12.07.2015 Views

Zorgwijzer 20 - Zorgnet Vlaanderen

Zorgwijzer 20 - Zorgnet Vlaanderen

Zorgwijzer 20 - Zorgnet Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VIPA zet in op duurzaam bouwendan ook een stap vooruit tegenover de omzendbriefvan <strong>20</strong>03.Waar liggen de grootste verschillen?Ann Beusen: De omzendbrief maakte noggeen onderscheid in sectoren. Het besluitgeeft wel andere criteria voor rusthuizendan voor ziekenhuizen of kinderdagverblijven.We houden meer dan vroeger rekeningmet specifieke situaties. De nieuwecriteria zijn ook strenger. Dat heeft metde toegenomen mogelijkheden te maken,maar ook met een maatschappelijke evolutie.Wij streven nu naar een E80. De Estaat voor energieprestatie, de 80 vooreen bepaald peil dat we willen behalen.Dat peil is gebaseerd op een studie die hetgemiddelde verbruik in zorgvoorzieningenin kaart bracht. Als dat gemiddelde 100 is,dan ligt ons streefdoel nu dus <strong>20</strong>% lager,op 80. Dat is een haalbare kaart, want eennieuwe studie mikt al op een E60. Met hetVIPA kiezen we echter altijd voor de wegvan de geleidelijkheid, zodat zorgvoorzieningende tijd hebben om zich aan te passen.Maar de evolutie is onomkeerbaar:duurzaam bouwen wordt meer en meerde norm. Tegen <strong>20</strong>14 wil de Vlaamse overheidbijvoorbeeld voor een groot aantalgebouwtypes een E60 invoeren.Ivan De Boom: Een andere nieuwigheid isde weging van diverse aspecten. We concentrerenons niet op één factor, maar zoekeneen evenwicht tussen vijf criteria: deenergiebeheersing, het gebruikscomfort,het gebruik van duurzame materialen engrondstoffen, een geïntegreerde benaderingen het duurzaam gebouwenbeheer.Vooral het belang van een geïntegreerdebenadering mag niet worden onderschat.Bouwheren laten zich best van bij het prillebegin van hun project bijstaan door eensterk bouwteam. De tijd dat één persoonalle kennis in huis had om een degelijk‘programma van eisen’ op te stellen, ligtver achter ons.Ann Beusen: Onveranderd in de nieuweregelgeving is onze doelstelling om bouwherenhouvast te bieden bij bepaalde keuzes.Een aantal criteria is verplicht na televen, maar er zijn ook vrije criteria. Zo iser een niet-verplicht item over akoestischekwaliteit; bouwheren die daarvan werkwillen maken, krijgen handvatten aangereikt.Hoe zijn de reacties uit de sector op hetnieuwe ministerieel besluit?Ivan De Boom: Wij hebben hierovervooral contact met studiebureaus. Hunreacties zijn over het algemeen positief.We merken dat meer en meer overduurzaamheid wordt nagedacht. Elkebouwheer moet vooraf goed zijn huiswerkmaken. Daar varen we allemaal welbij, in de eerste plaats de bouwheer zelf.Natuurlijk begrijpen we de verzuchtingvan de sector voor meer financiële middelenom de nieuwe regels na te leven. Tochmoeten we met zijn allen werk maken vanduurzaam bouwen. Dat vergt een inspanning,maar het is onze maatschappelijkeplicht.Ann Beusen: Er is ook een tegemoetkominggeweest met de verhoging van dealgemene kosten van 7% naar 10%. Dieverhoging is bedoeld om de bijkomendestudiekosten te helpen betalen.Wat zijn de te verwachten trends voorde komende jaren?Ivan De Boom: Het begrip ‘Life Cycle Cost’(LCC) wint aan belang. Het betekent datwe de kostprijs van een gebouw over zijnhele levensduur bekijken, rekening houdendmet alle aspecten. Recent heeft deK.U.Leuven voor het VIPA een instrumentontwikkeld dat toelaat om voor verschillendetypologieën van woonzorgcentra deinvloed van bepaalde keuzes op de ‘LifeCycle Cost’ van een gebouw in te schatten.Zo kan bijvoorbeeld de invloed vande gebouwkeuze op de loopafstandennagegaan worden. Hoe groter de loopafstandenin een woonzorgcentrum, hoegroter de belasting op het personeel – enook die factor kan in rekening gebrachtworden. Want in een voorziening vormtniet het gebouw de hoogste kost, maar welde exploitatie en het personeel. De investeringin een bouwproject moet dus overde hele levensduur en met de impact op detotale exploitatie bekeken worden. We willeneen instrumentarium aanbieden datbouwheren toelaat om gefundeerde keuzeste maken. In de toekomst kan het ‘LCCinstrument’daarom uitgebreid worden omandere parameters te toetsen.Ann Beusen: Uit studies blijkt dat de initiëlebouwkost van een zorgvoorzieningmaar een fractie is van de totale ‘Life CycleCost’. In de zorgvoorzieningen bedragende kosten voor uitbating meer dan 90%.Een groot deel daarvan zijn personeelskosten.Ivan De Boom: Voor woonzorgcentra bestaanook financiële studies die de hoogtevan de initiële investering in het juiste perspectiefplaatsen. De bouw op zich is nietdé grote focus, maar wel het concept dat erachterzit: de organisatie en de personeelsinzetdie ermee gepaard gaan. Vandaar ookhet grote belang van een goed bouwteam.In zo’n team hoort niet alleen een architecten een technicus te zitten, maar ookeen expert in onderhoud, iemand die dezorgorganisatie in kaart brengt enzovoort.VIPA krijgt vaak het verwijt dat bouwprojecteneen te hoge dossierlast met zichmeebrengen. Ik begrijp die klacht. Maarook wie zonder het VIPA bouwt moet voorafheel goed nadenken en een ‘programmavan eisen’ opstellen. Bovendien, als deoverheid een toelage toekent, dan mag zede lat iets hoger leggen. De overheid heefteen voorbeeldfunctie te vervullen, ook metde gebouwen die ze subsidieert.De Vlaams Bouwmeester wil graag nauwersamenwerken met het VIPA. Hoeziet u een eventuele samenwerking?Ivan De Boom: We hebben al een eerstegesprek met Peter Swinnen gehad. En wijzijn erg blij met zijn aandacht voor de zorgsector.We zijn beide Vlaamse overheidsdienstenen we kunnen elkaar zeker versterken.In de eerstkomende weken zullenwe verder concreet invulling geven aan diesamenwerking.Ann Beusen: Vorig jaar hebben we samenmet de vorige Vlaams Bouwmeester eenstudiedag georganiseerd over de relatievan een woonzorgcentrum met zijn omgeving.Peter Swinnen was daar trouwenseen van de gastsprekers. Hij trekt die lijnnu door in zijn ambitienota. Dat is eenkeuze die we toejuichen.Hoe ziet u het VIPA de komende jarenevolueren?Ivan De Boom: We willen ons meer toeleggenop een praktisch instrumentariumvoor het maken van bewuste keuzes. Wijwillen het bouwheerschap versterken.Veel bestuurders en directies van zorgvoorzieningenbouwen maar één keer inhun carrière. Ze starten zonder ervaringen met heel veel vragen. Het is te gek datiedereen het warm water moet uitvinden.Daarom willen we nu een staalkaart vangoede praktijkvoorbeelden samenstellen.Zo kunnen bestuurders en directies lerenvan elkaars ervaringen, inspiratie opdoen,nieuwe technieken ontdekken en dies meer.Daarnaast is het VIPA niet doof voorkritiek vanuit de sector. We willenonze regelgeving laten screenen omde administratieve lasten te verlagen.En we graven ook dieper. Er is zopas eenexterne studie gestart die de effectiviteitvan het VIPA doorlicht. De centrale vraagis: maakt het VIPA het verschil op het terrein?Waar nodig zullen de doelstellingenof de organisatie bijgesteld worden.Het volgende Vlaamse regeerakkoordwordt daarom ongetwijfeld een scharniermomentvoor het VIPA.11 | mei <strong>20</strong>11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!