volgens hem vaak de ouders die hun kinderen drijven zodat, verklaart Ten Kate,'ik moet zeggen: laat ze toch niet zo zwaar kruien'.Ook administrateur Van der Sanden bevestigt dat er al wel jongens <strong>van</strong> veertien,vijftien, zestien jaar als kruier werken, maar jonger niet. Zij lijden daar volgenshem niet onder als de mensen met wie ze werken 'het niet te hard aanleggen'. Opeen kruiwagen kunnen 14 turven (7 naast elkaar, 2 lagen hoog). Wij zeggen, zobetoogt de administrateur, tegen de graver -de jongens zijn vaak zoon of broer<strong>van</strong> de graver-: 'wees toch voorzichtig, leg er niet te veel turf op. Anders kam menin <strong>13</strong>, 14 weeken zoo'n jongen zoo maken, dat hij nooit geen mensch meerwordt'. Daar<strong>van</strong> heeft Van der Sanden wel voorbeelden gezien, maar niet in zijneigen werk. Dat gebeurt in De Krim of elders, waar arbeiders soms geheel kromnaar de wagen zijn gegroeid en bij de loting geen <strong>13</strong>,14 palm (1.30,1.40 meter)lengte meer ha<strong>dd</strong>en. Hij rekent voor: op een volgeladen kruiwagen liggen 14 turven,iedere turf is 6 kubieke palm groot, dus 14 turven zijn 84 kubieke palm groot.Elke turf weegt zo'n 11 oude ponden (omgerekend 5 a 6 kilo). Wanneer het natweer is, zal zo'n kruiwagen ongeveer 80 kilo wegen. Daarbij komt dan nog het gewicht<strong>van</strong> die kruiwagen, maar dat is niet veel.De arts: de kinderen zien er betrekkelijk niet goed uitHoe denkt nu de medicus over kinderarbeid? De kinderen zien er 'betrekkelijkniet goed' uit, zo zegt dokter Koster. Daarbij komt: de Voeding en verzorging isslecht'. Dit alles schaadt de gezondheid. Vaak passen oudere kinderen op jongerebroertjes en zusjes die dan ook slecht verzorgd en verpleegd worden. Vaak iser ook 'minder geschikt voedsel'. In de 'enge woningen' zijn vaak een massa liedenbijeen, wat ook nadelig is voor de groei <strong>van</strong> de kinderen. Inderdaad, jongens<strong>van</strong> veertien a vijftien jaar gaan mee met hun vader om te graven. Sommige jongensdoen bijna 'het geheele werk <strong>van</strong> een volwassen man'. Toch is het kruienvoor de meeste jongens de hoofdzaak. Ze beginnen met het kruien <strong>van</strong> 3 a 4turven. Als ze zestien a zeventien jaar zijn worden er al <strong>13</strong> a 14 turven op dekruiwagen gelegd. Elke turf weegt 5 a 6 kilo. Koster heeft bij sommige jongensruggegraats-verkromming geconstateerd door het te zware werk. Niet dat ze oplatere leeftijd dan last hebben <strong>van</strong> astmatische aandoeningen, maar wel krijgenze dan problemen met hun beender- en spierweefsel. Ze ontberen in hun verdereleven dan ook voldoende levenskracht om zware arbeid te doen.Ten Broeke heeft de commissie verteld dat zijn vrouw goed kan naaien en breien.Andere vrouwen missen elke vaardigheid in dit opzicht omdat ze de gehele dagbuitenshuis werken. Wat is de ervaring <strong>van</strong> vervener Geerdes met vrouwen in hetveen? Hij zegt dat ongehuwde vrouwen vaak meewerken in de korte turf, maardan wel met turf die droog is, want het omgaan met natte turf is te zwaar voorhen. Als vrouwen gehuwd zijn werken ze niet op het veld, zegt hij, maar voegt erdirect aan toe dat dat hier althans minder vaak gebeurt dan elders. De vrouwwerkt zeker niet <strong>van</strong> de morgen tot de avond mee, zo weet hij, want daarvoorheeft ze te veel boerenwerk te doen, zoals de aardappelen verbouwen en de -meestal twee- koeien verzorgen. Vrouwen hier kunnen veel beter naaien dan devrouwen die in de lange turf werken. De vrouw <strong>van</strong> Herman Brunink werkt nietmee aan het droogmaken, wat toch31
vaak door vooral vrouwen en kinderen wordt gedaan. Het wijkgraven is wel uitsluitendmannenwerk.Brunink heeft een vrouw en vijf kinderen. Van drie <strong>van</strong> de vijf kinderen noemt Brunink deleeftijden: ze zijn 'een vierendeel jaars', drie en zeventien jaar oud. Zijn vrouw heeft meerdan werk in haar huishouden, zegt hij. De oudste zoon is aan de post en het meisje dient; dederde, een jongen, past op de koeien, maar, zegt Brunink, ze zijn toch in de kost en in de wasen dan heeft z'n vrouw daarbij nog de kleine kinderen, wat ook veel werk geeft.Als hijzelf niet thuis is moet zijn echtgenote ook de aardappelen <strong>van</strong> het land halen.Bovendien heeft Brunink nog een klein boerderijtje met een koe, een jong beest, en eenvarkentje, en ook daar is nogal wat aan te doen. Van der Sanden deelt de commissie meedat de vrouwen helpen bij het droogmaken <strong>van</strong> de turf en bij het schepenladen. Hoogstzelden doen ze mee met het turfkruien dat te zwaar is voor hen. 'Al zijn wij gestemd om watdoor de vingers te zien, trachten wij dit werk toch zooveel mogelijk te voorkomen', zo verzekerthij de commissie.Alles wat maar werken kan, moet wel werken.Volgens dokter Koster maakt het zeer veel uit voor de opvoeding <strong>van</strong> de kinderen of de moederwel of niet in het veen werkt. Maar 'de verdiensten <strong>van</strong> de arbeiders zijn <strong>van</strong> dien aard, datalles, wat maar werken kan, moet werken om in de aller-noodigste behoeften te kunnenvoorzien', daarom werken de vrouwen dikwijls mee. Ze worden daardoor vaak ziek, want hetwerk is zwaar, de turven zijn moeilijk te hanteren en het is zeker hoogst nadelig voor zwangerevrouwen. Vrouwen (nat)kruien niet veel, maar ze helpen wel bij het schepenladen en ook bij hetnaar de koper brengen <strong>van</strong> droge turf. Als man en vrouw beiden graven gaat het vaak omjongere mensen.Vrouwen verdienen met hun arbeid zo ongeveer de huishuur. Ze doen dan het omringen,vuren en droogmaken. Vroeger had men volgens Koster meestal vrij brand, nu moet men ookvaak de turf bij de verveners al betalen. Dat schepenladen is nu overigens een minder wildetroep dan vroeger; voor de vrouwen is het een lastig werk, soms moeten ze dan toch ookkruien. Het stuwen <strong>van</strong> de turf op het schip zou door vrouwen graag worden gedaan 'omdat zijer eene eer in stellen het netjes te doen'.Pastoor Hageman ten slotte constateert dat vele gehuwde vrouwen in het veen werken.Als ze veel kinderen hebben drijft de 'huishoudelijke nood' hen weer naar het werk, zegt hij.En dat heeft weer invloed op het huishouden, en wordt er ook weinig aan handwerken gedaan.Toch is er wel 'liefhebberij' voor het onderwijs in de nuttige handwerken. Hageman denkt nietdat men gaat werken omdat de vrouwen zich thuis zouden vervelen. Volgens de commissiewerkt er bijna geen enkele vrouw <strong>van</strong> de turfmakers. In Friesland komt vrouwenarbeid veelmeer voor.32