III. STRAFRECHT • D. Penaal beslag en verbeurdverklaringSubtrefwoord «D. Penaal beslag en verbeurdverklaring» — p. 342catie van de personen ten laste van wie de inbeslagnemingwerd bevolen.De procureur des Konings of de onderzoeksrechtergeeft het Centraal Orgaan eveneens kennis van elkenieuwe beslissing met betrekking tot de in beslaggenomen vermogensbestanddelen.§ 2. De procureur des Konings of de procureur-generaalgeeft kennis of laat kennisgeving doen aanhet Centraal Orgaan, van de in kracht van gewijsdegetreden vonnissen en arresten houdende verbeurdverklaringvan vermogensbestanddelen.De kennisgeving bevat de gegevens ter identificatievan de verbeurdverklaarde vermogensbestanddelenen van de personen ten laste van wie de verbeurdverklaringwerd uitgesproken.§ 3. De bevoegde administraties van de Algemeneadministratie van de Patrimoniumdocumentatie ende diensten belast met de tenuitvoerlegging vanvonnissen en arresten houdende verbeurdverklaringvan vermogensbestanddelen die zich bevindenin het buitenland, zijn ertoe gehouden om het CentraalOrgaan in te lichten over de gegevens met betrekkingtot de tenuitvoerlegging.§ 4. Het Centraal Orgaan vraagt aan de in dit artikelbedoelde instanties de inlichtingen die het vereistacht ter uitvoering van zijn opdrachten.] 1}1. – Vervangen bij art. 9 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Afdeling 2}1 [Waardevast beheer] 1}1. Opschrift vervangen bij art. 7, 2°, wet (I) 30 december 2009,B.S., 15 januari 2010Art. 6. }1 [§ 1. De procureur des Konings staat invoor het waardevaste beheer van de in beslag genomenvermogensbestanddelen.Tijdens de duur van het gerechtelijk onderzoekstaat de onderzoeksrechter in voor dit beheer.§ 2. Onder waardevast beheer wordt verstaan:1° de vervreemding van in beslag genomen vermogensbestanddelen,om er hun opbrengst voor in deplaats te stellen;2° de teruggave van in beslag genomen vermogensbestanddelentegen betaling van een geldsom, omer deze geldsom voor in de plaats te stellen;3° de bewaring in natura van in beslag genomenvermogensbestanddelen in overeenstemming metde hiertoe beschikbare middelen.§ 3. In het kader van deze bedoelde bewaring in § 2,3°, kan de procureur des Konings of de onderzoeksrechterhet beheer toevertrouwen aan een derde ofaan de beslagene, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoekvan deze laatste, eventueel mits het stellen vaneen door het Centraal Orgaan te beheren zekerheid.Onder zekerheid wordt verstaan de storting vanwaarden door de beslagene of door een derde, of deverbintenis van een derde als borg, voor een bedragen op de wijze aanvaard door de procureur des Koningsof de onderzoeksrechter.De zekerheid wordt toegewezen aan de Staat of deverbintenis van de derde wordt eisbaar, van zodrade beslagene of de derde in gebreke is gebleven omhet in beslag genomen of tot zekerheid gesteldegoed te overleggen voor de tenuitvoerlegging vande verbeurdverklaring.Het in gebreke blijven van de beslagene of de derdeom het in beslag genomen of tot zekerheid gesteldegoed te overleggen voor de tenuitvoerlegging vande verbeurdverklaring wordt, op vordering van hetopenbaar ministerie, vastgesteld door de rechtbankdie de verbeurdverklaring heeft uitgesproken. Dederde borgsteller wordt in zake geroepen.Het vonnis verklaart eveneens dat de zekerheid aande Staat vervalt of dat de verbintenis van de derdeeisbaar wordt.De beslagene of de derde die zich ontdoet van dezaak waarvan hij het beheer heeft, wordt gestraftmet de straffen bepaald in artikel 507bis van hetStrafwetboek.] 1}1. – Vervangen bij art. 10 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Art. 7-8. (...) {1S 1. – Wijzigen Wetboek 17 november 1808 StrafvorderingArt. 9. }1 [De secretaris van het parket, de griffiervan de onderzoeksrechter of de griffier van de betrokkenrechtsmacht licht het Centraal Orgaan invan de beslissing, bedoeld in artikel 6, § 2, 1°, 2° en§ 3 van zodra deze definitief wordt.] 1}1. – Vervangen bij art. 11 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Art. 10. }1 [§ 1. Na ontvangst van de toelating totvervreemding overeenkomstig de artikelen 28octiesof 61sexies van het Wetboek van strafvordering, laathet Centraal Orgaan de vervreemding van de roerendegoederen, andere dan waarden, uitvoerendoor de Administratie van de Patrimoniumdiensten.Wanneer de aard of de hoeveelheid van de teverkopen roerende goederen het vereist, kan hetCentraal Orgaan, met het akkoord van de Administratievan de Patrimoniumdiensten, beroep doenop een gespecialiseerde lasthebber.Voor wat de onroerende goederen en de waardenbetreft, vertrouwt het Centraal Orgaan het mandaattot verkoop toe aan de Administratie van de Patrimoniumdienstenof, met het akkood van de Administratievan de Patrimoniumdiensten, aan een anderelasthebber die het aanduidt.De vermogensbestanddelen kunnen niet verkochtworden aan een lagere prijs dan de waarde die inonderling overleg werd bepaald tussen het CentraalOrgaan en zijn lasthebber.De verkoop is openbaar behalve indien bijzondereomstandigheden verantwoorden dat tot een onderhandseverkoop zou worden overgegaan.§ 2. De kosten van de vervreemding, daarin begrepende kosten veroorzaakt door de tussenkomst vande lasthebber, zijn ten laste van de koper.] 1}1. – Vervangen bij art. 12 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Art. 11. }1 [§ 1. De sommen verkregen uit de vervreemding,deze die gestort werden met het oog opde teruggave van het in beslag genomen vermogensbestanddeelen deze die voortkomen uit de zekerheidsstellingenworden als een goede huisvaderen volgens de principes van een voorzichtig en passiefbeheer, beheerd door het Centraal Orgaan.Met het oog op de uitvoering van dit beheer doethet Centraal Orgaan beroep op de diensten van deDeposito- en Consignatiekas of van in België erkendefinanciële instellingen, of gaat het over tot deaanstelling van een lasthebber of een beheerder. Dekosten van zulk beheer zijn gerechtskosten.§ 2. Bij de teruggave of de verbeurdverklaring vande door het Centraal Orgaan beheerde sommen,worden deze sommen verhoogd met de interestendie zij hebben opgebracht bij de Deposito- en Consignatiekasof bij de financiële instelling waaraan zijwaren toevertrouwd.De Koning bepaalt de nadere regels en de drempelsvanaf welke interesten moeten toegekend worden.Onder interest verstaat men de door de DepositoenConsignatiekas of de financiële instelling voorhet publiek gehanteerde interest.De interest loopt vanaf de dertigste dag volgend opde datum waarop de door het Centraal Orgaan aangeduiderekening werd gecrediteerd tot de dertigstedag voorafgaand aan de dag waarop de rekeningwerd gedebiteerd.] 1}1. – Vervangen bij art. 13 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Afdeling 3}1[Bijzonder beheer] 1}1. Opschrift vervangen bij art. 7, 3°, wet (I) 30 december 2009,B.S., 15 januari 2010Art. 12. }1 [Van zodra de rekening van het CentraalOrgaan is gecrediteerd, staat deze in voor hetbeheer van de in beslag genomen deviezen die aanvaardworden door de Deposito- en Consignatiekasof door de door hem aangeduide financiële instelling.]1}1. – Vervangen bij art. 15 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Art. 13. }1 [ § 1. De procureur des Konings of deonderzoeksrechter kan, na overleg, het Centraal Orgaanverzoeken om in te staan voor het beheer vaneffecten op naam of aan toonder, van andere vermogensbestanddelendie een bijzonder beheer vereisenof van sommen die in beslag genomen zijn bijof toevertrouwd zijn aan een financiële instelling ofeen beheerder.Indien het Centraal Orgaan aanvaardt, staat het invoor dit beheer tot aan de beslissing van toewijzingvan de waarden of van de vermogensbestanddelendoor de bevoegde magistraat.§ 2. Het beheer kan betrekking hebben op de bewaringof op alle andere daden van beheer met betrekkingtot de vermogensbestanddelen door het CentraalOrgaan of door een door hem aangestelde beheerderof lasthebber. Dit beheer wordt waargenomendoor het Centraal Orgaan of op grond van zijndwingende richtlijnen, in overeenstemming met deschikkingen getroffen met de procureur des Koningsof de onderzoeksrechter.] 1}1. – Vervangen bij art. 16 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Art. 14. }1 [ Het Centraal Orgaan beheert de sommendie hem zijn toevertrouwd in overeenstemmingmet de bepalingen van artikel 11.Wanneer het beslag betrekking heeft op gelden dieniet wettelijk gangbaar zijn in België, kan het CentraalOrgaan ze doen omzetten in euro's volgens demodaliteiten en de drempels bepaald door de Koning.]1}1. – Vervangen bij art. 17 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007Afdeling 4}1[Tenuitvoerlegging] 1}1. Opschrift vervangen bij art. 7, 4°, wet (I) 30 december 2009,B.S., 15 januari 2010Art. 15. }1 [§ 1. Onverminderd de bevoegdhedenvan de ontvanger van domeinen en van de ontvan-16 Thema Wetboeken – Notariaat (Aanvulling 1 november 2010) – © <strong>Larcier</strong>
III. STRAFRECHT • D. Penaal beslag en verbeurdverklaringSubtrefwoord «D. Penaal beslag en verbeurdverklaring» — p. 342ger van de penale boeten, kan het Centraal Orgaan,teneinde de haalbaarheid van een effectieve tenuitvoerleggingvan de verbeurdverklaring te beoordelen,de solvabiliteit van een veroordeelde persoononderzoeken.§ 2. Het Centraal Orgaan kan, met uitzondering vande Cel voor financiële informatieverwerking, aanalle administratieve diensten van de federale Staat,van de gemeenschappen en de gewesten en van delokale besturen en de overheidsbedrijven, vragenom het, binnen de termijn die het bepaalt, alle inlichtingenmee te delen die het nuttig acht in hetkader van dit onderzoek.§ 3. Wanneer de informatie van de ontvanger vandomeinen of de ontvanger van de penale boetenontoereikend is met betrekking tot de solvabiliteitvan een veroordeelde persoon, of indien er aanwijzingenzijn dat de veroordeelde poogt zich te onttrekkenaan de tenuitvoerlegging van de rechterlijkebeslissing tot verbeurdverklaring, kan het CentraalOrgaan informatie over de solvabiliteit van dieveroordeelde persoon inwinnen bij de ondernemingenen de personen, bedoeld in artikel 2 van de wetvan 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruikvan het financiële stelsel voor het witwassenvan geld en de financiering van terrorisme.§ 4. Het Centraal Orgaan kan eveneens de procureurdes Konings verzoeken om de politiedienstente belasten met een onderzoek naar de solvabiliteitvan een veroordeelde persoon.§ 5. Het Centraal Orgaan kan de met toepassing vandit artikel bekomen inlichtingen overmaken aan debevoegde administraties van de Algemene administratievan de Patrimoniumdocumentatie.] 1}1. – Laatst vervangen bij art. 5 wet (I) 30 december 2009, B.S.,15 januari 2010}1 [Art. 15bis. § 1. Onder de voorwaarden bepaaldin artikel 15, § 3, kan het Centraal Orgaan, bijde ondernemingen en de personen, bedoeld inartikel 2 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkomingvan het gebruik van het financiële stelsel voorhet witwassen van geld en de financiering van terrorismede mededeling van de volgende inlichtingenvorderen:1° de lijst van bankrekeningen, bankkluizen of financiëleinstrumenten zoals bedoeld in artikel 2, 1°,van de wet van 2 augustus 2002 betreffende hettoezicht op de financiële sector en de financiëlediensten, waarvan de veroordeelde titularis, gevolmachtigdeof de uiteindelijk gerechtigde is, en, invoorkomend geval alle nadere gegevens hieromtrent;2° de bankverrichtingen die in een bepaald tijdvakzijn uitgevoerd op één of meerdere van deze bankrekeningenof financiële instrumenten, met inbegripvan de bijzonderheden betreffende de rekeningvan herkomst of bestemming;3° de gegevens met betrekking tot de titularissen ofgevolmachtigden, die in een bepaald tijdvak toeganghebben of hadden tot deze bankkluizen.§ 2. In zijn schriftelijke en gemotiveerde vorderingbepaalt het Centraal Orgaan onder welke vorm enbinnen welke termijn de in § 1 bedoelde gegevensaan hem worden meegedeeld.§ 3. Indien de aan het Centraal Orgaan overeenkomstig§§ 1 en 2 meegedeelde inlichtingen het bestaanaantonen van tegoeden in hoofde van de veroordeelde,kan het Centraal Orgaan op schriftelijkeen gemotiveerde wijze vorderen dat de in § 1 bedoeldeondernemingen en personen de aan dezebankrekeningen, bankkluizen of financiële instrumentenverbonden schuldvorderingen en verbintenissenniet meer uit handen mogen geven voor eenperiode die niet langer mag duren dan drie werkdagenen die ingaat op de dag dat het Centraal Orgaanzijn vordering verzendt door middel van een aangetekendschrijven of per telefax.De maatregel neemt van rechtswege een einde bijhet verstrijken van de termijn van drie werkdagen.Een werkdag is elke dag met uitsluiting van een zaterdag,zondag of wettelijke feestdag. Vóór het verstrijkenvan deze termijn neemt de maatregel eeneinde in geval van vrijwillige betaling van het krachtensde verbeurdverklaring verschuldigde saldo, ofvan zodra de ontvanger van domeinen of de ontvangervan de penale boeten zelf de nodige bewarendemaatregelen heeft getroffen.§ 4. De in § 1 bedoelde ondernemingen en personenzijn ertoe gehouden onverwijld hun medewerkingte verlenen.Indien zij weigeren hun medewerking te verlenenaan de vorderingen en maatregelen bedoeld in ditartikel worden zij gestraft met een geldboete van zesentwintigeuro tot tienduizend euro.§ 5. De in § 1 bedoelde ondernemingen en personen,of elke derde, die goederen bewaren en beheren,die het voorwerp uitmaken van een in § 3 bedoeldemaatregel, en deze met bedrieglijk opzetwegmaken, worden gestraft met de straffen bepaaldin artikel 507 van het Strafwetboek. De pogingwordt gestraft met dezelfde straffen.§ 6. Iedere persoon die uit hoofde van zijn functiekennis krijgt van de vorderingen of maatregelen bedoeldin dit artikel of daaraan zijn medewerkingverleent, is tot geheimhouding verplicht. Iedereschending van het geheim wordt gestraft overeenkomstigartikel 458 van het Strafwetboek.§ 7. De Koning stelt, op voorstel van de Minister vanJustitie, de nadere regels van de tarifering van deonderzoeken bedoeld in de artikelen 15 en 15bisvast.] 1}1. – Ingevoegd bij art. 6 wet (I) 30 december 2009, B.S.,15 januari 2010Afdeling 5}1 [Opdracht tot bijstand] 1}1. Opschrift laatst vervangen bij art. 7, 5°, wet (I) 30 december2009, B.S., 15 januari 2010Art. 16. }1 [Op hun verzoek verleent het CentraalOrgaan aan de procureur des Konings of aan de onderzoeksrechterbijstand op het gebied van de inbeslagnemingof de verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen.]1}1. – Vervangen bij art. 21 wet (II) 27 december 2006, B.S.,28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007}1[HOOFDSTUK IIIbis}2[UITWISSELING VAN GEGEVENS ENAANWENDING VAN SOMMEN TEN BATEVAN DE MET DE INVORDERING BELASTEAMBTENAREN VOOR REKENING VAN DEFEDERALE STAAT, DEGEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTENALSOOK VAN DE INNINGINSTELLINGENVAN DE SOCIALEZEKERHEIDSBIJDRAGEN,VERSCHULDIGD IN TOEPASSING VANDE WET VAN 27 JUNI 1969 TOTHERZIENING VAN DE BESLUITWET VAN28 DECEMBER 1944 BETREFFENDE DEMAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID DERARBEIDERS EN HET KONINKLIJKBESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI 1967HOUDENDE INRICHTING VAN HETSOCIAAL STATUUT DERZELFSTANDIGEN] 2 ] 1}1. Opschrift ingevoegd bij art. 2 wet 20 juli 2005, B.S.,8 september 2005}2. Opschrift vervangen bij art. 3 wet 27 april 2007, B.S., 8 mei2007}1[Art. 16bis. }2 [§ 1. Het Centraal Orgaan kan demet de invordering belaste ambtenaren van de federaleStaat, de gemeenschappen en de gewestenalsook de inninginstellingen van de sociale zekerheidsbijdragen,verschuldigd in toepassing van dewet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwetvan 28 december 1944 betreffende de maatschappelijkezekerheid der arbeiders en het koninklijkbesluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichtingvan het sociaal statuut der zelfstandigen, inlichtenover de gegevens waarover het intoepassing van deze wet beschikt.§ 2. Het Centraal Orgaan kan elke som, die moetworden teruggegeven of betaald, zonder formaliteitaanwenden ter betaling van bedragen, die de doorde begunstigde van deze teruggave of betaling verschuldigdzijn ten bate van de met de invorderingbelaste ambtenaren en ten bate van de inninginstellingenvan de in § 1 bedoelde sociale zekerheidbijdragen.Het eerste lid blijft van toepassing in geval van beslag,overdracht, samenloop of insolvabiliteitsprocedure.§ 3. De Koning bepaalt de nadere regels voor deoverdracht van de in § 1 bedoelde gegevens jegensde in § 1 bedoelde inninginstellingen van de socialezekerheidsbijdragen.] 2 ] 1}1. – Ingevoegd bij art. 2 wet 20 juli 2005, B.S., 8 september2005}2. – Vervangen bij art. 3 wet 27 april 2007, B.S., 8 mei 2007HOOFDSTUK IVSAMENSTELLING VAN HET CENTRAALORGAANArt. 17. § 1. }1 [Een lid van het openbaar ministerieleidt het Centraal Orgaan. Hij draagt de titel vandirecteur. Hij organiseert het werk en heeft gezagover het personeel.Met inachtneming van de bepalingen betreffendede aanwerving van overheidspersoneel, stelt hij aande bevoegde minister het bij het Centraal OrgaanThema Wetboeken – Notariaat (Aanvulling 1 november 2010) – © <strong>Larcier</strong> 17