge<strong>analyse</strong>erd om de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> te bepal<strong>en</strong>. Verder gaan


hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodewe op basis van onze modell<strong>en</strong> na in welke mate achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. De participatiegraad <strong>en</strong> de positie vanjongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidsmarkt wordt beschrev<strong>en</strong> aan de hand vanunivariate <strong>analyse</strong>s, terwijl de sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de hand vanbivariate <strong>analyse</strong>s. Bij deze bivariate <strong>analyse</strong>s lett<strong>en</strong> we tev<strong>en</strong>s op de tijdsvolgordewaarin de gemet<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Elk hoofdstuk wordt afgerond met e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatting van de belangrijkste resultat<strong>en</strong>.56


- DEEL 2 PARTICIPATIE AANLEVENSLANG LEREN -


3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in hetkader van de job3.1 InleidingIn dit rapport lat<strong>en</strong> we, gezi<strong>en</strong> de brede definitie van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, zoveelmogelijk indicator<strong>en</strong> voor <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> aan bod kom<strong>en</strong>. We mak<strong>en</strong> daarbij e<strong>en</strong>onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> of leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. In dit hoofdstuk kijk<strong>en</strong> we naarleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. T<strong>en</strong> eerste zijn er de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> het bedrijf. T<strong>en</strong> tweede zijn er leeractiviteit<strong>en</strong> die totstand kom<strong>en</strong> door opleiding<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer bij collega’s of oversteof door louter collega’s te observer<strong>en</strong>. Deze leeractiviteit<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we deinformele opleiding<strong>en</strong>. Daarnaast kijk<strong>en</strong> we ook naar de perceptie van derespond<strong>en</strong>t over de eig<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong>de vraag of ze regelmatig moet<strong>en</strong> bijlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> studer<strong>en</strong> voor hun <strong>werk</strong>.3.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong>hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 593.2.1 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan tot 29 jaarIn de tweede <strong>en</strong> derde bevraging werd de vraag gesteld of de respond<strong>en</strong>t ooit e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding in het kader van de job, binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> het bedrijf,heeft gevolgd. Ook in de eerste bevraging werd de vraag gesteld of m<strong>en</strong> ooit e<strong>en</strong>opleiding heeft gevolgd. To<strong>en</strong> werd bij deze vraag ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt


tuss<strong>en</strong> georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> had 19% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op 23 jaar nog ge<strong>en</strong> <strong>werk</strong>ervaring integ<strong>en</strong>stelling tot slechts 2% op 26 jaar (zie tabel 2.1 in hoofdstuk 2). Daarombaser<strong>en</strong> we ons hier <strong>en</strong>kel op de tweede <strong>en</strong> derde bevraging.Uit tabel 3.1 blijkt dat ongeveer 52% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ooit e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding heeft gekreg<strong>en</strong> tot de leeftijd van 26 jaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijkaardig perc<strong>en</strong>tagetuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Het perc<strong>en</strong>tage is dus vrij stabiel over de leeftijdscategorieënhe<strong>en</strong>. Zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van deze respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> meer dan éénopleiding te hebb<strong>en</strong> gevolgd tot 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar (tabel 3.2).Tabel 3.1Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de jobhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobTot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Gevolgd 1038 51,9 870 52,7Niet gevolgd 961 48,1 781 47,3Totaal 1999 100,0 1651 100,0Tabel 3.2Bron SONAR C76(26) & C76(29)Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de jobTot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %1 314 30,3 245 28,32 191 18,4 188 21,7Meer dan 2 533 51,3 434 50,1Totaal 1038 100,0 867 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)60E<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd,volgde de opleiding op eig<strong>en</strong> initiatief. De meerderheid deed dit op vraag van de<strong>werk</strong>gever <strong>en</strong> de overige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opleiding op vraag van de<strong>werk</strong>gever <strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> initiatief. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar is het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dat <strong>en</strong>kel op vraag van de <strong>werk</strong>gever e<strong>en</strong> opleiding volgt wel opmerkelijk gesteg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 26 jaar: van 39% naar 56% (tabel 3.3).Hoewel e<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding op eig<strong>en</strong>


initiatief volgde in het kader van hun job, betaalde slechts 11% à 13% de opleidingzelf (tabel 3.4)7.Tabel 3.3Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de initiatiefnemer van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> in het kader van de jobTot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Op eig<strong>en</strong> initiatief 266 25,6 202 23,2Op vraag van de <strong>werk</strong>gever 402 38,7 490 56,3Beide 370 35,6 178 20,5Totaal 1038 100,0 870 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tabel 3.4Ooit zelf betaald voor e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd in het kadervan e<strong>en</strong> jobTot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Ja 137 13,2 97 11,2Nee 901 86,8 769 88,8Totaal 1038 100,0 866 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevraagd welke opleiding<strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job (tabel 3.5). De opleiding<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> inhoudelijk verspreid oververschill<strong>en</strong>de thema’s. Het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per opleiding blijft vrijwel stabielover de leeftijdscategorieën he<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar valt echter het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>deaandeel van opleiding<strong>en</strong> voor de ‘social profit’ sector het meest op. Wanneer wekijk<strong>en</strong> naar de totale duur van de afgeronde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van dejob, dan zi<strong>en</strong> we dat tot de leeftijd van 26 jaar de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gemiddeld 40dag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> of meerdere opleiding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> besteed <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 617 De vraagstelling in de tweede bevraging verschilt van de vraagstelling in de derde bevraging met betrekkingtot de georganiseerde opleiding<strong>en</strong>, de initiatiefnemer ervan <strong>en</strong> financieringsbron. In de derde bevraging,waarbij de opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar werd<strong>en</strong> geregistreerd, werd per opleiding gevraagdop wi<strong>en</strong>s initiatief dit gebeurde <strong>en</strong> wie betaalde. Met betrekking tot initiatief in de derde bevraging werd<strong>en</strong><strong>en</strong>kel de antwoordcategorieën ‘uzelf’ <strong>en</strong> ‘<strong>werk</strong>gever’ aangebod<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t meer dan éénopleiding heeft gevolgd <strong>en</strong> de <strong>en</strong>e keer de initiatiefnemer de respond<strong>en</strong>t was <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere keer de<strong>werk</strong>gever, werd deze respond<strong>en</strong>t in tabel 3.3 ondergebracht bij de categorie ‘beide’, Tijd<strong>en</strong>s de tweedebevraging werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door middel van één vraag gevraagd op wi<strong>en</strong>s initiatief alleopleiding<strong>en</strong> gevolgd werd<strong>en</strong>. Er werd niet per opleiding geregistreerd wie de initiatiefnemer was. Bij detweede bevraging werd<strong>en</strong> drie antwoordcategorieën aangebod<strong>en</strong>: ‘uzelf’, ‘<strong>werk</strong>gever’ <strong>en</strong> ‘beide’. Hetverschil in deze vraagstelling zou e<strong>en</strong> oorzaak kunn<strong>en</strong> zijn waarom het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onder‘<strong>werk</strong>gever’ <strong>en</strong> ‘beide’ verschilt naargelang de bevraging.


28,5 dag<strong>en</strong>. De overige c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> in tabel 3.6 gev<strong>en</strong> het minimum <strong>en</strong>maximum aantal dag<strong>en</strong> dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sp<strong>en</strong>deerd<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> weer.Het eerste kwartiel geeft weer dat 25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 26 jaar één ofmeerdere opleiding<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> die in totaal maximum 5 dag<strong>en</strong> duurd<strong>en</strong>. Hettweede kwartiel, ook wel mediaan g<strong>en</strong>oemd, geeft weer dat 25% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 26 jaar één of meerdere opleiding<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> die in totaal meerdan 5 dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> maximum 11 dag<strong>en</strong> duurd<strong>en</strong>. Het derde kwartiel geeft weer dat25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> één of meerdere opleiding<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> die in totaal 11 à30 dag<strong>en</strong> duurd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat 25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> één of meerdere opleiding<strong>en</strong>volgd<strong>en</strong> die in totaal meer dan 30 dag<strong>en</strong> duurd<strong>en</strong>. Op dezelfde wijze kunn<strong>en</strong> dekwartiel<strong>en</strong> voor de leeftijd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar geïnterpreteerd word<strong>en</strong>. Dec<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> weer dat tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder dag<strong>en</strong> sp<strong>en</strong>deerd<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> dan tot 26 jaar.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobTabel 3.5 Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar type georganiseerde opleiding<strong>en</strong>Tot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d & vreemde tal<strong>en</strong> 79 5,1 150 5,6Technische beroepsopleiding 221 14,4 367 13,6Informatica-opleiding 306 19,9 502 18,6Handelsopleiding 276 18,0 425 15,8Social profit 188 12,2 549 20,4Managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> 302 19,7 489 18,1Andere opleiding 163 10,6 215 8,0Totaal 1535 100,0 2697 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)62


Tabel 3.6C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de totale duur van de gevolgdegeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> in aantal dag<strong>en</strong>Tot 26 jaar (N=1002) Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar (N=822)Gemiddelde 40,0 28,5Eerste kwartiel 5,0 3,8Tweede kwartiel 10,8 8,0Derde kwartiel 30,0 19,0Minimum 0,3 0,3Maximum 1000 1000Bron SONAR C76(26) & C76(29)3.2.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job naderbekek<strong>en</strong>Tijd<strong>en</strong>s de tweede bevraging, op 26-jarige leeftijd, werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevraagd of ze e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun eerstejob <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ja, hoeveel opleiding<strong>en</strong>, op wi<strong>en</strong>s initiatief <strong>en</strong> hoe lang dezeopleiding<strong>en</strong> duurd<strong>en</strong>8. Uit tabel 3.7 blijkt dat bijna 30% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding heeft gekreg<strong>en</strong>. In de vorige paragraaf steld<strong>en</strong> we vastdat ruim 50% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 26 jaar minst<strong>en</strong>s één opleiding heeftgekreg<strong>en</strong>. Als we dit cijfer vergelijk<strong>en</strong> met het perc<strong>en</strong>tage in tabel 3.7, kunn<strong>en</strong> weconcluder<strong>en</strong> dat niet iedere<strong>en</strong> reeds tijd<strong>en</strong>s de eerste job e<strong>en</strong> opleiding aangebod<strong>en</strong>krijgt.Tabel 3.7Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgdtijd<strong>en</strong>s de eerste jobAantalGevolgd 591 29,3Niet gevolgd 1424 70,7Totaal 2015 100,0Bron SONAR C76(26)Perc<strong>en</strong>tagehoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 63De meerderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die reeds in de eerste job e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, blijkt zelfs meer dan één georganiseerdeopleiding gevolgd te hebb<strong>en</strong> (tabel 3.8). Vijfti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t volgde twee opleiding<strong>en</strong>8 Deze vraag werd ook gesteld aan dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die reeds voor de eerste bevraging al e<strong>en</strong> eerste job hadd<strong>en</strong>uitgeoef<strong>en</strong>d.


<strong>en</strong> 43% volgde meer dan twee opleiding<strong>en</strong>. Slechts e<strong>en</strong> kleine minderheid (16%)deed dit echter geheel uit eig<strong>en</strong> initiatief. Vooral de <strong>werk</strong>gever is de vrag<strong>en</strong>de partijvoor het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de eerstejob. De gemiddelde duur van alle gevolgde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste jobbedraagt 26 dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mediaan 9 dag<strong>en</strong> (tabel 3.10). De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>dus gemiddeld minder lang opleiding<strong>en</strong> in de eerste job dan in latere jobs tot 26jaar maar ev<strong>en</strong> lang als na 26 jaar (zie tabel 3.6).Tabel 3.8Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdtijd<strong>en</strong>s de eerste jobhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobAantal1 249 42,12 90 15,2Meer dan 2 252 42,6Totaal 591 100,0Tabel 3.9Bron SONAR C76(26)Perc<strong>en</strong>tageAantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de initiatiefnemer van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste jobAantalOp eig<strong>en</strong> initiatief 97 16,4Op vraag van de <strong>werk</strong>gever 307 51,9Beide 187 31,6Totaal 591 100,0Bron SONAR C76(26)Perc<strong>en</strong>tage64


Tabel 3.10C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de totale duur van degeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job in aantal dag<strong>en</strong>C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> (N=563)Gemiddelde 25,6Eerste kwartiel 3,8Tweede kwartiel 9,0Derde kwartiel 20,0Minimum 0,3Maximum 960Bron SONAR C76(26)3.2.3 Het verschil tuss<strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong>het bedrijf <strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> hetbedrijf nader bekek<strong>en</strong>Tijd<strong>en</strong>s de derde <strong>en</strong> laatste bevraging werd gevraagd of georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> het bedrijf werd<strong>en</strong>gevolgd. In paragraaf 3.2.1 steld<strong>en</strong> we vast dat 52% ooit e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding in het kader van de job heeft gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. In devolg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> deze georganiseerdeopleiding<strong>en</strong>: georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> het bedrijf <strong>en</strong>georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijf. Uit tabel 3.11 blijkt dat34% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ooit e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het bedrijfheeft gevolgd <strong>en</strong> dat 32% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ooit e<strong>en</strong> georganiseerde opleidingbuit<strong>en</strong> het bedrijf heeft gevolgd. Tabel 3.12 geeft weer hoeveel opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gevolgd. E<strong>en</strong><strong>en</strong>dertig proc<strong>en</strong>t vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volgde niet meer dan één opleiding binn<strong>en</strong> het bedrijf, 41% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet meer dan één opleiding buit<strong>en</strong> het bedrijf. Neg<strong>en</strong><strong>en</strong>zestigproc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volgde twee of meer opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf<strong>en</strong> 59% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf. Er word<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong>relatief meer georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf dan buit<strong>en</strong> het bedrijfgevolgd.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 65


Tabel 3.11Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Gevolgd 565 34,3 528 32,1Niet gevolgd 1082 65,7 1119 67,9Totaal 1647 100,0 1647 100,0Bron SONAR C76(29)Tabel 3.12Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar het aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdtijd<strong>en</strong>s de loopbaan binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job66Binn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %1 172 30,7 215 40,92 142 25,4 137 26,0Meer dan 2 247 44,1 174 33,1Totaal 560 100,0 526 100,0Bron SONAR C76(29)Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf word<strong>en</strong> vaker dan opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijfgevolgd op eig<strong>en</strong> initiatief: respectievelijk 50% van de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf werd<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> initiatief gevolgd <strong>en</strong> slechts 22% van de opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het bedrijf (tabel 3.13). Het feit dat opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf vaak opeig<strong>en</strong> initiatief g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt, verklaart waarschijnlijk waarom meer opleiding<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf door de respond<strong>en</strong>t zelf betaald word<strong>en</strong> dan opleiding binn<strong>en</strong>het bedrijf: respectievelijk 12% <strong>en</strong> 1% (tabel 3.14). Niettemin wordt de overgrotemeerderheid van de meeste opleiding<strong>en</strong>, zowel binn<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong> het bedrijf, doorde <strong>werk</strong>gever betaald. Verder valt op dat de <strong>werk</strong>gever driekwart van deopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf <strong>en</strong> slechts één op acht van de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het bedrijf organiseert. Van de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf wordt 39% door e<strong>en</strong>privé-onderneming, 26% door e<strong>en</strong> onderwijsinstelling <strong>en</strong> 12% door de <strong>werk</strong>geverzelf georganiseerd (tabel 3.15).


Tabel 3.13Initiatiefnemer van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Op eig<strong>en</strong> initiatief 334 22,2 597 50,3Op initiatief van de <strong>werk</strong>gever 1171 77,8 589 49,7Totaal 1505 100,0 1186 100,0Bron SONAR C76(29)Tabel 3.14Financieringsbron voor de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Respond<strong>en</strong>t 19 1,3 145 12,4Werkgever 1450 96,3 992 84,6Overheid 36 2,4 36 3,1Totaal 1505 100,0 1173 100,0Tabel 3.15Bron SONAR C76(29)Organisator<strong>en</strong> van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Werkgever 1134 76,0 146 12,3Sectoraal initiatief 52 3,5 186 15,7VDAB 13 0,9 29 2,4Privé-onderneming 193 12,9 461 38,9Onderwijsinstelling 90 6,0 311 26,2hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 67Andere 11 0,7 53 4,5Totaal 1493 100,0 1186 100,0Bron SONAR C76(29)Tabel 3.16 geeft weer welke type opleiding<strong>en</strong> gevolgd word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het bedrijf. Het aantal opleiding<strong>en</strong> ligt verspreid over verschill<strong>en</strong>de thema’s. Hetinhoudelijke verschil tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf is vooralaanwezig op het gebied van managem<strong>en</strong>t- <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong>. Deze opleiding


wordt relatief vaker binn<strong>en</strong> het bedrijf (22%) dan buit<strong>en</strong> het bedrijf (14%) gevolgd.Algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong>, vreemde tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘social profit’ opleiding<strong>en</strong>word<strong>en</strong> dan weer vaker gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijf.Tabel 3.16Type georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijfhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job68Binn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d & vreemde tal<strong>en</strong> 67 4,4 83 7,0Technische beroepsopleiding 199 13,2 168 14,1Informatica-opleiding 285 18,9 217 18,3Handelsopleiding 243 16,1 182 15,3Social profit 281 18,6 268 22,5Managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> 324 21,5 165 13,9Andere opleiding 109 7,2 106 8,9Totaal 1508 100,0 1189 100,0Bron SONAR C76(29)Er werd de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd of ze met de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> in hetkader van de job e<strong>en</strong> diploma, certificaat of ander schriftelijk bewijs behaaldhebb<strong>en</strong> (tabel 3.17). Uit tabel 3.17 blijkt dat opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijfvaker afgerond word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma of ander schriftelijk bewijs danopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf. Zes<strong>en</strong>zestig proc<strong>en</strong>t van de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf leidd<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> schriftelijk bewijs of diploma, terwijl slechts 40% van degeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf e<strong>en</strong> diploma of ander schriftelijkbewijs voortbracht. Ook al werd niet elke opleiding afgerond met e<strong>en</strong> diploma ofschriftelijk bewijs, toch zijn veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing dat zij in de opleidingvaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd die niet alle<strong>en</strong> bruikbaar zijn in de job die ze op datmom<strong>en</strong>t uitoef<strong>en</strong>de (tabel 3.18). Ongeveer de helft van de opleiding<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> totnieuwe vaardighed<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ze kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> ingelijkaardige jobs bij andere <strong>werk</strong>gevers <strong>en</strong> éénderde van de opleiding<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong>tot nieuwe vaardighed<strong>en</strong> die ze kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in andere jobs.


Tabel 3.17Aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijftuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar waarbij e<strong>en</strong> diploma, certificaat of schriftelijk bewijsbehaald werdBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Behaald 607 40,3 783 66,2Niet behaald 898 59,7 400 33,8Totaal 1505 100,0 1183 100,0Bron SONAR C76(29)Tabel 3.18Aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijftuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar de inzetbaarheid van nieuwe verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> in andere jobsBinn<strong>en</strong>Buit<strong>en</strong>N % N %Enkel in de job die m<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong>de 292 19,4 147 12,4Gelijkaardige jobs bij andere <strong>werk</strong>gevers 683 45,3 647 54,5Andere jobs 533 35,3 393 33,1Totaal 1505 100,0 1187 100,0Bron SONAR C76(29)In tabel 3.19 word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte de c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf vermeld. Zowel opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetbedrijf als opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf zijn eerder kort: het rek<strong>en</strong>kundiggemiddelde is 5 dag<strong>en</strong> voor opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> 15 dag<strong>en</strong> voor opleiding<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het bedrijf. De mediaan ligt voor beide opleiding<strong>en</strong> op 2 dag<strong>en</strong>. Dec<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> vermeld in tabel 3.6, paragraaf 3.2.1, ligg<strong>en</strong> hoger dan in tabel 3.19omdat in tabel 3.6 de c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> voor het totaal aantalgevolgde opleiding<strong>en</strong>. De c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> in tabel 3.19 gev<strong>en</strong> de duur weer peropleiding. Uit deze verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>meerdere georganiseerde opleiding<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, wat ook bevestigd wordt door tabel3.2 <strong>en</strong> tabel 3.12.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 69


Tabel 3.19C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het aantaldag<strong>en</strong>Binn<strong>en</strong> het bedrijf (N=1430) Buit<strong>en</strong> het bedrijf (N=1109)Gemiddelde 4,8 14,9Eerste kwartiel 1 1Tweede kwartiel 2 2Derde kwartiel 4 5Minimum 0,1 0,1Maximum 120 720Bron SONAR C76(29)hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job3.2.4 De int<strong>en</strong>tie om georganiseerde opleiding<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> naderbekek<strong>en</strong>Tijd<strong>en</strong>s de tweede <strong>en</strong> derde bevraging werd gepeild of de respond<strong>en</strong>t de w<strong>en</strong>s hadom (nog) georganiseerde opleiding<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job maardat niet heeft kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Tabel 3.20 geeft weer om hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hetgaat. Ongeveer 30%, voor <strong>en</strong> na 26 jaar, zegt inderdaad de w<strong>en</strong>s te hebb<strong>en</strong> gehade<strong>en</strong> georganiseerde opleiding te hebb<strong>en</strong> will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, maar dit niet gedaan tehebb<strong>en</strong>. De belangrijkste red<strong>en</strong><strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd staan vermeld in tabel 3.21<strong>en</strong> gaan over tijdsdruk. De meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> voor de red<strong>en</strong> ‘persoonlijkge<strong>en</strong> tijd g<strong>en</strong>oeg’: 30% voor 26 jaar <strong>en</strong> 36% na 26 jaar. Hoewel de vraagstellinggaat om georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel vandeze opleiding<strong>en</strong> ook binn<strong>en</strong> het bedrijf gevolgd wordt, geeft ditantwoordpatroon aan dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er van uit gaan dat het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding ook t<strong>en</strong> koste gaat van hun tijd buit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong>. Detweede meest gekoz<strong>en</strong> red<strong>en</strong> is ‘te druk op het <strong>werk</strong>’. Tot 26 jaar koos 26% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor deze red<strong>en</strong>, na 26 jaar nog 19%. ‘Opleiding niet beschikbaar of<strong>en</strong>kel tijd<strong>en</strong>s moeilijke ur<strong>en</strong>’ is de derde belangrijkste red<strong>en</strong>.70Tabel 3.20Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die (nog) e<strong>en</strong> opleiding wild<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, maar niethebb<strong>en</strong> gedaanTot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Int<strong>en</strong>tie 602 30,1 467 28,2


Ge<strong>en</strong> int<strong>en</strong>tie 1396 69,9 1190 71,8Totaal 1998 100,0 1657 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tabel 3.21Belangrijkste red<strong>en</strong><strong>en</strong> om e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding die nuttig wasvoor de beroepsloopbaan niet te volg<strong>en</strong>Tot 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N %Ge<strong>en</strong> steun vanuit het bedrijf 89 14,9 39 8,4Te druk op het <strong>werk</strong> 157 26,3 88 18,9Opleiding niet beschikbaar of <strong>en</strong>kel tijd<strong>en</strong>s moeilijke ur<strong>en</strong> 99 16,6 65 14,0Persoonlijk ge<strong>en</strong> tijd g<strong>en</strong>oeg 180 30,2 169 36,3Interesseerde me onvoldo<strong>en</strong>de 8 1,3 10 2,2Dacht het niet aan te kunn<strong>en</strong> 7 1,2 7 1,5Te duur 17 2,9 33 7,1Andere 39 6,5 54 11,6Totaal 596 100,0 465 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)3.3 Informele opleiding<strong>en</strong>3.3.1 Informele opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan tot 29 jaarNaast de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> werd er ook gepeild naar de informeleopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Tot informele opleiding<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> gevolgd bij e<strong>en</strong> collega of overste maar ook het observer<strong>en</strong> vancollega’s. Onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>kel gemaakt in de laatste bevraging op 29 jaar <strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> we in paragraaf3.3.3.In paragraaf 3.2.1 steld<strong>en</strong> we vast dat ruim de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>en</strong>na 26 jaar minst<strong>en</strong>s één keer e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding heeft gevolgd binn<strong>en</strong>het kader van de job. Volg<strong>en</strong>s tabel 3.22 ligt het perc<strong>en</strong>tage respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat ooite<strong>en</strong> informele opleiding heeft gevolgd tot 26 jaar ev<strong>en</strong> hoog. Na 26 jaar blijktechter slechts 31% e<strong>en</strong> informele opleiding te hebb<strong>en</strong> gevolgd. Het volg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> informele opleiding lijkt met andere woord<strong>en</strong> na 26 jaar in belang af te nem<strong>en</strong>.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 71


Tabel 3.22Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>Tot 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Gevolgd 990 49,5 505 30,7Niet gevolgd 1009 50,5 1142 69,3Totaal 1999 100,0 1647 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)3.3.2 Informele opleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job nader bekek<strong>en</strong>hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job72Tabel 3.23 geeft weer hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> reeds tijd<strong>en</strong>s de eerste job e<strong>en</strong>informele opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd. Slechts 23,5% heeft e<strong>en</strong> informele opleidingin de eerste job gevolgd. Driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft pas in e<strong>en</strong> laterejob e<strong>en</strong> informele opleiding kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>.Tabel 3.23Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>sde eerste jobAantalGevolgd 744 23,5Niet gevolgd 1274 76,5Totaal 2018 100,0Bron SONAR C76(26)Perc<strong>en</strong>tage3.3.3 De aard van de informele opleiding<strong>en</strong> nader bekek<strong>en</strong>Tijd<strong>en</strong>s de laatste bevraging werd e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> niet-georganiseerde opleiding bij collega of overste <strong>en</strong> het louter observer<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> collega of overste. Zes<strong>en</strong>twintig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt ooite<strong>en</strong> opleiding gevolgd te hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> collega tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar, terwijl 14%zegt één of meerdere collega’s geobserveerd te hebb<strong>en</strong>. Vooral het aantalrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> informele opleiding zegt te hebb<strong>en</strong> gevolgd door collega’s teobserver<strong>en</strong> is vrij laag. Het is echter mogelijk dat niet iedere<strong>en</strong> zich bewust is vanhet feit dat mijn bijleert door het observer<strong>en</strong> van collega’s.


Tabel 3.24Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per type informele opleiding gevolgd in het kader vande job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarOpleiding<strong>en</strong> gevolgd bij collega of overste Werk van collega’s geobserveerdN % N %Ja 433 26,3 237 14,4Nee 1086 73,7 1410 85,6Totaal 1647 100,0 1647 100,0Bron SONAR C76(29)3.4 Vaardighed<strong>en</strong>Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevraagd tijd<strong>en</strong>s de drie meetmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of ze in de eerste<strong>en</strong> laatste job op 23, 26 <strong>en</strong> 29 jaar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd (tabel3.25) <strong>en</strong> in welke mate ze inzetbaar zijn in andere jobs (tabel 3.26). Opvall<strong>en</strong>d veelrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn van m<strong>en</strong>ing dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd tijd<strong>en</strong>shun eerste (76%) <strong>en</strong> laatste job (79%-84%). Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar hoeveelrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>tijd<strong>en</strong>s hun eerste job <strong>en</strong> het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat van m<strong>en</strong>ing is nieuwevaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> geleerd tijd<strong>en</strong>s de eerste job, moet<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> date<strong>en</strong> belangrijk aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing is nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>geleerd ook zonder het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde of informele opleidingbinn<strong>en</strong> het kader van de job. Slechts neg<strong>en</strong><strong>en</strong>twintig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding (tabel 3.7) <strong>en</strong> 23,5% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> informele opleiding gekreg<strong>en</strong> (tabel 3.23) in hun eerste job. Demeeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn niet alle<strong>en</strong> overtuigd dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong>verwerv<strong>en</strong> in hun job, ze zijn ook positief over de inzetbaarheid van hun nieuweverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in andere jobs, zeker naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt. Op 23-jarige leeftijd is 78,5% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overtuigd de vaardighed<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong>gebruik<strong>en</strong> in gelijkaardige jobs bij e<strong>en</strong> andere <strong>werk</strong>gever of andere soort jobs. Op29-jarige leeftijd d<strong>en</strong>kt 93% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er zo over.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 73


Tabel 3.25Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nieuwe vaardighed<strong>en</strong> geleerd hebb<strong>en</strong> in deeerste job <strong>en</strong> in de laatste job op 23, 26 <strong>en</strong> 29 jaarEerste job 23 jaar 26 jaar 29 jaarN % N % N % N %Ja 2111 75,7 975 78,8 1660 83,6 1322 82,1Nee 679 24,3 262 21,2 325 16,1 287 17,9Totaal 2790 100,0 1237 100,0 1985 100,0 1609 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 3.26Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar de inzetbaarheid van de nieuwe vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobs op 23, 26 <strong>en</strong> 29 jaarEerste job 23 jaar 26 jaar 29 jaarhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job74N % N % N % N %Enkel in de job die u uitoef<strong>en</strong>de 229 11,0 109 11,5 153 9,2 89 6,7Gelijkaardige jobs bij andere<strong>werk</strong>gevers1056 50,6 522 55,0 723 43,6 581 43,9Andere jobs 801 38,4 318 33,5 779 47,0 652 49,3Totaal 2086 100,0 949 100,0 1657 100,0 1322 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)3.5 Studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>Op 26 <strong>en</strong> 29 jaar werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd in welke mate ze akkoordzijn met de stelling dat ze in de laatste of huidige job regelmatig moe(s)t<strong>en</strong>studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke mate ze akkoord gaan met de stelling dat ze aanzi<strong>en</strong>lijk vrijetijd bested<strong>en</strong> aan het lez<strong>en</strong> van beroepsgerelateerde tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong>. Deantwoord<strong>en</strong> staan vermeld in tabel 3.27 <strong>en</strong> tabel 3.28. Terwijl de helft van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vindt dat ze regelmatig moet<strong>en</strong> studer<strong>en</strong>, zowel op 26- als op 29-jarige leeftijd, vindt e<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat ze aanzi<strong>en</strong>lijk wat vrije tijdmoet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan het lez<strong>en</strong> van beroepsgerelateerde tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong>.Deze perc<strong>en</strong>tages ton<strong>en</strong> opnieuw aan dat de meerderheid van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>participeert aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> dat zelfs e<strong>en</strong> kwartvan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarvoor aanzi<strong>en</strong>lijk wat vrije tijd voor opoffert.


Tabel 3.27De mate waarin m<strong>en</strong> akkoord gaat dat de laatste/huidige job <strong>werk</strong> was/iswaarvoor de respond<strong>en</strong>t regelmatig moe(s)t studer<strong>en</strong> naar leeftijdOp 26 jaarOp 29 jaarN % N %Helemaal niet akkoord 506 25,5 289 17,9Eerder niet akkoord 492 24,9 425 26,3Eerder wel akkoord 587 29,6 622 38,5Helemaal akkoord 400 20,6 280 17,3Totaal 1985 100,0 1616 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tabel 3.28De mate waarin m<strong>en</strong> akkoord gaat dat m<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk vrije tijd besteedtaan het lez<strong>en</strong> van beroepsgerelateerde tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong> op hetmom<strong>en</strong>t van de bevraging naar leeftijdOp 26 jaarOp 29 jaarN % N %Helemaal niet akkoord 637 35,8 507 33,3Eerder niet akkoord 509 28,6 481 31,6Onbeslist 126 7,1 132 8,7Eerder wel akkoord 411 23,1 322 21,2Helemaal akkoord 98 5,5 80 5,3Totaal 1781 100,0 1522 100,03.6 Sam<strong>en</strong>vattingBron SONAR C76(26) & C76(29)Omdat we ernaar strev<strong>en</strong> het concept ‘<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>’ zo breed mogelijk tedefiniër<strong>en</strong> op basis van de beschikbare data binn<strong>en</strong> de SONAR-gegev<strong>en</strong>sbank,hebb<strong>en</strong> we in dit hoofdstuk meerdere indicator<strong>en</strong> gebruikt voor leeractiviteit<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job: gaande van georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgdbinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bedrijf, informele opleiding<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> collega, hetobserver<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> collega, de perceptie van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of ze nieuwevaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>, de noodzaak om te studer<strong>en</strong> tot de noodzaakom te lez<strong>en</strong> voor het <strong>werk</strong>. In tabel 3.29 <strong>en</strong> tabel 3.30 word<strong>en</strong> de belangrijkstewaarneming<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat.Uit de <strong>analyse</strong>s in dit hoofdstuk is naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> vaak als informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 75


hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job76van de job tot 26 jaar. De helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt minst<strong>en</strong>s ééngeorganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding te hebb<strong>en</strong> gevolgd. Vanaf 26 jaar daaltechter het belang van informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job van 50%naar 31% (tabel 3.29). Dit is mete<strong>en</strong> de meest opvall<strong>en</strong>de verandering over deleeftijdscategorieën he<strong>en</strong>.Hoewel de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opleiding heeft kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimtweederde van h<strong>en</strong> zelfs twee of meer opleiding<strong>en</strong> tot de leeftijd van 26 jaar,hebb<strong>en</strong> niet alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> reeds tijd<strong>en</strong>s hun eerste job e<strong>en</strong> georganiseerde ofinformele opleiding gekreg<strong>en</strong>. Slechts 29% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong>georganiseerde <strong>en</strong> 24% e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd in de eerste job (tabel3.30). E<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> in hetkader van de job heeft dit op eig<strong>en</strong> initiatief gedaan <strong>en</strong> slechts 11% à 13% betaaldeer zelf voor. Wanneer we meer in detail kijk<strong>en</strong> naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong><strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijf, dan valt op dat vooral opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job maar wel buit<strong>en</strong> het bedrijf relatief vaker opinitiatief gebeurt van <strong>en</strong> betaald wordt door de <strong>werk</strong>nemer (tabel 3.13 <strong>en</strong> tabel3.14 in paragraaf 3.2.3). Wanneer we meer in detail kijk<strong>en</strong> naar informeleopleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar, dan valt op dat relatief meer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zegg<strong>en</strong> te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> leeractiviteit door e<strong>en</strong> opleiding bij e<strong>en</strong> collega tevolg<strong>en</strong> dan door e<strong>en</strong> collega te observer<strong>en</strong> (tabel 3.24 in paragraaf 3.3.3). Als weverder kijk<strong>en</strong> in dezelfde leeftijdscategorie, tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar, merk<strong>en</strong> we op date<strong>en</strong> overgrote meerderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overtuigd is dat de vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in georganiseerde opleiding<strong>en</strong> ook in andere jobs (gelijkaardige jobs bijandere <strong>werk</strong>gevers <strong>en</strong> andere type jobs) uitgeoef<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in 84% van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> zijn inzetbaarin andere jobs (tabel 3.29).De georganiseerde opleiding<strong>en</strong> die gevolgd word<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> verspreid oververschill<strong>en</strong>de vakgebied<strong>en</strong>. De meest gekoz<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar zijninformatica, managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarinformatica <strong>en</strong> ‘social profit’ opleiding<strong>en</strong> (tabel 3.29).E<strong>en</strong> groot aandeel van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kreeg e<strong>en</strong> kans om teparticiper<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job, maar het totaal aantaldag<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> voor 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar is relatief kort. Tot 26 jaar heeft 50% van de aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>participer<strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in totaal maximum 11 dag<strong>en</strong> gesp<strong>en</strong>deerd aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarmaximum 8 dag<strong>en</strong> (tabel 3.29). Het rek<strong>en</strong>kundig gemiddelde bedroegrespectievelijk 40 <strong>en</strong> 28,5 dag<strong>en</strong> (tabel 3.6 in paragraaf 3.2.1). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijkt date<strong>en</strong> belangrijk aandeel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (28% à 30%) nog meergeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, maar dat niet kond<strong>en</strong> do<strong>en</strong>


(tabel 3.29). De voornaamste red<strong>en</strong><strong>en</strong> om dat niet te do<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> mettijdsdruk.In de vraagstelling of de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de laatste of huidige job regelmatigmoe(s)t<strong>en</strong> studer<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we opnieuw e<strong>en</strong> bevestiging voor het feit dat e<strong>en</strong>belangrijk aandeel van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aanleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Ruim de helft beaamt regelmatig temoet<strong>en</strong> studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwart gaat zelfs akkoord met de stelling dat ze vaakberoepsgerelateerde tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> in de vrije tijd (tabel 3.30).Opmerkelijk is t<strong>en</strong>slotte dat het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde of informeleopleiding niet e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde is om van m<strong>en</strong>ing te zijn nieuwevaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> job. Meer dan driekwart van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt in zijn eerste <strong>en</strong> latere jobs nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> (tabel 3.30). In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk gaan we na of departicipatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> ook zo groot is wanneer we kijk<strong>en</strong> naarleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 77


Tabel 3.29Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabel van de beschrijv<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s over georganiseerde<strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong>Tot 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarAantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleidinghebb<strong>en</strong> gevolgdAantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde opleidinghebb<strong>en</strong> gevolgdAantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die meer dan één georganiseerdeopleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>en</strong>kel op eig<strong>en</strong> initiatief e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd hebb<strong>en</strong>Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ooit zelf e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding betaald hebb<strong>en</strong>49,5% 30,7%51,9% 52,7%69,7% 71,7%25,6% 23,2%13,2% 11,2%hoofdstuk 3 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job78Aantal behaalde schriftelijk bewijz<strong>en</strong> of diploma’sbehaald n.a.v. georganiseerde opleiding<strong>en</strong>Aantal georganiseerde opleiding<strong>en</strong> met inzetbarevaardighed<strong>en</strong> in andere jobsMediaan totale tijdsduur van georganiseerdeopleiding<strong>en</strong>Twee belangrijkste gevolgde georganiseerdeopleiding<strong>en</strong>Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de int<strong>en</strong>tie hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding te volg<strong>en</strong> maar dat nietgedaan hebb<strong>en</strong>Tabel 3.30Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)n.v.t. 52,3%n.v.t. 83,7%10,8 dag<strong>en</strong> 8,0 dag<strong>en</strong>Informatica,managem<strong>en</strong>t &sociale vaardighed<strong>en</strong>Social profit,informatica30,1% 28,2%Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabel van de beschrijv<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s over vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in jobs <strong>en</strong> studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> voor het <strong>werk</strong>Eerste job 26 jaar 29 jaarStuder<strong>en</strong> n.v.t. 50,2% 55,8%Lez<strong>en</strong> n.v.t. 28,6% 26,5%Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> 75,7% 83,6% 82,1%Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de jobbuit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>4.1 InleidingParticipatiegraad aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van e<strong>en</strong> job is groot.Minst<strong>en</strong>s de helft van <strong>werk</strong><strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde<strong>en</strong>/of informele opleiding in het kader van hun job. Ruim driekwart van <strong>werk</strong><strong>en</strong>dejongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn ervan overtuigd nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> in hunjob. In dit hoofdstuk gaan we na of de participatiegraad aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de job ev<strong>en</strong> hoog is. Het aantal indicator<strong>en</strong> voor leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job is echter beperkter dan het aantal indicator<strong>en</strong> voorleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. We hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel informatie overparticipatie aan formele <strong>en</strong> andere niet-formele of georganiseerde opleiding<strong>en</strong>.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet bevraagd over informele leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job.Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job onderscheid<strong>en</strong> zich van opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job omdat ze niet gevolgd word<strong>en</strong> in opdracht van de<strong>werk</strong>gever of in functie van de job dat m<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t uitoef<strong>en</strong>t. Nietteminkan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job gevolgd word<strong>en</strong> vanuitarbeidsgerelateerde motivatie. Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job kunn<strong>en</strong>voor verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> gevolgd word<strong>en</strong>, waaronder de w<strong>en</strong>s om kans<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt te vergrot<strong>en</strong> maar ook om persoonlijke interesse, om e<strong>en</strong> opleidingalsnog te voltooi<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d diploma te behal<strong>en</strong>.De volg<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job word<strong>en</strong> in dit hoofdstuknader bekek<strong>en</strong>: terugker<strong>en</strong> naar het regulier onderwijs om e<strong>en</strong> (bijkom<strong>en</strong>d)diploma te behal<strong>en</strong>, VDAB-opleiding<strong>en</strong>, Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong>79


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de joboverige opleiding<strong>en</strong> waaronder basiseducatie, op<strong>en</strong> universiteit etc. We kijk<strong>en</strong> naarhet aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aan deze leeractiviteit<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>, wanneer ze deleeractiviteit<strong>en</strong> start<strong>en</strong> <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de leeractiviteit<strong>en</strong>. Enkel deleeractiviteit<strong>en</strong> die gestart word<strong>en</strong> door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nadat zij voor de eerstekeer het regulier onderwijs hebb<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod. Het mom<strong>en</strong>t waaroprespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun eerste significante job start<strong>en</strong>, voor het eerst <strong>werk</strong>zoek<strong>en</strong>de zijnof thuisblijv<strong>en</strong> zonder de int<strong>en</strong>tie om verder te studer<strong>en</strong> (bv. huisvrouw ofhuisman zijn) beschouw<strong>en</strong> we als het mom<strong>en</strong>t waarop zij het initieel onderwijsvoor het eerst verlat<strong>en</strong>. Met initieel onderwijs bedoel<strong>en</strong> we zowel het voltijdssecundair <strong>en</strong> hoger onderwijs als het stelsel <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Sommigeleeractiviteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook ondernom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> nog niet hetinitieel onderwijs verlat<strong>en</strong> heeft. We d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dan vooral aan opleiding<strong>en</strong> ofcursuss<strong>en</strong> van c<strong>en</strong>tra voor volwass<strong>en</strong>educatie. Deze leeractiviteit<strong>en</strong>, wanneer derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het onderwijs nog niet verlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de eerste keer, kom<strong>en</strong>niet aan bod in dit hoofdstuk. Het volg<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de leeractiviteit<strong>en</strong> wanneerm<strong>en</strong> nog in het initieel onderwijs zit zonder het voor de eerste keer verlat<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod als e<strong>en</strong> indicator van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> in deel 5 van ditrapport9.4.2 Regulier onderwijsOnder regulier onderwijs br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we zowel deelname aan voltijds secundair <strong>en</strong>hoger onderwijs onder als deelname aan het stelsel <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, zijndedeeltijds beroepssecundair onderwijs, leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong>ondernemersopleiding<strong>en</strong>. Hieronder besprek<strong>en</strong> we het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> datterugkeert naar het regulier onderwijs <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze terugkeer.4.2.1 Voltijds secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs1080In tabel 4.1 wordt het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> die terugker<strong>en</strong> naarvoltijds secundair of hoger onderwijs naar het aantal maand<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>tdat ze het regulier onderwijs voor de eerste keer verlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>tdat ze terugker<strong>en</strong>, per leeftijdscategorie. Tijd<strong>en</strong>s de eerste bevraging, op 23-jarige9 Bij de categorie VDAB-opleiding<strong>en</strong>, opleiding<strong>en</strong> Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> overige opleiding<strong>en</strong> kanhet aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de leeftijdscategorie tot 23 jaar lichtjes overschat zijn. Tijd<strong>en</strong>s de eerstevraagstelling is niet voldo<strong>en</strong>de expliciet vermeld dat deze opleiding<strong>en</strong> wel degelijk buit<strong>en</strong> het kader van dejob moest<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Tabel 3.15 uit hoofdstuk drie laat namelijk zi<strong>en</strong> dat 1,6% van de formeleopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar door de VDAB werd georganiseerd. Het is duswaarschijnlijk dat ook <strong>en</strong>kele georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job voor 23 jaar doorde VDAB werd<strong>en</strong> georganiseerd <strong>en</strong> dat de respond<strong>en</strong>t deze vermeld heeft als VDAB-opleiding tijd<strong>en</strong>s deeerste bevraging.10 Met voltijds hoger onderwijs sluit<strong>en</strong> we niet de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit die e<strong>en</strong> opleiding aan e<strong>en</strong> hogeschool ofuniversiteit deeltijds volg<strong>en</strong>. Het gaat slechts om e<strong>en</strong> handvol respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.


leeftijd, zi<strong>en</strong> we dat 111 van de 2619 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het initieel onderwijsverlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zijn teruggekeerd naar het regulier onderwijs. Dit is 4%.Zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> van de 111 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (15%) keerd<strong>en</strong> snel terug naar het regulieronderwijs: binn<strong>en</strong> de drie maand<strong>en</strong>. Omdat we naar de activiteit<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hetverlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keer <strong>en</strong> de terugkeer gekek<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> vastgesteld hebb<strong>en</strong> dat het gaat om respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s deonderbreking de arbeidsmarkt betred<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, <strong>werk</strong>loos zijn, <strong>werk</strong>zoek<strong>en</strong>de zijnof thuis zitt<strong>en</strong> zonder inkom<strong>en</strong>, gaat het niet om respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die na dezomervakantie op normale wijze hun studie voortzett<strong>en</strong>. Deze zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die eerst hadd<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> de arbeidsmarkt tebetred<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of niet verder te studer<strong>en</strong>, maar snel daarna toch weer terugkeerd<strong>en</strong>naar het regulier onderwijs. Wanneer we naar de latere bevraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> andereleeftijdscategorieën kijk<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we dat het aandeel van deze snelle terugkeerdersdaalt <strong>en</strong> dat de meerderheid reeds twee jaar of langer het regulier onderwijs voorde eerste keer heeft verlat<strong>en</strong>. Ook het totaal aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die terugker<strong>en</strong>naar het voltijds secundair of hoger onderwijs daalt na 26 jaar. Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaar keert 6% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> terug naar het voltijds secundair of hogeronderwijs, waarvan 14% binn<strong>en</strong> de drie maand<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar keert 3%terug naar het voltijds secundair of hoger onderwijs, waarvan 6% binn<strong>en</strong> de driemaand<strong>en</strong>.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.1Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die voor de eerste keer terugker<strong>en</strong> naar voltijdssecundair of hoger onderwijs naar het aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 17 15,3 18 14,0 3 5,74 – 12 maand<strong>en</strong> 44 39,6 14 10,9 2 3,813 – 24 maand<strong>en</strong> 40 36,0 25 19,4 1 1,9> 24 maand<strong>en</strong> 10 9,0 72 55,5 47 88,7Totaal 111 100,0 129 100,0 53 100,081N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 4.2 geeft het aantal opleiding<strong>en</strong> weer die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> start<strong>en</strong> na hetverlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keer, per leeftijdscategorie.Daarbij valt op dat per leeftijdscategorie het aantal opleiding<strong>en</strong> groter is dan hetaantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in tabel 4.1. Dit geeft aan dat sommige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanmeerdere opleiding<strong>en</strong> zijn begonn<strong>en</strong> sinds hun terugkeer, al dan niet


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobtegelijkertijd11. Uit tabel 4.2 blijkt verder dat vooral tot 23 jaar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijnte vind<strong>en</strong> die terugker<strong>en</strong> naar het secundair onderwijs: 9% van gestarteopleiding<strong>en</strong> voor 23 jaar zijn opleiding<strong>en</strong> in het secundair onderwijs, integ<strong>en</strong>stelling tot 3% tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> 2% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Ook hetaandeel van de opleiding<strong>en</strong> in de initiële opleiding<strong>en</strong> in het hoger onderwijs (HO1cyclus, HO2 cycli <strong>en</strong> universiteit) daalt na 23 jaar, terwijl het aandeel vanaanvull<strong>en</strong>de, voortgezette <strong>en</strong> academische initiële lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt.Niettemin blijft e<strong>en</strong> korte opleiding uit het hoger onderwijs, HO1 cyclus of dehuidige professionele bacheloropleiding<strong>en</strong>, het populairst onder de terugkeerdersuit alle drie leeftijdscategorieën.Tabel 4.2Aantal opleiding<strong>en</strong> die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> start<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %Secundair onderwijs 12 8,9 4 2,8 1 1,84 de graad beroepssecundair onderwijs 3 2,2 7 4,9 3 5,5Uniformberoep<strong>en</strong> 4 2,9 1 0,7 0 0,0HO 1 cyclus 68 50,4 35 24,6 20 36,4HO 2 cycli 19 14,1 10 7,0 4 7,3Universiteit 29 21,5 23 16,2 3 5,5Aanvull<strong>en</strong>de opleiding HO 0 0,0 3 2,1 0 0,0Academische initiële lerar<strong>en</strong>opleiding 0 0,0 18 12,7 4 7,3Universitaire voortgezette opleiding 0 0,0 33 23,2 16 29,1Doctoraat 0 0,0 8 5,6 4 7,3Totaal 135 100,0 142 100,0 55 100,0*HO = hoger onderwijs82Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 4.3 geeft aan hoeveel diploma’s na de terugkeer werd<strong>en</strong> behaald. Van de 135opleiding<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> gestart voor 23 jaar (tabel 4.2), zijn er 34 afgerond met e<strong>en</strong>diploma voor 23 jaar. Van de 135 opleiding<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er echter nog 40 opleiding<strong>en</strong>niet afgerond of stopgezet op het mom<strong>en</strong>t van de bevraging op 23-jarige leeftijd.Van 18 van de 40 opleiding<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> we dat ze succesvol werd<strong>en</strong> afgerond met11 Veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verander<strong>en</strong> van richting op hetzelfde onderwijsniveau of verander<strong>en</strong> vanonderwijsniveau meestal nadat ze e<strong>en</strong> academiejaar niet succesvol hebb<strong>en</strong> afgerond. In geval vansecundair onderwijs hebb<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met verandering van studierichting.


e<strong>en</strong> diploma universiteit of HO 1 cyclus na 23 jaar. Van 15 van de 40 opleiding<strong>en</strong>wet<strong>en</strong> we vanwege uitval niet of ze afgerond werd<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>,minimum 39% van de gestarte opleiding<strong>en</strong> voor 23 jaar wordt succesvol afgrond.Het ‘slaagperc<strong>en</strong>tage’ voor de gestarte opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar bedraagtminimum 46% <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar minimum 29%. Als we per type opleidingkijk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat het slaagperc<strong>en</strong>tage vooral hoog is voor huidige professionelebachelors (HO1 cyclus) tot 23 jaar <strong>en</strong> dat het slaagperc<strong>en</strong>tage daarna daalt. Hetslaagperc<strong>en</strong>tage is na 23 jaar het hoogst bij universitaire voortgezette opleiding<strong>en</strong>.We moet<strong>en</strong> niettemin <strong>en</strong>ige voorzichtigheid aan de dag legg<strong>en</strong> bij de interpretatievan de cijfers uit tabel 4.3 omdat niet alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door uitval opgevolgdkond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat de opleiding<strong>en</strong> vermeld in tabel 4.3 niet allemaal ev<strong>en</strong>lang dur<strong>en</strong>. Aanvull<strong>en</strong>de of voortgezette opleiding<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> bijvoorbeeld minderlang dan e<strong>en</strong> universitaire opleiding waardoor deze opleiding<strong>en</strong> sneller met succesafgerond kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.3Aantal behaalde diploma’s na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs perleeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %SO 7 2,1 3 6,3 0 0,04 de graad BSO 2 5,9 2 4,2 0 0,0Uniformberoep<strong>en</strong> 2 5,9 0 0,0 0 0,0HO 1 cyclus 20 58,8 8 16,7 4 25,0HO 2 cycli 3 8,8 0 0,0 2 12,5Universiteit 0 0,0 6 12,5 0 0,0Aanvull<strong>en</strong>de opleiding HO 0 0,0 2 4,2 0 0,0Academische initiële lerar<strong>en</strong>opleiding 0 0,0 10 20,8 3 18,8Universitaire voortgezette opleiding 0 0,0 16 33,3 6 37,5Doctoraat 0 0,0 1 2,1 1 6,3Totaal 34 100,0 48 100,0 16 100,0*HO = hoger onderwijs83Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job4.2.2 Deeltijds beroepssecundair onderwijs, ondernemersopleiding<strong>en</strong><strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>4.2.2.1 Deeltijds beroepssecundair onderwijsNiet alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die terugker<strong>en</strong> naar het regulier onderwijs, ker<strong>en</strong> terug naarhet voltijds secundair of hoger onderwijs. Er zijn ook respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die er voorkiez<strong>en</strong> om deeltijds beroepssecundair onderwijs te volg<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>ondernemersopleiding of leerovere<strong>en</strong>komst aan te gaan. Terugker<strong>en</strong> naar hetdeeltijds beroepssecundair onderwijs gebeurt vooral in de leeftijdscategorie tot 23jaar (zie tabel 4.4). Zesti<strong>en</strong> van de 2610 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (0,6%) start dan in hetdeeltijds beroepssecundair onderwijs. De meerderheid van h<strong>en</strong> keert terug tuss<strong>en</strong>één <strong>en</strong> twee jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer. Derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de andere leeftijdscategorieën do<strong>en</strong> dit na twee jaar of zelfs later.Het aantal terugkeerders na 23 jaar daalt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s: tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar start<strong>en</strong>slechts zev<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (0,3%) in het deeltijds beroepssecundair onderwijs <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar één respond<strong>en</strong>t.Tabel 4.4Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die start<strong>en</strong> in deeltijds beroepssecundair onderwijsnaar het aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs perleeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 2 12,5 1 14,3 0 0,04 – 12 maand<strong>en</strong> 1 6,3 0 0,0 0 0,013 – 24 maand<strong>en</strong> 9 56,3 0 0,0 0 0,0> 24 maand<strong>en</strong> 1 6,3 6 85,7 1 100,0Totaal 16 100,0 7 100,0 1 100,0N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)844.2.2.2 Ondernemersopleiding <strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komstHet aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ondernemersopleiding begint of e<strong>en</strong>leerovere<strong>en</strong>komst (=midd<strong>en</strong>standsopleiding<strong>en</strong>) aangaat na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer ligt hoger dan het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> datterugkeert naar het deeltijds beroepssecundair onderwijs. E<strong>en</strong><strong>en</strong>tachtig van de2619 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, bijna 3%, start<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ondernemersopleiding of e<strong>en</strong>leerovere<strong>en</strong>komst voor 23 jaar. De meerderheid van h<strong>en</strong> doet dit erg snel na het


verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs. Vanaf 23 jaar doet de meerderheid dit twee jaarof later na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs voor de eerste keer. Het aantalterugkeerders is dan gedaald naar 0,7% tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> 1% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar.Tabel 4.5Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>standsopleiding start<strong>en</strong> naar hetaantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs perleeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 33 40,7 0 0,0 0 0,04 – 12 maand<strong>en</strong> 14 17,3 1 6,7 0 0,013 – 24 maand<strong>en</strong> 17 21,0 2 13,3 0 0,0> 24 maand<strong>en</strong> 17 21,0 12 80,0 18 100,0Totaal 81 100,0 15 100,0 18 100,0N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>In tabel 4.6 wordt de aard van de opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>weergegev<strong>en</strong>. Vooral technische beroepsopleiding<strong>en</strong> (22%-27%),handelsopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> tal<strong>en</strong> (24%-33%), person<strong>en</strong>verzorging <strong>en</strong> voeding (21%-27%) zijn populair tot 26 jaar. Na 26 jaar daalt de belangstelling voor technischeberoepsopleiding<strong>en</strong> naar 17% <strong>en</strong> stijgt de belangstelling voor intellectueledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> naar 22%. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar is de opleidingperson<strong>en</strong>verzorging <strong>en</strong> voeding met 28% het populairst.85


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobTabel 4.6Aantal gevolgde ondernemersopleiding<strong>en</strong> of leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> perleeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %Technische beroepsopleiding 18 22,2 4 26,7 3 16,7Handelsopleiding & tal<strong>en</strong> 19 23,5 5 33,3 1 5,6Intellectuele di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> 11 13,6 1 6,7 4 22,2Person<strong>en</strong>verzorging & voeding 17 21,0 4 26,7 5 27,8Tuin- <strong>en</strong> bosbouw & dier<strong>en</strong> 9 10,8 0 0,0 1 5,6Andere 9 10,8 1 6,7 4 22,2Totaal 81 100,0 15 100,0 18 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In de tweede <strong>en</strong> derde bevraging is er ook gepeild naar het behaalde getuigschriftnaar aanleiding van de ondernemersopleiding of leerovere<strong>en</strong>komst (zie tabel 4.7).Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar werd<strong>en</strong> 12 van de 15 opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 7van de 18 opleiding<strong>en</strong> beëindigd met e<strong>en</strong> getuigschrift. Ook hier is het moeilijkom het ‘slaagperc<strong>en</strong>tage’ te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> omdat de overige opleiding<strong>en</strong> mogelijk nogbezig war<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van <strong>en</strong> na de bevraging. Over deze opleiding<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> informatie door attritie.Tabel 4.7Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> naar aanleiding van de gevolgdeondernemersopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23- <strong>en</strong> 26-jarigeleeftijd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer86Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N %Getuigschrift leerovere<strong>en</strong>komst 1 8,3 0 0,0Getuigschrift ondernemersopleiding 6 50,0 5 71,4Aanvull<strong>en</strong>d getuigschrift k<strong>en</strong>nis van bedrijfsbeheer 5 41,7 2 28,6Totaal 12 100,0 7 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)4.3 VDAB


Tot de VDAB-opleiding<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> beroepsopleiding<strong>en</strong> voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> om <strong>werk</strong>zoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te herschol<strong>en</strong>. Opleiding<strong>en</strong> die georganiseerdword<strong>en</strong> door de VDAB maar gevolgd word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de jobwerd<strong>en</strong> normaliter niet geregistreerd bij opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job(Saliën & De Rick, 2009)12. In tabel 4.8 staat vermeld hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong>VDAB-opleiding startt<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer. Tot de leeftijd van 23 jaar start<strong>en</strong> 161 van de 2619 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (6%) e<strong>en</strong>VDAB-opleiding, waarvan e<strong>en</strong> derde dit deed binn<strong>en</strong> het jaar na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs. Vanaf 23 jaar merk<strong>en</strong> we dat de meeste jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>e<strong>en</strong> VDAB-opleiding start<strong>en</strong> twee jaar of later na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.8Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding van de VDAB start<strong>en</strong> naar hetaantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 28 17,4 0 0,0 0 0,04 – 12 maand<strong>en</strong> 27 16,8 4 4,2 1 2,313 – 24 maand<strong>en</strong> 40 20,1 7 7,4 1 2,3> 24 maand<strong>en</strong> 66 24,8 84 88,4 42 95,5Totaal 161 100,0 95 100,0 44 100,0N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 4.9 geeft weer welke VDAB-opleiding<strong>en</strong> gevolgd word<strong>en</strong>. Tot 23 jaar zijnvooral de technische beroepsopleiding<strong>en</strong> (41%) <strong>en</strong> de handelsopleiding<strong>en</strong> (32%)populair. De belangstelling voor deze twee type opleiding<strong>en</strong> daalt naarmate m<strong>en</strong>ouder wordt. De belangstelling voor informaticaopleiding<strong>en</strong> neemt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>toe: van 7% voor 23 jaar tot 22% na 26 jaar. Dit zou e<strong>en</strong> indicatie kunn<strong>en</strong> zijn dathet profiel van deelnemers aan VDAB-opleiding<strong>en</strong> wijzigt naargelang deleeftijdscategorie.8712 Omdat in de eerste bevraging dit onderscheid niet voldo<strong>en</strong>de expliciet werd gemaakt voor derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, is het mogelijk dat sommige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de jobgeorganiseerd door de VDAB ook onder de VDAB-opleiding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vermeld.


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobTabel 4.9Type gevolgde VDAB-opleiding<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsvoor de eerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %Technische beroepsopleiding 90 41,1 35 30,2 16 29,6Informatica-opleiding 16 7,3 34 29,3 12 22,2Handelsopleiding & vreemde tal<strong>en</strong> 71 32,4 26 22,4 10 18,5Social profit 30 13,7 14 12,1 4 7,4Managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> n.v.t. n.v.t. 6 5,2 n.v.t. n.v.t.Andere opleiding 12 5,5 3 2,6 10 18,5Totaal 219 100,0 118 100,0 54 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 4.10 geeft de c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> weer voor de duur van de VDAB-opleiding<strong>en</strong>per leeftijdscategorie. We gev<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> van de opleiding<strong>en</strong>waarvan we wet<strong>en</strong> dat ze afgerond zijn of stop zijn gezet. Het rek<strong>en</strong>kundiggemiddelde bedraagt 104 dag<strong>en</strong> tot 23 jaar, <strong>en</strong> zakt dan naar 59 dag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong>26 jaar <strong>en</strong> 55 dag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. De mediaan zakt van 80 dag<strong>en</strong> voor deleeftijd van 23 jaar naar 20 dag<strong>en</strong> na de leeftijd van 23 jaar. Met andere woord<strong>en</strong>50% van de opleiding<strong>en</strong> duurt maximum 80 dag<strong>en</strong> wanneer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> jongerzijn dan 23 jaar <strong>en</strong> maximum slechts 20 dag<strong>en</strong> wanneer de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ouderzijn dan 23 jaar.Tabel 4.10C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de VDAB-opleiding<strong>en</strong> inhet aantal dag<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van initieel onderwijs voor de eerste keer88Tot 23 jaar (N=181)Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar(N=118)Gemiddelde 104,5 59,0 55,1Eerste kwartiel 29,0 5,0 4,0Tweede kwartiel 80,0 20,0 20,0Derde kwartiel 160,0 80,0 100,0Minimum 0,1 0,6 1,0Maximum 640,0 720,0 240,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar(N=43)E<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom de duur van de VDAB-opleiding<strong>en</strong> zo sterkverminderd na 23 jaar kan de aard van de opleiding<strong>en</strong> zijn. Na 23 jaar word<strong>en</strong>


epaalde opleiding<strong>en</strong> meer of minder gevolgd dan voor 23 jaar. E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong>kan zijn dat na 23 jaar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sneller afhak<strong>en</strong> voordat e<strong>en</strong> opleidinghelemaal voltooid is. Uit tabel 4.11 kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong>VDAB-opleiding afrond<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> studiebewijs. Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar wordtdriekwart van de opleiding<strong>en</strong> afgerond met e<strong>en</strong> studiebewijs <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar daalt het aandeel geslaagde opleiding<strong>en</strong> naar ruim de helft. Niet alle VDABopleiding<strong>en</strong>word<strong>en</strong> dus met succes afgerond. We hebb<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> informatieover het ‘slaagperc<strong>en</strong>tage’ voor 23 jaar.Tabel 4.11Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van VDAB-opleiding<strong>en</strong> gestart nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer perleeftijdscategoriebuit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N %Opleidingsbewijs behaald 94 74,6 31 57,4Opleidingsbewijs niet behaald 25 19,8 15 27,8Nog bezig op het mom<strong>en</strong>t van de <strong>en</strong>quête 7 5,6 8 14,8Totaal 126 100,0 54 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)T<strong>en</strong>slotte werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd tijd<strong>en</strong>s de tweede <strong>en</strong> derdebevraging of ze tijd<strong>en</strong>s de VDAB-opleiding<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd diebruikbaar zijn in hun huidige of toekomstige <strong>werk</strong>. De overgrote meerderheid vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn positief. Acht<strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23<strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> 81% van de opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar bracht<strong>en</strong> nieuwevaardighed<strong>en</strong> voort die inzetbaar zijn in het <strong>werk</strong>.Tabel 4.12Overdraagbaarheid van de verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de VDABopleiding<strong>en</strong>gestart na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer per leeftijdscategorie89Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Ja 111 88,1 44 81,5Nee 15 11,9 10 18,5Totaal 126 100,0 54 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job4.4 Onderwijs voor Sociale PromotieE<strong>en</strong> opleiding uit het Onderwijs voor Sociale Promotie is e<strong>en</strong> opleiding in hetdeeltijds volwass<strong>en</strong>onderwijs op het niveau van het lager secundair onderwijs,hoger secundair onderwijs of hoger onderwijs van één cyclus (Saliën & De Rick,2009). Het gaat in de meeste gevall<strong>en</strong> om opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> cursuss<strong>en</strong> die vandaagdoor c<strong>en</strong>tra voor volwass<strong>en</strong>onderwijs word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Zes proc<strong>en</strong>t van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 23 jaar begint aan e<strong>en</strong> opleiding uit het Onderwijs voor SocialePromotie. Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar stijgt het perc<strong>en</strong>tage naar 7% <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar daalt het naar 5% (tabel 4.13). Net zoals bij de midd<strong>en</strong>standsopleiding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>we dat e<strong>en</strong> groot deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor 23 jaar vrij snel na het verlat<strong>en</strong>van het initieel onderwijs beginn<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding uit het Onderwijs voorSociale Promotie. E<strong>en</strong><strong>en</strong>veertig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> doet dit binn<strong>en</strong> dedrie maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs, terwijl de meesterespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op 23 jaar of ouder dit do<strong>en</strong> twee jaar of later.Tabel 4.13Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan Onderwijs voor Sociale Promoti<strong>en</strong>aar het aantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 63 41,4 1 0,7 0 0,04 – 12 maand<strong>en</strong> 22 14,5 8 5,4 2 2,313 – 24 maand<strong>en</strong> 31 20,4 19 1,3 2 2,3> 24 maand<strong>en</strong> 36 23,7 121 81,2 84 95,5Totaal 152 100,0 149 100,0 88 100,0N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)90Tabel 4.14 geeft weer welke opleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijs voor Sociale Promotiegevolgd word<strong>en</strong>. De technische beroepsopleiding<strong>en</strong> zijn het populairst voor deleeftijd van 23 jaar (25%) <strong>en</strong> dal<strong>en</strong> daarna in populariteit. Handelsopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>vreemde tal<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> aan belang toe naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt <strong>en</strong> bijna de helftvan de opleiding<strong>en</strong> gestart door jonvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar behoort totdeze categorie. Ook de belangstelling voor social profit stijgt vanaf 23 jaar van 6%tot 15% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Informatica-opleiding<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>nauwelijks belangstelling bij deze laatste leeftijdscategorie (2%).


Tabel 4.14Aantal gevolgde opleiding<strong>en</strong> in het Onderwijs voor Sociale Promotie na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %Technische beroepsopleiding 86 24,9 41 18,7 17 16,2Informatica-opleiding 70 20,2 47 21,5 2 1,9Handelsopleiding & vreemde tal<strong>en</strong> 84 24,3 68 31,1 48 45,7Social profit 21 6,1 39 17,8 16 15,2Managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> n.v.t. n.v.t. 16 7,3 0 0,0Land- <strong>en</strong> tuinbouw n.v.t. n.v.t. 10 2,2 1 1,0Andere opleiding 85 24,6 5 2,3 20 19,0Totaal 346 100,0 219 100,0 105 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.15 geeft de c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> weer voor de duur van de gestarte <strong>en</strong> afgerondeopleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijs voor Sociale Promotie. Net zoals bij de VDABopleiding<strong>en</strong>,daalt de duur van de opleiding<strong>en</strong> naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt. Tot 23jaar duurt de opleiding gemiddeld 186 dag<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar gemiddeld 113dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 76 dag<strong>en</strong>. De mediaan daalt ook na 23 jaar <strong>en</strong> blijftdaarna stabiel. Vanaf 23 jaar duurt 50% van de opleiding<strong>en</strong> maximum 33 dag<strong>en</strong>.Het is echter de vraag of respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inderdaad minder lang opleiding<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>na 23 jaar of dat de kortere opleidingsduur de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s naar modularisering in hetvolwass<strong>en</strong>onderwijs illustreert sinds de eeuwwisseling.Tabel 4.15C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van de opleiding<strong>en</strong> inOnderwijs voor Sociale Promotie gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar (N=171)Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar(N=188)Gemiddelde 185,7 112,9 76,2Eerste kwartiel 24,0 7,5 11,3Tweede kwartiel 120,00 32,5 33,0Derde kwartiel 280,0 143,8 105,0Minimum 0,4 0,75 2,3Maximum 800,0 800,0 440,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar(N=66)91


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobDe volg<strong>en</strong>de tabel geeft aan dat de slaagperc<strong>en</strong>tages voor de opleiding<strong>en</strong> uit hetOnderwijs voor Sociale Promotie net zoals bij de VDAB-opleiding<strong>en</strong> relatief hoogzijn: tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar wordt tweederde van de opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar ruim de helft van de opleiding<strong>en</strong> afgerond met e<strong>en</strong> opleidingsbewijs. Tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar blijkt wel dat 34% van de opleiding<strong>en</strong> nog aan de gang is. Dit zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar er langerover doet om e<strong>en</strong> studiebewijs te behal<strong>en</strong> dan tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar.Tabel 4.16Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van opleiding<strong>en</strong> in Onderwijs voorSociale Promotie na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer per leeftijdscategorieTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Opleidingsbewijs behaald 136 63,0 56 52,8Opleidingsbewijs niet behaald 65 30,1 14 13,2Nog bezig op het mom<strong>en</strong>t van de <strong>en</strong>quête 15 6,9 36 34,0Totaal 216 100,0 106 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)T<strong>en</strong>slotte geeft tabel 4.17 weer in welke mate de opleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijsvoor Sociale Promotie nieuwe vaardighed<strong>en</strong> voortbr<strong>en</strong>gt die bruikbaar zijn in het<strong>werk</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong>26 jaar <strong>en</strong> 76% van de opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> nieuwevaardighed<strong>en</strong> voort. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn dus erg positief over de inzetbaarheidvan de vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in opleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijs voor SocialePromotie, maar iets minder positief dan over VDAB-opleiding<strong>en</strong>.92Tabel 4.17Overdraagbaarheid van de verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong> tijd<strong>en</strong>s deopleiding<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keerper leeftijdscategorieTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Ja 175 80,6 78 75,7Nee 42 19,3 25 24,3Totaal 217 100,0 103 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)


4.5 Overige opleiding<strong>en</strong>Overige opleiding<strong>en</strong> zijn opleiding<strong>en</strong> die niet tot de opleiding<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> die doorhet Onderwijs voor Sociale Promotie of de VDAB georganiseerd word<strong>en</strong>.Hiermee word<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> bedoeld die onder meer behor<strong>en</strong> tot basiseducatie,de midd<strong>en</strong>jury (C<strong>en</strong>trale Exam<strong>en</strong>commissie), op<strong>en</strong> universiteit, sectoraleopleiding<strong>en</strong>, opleiding<strong>en</strong> ter re-integratie van <strong>werk</strong>loz<strong>en</strong> die niet door de VDABverzorgd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle andere overige opleiding<strong>en</strong> die niet onder eerdervernoemde categorieën ondergebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Saliën & De Rick, 2009).Tabel 4.18 geeft e<strong>en</strong> indicatie wat het aandeel is van deze overige opleiding<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Er wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakttuss<strong>en</strong> sectorale opleiding<strong>en</strong>, basiseducatie, midd<strong>en</strong>jury, op<strong>en</strong> universiteit <strong>en</strong> alleoverige opleiding<strong>en</strong>. Tweederde tot driewart van de gevolgde opleiding<strong>en</strong> behoorttot deze laatste categorie. Ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de opleiding<strong>en</strong> bestaat uit sectoraleopleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar neemt het belang van dezeopleiding<strong>en</strong> toe tot 21%. Zes proc<strong>en</strong>t tot 8% van de opleiding<strong>en</strong> behoort totbasiseducatie <strong>en</strong> 5% tot 6% tot de op<strong>en</strong> universiteit.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.18Onderwijsvorm van de gevolgde ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs per leefijdscategorieTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Sectorale opleiding 16 9,7 13 21,0Basiseducatie 10 6,1 5 8,1Midd<strong>en</strong>jury 5 3,0 1 1,6Op<strong>en</strong> universiteit 10 6,1 3 4,8Andere 124 75,2 40 64,5Totaal 165 100,0 62 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tabel 4.19 geeft weer hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan deze overige opleiding<strong>en</strong>beginn<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer. In de leeftijdscategorie tot 23 jaar zi<strong>en</strong> we dat 13,5% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> begint aan e<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> dat de helft van h<strong>en</strong> dit doet binn<strong>en</strong> dedrie maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer.Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar daar<strong>en</strong>tg<strong>en</strong> start nog slechts 6% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> ‘overige opleiding’ <strong>en</strong> tweederde van h<strong>en</strong> doet dit twee jaar of later na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar daalt het perc<strong>en</strong>tage vanhet aantal deelnem<strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ naar 3,5%. Slechts93


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job58 van de 1657 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> dan nog e<strong>en</strong> ‘overige opleiding’ <strong>en</strong> demeest<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> twee jaar of later na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs.Tabel 4.19Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deelnem<strong>en</strong> aan ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ naar hetaantal maand<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeerTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N % N %≤ 3 maand<strong>en</strong> 211 51,7 2 1,5 2 3,44 – 12 maand<strong>en</strong> 86 21,1 13 9,8 0 0,013 – 24 maand<strong>en</strong> 53 13,0 28 21,2 0 0,0> 24 maand<strong>en</strong> 58 14,2 89 67,4 56 96,6Totaal 408 100,0 132 100,0 58 100,0N steekproef 2619 2047 1657Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 4.20 geeft weer welke opleiding<strong>en</strong> er inhoudelijk gevolgd word<strong>en</strong>. In alleleeftijdscategorieën zijn de handelsopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> vreemde tal<strong>en</strong> het meestpopulair. Het perc<strong>en</strong>tage schommelt tuss<strong>en</strong> de 30% <strong>en</strong> 34%. Het aandeel van deopleiding<strong>en</strong> voor de sector ‘social profit’ blijft ook min of meer gelijk over dejar<strong>en</strong> he<strong>en</strong> <strong>en</strong> neemt e<strong>en</strong> tweede of derde plaats in in het ranglijstje van de meestgekoz<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling tot de VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de opleiding<strong>en</strong>van Onderwijs voor Sociale Promotie, lijk<strong>en</strong> de technische beroepsopleiding<strong>en</strong> indeze categorie lichtjes aan belang toe te nem<strong>en</strong> naarmate de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ouderword<strong>en</strong>: van 10% tot 23 jaar naar 15% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Het aandeel vaninformatica-opleiding<strong>en</strong> neemt ook toe tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar van 8% naar 20%maar daalt vervolg<strong>en</strong>s na 26 jaar naar 13%.94


Tabel 4.20Aantal gevolgde ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ na het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs voor de eerste keer per leeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarN % N % N %Technische beroepsopleiding 73 9,8 23 12,7 10 14,7Informatica-opleiding & automatisering 58 7,8 36 19,9 9 13,2Handelsopleiding & vreemde tal<strong>en</strong> 223 30,0 62 34,3 20 29,4Social profit 127 17,1 27 14,9 12 17,6Managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> 37 5,0 13 7,2 2 2,9Land- <strong>en</strong> tuinbouw 14 1,9 3 1,7 3 4,4Andere opleiding 212 28,5 17 9,4 12 17,6Totaal 744 100,0 181 100,0 68 100,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>De c<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> in tabel 4.20 van de gestarte <strong>en</strong> afgeronde ‘overige opleiding<strong>en</strong>’gev<strong>en</strong> weer dat de opleidingsduur duidelijk minder lang is voor deleeftijdscategorieën 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar dan voor de categorie tot 23 jaar.De gemiddelde opleidingsduur daalt van 141 dag<strong>en</strong> tot 23 jaar naar 60 dag<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Ook bij de mediaan zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gelijkaardige daling. De helftvan de opleiding<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> tot 23 jaar maximum 80 dag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> maximum slechts 10dag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Dezelfde drastische daling zag<strong>en</strong> we ook bij degemiddelde duur van de opleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijs voor Sociale Promotie(tabel 4.15).Tabel 4.21C<strong>en</strong>trummat<strong>en</strong> voor de schatting van de duur van ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs per leeftijdscategorieTot 23 jaar (N=435)Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar(N=169)Gemiddelde 140,8 76,8 59,8Eerste kwartiel 21,0 5,0 3,4Tweede kwartiel 80,0 16,0 10,3Derde kwartiel 200,0 99,0 53,8Minimum 0,1 0,5 1,0Maximum 960,0 960 480,0Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar(N=30)95


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobHet aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> ligt relatief laag voor ‘overige opleiding<strong>en</strong>’(tabel 4.22). Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar werd ruim de helft van de opleiding<strong>en</strong> afgerondmet e<strong>en</strong> opleidingsbewijs. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar daalt het perc<strong>en</strong>tage van behaaldestudiebewijz<strong>en</strong> lichtjes, maar de helft van de opleiding<strong>en</strong> blijkt ook nog nietafgerond te zijn op het mom<strong>en</strong>t van de laatste bevraging.Tabel 4.22Aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> op basis van de ’overige opleiding<strong>en</strong>’gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs per leeftijdscategorieTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Opleidingsbewijs behaald 97 53,3 30 44,8Opleidingsbewijs niet behaald 73 40,1 3 4,5Nog bezig op het mom<strong>en</strong>t van de <strong>en</strong>quête 12 6,6 34 50,7Totaal 182 100,0 67 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)T<strong>en</strong>slotte is er gepeild naar de inzetbaarheid van vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de‘overige opleiding<strong>en</strong>’. Net zoals bij de VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> van hetOnderwijs voor Sociale Promotie blijk<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> positief. Driekwart vande opleiding<strong>en</strong> resulteert in vaardighed<strong>en</strong> die ingezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in hethuidige of toekomstige <strong>werk</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Tabel 4.23Overdraagbaarheid van de vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de ‘overigeopleiding<strong>en</strong>’ gevolgd na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor deeerste keer96Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarN % N %Ja 136 76,0 48 76,2Nee 43 24,0 15 23,8Totaal 179 100,0 63 100,0Bron SONAR C76(26) & C76(29)4.6 Sam<strong>en</strong>vattingIn dit hoofdstuk kwam<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> voor leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job aan bod. Al deze indicator<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> echter <strong>en</strong>kel naar formele


<strong>en</strong> niet-formele opleiding<strong>en</strong>, gaande van opleiding<strong>en</strong> in het voltijds secundair <strong>en</strong>hoger onderwijs, stelsel <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, Onderwijs voor Sociale Promotie,VDAB-opleiding<strong>en</strong> tot alle overige opleiding<strong>en</strong>. Hieronder vatt<strong>en</strong> we aan de handvan <strong>en</strong>kele tabell<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de univariate <strong>analyse</strong>s over departicipatiegraad aan <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job. Aan de hand van deze sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> (tabel 4.24 – tabel 4.27)kunn<strong>en</strong> we de opleiding<strong>en</strong> met elkaar vergelijk<strong>en</strong>.In tabel 4.24 wordt weergegev<strong>en</strong> hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> één of meerdereleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job volgd<strong>en</strong> naargelang deleeftijdscategorie. Daaruit volgt dat over het algeme<strong>en</strong> de participatiegraad aan deopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job het hoogst is tot 23 jaar: 34% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt tot dan één of meerdere leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob gevolgd te hebb<strong>en</strong>. Na 23 jaar daalt dit perc<strong>en</strong>tage naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt.Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar neemt 23% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nogmaar 15% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deel aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van dejob. De participatiegraad aan de ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ daalt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s naarmatem<strong>en</strong> ouder wordt: van 16% naar 4%. Het aandeel van de opleiding<strong>en</strong> van hetOnderwijs voor Sociale Promotie blijft min of meer stabiel over deleeftijdscategorieën he<strong>en</strong> (tuss<strong>en</strong> 5% <strong>en</strong> 7%), terwijl het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> datterugkeert naar het regulier onderwijs, hetzij voltijds, hetzij naar het stelsel <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>, stabiel blijft tot de leeftijd van 26 jaar <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s na 26 jaar daalt van7% naar 4%. In de leeftijdscategorie tot 23 jaar zijn anders geformuleerd de‘overige opleiding<strong>en</strong>’ het populairst, na 23 jaar de opleiding<strong>en</strong> uit het Onderwijsvoor Sociale Promotie.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.24Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tage die e<strong>en</strong> opleiding start<strong>en</strong> na hetverlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keer naarleeftijdscategorieTot 23 jaarTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong>26 jaarVoltijds regulier onderwijs 4,2 6,3 3,2Deeltijds beroepssecundair onderwijs 0,6 0,3 0,1Ondernemersopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> 3,1 0,7 1,1VDAB 6,1 4,6 2,7OSP 5,8 7,3 5,3Overige opleiding<strong>en</strong> 15,6 6,4 3,5Totaal 33,9 22,7 14,7Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar97


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobTabel 4.25 geeft in detail weer welke opleiding<strong>en</strong> het vaakst gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Inhet voltijds regulier onderwijs zi<strong>en</strong> we dat de opleiding<strong>en</strong> in het hoger onderwijsvan het korte type, de huidige professionele bacheloropleiding<strong>en</strong>, het populairstzijn, onafhankelijk van de leeftijdscategorie, <strong>en</strong> dat de universitaire voortgezetteopleiding vanaf 23 jaar de tweede populairste opleiding wordt. Dit laatste valtvooral te verklar<strong>en</strong> door het feit dat vel<strong>en</strong> in het hoger onderwijs dan deuniversiteit beginn<strong>en</strong> te verlat<strong>en</strong>. Bij de overige types opleiding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat debelangstelling uitgaat naar technische beroepsopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> inverband met handel <strong>en</strong> vreemde tal<strong>en</strong>. Handel <strong>en</strong> vreemde tal<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vooral debov<strong>en</strong>hand in Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’, terwijltechnische beroepsopleiding<strong>en</strong> primer<strong>en</strong> bij de VDAB.Tabel 4.25Twee meest gekoz<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> die door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gestartnadat ze het regulier onderwijs voor de eerste keer hadd<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> naarleeftijdscategorie98Voltijds regulier onderwijsOndernemersopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>leerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>VDABOSPOverige opleiding<strong>en</strong>Tot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarHO1 cyclus,universiteitHandel & vreemdetal<strong>en</strong>, technischeberoepsopleidingTechnischeberoepsopleiding,handel & vreemdetal<strong>en</strong>Technischeberoepsopleiding,handel & vreemdetal<strong>en</strong>Handel & vreemdetal<strong>en</strong>, andereBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)HO1 cyclus,universitairevoortgezetteopleiding<strong>en</strong>Handel & vreemdetal<strong>en</strong>, technischeberoepsopleidingTechnischeberoepsopleiding,informaticaHandel & vreemdetal<strong>en</strong>, informaticaHandel & vreemdetal<strong>en</strong>, informaticaHO1 cyclus,universitairevoortgezetteopleiding<strong>en</strong>Person<strong>en</strong>verzorging &voeding, intellectueledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>deberoep<strong>en</strong>Technischeberoepsopleiding,informaticaHandel & vreemdetal<strong>en</strong>, andereHandel & vreemdetal<strong>en</strong>, social profit <strong>en</strong>andere13Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de mediaan van de gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetregulier onderwijs, dan zi<strong>en</strong> we dat de opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor SocialePromotie, de VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle overige opleiding<strong>en</strong> het langst zijnwanneer m<strong>en</strong> 23 jaar is of jonger <strong>en</strong> dat ze aanzi<strong>en</strong>lijk minder lang dur<strong>en</strong> wanneerze gevolgd word<strong>en</strong> door jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> van ouder dan 23 jaar (tabel 4.26).13 Social profit <strong>en</strong> ‘andere’ del<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de tweede plaats <strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom ook sam<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.


Misschi<strong>en</strong> zou deze daling erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat ofwel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorkortere opleiding<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, ofwel sneller afhak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijke verklaringis de geleidelijke t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s naar modularisering in het volwass<strong>en</strong>onderwijs waardooropleiding<strong>en</strong> korter lijk<strong>en</strong> of del<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> sneller tot e<strong>en</strong> certificaat leid<strong>en</strong>.Tabel 4.27 laat zi<strong>en</strong> hoeveel opleiding<strong>en</strong> afgerond word<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectief leid<strong>en</strong> tote<strong>en</strong> studiebewijs. Uit deze tabel blijkt dat vooral de opleiding<strong>en</strong> bij de VDABleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> studiebewijs: driekwart behaalt e<strong>en</strong> studiebewijs tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaar. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar wordt nog slechts 57% van de opleiding<strong>en</strong> afgerond mete<strong>en</strong> studiebewijs. E<strong>en</strong> gelijkaardige daling naar leeftijd in slaagperc<strong>en</strong>tage zi<strong>en</strong> weook bij de opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> ‘overigeopleiding<strong>en</strong>’ maar wederom blijkt dat e<strong>en</strong> groot deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>26 <strong>en</strong> 29 jaar nog bezig is met deze opleiding<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de laatstebevraging. Dit suggereert dat e<strong>en</strong> belangrijk aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op die leeftijd errelatief langer over doet om e<strong>en</strong> opleiding af te rond<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> studiebewijs tebehal<strong>en</strong>. In het voltijds regulier onderwijs ligt het perc<strong>en</strong>tage respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>studiebewijs heeft behaald nog lager: minimum 46% tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>minimum 29% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Maar deze opleiding<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> dan ook relatieflanger <strong>en</strong> vel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> nog bezig met de opleiding op het mom<strong>en</strong>t van debevraging.Hoewel niet meer dan driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> studiebewijs haalt, iswel ruim driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erg positief over de vaardighed<strong>en</strong> die zekunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> in hun huidige of toekomstige baan. Vooral over de VDABopleiding<strong>en</strong>zijn de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erg positief.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>Tabel 4.26De mediaan van de tijdsduur van de gevolgde opleiding<strong>en</strong> in aantal dag<strong>en</strong>na het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs voor de eerste keer naarleeftijdscategorieTot 23 jaar Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26jaarDuur VDAB-opleiding<strong>en</strong> (mediaan) 80,0 20,0 20,0Duur OSP-opleiding<strong>en</strong> (mediaan) 120,0 32,5 33,0Duur overige opleiding<strong>en</strong> (mediaan) 80,0 16,0 10,3Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar99


hoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de jobTabel 4.27Opleidingsbewijs behaaldAantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> in perc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> aantal opleiding<strong>en</strong> inperc<strong>en</strong>tage waarvan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> dat de verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> inzetbaar zijn naar leeftijdscategorie <strong>en</strong> type opleidingTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarVDAB-opleiding 74,6 57,4OSP-opleiding 63,0 52,8Overige opleiding 53,3 44,8Regulier onderwijs 46,0 29,0Inzetbaarheid vaardighed<strong>en</strong>VDAB-opleiding<strong>en</strong> 88,1 81,5OSP-opleiding<strong>en</strong> 80,6 75,7Overige opleiding<strong>en</strong> 76,0 76,2Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar100Terwijl de participatiegraad aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van e<strong>en</strong> job in hetvorige hoofdstuk groot bleek te zijn <strong>en</strong> ruim de helft van <strong>werk</strong><strong>en</strong>dejongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding in het kader vanhun job te hebb<strong>en</strong> gevolgd over verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën he<strong>en</strong> tot 29 jaar,blijkt de participatiegraad aan georganiseerde leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job lager te zijn. Meer nog: slechts e<strong>en</strong> derde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> begint tot deleeftijd van 23 jaar aan één of meerdere opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.Na 23 jaar daalt de participatiegraad tot 15% tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Opleiding<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job dur<strong>en</strong> relatief wel langer. Terwijl de helft van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in totaal maximum 11 dag<strong>en</strong> sp<strong>en</strong>deert aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> 8 dag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26<strong>en</strong> 29 jaar, duurt de helft van de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, in gevalvan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie, maximum 33 dag<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Opleiding<strong>en</strong> in het regulier onderwijsdur<strong>en</strong> doorgaans minimaal één jaar.Het relatief aantal behaalde studiebewijz<strong>en</strong> bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de job (tabel 3.16 in hoofdstuk 3) <strong>en</strong> het relatief aantal behaaldestudiebewijz<strong>en</strong> bij de opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job ligg<strong>en</strong> ongeveerev<strong>en</strong> hoog. Drieënvijftig proc<strong>en</strong>t van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job resulteert in e<strong>en</strong> studiebewijs (tabel 3.29 in hoofdstuk 3). Buit<strong>en</strong>het kader van de job schommelt het perc<strong>en</strong>tage tuss<strong>en</strong> de 29% <strong>en</strong> 57% (tabel4.27). T<strong>en</strong>slotte zijn de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> positief over de vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job(84%, tabel 3.29 in hoofdstuk 3) als over de vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job (76%-82%). In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong>


gaan we na welke factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> waarom iemand deelneemt aanleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> wat het effect van dezedeelname is.buit<strong>en</strong> het kader van de jobhoofdstuk 4 | Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>101


- DEEL 3 DE RELATIE TUSSENPARTICIPATIE AAN LEVENSLANGLEREN EN ARBEIDSMARKTSUCCES -


5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong>5.1 InleidingOm na te gaan wat de zin <strong>en</strong> haalbaarheid is van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>door (jong)volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> moet de vraag gesteld word<strong>en</strong> wat participatie beïnvloedt<strong>en</strong> wat de effect<strong>en</strong> zijn van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerde aspect<strong>en</strong>. In deel4 <strong>en</strong> deel 5 van het rapport kom<strong>en</strong> de verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, waaronder sociaal<strong>kapitaal</strong>, van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> aan bod om e<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> overde haalbaarheid. In dit deel van het rapport bested<strong>en</strong> we aandacht aan de zin ofhet effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, met name op de positie van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> opde arbeidsmarkt. Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat niet alle<strong>en</strong> departicipatiegraad vooral bij jonger<strong>en</strong> hoog ligt <strong>en</strong> daalt naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt,maar ook dat jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> om andere, meer jobgerelateerde, red<strong>en</strong><strong>en</strong>participer<strong>en</strong> dan volwass<strong>en</strong> van oudere leeftijd (Boer<strong>en</strong> & Nicaise, 2011). Omdatjobgerelateerde motivatie belangrijk is bij jonvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> om te participer<strong>en</strong> <strong>en</strong>e<strong>en</strong> positief effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> wordt verwacht, kijk<strong>en</strong> we naar de matewaarin jonger<strong>en</strong> succes boek<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt. We operationaliser<strong>en</strong>arbeidsmarktsucces op 29 jaar aan de hand van zes verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong>: (1)<strong>werk</strong>loosheid; (2) jobtevred<strong>en</strong>heid; (3) nettoloon in euro per maand; (4) typecontract; (5) inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job (=horizontalematch); <strong>en</strong> (6) gebrek aan overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> het behaalde opleidingsniveau<strong>en</strong> het vereiste opleidingsniveau voor de job (=verticale mismatch). Wanneerrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, tevred<strong>en</strong> zijn met hun job, e<strong>en</strong> relatief hoog loon, e<strong>en</strong> vastcontract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan hebb<strong>en</strong> dat overe<strong>en</strong>stemt met hun opleiding, beschouw<strong>en</strong>we h<strong>en</strong> als succesvol op de arbeidsmarkt. In dit hoofdstuk beschrijv<strong>en</strong> we aan dehand van frequ<strong>en</strong>tietabell<strong>en</strong> in welke mate jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> op de leeftijd van 29hoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong> 105


jaar succes op de arbeidsmarkt hebb<strong>en</strong> geboekt. In hoofdstuk 6 <strong>en</strong> hoofdstuk 7gaan we vervolg<strong>en</strong>s na wat het effect van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op dearbeidsmarktpositie van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> is.5.2 Indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucceshoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong>106In hoofdstuk 2 werd de steekproefsam<strong>en</strong>stelling beschrev<strong>en</strong> naar arbeidssituatieop de drie mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bevraagd (tabel 2.6 inparagraaf 2.2.2). Hieronder bekijk<strong>en</strong> we opnieuw hoeveel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan deslag war<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de derde bevraging, op 29-jarige leeftijd. Uit tabel 5.1 blijkt datop 29-jarige leeftijd, op het mom<strong>en</strong>t van de derde bevraging, 1533 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aan het <strong>werk</strong> zijn. E<strong>en</strong><strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loos, d.i. op zoek naar<strong>werk</strong> <strong>en</strong>/of uitkeringsgerechtigd zijn, op het mom<strong>en</strong>t van de bevraging.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die thuiszitt<strong>en</strong> zonder inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet (meer) op zoek zijn naar<strong>werk</strong> werd<strong>en</strong> hier buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>. Het gaat om 33 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Hoewel 91 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loos war<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij tuss<strong>en</strong> de tweede <strong>en</strong> derdebevraging wel e<strong>en</strong> job uitgeoef<strong>en</strong>d. Wanneer we hieronder <strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>dehoofdstukk<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar arbeidsmarktsucces op 29-jarige leeftijd aan de hand van<strong>en</strong>kele jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (contract, loon, overe<strong>en</strong>stemming opleiding <strong>en</strong> job,jobtevred<strong>en</strong>heid), dan kijk<strong>en</strong> we daarom niet alle<strong>en</strong> naar jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vanjonger<strong>en</strong> die effectief op het mom<strong>en</strong>t van de bevraging aan de slag war<strong>en</strong> maarook naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de laatste job die de 91 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>uitgeoef<strong>en</strong>d tot voor de bevraging. De meerderheid van h<strong>en</strong> was nog aan het <strong>werk</strong>in het jaar waarin ze voor de derde keer bevraagd werd<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 2)14.Tabel 5.1Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong>loosheid op 29 jaarAantalWerk<strong>en</strong> 1533 94,4Werkloos 91 5,6Totaal 1624 100,0Bron SONAR C76(29)Perc<strong>en</strong>tageVan 1476 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> we welk contract zij in hun laatste job tot op 29jaar hebb<strong>en</strong> (tabel 5.2). Vier<strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t of ruim vier van de vijf14 Significante jobs word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> SONAR als volgt gedefinieerd: e<strong>en</strong> betaalde job van minst<strong>en</strong>s één uur perweek bij e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>gever waarvoor de respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> arbeidscontract heeft van minst<strong>en</strong>s één maand. Ooke<strong>en</strong> job als zelfstandige of als helper (d.i. als mee<strong>werk</strong><strong>en</strong>d familielid zonder vergoeding <strong>en</strong> arbeidscontract)van minst<strong>en</strong>s één maand <strong>en</strong> één uur per week telt mee. Indi<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t tegelijkertijd meerdere jobsvan minst<strong>en</strong>s één maand heeft, gaan de vrag<strong>en</strong> over de job waarin de respond<strong>en</strong>t de meeste ur<strong>en</strong>presteerde (d.i. hoofdberoep).


espond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> vast contract. Dit is e<strong>en</strong> hoog perc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> op het vlakvan contract<strong>en</strong> kan dus gezegd word<strong>en</strong> dat veel jonger<strong>en</strong> het relatief goed do<strong>en</strong> opde arbeidsmarkt. Twaalf proc<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> tijdelijk contract <strong>en</strong> slechts 3,5% <strong>werk</strong>tnog met e<strong>en</strong> interim contract of via e<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel op 29-jarigeleeftijd.Tabel 5.2Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar type contract op 29 jaarAantalPerc<strong>en</strong>tageVast contract 1244 84,3Tijdelijk contract 180 12,2Interim contract 40 2,7Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 12 0,8Totaal 1476 100,0Bron SONAR C76(29)Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar het maandelijks nettoloon in euro van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,dan zi<strong>en</strong> we dat er redelijk wat variantie aanwezig is. Vijf proc<strong>en</strong>t van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t minder dan 745 euro per maand <strong>en</strong> 15% verdi<strong>en</strong>t 1735euro of meer. De meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (32%) vind<strong>en</strong> we in de inkom<strong>en</strong>scategorie1240 – 1487 euro (tabel 5.3). In hoofdstuk 10 <strong>en</strong> in hoofdstuk 11 gaan we dieperin op de relatie tuss<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces waaronder het nettoloon. M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> of ondermeer hetdiploma is naar verwachting e<strong>en</strong> zeer belangrijke factor die het nettoloon zalbepal<strong>en</strong>. Maar we kunn<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat ook het te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tagevan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol speelt. Hoe meer m<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t, hoe meerloon m<strong>en</strong> zal krijg<strong>en</strong>15.hoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong> 10715 De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> nettoloon blijkt zeer groot te zijn: de associatiemaatGamma bedraagt 0,814 <strong>en</strong> is statistisch significant op het niveau 0,001 voor de laatste job tot op 29 jaar.


Tabel 5.3Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar maandelijks nettoloon in euro op 29 jaarAantalPerc<strong>en</strong>tage 1735 244 15,2Totaal 1601 100,0Bron SONAR C76(29)hoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong>108Het al dan niet vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> baan die aansluit bij de opleiding van derespond<strong>en</strong>t kan ook beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> indicator voorarbeidsmarktsucces. Economisch gezi<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> namelijk verwacht<strong>en</strong> datjonger<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde opleiding kiez<strong>en</strong> met het oog op succes in hunarbeidsmarktloopbaan. Indi<strong>en</strong> die opleiding niet overe<strong>en</strong>komt met wat vereist isvoor het beroep dat m<strong>en</strong> uiteindelijk uitoef<strong>en</strong>t, kan m<strong>en</strong> vanuit hetinvesteringsperspectief verwacht<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> foute afstemming inkom<strong>en</strong>sverliez<strong>en</strong>g<strong>en</strong>ereert <strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> negatief effect kan hebb<strong>en</strong> op arbeidstevred<strong>en</strong>heid(Humblet, 2009; Van Trier, Coppieters & Nonneman, 2010). In tabel 5.4 <strong>en</strong> tabel5.5 gaan we na in hoeverre respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat hun opleiding nietovere<strong>en</strong>stemt met wat vereist is om hun <strong>werk</strong> naar behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> op 29-jarige leeftijd. We met<strong>en</strong> eerst verticale mismatch, d.i. het verschijnseloverscholing/onderscholing, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s horizontale match, d.i. de inhoudelijkeovere<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job. Zowel verticale mismatch alshorizontale match zijn subjectief gemet<strong>en</strong>. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> namelijkgevraagd om zelf in te schatt<strong>en</strong> of hun opleiding past bij hun job.Uit tabel 5.4 <strong>en</strong> tabel 5.5 blijkt dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vrij positief zijn over deafstemming tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> job. Vijf<strong>en</strong>veertig proc<strong>en</strong>t van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is overtuigd dat hun opleiding inhoudelijk helemaal <strong>en</strong> 28%<strong>en</strong>igszins overe<strong>en</strong>stemt met wat vereist is om hun baan naar behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>(tabel 5.4). Over de verticale afstemming of de afstemming tuss<strong>en</strong>opleidingsniveau <strong>en</strong> wat vereist is voor hun <strong>werk</strong> zijn de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nogpositiever. Vier op vijf is van m<strong>en</strong>ing dat hun kwalificati<strong>en</strong>iveau juist goed is voorhun <strong>werk</strong> (tabel 5.5).


Tabel 5.4Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar horizontale match op 29 jaarAantalPerc<strong>en</strong>tageHelemaal 727 44,9Enigszins 445 27,5Helemaal niet 447 27,6Totaal 1619 100,0Bron SONAR C76(29)Tabel 5.5Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar verticale mismatch op 29 jaarAantalPerc<strong>en</strong>tageTe hoge opleiding 203 12,7Juiste goede opleiding 1271 79,7Te lage opleiding 120 7,5Totaal 1594 100,0Bron SONAR C76(29)T<strong>en</strong>slotte kijk<strong>en</strong> we naar jobtevred<strong>en</strong>heid. Ook jobtevred<strong>en</strong>heid is e<strong>en</strong> subjectievemaatstaf. En net zoals bij de overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> opleiding zi<strong>en</strong> wedat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zeer positief zijn. De overgrote meerderheid is eerder of heeltevred<strong>en</strong> over zijn <strong>werk</strong>. Slechts e<strong>en</strong> kleine 4% is duidelijk ontevred<strong>en</strong> over zijnbaan.Tabel 5.6Aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaarAantalHeel ontevred<strong>en</strong> 9 0,6Eerder ontevred<strong>en</strong> 48 3,0Noch (on)tevred<strong>en</strong> 125 7,7Eerder tevred<strong>en</strong> 995 61,4Heel tevred<strong>en</strong> 443 27,3Totaal 1620 100,0Bron SONAR C76(29)Perc<strong>en</strong>tagehoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong> 1095.3 Sam<strong>en</strong>vatting


De vraag naar de zin <strong>en</strong> haalbaarheid van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>welke rol sociaal <strong>kapitaal</strong> daarin speelt staat c<strong>en</strong>traal in dit rapport. De zin of heteffect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> evaluer<strong>en</strong> we in de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> aan de handvan de arbeidsmarktpositie van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> op 29 jaar. In dit hoofdstuk zijnde indicator<strong>en</strong> aan bod gekom<strong>en</strong> die we gebruik<strong>en</strong> om te bepal<strong>en</strong> in welke matejonger<strong>en</strong> e<strong>en</strong> succesvolle positie op de arbeidsmarkt hebb<strong>en</strong> bereikt. We gaan ervan uit dat wanneer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, tevred<strong>en</strong> zijn met hun job, e<strong>en</strong> relatiefhoog loon, e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan hebb<strong>en</strong> dat overe<strong>en</strong>stemt met hunopleiding ze succesvol zijn op de arbeidsmarkt. Op basis van de frequ<strong>en</strong>tietabell<strong>en</strong>in dit hoofdstuk kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat veel jonger<strong>en</strong> op de leeftijd van 29jaar e<strong>en</strong> relatief goede positie hebb<strong>en</strong> ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De overgrote meerderheid heeft<strong>werk</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract, is tevred<strong>en</strong> met zijn baan <strong>en</strong> is van m<strong>en</strong>ing dat zijnopleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met dat wat vereist is in zijn baan. E<strong>en</strong> kleinemeerderheid is ook overtuigd van de inhoudelijke afstemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong><strong>werk</strong>. De meeste variantie vind<strong>en</strong> we echter terug in het maandelijkse nettoloon.In de volg<strong>en</strong>de twee hoofdstukk<strong>en</strong> gaan we na in hoeverre de variantie in deindicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces verklaard kan word<strong>en</strong> door participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.110hoofdstuk 5 | Arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong>


6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces6.1 InleidingIn hoofdstuk 3 hebb<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> gehanteerd voor participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. We selecter<strong>en</strong> daaruit <strong>en</strong>keleindicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> in welke mate participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>,informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan e<strong>en</strong> effect kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidsmarktpositie vanjonger<strong>en</strong> op 29 jaar. Uit hoofdstuk 3 is namelijk geblek<strong>en</strong> dat, hoewel departicipatiegraad relatief hoog is, niet iedere<strong>en</strong> participeert aan leeractiviteit<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job. Ongeveer de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participeertaan minst<strong>en</strong>s één georganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding voor 26 jaar, terwijl50% <strong>en</strong> 31% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participeert aan respectievelijk e<strong>en</strong>georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding na 26 jaar. Wanneer we naar vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in de job kijk<strong>en</strong>, ligt het perc<strong>en</strong>tage van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die beam<strong>en</strong>dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> hoger, met e<strong>en</strong> maximum van84%. Op basis van het theoretisch model uit hoofdstuk 1 (figuur 1.3) gaan we naof respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaane<strong>en</strong> betere positie op de arbeidsmarkt bereik<strong>en</strong> op 29-jarige leeftijd danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet of weinig participer<strong>en</strong>. Voor arbeidsmarktsucces gebruik<strong>en</strong>we afhankelijk van de indicator voor participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job drie tot zes indicator<strong>en</strong>: <strong>werk</strong>loosheid, contract, loon,jobtevred<strong>en</strong>heid, horizontale match <strong>en</strong> verticale mismatch. Wanneer participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> tot op 26 jaar <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in de eerstejob gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gebruik<strong>en</strong> we alle zes indicator<strong>en</strong>. Wanneer vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in latere jobs, participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong>hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 111


hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesparticipatie tijd<strong>en</strong>s de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gebruik<strong>en</strong>we als indicator voor arbeidsmarktsucces <strong>en</strong>kel loon, <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong>jobtevred<strong>en</strong>heid. Van de overige indicator<strong>en</strong>, contract <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong>opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>, hebb<strong>en</strong> we door de manier van bevraging ge<strong>en</strong> zekerheid of zeal dan niet de eindsituatie beschrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> job waarin ze ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong>opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd16. Met andere woord<strong>en</strong>, wanneer we bijvoorbeeld naarde leeractiviteit<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar kijk<strong>en</strong>, is het in theorie mogelijk datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar e<strong>en</strong> opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd. Dezeopleiding kan dan het gevolg zijn van de arbeidssituatie gemet<strong>en</strong> aan de hand vancontract, horizontale <strong>en</strong> verticale mismatch bij het begin van hun baan in plaatsvan e<strong>en</strong> verklaring voor het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald type contract of hetbereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>.6.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de jobIn de onderstaande kruistabell<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> deleeractiviteit<strong>en</strong> die gevolgd werd<strong>en</strong> tot de leeftijd van 26 jaar, leeractiviteit<strong>en</strong>gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> gevolgd gedur<strong>en</strong>de de helearbeidsloopbaan tot 29 jaar. Met uitzondering van jobtevred<strong>en</strong>heid nem<strong>en</strong> weover het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> statistisch significant verband waar tuss<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> vangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job, hetzij voor 26 jaar, hetzijna de leeftijd van 26 jaar, <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces.In de eerste drie tabell<strong>en</strong> wordt de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loos zijn <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> georganiseerde opleiding geschetst. De impact van het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>opleiding is het grootst als we naar de hele arbeidsloopbaan kijk<strong>en</strong> (tabel 6.3).Acht<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>zijn <strong>werk</strong>zaam op 29 jaar in teg<strong>en</strong>stelling tot 87% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die tot 29jaar nog nooit e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>. Cramer’s V bedraagt0,208. Het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding blijkt echter ge<strong>en</strong> impact tehebb<strong>en</strong> op jobtevred<strong>en</strong>heid (tabel 6.4 – tabel 6.6).11216 Dit is ook de red<strong>en</strong> waarom we bij het bepal<strong>en</strong> van het effect van participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>het kader van de job tot 26 jaar respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nog in net dezelfde arbeidssituatie zitt<strong>en</strong> op 29-jarigeleeftijd als op 26-jarige leeftijd of eerder buit<strong>en</strong> beschouwing lat<strong>en</strong>.


Tabel 6.1Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 821 97,6 690 92,1Werkloos 20 2,4 59 7,9Totaal 841 100,0 749 100,0Tabel 6.2Cramer’s V=0,126***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 837 97,8 696 91,6Werkloos 19 2,2 64 8,4Totaal 856 100,0 760 100,0Tabel 6.3Cramer’s V=0,140***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Werkloosheid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 1084 97,7 449 87,4Werkloos 26 2,3 65 12,6Totaal 1110 100,0 514 100,0Cramer’s V=0,208***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 113


Tabel 6.4Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaarhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesGevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 6 0,7 3 0,4Eerder ontevred<strong>en</strong> 24 2,8 23 3,1Noch (on)tevred<strong>en</strong> 66 7,8 56 7,5Eerder tevred<strong>en</strong> 517 61,2 462 61,7Heel tevred<strong>en</strong> 232 27,5 205 27,4Totaal 845 100,0 749 100,0Tabel 6.5Cramer’s V=0,023Bron SONAR C76(26) & C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 3 0,3 6 0,8Eerder ontevred<strong>en</strong> 18 2,1 30 4,0Noch (on)tevred<strong>en</strong> 64 7,4 61 8,1Eerder tevred<strong>en</strong> 543 62,4 451 60,2Heel tevred<strong>en</strong> 242 27,8 201 26,8Totaal 870 100,0 749 100,0Cramer’s V=0,068Bron SONAR C76(26) & C76(29)114


Tabel 6.6Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 7 0,6 2 0,4Eerder ontevred<strong>en</strong> 27 2,4 21 4,2Noch (on)tevred<strong>en</strong> 79 7,1 46 9,2Eerder tevred<strong>en</strong> 691 61,7 304 60,8Heel tevred<strong>en</strong> 316 28,2 127 25,4Totaal 1120 100,0 500 100,0Cramer’s V=0,066Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding is het sterkst gerelateerd met loon(tabel 6.7 – tabel 6.9). De hoogste waarde voor Cramer’s V bedraagt 0,283.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>, hetzijvoor 26 jaar, hetzij na 26 jaar, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief meer dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nognooit e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>.Tabel 6.7Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 155 18,5 83 11,2Totaal 838 100,0 738 100,0Cramer’s V=0,283***Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 115


Tabel 6.8Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces116GevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 150 17,5 94 12,7Totaal 858 100,0 739 100,0Tabel 6.9Cramer’s V=0,238***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tot 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 193 17,4 51 10,4Totaal 1110 100,0 491 100,0Cramer’s V=0,283***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Bij contract <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding kunn<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel deimpact van het volg<strong>en</strong> van georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tot de leeftijd van 26 jaarbekijk<strong>en</strong> (tabel 6.10 – tabel 6.12). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>tot 26 jaar, hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vast contract tot op 29 jaar, hebb<strong>en</strong> relatiefvaker e<strong>en</strong> job dat overe<strong>en</strong>stemt met het opleidingsniveau <strong>en</strong> de inhoud van deopleiding. Het verband tuss<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming van job <strong>en</strong> opleiding metgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> is echter erg zwak te noem<strong>en</strong>. De waarde voorCramer’s V overstijgt het niveau van 0,1 niet.


Tabel 6.10Contract op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kadervan de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Vast contract 685 88,3 531 80,9Tijdelijk contract 76 9,8 96 14,6Interim contract 11 1,4 23 3,5Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 4 0,5 6 0,9Totaal 776 100,0 656 100,0Tabel 6.11Cramer’s V=0,107***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Horizontale match op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Helemaal 402 48,1 304 41,5Enigszins 234 28,0 196 26,8Helemaal niet 200 23,9 232 31,7Totaal 836 100,0 732 100,0Tabel 6.12Cramer’s V=0,089**Bron SONAR C76(26) & C76(29)Verticale mismatch op 29 jaar naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd inhet kader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Te hoge opleiding 88 10,6 105 14,7Juiste goede opleiding 679 81,7 553 77,6Te lage opleiding 64 7,7 55 7,7Totaal 831 100,0 713 100,0Cramer’s V=0,063*Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 1176.3 Informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job


hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesIn de onderstaande kruistabell<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> we naar het effect van informeleopleiding<strong>en</strong> die gevolgd werd<strong>en</strong> tot de leeftijd van 26 jaar, gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaar <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> gevolgd gedur<strong>en</strong>de de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar.Daaruit blijkt dat participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van dejob ge<strong>en</strong> impact te hebb<strong>en</strong> op <strong>werk</strong>loosheid (tabel 6.13 – tabel 6.15) <strong>en</strong> verticalemismatch op 29-jarige leeftijd.Tabel 6.13Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kadervan de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 755 95,2 756 94,9Werkloos 38 4,8 41 5,1Totaal 793 100,0 797 100,0Tabel 6.14Cramer’s V=0,008Bron SONAR C76(26) & C76(29)Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kadervan de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 478 96,0 1055 94,4Werkloos 20 4,0 63 5,6Totaal 498 100,0 1118 100,0Cramer’s V=0,034Bron SONAR C76(26) & C76(29)118Tabel 6.15Werkloosheid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kadervan de job tot 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Werk<strong>en</strong> 964 95,1 569 93,3Werkloos 50 24,9 41 6,7Totaal 1014 100,0 610 100,0Cramer’s V=0,038Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Het volg<strong>en</strong> van informele opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar heeft e<strong>en</strong> positieve impact op dejobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar (Cramer’s V is 0,117) volg<strong>en</strong>s tabel 6.16. Informeleopleiding<strong>en</strong> gevolgd na 26 jaar blijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> impact te hebb<strong>en</strong> op jobtevred<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd gedur<strong>en</strong>de de hele arbeidsloopbaan bijgevolge<strong>en</strong> zeer zwakke impact.Tabel 6.16Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 8 1,0 1 0,1Eerder ontevred<strong>en</strong> 27 3,4 20 2,5Noch (on)tevred<strong>en</strong> 79 9,9 43 5,4Eerder tevred<strong>en</strong> 487 61,1 492 61,7Heel tevred<strong>en</strong> 196 24,6 241 30,2Totaal 797 100,0 797 100,0Tabel 6.17Cramer’s V= 0,117***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 4 0,8 5 0,4Eerder ontevred<strong>en</strong> 15 3,0 33 3,0Noch (on)tevred<strong>en</strong> 48 9,5 77 6,9Eerder tevred<strong>en</strong> 298 59,0 696 62,45Heel tevred<strong>en</strong> 140 27,7 303 27,2Totaal 505 100,0 1114 100,0Cramer’s V=0,053Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 119


Tabel 6.18Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 29 jaarhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces120GevolgdNiet gevolgdN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 8 0,8 1 0,2Eerder ontevred<strong>en</strong> 31 3,0 17 2,8Noch (on)tevred<strong>en</strong> 93 9,1 32 5,3Eerder tevred<strong>en</strong> 620 61,0 375 62,2Heel tevred<strong>en</strong> 265 26,1 178 29,5Totaal 1017 100,0 603 100,0Cramer’s V=0,085*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Over het algeme<strong>en</strong> hangt loon opnieuw het sterkst sam<strong>en</strong> met het volg<strong>en</strong> vaninformele opleiding<strong>en</strong> (tabel 6.19 – tabel 6.21). Het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of meerdereinformele opleiding<strong>en</strong> voor 26 jaar heeft e<strong>en</strong> relatief sterke impact op loon(Cramer’s V=0,165). Het volg<strong>en</strong> van informele opleiding<strong>en</strong> na 26 jaar hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>minder grote impact (Cramer’s V=0,097). Als we kijk<strong>en</strong> naar de gevolgdeinformele opleiding<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de hele arbeidsloopbaan, dan stell<strong>en</strong> we nogsteeds e<strong>en</strong> significant verband vast: respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding op de<strong>werk</strong>vloer hebb<strong>en</strong> gevolgd tijd<strong>en</strong>s hun loopbaan, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> meer op 29-jarigeleeftijd dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nooit e<strong>en</strong> opleiding hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.Tabel 6.19Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 145 18,4 93 11,8Totaal 789 100,0 787 100,0Cramer’s V=0,165***Bron SONAR C76(26) & C76(29)


Tabel 6.20Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 91 18,3 153 13,9Totaal 498 100,0 1099 100,0Tabel 6.21Cramer’s V=0,097*Bron SONAR C76(26) & C76(29)Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job tot 29 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N % 1735 180 17,9 64 10,8Totaal 1007 100,0 594 100,0Cramer’s V=0,150***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informele opleiding tot 26 jaar heeft t<strong>en</strong>slotte ook e<strong>en</strong> impactop het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> job dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemtmet de opleiding. Neg<strong>en</strong><strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informeleopleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract in teg<strong>en</strong>stelling tot 81% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> (tabel 6.22). Maarrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> minder kans ope<strong>en</strong> baan op 29-jarige leeftijd dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met de opleiding. Ditverband is echter zwak (Cramer’s V=0,072; tabel 6.23). Het verband tuss<strong>en</strong>informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verticale mismatch is statistisch niet significant (tabel6.24).hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 121


Tabel 6.22Contract op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader vande job tot 26 jaarhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces122GevolgdNiet gevolgdN % N %Vast contract 631 88,9 533 80,5Tijdelijk contract 59 8,3 104 15,7Interim contract 17 2,4 17 2,6Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 3 0,4 8 1,2Totaal 710 100,0 662 100,0Tabel 6.23Cramer’s V=0,125***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Horizontale match op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Helemaal 325 43,7 374 51,2Enigszins 184 24,8 157 21,5Helemaal niet 234 31,5 200 27,4Totaal 743 100,0 731 100,0Tabel 6.24Cramer’s V=0,074*Bron SONAR C76(26) & C76(29)Verticale mismatch op 29 jaar naar informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in hetkader van de job tot 26 jaarGevolgdNiet gevolgdN % N %Te hoge opleiding 102 13,9 116 16,0Juiste goede opleiding 560 76,5 559 76,9Te lage opleiding 70 9,6 52 7,2Totaal 732 100,0 727 100,0Cramer’s V=0,049Bron SONAR C76(26) & C76(29)


6.4 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in eerste <strong>en</strong> latere jobs6.4.1 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in eerste jobDriekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hun eerste job uit op 23-jarige leeftijd ofvroeger. In deze paragraaf gaan we na of het verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong>in die eerste job e<strong>en</strong> effect uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidssituatie op 29-jarige leeftijd.Omdat de periode tuss<strong>en</strong> de eerste job <strong>en</strong> de laatste job tot op 29 jaar voor veelrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vrij lang is, verwacht<strong>en</strong> we eerder e<strong>en</strong> zwak effect. De verband<strong>en</strong>zijn inderdaad volg<strong>en</strong>s onderstaande tabell<strong>en</strong> zwak tot zeer zwak, maar welstatistisch significant wanneer het gaat om <strong>werk</strong>loosheid, loon <strong>en</strong>overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die beam<strong>en</strong> dat ze inhun eerste job nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd, mak<strong>en</strong> relatief minder kansom <strong>werk</strong>loos te zijn op 29 jaar, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief meer, <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> meer kans ope<strong>en</strong> job dat overe<strong>en</strong>stemt met opleiding zowel inhoudelijk als wat betreft hetopleidingsniveau. Jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> type contract corre<strong>ler<strong>en</strong></strong> niet significant metvaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste job (tabel 8.25 – tabel 8.30).Tabel 6.25Werkloosheid op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste jobNieuwe vaardighed<strong>en</strong> : jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Werk<strong>en</strong> 1186 96,0 331 91,2Werkloos 50 4,0 32 8,8Totaal 1236 100,0 363 100,0Cramer’s V=0,091***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 123


Tabel 6.26Loon in laatste/huidige job op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in deeerste jobhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N % 1735 195 15,9 43 12,2Totaal 1230 100,0 353 100,0Tabel 6.27Cramer’s V=0,100**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste jobNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Eerder ontevred<strong>en</strong> 7 0,6 1 0,3Heel ontevred<strong>en</strong> 32 2,6 16 4,5Noch ontevred<strong>en</strong>, noch tevred<strong>en</strong> 95 7,6 29 8,1Eerder tevred<strong>en</strong> 770 61,9 212 59,1Heel tevred<strong>en</strong> 339 27,3 101 28,1Totaal 1243 100,0 359 100,0Tabel 6.28Cramer’s V=0,052Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Contract op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste job124Nieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Vast contract 956 84,6 277 83,4Tijdelijk contract 138 12,2 39 11,7Interim contract 28 2,5 12 3,6Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 8 0,7 4 1,2Totaal 1130 100,0 332 100,0Cramer’s V=0,038Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 6.29Horizontale match op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste jobNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Helemaal 581 46,8 136 37,9Enigszins 343 27,6 96 26,7Helemaal niet 318 25,6 127 35,4Totaal 1242 100,0 359 100,0Tabel 6.30Cramer’s V=0,095***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Verticale mismatch op 29 jaar naar vaardighed<strong>en</strong> geleerd in de eerste jobNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Te hoge opleiding 138 11,3 64 18,1Juiste goede opleiding 997 81,5 259 73,4Te lage opleiding 89 7,3 30 8,5Totaal 1224 100,0 353 100,0Cramer’s V=0,090**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)6.4.2 Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in latere jobsTot slot kijk<strong>en</strong> we naar het verband tuss<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in latere jobs<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar. We met<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces aan de hand vanslechts drie indicator<strong>en</strong>: jobtevred<strong>en</strong>heid, <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> loon. De overigeindicator<strong>en</strong>, contract <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job, nem<strong>en</strong> we nietin beschouwing omdat we met name voor de laatste job tot op 26 jaar niet bij allerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat deze indicator<strong>en</strong> voorarbeidsmarktsucces e<strong>en</strong> gevolg in plaats van e<strong>en</strong> oorzaak zijn van het verwerv<strong>en</strong>van vaardighed<strong>en</strong> in de job.Hoewel we voor e<strong>en</strong> meerderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat detijdspanne tuss<strong>en</strong> de latere jobs <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar kleiner is dantuss<strong>en</strong> de eerste job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar <strong>en</strong> dat hierdoor de impactvan vaardighed<strong>en</strong> in latere jobs groter zou moet<strong>en</strong> zijn op arbeidsmarktsucces dande impact van vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job, vind<strong>en</strong> we voor deze verwachtingniet e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige bevestiging. De waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V zijn voor<strong>werk</strong>loosheid opnieuw vrij laag <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer zwak verband weer.hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 125


hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesRespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> op 23- <strong>en</strong> 26-jarigeleeftijd zijn relatief minder vaak <strong>werk</strong>loos op 29 jaar. Het verband is statistischsignificant (tabel 6.31 – tabel 6.32). Het verband tuss<strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> nieuwevaardighed<strong>en</strong> in latere jobs is statistisch niet significant (tabel 6.33 – tabel 6.34).De waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V zijn het hoogst wanneer we kijk<strong>en</strong> naar hetnettoloon (Cramer’s V=0,148~0,166). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nieuwe vaardighed<strong>en</strong> inlatere jobs verworv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief meer in de laatste job tot op 29jaar (tabel 6.35 – tabel 6.36).Tabel 6.31Werkloosheid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatstejob tot op 23 jaarNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Werk<strong>en</strong> 480 95,2 106 89,8Werkloos 24 4,8 12 10,2Totaal 504 100,0 118 100,0Tabel 6.32Cramer’s V=0,091*Bron SONAR C76(23) & C76(29)Werkloosheid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatstejob tot op 26 jaarNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Werk<strong>en</strong> 1262 96,3 221 91,3Werkloos 49 3,7 21 8,7Totaal 1311 100,0 242 100,0Cramer’s V=0,086***Bron SONAR C76(26) & C76(29)126


Tabel 6.33Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in delaatste job tot op 23 jaarNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 1 0,2 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 17 3,4 4 3,4Noch (on)tevred<strong>en</strong> 40 7,9 10 8,5Eerder tevred<strong>en</strong> 301 59,4 71 60,7Heel tevred<strong>en</strong> 148 29,2 32 27,4Totaal 507 100,0 117 100,0Tabel 6.34Cramer’s V=0,026Bron SONAR C76(23) & C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in delaatste job tot op 26 jaarNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 9 0,7 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 35 2,7 11 4,5Noch (on)tevred<strong>en</strong> 101 7,7 19 7,8Eerder tevred<strong>en</strong> 806 61,2 152 62,3Heel tevred<strong>en</strong> 365 27,7 62 25,4Totaal 1316 100,0 244 100,0Cramer’s V=0,054Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 127


Tabel 6.35Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 23 jaarhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N % 1735 57 11,4 12 10,4Totaal 501 100,0 115 100,0Tabel 6.36Cramer’s V =0,166**Bron SONAR C76(23) & C76(29)Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar nieuwe vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaarNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: jaNieuwe vaardighed<strong>en</strong>: neeN % N % 1735 211 16,2 24 10,1Totaal 1306 100,0 237 100,0Cramer’s V=0,148***Bron SONAR C76(26) & C76(29)1286.5 Sam<strong>en</strong>vattingIn tabel 6.37 gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overzicht van de vastgestelde verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hetvolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar. De kruisjes in tabel6.37 verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> op basis van deassociatiemaat Cramer’s V. Wanneer Cramer’s V significant is <strong>en</strong> 0,1 of meerbedraagt, word<strong>en</strong> de kruisjes gearceerd. Op basis van tabel 6.37 kunn<strong>en</strong> we <strong>en</strong>keleconclusies trekk<strong>en</strong>.


We merk<strong>en</strong> op dat de meeste waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V statistisch significant zijn<strong>en</strong> de meerderheid ervan groter is dan 0,1. Vooral het effect van de verschill<strong>en</strong>detype leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job gevolgd op verschill<strong>en</strong>demom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het loon valt erg op. Jobtevred<strong>en</strong>heid daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> lijkt minderbepaald te word<strong>en</strong> door het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong>. Met name georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job hang<strong>en</strong> niet sam<strong>en</strong> met jobtevred<strong>en</strong>heid.Werkloosheid hangt wel sam<strong>en</strong> met georganiseerde opleiding<strong>en</strong> maar niet metinformele opleiding<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong>opleiding <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> is eerder zwak.Het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job lijkt dus wel degelijke<strong>en</strong> impact te hebb<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces, hoewel de impact verschiltnaargelang het type leeractiviteit <strong>en</strong> de indicator voor arbeidsmarktsucces. In lateronderzoek zal de vraag gesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of dit effect stand houdt indi<strong>en</strong>blijkt dat participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> beïnvloed wordt doorachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>en</strong>hiervoor gecontroleerd zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Tabel 6.37Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesWERK TEV LOON CON HM VMMGeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar x x x x xGeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29jaarx x n.v.t. n.v.t. n.v.t.Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> tot 29 jaar x x n.v.t. n.v.t. n.v.t.Informele opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar x x x xInformele opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar x n.v.t. n.v.t. n.v.t.Informele opleiding<strong>en</strong> tot 29 jaar x x n.v.t. n.v.t. n.v.t.Vaardighed<strong>en</strong> eerste job x x x xVaardighed<strong>en</strong> laatste job 23jaar x x n.v.t. n.v.t. n.v.t.Vaardighed<strong>en</strong> laatste job 26 jaar x x n.v.t. n.v.t. n.v.t.* WERK = <strong>werk</strong>loosheid; TEV = jobtevred<strong>en</strong>heid; LOON = nettoloon; CON =contract; HM = horizontale match; VMM = verticale mismatchhoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 129Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces7.1 Inleidingk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetIn hoofdstuk 6 hebb<strong>en</strong> we vastgesteld dat het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>het kader van de job wel degelijk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces op 29 jaar.Hier gaan we na of e<strong>en</strong> dergelijk positief verband ook waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>voor leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job onderscheid<strong>en</strong> zich van opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job doordat ze nietin opdracht van de <strong>werk</strong>gever of in functie van het <strong>werk</strong> dat m<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>tuitoef<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> gevolgd. Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job kunn<strong>en</strong> voordiverse red<strong>en</strong><strong>en</strong> gevolgd word<strong>en</strong> die niet jobgerelateerd hoev<strong>en</strong> te zijn. Hoewelsommige <strong>werk</strong>nemers opleiding<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job omde arbeidssituatie te verbeter<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> er dus ook <strong>werk</strong>nemers zijn die e<strong>en</strong>opleiding alsnog will<strong>en</strong> voltooi<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d diploma will<strong>en</strong> behal<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>opleiding will<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> vanuit persoonlijke interesse. Het is daarom mogelijk datde sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job niet e<strong>en</strong>zelfdeeffect heeft als leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job op arbeidsmarktsucces.We mak<strong>en</strong> in dit hoofdstuk in teg<strong>en</strong>stelling tot hoofdstuk 4 ge<strong>en</strong> onderscheid naartype opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> creër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe variabele die participatie aan één ofmeerdere opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job meet. We mak<strong>en</strong> met anderewoord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> optelsom van alle leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job omdatuit hoofdstuk 4 blijkt dat het perc<strong>en</strong>tage van het aantal deelnem<strong>en</strong>derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per type opleiding erg laag is <strong>en</strong> schommelt tuss<strong>en</strong> 0,3% <strong>en</strong> 15,6%(zie tabel 4.24 in paragraaf 4.6). Uiteraard kijk<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel naar de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die reeds het initieel onderwijs verlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de eerste keer. Het nadeelom met deze geconstrueerde variabele te <strong>werk</strong><strong>en</strong> is dat we niet te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of131


hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderde gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d effectuitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidsmarktpositie van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit vraagt naderonderzoek in de toekomst. We mak<strong>en</strong> in dit hoofdstuk wel onderscheid naarleeftijd <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> afzonderlijk aar de impact van opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job gevolgd tot 23 jaar, tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar, tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>dede hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar. Net zoals in het vorige hoofdstuk gebruik<strong>en</strong>we zes indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces wanneer we leeractiviteit<strong>en</strong> tot deleeftijd van 26 jaar in beschouwing nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts drie indicator<strong>en</strong>, loon,<strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid, wanneer we leeractiviteit<strong>en</strong> vanaf 26 jaar inbeschouwing nem<strong>en</strong>.7.2 Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job7.2.1 Tot 23 jaarHet volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job tot de leeftijd van 23jaar hangt nauwelijks sam<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces op 29 jaar. Enkel het typecontract <strong>en</strong> horizontale match hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong> metopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> opleiding gevolgdhebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> job dat inhoudelijkovere<strong>en</strong>stemt met de opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong> opleiding gevolgdhebb<strong>en</strong>. De verband<strong>en</strong> zijn echter erg zwak (tabel 7.4 – tabel 7.5). Het volg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar heeft ge<strong>en</strong> significante impactop <strong>werk</strong>loosheid, jobtevred<strong>en</strong>heid, loon <strong>en</strong> verticale mismatch.Tabel 7.1Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tot 23 jaar0 1 2 of meer132N % N % N %Werk<strong>en</strong> 894 95,2 367 94,3 58 90,6Werkloos 45 4,8 22 5,7 6 10,3Totaal 939 100,0 389 100,0 64 100,0Cramer’s V=0,044Bron SONAR C76(23) & C76(29)


Tabel 7.2Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tot 23 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 3 0,3 3 0,8 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 23 2,4 14 3,6 4 6,3Noch (on)tevred<strong>en</strong> 71 7,5 25 6,5 4 6,3Eerder tevred<strong>en</strong> 573 60,9 239 61,8 37 58,7Heel tevred<strong>en</strong> 271 28,8 106 27,4 18 28,6Totaal 941 100,0 387 100,0 63 100,0Tabel 7.3Gamma=-0,033Bron SONAR C76(23) & C76(29)Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong>gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaark 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het0 1 2 of meerN % N % N % 1735 133 14,3 56 14,6 8 13,3Totaal 932 100,0 384 100,0 60 100,0Gamma=-0,065Bron SONAR C76(23) & C76(29)133


hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderTabel 7.4Type contract op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tot 23 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Vast contract 759 87,9 291 82,2 46 78,0Tijdelijk contract 82 9,5 41 11,6 10 16,9Interim contract 18 2,1 15 4,2 2 3,4Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 4 0,5 7 2,0 1 1,7Totaal 863 100,0 354 100,0 59 100,0Tabel 7.5Cramer’s V=0,079**Bron SONAR C76(23) & C76(29)Horizontale match op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tot 23 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Helemaal 428 45,5 156 40,4 23 36,5Enigszins 251 26,7 105 27,2 13 20,6Helemaal niet 262 27,8 125 32,4 27 42,9Totaal 941 100,0 386 100,0 63 100,0Gamma=- 0,113**Bron SONAR C76(23) & C76(29)Tabel 7.6Verticale mismatch op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tot 23 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Te hoge opleiding 103 11,1 47 12,3 10 16,4134Juiste goede opleiding 748 80,9 298 78,2 47 77,0Te lage opleiding 74 8,0 36 9,4 4 6,6Totaal 925 100,0 381 100,0 61 100,0Cramer’s V=0,032Bron SONAR C76(23) & C76(29)7.2.2 Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar


Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de impact van de gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar, dan stell<strong>en</strong> we opnieuw vast dat de impact zwakof nauwelijks aanwezig is. De gevolgde opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar hang<strong>en</strong><strong>en</strong>kel statistisch significant sam<strong>en</strong> met <strong>werk</strong>loos zijn <strong>en</strong> type contract van delaatste job tot op 29 jaar. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>, zijnrelatief minder vaak <strong>werk</strong>loos dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die twee of meer opleiding<strong>en</strong>gevolgd hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vast contract dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dieéén of meer opleiding<strong>en</strong> gevolgd hebb<strong>en</strong>. Het verband tuss<strong>en</strong> type contract <strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job is echter zeer zwak.Tabel 7.7Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Werk<strong>en</strong> 1191 95,4 304 93,8 33 75,0Werkloos 57 4,6 20 6,2 11 25,0Totaal 1248 100,0 324 100,0 44 100,0Cramer’s V=0,147***Bron SONAR C76(26) & C76(29)k 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetTabel 7.8Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 3 0,2 6 1,9 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 33 2,6 12 3,7 2 5,4Noch (on)tevred<strong>en</strong> 94 7,5 21 6,5 8 18,9Eerder tevred<strong>en</strong> 783 62,6 192 59,8 17 43,2Heel tevred<strong>en</strong> 338 27,0 92 28,0 13 32,4Totaal 1251 100,0 321 100,0 40 100,0Gamma=-0,023Bron SONAR C76(26) & C76(29)135


hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderTabel 7.9Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong>gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar0 1 2 of meerN % N % N % 1735 185 15,0 53 16,7 5 13,5Totaal 1235 100,0 318 100,0 40 100,0Tabel 7.10Gamma=0,027Bron SONAR C76(26) & C76(29)Type contract op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Vast contract 990 86,6 222 77,4 29 74,4Tijdelijk contract 116 10,1 56 19,5 6 15,4Interim contract 28 2,4 7 2,4 3 7,7Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel 9 0,8 2 0,7 1 2,6Totaal 1143 100,0 287 100,0 39 100,0Cramer’s V=0,093***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tabel 7.11Horizontale match op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar1360 1 2 of meerN % N % N %Helemaal 561 44,9 141 43,9 21 56,8Enigszins 340 27,2 91 28,3 13 32,4Helemaal niet 349 27,9 89 27,7 6 10,8Totaal 1250 100,0 321 100,0 40 100,0Gamma=-0,058Bron SONAR C76(26) & C76(29)


Tabel 7.12Verticale mismatch op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong>het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar0 1 2N % N % N %Te hoge opleiding 143 11,6 50 15,7 6 16,2Juiste goede opleiding 993 80,9 244 76,7 30 75,7Te lage opleiding 92 7,5 24 7,5 4 8,1Totaal 1228 100,0 318 100,0 40 100,0Cramer’s V=0,038Bron SONAR C76(26) & C76(29)7.2.3 Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarWe kijk<strong>en</strong> hier naar de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheid, loon <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heidop 29 jaar. De leeractiviteit<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong> met<strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid. Het verband met <strong>werk</strong>loosheid is relatief zwak(Cramer’s V=0,070). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong>meer kans om <strong>werk</strong>loos te zijn op 29 jaar dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> opleidinggevolgd hebb<strong>en</strong> (tabel 7.13). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> zijnbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> minder tevred<strong>en</strong> met hun job dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> opleidinghebb<strong>en</strong> aangevang<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar (Gamma=-0,133; tabel 7.15). Tuss<strong>en</strong>loon <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> duidelijk verband (tabel 7.14).k 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetTabel 7.13Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Werk<strong>en</strong> 1329 94,8 193 92,8 11 78,6Werkloos 73 5,2 15 7,2 3 21,4Totaal 1402 100,0 208 100,0 14 100,0Cramer’s V=0,070*Bron SONAR C76(29)137


hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderTabel 7.14Loon op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader vande job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar0 1 2 of meerN % N % N % 1735 218 15,8 22 10,7 4 30,8Totaal 1383 100,0 205 100,0 13 100,0Tabel 7.15Gamma=-0,020Bron SONAR C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantalopleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar0 1 2 of meerN % N % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 7 0,5 2 1,0 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 38 2,7 10 4,9 0 6,3Noch (on)tevred<strong>en</strong> 104 7,4 20 9,7 1 7,7Eerder tevred<strong>en</strong> 860 61,4 127 61,7 8 61,5Heel tevred<strong>en</strong> 392 28,0 47 22,8 4 30,8Totaal 1401 100,0 206 100,0 13 100,0Gamma=-0,133*Bron SONAR C76(29)7.2.4 Tot 29 jaar138T<strong>en</strong>slotte kijk<strong>en</strong> we naar het effect van opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader vande job gedur<strong>en</strong>de de hele arbeidsloopbaan op <strong>werk</strong>loosheid, loon <strong>en</strong>jobtevred<strong>en</strong>heid. Wanneer we alle gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob sinds het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer optell<strong>en</strong> tot 29jaar, dan stell<strong>en</strong> we vast dat <strong>en</strong>kel <strong>werk</strong>loosheid (zie tabel 7.16) statistischsignificant sam<strong>en</strong>hangt met het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding (Cramer’s V=0,127).Hoe meer opleiding<strong>en</strong> m<strong>en</strong> gevolgd heeft, hoe groter de kans op <strong>werk</strong>loosheid op


29-jarige leeftijd. Loon <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid zijn niet statistisch significant verwantmet de gevolgde opleiding<strong>en</strong>.Tabel 7.16Werkloosheid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs tot 29 jaar0 1 2 3N % N % N % N %Werk<strong>en</strong> 783 95,4 498 95,6 186 92,1 66 82,5Werkloos 38 4,6 23 4,4 16 7,9 14 17,5Totaal 821 100,0 521 100,0 202 100,0 80 100,0Tabel 7.17Cramer’s V=0,127***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Jobtevred<strong>en</strong>heid op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong> gestart buit<strong>en</strong> hetkader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs tot 29 jaark 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het0 1 2 3N % N % N % N %Heel ontevred<strong>en</strong> 2 0,2 3 0,6 4 2,0 0 0,0Eerder ontevred<strong>en</strong> 19 2,3 16 3,1 7 3,4 6 8,0Noch (on)tevred<strong>en</strong> 66 8,0 33 6,4 19 9,4 7 9,3Eerder tevred<strong>en</strong> 511 61,8 327 63,5 118 58,1 39 52,0Heel tevred<strong>en</strong> 229 27,7 136 26,4 55 27,1 23 30,7Totaal 827 100,0 515 100,0 203 100,0 75 100,0Gamma=-0,035Bron SONAR C76(26) & C76(29)139


hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderTabel 7.18Loon in de laatste / huidige job tot op 29 jaar naar het aantal opleiding<strong>en</strong>gestart buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs tot 29jaar0 1 2 3N % N % N % N % 1735 129 15,8 77 15,1 27 13,4 11 14,9Totaal 809 100,0 513 100,0 201 100,0 78 100,07.3 Sam<strong>en</strong>vattingGamma=-0,035Bron SONAR C76(26) & C76(29)140In tabel 7.19 gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overzicht van de vastgestelde verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hetvolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29jaar. De kruisjes in tabel 7.19 verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> opbasis van de associatiemaat Cramer’s. De plusjes <strong>en</strong> minnetjes verwijz<strong>en</strong> naarstatistisch significante verband<strong>en</strong> op basis van de associatiemaat Gamma. Plusbetek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> positief verband, min e<strong>en</strong> negatief verband. Wanneer Cramer’s Vsignificant is <strong>en</strong> 0,1 of meer bedraagt <strong>en</strong> wanneer Gamma 0,2 of meer bedraagt,dan word<strong>en</strong> de kruisjes, pluss<strong>en</strong> <strong>en</strong> minn<strong>en</strong> gearceerd.We merk<strong>en</strong> op basis van tabel 7.19 op dat de meeste waard<strong>en</strong> statistisch nietsignificant zijn <strong>en</strong>, wanneer ze dat wel zijn, dat de meeste verband<strong>en</strong> zwak zijn.Werkloosheid is de <strong>en</strong>ige indicator voor arbeidsmarktsucces die duidelijksam<strong>en</strong>hangt met het volg<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, gevolgddoor het type contract. Wat echter sterk opvalt is dat de gevond<strong>en</strong> verband<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> in ge<strong>en</strong> positief maar eerder e<strong>en</strong> negatieve impact vanleeractiviteit<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces veronderstell<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> ofmeerdere opleiding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gevolgd, zijn relatief vaker <strong>werk</strong>loos, hebb<strong>en</strong> relatiefminder vaak e<strong>en</strong> vast contract, hebb<strong>en</strong> relatief minder vaak e<strong>en</strong> job dat inhoudelijkovere<strong>en</strong>stemt met de opleiding <strong>en</strong> zijn relatief minder vaak tevred<strong>en</strong> met hun jobop 29-jarige leeftijd. We beschikk<strong>en</strong> op basis van de bivariate <strong>analyse</strong>s niet overvoldo<strong>en</strong>de informatie om te achterhal<strong>en</strong> wat de red<strong>en</strong> is van het negatieveverband. Het negatieve verband tuss<strong>en</strong> gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces zou kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>


ijkom<strong>en</strong>de opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job gebeurt vanwege anderemotiev<strong>en</strong> dan het verbeter<strong>en</strong> van de arbeidsmarktpositie. E<strong>en</strong> negatief verbandkan dan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat deze respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder bezig zijn met hunarbeidsmarktpositie dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of door het volg<strong>en</strong> vanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job juist hun arbeidsmarktpositie andersgaan inschatt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere verklaring zou kunn<strong>en</strong> zijn dat, indi<strong>en</strong> er toch sprakeis van arbeidsgerelateerde motiev<strong>en</strong>, er nog niet g<strong>en</strong>oeg tijd is verstrek<strong>en</strong> om degevolgde opleiding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect te lat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op dearbeidsmarktpositie. In ieder geval lijkt het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job niet het effect te ev<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kadervan de job. Omdat we in dit hoofdstuk ge<strong>en</strong> onderscheid hebb<strong>en</strong> gemaakt naartype opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> één afgeleide variabele gebruikthebb<strong>en</strong> die participatie aan alle types opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de jobmeet, wet<strong>en</strong> we niet of de verschill<strong>en</strong>de types opleiding<strong>en</strong> op dezelfde maniersam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces. Meer onderzoek naar het verschil tuss<strong>en</strong>verscheid<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën is aante rad<strong>en</strong> in de toekomst.k 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kaderhoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetTabel 7.19Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesWERK TEV LOON CON HM VMMOpleiding<strong>en</strong> tot 23 jaar x -Opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar x xOpleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar x - n.v.t. n.v.t. n.v.t.Opleiding<strong>en</strong> tot 29 jaar x n.v.t. n.v.t. n.v.t.* WERK = <strong>werk</strong>loosheid; TEV = jobtevred<strong>en</strong>heid; LOON = nettoloon; CON =contract; HM = horizontale match; VMM = verticale mismatchBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)141


- DEEL 4 DE RELATIE TUSSENSOCIAAL KAPITAAL, PARTICIPATIEAAN LEVENSLANG LEREN ENARBEIDSMARKTSUCCES -hoofdstuk 7 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 143


8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces8.1 InleidingIn deel 3 hebb<strong>en</strong> we onderzocht in welke mate arbeidsmarktsucces verklaard kanword<strong>en</strong> door participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. In hoofdstuk 6 steld<strong>en</strong> we vast dathet volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> in mindere mate hetvolg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job e<strong>en</strong> impact hebb<strong>en</strong> oparbeidsmarktsucces. Niet alle<strong>en</strong> van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> maar ook van sociaal <strong>kapitaal</strong>verwacht<strong>en</strong> beleidsmakers <strong>en</strong> onderzoekers veel. Ze gaan er van uit dat zowel<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> als sociaal <strong>kapitaal</strong> welvaart <strong>en</strong> welzijn van het individu <strong>en</strong> demaatschappij positief kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> (Knipprath & De Rick, 2011). In dithoofdstuk gaan we daarom op basis van het theoretisch model in hoofdstuk 1(figuur 1.3) na in welke mate sociaal <strong>kapitaal</strong> arbeidsmarktsucces vanjongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> kan verklar<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de twee hoofdstukk<strong>en</strong> gaan we nawelke invloed sociaal <strong>kapitaal</strong> op participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> uitoef<strong>en</strong>t.Arbeidsmarktsucces wordt wederom gemet<strong>en</strong> aan de hand van zes indicator<strong>en</strong>:<strong>werk</strong>loosheid, jobtevred<strong>en</strong>heid, loon, contract, horizontale match <strong>en</strong> verticalemismatch. We kijk<strong>en</strong> eerst naar de toestand op 29 jaar op het mom<strong>en</strong>t van dederde bevraging om te bepal<strong>en</strong> of iemand <strong>werk</strong>loos is of niet. Daarna kijk<strong>en</strong> w<strong>en</strong>aar de overige indicator<strong>en</strong> die weergev<strong>en</strong> welke job m<strong>en</strong> voor het laatst tot deleeftijd van 29 jaar heeft uitgeoef<strong>en</strong>d. De indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> kunn<strong>en</strong>in drie groep<strong>en</strong> onderverdeeld word<strong>en</strong>: (1) lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>waaronder vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner; (2) zoekkanal<strong>en</strong> diegehanteerd word<strong>en</strong> om <strong>werk</strong> te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatiebronn<strong>en</strong> over solliciter<strong>en</strong> <strong>en</strong>de arbeidsmarkt; <strong>en</strong> (3) houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong>. De eerste twee groep<strong>en</strong>gev<strong>en</strong> de structurele dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> weer. Terwijl lidmaatschap van


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal146<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> partnerschap e<strong>en</strong> net<strong>werk</strong> met de aanwezigheid van pot<strong>en</strong>tiëlehulpbronn<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong>, zijn zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatiebronn<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> vanhulpbronn<strong>en</strong> die <strong>werk</strong>elijk in de praktijk word<strong>en</strong> ingezet. De houding t<strong>en</strong> opzichtevan <strong>werk</strong><strong>en</strong>, de laatste groep indicator<strong>en</strong>, verwijst naar de interpretatieve dim<strong>en</strong>sievan sociaal <strong>kapitaal</strong>. De interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> in verbandmet <strong>werk</strong> houdt het discours van betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> in dat het eig<strong>en</strong> discoursof houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> kan beïnvloed<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 1). We met<strong>en</strong>met andere woord<strong>en</strong> hier de houding die de respond<strong>en</strong>t zelf heeft, maar wekunn<strong>en</strong> het proces van hoe deze houding beïnvloed wordt door betek<strong>en</strong>isvolleander<strong>en</strong> niet blootlegg<strong>en</strong>. Omdat het theoretisch model over de relatie tuss<strong>en</strong><strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> (figuur 1.3 in hoofdstuk 1) aantoont datsociaal <strong>kapitaal</strong> door onder andere te participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> met de tijdkan verander<strong>en</strong>, met<strong>en</strong> we wanneer mogelijk de aanwezigheid van sociaal <strong>kapitaal</strong>op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de arbeidsloopbaan. Niettemin will<strong>en</strong> we de lezerer op wijz<strong>en</strong> dat de indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> niet exhaustief zijn. Zo met<strong>en</strong>we niet het volledige net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de aanwezigheid van alle pot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>of <strong>werk</strong>elijk ingezette hulpbronn<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Er werd<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>SONAR bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> over familie (met uitzondering van de vrag<strong>en</strong>over de socio-economische status van de ouders), k<strong>en</strong>nis, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of collega’sgesteld die ook tot het net<strong>werk</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slottewerd het hanter<strong>en</strong> van zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikmak<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong>kelgemet<strong>en</strong> net voor of na de intrede op de arbeidsmarkt <strong>en</strong> niet tijd<strong>en</strong>s de gehelearbeidsloopbaan.De meerderheid van de indicator<strong>en</strong> in dit hoofdstuk zijn nominaal of ordinaal <strong>en</strong>bevatt<strong>en</strong> vaak meer dan twee of drie categorieën. Daardoor nem<strong>en</strong> kruistabell<strong>en</strong>veel plaats in beslag <strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel de sterkte van het verband <strong>en</strong> designificantie van het verband in dit hoofdstuk. Wanneer e<strong>en</strong> van de tweevariabel<strong>en</strong> nominaal is, gebruik<strong>en</strong> we de associatiemaat Cramer’s V. Wanneerbeide variabel<strong>en</strong> ordinaal zijn, gebruik<strong>en</strong> we de associatiemaat Gamma. Dewaard<strong>en</strong> voor de associatiemaat Gamma sprek<strong>en</strong> voor zich <strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong> hoe desam<strong>en</strong>hang in elkaar zit. Maar omdat de waard<strong>en</strong> voor de associatiemaat Cramer’sV moeilijker te interpreter<strong>en</strong> zijn zonder de aanwezigheid van e<strong>en</strong> kruistabel gev<strong>en</strong>we in geval van significante verband<strong>en</strong> toelichting.8.2 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> werd op twee verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> bevraagd:(1) lidmaatschap op het mom<strong>en</strong>t dat de respond<strong>en</strong>t het initieel onderwijs verlaat;<strong>en</strong> (2) lidmaatschap tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar. Lidmaatschap op het mom<strong>en</strong>t van hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs werd bevraagd in de laatste <strong>en</strong>quête op 29-jarige


leeftijd. Er werd to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt naar jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, sociaal-politieke ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, sociaal-culturele ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,culturele ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, hobbyclubs <strong>en</strong> andere. We hebb<strong>en</strong> voor onderstaande<strong>analyse</strong>s het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> opgeteld. Lidmaatschap tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarwerd bevraagd in de tweede <strong>en</strong>quête op 26-jarige leeftijd. De vraagstelling luidt alsvolgt: “Was u tijd<strong>en</strong>s de afgelop<strong>en</strong> vijf jaar lid van één of meerdere ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,zoals bijvoorbeeld e<strong>en</strong> jeugdbeweging, sportver<strong>en</strong>iging, politieke ofnatuurver<strong>en</strong>iging?” <strong>en</strong> er kon <strong>en</strong>kel met ja of nee op deze vraag geantwoordword<strong>en</strong>. Deze vraagstelling in de tweede <strong>en</strong>quête dekt dus e<strong>en</strong> grotere periode dande vraagstelling uit de derde <strong>en</strong>quête. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hetinitieel onderwijs voor de eerste keer in de periode tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar (41%).<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> wordt voor h<strong>en</strong> dan gemet<strong>en</strong> voor, bij <strong>en</strong>/of na het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs. Verder werd er gevraagd of m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leiderschapsfunctie opzich had g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> of m<strong>en</strong> naast de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> ookonbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> verrichtte.De sterkte van het verband tuss<strong>en</strong> lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces wordt weergegev<strong>en</strong> in tabel 8.1 <strong>en</strong> tabel 8.2. Uit deze tabell<strong>en</strong>blijkt dat <strong>en</strong>kel het loon e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang vertoont met lidmaatschap bij hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs. Hoe meer ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waarvan m<strong>en</strong> lid wasbij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs, hoe meer loon m<strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar blijkt te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het verband is statistisch significant maar eerderzwak. Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar lidmaatschap over e<strong>en</strong> langere periode, tuss<strong>en</strong> 21<strong>en</strong> 26 jaar, dan zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gelijkaardig significant verband met het loon. Hetlidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar hangt ook statistischsignificant sam<strong>en</strong> met horizontale match: 23% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> helemaal ge<strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding integ<strong>en</strong>stelling tot 33% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid war<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d is weldat bijna ev<strong>en</strong>veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong> als respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid war<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> dat hun job inhoudelijk helemaal overe<strong>en</strong>stemt met hun opleiding:respectievelijk 46% <strong>en</strong> 44%. Het verband tuss<strong>en</strong> lidmaatschap <strong>en</strong> overigeindicator<strong>en</strong> is statistisch niet significant.


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesTabel 8.1Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> vanver<strong>en</strong>ging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,057Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,005Loon Gamma 0,138***Contract Cramer’s V 0,058Horizontale match Gamma 0,032Verticale mismatch Cramer’s V 0,003Bron SONAR C76(29)Tabel 8.2Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het al dan niet lid zijn geweest vane<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,043Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,080Loon Cramer’s V 0,174***Contract Cramer’s V 0,052Horizontale match Cramer’s V 0,119***Verticale mismatch Cramer’s V 0,051Bron SONAR C76(26) & C76(29)148In tabel 8.3 komt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>leidinggev<strong>en</strong>de functie in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging aan bod. Uit deze tabel blijkt wederomdat het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 tot 26jaar beter verwant is met arbeidsmarktsucces dan e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie bijhet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs. Enkel de sam<strong>en</strong>hang met horizontalematch is significant wanneer er gepeild wordt naar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>leidinggev<strong>en</strong>de functie in ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs.Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaardaar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is statistisch significant gerelateerd met jobtevred<strong>en</strong>heid, loon,contract <strong>en</strong> opnieuw horizontale match. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>defunctie hadd<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> relatief vaker dat hun opleiding inhoudelijk overe<strong>en</strong>komtmet hun job, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief meer, zijn relatief meer tevred<strong>en</strong> met hun <strong>werk</strong>maar hebb<strong>en</strong> relatief minder vaak e<strong>en</strong> vast contract dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong>leidinggev<strong>en</strong>de functie hadd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging. De relatie tuss<strong>en</strong>jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie is echter zeer zwak <strong>en</strong> de waarde voorCramer’s V blijft onder 0,1.


Tabel 8.3Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>defunctie in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>igingIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieBij verlat<strong>en</strong>regulier onderwijsWerkloosheid Cramer’s V 0,003 0,047Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,048 0,078*Loon Cramer’s V 0,092 0,110**Tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26jaarContract Cramer’s V 0,061 0,121***Horizontale match Cramer’s V 0,102*** 0,123***Verticale mismatch Cramer’s V 0,037 0,051Bron SONAR C76(26) & C76(29)De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces staatbeschrev<strong>en</strong> in tabel 8.4 <strong>en</strong> is bijzonder zwak ongeacht het tijdsmom<strong>en</strong>t waarop hetal dan niet uitvoer<strong>en</strong> van onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> in beschouwing wordtg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zowel bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs als tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> langereperiode tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar is onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> statistisch significantgerelateerd met <strong>en</strong>kel horizontale match. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht, zi<strong>en</strong> in hun laatste job tot op 29 jaar relatiefminder vaak inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> dan andererespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Verder blijkt dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel vrijwilligers<strong>werk</strong> verrichtt<strong>en</strong>op het mom<strong>en</strong>t van het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs minder vaak e<strong>en</strong> vastcontract te hebb<strong>en</strong> dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> vrijwilligers<strong>werk</strong> verrichtt<strong>en</strong>.Overige sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces <strong>en</strong>vrijwilligers<strong>werk</strong> zijn statistisch niet significant.Tabel 8.4Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong>Indicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieBij verlat<strong>en</strong>initieel onderwijsWerkloosheid Cramer’s V 0,025 0,000Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,049 0,039Loon Cramer’s V 0,075 0,070Contract Cramer’s V 0,094** 0,053Tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26jaarHorizontale match Cramer’s V 0,066* 0,097***Verticale mismatch Cramer’s V 0,025 0,018Bron SONAR C76(26) & C76(29)


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces8.3 PartnerHet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner kan er voor zorg<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> toegang krijgt tot e<strong>en</strong>uitgebreider net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> extra hulpbronn<strong>en</strong>. Wanneer de partner bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hoogopgeleid is <strong>en</strong> <strong>werk</strong> heeft, neemt de kans tot e<strong>en</strong> ruimer net<strong>werk</strong> of betere toegangtot extra hulpbronn<strong>en</strong> toe. Op die manier kan m<strong>en</strong> ook de arbeidsmarktpositie <strong>en</strong>sociale status verbeter<strong>en</strong>. Maar onderzoekers waarschuw<strong>en</strong> bij net<strong>werk</strong><strong>analyse</strong>svoorzichtig om te gaan met de interpretatie van het effect van partner, familie <strong>en</strong>gelijkgestemde vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op de arbeidssituatie vanwege het ‘homophily’ effect. Heteffect van sociaal <strong>kapitaal</strong> is dan eerder e<strong>en</strong> afspiegeling van het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>bevri<strong>en</strong>d gerak<strong>en</strong> met gelijkgestemd<strong>en</strong> of familie zijn van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>gelijkwaardige socio-economische positie dan e<strong>en</strong> rechtstreeks effect van deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van die vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (Mouw, 2006). In de onderstaandetabell<strong>en</strong> wordt er gekek<strong>en</strong> naar de sam<strong>en</strong>hang van arbeidsmarktsucces met hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie <strong>en</strong> de socio-economische positie van die vaste relatieop 23- <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd. Er zijn <strong>en</strong>kele kleine verschill<strong>en</strong> op te merk<strong>en</strong> in desam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> naargelang de leeftijd waarop gekek<strong>en</strong> wordt naar sociaal <strong>kapitaal</strong>.In tabel 8.5 zi<strong>en</strong> we dat het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner op 23-jarige leeftijd statistischsignificant sam<strong>en</strong>hangt met loon <strong>en</strong> dat het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner op 26-jarigeleeftijd statistisch significant sam<strong>en</strong>hangt met jobtevred<strong>en</strong>heid. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijd, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> meer op 29-jarige leeftijdterwijl respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd meer tevred<strong>en</strong>zijn met hun job. In beide gevall<strong>en</strong> ligt de waarde voor Cramer’s V net bov<strong>en</strong> 0,1.De overige indicator<strong>en</strong> van arbeidsmarktsucces zijn niet gerelateerd met hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner.Tabel 8.5Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantie150Op 23 jaar Op 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,057 0,044Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,082 0,103**Loon Cramer’s V 0,102** 0,040Contract Cramer’s V 0,053 0,027Horizontale match Cramer’s V 0,051 0,036Verticale mismatch Cramer’s V 0,016 0,022Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Vervolg<strong>en</strong>s gaan we na of er onder de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>onderscheid gemaakt kan word<strong>en</strong> naargelang de socio-economische positie van departner. Uit tabel 8.6 blijkt dat het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner op 23-jarige leeftijdstatistisch significant sam<strong>en</strong>hangt met loon <strong>en</strong> dat het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner op26-jarige leeftijd statistisch significant sam<strong>en</strong>hangt met <strong>werk</strong>loosheid.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijd, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> meer op 29-jarige leeftijd terwijl respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdminder kans mak<strong>en</strong> om <strong>werk</strong>loos te zijn op 29 jaar. Wederom zijn de overigeindicator<strong>en</strong> van arbeidsmarktsucces niet gerelateerd met het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>partner.Tabel 8.6Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vasterelatie op 23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieOp 23 jaar Op 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,034 0,108***Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,031 0,037Loon Cramer’s V 0,163*** 0,080Contract Cramer’s V 0,087 0,063Horizontale match Cramer’s V 0,040 0,050Verticale mismatch Cramer’s V 0,054 0,043Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Uit tabel 8.7 blijkt dat het onderwijsniveau van de vaste partner wel significant <strong>en</strong>sterk sam<strong>en</strong>hangt met arbeidsmarktsucces van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hetverband wanneer er gekek<strong>en</strong> wordt naar de situatie op 26-jarige leeftijd in lichtemate sterker is dan wanneer er gekek<strong>en</strong> wordt naar de situatie op 23-jarige leeftijd.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoogopgeleide partner zijn relatief minder vaak <strong>werk</strong>loosdan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> laagopgeleide partner: 15% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> partner zonder diploma hoger secundair onderwijs is <strong>werk</strong>loos in teg<strong>en</strong>stellingtot 3% à 4% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoger opgeleide partner. Verder blijktdat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoogopgeleide partner relatief meer verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>relatief vaker e<strong>en</strong> job hebb<strong>en</strong> dat inhoudelijk <strong>en</strong> qua niveau overe<strong>en</strong>stemt met deg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager opgeleide partner. Het verbandtuss<strong>en</strong> contract <strong>en</strong> de opleiding van de partner is minder e<strong>en</strong>duidig: zowel 76%van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner zonder hoger secundair onderwijsdiplomaals van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner met e<strong>en</strong> universitair diploma hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vast contract in teg<strong>en</strong>stelling tot 80% of meer van de overigerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner die


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesuniversitair is opgeleid het relatief vaakst e<strong>en</strong> tijdelijk contract. De vraag blijft ofde verband<strong>en</strong> in tabel 8.7 eerder wijst op e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>zijn met gelijkgestemd<strong>en</strong> danop e<strong>en</strong> direct effect van de socio-economische positie van de partner op hetarbeidsmarktsucces van de respond<strong>en</strong>t.Tabel 8.7Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het opleidingsniveau van de vasterelatie op 23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieOp 23 jaar Op 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,165*** 0,171***Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,012 -0,018Loon Gamma 0,241*** 0,245***Contract Cramer’s V 0,109*** 0,132***Horizontale match Gamma 0,253*** 0,271***Verticale mismatch Cramer’s V 0,087 0,096*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)8.4 Zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie over solliciter<strong>en</strong>152Terwijl in paragraaf 8.3 naar het net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de aanwezigheid van pot<strong>en</strong>tiëlehulpbronn<strong>en</strong> werd gekek<strong>en</strong>, gaan we hier de sam<strong>en</strong>hang na tuss<strong>en</strong> hetdaad<strong>werk</strong>elijk inzett<strong>en</strong> van hulpbronn<strong>en</strong> of zoekkanal<strong>en</strong> bij de eerste intrede op dearbeidsmarkt <strong>en</strong> het verkrijg<strong>en</strong> van informatie tijd<strong>en</strong>s de initiële schoolloopbaanover het zoek<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> inclusief sollicitatietraining<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces.In tabel 8.8 beschrijv<strong>en</strong> we de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het al dan niet gebruikt hebb<strong>en</strong>van persoonlijke relaties tijd<strong>en</strong>s de intrede van de arbeidsmarkt om <strong>werk</strong> te vind<strong>en</strong><strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar. Hoewel tuss<strong>en</strong> de intrede van de arbeidsmarkt<strong>en</strong> de leeftijd van 29 jaar voor sommige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er wel heel veel tijd tuss<strong>en</strong>zit, tot zelfs ti<strong>en</strong> jaar, stell<strong>en</strong> we toch twee statistische significante sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>vast: loon <strong>en</strong> horizontale match. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die persoonlijke relaties gebruikthebb<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar relatief minder loon <strong>en</strong> vind<strong>en</strong>minder inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> job (cf. Van Trier,Coppieters & Nonneman, 2011). Het zwakke maar negatieve effect van hetinzett<strong>en</strong> van persoonlijke relaties op arbeidsmarktsucces zou e<strong>en</strong> indicatie kunn<strong>en</strong>zijn dat het inzett<strong>en</strong> van persoonlijke relaties gebeurt door e<strong>en</strong> groeprespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaald profiel dat minder garantie op arbeidsmarktsuccesbiedt.


Tabel 8.8Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het al dan niet gebruikt hebb<strong>en</strong> vanpersoonlijke relaties tijd<strong>en</strong>s de intrede van de arbeidsmarkt bij het vind<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> baanIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,013Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,052Loon Cramer’s V 0,119**Contract Cramer’s V 0,063Horizontale match Cramer’s V 0,091**Verticale mismatch Cramer’s V 0,054Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Naast het gebruik van persoonlijke relaties werd er ook gepeild naar het aantalorganisaties die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd hebb<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> baan te vind<strong>en</strong> bij hunintrede van de arbeidsmarkt (tabel 8.9). Onder organisaties wordt verstaan:VDAB, uitz<strong>en</strong>dkantor<strong>en</strong>, PWA, kantor<strong>en</strong> voor werving <strong>en</strong> selectie,plaatsingsdi<strong>en</strong>st van de school, jobbeurz<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>deurdag<strong>en</strong> van onderneming<strong>en</strong>of instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige andere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, organisaties of vzw’s zoals vakbond<strong>en</strong>,geme<strong>en</strong>tedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort. Het maximum aantal organisaties die derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd hebb<strong>en</strong> is vier, het minimum is nul. De indicator<strong>en</strong> voorarbeidsmarktsucces op 29 jaar of eerder hang<strong>en</strong> nauwelijks sam<strong>en</strong> met dezoekacties bij intrede van de arbeidsmarkt. Enkel de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong>jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> het aantal b<strong>en</strong>aderde organisaties is statistisch significant maarwel erg zwak: hoe meer organisaties werd<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd bij intrede van dearbeidsmarkt, hoe meer ontevred<strong>en</strong> m<strong>en</strong> is in de laatste job tot op 29 jaar. Het zoudus kunn<strong>en</strong> dat het g<strong>en</strong>oodzaakt zijn tot het b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> van organisaties om <strong>werk</strong>te zoek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicator is voor e<strong>en</strong> risicovol profiel op de arbeidsmarkt waardoorm<strong>en</strong> minder tevred<strong>en</strong> is met de situatie op 29 jaar.


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesTabel 8.9Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het aantal b<strong>en</strong>aderde organisaties bijintrede van de arbeidsmarkt om e<strong>en</strong> baan te vind<strong>en</strong>Indicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,057Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma -0,092**Loon Gamma -0,035Contract Cramer’s V 0,060Horizontale match Gamma 0,060Verticale mismatch Cramer’s V 0,052Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)T<strong>en</strong>slotte is er gevraagd welke informatie de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op school, in desecundaire school <strong>en</strong>/of in de hogeschool of universiteit, kreg<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> datvan nut was voor hun intrede in de arbeidsmarkt. Onder deze informatiebronn<strong>en</strong>behor<strong>en</strong>: (1) <strong>ler<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> van sollicitatiebriev<strong>en</strong> <strong>en</strong> CV; (2) informatie overVDAB; (3) informatie over bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dkantor<strong>en</strong>, kantor<strong>en</strong> voor werving<strong>en</strong> selectie; (4) informatie over zoek<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> via personeelsadvert<strong>en</strong>ties; (5)informatie over jobbeurz<strong>en</strong>; <strong>en</strong> (6) zelfstandig ondernem<strong>en</strong>. Enkel horizontalematch hangt significant sam<strong>en</strong> met het aantal informatiebronn<strong>en</strong> dat werdaangereikt aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun initiële schoolloopbaan (tabel 8.10).Hoe meer informatie zij meekreg<strong>en</strong>, hoe groter de inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemmingtuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> in de laatste job tot op 29 jaar (Gamma=0,173).Tabel 8.10Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar <strong>en</strong> het totaal aantalaangereikte informatiebronn<strong>en</strong> over solliciter<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de schoolloopbaanIndicator arbeidsmarktsucces Maat voor sam<strong>en</strong>hang Sterkte van de sam<strong>en</strong>hangWerkloosheid Cramer’s V 0,051Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,045Loon Gamma 0,040154Contract Cramer’s V 0,062Horizontale match Gamma 0,173***Verticale mismatch Cramer’s V 0,074Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)8.5 Houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong>


Naast de structurele dim<strong>en</strong>sie heeft sociaal <strong>kapitaal</strong> ook e<strong>en</strong> interpretatievedim<strong>en</strong>sie. Binn<strong>en</strong> SONAR hebb<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> informatie over de opvatting<strong>en</strong> vanbetek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> over <strong>werk</strong>, maar we hebb<strong>en</strong> wel informatie over deopvatting<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf teg<strong>en</strong>over <strong>werk</strong><strong>en</strong>. In deze paragraafrapporter<strong>en</strong> we de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op 23- <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaar. Dehouding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> werd gemet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> SONAR aan de hand vane<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal stelling<strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong> werd<strong>en</strong>drie schal<strong>en</strong> geconstrueerd: “<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing”, “<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld” <strong>en</strong>“<strong>werk</strong><strong>en</strong> is niet belangrijk” (zie bijlage 1). Daarnaast werd op 26-jarige leeftijd ooknog <strong>en</strong>kele andere stelling<strong>en</strong> voorgelegd aan de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> werd de attitude t<strong>en</strong>opzichte van carrière <strong>en</strong> promotie mak<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. Deze attitudes kom<strong>en</strong> ook indeze paragraaf aan bod. Uit de onderstaande tabell<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> we af dat desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de opvatting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesweinig verschilt naargelang de leeftijd waarop de opvatting<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>,met uitzondering voor horizontale match, maar wel kan verschill<strong>en</strong> naargelang deindicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces, met uitzondering voor jobtevred<strong>en</strong>heid, <strong>en</strong>naargelang de houding.In tabel 8.11 stell<strong>en</strong> we vast dat de stelling dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>ing geeft, gemet<strong>en</strong>zowel op 23- als op 26-jarige leeftijd, statistisch significant sam<strong>en</strong>hangt met<strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die akkoord gaan met de stellingdat <strong>werk</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>ing geeft op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar <strong>werk</strong><strong>en</strong> relatief vaker op 29 jaardan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet akkoord gaan met deze stelling (Cramer’sV=0,099~0,100). En hoe meer m<strong>en</strong> zich met de stelling dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>inggeeft kan vind<strong>en</strong> op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar, hoe meer tevred<strong>en</strong> m<strong>en</strong> is met zijn of haarjob op 29 jaar. Dit verband is eerder zwak. T<strong>en</strong>slotte is er ook nog e<strong>en</strong> zeer zwakmaar significant verband tuss<strong>en</strong> contract <strong>en</strong> de houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong> op23 jaar: 86% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich helemaal kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> met de stellingdat <strong>werk</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>ing schept heeft e<strong>en</strong> vast contract, in teg<strong>en</strong>stelling tot 76% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich helemaal niet kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> met deze stelling. Deoverige indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces hang<strong>en</strong> statistisch niet significantsam<strong>en</strong> met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’.


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesTabel 8.11Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantie23 jaar 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,099** 0,100**Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,113** 0,125***Loon Gamma 0,032 0,000Contract Cramer’s V 0,073* 0,047Horizontale match Gamma 0,004 0,010Verticale mismatch Cramer’s V 0,060 0,047Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)156Bij de opvatting ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld’ vind<strong>en</strong> we relatief sterkere waard<strong>en</strong> voorde associatiemat<strong>en</strong> Cramer’s V <strong>en</strong> Gamma dan bij de opvatting ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeftvoldo<strong>en</strong>ing’ (tabel 8.12). Bijna alle indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces hang<strong>en</strong>sam<strong>en</strong> met deze houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> met uitzondering van<strong>werk</strong>loosheid wanneer naar de leeftijd van 23 <strong>en</strong> 26 jaar wordt gekek<strong>en</strong> <strong>en</strong>horizontale match wanneer naar de leeftijd van 26 jaar wordt gekek<strong>en</strong>. De sterkstesam<strong>en</strong>hang vind<strong>en</strong> we bij horizontale match <strong>en</strong> de houding ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld’op 23-jarige leeftijd (Gamma=-0,310). Hoe minder m<strong>en</strong> zich kon vind<strong>en</strong> op dieleeftijd met de stelling dat m<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t voor geld, hoe meer m<strong>en</strong> inhoudelijkeovere<strong>en</strong>stemming ervaart tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> op 29-jarige leeftijd. Ditsterke verband verdwijnt wanneer dezelfde houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong>gemet<strong>en</strong> wordt op 26-jarige leeftijd. De significante sam<strong>en</strong>hang van de overigeindicator<strong>en</strong>, jobtevred<strong>en</strong>heid, loon, contract <strong>en</strong> verticale mismatch, met de stelling‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld’ blijft over de leeftijd he<strong>en</strong> stabiel. Hoe meer m<strong>en</strong> zich metde stelling op 23- <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd vindt dat m<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t voor het geld, hoeminder tevred<strong>en</strong> m<strong>en</strong> is met het <strong>werk</strong>, hoe vaker m<strong>en</strong> zich te hoog of te laagopgeleid vindt, maar ook hoe meer kans m<strong>en</strong> heeft op e<strong>en</strong> vast contract. Dezebevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicatie dat wanneer m<strong>en</strong> <strong>werk</strong> eerder beschouwt als e<strong>en</strong>bron van inkomst<strong>en</strong>, dan bereikt m<strong>en</strong> meer stabiliteit maar minder tevred<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> kwaliteit in de job. Maar de statistisch significante verband<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> nietteminerg zwak.


Tabel 8.12Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantie23 jaar 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,031 0,048Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma -0,133*** -0,141***Loon Gamma -0,131*** -0,120***Contract Cramer’s V 0,083** 0,076**Horizontale match Gamma -0,310*** 0,010Verticale mismatch Cramer’s V 0,067* 0,082**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In tabel 8.13 staat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de houding ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> is niet belangrijk’ op23- <strong>en</strong> 26-jarige leeftijd <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces beschrev<strong>en</strong>. Ook hier blijkt<strong>werk</strong>loosheid niet significant gerelateerd te zijn met deze houding t<strong>en</strong> opzichtevan <strong>werk</strong>. Verder merk<strong>en</strong> we op dat wanneer de houding ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> is nietbelangrijk’ gemet<strong>en</strong> wordt op 26-jarige leeftijd er sterkere verband<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gevond<strong>en</strong> dan wanneer de houding gemet<strong>en</strong> wordt op 23-jarige leeftijd, metuitzondering voor loon. Loon is zwak maar negatief gerelateerd met de houdingop 23 jaar dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> niet belangrijk is: hoe meer m<strong>en</strong> zich vindt in deze stelling,hoe minder m<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t in de laatste job tot op 29 jaar. Dit verband verdwijntwanneer we kijk<strong>en</strong> naar deze houding op 26-jarige leeftijd. Verder is er e<strong>en</strong> zwakmaar statistisch significant verband tuss<strong>en</strong> verticale mismatch, jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong>de houding dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> niet belangrijk is, gemet<strong>en</strong> op 23- <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd.Hoe meer m<strong>en</strong> zich vindt met de stelling dat <strong>werk</strong> niet belangrijk is, hoetevred<strong>en</strong>er m<strong>en</strong> is maar hoe vaker m<strong>en</strong> zich te hoog of te laag opgeleid vindt voorzijn of haar job. Wederom zijn de verband<strong>en</strong> relatief zwak, net als het verbandtuss<strong>en</strong> de houding gemet<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd <strong>en</strong> het contract. Opmerkelijkging<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vast contract meer akkoord met de stelling dat<strong>werk</strong><strong>en</strong> niet belangrijk is dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tijdelijk of ander contract.


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesTabel 8.13Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de mate waarmee m<strong>en</strong> akkoordgaat met de uitdrukking ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> is niet belangrijk’ op 23 <strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantie23 jaar 26 jaarWerkloosheid Cramer’s V 0,071 0,037Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,087* 0,121***Loon Gamma -0,082** -0,024Contract Cramer’s V 0,060 0,076**Horizontale match Gamma 0,018 -0,254***Verticale mismatch Cramer’s V 0,079* 0,082**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Op 26-jarige leeftijd werd de vraag gesteld aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoe ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>over carrière <strong>en</strong> promotie mak<strong>en</strong>. In tabel 8.14 wordt de relatie beschrev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>de mate waarin m<strong>en</strong> akkoord gaat met de stelling ‘carrière mak<strong>en</strong> mag het familiaallev<strong>en</strong> niet ernstig belemmer<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces. Enkeljobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> verticale mismatch blijk<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong> tehang<strong>en</strong> met de houding t<strong>en</strong> opzichte van carrière mak<strong>en</strong>. Hoe meer m<strong>en</strong> zich kanvind<strong>en</strong> met de stelling dat carrière mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belemmering mag zijn voor hetfamiliaal lev<strong>en</strong>, hoe meer tevred<strong>en</strong> m<strong>en</strong> is met zijn of haar job <strong>en</strong> hoe meer m<strong>en</strong>vindt dat zijn of haar opleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met de vereist<strong>en</strong> van de job.De overige indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces hang<strong>en</strong> niet statistisch significantsam<strong>en</strong> met de houding t<strong>en</strong> opzichte van carrière mak<strong>en</strong>.Tabel 8.14Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de attitude t<strong>en</strong> opzichte van carrièremak<strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,056Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,181**158Loon Gamma -0,037Contract Cramer’s V 0,077Horizontale match Gamma 0,075Verticale mismatch Cramer’s V 0,103*Bron SONAR C76(26) & C76(29)In tabel 8.15 wordt t<strong>en</strong>slotte de relatie beschrev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de mate waarin m<strong>en</strong>akkoord gaat met de stelling ‘bij promotie mak<strong>en</strong> mag niet teveel stress kom<strong>en</strong>kijk<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces. Enkel loon blijkt statistisch


significant sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met deze stelling over promotie mak<strong>en</strong> (Gamma=-0,182). Hoe meer m<strong>en</strong> zich kan vind<strong>en</strong> met deze stelling, hoe lager het loon op29-jarige leeftijd. De overige indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces hang<strong>en</strong>statistisch niet significant sam<strong>en</strong> met de houding t<strong>en</strong> opzichte van promotiemak<strong>en</strong>.Tabel 8.15Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de attitude t<strong>en</strong> opzichte van promotiemak<strong>en</strong> op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,065Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,046Loon Gamma -0,182***Contract Cramer’s V 0,088Horizontale match Gamma 0,037Verticale mismatch Cramer’s V 0,093Bron SONAR C76(26) & C76(29)Sam<strong>en</strong>gevat kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat de houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> significantsam<strong>en</strong>hangt met arbeidsmarktsucces, maar de sterkte <strong>en</strong> de significantie van desam<strong>en</strong>hang verschilt naargelang de houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong>, naargelangde indicator voor arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> zelfs in geval van horizontale matchnaargelang het mom<strong>en</strong>t waarop de houding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. Niettemin ton<strong>en</strong>deze verband<strong>en</strong> aan dat de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> weldegelijk e<strong>en</strong> belangrijke rol kan spel<strong>en</strong> als we kijk<strong>en</strong> naar <strong>werk</strong>gerelateerdeuitkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel naar participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.8.6 Sam<strong>en</strong>vattingIn tabel 8.16 vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> van de onderzochte verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces. De kruisjes in tabel 8.16 verwijz<strong>en</strong> naarstatistisch significante verband<strong>en</strong> op basis van de associatiemaat Cramer’s V.Indi<strong>en</strong> de verband<strong>en</strong> op basis van de associatiemaat Gamma statistisch significantzijn op het niveau van 0,05 of lager, dan staat er e<strong>en</strong> plus voor e<strong>en</strong> positiefverband <strong>en</strong> e<strong>en</strong> min voor e<strong>en</strong> negatief verband. Wanneer Cramer’s V significant is<strong>en</strong> 0,1 of meer bedraagt <strong>en</strong> wanneer Gamma significant is <strong>en</strong> 0,2 of meer bedraagt,dan word<strong>en</strong> de kruisjes, pluss<strong>en</strong> <strong>en</strong> minnetjes gearceerd. Indi<strong>en</strong> bepaaldeindicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> op meerdere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>, danwordt het sterkste verband gebruikt als informatie voor tabel 8.16. Over het


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal160<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesalgeme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we namelijk vastgesteld dat, met uitzondering van <strong>en</strong>keleindicator<strong>en</strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> grotere impact op arbeidsmarktsucces heeftwanneer ze later in de arbeidsloopbaan word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> dan op e<strong>en</strong> vroegermom<strong>en</strong>t. Op basis van tabel 8.16 kunn<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele conclusies trekk<strong>en</strong>.Over het algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hangt metarbeidsmarktsucces. Niet elke indicator voor arbeidsmarktsucces hangt echterev<strong>en</strong> sterk sam<strong>en</strong> met sociaal <strong>kapitaal</strong> – de helft van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong>zijn zeer zwak - <strong>en</strong> niet alle sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> zich volg<strong>en</strong>s deverwachting<strong>en</strong>. Vooral bij vast contract valt de eerder negatieve impact van sociaal<strong>kapitaal</strong> op. Indi<strong>en</strong> we arbeidsmarktsucces definiër<strong>en</strong> als het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vastcontract, stell<strong>en</strong> we bijvoorbeeld vast dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>defunctie in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong>verricht <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoogopgeleide partner minder vaak e<strong>en</strong> vastcontract hebb<strong>en</strong> dan laagopgeleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> vrijwilligers<strong>werk</strong>uitvoerd<strong>en</strong> of ge<strong>en</strong> leiderschapsfunctie hadd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging. Nietteminhebb<strong>en</strong> deze indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> wel e<strong>en</strong> positief effect op loon <strong>en</strong>inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding.T<strong>en</strong> tweede valt op dat terwijl loon <strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming, maar ookjobtevred<strong>en</strong>heid, door meerdere indicator<strong>en</strong> van sociaal <strong>kapitaal</strong> verklaard kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>, <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> verticale overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleidingminder vaak sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong>. Werkloosheidhangt <strong>en</strong>kel, maar wel duidelijk, sam<strong>en</strong> met de socio-economische status van departner <strong>en</strong> de houding ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>de <strong>en</strong> hoogopgeleide partner <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> metde stelling dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>ing geeft, mak<strong>en</strong> relatief minder kans om <strong>werk</strong>looste zijn op 29 jaar dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> deingezette hulpbronn<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> impact op <strong>werk</strong>loosheid te hebb<strong>en</strong>, noch opverticale mismatch. De overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> het kwalificati<strong>en</strong>iveau <strong>en</strong> dat watvoor de job vereist is om ze naar behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> hangt opvall<strong>en</strong>d wel sam<strong>en</strong>met de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die vind<strong>en</strong> datze <strong>werk</strong><strong>en</strong> om geld te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> maar <strong>werk</strong> niet echt belangrijk vind<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong>zich relatief vaker te hoog of te laag opgeleid. Hoe meer m<strong>en</strong> zich kan vind<strong>en</strong> metde stelling dat carrière mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belemmering mag zijn voor het familiaal lev<strong>en</strong>,hoe meer m<strong>en</strong> vindt dat zijn of haar opleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met devereist<strong>en</strong> van de job.Dat meer dan de helft van de indicator<strong>en</strong> van de interpretatieve dim<strong>en</strong>siesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces is de derde opvall<strong>en</strong>de conclusie. Designificante, maar weliswaar niet altijd ev<strong>en</strong> sterke, verband<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat deinterpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> belangrijke rol kanspel<strong>en</strong> in het verklar<strong>en</strong> van arbeidsmarktsucces. Deze interpretatieve dim<strong>en</strong>siewerd tot nu toe in net<strong>werk</strong><strong>analyse</strong>s niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om statusverwerving te


verklar<strong>en</strong>. Hoewel in andere disciplines er steeds meer aandacht gaat naar waard<strong>en</strong><strong>en</strong> attitudes op vlak van <strong>werk</strong><strong>en</strong>, is er vandaag nog relatief weinig onderzoek naarhet effect van deze waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> op dearbeidsloopbaan. Op basis van onze bivariate <strong>analyse</strong>s stell<strong>en</strong> we voorlopig vastdat de manier waarop m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt over het nut van <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in mindere mateover carrière of promotie mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de positie die m<strong>en</strong>bereikt in de arbeidsmarkt. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ervan overtuigd zijn dat <strong>werk</strong><strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>ing verschaft, <strong>werk</strong><strong>en</strong> relatief vaker, hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vastcontract <strong>en</strong> zijn relatief meer tevred<strong>en</strong> over hun <strong>werk</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ervanovertuigd zijn dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> niet belangrijk is, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief minder, vind<strong>en</strong> zichrelatief vaker te hoog of te laag opgeleid, maar zijn ook relatief meer tevred<strong>en</strong>.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die vind<strong>en</strong> dat ze vooral <strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld, stell<strong>en</strong> minder vaakovere<strong>en</strong>stemming vast tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>, zijn minder tevred<strong>en</strong> met het<strong>werk</strong>, maar mak<strong>en</strong> ook meer kans op e<strong>en</strong> vast contract. Deze bevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>e<strong>en</strong> indicatie dat wanneer m<strong>en</strong> <strong>werk</strong> eerder beschouwt als e<strong>en</strong> bron vaninkomst<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> waarschijnlijk relatief vaker erin slaagt stabiliteit te vind<strong>en</strong> op vlakvan <strong>werk</strong><strong>en</strong> maar tegelijkertijd minder tevred<strong>en</strong> is met de job <strong>en</strong> deovere<strong>en</strong>stemming van de job met opleiding. Verder stell<strong>en</strong> we vast dat hoe meerm<strong>en</strong> zich kan vind<strong>en</strong> met de stelling dat carrière mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belemmering magzijn voor het familiaal lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> promotie mak<strong>en</strong> niet teveel stress mag teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hoe lager het loon is maar hoe tevred<strong>en</strong>er m<strong>en</strong> is met zijn of haar job <strong>en</strong>hoe meer m<strong>en</strong> vindt dat zijn of haar opleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met devereist<strong>en</strong> van de job. De manier waarop deze verschill<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> of houding<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van arbeidsmarktsucces verhoud<strong>en</strong> doet vermoed<strong>en</strong> datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier omgaan met hun arbeidsloopbaan <strong>en</strong>naar verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> strev<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de ook op e<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de manier arbeidsmarktsucces interpreter<strong>en</strong>. Het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>vast arbeidscontract is misschi<strong>en</strong> voor de <strong>en</strong>e respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> betere indicatorvoor arbeidsmarktsucces dan voor e<strong>en</strong> andere respond<strong>en</strong>t. En zo kan de hoogtevan het maandelijkse nettoloon voor de <strong>en</strong>e respond<strong>en</strong>t minder belangrijker zijndan e<strong>en</strong> job kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met de opleiding.Hierdoor nem<strong>en</strong> zij waarschijnlijk andere beslissing<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan <strong>en</strong>bereik<strong>en</strong> ze andere posities in de arbeidsmarkt.T<strong>en</strong>slotte stell<strong>en</strong> we vast dat de sterkste verband<strong>en</strong> vooral bij de structureledim<strong>en</strong>sie, met name wanneer er naar de partner gekek<strong>en</strong> wordt, te vind<strong>en</strong> zijn.Naast de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie is dus duidelijk ook de structurele dim<strong>en</strong>siebelangrijk om naar arbeidsmarktsucces te kijk<strong>en</strong>. Maar bij de variabel<strong>en</strong> die deaanwezigheid van de partner <strong>en</strong> de socio-economische situatie van de partnermet<strong>en</strong> moet e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing gemaakt word<strong>en</strong>. Onderzoekers waarschuw<strong>en</strong> bijnet<strong>werk</strong><strong>analyse</strong>s voorzichtig om te gaan met de interpretatie van het effect vanpartner, familie <strong>en</strong> gelijkgestemde vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op de arbeidssituatie vanwege het


hoofdstuk 8 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces‘homophily’ effect. Het effect van sociaal <strong>kapitaal</strong> is dan eerder e<strong>en</strong> afspiegelingvan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bevri<strong>en</strong>d gerak<strong>en</strong> met gelijkgestemd<strong>en</strong> of familie zijn vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gelijkwaardige socio-economische positie dan e<strong>en</strong> rechtstreekseffect van de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van die vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of familie (Mouw, 2006).Multivariate <strong>analyse</strong>s waarbij ook de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zelf word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waaronder het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> kunn<strong>en</strong> meer inzichtbied<strong>en</strong> in hoeverre er inderdaad sprake is van e<strong>en</strong> ‘homophily’ effect. In deel 5 zalreeds e<strong>en</strong> tip van de sluier opgelicht geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relatie tuss<strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces geschetst word<strong>en</strong>. Daarvoor wordtin de twee volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> eerst gekek<strong>en</strong> naar welke impact sociaal<strong>kapitaal</strong> op participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> heeft.Tabel 8.16Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsuccesWERK TEV LOON CON HM VMM<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> + xLeiderschapsfunctie ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> x x x xOnbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> x x<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: partnerVaste relatie x xWerk vaste relatie x xDiploma vaste relatie x + x + x<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: houding<strong>en</strong> t.o.v.<strong>werk</strong>Werk<strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing x + xWerk<strong>en</strong> voor het geld - x x - xWerk<strong>en</strong> is niet belangrijk + - x - xCarrière mak<strong>en</strong> + x162Promotie mak<strong>en</strong> -<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: hulpbronn<strong>en</strong>Persoonlijke relaties x xB<strong>en</strong>aderde organisaties -Informatiebronn<strong>en</strong> solliciter<strong>en</strong> +* WERK = <strong>werk</strong>loosheid; TEV = jobtevred<strong>en</strong>heid; LOON = nettoloon; CON =contract; HM = horizontale match; VMM = verticale mismatchBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in hetkader van de job9.1 InleidingIn hoofdstuk 8 hebb<strong>en</strong> we de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesbeschrev<strong>en</strong>. Omdat van sociaal <strong>kapitaal</strong> verwacht wordt dat het niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong>positief effect heeft op arbeidsmarktsucces maar ook op participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, gaan we hier na in welke mate sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hangt metleeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk metleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.In teg<strong>en</strong>stelling tot hoofdstuk 8 belicht<strong>en</strong> we hier <strong>en</strong>kel de structurele dim<strong>en</strong>sievan sociaal <strong>kapitaal</strong>. In SONAR is er ge<strong>en</strong> informatie aanwezig over deinterpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> in verband met <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet bevraagd hoe zij <strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>over <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Er is ook ge<strong>en</strong> informatie over hulpbronn<strong>en</strong> die effectiefwerd<strong>en</strong> ingezet om te kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Daarom bested<strong>en</strong>we <strong>en</strong>kel aandacht aan twee aspect<strong>en</strong> van de structurele dim<strong>en</strong>sie: lidmaatschapvan ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> inclusief onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de aanwezigheid <strong>en</strong>socio-economische situatie van de partner. Beide aspect<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicatieweer van het net<strong>werk</strong> waarover de respond<strong>en</strong>t beschikt <strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiëlehulpbronn<strong>en</strong> die daarin aanwezig zijn. Deze indicator<strong>en</strong> zijn echter niet exhaustief<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> niet het volledige net<strong>werk</strong> dat e<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t kan bezitt<strong>en</strong>. Zo kom<strong>en</strong>bijvoorbeeld collega’s, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> familie niet aan bod. Omdat in dit hoofdstukvooral de aandacht gaat naar leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job zou hetnet<strong>werk</strong> van (ex-)collega’s dat m<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan opbouwt wel e<strong>en</strong>svan meer belang kunn<strong>en</strong> zijn dan het net<strong>werk</strong> opgebouwd door lidmaatschap vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. We verwacht<strong>en</strong> daarom van dehoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 163


hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job164indicator<strong>en</strong> die we hier hanter<strong>en</strong> dat ze weinig rechtstreeks effect zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job. Wanneer er e<strong>en</strong> effectvan deze indicator<strong>en</strong> uitgaat naar participatie aan <strong>ler<strong>en</strong></strong> in het kader van de job,veronderstell<strong>en</strong> we dat dat vooral onrechtstreeks gebeurt. Het hebb<strong>en</strong> van sociaal<strong>kapitaal</strong> kan de arbeidssituatie beïnvloed<strong>en</strong> (zie vorig hoofdstuk) <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s dekans op e<strong>en</strong> opleiding in het kader van de job. In hoofdstuk 12 gaan we na inwelke mate deze hypothese stand houdt wanneer het verband tuss<strong>en</strong> dearbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job wordtbekek<strong>en</strong>.In hoofdstuk 3 hebb<strong>en</strong> we de participatiegraad aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader vande job beschrev<strong>en</strong> aan de hand van verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong>. We selecter<strong>en</strong>daaruit <strong>en</strong>kele indicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan in dit hoofdstuk na in welke mate sociaal<strong>kapitaal</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>, informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetverwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de job kan verklar<strong>en</strong>. Uit hoofdstuk 3 isnamelijk geblek<strong>en</strong> dat, hoewel de participatiegraad relatief hoog is, niet iedere<strong>en</strong>participeert aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Ongeveer de helftvan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participeerde aan minst<strong>en</strong>s één georganiseerde <strong>en</strong>/ofinformele opleiding voor 26 jaar, terwijl respectievelijk 50% <strong>en</strong> 31% participeerdeaan e<strong>en</strong> georganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding na 26 jaar. Wanneer we naarvaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de job kijk<strong>en</strong>, ligt het perc<strong>en</strong>tage van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die beam<strong>en</strong> dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hoger, tot ruim 80%.We stell<strong>en</strong> daarom in dit hoofdstuk de vraag of participer<strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>meer sociaal <strong>kapitaal</strong> hebb<strong>en</strong> dan niet-participer<strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. Bijgeorganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job, opleiding<strong>en</strong> gevolgd tot 26 jaar, opleiding<strong>en</strong>gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd tijd<strong>en</strong>s de hele loopbaan tot29 jaar. Door dit onderscheid te mak<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we nagaan of de sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> verschilt naargelang deleeftijdsperiode. Bij de verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> we aandacht aan devaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatstejob tot op 29 jaar.Hieronder vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in (kruis)tabell<strong>en</strong>. De sterkte van hetverband tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong> wordt met de associatiemaat Cramer’s Vweergegev<strong>en</strong>.9.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong>9.2.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>


In de onderstaande tabell<strong>en</strong> wordt er gekek<strong>en</strong> naar de sam<strong>en</strong>hang van participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> het lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verricht<strong>en</strong>van onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>de leeftijd van 21 <strong>en</strong> 26 jaar. Uit de tabell<strong>en</strong> komt naar vor<strong>en</strong> dat de sam<strong>en</strong>hangrelatief sterker is wanneer gekek<strong>en</strong> wordt naar sociaal <strong>kapitaal</strong> bij het verlat<strong>en</strong> vanhet onderwijs. Over het algeme<strong>en</strong> is echter zoals verwacht de sam<strong>en</strong>hang eerderzwak tuss<strong>en</strong> lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job: Cramer’s V overstijgt nauwelijks de waarde van 0,1. De meesteverband<strong>en</strong> zijn wel statistisch significant.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die bij het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs of tuss<strong>en</strong> de leeftijd van 21 <strong>en</strong>26 jaar lid war<strong>en</strong> van minst<strong>en</strong>s één ver<strong>en</strong>iging, hebb<strong>en</strong> na het verlat<strong>en</strong> van hetonderwijs meer kans om te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid war<strong>en</strong> (tabel 9.1 <strong>en</strong> tabel 9.2). Onder de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die wel lid war<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging kan er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid gemaaktword<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie hadd<strong>en</strong> in dever<strong>en</strong>iging <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie hadd<strong>en</strong>. Vooral vanaf26 jaar had ruim 11% meer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie kans ope<strong>en</strong> georganiseerde opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder leidinggev<strong>en</strong>de functie(tabel 9.3 <strong>en</strong> tabel 9.4).Tabel 9.1Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hetaantal lidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs0 1 2 3 of meer Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 160 25,7 201 31,1 95 33,8 24 29,6 0,069Tot 26 jaar 285 46,3 361 56,2 158 56,4 43 53,1 0,096**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 292 46,4 365 56,2 155 54,4 53 63,1 0,102***Tot 29 jaar 394 61,9 464 71,3 202 70,9 62 72,9 0,098**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 165


Tabel 9.2Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarhoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job166WelNietN % N %Gevolgd 520 56,5 345 47,5Niet gevolgd 400 43,5 382 52,5Totaal 920 100,0 727 100,0Tabel 9.3Cramer’s V=0,099***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Eerste job 131 32,8 349 28,4 0,042Tot 26 jaar 232 58,1 615 50,4 0,067**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 252 62,7 613 49,2 0,116***Tot 29 jaar 309 76,7 813 64,8 0,109***Tabel 9.4Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar naar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26jaarWelNietN % N %Gevolgd 237 61,4 628 49,8Niet gevolgd 149 38,6 633 50,2Totaal 386 100,0 1261 100,0Cramer’s V=0,098***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Het verband tuss<strong>en</strong> onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s statistisch significant maarerg zwak. De waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V blijv<strong>en</strong> onder 0,1 (tabel 9.5 <strong>en</strong> tabel 9.6).Op de leeftijd van 29 jaar zi<strong>en</strong> we bijvoorbeeld dat 75% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dieonbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel


onderwijs minst<strong>en</strong>s één keer e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd integ<strong>en</strong>stelling tot 67% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong>(Rode Kruis, Ziek<strong>en</strong>zorg, jeugdkamp<strong>en</strong> begeleid<strong>en</strong> etc.) hebb<strong>en</strong> verricht (tabel9.5).Tabel 9.5Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Eerste job 51 33,8 429 29,0 0,030Tot 26 jaar 98 64,9 749 51,0 0,081**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 96 62,7 769 51,5 0,066**Tot 29 jaar 116 75,3 1006 66,9 0,052*Tabel 9.6Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar naar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 108 60,0 756 51,6Niet gevolgd 72 40,0 710 48,4Totaal 174 100,0 1434 100,09.2.2 PartnerCramer’s V=0,053*Bron SONAR C76(26) & C76(29)Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner kan er voor zorg<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> toegang krijgt tot e<strong>en</strong>uitgebreider net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> extra hulpbronn<strong>en</strong>. Uit tabel 9.7 kunn<strong>en</strong> we echter aflez<strong>en</strong>dat het al dan niet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner niet sam<strong>en</strong>hangt met het volg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> georganiseerde opleiding. Cramer’s V is 0,037 <strong>en</strong> statistisch niet significant. Erkan wel e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarvan departner <strong>werk</strong>t <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarvan de partner niet <strong>werk</strong>t. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> partner die niet <strong>werk</strong>t participer<strong>en</strong> minder vaak aan e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Het verschil bedraagt10% (tabel 9.8) <strong>en</strong> is statistisch significant. Ook respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner diege<strong>en</strong> diploma hoger secundair onderwijs hebb<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> significant minderhoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 167


vaak aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner die beter opgeleid is (Cramer’sV=0,149; tabel 9.9).hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobTabel 9.7Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar naar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 671 53,6 194 49,2Niet gevolgd 582 46,4 200 50,8Totaal 1253 100,0 394 100,0Tabel 9.8Cramer’s V=0,037Bron SONAR C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op 26jaarWerktWerkt nietN % N %Gevolgd 589 54,9 81 45,3Niet gevolgd 483 45,1 98 54,7Totaal 1072 100,0 179 100,0Tabel 9.9Cramer’s V=0,068*Bron SONAR C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong>29 jaar naar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner op 26jaar168Ge<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT UniversiteitN % N % N % N % N %Gevolgd 47 37,0 198 53,4 207 58,5 59 66,3 105 59,0Niet gevolgd 80 63,0 164 46,6 147 41,5 30 33,7 73 41,0Totaal 127 100,0 352 100,0 354 100,0 89 100,0 178 100,0Cramer’s V=0,149***Bron SONAR C76(26) & C76(29)


9.3 Informele opleiding<strong>en</strong>9.3.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>In paragraaf 9.2.1 steld<strong>en</strong> we vast dat er e<strong>en</strong> zwak maar statistisch significantverband bestaat tuss<strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> wanneer we kijk<strong>en</strong> naar lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong>. Hier stell<strong>en</strong> we vast dat er ge<strong>en</strong> verband aanwezig is tuss<strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> (tabel 9.10 – tabel 9.15). De waard<strong>en</strong>voor Cramer’s V blijv<strong>en</strong> onder 0,1 <strong>en</strong> zijn statistisch niet-significant.Tabel 9.10Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het aantallidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs0 1 2 3 of meer Cramer’s VN % N % N % N %1 ste job 231 37,1 239 37,0 113 40,2 27 33,3 0,031Tot 26 jaar 307 49,8 307 47,8 152 54,3 36 44,4 0,052Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 196 31,2 195 30,0 82 28,8 32 38,1 0,042Tot 29 jaar 393 61,8 396 60,8 183 64,2 55 64,7 0,027Tabel 9.11Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar lidmaatschapver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 294 32,0 211 29,0Niet gevolgd 626 68,0 516 71,0Totaal 920 100,0 727 100,0Cramer’s V=0,032Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 169


Tabel 9.12Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Eerste job 148 37,0 462 37,5 0,005hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job170Tot 26 jaar 198 49,6 604 49,5 0,001Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 128 31,8 377 30,3 0,015Tot 29 jaar 250 62,0 777 62,0 0,001Tabel 9.13Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 127 32,9 378 30,0Niet gevolgd 259 67,1 883 70,0Totaal 386 100,0 1261 100,0Tabel 9.14Cramer’s V=0,027Bron SONAR C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Eerste job 57 37,7 553 37,4 0,002Tot 26 jaar 75 49,7 727 49,5 0,001Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 54 35,3 451 30,2 0,032Tot 29 jaar 99 64,3 928 61,7 0,015Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 9.15Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 66 36,7 439 29,9Niet gevolgd 114 63,3 1027 70,1Totaal 180 100,0 1466 100,09.3.2 PartnerCramer’s V=0,045Bron SONAR C76(26) & C76(29)Wanneer we sociaal <strong>kapitaal</strong> met<strong>en</strong> aan de hand van het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vasterelatie <strong>en</strong> de socio-economische situatie van deze vaste relatie, dan stell<strong>en</strong> we ookhier vast, in teg<strong>en</strong>stelling met de georganiseerde opleiding<strong>en</strong>, dat sociaal <strong>kapitaal</strong>statistisch niet significant sam<strong>en</strong>hangt met participatie aan informeleleeractiviteit<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer (tabel 9.16 – tabel 9.18).Tabel 9.16Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op 26 jaarWelNietN % N %Gevolgd 727 48,3 262 53,1Niet gevolgd 778 51,7 231 46,9Totaal 1505 100,0 493 100,0Cramer’s V=0,042Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 171


Tabel 9.17Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op 26 jaarhoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job172WerktWerkt nietN % N %Gevolgd 617 48,1 110 49,8Niet gevolgd 665 51,9 111 50,2Totaal 1282 100,0 221 100,0Tabel 9.18Cramer’s V=0,012Bron SONAR C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarnaar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner op 26 jaarGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT UniversiteitN % N % N % N % N %Gevolgd 65 41,7 220 53,0 205 48,6 58 54,7 101 46,3Niet gevolgd 91 58,3 195 47,0 217 51,4 48 45,3 117 53,7Totaal 156 100,0 415 100,0 422 100,0 106 100,0 218 100,0Cramer’s V=0,078Bron SONAR C76(26) & C76(29)9.4 Vaardighed<strong>en</strong>9.4.1 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>In de onderstaande tabell<strong>en</strong> wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> lidmaatschap vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> inclusief onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong> gerapporteerd. Daaruit blijkt dat over het algeme<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>opvall<strong>en</strong>d sterker sam<strong>en</strong>hangt met de perceptie van verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>wanneer het gaat om sociaal <strong>kapitaal</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs danom sociaal <strong>kapitaal</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar. Bij informele opleiding<strong>en</strong> bleek hetandersom te zijn (zie paragraaf 9.3.1).Op basis van tabel 9.19 <strong>en</strong> tabel 9.20 kunn<strong>en</strong> we besluit<strong>en</strong> dat lid zijn van e<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging e<strong>en</strong> positief effect heeft op het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in delaatste job tot op 29 jaar. Opvall<strong>en</strong>d is echter de relatie tuss<strong>en</strong> het aantalver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waarvan m<strong>en</strong> lid was bij het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs <strong>en</strong> devaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 23 jaar. Daar zi<strong>en</strong> we dat


espond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met drie of meer lidmaatschapp<strong>en</strong> minder positief reager<strong>en</strong> op devraag of ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> dan ander<strong>en</strong> (tabel 9.19). Hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs heeft e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d licht positief effect op het verwerv<strong>en</strong>van vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaar (Cramer’s v=0,060; tabel 9.21).Tabel 9.19Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het aantallidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs0 1 2 3 of meer Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 464 75,1 507 78,5 222 78,4 65 78,3 0,039Laatste job (23 jaar) 213 74,7 207 88,1 84 82,4 10 62,5 0,169***Laatste job (26 jaar) 489 81,8 539 85,8 233 85,0 66 84,6 0,050Laatste job (29 jaar) 479 75,1 529 78,5 238 78,4 76 78,3 0,112***Tabel 9.20Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: ja 773 85,5 549 77,9Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: nee 131 14,5 156 22,1Totaal 904 100,0 705 100,0Cramer’s V=0,099***Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 173


Tabel 9.21Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 311 76,9 947 77,9 0,010hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobVaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 105 84,0 409 79,7 0,043Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 343 87,9 984 82,8 0,060*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 336 85,1 986 81,2 0,043Tabel 9.22Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: ja 327 85,4 995 81,2Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: nee 56 14,6 231 18,8Totaal 383 100,0 1226 100,0Cramer’s V=0,047Bron SONAR C76(26) & C76(29)Uit tabel 9.23 blijkt t<strong>en</strong>slotte dat ook het uitvoer<strong>en</strong> van onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong>bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs e<strong>en</strong> licht positief effect heeft op deperceptie van nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaar.Cramer’s V is 0,073. Drieëntachtig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong>onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> uitgevoerd bevestigt nieuwe vaardighed<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot 93% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die welvrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht.174


Tabel 9.23Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 125 82,8 1133 76,6 0,043Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 39 84,8 475 80,2 0,030Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 135 92,5 1192 83,2 0,073**Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 125 86,8 1197 81,7 0,038Tabel 9.24Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naaronbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: ja 151 86,8 1171 81,7Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: nee 23 13,2 263 18,3Totaal 174 100,0 1434 100,09.4.2 PartnerCramer’s V=0,042Bron SONAR C76(26) & C76(29)Het al dan niet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner blijkt volg<strong>en</strong>s tabel 9.25 niet sam<strong>en</strong> tehang<strong>en</strong> met het verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong>. Er kan wel e<strong>en</strong> onderscheidgemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogeopleiding <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner met e<strong>en</strong> lage opleiding (tabel 9.27).Cramer’s V is net hoger dan 0,100 <strong>en</strong> statistisch significant voor de laatste job totop 26 <strong>en</strong> tot op 29 jaar. De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het al dan niet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>de partner <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> is statistisch niet significant (tabel 9.26).hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 175


Tabel 9.25Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaar naarhet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Niet Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 1040 83,1 589 86,1 0,040hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobVaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: (29 jaar) 1003 81,6 319 83,9 0,026Tabel 9.26Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaar naarhet al dan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op respectievelijk 23<strong>en</strong> 26 jaarWerkt Werkt niet Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 646 82,1 388 84,7 0,034Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: (29 jaar) 853 81,1 148 84,6 0,031Tabel 9.27Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> 29 jaar naarhoogst bereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner op respectievelijk23 <strong>en</strong> 26 jaarGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Laatste job (26 jaar) 107 72,8 453 84,2 269 84,9 70 86,4 121 85,2 0,105**Laatste job (29 jaar) 89 73,0 279 80,6 296 84,8 70 79,5 155 87,1 0,108*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)9.5 Sam<strong>en</strong>vatting176In dit hoofdstuk onderzocht<strong>en</strong> we het verband tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job op verschill<strong>en</strong>demom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan tot 29 jaar. Hieronder vatt<strong>en</strong> we deresultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in tabel 9.28. De kruisjes in tabel 9.28 verwijz<strong>en</strong> naar statistischsignificante verband<strong>en</strong> op basis van de associatiemaat Cramer’s V. WanneerCramer’s V significant is <strong>en</strong> 0,1 of meer bedraagt, dan word<strong>en</strong> de kruisjesgearceerd. Omdat we in de voorgaande paragraf<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> naaropleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de


arbeidsloopbaan tot 29 jaar, hebb<strong>en</strong> we meerdere waarneming<strong>en</strong> voor Cramer’s Vverkreg<strong>en</strong> per type leeractiviteit <strong>en</strong> per indicator voor sociaal <strong>kapitaal</strong>. Door desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicator voor sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leeractiviteit tebekijk<strong>en</strong> per leeftijdsperiode of mom<strong>en</strong>t zou e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel patroon waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar we hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig patroon naar leeftijd kunn<strong>en</strong>vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> daarom in tabel 9.28 ge<strong>en</strong> onderscheid naar leeftijd. Wemeld<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel het sterkst waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband voor elke type leeractiviteit <strong>en</strong>indicator voor sociaal <strong>kapitaal</strong>.Uit tabel 9.28 kunn<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele opvall<strong>en</strong>de conclusies trekk<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste valt opdat participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job doorhe<strong>en</strong> dearbeidsloopbaan, onafhankelijk van de leeftijd, niet sam<strong>en</strong>hangt met sociaal<strong>kapitaal</strong>. De sterke <strong>en</strong> statistisch significante verband<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we vooral terug bijgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> in mindere mate bij het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong>. Dit bevestigt de verwachting dat het verklaringspatroon voorparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> kan verschill<strong>en</strong> naargelang het type leeractiviteit datin beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De vastgestelde verband<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich doorgaans voor zoals verwacht werd: hoemeer sociaal <strong>kapitaal</strong> iemand heeft, d.i. lid zijn (geweest) van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>,onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht <strong>en</strong> e<strong>en</strong> partner met gunstige socioeconomischepositie hebb<strong>en</strong>, hoe meer kans iemand maakt om te participer<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> georganiseerde opleiding of het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>. Maar zoals wein de inleiding verwoord hebb<strong>en</strong>, verwacht<strong>en</strong> we dat de vastgestelde effect<strong>en</strong> vansociaal <strong>kapitaal</strong> zich vooral onrechtstreeks op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in hetkader van de job do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> werd vooral gemet<strong>en</strong> aan de handvan indicator<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> net<strong>werk</strong> dat buit<strong>en</strong> het kader van de job ligt <strong>en</strong> niet aande hand van informatie over het net<strong>werk</strong> van (ex-)collega’s dat m<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan opbouwt. Dit laatste zou wel e<strong>en</strong>s van meer belang kunn<strong>en</strong> zijnvoor participatiekans<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job dan hetnet<strong>werk</strong> opgebouwd door lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob. Het vastgestelde effect van de indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> in dithoofdstuk zal vermoedelijk participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobbeïnvloed<strong>en</strong> via de arbeidssituatie waarin m<strong>en</strong> zich bevindt. In hoofdstuk 12 gaanwe na in welke mate deze hypothese stand houdt wanneer het verband tuss<strong>en</strong> dearbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job wordtbekek<strong>en</strong>.T<strong>en</strong>slotte valt op dat niet noodzakelijk de aanwezigheid van e<strong>en</strong> partner op zichmaar wel de socio-economische positie van de partner sam<strong>en</strong>hangt metparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>. Zoals bij arbeidsmarktsucces, moet<strong>en</strong> we ook hieroppass<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ‘homophily effect’ <strong>en</strong> de vraag stell<strong>en</strong> in hoeverre er sprake isvan e<strong>en</strong> direct effect van de socio-economische positie van de partner dan wel vanhet sam<strong>en</strong>zijn van partners met e<strong>en</strong>zelfde socio-economische achtergrond.hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job 177


In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk gaan we na of zoals in de onderzoeksliteratuur reedsnaar vor<strong>en</strong> is gekom<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> in Vlaander<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hangt metleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.hoofdstuk 9 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobTabel 9.28<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de jobGeorganiseerdeopleiding<strong>en</strong>Informeleopleiding<strong>en</strong>Vaardighed<strong>en</strong>Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> x xLeiderschapsfunctie ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> x xOnbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> x x<strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: partnerVaste relatieWerk vaste relatieDiploma vaste relatie x xBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)x178


10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejobk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>hoofdstuk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>10.1 InleidingWanneer de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tersprake komt in de onderzoeksliteratuur, dan ligt de focus op formeel <strong>en</strong> nonformeel<strong>ler<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Doorgaans wordt er dan gekek<strong>en</strong> naarhet effect van het lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> op <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. In dithoofdstuk gaan we na of we in Vlaander<strong>en</strong> net zoals in andere land<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Verder kijk<strong>en</strong> we ook naar desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de aanwezigheid <strong>en</strong> de socio-economische positie van departner <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Uithoofdstuk 4 is namelijk geblek<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kel één op de twee respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ooit e<strong>en</strong>opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job is begonn<strong>en</strong> tot de leeftijd van 29 jaar. Westell<strong>en</strong> in dit hoofdstuk daarom de vraag of sociaal <strong>kapitaal</strong> kan verklar<strong>en</strong> waaromiemand wel <strong>en</strong> iemand anders niet deelneemt aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job.We mak<strong>en</strong> net zoals in hoofdstuk 7 e<strong>en</strong> optelsom van alle types opleiding<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job omdat de participatiegraad per type opleidingafzonderlijk bijzonder laag is <strong>en</strong> we mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de typesopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. We mak<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de leeftijdperiodes: de leeftijdperiode tot 23 jaar, de periode tuss<strong>en</strong> 23<strong>en</strong> 26 jaar, <strong>en</strong> de periode tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Het nadeel om met dezegeconstrueerde variabele te <strong>werk</strong><strong>en</strong> is dat we niet te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of sociaal<strong>kapitaal</strong> op dezelfde wijze sam<strong>en</strong>hangt met alle types opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job. Dit vraagt nader onderzoek in de toekomst.179


| De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>hoofdstuk 10k 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>10.2 Lidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>In de onderstaande tabell<strong>en</strong> wordt er gekek<strong>en</strong> naar de sam<strong>en</strong>hang van participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> het lidmaatschap vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong>het verricht<strong>en</strong> van onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de leeftijd van 21 <strong>en</strong> 26 jaar. De waard<strong>en</strong> voor Cramer’s Vzijn erg laag <strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zeer zwak verband of de afwezigheid van e<strong>en</strong>verband tuss<strong>en</strong> het lid zijn van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging, het verricht<strong>en</strong> van onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong>, het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie in de ver<strong>en</strong>iging <strong>en</strong>het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding. Enkele verband<strong>en</strong> zijn niettemin statistischsignificant wanneer sociaal <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong> wordt bij het verlat<strong>en</strong> van het initieelonderwijs. Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar volg<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dielid zijn geweest van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging bij het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs e<strong>en</strong> opleidingbuit<strong>en</strong> het kader van de job relatief vaker dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid zijngeweest. Daarbij valt wel de uitzondering van de categorie ‘2 ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>’ op.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong> van twee ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> relatief mindervaak aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lidwar<strong>en</strong>, lid war<strong>en</strong> van één of van drie of meer ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> (tabel 10.1). Tuss<strong>en</strong> 23<strong>en</strong> 26 jaar zi<strong>en</strong> we onder de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>igingonderling e<strong>en</strong> verschil: dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie hadd<strong>en</strong>,participer<strong>en</strong> relatief vaker aan e<strong>en</strong> opleiding dan dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>defunctie hadd<strong>en</strong> (10.3).Tabel 10.1Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs0 1 2 3 of meer Cramer’s VN % N % N % N %Tot 23 jaar 179 31,7 180 32,4 81 34,5 22 33,3 0,021180Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 127 20,0 165 25,5 56 19,9 26 31,0 0,078*Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 87 13,7 98 15,1 35 12,3 23 27,1 0,086**Tot 29 jaar 306 48,1 336 51,6 135 47,4 47 55,3 0,044Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 10.2Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarlidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: ja 147 15,9 96 13,1Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: nee 775 84,1 639 86,9Totaal 922 100,0 735 100,0Tabel 10.3Cramer’s V=0,050Bron SONAR C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar leiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) bij hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>hoofdstuk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>Wel Niet Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 108 32,8 354 28,4 0,012Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 111 27,6 263 21,1 0,067**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 65 16,1 178 14,2 0,023Tot 29 jaar 211 52,4 613 48,9 0,030Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 10.4Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naarleiderschapsfunctie in (e<strong>en</strong>) ver<strong>en</strong>iging(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: ja 64 16,5 179 14,1Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: nee 323 83,5 1091 85,9Totaal 387 100,0 1270 100,0Cramer’s V=0,029Bron SONAR C76(26) & C76(29)181Op basis van tabel 10.5 <strong>en</strong> tabel 10.6 merk<strong>en</strong> we op dat dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die bij hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs <strong>en</strong>/of tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaar onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht relatief vaker participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> leeractiviteitbuit<strong>en</strong> het kader van de job. Over de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar zijn erechter ge<strong>en</strong> significante verband<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lidmaatschap van


| De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>hoofdstuk 10k 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> participatie aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong>het kader van de job.Tabel 10.5Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijsWel Niet Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 42 32,6 420 32,5 0,000Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 40 26,1 334 22,3 0,026Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 32 20,8 211 14,0 0,055*Tot 29 jaar 84 54,5 740 49,2 0,031Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 10.6Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naar onbetaaldvrijwilligers<strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> 21 <strong>en</strong> 26 jaarWelNietN % N %Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: ja 36 20,0 207 14,0Opleiding(<strong>en</strong>) gevolgd: nee 144 80,0 1269 86,0Totaal 180 100,0 1476 100,0Cramer’s V=0,053*Bron SONAR C76(26) & C76(29)10.3 Partner182Wanneer we sociaal <strong>kapitaal</strong> operationaliser<strong>en</strong> aan de hand van het hebb<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> vaste relatie <strong>en</strong> de socio-economische positie van deze vaste relatie, merk<strong>en</strong>we grotere waard<strong>en</strong> op voor Cramer’s V. In teg<strong>en</strong>stelling tot het positieve effectvan de (socio-economische positie van de) partner op opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job, stell<strong>en</strong> we hier eerder e<strong>en</strong> negatief effect vast. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diege<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> op 23- <strong>en</strong> 26-jarige leeftijd participer<strong>en</strong> vaker aan e<strong>en</strong>opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong>. Wanneer de respond<strong>en</strong>te<strong>en</strong> vast relatie heeft, dan blijkt dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner die niet <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner met e<strong>en</strong> hoger onderwijsdiploma vaker te


participer<strong>en</strong> dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner die wel <strong>werk</strong>t <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> partnermet e<strong>en</strong> lagere opleiding.Tabel 10.7Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaste relatie op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Niet Cramer’s VN % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 273 20,7 191 26,4 0,065**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 169 13,4 74 18,6 0,063**Tabel 10.8Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het aldan niet hebb<strong>en</strong> van <strong>werk</strong> van de vaste relatie op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26jaark 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>hoofdstuk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>Werkt Werkt niet Cramer’s VN % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 150 18,2 120 24,7 0,078*Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 933 86,8 157 85,8 0,010Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 10.9Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar hoogstbereikt <strong>en</strong> voltooid onderwijsniveau van partner op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26jaarGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 27 37,0 102 53,4 71 58,5 27 66,3 40 59,0 0,102**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 13 10,1 38 10,7 45 12,6 18 20,2 34 19,1 0,105*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)18310.4 Sam<strong>en</strong>vatting


| De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>hoofdstuk 10184k 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>We vatt<strong>en</strong> hieronder de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in tabel 10.10. De kruisjes in tabel 10.10verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> op basis van de associatiemaatCramer’s V. Wanneer Cramer’s V significant is <strong>en</strong> 0,1 of meer bedraagt, danword<strong>en</strong> de kruisjes gearceerd. We mak<strong>en</strong> in de tabel ge<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>leeftijdscategorieën <strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de sterkste verband<strong>en</strong> die we gevond<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> per indicator voor sociaal <strong>kapitaal</strong>. Uit de vergelijking<strong>en</strong> naar leeftijd isgeblek<strong>en</strong> dat meestal de significante verband<strong>en</strong> vastgesteld word<strong>en</strong> voor deleeftijdscategorie 23-26 jaar <strong>en</strong> de categorie 26-29 jaar, maar we vond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>significante verband<strong>en</strong> voor de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar. Verder viel opdat vooral lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsvan belang is in plaats van het lidmaatschap gemet<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar.Op basis van tabel 10.10 kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat we voor elke indicator vansociaal <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> statistisch significant verband hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>, maar slechtséén daarvan is relatief sterk: het diploma van de partner. Hoe hoger opgeleid departner, hoe groter de kans dat de respond<strong>en</strong>t deelneemt aan e<strong>en</strong> leeractiviteitbuit<strong>en</strong> het kader van de job. Wederom moet<strong>en</strong> we hier voorzichtig zijn met hettrekk<strong>en</strong> van conclusies omdat we nog niet hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nagaan of er sprake isvan e<strong>en</strong> ‘homophily effect’.Hoewel sociaal <strong>kapitaal</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong>hangt met participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, blijkt dat de sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> niet altijdstrok<strong>en</strong> met de verwachting<strong>en</strong> op basis van onze theorie dat meer sociaal <strong>kapitaal</strong>leidt tot meer participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (<strong>werk</strong><strong>en</strong>de)partner heeft e<strong>en</strong> zwak maar negatief effect op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job. Dit zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> door hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner of gezin m<strong>en</strong> minder tijd vrij kan mak<strong>en</strong> om teparticiper<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, die meestal ookbuit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. In hoofdstuk 13 gaan we de relatie tuss<strong>en</strong> deleefsituatie <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job na. E<strong>en</strong>andere merkwaardige vaststelling heeft betrekking op de relatie tuss<strong>en</strong>lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong>van twee ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs participer<strong>en</strong>relatief minder vaak aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lid war<strong>en</strong>, lid war<strong>en</strong> van één of van drie of meerver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Ook Strawn (2003) <strong>en</strong> Field (2005) steld<strong>en</strong> dergelijke kromlijnigeverband<strong>en</strong> vast tuss<strong>en</strong> de houding teg<strong>en</strong>over maatschappelijk <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t oflidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, maar kond<strong>en</strong>er ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring voor gev<strong>en</strong>. Dit vraagt meer onderzoek. Meeronderzoek is t<strong>en</strong>slotte nodig naar het effect van sociaal <strong>kapitaal</strong> op elk typeopleiding afzonderlijk. Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) steld<strong>en</strong> namelijk vast op basis vande geboortecohorte 1976 dat over de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar he<strong>en</strong> ere<strong>en</strong> verschil bestaat tuss<strong>en</strong> het profiel van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan


VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het profiel van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aanopleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’anderzijds. Kansarme groep<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> vaker aan e<strong>en</strong> VDAB-opleiding dankansrijke groep<strong>en</strong>, terwijl deze kloof niet zichtbaar was voor participatie aanopleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’(Saliën & De Rick, 2008). Het is dus mogelijk dat ook de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> verschilt naargelang het type opleidingbuit<strong>en</strong> het kader van de job, net zoals we in het vorige hoofdstuk vastgesteldhebb<strong>en</strong> dat de relatie verschilt naargelang de leeractiviteit binn<strong>en</strong> het kader van dejob. In het volg<strong>en</strong>de deel gaan we na welke andere achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces.Tabel 10.10Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de jobk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>hoofdstuk 10 | De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong><strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de jobLidmaatschap ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Leiderschapsfunctie ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>Onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong><strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>: partnerVaste relatieWerk vaste relatieDiploma vaste relatieBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)xxxxxx185


- DEEL 5 DE RELATIE TUSSEN DEOVERIGEACHTERGRONDKENMERKEN VAN HETINDIVIDU, LEVENSLANG LEREN ENARBEIDSMARKTSUCCES -


11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overigeachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces11.1 InleidingIn deel 3 <strong>en</strong> deel 4 van dit rapport hebb<strong>en</strong> we het effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> op arbeidsmarktsucces onderzocht. Participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> zijn echter niet de <strong>en</strong>ige variabel<strong>en</strong> die arbeidsmarktsucceskunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het theoretisch model dat de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> beschrijft (zie figuur 1.3 in hoofdstuk 1),moet<strong>en</strong> we rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu. Nietalle<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, maar ook m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> socio-demografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> namelijk de positie die e<strong>en</strong> individu bereikt op dearbeidsmarkt bepal<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> toont het model aan dat het effect van<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> gaat via zowel het sociaal als hetm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> van het individu. M<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>sdoor sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> beïnvloed. Terwijl in hoofdstuk 8 het effectvan sociaal <strong>kapitaal</strong> werd beschrev<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces, staat in dit hoofdstukhet effect van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> de socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal.Arbeidsmarktsucces wordt opnieuw gemet<strong>en</strong> aan de hand van zes indicator<strong>en</strong>:<strong>werk</strong>loosheid, jobtevred<strong>en</strong>heid, loon, contract, horizontale match <strong>en</strong> verticalemismatch. We kijk<strong>en</strong> eerst naar de toestand op 29 jaar op het mom<strong>en</strong>t van dederde bevraging om te bepal<strong>en</strong> of iemand <strong>werk</strong>loos is of niet. Daarna kijk<strong>en</strong> w<strong>en</strong>aar de overige indicator<strong>en</strong> die weergev<strong>en</strong> welke job m<strong>en</strong> voor het laatst tot op deleeftijd van 29 jaar heeft uitgeoef<strong>en</strong>d. Omdat de meerderheid van de variabel<strong>en</strong>nominaal of ordinaal zijn <strong>en</strong> meerdere categorieën bevatt<strong>en</strong>, nem<strong>en</strong> kruistabell<strong>en</strong>veel plaats in beslag. Daarom rapporter<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel de sterkte van het verband <strong>en</strong>de significantie van het verband. Bij significante verband<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we toelichting.hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 189


Wanneer e<strong>en</strong> van de twee variabel<strong>en</strong> nominaal is, gebruik<strong>en</strong> we de associatiemaatCramer’s V. Wanneer beide variabel<strong>en</strong> ordinaal zijn, gebruik<strong>en</strong> we deassociatiemaat Gamma.11.2 Socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces19011.2.1 GeslachtIn tabel 11.1 wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> voorarbeidsmarktsucces gerapporteerd. De verband<strong>en</strong> zijn over het algeme<strong>en</strong>statistisch significant, met uitzondering voor jobtevred<strong>en</strong>heid, <strong>en</strong> relatief sterkvoor loon <strong>en</strong> contract. In geval van loon <strong>en</strong> contract overstijgt de waarde voorCramer’s V de waarde van 0,1. Mann<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> duidelijk meer dan vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>meer mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract: 89% van de mann<strong>en</strong> t<strong>en</strong>opzichte van 80% van de vrouw<strong>en</strong>. Verder zijn ook minder mann<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loos.Maar vrouw<strong>en</strong> zijn positiever dan mann<strong>en</strong> over de afstemming tuss<strong>en</strong> hunopleiding <strong>en</strong> de vereist<strong>en</strong> van hun job: zowel inhoudelijk als wat betreft het niveauis er sprake van e<strong>en</strong> betere overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding bij vrouw<strong>en</strong>dan bij mann<strong>en</strong>. De waarde voor Cramer’s’ V bij horizontale match, verticalemismatch <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheid ligt echter tuss<strong>en</strong> 0 <strong>en</strong> 0,1, wat wijst op e<strong>en</strong> zeer zwakof te verwaarloz<strong>en</strong> verband.Tabel 11.1Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> geslachtIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,073**Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,070Loon Cramer’s V 0,279***Contract Cramer’s V 0,127**Horizontale match Cramer’s V 0,097**Verticale mismatch Cramer’s V 0,074*Bron SONAR C76(23) & C76(29)11.2.2 Sociale afkomstNet zoals bij geslacht vind<strong>en</strong> we de hoogste waard<strong>en</strong> bij loon, contract <strong>en</strong>horizontale match (tabel 11.2). Hoe hoger de sociale afkomst, hoe hoger het loon


<strong>en</strong> hoe groter de kans op e<strong>en</strong> inhoudelijke afstemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding inde laatste job tot op 29 jaar. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de hoogste sociale klasse mak<strong>en</strong>daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> minder kans op e<strong>en</strong> vast contract dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit demidd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> de laagste sociale klasse. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de hoogste socialeklasse hebb<strong>en</strong> vaker e<strong>en</strong> tijdelijk contract maar <strong>werk</strong><strong>en</strong> wel minder vaak interim <strong>en</strong>via e<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel in de laatste job tot op 29 jaar dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> lagere sociale afkomst. De relatie tuss<strong>en</strong> sociale afkomst, jobtevred<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> verticale mismatch is statistisch niet significant. Het verband tuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong>looszijn <strong>en</strong> sociale afkomst is zeer zwak: 95% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit demidd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> uit de hoogste sociale klasse is aan het <strong>werk</strong>, in teg<strong>en</strong>stelling tot91% van de laagste sociale klasse.Tabel 11.2Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale afkomstIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,075*Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma -0,013Loon Gamma 0,189***Contract Cramer’s V 0,106***Horizontale match Gamma 0,253***Verticale mismatch Cramer’s V 0,019Bron SONAR C76(23) & C76(29)11.2.3 Etnische afkomstDe waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V ligg<strong>en</strong> vrij laag in tabel 11.3. Deze lage waard<strong>en</strong>wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zwakke sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> etnische afkomst <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccestot op 29 jaar. Enkel het verband tuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loos zijn <strong>en</strong> etnische afkomst is sterkte noem<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,220). Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn duidelijk minder<strong>werk</strong>loos op 29 jaar dan allochtone respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Onder de allochton<strong>en</strong> zijnvooral de Turkse respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, gevolgd door de Noord-Afrikaanse respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>werk</strong>loos: 37,% van de Turkse respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> 25% van de Noord-Afrikaanserespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van 4% van de Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> etnische afkomst <strong>en</strong> contract <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> etnische afkomst <strong>en</strong>horizontale match is statistisch significant maar gezi<strong>en</strong> de waarde voor Cramer’s Vzeer zwak. Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (86%) hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vast contractdan allochtone respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (60% à 77%). Turkse respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hetminst vaak e<strong>en</strong> vast contract. Meer dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong>tijdelijk of e<strong>en</strong> interim contract. Turkse <strong>en</strong> Zuid-Europese respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijnhoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 191


verder er meer van overtuigd dat hun job niet inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met hunopleiding dan overige allochtone <strong>en</strong> Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Tabel 11.3Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> etnische afkomsthoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,220***Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,061Loon Cramer’s V 0,056Contract Cramer’s V 0,096***Horizontale match Cramer’s V 0,086**Verticale mismatch Cramer’s V 0,06911.2.4 ThuistaalBron SONAR C76(23) & C76(29)In tabel 11.4 wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> thuistaal <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesgeschetst. De hoogste waarde voor Cramer’s V wordt opnieuw gevond<strong>en</strong> bij<strong>werk</strong>loosheid (Cramer’s V=0,178). Vijf<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van deNederlandstalig<strong>en</strong> zijn aan de slag op 29 jaar, terwijl 77% van de anderstalig<strong>en</strong> aanhet <strong>werk</strong><strong>en</strong> zijn. Het <strong>werk</strong>loosheidsperc<strong>en</strong>tage ligt bij anderstalig<strong>en</strong> dus beduid<strong>en</strong>dhoger. Het verband tuss<strong>en</strong> contract, horizontale match <strong>en</strong> thuistaal, is zeer zwakmaar ook statistisch significant. Vijf<strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de Nederlandstalig<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract, terwijl 74% van de anderstalig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contracthebb<strong>en</strong>. Verder vind<strong>en</strong> Nederlandstalig<strong>en</strong> meer dan anderstalig<strong>en</strong> dat hun <strong>werk</strong>inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met hun opleiding. Het verband tuss<strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid,loon, verticale mismatch <strong>en</strong> thuistaal is statistisch niet significant.192


Tabel 11.4Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> thuistaalIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,178***Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,068Loon Cramer’s V 0,055Contract Cramer’s V 0,082*Horizontale match Cramer’s V 0,072*Verticale mismatch Cramer’s V 0,039Bron SONAR C76(23) & C76(29)11.3 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>11.3.1 Hoogst bereikte onderwijsniveauOmdat m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, juist door participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, veranderlijkis, bekijk<strong>en</strong> we hier zowel de relatie van het hoogst bereikte onderwijsniveau bijhet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs <strong>en</strong> het onderwijsniveau bij aanvang van delaatste job tot op 29 jaar met arbeidsmarktsucces. Op die manier krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>beeld van wat belangrijker is op de leeftijd van 29 jaar.In tabel 11.5 staat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveau bijhet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces c<strong>en</strong>traal. Daaruitblijkt dat het verband tuss<strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveau <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces sterk aanwezig <strong>en</strong> statistisch significant is. Enkeljobtevred<strong>en</strong>heid blijkt niet sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met het onderwijsniveau.Loon <strong>en</strong> horizontale match hang<strong>en</strong> sterk sam<strong>en</strong> met het hoogst bereikteonderwijsniveau: hoe hoger de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgeleid zijn, hoe hoger het loon <strong>en</strong>hoe meer zij inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>. Dewaard<strong>en</strong> voor Gamma zijn respectievelijk 0,344 <strong>en</strong> 0,275. Hoger opgeleid<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong> wel vaker dat ze te hoog opgeleid zijn <strong>en</strong> minder vaak dat ze te laagopgeleid zijn dan lager opgeleid<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,144). Verder zijn hogeropgeleid<strong>en</strong> relatief minder vaak <strong>werk</strong>loos: 95% tot 98% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diehet hoger onderwijs met succes hebb<strong>en</strong> afgerond zijn <strong>werk</strong><strong>en</strong>d, in teg<strong>en</strong>stelling tot89% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> diploma hoger secundair onderwijs hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>93% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> diploma hoger secundair onderwijshebb<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,114). T<strong>en</strong>slotte valt op dat universitair<strong>en</strong> minder vaak e<strong>en</strong>vast contract hebb<strong>en</strong> dan de overige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Neg<strong>en</strong><strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t vande universitair<strong>en</strong>, 90% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma uit het hogeronderwijs van het lange type <strong>en</strong> 83% tot 87% van de overige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 193


hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract. Universitair<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> tijdelijkcontract (respectievelijk 28% versus 7% tot 13%), maar het minst vaak e<strong>en</strong> interimcontract of e<strong>en</strong> contract via e<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel (Cramer’s V=0,127).hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces194Tabel 11.5Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveaubij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keerIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,114***Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,019Loon Gamma 0,344***Contract Cramer’s V 0,127***Horizontale match Gamma 0,275***Verticale mismatch Cramer’s V 0,144***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In tabel 11.6 staat de relatie tuss<strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveau bijaanvang van de laatste job tot op 29 jaar <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces c<strong>en</strong>traal. Uit tabel11.5 bleek reeds dat m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> belangrijke impact heeft oparbeidsmarktsucces, <strong>en</strong> dit wordt opnieuw bevestigd in tabel 11.6. Behalve voorloon <strong>en</strong> jobtevred<strong>en</strong>heid is de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s <strong>en</strong> na de initiële schoolloopbaan zelfssterker geword<strong>en</strong>. Deze waarneming doet vermoed<strong>en</strong> dat het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>dat aan verandering onderhevig is door participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong>impact heeft op arbeidsmarktsucces. Deze impact is echter niet altijd positief voorhoogopgeleid<strong>en</strong>. Hoogopgeleid<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> nog altijd minder kans te mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>vast contract <strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> vaker dan laagopgeleid<strong>en</strong> dat ze te hoog opgeleid zijnvoor hun job. Enkel horizontale match veronderstelt e<strong>en</strong> positieve impact van hetveranderlijke m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> op arbeidsmarktsucces: meer hoogopgeleid<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong> dat hun job inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met de job. Het verband tuss<strong>en</strong>loon <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> wordt dan weer zwakker: hoogopgeleid<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>nog altijd meer in hun laatste job tot op 29 jaar maar het verband is minder sterk.Met andere woord<strong>en</strong>, dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die alsnog in de categorie van hoogopgeleid<strong>en</strong>terechtkom<strong>en</strong> door na het betred<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt e<strong>en</strong> hogeronderwijsdiploma te behal<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> door dit bijkom<strong>en</strong>de diploma nietnoodzakelijk meer.


Tabel 11.6Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveaubij aanvang van de laatste job tot op 29 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,115***Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,003Loon Gamma 0,310***Contract Cramer’s V 0,139***Horizontale match Gamma 0,426***Verticale mismatch Cramer’s V 0,151***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)11.3.2 Opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsIn tabel 11.7 staat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de opleiding<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> volgde voor hetverlat<strong>en</strong> van de initiële schoolloopbaan <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces vermeld. Deindicator opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs bleek inde vorige hoofdstukk<strong>en</strong> weinig te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> van de variantie in participatieaan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Ook hier blijkt de impact ervan op arbeidsmarktsucceseerder klein te zijn. Drie van de zes waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V zijn statistischsignificant, maar slechts één ervan bedraagt meer dan 0,1: de associatiemaat voorhet verband tuss<strong>en</strong> het nettoloon <strong>en</strong> het al dan niet gevolgd hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>opleiding voordat m<strong>en</strong> het regulier onderwijs voor het eerst verlat<strong>en</strong> heeft.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die voor het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijs ge<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>deopleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd bevind<strong>en</strong> zich relatief vaker in de hoogsteantwoordcategorieën van het nettoloon. Zij verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> dus relatief meer danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd. Hoewel hetverband erg zwak is, stell<strong>en</strong> we verder vast dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder bijkom<strong>en</strong>deopleiding te hebb<strong>en</strong> gevolgd minder vaak <strong>werk</strong>loos zijn (5% t<strong>en</strong> opzichte van 10%van de overige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> relatief vaker beam<strong>en</strong> dat hun <strong>werk</strong> inhoudelijkniet overe<strong>en</strong>stemt met hun opleiding. Het verband tuss<strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>bijkom<strong>en</strong>de opleiding voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs <strong>en</strong>jobtevred<strong>en</strong>heid, contract <strong>en</strong> verticale mismatch is statistisch niet significant.hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 195


Tabel 11.7Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding voorhet verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijsIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,055*Jobtevred<strong>en</strong>heid Cramer’s V 0,051hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces196Loon Cramer’s V 0,131***Contract Cramer’s V 0,067Horizontale match Cramer’s V 0,089**Verticale mismatch Cramer’s V 0,040Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)11.3.3 Sociale demotie <strong>en</strong> ‘locus of control’Sociale demotie werd binn<strong>en</strong> SONAR op drie mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. Omdatvolg<strong>en</strong>s ons model m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> kan verander<strong>en</strong> door participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, kijk<strong>en</strong> we hier naar het effect van de attitude sociale demotiegemet<strong>en</strong> op 23 <strong>en</strong> op 26 jaar op arbeidsmarktsucces op 29 jaar. We lat<strong>en</strong> socialedemotie gemet<strong>en</strong> op 29 jaar buit<strong>en</strong> beschouwing om te voldo<strong>en</strong> aan de tweedevoorwaarde van e<strong>en</strong> oorzaak-gevolg relatie (zie hoofdstuk 2). Locus of controlwerd niet op 23 jaar gemet<strong>en</strong>. We kijk<strong>en</strong> daarom <strong>en</strong>kel naar de relatie tuss<strong>en</strong> locusof control gemet<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces.In tabel 11.8 wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> sociale demotie op 23 jaar <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces op 29 jaar beschrev<strong>en</strong>. Loon, jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> horizontalematch corre<strong>ler<strong>en</strong></strong> negatief <strong>en</strong> statistisch significant met sociale demotie op 23 jaar.Hoe meer m<strong>en</strong> zich achtergesteld voelt op deze leeftijd, hoe minder m<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t,hoe minder tevred<strong>en</strong> is met zijn of haar job <strong>en</strong> hoe minder m<strong>en</strong> inhoudelijkeovere<strong>en</strong>stemming ervaart tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job. M<strong>en</strong> zou daarom kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> minder positieve houding automatisch leidt tot e<strong>en</strong> minder positieveinschatting van zijn of haar arbeidsmarktsucces. Maar de negatieve relatie tuss<strong>en</strong>sociale demotie <strong>en</strong> de meer objectieve maatstaf, het loon, wijst er op dat er meeraan de hand is dan <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> negatievere inschatting van zijn of haar positie op dearbeidsmarkt.Terwijl de sam<strong>en</strong>hang met loon <strong>en</strong> horizontale match zwakker wordt wanneersociale demotie op 26-jarige leeftijd wordt gemet<strong>en</strong>, wordt de sam<strong>en</strong>hang metjobtevred<strong>en</strong>heid nog sterker <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hang met <strong>werk</strong>loosheid, contract <strong>en</strong>verticale mismatch statistisch significant (tabel 11.9). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diebeantwoord<strong>en</strong> aan de stelling<strong>en</strong> over sociale demotie zijn vaker <strong>werk</strong>loos, hebb<strong>en</strong>minder vaak e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> vaker dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat hunopleiding te hoog hetzij te laag is gezi<strong>en</strong> de vereist<strong>en</strong> van hun job. De sam<strong>en</strong>hang


tuss<strong>en</strong> sociale demotie <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheid, contract <strong>en</strong> verticale mismatchanderzijds is echter erg zwak.Tabel 11.8Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale demotie op 23 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,041Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma -0,236 ***Loon Gamma -0,251***Contract Cramer’s V 0,027Horizontale match Gamma -0,352***Verticale mismatch Cramer’s V 0,063Tabel 11.9Bron SONAR C76(23) & C76(29)Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociale demotie op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,098**Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma -0,341***Loon Gamma -0,203***Contract Cramer’s V 0,072**Horizontale match Gamma -0,290***Verticale mismatch Cramer’s V 0,071*Bron SONAR C76(26) & C76(29)De relatie tuss<strong>en</strong> ‘locus of control’ <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces is minder uitgesprok<strong>en</strong>dan de relatie tuss<strong>en</strong> sociale demotie <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces (tabel 11.10). Enkeljobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> horizontale match zijn statistisch significant gerelateerd metlocus of control op 26-jarige leeftijd. De relatie tuss<strong>en</strong> ‘locus of control’ <strong>en</strong><strong>werk</strong>loosheid, contract, verticale mismatch <strong>en</strong> loon in de laatste job tot op 29 jaaris niet significant. De sterke sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> locus of control maar ook socialedemotie met jobtevred<strong>en</strong>heid is opmerkelijk. Terwijl jobtevred<strong>en</strong>heid als indicatorvoor arbeidsmarktsucces doorgaans niet significant blijkt sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> metsociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige indicator<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>,hangt het wel sterk sam<strong>en</strong> met psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het gevoelhebb<strong>en</strong> controle te hebb<strong>en</strong> over hun lev<strong>en</strong> zijn later relatief meer tevred<strong>en</strong> methun job. Ze ervar<strong>en</strong> verder ook vaker inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> hunjob <strong>en</strong> opleiding.hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 197


Tabel 11.10Relatie tuss<strong>en</strong> arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> ‘locus of control’ op 26 jaarIndicator arbeidsmarktsucces Associatiemaat Waarde <strong>en</strong> significantieWerkloosheid Cramer’s V 0,067Jobtevred<strong>en</strong>heid Gamma 0,252***Loon Gamma 0,047hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces198Contract Cramer’s V 0,068Horizontale match Gamma 0,106**Verticale mismatch Cramer’s V 0,06611.4 Sam<strong>en</strong>vattingBron SONAR C76(26) & C76(29)In tabel 11.11 vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> van de onderzochte verband<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> dezes indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces. Volg<strong>en</strong>s het model besprok<strong>en</strong> inhoofdstuk 1 (figuur 1.3) bepal<strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong> met sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zij in rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebracht wanneer er in e<strong>en</strong>latere onderzoeksfase gekek<strong>en</strong> wordt naar het effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> op <strong>werk</strong>.De kruisjes in tabel 11.11 verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> opbasis van de associatiemaat Cramer’s V. Indi<strong>en</strong> de verband<strong>en</strong> op basis van deassociatiemaat Gamma statistisch significant zijn, dan staat er e<strong>en</strong> plus voor e<strong>en</strong>positief verband <strong>en</strong> e<strong>en</strong> min voor e<strong>en</strong> negatief verband. Wanneer Cramer’s Vsignificant is <strong>en</strong> 0,1 of meer bedraagt <strong>en</strong> wanneer Gamma 0,2 of meer bedraagt,dan word<strong>en</strong> de kruisjes, pluss<strong>en</strong> of minnetjes gearceerd. Wanneer bepaaldeindicator<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> op meerdere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, danwordt het sterkste verband gebruikt als informatie voor tabel 11.11. Over hetalgeme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we vastgesteld dat de impact van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> grotereimpact op arbeidsmarktsucces heeft wanneer ze later in de arbeidsloopbaan wordtgemet<strong>en</strong> dan op e<strong>en</strong> vroeger mom<strong>en</strong>t. In hoofdstuk 8 steld<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong>zelfdemanier vast dat sociaal <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> grotere impact heeft wanneer ze later in dearbeidsloopbaan werd gemet<strong>en</strong>. Dit toont aan dat inderdaad m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> veranderlijk zijn. Multivariate <strong>analyse</strong>s in vervolgonderzoek zal kunn<strong>en</strong>nagaan in hoeverre deze verandering door participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>optreedt. Voor de indicator hoogst bereikte onderwijsniveau van m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> is het reeds in deze fase van het onderzoek evid<strong>en</strong>t dat participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, of anders gezegd, de terugkeer naar het regulier onderwijs,verantwoordelijk is voor de to<strong>en</strong>ame in m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>. Opvall<strong>en</strong>d is wel dat de


waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verandering of versterking van de relatie tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong><strong>en</strong> arbeidsmarktsucces niet noodzakelijk positief is voor hoogopgeleid<strong>en</strong>. Wanneerm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong> wordt bij aanvang van de laatste job, dan blijkt dathoogopgeleid<strong>en</strong> nog minder kans mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> nog meerervar<strong>en</strong> te hoog opgeleid te zijn voor hun job dan wanneer m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>gemet<strong>en</strong> wordt bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer. Hetverband tuss<strong>en</strong> loon <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> wordt dan weer zwakker:hoogopgeleid<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> nog altijd meer in hun laatste job tot op 29 jaar maarhet verband is minder sterk. Met andere woord<strong>en</strong>, terugker<strong>en</strong> naar het initieelonderwijs <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoger diploma behal<strong>en</strong> leidt niet noodzakelijk (mete<strong>en</strong>) tot e<strong>en</strong>vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere verloning noch tot e<strong>en</strong> job waarvoor ze juist goedopgeleid zijn.Het feit dat meer m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> niet noodzakelijk meer arbeidsmarktsuccesgarandeert wanneer we bijvoorbeeld naar het type contract kijk<strong>en</strong>, ook nietwanneer het m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> to<strong>en</strong>eemt tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan, toont verderaan dat er vermoedelijk bij het negatieve effect van het diploma van de partner(sociaal <strong>kapitaal</strong>) op het type contract er inderdaad sprake is van e<strong>en</strong> ‘homophilyeffect’. Zowel het hoge diploma van de respond<strong>en</strong>t als dat van de partnerresulteert in e<strong>en</strong> grotere kans op e<strong>en</strong> tijdelijk contract. Dit doet vermoed<strong>en</strong> datniet alle<strong>en</strong> hoogopgeleid<strong>en</strong> vaker e<strong>en</strong> partner hebb<strong>en</strong> die ook hoogopgeleid ismaar dat hoogopgeleid<strong>en</strong> ook relatief vlugger in bepaalde sector<strong>en</strong> aan de slaggaan waar relatief minder snel e<strong>en</strong> vast contract wordt gegev<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in deacademische wereld, of dat ze in de vroege arbeidsloopbaan mogelijk mobielerzijn <strong>en</strong> pas op latere leeftijd aan e<strong>en</strong> vast contract kom<strong>en</strong>. Niettemin heeft e<strong>en</strong>hoge opleiding ook positieve effect<strong>en</strong> wanneer we arbeidsmarktsucces definiër<strong>en</strong>als <strong>werk</strong>zaam zijn, de hoogte van het nettoloon <strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemmingtuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> opleiding.Niet alle indicator<strong>en</strong> van arbeidsmarktsucces hang<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> opdezelfde manier sam<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.Vooral jobtevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> verticale mismatch hang<strong>en</strong> niet of nauwelijks sam<strong>en</strong>met sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>. Voor jobtevred<strong>en</strong>heidvind<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> positief <strong>en</strong> significant effect van psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>zoals sociale demotie <strong>en</strong> ‘locus of control’. Jobtevred<strong>en</strong>heid is onder de zesindicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces de meest subjectieve maatstaf <strong>en</strong> hangtwaarschijnlijk daarom ook sneller sam<strong>en</strong> met andere meer g<strong>en</strong>erieke attitudes (cf.Saari & Judge, 2004). Naast jobtevred<strong>en</strong>heid hangt ook verticale mismatch metrelatief weinig verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. Bij verticale mismatch vind<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele<strong>en</strong> effect van geslacht <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> terug. Het is dus vooral op loon, hettype contract <strong>en</strong> op horizontale match dat sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> impact hebb<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de twee hoofdstukk<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>hoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 199


we naar de sam<strong>en</strong>hang van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>met verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong>.Tabel 11.11Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucceshoofdstuk 11 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesSociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>WERK TEV LOON CON HM VMMGeslacht x x x x xSociale afkomst x + x +Etnische afkomst x x xThuistaal x x xM<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>Hoogst bereikte onderwijsniveau x + x + xBijkom<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong> x x xSociale demotie x - - x - xLocus of control + +* WERK = <strong>werk</strong>loosheid; TEV = jobtevred<strong>en</strong>heid; LOON = nettoloon; CON =contract; HM = horizontale match; VMM = verticale mismatchBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)200


12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overigeachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in hetkader van de job12.1 InleidingIn deel 3 steld<strong>en</strong> we vast dat het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader vande job <strong>en</strong> in mindere mate het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob e<strong>en</strong> impact te hebb<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces. De vraag dringt zich nu op ofrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> verschill<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die niet participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Hebb<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong>participer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-participer<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d profiel? Inhoofdstuk 9 <strong>en</strong> hoofdstuk 10 hebb<strong>en</strong> we reeds aanwijzing<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> datparticiper<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-participer<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d profiel hebb<strong>en</strong>omdat sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hangt met participatie aan verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong>. In dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk gaan we na of andereachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu, waaronder m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>,sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, maar ook leerervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leefsituatie,sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. We baser<strong>en</strong> ons daarvoor ophet theoretisch model uit hoofdstuk 1 (figuur 1.2), maar bested<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aandachtaan de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> perceptie van de leeractiviteit die volg<strong>en</strong>s het modelvariantie in participatie kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> vanwege gebrek aan voldo<strong>en</strong>deinformatie.In dit hoofdstuk staan de leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job c<strong>en</strong>traal. Bijgeorganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job, opleiding<strong>en</strong> gevolgd tot 26 jaar, opleiding<strong>en</strong>gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar, opleiding<strong>en</strong> gevolgd tot 29 jaar <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong>gevolgd in de laatste job tot op 29 jaar. Door dit onderscheid te mak<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong>we nagaan of de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>merk van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job201


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job202<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> verschilt naargelang de leeftijdsperiode. Bij deverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> we aandacht aan de vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> inde eerste job <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar.Hieronder vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in (kruis)tabell<strong>en</strong>. De sterkte van hetverband tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong> wordt met de associatiemaat Cramer’s Vweergegev<strong>en</strong>.12.2 Georganiseerde opleiding<strong>en</strong>12.2.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> met<strong>en</strong> we aan de hand van de variabel<strong>en</strong> geslacht,sociale afkomst, thuistaal <strong>en</strong> etnische afkomst. Uit de tabell<strong>en</strong> blijkt dat allesociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> metgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> het kader van de job. De sam<strong>en</strong>hangmet geslacht is relatief het zwakst (Cramer’s V=0,024~0,052) <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hangmet sociale <strong>en</strong> etnische afkomst het grootst (Cramer’s V=0,092~0,182).Uit tabel 12.1 blijkt dat jong<strong>en</strong>s over het algeme<strong>en</strong> vaker dan meisjes participer<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job, maar dat hetverschil tuss<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes eerder klein is <strong>en</strong> statistisch niet significanttuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Het verschil tuss<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes, hoe klein ook, vindtzijn oorsprong dus vooral in de leeftijdsperiode voor 26 jaar.Tabel 12.1Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar geslachtMan Vrouw Cramer’s VN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 326 31,6 265 26,9 0,051*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 560 54,5 478 49,2 0,052*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 449 53,7 416 51,3 0,024Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 587 70,0 535 65,3 0,051*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Ook bij sociale afkomst zi<strong>en</strong> we dat het verband ervan met participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> zwakker is na 26 jaar dan voor 26 jaar (tabel 12.2).Niettemin is het verband na 26 jaar nog statistisch significant. Over het algeme<strong>en</strong>participer<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage sociale achtergrond significant minder aan e<strong>en</strong>


georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job dan jonger<strong>en</strong> uit demidd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> hogere sociale klasse. Tot op de leeftijd van 29 jaar heeft de helftvan de jonger<strong>en</strong> uit de lage sociale klasse minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleidinggevolgd, terwijl bijna driekwart van de jonger<strong>en</strong> uit de midd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> hogeresociale klasse dat gedaan heeft.Tabel 12.2Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar sociale afkomstLaag Midd<strong>en</strong> Hoog Cramer’sVN % N % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 93 19,3 312 30,4 185 37,1 0,139***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 176 37,3 546 53,7 313 63,0 0,182***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 171 44,4 456 54,6 236 56,7 0,094***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 218 56,0 591 70,4 310 74,3 0,147***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In tabel 12.3 wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> etnische afkomst <strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. We stell<strong>en</strong> in elke leeftijdscategorie vastdat meer Belgische jonger<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> niet-Belgische afkomst e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd17. Vooral bij de Turkse jonger<strong>en</strong> ligt departicipatiegraad erg laag in vergelijking met de participatiegraad bij Belgischejonger<strong>en</strong>. Op 29 jaar heeft slechts 20% van de Turkse jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> 69% van deBelgische jonger<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleiding gevolgd. Het verschiltuss<strong>en</strong> Belgische jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘overige niet-Belgische’ jonger<strong>en</strong> is minder groot.Wanneer we naar thuistaal kijk<strong>en</strong> (tabel 12.4), krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> ander beeld. Meeranderstalig<strong>en</strong> dan jonger<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d Nederlands prat<strong>en</strong> thuis hebb<strong>en</strong>minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleiding gevolgd in de eerste job. In latere jobs lijkthet tij te ker<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn er meer Nederlandstalig<strong>en</strong> dan anderstalig<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>séén georganiseerde opleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd in hun arbeidsloopbaan. Deverband<strong>en</strong> zijn echter zeer zwak, met uitzondering van de sam<strong>en</strong>hang wanneer dehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar in rek<strong>en</strong>ing wordt gebracht.hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job20317 Voor meer informatie over de constructie van de variabele ‘etnische afkomst’, verwijz<strong>en</strong> we de lezer naarbijlage 1.


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job204Tabel 12.3Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar etnische afkomstBelgisch Turks Noord-AfrikaansZuid-EuropeesOverig<strong>en</strong>iet-BelgischCramer’s VN % N % N % N % N %Eerste job 530 30,2 4 11,1 4 9,3 4 16,0 43 29,5 0,092**Tot 26 jaar 925 53,2 7 20,6 14 34,1 8 32,0 74 50,7 0,110***Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 774 53,6 3 13,0 14 46,7 6 37,5 61 50,4 0,103**Tot 29 jaar 1002 69,2 5 20,0 19 57,6 7 43,8 78 63,0 0,144***Tabel 12.4Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar thuistaalNederlands Andere taal Cramer’s VN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 563 22,5 27 29,7 0,038Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 988 52,6 48 41,4 0,053*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 826 53,1 36 40,9 0,055*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 1074 68,8 45 48,4 0,101***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)12.2.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> hebb<strong>en</strong> we op vier manier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> operationaliser<strong>en</strong>: (1) hethoogst bereikte onderwijsniveau dat de respond<strong>en</strong>t gehaald <strong>en</strong> succesvol afgerondheeft voordat hij of zij het initieel onderwijs voor de eerste keer heeft verlat<strong>en</strong>; (2)het al dan niet gevolgd hebb<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong> voordat m<strong>en</strong> hetonderwijs voor de eerste keer verlat<strong>en</strong> heeft – we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> daarbij vooral aantaalcursuss<strong>en</strong> etc. in het Onderwijs voor Sociale Promotie; <strong>en</strong> psychologischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waaronder (3) sociale demotie <strong>en</strong> (4) ‘locus of control’ ofbeheersingsoriëntatie. Sociale demotie meet e<strong>en</strong> gevoel van achterstelling <strong>en</strong> ‘locusof control’ de mate waarin iemand de oorzak<strong>en</strong> van wat hem of haar overkomt bijzichzelf of buit<strong>en</strong> zichzelf zoekt 18 . Het verband tuss<strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveau is het sterkst(Cramer’s V=0,202~0,263), terwijl het verband tuss<strong>en</strong> participatie aan18 Voor meer informatie over de constructie van deze schaal, verwijz<strong>en</strong> we de lezer naar bijlage 1.


georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd voordat m<strong>en</strong> het onderwijsvoor het eerst verlaat het zwakst is <strong>en</strong> meestal statistisch niet significant (Cramer’sV=0,001~0,050).In tabel 12.5 staat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het hoogst bereikte onderwijsniveau vermeld. Cramer’s V is voorelke leeftijdscategorie groter dan 0,2. Hiermee wordt het bestaan van hetMattheüseffect nogmaals bevestigd: hoe hoger de initiële opleiding, hoe groter departicipatiegraad. Over de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar zi<strong>en</strong> we dat ongeveer80% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma van het hoger onderwijs op zak e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding heeft gevolgd, in teg<strong>en</strong>stelling tot 62% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma van het hoger secundair onderwijs <strong>en</strong> 41% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma van het lager secundair onderwijs, lager onderwijsof respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder diploma. Er is echter weinig verschil tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die hoger onderwijs van het korte type (huidige professionele bachelors), hogeronderwijs van het lange type (huidige academische bachelors) of universiteithebb<strong>en</strong> gevolgd.Tabel 12.5Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar hoogst bereikte onderwijsniveauGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Eerste job 32 14,0 210 23,5 219 39,2 37 34,9 91 40,6 0,202***Tot 26 jaar 59 26,5 400 45,3 357 64,0 71 67,0 148 66,7 0,260***Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 50 30,7 350 47,5 297 63,1 55 62,5 113 61,4 0,205**Tot 29 jaar 68 41,0 458 62,1 380 80,7 69 77,5 145 77,3 0,263***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Tabel 12.6 toont aan dat participatie aan bijkom<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong> voordat m<strong>en</strong> hetinitieel onderwijs voor het eerst verlat<strong>en</strong> heeft nauwelijks sam<strong>en</strong>hangt metparticipatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job nadatm<strong>en</strong> het onderwijs voor het eerst verlat<strong>en</strong> heeft. Enkel het verband in deleeftijdscategorie tot op 26 jaar is statistisch significant maar ook erg zwak. Dit is<strong>en</strong>igszins verrass<strong>en</strong>d omdat participatie aan bijkom<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong> voordat m<strong>en</strong>het initieel onderwijs verlat<strong>en</strong> heeft vrijwillig gebeurt <strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de als e<strong>en</strong>indicator voor de bereidwilligheid om bij te <strong>ler<strong>en</strong></strong> kan beschouwd word<strong>en</strong>.Participer<strong>en</strong> aan bijkom<strong>en</strong>de leeractiviteit<strong>en</strong> voordat m<strong>en</strong> het onderwijs verlaatblijkt echter ge<strong>en</strong> voorspeller voor participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job na het verlat<strong>en</strong> van het onderwijs te zijn.hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job205


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job206Tabel 12.6Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsGevolgd Niet gevolgd Cramer’s VN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 35 29,2 556 29,3 0,001Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 73 61,9 965 51,3 0,050*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 53 50,5 812 52,7 0,011Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 73 68,2 1049 67,7 0,003Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het verband tuss<strong>en</strong> de psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> is statistisch significant <strong>en</strong> overstijgt 0,1.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die eerder negatief ingesteld zijn, de toekomst <strong>en</strong> hun kans<strong>en</strong> in demaatschappij somber inzi<strong>en</strong>, participer<strong>en</strong> minder vaak aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (tabel 12.7)19.Er di<strong>en</strong>t wel opgemerkt te word<strong>en</strong> dat er weinig respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn die akkoordgaan met de stelling<strong>en</strong> dat ze zich achtergesteld voel<strong>en</strong>.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die eerder het gevoel hebb<strong>en</strong> dat ze controle hebb<strong>en</strong> over hunlev<strong>en</strong>20, participer<strong>en</strong> vaker aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader vande job dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (tabel 12.8).Tabel 12.7Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader vande job naar sociale demotie op 26-jarige leeftijdHelemaal niet Eerder niet Eerder wel WelN % N % N % N %Gevolgd 699 56,2 166 44,4 4 21,1 0 0,0Niet gevolgd 545 43,8 208 55,6 15 78,9 2 100,0Totaal 1244 100,0 374 100,0 19 100,0 2 100,0Cramer’s V=0,127***Bron SONAR C76(26) & C76(29)19 De schaal sociale demotie meet e<strong>en</strong> attitude die we kunn<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> indicator voor m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong>. Tegelijkertijd kan het ook beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk dat sam<strong>en</strong>hangt met socialeklasse. Op basis van de sociale reproductietheorie van o.a. Pierre Bourdieu kunn<strong>en</strong> we veronderstell<strong>en</strong> datvooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagere sociale afkomst zich associër<strong>en</strong> met de stelling<strong>en</strong> waarop deze schaalgebaseerd is. Er is inderdaad e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> sociale afkomst <strong>en</strong> sociale demotie. Hoe hoger deafkomst, hoe minder m<strong>en</strong> zich kan vind<strong>en</strong> met de stelling<strong>en</strong> over sociale demotie. De associatiemaatGamma bedraagt -0,339 <strong>en</strong> is statistisch significant op het niveau van 0,001.20 De stelling luidt: “U hebt zeer vaak het gevoel uw eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oeg in hand<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.” Deantwoordcategorieën werd<strong>en</strong> voor de <strong>analyse</strong>s gehercodeerd zodat de stelling positief werdgeformuleerd.


Tabel 12.8Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader vande job naar ‘locus of control’ op 26-jarige leeftijdHelemaalakkoordEerder welakkoordOnbeslistEerder nietakkoordHelemaal nietakkoordN % N % N % N % N %Gevolgd 192 52,3 475 56,3 102 44,9 91 50,0 5 18,5Niet gevolgd 175 47,7 368 43,7 125 55,1 91 50,0 22 81,5Totaal 367 100,0 843 100,0 227 100,0 182 100,0 27 100,012.2.3 Leerervaring<strong>en</strong>Cramer’s V=0,119***Bron SONAR C76(26) & C76(29)De ervaring<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> met <strong>ler<strong>en</strong></strong> heeft opgedaan tijd<strong>en</strong>s de initiëleschoolloopbaan kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d zijn voor de (bereidheid tot) participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> na de initiële schoolloopbaan. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>SONAR niet bevraagd over hoe ze <strong>ler<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiëleschoolloopbaan. Wel kunn<strong>en</strong> we op basis van de SONAR-data, proxy variabel<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> die negatieve leerervaring<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> te met<strong>en</strong>. We met<strong>en</strong> hieronderof de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> negatieve leerervaring<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> opgedaan door na te gaan ofm<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> B- of C-attest heeft behaald, of m<strong>en</strong> schoolse achterstand inhet basis- <strong>en</strong> secundair onderwijs heeft opgelop<strong>en</strong>, of m<strong>en</strong> terechtkwam in hetwatervalsysteem in het secundair onderwijs <strong>en</strong> hoe lang m<strong>en</strong> het hoger onderwijsgevolgd heeft zonder het succesvol te beëindig<strong>en</strong>.De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> voor leerervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> is eerder zwak te noem<strong>en</strong>, maar wel statistischsignificant. Over het algeme<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we ook hier vast dat het verband zwakker iswanneer we kijk<strong>en</strong> naar de periode tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar dan naar de periode voor26 jaar. Cramer’s V is verder het grootst wanneer gekek<strong>en</strong> wordt naar de leeftijdbij intrede van het secundair onderwijs (Cramer’s V=0,081~0,135) <strong>en</strong> het kleinstwanneer gekek<strong>en</strong> wordt naar het aantal jar<strong>en</strong> hoger onderwijs zonder diplomabehaald te hebb<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,050~0,082).In tabel 12.9 staat het verband tuss<strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong><strong>en</strong> het behal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> B- of C-attest vermeld. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>s éénkeer e<strong>en</strong> B- of C-attest behaald hebb<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> minder kans om e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding te volg<strong>en</strong> dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>en</strong>kel A-attest<strong>en</strong> behaaldhebb<strong>en</strong> in het secundair onderwijs. De verband<strong>en</strong> zijn echter zeer zwak. Enkel desam<strong>en</strong>hang in de leeftijdscategorie bereikt de waarde van 0,1 voor Cramer’s V.hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job207


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobTabel 12.9Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- of C-attestB- of C-attest:jaB- of C-attest:neeCramer’sVN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 227 26,3 362 31,5 0,057*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 394 46,2 641 56,3 0,100***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 340 49,0 525 55,3 0,063*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 445 63,7 675 70,8 0,075**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In tabel 12.10 <strong>en</strong> tabel 12.11 staat het verband tuss<strong>en</strong> schoolse achterstand <strong>en</strong>participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> vermeld. Daarbij valt op dat hetverband tuss<strong>en</strong> schoolse achterstand in het basisonderwijs <strong>en</strong> participatie aangeorgansieerde opleiding<strong>en</strong> groter is dan tuss<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> schoolse achterstand in hetsecundair onderwijs <strong>en</strong> participatie aan georgansieerde opleiding<strong>en</strong>. Hoe ouderm<strong>en</strong> is wanneer m<strong>en</strong> het secundair onderwijs aanvangt, hoe kleiner de kans datm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding volgt bij <strong>en</strong> na de intrede in de arbeidsmarkt.Op de leeftijd van 29 jaar is het verschil het grootst: 70% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dieop leeftijd of zelfs jonger dan 12 jaar war<strong>en</strong> bij intrede in het secundair onderwijs,volg<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleiding in teg<strong>en</strong>stelling tot 48% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die 13 jaar war<strong>en</strong> <strong>en</strong> 33% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ouder dan 13jaar war<strong>en</strong> (tabel 12.10). Schoolse achterstand door zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het secundaironderwijs heeft e<strong>en</strong> minder grote impact: 70% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet zijnblijv<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong> in het secundair onderwijs heeft e<strong>en</strong> georganiseerde opleidingminst<strong>en</strong>s één keer gevolgd, terwijl 63% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>s 1 keerzijn blijv<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong> dat niet gedaan heeft (tabel 12.11). De verband<strong>en</strong> zijn metuitzondering van het verband voor de leeftijdscategorie statistisch significant maarerg zwak.208


Tabel 12.10Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar leeftijd bij intrede voltijds secundair onderwijs12 jaar ofjonger13 jaar Ouderdan 13jaarCramer’s VN % N % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 557 30,4 31 19,4 1 5,9 0,081**Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 974 53,6 56 35,7 5 33,3 0,102***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 822 54,4 41 33,6 2 20,0 0,121***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 1056 69,6 60 48,4 4 33,3 0,135***Tabel 12.11Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SONietzitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>Minst<strong>en</strong>s éénkeerzitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>Cramer’s VN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 427 31,2 162 25,7 0,056*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 755 55,7 280 44,9 0,101***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 615 54,6 249 48,9 0,052*Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 795 70,2 324 63,0 0,071**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)B- <strong>en</strong> C-attest<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> niet altijd automatisch tot zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>, maar hebb<strong>en</strong> welvaak tot gevolg dat leerling<strong>en</strong> van studierichting verander<strong>en</strong>. De t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s om vane<strong>en</strong> relatief moeilijke naar e<strong>en</strong> relatief gemakkelijke studierichting af te zakk<strong>en</strong>noem<strong>en</strong> we het watervalsysteem. In tabel 12.12 wordt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> hetafzakk<strong>en</strong> in het watervalsysteem <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>gerapporteerd. We zi<strong>en</strong> dat in alle leeftijdscategorieën respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in hetsecundair onderwijs in het watervalsysteem beland<strong>en</strong>, minder vaak participer<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met meer positieveleerervaring<strong>en</strong>. Op de leeftijd van 29 jaar heeft 71% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die nietin e<strong>en</strong> watervalsysteem belandd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd, integ<strong>en</strong>stelling tot 59% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel in het watervalsysteemterechtkwam<strong>en</strong>.hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job209


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job210Tabel 12.12Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het al dan niet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteemWaterval: nee Waterval: ja Cramer’s VN % N %Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 467 31,6 122 23,0 0,083***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 813 55,5 222 42,4 0,115***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 681 55,8 184 43,6 0,107***Georganiseerde opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 869 70,8 251 59,1 0,110***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Hoewel we de veronderstelling maakte dat tijd doorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het hogeronderwijs zonder de hogere studie succesvol af te rond<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma e<strong>en</strong>indicator is voor negatieve leerervaring<strong>en</strong> vanwege het feit dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> succeskon ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> daardoor minder bereid is om nieuwe leeractiviteit<strong>en</strong> teondernem<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> de cijfers van tabel 12.13 iets anders vermoed<strong>en</strong>. Uit tabel12.13 blijkt namelijk dat de participatiegraad het hoogst is bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>iet het hoger onderwijs aangevat <strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zonder diploma <strong>en</strong> bijrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die drie jaar of langer hoger onderwijs zonder succes hebb<strong>en</strong>gevolgd. Dit lijkt er op te wijz<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijsdoorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong> niet noodzakelijk beschouwd hoeft teword<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> negatieve leerervaring <strong>en</strong> dat het toch e<strong>en</strong> zekere bereidwilligheidtot participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> illustreert of dat het in <strong>werk</strong>elijkheid door<strong>werk</strong>gevers als e<strong>en</strong> positief gegev<strong>en</strong> wordt beschouwd <strong>en</strong> toegang verle<strong>en</strong>t tot jobswaarin participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> mogelijk is.Tabel 12.13Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> laterejobs naar het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma vanhet hoger onderwijs te behal<strong>en</strong>0 1 jaar 2 jaar 3 jaar of langer Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 447 30,5 44 19,5 35 27,1 63 33,5 0,082**Tot 26 jaar 764 52,5 95 43,2 62 48,1 114 60,6 0,082**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 637 52,9 85 47,5 51 52,0 94 58,4 0,050Tot 29 jaar 829 68,5 108 60,0 65 65,0 118 73,3 0,069*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


12.2.4 LeefsituatieBij leefsituatie kijk<strong>en</strong> we naar zowel de gezinssituatie als naar de arbeidssituatie.Hoewel we in hoofdstuk 3 hebb<strong>en</strong> vastgesteld dat e<strong>en</strong> van de belangrijkstered<strong>en</strong><strong>en</strong> om ge<strong>en</strong> georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job te volg<strong>en</strong>tijdsdruk was (‘persoonlijk ge<strong>en</strong> tijd g<strong>en</strong>oeg’) <strong>en</strong> dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er van uit gaandat het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding ook t<strong>en</strong> koste gaat van hun tijdbuit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong> (tabel 3.21 onder paragraaf 3.2.4), verwacht<strong>en</strong> we dat nogmeer dan de gezinssituatie de arbeidssituatie de kans op het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job zal bepal<strong>en</strong>. We verwacht<strong>en</strong> met anderewoord<strong>en</strong> dat de relatie tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job sterker zal zijn dan de relatie tuss<strong>en</strong> degezinssituatie <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader vande job. Andersom verwacht<strong>en</strong> we dat de gezinssituatie e<strong>en</strong> belangrijkere rol gaatspel<strong>en</strong> wanneer we kijk<strong>en</strong> naar het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader vande job. Dit gaan we na in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk.12.2.4.1 GezinssituatieGezinssituatie operationaliser<strong>en</strong> we aan de hand van het aantal kinder<strong>en</strong>, deervar<strong>en</strong> tijdsdruk in de privésfeer <strong>en</strong> het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong>. De ervar<strong>en</strong>tijdsdruk is e<strong>en</strong> afgeleide variabele op basis van neg<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> over tijdsdruk (ziebijlage 1). Voor huishoudelijke tak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> die de respond<strong>en</strong>tzelf uitvoert in rek<strong>en</strong>ing gebracht <strong>en</strong> opgeteld: (1) wass<strong>en</strong> <strong>en</strong> was ophang<strong>en</strong>; (2)kok<strong>en</strong>; (3) strijk<strong>en</strong>; (4) schoonmak<strong>en</strong> <strong>en</strong> opruim<strong>en</strong>; (5) kluss<strong>en</strong> in <strong>en</strong> rond het huis;(6) auto wass<strong>en</strong>; (7) boodschapp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>; (8) tuin onderhoud<strong>en</strong>, gras afrijd<strong>en</strong>; (9)kinder<strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>, in bed stopp<strong>en</strong>, wass<strong>en</strong>, et<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.De verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> voor gezinssituatie <strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> zijn zeer zwak <strong>en</strong> in twee van de drie gevall<strong>en</strong>statistisch niet significant. De waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V blijv<strong>en</strong> onder 0,1. Enkelde sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het aantal kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar is statistisch significant. Hoe meer kinder<strong>en</strong> m<strong>en</strong>heeft op de leeftijd van 26 jaar, hoe kleiner de kans dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding volgt binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Vijf<strong>en</strong>vijftigproc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder kinder<strong>en</strong> volgde minst<strong>en</strong>s ééngeorganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job in teg<strong>en</strong>stelling tot 39% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met twee of meer kinder<strong>en</strong> (tabel 12.14). Het is niet duidelijk ofhet hier gaat om e<strong>en</strong> direct verband. Het aantal kinder<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> negatieve impactkunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de beslissing om te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job wanneer deze toch privétijd dreigt op teeis<strong>en</strong>. Anderzijds kunn<strong>en</strong> we red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> dat eerder jonvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> die lagerhoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job211


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job212opgeleid zijn <strong>en</strong> vroeger de arbeidsmarkt betred<strong>en</strong> dan hoogopgeleid<strong>en</strong> ook snelleraan gezinsuitbreiding beginn<strong>en</strong> dan hogeropgeleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijkertijd in jobsterechtkom<strong>en</strong> waar er minder kans<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> opleiding tevolg<strong>en</strong>. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf bekijk<strong>en</strong> we de relatie tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie<strong>en</strong> de participatiekans meer in detail.Tabel 12.14Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader vande job naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 1 kind 2 of meer kinder<strong>en</strong>N % N % N %Ja 700 55,0 122 46,2 43 38,7Nee 572 45,0 142 53,8 68 61,3Totaal 1272 100,0 264 100,0 111 100,0Tabel 12.15Cramer’s V=0,098***Bron SONAR C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader vande job naar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijdHelemaal nietakkoordEerder nietakkoordOnbeslistEerder welakkoordHelemaalakkoordN % N % N % N % N %Ja 46 46,5 428 54,7 339 52,2 45 42,1 4 66,7Nee 53 53,5 354 45,3 310 47,8 62 57,9 2 33,3Totaal 99 100,0 782 100,0 649 100,0 107 100,0 6 100,0Tabel 12.16Cramer’s V=0,071Bron SONAR C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader vande job naar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> 1 tot 4 5 of meerN % N % N %Ja 501 54,0 137 47,7 227 52,5Nee 427 46,0 150 52,3 205 47,5Totaal 928 100,0 287 100,0 432 100,0Cramer’s V=0,046Bron SONAR C76(26) & C76(29)


12.2.4.2 ArbeidssituatieOm de relatie tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> te beschrijv<strong>en</strong>, kijk<strong>en</strong> we naar de eerste job <strong>en</strong> naar de laatste job totop 29 jaar. We kijk<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s naar <strong>en</strong>kel die indicator<strong>en</strong> voor de arbeidssituatiewanneer ze de beginsituatie van de job waarin al dan niet e<strong>en</strong> of meerderegeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevolgd beschrijv<strong>en</strong>. Zoals we opgemerkthebb<strong>en</strong> in hoofdstuk twee, houd<strong>en</strong> we rek<strong>en</strong>ing met de tijdsvolgorde van devariabel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de voorwaard<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> causale uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>over de relatie tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong> is dat oorzaak plaatsvindt voor het gevolg(Babbie, 2004). De variabel<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s ons model participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> verklar<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus effectief plaatsgevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de periodewaarin het al dan niet participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> gemet<strong>en</strong> wordt. Bijsociodemografische factor<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leerervaring<strong>en</strong> is dit voor dehand ligg<strong>en</strong>d. Maar ook bij arbeidssituatie <strong>en</strong> de overige variabel<strong>en</strong> lett<strong>en</strong> we op detijdsvolgorde van de variabel<strong>en</strong>. Wanneer we dat niet do<strong>en</strong>, is het mogelijk dat dearbeidssituatie het gevolg zou kunn<strong>en</strong> zijn van participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong>.De volg<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod: statuut, sector, contract,te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage, grootte van de onderneming, verticale <strong>en</strong> horizontalemismatch, nettoloon in euro, het al dan niet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>defunctie, <strong>en</strong> inhoudelijke jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waaronder de mate waarin m<strong>en</strong> autonomie<strong>en</strong> verantwoordelijkheid heeft in zijn of haar job <strong>en</strong> de mate waarin het <strong>werk</strong>lichamelijke inspanning vereist. Over het algeme<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> zoals verwachtindicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces sterker sam<strong>en</strong> dan indicator<strong>en</strong> voorgezinssituatie met participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>. Het verband tuss<strong>en</strong>het statuut van de job <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> is het grootst(Cramer’s=0,222~0,232) <strong>en</strong> het verbant tuss<strong>en</strong> sector <strong>en</strong> participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> het kleinst <strong>en</strong> is statistisch niet significant(Cramer’s=0,018~0,044). In geval van statuut bedraagt Cramer’s V meer dan 0,2.Meer bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dan arbeiders <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>georganiseerde opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job: bijna twee keer meerbedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dan arbeiders hebb<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één georganiseerde opleiding gevolgdtijd<strong>en</strong>s de eerste <strong>en</strong> de laatste job op 29 jaar (tabel 12.17). Er is echter ge<strong>en</strong>onderscheid tuss<strong>en</strong> de privésector <strong>en</strong> de overheid te mak<strong>en</strong> (tabel 12.18).hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job213


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobTabel 12.17Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar statuutArbeider Bedi<strong>en</strong>de Zelfstandige/helperAmbt<strong>en</strong>aarCramer’s VN % N % N % N %Eerste job 124 17,3 401 38,7 28 22,0 32 23,5 0,222***Laatste job (29 jaar) 124 31,4 587 55,2 42 29,0 n.v.t. n.v.t. 0,232***Tabel 12.18Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar sectorPrivé Overheid Cramer’s VN % N %Eerste job 501 29,5 86 27,2 0,018Laatste job (29 jaar) 522 47,5 190 52,6 0,044Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)De sam<strong>en</strong>hang van participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> met contract,te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> grootte van de onderneming is ook niet echt zwak t<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> statistisch significant. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong>te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel mak<strong>en</strong> meer kans om e<strong>en</strong> georganiseerde opleidingbinn<strong>en</strong> het kader van de job te volg<strong>en</strong> dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tijdelijk <strong>en</strong>interim contract (tabel 12.19). Vooral in de laatste job is dit verband sterk(Cramer’s V=0,163). De te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage is ook van belang: hoe meerur<strong>en</strong> m<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t per week, hoe meer kans m<strong>en</strong> maakt op e<strong>en</strong> opleiding. In delaatste job tot op 29 jaar krijgt de helft van de voltijdse respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kans ome<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot 20% van de deeltijds<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>contract voor 50% te<strong>werk</strong>stelling of minder (tabel 12.20). T<strong>en</strong>slotte speelt ook degrootte van de onderneming e<strong>en</strong> rol: hoe groter de onderneming, hoe meer kansop e<strong>en</strong> opleiding (tabel 12.21).214


Tabel 12.19Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar contractVast Tijdelijk Interim Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregelCramer’s VN % N % N % N %Eerste job 236 33,8 161 26,8 74 22,1 87 34,0 0,102***Laatste job (29 jaar) 643 51,9 62 35,6 3 8,6 5 41,7 0,165***Tabel 12.20Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste <strong>en</strong> de laatste job tot op29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage1 tot 50% 51% tot 99% 100% Cramer’sVN % N % N %Eerste job 41 18,8 26 22,2 519 30,9 0,091***Laatste job (29 jaar) 17 20,2 70 41,4 668 49,4 0,135***Tabel 12.21Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming in begin vande job< 11 11-49 50-249 249< Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 144 25,4 128 25,0 125 29,6 176 42,7 0,151***Laatste job (29 jaar) 106 37,7 175 44,2 201 50,8 226 58,4 0,148***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Over het algeme<strong>en</strong> neemt de kans op e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding in het kadervan de job ook toe wanneer er overe<strong>en</strong>stemming is tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie <strong>en</strong> deopleiding van de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> wanneer het nettoloon bij de aanvang van deeerste job hoger is. De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verticale mismatch of de overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> de opleidingvan de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de opleidingsvereiste van de job is erg zwak maar nietteminstatistisch significant. Daarbij valt op dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> te lage opleidinghebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (53%) meer kans mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> te hoge opleiding hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (39%; tabel 12.22). Andersomrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die helemaal of <strong>en</strong>igszins e<strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming zi<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job, mak<strong>en</strong> meer kans op e<strong>en</strong> opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inhoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job215


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job216e<strong>en</strong> job met gebrek aan inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming (tabel 12.23). Het verbandtuss<strong>en</strong> nettoloon per maand in euro <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>is nog groter. Hoe hoger het nettoloon bij aanvang van de job, hoe meer kans ope<strong>en</strong> opleiding (Cramer’s V=0,180; tabel 12.24). De sam<strong>en</strong>hang van het al dan niethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie met participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> is statistisch niet significant (tabel 12.25).Tabel 12.22Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar verticale mismatchTe hogeopleidingJuist goedeopleidingTe lageopleidingCramer’sVN % N % N %Eerste job 125 23,8 423 31,2 35 35,4 0,077**Laatste job (29 jaar) 76 38,6 610 48,5 63 52,9 0,072**Tabel 12.23Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar naar horizontale matchHelemaal Enigszins Helemaal niet Cramer’sN % N % N % VEerste job 311 33,2 160 35,1 115 18,6 0,155***Laatste job (29 jaar) 374 51,9 228 51,8 153 34,9 0,152***Tabel 12.24Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar nettoloon ineuro bij de start van de eerste job1487N % N % N % N % N % N %Ja 21 17,1 44 18,3 128 24,3 247 34,9 93 42,9 40 38,1Nee 102 82,9 196 81,7 398 75,7 460 65,1 124 57,1 65 61,9Totaal 123 100,0 240 100,0 526 100,0 707 100,0 217 100,0 105 100,0Cramer’s V=0,180***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.25Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de laatste job tot op 29 jaar naarleidinggev<strong>en</strong>de functieGe<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functieWel leidinggev<strong>en</strong>de functieN % N %Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: ja 532 47,1 189 52,6Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: nee 597 52,9 170 47,4Totaal 1129 100 359 100Cramer’s V=0,047Bron SONAR C76(29)De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte ook bevraagd naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hun job.Op basis van e<strong>en</strong> factor<strong>analyse</strong> werd<strong>en</strong> de schal<strong>en</strong> ‘autonomie,verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>’ <strong>en</strong> ‘lichamelijkeinspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het <strong>werk</strong>’ geconstrueerd. Desam<strong>en</strong>hang van beide schal<strong>en</strong> met participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> isstatistisch significant maar in geval van lichamelijke inspanning erg zwak (Cramer’sV=0,093). Zes<strong>en</strong>dertig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> job hebb<strong>en</strong> waarinlichamelijke inspanning niet vereist is participeerde in de eerste job aan e<strong>en</strong> ofmeerdere opleiding<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> heeft 25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zichvolledig vind<strong>en</strong> met de stelling dat hun eerste job lichamelijke inspanning vereist,gevaarlijk <strong>en</strong> vuil <strong>werk</strong> is, e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd (tabel 12.27). Ene<strong>en</strong> derde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> eerste job hebb<strong>en</strong> gehad waarin geestelijkeinspanning vereist is, heeft e<strong>en</strong> opleiding kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> in deze eerste job integ<strong>en</strong>stelling tot 20% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet in e<strong>en</strong> job zat<strong>en</strong> waaringeestelijke inspanning, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> autonomie vereist war<strong>en</strong> (tabel12.26).Tabel 12.26Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanautonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>Wel Eerder wel Eerder niet NietN % N % N % N %Ja 184 35,5 179 34,0 123 25,9 89 19,8Nee 334 64,5 348 66,0 352 74,1 360 80,2Totaal 518 100,0 527 100,0 475 100,0 449 100,0Cramer’s V=0,138***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job217


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job218Tabel 12.27Georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanlichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het <strong>werk</strong>Wel Eerder wel Eerder niet NietN % N % N % N %Ja 119 25,3 129 26,8 137 28,1 190 36,0Nee 352 74,7 353 73,2 351 71,9 338 64,0Totaal 471 100,0 482 100,0 488 100,0 528 100,0Cramer’s V=0,093***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)12.3 Informele opleiding<strong>en</strong>Informele opleiding<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> die op de <strong>werk</strong>vloer verstrekt werd<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> collega of overste, of leeractiviteit<strong>en</strong> door het observer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>overste of andere collega’s. Hieronder gaan we na in welke matesociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, leerervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong>leefsituatie sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participer<strong>en</strong> aan informele opleiding<strong>en</strong>. We mak<strong>en</strong>daarbij ge<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van informeleopleiding<strong>en</strong>.12.3.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>De onderstaande tabell<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat het verband tuss<strong>en</strong> sociodemografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> kleiner is dan tuss<strong>en</strong>sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>. Dehoogste waarde voor Cramer’s V, 0,101, wordt gemet<strong>en</strong> bij geslacht. Het ismete<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige waarde die 0,1 overstijgt. De kleinste waarde vind<strong>en</strong> we bijthuistaal: Cramer’s V is dan 0,016.In tabel 12.28 staat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> participatie aan informeleopleiding<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Mann<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> vaker geparticipeerd te hebb<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>informele opleiding op de <strong>werk</strong>vloer. Over de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar,hebb<strong>en</strong> 67% van de mann<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één keer e<strong>en</strong> informele opleiding gevolgd,in teg<strong>en</strong>stelling tot 57% van de vrouw<strong>en</strong>.


Tabel 12.28Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar geslachtMan Vrouw Cramer’s VN % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 417 53,2 327 45,6 0,074***Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 547 55,3 443 44,7 0,076***Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 282 33,7 223 27,5 0,068*Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 560 66,8 467 57,0 0,101***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Terwijl etnische <strong>en</strong> sociale afkomst zwak maar statistisch significant sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>met participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> (tabel 12.2 <strong>en</strong> tabel 12.3; paragraaf12.2.1), hang<strong>en</strong> etnische <strong>en</strong> sociale afkomst duidelijk niet sam<strong>en</strong> met participatieaan informele opleiding<strong>en</strong> (tabel 12.29 <strong>en</strong> tabel 12.30).Tabel 12.29Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar sociale afkomstLaag Midd<strong>en</strong> Hoog Cramer’sVN % N % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 179 37,1 372 36,3 190 38,2 0,016Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 238 50,4 494 48,6 253 50,9 0,021Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 105 27,3 256 30,7 139 33,4 0,047Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 233 59,9 521 62,0 266 63,8 0,028Tabel 12.30Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar etnische afkomsthoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobBelgisch Turks Noord-AfrikaansZuid-EuropeesOverig<strong>en</strong>iet-BelgischN % N % N % N % N %Eerste job 631 36,0 19 52,8 14 32,6 9 36,0 65 44,5 0,065Tot 26 jaar 847 51,3 20 41,2 21 48,8 11 56,0 83 43,2 0,051Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 445 30,8 5 21,7 13 45,3 5 31,3 36 29,8 0,044Tot 29 jaar 893 61,7 15 60,0 21 63,6 9 56,3 81 66,4 0,029Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Cramer’s V219


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job220Het verschil tuss<strong>en</strong> anderstalig<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederlandstalige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> isover het algeme<strong>en</strong> wel statistisch significant (tabel 12.31). Anderstalig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>meer kans op e<strong>en</strong> informele opleiding dan Nederlandstalig<strong>en</strong>, vooral tot 26 jaar.Tot 26 jaar heeft 64% van de anderstalige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één informeleopleiding gevolgd, in teg<strong>en</strong>stelling tot 49% van de Nederlandstalig<strong>en</strong>. Bijgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gelijkaardig verband vast t<strong>en</strong> voordelevan anderstalig<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel in de eerste job. Bij informele opleiding<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we vastdat over de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar de voorsprong van de anderstalig<strong>en</strong>blijft bestaan: 75% van anderstalig<strong>en</strong> heeft minst<strong>en</strong>s één keer deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> informele opleiding in teg<strong>en</strong>stelling tot 61% van de Nederlandstalig<strong>en</strong>.Tabel 12.31Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar thuistaalNederlands Andere taal Cramer’s VN % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 684 36,1 58 48,3 0,060*Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 912 48,6 74 63,8 0,071*Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 476 30,6 28 31,8 0,006Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 955 61,2 70 75,3 0,067*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)12.3.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>Ook m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> hangt volg<strong>en</strong>s de onderstaande tabell<strong>en</strong> nauwelijks sam<strong>en</strong>met participatie aan informele leeractiviteit<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer. Alle<strong>en</strong> het hoogstbereikte onderwijsniveau voordat m<strong>en</strong> voor het eerst het regulier onderwijsverlat<strong>en</strong> heeft heeft e<strong>en</strong> licht positief effect op het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informeleopleiding. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma van het hoger secundair onderwijs ofhet hoger onderwijs hebb<strong>en</strong> vaker deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> informele opleiding danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder diploma van hoger secundair onderwijs. Het verband isechter erg zwak <strong>en</strong> zelfs niet-significant wanneer <strong>en</strong>kel de eerste job inbeschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (tabel 12.32). Deze waarneming staat in schrilcontrast met de relatief sterke sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> het hoogst bereiktonderwijsniveau <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>. Ook desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs<strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> is van weinig betek<strong>en</strong>is. Cramer’s V ishoogst<strong>en</strong>s 0,036 <strong>en</strong> statistisch niet significant (tabel 12.33).


Tabel 12.32Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar hoogst bereikte onderwijsniveauGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Eerste job 76 33,2 327 36,7 200 35,8 50 47,2 90 40,2 0,061Tot 26 jaar 97 43,5 445 50,4 266 47,8 66 62,3 113 50,5 0,075*Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 41 25,2 234 31,8 128 27,2 30 34,1 72 39,1 0,086*Tot 29 jaar 93 56,0 461 62,3 277 58,8 65 73,0 128 68,4 0,087*Tabel 12.33Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijsGevolgd Niet gevolgd Cramer’s VN % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 39 32,5 705 37,1 0,023Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 50 42,4 940 50,0 0,036Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 36 34,3 469 30,4 0,021Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 61 57,0 1049 62,3 0,027Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)T<strong>en</strong>slotte hang<strong>en</strong> ook psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> niet sam<strong>en</strong> met informeleopleiding<strong>en</strong> (5.34 <strong>en</strong> tabel 5.35), terwijl sociale demotie <strong>en</strong> locus of control welrelatief sterk <strong>en</strong> significant sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar (zie paragraaf 12.2.2).Tabel 12.34Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van de jobnaar sociale demotie op 26-jarige leeftijdhoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobHelemaal niet Eerder niet Eerder wel WelN % N % N % N %Gevolgd 385 30,9 114 30,5 5 26,3 0 0,0Niet gevolgd 859 69,1 260 69,5 14 73,7 2 100,0Totaal 1244 100,0 374 100,0 19 100,0 2 100,0Cramer’s V=0,026Bron SONAR C76(26) & C76(29)221


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job222Tabel 12.35Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van de jobnaar ‘locus of control’ op 26-jarige leeftijdHelemaalakkoordEerder welakkoordOnbeslistEerder nietakkoordHelemaal nietakkoordN % N % N % N % N %Gevolgd 120 32,7 252 29,9 70 30,8 57 31,3 5 18,5Niet gevolgd 247 67,3 591 70,1 157 69,2 125 68,7 22 81,5Totaal 367 100,0 843 100,0 227 100,0 182 100,0 27 100,012.3.3 Leerervaring<strong>en</strong>Cramer’s V=0,042Bron SONAR C76(26) & C76(29)In teg<strong>en</strong>stelling tot de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> de informeleopleiding<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang met indicator<strong>en</strong> voor negatieveleerervaring<strong>en</strong>. De uitzondering<strong>en</strong> zijn het beland<strong>en</strong> in het watervalsysteem in hetsecundair onderwijs voor de leeftijdscategorie <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> gevolgd van hogeronderwijs zonder succes. Deze indicator<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong>met participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar maar de gevond<strong>en</strong>verband<strong>en</strong> zijn erg zwak. Zoals bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we hier opdat het moet<strong>en</strong> verander<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> relatief moeilijke naar e<strong>en</strong> relatief gemakkelijkestudierichting in het secundair onderwijs e<strong>en</strong> negatieve impact heeft opparticipatie aan informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer (tabel 12.39).Tabel 12.36Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- of C-attestB- of C-attest: ja B- of C-attest: nee Cramer’s VN % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 327 37,9 416 36,2 0,017Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 440 51,6 547 48,0 0,035Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 212 30,5 293 30,9 0,004Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 432 61,8 592 62,1 0,003Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.37Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar leeftijd bij intrede voltijds secundair onderwijs12 jaar ofjonger13 jaar Ouder dan13 jaarCramer’sVN % N % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 680 37,1 58 36,3 5 29,4 0,015Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 904 49,7 77 49,0 6 40,0 0,017Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 465 30,8 36 29,5 4 40,0 0,017Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 942 62,1 74 59,7 8 66,7 0,016Tabel 12.38Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar het al dan niet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SONiet zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>Minst<strong>en</strong>s éénkeer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>N % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 504 36,9 237 37,6 0,007Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 665 49,0 319 51,1 0,019Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 348 30,9 156 30,6 0,002Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 706 62,4 315 61,3 0,010Tabel 12.39Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Cramer’s VInformele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar het al dan niet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteemWaterval: nee Waterval: ja Cramer’s VN % N %Informele opleiding(<strong>en</strong>) in de eerste job 564 38,2 178 33,6 0,042Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 26 jaar 747 51,0 239 45,7 0,046*Informele opleiding(<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 387 31,7 117 27,7 0,038Informele opleiding(<strong>en</strong>) tot 29 jaar 772 62,9 251 59,1 0,035Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job223Zoals bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we hier op dat het volg<strong>en</strong> van hogeronderwijs zonder succes niet noodzakelijk e<strong>en</strong> indicator voor negatieveleerervaring<strong>en</strong> lijkt te zijn in de eerste job <strong>en</strong> voor respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in loopbaan tot26 jaar (tabel 12.40). Het perc<strong>en</strong>tage respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>s één informeleopleiding hebb<strong>en</strong> gevolgd is het hoogst bij die groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die twee jaar


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job224hoger onderwijs gevolgd hebb<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong>. Het verbandtuss<strong>en</strong> het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder succes <strong>en</strong> participatie aaninformele opleiding<strong>en</strong> verdwijnt geheel na 26 jaar.Tabel 12.40Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in het kader van de eerste <strong>en</strong> latere jobsnaar het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma van hethoger onderwijs te behal<strong>en</strong>0 1 jaar 2 jaar 3 jaar of langer Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 555 37,9 62 27,4 60 46,5 66 35,1 0,085**Tot 26 jaar 724 49,8 88 40,0 74 57,4 101 53,7 0,079**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 364 30,2 60 33,5 29 29,6 52 32,3 0,025Tot 29 jaar 756 62,5 102 56,7 62 62,4 104 63,6 0,04112.3.4 Leefsituatie12.3.4.1 GezinssituatieBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Analoog met de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> we dat de gezinssituatieminder dan de arbeidssituatie e<strong>en</strong> impact gaat hebb<strong>en</strong> op participer<strong>en</strong> aaninformele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Uit de onderstaande tabell<strong>en</strong>blijkt dat er e<strong>en</strong> zeer zwak maar statistisch significant verband is tuss<strong>en</strong> degezinssituatie <strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> informele opleiding. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonderkinder<strong>en</strong> (tabel 12.41), respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die relatief minder tijdsdruk ervar<strong>en</strong> (tabel12.42) <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> of weinig huishoudelijke tak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>vaker e<strong>en</strong> of meerdere informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar(tabel 12.43). Bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> was de relatie vanparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> met tijdsdruk <strong>en</strong> huishoudelijke tak<strong>en</strong> afwezig (zieparagraaf 12.2.4.1). In de volg<strong>en</strong>de paragraaf gaan we na of, zoals in het geval vande georganiseerde opleiding<strong>en</strong>, de arbeidssituatie beter dan gezinssituatiesam<strong>en</strong>hangt met participatie aan informele opleiding<strong>en</strong>.


Tabel 12.41Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van de jobnaar het al dan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 1 kind 2 of meer kinder<strong>en</strong>N % N % N %Ja 417 32,8 64 24,2 24 21,6Nee 855 67,2 200 75,8 87 78,4Totaal 1272 100,0 264 100,0 111 100,0Tabel 12.42Cramer’s V=0,086**Bron SONAR C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van de jobnaar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarige leeftijdHelemaal nietakkoordEerder nietakkoordOnbeslistEerder welakkoordHelemaalakkoordN % N % N % N % N %Ja 42 42,4 253 32,4 182 28,0 25 23,4 0 0,0Nee 57 57,6 529 67,6 467 72,0 82 76,6 6 100,0Totaal 99 100,0 782 100,0 649 100,0 107 100,0 6 100,0Tabel 12.43Cramer’s V=0,095**Bron SONAR C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar in het kader van de jobnaar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> 1 tot 4 5 of meerN % N % N %Ja 304 32,8 88 30,7 113 26,2Nee 624 67,2 199 69,3 319 73,8Totaal 928 100,0 287 100,0 432 100,0Cramer’s V=0,061*Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job22512.3.4.2 ArbeidssituatieTerwijl e<strong>en</strong> groot aantal indicator<strong>en</strong> voor arbeidssituatie relatief sterk <strong>en</strong> statistischsignificant sam<strong>en</strong>hangt met participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job, hangt e<strong>en</strong> aantal indicator<strong>en</strong> voor arbeidssituatie minder sterksam<strong>en</strong> met participatie aan informele opleiding<strong>en</strong>. De hoogste waarde voorCramer’s V vind<strong>en</strong> we bij sector (Cramer’s V=0,126) <strong>en</strong> de kleinste waarde bij e<strong>en</strong>


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobinhoudelijk jobk<strong>en</strong>merk (mate van lichamelijke inspanning, Cramer’s V=0,016).Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn deze waard<strong>en</strong> meestal niet groter dan de waard<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> bij desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> gezinssituatie <strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> in devorige paragraaf.Tabel 12.44 tot tabel 12.46 gev<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hang weer tuss<strong>en</strong> participatie aaninformele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> statuut, sector, contract, te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong>grootte van onderneming<strong>en</strong> weer. Alle verband<strong>en</strong> zijn statistisch significant maarmet uitzondering van sector <strong>en</strong> grootte onderneming in de laatste job erg zwak.Bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeiders participer<strong>en</strong> vaker aan e<strong>en</strong> informele opleiding danzelfstandig<strong>en</strong> <strong>en</strong> helpers (tabel 12.44). Verder participer<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers in deprivésector beduid<strong>en</strong>d vaker aan e<strong>en</strong> informele opleiding dan <strong>werk</strong>nemers dievoor de overheid <strong>werk</strong><strong>en</strong> (tabel 12.45). Dit verschil tuss<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> was nietaanwezig bij de georganiseerde opleiding<strong>en</strong>. Werknemers met e<strong>en</strong> vast contract ofe<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel, <strong>werk</strong>nemers in grote onderneming<strong>en</strong>, <strong>en</strong><strong>werk</strong>nemers die voltijds <strong>werk</strong><strong>en</strong> in de eerste job mak<strong>en</strong> relatief meer kans op e<strong>en</strong>informele opleiding dan <strong>werk</strong>nemers met e<strong>en</strong> tijdelijk of interim contract, e<strong>en</strong>deeltijdse te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers in kleinere onderneming<strong>en</strong> (tabel 12.46 -tabel 12.48). E<strong>en</strong> gelijkaardig maar sterker verband met deze indicator<strong>en</strong> werdopgemerkt voor georganiseerde opleiding<strong>en</strong> (zie paragraaf 12.2.4.2).Tabel 12.44Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar statuutArbeider Bedi<strong>en</strong>de Zelfstandige/helperAmbt<strong>en</strong>aarCramer’s VN % N % N % N %Eerste job 259 36,1 408 39,3 41 32,3 31 22,8 0,088**Laatste job (29 jaar) 114 28,9 297 27,9 27 18,6 n.v.t. n.v.t. 0,062*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)226Tabel 12.45Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar sectorPrivé Overheid Cramer’s VN % N %Eerste job 660 38,8 82 25,9 0,097***Laatste job (29 jaar) 345 31,4 66 18,3 0,126***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.46Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar contractVast Tijdelijk Interim Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregelCramer’s VN % N % N % N %Eerste job 282 40,3 190 31,6 118 35,1 110 43,0 0,090**Laatste job (29 jaar) 356 28,7 37 21,3 16 45,7 2 16,7 0,084*Tabel 12.47Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage1 tot 50% 51% tot 99% 100% Cramer’s VN % N % N %Eerste job 63 28,9 29 24,8 646 38,4 0,086***Laatste job (29 jaar) 17 20,2 41 24,3 380 28,1 0,046Tabel 12.48Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming in begin van de job< 11 11-49 50-249 249< Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 194 34,1 169 33,0 162 38,3 180 43,6 0,084**Laatste job (29 jaar) 64 22,8 106 26,8 104 26,3 136 35,1 0,100**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job hangt nauwelijks significant sam<strong>en</strong> metparticipatie aan informele opleiding<strong>en</strong>. Enkel de inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemmingtuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding in de laatste job tot op 29 jaar is statistisch significant maarerg zwak. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming ervar<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong>meer kans op e<strong>en</strong> informele opleiding dan de overige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (tabel 12.50).Bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang in de omgekeerde richtingvastgesteld <strong>en</strong> heeft horizontale match e<strong>en</strong> positief effect op de participatiekans(zie paragraaf 12.2.4.2).hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job227


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job228Tabel 12.49Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar verticale mismatchTe hogeopleidingJuist goedeopleidingTe lageopleidingCramer’sVN % N % N %Eerste job 189 35,8 501 36,9 39 39,4 0,016Laatste job (29 jaar) 57 28,9 331 26,3 39 32,8 0,041Tabel 12.50Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar horizontale matchHelemaal Enigszins Helemaal niet Cramer’sN % N % N % VEerste job 339 36,2 188 41,1 212 34,3 0,052Laatste job (29 jaar) 173 24,0 127 28,9 136 31,0 0,069*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Terwijl inhoudelijke jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals lichamelijke <strong>en</strong> geestelijke inspanning(tabel 12.53 <strong>en</strong> tabel 12.54) <strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie (tabel12.52) niet significant sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatie aan informele opleiding,hangt het nettoloon wel significant <strong>en</strong> relatief sterk sam<strong>en</strong> met participer<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> opleiding op de <strong>werk</strong>vloer (tabel 12.51). Over het algeme<strong>en</strong> participer<strong>en</strong><strong>werk</strong>nemers met e<strong>en</strong> hoger nettoloon vaker aan e<strong>en</strong> informele opleiding in deeerste job dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> relatief laag loon.Tabel 12.51Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar nettoloon in euro bij destart van de eerste job1487N % N % N % N % N % N %Ja 39 31,7 60 25,0 208 39,4 265 37,4 96 44,2 47 44,8Nee 84 68,3 180 75,0 320 60,6 443 62,6 121 55,8 58 55,2Totaal 123 100,0 240 100,0 528 100,0 708 100,0 217 100,0 105 100,0Cramer’s V=0,114***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.52Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de laatste job tot op 29 jaar naarleidinggev<strong>en</strong>de functieGe<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functieWel leidinggev<strong>en</strong>de functieN % N %Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: ja 328 29,1 88 24,5Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: nee 801 70,9 271 75,5Totaal 1129 100 359 100Tabel 12.53Cramer’s V=0,043Bron SONAR C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanautonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>Wel Eerder wel Eerder niet NietN % N % N % N %Ja 176 37,4 181 37,6 162 33,2 200 37,7Nee 295 62,6 301 62,4 326 66,8 331 62,3Totaal 519 100,0 527 100,0 475 100,0 451 100,0Tabel 12.54Cramer’s V=0,039Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Informele opleiding<strong>en</strong> gevolgd in de eerste job naar de mate vanlichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het <strong>werk</strong>Wel Eerder wel Eerder niet NietN % N % N % N %Ja 486 75,1 478 76,1 487 76,9 482 76,1Nee 160 24,9 150 23,9 146 23,1 151 23,9Totaal 646 100,0 628 100,0 633 100,0 633 100,0Cramer’s V=0,014Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job22912.4 Vaardighed<strong>en</strong>Naast de georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ook de nieuwevaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> job gemet<strong>en</strong> zoals ze werd<strong>en</strong> gepercipieerd doorde respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In hoofdstuk drie steld<strong>en</strong> we reeds vast dat meer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beam<strong>en</strong> dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd dan dat ze e<strong>en</strong> opleiding


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job230hebb<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> het kader van de job. Hieronder kijk<strong>en</strong> we na of het al danniet verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job totop 23, 26 <strong>en</strong> 29 jaar sam<strong>en</strong>hangt met socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, sociaal <strong>en</strong>m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, leerervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> leefsituatie.12.4.1 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>In teg<strong>en</strong>stelling tot informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer, hangt het verwerv<strong>en</strong>van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> in het kader van de job statistisch significant sam<strong>en</strong> metde vier indicator<strong>en</strong> voor sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. De vastgesteldeverband<strong>en</strong> zijn echter over het algeme<strong>en</strong> eerder zwak <strong>en</strong> zwakker dan deverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan formeleopleiding<strong>en</strong>, met uitzondering voor geslacht. Het sterkste verband wordtvastgesteld tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,061~0,150) <strong>en</strong>het zwakste verband tuss<strong>en</strong> thuistaal <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> (Cramer’sV=0,036~0,067). De associatiemaat verschilt voor elke indicator naargelang deleeftijd waarop de job wordt uitgeoef<strong>en</strong>d, maar er is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig patroon waarte nem<strong>en</strong>.In tabel 12.55 staat het verband tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> nieuwe verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>hang is het sterkst voor de laatste job tot op23 jaar. Vijf<strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beam<strong>en</strong> nieuwevaardighed<strong>en</strong> te verworv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot 73% van de vrouwelijkerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Tabel 12.55Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar geslachtMan Vrouw Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1118 78,2 993 73,0 0,061**Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 532 84,8 443 72,6 0,150***Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 883 88,0 750 79,9 0,112***Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 714 86,5 608 77,6 0,117***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Bij sociale afkomst zi<strong>en</strong> we dat hoe hoger de sociale afkomst, hoe vaker m<strong>en</strong>bevestigt dat m<strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> heeft verworv<strong>en</strong> (tabel 12.56). Ditverband is het grootst voor de eerste job (Cramer’s V=0,124). Bij etnischeafkomst stell<strong>en</strong> we vast dat Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> allochtone respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die van andere origine zijn dan Turks, Noord-Afrikaans <strong>en</strong> Zuid-Europees, vaker


evestig<strong>en</strong> dat zij nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op23 jaar (Cramer’s V=0,123). De sam<strong>en</strong>hang met etnische afkomst voor de laatstejob tot op 26 jaar <strong>en</strong> tot op 29 jaar is echter zeer zwak (tabel 12.57).Tabel 12.56Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar socialeafkomstLaag Midd<strong>en</strong> Hoog Cramer’sVN % N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 486 67,2 1085 77,4 519 81,5 0,124**Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 296 72,4 526 82,1 141 82,5 0,113***Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 364 80,5 850 85,3 412 85,5 0,056*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 281 75,9 691 84,0 343 84,7 0,092**Tabel 12.57Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar etnischeafkomstBelgisch Turks Noord-AfrikaansZuid-EuropeesOverig<strong>en</strong>iet-BelgischCramer’s VN % N % N % N % N %Eerste job 1831 76,6 30 58,8 40 64,5 26 59,1 168 76,0 0,084***Laatste job (23 jaar) 833 79,9 14 50,0 21 67,7 21 70,0 77 81,1 0,123***Laatste job (26 jaar) 1431 84,1 23 71,9 28 77,8 19 79,2 121 88,3 0,060Laatste job (29 jaar) 1178 82,9 12 57,1 21 77,8 13 92,9 87 77,7 0,089*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het verband tuss<strong>en</strong> thuistaal <strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> is in vergelijking met deoverige indicator<strong>en</strong> voor sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> het zwakst <strong>en</strong> statistischniet significant voor de laatste job tot op 26 jaar (tabel 12.58). Niettemin valt opdat in geval van nieuwe vaardighed<strong>en</strong>, Nederlandstalig<strong>en</strong> sneller beam<strong>en</strong> dat zedeze verworv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in hun job dan anderstalig<strong>en</strong>. Bij informele opleiding<strong>en</strong>steld<strong>en</strong> we vast dat vooral anderstalig<strong>en</strong> vaker zegd<strong>en</strong> te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>opleiding (zie paragraaf 12.3.1).hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job231


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobTabel 12.58Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar thuistaalNederlands Andere taal Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1971 76,2 136 68,7 0,045*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 912 79,6 61 70,1 0,059*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 1544 84,4 85 78,7 0,036Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 1263 82,7 56 70,9 0,067**Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)12.4.2 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>Hoewel de verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong> eerder zwak zijn, zijn ze wel in lichte mate sterker dan de verband<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong>. Het hoogst bereikteonderwijsniveau correleert het sterkst met verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>. Cramer’s Vvarieert tuss<strong>en</strong> 0,113 <strong>en</strong> 0,138. Over het algeme<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we vast datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder diploma hoger secundair onderwijs het minst vaakbevestig<strong>en</strong> dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in hun job (tabel12.59). De overige indicator<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> nauwelijks of niet significant sam<strong>en</strong> metverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, met uitzondering van sociale demotie gemet<strong>en</strong> op deleeftijd van 26 jaar. Cramer’s V is 0,116. Het statistisch significant verband tuss<strong>en</strong>sociale demotie <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar isechter niet e<strong>en</strong>duidig te interpreter<strong>en</strong>. Zowel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich eerder wel alsrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich helemaal niet kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> met de stelling<strong>en</strong> over socialedemotie bevestig<strong>en</strong> vaker dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> (tabel12.61).Tabel 12.59Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar hoogstbereikte onderwijsniveau232Ge<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Eerste job 255 67,5 957 73,7 574 79,7 109 87,2 209 80,7 0,113***Laatste job (23 jaar) 187 69,8 538 79,8 219 86,6 9 69,2 19 76,0 0,138***Laatste job (26 jaar) 160 75,1 714 83,6 471 84,7 93 94,9 190 88,8 0,114***Laatste job (29 jaar) 116 73,0 573 80,3 389 83,8 77 89,5 163 89,6 0,117***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.60Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naaropleiding<strong>en</strong> gevolgd voor het verlat<strong>en</strong> van het regulier onderwijsGevolgd Niet gevolgd Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 113 77,9 1998 75,5 0,012Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 25 78,1 950 78,8 0,003Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 97 83,9 1536 86,6 0,017Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 91 90,1 1231 81,6 0,054*Tabel 12.61Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 <strong>en</strong> tot 29 jaarnaar sociale demotie gemet<strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarHelemaal niet Eerder niet Eerder wel Wel Cramer’s VN % N % N % N %Laatste job (26 jaar) 1326 84,4 247 84,0 21 72,4 2 66,7 0,045Laatste job (29 jaar) 1025 83,9 279 76,2 13 92,9 0 0,0 0,116***Tabel 12.62Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar ‘locus ofcontrol’ op 26-jarige leeftijdHelemaalakkoordEerder welakkoordOnbeslistEerder nietakkoordHelemaal nietakkoordN % N % N % N % N %Ja 300 83,8 686 82,8 177 79,4 141 80,6 17 73,9Nee 58 16,2 143 17,2 46 20,6 34 19,4 6 26,1Totaal 358 100,0 829 100,0 223 100,0 175 100,0 23 100,0Cramer’s V=0,046Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job23312.4.3 Leerervaring<strong>en</strong>Zoals bij informele opleiding<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we vast dat negatieve leerervaring<strong>en</strong> zeerzwak of niet sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met het verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> in deeerste of latere jobs. Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele waarde voor Cramer’s V overstijgt 0,1. Hoewelde verband<strong>en</strong> zeer zwak zijn, lijkt het behal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> B- of C-attest <strong>en</strong> schoolse


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job234achterstand in het basis- <strong>en</strong> in het secundair onderwijs e<strong>en</strong> statistisch significant <strong>en</strong>negatieve impact te hebb<strong>en</strong> in de eerste job (tabel 5.81 – tabel 5.83).Tabel 12.63Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het al danniet behaald hebb<strong>en</strong> van t<strong>en</strong>minste 1 B- of C-attestB- of C-attest: ja B- of C-attest: nee Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 911 73,1 1193 77,7 0,053**Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 507 78,4 465 79,4 0,012Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 674 82,1 954 85,6 0,048*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 545 81,1 773 82,9 0,023Tabel 12.64Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar leeftijd bijintrede voltijds secundair onderwijs12 jaar ofjonger13 jaar Ouder dan13 jaarCramer’sVN % N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1906 76,4 179 70,2 18 62,1 0,053*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 855 79,9 105 71,4 12 75,0 0,068Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 1499 84,7 119 79,9 10 71,4 0,046Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 1221 76,4 93 76,8 4 74,1 0,078**Tabel 12.65Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het al danniet minst<strong>en</strong>s 1 keer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SONiet zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>Minst<strong>en</strong>s éénkeer zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1432 77,1 663 73,1 0,044*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 614 79,3 353 78,3 0,013Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 1125 85,1 496 82,4 0,034Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 907 81,8 407 83,2 0,017Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


De grootste waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> bij het watervalsysteem(tabel 12.66). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s hun schoolloopbaan in het secundaironderwijs zijn veranderd van e<strong>en</strong> relatief moeilijke naar e<strong>en</strong> relatief gemakkelijkestudierichting beam<strong>en</strong> minder vaak dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat ze nieuwevaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in hun eerste <strong>en</strong> latere jobs. De sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs is <strong>en</strong>kelstatistisch significant voor de eerste job. Wederom is de interpretatie van desam<strong>en</strong>hang niet rechtlijnig: respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die drie jaar of langer in het hogeronderwijs hebb<strong>en</strong> doorgebracht zonder succes zegg<strong>en</strong> vaker dan andererespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minder of ge<strong>en</strong> tijd hebb<strong>en</strong> doorgebracht in het hoger onderwijszonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in deeerste job (tabel 12.67).Tabel 12.66Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het al danniet beland<strong>en</strong> in het watervalsysteemWaterval: nee Waterval: ja Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1526 77,5 574 71,4 0,064***Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (23 jaar) 623 80,9 345 75,3 0,066*Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (26 jaar) 1225 85,7 401 79,7 0,072**Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 998 83,7 320 77,9 0,066**Tabel 12.67Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste <strong>en</strong> latere jobs naar het aantaljar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma van het hoger onderwijs tebehal<strong>en</strong>0 1 jaar 2 jaar 3 jaar of langer Cramer’s VN % N % N % N %1 ste job 1540 76,3 251 70,5 129 72,9 184 80,3 0,057*Laatste job (23 jaar) 719 79,4 157 77,7 58 74,4 38 79,2 0,032Laatste job (26 jaar) 1193 84,2 184 85,6 106 84,8 145 81,9 0,023Laatste job (29 jaar) 969 82,5 139 79,4 82 84,7 128 80,9 0,030Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job23512.4.4 Leefsituatie


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job23612.4.4.1 GezinssituatieIn de onderstaande tabell<strong>en</strong> wordt informatie weergegev<strong>en</strong> over de sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> gezinssituatie <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26<strong>en</strong> tot op 29 jaar. Zoals bij georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> blijkt hier dathet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> het sterkst sam<strong>en</strong>hangt met het al dan niet verwerv<strong>en</strong>van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> in de job. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die reeds op 23-jarige leeftijdkinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> minder vaak vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in hunlaatste job tot op 26 jaar (Cramer’s V=0,104; tabel 12.68). Op latere leeftijd hangthet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> statistisch significant maar minder sterk sam<strong>en</strong> met hetverwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,88; tabel 12.69).Tabel 12.68Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 26 jaar naar het aldan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>Wel kinder<strong>en</strong>N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: ja 1220 83,4 85 68,5Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: nee 243 16,6 39 31,5Totaal 1463 100 124 100Tabel 12.69Cramer’s V=0,104***Bron SONAR C76(23) & C76(26)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar het aldan niet hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 1 kind 2 of meer kinder<strong>en</strong>N % N % N %Ja 1047 83,8 203 78,7 72 71,3Nee 203 16,2 55 21,3 29 28,7Totaal 1250 100,0 258 100,0 101 100,0Cramer’s V=0,088*Bron SONAR C76(26) & C76(29)Tijdsdruk hangt niet sam<strong>en</strong> met het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in de laatste jobtot op 29 jaar (tabel 12.70), maar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> wel. Het verschilis vooral aanwezig tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die vijf of meer huishoudelijke tak<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> of minder dan vijf huishoudelijke tak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:76% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met 5 tak<strong>en</strong> of meer zegt nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te


verwerv<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot 84% à 85% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die minder ofge<strong>en</strong> huishoudelijke tak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (tabel 12.71).Tabel 12.70Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar ervar<strong>en</strong>tijdsdruk op 26-jarige leeftijdHelemaal nietakkoordEerder nietakkoordOnbeslistEerder welakkoordHelemaalakkoordN % N % N % N % N %Ja 79 81,4 637 82,9 518 81,7 79 79,0 6 100,0Nee 18 18,6 131 17,1 116 18,3 21 21,0 0 0,0Totaal 97 100,0 768 100,0 634 100,0 100 100,0 6 100,0Tabel 12.71Cramer’s V=0,039Bron SONAR C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job op 29 jaar naar hetaantal huishoudelijke tak<strong>en</strong> op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> 1 tot 4 5 of meerN % N % N %Ja 762 83,9 240 85,1 320 76,4Nee 146 16,1 42 14,9 99 23,6Totaal 908 100,0 282 100,0 419 100,012.4.4.2 ArbeidssituatieCramer’s V=0,090**Bron SONAR C76(26) & C76(29)Bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> we vast dat veel indicator<strong>en</strong> voorarbeidssituatie relatief sterk <strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatieaan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Arbeidssituatie bleekzoals verwacht in het algeme<strong>en</strong> beter dan gezinssituatie sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> metparticipatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>. Participatie aan informele opleiding<strong>en</strong>daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hangt minder sterk sam<strong>en</strong> met arbeidssituatie <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hangtuss<strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidssituatie blijkt niet sterker tezijn dan de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>gezinssituatie. Ook hier stell<strong>en</strong> we met andere woord<strong>en</strong> vast dat arbeidssituatiege<strong>en</strong> grote impact heeft op de vaststelling of m<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> heeft verworv<strong>en</strong><strong>en</strong> dat slechts in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hang groter is dan de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong>gezinssituatie <strong>en</strong> nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>. Het is wel opmerkelijk dat dehoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job237


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobstatistisch significante verband<strong>en</strong> voornamelijk terug te vind<strong>en</strong> zijn bij de laatstejob tot op 29 jaar. De arbeidssituatie tijd<strong>en</strong>s de eerste job bepaalt, metuitzondering van de mate van geestelijke inspanning, niet de perceptie van nieuweverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>.Statuut, contract <strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong>met het verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job. Arbeiders,respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die interim of met e<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel aan de slag zijn <strong>en</strong>respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> deeltijdse te<strong>werk</strong>stelling ervar<strong>en</strong> relatief minder vaak dat z<strong>en</strong>ieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar (tabel12.72, tabel 12.74 <strong>en</strong> tabel 12.75). Sector <strong>en</strong> grootte van de onderneming hang<strong>en</strong>niet sam<strong>en</strong> met de waarneming of m<strong>en</strong> al dan niet nieuwe vaardighed<strong>en</strong> heeftverworv<strong>en</strong> (tabel 12.73 <strong>en</strong> tabel 12.75).Tabel 12.72Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar statuutArbeider Bedi<strong>en</strong>de Zelfstandige/helperAmbt<strong>en</strong>aarN % N % N % N %Eerste job 760 74,8 943 76,6 110 73,8 163 81,1 0,041Cramer’s VLaatste job (29 jaar) 297 75,0 900 84,3 122 84,7 n.v.t. n.v.t. 0,106***Tabel 12.73Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar sectorPrivé Overheid Cramer’s VN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 1683 75,4 291 79,9 0,037Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 896 81,2 303 83,9 0,031Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)238


Tabel 12.74Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar contractVast Tijdelijk Interim Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregelN % N % N % N %Eerste job 707 76,2 586 76,9 325 74,0 250 77,4 0,026Cramer’s VLaatste job (29 jaar) 1021 82,3 148 84,6 22 59,5 8 66,7 0,103**Tabel 12.75Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage1 tot 50% 51% tot 99% 100% Cramer’sVN % N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 232 75,1 117 75,0 1622 76,2 0,010Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 54 62,1 123 72,8 1143 84,5 0,156***Tabel 12.76Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming in begin van de job< 11 11-49 50-249 249< Cramer’s VN % N % N % N %Eerste job 586 77,0 507 76,5 374 73,0 399 76,9 0,036Laatste job (29 jaar) 230 81,9 331 83,0 321 81,3 321 82,7 0,018Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Net zoals bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job, merk<strong>en</strong> we opdat e<strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> job e<strong>en</strong> positieveimpact heeft op het verwerv<strong>en</strong> van nieuwe vaardighed<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,101; tabel12.78). Ook verticale mismatch is significant gerelateerd met het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong>. Neg<strong>en</strong><strong>en</strong>tachtig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die vind<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong>te lage opleiding hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> zegt nieuw vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> bijgeleerd inde laatste job tot op 29 jaar, in teg<strong>en</strong>stelling tot 71% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>te hoge opleiding (tabel 12.77).hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job239


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobTabel 12.77Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar verticale mismatchTe hogeopleidingJuist goedeopleidingTe lageopleidingCramer’sVN % N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 492 74,2 1345 77,0 98 71,0 0,039Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 141 70,5 1053 83,2 106 89,1 0,121***Tabel 12.78Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job <strong>en</strong> in de laatste job tot op29 jaar naar horizontale matchHelemaal Enigszins Helemaal niet Cramer’sVN % N % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job 893 77,4 426 74,6 647 75,1 0,029Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job (29 jaar) 609 84,2 375 85,0 338 76,0 0,101***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het nettoloon heeft ge<strong>en</strong> significant verband met nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>(tabel 12.79). Maar het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie heeft wel e<strong>en</strong>impact op de waarneming dat m<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> heeft geleerd in de laatste job totop 29 jaar. Bij georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> bleek het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>leidinggev<strong>en</strong>de functie daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> impact te hebb<strong>en</strong>. Uit tabel 12.80 blijktdat 91% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie hebb<strong>en</strong> nieuwevaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot 79% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zonder e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie.Tabel 12.79Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar nettoloon in euro bijde start van de eerste job2401487N % N % N % N % N % N %Ja 120 77,9 277 77,4 552 73,9 653 77,3 192 77,7 79 67,5Nee 34 22,1 81 22,6 195 26,1 192 22,7 55 22,3 38 32,5Totaal 154 100,0 358 100,0 747 100,0 845 100,0 247 100,0 117 100,0Cramer’s V=0,058Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 12.80Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job tot op 29 jaar naarleidinggev<strong>en</strong>de functieGe<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functieWel leidinggev<strong>en</strong>de functieN % N %Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: ja 896 79,0 325 91,0Vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job: nee 238 21,0 32 9,0Totaal 1134 100 357 100Cramer’s V=0,133***Bron SONAR C76(29)T<strong>en</strong>slotte merk<strong>en</strong> we op dat de mate van geestelijke inspanning <strong>en</strong> autonomie e<strong>en</strong>significant maar zwak verband vertoont met verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, maar demate van lichamelijke inspanning niet (tabel 12.81 - tabel 12.82). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> job waarin weinig of ge<strong>en</strong> geestelijke inspanning wordt verwacht ervar<strong>en</strong>minder vaak nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste job danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die wel op dat vlak uitgedaagd word<strong>en</strong> (Cramer’s V=0,062).Tabel 12.81Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar de mate vanautonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning in het <strong>werk</strong>Wel Eerder wel Eerder niet NietN % N % N % N %Ja 511 80,3 484 76,1 477 74,8 461 73,2Nee 125 19,7 152 23,9 161 25,2 169 26,8Totaal 636 100,0 636 100,0 638 100,0 630 100,0Tabel 12.82Cramer’s V=0,062*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de eerste job naar de mate vanlichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het <strong>werk</strong>hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobWel Eerder wel Eerder niet Niet241N % N % N % N %Ja 486 75,1 478 76,1 487 76,9 482 76,1Nee 160 24,9 150 23,9 146 23,1 151 23,9Totaal 646 100,0 628 100,0 633 100,0 633 100,0Cramer’s V=0,014Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job24212.5 Sam<strong>en</strong>vattingIn dit hoofdstuk onderzocht<strong>en</strong> we het verband tuss<strong>en</strong> socio-demografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, leerervaring<strong>en</strong>, leefsituatie <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan tot 29 jaar. Hieronder vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in tabel12.83. Op basis van deze tabel gev<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele opvall<strong>en</strong>de conclusies weer. Dekruisjes in tabel 12.83 verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> op basisvan de associatiemaat Cramer’s V. Wanneer Cramer’s V significant is <strong>en</strong> 0,1 ofmeer bedraagt, dan word<strong>en</strong> de kruisjes gearceerd. Hoewel we in de voorgaandeparagraf<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt hebb<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste job, jobs op 23-, 26- <strong>en</strong> 29-jarige leeftijd <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>leeftijdsperiodes waaronder het verlat<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt tot 26 jaar, deperiode van 26 tot 29 jaar <strong>en</strong> de periode van het verlat<strong>en</strong> van de arbeidsmarkt tot29 jaar, vermeld<strong>en</strong> we in tabel 12.83 <strong>en</strong>kel de grootste waarneming voor Cramer’sV. Over het algeme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we vastgesteld dat de sam<strong>en</strong>hang van participatieaan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> met sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>leerervaring<strong>en</strong> zwakker is na 26 jaar dan voor 26 jaar <strong>en</strong> dat de arbeidssituatiesignificant sam<strong>en</strong>hangt met nieuwe verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in de laatste job totop 29 jaar maar niet met vaardighed<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in de eerste job. Voor informeleopleiding<strong>en</strong>, waar de verband<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het relatief zwakst war<strong>en</strong>, werd ge<strong>en</strong>e<strong>en</strong>duidig patroon naar leeftijd vastgesteld. Het is trouw<strong>en</strong>s opmerkelijk datparticipatie aan informele opleiding<strong>en</strong> het moeilijkst te verklar<strong>en</strong> lijkt. Zowelsociaal <strong>kapitaal</strong> (zie hoofdstuk 9) als m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> hang<strong>en</strong> niet of nauwelijkssam<strong>en</strong> met participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer. Ook weinigsociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> voor negatieve leerervaring<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong> met informele leeractiviteit<strong>en</strong>. Degezinssituatie <strong>en</strong> vooral de arbeidssituatie hang<strong>en</strong> wel opvall<strong>en</strong>d sam<strong>en</strong> metinformele leeractiviteit<strong>en</strong>.De meeste <strong>en</strong> sterkste sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong>. Zowel sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>,leerervaring<strong>en</strong> als de arbeidssituatie hang<strong>en</strong> sterk sam<strong>en</strong> met participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job. Ook het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong> hangt nauw sam<strong>en</strong> met sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> de arbeidssituatie. Het Mattheüseffect wordt in geval van degeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> duidelijk in mindere matevoor informele opleiding<strong>en</strong> opnieuw bevestigd: hoger opgeleid<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> meerkans om e<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job dan laagopgeleid<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> zowel de sociale afkomstals de etnische afkomst participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetverwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de midd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> de hogere


sociale klasse, Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> die niet behor<strong>en</strong> tot decategorie Turks, Noord-Afrikaans <strong>en</strong> Zuid-Europees krijg<strong>en</strong> in het kader van dejob vaker kans om e<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de lagere sociale klasse <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Turkse,Noord-Afrikaanse of Zuid-Europese afkomst. Zoals Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008)reeds vaststeld<strong>en</strong> is er dus blijkbaar meer ongelijkheid te bespeur<strong>en</strong> in departicipatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> dan in participatie aan informeleopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job naar sociale <strong>en</strong> etnische afkomst. Wekunn<strong>en</strong> daarom de hypothese formu<strong>ler<strong>en</strong></strong> dat informele opleiding<strong>en</strong> op de<strong>werk</strong>vloer minder e<strong>en</strong> drempel vorm<strong>en</strong> dan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat,omdat zij e<strong>en</strong> positief effect uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op jobtevred<strong>en</strong>heid, loon, het typecontract <strong>en</strong> horizontale overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> (zie hoofdstuk6) hier e<strong>en</strong> kans ligt voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis te mak<strong>en</strong> met nieuwevaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties via deze informele opleiding<strong>en</strong> (cf. Saliën <strong>en</strong> DeRick, 2008). Met multivariate <strong>analyse</strong>s in vervolgonderzoek kunn<strong>en</strong> we dezehypothese test<strong>en</strong> door zowel de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu, alsparticipatie aan informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces sam<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.In teg<strong>en</strong>stelling tot Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) stell<strong>en</strong> we echter in dit hoofdstukvast dat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> thuistaal <strong>en</strong> participatie aan informele opleiding<strong>en</strong>verrass<strong>en</strong>d is: anderstalig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> significant vaker deel te nem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>informele opleiding dan Nederlandstalig<strong>en</strong>. Dit verband is echter zeer zwak. Bij deverworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we datanderstalig<strong>en</strong> niet significant vaker vaardighed<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> of georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> dan Nederlandstalig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere merkwaardige vaststellingteg<strong>en</strong> de verwachting in is de relatie tuss<strong>en</strong> het aantal jar<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> in het hogeronderwijs heeft doorgebracht zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Wanneer de sam<strong>en</strong>hang statistischsignificant was, bleek het doorstrom<strong>en</strong> naar hoger onderwijs zonder het succesvolaf te rond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve impact te hebb<strong>en</strong> op participatie aan opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetverwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>. We maakt<strong>en</strong> de veronderstelling dat tijddoorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder de hogere studie succesvol af terond<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma e<strong>en</strong> indicator is voor negatieve leerervaring<strong>en</strong> vanwegehet feit dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> succes kon ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> daardoor minder bereid isom nieuwe leeractiviteit<strong>en</strong> te ondernem<strong>en</strong>. Maar de aanwezigheid van e<strong>en</strong>positieve impact lijkt er op te wijz<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijsdoorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong> niet noodzakelijk beschouwd hoeft teword<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> negatieve leerervaring <strong>en</strong> dat het toch e<strong>en</strong> zekere bereidwilligheidtot participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> illustreert of dat het in <strong>werk</strong>elijkheid door<strong>werk</strong>gevers als e<strong>en</strong> positief gegev<strong>en</strong> wordt beschouwd <strong>en</strong> toegang verle<strong>en</strong>t tot jobswaarin participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> mogelijk is.hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job243


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobE<strong>en</strong> andere verwachting die we bij aanvang van de <strong>analyse</strong>s hebb<strong>en</strong> geformuleerd,nietteg<strong>en</strong>staande het feit dat we in hoofdstuk 3 aanwijzing<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er van uit gaan dat het volg<strong>en</strong> van georganiseerde opleiding<strong>en</strong> in hetkader van de job ook t<strong>en</strong> koste gaat van de privétijd, was de verwachting dat dearbeidssituatie e<strong>en</strong> grotere rol speelt dan de gezinssituatie bij participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. We steld<strong>en</strong> inderdaad e<strong>en</strong> relatiefzwakker verband vast tuss<strong>en</strong> de gezinssituatie <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> dan tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aanopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>.Over het algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we besluit<strong>en</strong> dat, zoals in de literatuur werdvastgesteld, dat niet elke type leeractiviteit op dezelfde manier sam<strong>en</strong>hangt metfactor<strong>en</strong> die participatie verklar<strong>en</strong>. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk bekijk<strong>en</strong> we derelatie tuss<strong>en</strong> sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>,leerervaring<strong>en</strong>, leefsituatie <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.244


Tabel 12.83Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader vande jobSociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>Georganiseerdeopleiding<strong>en</strong>Informeleopleiding<strong>en</strong>Vaardighed<strong>en</strong>Geslacht x x xSociale afkomst x xEtnische afkomst x xThuistaal x x xM<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>Hoogst bereikte onderwijsniveau x x xOpleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het regulier onderwijs x xSociale demotie x xLocus of controlLeerervaring<strong>en</strong>B- of C-attest x xLeeftijd bij intrede voltijds SO x xZitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SO x xWatervalsysteem in voltijds SO x x xAantal jar<strong>en</strong> in het HO zonder diploma x x xGezinssituatieKinder<strong>en</strong> x x xErvar<strong>en</strong> tijdsdruk x xHuishoudelijke tak<strong>en</strong> x xArbeidssituatieStatuut x x xSectorContract x x xTe<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage x x xGrootte onderneming x xVerticale mismatch x xHorizontale match x x xNettoloon x xGeestelijke inspanning/autonomie x xLichamelijke inspanningxxxhoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job245


hoofdstuk 12 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de jobLeidinggev<strong>en</strong>de functieBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)x246


13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overigeachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de job13.1 InleidingIn hoofdstuk 12 hebb<strong>en</strong> we op basis van het theoretisch model (figuur 1.2 inhoofdstuk 1) de sam<strong>en</strong>hang onderzocht tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>,sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, leerervaring<strong>en</strong>, leefsituatie <strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job. Hieronder gaan we na in welke mateparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job verklaard kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> door deze achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu. Onder leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de terugkeer naar het secundair <strong>en</strong> hogeronderwijs inclusief het stelsel <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, VDAB-opleiding<strong>en</strong>, Onderwijsvoor Sociale Promotie <strong>en</strong> overige opleiding<strong>en</strong> waaronder basiseducatie, op<strong>en</strong>universiteit etc. onder. Net zoals in de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong>onderscheid tuss<strong>en</strong> deze types opleiding<strong>en</strong> omdat de participatiegraad peropleiding erg laag ligt. We mak<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>deleeftijdperiodes: de prille arbeidsloopbaan tot 23 jaar, de arbeidsloopbaan tuss<strong>en</strong>23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> de arbeidsloopbaan van het begin tot 29jaar.hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job24713.2 Sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>Uit de onderstaande tabell<strong>en</strong> valt op dat over het algeme<strong>en</strong> het verband tuss<strong>en</strong>sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job zeer zwak is: de waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V ligg<strong>en</strong> onder 0,1, <strong>en</strong> zijn


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job248statistisch niet significant wanneer we de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar inbeschouwing nem<strong>en</strong>.Bij geslacht stell<strong>en</strong> we vast dat tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar er significant meer mann<strong>en</strong>dan vrouw<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong>. Wanneer we naar de gehelearbeidsloopbaan tot 29 jaar kijk<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> verschil meer tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong>vrouw<strong>en</strong> (tabel 13.1). Bij sociale afkomst zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> significant verband tot 26jaar. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van hogere sociale afkomst participer<strong>en</strong> relatief vaker aan e<strong>en</strong>opleiding tot 26 jaar dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van lagere sociale afkomst. Opmerkelijk isdat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van lage sociale afkomst tot de leeftijd van 23 jaar significantvaker participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de midd<strong>en</strong>klasse (tabel11.2).Tabel 13.1Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar geslachtMan Vrouw Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 426 32,8 462 35,0 0,024Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 228 22,7 237 22,7 0,000Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 137 16,7 106 12,6 0,058*Tot 29 jaar 414 49,4 410 50,1 0,007Tabel 13.2Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar sociale afkomstLaag Midd<strong>en</strong> Hoog Cramer’s VN % N % N %Tot 23 jaar 256 35,8 405 30,8 215 38,7 0,070**Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 97 19,8 229 22,1 137 27,0 0,063*Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 47 12,1 123 14,6 73 17,5 0,054Tot 29 jaar 204 52,4 399 47,5 215 51,6 0,045Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Etnische afkomst hangt significant sam<strong>en</strong> met participatie aan e<strong>en</strong> opleiding tot 23jaar <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Tot 23 jaar zi<strong>en</strong> we vooral allochtone respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding. Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar blijk<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vanTurkse afkomst het minst te participer<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van allochtone afkomstmet uitzondering van de Turkse, Noord-Afrikaans <strong>en</strong> Zuid-Europese afkomst, het


vaakst te participer<strong>en</strong> (tabel 13.3). T<strong>en</strong>slotte zi<strong>en</strong> we bij tabel 13.4 datanderstalig<strong>en</strong> tot de leeftijd van 23 jaar statistisch significant vaker participer<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job dan Nederlandstalig<strong>en</strong>. Bij informeleopleiding<strong>en</strong> in hoofdstuk 12 steld<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gelijkaardig verband vast.Tabel 13.3Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar etnische afkomstBelgisch Turks Noord-AfrikaansZuid-EuropeesOverig<strong>en</strong>iet-BelgischCramer’s VN % N % N % N % N %Tot 23 jaar 728 32,7 25 43,9 30 46,2 17 38,6 78 38,0 0,063*Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 398 22,5 6 15,0 11 23,9 6 24,0 40 26,3 0,036Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 203 14,0 1 4,0 5 15,2 2 12,5 28 23,0 0,076*Tot 29 jaar 708 48,9 12 35,3 19 46,3 9 36,0 67 45,9 0,041Tabel 13.4Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar thuistaalNederlands Andere taal Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 794 33,0 91 44,4 0,065***Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 435 22,8 28 21,5 0,007Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 235 15,1 8 8,6 0,042Tot 29 jaar 779 49,9 43 46,2 0,017Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job13.3 M<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>In deze paragraaf besprek<strong>en</strong> we de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong>voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob. Er word<strong>en</strong> zowel hoge als zeer lage waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V vastgesteld. Dehoogste waarde, Cramer’s V=0,243, vind<strong>en</strong> we bij het hoogst bereikteonderwijsniveau <strong>en</strong> de laagste waarde, Cramer’s V=0,008, bij watervalpatroon.Onder de indicator<strong>en</strong> voor m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, is het hoogst bereikteonderwijsniveau het sterkst gerelateerd met participatie aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job. De sam<strong>en</strong>hang is relatief sterk wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de249


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job250arbeidsloopbaan tot 23 jaar <strong>en</strong> naar de arbeidsloopbaan tot 29 jaar. De cijfers in detabel gev<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> patroon weer dat we niet terugvind<strong>en</strong> bij de leeractiviteit<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job: hoogopgeleid<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> niet vaker te participer<strong>en</strong> aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job dan laagopgeleid<strong>en</strong>. Tot 23 jaar <strong>en</strong> overde hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar bekek<strong>en</strong>, zijn het vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zondere<strong>en</strong> diploma van secundair onderwijs die participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> hetkader van de job (respectievelijk 55% <strong>en</strong> 67%). Naast h<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> afgestudeerd<strong>en</strong>van de universiteit relatief goed met respectievelijk 44% <strong>en</strong> 62%. Wanneer we naarde periode tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar kijk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder diplomahoger secundair onderwijs relatief minder goed participer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hetMattheüseffect eerder bevestigd wordt. Dit verband is echter erg zwak (tabel13.5).Tabel 13.5Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar hoogst bereikt <strong>en</strong> voltooidonderwijsniveauGe<strong>en</strong>secundairSecundair HOKT HOLT Universiteit Cramer’s VN % N % N % N % N %Tot 23 jaar 218 55,1 412 34,0 135 19,7 25 25,8 96 44,2 0,243***Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 49 20,6 213 23,7 104 18,5 30 27,5 69 30,0 0,086**Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 26 15,7 109 14,7 56 11,9 14 15,7 38 20,3 0,069Tot 29 jaar 112 67,4 372 50,3 186 39,5 38 42,7 116 62,0 0,180***Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Het al dan niet gevolgd hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de opleiding buit<strong>en</strong> het kadervan de job voordat m<strong>en</strong> het initieel onderwijs voor de eerste keer verlaat blijkt nietstatistisch significant sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met participer<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs (tabel 13.6). Deze vaststelling is eerderverrass<strong>en</strong>d omdat we kunn<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat het volg<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>deopleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de initiële schoolloopbaan e<strong>en</strong> zekere bereidheid tot verder<strong>ler<strong>en</strong></strong> weerspiegelt. Deze bereidheid vertaalt zich niet noodzakelijk in bereidheidom bij te <strong>ler<strong>en</strong></strong> na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs.


Tabel 13.6Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs voor de eerste keer naar opleiding<strong>en</strong> gevolgd voor hetverlat<strong>en</strong> van het onderwijsGevolgd Niet gevolgd Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 41 41,0 847 33,6 0,030Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 29 23,8 436 22,6 0,006Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 18 16,8 225 14,5 0,016Tot 29 jaar 55 51,4 769 49,6 0,009Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Ook sociale demotie heeft ge<strong>en</strong> impact op participatie (tabel 13.7), in teg<strong>en</strong>stellingtot ‘locus of control’. Hoe meer m<strong>en</strong> beaamt controle te hebb<strong>en</strong> over zijn of haarlev<strong>en</strong>, hoe minder vaak m<strong>en</strong> participeert aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van dejob tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. De <strong>en</strong>kele respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hebb<strong>en</strong> geantwoord dat zege<strong>en</strong> controle over hun lev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> op dit patroon e<strong>en</strong> uitzondering.Zij participeerd<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> niet aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader vande job (tabel 13.8). Deze vaststelling dat locus of control e<strong>en</strong> negatief effect heeftop participatie gaat teg<strong>en</strong> onze verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerdere vaststelling<strong>en</strong> bijgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job in. E<strong>en</strong> mogelijkeverklaring zou kunn<strong>en</strong> zijn dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die eerder niet akkoord gaan metde stelling dat ze controle hebb<strong>en</strong> over hun lev<strong>en</strong> sneller g<strong>en</strong>eigd zijn om door hetvolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding hun greep op het lev<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong>. Over de motivatievan het deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job hebb<strong>en</strong> weechter ge<strong>en</strong> informatie.Tabel 13.7Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar sociale demotie op respectievelijk 23- <strong>en</strong> 26-jarige leeftijdHelemaal niet Eerder niet Eerder wel Wel Cramer’sVN % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 378 23,0 69 22,2 7 17,9 0 0,0 0,027Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 180 14,4 59 15,7 2 10,5 0 0,0 0,025Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job251


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job252Tabel 13.8Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar naar‘locus of control’ op 26-jarige leeftijdHelemaalakkoordEerder welakkoordOnbeslistEerder nietakkoordHelemaal nietakkoordN % N % N % N % N %Gevolgd 45 12,2 119 14,0 35 15,4 42 22,7 2 7,4Niet gevolgd 324 87,8 729 86,0 192 84,6 143 77,3 25 92,6Totaal 369 100,0 848 100,0 227 100,0 185 100,0 27 100,0Cramer’s V=0,088*Bron SONAR C76(26) & C76(29)13.4 Leerervaring<strong>en</strong>Het verband tuss<strong>en</strong> negatieve leerervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de job is eerder zwak tot zeer zwak te noem<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ige verband<strong>en</strong>die statistisch significant zijn vind<strong>en</strong> we bij het watervalpatroon <strong>en</strong> het aantal jar<strong>en</strong>in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong>. Het behal<strong>en</strong> van minst<strong>en</strong>séén B- of C-attest <strong>en</strong> schoolse achterstand in basis- <strong>en</strong> secundair onderwijs hang<strong>en</strong>niet sam<strong>en</strong> met participatie aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job (tabel 13.9– tabel 13.11).Tabel 13.9Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> van minimum één B-of C-attestB- of C-attest: ja B- of C-attest: nee Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 412 35,0 474 33,1 0,020Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 203 23,2 262 22,5 0,008Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 93 13,3 150 15,7 0,034Tot 29 jaar 349 49,9 475 49,8 0,001Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


Tabel 13.10Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar het al dan niet behaald hebb<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in SOZitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> ja Zitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>: nee Cramer’s VN % N %Tot 23 jaar 300 35,7 576 33,0 0,027Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 152 23,7 312 22,6 0,012Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 64 12,5 178 15,7 0,043Tot 29 jaar 255 49,6 563 49,7 0,001Tabel 13.11Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar leeftijd bij intrede secundair onderwijs12 jaar ofjonger13 jaar Ouder dan13 jaarCramer’sVN % N % N %Tot 23 jaar 780 35,8 91 30,8 14 38,7 0,027Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 420 22,7 42 25,3 3 15,8 0,024Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 219 14,4 21 16,9 3 25,0 0,031Tot 29 jaar 749 49,4 69 55,6 6 50,0 0,033Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Uit tabel 13.12 leid<strong>en</strong> we af dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het watervalsysteem hebb<strong>en</strong>doorlop<strong>en</strong> in het secundair onderwijs iets vaker participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleidingtuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Over de gehele arbeidsloopbaan tot29 jaar bekek<strong>en</strong> verdwijnt dit verschil.Tabel 13.12Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job na het verlat<strong>en</strong> van hetinitieel onderwijs naar het al dan niet doorlop<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>watervalpatroonWaterval: nee Waterval: ja Cramer’s Vhoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job253N % N %Tot 23 jaar 256 32,1 627 34,8 0,026Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 113 21,1 351 23,4 0,024Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 49 11,5 193 15,7 0,052*Tot 29 jaar 209 49,2 614 50,0 0,008Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job254Uit tabel 13.13 leid<strong>en</strong> we t<strong>en</strong>slotte af dat tot 23 jaar het vooral respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijndie het hoger onderwijs zonder succes hebb<strong>en</strong> aangevat vaker participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Wanneer we naarde leeftijdscategorie tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar kijk<strong>en</strong>, geldt deze waarneming <strong>en</strong>kel voorrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die twee jaar hoger onderwijs zonder succes doorlop<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>wanneer we naar de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar kijk<strong>en</strong> geldt het <strong>en</strong>kel voorrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die één jaar hoger onderwijs gevolgd hebb<strong>en</strong> zonder succes. Netzoals bij leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job stell<strong>en</strong> we hier vast dat tijddoorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het hoger onderwijs zonder e<strong>en</strong> diploma te behal<strong>en</strong> wellicht nietals e<strong>en</strong> indicator voor negatieve leerervaring<strong>en</strong> mag beschouwd word<strong>en</strong>.Tabel 13.13Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tot 23 jaar na hetverlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar aantal jar<strong>en</strong> in initieel onderwijszonder e<strong>en</strong> studiebewijs te behal<strong>en</strong>0 1 jaar 2 jaar 3 jaar of langer Cramer’s VN % N % N % N %Tot 23 jaar 604 30,7 150 43,2 80 48,5 50 40,0 0,124***Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 328 22,1 55 24,1 27 20,1 55 28,6 0,049Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 162 37,9 30 27,4 12 46,5 39 35,1 0,094**Tot 29 jaar 585 48,3 109 60,6 49 49,0 80 49,7 0,076*13.5 LeefsituatieBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Bij leefsituatie kijk<strong>en</strong> we naar zowel de gezinssituatie als naar de arbeidssituatie. Inhoofdstuk 12 hebb<strong>en</strong> we vermeld dat we verwacht<strong>en</strong> dat de impact van dearbeidssituatie groter is dan de impact van de gezinssituatie bij leeractiviteit<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> dat de impact van de gezinssituatie groter is dan deimpact van de arbeidssituatie bij leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Dezeverwachting werd bevestigd in hoofdstuk 12 voor georganiseerde opleiding<strong>en</strong>maar niet voor informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>.Hieronder gaan we na in welke mate we bevestiging vind<strong>en</strong> voor onzeverwachting over leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.13.5.1 Gezinssituatie


Hoewel we verwacht<strong>en</strong> dat de gezinssituatie meer effect zal hebb<strong>en</strong> opparticiper<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job dan op participer<strong>en</strong>aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job, stell<strong>en</strong> we vast uit deonderstaande tabell<strong>en</strong> dat het verband tuss<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, tijdsdruk, huishoudelijketak<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie heel zwak is. Het verband is zelfs zwakker bij participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job dan bij leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kadervan de job. Enkel tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar hangt participatie statistisch significantsam<strong>en</strong> met het aantal kinder<strong>en</strong>. Hoe meer kinder<strong>en</strong>, hoe minder vaak m<strong>en</strong> e<strong>en</strong>opleiding volgt buit<strong>en</strong> het kader van de job (Cramer’s V=0,074; tabel 13.15).Tabel 13.14Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het al dan niet hebb<strong>en</strong> vankinder<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijdWel kinder<strong>en</strong>Ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>N % N %Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: ja 30 17,1 431 23,3Opleiding<strong>en</strong> gevolgd: nee 145 82,9 1415 76,7Totaal 175 100,0 1846 100,0Tabel 13.15Cramer’s V=0,042Bron SONAR C76(23) & C76(26)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het aantal kinder<strong>en</strong> op 26-jarigeleeftijdGe<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> 1 kind 2 of meer kinder<strong>en</strong>N % N % N %Ja 205 16,0 29 11,0 9 7,8Nee 1073 84,0 235 89,0 106 92,2Totaal 1278 100,0 264 100,0 115 100,0Cramer’s V=0,074*Bron SONAR C76(26) & C76(29)hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job255


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job256Tabel 13.16Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar ervar<strong>en</strong> tijdsdruk op 26-jarigeleeftijdHelemaal nietakkoordEerder nietakkoordOnbeslistEerder welakkoordHelemaalakkoordN % N % N % N % N %Ja 19 19,0 106 13,5 99 15,2 16 14,8 2 33,3Nee 81 81,0 681 86,5 553 84,8 92 85,2 4 66,7Totaal 100 100,0 787 100,0 652 100,0 108 100,0 6 100,0Tabel 13.17Cramer’s V=0,051Bron SONAR C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong>op 26-jarige leeftijdGe<strong>en</strong> 1 tot 4 5 of meerN % N % N %Ja 135 14,5 51 17,6 57 13,1Nee 799 85,5 238 82,4 377 86,9Totaal 934 100,0 289 100,0 434 100,013.5.2 ArbeidssituatieCramer’s V=0,042Bron SONAR C76(26) & C76(29)Naast de gezinssituatie kan ook de arbeidssituatie e<strong>en</strong> factor zijn die invloeduitoef<strong>en</strong>t op de beslissing om e<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job onderscheid<strong>en</strong> zich van opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job omdat ze niet gevolgd word<strong>en</strong> in opdracht van de<strong>werk</strong>gever of in functie van de job dat m<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t uitoef<strong>en</strong>t. Nietteminkan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job gevolgd word<strong>en</strong> vanuitarbeidsgerelateerde motivatie. Ontevred<strong>en</strong>heid met de arbeidssituatie kanbijvoorbeeld e<strong>en</strong> motief zijn om e<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong>. We onderzoek<strong>en</strong> daaromin deze paragraaf het verband tuss<strong>en</strong> al dan niet <strong>werk</strong>loos zijn <strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> het verband tuss<strong>en</strong> jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding voor <strong>werk</strong><strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Net zoals in hoofdstuk vijfhoud<strong>en</strong> we hier rek<strong>en</strong>ing met de tijdsvolgorde van de variabel<strong>en</strong>: de arbeidssituatiewordt gemet<strong>en</strong> voorafgaand aan de periode waarin leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job gevolgd word<strong>en</strong>.


Op basis van tabel 13.18 stell<strong>en</strong> we vast dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>werk</strong>loos war<strong>en</strong> op23- <strong>en</strong>/of op 26-jarige leeftijd, daarna sneller e<strong>en</strong> opleiding start<strong>en</strong> danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>werk</strong>zaam war<strong>en</strong> op dezelfde leeftijd. Er is telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verschilvan bijna 10%. Het verband is zwak maar statistisch significant.Tabel 13.18Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar het al dan niet <strong>werk</strong><strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWerk<strong>en</strong> Werkloos Cramer’s VN % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 321 21,2 79 31,0 0,082***Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 203 13,7 35 21,1 0,063*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Wanneer we naar de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we op basis van deoverige tabell<strong>en</strong> dat de jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> relatief zwak of niet sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met hetstart<strong>en</strong> <strong>en</strong> volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job. Enkel voor deleeftijdscategorie tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar merk<strong>en</strong> we op dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong>zaamin de overheid, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op zoek zijn naar e<strong>en</strong> andere baan, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die interim <strong>werk</strong><strong>en</strong> of via e<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>stellingsmaatregel, <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dieontevred<strong>en</strong> zijn met hun job vaker e<strong>en</strong> opleiding volg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob (tabel 13.19 – tabel 13.22). Deze zwakke maar significante verband<strong>en</strong> ton<strong>en</strong>aan dat het will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> van de arbeidssituatie e<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong> kan zijnom e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job te volg<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>significante verband<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> voor de leeftijdscategorie tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar.Tabel 13.19Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar sector van de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarhoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de jobPrivé Overheid Cramer’s VN % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 309 22,2 47 18,6 0,032Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 171 13,4 61 17,6 0,049*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)257


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job258Tabel 13.20Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar contract van de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarVast Tijdelijk Interim Te<strong>werk</strong>stellingsmaatregelN % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 183 22,7 146 20,3 nvt nvt nvt nvt 0,029Cramer’s VTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 154 13,3 50 18,9 11 20,4 6 26,1 0,079*Tabel 13.21Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar het zoek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere baan tijd<strong>en</strong>s de laatste job oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarJa Nee Cramer’s VN % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 72 24,8 280 20,9 0,037Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 49 19,8 177 13,2 0,069**Tabel 13.22Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar tevred<strong>en</strong>heid met de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarHeel tevred<strong>en</strong> Eerdertevred<strong>en</strong>Noch tevred<strong>en</strong>,nochontevred<strong>en</strong>Eerder of heelontevred<strong>en</strong>N % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 146 19,7 153 22,3 35 26,3 21 29,2 0,061Cramer’s VTuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 56 11,6 131 14,2 21 16,9 18 24,7 0,079*Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Overige jobk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals statuut, te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage, grootte van deonderneming, het belang dat op het <strong>werk</strong> gehecht wordt aan schoolse k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis verworv<strong>en</strong> in bijkom<strong>en</strong>de opleiding<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong>opleiding, de mate van lichamelijke <strong>en</strong> geestelijke inspanning vereist in de jobhang<strong>en</strong> niet sam<strong>en</strong> met het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job(tabel 13.23 – tabel 13.33).


Tabel 13.23Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar statuuttijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarArbeider Bedi<strong>en</strong>de Zelfstandige/helperAmbt<strong>en</strong>aar21N % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 127 21,8 155 22,4 27 22,9 47 18,6 0,033Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 60 13,8 159 15,0 10 8,3 1 20,0 0,052Tabel 13.24Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Cramer’s VOpleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar te<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tage tijd<strong>en</strong>s de laatste job oprespectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar1 tot 50% 51% tot 99% 100% Cramer’s VN % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 23 17,4 18 21,2 313 21,9 0,030Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 14 15,6 19 18,6 197 13,8 0,035Tabel 13.25Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar aantal <strong>werk</strong>nemers/grootte onderneming tijd<strong>en</strong>s de laatste jobop respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaar< 11 11-49 50-249 249< Cramer’s VN % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 95 25,4 88 25,0 70 29,6 84 42,7 0,042Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 52 13,8 62 14,3 62 15,7 51 13,5 0,024Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job259Tabel 13.26Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste21 Bij de interpretatie van deze tabel is <strong>en</strong>ige voorzichtigheid gebod<strong>en</strong>. Enkel tijd<strong>en</strong>s de eerste bevraging werdde antwoordcategorie ‘ambt<strong>en</strong>aar’ opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij de tweede bevraging, op 26-jarige leeftijd, kwamdeze categorie niet meer aan bod. De respond<strong>en</strong>t die ambt<strong>en</strong>aar was tijd<strong>en</strong>s de laatste job tot op 26 jaarvolg<strong>en</strong>s tabel 6.23 zat met andere woord<strong>en</strong> nog in dezelfde job als op 23-jarige leeftijd. Omdat we nietwet<strong>en</strong> of hij of zij arbeider dan wel bedi<strong>en</strong>de was tot op 26 jaar, hebb<strong>en</strong> we deze respond<strong>en</strong>t bij decategorie ‘ambt<strong>en</strong>aar’ gelat<strong>en</strong>. Dit kan echter wel e<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op de berek<strong>en</strong>ing van deassociatiemaat.


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de jobkeer naar het belang dat gehecht wordt aan schoolse k<strong>en</strong>nis in de laatstejob op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Eerder wel Eerder niet Niet Cramer’s VN % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 118 20,7 97 21,9 62 21,7 76 24,8 0,036Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 36 14,3 38 13,9 59 12,2 86 15,5 0,038Tabel 13.27Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar het belang dat gehecht wordt in de laatste job aan k<strong>en</strong>nisverworv<strong>en</strong> in andere opleiding<strong>en</strong> op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Eerder wel Eerder niet Niet Cramer’s VN % N % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 68 24,2 83 23,0 50 18,1 67 22,0 0,054Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 28 14,8 32 14,2 64 15,4 53 13,3 0,025Tabel 13.28Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naar nettoloon ineuro in de laatste job op 23 jaar1487N % N % N % N % N % N %Ja 17 26,6 32 19,5 85 21,4 149 22,0 42 23,2 13 18,8Nee 47 73,4 132 80,5 313 78,6 527 78,0 139 76,8 56 81,2Totaal 64 100,0 164 100,0 398 100,0 676 100,0 181 100,0 69 100,0Cramer’s V=0,036Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)260


Tabel 13.29Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nahet verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerste keer naar nettoloon ineuro in de laatste job op 26 jaar1735N % N % N % N % N % N %Ja 12 12,6 24 22,2 69 14,4 79 15,0 24 10,8 13 10,1Nee 83 87,4 84 77,8 410 85,6 449 85,0 199 89,2 116 89,9Totaal 95 100,0 108 100,0 479 100,0 528 100,0 223 100,0 129 100,0Tabel 13.30Cramer’s V=0,081Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs voor de eerstekeer naar verticale mismatch tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong>26 jaarTe hogeopleidingJuist goedeopleidingTe lageopleidingN % N % N %Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 72 25,7 258 21,0 16 16,5 0,053Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 37 25,7 169 21,0 17 16,5 0,022Tabel 13.31Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Cramer’s VOpleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naarhorizontale match tijd<strong>en</strong>s de laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarHelemaal Enigszins Helemaal niet Cramer’sN % N % N % VTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 165 21,2 78 20,8 113 23,4 0,027Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 100 12,9 57 15,3 68 15,0 0,032Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job261


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job262Tabel 13.32Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar de matevan autonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning tijd<strong>en</strong>s delaatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Eerder wel Eerder niet Niet Cramer’sN % N % N % N % VTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 89 22,1 83 20,3 95 23,5 81 21,1 0,028Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 50 12,4 48 12,3 62 15,6 65 16,3 0,052Tabel 13.33Bron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)Opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs naar de matevan lichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>sde laatste job op respectievelijk 23 <strong>en</strong> 26 jaarWel Eerder wel Eerder niet Niet Cramer’sN % N % N % N % VTuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaar 90 22,7 75 19,9 76 19,2 107 24,9 0,056Tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar 50 22,7 59 19,9 53 19,2 63 24,9 0,03713.6 Sam<strong>en</strong>vattingBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)In dit hoofdstuk onderzocht<strong>en</strong> we het verband tuss<strong>en</strong> socio-demografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, leerervaring<strong>en</strong>, leefsituatie <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan tot 29 jaar. Hieronder vatt<strong>en</strong> we de resultat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in tabel13.34. Op basis van deze tabel gev<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kele opvall<strong>en</strong>de conclusies weer. Dekruisjes in tabel 13.34 verwijz<strong>en</strong> naar statistisch significante verband<strong>en</strong> op basisvan de associatiemaat Cramer’s V. Wanneer Cramer’s V significant is <strong>en</strong> 0,1 ofmeer bedraagt, dan word<strong>en</strong> de kruisjes gearceerd. Hoewel we in de voorgaandeparagraf<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt hebb<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd tot 23jaar, gevolgd tijd<strong>en</strong>s de leeftijdsperiodes 23 <strong>en</strong> 26 jaar <strong>en</strong> de periode 26 <strong>en</strong> 29 jaar<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar, baser<strong>en</strong> we in tabel 13.34 ons <strong>en</strong>kelop de grootste waarneming voor Cramer’s V per indicator. Uit de vergelijking<strong>en</strong>naar leeftijd is namelijk geblek<strong>en</strong> dat er wel verschill<strong>en</strong> zijn, maar dat er ge<strong>en</strong>duidelijk patroon bestaat hoe deze verschill<strong>en</strong> zich voordo<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong>deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> he<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>ige dat naar vor<strong>en</strong> kwam was dat over hetalgeme<strong>en</strong> de verband<strong>en</strong> zwak tot zeer zwak zijn, dat vooral bij het bekijk<strong>en</strong> van


participatie tijd<strong>en</strong>s de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar sam<strong>en</strong>hang verdwijnt <strong>en</strong> datbij arbeidssituatie significante verband<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel voor de leeftijdscategorie tuss<strong>en</strong> 26<strong>en</strong> 29 jaar gevond<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong>.Bij arbeidssituatie steld<strong>en</strong> we verder op basis van deze zwakke maar significanteverband<strong>en</strong> vast dat de gezinssituatie teg<strong>en</strong> onze verwachting<strong>en</strong> in nietnoodzakelijk meer impact heeft dan de arbeidssituatie op de beslissing om teparticiper<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Meer nog, deverband<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat het will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> van de arbeidssituatie e<strong>en</strong> van demotiev<strong>en</strong> blijkt te zijn om e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job te volg<strong>en</strong>.Uit tabel 13.34 blijkt t<strong>en</strong>slotte dat de hoogste waard<strong>en</strong> voor Cramer’s V bijm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> leerervaring<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Het verband met hetm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> werd <strong>en</strong>kel voor de groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 23 jaar vastgesteld<strong>en</strong> gaat teg<strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> in. In teg<strong>en</strong>stelling tot wat we van hetMattheüseffect verwacht<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> vooral de laaggeschoold<strong>en</strong> bereid teparticiper<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job. Zij word<strong>en</strong>waarschijnlijk meer dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geconfronteerd met de nood zich bijte schol<strong>en</strong> of om te schol<strong>en</strong> in de periode waarin zij de arbeidsmarkt betred<strong>en</strong>.Het aantal jar<strong>en</strong> hoger onderwijs zonder diploma lijkt zoals in het vorigehoofdstuk vastgesteld e<strong>en</strong> positieve in plaats van e<strong>en</strong> negatieve impact te hebb<strong>en</strong>op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> dus eerder e<strong>en</strong>indicator te zijn voor bereidwilligheid om bij te <strong>ler<strong>en</strong></strong> dan e<strong>en</strong> indicator voornegatieve leerervaring<strong>en</strong>. Belgische respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nederlandstaligerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> minder vaak dan anderstalige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>of respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van allochtone origine. Opmerkelijke resultat<strong>en</strong>, maar net zoalsbij informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> in mindere mate bij vaardighed<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> de meestewaard<strong>en</strong> voor Cramer’s V op zwakke verband<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t ook dat er bijopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job minder dan bij georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job ongelijkheid bestaat naar m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> sociale <strong>en</strong> etnische afkomst (cf. Saliën & De Rick, 2008).Wat we in dit hoofdstuk niet gedaan hebb<strong>en</strong> is per type opleiding nagaan wat desam<strong>en</strong>hang ervan is met de verschill<strong>en</strong>de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Omdat per typeopleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job het perc<strong>en</strong>tage van het aantal deelnem<strong>en</strong>derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erg laag ligt <strong>en</strong> om plaats te bespar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we één afgeleidevariabele gebruikt die participatie aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de jobmeet. Het nadeel om met deze geconstrueerde variabele te <strong>werk</strong><strong>en</strong> is dat we niet tewet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> op dezelfde manier sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> metparticipatie aan de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) steld<strong>en</strong> vast op basis van dezelfde geboortecohorte vanSONAR dat over de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar he<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> verschilbestaat tuss<strong>en</strong> het profiel van participant<strong>en</strong> aan VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong>het profiel van participant<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Socialehoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job263


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de jobPromotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ anderzijds. Kansarme groep<strong>en</strong> participer<strong>en</strong>vaker aan e<strong>en</strong> VDAB-opleiding dan kansrijke groep<strong>en</strong>, terwijl deze kloof nietzichtbaar was voor participatie aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor SocialePromotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ (Saliën & De Rick, 2008). Meer onderzoek naarhet verschil tuss<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> met inbegrip van terugkeernaar het secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs voor de verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën isaan te rad<strong>en</strong> in de toekomst. In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk vatt<strong>en</strong> we de voornaamsteresultat<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor vervolgonderzoek uit dit rapport sam<strong>en</strong>.264


Tabel 13.34Sam<strong>en</strong>vatting van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de jobSociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>GeslachtSociale afkomstEtnische afkomstThuistaalM<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>Hoogst bereikte onderwijsniveauOpleiding<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het regulier onderwijsSociale demotieLocus of controlLeerervaring<strong>en</strong>B- of C-attestLeeftijd bij intrede voltijds SOZitt<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> in het voltijds SOWatervalsysteem in voltijds SOAantal jar<strong>en</strong> in het HO zonder diplomaGezinssituatieKinder<strong>en</strong>Ervar<strong>en</strong> tijdsdrukHuishoudelijke tak<strong>en</strong>ArbeidssituatieWerkloosStatuutSectorContractZoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere baanTe<strong>werk</strong>stellingsperc<strong>en</strong>tageGrootte ondernemingJobtevred<strong>en</strong>heidBelang aan schoolse k<strong>en</strong>nis op het <strong>werk</strong>Belang aan k<strong>en</strong>nis verworv<strong>en</strong> in andere opleiding<strong>en</strong> op het <strong>werk</strong>Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande jobxxxxxxxxxxxxxxhoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job265


Verticale mismatchhoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de jobHorizontale matchNettoloonGeestelijke inspanning/autonomieLichamelijke inspanningBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)266


hoofdstuk 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatiek 13 | De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan267


- DEEL 6 SOCIAAL KAPITAAL,LEVENSLANG LEREN EN WERK:CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN -


14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>14.1 InleidingBeleidsmakers <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong>, vooral op Europees niveau, verwacht<strong>en</strong> veel vansociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Ze gaan er van uit dat zowel <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>als sociaal <strong>kapitaal</strong> welvaart <strong>en</strong> welzijn van individu <strong>en</strong> maatschappij positiefkunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> literatuurstudie hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> modelontwikkeld waarin de positie van sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> wordt <strong>en</strong> waarmee we de impact vansociaal <strong>kapitaal</strong> op <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> de impact van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op<strong>werk</strong> kunn<strong>en</strong> nagaan. Het model dat we ontwikkeld hebb<strong>en</strong> werd besprok<strong>en</strong> inhoofdstuk 1 <strong>en</strong> verder uitge<strong>werk</strong>t aan de hand van twee aparte <strong>en</strong> meergedetailleerde modell<strong>en</strong>. Het eerste gedetailleerde model geeft de verklar<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong>, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> weer(paragraaf 1.3; hoofdstuk 1). Het tweede gedetailleerde model schetst de relatietuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces(paragraaf 1.4; hoofdstuk 2). Na de bespreking van de modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> deprobleemstelling in deel 1 <strong>en</strong> de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> in deel 2,werd<strong>en</strong> de modell<strong>en</strong> als leidraad gebruikt voor de exploratieve <strong>analyse</strong>s in deel 3,deel 4 <strong>en</strong> deel 5 van dit rapport om de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van het individu, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong> na te gaan. In paragraaf 14.2 herhal<strong>en</strong> we de onderzoeksvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> vatt<strong>en</strong> wede bevinding<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> van deel 2, deel 3, deel 4 <strong>en</strong> deel 5. In paragraaf 14.3formu<strong>ler<strong>en</strong></strong> we op basis van onze bevinding<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor verderonderzoek.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 271


14.2 Sam<strong>en</strong>vatting van de bevinding<strong>en</strong> van de verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de <strong>analyse</strong>s14.2.1 De probleemstellingOmdat van sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> veel verwacht wordt, is het zinvolom na te gaan wat het effect van participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> door(jong)volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> is, in het bijzonder op hun positie in de arbeidsmarkt, <strong>en</strong> welkerol sociaal <strong>kapitaal</strong> daarin speelt. We steld<strong>en</strong> daarom in dit rapport de volg<strong>en</strong>deonderzoeksvrag<strong>en</strong>:hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>272(1) Hoe groot is de participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> bij jongvolwass<strong>en</strong>gebor<strong>en</strong> in 1976 zodra zij het initieel onderwijs voor het eerst verlat<strong>en</strong> tot deleeftijd van 29 jaar? Aan welke type leeractiviteit<strong>en</strong> wordt er deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?(2) Hoe succesvol zijn jonger<strong>en</strong> op de arbeidsmarkt <strong>en</strong> wat is het effect vanparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan op hunarbeidsmarktsucces?(3) Op welke manier hangt sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong> met participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan <strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces op 29 jaar?(4) Welke (overige) achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu kunn<strong>en</strong> participatieaan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces op 29 jaarverklar<strong>en</strong>?Om deze vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we gebruik gemaakt van de SONARdatabank.SONAR is e<strong>en</strong> longitudinale databank <strong>en</strong> bevat gegev<strong>en</strong>s van driegeboortecohort<strong>en</strong>. In dit rapport baseerd<strong>en</strong> we onze <strong>analyse</strong>s op de gegev<strong>en</strong>s vande geboortecohorte 1976, de <strong>en</strong>ige cohorte die drie keer werd bevraagd. Voor de<strong>analyse</strong>s gebruikt<strong>en</strong> we informatie van alle drie bevraging<strong>en</strong> op 23-, 26- <strong>en</strong> 29-jarige leeftijd. Omdat de data op meerdere tijdstipp<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verzameld, is ersprake van attritie. Het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daalt naarmate de opvolging van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> langer duurde. Op het mom<strong>en</strong>t van de derde bevraging deed slechtsnog 55% van de oorspronkelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mee aan de <strong>en</strong>quête. We hebb<strong>en</strong>echter vastgesteld in hoofdstuk 2 dat deze uitval van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> grootprobleem voor de repres<strong>en</strong>tativiteit <strong>en</strong> het trekk<strong>en</strong> van conclusies vormt.Om de eerste onderzoeksvraag te beantwoord<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> univariate <strong>analyse</strong>suitgevoerd <strong>en</strong> de participatiegraad van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>beschrev<strong>en</strong>. We streefd<strong>en</strong> ernaar <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> zo breed mogelijk te definiër<strong>en</strong>,gaande van georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job,


het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in de job, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> studer<strong>en</strong> voor de job totopleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job met inbegrip van de terugkeernaar secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs. Ook verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deleeractiviteit<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> aan bod <strong>en</strong> er werd wanneer mogelijk e<strong>en</strong> onderscheidgemaakt naar leeftijdsperiode.Om onderzoeksvraag 2, 3 <strong>en</strong> 4 te beantwoord<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bivariate <strong>analyse</strong>suitgevoerd. We kek<strong>en</strong> naar de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu, waaronder sociaal <strong>kapitaal</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces. De resultat<strong>en</strong> van de bivariate <strong>analyse</strong>s werd<strong>en</strong> in(kruis)tabell<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sterkte van de sam<strong>en</strong>hang beschrev<strong>en</strong> aan dehand van de associatiemat<strong>en</strong> Cramer’s V <strong>en</strong> Gamma. Bij het hanter<strong>en</strong> van deassociatiemat<strong>en</strong> Cramer’s V <strong>en</strong> Gamma moet er ge<strong>en</strong> veronderstelling gemaaktword<strong>en</strong> welke variabele de oorzaak is <strong>en</strong> welke variabele het gevolg. Bivariate<strong>analyse</strong>s lat<strong>en</strong> dan ook niet toe om uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> over oorzaak <strong>en</strong> gevolg.Om e<strong>en</strong> causale uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de relatie tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong>,moet er voldaan word<strong>en</strong> aan drie voorwaard<strong>en</strong>: (1) er is sprake van e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang: verandering in de <strong>en</strong>e variabele gaat sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verandering in deandere variabele; (2) oorzaak vindt plaats voor het gevolg; (3) er is ge<strong>en</strong> sprake vane<strong>en</strong> schijnrelatie of e<strong>en</strong> alternatieve verklaring voor de vastgestelde relatie tuss<strong>en</strong>oorzaak <strong>en</strong> gevolg (Babbie, 2004). Met de bivariate <strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> we nagaan ofer sprake is van sam<strong>en</strong>hang <strong>en</strong> of er al dan niet aan de eerste voorwaarde voldaanis. Maar in onze <strong>analyse</strong>s streefd<strong>en</strong> we er ook naar om te voldo<strong>en</strong> aan de tweedevoorwaarde. Omdat SONAR e<strong>en</strong> longitudinale databank is, is het relatiefe<strong>en</strong>voudig om af te leid<strong>en</strong> wat eerst plaatsvindt: <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong>of <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>. We kond<strong>en</strong> hierdoor de variabel<strong>en</strong> zodanigoperationaliser<strong>en</strong> dat er rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met de tijdsvolgorde. Devariabel<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s ons model participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> effectief plaatsgevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>voor de periode waarin respectievelijk het participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij sociodemografische factor<strong>en</strong> is ditmeestal voor de hand ligg<strong>en</strong>d. Maar ook bij sociaal <strong>kapitaal</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> etc.hebb<strong>en</strong> we gelet op de tijdsvolgorde van de variabel<strong>en</strong>. Met de bivariate <strong>analyse</strong>skunn<strong>en</strong> we echter niet nagaan of er voldaan is aan de derde voorwaarde. E<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> twee variabel<strong>en</strong> kan slechts schijn zijn <strong>en</strong> verklaard word<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> derde variabele of e<strong>en</strong> alternatieve verklaring. Andersom, het in rek<strong>en</strong>ingbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> derde variabele kan e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang aan het licht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die erop het eerste gezicht niet aanwezig leek te zijn volg<strong>en</strong>s bivariate <strong>analyse</strong>s.Multivariate <strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> meer inzicht bied<strong>en</strong> in welke mate er voldaan is aande derde voorwaarde voor causale uitsprak<strong>en</strong>, maar kom<strong>en</strong> in dit rapport niet aanbod. Ze vorm<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> van de aanbeveling<strong>en</strong> voor vervolgonderzoekbeschrev<strong>en</strong> in paragraaf 14.3.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 273


14.2.2 De participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>274Omdat we ernaar strev<strong>en</strong> het concept ‘<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>’ zo breed mogelijk tedefiniër<strong>en</strong> op basis van de beschikbare data binn<strong>en</strong> de SONAR-gegev<strong>en</strong>sbank,hebb<strong>en</strong> we meerdere indicator<strong>en</strong> gebruikt voor leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kadervan de job: gaande van georganiseerde opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetbedrijf, informele opleiding<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> collega, het observer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>collega, de perceptie van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong>, de noodzaak om te studer<strong>en</strong> tot de noodzaak om te lez<strong>en</strong> voor het<strong>werk</strong>, maar ook opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job waaronder VDABopleiding<strong>en</strong>,opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> hetsecundair <strong>en</strong> hoger onderwijs <strong>en</strong> alle georganiseerde overige opleiding<strong>en</strong> die nietonder de voorgaande categorieën ondergebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Uit de <strong>analyse</strong>s is naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job ev<strong>en</strong> vaak als informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de jobgevolgd word<strong>en</strong> tot 26 jaar. De helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt minst<strong>en</strong>s ééngeorganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding te hebb<strong>en</strong> gevolgd. Vanaf 26 jaar daaltechter het belang van informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job van 50%naar 31%. Dit is mete<strong>en</strong> de meest opvall<strong>en</strong>de verandering over deleeftijdscategorieën he<strong>en</strong> voor opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Nietminder opvall<strong>en</strong>d is de vaststelling dat veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing zijn dat z<strong>en</strong>ieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleerd tijd<strong>en</strong>s hun eerste (76%) <strong>en</strong> laatste job (79%-84%). Het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> georganiseerde of informele opleiding blijkt dus niete<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde te zijn om nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> job. Terwijl bijvoorbeeld meer dan driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt inzijn eerste job nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>, heeft slechts 29% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding <strong>en</strong> 23,5% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> informele opleiding gekreg<strong>en</strong> in hun eerste job. De meesterespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn niet alle<strong>en</strong> overtuigd dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> inhun job, ze zijn ook positief over de inzetbaarheid van hun nieuwe vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de opleiding<strong>en</strong> in andere jobs, zeker naarmate m<strong>en</strong> ouderwordt. Op 23-jarige leeftijd is 78,5% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overtuigd devaardighed<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in gelijkaardige jobs bij e<strong>en</strong> andere <strong>werk</strong>geverof in andere soort jobs. Op 29-jarige leeftijd d<strong>en</strong>kt 93% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erzo over. Over de inzetbaarheid van verworv<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> in georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job zijn de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> positief: 84%is van m<strong>en</strong>ing dat de nieuwe vaardighed<strong>en</strong> bij andere <strong>werk</strong>gevers of in e<strong>en</strong> anderejob bij dezelfde <strong>werk</strong>gever gebruikt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.


E<strong>en</strong> kwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> in het kadervan de job hebb<strong>en</strong> dit op eig<strong>en</strong> initiatief gedaan <strong>en</strong> slechts 11% à 13% betaalde erzelf voor. Wanneer we meer in detail kijk<strong>en</strong> naar georganiseerde opleiding<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd binn<strong>en</strong><strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het bedrijf, dan valt op dat vooral opleiding<strong>en</strong>gevolgd in het kader van de job maar wel buit<strong>en</strong> het bedrijf relatief vaker opinitiatief gebeurt van <strong>en</strong> betaald wordt door de <strong>werk</strong>nemer. Wanneer we meer indetail kijk<strong>en</strong> naar informele opleiding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar, dan valt op datrelatief meer respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> leeractiviteit door e<strong>en</strong>opleiding bij e<strong>en</strong> collega te volg<strong>en</strong> dan door e<strong>en</strong> collega te observer<strong>en</strong>. Verderligg<strong>en</strong> de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> die gevolgd werd<strong>en</strong> verspreid oververschill<strong>en</strong>de vakgebied<strong>en</strong>. De meest gekoz<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> tot 26 jaar zijninformatica, managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaarinformatica <strong>en</strong> ‘social profit’ opleiding<strong>en</strong>.Wanneer we de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar in beschouwing nem<strong>en</strong>, dan blijktdat e<strong>en</strong> erg groot aandeel van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> (84%) minst<strong>en</strong>s éénkeer de kans gekreg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerde ofinformele opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job. Maar het totaal aantal dag<strong>en</strong> datze e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding gevolgd hebb<strong>en</strong> is relatief kort. Tot 26 jaar heeft50% van de aan e<strong>en</strong> opleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job participer<strong>en</strong>dejongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in totaal maximum 11 dag<strong>en</strong> gesp<strong>en</strong>deerd aan opleiding<strong>en</strong> in hetkader van de job <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar maximum 8 dag<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijkt date<strong>en</strong> belangrijk aandeel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (28% à 30%) nog meergeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> wilde volg<strong>en</strong>, maar dat niet kon do<strong>en</strong>. Devoornaamste red<strong>en</strong><strong>en</strong> om dat niet te do<strong>en</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met tijdsdruk.Met de vraag of de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de laatste of huidige job regelmatig moe(s)t<strong>en</strong>studer<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> we opnieuw e<strong>en</strong> bevestiging voor het feit dat e<strong>en</strong> belangrijkaandeel van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>het kader van de job. Ruim de helft beaamt regelmatig te moet<strong>en</strong> studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>kwart gaat zelfs akkoord met de stelling dat ze vaak beroepsgerelateerdetijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> boek<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> in de vrije tijd.Terwijl de participatiegraad aan e<strong>en</strong> formele of informele opleiding binn<strong>en</strong> hetkader van de job onder jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief hoog is, ligt de participatiegraadaan de opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job relatief laag. Van het mom<strong>en</strong>twaarop m<strong>en</strong> het initieel onderwijs verlaat tot de leeftijd van 29 jaar heeft 50%minst<strong>en</strong>s één keer e<strong>en</strong> opleiding gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job, integ<strong>en</strong>stelling tot 84% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> georganiseerde of informeleopleiding binn<strong>en</strong> het kader van de job. De participatiegraad is het hoogst bij derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot de leeftijd van 23 jaar: 34% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegt tot danéén of meerdere leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job gevolgd te hebb<strong>en</strong>.Na 23 jaar daalt dit perc<strong>en</strong>tage naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt. Tuss<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> 26 jaarhoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 275


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>276neemt 23% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar nog maar 15% van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deel aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job. In deleeftijdscategorie tot 23 jaar zijn de ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ het populairst, na 23 jaarde opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor Sociale Promotie. Deze daling bevestigtdat participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> niet alle<strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de hele lev<strong>en</strong>sloop daalt<strong>en</strong> m<strong>en</strong> minder participeert naarmate m<strong>en</strong> ouder wordt (cf. Boer<strong>en</strong> & Nicaise,2011), maar toont ook aan dat de daling zich reeds inzet tijd<strong>en</strong>s de prillearbeidsloopbaan van jonvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.In het voltijds regulier onderwijs zijn de opleiding<strong>en</strong> in het hoger onderwijs vanhet korte type, de huidige professionele bacheloropleiding<strong>en</strong>, het populairst,onafhankelijk van de leeftijdscategorie. Vanaf 23 jaar wordt de universitairevoortgezette opleiding de tweede populairste opleiding. Dit laatste valt vooral teverklar<strong>en</strong> door het feit dat vel<strong>en</strong> in het hoger onderwijs dan de universiteitbeginn<strong>en</strong> te verlat<strong>en</strong>. Bij de overige types opleiding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat de belangstellinguitgaat naar technische beroepsopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> in verband met handel<strong>en</strong> vreemde tal<strong>en</strong>. Handel <strong>en</strong> vreemde tal<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vooral de bov<strong>en</strong>hand inOnderwijs voor Sociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’, terwijl technischeberoepsopleiding<strong>en</strong> primer<strong>en</strong> bij de VDAB.Opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job dur<strong>en</strong> gemiddeld langer dan opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job. Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de mediaan van de gevolgdeopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het regulier onderwijs, dan zi<strong>en</strong> we dat opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job voor 50% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> maximum 10 à 80 dag<strong>en</strong> duurt.Opleiding<strong>en</strong> in het regulier onderwijs dur<strong>en</strong> in theorie nog langer, minimaal éénjaar. Verder hebb<strong>en</strong> we vastgesteld dat het aantal opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader vande job dat succesvol afgerond wordt met e<strong>en</strong> studiebewijs daalt naar leeftijd van46% à 75% naar 29% à 57%, maar e<strong>en</strong> groot deel van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26<strong>en</strong> 29 jaar zijn ook nog bezig met de opleiding<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t van de laatstebevraging. Ter vergelijking, het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> studiebewijs behaaltbij opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar bedraagt 52%.Hoewel niet meer dan driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> studiebewijs haalt, iswel ruim driekwart van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erg positief over de vaardighed<strong>en</strong> die zekunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> in hun huidige of toekomstige <strong>werk</strong>. Zes<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t tot88% zegt de vaardighed<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>.14.2.3 De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsuccesIn hoofdstuk 5 beschrev<strong>en</strong> we welke positie jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bereikt opde arbeidsmarkt op 29-jarige leeftijd aan de hand van zes indicator<strong>en</strong>:<strong>werk</strong>loosheid, type contract, jobtevred<strong>en</strong>heid, nettoloon, inhoudelijke


overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming van hetopleidingsniveau <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis die in de job vereist is om de job goed uit te voer<strong>en</strong>.Op basis van de frequ<strong>en</strong>tietabell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat veel jonger<strong>en</strong> opde leeftijd van 29 jaar e<strong>en</strong> relatief goede positie hebb<strong>en</strong> ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De overgrotemeerderheid (80% of meer) heeft <strong>werk</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast contract, is tevred<strong>en</strong> met zijnbaan <strong>en</strong> is van m<strong>en</strong>ing dat zijn opleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met dat wat vereistis in zijn baan. E<strong>en</strong> kleine meerderheid (45%) is ook overtuigd van de inhoudelijkeafstemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>. De meeste variantie vind<strong>en</strong> we terug in hetmaandelijkse nettoloon. Vijf proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t minder dan745 euro per maand, 15% verdi<strong>en</strong>t 1735 euro of meer. De meeste respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>(32%) verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> maandelijks tuss<strong>en</strong> 1240 <strong>en</strong> 1487 euro.In hoofdstuk 6 <strong>en</strong> hoofdstuk 7 kek<strong>en</strong> we naar de relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces, waarbij we verondersteld<strong>en</strong> dat wanneerrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>, tevred<strong>en</strong> zijn met hun job, e<strong>en</strong> relatief hoog loon, e<strong>en</strong> vastcontract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan hebb<strong>en</strong> dat overe<strong>en</strong>stemt met hun opleiding, ze succesvolzijn op de arbeidsmarkt. Bij leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job merkt<strong>en</strong>we op dat de meeste verband<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces statistisch significant zijn<strong>en</strong> de meerderheid van de verband<strong>en</strong> relatief sterk zijn. Vooral het effect van deverschill<strong>en</strong>de types leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job op loon valt ergop. Jobtevred<strong>en</strong>heid daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> lijkt minder bepaald te word<strong>en</strong> door het volg<strong>en</strong>van leeractiviteit<strong>en</strong>. Met name georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van dejob hang<strong>en</strong> niet sam<strong>en</strong> met jobtevred<strong>en</strong>heid. Werkloosheid hangt wel sam<strong>en</strong> metgeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job maar niet met informeleopleiding<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>hang van overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding metparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> is eerder zwak.Het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job lijkt dus wel degelijke<strong>en</strong> positieve impact te hebb<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces. Voor opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>het kader van de job steld<strong>en</strong> we echter vast dat de meeste verband<strong>en</strong> statistischniet significant zijn <strong>en</strong>, wanneer ze dat wel zijn, zeer zwak zijn. Werkloosheid is de<strong>en</strong>ige indicator voor arbeidsmarktsucces die duidelijk sam<strong>en</strong>hangt met het volg<strong>en</strong>van opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, gevolgd door het type contract. Watechter sterk opvalt is dat de gevond<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> in ge<strong>en</strong>positieve maar eerder e<strong>en</strong> negatieve impact van leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job op arbeidsmarktsucces veronderstell<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> ofmeerdere opleiding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gevolgd buit<strong>en</strong> het kader van de job, zijn relatiefvaker <strong>werk</strong>loos, hebb<strong>en</strong> relatief minder vaak e<strong>en</strong> vast contract, hebb<strong>en</strong> relatiefminder vaak e<strong>en</strong> job dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met de opleiding <strong>en</strong> zijn relatiefminder vaak tevred<strong>en</strong> met hun job op 29-jarige leeftijd. We beschikk<strong>en</strong> op basisvan de bivariate <strong>analyse</strong>s niet over voldo<strong>en</strong>de informatie om te achterhal<strong>en</strong> wat deoorzaak is van het negatieve verband. Het negatieve verband tuss<strong>en</strong> gevolgdeopleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces zou kunn<strong>en</strong>hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 277


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>278betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de opleiding buit<strong>en</strong> het kader van dejob gebeurt vanwege andere motiev<strong>en</strong> dan het verbeter<strong>en</strong> van dearbeidsmarktpositie. E<strong>en</strong> negatief verband kan dan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat dezerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder bezig zijn met hun arbeidsmarktpositie dan andererespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of door het volg<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob juist hun arbeidsmarktpositie anders gaan inschatt<strong>en</strong>. In deel 5 van dit rapporthebb<strong>en</strong> we echter vastgesteld dat het verbeter<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> arbeidsmarktpositiewel degelijk e<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> kan zijn waarom m<strong>en</strong> deelneemt aan e<strong>en</strong>opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job (zie ook paragraaf 14.2.5). Het negatieveverband tuss<strong>en</strong> gevolgde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces zou dan kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er nog niet g<strong>en</strong>oeg tijd isverstrek<strong>en</strong> om de gevolgde opleiding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect te lat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op dearbeidsmarktpositie. E<strong>en</strong> laatste bijkom<strong>en</strong>de verklaring voor het negatieveverband kan ook gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het feit dat we ge<strong>en</strong> onderscheid hebb<strong>en</strong>gemaakt naar type opleiding <strong>en</strong> één afgeleide variabele gebruikt hebb<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>optelsom maakt van participatie aan alle opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job.Het is mogelijk dat de verschill<strong>en</strong>de types opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de jobom verschill<strong>en</strong>de motiev<strong>en</strong>, waaronder arbeidsgerelateerde maar ook anderemotiev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> gevolgd <strong>en</strong> bijgevolg verschill<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op<strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong>. Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) steld<strong>en</strong> namelijk vast datover de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar he<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> verschil bestaat tuss<strong>en</strong> hetprofiel van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> hetprofiel van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voorSociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ anderzijds. Kansarme groep<strong>en</strong>participer<strong>en</strong> vaker aan e<strong>en</strong> VDAB-opleiding dan kansrijke groep<strong>en</strong>, terwijl dezekloof niet zichtbaar was voor participatie aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voorSociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ (Saliën & De Rick, 2008). Het is dusmogelijk dat niet alle<strong>en</strong> het profiel van participant<strong>en</strong> verschilt naargelang het typeleeractiviteit buit<strong>en</strong> het kader van de job, maar ook het effect ervan op dearbeidsmarktpositie. Meer onderzoek naar het verschil tuss<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>esoort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën vormt daarom e<strong>en</strong>van de aanbeveling<strong>en</strong> voor vervolgonderzoek in de laatste paragraaf van dithoofdstuk.14.2.4 De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong><strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces14.2.4.1 De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces


Beleidsmakers <strong>en</strong> onderzoekers gaan er van uit niet alle<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> maarook sociaal <strong>kapitaal</strong> welvaart <strong>en</strong> welzijn van het individu <strong>en</strong> de maatschappijpositief kan beïnvloed<strong>en</strong> (Knipprath & De Rick, 2011). In hoofdstuk 8 ging<strong>en</strong> wedaarom na in welke mate sociaal <strong>kapitaal</strong> arbeidsmarktsucces van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong>kan verklar<strong>en</strong>. <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> werd gemet<strong>en</strong> aan de hand van verschill<strong>en</strong>deindicator<strong>en</strong>: (1) lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waaronder vrijwilligers<strong>werk</strong> <strong>en</strong> hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner; (2) zoekkanal<strong>en</strong> die gehanteerd word<strong>en</strong> om <strong>werk</strong> tevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatiebronn<strong>en</strong> over solliciter<strong>en</strong> <strong>en</strong> de arbeidsmarkt; <strong>en</strong> (3) houdingt<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong>. De eerste twee groep<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de structureledim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> weer. Lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong>partnerschap vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicatie voor het net<strong>werk</strong> waarover m<strong>en</strong> beschiktinclusief de aanwezigheid van pot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong>. Zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong>informatiebronn<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn voorbeeld<strong>en</strong> van hulpbronn<strong>en</strong> diedaad<strong>werk</strong>elijk in de praktijk word<strong>en</strong> ingezet. De houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong>verwijst naar de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>. Omdat hettheoretisch model over de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>(figuur 1.3 in hoofdstuk 1) aantoont dat sociaal <strong>kapitaal</strong> door onder andere teparticiper<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> met de tijd kan verander<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we wanneermogelijk de aanwezigheid van sociaal <strong>kapitaal</strong> op verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in dearbeidsloopbaan gemet<strong>en</strong>. We kwam<strong>en</strong> tot de conclusie dat over het algeme<strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hangt met arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> e<strong>en</strong> grotereimpact heeft op arbeidsmarktsucces wanneer ze later in de arbeidsloopbaan wordtgemet<strong>en</strong>. Verder steld<strong>en</strong> we vast dat niet elke indicator voor arbeidsmarktsuccesev<strong>en</strong> sterk sam<strong>en</strong>hangt met sociaal <strong>kapitaal</strong> – de helft van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>verband<strong>en</strong> zijn zeer zwak - <strong>en</strong> dat niet alle sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> zich gedrag<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deverwachting<strong>en</strong> dat meer sociaal <strong>kapitaal</strong> leidt tot meer succes op de arbeidsmarkt.Vooral bij het type contract valt de eerder negatieve impact van sociaal <strong>kapitaal</strong>op. Indi<strong>en</strong> we arbeidsmarktsucces definiër<strong>en</strong> als het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vast contract,stell<strong>en</strong> we bijvoorbeeld vast dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de functie ine<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging, respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> verricht <strong>en</strong>respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoogopgeleide partner minder vaak e<strong>en</strong> vast contracthebb<strong>en</strong> dan laagopgeleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> vrijwilligers<strong>werk</strong> uitvoerd<strong>en</strong>of ge<strong>en</strong> leiderschapsfunctie hadd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging. Niettemin hebb<strong>en</strong> dezeindicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong> wel e<strong>en</strong> positief effect op loon <strong>en</strong> inhoudelijkeovere<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleiding.T<strong>en</strong> tweede valt op dat terwijl loon <strong>en</strong> inhoudelijke overe<strong>en</strong>stemming, maar ookjobtevred<strong>en</strong>heid, door meerdere indicator<strong>en</strong> van sociaal <strong>kapitaal</strong> verklaard kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>, <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> verticale overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> job <strong>en</strong> opleidingminder vaak sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong>. Werkloosheidhangt <strong>en</strong>kel, maar wel duidelijk, sam<strong>en</strong> met de socio-economische status van departner <strong>en</strong> de houding ‘<strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing’. Lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 279


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>280<strong>en</strong> de ingezette hulpbronn<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> impact op <strong>werk</strong>loosheid te hebb<strong>en</strong>, nochop verticale mismatch. De overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> het kwalificati<strong>en</strong>iveau <strong>en</strong> datwat voor de job vereist is om ze naar behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> hangt opvall<strong>en</strong>d welsam<strong>en</strong> met de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>.Dat meer dan de helft van de indicator<strong>en</strong> van de interpretatieve dim<strong>en</strong>siesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces is de derde opvall<strong>en</strong>de conclusie. Designificante, maar weliswaar niet altijd ev<strong>en</strong> sterke, verband<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat deinterpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> belangrijke rol kanspel<strong>en</strong> in het verklar<strong>en</strong> van arbeidsmarktsucces. Deze interpretatieve dim<strong>en</strong>siewerd tot nu toe in net<strong>werk</strong><strong>analyse</strong>s niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om statusverwerving teverklar<strong>en</strong>. Hoewel in andere disciplines er steeds meer aandacht gaat naar waard<strong>en</strong><strong>en</strong> attitudes op vlak van <strong>werk</strong><strong>en</strong>, is er vandaag nog relatief weinig onderzoek naarhet effect van deze waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes t<strong>en</strong> opzichte van <strong>werk</strong><strong>en</strong> op dearbeidsloopbaan. Op basis van onze bivariate <strong>analyse</strong>s stell<strong>en</strong> we voorlopig vastdat de manier waarop m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt over het nut van <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in mindere mateover carrière of promotie mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de positie die m<strong>en</strong>bereikt in de arbeidsmarkt. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ervan overtuigd zijn dat <strong>werk</strong><strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>ing verschaft, <strong>werk</strong><strong>en</strong> relatief vaker, hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> vastcontract <strong>en</strong> zijn relatief meer tevred<strong>en</strong> over hun <strong>werk</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ervanovertuigd zijn dat <strong>werk</strong><strong>en</strong> niet belangrijk is, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> relatief minder, vind<strong>en</strong> zichrelatief vaker te hoog of te laag opgeleid, maar zijn ook relatief meer tevred<strong>en</strong>.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die vind<strong>en</strong> dat ze vooral <strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld, stell<strong>en</strong> minder vaakovere<strong>en</strong>stemming vast tuss<strong>en</strong> hun opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong>, zijn minder tevred<strong>en</strong> met het<strong>werk</strong>, maar mak<strong>en</strong> ook meer kans op e<strong>en</strong> vast contract. Deze bevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>e<strong>en</strong> indicatie dat wanneer m<strong>en</strong> <strong>werk</strong> eerder beschouwt als e<strong>en</strong> bron vaninkomst<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> waarschijnlijk relatief vaker erin slaagt stabiliteit te vind<strong>en</strong> op vlakvan <strong>werk</strong><strong>en</strong> maar tegelijkertijd minder tevred<strong>en</strong> is met de job <strong>en</strong> deovere<strong>en</strong>stemming van de job met opleiding. Verder stell<strong>en</strong> we vast dat hoe meerm<strong>en</strong> zich kan vind<strong>en</strong> met de stelling dat carrière mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belemmering magzijn voor het familiaal lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> promotie mak<strong>en</strong> niet teveel stress mag teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hoe lager het loon is maar hoe tevred<strong>en</strong>er m<strong>en</strong> is met zijn of haar job <strong>en</strong>hoe meer m<strong>en</strong> vindt dat zijn of haar opleidingsniveau overe<strong>en</strong>stemt met devereist<strong>en</strong> van de job. De manier waarop deze verschill<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> of houding<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van arbeidsmarktsucces verhoud<strong>en</strong> doet vermoed<strong>en</strong> datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de manier omgaan met hun arbeidsloopbaan <strong>en</strong>naar verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> strev<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de ook op e<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de manier arbeidsmarktsucces interpreter<strong>en</strong>. Het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>vast arbeidscontract is misschi<strong>en</strong> voor de <strong>en</strong>e respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> betere indicatorvoor arbeidsmarktsucces dan voor e<strong>en</strong> andere respond<strong>en</strong>t. En zo kan de hoogtevan het maandelijkse nettoloon voor de <strong>en</strong>e respond<strong>en</strong>t minder belangrijk zijn dane<strong>en</strong> job kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt met de opleiding.


Hierdoor nem<strong>en</strong> zij waarschijnlijk andere beslissing<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de loopbaan <strong>en</strong>bereik<strong>en</strong> ze andere posities in de arbeidsmarkt.T<strong>en</strong>slotte stell<strong>en</strong> we vast dat de sterkste verband<strong>en</strong> vooral bij de structureledim<strong>en</strong>sie, met name wanneer er naar de partner gekek<strong>en</strong> wordt, te vind<strong>en</strong> zijn.Naast de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie is dus duidelijk ook de structurele dim<strong>en</strong>siebelangrijk om naar arbeidsmarktsucces te kijk<strong>en</strong>. Maar bij de variabel<strong>en</strong> die deaanwezigheid van de partner <strong>en</strong> de socio-economische situatie van de partnermet<strong>en</strong> moet e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing gemaakt word<strong>en</strong>. Onderzoekers waarschuw<strong>en</strong> bijnet<strong>werk</strong><strong>analyse</strong>s voorzichtig om te gaan met de interpretatie van het effect vanpartner, familie <strong>en</strong> gelijkgestemde vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op de arbeidssituatie vanwege het‘homophily’ effect. Het effect van sociaal <strong>kapitaal</strong> is dan eerder e<strong>en</strong> afspiegelingvan het feit dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bevri<strong>en</strong>d gerak<strong>en</strong> met gelijkgestemd<strong>en</strong> of familie zijn vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gelijkwaardige socio-economische positie dan e<strong>en</strong> rechtstreekseffect van de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van die vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of familie (Mouw, 2006).Gelijkaardige verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de socio-economische positie van de respond<strong>en</strong>tzelf <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces, vastgesteld in deel 5 van dit rapport (zie ook paragraaf14.2.5), ton<strong>en</strong> aan dat er inderdaad sprake is van e<strong>en</strong> ‘homophily’ effect.Multivariate <strong>analyse</strong>s waarbij de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> meer inzicht bied<strong>en</strong> in hoeverre het effect van desocio-economische positie van de partner dan nog blijft standhoud<strong>en</strong> op hetarbeidsmarktsucces van de respond<strong>en</strong>t (zie voor meer aanbeveling<strong>en</strong> voorvervolgonderzoek paragraaf 14.3).T<strong>en</strong>slotte will<strong>en</strong> we de lezer erop wijz<strong>en</strong> dat de indicator<strong>en</strong> voor sociaal <strong>kapitaal</strong>die in dit rapport werd<strong>en</strong> gebruikt niet exhaustief zijn. Zo hebb<strong>en</strong> we niet hetvolledige net<strong>werk</strong> <strong>en</strong> de aanwezigheid van alle pot<strong>en</strong>tiële hulpbronn<strong>en</strong> of <strong>werk</strong>elijkingezette hulpbronn<strong>en</strong> van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan. Er werd<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> SONAR bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> overfamilie (met uitzondering van de vrag<strong>en</strong> over de socio-economische status van deouders), k<strong>en</strong>nis, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of collega’s gesteld die ook tot het net<strong>werk</strong> van derespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> informatie over het discoursvan de betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd het hanter<strong>en</strong> van zoekkanal<strong>en</strong> <strong>en</strong>gebruikmak<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong>kel gemet<strong>en</strong> net voor of na de intrede op dearbeidsmarkt <strong>en</strong> niet tijd<strong>en</strong>s de gehele arbeidsloopbaan. Het effect van sociaal<strong>kapitaal</strong> op arbeidsmarktsucces kan dus groter zijn dan wat we in dit rapporthebb<strong>en</strong> vastgesteld.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 28114.2.4.2 De relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong><strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> heeft niet alle<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s beleidsmakers <strong>en</strong> onderzoekers e<strong>en</strong>positief effect op het welzijn van het individu, waaronder de positie van hetindividu op de arbeidsmarkt, maar ook op participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. In


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>282hoofdstuk 9 <strong>en</strong> in hoofdstuk 10 ging<strong>en</strong> we het effect van sociaal <strong>kapitaal</strong> opparticipatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> na. Terwijl we bij het onderzoek<strong>en</strong> van de relatietuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces het effect van zowel de structureleals de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> belicht<strong>en</strong>,hebb<strong>en</strong> we met betrekking tot <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>kel de rol van de structureledim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong> kunn<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong>. In SONAR is er namelijk ge<strong>en</strong>informatie aanwezig over de interpretatieve dim<strong>en</strong>sie van sociaal <strong>kapitaal</strong>, dediscours van de respond<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zijn betek<strong>en</strong>isvolle ander<strong>en</strong>, met betrekking tot<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Er is binn<strong>en</strong> SONAR ook ge<strong>en</strong> informatie over hulpbronn<strong>en</strong> dieeffectief werd<strong>en</strong> ingezet om te kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, nochinformatie over het net<strong>werk</strong> waartoe familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> collega’s kunn<strong>en</strong>behor<strong>en</strong>. Het lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> inclusief onbetaald vrijwilligers<strong>werk</strong><strong>en</strong> de aanwezigheid <strong>en</strong> de socio-economische situatie van de partner war<strong>en</strong>bijgevolg de <strong>en</strong>ige indicator<strong>en</strong> die gebruikt kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het effect vansociaal <strong>kapitaal</strong> op participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> na te gaan.Bij het onderzoek<strong>en</strong> van de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> viel over het algeme<strong>en</strong> op dat participatie aan informeleopleiding<strong>en</strong> in het kader van de job doorhe<strong>en</strong> de arbeidsloopbaan, onafhankelijkvan de leeftijd, niet sam<strong>en</strong>hangt met sociaal <strong>kapitaal</strong>. De sterke <strong>en</strong> statistischsignificante verband<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we vooral terug bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> in mindere mate bij het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Terwijler bij leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job verder ge<strong>en</strong> patroon waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>kon word<strong>en</strong> naar leeftijd, bleek uit de vergelijking<strong>en</strong> naar leeftijd bij leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job dat de significante verband<strong>en</strong> vooral voor deleeftijdscategorie van 23 tot 26 jaar <strong>en</strong> van 26 tot 29 jaar gevond<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> <strong>en</strong>dat er ge<strong>en</strong> significante verband<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de opleiding<strong>en</strong>gevolgd gedur<strong>en</strong>de de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar. Deze waarneming<strong>en</strong>bevestig<strong>en</strong> de verwachting op basis van de onderzoeksliteratuur dat hetverklaringspatroon voor participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> kan verschill<strong>en</strong> naargelanghet type leeractiviteit dat in beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> do<strong>en</strong> de vastgestelde verband<strong>en</strong> voor de leeractiviteit<strong>en</strong> in het kadervan de job zich doorgaans voor zoals verwacht werd, maar niet noodzakelijk voorde leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Hoe meer sociaal <strong>kapitaal</strong> iemandheeft, hoe meer kans iemand maakt om te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerdeopleiding of het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. Maarwe verwacht<strong>en</strong> dat de vastgestelde effect<strong>en</strong> van sociaal <strong>kapitaal</strong> zich vooralonrechtstreeks op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job do<strong>en</strong>geld<strong>en</strong>. <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> werd vooral gemet<strong>en</strong> aan de hand van indicator<strong>en</strong> voore<strong>en</strong> net<strong>werk</strong> dat buit<strong>en</strong> het kader van de job ligt <strong>en</strong> niet aan de hand vaninformatie over het net<strong>werk</strong> van (ex-)collega’s dat m<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan


opbouwt. Dit laatste zou wel e<strong>en</strong>s belangrijker kunn<strong>en</strong> zijn voor het verklar<strong>en</strong> vanparticipatiekans<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job dan het net<strong>werk</strong>opgebouwd door lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job. Wevermoed<strong>en</strong> daarom dat het vastgestelde effect van de indicator<strong>en</strong> voor sociaal<strong>kapitaal</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job vooral beïnvloed<strong>en</strong>via de arbeidssituatie waarin m<strong>en</strong> zich bevindt. Het hebb<strong>en</strong> van sociaal <strong>kapitaal</strong>kan de arbeidssituatie beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de kans op e<strong>en</strong> opleiding in hetkader van de job. Dit vraagt echter nader onderzoek. Bij het bestuder<strong>en</strong> van deinvloed van sociaal <strong>kapitaal</strong> op <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job wordtin de onderzoeksliteratuur voornamelijk wel e<strong>en</strong> rechtstreeks effect verondersteldvan het lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke betrokk<strong>en</strong>heid. <strong>Sociaal</strong><strong>kapitaal</strong> blijkt ook volg<strong>en</strong>s onze <strong>analyse</strong>s sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, maar de sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> strok<strong>en</strong> nietaltijd met de verwachting<strong>en</strong> op basis van onze theorie dat meer sociaal <strong>kapitaal</strong>leidt tot meer participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (<strong>werk</strong><strong>en</strong>de)partner heeft e<strong>en</strong> zwak maar negatief effect op participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job. Dit zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> door hethebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partner of gezin m<strong>en</strong> minder tijd vrij kan mak<strong>en</strong> om teparticiper<strong>en</strong> aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job, die meestal ookbuit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Uit de <strong>analyse</strong>s van hoofdstuk 13 bleekinderdaad dat het verband tuss<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> het participer<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job statistisch significant is maar ook ergzwak (zie ook paragraaf 14.2.5). Er werd echter ge<strong>en</strong> statistisch significant verbandgevond<strong>en</strong> voor het aantal huishoudelijke tak<strong>en</strong>, de ervar<strong>en</strong> tijdsdruk <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job. E<strong>en</strong> andere merkwaardigevaststelling heeft betrekking op de relatie tuss<strong>en</strong> het aantal lidmaatschapp<strong>en</strong> vanver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die lid war<strong>en</strong> van tweever<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs participer<strong>en</strong> relatief mindervaak aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> lidwar<strong>en</strong>, lid war<strong>en</strong> van één of van drie of meer ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Ook Strawn (2003) <strong>en</strong>Field (2005) steld<strong>en</strong> dergelijke kromlijnige verband<strong>en</strong> vast tuss<strong>en</strong> de houdingteg<strong>en</strong>over maatschappelijk <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t of lidmaatschap van ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong>participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, maar kond<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring voorgev<strong>en</strong>. Ook dit vraagt meer onderzoek ev<strong>en</strong>als het effect van sociaal <strong>kapitaal</strong> opelk type opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job afzonderlijk. Omdat Saliën <strong>en</strong> DeRick (2008) vaststeld<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> verschil bestaat tuss<strong>en</strong> het profiel vanrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan VDAB-opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het profiel vanrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voor SocialePromotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ anderzijds, is het mogelijk dat ook de relatietuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> verschilt naargelang hettype opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 283


T<strong>en</strong>slotte valt het statistisch significant verband tuss<strong>en</strong> de socio-economischepositie van de partner <strong>en</strong> participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job op: hoe hoger de opleiding van de respond<strong>en</strong>t, hoegroter de kans dat hij of zij deelneemt aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>. Zoals bijarbeidsmarktsucces, moet<strong>en</strong> we echter ook hier oppass<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ‘homophilyeffect’ <strong>en</strong> de vraag stell<strong>en</strong> in hoeverre er sprake is van e<strong>en</strong> direct effect van desocio-economische positie van de partner dan wel van het sam<strong>en</strong>zijn van partnersmet e<strong>en</strong>zelfde socio-economische achtergrond.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>28414.2.5 De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van hetindividu, participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces14.2.5.1 De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> arbeidsmarktsuccesIn de vorige paragraf<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we het effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> sociaal<strong>kapitaal</strong> op arbeidsmarktsucces besprok<strong>en</strong>. Participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong> zijn echter niet de <strong>en</strong>ige variabel<strong>en</strong> die arbeidsmarktsucces kunn<strong>en</strong>verklar<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het theoretisch model dat de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> beschrijft (zie figuur 1.3 in hoofdstuk 1), moet<strong>en</strong> werek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu. Niet alle<strong>en</strong>sociaal <strong>kapitaal</strong>, maar ook m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> socio-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> namelijk de positie die e<strong>en</strong> individu bereikt op de arbeidsmarkt bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong>moet<strong>en</strong> in rek<strong>en</strong>ing gebracht word<strong>en</strong> bij multivariate <strong>analyse</strong>s in vervolgonderzoeknaar het effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op arbeidsmarktsucces. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> toont hetmodel aan dat zowel sociaal als m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> door onder andere teparticiper<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> met de tijd kan verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wedaarom wanneer mogelijk de aanwezigheid van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> op verschill<strong>en</strong>demom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de arbeidsloopbaan gemet<strong>en</strong>.Over het algeme<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> we vast dat zowel sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> alsm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met arbeidsmarktsucces. Enkel jobtevred<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> verticale mismatch hang<strong>en</strong> niet of nauwelijks sam<strong>en</strong> met sociodemografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voor jobtevred<strong>en</strong>heid vind<strong>en</strong> we in geval van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong>kele<strong>en</strong> positief <strong>en</strong> significant effect van psychologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals socialedemotie <strong>en</strong> ‘locus of control’. Jobtevred<strong>en</strong>heid is onder de zes indicator<strong>en</strong> voorarbeidsmarktsucces de meest subjectieve maatstaf <strong>en</strong> hangt waarschijnlijk daaromook vaker sam<strong>en</strong> met andere, meer g<strong>en</strong>erieke, attitudes (cf. Saari & Judge, 2004).Naast jobtevred<strong>en</strong>heid hangt ook verticale mismatch met relatief weinigverklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. Bij verticale mismatch vind<strong>en</strong> we <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> effect van


geslacht <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> terug. Het is dus vooral op loon, het type contract<strong>en</strong> op horizontale match dat sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>e<strong>en</strong> impact hebb<strong>en</strong>. Hoewel e<strong>en</strong> hoge opleiding e<strong>en</strong> positief effect heeft op dekans om <strong>werk</strong> te vind<strong>en</strong>, de hoogte van het nettoloon <strong>en</strong> de inhoudelijkeovere<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> opleiding, blijk<strong>en</strong> hoogopgeleid<strong>en</strong> minder kanste mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> meer kans op e<strong>en</strong> tijdelijk contract dan lageropgeleid<strong>en</strong>. Dit zou er op kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat meer hoogopgeleid<strong>en</strong> danlaagopgeleid<strong>en</strong> aan de slag gaan in bepaalde sector<strong>en</strong> waar relatief minder snel e<strong>en</strong>vast contract wordt gegev<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in de academische wereld, of dat meerhoogopgeleid<strong>en</strong> dan laagopgeleid<strong>en</strong> in de vroege arbeidsloopbaan mobieler zijn <strong>en</strong>pas op latere leeftijd aan e<strong>en</strong> vast contract kom<strong>en</strong>. Deze waarneming<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> inieder geval opnieuw aan dat arbeidsmarktsucces op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>geïnterpreteerd <strong>en</strong> geoperationaliseerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de verschill<strong>en</strong>deindicator<strong>en</strong> niet noodzakelijk door dezelfde factor<strong>en</strong> verklaard kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Verder steld<strong>en</strong> we vast dat niet alle<strong>en</strong> de impact van sociaal <strong>kapitaal</strong> maar ook deimpact van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> op arbeidsmarktsucces groter is wanneer ze op e<strong>en</strong>later tijdstip in de arbeidsloopbaan wordt gemet<strong>en</strong> dan op e<strong>en</strong> vroeger tijdstip. Dittoont aan dat m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong> inderdaad veranderlijk zijn. Multivariate<strong>analyse</strong>s in vervolgonderzoek moet<strong>en</strong> nagaan in hoeverre deze veranderingeffectief door participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> optreedt. Voor de indicator hoogstbereikte onderwijsniveau van m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> is het reeds in deze fase van hetonderzoek evid<strong>en</strong>t dat participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>, of anders gezegd, deterugkeer naar het regulier onderwijs, verantwoordelijk is voor de to<strong>en</strong>ame inm<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>. Opvall<strong>en</strong>d is wel dat de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verandering ofversterking van de relatie tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces nietnoodzakelijk positief is voor hoogopgeleid<strong>en</strong>. Wanneer m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong>wordt bij aanvang van de laatste job, dan blijkt dat hoogopgeleid<strong>en</strong> nog minderkans mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> nog meer ervar<strong>en</strong> te hoog opgeleid te zijnvoor hun job dan wanneer m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> gemet<strong>en</strong> wordt bij het verlat<strong>en</strong> vanhet initieel onderwijs voor de eerste keer. Het verband tuss<strong>en</strong> loon <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk<strong>kapitaal</strong> wordt dan weer zwakker: hoogopgeleid<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> nog altijd meer inhun laatste job tot op 29 jaar maar het verband is minder sterk. Met anderewoord<strong>en</strong>, terugker<strong>en</strong> naar het initieel onderwijs <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoger diploma behal<strong>en</strong>leidt niet noodzakelijk (mete<strong>en</strong>) tot e<strong>en</strong> vast contract <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere verloning nochtot e<strong>en</strong> job waarvoor ze juist goed opgeleid zijn. Deze waarneming komt overe<strong>en</strong>met de waarneming in paragraaf 14.2.3 <strong>en</strong> in hoofdstuk 7 dat participatie aan<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job niet leidt tot e<strong>en</strong> beterearbeidsmarktpositie.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 285


14.2.5.2 De relatie tuss<strong>en</strong> de overige achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu<strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>286In hoofdstuk 12 <strong>en</strong> hoofdstuk 13 onderzocht<strong>en</strong> we t<strong>en</strong>slotte op basis van hettheoretisch model (figuur 1.2 in hoofdstuk 1) het verband tuss<strong>en</strong> sociodemografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>, leerervaring<strong>en</strong>, leefsituatie <strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job opverschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaan tot 29 jaar. Uit voorgaandehoofdstukk<strong>en</strong> was reeds geblek<strong>en</strong> dat sociaal <strong>kapitaal</strong> sam<strong>en</strong>hangt met participatieaan verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong>, maar volg<strong>en</strong>s ons model kunn<strong>en</strong>participer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet-participer<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> ook nog verschill<strong>en</strong> op grond vanandere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Vanwege gebrek aan informatie kond<strong>en</strong> we echter ge<strong>en</strong>aandacht bested<strong>en</strong> aan de relatie tuss<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de perceptie van deleeractiviteit <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.We hebb<strong>en</strong> bij het onderzoek<strong>en</strong> van de verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu <strong>en</strong> participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong>onderscheid gemaakt naar verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de arbeidsloopbaan waaropde opleiding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevolgd. Er werd uiteindelijk niet voor elk typeleeractiviteit e<strong>en</strong>zelfde soort patroon naar leeftijd waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Over hetalgeme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat de sam<strong>en</strong>hang van participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> met sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerervaring<strong>en</strong>zwakker is na 26 jaar dan voor 26 jaar, dat het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in delaatste job op 29 jaar maar niet het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in de eerste jobsignificant sam<strong>en</strong>hangt met de arbeidssituatie, <strong>en</strong> dat participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job met de arbeidssituatie <strong>en</strong>kel statistischsignificant sam<strong>en</strong>hangt voor de leeftijdscategorie tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar. Voorinformele opleiding<strong>en</strong>, waar de verband<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> het relatief zwakst war<strong>en</strong>,werd ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig patroon naar leeftijd vastgesteld. Het is trouw<strong>en</strong>s opmerkelijkdat participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> het moeilijkst te verklar<strong>en</strong> lijkt. Zowelsociaal <strong>kapitaal</strong> (zie paragraaf 14.2.4) als m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> hang<strong>en</strong> niet ofnauwelijks sam<strong>en</strong> met participatie aan informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer.Ook weinig sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> voor negatieveleerervaring<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> statistisch significant sam<strong>en</strong> met informele leeractiviteit<strong>en</strong>.De gezinssituatie <strong>en</strong> vooral de arbeidssituatie hang<strong>en</strong> wel opvall<strong>en</strong>d sam<strong>en</strong> metinformele leeractiviteit<strong>en</strong>.De meeste <strong>en</strong> sterkste sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong>. Zowel sociodemografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong>,leerervaring<strong>en</strong> als de arbeidssituatie hang<strong>en</strong> zoals verwacht sterk sam<strong>en</strong> metparticipatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> in het kader van de job. Ook hetverwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> hangt nauw sam<strong>en</strong> met sociodemografischek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> de arbeidssituatie. Het Mattheüseffect wordt in


geval van de georganiseerde opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> maar duidelijk inmindere mate voor informele opleiding<strong>en</strong> opnieuw bevestigd: hoger opgeleid<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> meer kans om e<strong>en</strong> opleiding te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> teverwerv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job dan laagopgeleid<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>zowel de sociale afkomst als de etnische afkomst participatie aan georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job.Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de midd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> de hogere sociale klasse, Belgischerespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> die niet behor<strong>en</strong> tot de categorie Turks, Noord-Afrikaans <strong>en</strong> Zuid-Europees krijg<strong>en</strong> in het kader van de job vaker kans om e<strong>en</strong>opleiding te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe vaardighed<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> dan respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit delagere sociale klasse <strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Turkse, Noord-Afrikaanse of Zuid-Europese afkomst. Het verband tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job gaat dan weer teg<strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong>in: (<strong>en</strong>kel) voor de groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot 23 jaar werd vastgesteld dat voorallaaggeschoold<strong>en</strong> bereid zijn te participer<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> opleiding buit<strong>en</strong> het kader vande job. Zij word<strong>en</strong> waarschijnlijk meer dan andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geconfronteerdmet de nood zich bij te schol<strong>en</strong> of om te schol<strong>en</strong> in de periode waarin zij dearbeidsmarkt betred<strong>en</strong>. Belgische <strong>en</strong> Nederlandstalige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participer<strong>en</strong>bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> minder vaak aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job dananderstalige respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van allochtone origine. Anderstalig<strong>en</strong>zegg<strong>en</strong> ook significant vaker deel te nem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> informele opleiding binn<strong>en</strong>het kader van de job dan Nederlandstalig<strong>en</strong>. Zoals Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) reedsvaststeld<strong>en</strong> is er dus blijkbaar meer ongelijkheid te bespeur<strong>en</strong> in de participatie aangeorganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job dan in participatie aaninformele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> georganiseerde opleiding<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het kader van de job naar m<strong>en</strong>selijk <strong>kapitaal</strong> <strong>en</strong> sociale <strong>en</strong> etnische afkomst.We kunn<strong>en</strong> daarom de hypothese formu<strong>ler<strong>en</strong></strong> dat informele opleiding<strong>en</strong> op de<strong>werk</strong>vloer minder e<strong>en</strong> drempel vorm<strong>en</strong> dan georganiseerde opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>het kader van de job <strong>en</strong> dat, omdat informele opleiding<strong>en</strong> op de <strong>werk</strong>vloer e<strong>en</strong>positief effect uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op jobtevred<strong>en</strong>heid, loon, het type contract <strong>en</strong>horizontale overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> <strong>werk</strong> (zie paragraaf 14.2.3), hiere<strong>en</strong> kans ligt voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis te mak<strong>en</strong> met nieuwe vaardighed<strong>en</strong><strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties via deze informele opleiding<strong>en</strong> (cf. Saliën <strong>en</strong> De Rick, 2008).Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>voorlopig niet hetzelfde effect te ev<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> op arbeidsmarktsucces alsleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong> mogelijk niet e<strong>en</strong>zelfde opstap tebied<strong>en</strong> voor kans<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> om hun positie te verbeter<strong>en</strong>. Met multivariate<strong>analyse</strong>s in vervolgonderzoek kunn<strong>en</strong> we deze hypotheses test<strong>en</strong> door zowel deachtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het individu, als participatie aan opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces sam<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 287


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>288E<strong>en</strong> merkwaardige vaststelling teg<strong>en</strong> de verwachting in is de relatie tuss<strong>en</strong> hetaantal jar<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> in het hoger onderwijs heeft doorgebracht zonder e<strong>en</strong>diploma te behal<strong>en</strong> <strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kadervan de job. Wanneer de sam<strong>en</strong>hang statistisch significant was, bleek hetdoorstrom<strong>en</strong> naar hoger onderwijs zonder het succesvol af te rond<strong>en</strong> e<strong>en</strong>positieve impact te hebb<strong>en</strong> op participatie aan opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> vanvaardighed<strong>en</strong>. We maakt<strong>en</strong> de veronderstelling dat tijd doorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in het hogeronderwijs zonder de hogere studie succesvol af te rond<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diploma e<strong>en</strong>indicator is voor negatieve leerervaring<strong>en</strong> vanwege het feit dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> succeskon ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> daardoor minder bereid is om nieuwe leeractiviteit<strong>en</strong> teondernem<strong>en</strong>. Maar de aanwezigheid van e<strong>en</strong> positieve impact lijkt er op te wijz<strong>en</strong>dat <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> in het hoger onderwijs doorbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> diploma tebehal<strong>en</strong> niet noodzakelijk beschouwd hoeft te word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> negatieveleerervaring <strong>en</strong> dat het toch e<strong>en</strong> zekere bereidwilligheid tot participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> illustreert of dat het in <strong>werk</strong>elijkheid door <strong>werk</strong>gevers als e<strong>en</strong>positief gegev<strong>en</strong> wordt beschouwd <strong>en</strong> toegang verle<strong>en</strong>t tot jobs waarin participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> mogelijk is.E<strong>en</strong> andere verwachting die we bij aanvang van de <strong>analyse</strong>s hebb<strong>en</strong> geformuleerd,nietteg<strong>en</strong>staande het feit dat we in hoofdstuk 3 aanwijzing<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> datrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er van uit gaan dat het volg<strong>en</strong> van georganiseerde opleiding<strong>en</strong> in hetkader van de job ook t<strong>en</strong> koste gaat van de privétijd, was de verwachting dat dearbeidssituatie e<strong>en</strong> grotere rol speelt dan de gezinssituatie bij participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. We steld<strong>en</strong> inderdaad e<strong>en</strong> relatiefzwakker verband vast tuss<strong>en</strong> de gezinssituatie <strong>en</strong> participatie aan opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong>het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> dan tuss<strong>en</strong> de arbeidssituatie <strong>en</strong> participatie aanopleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong>. De verwachting dat degezinssituatie meer dan de arbeidssituatie e<strong>en</strong> rol speelt bij de beslissing om teparticiper<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job kreeg echter weinigbevestiging. Meer nog, de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat het will<strong>en</strong>verbeter<strong>en</strong> van de arbeidssituatie e<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong> blijkt te zijn om e<strong>en</strong>opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job te volg<strong>en</strong>.T<strong>en</strong>slotte will<strong>en</strong> we herhal<strong>en</strong> dat we <strong>en</strong>erzijds wel e<strong>en</strong> onderscheid hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de jobmaar niet tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van dejob. Omdat per type opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job het perc<strong>en</strong>tage van hetaantal deelnem<strong>en</strong>de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> erg laag ligt, hebb<strong>en</strong> we één afgeleide variabelegebruikt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> optelsom gemaakt van participatie aan alle opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job. Het nadeel om met deze geconstrueerde variabele te <strong>werk</strong><strong>en</strong> isdat we niet te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> of de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> op dezelfde maniersam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met participatie aan de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hetkader van de job. Saliën <strong>en</strong> De Rick (2008) steld<strong>en</strong> vast op basis van dezelfde


geboortecohorte van SONAR dat over de gehele arbeidsloopbaan tot 29 jaar he<strong>en</strong>er e<strong>en</strong> verschil bestaat tuss<strong>en</strong> het profiel van participant<strong>en</strong> aan VDAB-opleiding<strong>en</strong><strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het profiel van participant<strong>en</strong> aan opleiding<strong>en</strong> van het Onderwijs voorSociale Promotie <strong>en</strong> ‘overige opleiding<strong>en</strong>’ anderzijds. Meer onderzoek naar hetverschil tuss<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> met inbegrip van terugkeer naarhet secundair <strong>en</strong> hoger onderwijs voor de verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën is aante rad<strong>en</strong> in de toekomst. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf vatt<strong>en</strong> we aanbeveling<strong>en</strong> voorvervolgonderzoek uit dit rapport nog e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>.14.3 Aanbeveling<strong>en</strong> voor verder onderzoekWanneer we de hele arbeidsloopbaan tot 29 jaar in beschouwing nem<strong>en</strong>, dan blijktdat 84% van jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één keer de kans gekreg<strong>en</strong> heeft om teparticiper<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> georganiseerde of informele opleiding binn<strong>en</strong> het kader vande job <strong>en</strong> 50% aan e<strong>en</strong> georganiseerde opleiding buit<strong>en</strong> het kader van de job.Wanneer we opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job sam<strong>en</strong> inbeschouwing nem<strong>en</strong>, dan blijkt dat 92% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één keere<strong>en</strong> opleiding gevolgd heeft na het verlat<strong>en</strong> van het initieel onderwijs tot de leeftijdvan 29 jaar. Slechts 8% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft met andere woord<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>opleiding gevolgd. Nem<strong>en</strong> we het aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat positief geantwoordheeft op de vraag of ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> in één ofmeerdere jobs, of ze regelmatig studer<strong>en</strong> of beroepsgerelateerde lectuurdoornem<strong>en</strong> voor hun <strong>werk</strong>, dan daalt opnieuw het aandeel jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> datniet in aanraking is gekom<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> of andere vorm van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.Wanneer we met andere woord<strong>en</strong> <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> zo breed mogelijk definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong>zelfs ook participatie aan informeel <strong>ler<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job inbeschouwing zoud<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, dan bestaat de kans dat we nauwelijks individu<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de vroege arbeidsloopbaan geheel niet geparticipeerd hebb<strong>en</strong>aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.Die hoge participatiegraad aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> kan verkeerdelijk de indrukwekk<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> sprake is van ongelijkheid. Wanneer we echter naar deverschill<strong>en</strong>de type leeractiviteit<strong>en</strong> afzonderlijk kijk<strong>en</strong>, dan vind<strong>en</strong> we aanwijzing<strong>en</strong>dat voor bepaalde leeractiviteit<strong>en</strong>, met name bij georganiseerde opleiding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job, ongelijkheid bestaat, naar sociodemografischeachtergrond van het individu, naar m<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, maar ook naar dearbeidssituatie. Voor georganiseerde opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job <strong>en</strong>informele opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job war<strong>en</strong> er minder duidelijkeaanwijzing<strong>en</strong> voor ongelijkheid. We veronderstell<strong>en</strong> echter dat niet alle<strong>en</strong> door hetinzoom<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong>, maar ook door hetinzoom<strong>en</strong> op de int<strong>en</strong>siteit van de participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> nog meerhoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 289


hoofdstuk 14 | <strong>Sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>: conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>290vorm<strong>en</strong> van ongelijkheid vastgesteld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In vervolgonderzoek moeter dan ook meer aandacht besteed word<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong> in int<strong>en</strong>siteit vanparticipatie, d.w.z. verschill<strong>en</strong> in de duur van de opleiding<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong> in hetaantal ker<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> opleiding gevolgd wordt, <strong>en</strong>zovoort.E<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de type leeractiviteit<strong>en</strong> heeft ook aanhet licht gebracht dat het volg<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de jobmeer dan het volg<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het kader van de job sam<strong>en</strong>hangt metarbeidsmarktsucces. Maar met name voor het volg<strong>en</strong> van georganiseerdeopleiding<strong>en</strong> zijn er aanwijzing<strong>en</strong> dat er ongelijkheid bestaat in participati<strong>en</strong>aargelang de achtergrond van het individu alsook naargelang de arbeidssituatie.De hamvraag blijft dan ook of het volg<strong>en</strong> van opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> andereleeractiviteit<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> impact heeft op arbeidsmarktsucces wanneer ergecontroleerd wordt voor die factor<strong>en</strong> die ongelijkheid in participatie veroorzak<strong>en</strong>.Multivariate <strong>analyse</strong>s kunn<strong>en</strong> hierover meer duidelijkheid schepp<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong>cruciale stap in e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de fase. Met deze multivariate <strong>analyse</strong>s kan er naargestreefd word<strong>en</strong> om de twee modell<strong>en</strong> die we in dit rapport afzonderlijk gebruikthebb<strong>en</strong> als leidraad voor exploratieve <strong>analyse</strong>s om <strong>en</strong>erzijds de factor<strong>en</strong> dieparticipatie verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds de factor<strong>en</strong> die arbeidsmarktsucces verklar<strong>en</strong>te integrer<strong>en</strong>. Er zal daarbij wel gezocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de meest relevanteindicator<strong>en</strong> om het probleem van multicollineariteit te vermijd<strong>en</strong>. De bivariate<strong>analyse</strong>s uitgevoerd in dit rapport kunn<strong>en</strong> daarvoor van nut zijn.Wanneer het effect van <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op arbeidsmarktsucces <strong>en</strong> de rol vansociaal <strong>kapitaal</strong> daarin geëvalueerd word<strong>en</strong> aan de hand van multivariate <strong>analyse</strong>s,dan di<strong>en</strong>t er rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> met het feit dat arbeidsmarktsucces opverschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> gedefinieerd kan word<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> namelijk vastgestelddat niet alle<strong>en</strong> de verklaringspatron<strong>en</strong> voor participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>verschill<strong>en</strong> naargelang de indicator die gebruikt wordt voor <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> maarook dat de verklaringspatron<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces verschill<strong>en</strong> naargelang degebruikte indicator voor succes op de arbeidsmarkt. Zo kan iemand tevred<strong>en</strong> zijnmet zijn job, maar ge<strong>en</strong> vast contract hebb<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>gevat di<strong>en</strong>t vervolgonderzoekrek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de types leeractiviteit<strong>en</strong>, int<strong>en</strong>siteit vanparticipatie aan leeractiviteit<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> voor arbeidsmarktsucces<strong>en</strong> de impact van ongelijkheid in participatie bij het bestuder<strong>en</strong> van het effect van<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> op <strong>werk</strong>gerelateerde uitkomst<strong>en</strong> door middel van multivariate<strong>analyse</strong>s.


- BIJLAGEN -


ijlage 1 Constructie van afgeleidevariabel<strong>en</strong>Etnische afkomstOm etnische afkomst te bepal<strong>en</strong>, werd rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>devariabel<strong>en</strong>: nationaliteit van de respond<strong>en</strong>t; geboorteland van de respond<strong>en</strong>t; thuistaal van de respond<strong>en</strong>t; nationaliteit van de grootmoeder langs moederszijde; geboorteland van de grootmoeder langs moederszijde.De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de Belgische nationaliteit hebb<strong>en</strong>, in België gebor<strong>en</strong> zijn, e<strong>en</strong>grootmoeder hebb<strong>en</strong> met de Belgische nationaliteit die in België gebor<strong>en</strong> is <strong>en</strong>thuis (=ouderlijke huis) ook Nederlands sprek<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> beschouwd alsautochton<strong>en</strong> (Belgisch). Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die aan minst<strong>en</strong>s één van dezevoorwaard<strong>en</strong> niet voldo<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als allochton<strong>en</strong> beschouwd. Onder deallochton<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Turkse,Noord-Afrikaanse, Zuid-Europese achtergrond <strong>en</strong> overige allochton<strong>en</strong>. Zowerd<strong>en</strong> respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ‘Turks’ als antwoord gav<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> van debov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde variabel<strong>en</strong>, beschouwd als respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Turkse afkomst.Op dezelfde wijze werd<strong>en</strong> de Noord-Afrikaanse afkomst, de Zuid-Europeseafkomst <strong>en</strong> de categorie ‘overige’ bepaald. Enkele allochtone respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kond<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deze criteria onder meer dan één categorie ondergebracht word<strong>en</strong>.Voor h<strong>en</strong> werd geval per geval beslist tot welke etnische afkomst ze behor<strong>en</strong>.bijlage 1 Constructie van afgeleide variabel<strong>en</strong> 293Sociale afkomstDe socio-economische afkomst is e<strong>en</strong> geconstrueerde variabele op basis van devolg<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong>:


opleiding vader <strong>en</strong> moeder;arbeidssituatie vader <strong>en</strong> moeder op het mom<strong>en</strong>t dat de respond<strong>en</strong>t hetsecundair onderwijs heeft verlat<strong>en</strong>;duur <strong>werk</strong>loosheid van vader <strong>en</strong> moeder to<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t in hetsecundair onderwijs zat.De variabele werd geconstrueerd op basis van factor<strong>analyse</strong> binn<strong>en</strong> het statistischeprogramma MPLUS. De factorscores werd<strong>en</strong> gebruikt om drie categorieën vansociale afkomst af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong>: de lage sociale klasse (25% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>),de midd<strong>en</strong>klasse (50% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de hoge sociale klasse (25% vande respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).Sociale demotie294 bijlage 1 Constructie van afgeleide variabel<strong>en</strong>De variabele sociale demotie werd geconstrueerd op basis van de volg<strong>en</strong>deuitsprak<strong>en</strong>: Er zijn e<strong>en</strong> hoop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het nooit goed zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik hoor bijdie groep; Eig<strong>en</strong>lijk heb ik al ge<strong>en</strong> hoop meer op e<strong>en</strong> goede job; M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als mijn ouders <strong>en</strong> ik hoev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> mooie toekomst teverwacht<strong>en</strong>; Mijn ouders moet<strong>en</strong> hard <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> er niet voor beloond. Datzal waarschijnlijk bij mij ook wel zo zijn; Hoe je het ook draait of keert, wij zijn het soort m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat altijd hetzware <strong>en</strong> het vuile <strong>werk</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>; Wij hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> lange arm <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dus altijd moet<strong>en</strong> ploeter<strong>en</strong>; Mijn ouders hebb<strong>en</strong> het moeilijk gehad, ik zal het moeilijk hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>mijn kinder<strong>en</strong> waarschijnlijk ook; E<strong>en</strong> mooie carrière, dat is niet voor ons soort m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.Er zijn vier antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>: (1) volledig akkoord; (2) eerder wel akkoord;(3) eerder niet akkoord; (4) helemaal niet akkoord. We hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>kundiggemiddelde berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> op basis van de gemiddelde score opnieuw viercategorieën gecreëerd. Op deze manier respecteerd<strong>en</strong> we de scheve verdeling dieduidelijk in de antwoord<strong>en</strong> op alle stelling<strong>en</strong> aanwezig was. Cronbach’s Alphabedraagt voor sociale demotie op 23-jarige leeftijd 0,895 <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd0,892.TijdsdrukDe variabele tijdsdruk werd geconstrueerd op basis van de volg<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong>: Er wordt teveel van u verwacht; U raakt nooit bijge<strong>werk</strong>t;


U heeft nooit tijd voor uzelf;E<strong>en</strong> dag heeft voor u te weinig ur<strong>en</strong>;U moet dikwijls aangegane afsprak<strong>en</strong> afzegg<strong>en</strong>;U moet meer do<strong>en</strong> dan u wil do<strong>en</strong>;U heeft ge<strong>en</strong> tijd om ding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die u moet do<strong>en</strong>;Er wordt meer van u verwacht dan u aankan;U heeft de indruk dat u aan minder verplichting<strong>en</strong> moet voldo<strong>en</strong> danander<strong>en</strong>;Er zijn vijf antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>: (1) volledig one<strong>en</strong>s; (2) one<strong>en</strong>s; (3) noch e<strong>en</strong>s,noch one<strong>en</strong>s; (4) e<strong>en</strong>s; (5) volledig e<strong>en</strong>s. We hebb<strong>en</strong> na het hercoder<strong>en</strong> van deantwoord<strong>en</strong> op de laatste stelling e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>kundig gemiddelde berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> opbasis van de gemiddelde score opnieuw vijf categorieën gecreëerd. Cronbach’sAlpha bedraagt 0,770.K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de jobDe variabele ‘autonomie, verantwoordelijkheid <strong>en</strong> geestelijke inspanning’ <strong>en</strong> devariabele ‘lichamelijke inspanning, gevaarlijke <strong>en</strong> vuile omstandighed<strong>en</strong> in het <strong>werk</strong>’werd<strong>en</strong> geconstrueerd op basis van e<strong>en</strong> principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong>. E<strong>en</strong>principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong> werd uitgevoerd met de volg<strong>en</strong>de stelling<strong>en</strong> overde laatste/huidige job: Uw eerste job vroeg /vraagt veel lichamelijke inspanning; Uw eerste job vroeg /vraagt veel geestelijke inspanning; Uw eerste job vroeg /vraagt veel creatieve ideeën van uzelf; U moest / moet <strong>werk</strong><strong>en</strong> in gevaarlijke of onveilige omstandighed<strong>en</strong>; Het was / is <strong>werk</strong> waarbij u zich vuil moest / moet mak<strong>en</strong>; Het was / is <strong>werk</strong> met veel verantwoordelijkhed<strong>en</strong>; Het was / is <strong>werk</strong> waarvan u de resultat<strong>en</strong> zag / ziet; Het was / is <strong>werk</strong> waarbij u kon / kan ton<strong>en</strong> wat u kan; Het was / is <strong>werk</strong> waarbij u met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moest / moetsam<strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>; Het was / is <strong>werk</strong> waarbij u steeds dezelfde ding<strong>en</strong> moest / moet do<strong>en</strong>; Het was / is <strong>werk</strong> waarin u zich kon / kan uitlev<strong>en</strong>; U kon /kan zelf besliss<strong>en</strong> op welke wijze u uw <strong>werk</strong> deed /doet; U kon /kan zelf besliss<strong>en</strong> hoeveel <strong>werk</strong> u op e<strong>en</strong> dag deed / doet; U kon /kan zelf besliss<strong>en</strong> welk <strong>werk</strong> u op e<strong>en</strong> dag deed / doet.Er zijn vier antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>: (1) helemaal niet akkoord; (2) eerder nietakkoord; (3) eerder wel akkoord; (4) helemaal akkoord. Er werd<strong>en</strong> tweecompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geselecteerd op basis van principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong>. Dezetwee compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> 48% van de totale variantie. De derdecompon<strong>en</strong>t werd weg<strong>en</strong>s te moeilijk interpreteerbaar achterwege gelat<strong>en</strong> voorbijlage 1 Constructie van afgeleide variabel<strong>en</strong>295


verdere <strong>analyse</strong>s. Op basis van de factorscores werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gelijkmatig in vier categorieën verdeeld.Opvatting<strong>en</strong> over <strong>werk</strong><strong>en</strong>296 bijlage 1 Constructie van afgeleide variabel<strong>en</strong>De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevraagd op 23- <strong>en</strong> op 26-jarige leeftijd in welke mate zeakkoord gaan met de volg<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong> over de houding die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>aannem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet <strong>werk</strong><strong>en</strong>: Werk<strong>en</strong> doet m<strong>en</strong> vooral om geld te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>; Werk<strong>en</strong> geeft u het gevoel iets zinvol te do<strong>en</strong>; Het is beter om gelijk welk <strong>werk</strong> aan te nem<strong>en</strong> dan om <strong>werk</strong>loos te zijn; Wie niet <strong>werk</strong>t, verveelt zich dikwijls; Wie niet <strong>werk</strong>t, is meer ontspann<strong>en</strong>; Het soort <strong>werk</strong> dat m<strong>en</strong> doet is niet belangrijk, als m<strong>en</strong> er maar geld meeverdi<strong>en</strong>t; Werk<strong>en</strong> doet m<strong>en</strong> vooral om met belangrijke <strong>en</strong> interessante ding<strong>en</strong> bezigte zijn; Werk<strong>en</strong> is het belangrijkste in het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s; Wie niet <strong>werk</strong>t, heeft overdag nerg<strong>en</strong>s zin in; Wie niet <strong>werk</strong>t, kan do<strong>en</strong> wat hij zelf belangrijk vindt; Werk<strong>en</strong> doet m<strong>en</strong> vooral om zekerheid <strong>en</strong> stabiliteit in het lev<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong>; Werk<strong>en</strong> doet m<strong>en</strong> vooral om met creatieve ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe ideeënbezig te kunn<strong>en</strong> zijn; M<strong>en</strong> kan <strong>en</strong>kel van zijn vrije tijd g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> ook <strong>werk</strong>t; Wie <strong>werk</strong>t, zal zich minder e<strong>en</strong>zaam voel<strong>en</strong>; Ook wie niet <strong>werk</strong>t, kan zijn tijd nuttig bested<strong>en</strong>.Er zijn vier antwoordmogelijkhed<strong>en</strong>: (1) helemaal niet akkoord; (2) eerder nietakkoord; (3) eerder wel akkoord; (4) helemaal akkoord. Op basis van e<strong>en</strong>principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>analyse</strong> werd<strong>en</strong> drie variabel<strong>en</strong> geconstrueerd <strong>en</strong> als volgtgeïnterpreteerd: (1) <strong>werk</strong><strong>en</strong> geeft voldo<strong>en</strong>ing; (2) <strong>werk</strong><strong>en</strong> voor het geld; (3) <strong>werk</strong><strong>en</strong>is niet belangrijk. Deze drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> op 23-jarige leeftijd 43% <strong>en</strong>op 26-jarige leeftijd 41% van de totale variantie. De vierde compon<strong>en</strong>t werdweg<strong>en</strong>s te moeilijk interpreteerbaar achterwege gelat<strong>en</strong> voor verdere <strong>analyse</strong>s. Opbasis van de factorscores werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gelijkmatig in vier categorieënverdeeld.


BibliografieArgyrous, G. (1997). Statistics for social research. London: MacMillan Press LTD.Babbie, E. (2004). The practice of social research. USA: Wadsworth, Thomson.Black, T. H. (1993). Evaluating social sci<strong>en</strong>ce research. London: Sage Publications.Boer<strong>en</strong>, E., & Nicaise, I. (2010), Hoe verschuift participatie aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> doorhe<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sloop? SSL/OD2/2010.24, Leuv<strong>en</strong>: Steunpunt 'Studie- <strong>en</strong> Schoolloopban<strong>en</strong>' (SSL).Commissie van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (2000). E<strong>en</strong> memorandum over<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong>.De Rick, K., Van Valck<strong>en</strong>borgh, K., & Baert, H. (2004). Naar e<strong>en</strong> positiever leerklimaat.Leuv<strong>en</strong>: Hoger Instituut voor de Arbeid.Europese Commissie (2001). Mededeling van de Commissie - E<strong>en</strong> Europese ruimte voor<strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> realiser<strong>en</strong>.Humblet, S. (2009). Met<strong>en</strong> van horizontale mismatch bij jonger<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> (SSLrapportnr. SSL/OD2/2008.12). Leuv<strong>en</strong>: HIVA.Knipprath, H., & De Rick, K. (2011). “Is het wat je weet, of is het wie je k<strong>en</strong>t?”. E<strong>en</strong>literatuurstudie naar de relatie tuss<strong>en</strong> sociaal <strong>kapitaal</strong>, <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>.Leuv<strong>en</strong>: Steunpunt Studie- <strong>en</strong> Schoolloopban<strong>en</strong>.Lin, N. (1999). Networks and status attainm<strong>en</strong>t. Annual Review of Sociology, 25, 467-487.Lin, N. (2008). A network theory of social capital. In D.Castiglione, J. van Deth, & G. Wolleb(Eds.), Handbook on social capital (pp. 50-69). Oxford University Press.OESO (2001). The well-being of nations: The role of human and social capital. Paris: OESO.OESO (2007). Understanding the social outcomes of learning. Paris: OESO.Saari, L. M., & Judge, T. A. (2004). Employee attitudes and job satisfaction. HumanResource Managem<strong>en</strong>t, 43(4), 395-407.Saliën, K. & De Rick, K. (2008). Participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> na het initieel onderwijs mete<strong>en</strong> focus op jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> met beperkte kwalificaties. Leuv<strong>en</strong>: Steunpunt Studie <strong>en</strong>Schoolloopban<strong>en</strong>.SONAR (2007). Toelichting bij inhoud <strong>en</strong> gebruikswijze van de SONAR-gegev<strong>en</strong>sbank. DVDVersie 2007_05_31. Steunpunt Studie <strong>en</strong> Schoolloopban<strong>en</strong>.Smet, P. (2009). Onderwijs. Sam<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> verlegg<strong>en</strong> voor elk tal<strong>en</strong>t. Beleidsnota 2009-2014. Vlaamse overheid.Strawn, C. L. (2003). The influ<strong>en</strong>ces of social capital on lifelong learning among adults whodid not finish high school National C<strong>en</strong>tre for the Study of Adult Learning and Literacy.Bibliografie 297


Vanderheyd<strong>en</strong>, A., Coppieters, P., Van Trier, W. & Delbeke, B. (2011). Hoe ziet de eerste jobvan jonger<strong>en</strong> eruit? Paper gepres<strong>en</strong>teerd tijd<strong>en</strong>s de Confer<strong>en</strong>tie van het SteunpuntStudie- <strong>en</strong> Schoolloopban<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>, Belgium, 24-25 February 2011.Vanwedding<strong>en</strong>, M. (2008). Ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> lang in Vlaander<strong>en</strong>? Brussel: BrusselStudiedi<strong>en</strong>st van de Vlaamse Regering.Van Trier, W., Coppieters, P. & Nonneman, W. (2010), Wie realiseert bij de overgang vanschool naar <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> betere horizontale match?, E<strong>en</strong> <strong>analyse</strong> van gegev<strong>en</strong>s voor deeerste baan van Vlaamse jonger<strong>en</strong> op basis van de SONAR-gegev<strong>en</strong>sbankSSL/OD2/2010.18, Leuv<strong>en</strong>: Steunpunt 'Studie- <strong>en</strong> Schoolloopban<strong>en</strong>' (SSL).Vlaamse overheid. (2010). Pact 2020. Kernindicator<strong>en</strong>. Nulmeting 2010.298Bibliografie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!