Activiteitenverslag 2009 - IWT
Activiteitenverslag 2009 - IWT
Activiteitenverslag 2009 - IWT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4. OnderZoeksMandaten (OZM)<br />
Onderzoeksmandaten van het <strong>IWT</strong> zijn persoonsgebonden post-doctorale beurzen die worden<br />
toegekend aan onderzoekers met een ruime onderzoekservaring voor het uitvoeren van<br />
projecten die kunnen bijdragen tot de industriële valorisatie van wetenschappelijke<br />
onderzoeksresultaten. Een onderzoeksmandaat duurt 2 jaar en kan uitzonderlijk met maximaal<br />
één jaar verlengd worden. Het wordt uitgevoerd onder de begeleiding van een promotor uit de<br />
academische wereld en een promotor uit de bedrijfswereld. De evaluatie ervan omvat een<br />
mondelinge verdediging van het projectvoorstel door de aanvrager voor een college van<br />
deskundigen.<br />
Sinds begin 2003 biedt het <strong>IWT</strong> 3 OZM-types aan. OZM-type 1 is vooral gericht op de<br />
valorisatie van onderzoeksresultaten in het kader van de oprichting van een spin-off bedrijf.<br />
OZM-type 2 biedt de mogelijkheid aan onderzoekers om basisonderzoek vanuit hun<br />
wetenschappelijke onderzoeksinstellingen te transfereren naar een bestaande, Vlaamse<br />
onderneming. De meeste onderzoeksactiviteiten vinden hierbij plaats bij de industriële partner.<br />
OZM-type 3 beoogt vooral wetenschappers die aan een Vlaamse universiteit of een<br />
onderzoeksinstelling onderzoek uitvoeren, met het oog op de valorisatie van de<br />
wetenschappelijke resultaten naar het Vlaamse industriële weefsel.<br />
In <strong>2009</strong> werden 61 aanvragen ingediend, wat een sterke stijging is t.o.v. de voorgaande jaren.<br />
T.o.v. de gemiddelde waarde voor 1992-2002 stelt dit een stijging voor van 33 aanvragen en<br />
een toename van 13 aanvragen in vergelijking met de periode 2003-2007.<br />
Ongeveer 92% van de aanvragers is werkzaam aan een van de Vlaamse universiteiten, met de<br />
UGent en KULeuven als koplopers met respectievelijk 27 en 19 aanvragen. Van de 286<br />
aanvragen die sinds maart 2003 (verruiming naar 3 OZM-types) werden ingediend, behoort<br />
78,1% tot OZM-type 3, 12,7% tot OZM-type 2 en 9,2% tot OZM-type 1.<br />
Vrouwelijke onderzoekers vertegenwoordigden 52,5% van het aantal aanvragers, wat<br />
eveneens een sterke stijging is t.o.v. 38,1% in 2008 en 35,0% in 2007. Het aandeel<br />
buitenlandse aanvragers stijgt licht t.o.v. 2008, maar blijft met slechts 6 kandidaten (uit<br />
Bulgarije, Italië, Spanje en Hongarije) laag.<br />
Samen met 11 aanvragen uit het laatste kwartaal van 2008 werden 40 van de 61 dossiers uit<br />
<strong>2009</strong> in ditzelfde jaar behandeld. Tien dossiers bleken onontvankelijk of werden vóór het<br />
college door de aanvragers ingetrokken. Het slaagpercentage in <strong>2009</strong> bedroeg 46,3%, wat een<br />
substantiële daling is t.o.v. 2008 (- 14,2%), en duidelijk lager dan de gemiddelde slaagkans<br />
voor 2003-2008 (- 9,0%).<br />
Bijlage 4 geeft een overzicht van de in <strong>2009</strong> toegekende onderzoeksmandaten.<br />
5. Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair<br />
Maatschappelijke finaliteit (TBM)<br />
5.1 Situering<br />
Het TBM-programma richt zich op een welbepaalde niche binnen het biomedisch onderzoek,<br />
met name het vergevorderd toepassingsgedreven biomedisch onderzoek met een uitgesproken<br />
maatschappelijke toepasbaarheid doch met slechts een beperkt potentieel voor industriële<br />
toepasbaarheid. De afwezigheid van industriële interesse kan verschillende oorzaken hebben,<br />
zoals de afwezigheid van octrooieerbaarheid, kleine patiëntenpopulaties, en patiëntspecifieke<br />
behandelingen die het onmogelijk maken een gestandaardiseerd product te verkopen.<br />
De voornaamste reden voor deze welbepaalde focus van het TBM-programma was de<br />
vaststelling dat er slechts weinig financieringsmogelijkheden voorhanden zijn voor dit type<br />
onderzoek en dat hierdoor potentiële nieuwe behandelingen of diagnostica niet tot bij de<br />
patiënt geraken. Door dit type onderzoek te financieren wenst het TBM-programma op lange<br />
termijn bij te dragen aan de implementatie van nieuwe therapieën en diagnosetechnieken en<br />
28