De Conversation Manager en Het Conversity ModelLuisteren, praten en innoverenboekTwee managementboeken krijgen de jongste tijd heel wat aandacht.En terecht. Maar valt er ook voor de ziekenhuizen, de woonzorgcentraen andere zorgorganisaties iets uit te leren? Zeker en vast. ZowelDe Conversation Manager van Steven Van Belleghem als Het ConversityModel van Clo Willaerts stemmen tot nadenken en tot handelen.De Conversation Manager heeft twee ondertitels:‘de kracht van de hedendaagseconsument’ en ‘het einde van de traditioneleadverteerder’. De vertaling van consumentnaar patiënt, cliënt, bewoner ofzorgvrager is snel gemaakt. Met adverterenhebben we in de zorg minder affiniteit. Entoch, haak niet te vlug af, ook voor directiesen communicatieverantwoordelijkenin de zorg vallen hier interessante dingente leren.Waarover gaat het? Het internet heeft nietzozeer de consument veranderd, steltSteven Van Belleghem, maar wel zijnmogelijkheden. En daardoor wordenbepaalde dingen die er altijd al zijngeweest, plots enorm versterkt. Neem demond-tot-mondreclame. Ook in woonzorgcentraen ziekenhuizen weten we datwat mensen tegen elkaar in vertrouwenvertellen, een grote impact heeft. Goedeervaringen, slechte ervaringen, we vertellenhet allemaal door aan familie, vriendenen kennissen en we beïnvloeden elkaarvoortdurend.Internet heeft de mond-tot-mondreclamenaar een ander niveau getild. Aanvankelijkwerd internet vooral gebruikt als eeninformatief platform: bedrijven, ziekenhuizenen woonzorgcentra zetten informatieop hun website die weleens nuttig zoukunnen zijn voor de ‘consument’. Vandaagis het internet een sociaal platform geworden.Mensen communiceren online voortdurendmet elkaar via blogs, Facebook,LinkedIn, Twitter… Veel prietpraat en onzin,jawel. Maar ook meer en meer zinnigeinformatie. Via internet vinden gelijkgezindenelkaar, worden contacten gelegden ervaringen uitgewisseld. En dat gebeurtallemaal op een veel grotere schaal dan totvoor kort voor mogelijk werd gehouden.Net zoals in de gesprekken in de supermarktof op familiefeestjes, spelen nietalleen rationele elementen, maar vaakook emotionele. Van Belleghem geeft eensprekend voorbeeld: “Mensen die net eendiagnose van een arts hebben vernomen,komen dikwijls onwetend thuis. Patiëntenzijn op een dergelijk moment teleurgesteldin de empathie van de arts. Wel,die rol wordt vandaag overgenomen doorlotgenoten op gespecialiseerde discussieplatformen.Ze vinden steun op fora waarpatiënten meer details over hun ziektegeven. Ervaringen die op dergelijke foraworden gedeeld, leiden soms zelfs tot eenverandering van therapie. Het delen vanemoties beïnvloedt het beslissingsprocesvan consumenten.”Hebben we dan vanuit de organisaties totaalgeen controle meer op de communicatie?Niemand heeft de controle, stelt hetboek. Iedereen staat op gelijke voet. VanBelleghem pleit daarom voor een ConversationManager die luistert naar de consumenten(lees: zorgvrager), die feedbackvraagt, die de discussies volgt en er ookaan deelneemt, die meepraat.Onlangs verscheen bij dezelfde uitgeverhet boek Het Conversity Model van Clo Willaerts.Ook haar boek krijgt veel aandachten bijval. Willaerts gaat nog een stapje verderdan Van Belleghem. Haar ondertitelluidt: ‘Winst maken met social media’. Ookhier: staar u niet blind op de term ‘winst’,het gaat niet (louter) om financiële winst.Het centrale punt in haar betoog is hetconversitymodel. Dat model bestaat uitvier lagen: observatie, conversatie, conversieen innovatie. Samen helpen die een“betekenisvolle interactie met je klanten”uit te bouwen.Het boek bevat heel wat praktische tips.Zo vindt u onder het item ‘conversatie’ideeën om uw website relevant te maken,hoe u Facebook kunt inzetten of hoe u eenYouTube-kanaal start. Maar conversatie isgeen doel op zich. Er moet iets uit volgen:de conversie. “In dit boek heeft conversieniets te maken met het verkopen van spullenaan mensen, of ze daar nu iets aanhebben of niet. Ik laat liever zien hoe jemensen kunt helpen om te kopen wat zeecht willen. Door deze aanpak leer je namelijkje klanten beter kennen”, schrijftWillaerts. En dat brengt ons uiteindelijkbij de echte ‘winst’ waar de ondertitel naarverwijst. Voor Willaerts ligt de echte Returnon Investment van social media in de innovatie.Door te luisteren naar de mensen,door ermee te praten en door rekening tehouden met de waardevolle feedback dieje zo krijgt, kan je innovaties ontwikkelendie de kwaliteit van de dienstverleningsteeds verder verbeteren.‘De Conversation Manager’ van Steven VanBelleghem (<strong>20</strong>10) en ‘Het Conversity Model’van Clo Willaerts (<strong>20</strong>11), beide uitgegeven bijLannoo Campus.zorgwijzer | 28
hilde keppers, zorgkundige woon- en zorgcentrum salvator in hasselt“Ik wil vooral goed zijnvoor de mensen”“Twintig jaar werk ik hier al als zorgkundigein het centrum. Ik heb hier vroegerook stage gelopen, tijdens mijn studiesin het secundair als gezins- en sanitairehulp. Ik ben hier dus al even, maar ik herinnerme nog goed hoe het er hier aan toegingtoen ik startte. We waren met minder.En dat geldt zowel voor het personeelals voor het aantal bewoners.Overdag hou ik me vooral bezig met hetwassen en verzorgen van de mensen. ‘sMiddags help ik met de lunch en in denamiddag staat er opnieuw verzorgendwerk op het programma. Ik help ook demensen die even willen slapen mee inbed.Ik werk op drie gangen. Elke gang telt elfbewoners. We werken in teams van drie:twee zorgkundigen en één verpleegkundige.Wij nemen vooral het wassen vande mensen op ons. Als er medicatie moetworden gegeven, is dat een taak voor deverpleegkundige. Moeten er wonden verzorgdworden, doen zij dat ook. Wij mogendat ook wel, maar enkel de ‘kleinere’wonden. We krijgen regelmatig bijscholing,over dementie bijvoorbeeld.daar behoefte aan. Als ik er een week nietben, door vakantie bijvoorbeeld, zijn eraltijd bewoners die vragen waarom ik erniet ben en wanneer ik terugkom. ‘Komtdie niet meer werken?’, vragen ze dan(lacht).Deze job heeft natuurlijk ook mindermooie kanten. Sommige mensen wordenziek en zie je aftakelen, zelfs sterven. Ookdat blijft je bij, zeker van de mensen metwie je goed opschiet. Er zijn er die ik echtnooit zal vergeten.Door te werken en te leven met onze bewonersdenk ik ook vaak aan mijn eigenoude dag, en nu vooral aan die van mijnouders. Ik hou me altijd voor dat ik voorde mensen hier zo goed wil zorgen alsvoor mijn eigen ouders.Dat ‘zorgen voor’ vergt trouwens enigeervaring. Die heb ik met mijn twintig jaaranciënniteit in overvloed. Als er een nieuwezorgkundige is, ben ik meestal degenedie hem of haar inwerkt. Jongeren merkenmeestal vlug dat dit een job is die je nietmag onderschatten. Om vol te houden,moet je dit echt graag doen. Bij sommigenieuwkomers ontbreekt dat engagementweleens, maar er zijn natuurlijk ook veelgoede nieuwe collega’s.Mijn geheim? Willen ‘goed zijn’ voor demensen. Die wil heb je echt nodig om hetalleen al fysiek vol te houden. Elke dagmensen ondersteunen en verplaatsen, isbest een zware job. Ook mentaal kan hetbelastend zijn. Maar over het algemeenvalt het best mee. Ik ben er zeker van datik deze job nog jaren zal doen.”WVmomentopnameHet omgaan met de bewoners bevalt megoed, zeker na al die jaren, alhoewel jemet de ene persoon toch wat gemakkelijkerovereenkomt dat met de andere. Datmaakt vooral het contact met sommigenaangenamer. Op de zorg die we verlenen,heeft dat geen effect.Als je dag na dag in contact komt met dezelfdemensen en hen verzorgt, word jena een tijdje echt wel ‘eigen’ met hen. Jeleert hen kennen, ze vertellen al eens iets,en ze beginnen je te vertrouwen. Eigenlijkvertellen ze mij heel veel. Over hun familie,hun leven...Als zorgkundige sta je dichter bij de mensendan als verpleegkundige. Onze functieis iets socialer. Het gebeurt dat ik voeldat ik echt een vertrouwenspersoon vooriemand ben geworden. Mensen hebben29 | mei <strong>20</strong>11