II. GERECHTELIJK RECHT • A. Gerechtelijk WetboekWet 10 oktober 1967 — p. 214}82. – Lid 1, 7°, na wijzigingen, opgeheven bij art. 12, 1°, wet10 mei 2007, B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}83. – Lid 1, 8°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007, B.S.,10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}84. – Gewijzigd bij art. 4, 1°, wet 13 december 2005, B.S.,21 december 2005}85. – Lid 1, 12°, gewijzigd bij art. 2, 2°, wet 27 maart 2001, B.S.,31 mei 2001, inwerkingtreding: 1 augustus 2001 (art. 6); gewijzigdbij art. 7 wet 13 februari 2003, B.S., 25 maart 2003}86. – Lid 1, 19°, ingevoegd bij art. 5 wet 7 mei 1973, B.S.,2 augustus 1973; opgeheven bij art. 2, 3°, wet 27 maart 2001,B.S., 31 mei 2001, inwerkingtreding: 1 augustus 2001 (art. 6)}87. – Lid 1, 20°, ingevoegd bij art. 39 wet 20 mei 1975, B.S.,5 september 1975}88. – Lid 1, 20°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007,B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}89. – Lid 1, 21°, oorspronkelijk ingevoegd als 19° bij art. 15, § 2wet 20 juli 1976, B.S., 13 april 1977; hernummerd tot 21° bij wet28 juni 1984, B.S., 12 juli 1984, inwerkingtreding: 1 januari1985 (K.B. 18 juli 1984, B.S., 4 augustus 1984); vervangen bijart. 22 wet 11 april 1989, B.S., 6 oktober 1989, inwerkingtreding:1 december 1989 (art. 6 K.B. 27 november 1989, B.S.,1 december 1989)}90. – Lid 1, 22°, ingevoegd bij art. 1 wet 28 juni 1984, B.S.,12 juli 1984; vervangen bij art. 7, § 1, wet 13 juni 1991, B.S., 3september 1991}91. – Lid 1, 23°, ingevoegd bij art. 17, § 1, wet 10 januari 1990,B.S., 26 januari 1990, err., B.S., 23 februari 1990. Overeenkomstigart. 18 van diezelfde wet slechts van toepassing op de topografieënvan halfgeleiderproducten die voor de eerste maal nahaar inwerkingtreding werden vastgelegd}92. – Lid 1, 23°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007,B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}93. – Lid 1, 24°, ingevoegd bij art. 59, § 2, wet 4 augustus 1992,B.S., 19 augustus 1992, inwerkingtreding: 1 januari 1993 (art.63); vervangen bij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}94. – Lid 1, 25°, ingevoegd bij art. 54 wet 5 augustus 1992, B.S.,22 december 1991, inwerkingtreding: 1 januari 1993; hernummerden vervangen bij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli1999}95. – Lid 1, 26°, ingevoegd bij art. 14, § 1, wet 30 juni 1994,B.S., 27 juli 1994, err., B.S., 5 november 1994, err., B.S.,22 november 1994; hernummerd en vervangen bij art. 52, A),wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}96. – Lid 1, 26°, na wijzigingen, opgeheven bij art. 12, 1°, wet10 mei 2007, B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}97. – Lid 1, 27°, ingevoegd bij art. 98 wet 20 mei 1994, B.S., 21juni 1994, inwerkingtreding: 20 mei 1995 (art. 14 K.B. 9 maart1995, B.S., 20 mei 1995); hernummerd en vervangen bij art. 52,A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}98. – Lid 1, 28°, ingevoegd bij art. 13, lid 1, wet 6 augustus1993, B.S., 5 november 1993, inwerkingtreding: 1 maart 1995(art. 1-2 K.B. 15 februari 1995, B.S., 19 april 1995); hernummerdbij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}99. – Lid 1, 29°, ingevoegd bij art. 14, A, wet 28 oktober 1996,B.S., 21 december 1996; hernummerd en vervangen bij art. 52,A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}100. – Lid 1, 30°, ingevoegd bij art. 52, B), wet 22 april 1999,B.S., 10 juli 1999}101. – Lid 1, 31°, ingevoegd bij art. 2 wet 28 februari 1999,B.S., 12 maart 1999}102. – Lid 1, 32°, ingevoegd bij art. 4 wet 23 maart 1999, B.S.,27 maart 1999}103. – Lid 1, 33°, ingevoegd bij art. 2 wet 1 maart 2000, B.S.,5 april 2000, inwerkingtreding: 1 mei 2000 (art. 4)}104. – Lid 1, 34°, ingevoegd bij art. 4, 2°, wet 13 december2005, B.S., 21 december 2005}105. – Lid 1, 35°, ingevoegd bij art. 93 wet (I) 22 december2008, B.S., 29 december 2008, err., B.S., 10 februari 2009, err.,B.S., 24 december 2009}106. – Lud 1, 35°, (tweede maal), ingevoegd bij art. 6 wet (II)22 december 2008, B.S., 29 december 2008}107. – Lid 1, 35°, (derde maal), ingevoegd bij art. 3, 1°, wet12 juli 2009, B.S., 30 oktober 2009}108. – Lid 1, 36°, ingevoegd bij art. 4, § 1, Ord. Br.Hoofdst. Parl. 30 april 2009, B.S., 8 mei 2009, inwerkingtreding:1 januari 2010 (art. 5)}109. – Lid 1, 37°, ingevoegd bij art. 11, 1°, wet (II) 2 juni 2010,B.S., 1 juli 2010, inwerkingtreding: 1 maart 2010 (art. 14)}110. – Lid 1, 38°, ingevoegd bij art. 6 wet 2 juni 2010, B.S.,14 juni 2010}111. – Lid 2, na wijzigingen, vervangen bij art. 52, C), wet22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}112. – Lid 2 gewijzigd bij art. 12, 2°, wet 10 mei 2007, B.S.,10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}113. – Lid 2 gewijzigd bij art. 11, 2°, wet (II) 2 juni 2010, B.S.,1 juli 2010, inwerkingtreding: 1 maart 2010 (art. 14)}114. – Lid 2 gewijzigd bij art. 3, 2°, wet 12 juli 2009, B.S.,30 oktober 2009}115. – Lid 3 toegevoegd bij art. 20 wet 28 juni 1984, B.S.,12 juli 1984F 116. – Op een door de Koning te bepalen datumluidt dit art. als volgt:Art. 569. De rechtbank van eerste aanleg neemt kennis:1° van vorderingen betreffende de staat van de personenalsmede van alle geschillen tussen echtgenoten betreffendede uitoefening van hun rechten of betreffendehun goederen, met uitzondering van de aangelegenhedenwaarvoor de vrederechter bijzonder bevoegd is;2° van vorderingen tot inbezitstelling door onregelmatigeerfopvolgers, van verzoeken tot aanwijzing van eencurator van een onbeheerde nalatenschap, van aanvragentot verlenging van de termijnen bepaald in de artikelen798 en 1458 van het Burgerlijk Wetboek;3° }117 [...] 1174° van vorderingen tot verdeling;5° van geschillen over de tenuitvoerlegging van vonnissenen arresten;6° van de vorderingen ingesteld hetzij krachtens het decreetvan 26 juli-3 augustus 1791 betreffende het opvorderenen het optreden van de openbare macht tegen samenscholingen,hetzij krachtens het decreet van 10 vendémiaire,jaar IV op de inwendige politie van de gemeenten;7° }118 [...] 1188° }119 [...] 1199° van vorderingen betreffende de afzetting van beheerdersvan mutualiteitsverenigingen }120 [in de zin van dewet van 23 juni 1894 houdende herziening van de wetvan 3 april 1851 op de mutualiteitsverenigingen] 120 ,verenigingen zonder winstoogmerk en instellingen vanopenbaar nut; van vorderingen betreffende de ontbindingvan de genoemde instellingen en verenigingen ende benoeming van vereffenaars in geval van ontbinding;10° van vorderingen betreffende onteigeningen ten algemenennutte, onverminderd de bevoegdheid diekrachtens artikel 595 aan de vrederechter is toegekend;11° van vorderingen betreffende de bekendmaking ende aanwending en uitvindingen en fabrieksgeheimendie belang hebben voor de verdediging van het grondgebiedof de veiligheid van de Staat;12° van de vorderingen ingesteld krachtens }121 [deartikelen 1188 tot 1193] 121 betreffende sommige openbareverkopingen van onroerende goederen;13° van geschillen betreffende door een scheepskapiteinverschuldigde loodsgelden;14° van vorderingen tot vervallenverklaring van eenconcessie inzake mijnen, groeven en graverijen;15° van vorderingen tot regeling van het niet bij tariefvastgestelde ereloon van notarissen;16° van de vorderingen tot schadevergoeding op grondvan de wet van 29 maart 1962 houdende organisatievan de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw;17° van de vorderingen ingesteld krachtens de wet van18 juli 1966 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheidop het gebied van de kernenergie;18° van de vorderingen ingesteld krachtens de bepalingenvan de wet van 9 augustus 1963 en de internationaleovereenkomsten tot vaststelling van de aansprakelijkheidvan de exploitant van een atoomschip;}122 [19° }122 [...] 122 ] 122}123 [20° }124 [...] 124 ] 123}125[21°] 125 }125 [van de vorderingen tot schadeloosstellingop grond van het Internationaal Verdrag inzake deburgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreinigingdoor olie en de Bijlage, opgemaakt te Brusselop 29 november 1969, van de wet van 20 juli 1976 houdendegoedkeuring en uitvoering van dit Verdrag en vanhet Protocol bij dit Verdrag opgemaakt te Londen op 19november 1976;] 125}126 [22° }126 [van de vorderingen als bedoeld in de artikelen11bis en 12bis van het Wetboek van de Belgischenationaliteit en van de verklaringen op grond van de artikelen15 tot 17, 24, 26 en 28 van hetzelfde Wetboek;]126 ] 126}127 [23° }128 [...] 128 ] 127}129 [24° }129 [van de vorderingen tot het verkrijgen vanbetalingsfaciliteiten zoals geregeld in artikel 59 van dewet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet;]129 ] 129}130[ }130 [25°] 130 }130 [van de gedingen ingesteld krachtensartikel 49 van de wet op het politieambt;] 130 ] 130}131 [ }131 [26°] 131 }132 [...] 132 ] 131}133[ }133 [27°] 133 }133 [van de gedingen ingesteld krachtensartikel 93 van de wet van 20 mei 1994 inzake derechtstoestanden van het militair personeel;] 133 ] 133}134[ }134 [28°] 134 }134 [van de vorderingen die gebaseerdzijn op het internationale Verdrag ter oprichting van eeninternationaal Fonds voor vergoeding van schade doorverontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op18 december 1971 en van het Protocol bij dit Verdrag,opgemaakt te Londen op 19 november 1976 en op dewet houdende goedkeuring en uitvoering van dat Verdragen van dat Protocol;] 134 ] 134}135[ }135 [29°] 135 }135 [van de vorderingen tot teruggavevan cultuurgoederen ingesteld op grond van artikel 7van de wet van 28 oktober 1996 betreffende de teruggavevan cultuurgoederen die op onrechtmatige wijzebuiten het grondgebied van bepaalde buitenlandse Statenzijn gebracht;] 135 ] 135}136[30° bij gebreke van andere bepalingen luidenswelke bevoegdheid wordt toegekend, de vorderingen ingesteldkrachtens de wet van 22 april 1999 betreffendede exclusieve economische zone van België in de Noordzee;]136}137[31° bij ontstentenis van andere bepalingen tot toekenningvan bevoegdheid, van de vorderingen ingeleidkrachtens de wet van 20 januari 1999 ter beschermingvan het mariene milieu in de zeegebieden onder derechtsbevoegdheid van België;] 137}138[32° van geschillen betreffende de toepassing vaneen belastingwet;] 138}139[33° van vorderingen tot homologatie van akten vanbekendheid opgesteld krachtens de artikelen 71 en 72van het Burgerlijk Wetboek en krachtens artikel 5 vanhet Wetboek van de Belgische nationaliteit;] 139}140 [34° van de vorderingen betreffende de afzettingvan bestuurders, de ontbinding en de vereffening vanlandsbonden van ziekenfondsen, ziekenfondsen enmaatschappijen van onderlinge bijstand in de zin van dewet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsenen de landsbonden van ziekenfondsen;] 140}141 [35° van de beroepen tegen de beslissing van het opleggenvan een administratieve geldboete op grond vanartikel 21octies, derde lid, van de wet van 4 juli 1962 betreffendede openbare statistiek;] 141}142 [36° de beroepen tegen de beslissingen om een administratieveboete op te leggen krachtens artikel 23/12,§ 6 van de Brusselse Huisvestingscode;] 142}143 [37° van de beroepen bedoeld in artikel 62deciesvan de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsenen de landsbonden van ziekenfondsen;] 143}144[38° van de vorderingen bedoeld in artikel 26ter vande wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen,in artikel 57ter van de wet van22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op dekredietinstellingen, en in artikel 23/2 van de wet van2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiëlesector en de financiële diensten.] 144}145 [39° van de beroepen tegen de beslissing van het opleggenvan een administratieve geldboete op grond vanartikel 21octies, derde lid, van de wet van 4 juli 1962 betreffendede openbare statistiek;] 145}146 [40° van de vorderingen tot schadeloosstelling opgrond van het Internationaal Verdrag van 2001 inzakede burgerlijke aansprakelijkheid voor de schade doorverontreiniging door bunkerolie en van de wetten houdendeinstemming en uitvoering van dat Verdrag;] 146}147[In de gevallen onder het eerste lid, }148 [...] 148 17°,21°, 28° }149 [, 29°, 34° en 37°] 149 , is alleen de rechtbankvan eerste aanleg te Brussel bevoegd en in het gevalonder het }150 [eerste lid, 18° en 35°,] 150 die te Antwerpen.]147}151[In de gevallen onder het eerste lid, 22°, is alleen derechtbank van eerste aanleg te Brussel bevoegd wanneerde belanghebbende zijn hoofdverblijf niet of nietmeer in België heeft.] 151}117. – Lid 1, 3°, opgeheven bij art. 2, 1°, wet 27 maart 2001,B.S., 31 mei 2001, inwerkingtreding: 1 augustus 2001 (art. 6)}118. – Lid 1, 7°, na wijzigingen, opgeheven bij art. 12, 1°, wet10 mei 2007, B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}119. – Lid 1, 8°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007,B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}120. – Gewijzigd bij art. 4, 1°, wet 13 december 2005, B.S.,21 december 2005}121. – Lid 1, 12°, gewijzigd bij art. 2, 2°, wet 27 maart 2001,B.S., 31 mei 2001, inwerkingtreding: 1 augustus 2001 (art. 6);gewijzigd bij art. 7 wet 13 februari 2003, B.S., 25 maart 2003}122. – Lid 1, 19°, ingevoegd bij art. 5 wet 7 mei 1973, B.S.,2 augustus 1973; opgeheven bij art. 2, 3°, wet 27 maart 2001,B.S., 31 mei 2001, inwerkingtreding: 1 augustus 2001 (art. 6)}123. – Lid 1, 20°, ingevoegd bij art. 39 wet 20 mei 1975, B.S.,5 september 1975}124. – Lid 1, 20°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007,B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)4 Thema Wetboeken – Notariaat (Aanvulling 1 november 2010) – © <strong>Larcier</strong>
II. GERECHTELIJK RECHT • A. Gerechtelijk WetboekWet 10 oktober 1967 — p. 218–219}125. – Lid 1, 21°, oorspronkelijk ingevoegd als 19° bij art. 15,§ 2 wet 20 juli 1976, B.S., 13 april 1977; hernummerd tot 21° bijwet 28 juni 1984, B.S., 12 juli 1984, inwerkingtreding: 1 januari1985 (K.B. 18 juli 1984, B.S., 4 augustus 1984); vervangen bijart. 22 wet 11 april 1989, B.S., 6 oktober 1989, inwerkingtreding:1 december 1989 (art. 6 K.B. 27 november 1989, B.S.,1 december 1989)}126. – Lid 1, 22°, ingevoegd bij art. 1 wet 28 juni 1984, B.S.,12 juli 1984; vervangen bij art. 7, § 1, wet 13 juni 1991, B.S., 3september 1991}127. – Lid 1, 23°, ingevoegd bij art. 17, § 1, wet 10 januari1990, B.S., 26 januari 1990, err., B.S., 23 februari 1990. Overeenkomstigart. 18 van diezelfde wet slechts van toepassing op detopografieën van halfgeleiderproducten die voor de eerste maalna haar inwerkingtreding werden vastgelegd}128. – Lid 1, 23°, opgeheven bij art. 12, 1°, wet 10 mei 2007,B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}129. – Lid 1, 24°, ingevoegd bij art. 59, § 2, wet 4 augustus1992, B.S., 19 augustus 1992, inwerkingtreding: 1 januari 1993(art. 63); vervangen bij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli1999}130. – Lid 1, 25°, ingevoegd bij art. 54 wet 5 augustus 1992,B.S., 22 december 1991, inwerkingtreding: 1 januari 1993; hernummerden vervangen bij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S.,10 juli 1999}131. – Lid 1, 26°, ingevoegd bij art. 14, § 1, wet 30 juni 1994,B.S., 27 juli 1994, err., B.S., 5 november 1994, err., B.S.,22 november 1994; hernummerd en vervangen bij art. 52, A),wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}132. – Lid 1, 26°, na wijzigingen, opgeheven bij art. 12, 1°, wet10 mei 2007, B.S., 10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}133. – Lid 1, 27°, ingevoegd bij art. 98 wet 20 mei 1994, B.S., 21juni 1994, inwerkingtreding: 20 mei 1995 (art. 14 K.B. 9 maart1995, B.S., 20 mei 1995); hernummerd en vervangen bij art. 52,A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}134. – Lid 1, 28°, ingevoegd bij art. 13, lid 1, wet 6 augustus1993, B.S., 5 november 1993, inwerkingtreding: 1 maart 1995(art. 1-2 K.B. 15 februari 1995, B.S., 19 april 1995); hernummerdbij art. 52, A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}135. – Lid 1, 29°, ingevoegd bij art. 14, A, wet 28 oktober 1996,B.S., 21 december 1996; hernummerd en vervangen bij art. 52,A), wet 22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}136. – Lid 1, 30°, ingevoegd bij art. 52, B), wet 22 april 1999,B.S., 10 juli 1999}137. – Lid 1, 31°, ingevoegd bij art. 2 wet 28 februari 1999,B.S., 12 maart 1999}138. – Lid 1, 32°, ingevoegd bij art. 4 wet 23 maart 1999, B.S.,27 maart 1999}139. – Lid 1, 33°, ingevoegd bij art. 2 wet 1 maart 2000, B.S.,5 april 2000, inwerkingtreding: 1 mei 2000 (art. 4)}140. – Lid 1, 34°, ingevoegd bij art. 4, 2°, wet 13 december2005, B.S., 21 december 2005}141. – Lid 1, 35°, ingevoegd bij art. 93 wet (I) 22 december2008, B.S., 29 december 2008, err., B.S., 10 februari 2009, err.,B.S., 24 december 2009}142. – Lid 1, 36°, ingevoegd bij art. 4, § 1, Ord. Br.Hoofdst. Parl. 30 april 2009, B.S., 8 mei 2009, inwerkingtreding:1 januari 2010 (art. 5)}143. – Lid 1, 37°, ingevoegd bij art. 11, 1°, wet (II) 2 juni 2010,B.S., 1 juli 2010, inwerkingtreding: 1 maart 2010 (art. 14)}144. – Lid 1, 38°, ingevoegd bij art. 6 wet 2 juni 2010, B.S.,14 juni 2010}145. – Lid 1, 39°, ingevoegd bij art. 2, 1°, wet 2 juni 2010, B.S.,1 juli 2010, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 4)}146. – Lid 1, 40°, ingevoegd bij art. 2, 1°, wet 2 juni 2010, B.S.,1 juli 2010, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 4)}147. – Lid 2, na wijzigingen, vervangen bij art. 52, C), wet22 april 1999, B.S., 10 juli 1999}148. – Lid 2 gewijzigd bij art. 12, 2°, wet 10 mei 2007, B.S.,10 mei 2007, err., B.S., 14 mei 2007, inwerkingtreding:1 november 2007 (art. 34)}149. – Lid 2 gewijzigd bij art. 11, 2°, wet (II) 2 juni 2010, B.S.,1 juli 2010, inwerkingtreding: 1 maart 2010 (art. 14)}150. – Lid 2 gewijzigd bij art. 3, 2°, wet 12 juli 2009, B.S.,30 oktober 2009}151. – Lid 3 toegevoegd bij art. 20 wet 28 juni 1984, B.S.,12 juli 1984p. 218–219Wet 10 oktober 1967Art. 580 volledig vervangenArt. 580. De arbeidsrechtbank neemt kennis:1° van geschillen betreffende }2 [de verplichtingenvan de werkgevers en van de personen die met henhoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld voor de betalingvan de bijdragen] 2 opgelegd door de wetgevinginzake sociale zekerheid, }2 [gezinsbijslag] 2 , werkloosheid,verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering,rust- en overlevingspensioen, jaarlijkse vakantie,bestaanszekerheid, }2 [sluiting van ondernemingen]2 , en door de verordeningen waarbij socialevoordelen aan de werknemers en leerlingen wordentoegekend;2° van geschillen betreffende de rechten en verplichtingenvan werknemers en leerlingen en hunrechtverkrijgenden, welke voortvloeien uit de wettenen verordeningen bedoeld onder 1°;3° van geschillen betreffende de rechten en verplichtingenvan de personen }3 [en hun rechtverkrijgenden]3 , die buiten een arbeidsovereenkomst ofeen leerovereenkomst, het voordeel genieten vande wetten en verordeningen bedoeld onder 1°;4° van geschillen tussen de instellingen belast metde toepassing van de wetten en verordeningen bedoeldonder 1°, betreffende de rechten en verplichtingendie daaruit voor die instellingen voortvloeien;5° }4 [...] 46° van geschillen betreffende de rechten en verplichtingenvan de personen }5 [en hun rechtverkrijgenden]5 die een maatschappelijke verzekeringhebben aangegaan krachtens:a) de wet van 23 juni 1894 houdende herzieningvan de wet van 3 april 1851 op de mutualiteitsverenigingen;b) de wet van 12 februari 1963 betreffende de inrichtingvan een ouderdoms- en overlevingspensioenregelingten behoeve van de vrijwillig verzekerden;c) de wet van 17 juli 1963 betreffende overzeese socialezekerheid;}6[d) }7 [artikelen 3, eerste lid, b) of c) of 7, § 2, vande wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsenen de landsbonden van ziekenfondsen ofartikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010houdende diverse bepalingen inzake de organisatievan de aanvullende ziekteverzekering (I), bij een ziekenfonds,een landsbond van ziekenfondsen of eenmaatschappij van onderlinge bijstand, bedoeld inartikel 70, §§ 1 of 2, eerste en tweede lid, van voormeldewet van 6 augustus 1990;] 7 ] 67° van geschillen betreffende het stelsel van maatschappelijkezekerheid waarvan de prestaties gewaarborgdzijn bij de wet van 16 juni 1960, «dat deorganismen belast met het beheer van de sociale zekerheidvan de werknemers van Belgisch-Kongo enRuanda-Urundi onder de controle en de waarborgvan de Belgische Staat plaatst en dat waarborgdraagt door de Belgische Staat van de maatschappelijkezekerheid ten gunste van deze werknemersverzekerd»;}8[8° }8 [van de geschillen betreffende de toepassingvan:a) de wet tot instelling van een gewaarborgd inkomenvoor bejaarden. Zij past, op verzoek }9 [van deRijksdienst voor werknemerspensioenen] 9 de in artikel13 van voormelde wet bepaalde sancties toe;b) de wet tot instelling van een gewaarborgde gezinsbijslag.Zij past, op verzoek }10 [van de Rijksdienstvoor kinderbijslag voor werknemers] 10 , de inartikel 8 van voormelde wet bepaalde sanctiestoe] 8 ;] 8}11 [c) de wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum,wat betreft de geschillen betreffendede toekenning, de herziening, de weigeringen de terugbetaling door de gerechtigde van het bestaansminimumalsmede betreffende de toepassingvan de administratieve sancties bepaald in de desbetreffendewetgeving.] 11}12 [de wet van... tot instelling van het recht opmaatschappelijke integratie, inzake de geschillenbetreffende de toekenning, de herziening, de weigeringen de terugbetaling door de gerechtigde van demaatschappelijke integratie, alsmede de toepassingvan de administratieve sancties bepaald in de desbetreffendewetgeving;] 12 {1}13[d) de organieke wet van 8 juli 1976 betreffendede openbare centra voor maatschappelijk welzijn,inzake de betwistingen betreffende de toekenning,de herziening, de weigering en de terugbetalingdoor de gerechtigde, van de maatschappelijkedienstverlening, en de toepassing van de administratievesancties bepaald door wetgeving terzake;] 13}14[e) de wet tot instelling van een inkomensgarantievoor ouderen;] 14}15[f) de wet van 12 januari 2007 betreffende opvangvan asielzoekers en van bepaalde andere categorieënvan vreemdelingen wat betreft de geschillenbetreffende elke schending van de rechten dieaan de begunstigden van de opvang worden gewaarborgddoor de boeken II en III van voormeldewet;] 15}16[9° van de geschillen betreffende de toekenningvan de rentebijslag aan de begunstigden met eenvervroegd pensioen;] 16}17[10° van de geschillen betreffende de toekenningvan het bijzonder brugpensioen bedoeld inafdeling V van het hoofdstuk III van de wet van22 december 1977;] 17}18[11° van de geschillen betreffende de toekenningvan het brugpensioen aan bejaarde invaliden, bedoeldbij afdeling VI van het hoofdstuk V van de wetvan 22 december 1977;] 18}19[12° de betwistingen betreffende de verplichtingvan de sociaal verzekerden om een bijzondere bijdragevoor sociale zekerheid te storten krachtenshoofdstuk III van de wet van 28 december 1983houdende fiscale en begrotingsbepalingen;] 19}20[13° van de geschillen betreffende de bijzonderewerkgeversbijdrage op het conventioneel brugpensioenbedoeld in hoofdstuk IV van de programmawetvan 22 december 1989;] 20}21[14° van de betwistingen betreffende de rechtenen plichten voortvloeiend uit de wet van 15 januari1990 houdende oprichting en organisatie van eenKruispuntbank van de sociale zekerheid, met uitzonderingvan de betwistingen betreffende de toepassingvan de algemene beginselen inzake de beschermingvan de persoonlijke levenssfeer }21 [endie bedoeld in artikel 14 van de wet van(8 december 1992) tot bescherming van de persoonlijkelevenssfeer ten opzichte van de verwerkingvan persoonsgegevens] 21 ;] 21}22[15° van de geschillen betreffende de toelageaan de werkgevers voor het in dienst houden vanwerknemers getroffen door een arbeidsongeschiktheidten gevolge van ziekte of ongeval waardoor hetvoor deze werknemers definitief onmogelijk wordtom het overeengekomen werk te verrichten, bedoeldin titel 11, hoofdstuk VI, van de wet van29 december 1990 houdende sociale bepalingen;]22}23[16° van geschillen betreffende de verplichtingenvan de hoofdaannemers en onderaannemersbedoeld bij }23 [artikel 30bis] 23 van de wet van27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van28 december 1944 betreffende de maatschappelijkezekerheid der arbeiders;] 23Thema Wetboeken – Notariaat (Aanvulling 1 november 2010) – © <strong>Larcier</strong> 5