12.07.2015 Views

aanvulling notariaat.book - Uitgeverij Larcier

aanvulling notariaat.book - Uitgeverij Larcier

aanvulling notariaat.book - Uitgeverij Larcier

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VI. ADMINISTRATIEF RECHT EN STEDENBOUWRECHT • A. Vlaams GewestB. Vl. Reg. 16 juli 2010 — p. 8813°, wordt vervangen door een termijn van tien jaarvanaf 1 mei 2000, voor niet-vervallen verkavelingsvergunningendie werden afgegeven meer dan vijfjaar vóór 1 mei 2000.] 4}1. – Lid 1 gewijzigd bij art. 57 Decr. Vl. Parl. 16 juli 2010, B.S.,9 augustus 2010}2. – Lid 1 gewijzigd bij art. 58 Decr. Vl. Parl. 16 juli 2010, B.S.,9 augustus 2010}3. – Lid 2 vervangen bij art. 59 Decr. Vl. Parl. 16 juli 2010, B.S.,9 augustus 2010}4. – Lid 3 vervangen bij art. 60 Decr. Vl. Parl. 16 juli 2010, B.S.,9 augustus 2010p. 881B. Vl. Reg. 16 juli 2010invoegen na B. Vl. Reg. 15 mei 2009B. Vl. Reg. 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtigehandelingen ter uitvoeringvan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening(B.S., 10 september 2010)HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGENArt. 1. Voor de toepassing van dit besluit wordtverstaan onder:1° achtergevel: gevel die geen voorgevel of zijgevelis;2° achtertuin: tuingedeelte van het goed dat geenvoortuin of zijtuin is;3° het goed: het kadastrale perceel of de kadastralepercelen waarop de handelingen betrekking hebben,of, voor de percelen zonder kadastraal nummer,de grond of de gronden waarop de handelingenbetrekking hebben;4° industriegebied in de ruime zin: elk gebied, bestemdvoor industrie en ambacht, ook als het onderworpenis aan bijzondere voorwaarden;5° voorgevel: elke gevel gericht op de voorliggendeweg, met uitzondering van garagewegen of voetwegen;6° voorgevellijn: de lijn die gevormd wordt door devoorgevel of voorgevels door te trekken tot op de zijgrenzenvan het goed;7° voortuin: gedeelte van het goed dat voor de voorgevellijnvan het hoofdgebouw ligt;8° zijgevel: gevel aan de zijkant van het hoofdgebouw;9° zijtuin: gedeelte van het goed dat ter hoogte vaneen zijgevel gelegen is.HOOFDSTUK 2AANWIJZING VANMELDINGSPLICHTIGE HANDELINGENMET TOEPASSING VAN ARTIKEL 4.2.2VAN DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKEORDENINGArt. 2. Voor handelingen met stabiliteitswerkendie uitgevoerd worden binnen in hoofdzakelijk vergundeof vergund geachte gebouwen, wordt de vergunningsplichtvervangen door een verplichte meldingals aan de volgende voorwaarden voldaan is:1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijzigingdoorgevoerd;2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd.Art. 3. Voor handelingen met stabiliteitswerkendie uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevelsen daken van hoofdzakelijk vergunde of vergundgeachte gebouwen, wordt de vergunningsplichtvervangen door een verplichte melding als aan devolgende voorwaarden wordt voldaan:1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijzigingdoorgevoerd;2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;3° het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijvenongewijzigd.Art. 4. Voor de oprichting van bijgebouwen dieaangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde ofvergund geachte woning, wordt de vergunningsplichtvervangen door een verplichte melding alsaan de volgende voorwaarden voldaan is.1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijzigingdoorgevoerd;2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;3° de totale oppervlakte van de bestaande en de opte richten aangebouwde bijgebouwen bedraagtmaximaal 40 vierkante meter;4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin totop 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuintot op 2 meter van de perceelsgrenzen;5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als hethoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens,het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokkenworden op of tegen de perceelsgrens, tegeneen bestaand aanpalend gebouw, als de bestaandescheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdieptevan het nieuw op te richten aangebouwdebijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalendegebouw niet.; Voor de toepassing van ditartikel worden als bijgebouwen beschouwd: de fysiekaansluitende aanhorigheden die in bouwtechnischopzicht een rechtstreekse aansluiting of steunvinden bij het hoofdgebouw.Art. 5. Voor de verbouwing of uitbreiding van eenbestaand, hoofdzakelijk vergund industrieel of ambachtelijkbedrijf, gelegen in industriegebied in deruime zin, wordt de vergunningsplicht vervangendoor een verplichte melding, als aan de volgendevoorwaarden voldaan is:1° de handelingen brengen geen wijziging van deindustriële of ambachtelijke functie met zich mee;2° er wordt geen bedrijfswoning gecreëerd;3° de uitbreiding maakt een fysisch geïntegreerddeel uit van het bestaande gebouwencomplex;4° de werken gaan niet gepaard met een ontbossing,inname of aantasting van bufferzones;5° de hoogte van de gebouwen wordt beperkt tot deafstand tot de zijdelingse en de achterste perceelsgrenzen;6° de afstand tot de zijdelingse en de achterste perceelsgrenzenbedraagt minstens 3 meter;7° de gebouwen zijn niet hoger dan 10 meter;8° voor de inrichting is een milieuvergunningklasse I of II verleend, en de gebouwen zijn in hetaanvraagdossier van de milieuvergunning vermeld.Art. 6. De bepalingen van dit hoofdstuk geldenniet voor handelingen die strijdig zijn met de voorschriftenvan stedenbouwkundige verordeningen,ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanlegof verkavelingsvergunningen, of met de uitdrukkelijkevoorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen,met behoud van de toepassing van deandere regelgeving die van toepassing is.De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voorhandelingen, te verrichten op percelen waaropvoorlopig of definitief beschermde monumentenaanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermdelandschappen, in voorlopig of definitief aangeduideerfgoedlandschappen, in voorlopig of definitief beschermdestads- en dorpsgezichten, of in voorlopigof definitief beschermde archeologische monumenten.De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voorhandelingen die uitgevoerd worden in een oeverzone,afgebakend in een bekkenbeheersplan ofdeelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter bredestrook, te rekenen vanaf de bovenste rand van hettalud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbarewaterlopen.De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voorhandelingen die uitgevoerd worden voor de rooilijnof in een achteruitbouwstrook.HOOFDSTUK 3INDIENINGS- EN BETEKENINGSWIJZEVAN DE MELDINGArt. 7. § 1. De melding, vermeld in artikel 2, 3 en 4,wordt gedaan met het formulier, gevoegd alsbijlage I bij dit besluit.De melding, bedoeld in artikel 5, wordt gedaan methet formulier, gevoegd als bijlage II bij dit besluit.§ 2. Het dossier van de melding bevat één exemplaarvan de stukken, voorgeschreven door het besluitvan de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffendede dossiersamenstelling van de aanvraagvoor een stedenbouwkundige vergunning, met uitzonderingvan het aanvraagformulier.HOOFDSTUK 4SLOTBEPALINGENArt. 8. De Vlaamse Minister, bevoegd voor deruimtelijke ordening, is gemachtigd om de bijlagenbij dit besluit te wijzigen.Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 1 december2010.Art. 10. De Vlaamse Minister, bevoegd voor deruimtelijke ordening, is belast met de uitvoeringvan dit besluit.Thema Wetboeken – Notariaat (Aanvulling 1 november 2010) – © <strong>Larcier</strong> 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!