Programma werkconferentie so 1 juni (site)_Opmaak 1

13.V Met lezen aan de slag in cluster 4. Een katern bij de protocollenLeesproblemen en DyslexieVerdiepingsworkshop TaalDoor Hanneke WentinkRonde 2, 13.30-14.45 uurDoelgroep: alle betrokkenen bij het onderwijsAchtergrond: cluster 4Veel scholen in cluster 4 gebruiken de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie voor het regulierebasisonderwijs om de leesontwikkeling van hun leerlingen te volgen en leesproblemen vroegtijdigop te sporen en aan te pakken. Deze protocollen zijn echter voor een andere doelgroep geschrevenen zijn niet volledig toepasbaar in cluster 4. Denk bijvoorbeeld aan het selecteren van boeken diegeschikt zijn voor leerlingen met ASS of de relatie tussen ADHD en dyslexie. In het kader van hetMasterplan Dyslexie is daarom met een aantal experts uit het werkveld voor deze specifieke doelgroepeen katern ontwikkeld bij de protocollen.In deze workshop presenteren wij de inhoud van het katern. Vervolgens brengen de deelnemers ineen interactieve werkvorm het leesbeleid op de eigen school globaal in kaart aan de hand vanonderdelen uit het katern, met als doel dit met het team op de eigen school verder uit te werken.Hanneke Wentink is spraak- en taalpatholoog en als consultant verbonden aan M&O Groep. Zij is alstaalexpert betrokken bij de taal/leesverbetertrajecten Speciaal Onderwijs. Hanneke is medeauteurvan de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie en het katern leesonderwijs en leesbegeleiding voor so.14.P Ontwikkelperspectief: uitwerken van leerstofaanbodPraktijkworkshop TaalDoor Marléone GoudswaardRonde 2, 13.30-14.45 uurDoelgroep: ambulant begeleiders, bouwcoördinatoren, intern begeleiders, leerkrachten, logopedisten,orthopedagogen, remedial teachers, taal/rekencoördinatorenAchtergrond: cluster 1, cluster 2, cluster 3, cluster 4In de nieuwe wetgeving wordt de verplichting voor s(b)o-scholen opgenomen om van elke leerlingeen ontwikkelingsperspectief te formuleren. Met het stellen van een ontwikkelperspectief geeft deschool een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een langere periode.Essentieel voor het ontwikkelperspectief is dat de school vaststelt naar welk vervolgonderwijs ofwelke vervolgbestemming de leerling uitstroomt. Want wat betekent het als een leerling uit zalstromen naar het Praktijkonderwijs, of naar vmbo-t? Wat hebben leerlingen nodig om deze vervolgopleidingente kunnen instromen en om de opleiding goed te kunnen doorlopen? Moet de leerlingbijvoorbeeld regelmatig presentaties houden? Of is deelname aan groepsdiscussies een belangrijkonderdeel van de opleiding? Op basis van deze kennis maakt de leerkracht keuzes in het leerstofaanbodvoor bijvoorbeeld ‘spreken’.In de workshop bespreken we de begrippen ontwikkelperspectief, uitstroombestemming enuitstroomniveau in relatie tot leerstofaanbod. Vervolgens zullen we in kleine groepen een ontwikkelperspectiefuitwerken aan de hand van een leerlijn spreken, sociaal taalgebruik of meningsvorming.We gaan met elkaar na welke keuzes in doelstellingen er zijn op basis van een ontwikkelperspectief.Marléone Goudswaard werkt bij CED-Groep. Daarnaast is zij als expert so werkzaam bij de PO-Raad.Marléone is als projectleider betrokken geweest bij het ontwikkelteam Geïntegreerde taalleesmethodevoor zeer moeilijk lerenden 4-12 jaar, en bij de werkgroep Inventarisatie leesonderwijs ZML.13