Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VOOR VIEREN<br />
20)<br />
Wie ben ik?<br />
Ik heb een heleboel<br />
te zeggen maar –<br />
niemand luistert.<br />
Ik zou veel<br />
willen doen maar –<br />
het mag niet.<br />
Ik zou overal<br />
heen willen maar –<br />
niemand neemt me mee.<br />
En wat ik opschrijf<br />
wordt verbeterd maar –<br />
niet gelezen.<br />
Wie ben ik?<br />
Cirkelen om het antwoord<br />
‘Wie ben ik?’ Een vraag van een achtjarig<br />
kind, zoals we die ooit lazen in<br />
een gedicht in het tijdschrift Aldoende.<br />
Iedereen heeft wel eens een situatie<br />
meegemaakt, waarin een kind<br />
een vraag stelt, waar je als opvoeder<br />
eigenlijk geen raad mee weet. Natuurlijk<br />
geven we wel een antwoord,<br />
maar het is een zoekend antwoord.<br />
Het is geen definitief weten, dat wil<br />
zeggen geen natuurkundig verklarende<br />
definitie. Het is meer een verhalend<br />
antwoord. Het cirkelt rondom<br />
de kern, rondom het onzegbare. Het<br />
is een antwoord dat gegeven wordt<br />
in de taal van symbolen, de taal van<br />
dichters, schrijvers en profeten.<br />
Daarom beginnen we met dit gedicht<br />
van een kind wanneer we het belang<br />
van vieringen in het onderwijs willen<br />
aantonen. Op de vraag ‘Waarom<br />
vieren?’ zijn geen vanzelfsprekende,<br />
definitieve antwoorden te geven.<br />
Je hoeft ook geen toets kerstfeestkunde<br />
te kunnen maken en geen tien<br />
te halen voor het suikerfeest. We<br />
willen in het vervolg van dit artikel<br />
dan ook proberen te cirkelen rondom<br />
de gedachten die een achtjarig kind<br />
verwoordt. We hopen daarmede een<br />
verantwoording te geven op de vraag<br />
wat het belang is van het vieren in de<br />
school.<br />
De school<br />
Ik heb een heleboel<br />
te zeggen maarniemand<br />
luistert.<br />
Het bestaan van het kind op school<br />
gaat voor veel kinderen blijkbaar<br />
niet over een pad van rozen. We hebben<br />
onze maatschappij zo ingericht<br />
dat we een gedeelte van de opvoeding<br />
van onze kinderen uit handen<br />
hebben gegeven aan het instituut<br />
school. We hebben er jaarlijks met<br />
elkaar miljarden voor over. Gedurende<br />
een flink aantal jaren bevindt<br />
de jonge mens zich op school. Deze<br />
school is in eerste instantie bedoeld<br />
om hem in staat te stellen zich een<br />
plaats te verwerven in deze maatschappij.<br />
De school ontleent haar<br />
bestaan niet direct aan het nu, maar<br />
is voornamelijk gericht op de toekomst,<br />
op later. De mate van het succes<br />
op school bepaalt voor een groot<br />
gedeelte dat later. De school leidt op<br />
voor de toekomst. Het anticiperen<br />
op die toekomst richt in sterke mate<br />
het denken van de onderwijsgevenden.<br />
Het wordt daardoor een rechtlijnig<br />
denken, dat wil zeggen dit<br />
moet ik als leerkracht onderwijzen<br />
omdat het kind straks dat moet kennen<br />
en kunnen. Voor deze kennis en<br />
vaardigheden zijn doelen, leerlijnen<br />
en tijdsperiodes aan te geven. De<br />
school is georganiseerd, iedere handeling<br />
heeft zijn doel. Er wordt geleerd<br />
opdat het kind zich straks als<br />
volwassene staande weet te houden.<br />
School en beroep hebben een sterke<br />
samenhang. Je leert dingen die je