You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tijdschrift voor Communicatiewetenschap (UvA) <strong>Jaargang</strong> <strong>26</strong>, nummer 2, april <strong>2013</strong><br />
Penelope<br />
communitymanager<br />
twitterende rechters<br />
de grens tussen werk en privé<br />
Marc de Hond<br />
prankcalls<br />
BEA ALS BRAND<br />
was het succesvol?
NOOT VAN DE REDACTIE<br />
Koninklijke nieuwe media<br />
Tablets, smartphone’s, grote tv-schermen met nieuws op stations en andere openbare<br />
plekken. 3G, 4G, Twitter en livestreams van alles waar je een camera op kan zetten (denk<br />
aan de schoorsteen op de Sixtijnse kapel). Het kiezen van een nieuwe paus of het aftreden<br />
van onze koningin, het nieuws en de consumptie daarvan gaan steeds sneller. Interessant<br />
voor communicatiewetenschappers en daarmee regelmatig onderwerp op ons blog<br />
<strong>Medium</strong> Online. Wan wat doet de snelheid van nieuwe media met de kwaliteit van zowel de<br />
nieuwsgaring als de verwerking van het nieuws door de ontvanger? Zelf lees ik geen krant<br />
meer en kijk ik enkel naar het NOS-Journaal voor de beelden bij het nieuws dat ik daarvoor<br />
al op internet had gelezen.<br />
Tegelijkertijd heb ik de eer om vanaf deze editie van <strong>Medium</strong> hoofdredacteur van dit<br />
magazine te mogen zijn. Nadat ik me een jaar lang met het opzetten en daarna leiden van<br />
<strong>Medium</strong> Online mocht bezighouden, is de verandering van spijs vooral een verandering in<br />
snelheid. De productielijn van dit magazine (het schrijven, redigeren en vormgeven), is zo<br />
anders dan die van het publiceren van een blog dat het even wennen was. Niet dat dat een<br />
nadeel is, want juist de tijd nemen voor iets ‘ouderwets’ als een magazine (zeker onder de<br />
communicatiewetenschappers) komt de kwaliteit daadwerkelijk ten goede.<br />
Ik ben dan ook trots op wat een vrijwel volledig nieuwe redactie voor deze editie heeft<br />
neergezet. Hoewel ik niet wil spreken van een themanummer, denk ik dat zowel Silke<br />
als Menno goed hebben ingespeeld op de aanstaande wisseling van de wacht in het<br />
Koningshuis. Daarnaast vertelt Marc den Hond in een interview met Menno over prank<br />
calls, naar aanleiding van de opzienbarende prank call van twee Australische DJ’s die<br />
het ziekenhuis belden waar Kate Middleton verpleegd werd. Op social media gebied<br />
interviewde Amanda community manager Viola Welling, die door PNOZorg tot ‘Penelope’<br />
werd gekroond. Gelukkig gaan we wel met onze tijd mee en kan je in deze editie ook lezen<br />
over twitterende rechters, smartphones op de werkvloer en bloggen anno <strong>2013</strong>. Mocht je<br />
je daarna afvragen of de Raad van de Journalistiek nog wel van deze tijd is, dan heeft Daan<br />
dat onderzocht.<br />
Als jullie dit nummer lezen, is de redactie al weer bijna klaar met de eerste versie van<br />
<strong>Medium</strong> 3. Achter de schermen zit er best wat snelheid in de oude media.<br />
Henk Buutkamp<br />
Cover:<br />
Met speciale dank aanVincent Mentzel<br />
02 - medium | april <strong>2013</strong>
INHOUD<br />
Twitterende rechters<br />
COLUMN<br />
COLUMN<br />
4<br />
7<br />
18<br />
HET OORDEEL<br />
Op zoek naar Penelope<br />
14<br />
8<br />
Bea als brand<br />
COLUMN<br />
“Neuromarketing Amanda”<br />
10<br />
36<br />
16<br />
FOTORUBRIEK<br />
STUDENT START UP<br />
‘Smart’ workers<br />
22<br />
24<br />
25<br />
Veranderingsmanagement<br />
voor beginners<br />
RESCENSIE<br />
27<br />
30<br />
Let’s blog<br />
‘Het zijn de ongelukken van<br />
de massamedia’<br />
FUNCTIEPROFIEL<br />
31<br />
33<br />
37<br />
Raad van Journalistiek:<br />
nodig of overbodig?<br />
TIJD OVER?<br />
WOORD VANUIT<br />
MERCURIUS<br />
39<br />
42<br />
43<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 03
Twitterende rechters<br />
Sociale media als Facebook en Twitter zijn het afgelopen decennium volledig met elkaar verweven geraakt binnen onze<br />
maatschappij. Ook de rechterlijke macht kan zich niet langer afzijdig houden van sociale media. Dit brengt echter een hoop<br />
vragen met zich mee. Hoe mogen en moeten rechters zich uiten op sociale media en waar ligt de grens tussen werk en privé?<br />
Ferdinand Vroon zocht namens <strong>Medium</strong> uit hoe de rechterlijke macht zich een weg baant door het oerwoud van nieuwe media.<br />
Tekst: Ferdinand Vroon, Beeld: Mechteld Schoemaker<br />
Reputatiemanagement<br />
Op 27 september 2012 werd de eerste Dag van de Rechtspraak<br />
georganiseerd. Deze dag moet de opmaat worden voor een<br />
jaarlijks terugkerend evenement waarbij belanghebbenden als<br />
politici, advocaten en natuurlijk rechters zich samen buigen over<br />
de hedendaagse rechtsstaat. Een dag met een aantal belangrijke<br />
thema’s en debatten op de agenda, waaronder het gebruik van<br />
sociale media door de rechterlijke macht. Huidig president van<br />
de rechtbank Noord-Holland Evert van der Molen geeft in zijn<br />
openingsspeech op deze dag aan dat de rellen in het Groningse<br />
Haren het toenemend belang van sociale media in onze<br />
maatschappij kenschetsen.<br />
De rechtbank kan niet langer om het gebruik van sociale media<br />
heen. Zo komt het bijvoorbeeld steeds vaker voor dat er over<br />
zaken allerlei inhoudelijke verhalen de ronde doen op sociale<br />
media. Ook kunnen sociale media de aanleiding voor een zaak<br />
zijn, of een sterke rol spelen binnen de zaak, zoals het geval<br />
lijkt te zijn bij de zogenaamde ‘Facebookmoord’. Van der Molen<br />
noemt in zijn speech bovendien de incidenten van opduikende<br />
rechtbankdossiers op bagagedragers van fietsen en een rechter<br />
die naar naaktfoto’s op internet zou hebben gekeken. Dergelijke<br />
zaken waarbij de integriteit van de rechter in twijfel wordt<br />
getrokken, zorgen ervoor dat de vraag naar reputatiemanagement<br />
binnen de rechtspraak toeneemt, zo zegt Van der Molen. De<br />
rechtbank moet net als elke andere organisatie zijn eigen fouten<br />
oplossen en dat is nou eenmaal niet altijd een pretje.<br />
“IK VRAAG ME AF OF DE RECHTERLIJKE<br />
MACHT EEN BRAND IS, ZOALS<br />
COCA-COLA, NIKE OF APPLE.”<br />
Maatschappelijke kloof<br />
Sociale media kunnen voor de rechtspraak dienen als middel om<br />
te participeren in het maatschappelijk debat. Voorbeelden uit<br />
de advocatuur als Bram Moszkowicz en Richard Korver die de<br />
media uitstekend weten te bespelen, laten dit zien. De rechtbank<br />
worstelt hier echter duidelijk nog mee. Sociale media dienen niet<br />
alleen als hulpstuk bij reputatiemanagement, maar “kunnen ook<br />
de kloof tussen de rechtspraak en de maatschappij dichten”, zo<br />
zegt Leendert Verheij (@VerheijLeendert), president van het<br />
gerechtshof in Den Haag. De Volkskrant schreef eind 2012 in een<br />
artikel dat Verheij een voorloper is binnen de rechterlijke macht.<br />
In een interview met Thijs van den Brink op Radio 1 legt Verheij<br />
uit waarom hij het medium is gaan gebruiken: “Veel mensen<br />
begrijpen niet wat rechters doen. Door middel van sociale media<br />
kunnen rechters dit beter uitleggen.” Hoogleraar Geschiedenis<br />
van Maatschappij, Media en Cultuur Henri Beunders stelt tijdens<br />
een lezing op de Dag van de Rechtspraak de volgende vraag:<br />
“Moet de rechterlijke macht sociale media inzetten uit angst (als<br />
reputatiemanagement – red.) of uit overtuiging?” Ook hij is het<br />
eens met Verheij dat de rechtbank met sociale media de burgers<br />
veel meer bij de rechtspraak kan betrekken. Niet alleen kunnen<br />
zaken beter worden uitgelegd, maar ook komt er daardoor meer<br />
begrip voor bepaalde zaken en uitspraken bij de burgers. Verheij<br />
noemt de zaken die dienden tegen de relschoppers na Project X in<br />
Haren. Hierbij lieten de media een beeld zien van jongeren die een<br />
supermarkt in brand staken en stenen naar de mobiele eenheid<br />
gooiden. Een aantal verdachten kwamen vervolgens direct na<br />
de uitspraak van de rechter vrij, omdat hun voorarrest dekkend<br />
was voor de straf waartoe zij veroordeeld werden. Veel mensen<br />
reageerden, onder andere op sociale media, verontwaardigd<br />
over wat zij lage straffen noemden. Uit een onderzoek van NRC<br />
Handelsblad bleek dat de rechters de berichten, die tijdens de<br />
rellen werden verstuurd om mensen op te roepen om mee te<br />
doen in het geweld, niet had meegewogen in de zaak. Hierdoor<br />
vielen veel straffen lager uit dan van te voren werd verwacht door<br />
het publiek. Verheij stelt dat in dit geval sociale media kunnen<br />
helpen om een dergelijke zaak beter aan het publiek uit te leggen,<br />
bijvoorbeeld door er een uitgebreid blog over te schrijven.<br />
Ook uit een rapport over het gebruik van sociale media, opgesteld<br />
door een speciale onderzoekscommissie, blijkt dat de rechtbank<br />
lyrisch is over het gebruik van sociale media. Beunders is iets<br />
terughoudender, maar ziet wel kansen. “Ik vraag me af of de<br />
rechterlijke macht een brand is, zoals Coca-Cola, Nike of Apple”,<br />
aldus Beunders in zijn lezing. Hij vindt dat de rechtbank zichzelf<br />
dan ook niet hoeft te profileren als een merk en niet door middel<br />
van reputatiemanagement aan de relatie met haar afnemers<br />
hoeft te werken. De reputatie van de rechtbank wordt bepaald<br />
in de rechtbank door middel van de rechtspraak zelf. Dit moet je<br />
natuurlijk wel duidelijk communiceren. Volgens Beunders kunnen<br />
sociale media zich hier uitstekend voor lenen.<br />
Terughoudend<br />
Hoewel velen vinden dat sociale media een goed<br />
communicatiemiddel kunnen zijn voor de rechterlijke macht, zijn<br />
sommigen ook terughoudend. Een familierechter werkzaam bij<br />
de rechtbank Amsterdam, die liever anoniem blijft, zegt een stuk<br />
voorzichtiger te zijn wat betreft het gebruik van sociale media.<br />
Als we haar naam googelen blijkt dit dan ook vrijwel geen hits<br />
04 - medium | april <strong>2013</strong>
april <strong>2013</strong> | medium - 05
op te leveren. De rechter zit zelf wel op Facebook maar met<br />
een afgeschermd profiel. Ze twittert niet en heeft zelfs bewust<br />
geen LinkedIn-account. Een rondvraag langs collegarechters en<br />
griffiers (rechtbanksecretaris – red.) levert een breed spectrum<br />
aan meningen en gedragingen op. Zo zijn er rechters die alleen<br />
zakelijk twitteren en mensen die zich, net als onze bron, zoveel<br />
mogelijk afzijdig houden van sociale media. “Er zijn in ieder geval<br />
geen regels, wat mij persoonlijk wel verbaasd.” zo stelt de rechter.<br />
“Ik denk dat het een heel goed idee zou zijn als die richtlijnen er<br />
zouden komen.”<br />
“ERGENS IS HET NATUURLIJK<br />
VERBAZINGWEKKEND DAT ER NOG<br />
GEEN ERNSTIGE FOUTEN ZIJN GEMAAKT.”<br />
“Ik ben ook wat achterdochtig geworden sinds iemand die<br />
betrokken was als partij binnen een rechtzaak na afloop van de<br />
zitting een griffier op - naar ik meen LinkedIn - had gevonden.<br />
Vervolgens ging hij deze griffier, zij het op een positieve<br />
manier, vertellen hoe hij de zitting had gevonden”, zo vertelt de<br />
familierechter. Sociale media bieden dus extra mogelijkheden om<br />
rechters en hun collega’s (ongewenst) persoonlijk te benaderen<br />
buiten de rechtszaal. “Natuurlijk kunnen ze je ook een briefje<br />
sturen, maar dit is toch een extra mogelijkheid.”<br />
De rechter vertelt ons ook dat informatie van buitenaf,<br />
bijvoorbeeld uit de media, niet inhoudelijk in een zaak wordt<br />
meegenomen. “Sociale media vormen hier geen uitzondering<br />
op.” Toch maken ze het allemaal wat ingewikkelder. Het is<br />
bijvoorbeeld mogelijk dat een Twitterende rechter online<br />
uitspraken van bepaalde personen uit een zaak te zien krijgt en<br />
hierover een mening vormt. Zeker sociale media als Twitter zijn<br />
voor veel mensen een grote uitlaatklep om hun meningen te<br />
spuien. Als je deze meningen leest is het moeilijk om zelf volledig<br />
objectief te blijven.<br />
“Tot slot is er de rechter als persoon zelf. Dingen die je naar buiten<br />
brengt over je eigen privésfeer kunnen je onafhankelijkheid<br />
aantasten. Zo hoeft niemand te weten waar ik met mijn kinderen<br />
heen ga op wintersport. Ook het feit dat ik bijvoorbeeld erg<br />
graag naar islamitische landen reis kunnen neigen naar een<br />
mening over discriminatie of iets dergelijks. Als je dergelijke<br />
persoonlijke dingen laat zien ben je wrakingsgevoeliger en zal je<br />
onafhankelijkheid als rechter mogelijk meer in gevaar komen. Ze<br />
kennen jou en je persoonlijke standpunten.” De rechter begrijpt<br />
dat mensen je toch wel weten te vinden als ze kwade bedoelingen<br />
hebben. “Ze kunnen je vinden in het telefoonboek en voor je deur<br />
gaan liggen. Alleen door je op sociale media te begeven en hierop<br />
je standpunten weer te geven werk je dit extra in de hand.” Toch<br />
kan de rechter zich voorstellen dat anderen het wel doen. Ook<br />
zij onderschrijft het toenemende belang voor de rechtspraak<br />
om meer naar buiten te treden als rechterlijke macht. Ze ziet de<br />
kansen die sociale media hierbij kunnen bieden. Toch ziet zij geen<br />
meerwaarde in het twitteren op persoonlijke titel zoals Leendert<br />
Verheij dit doet. Volgens haar wegen de voordelen niet op tegen<br />
de mogelijke nadelen die sociale media met zich meebrengen.<br />
Wel of niet doen?<br />
Objectieve communicatie en transparantie is enorm van<br />
belang binnen de rechtspraak. Sociale media kunnen dienen<br />
als een handvat om inhoudelijk opheldering te geven over<br />
rechtzaken. Toch blijft het schipperen tussen de grenzen van<br />
onafhankelijke rechtspraak en het verkleinen van de kloof tussen<br />
de rechterlijke macht en de burger. “Want ergens is het natuurlijk<br />
verbazingwekkend te noemen dat er nog geen ernstige fouten zijn<br />
gemaakt”, zo zegt ook onze anonieme bron. Is het bijvoorbeeld<br />
goed dat Leendert Verheij twittert dat hij op vakantie is in Israël?<br />
Of zijn dit privézaken die rechters beter voor zichzelf kunnen<br />
houden? Kortom, moet het kalf dus eerst verdrinken of dichten<br />
we de put vroegtijdig? Richtlijnen en effectief beleid zijn hard<br />
nodig en zullen dus moeten worden opgesteld. Ook het creëren<br />
van een maatschappelijk debat omtrent het onderwerp zou<br />
wenselijk zijn. Experts mogen dan wel enthousiast zijn over het<br />
gebruik van sociale media binnen de rechterlijke macht, maar<br />
zonder enige vorm van beleid of regulering lijkt het alsof we te<br />
maken hebben met een ongeleid projectiel. Hoewel sociale media<br />
zich uitstekend lenen om openheid van zaken te geven, moeten<br />
rechters altijd objectief blijven en mogen ze hun persoonlijke<br />
mening nooit laten doorschemeren in een rechtzaak. Sociale<br />
media en de rechterlijke macht; vooralsnog lijkt het spelen met<br />
vuur.<br />
06 - medium | april <strong>2013</strong>
COLUMN<br />
Maar niet verbaasd...<br />
Twee weken geleden op een doodnormale<br />
dinsdagmiddag begon mijn telefoon te<br />
trillen. Dit doet hij altijd als ik word gebeld.<br />
Het nummer op het schermpje van mijn vrij<br />
ouderwetse telefoon herkende zowel ik als<br />
mijn telefoon niet. Nu word ik niet regelmatig<br />
gebeld en al helemaal niet door een onbekende<br />
beller. Twijfelachtig nam ik op: “met Frederik”.<br />
Aan de andere kant van de lijn reageerde een<br />
jonge vrouwenstem. De naam van de dame<br />
ben ik onderhand alweer vergeten, maar ze<br />
ronde haar korte introductie af met “van de<br />
examencommissie van Windesheim”. Bij het<br />
noemen van dat laatste ging ik toch even<br />
rechtop zitten en was mijn aandacht gevangen.<br />
De dame in kwestie had een dossier voor haar<br />
liggen die ik een maand eerder voor de tweede<br />
keer had ingeleverd.<br />
Het dossier die de vrouw voor haar had liggen<br />
was ‘dossier 24’. Ik had het dossier eerder dit<br />
schooljaar zo genoemd, omdat het dossier een<br />
vrijstellingsaanvraag bevat voor vierentwintig<br />
EC’s. Waarom? Omdat vierentwintig van de<br />
dertig EC’s die ik tijdens mijn Erasmusstudie in<br />
Madrid behaald had, één jaar na het verkrijgen<br />
ervan weer waren afgepakt. De overheid was<br />
begonnen aan de slopende controle van de<br />
opleiding Journalistiek van Windesheim en mijn<br />
punten waren plotseling niet meer te verklaren.<br />
Alle klaagbrieven en ontmoetingen met de<br />
directeur en docenten ten spijt. In de maanden<br />
daarop werd de betrokken docent ontslagen en<br />
ik kon nog steeds fluiten naar mijn punten.<br />
De eerste keer was het desbetreffende dossier<br />
afgekeurd op ‘taal’. Wat er precies mis was<br />
met de ‘taal’ heb ik nooit te horen gekregen,<br />
dus had ik maar besloten om het dossier zelf<br />
nog een keer goed door te lezen en twee<br />
universiteitsstudenten gevraagd om er ook<br />
goed naar te kijken en de fouten eruit te halen.<br />
Na deze kritische beoordelingen was ik er<br />
eigenlijk vanuit gegaan dat ik op den duur een<br />
mailtje zou krijgen met het goede nieuws dat<br />
ik mijn punten dan toch eindelijk verdiende.<br />
Mijn goede hoop mocht niet baten. De dame<br />
belde mij om te vertellen dat het dossier voor<br />
de tweede keer was afgekeurd. Inhoudelijk<br />
was het wederom perfect, maar de taal was<br />
het toch nog net niet. Toen ik vroeg wat er dan<br />
precies niet goed was antwoordde ze luchtig:<br />
“Ik heb het zelf niet nagekeken en er zit ook<br />
geen commentaar bij, dus dat weet ik niet.”<br />
Vreemde manier van feedback leveren dacht ik<br />
nog. Vastberaden om wat meer informatie te<br />
krijgen bleef ik aan de lijn. “Dit dossier is door<br />
mij en twee universiteitsstudenten nagekeken<br />
en beter dan dit wordt het niet”, antwoorde<br />
ik. “Ja, met alle veranderingen binnen de<br />
opleiding is de lat van de taalbeheersing fors<br />
omhoog gegaan, het is voor iedereen moeilijker<br />
geworden”, reageerde ze defensief. “Maar u<br />
snapt dus dat het niet beter gaat worden dan<br />
wat ik nu ingeleverd heb?” “Ja dan zal je iemand<br />
moeten inhuren om het dossier na te kijken”,<br />
antwoorde ze in al haar onschuld.<br />
Mijn opleiding is na de controle van de<br />
overheid veranderd van een ‘School of Media’<br />
in een ‘School voor de Journalistiek’ en mijn<br />
afstudeerrichting ‘Media Productions’ bestaat<br />
onderhand niet eens meer. Je kan je misschien<br />
voorstellen dat dit best een vervelende<br />
ontwikkeling is voor een student die zich<br />
volledig op het vak mediaproductie gericht<br />
heeft in alles wat hij doet. Daarnaast was het<br />
verrassende antwoord van de dame aan de<br />
telefoon niet mijn eerste tegenslag. Ik ben nu,<br />
vlak voor mijn afstuderen na zeven en een half<br />
jaar veel van Windesheim gewend. Zo ben ik in<br />
het verleden een half jaar van school gestuurd;<br />
heb ik te horen gekregen dat docenten die<br />
dossiers van mij moesten nakijken plotseling op<br />
sabbatical waren; zijn er belangrijke regels van<br />
de opleiding aangepast waarvan de studenten<br />
pas een week na het veranderen te horen<br />
kregen en heb ik een docent die überhaupt niet<br />
reageerde, omdat er een spelfout in mijn mail<br />
stond.<br />
Al deze tegenslagen hebben mij geleerd<br />
altijd alles zwart op wit te laten zetten. Mijn<br />
vertrouwen in docenten (de uitzondering<br />
daargelaten) en de opleiding zijn verlaagd tot<br />
een verwaarloosbaar klein beetje. Het papiertje<br />
dat in al zijn glorie ‘diploma’ wordt genoemd van<br />
deze ‘School voor de Journalistiek’, naast het<br />
feit dat het een hbo diploma is, daar zal ik verder<br />
weinig aan hebben. Mijn opleiding Journalistiek<br />
aan de Hogeschool Windesheim heeft in het<br />
verleden en zal in de toekomst bij mij voor de<br />
nodige problemen zorgen. Elke emotie heeft bij<br />
mij onderhand wel zijn kop opgestoken. Ik ben<br />
nog steeds teleurgesteld, gedemotiveerd en<br />
boos, maar nooit meer… verbaasd..<br />
Frederik Noordhuis is een<br />
jonge cameraman en editor.<br />
Hij studeert onderhand<br />
al meer dan zeven lange<br />
jaren Journalistiek aan het<br />
beruchte Windesheim. Zijn<br />
opleiding komt voor hem<br />
al jaren op de tweede plek,<br />
werk is in alle opzichten zijn<br />
passie. Zijn huidige project is<br />
merkwaardig een Europese<br />
documentaire over de yoyo<br />
scene!<br />
www.langleydidit.eu<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 07
Op zoek naar Penelope<br />
Content marketing als commitment<br />
Eind 2012 was zorgverzekeraar PNOzorg op zoek naar ‘Penelope’: een communitymanager die verslag doet van alles wat er<br />
speelt in de creatieve wereld. Het bedrijf kan zo in de toekomst aanbieden waar nu behoefte aan is, wat past bij de consument van<br />
nu. Via posters, sociale media en internet werd de zoektocht naar de nieuwe Penelope gestart. Viola Welling: “Op het moment<br />
dat ik over de campagne hoorde, besloot ik dat ik Penelope wilde worden. De omschrijving die ik las, daar stond bijna mijn naam<br />
in.” Na een maand campagne voeren, was Viola de gelukkige: ze werd verkozen tot de nieuwe communitymanager van het<br />
bedrijf. Ze is nu sinds november bezig. Iedere dag laat ze via Twitter, Instagram, Facebook en sites zoals Marketingfacts, Emerce<br />
en Froot zien wat er speelt in de creatieve industrie. Hoe bevalt het Viola als Penelope en hoe ziet ze de toekomst? <strong>Medium</strong> sprak<br />
met haar over Penelope.<br />
Tekst: Amanda Hol, Beeld: Remona van der Zon<br />
Campagneperiode: Op zoek naar Penelope<br />
Bijna 350 Penelope’s streden om die ene felbegeerde plek.<br />
De Penelope’s kregen drie weken de tijd om te laten zien wat<br />
ze konden. In die drie weken probeerde Viola te laten zien hoe<br />
veelzijdig ze is. Dit heeft ze onder andere gedaan via de sociale<br />
media. “Ik heb een Facebookpagina opgezet, want die was<br />
er nog niet, de campagne liep namelijk via Twitter. Daarnaast<br />
voerde Viola ook op andere manieren campagne. “Ik heb ook<br />
blogs geschreven. Het is een functie waarbij je moet bloggen,<br />
interviewen, waarbij je artikelen gaat schrijven en waarbij je de<br />
sociale media gaat gebruiken. Al die elementen heb ik in die drie<br />
weken geprobeerd zoveel mogelijk uit te werken, want ik wilde<br />
mijn veelzijdigheid laten zien.”<br />
Een gemiddelde werkdag<br />
De gemiddelde werkdag is volgens Viola lekker hectisch. De dag<br />
begint met koffie, want goede koffie is heilig voor haar. “Daarna<br />
een rondje langs alle sociale media, e-mails beantwoorden en<br />
heel veel schrijven.” Ze staat elke dag met sociale media op en<br />
gaat er ook weer mee naar bed. “Met de komst van nieuwe media<br />
zijn mijn werktijden vervaagd. Vanaf half tien zijn we op kantoor,<br />
maar terwijl ik opsta heb ik Twitter en Facebook al gecheckt en<br />
mijn eerste retweets en replys al gedaan.” Zelfs midden in de<br />
nacht wordt ze wakker, om dan met een schuin oog even op haar<br />
telefoon te kijken.<br />
Viola laat me een pagina zien uit een boekje waar boven staat:<br />
Penelope’s list. Deze lijst bevat allemaal namen met mensen<br />
die Viola graag wil interviewen of waar ze graag iets over wil<br />
schrijven. De ideeën bedenkt ze zelf, maar ze heeft een team<br />
om mee te sparren: “Iedere week, op maandag, hebben we<br />
redactievergadering. Hier bespreken we de leerpunten van de<br />
afgelopen week en de plannen voor de komende week.”<br />
Relatie met de klant<br />
Volgens Viola gaat marketing naar een nieuwe fase toe als het<br />
gaat om het overbrengen van het verhaal als merk. Onderzoeken<br />
laten zien dat 94 procent van de mensen waarde hecht aan peerto-peer<br />
informatie. Mensen willen niet meer van een merk zelf<br />
horen dat het merk goed is, maar van hun naasten. “PNOzorg<br />
biedt een platform voor mensen uit de creatieve sector, om zo<br />
mooie verhalen te kunnen delen die leuk zijn voor de doelgroep,<br />
daarnaast leert PNOzorg zo ook van de doelgroep.”<br />
“MENSEN DENKEN GRAAG MET JE MEE.<br />
DAAR KUN JE ALS BEDRIJF JE PRODUCT<br />
OOK OP VERBETEREN.”<br />
Toen Viola aan dit avontuur begon lag er nog niets vast. PNOzorg<br />
wist niet wie er zou winnen en de organisatie wilde dat Penelope<br />
er haar eigen draai aan zou kunnen geven. Viola gelooft daar zelf<br />
ook heilig in: “Pas dan word je echt geloofwaardig. Ik moet mijn<br />
stempel op mijn werk kunnen drukken. Als ik een soort poppetje<br />
ben, kan ik niet het verhaal vertellen wat ik nu wel over kan<br />
brengen.” Aan het begin van haar carrière als Penelope werd er<br />
hard gewerkt aan lijsten met mensen die ze wilde interviewen.<br />
08 - medium | april <strong>2013</strong>
Tips voor bedrijven<br />
Er zijn verschillende dingen die je kunt doen om een betere relatie<br />
met de klant op te bouwen, aldus Viola:<br />
1. Relaties zijn belangrijk voor het bestaansrecht van een bedrijf<br />
dus is het verstandig om daar in te investeren. Dat doe je door je<br />
sociaal op te stellen als bedrijf en online aanwezig te zijn.<br />
2. Helaas zie je nog te vaak dat bedrijven hun kanalen onderling<br />
niet op elkaar afstemmen. Zonde, want de eenheid tussen je site,<br />
Facebook pagina en drukwerk zorgt nu juist voor een synergieeffect.<br />
3. Als bedrijf moet je bepalen welke kanalen bij jouw bedrijf<br />
passen. “Dat Nederland nu massaal aan het Facebooken is<br />
geslagen, betekent niet dat Facebook ook bij jou als bedrijf past.”<br />
4. Het allerbelangrijkste is dat je als merk echt durft te zijn.<br />
“Wees authentiek, je staat als merk ergens voor. Daar hoort vaak<br />
een bepaalde taal bij, daar horen bepaalde beelden bij. Door<br />
duidelijk te zijn in waar jij voor staat, zul je onvermijdelijk mensen<br />
afstoten. Dat is niet erg, want je kunt niet iedereen te vriend<br />
houden.”<br />
5. Klanten kiezen volgens Viola voor een product wanneer je<br />
als bedrijf echt ergens voor staat. Mensen voelen zich daartoe<br />
aangetrokken. “Het is erg belangrijk om te laten zien wie je bent<br />
als bedrijf. Durf als bedrijf de dialoog aan te gaan met je klanten.<br />
Mensen denken graag met je mee. Daar kun je als bedrijf je<br />
product ook mee verbeteren.”<br />
“CONTENT MARKETING IS<br />
EEN LANGDURIGE COMMITMENT,<br />
GEEN VLUCHTIGE CAMPAGNE”<br />
Leerzame periode<br />
Als Penelope heeft Viola al veel geleerd. “Ik heb wederom geleerd<br />
dat hard werken loont, dat als je iets moeilijk vindt, je ook moet<br />
durven aangeven dat je iets lastig vindt. Ook werkt enthousiasme<br />
erg aanstekelijk en is doorzettingsvermogen onmisbaar. Dat<br />
laatste is nodig omdat er tijd nodig is om een achterban te<br />
ontwikkelen. Content marketing is een langdurige commitment,<br />
geen vluchtige campagne.” Viola heeft ook gemerkt dat sociale<br />
media een positief effect heeft op de achterban. “Bedenk<br />
maar eens hoe makkelijk je via sociale media informatie kunt<br />
verzamelen en hoeveel makkelijker je een gesprek kunt aangaan<br />
met diezelfde doelgroep.”<br />
Voor Viola is deze baan een soort van vakprijs. Er waren bijna<br />
350 mensen die Penelope wilden worden. Mensen die ze hoog<br />
heeft zitten, mag ze nu ook interviewen. Zo heeft ze recentelijk<br />
Dom Sagolla, co-creator van Twitter geïnterviewd. Daarnaast<br />
leert Viola er veel van, ze krijgt namelijk feedback op alles wat ze<br />
doet. Soms moet ze zichzelf ook pushen omdat ze dingen moet<br />
doen die ze spannend vindt. “Ik heb liever dat mensen zeggen:<br />
Viola, dit is niet goed, dan dat niemand dat zegt en dat ik het stuk<br />
publiceer.”<br />
Toekomst<br />
Ze ziet de toekomst voor Penelope heel positief in. “Ik denk dat<br />
Penelope de komende jaren blijft bestaan. Ze kan nog heel erg<br />
groeien. Het eerste half jaar is erg ingewikkeld, omdat je je plek<br />
moet verdienen in de community. Daarna groeit de achterban<br />
sneller.” Je kunt de relatie met Penelope vergelijken met de<br />
relatie die je hebt met een vriendin. “Waarom zou je een relatie<br />
gaan opbouwen en die vervolgens na een jaar weer afbreken?”<br />
Viola zou het geweldig vinden als Penelope blijft bestaan als een<br />
soort van stimuleringsprijs voor jong talent.<br />
“IK DENK DAT PENELOPE DE<br />
KOMENDE JAREN BLIJFT BESTAAN.”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 09
Bea als brand<br />
En tips voor het personal brand van koning<br />
Willem-Alexander<br />
Het is 1980, de nieuwe koningin komt op de troon. Een jonge vrouw, maar serieus en zakelijk ingesteld. Nu staat zij haar plek af.<br />
In de afgelopen decennia is zowel haar werkwijze, haar professionaliteit als haar kapsel nagenoeg onveranderd gebleven. Is dit<br />
een typisch voorbeeld van personal branding?<br />
Tekst: Silke Manschot, Beeld: Vincent Mentzel<br />
Beatrix, moeder van alle Nederlanders<br />
Geboren in 1938, werd Beatrix Wilhelmina Armgard van Oranje-<br />
Nassau zoals zij voluit heet, in 1980 koningin der Nederlanden.<br />
De koningin, regerend onder de naam Beatrix zal op 30 april het<br />
koningschap overdragen aan haar oudste zoon, prins Willem-<br />
Alexander. Voor communicatieliefhebbers valt er toch nog iets<br />
te leren van dé mediagebeurtenis van het jaar en wel vanuit de<br />
denkwijze van het personal brand. Ik spreek met Tom Scholte die<br />
in Nederland geldt als een van de ambassadeurs op het gebied van<br />
personal branding. We gaan na wat koningin Beatrix goed heeft<br />
gedaan en wat wellicht beter had gekund. Met gerenommeerd<br />
fotograaf Vincent Mentzel bekijk ik via Skype staatsieportretten<br />
die hij van Beatrix maakte en zodoende ontplooit zich een analyse<br />
van wat deze foto’s proberen uit te drukken.<br />
Nadat ik heb een korte computercursus heb gegeven (“Hoe<br />
maak je een foto met behulp van een printscreen) vertelt<br />
Vincent Mentzel over zijn ervaringen met het maken van officiële<br />
staatsieportretten. Over de foto die hij in 1979 maakte voor de<br />
postzegel (vandaag de dag nog steeds in gebruik) zegt hij: “Haar<br />
blik is onbestendig en dat is belangrijk voor een foto die lang<br />
wordt gebruikt. De foto is niet te uitbundig, niet te kil, maar ook<br />
niet te warm. Ze laat hier zien dat ze even een klein beetje houdt<br />
van degene die de foto maakt. Dat vertaal ik naar dat ze van elke<br />
Nederlander een beetje houdt.”<br />
De taken van een staatshoofd<br />
Er wordt over Beatrix wel gezegd dat zij niet altijd even warm en<br />
betrokken was.<br />
Dat zij vooral schitterde door afstandelijkheid. Toch bleek zij<br />
op kritieke momenten wel degelijk betrokken te zijn bij het<br />
Nederlandse volk. “Precies,” zegt Vincent Mentzel, “op het<br />
moment dat er écht wat is, denk aan een overstroming of een<br />
vliegtuigramp, daalt het staatshoofd af om troost, verbinding<br />
en respect voor elkaar te brengen. De koningin brengt op zo<br />
een ingrijpend moment comfort in de zin van warmte en liefde<br />
namens het staatshoofd en sommige mensen hebben daar<br />
enorm veel behoefte aan.”<br />
Het kapsel van Beatrix<br />
“Er is ooit een prachtige foto van Beatrix op de Antillen genomen.<br />
Ze is daar op bezoek nadat Orkaan Lenny veel schade heeft<br />
aangericht. Dichtbij de kust wordt ze plotseling gegrepen door<br />
een enorme golf. Toen zat haar haar in de war. Dat ging de hele<br />
wereld over, want dat beeld van Bea kenden wij helemaal niet,”<br />
zegt fotograaf Mentzel. Ik ben met zulke constante dingen als<br />
een onveranderlijk kapsel wel blij. Je kunt het ouderwets noemen,<br />
maar oubollige dingen zijn soms prettig. Je wilt je toch ergens<br />
vertrouwd bij kunnen voelen.”<br />
Op dit punt verschillen Tom Scholte en Vincent Mentzel zonder<br />
meer van mening. Hoewel Scholte erkent dat herkenbaarheid<br />
voor elke professional erg belangrijk is, benadrukt hij dat Willem-<br />
Alexander juist de jongere generatie zal moeten gaan aanspreken<br />
op een moderne manier. En op een manier die past bij zijn<br />
persoonlijke stijl en werkwijze.<br />
Van brandmerk naar het merk ‘Ik’<br />
In een Masterscriptie die gewijd is aan het wetenschappelijk<br />
onderbouwen van het concept personal branding legt UvA<br />
studente Yentl Pool duidelijk uit wat het begrip brand inhoudt.<br />
“De originele betekenis van het woord brand wordt in het<br />
Engelse woordenboek letterlijk beschreven als ‘brandmerk’,<br />
zoals er vroeger met een heet ijzer een kenmerk in iets werd<br />
gebrand. Daarbij wordt een brand gezien als een soort stempel<br />
of identificatie en een indruk die lang in het geheugen gegrift<br />
zal blijven. Inmiddels wordt branding bijna uitsluitend begrepen<br />
als een commerciële toepassing en een belangrijke strategie<br />
binnen de marketing, die door vele bedrijven wordt gebruikt om<br />
hun bedrijf en merk sterk in de markt te zetten. “(...) Branding<br />
is het proces van het vormen en achterlaten van een bepaalde<br />
impressie. Die impressie is daarbij bepalend geworden voor het<br />
succes van een bedrijf, product of service.”<br />
“Het begrip personal branding werd voor het eerst gelanceerd<br />
door de schrijver Tom Peters in 1997. Peters herkent dat we<br />
in een nieuwe wereld van werken zijn beland, waar de regels<br />
voor een succesvolle carrière zijn veranderd. Peters stelt dat de<br />
beste manier om jezelf goed in die markt te zetten, is om jezelf<br />
te branden. Dat is immers hoe alle grote succesvolle bedrijven<br />
en sterke merken als Coca Cola en Nike hun succes behalen en<br />
behouden. Hij schrijft: ‘We are CEOs of our own companies: Me<br />
Inc. To be in business today, our most important job is to be head<br />
marketer for the brand called You.’<br />
10 - medium | april <strong>2013</strong>
“DAT GING DE HELE WERELD OVER, WANT DAT BEELD<br />
VAN BEA KENDEN WIJ HELEMAAL NIET”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 11
In haar scriptie legt Pool tevens uit hoe personal branding in de<br />
praktijk kan worden toegepast en waarom het een relevante<br />
strategie is: “Het mooie van personal branding is volgens Peters,<br />
dat iedereen dit kan. Iedereen heeft namelijk de mogelijkheid om<br />
zich te ontwikkelen, zich te onderscheiden en op te vallen. Als<br />
je in vijftien woorden kunt beschrijven wat er uniek is aan jouw<br />
‘product’, volgt de volgende fase: het marketen. Stappen die<br />
onder meer gezet moeten worden benoemt Peters als het zorgen<br />
voor visibilty, substance en style, maar ook het genereren van<br />
goede word of mouth.”<br />
Personal branding volgens Tom Scholte<br />
In een gesprek met de coauteur van het boek Personal brand.nl<br />
legt Tom Scholte zijn visie uit op dit steeds bekender wordende<br />
begrip: “Personal branding is een manier van werken en denken<br />
waarbij je verbinding legt tussen wie je bent met wat je doet.<br />
Daarbij ga je op zoek naar een positief gevoel bij de ander oftewel,<br />
je streeft naar toegevoegde waarde waardoor je gevraagd wordt<br />
voor projecten waarmee je geld kunt verdienen.”<br />
“Waarom personal branding nu zo relevant is?” Scholte herhaalt<br />
de vraag en lijkt het antwoord vrijwel meteen klaar te hebben.<br />
“De hele arbeidsmarkt is fundamenteel veranderd. Mijn vader<br />
werkte bijvoorbeeld nog veertig jaar bij dezelfde werkgever,<br />
tegenwoordig doet niemand dat meer of is het in ieder geval<br />
niet meer vanzelfsprekend. Daarnaast zoeken mensen naar<br />
betekenis. Voor veel mensen telt niet meer; ik heb enkel een baan<br />
om geld verdienen. Tegenwoordig willen mensen iets toevoegen<br />
en ergens een bijdrage aan leveren.“<br />
“Een ander belangrijk element is dat we tegenwoordig de middelen<br />
tot onze beschikking hebben die personal branding eenvoudig<br />
maken. Sociale media en internet maken het gemakkelijk om<br />
verbindingen te leggen en een verhaal uit te dragen over wie je<br />
bent. Vijftig jaar geleden was personal branding geen actueel<br />
thema, maar nu wel.” Daar kan Scholte weleens gelijk in hebben.<br />
Een twitterende Paus? Waarschijnlijk een halve eeuw geleden<br />
volstrekt ondenkbaar, maar nu noodzakelijk om jonge mensen bij<br />
de kerk te blijven betrekken.<br />
Was het personal brand van Beatrix succesvol?<br />
“Beatrix roept een gevoel op bij mensen. Veel mensen voelen<br />
zich met haar verbonden. Ze zien haar als een ambassadeur van<br />
Nederland en als zij ergens op staatsiebezoek gaat, zijn mensen<br />
trots op haar. Ze was bezig met het uitdragen van een beeld van<br />
Nederland, als een soort visitekaartje. Haar merkwaarden zijn<br />
dat de zich altijd zeer zakelijk en professioneel heeft opgesteld.<br />
Ze heeft een hele professionele insteek gekozen voor het<br />
koningschap en ik las dat het veel meer voor haar geweest is<br />
dan alleen een ceremoniële functie. Een andere merkwaarde<br />
is dan ook dat ze echt toegevoegde waarde wilde leveren bij<br />
bijvoorbeeld politieke besluiten, los van de verplichte dingen<br />
die van haar werden verwacht. Wat me wel heeft geraakt in<br />
haar afscheidsrede, is dat ze echt die betrokkenheid bij mensen<br />
voelde,” zegt Tom Scholte.<br />
“BEATRIX ROEPT EEN GEVOEL OP BIJ MENSEN.”<br />
Maar of het brand van Beatrix ook succesvol was, is nog maar de<br />
vraag. “Ze heeft het goed gemanaged, ja, maar als je het hebt<br />
over wat ik als branding zie; heeft ze echt de verbinding gezocht<br />
tussen wie ze is en wat ze doet? Kennen wij de persoon achter de<br />
koningin nu goed? Ze had niet gelijk hoeven te gaan twitteren,<br />
maar iets meer openheid over haar activiteiten en het verhaal<br />
erachter, dat zou best kunnen. Ik heb het gevoel dat zij veel meer<br />
heeft gedaan dan wij van haar weten.”<br />
Een gemiste kans voor Beatrix? “Het openbaar maken van wat<br />
je doet, hoort bij de personal branding manier van werken. Ze<br />
heeft veel kansen laten liggen door niet genoeg te delen waar ze<br />
mee bezig is. Ze heeft weinig vertelt over wat haar raakt en wat<br />
ze precies doet. Dat is een manier om met anderen te verbinden.<br />
En niet onbelangrijk: ze had kunnen laten zien dat ze keihard<br />
gewerkt heeft.”<br />
“Bij de aanslag in Apeldoorn heeft zij zich wel van een persoonlijke<br />
kant laten zien,” vervolgt Scholte. “Tijdens haar optredens en<br />
gedrag na het drama, hebben we denk ik iets authentieks van<br />
Beatrix gezien. Een dergelijke gebeurtenis komt zo dichtbij,<br />
daar kun je botweg niet zakelijk mee omgaan of van tevoren een<br />
strategie voor uitstippelen.”<br />
Een koninklijke houding<br />
Met fotograaf Mentzel komt de houding van Beatrix ter sprake.<br />
Waarom heeft ze haar handen bijvoorbeeld zo voor zich<br />
gevouwen? “Dat is echt haar houding, grappig dat je dat ziet,”<br />
zegt de fotograaf. Zij heeft zich aangeleerd dat ze een beetje<br />
brede schouders heeft waar veel op kan rusten, waarbij een<br />
hand rust op de andere hand. De ene elleboog wordt zo tegen<br />
het lichaam gedrukt, waardoor ze een robuuste uitstraling krijgt,<br />
bijna als een pilaar. Beatrix zal vast weleens boos of gefrustreerd<br />
zijn, maar op het moment dat zij de deur uitgaat en zich aan jou of<br />
mij vertoont, zal ze die houding aannemen.”<br />
Tips van Tom<br />
Stel dat je wordt ingehuurd als persoonlijk adviseur van Willem-<br />
Alexander. Tom Scholte lacht. Hoe zou je dat dan aanpakken? Na<br />
1960 1970 1980 19 9<br />
67<br />
12 - medium | april <strong>2013</strong><br />
79<br />
99
even nadenken komt Scholte met de volgende tips en strategieën.<br />
“Ik zou eerst goed gaan zitten om te ontdekken waar hij voor<br />
staat. Ik zou hem vragen stellen als: wat vind jij als persoon echt<br />
heel erg belangrijk en wat kun je goed vanuit je ervaring, wat kun<br />
je voor mensen betekenen en wat is het hogere doel waar je een<br />
bijdrage aan wilt leveren?”<br />
Belangrijk natuurlijk in ‘persoonlijke merken’ is dat je vasthoudt<br />
aan je eigen koers. Voor Willem-Alexander is het zaak dat hij zich<br />
niet laat leiden door al die talloze straatinterviews, meningen<br />
van mij en uit de kranten, maar dat hij trouw blijft aan zichzelf.<br />
Als het plaatje helder is, gaat het er om je communicatie en<br />
activiteiten af te stemmen op je merkwaarden. Een kwestie van<br />
een invuloefening,” aldus Scholte.<br />
Potentiële risico’s voor koning Willem-Alexander<br />
In één van de vele televisieprogramma’s die de afgelopen tijd over<br />
de troonswisseling zijn uitgezonden zie ik een fragment met een<br />
nogal studentikoze Willem-Alexander. Een journalist vraag hem<br />
of hij meer op zijn moeder of grootmoeder lijkt. Na een tijdje te<br />
hebben nagedacht, zegt hij met een grijns; “dan lijk ik toch meer<br />
op Juliana”.<br />
“HET KONINGSPAAR LOOPT HET RISICO DAT<br />
MENSEN MAXIMA MEER ZIEN STAAN”<br />
Ter ere van de achttiende verjaardag van het komende staatshoofd<br />
wordt Vincent Mentzel gevraagd foto’s te maken. Als ik Mentzel<br />
ernaar vraag herinnert hij het zich nog goed: “Oh ja, dat was leuk.<br />
Toen was hij nog echt een jongen, op zoek naar alles. Hij was net<br />
naar school gegaan in Engeland om zich te ontworstelen van zijn<br />
ouders. Ik vond het een hele lieve en spontane jongen. Het was<br />
leuk om met hem te werken, omdat er nog niet zo’n streng juk op<br />
hem lag hoe hij zich diende te gedragen.”<br />
“Ik kom hem niet vaak tegen, maar de momenten dat ik op hem<br />
let, zie ik dat hij een aantal van die trekjes nooit is kwijtgeraakt.<br />
Dat vind ik heel leuk aan hem. Het is natuurlijk toch een<br />
jongensachtige man. Je kan hem een uniform aantrekken en hem<br />
gewichtig laten kijken, maar toch zie je aan zijn gezicht dat het<br />
nog een steeds jongetje is. Een beetje je eigen ding doen, dat<br />
heeft hij inderdaad misschien wel van Juliana.”<br />
Willem-Alexander heeft daarnaast nog steeds last van een ‘Prins<br />
Pils’ imago dat hem hardnekkig blijft achtervolgen, dat zelfs op<br />
zijn Wikipedia-pagina wordt genoemd. Een aantal incidenten die<br />
inmiddels al weer lang geleden zijn, hebben hier voornamelijk<br />
aan bijgedragen. “Alle journalisten moeten oprotten”, dat hij<br />
als klein kind tegen de fotografen schreeuwde. Verder valt te<br />
denken aan zijn enthousiasme over het behalen van een medaille<br />
door de hockeydames tijdens de Olympische spelen. Maar ook<br />
dat hij als jonge kerel de Elfstedentocht schaatste onder het<br />
pseudoniem W.A. van Buren. Zijn jongensachtige uitstraling, zijn<br />
enthousiasme voor sport en zijn gevoel voor humor zal hij dan ook<br />
met beleid moeten gaan inzetten.<br />
Sidekick Máxima<br />
Wat denkt Tom Scholte van Máxima als onderdeel van het<br />
personal brand van de koning? “Het koningspaar loopt het risico<br />
dat mensen Máxima meer zullen zien staan. Het is makkelijker om<br />
je met haar verbonden te voelen, omdat zij zich meer openstelt.<br />
Het is een uitdaging om dat slim te benutten. Hun optredens<br />
zullen echt op elkaar afgestemd moeten worden. Er moet<br />
voorkomen worden dat mensen buiten Nederland gaan denken<br />
dat zíj de koningin is van Nederland.<br />
Ook Vincent Mentzel heeft zijn eigen bedenkingen, maar toont<br />
ook enthousiasme bij het noemen van Máxima. Hij vraagt zich af<br />
waarom Máxima koningin wordt en geen prinses. Aan de andere<br />
kant vindt hij Máxima goed voor Willem- Alexander, omdat zij<br />
wel “die extra dimensie aan het koningshuis geeft. Hij is toch een<br />
beetje een houterige jongen.”<br />
Toekomst van het koningshuis en van Personal branding<br />
Als het aan Tom Scholte ligt, gaat personal branding heel groot<br />
worden in Nederland, dat is althans zijn streven. “Het is een<br />
manier van denken die nog volop in ontwikkeling is en waarheden<br />
zijn er er nog niet. Ik ben zes jaar bezig en ik merk nog steeds dat<br />
mijn verhaal elke keer anders is. Ik wacht op een wetenschapper<br />
die eens fatsoenlijk onderzoek gaat doen, want er zijn nog te<br />
weinig gedegen onderzoeken die de praktijk ondersteunen.”<br />
Na de gesprekken met Scholte en Mentzel die vanuit<br />
verschillende disciplines het reilen en zeilen van het koningshuis<br />
hebben geanalyseerd, valt te concluderen dat Beatrix eigenlijk<br />
een personal brand avant la lettre had. Haar kapsel, haar<br />
professionaliteit en zakelijkheid heeft zij meer dan drie decennia<br />
lang uitstekend gemanaged en heel consequent gehandhaafd. Nu<br />
de werkwijze van personal branding zich echt begint te nestelen<br />
in de Nederlandse professionele cultuur, zou Willem-Alexander<br />
kunnen meeliften op het succes hiervan. Met behulp van deze<br />
denk- en handelswijze kan hij op een persoonlijke en hedendaagse<br />
manier een verbinding maken met zijn Nederlandse onderdanen.<br />
Het vormen en achterlaten van een sterke impressie zou weleens<br />
een groot onderdeel kunnen gaan vormen van de populariteit van<br />
de nieuwe koning. In welke mate Willem-Alexander en zijn team<br />
daar in slagen, zal de komende jaren blijken.<br />
90 2000 2010 2020<br />
02<br />
09<br />
12<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 13
HET OORDEEL<br />
Keuringsdienst van Paarden<br />
Nadat weken lang aardbevingen in de Nederlandse media er bijna voor zorgde dat dit schokkende onderwerp hoofdthema van het<br />
Oordeel werd, kwam er gelukkig op de valreep een nieuwe hype. De Nederlandse nieuwsmedia gingen tijdens de aardbevingen<br />
vloeiend over in berichtgeving over paardenvlees. Hieruit vormde ik dan ook onmiddellijk het nieuwe woord paardbevingen.<br />
Tekst: Henk Buutkamp<br />
Terug naar de kern. Begin februari komt paardenvlees groots in<br />
het Europese nieuws: in Groot-Brittannië wordt een partij Franse<br />
lasagne uit de schappen gehaald van het merk Findus omdat er<br />
paardenvlees in verwerkt zit. Drie dagen later wordt duidelijk dat<br />
in elf van de achttien geteste producten van Findus paardenvlees<br />
zit, terwijl dat niet op het label staat. De meeste producten waar<br />
paardenvlees in zit, horen volgens het label rund of half-om-half<br />
gehakt (50% runder- en 50% varkensgehakt) te bevatten. Media<br />
spreken van ‘sporen van paardenvlees’, maar uit de tests blijkt dat<br />
bij bijvoorbeeld de Findus producten 60% tot 100% van het vlees<br />
dat in het product hoort te zitten, paardenvlees is.<br />
De eerste reactie van de Nederlandse supermarkten is dat dit bij<br />
de producten die zij verkopen absoluut onmogelijk is. Er wordt<br />
uitvoerig getest en nog geen week later worden de eerste verkeerd<br />
gelabelde producten uit de Nederlandse supers gehaald. Later<br />
volgen de Zweedse balletjes bij IKEA, geeft hét Amsterdamse<br />
biefstukrestaurant toe al tientallen jaren paardenbiefstuk te<br />
serveren en ontdekt de IJslandse warenautoriteit een meatpie<br />
waar precies nul procent vlees in zit. Later blijkt uit Frans<br />
onderzoek dat een Nederlandse vleeshandelaar een spil is in het<br />
paardenvleesschandaal.<br />
Bij dat laatste vraag je je sowieso af waarom een Franse<br />
lasagnemaker (was dat niet Italiaans), zijn vlees bij een<br />
Nederlandse handelaar inkoopt. Overigens blijkt die<br />
Nederlandse vleeshandelaar Draap Trading (inderdaad, ‘draap’<br />
is het omgekeerde van paard) het paardenvlees dat hij kocht<br />
bij slachters in Roemenië, via een andere handelaar op Cyprus<br />
verkocht te hebben aan het Franse bedrijf Spanghero, dat<br />
het weer aan het Franse Findus lasagneproducerende bedrijf<br />
Comigel doorverkocht. Waarschijnlijk was je op een levend paard<br />
sneller van Roemenië naar Frankrijk gereden en dan was nog wel<br />
duidelijk geweest dat het om een paard ging.<br />
Hoewel voedselautoriteiten het vervoeren van (vaak nog levend)<br />
voedsel niet veroordelen (daarvoor zijn de commerciële belangen<br />
te groot), zijn ze wel gefocust op de voedselveiligheid en het<br />
foutief labelen van voedsel. Dat is ook de kern van het probleem:<br />
14 - medium | april <strong>2013</strong>
als consument moet je erop kunnen vertrouwen dat wat er op het<br />
label staat, ook daadwerkelijk in het product zit. Niets minder,<br />
maar vooral niets meer. Dit kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn voor<br />
mensen met allergieën. Echter, in sommige gevallen blijken er<br />
stoffen in het ingrediënt te zitten die gevaarlijk kunnen zijn als<br />
mensen deze consumeren. In dit geval is dat zo met een gedeelte<br />
van het paardenvlees, dat vervuilt is met het voor de mens<br />
gevaarlijke medicijn phenylbutazone, maar denk bijvoorbeeld<br />
ook aan de hoge dosis antibiotica die je kan binnenkrijgen als je<br />
verkeerde kip eet.<br />
Helaas is dit niet waar de media zich druk om maken. De media,<br />
de Britse voorop, maken zich druk om het eten van paardenvlees,<br />
omdat dat een moreel probleem zou zijn. In Groot-Brittannië<br />
en veel andere westerse landen heerst er namelijk een taboe op<br />
het eten van paardenvlees. Dit is niet omdat het vlees slechter is<br />
dan rund of varken, of omdat het bijvoorbeeld vaker vervuild is<br />
dan kip. Nee, de westerse mens eet geen paard omdat daar een<br />
moreel taboe op heerst.<br />
Op de hond na, is het paard ‘s mans beste vriend. Nadat we eeuwen<br />
met paarden hebben gewerkt, is de mens van paarden gaan<br />
houden. De één wel wat meer dan de ander: waar in Nederland<br />
vooral de ‘paardenmeisjes’ weigeren paard te eten, rust er bij het<br />
grootste gedeelte van de Britse bevolking een moreel taboe op<br />
het eten van paardenvlees. Dat is ook waar de Britse media zich<br />
vooral op gefocust hebben. Zij stuurden hun verslaggevers op<br />
pad om voor de Tesco aan de man op de straat te gaan vragen<br />
hoe erg ze het wel niet vinden dat er paard in hun eten zit. Pas<br />
later ging de Britse media zich buigen over het verkeerd labelen<br />
en zich afvragen of de voedselveiligheid in gevaar was.<br />
Toch is het raar dat men een beest dat zijn hele leven goed<br />
verzorgd wordt, niet wil opeten. Vrijwel al het vlees dat in de<br />
supermarkt ligt, wordt op een dusdanige manier gefokt die ten<br />
eerste verschrikkelijk is voor het beest in kwestie en ten tweede<br />
ook echt niet ten goede komt aan de kwaliteit van het vlees.<br />
Daarentegen wordt een paard – vooral de westerse wereld –<br />
ontzettend goed verzorgd. Het beest heeft de ruimte, krijgt goed<br />
te eten en krijgt aandacht. Pas als het paard erg goed kan rennen,<br />
moet je je zorgen gaan maken, want dan zou er wel eens wat<br />
doping in kunnen zitten. Eigenlijk is paardenvlees (op wild na) het<br />
beste stukje vlees dat je maar kan krijgen.<br />
Dat men zich dus zorgen maakt dat er mogelijk paardenvlees<br />
in een product zit, terwijl je met kip veel te veel antibiotica<br />
binnenkrijgt, je bij varkens niet weet wat er allemaal in zit en zelfs<br />
vissen tegenwoordig op elkaar gestapeld gefokt worden, gaat er<br />
bij mij niet in. `Fishy´ is dan ook mijn oordeel over de mediahype<br />
en discussie over paardenvlees.<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 15
Klantgerichte- vs. neuromark e<br />
In tijden van recessie is het voor de meeste merken belangrijk<br />
dat ze nieuwe klanten werven, maar natuurlijk ook oude<br />
klanten behouden. Hiervoor zijn reclame-uitingen van het merk<br />
nodig om de consument te laten weten dat het merk bepaalde<br />
producten en/ of diensten verkoopt. Een belangrijke vraag die<br />
hierbij gesteld kan worden is of de merken de klant moeten<br />
betrekken bij processen van het merk. Hier zijn de meningen over<br />
verdeeld. Zo blijkt uit een onderzoek van The Boston Consulting<br />
Group dat het betrekken van een klant bij een innovatieproces<br />
de belangrijkste succesfactor is voor een bedrijf om zich zo te<br />
kunnen onderscheiden van andere bedrijven. Daarnaast zijn er<br />
ook partijen die vinden dat de consument niet weet wat hij zelf<br />
wil en deze partijen vinden daarom dat het geen zin heeft om de<br />
consument te betrekken. Zo wordt er in de neuromarketing van<br />
uitgegaan dat er een ‘koopknop’ bestaat. De koopknop zou een<br />
gebied in de hersenen zijn, dat wanneer het gestimuleerd wordt,<br />
consumenten automatisch aan zou zetten tot het kopen van een<br />
product of dienst. Maar, is het nou beter om de klant te betrekken<br />
of niet?<br />
Klant betrekken bij het merk<br />
Het gebeurt bij bedrijven steeds vaker dat de klant betrokken<br />
wordt bij een proces zoals de ontwikkeling van een nieuw<br />
product. Door de feedback die op ideeën van het bedrijf gegeven<br />
wordt, kan het bedrijf zijn product verbeteren. Een bedrijf kan<br />
consumenten op twee manieren mee laten denken: door middel<br />
van crowdsourcing en co-creatie. Waar je bij crowdsourcing de<br />
consument kort laat meedenken over het ontwerp van een logo<br />
of de kleur van een dop, werkt en denkt de consument bij cocreatie<br />
intensief mee met een innovatietraject bij een bedrijf.<br />
Door het betrekken van de consumenten is het mogelijk om<br />
waarden en ideeën met hen te delen en uit te wisselen, waardoor<br />
de betrokkenheid met de klant ook groter wordt. De content van<br />
het product wordt ook relevanter voor de consument, want deze<br />
mag zelf mede bepalen wat belangrijk is en wat niet.<br />
Uit een onderzoek van Joyce van Dijk aan de Universiteit<br />
van Wageningen blijkt dat co-creatie de merkperceptie van<br />
consumenten beïnvloedt. In haar onderzoek onderzocht ze wat<br />
de effecten waren van een co-creatie claim op de percepties van<br />
consumenten. Een co-creatie claim houdt in dat het bedrijf stelt<br />
dat het product of de dienst door co-creatie tot stand is gekomen.<br />
Het blijkt dat de merkpersoonlijkheid als oprechter, authentieker<br />
en toegankelijker wordt ervaren. Ook voelen consumenten<br />
zich meer verbonden met en hebben meer vertrouwen in het<br />
merk. Daarnaast wordt het product als aantrekkelijker, unieker,<br />
relevanter en innovatiever gezien en worden gedragsintenties<br />
positief beïnvloed door de co-creatie claim. Kortom, uit dit<br />
onderzoek blijkt dat een bedrijf vooral voordelen ervaart van het<br />
gebruik van co-creatie.<br />
Co-creatie trekt mensen aan die intrinsiek gemotiveerd zijn.<br />
Intrinsieke motivatie is gebaseerd op interne en psychologische<br />
drivers. Wanneer iemand intrinsiek gemotiveerd is, doet hij<br />
taken omdat hij dit zelf leuk vindt, er wordt plezier aan beleefd.<br />
Hierdoor kunnen we ervan uitgaan dat een persoon meedoet aan<br />
co-creatie van een merk, omdat hij dit leuk vindt. Dit beïnvloedt<br />
de beleving van het merk waarmee de consument in aanraking<br />
komt ook positief.<br />
Een goed voorbeeld van een merk dat zijn klanten goed betrekt<br />
door zowel crowdsourcing als co-creatie is Heinz. Dit bedrijf<br />
laat zijn klanten op verschillende manieren meedenken met<br />
de ontwikkeling van producten. Zo hebben consumenten in de<br />
16 - medium | april <strong>2013</strong>
eting<br />
afgelopen tijd een nieuwe doseerdop mogen ontwikkelen. Het<br />
is nog steeds mogelijk om op de Facebookpagina van Heinz je<br />
eigen label te maken. Daarnaast heeft Heinz een community<br />
van 150 mensen die aan Heinz de allernieuwste trends laten zien<br />
op het gebied van eten. Deze mensen zijn geïnteresseerd in de<br />
trends rondom eten en laten door middel van foto’s en video’s<br />
hun bevindingen aan Heinz zien. Zo kan Heinz nieuwe producten<br />
bedenken met behulp van de consument.<br />
Neuromarketing<br />
Er is ook een andere kant aan het verhaal. In de neuromarketing<br />
wordt ervan uitgegaan dat ons gedrag wordt aangestuurd door<br />
onbewuste processen in het brein. Er wordt van uitgegaan dat<br />
consumenten niet weten wat ze willen en dat het dus helemaal<br />
geen zin heeft om consumenten te betrekken. Uit het boek<br />
‘De Koopknop’ van Martin de Munnik komt dit ook naar voren.<br />
Volgens dit boek nemen personen beslissingen tot misschien wel<br />
99,9 procent op de automatische piloot.<br />
Volgens neuroprofessor Victor Lamme bestaat de vrije wil niet.<br />
We weten eigenlijk niet wat er in ons hoofd omgaat. Beslissingen<br />
en keuzes die we maken worden bepaald door structuren in de<br />
hersenen. Volgens Lamme hebben deze structuren niets te<br />
maken met rationeel denken, maar zijn ze vooral gebaseerd op<br />
angstbegeerte, beloning en straf.<br />
Door middel van functional magneting resonance imaging (fMRI)<br />
is het mogelijk om reacties van consumenten op verschillende<br />
reclamecampagnes te meten. Met fMRI kunnen psychologische<br />
processen worden gevolgd. Deze scanner meet de doorbloeding<br />
in het brein en zo kun je zien welke gedeeltes van het brein<br />
actiever zijn; deze zijn namelijk meer doorbloed. Omdat je ziet<br />
welke delen van de hersenen actiever zijn, kun je zien welke<br />
processen in het brein aan de gang zijn. Deze activiteiten in het<br />
brein bepalen voor een groot deel ons gedrag. Wat het brein laat<br />
zien, hoeft niet overeen te komen met de mogelijke verklaringen<br />
die de consument zelf zal geven. De mens is zich namelijk van veel<br />
dingen die in het brein gebeuren niet bewust. Door middel van<br />
neuromarketing is het bijvoorbeeld mogelijk om de effectiviteit<br />
van een tv-reclame te bepalen nog voordat deze reclame is<br />
gemaakt. Het is mogelijk om respondenten tijdens een interview<br />
de storyboards van de reclames te laten zien en te kijken hoe<br />
ze hier op reageren. Er kan worden onderzocht of deze reclame<br />
eigenlijk wel doet wat de adverteerders voor ogen hadden.<br />
In de toekomst<br />
Dat er verschillende meningen over het betrekken van<br />
consumenten bij het merk zijn is duidelijk. Het is belangrijk om<br />
klanten te betrekken bij een merk, dat blijkt uit de onderzoeken<br />
die in dit artikel genoemd zijn. Maar ook de neuromarketing heeft<br />
zijn goede kanten, zo is het mogelijk om de effectiviteit van een<br />
tv-reclame te bepalen nog voordat deze reclame is gemaakt. Voor<br />
de toekomst is het belangrijk dat de twee visies zich met elkaar<br />
vermengen. Waar uit onderzoek blijkt dat co-creatie positieve<br />
effecten heeft op de consument, zou dit met neuromarketing<br />
nog verder uitgewerkt kunnen worden. Waardoor ontstaan deze<br />
positieve effecten? Welke delen van het brein zorgen hiervoor?<br />
Door deze twee denkbeelden samen te voegen zullen we nog veel<br />
meer te weten komen over waarom mensen bepaalde merken wel<br />
of niet leuk vinden en welke hersenactiviteiten dit veroorzaken.<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 17
COLUMN<br />
Witte rook in Hilversum<br />
Sacha de Boer stopt er dus mee. Ook hier is<br />
dat nieuws de Nederlanders niet ontgaan.<br />
Voordat ook in Hilversum eindelijk de witte<br />
rook opgaat, blijft het smullen vanwege<br />
de speculaties rondom de mogelijke<br />
opvolger. Allerlei namen werden al het<br />
geruchtencircuit in geslingerd, stuk voor<br />
stuk talentvolle en soms ook nog zeer<br />
aantrekkelijke, journalistieke dames. Mijn<br />
feministische hart maakte een sprongetje<br />
van geluk bij het zien van zoveel girlpower.<br />
Ik miste alleen nog wat kleur…<br />
Meer dan tien jaar werkte ik zelf voor<br />
televisie en in die jaren zag ik heel veel<br />
presentatoren voorbijkomen, slechts<br />
eentje daarvan was niet blank en deze<br />
viel toen alleen maar in. Voor mijn scriptie<br />
interviewde ik een programmadirecteur,<br />
die tegenover mij verklaarde dat<br />
allochtonen simpelweg nooit solliciteerden<br />
op de functie van nieuwslezer. Ik viel toen<br />
bijna van mijn stoel, aangezien ik niet<br />
lang daarvoor nog een screentest had<br />
gedaan. Ik was te bang dat de herinnering<br />
aan deze niet al te beste screentest een<br />
serieus interview verder onmogelijk zou<br />
maken, dus ik hield mijn mond. Als ik dat<br />
niet had gedaan, zou ik deze column nu<br />
misschien niet schrijven. Hypothetisch<br />
gezien dan hè? Vergeleken met de VS<br />
lijkt het Nederlandse medialandschap<br />
op een prachtig stilleven, dat nog wel<br />
een likje gekleurde verf kan gebruiken. In<br />
Amerika heeft elke noemenswaardige,<br />
landelijke zender minimaal één gekleurde<br />
anchorman of anchorwoman. NBC nam<br />
al in 1974 een donkere versie (Carole<br />
Simpson) van Sacha de Boer aan en vier<br />
jaar later nam een mannelijk equivalent,<br />
Max Robinson, plaats op de ABC stoel.<br />
Niet alleen de nieuwsprogramma’s zijn<br />
hier kleurrijker, ook de commercials en<br />
televisieprogramma’s zijn behoorlijk divers<br />
met Aziaten, Latino’s en Afro-Amerikanen<br />
die niet uitsluitend de overbekende<br />
clichérollen toebedeeld krijgen. Niet<br />
dat dat altijd een perfecte afspiegeling<br />
van de samenleving is, maar een Afro-<br />
Amerikaanse financieel deskundige of<br />
een Aziatische sportverslaggever zijn<br />
hier heel gewoon en dat multiculturele<br />
personeelsbestand in het ziekenhuis<br />
bestaat niet alleen in ER. Als ik de tv<br />
aanzet, zie ik Amerikanen en die zijn<br />
er in allerlei soorten en maten, simpel.<br />
Voor een onderzoek naar beeldvorming<br />
in populaire media interviewde ik een<br />
aantal studenten. Het viel me op dat zij<br />
allemaal zeer ruimdenkend waren, maar<br />
tegelijkertijd volledig op hun gemak met<br />
alle hokjes waar mannen, vrouwen en de<br />
verschillende rassen dankzij de media<br />
in geduwd worden. Ja, ook ik maak me<br />
daar weleens aan schuldig. En zeg nou<br />
zelf, wie niet? Is dat dan de belangrijkste<br />
reden waarom Noraly Beyer nooit een<br />
‘opvolger’ kreeg? Is dat ook de reden<br />
waarom namen als Simone Weimans,<br />
Milouska Meulens of Diana Matroos niet in<br />
dat rijtje mogelijke opvolgers voorkomen?<br />
Gewenning? Wordt het dan niet hoog tijd<br />
dat we eindelijk eens goed losgaan buiten<br />
die comfortzone? De NOS ontving veel<br />
boze brieven toen Noraly voor het eerst<br />
op de buis verscheen. Gelukkig zijn we<br />
inmiddels wat meer gewend. Kijk alleen al<br />
naar de Marokkaanse dames, die nu flink<br />
aan de weg aan het timmeren zijn binnen<br />
de media. Ik ben wat dat betreft dus erg<br />
hoopvol.<br />
We kunnen speculeren tot we erbij<br />
neervallen, maar waarschijnlijk is de<br />
opvolg(st)er van Sacha ondertussen<br />
allang aan het warmlopen. De keuze zal<br />
ons misschien verrassen, maar ik twijfel<br />
er niet aan dat Sacha een waardige<br />
opvolger (m/v) krijgt. Als ik over een paar<br />
jaar weer in Nederland woon, hoop ik<br />
echt dat ik op een dag rond een uurtje of<br />
20:00 de televisie aanzet en via de autocue<br />
word begroet door een aantrekkelijke,<br />
intelligente en zeer talentvolle donkere<br />
anchorwoman. Dat lijkt me nou eens<br />
heerlijk thuiskomen!<br />
Carol Rock, oudcommunicatiewetenschap<br />
student en bestuurslid,<br />
werkte als redacteur voor<br />
programma’s als Het<br />
Lagerhuis en RTL Boulevard<br />
en later als PR-adviseur<br />
voor o.a. PvdA en Stage<br />
Entertainment. Sinds<br />
twee jaar woont zij in New<br />
York. Ze schrijft blogs voor<br />
verschillende websites en<br />
houdt het Nederlandse<br />
medialandschap (hoe kan het<br />
ook anders als communicatiewetenschapper)<br />
nauwlettend<br />
in de gaten.<br />
18 - medium | april <strong>2013</strong>
De relatie tussen de journalist en de koning<br />
‘Alle Nederlandse pers opgerot!’<br />
Prins Willem-Alexander heeft het niet zo op de pers. In zijn toekomstige rol als koning zal hij meer rekening moeten houden met<br />
de royaltyverslaggevers. En zij met de nieuwe koning.<br />
Tekst: Menno Woudt, Beeld: RVD<br />
De verstandhouding tussen de pers en het Koninklijk Huis is er<br />
één gebaseerd op regels. Een omgangsregeling om de scheiding<br />
tussen beide bijzondere ‘klassen’ duidelijk te maken. De Oranjes<br />
zijn immers geen gewone mensen en royaltyverslaggevers zijn<br />
allesbehalve gewone journalisten, zo zal al snel blijken. De relatie<br />
tussen de pers en de Koninklijke familie staat tenslotte al enkele<br />
decennia ter discussie.<br />
De Rijksverzwijgingsdienst<br />
Mocht ik voor <strong>Medium</strong> ooit koning Willem-Alexander willen<br />
interviewen, dan staat mij één instantie in de weg: de<br />
Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Vanaf de jaren vijftig begon de<br />
RVD een steeds belangrijkere rol te vervullen bij de berichtgeving<br />
rondom het Koninklijk Huis. Enkele koninklijke schandalen,<br />
waaronder de beroemde Greet Hofmans-affaire, riepen om<br />
orde in de berichtgeving rondom het Koninklijk Huis. De druppel<br />
die de koninklijke emmer deed overlopen was de zogenoemde<br />
‘Irenekwestie’ in 1964. De prinses werd hierbij in Spanje met een man<br />
op de gevoelige plaat vastgelegd, waarna geruchten ontstonden<br />
over een mogelijke verloving. Zowel de RVD als verschillende<br />
secretarissen van koningin Juliana en prinses Irene gaven<br />
afzonderlijk – tegenstrijdige – berichten. Het was de toenmalige<br />
premier Cals die naar aanleiding hiervan besloot de voorlichting<br />
rond het Koninklijk Huis voortaan exclusief bij de RVD, oftewel<br />
bij de overheid neer te leggen. Dit Koninklijk Besluit werd eind<br />
1965 genomen, waardoor de premier sindsdien verantwoordelijk<br />
is voor al het nieuws dat het Koninklijk Huis verlaat. Al meteen na<br />
het besluit zijn journalisten allesbehalve blij met de voortaan strak<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 19
gecontroleerde berichtgeving. De RVD laat maar mondjesmaat<br />
nieuws door en wordt daarom door gefrustreerde journalisten al<br />
snel de ‘Rijksverzwijgingsdienst’ genoemd.<br />
Een trauma voor de prins<br />
In de jaren daarna verandert er veel, zowel binnen het Koninklijk<br />
Huis als binnen de journalistiek. Twee jaar na het Koninklijk Besluit<br />
wordt Willem-Alexander geboren, de eerste zoon van Beatrix, die<br />
zelf in 1980 de nieuwe koningin wordt. In de journalistiek zorgen<br />
nieuwe technieken en toenemende concurrentie ervoor dat<br />
journalisten, maar ook zeker fotografen, de grenzen opzoeken<br />
rondom Koninklijk Huis-verslaggeving. Het fenomeen roddelblad<br />
is in opmars en de journalisten schuwen niet om foto’s van<br />
de Oranjes, genomen met een telelens, te publiceren. Wijlen<br />
paparazzo Joop van Tellingen erkende in Andere Tijden de jonge<br />
prins Willem-Alexander flink op zijn hielen te hebben gezeten, met<br />
(voor een roddelblad) waardevolle foto’s als doel. De fotograaf<br />
vermoedde dat de prins een bloedhekel aan hem en zijn collega’s<br />
had.<br />
Van Tellingen had gelijk. Tijdens een fotomoment in Ierland in<br />
1976 sprak de prins, toen het wel erg lang duurde, de gevleugelde<br />
woorden: ‘Alle Nederlandse pers opgerot!’. In latere verklaringen<br />
gaf de prins aan moeite te hebben gehad met de media-aandacht,<br />
met bijna een ‘trauma’ als gevolg. Van de vakanties in zijn jeugd,<br />
op het jacht van zijn opa, herinnert hij vooral het schuilen voor de<br />
lenzen van de fotografen. In een brief vervolgt de prins: ‘‘Nooit<br />
wist je of je door een telelens werd bespied. Wat door de lezers van<br />
de bladen werd gezien als aardige, onschuldige vakantiekiekjes,<br />
waren in werkelijkheid voor ons de oorzaak van alles behalve<br />
ontspannen vakantiemomenten.’’<br />
‘‘ALS IK SCHREEF ‘ZE KWAM BINNEN IN EEN<br />
GROENE JURK’, MOCHT DE RVD DAAR ‘EEN<br />
BLAUWE ROK’ VAN MAKEN’’<br />
Mediacode<br />
Publiek figuur of niet, Willem-Alexander heeft de pers liever niet<br />
in zijn omgeving. Hoe direct die omgeving mocht zijn bleek in<br />
2003, toen de gemeente Wassenaar een fotoverbod instelde<br />
rondom het nieuwe huis van Willem-Alexander en Máxima, villa<br />
Eikenhorst. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en<br />
het Genootschap van Hoofdredacteuren spanden een kort geding<br />
aan tegen de gemeente vanwege een beperking van de vrijheid<br />
van meningsuiting. De gemeente legde het uiteindelijk af en een<br />
fotoverbod was voortaan uit den boze. De RVD zou het waarborgen<br />
van de privacy van de Koninklijke familie op een andere manier<br />
moeten vastleggen.<br />
In juni 2005 kwam de RVD met een nieuw pakket regels voor<br />
journalisten. Een pakket met de inmiddels gevreesde naam<br />
‘Mediacode’. De code moet de privacy van onder andere Willem-<br />
Alexander en Máxima, maar zeker ook van hun kinderen (‘triple<br />
A’), beter beschermen. De eerste regel luidt dan ook ‘dat het recht<br />
op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het daarmee<br />
verwante recht op respect voor zijn of haar privé-, familie- en<br />
gezinsleven voor een ieder geldt en derhalve eveneens voor de<br />
leden van het Koninklijk Huis.’ In het kort: de pers mag, door het<br />
instellen van de omgangsregeling, de kinderen nog maar twee keer<br />
per jaar zien bij georganiseerde persmomenten, meestal aan het<br />
begin van een vakantie. De ene keer reist het Nederlands journaille<br />
af naar de sneeuw, een half jaar later vindt een mediamoment<br />
plaats op een willekeurig strand. Wie zich als journalist goed<br />
gedraagt ontvangt een half jaar later van de RVD opnieuw een<br />
uitnodiging. Wie zich niet aan de Mediacode houdt, krijgt de<br />
kinderen nooit meer te zien.<br />
“DE PRAKTIJK KOMT VAAK NEER OP EEN<br />
KONINKLIJK TONEELSTUKJE”<br />
Mediacode Rood<br />
De opgelegde Mediacode en de hoeveelheid aan regels schoten,<br />
en schieten nog altijd bij veel journalisten in het verkeerde keelgat.<br />
Het is mogelijk niet meer dan ‘een koninklijk toneelstukje tussen<br />
pers en royalty’. ANP-hoofdredacteur Marcel van Lingen liet<br />
onlangs nog weten ‘knettergek’ te worden van de mediacode. ‘‘We<br />
mogen Máxima wel fotograferen tijdens een officieel bezoek, maar<br />
niet als ze tussen de plechtigheden door in privétijd een winkel<br />
bezoekt.’’<br />
Een iconisch voorbeeld van een journalist die verstrikt raakt in de<br />
koninklijke regels is Joris Luyendijk. In 2009 weigerde hij prinses<br />
Máxima te interviewen voor de Libelle. Niet vanwege het feit dat<br />
hij voor Libelle moest schrijven, maar vanwege de door Luyendijk<br />
betitelde ‘censuur’ die door de RVD was opgelegd. Het interview<br />
mocht alleen gaan over microkredieten, Máxima’s paradepaardje.<br />
Een tweede eis was dat alle uitspraken van Máxima later mochten<br />
worden gewijzigd of geschrapt. De RVD mocht ten slotte ook<br />
de woorden van Luyendijk zelf aanpassen. Of zoals hij het zelf<br />
benoemde: ‘‘Als ik schreef ‘ze kwam binnen in een groene jurk’,<br />
mocht de RVD daar ‘een blauwe rok’ van maken.’’ Luyendijk<br />
wilde alsnog wel, maar dan met een disclaimer ‘CENSUUR’ bij het<br />
interview. Helaas. De RVD zou zelfs de vermelding van censuur<br />
censureren.<br />
Ook Egbert Dommering, hoogleraar informatierecht aan de<br />
Universiteit van Amsterdam, stelde in NRC Handelsblad dat de<br />
overheid zich schuldig maakt aan censuur door de Mediacode.<br />
Aanleiding hiervoor was een grote zaak rondom de privacy van<br />
de Koninklijke familie in 2009. De Oranjes spanden een zaak<br />
aan nadat het internationale persbureau Associated Press (AP)<br />
vakantiefoto’s uit Argentinië had verspreid. Ditmaal moesten de<br />
journalisten het onderspit delven, want, zo luidde het oordeel<br />
van de rechter: ‘‘Alleen als een privéfoto een nieuwsfeit behelst of<br />
bijdraagt aan een publiek, maatschappelijk relevant debat, mag de<br />
foto worden geplaatst.’’ Dommerings grootste kritiekpunt op de<br />
Mediacode is dat niet de pers, maar de overheid bepaalt wat wel en<br />
wat geen nieuws is. Volgens Dommering is reeds bij wet vastgelegd<br />
dat iedereen – zo ook de Oranjes – recht heeft op privacy. Een<br />
Mediacode is dus dubbelop.<br />
Ook internationaal wordt met enige argwaan naar de Mediacode<br />
gekeken. Nederland staat volgens organisatie Reporters zonder<br />
Grenzen op de tweede plaats als het gaat om internationale<br />
persvrijheid. En jawel, het enige kritiekpunt: de Mediacode rondom<br />
het Koninklijk Huis.<br />
20 - medium | april <strong>2013</strong>
‘Even wennen’<br />
Dat royaltyverslaggeving inderdaad een andere tak van sport<br />
is, onderschrijft Antoin Peeters, sinds een jaar Koninklijk<br />
Huisverslaggever voor RTL. Het opgeven van zijn baan als<br />
‘gewone’ journalist voor royaltyverslaggever is een wereld<br />
van verschil, stelt hij op de website van RTL Nieuws. Peeters:<br />
‘‘Voorlopig voelt het vooral nog een tikkeltje ongemakkelijk<br />
en is er altijd gedoe. Gedoe met regeltjes, afspraken, protocol.<br />
Dingen die niet kunnen, zeg maar. En dat is ronduit wennen. Als<br />
‘gewone’ verslaggever ben ik dat niet gewend. Dan ga je recht op<br />
je doel af. Je stelt vragen aan mensen die je vragen wilt stellen en<br />
ook nog eens álle vragen die je wilt stellen. Je staat er nooit bij<br />
stil, maar ik ga het bijna zien als een voorrecht.’’ Wennen doet het<br />
volgens Peeters nooit: de kritische houding die hij als journalist<br />
had blijft, waardoor hij moet balanceren. Balanceren tussen de<br />
kritische houding en de regeltjes. Maar, zo sluit Peeters alsnog<br />
vrolijk af: ‘‘Dat maakt deze nieuwe functie razend interessant’’.<br />
Geen pers, wel toegankelijk<br />
Drie jaar voor het instellen van de Mediacode probeerden de<br />
Oranjes en de journalisten elkaar nog te vinden in de Vereniging<br />
Verslaggevers Koninklijk Huis. De leden van de club, bestaande<br />
uit ‘erkende Koninklijk Huis journalisten’, hielden zo nu en<br />
dan informele gesprekken met Willem-Alexander en Maxima.<br />
Hoogtepunt was een ontmoeting in 2003, waarbij het koninklijk<br />
paar aan hen meedeelde dat Maxima in verwachting was van ‘de<br />
eerste A’. De laatste jaren waren er amper ontmoetingen tussen<br />
de leden en de Koninklijke familie. Vorig jaar besloot de RVD na<br />
verloop van tijd dat er voortaan geen gesprekken meer zouden<br />
plaatsvinden tussen het echtpaar en de Vereniging Verslaggevers<br />
Koninklijk Huis. De RVD vindt het exclusieve contact ‘niet meer<br />
van deze tijd’.<br />
Ondertussen stelt het Koninklijk Huis zich steeds toegankelijker<br />
op ten opzichte van de burger. Met een eigen Youtube-kanaal,<br />
Twitteraccount en, jawel, een eigen Koninklijk Huis app willen<br />
de Oranjes (lees: de RVD) de Nederlanders zelf informeren.<br />
De journalist als doorgeefluik naar het publiek wordt hiermee<br />
overgeslagen. Ook hebben de Oranjes een eigen cameraploeg in<br />
dienst, die hen filmt tijdens publieke optredens. Kortom, Willem-<br />
Alexander en Maxima nemen liever het heft in eigen handen.<br />
De Koninklijk Huis journalist is al met al erg beperkt in zijn of<br />
haar journalistieke functie – voor zover er sprake kan zijn van<br />
echte journalistiek. De praktijk komt vaak neer op een koninklijk<br />
toneelstukje: de mediamomenten zijn immers door de RVD al<br />
vastgelegd. De discussie of een Mediacode wenselijk is mag<br />
eigenlijk niet naar de achtergrond verdwijnen en zou met de komst<br />
van een nieuwe koning weer onder de aandacht moeten komen.<br />
Een nieuw persbeleid?<br />
Vorig jaar nog, ten tijde van het ongeluk van prins Friso, botste<br />
Willem-Alexander opnieuw met de pers. ‘‘Heb je dan geen enkel<br />
respect?’’ riep de prins tegen een journalist nadat hij met de<br />
kinderen het hotel verliet, zo meldde de Volkskrant. In zijn nieuwe<br />
rol als koning zal Willem-Alexander nog meer in de belangstelling<br />
staan. Een nieuw tijdperk in vele opzichten, maar waarschijnlijk<br />
niet in dat van de omgang met de pers. De prins was altijd al<br />
erg terughoudend naar de pers toe en zal dat in zijn nieuwe rol<br />
ook wel blijven. Het is Willem-Alexander zelf die, al dan niet<br />
‘getraumatiseerd’, al jarenlang actie onderneemt om de privacy<br />
van zijn familie te waarborgen. En dat voor een publiek figuur, in<br />
een tijdperk waarin media belangrijker zijn dan ooit. De nieuwe<br />
koning wil dichtbij het volk komen te staan, en het liefst ietsje<br />
verder van de pers.<br />
‘‘NOOIT WIST JE OF JE DOOR EEN<br />
TELELENS WERD BESPIED’’<br />
‘DOOR DE KOMST VAN MEDIAGIGANT<br />
RUPERT MURDOCH GAAT ER ONGETWIJFELD<br />
WAT VERANDEREN IN NEDERLAND’<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 21
Spreek ik soms<br />
Chinees?<br />
Tekst: Alma van den Berg,<br />
Beeld: Mechteld Schoemaker<br />
In het Westen wordt over bepaalde landen<br />
of steden gezegd dat ze ‘verwesterd’ zijn,<br />
zo ook over bijvoorbeeld een land als<br />
China. Maar vinden Chinezen zelf ook dat<br />
zij ‘verwesterd’ zijn of zien zij misschien<br />
Nederland wel als ‘verchineesd?’ Hoewel<br />
de gevolgen van globalisering zeker<br />
aanwezig zijn binnen zowel de Chinese<br />
als de Nederlandse cultuur, blijven er<br />
ook significante verschillen bestaan,<br />
waardoor er soms miscommunicatie kan<br />
ontstaan. Zo lachen wij als we iets leuk<br />
vinden en ons gemakkelijk voelen, maar<br />
in veel gevallen zal een Chinees je ook<br />
gewoon lachend blijven aankijken als<br />
je een beledigende opmerking maakt.<br />
22 - medium | april <strong>2013</strong>
april <strong>2013</strong> | medium - 23
STUDENT START UP<br />
Oprah Winfrey, Gerard Joling, Chantal Janzen en Anouk, allemaal spenderen ze duizenden euro’s of dollars aan personal trainers.<br />
Lang leek dit dan ook een luxe die alleen de rijken der aarde zich konden veroorloven. Maar nu is er Personal Body Plan, een online<br />
personal trainer, lifestylecoach en voedingsdeskundige in één. Voor de rubriek Student Startup interviewde Ferdinand medeeigenaar<br />
van Personal Body Plan Pieter Hanraets.<br />
Tekst: Ferdinand Vroon, Beeld: Mechteld Schoemaker<br />
“CONSTANT UIT JE COMFORTZONE OPEREREN,<br />
DAT IS HOE JE RESULTATEN BOEKT.”<br />
Voor bijna alles bestaat tegenwoordig een app. Voor sporters<br />
bestaan Runtastic, Endomondo en Nike+. Voor professionele<br />
begeleiding bij het fitnessen, spieropbouw en vetverbranding<br />
ben je echter nog altijd aangewezen op de old school personal<br />
trainer. Pieter Hanraets, 25 jaar en student Sport, Management<br />
en Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam vond het<br />
hoog tijd om hier samen met zijn compagnons verandering in te<br />
brengen en werd in augustus 2012 mede-eigenaar van Personal<br />
Body Plan. “We bieden mensen een manier om hun gewenste<br />
resultaten te behalen.”<br />
Partners<br />
Samen met compagnons Tom Barten, Paul Lammers en Benno<br />
Nihom en een viertal vaste medewerkers in dienst, is Pieter als<br />
mede-eigenaar verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van<br />
zaken bij Personal Body Plan. Het bedrijf dat gevestigd is in een<br />
statig pand in Oud-Zuid, groeit als kool. “Ik moet soms wel offers<br />
brengen, maar het levert ook zulke mooie dingen op”, zo vertelt<br />
Pieter. Hij staat iedere dag om kwart voor zes op, staat om zeven<br />
uur in de sportschool en zit zelden in de kroeg. “Om ver te komen<br />
moet je nou eenmaal hard gaan. Constant uit je comfortzone<br />
opereren, dat is hoe je resultaten boekt.” Waar Pieter over tien<br />
jaar staat? “Over tien jaar zit ik in Amerika en ga ik daar Personal<br />
Body Plan aan de grond zetten en uitbouwen.”<br />
Het concept<br />
Personal Body Plan is een online personal trainer, lifestylecoach en<br />
voedingsdeskundige in één, die mensen helpt om een persoonlijk<br />
trainingsschema op te stellen en ook daadwerkelijk na te streven.<br />
“Voor een personal trainer ben je zo tachtig euro per uur kwijt.<br />
Bij ons betaal je dat per maand. Bij ons krijg je bovendien ook<br />
nog eens veel meer.” Voor iedereen wordt een persoonlijk plan<br />
op maat gemaakt dat is opgebouwd uit vier kernelementen:<br />
gedrag, voeding, training en herstel. Volgens Pieter gaat het bij<br />
het trainingsschema niet alleen om het gedrag zelf, maar om<br />
bewustwording en verandering. “Veel mensen gaan de fout in<br />
omdat ze gaan sporten om het sporten, maar niet daadwerkelijk<br />
doelgericht zijn.” Een persoonlijk traject bij Personal Body Plan<br />
duurt zes maanden, een periode die volgens Pieter nodig is om<br />
daadwerkelijk bewustwording te creëren. In die zes maanden<br />
word je persoonlijk gecoacht, door middel van berichtjes en<br />
filmpjes. Je coach kijkt naar je dagelijkse activiteiten, maar<br />
fungeert tevens als stok achter de deur. Na deze periode kunnen<br />
deelnemers desgewenst kiezen voor een vervolgtraject.<br />
Pieter gelooft heilig in de kracht van sociale media. “Het is niet<br />
zo dat ik het nut niet zie van traditionele media, maar ik zal niet<br />
snel een advertentie zetten in een krant.” Het bedrijf houdt<br />
hun website niet alleen constant up-to-date, maar maakt ook<br />
intensief gebruik van Facebook om met haar eindgebruikers<br />
te communiceren. “Het medium levert je in korte tijd zeer veel<br />
traffic op en daar gaat het om.” Ook werken ze samen met veel<br />
bekende Nederlanders. “Het is niet eens zozeer een doel op<br />
zich, maar toen Lieke van Lexmond met Personal Body Plan ging<br />
werken begon de bal al snel te rollen.” Het gebruik van BN’ers<br />
is nu een vast onderdeel van hun communicatiestrategie. Ook<br />
publiceert Personal Body Plan veel artikelen op het gebied van<br />
personal training, voeding, gedrag en herstel. “Op deze manier<br />
laat je zien dat je de juiste kennis in huis hebt.”<br />
Personal Body Plan start ieder kwartaal met een nieuw traject. Inschrijven<br />
is mogelijk op www.personalbodyplan.com.<br />
24 - medium | april <strong>2013</strong>
‘Smart’ workers<br />
Het bedrijfsleven is langzaam maar zeker in de ban geraakt van de smartphone. Steeds meer werkgevers zien de noodzaak in<br />
van het aanbieden van deze telefoons aan werknemers. Uit een onderzoek van Intermediar onder 345 werknemers blijkt dat<br />
ongeveer de helft van hen een smartphone van de zaak heeft. In sommige gevallen mogen werknemers zelf beslissen of zij in het<br />
bezit willen zijn van deze gadget, maar in veel andere gevallen wordt dit verplicht gesteld. Een belangrijke reden voor werkgevers<br />
is de beoogde toenemende productiviteit van hun werknemers, maar zijn er ook voordelen voor werknemers zelf te bedenken?<br />
Tijd voor <strong>Medium</strong> om het een en ander op te helderen.<br />
Tekst: Dyan Kloosterboer<br />
Altijd bereikbaar<br />
‘Altijd bereikbaar moeten zijn’, lijkt het credo anno <strong>2013</strong>.<br />
Dankzij het nieuwe ‘flexibele werken’, dat erop gericht is<br />
om mensen 24 uur per dag en 7 dagen in de week toegang<br />
te bieden tot bedrijfsinformatie, zijn werknemers buiten de<br />
reguliere kantoortijden bereikbaar voor hun baas en collega’s.<br />
Het merendeel van de communicatie buiten kantoortijden<br />
verloopt via smartphones en tablets. Dat het overgrote deel<br />
van de werknemers hier niet over te spreken is, blijkt uit een poll<br />
die vakbond FNV hield onder 246 werknemers. Slechts twintig<br />
procent gaf aan het belangrijk te vinden om op de hoogte te<br />
blijven van het werk in de vrije tijd. Een percentage van zeventien<br />
procent van hen zei zelfs onrustig te worden van de continue<br />
stroom van binnenkomende oproepen in de vrije tijd.<br />
Productiviteit<br />
Werkgevers lijken zich hier weinig van aan te trekken. Voor hen<br />
brengt het aanbieden van smartphones aan werknemers veel<br />
voordelen met zich mee. Uit verscheidene studies is gebleken<br />
dat de productiviteit van werknemers significant omhoog<br />
gaat, wanneer zij in het bezit zijn van een smartphone. Zo is<br />
duidelijk geworden dat werknemers die in het bezit zijn van<br />
een smartphone wekelijks gemiddeld zo’n zes uur meer werken<br />
dan werknemers zonder smartphone. Ook vervaagt deze vorm<br />
van technologie de grens tussen werk en vrije tijd, waardoor de<br />
werknemer altijd bereikbaar is voor zowel de werkgever, als de<br />
klant.<br />
“BIJ SOMMIGE SMARTPHONES IS DE UITKNOP<br />
LASTIG TE VINDEN, MAAR HIJ ZIT ER WEL.<br />
GEBRUIK HEM.”<br />
Nutteloze zaken<br />
Deze verhoogde mate van productiviteit gaat vaak ten koste van<br />
de gemoedstoestand van de werknemer. Smartphone-bezitters<br />
hebben meer te leiden onder stress en zijn over het algemeen<br />
minder tevreden met hun werk, wat op de lange termijn zal leiden<br />
tot verminderde prestaties. De kwaliteit van hun geleverde werk<br />
zal minder worden. Ook hebben deze werknemers vaker last<br />
van slapeloosheid, omdat zij tot in de late uren doorwerken en<br />
zo niet voldoende uitrusten. Een smartphone geeft een melding<br />
van nieuwe berichten of een inkomende oproep, zonder dat<br />
je invloed hebt op wanneer dit gebeurt. Wanneer je ‘s avonds<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 25
laat ineens een urgente mail krijgt van je leidinggevende, is<br />
het immers lastig om te antwoorden: “nu komt het even niet<br />
uit, ik ben nu vrij.” Daantje Derks, universitair docent arbeid &<br />
organisatie- psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam,<br />
geeft aan dat een smartphone hierdoor een belangrijk moment<br />
van rust aan het einde van een lange werkdag kan verstoren.<br />
Volgens haar hebben werknemers dit nodig om afstand te kunnen<br />
nemen van hun werk, maar hebben zij het gevoel dat zij geen<br />
keus hebben en altijd beschikbaar moeten zijn. Hier komt vaak<br />
een stukje schuldgevoel bij kijken. Mensen voelen zich in dit geval<br />
schuldig, wanneer zij hun vrije tijd aan ‘nutteloze’ zaken besteden.<br />
Wanneer zij bijvoorbeeld hun kind van de crèche hebben gehaald<br />
en hierdoor tijdelijk niet bereikbaar zijn geweest, hebben zij het<br />
gevoel dit te moeten compenseren door extra vrije tijd aan het<br />
werk te besteden. Ook op de werkvloer kleven er nadelen aan<br />
het gebruik van de smartphone. Het risico bestaat namelijk dat<br />
de smartphone-gebruiker meer oog heeft voor zijn telefoon, dan<br />
voor zijn collega’s en zich dus minder sociaal op zal stellen. Zo kan<br />
het gebruik van deze telefoon tijdens vergaderingen, borrels en<br />
de pauze irritaties hoog laten oplopen.<br />
“WERKNEMERS ZIJN 24 UUR PER DAG EN 7<br />
DAGEN IN DE WEEK BESCHIKBAAR VOOR HUN<br />
BAAS EN COLLEGA’S.”<br />
Een presentje<br />
Toch lijkt niet iedereen moeite te hebben met het verplichte<br />
bezit van smartphones. Uit een onderzoek van Blauw Research<br />
is gebleken dat met name jongere werknemers bereikbaarheid<br />
buiten kantoortijden heel normaal vinden en hier over het<br />
algemeen weinig hinder van ondervinden. Bijna de helft van hen<br />
gaf aan dat ze het gevoel hebben dat ze tekort schieten als ze niet<br />
direct op binnenkomende zakelijke mails en oproepen reageren.<br />
Ook zitten er voordelen aan het bezit van een smartphone. Zo<br />
biedt het flexibiliteit en een extra vorm van autonomie over de<br />
plaats waar je werkt, aldus Daantje Derks. “Als je een smartphone<br />
krijgt van je baas, dan heb je toch het gevoel dat je iets extra’s<br />
krijgt. Een smartphone is een soort presentje.”<br />
BYOD<br />
Werknemers die geen smartphone van hun baas krijgen,<br />
gebruiken veelal hun privé-toestel op het werk. De nieuwe trend<br />
op de werkvloer is namelijk het zogenaamde ‘BOYD’, oftewel:<br />
Bring your own device. Dit houdt in dat werknemers eigen pc’s,<br />
laptops, tablets en smartphones voor professioneel gebruik<br />
aanwenden. Een reden voor werknemers om dit te doen is met<br />
name het gebruiksgemak dat hierbij komt kijken. Toch zijn er nog<br />
“WERKNEMERS MET EEN SMARTPHONE<br />
WERKEN WEKELIJKS GEMIDDELD ZO’N<br />
6 UUR MEER.”<br />
veel bedrijven die deze nieuwe manier van werken niet toestaan,<br />
wegens het tekort aan kennis op het vlak van beveiliging en privacy<br />
en het gevaar van vermenging van privé- en werkgegevens. “Bij<br />
onzorgvuldig gebruik, diefstal of verlies van de smartphone of<br />
iPad komen bedrijfsgegevens letterlijk op straat te liggen”, aldus<br />
voormalig voorzitter van de Business Software Alliance (BSA)<br />
Jacco Brand. “Werknemers staan vaak niet stil bij de gevolgen en<br />
hebben geen idee welke BYOD-richtlijnen de werkgever hanteert.<br />
De baas is op zijn beurt het zicht kwijt op welke bedrijfsinformatie<br />
op al die apparaten circuleert en wie daar precies toegang toe<br />
hebben.” Ondanks de duidelijke risico’s die deze nieuwe manier<br />
van werken met zich meebrengt, gebruikt zo’n vijftien procent<br />
van alle werknemers een eigen toestel op het werk.<br />
Verslaving<br />
Bij intensieve smartphone-gebruikers ligt verslaving al snel op<br />
de loer. Vooral mensen die moeite hebben om werk en privé<br />
gescheiden te houden, behoren tot de risicogroep. Éen op de<br />
drie ondervraagden uit het eerder genoemde onderzoek van<br />
Intermediar gaf aan de smartphone nooit uit te schakelen.<br />
Derks weet dat ze zelf ook tot de risicogroep behoort. “Ik kies<br />
een vakantieplek waar geen internet is, ik zet mijn telefoon uit.<br />
Bij sommige smartphones, zoals de iPhone is de uitknop lastig<br />
te vinden, maar hij zit er wel. Gebruik hem.” Om verslaving te<br />
voorkomen, is het raadzaam op vaste tijden de mail te checken, je<br />
niet onder druk proberen te laten zetten door je leidinggevende of<br />
collega’s en vermeende verwachtingen bespreekbaar te maken.<br />
En last but not least: laat je telefoon zo nu en dan rinkelen, negeer<br />
mailtjes ‘s avonds laat en ga nutteloze dingen doen. Die kunnen<br />
ook héél belangrijk zijn.<br />
<strong>26</strong> - medium | april <strong>2013</strong>
Veranderingsmanagement voor beginners<br />
Met de juiste kennis kun je alles efficiënter en<br />
slimmer aanpakken.<br />
Wat is efficiënt leiderschap en waar halen we de motivatie en inspiratie vandaan om onszelf te veranderen? Het zijn twee vragen<br />
waar Ben Tiggelaar (44 jaar) zich dagelijks mee bezighoudt. <strong>Medium</strong> sprak met Tiggelaar over zijn werk als managementtrainer,<br />
schrijver en columnist.<br />
Tekst: Maartje Geels<br />
Goede voornemens - veel mensen geven ze in de eerste twee<br />
maanden van een nieuw jaar al op. Helemaal nergens voor<br />
nodig volgens Ben Tiggelaar. Niet als we voornemens voortaan<br />
beschouwen als ‘geplande veranderingen’ tenminste. “Op het<br />
moment dat je praat over geplande veranderingen dan helpt het<br />
om een nauwkeurige gedragsintentie te formuleren. Mensen<br />
formuleren hun voornemens vaak als uitkomsten van een proces;<br />
niet als input die ons ertoe leidt iets te veranderen”, aldus de<br />
managementgoeroe. “Je wordt nog effectiever wanneer je niet<br />
alleen een voornemen formuleert (ik wil meer gaan sporten)<br />
maar dit ook daadwerkelijk koppelt aan een bepaalde situatie<br />
(op maandag ga ik na mijn werk hardlopen).” Daarbij hoef je<br />
overigens niet weer een heel jaar te wachten, je kunt ook gewoon<br />
in mei beginnen. “Maak hele specifieke afspraken met jezelf en,<br />
of met anderen , dat is de truc”, onthult Tiggelaar.<br />
Klinkt logisch. Had u zelf goede voornemens voor <strong>2013</strong>? “Sporten<br />
en meer dan ik voorheen al deed. Hier ben ik al een hele tijd mee<br />
bezig, maar met sommige voornemens ben je nooit klaar. Het is<br />
een kwestie van je regime om de zoveel tijd bijstellen”.<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 27
Van student naar intermediair<br />
U studeerde Communicatiewetenschap en promoveerde op een<br />
studie naar ‘gedragsverandering binnen organisaties’. Is uw<br />
werk als managementtrainer zich wat u had voorgesteld van<br />
uw carrière toen u nog studeerde? “Ik wist eigenlijk niet dat dit<br />
soort werk bestond, maar tijdens mijn studie was ik al wel bezig<br />
met het schrijven van artikelen voorondernemerstijdschriften.<br />
Onderwerpen als ondernemerschap en management spraken me<br />
toen al aan.”<br />
Na zijn studie verdiepte Tiggelaar zich meer in de marketingen<br />
reclamewereld, hij was onder meer redacteur bij<br />
Adformatie, en legde zich vervolgens toe op het schrijven van<br />
managementboeken. Deze overstap bleek te werken. Van<br />
zijn meest succesvolle boek, Dromen, Durven, Doen werden<br />
in Nederland ruim 250.000 exemplaren verkocht en het werd<br />
vertaald naar het Engels, Duits en Arabisch.<br />
Tegenwoordig verzorgt Tiggelaar een groot aantal seminars per<br />
jaar en schrijft hij wekelijks een column voor NRC. “Spreken voor<br />
groepen heb ik altijd leuk gevonden. Al vanaf de basisschool.<br />
Bovendien kom ik door de seminars en workshops in contact met<br />
veel nieuwe en interessante mensen. Dit vormt voor mij dan weer<br />
een voedingsbron voor nieuwe onderwerpen voor boeken en<br />
artikelen. Met het lezen van wetenschappelijke publicaties alleen<br />
red ik het niet”, zegt Tiggelaar.<br />
“HET WERK DAT IK DOE IS NIET ALLEEN<br />
NOODZAKELIJK, MAAR OOK HEEL SOCIAAL”<br />
Automatische sturing<br />
Die publicaties blijken overigens een belangrijke lijn te vormen in<br />
zijn werk. Al in hoofdstuk één van Dromen, Durven, Doen wordt<br />
de basis van de gedragswetenschap geïntroduceerd. De eerste<br />
les? De basis van gedragsverandering ligt bij het erkennen dat<br />
menselijk gedrag grotendeels automatisch gestuurd wordt.<br />
Automatisch gedrag komt voort uit pijn- en plezierprikkels. Veel<br />
mensen voelen de motivatie om iets te doen vaak pas wanneer een<br />
straf nadert. Zou dit een verklaring voor studieontwijkend gedrag<br />
onder studenten kunnen zijn? “De meeste schrijvers werken met<br />
een dagproductienorm. De Amerikaan Stephen King (populair<br />
auteur van moderne horror en science fiction, red.) schrijft zo’n<br />
5000 woorden per dag. Door zo’n strak schrijfritme na te leven,<br />
is hij in staat om minstens jaarlijks een nieuw boek te publiceren.<br />
Studenten zouden eigenlijk volgens dezelfde manier moeten<br />
studeren. Wat bijvoorbeeld bij het schrijven van een scriptie kan<br />
helpen, is het werken met een stopwatch. Geef jezelf bijvoorbeeld<br />
een bepaald aantal minuten te tijd voor je eerste versie van<br />
een inleiding. Bovendien helpt het als je voor je studie vaste<br />
momenten op de dag prikt. Door je planning te koppelen aan<br />
vaste tijdstippen en bijvoorbeeld met anderen af te spreken dat<br />
je aan het einde van de middag elkaar je werk opstuurt, creëer je<br />
een sociale druk om te presteren. Sociale prikkels zijn van belang:<br />
gebruik ze in je voordeel!”<br />
U stelt dat we eigenlijk grotendeels op de automatische piloot<br />
leven en slechts weinig bewust plannen. Kunt u dit toelichten? “Het<br />
gebeurt gewoon! Ons gedrag wordt gestuurd door genetische<br />
aanleg, omstandigheden en ingesleten gewoontes die continu<br />
getriggerd worden. Hierdoor houden we in ons brein maar een<br />
klein beetje ‘regelruimte’ over”, stelt Tiggelaar. Hij verwijst naar<br />
de dual system benadering, waarbij verondersteld wordt dat<br />
handelingen gestuurd wordt door de interactie tussen bewuste<br />
plannen en onbewuste automatismen. “Maar bewuste processen<br />
zijn niet onbelangrijk. Ons bewustzijn stelt ons in staat om te<br />
kunnen communiceren met anderen en onszelf, om na te kunnen<br />
denken over alternatieven voor ons gedrag. En juist door te<br />
communiceren kun je stapsgewijs verbeteringen doorvoeren.”<br />
‘Stages of Changes’<br />
Hoe veranderen in z’n werk gaat, legt Tiggelaar uit aan de hand<br />
van het Stages of Change model van gedragswetenschapper en<br />
hoogleraar James Prochaska. Prochaska beschrijft hoe we bij<br />
zelfverandering door een aantal fasen gaan, achtereenvolgens<br />
pre-contemplation, de contemplation, preparation, action en<br />
tot slot maintenance. “Op het moment dat je overschakelt naar<br />
de contemplation-fase ga je veranderingen pas overwegen.<br />
Dan volgt nog de fase waarin we de voorbereiding (het liefst<br />
op korte termijn) willen starten en pas dan gaan we over op tot<br />
de daadwerkelijke actie.” Een heleboel stappen dus, voor we<br />
uiteindelijk een succesvolle verandering hebben doorgevoerd<br />
in ons leven. “Communicatie met anderen en ook innerlijke<br />
gesprekken kunnen je helpen om van de ene fase naar de andere<br />
te schakelen. Een goede tip is bijvoorbeeld het delen van je goede<br />
voornemens met anderen en ze ook te vragen je er aan te houden.<br />
Een succesvol sportregime bereik je bijvoorbeeld door samen te<br />
gaan sporten en daarover met elkaar goede afspraken te maken.”<br />
Willen mensen eigenlijk wel veranderen? Die automatische piloot<br />
is soms best prettig… “Absoluut! Er is overigens niets mis met<br />
die automatische modus, alleen het maakt het voor ons lastig<br />
om veranderingen door te voeren. Je moet het zo zien: als we<br />
iets vaak doen, kost die actie ons op den duur minder cognitieve<br />
inspanning en dat is natuurlijk prettig.”<br />
Er zijn dus ook succesverhalen? “Ja hoor. Mijn werk is niet<br />
alleen gericht op managers die veranderingen in hun stijl van<br />
leidinggeven willen doorvoeren. Ik heb brieven en mails van<br />
allerlei mensen ontvangen die het roer daadwerkelijk compleet<br />
omgegooid hebben. Vaak lopen zij al met een idee rond en<br />
hebben ze enkel nog een opstapje nodig. Zo ben ik ooit met<br />
een ondernemer in contact gekomen die na het lezen van mijn<br />
boek zijn baan had opgezegd en een kindertehuis in Mexico had<br />
geopend. ‘Hoe kan ik mensen iets leren dat hen helpt bij het<br />
ontwikkelen en implementeren van hun plannen?’ Dat blijft de<br />
uitdaging die ik voor ogen wil houden.”<br />
28 - medium | april <strong>2013</strong>
Bewust leven<br />
Wanneer hebt u zelf de automatische piloot uitgeschakeld en<br />
bent u begonnen met bewust leven? “Ik woon nu een aantal<br />
maanden in Boston en de eerste keer dat ik mijn kinderen naar<br />
school bracht, moest ik mijn GPS gebruiken om te navigeren en<br />
was het schipperen in het verkeer. Na een aantal weken raak je<br />
aan al die dingen gewend en wordt het juist plezierig dat je op<br />
bepaalde patronen kunt terugvallen. Ook goede dingen kun je op<br />
de automatische piloot doen.”<br />
“JE GAAT EFFICIËNTER TE WERK WANNEER<br />
JE NIET ALLEEN EEN VOORNEMEN VORMT<br />
MAAR DIT OOK DAADWERKELIJK KOPPELT<br />
AAN EEN BEPAALDE SITUATIE”<br />
Vallen en opstaan<br />
Uw boeken staan vol met adviezen, maar zijn ook persoonlijk. Ze<br />
bevatten veel anekdotes en verhalen van anderen die (succesvol)<br />
een verandering hebben doorgevoerd. “Het uitgangspunt van<br />
mijn werk is altijd wetenschappelijk onderzoek, maar natuurlijk<br />
willen mensen het zo aantrekkelijk mogelijk voorgeschoteld<br />
krijgen. Wetenschappelijke modellen kun je concreet maken<br />
door er persoonlijke verhalen bij te vertellen; als lezer onthoud<br />
je die kennis eenvoudiger en dat levert een beter resultaat op”,<br />
legt Tiggelaar uit. “Tijdens mijn workshops probeer ik het ook<br />
zoveel mogelijk persoonlijk te houden en mijzelf niet mooier voor<br />
te doen dan ik ben. Ik vind het bijvoorbeeld ontzettend leuk om<br />
over mijn eigen blunders te vertellen, want de herkenning die dat<br />
opwekt, leidt vaak tot een lach.”<br />
De seminars die Tiggelaar inmiddels in verschillende landen<br />
geeft, zijn vooral gericht op managers op de bedrijfsvloer. “Aan<br />
de buitenkant ziet mijn werk er hip en abstract uit, maar in feite<br />
heeft het alles te maken met lesgeven en studeren. Zorgen dat<br />
je altijd op de hoogte bent van nieuw onderzoek, ook dat is<br />
belangrijk.”<br />
Succes is een proces van vallen en opstaan. Bovendien duurt<br />
het lang. Is uw methode dan wel voor iedereen weggelegd?<br />
“Uiteindelijk kan iedereen iets beter worden in zelfsturing. Maar<br />
100% zelfsturing is voor niemand weggelegd. Het is heus niet<br />
erg om af en toe terug te vallen in oud gedrag, maar het gaat er<br />
dan om dat je uit dit proces lering trekt. Alles valt of staat met de<br />
juiste kennis: als je hier eenmaal over beschikt, kun je echt alles<br />
efficiënter, handiger of slimmer aanpakken.”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 29
RECENSIE<br />
De nieuwe koers van SBS6<br />
Tekst: Menno Woudt<br />
Het gaat niet zo goed met SBS6. De ‘campingzender’ van<br />
Nederland, zoals SBS6 vaak liefkozend wordt genoemd, is<br />
enigszins de weg kwijt. Na enkele kabbelende jaren zette de<br />
neergang in het najaar van 2010 definitief in. De campingzender<br />
begon met het bouwen van chalets, maakte er vervolgens een<br />
hotel van, om deze uiteindelijk te verruilen voor bungalows.<br />
Enkele eerder bewezen successen van SBS6 moesten het<br />
plots met aanzienlijk minder kijkers doen; met de iconische<br />
talentenjacht Popstars werd eind 2010 flink geschoven, in de<br />
hoop alsnog publiek te trekken. Nieuwe en inmiddels allang<br />
weer vergeten titels zoals De Zaterdagavondshow en The Sing-<br />
Off, werden al voortijdig van de buis gehaald.<br />
Op 20 april 2011 werden de nieuwe eigenaren van SBS<br />
Broadcasting B.V. bekendgemaakt: Sanoma Media en Talpa,<br />
het productiebedrijf van John de Mol. Laatstgenoemde, die<br />
als producent concurrent RTL al vele succesvolle formats had<br />
bezorgd, zou het tij keren. Om de week verscheen in de media<br />
een bericht waarin De Mol, of een andere belanghebbende,<br />
meldde dat “het dal achter ons lag’’. Ondertussen werd het ene<br />
na het andere programma naar de late avond, en de ene na de<br />
andere presentator naar de zijkant geschoven. De Mol vestigde<br />
al zijn hoop op de door hem ontwikkelde talentenjacht The<br />
Winner Is... – het programma zou SBS6 weer definitief op de<br />
kaart zetten. Op de (onbegrijpelijk gekozen) donderdagavond<br />
trok het programma bij lange na niet het door De Mol voorspelde<br />
aantal kijkers. ‘And The Loser Is...’.<br />
Een duidelijke koers was nog altijd niet uitgestippeld. In het<br />
nieuwe televisieseizoen van 2012 waren er opeens enkele<br />
meevallers: de dramaserie Dokter Tinus en het veelbesproken<br />
Sterren Springen op Zaterdag trokken aardig wat kijkers.<br />
Een relatief succes: andere nieuwe titels, zoals Villa Morero,<br />
werden minder goed bekeken. Ook de recente ‘restyling’ van<br />
Shownieuws en Hart van Nederland, twee vaste pijlers van SBS6,<br />
pakte niet uit zoals gehoopt.<br />
Na vele omwentelingen kwam op de perspresentatie van SBS<br />
Broadcasting, eind 2012, het verlossende woord: de zender<br />
verhuurt weer staanplaatsen op de camping. SBS6 wordt weer<br />
een zender voor het gewone volk. Successen uit voorgaande<br />
jaren krijgen een vervolg en ook nieuwe titels “zullen voor<br />
verrassingen zorgen”, aldus programmadirecteur Remko van<br />
Westerloo. De zender maakt gebruik van een zogenaamde<br />
‘reconnect-strategie’, waarbij de kijker zich verbonden moet<br />
voelen met de hele zender - niet met louter één programma.<br />
Bij de nieuwe koers wordt ook de doelgroep ‘boodschappers<br />
20-49 jaar’ overboord gegooid: de zender richt zich nu ook op<br />
de oudere kijkers en rekt de doelgroep op met maar liefst vijf<br />
jaar. Of deze aankondiging bij de adverteerders en het publiek<br />
aankomt, is nog af te wachten.<br />
Het programma-aanbod van SBS6 wordt verstevigd en<br />
uitgebreid. Na het succes van Sterren Springen op Zaterdag<br />
bonden recentelijk enkele ‘BN’ers’ (voor wat het waard is) de<br />
latten onder voor Vliegende Hollanders: Sterren van de Schans.<br />
SBS6 nam daarnaast al een pilot op voor Celebrity Bounce:<br />
trampolinespringen met sterren.<br />
Andere titels doen inhoudelijk sterk denken aan bestaande<br />
successen van de concurrent. Na een korte sessie associëren<br />
lijkt De Speld in de Hooiberg, waarin een vrijgezelle boer op<br />
Texel naar een vrouw zoekt, wel erg op Boer Zoekt Vrouw, heeft<br />
Sabotage wel wat weg van Wie is de Mol? en vormt The Next<br />
Poptalent het nieuwe Idols. En dan nog hopen dat het publiek de<br />
zender weet te vinden.<br />
De veranderingen en de optimistische persberichten doen<br />
geloven dat de zender weer goed op weg is, met een duidelijke<br />
koers. Ditzelfde beeld werd echter ook twee jaar geleden<br />
voorgeschoteld, toen het op basis van kijkcijfers niet bijzonder<br />
voortvarend ging. De adverteerders zijn het inmiddels zat. Het<br />
aanbod van SBS6 is meer van hetzelfde met eerder vertoonde<br />
kunstjes - alhoewel een schoonspringende Patty Brard als<br />
uitzondering dient. Wie weet is het de juiste mix om het ‘gewone<br />
volk’ aan te spreken en zit de kijker er, net als de BN’er, om te<br />
springen.<br />
De nieuwe koers van SBS6<br />
+ Het omarmen van het eigen imago<br />
- Schoonspringen, schansspringen, trampolinespringen,<br />
parachutespringen...<br />
30 - medium | april <strong>2013</strong>
Let’s blog<br />
In de wirwar van online publicatieplatforms, ofwel blogs, zijn er slechts enkele hoge bomen die maandelijks duizenden bezoekers<br />
trekken. De vraag die vandaag de dag centraal staat, is of bloggen er anno <strong>2013</strong> nog toe doet. Hebben we, naast social media<br />
als Facebook en Twitter, nog behoefte aan blogs? Of zijn blogs juist populairder dan ooit tevoren? Een kijkje in de turbulente<br />
bloggerswereld.<br />
Tekst: Dyan Kloosterboer<br />
De uitvinding van de boekdrukkunst bracht een hoop teweeg. Men<br />
was in staat om iets op papier te zetten en hiermee kon een grote<br />
doelgroep tamelijk eenvoudig worden bereikt. Met de opkomst<br />
van het internet werd publiceren nog laagdrempeliger. Iedereen<br />
kan tegenwoordig een eigen publicatie maken, ongeacht het<br />
onderwerp of het bestaan van een publiek voor je schrijfkunsten.<br />
Deze laagdrempeligheid heeft zich vertaald in een immens<br />
aantal online blogs, die veelal kunnen worden onderverdeeld in<br />
verschillende niches. Zo bestaan er politieke blogs, modeblogs,<br />
kunstblogs, reisblogs en ga zo maar door. Voor ieder wat wils. De<br />
bloggers hebben elk een uniek communicatieplatform in handen,<br />
waarmee mensen over de hele wereld kunnen worden bereikt.<br />
In de etalage<br />
Maar waarom bloggen mensen eigenlijk? Een van de voordelen<br />
van bloggen is dat je jezelf op de voorgrond kunt plaatsen. “Als<br />
journalist moet je werken aan je eigen aanwezigheid, je moet een<br />
etalage kweken voor jezelf. Bloggen is een belangrijk onderdeel<br />
van zo’n etalage”, aldus Geert-Jan Bogaerts, journalist en leraar<br />
Internetjournalistiek aan de Universiteit van Groningen. Bogaerts,<br />
zelf fervent blogger, heeft aan zijn blog een hoop opdrachten te<br />
danken. Daarbij kan een blog een goede aanvulling zijn op je CV.<br />
Door een blog bij te houden kan je laten zien wat je in huis hebt<br />
op journalistiek en persoonlijk vlak. Hierdoor kan je een streepje<br />
voor hebben op de arbeidsmarkt. “Journalisten zouden allemaal<br />
moeten bloggen. Het draagt bij aan hun personal brand. Daarbij<br />
biedt het de mogelijkheid om meer mensen met meer content te<br />
bereiken. Bloggen is snel en je hebt helemaal zelf de controle”,<br />
zo zegt Piet Bakker, Lector Crossmedia en Journalistiek aan de<br />
Hogeschool Utrecht. Ook niet onbelangrijk: met een blog valt<br />
geld te verdienen. Zo zijn er bloggers die goed verdienen aan<br />
reclame die zij op hun blog toelaten, of je kan gaan bloggen voor<br />
een bedrijf of internetmedium. Christian Slagter, eigenaar van<br />
Slagter Media, geeft ons nog meer redenen om te bloggen. Zo<br />
stelt hij dat het je communicatieve vaardigheden verbetert, dat je<br />
jezelf kunt positioneren als autoriteit en dus beter zichtbaar bent<br />
in zoekmachines en dat je je sociale netwerk uit kunt breiden.<br />
“IEMAND DIE WIL CREËREN, VERNIEUWEN<br />
EN EXPERIMENTEREN, LAAT ZICH NIET<br />
HINDEREN DOOR EEN MAXIMUM VAN 140<br />
TEKENS.”<br />
Invloedrijk<br />
Bloggers zijn vandaag de dag behoorlijk invloedrijk geworden en<br />
hebben veelal een duidelijke visie die zij graag willen verkondigen<br />
in het openbaar. Met name bloggers die opereren binnen<br />
bepaalde niches blijken populair, zo valt te lezen op 9to5blogger.<br />
com. Het enige dat deze modebloggers nodig hebben is een<br />
camera, waarmee zij hun volgers telkens inspirerende plaatjes<br />
voorschotelen. “Veel mensen denken dat een blog niet veel<br />
werk is, maar ik ben 24 uur per dag met mijn blog bezig. Ik doe<br />
alles zelf”, aldus de 23-jarige Yara Michels in een interview met<br />
Elsevier. Yara begon haar modeblog ‘This chick’s got style’ in 2009<br />
en was toen een van de eerste modebloggers van Nederland.<br />
Tegenwoordig is zij een zeer bekend en geliefd gezicht in de<br />
modewereld en vliegt ze voor haar blog de hele wereld over. “Ik<br />
doe veel leuke dingen voor mijn blog. Mensen vinden het leuk om<br />
te lezen als ik bijvoorbeeld voor een mode-event in Londen zit.”<br />
Generatiekloof<br />
Een veelgehoorde kreet in de bloggerswereld is dat er een<br />
steeds groter wordende kloof bestaat tussen de ‘grote’ en echt<br />
populaire blogs en de ‘kleine’ minder populaire blogs. Enkele<br />
grote (Nederlandse) blogs zijn bijvoorbeeld afterdrk.com (45.000<br />
pageviews per maand) en stylescrapbook.com (<strong>26</strong>5.000 pageviews<br />
per maand). Het enorme scala aan kleine blogs weet vaak nog niet<br />
eens één procent van dit aantal te bereiken. Eén van de oorzaken<br />
hiervan is dat er tegenwoordig zo ontzettend veel blogs bestaan,<br />
dat het lastig is voor startende bloggers om naamsbekendheid<br />
te generen en iets toe te voegen. Tessa Kreunen, studente<br />
Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam<br />
en eigenaresse van het modeblog ‘Heritage-mode’, moet dit<br />
bevestigen. ‘Bloggen is redelijk algemeen geworden. Er zijn veel<br />
blogs over allerlei uiteenlopende onderwerpen, je kunt het zo gek<br />
niet bedenken. Terwijl de grotere bloggers steeds interessanter<br />
worden voor bedrijven, is het voor kleinere bloggers steeds<br />
moeilijker om te groeien.’ Tessa blogt nu sinds een jaar en het<br />
bevalt haar erg goed. Ze vindt het leuk om met haar passie mode<br />
bezig te kunnen zijn en om gelijkgestemden te ontmoeten. De<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 31
keerzijde is dat haar inspiratie haar soms in de steek laat en dat de<br />
druk altijd blijft bestaan om haar blog up-to-date te houden. Een<br />
week geen nieuw bericht plaatsen, kan immers een afname van<br />
het aantal lezers betekenen. Ze is van mening dat veel mensen<br />
beginnen met bloggen om interessante mensen te kunnen<br />
ontmoeten en om erbij te kunnen horen. Dat dit niet altijd de juiste<br />
beweegredenen zijn, blijkt wel uit het feit dat veel bloggers na<br />
geringe tijd hun blog verwaarlozen en uiteindelijk opheffen. Tessa<br />
ziet de toekomst van blogs positief in. “Persoonlijk denk ik dat<br />
blogs populair zullen blijven, omdat je als blogger tegenwoordig<br />
over de mogelijkheid beschikt om via verscheidene kanalen te<br />
communiceren. Een groot aantal bloggers heeft tegenwoordig<br />
ook een Facebookaccount, Twitterprofiel en Instagram. Hierdoor<br />
kan je een groter publiek bereiken.”<br />
Tweet, tweet<br />
Het hebben van een blog lijkt inderdaad niet meer genoeg. Om<br />
in de picture te blijven, zoals in Yara’s geval, moet je meer in huis<br />
hebben. “Ik ben begonnen met twitteren via mijn twitteraccount<br />
@yaragotstyle, om meer contact te krijgen met mijn lezers en<br />
korte berichtjes uit te kunnen zenden. Wat heb ik aan? Wat zijn<br />
jullie aan het doen? Ik geef updates van wat ik aan het doen<br />
ben in relatie tot wat ik op mijn blog post. Ik zie een tweet als<br />
een soort sms, maar dan het universum in. Het aantal volgers<br />
op Twitter groeide snel. De eerste week waren het er vijftig, de<br />
week erop honderd en inmiddels zit ik over de achtduizend.’ Yara<br />
denkt dat ze zoveel volgers heeft, omdat ze een persoon is in<br />
plaats van een merk. Dat maakt dat mensen zich goed met haar<br />
kunnen identificeren. Als ze zou moeten kiezen tussen bloggen óf<br />
twitteren, zou ze toch haar twitteraccount aan de wilgen hangen.<br />
“Twitter blijft toch meer een aanvulling. Je bent er beperkter qua<br />
tekst en beeld.” Ernst-Jan Pfauth, schrijver van het boek Gij zult<br />
bloggen, is groot fan van bloggen. Over sociale media is hij echter<br />
minder enthousiast: “de internetgebruiker die vrijheid belangrijk<br />
vindt, maakt de spannendste creaties. Het is iemand die zich niet<br />
neerlegt bij de regeltjes van Facebook en Twitter. Iemand die wil<br />
creëren, vernieuwen en experimenteren, laat zich niet hinderen<br />
door een maximum van 140 tekens.”<br />
Corporate blogging<br />
Aan de Hogeschool Utrecht wordt tegenwoordig de cursus<br />
Corporate Blogging aangeboden, waarbij de cursisten<br />
een eigen blog opzetten. Deze cursus is bedoeld voor<br />
communicatiemedewerkers en zelfstandigen die zichzelf of de<br />
organisatie waar zij voor werken via een blog willen profileren.<br />
Want, zo stelt de HU, het is van groot belang om naast social<br />
media als Facebook en Twitter ook je eigen platform te hebben,<br />
waarover je zelf de regie hebt: een corporate blog. Blogs kunnen<br />
niet alleen worden ingezet als middel voor promotie, maar ook<br />
om in dialoog te gaan met de doelgroep. Hoewel blogs met name<br />
voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt, worden ze ook<br />
door bedrijven steeds vaker ingezet als instrument voor corporate<br />
communicatie. Een blog geeft de organisatie een gezicht.<br />
Bloggen, of niet?<br />
Is bloggen passé, of juist helemaal van nu? Men zou kunnen<br />
beweren dat Facebook en Twitter de bepalende principes<br />
“VEEL MENSEN DENKEN DAT EEN BLOG NIET<br />
VEEL WERK IS, MAAR IK BEN 24 UUR PER DAG<br />
MET MIJN BLOG BEZIG. IK DOE ALLES ZELF.”<br />
achter bloggen groot hebben gemaakt en vervolgens hebben<br />
geherstructureerd. Via sociale media is het makkelijker om op<br />
elkaar te reageren, een like is immers sneller gedeeld dan een<br />
blogreactie. Terwijl sommigen het hier roerend mee eens zijn,<br />
blijkt naar aanleiding van dit artikel dat de experts van mening<br />
zijn dat bloggen juist belangrijker is dan ooit. Volgens hen zou<br />
iedereen eigenlijk een blog moeten beginnen. Want buiten dat<br />
een blog kan dienen als vorm van zelfexpressie, als uitlaatklep of<br />
als carrière-opstapje, biedt het ons de mogelijkheid om een veel<br />
groter publiek te bereiken dan ooit tevoren. Gewoon vanuit je<br />
eigen huiskamer, of vanuit de Fashionweek in New York.<br />
32 - medium | april <strong>2013</strong>
‘Het zijn de ongelukken van de massamedia’<br />
Marc de Hond over het uithalen van<br />
prank calls op de radio<br />
Eind 2012 ontstond commotie over een telefoongrap van twee Australische dj’s. De grap die in eerste instantie werd bejubeld,<br />
werd twee dagen later overschaduwd door de zelfdoding van het slachtoffer van de zogenoemde prank call. <strong>Medium</strong> belde –<br />
zonder grappen – met radiomaker Marc de Hond om de toenmalige ophef te bespreken.<br />
Tekst: Menno Woudt Beeld: Roland J. Reinders (KRO)<br />
“Als dit lukt, is het de makkelijkste grap ooit”, grapt dj Mel Greig<br />
nog voordat de verpleegster opneemt. Greig en haar collega<br />
Michael Christian bellen begin december naar het Britse ziekenhuis<br />
waar Kate Middleton vanwege zwangerschapsmisselijkheid is<br />
opgenomen. De twee deden zich voor als koningin Elizabeth<br />
II en kroonprins Charles, in de hoop zo te kunnen worden<br />
doorverbonden naar de afdeling van ‘hun’ Kate. En dat gebeurde,<br />
tot de verbazing van de dj’s van 2Day FM. Het leverde geen<br />
bijzondere nieuwsfeiten op, maar geslaagd was deze prank call<br />
zeker. Het ziekenhuis schaamde zich diep.<br />
Twee dagen later kwam het nieuws dat de verpleegster, die de<br />
twee dj’s had doorverbonden, zelfmoord had gepleegd. De<br />
46-jarige vrouw werd dood in huis aangetroffen. Naar het schijnt<br />
schreef de vrouw in haar afscheidsbrief over het incident. De twee<br />
dj’s werden op non-actief gesteld en boden op televisie betraand<br />
hun excuses aan. Er volgende geen verdere rechtsgang.<br />
In de media ontstond discussie over de prank call. Hoe ver kun je als<br />
radiomaker gaan? Marc de Hond volgde de discussie op de voet.<br />
Momenteel is hij presentator van De Rekenkamer en is daarnaast<br />
schrijver en speler van het Nederlands rolstoelbasketbalteam. Hij<br />
begon zelf ooit als radio dj: tussen 2001 en 2006 presenteerde<br />
hij op 3FM onder andere het NCRV-programma BuZz, waarin<br />
hij veelvuldig telefoongrappen uithaalde met bekende en<br />
onbekende Nederlanders.<br />
De inmiddels beruchte prank call roept bij De Hond herinneringen<br />
op. “Het lijkt een beetje op een telefoongrap die ik zo’n elf jaar<br />
geleden uitgehaald heb. Ajax speelde in de Champions League<br />
tegen AC Milan en ik had gehoord dat de spelers in het Hilton<br />
Hotel in Amsterdam overnachtten. Het leek me leuk om in de<br />
uitzending te doen alsof ik een Italiaanse speler ging wakker<br />
bellen. De receptioniste nam op, maar ging vervolgens heel<br />
mysterieus doen. Een half uur later belde ik opnieuw en kreeg<br />
dezelfde receptioniste aan de telefoon. Met een soort nep-<br />
Italiaans accent, in gebrekkig Engels, zei ik: “Hello, this is Marco<br />
di Canio.” Ik deed alsof ik van Rai Uno was en een afspraak had<br />
om doelman Rossi te interviewen. En vervolgens verbond ze me<br />
door naar de kamer! Daar werd dan helaas niet opgenomen, maar<br />
daar moest ik aan denken bij deze telefoongrap. Het is niet veel<br />
meer of minder. Wanneer ze de pers aan de telefoon hebben zijn<br />
ze blijkbaar op hun hoede, maar op het moment dat je een gek<br />
stemmetje opzet niet.”<br />
Surrealistische grappen<br />
Een van de eerste Nederlandse radioprogramma’s die de prank<br />
call introduceerde, was De Steen En Been Show, waarin Jack<br />
Spijkerman nietsvermoedende burgers telefonisch in de maling<br />
nam. Een inspiratiebron voor De Hond, die als ambitieuze<br />
radiomaker ruimte voor verbetering zag. “Veel dj’s maakten<br />
toentertijd telefoongrappen zonder punchline: die gingen gewoon<br />
bellen en een beetje raar doen. Ik wilde graag creatievere prank<br />
calls bedenken. Mijn telefoongrappen impliceerden altijd iets,<br />
een bepaalde situatie, die ik vervolgens ontkende. De persoon die<br />
in de maling werd genomen liet ik het beeld inkleuren.”<br />
De Honds voorkeur gaat uit naar surrealistische grappen. Niet<br />
alleen de radiomaker, ook het slachtoffer en het publiek moet de<br />
grap kunnen ontdekken. “Als dj heb je je voorbereid en weet je<br />
wat er gaat gebeuren: je staat al met 3-0 voor. De ander moet<br />
de kans krijgen de grap te doorprikken. Je kunt iemand ook in de<br />
maling nemen met: “Hallo, je spreekt met de politie, je moeder<br />
heeft een ongeluk gehad.” Dat vind ik natuurlijk niet kunnen. Je<br />
moet eigenlijk met iets komen dat onrealistisch is. Dat ik met heel<br />
veel galm een winkel belde en zei: “Ja, die grote koelkast die ik<br />
gisteren bij jullie heb gekocht, hoe gaat die van binnenuit open?”.<br />
Mijn telefoongrappen waren surrealistisch en in negentig procent<br />
van de gevallen kon degene aan de andere kant van de lijn weten<br />
dat er iets geks of grappig gebeurde. Volgens mij heb je er dan<br />
allebei lol aan, en de luisteraar natuurlijk ook.”<br />
RoboRuud<br />
Voor het radioprogramma BuZz knutselde De Hond<br />
een robotversie van Ruud de Wild in elkaar. Door korte<br />
geluidsfragmenten aan elkaar te plakken kon De Hond, namens<br />
De Wild, een gesprek voeren met een bekende Nederlander.<br />
Maar in hoeverre kun je gebruikmaken van iemand anders<br />
persoonlijkheid op de radio? “Dat was ook een grensgeval. Wat<br />
ik daar de openbaring van vond was dat Ruud de Wild blijkbaar<br />
normaal zulke vage telefoongesprekken voert dat men het<br />
verschil niet eens merkte. Als je dus volledig onsamenhangende<br />
“JA, DIE GROTE KOELKAST DIE IK GISTEREN<br />
BIJ JULLIE HEB GEKOCHT, HOE GAAT DIE VAN<br />
BINNENUIT OPEN?”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 33
Een ‘happy end’ van een prank call is niet noodzakelijk, maar wel<br />
netjes. “Alhoewel ik dat niet altijd heb gedaan. Bij RoboRuud<br />
drukte ik op het einde altijd op willekeurige knopjes, zodat het<br />
compleet bizar werd. Dan liet ik ook wel eens een knopje gewoon<br />
hangen, dat je na een tijdje wel hoort dat het iets kunstmatigs<br />
is. Het leukste is als het gesprek steeds absurder wordt, net<br />
zolang tot iemand zelf doorkrijgt dat het nep is. Maar er is geen<br />
wetgeving voor ‘telefoongrappen’, dus je kunt doen wat je wilt.”<br />
De effecten van een prank call<br />
De centrale vraag in de discussie, naar aanleiding van de prank<br />
call rondom Kate Middleton, was of de dj’s enige schuld betreft.<br />
Het inschatten van mogelijke effecten is volgens De Hond<br />
vrijwel onmogelijk. “Als je live op de radio bent en je in een keer<br />
met misschien wel een miljoen mensen communiceert, is het<br />
onmogelijk om daar de impact van in te schatten. Alles wat je in de<br />
massamedia doet, kan op een gegeven moment verkeerd gaan als<br />
het kwetsbare mensen betreft. Het is eigenlijk ‘onnatuurlijk’ om in<br />
één keer met miljoenen mensen te communiceren. Wat het voor<br />
iemand betekent, op welke manier dan ook, om in de spotlight te<br />
komen van een massamedium is niet in te schatten. Het is vanuit<br />
een radiostudio niet te overzien. De twee Australische dj’s hadden<br />
het ook niet voor mogelijk gehouden dat aan de andere kant van<br />
de wereld zoiets zou gebeuren.”<br />
De radio, of meer algemeen de massamedia, zijn volgens De<br />
Hond niet de schuldige. “Er moet andere problematiek spelen<br />
bij iemand. Toevallig weten we het in dit geval, doordat het zo<br />
groot en wereldwijd in het nieuws geweest is. We weten niet wat<br />
de rol van massamedia hierin is. Misschien als een overspannen<br />
manager van een bank een keer in het programma Radar te gast is<br />
en daar door de mangel wordt gehaald, dat het ook gevolgen kan<br />
hebben. We horen niet altijd het verhaal na afloop.”<br />
“HET IS EIGENLIJK ‘ONNATUURLIJK’ OM<br />
IN ÉÉN KEER MET MILJOENEN MENSEN TE<br />
COMMUNICEREN.”<br />
geluidsfragmenten van Ruud de Wild aan bekende Nederlanders<br />
laat horen, denken ze dus echt Ruud zelf aan de telefoon te<br />
hebben. Ze schieten meteen in de verdediging en gaan hun<br />
verhaal vertellen. Ik kon dat blijkbaar zo goed simuleren, dat<br />
er een hoop BN’ers zijn geweest die echt dachten hem aan de<br />
telefoon te hebben gehad. Aan de andere kant van de lijn weten<br />
ze, als ze Ruud de Wild horen, dat het voor de radio is. Dat het<br />
dan voor mijn radioprogramma was, maakt verder geen verschil.”<br />
“Het is één keer misgegaan, met acteur Michiel Huisman,<br />
een vriend van me, die ik als RoboRuud flink in de maling had<br />
genomen. Ik dacht: ‘Het was zo leuk, dat ga ik volgende week nog<br />
een keer doen.’ Ik had hem dus niet verteld dat hij in de maling<br />
was genomen. Alleen kwam hij vervolgens Ruud tegen en was<br />
hij kwaad op hem afgestapt, terwijl Ruud van niets wist. Dat kan<br />
gebeuren. Het zegt wel iets over de ijdelheid, in dit geval van<br />
Michiel.”<br />
Het onderscheidende kenmerk van radio is dat het geen beeld<br />
kent en daardoor misschien anoniemer is. Toch maakt het soort<br />
medium voor een grap niet uit – en mogelijk is televisie nog wel<br />
erger, stelt De Hond. “De Wereld Draait Door zendt elke dag<br />
blunders uit van mensen in de TV Draait Door. Daar lachen we<br />
allemaal kostelijk om. We zien daar mensen die iets geks deden in<br />
een programma waar hooguit een paar honderdduizend mensen<br />
naar hebben gekeken. Vervolgens pakt De Wereld Draait Door<br />
dat gekke fragmentje waarin jij toevallig een blunder begaat er<br />
tussenuit, monteert het iets korter en zet er een grappige tekst<br />
onder. Dat is dan jouw ‘fifteen minutes of fame’. Als dat net<br />
gebeurt bij diegene die in een kwetsbare periode van zijn leven is,<br />
of het als een enorme vernedering ziet, kan dat gevolgen hebben.<br />
Maar is het dan de verantwoordelijkheid van de televisie- of<br />
radiomaker, of is het anno 2012 nou eenmaal zo dat massamedia<br />
onderdeel zijn van onze werkelijkheid en ons bestaan? Iemand<br />
kan gewoon toevallig in een bepaalde situatie terechtkomen.<br />
Dat je net toevallig een winkel binnenloopt waar Frans Bauer zich<br />
verstopt heeft.”<br />
Eind aan de discussie<br />
Binnen de discussie ligt de nadruk onterecht op de media, vindt<br />
De Hond. “Het probleem moet niet gezocht worden bij de<br />
media, maar in de problematiek rondom zelfdoding – daar moet<br />
hulp naartoe gaan. We moeten het niet hebben over of we nog<br />
wel grappen met elkaar mogen uithalen. Het is alsof iemand in<br />
34 - medium | april <strong>2013</strong>
Amerika in een Batmankostuum een bioscoop binnenstapt en<br />
daar mensen neerknalt, om dan vervolgens het verhuren van<br />
Batmankostuums te verbieden. Nee, je moet zorgen dat mensen<br />
geen wapens meer kunnen krijgen.”<br />
Zou je als radiomaker wellicht beter onderscheid moeten maken<br />
tussen de slachtoffers, zoals BN’ers of ‘toevallige passanten’?<br />
“BN’ers zijn het inderdaad meer gewend in het middelpunt van de<br />
belangstelling te staan, maar met enig onderscheid ben ik destijds<br />
niet bewust bezig geweest. Voor mij was het doel dat het leuke<br />
radio opleverde en ik hoopte dat het slachtoffer er uiteindelijk ook<br />
zelf om zou kunnen lachen. Ongetwijfeld ga je dan een keer te ver.<br />
Zo heb ik een keer de politie gebeld, met allemaal autogeluiden<br />
op de achtergrond en gedaan alsof ik dronken achter het stuur<br />
zat. Toen zat ik met een vrouw aan de telefoon die er alles aan<br />
deed om mij aan de kant te krijgen. Ik had haar het idee gegeven<br />
dat ik op de vlucht was voor haar collega’s en liet geluiden horen<br />
van een politieachtervolging. Even dacht ze dat ze een gekke man<br />
aan de telefoon had, maar reageerde er uiteindelijk heel leuk en<br />
streng op. Het was voor mij fantastische, hilarische radio.”<br />
Ook De Hond heeft zich wel eens schuldig gevoeld, toen hij<br />
iemand in de maling nam. “Maar aan de andere kant: je hebt heel<br />
veel mensen met een saai bestaan, die vinden het misschien wel<br />
grappig dat ze een keer iemand aan de telefoon krijgen die jou<br />
in de maling probeert te nemen. Dan heb je een goed verhaal ’s<br />
avonds aan tafel!”<br />
“Elke dag verschijnen er mensen in het nieuws die we de dag<br />
daarvoor nog niet kenden. We leven in een westerse maatschappij<br />
waarin je mag hopen dat mensen het aankunnen om in dat vizier<br />
van de media te komen. De meeste mensen kunnen daar goed<br />
mee omgaan. In het geval van de grap rondom Kate Middleton<br />
kun je zeggen: deze dame pleegt zelfmoord door een telefoontje<br />
door een grap van twee Australische dj’s, maar je kunt ook<br />
zeggen: deze dame stond op het punt zelfmoord te plegen en<br />
toevallig weten we dat omdat ze een paar dagen daarvoor in een<br />
telefoongrap verwikkeld was. Blijkbaar was dat de druppel. Het<br />
zijn de ongelukken van de massamedia.”<br />
“WE LEVEN IN EEN WESTERSE<br />
MAATSCHAPPIJ WAARIN JE MAG HOPEN<br />
DAT MENSEN HET AANKUNNEN OM IN DAT<br />
VIZIER VAN DE MEDIA TE KOMEN.”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 35
COLUMN<br />
Paus moet eraan geloven<br />
Omdat het verkiezen van een nieuwe paus<br />
een bijna geheimzinniger aangelegenheid<br />
is dan de onderhandelingen in het<br />
Catshuis, probeer ik mij steeds opnieuw<br />
een voorstelling te maken van hoe zo’n<br />
verkiezing eraan toe gaat.<br />
De film Habemus Papam geeft een kijkje<br />
in deze wereld. Het schijnt namelijk een<br />
onmenselijke taak te zijn. De nieuwe paus<br />
Jorge Bergoglio is achter de schermen en<br />
ik moet zeggen dat het zeer verleidelijk<br />
is om te fantaseren over paniekerige<br />
kardinalen, die tot de Heer bidden om<br />
alsjeblieft niet tot paus verkozen te (76),<br />
also known as Franciscus, pakte het<br />
in 2005 iets slimmer aan en smeekte<br />
gewoon de kardinalen om niet op hem te<br />
stemmen. Hij verloor daardoor de strijd<br />
om het pausschap van zijn Duitse collega<br />
Joseph Ratzinger. Helaas werkt zo’n trucje<br />
natuurlijk maar één keer, dus nu moet hij<br />
er alsnog aan geloven. Hoe deze beslissing<br />
precies tot stand komt blijft gissen. Iets<br />
met briefjes, twee haardvuren, rook en<br />
tenslotte iets met een balkon en ruim<br />
honderdduizend gelovigen op het Sint-<br />
Pietersplein. Dat moment vlak voordat<br />
de nieuwe paus het balkon op komt<br />
intrigeert me het meest. Hoe zou hij daar<br />
staan, met zijn hele gevolg, achter dat<br />
rode gordijn? Net zoals die zenuwachtige<br />
kandidaten van talentenshows? Voor<br />
een spiegel het glimlachen en zwaaien<br />
oefenen? Schietgebedje? Voordat die<br />
deuren open gaan zeggen die kardinalen<br />
waarschijnlijk iets als ‘hee, zet ‘m op he?’<br />
of ‘we weten dat je het kunt!’ en zodra de<br />
paus de deuren door is verschijnt er een<br />
opgeluchte glimlach op hun gezichten.<br />
Daar sta je dan, als kersverse paus, met<br />
knikkende knieën, kleffe zweethandjes,<br />
rooie vlekken in je nek en samengeknepen<br />
billen. Begrijpelijk ook, want het worden<br />
van paus lijkt me nogal een happening.<br />
Gelukkig heeft Jorge Bergoglio twee<br />
voordelen. Ten eerste is hij al bijna tachtig,<br />
dus de kans dat hij nog een lange tijd in<br />
’t vak zal zitten is vrij onwaarschijnlijk.<br />
Ten tweede heeft zijn voorganger het<br />
cliché doorbroken dat een baan als paus<br />
levenslang zou moeten zijn. Jorge kan<br />
dus gewoon met pensioen als hij al die<br />
bloemen zat is, zijn taalcursussen moe is<br />
en kerst of Pasen eigenlijk niet meer ziet<br />
zitten. Bovendien vinden wij Nederlanders<br />
het krijgen van een nieuwe baan op hoge<br />
leeftijd zeer bewonderenswaardig; we<br />
doen het hem niet na. Chapeau!<br />
Ik ben Roos Beune, 20 jaar<br />
en eerstejaarsstudente<br />
Politicologie aan de Uva. Net<br />
als veel andere studenten<br />
woon ik bijna in Amsterdam.<br />
Ik blog graag, lees van alles<br />
en sport soms.<br />
36 - medium | april <strong>2013</strong>
FUNCTIEPROFIEL<br />
Als Directeur Media Relaties is Jan-Willem ter Avest het centrale aanspreekpunt van FrieslandCampina. Een functie waar je een<br />
hoop voor in huis moet hebben, zo blijkt al snel tijdens het gesprek. Of zoals hij zelf zegt: “In mijn vak moet je een alleskunner<br />
zijn. Een allesweter ook.”<br />
Tekst: Dyan Kloosterboer, Beeld: ????<br />
Dat Jan-Willem ter Avest een enthousiaste verteller genoemd<br />
kan worden, wordt ons al snel duidelijk. Bij onze korte kennismaking<br />
in de imposante ontvangsthal van het centrale kantoor<br />
van FrieslandCampina te Amersfoort, geeft hij direct aan dat we<br />
hem bij zijn voornaam mogen noemen. Vervolgens worden we<br />
naar de tiende etage geleid, waar het interview zal plaatsvinden.<br />
Al in de lift begint Jan-Willem honderduit te vertellen over<br />
FrieslandCampina, een zuivelcoöperatie, waarbij bijna vijftienduizend<br />
leden-melkveebedrijven in Nederland, België en Duitsland<br />
zijn aangesloten. De producten zijn in meer dan honderd landen<br />
te koop. Bekende merken in Nederland zijn onder andere Campina,<br />
Chocomel en Appelsientje. In Afrika en Azië is het bedrijf bekend<br />
met merken als Peak, Frisian Flag en Friso.<br />
Van alle markten thuis<br />
Op LinkedIn hadden we al gezien dat zijn functie naar de naam<br />
‘Director Media Relations’ luistert. Wanneer we Jan-Willem om<br />
een omschrijving vragen, moet hij even nadenken. “Het is lastig<br />
om daar een omschrijving van te geven, het is namelijk een erg<br />
breed begrip. Ik heb onder andere contact met journalisten, bladenmakers<br />
en programmamakers. Tegelijkertijd ben ik bezig met<br />
het beantwoorden van vragen door de pers en maak ik mensen<br />
in de organisatie bewust van wat media voor ze kunnen doen. Zo<br />
wil ik dat ze inzien wat het effect is van hun gedrag in de media<br />
en wat dit gedrag betekent voor de buitenwereld. Ik heb dus ook<br />
een voorlichtende rol. Verder geef ik adviezen over strategische<br />
keuzes die we als coöperatie moeten maken en hou ik me bezig<br />
met reputatiemanagement en crisismanagement.” Na deze lange<br />
opsomming van werkzaamheden binnen één functie, vragen we<br />
ons af hoe deze man nog zo ontspannen tegenover ons kan zitten.<br />
Het lijkt ons lastig om een alleskunner te moeten zijn binnen<br />
de organisatie, waarbij iedereen wat van je vraagt. We vragen<br />
Jan-Willem hoe hij dit ervaart. “Ik vind mijn baan erg leuk, maar<br />
je moet niet bang zijn om geleefd te worden, want dat gebeurt<br />
regelmatig. Gelukkig hoef ik het niet alleen te doen en heb ik<br />
veel goede mensen in mijn buurt.” Binnen het centrale kantoor<br />
van FrieslandCampina heeft Jan-Willem een vaste medewerker.<br />
Bij alle merken van FrieslandCampina zitten vaste krachten om<br />
productinhoudelijke vragen te beantwoorden. Algemene vragen<br />
omtrent FrieslandCampina beantwoordt hij zelf.<br />
Een stukje geschiedenis<br />
Na zijn HBO-opleiding Museumkunde studeerde Jan-Willem<br />
Geschiedenis in Leiden. Niet echt de achtergrond die je zou<br />
verwachten bij iemand in deze functie, al is hij het daar zelf niet<br />
mee eens. “Bij Museumkunde waren ongeveer vijftig procent<br />
van de vakken communicatiegerelateerd. Tentoonstellingen<br />
maken, filmproducties maken en interviews afnemen waren allemaal<br />
zaken die bij deze studie aan bod kwamen.” Nadat hij zijn<br />
studies had afgerond, ging hij als Hoofd Communicatie bij het<br />
Spoorwegmuseum in Utrecht aan de slag. Terwijl hij daar werkte,<br />
werd hem een functie als PR-manager aangeboden bij Fortis. Kort<br />
daarna vond er een grote kluiskraak plaats bij een van de dochterbanken<br />
van Fortis in Den Helder. De voormalig woordvoerder van<br />
Fortis ging net met pensioen en had niet veel zin meer in deze<br />
klus. Door iemand die Jan-Willem wel eens op TV had gezien, is hij<br />
toen gevraagd de woordvoering op zich te nemen. Op deze manier<br />
is hij in het woordvoerderschap gerold en er altijd in gebleven.<br />
Reactie op de buitenwereld<br />
Nu we inzicht hebben gekregen in wat zijn werkzaamheden allemaal<br />
zijn, zijn we erg benieuwd naar hoe zijn weken worden<br />
ingedeeld. Oftewel: hoe ziet een gemiddelde werkweek eruit?<br />
“Als ik ‘s ochtends om zeven uur ben opgestaan, pak ik de krant<br />
erbij. Ik kijk dan met name naar het financiële nieuws en nieuws<br />
uit de zuivelsector. Hierna pak ik mijn mobiele telefoon erbij en<br />
kijk ik naar social media, zoals Twitter. Ik probeer te filteren wat<br />
belangrijke nieuwsitems zijn en deze items worden vervolgens op<br />
kantoor om negen uur besproken tijdens het standaard overleg.<br />
EEN JOURNALIST IS NOOIT JE VRIEND, MAAR<br />
OOK NIET JE VIJAND.<br />
We bespreken of het noodzakelijk is om op bepaalde onderwerpen<br />
of reacties te reageren en hoe we dit vervolgens aan gaan<br />
pakken.” De rest van de week staat in het teken van het voorbereiden<br />
van persberichten en het werken aan projecten. Bij deze<br />
projecten kan gedacht worden aan investeringen, overnames, of<br />
het openen van een nieuwe fabriek. Daarnaast zijn er de persmomenten,<br />
wanneer er een persbericht naar buiten wordt gestuurd.<br />
Het is dan van belang om goed in de gaten te houden hoe de<br />
buitenwereld op deze berichten reageert en hier vervolgens een<br />
passend antwoord op te geven.<br />
It takes two to tango<br />
Wanneer het onderwerp ‘journalistiek’ wordt aangesneden, is<br />
Jan-Willem duidelijk op zijn hoede. De relatie tussen organisatie<br />
en journalist is een bekend fenomeen, waar regelmatig tegenstrijdige<br />
belangen bij komen kijken. Over één ding is Jan-Willem<br />
erg stellig: een journalist is nooit je vriend, maar ook niet je vijand.<br />
Hij onderkent het feit dat er sprake kan zijn van tegenstrijdige<br />
belangen, maar benadrukt dat er wordt gehandeld vanuit<br />
een gemeenschappelijk doel. “Een journalist wil zijn publiek iets<br />
vertellen en ik heb er belang bij dat mijn verhaal goed overkomt.<br />
Ik wil dat we als organisatie goed in de media komen.” We vragen<br />
hem of hij er in het verleden ook wel eens niet uit is gekomen<br />
met een journalist, waarop hij bevestigend antwoordt. “Journalisten<br />
zijn ook mensen, die soms vooringenomen zijn. Het is een<br />
enkele keer voorgekomen dat een journalist een permanente<br />
leugen opschreef en hier niks aan wilde veranderen. Ik heb die<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 19 37
DE REPUTATIE VAN DE ORGANISATIE KAN JE<br />
MAKEN OF BREKEN<br />
persoon hierna nooit een interview geweigerd, maar wel duidelijk<br />
gemaakt dat ik hem onbetrouwbaar vind.” Over het algemeen<br />
is Jan-Willem wel te spreken over Nederlandse journalisten. Volgens<br />
hem zijn ze kritisch, maar zeker niet onethisch en kijken ze<br />
goed naar wederzijdse belangen.<br />
Reputatie<br />
FrieslandCampina houdt zich ook bezig met social media. De<br />
organisatie heeft haar eigen Twitter-account, waarop dagelijks<br />
zakelijke tweets worden geplaatst. Jan-Willem twittert zelf<br />
over zakelijke onderwerpen via zijn privé-account, maar is hierin<br />
enigszins terughoudend. Hij geeft regelmatig zijn mening, maar<br />
neemt altijd in acht of deze mening afgewogen is en dus niet de<br />
onderneming schaadt. “De reputatie van de onderneming is van<br />
groot belang en als er ook maar iets fout gaat, kan je deze echt<br />
verspelen. Met een heel team zijn we continu bezig met de reputatie<br />
van de organisatie. Dit zijn onder andere mensen van de afdelingen<br />
communicatie, public affairs, productveiligheid en productkwaliteit.<br />
We willen dat alle 120.000 werknemers zich bewust<br />
zijn van de kwaliteit die ze moeten leveren en wat de gevolgen<br />
zijn voor de algehele reputatie. De reputatie van de organisatie<br />
kan je maken of breken.’’<br />
Probleemoplosser<br />
Gedurende het interview zijn er overwegend positieve aspecten<br />
van zijn functie naar voren gekomen, maar we zijn toch ook wel<br />
erg nieuwsgierig naar eventuele negatieve aspecten. “Ik hecht<br />
veel waarde aan interne transparantie. Soms hebben collega’s<br />
een interview gedaan, waar ze eigenlijk onvoldoende op waren<br />
voorbereid en het hierdoor geen succes is geworden. Als ze mij<br />
van tevoren hadden benaderd, had ik ze kunnen helpen. Het is<br />
belangrijk om open te zijn naar elkaar toe, zodat er overleg plaats<br />
kan vinden.” Wat hij ook vervelend vindt, is dat hij regelmatig<br />
als de probleemoplosser binnen de organisatie wordt gezien en<br />
mensen hem enkel opzoeken wanneer er iets mis is gegaan door<br />
onoplettendheid, of onvermogen. Natuurlijk hoort dit erbij, maar<br />
soms bestaat er de behoefte bij Jan-Willem om zijn telefoon uit<br />
te zetten en even niet bereikbaar te zijn. Het meest positieve aspect<br />
van zijn functie, is dat hij veel contact heeft met mensen van<br />
zowel binnen en buiten de organisatie. Hij heeft een hekel aan<br />
een grote afstand tussen de leiding en de rest van het bedrijf. Bij<br />
FrieslandCampina is deze afstand juist klein, wat hij als zeer positief<br />
ervaart.<br />
Tot slot<br />
Als laatste vraag ik hem of hij nog tips heeft voor studenten die<br />
een soortgelijke functie ambiëren. Meteen reageert hij stellig:<br />
“Volg je hart. Blijf dicht bij jezelf en kies voor een bedrijf dat bij je<br />
past en waar je je thuis voelt. Als woordvoerder moet je de mening<br />
van een bedrijf verkondigen en het is dan mooi meegenomen als<br />
deze mening strookt met je eigen mening.”<br />
Naam:<br />
Jan-Willem ter Avest<br />
Geboortedatum:<br />
19-11-1962<br />
Geboorteplaats:<br />
Delft<br />
Woonplaats:<br />
Odijk<br />
Hobby’s:<br />
waterpolo, duiken, fietsen<br />
Carriere:<br />
Freelancer, tentoonstellingmaker<br />
Hoofd Communicatie Nederlands Spoorwegmuseum<br />
Woordvoerder Fortis<br />
Intranet nieuws Fortis<br />
Woordvoerder Rabobank<br />
Marketing manager Rabobank<br />
Hoofd Marketingcommunicatie Rabobank<br />
Huidig: Directeur Media Relaties Friesland Campina<br />
38 - medium | april <strong>2013</strong>
Raad van Journalistiek: nodig of overbodig?<br />
Nieuwe werkwijze lijkt juist te beperken<br />
“Klacht tegen Trouw gedeeltelijk gegrond.” Dit lijkt misschien slechts een simpele nieuwskop maar het is in feite een rectificatie<br />
naar aanleiding van een uitspraak van De Raad van de Journalistiek op 17 december 2012. Of de klager hiermee geholpen is, valt<br />
te betwijfelen gezien de rectificatie 1/12e deel van de derde pagina bezet en er geen sprake lijkt van excuses. Hoewel de Raad<br />
bestaat uit legio professionals met kennis van zaken is het tijd om ons af te vragen: wat is de waarde van het oordeel van de Raad<br />
en in hoeverre is een dergelijk instituut nog noodzakelijk?<br />
Tekst: Daan Jongen, Beeld: DBduo Photography<br />
Werkwijze Raad<br />
Stelt u zich een situatie voor waarbij u geïnterviewd wordt<br />
door een journalist van een bekende Nederlandse krant. U<br />
komt overeen dat voor het artikel gepubliceerd wordt, u het<br />
stuk nog mag inlezen om eventuele onjuistheden te filteren.<br />
Dat gebeurt en u stuurt het artikel met aanmerkingen terug.<br />
Een paar dagen later als u die krant vol verwachting openslaat<br />
op zoek naar het artikel ziet u dat er, na uw aanmerkingen,<br />
nog veel meer veranderd en aangepast is. Dit alles heeft als<br />
gevolg dat de context uit zijn verband is gerukt en uw persoon<br />
daarmee schade wordt berokkend. Na contact opgenomen te<br />
hebben met de betreffende journalist die u vervolgens vertelde<br />
van niets te weten zit u met de handen in het haar. Naar de<br />
rechter gaan is geen optie want daar heeft u simpelweg geen<br />
geld voor. Is er dan geen mogelijkheid om hier, kosteloos, iets<br />
aan te doen? Jawel, u stapt naar de Raad voor de Journalistiek.<br />
De Raad voor de Journalistiek is opgericht in 1960. Het was<br />
het gevolg van de ontstane situatie waarbij de toenmalige<br />
Raad van Tucht louter nog mocht oordelen over journalisten<br />
die aangesloten waren bij de Nederlandse Vereniging van<br />
Journalisten. Het was toen dus mogelijk dat een journalist tegen<br />
wie een klacht werd ingediend simpelweg zijn lidmaatschap<br />
opzegde waarna de Raad van Tucht niet meer bevoegd was<br />
uitspraak over de kwestie te doen. Omdat de journalistieke<br />
ethiek ook toentertijd constant veranderde was het in het leven<br />
roepen van een nieuw, overkoepelend instituut noodzakelijk.<br />
Zodoende werd dan ook de Raad voor de Journalistiek<br />
opgericht.<br />
“De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijke instantie<br />
van zelfregulering voor de media, waar belanghebbende<br />
terecht kunnen met klachten over journalistieke activiteiten.<br />
De Raad bemiddelt en oordeelt of een journalist zorgvuldig<br />
zijn werk heeft gedaan en of met een publicatie grenzen van<br />
journalistieke ethiek zijn overschreden.” Aldus de Raad voor<br />
de Journalistiek die zichzelf zo omschrijft. De Raad komt een<br />
aantal keer, gemiddeld drie tot zes keer maand, bijeen om zich<br />
te buigen over kwesties die journalistieke ethiek behelzen.<br />
Mensen die klachten hebben betreffende de journalistieke<br />
“MOMENTEEL IS DE RAAD SLECHTS EEN<br />
KLACHTENLOKET”<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 39
ethiek maar niet naar de rechter kunnen<br />
of willen, mogen zich dus bij de Raad<br />
melden.<br />
Beperkt<br />
In eerste instantie kan iemand dus een<br />
klacht indienen en daarbij aangeven<br />
of het gaat om een spoedgeval of niet.<br />
Vervolgens ontvangt de klager een<br />
bevestiging van ontvangst waarna een<br />
kopie van de klacht naar de verweerder<br />
wordt verzonden met het verzoek om<br />
binnen drie weken te reageren. Daarna<br />
wordt alle betrokkenen meegedeeld<br />
wanneer de Raad de klacht zal<br />
behandelen. Uiteindelijk kan de Raad<br />
direct met een oordeel komen of wordt er<br />
een zitting gepland waarbij het oordeel<br />
geveld zal worden maar de betrokkenen<br />
geen aanwezigheidsplicht hebben.<br />
Overigens zijn aan het oordeel van de<br />
raad geen consequenties verbonden.<br />
Dit laatste lijkt de vinger op de zere<br />
plek te leggen. Er wordt een oordeel<br />
geveld dat geen consequenties heeft en<br />
de betrokkenen hoeven bij dit oordeel<br />
niet aanwezig te zijn. Hoewel het<br />
essentieel lijkt een instituut te hebben<br />
dat de journalistieke ethiek waarborgt,<br />
is er een situatie ontstaan waarin media<br />
als Het Parool, De Telegraaf en TROS<br />
simpelweg de Raad niet erkennen en<br />
dus niets met het oordeel doen. Na<br />
elke uitspraak verzoekt de Raad de<br />
verweerders deze beslissing integraal<br />
of in samenvatting te publiceren. Een<br />
recente ‘rectificatie’ waarbij Trouw - die<br />
de Raad nog wel erkent - betrokken was,<br />
doet dat en publiceert het volgende:<br />
“De Raad voor de Journalistiek heeft<br />
een klacht van J.E.M. Schillemans tegen<br />
Trouw gedeeltelijk gegrond verklaard en<br />
gedeeltelijk verworpen.” Trouw doet hier<br />
letterlijk wat de Raad vraagt, maar van<br />
een excuus is bij lange na geen sprake.<br />
Wat is dan de waarde hiervan?<br />
“Het is een afwachtende instantie,<br />
dat vind ik jammer,” vertelt Alexander<br />
Pleijter, hoofdredacteur van De Nieuwe<br />
Reporter, aan <strong>Medium</strong>. “De leidraad<br />
die de Raad hanteert zou constant<br />
ter discussie moeten staan omdat er<br />
sprake is van een constant veranderend<br />
veld. Dat gebeurt nu niet.” De leidraad<br />
is in 2007 opgesteld als richtlijn voor<br />
de Raad omdat het daarvoor elke<br />
zaak opnieuw bekeek. Een handig en<br />
essentieel onderdeel bij het beoordelen<br />
van zaken zou je denken, maar de laatste<br />
aanpassing dateert van september 2010.<br />
Pleijter: “Een dergelijk instituut zou<br />
constant bezig moeten zijn met normen<br />
en waarden van de journalistiek en<br />
constant discussie uitlokken. Momenteel<br />
is de Raad slechts een klachtenloket.”<br />
Nieuwe richting<br />
Het vreemde is dat Het Parool in 2011<br />
nog een artikel publiceerde met daarin<br />
de aangepaste statuten van de Raad. De<br />
strekking behelsde het feit dat de Raad<br />
zich voortaan ook ging bezighouden<br />
met internetjournalistiek. Een kleine<br />
anderhalf jaar later verklaart Kees<br />
Boonman, bestuurslid van de Raad dat<br />
het zijn jurisdictie juist gaat beperken<br />
en dus slechts klachten behandelt over<br />
media die de Raad erkennen. Daarnaast<br />
zal de beoordelingsmaatstaf aangepast<br />
worden: “De Raad hanteert voortaan een<br />
nieuwe beknopte beoordelingsmaatstaf<br />
voor behoorlijke journalistiek met<br />
drie criteria. Behoorlijke journalistiek<br />
is: waarheidsgetrouw en accuraat,<br />
onpartijdig en fair, controleerbaar<br />
en integer.” Zes positieve termen die<br />
daarentegen niet heel concreet en<br />
doorslaggevend klinken. In het bericht<br />
van de Raad waarin deze veranderingen<br />
werden aangekondigd verklaart het<br />
direct het doel van die veranderingen:<br />
“De Raad hoopt zo toegankelijker en<br />
beter begrepen te worden. Maar hoopt<br />
ook aan gezag bij publiek en media te<br />
winnen.” Maar als het in plaats van een<br />
flexibele lijn trekken nu komt met zes<br />
naar eigen interpretatie belangrijke<br />
termen is de begrijpelijkheid toch juist<br />
minder? Aan gezag winnen lijkt het<br />
ook niet te doen op deze manier. Deze<br />
aanpassingen zijn aan de hand van<br />
gegeven kritiek doorgevoerd. De kritiek<br />
kwam voornamelijk van de journalisten.<br />
Om gehoor te geven aan die kritiek is<br />
dan ook besloten dat journalisten, in<br />
plaats van juristen, voortaan de zittingen<br />
zullen voorzitten.<br />
Folkert Jensma, voorzitter van het<br />
bestuur van de Stichting Raad voor de<br />
Journalistiek, liet aan <strong>Medium</strong> weten<br />
dat het nieuwe beleid nog van start<br />
moet gaan: “Het nieuwe beleid, zoals<br />
aangekondigd afgelopen november,<br />
moet nog worden ingevoerd. Het<br />
voornemen is om daar zo snel mogelijk<br />
mee te beginnen.” Jensma legt uit dat de<br />
Raad relatief beoordeeld moet worden.<br />
Of de Raad in kracht afneemt met het<br />
invoeren van het nieuwe beleid betwijfelt<br />
Jensma: “We zijn ons er van bewust dat de<br />
gekozen nieuwe richting gaat leiden tot<br />
een beperktere reikwijdte. We moeten<br />
dan ook niet de pretentie hebben om<br />
de hele journalistiek te representeren.<br />
Dat is simpelweg niet mogelijk.” De<br />
voorzitter van het bestuur verklaart dat<br />
het niet erkennen van de Raad door<br />
mediaorganisaties als De Telegraaf<br />
en Elsevier veel verder gaat. Jensma:<br />
“De Telegraaf wil daar bijvoorbeeld<br />
überhaupt niet over spreken. Ze<br />
hebben principiële problemen met<br />
beroepsnormen anders dan die van hun.<br />
Ook Elsevier lijkt daar tegen te zijn.<br />
Andere journalisten mogen in hun visie<br />
40 - medium | april <strong>2013</strong>
simpelweg geen oordeel hebben over hoe zij journalistiek<br />
bedrijven. Ze hebben bezwaren tegen het fenomeen van de<br />
Raad waarbij geoordeeld wordt.”<br />
De aangepaste werkwijze is dus ontstaan door discussie<br />
en kritiek van voornamelijk journalisten. In 2007 bleek uit<br />
een onderzoek van Pleijter en Freye dat een deel van de<br />
journalisten een leidraad zag zitten terwijl een ander deel juist<br />
“GEKOZEN RICHTLIJN GAAT LEIDEN TOT<br />
BEPERKTE REIKWIJDTE”<br />
vond dat het journalistiek normbesef van de journalist zelf<br />
moet komen. Anno <strong>2013</strong> lijkt die verdeeldheid plaats te hebben<br />
gemaakt voor een negatieve tendens, zo vertelt Jansma: “De<br />
leidraad wordt nu over het algemeen als bezwaar gezien; te<br />
ingewikkeld en moeilijk uit te leggen. Om die reden is gekozen<br />
om terug te gaan naar de beknopte maatstaven.”<br />
Het lijkt een lastige situatie waarin de flexibiliteit van de Raad<br />
wel goed bedoeld is, maar niet tot zijn recht komt. Het is van<br />
essentieel belang dat de journalistieke ethiek gewaarborgd<br />
wordt. De leidraad lijkt niet te werken dus is het tijd om een<br />
volgende stap te ondernemen. Zoals de Raad zelf aangeeft<br />
doet het ook aan bemiddeling, voorafgaand aan publicaties:<br />
“Het voordeel daarvan is dat de Raad niet achteraf in actie<br />
komt en daarmee wellicht een procedure kan voorkomen.”<br />
Eveneens is de intentie juist, voorkomen is altijd beter dan<br />
genezen.<br />
constant discussiëren over hoe zij denken dat het dan wel moet.<br />
Betrek nog meer journalisten bij de Raad en laat de zittingen<br />
los. De situatie die nu ontstaan is, is te onduidelijk. Zo kondigde<br />
de gemeente Haarlemmermeer op 17 januari aan opnieuw naar<br />
de Raad voor de Journalistiek te stappen, “ondanks het feit dat<br />
Haarlems Dagblad niet meer wil meewerken met deze Raad,”<br />
aldus de gemeente Haarlemmermeer in een persbericht.<br />
Hoewel het woord ‘leidraad’ dan misschien besmet is, is het tijd<br />
dat de Raad openlijk inspeelt en discussieert over journalistieke<br />
kwesties. Terwijl uitspraken en ideeën over hoe journalistiek<br />
moet vastgelegd kunnen worden, moeten ze constant ter<br />
discussie staan. Technologische ontwikkelingen op het gebied<br />
van het maken van nieuws gaan in een stroomversnelling. Een<br />
instituut dat de ethiek waarborgt zal daarin mee moeten gaan.<br />
Uit het verleden is gebleken dat uitspraken van de Raad<br />
mee worden genomen indien iemand naar de rechter stapt.<br />
Een zitting met oordeel van de Raad had dus geen directe<br />
consequentie, maar werd wel waardevol geacht in het<br />
rechtsproces. Als blijkt dat een zitting met een oordeel van<br />
de Raad geen consequenties heeft dan moet men normen<br />
gaan creëren en daar openlijk uitspraken over doen. Proactief<br />
en vooruitdenkend handelen moet het nieuwe devies zijn.<br />
De constante discussie over ethische kwesties leiden tot een<br />
stabiele, flexibele en duidelijke richtlijn die meebeweegt<br />
met het journalistieke klimaat. Als tot de conclusie wordt<br />
gekomen dat de Raad niet de pretentie moet hebben de hele<br />
journalistiek te vertegenwoordigen terwijl het een kernwaarde<br />
is de journalistieke ethiek te waarborgen, dan is het tijd de<br />
werkwijzen te herzien.<br />
Hoe dan wel?<br />
Als blijkt dat een leidraad niet werkt dan lijkt het logisch dat<br />
de drie criteria waarheidsgetrouw en accuraat, onpartijdig<br />
en fair en controleerbaar en integer ook geen zoden aan de<br />
dijk zullen zetten. De open houding en de mogelijkheid voor<br />
discussie moeten de nieuwe kernwaarden zijn. “De Raad voor<br />
de Journalistiek heeft geoordeeld dat…” is geen rectificatie,<br />
dat is een constatering. Gezien het feit dat de Raad nu louter<br />
een oordeel kan vellen met als gevolg dat een rectificatie<br />
onder doet voor zijn eigen definitie (“officieel bericht waarin<br />
een fout in een eerder verschenen tekst wordt verbeterd”),<br />
moet het functioneren drastisch worden omgegooid. Hoewel<br />
het moeilijk is, moet er proactief worden gehandeld. Dat wil<br />
zeggen dat er direct een oordeel is met betrekking tot een<br />
situatie waarbij de journalistieke ethiek betrokken is. Daarbij<br />
moet ook gekeken worden naar hoe er in het buitenland<br />
met bepaalde kwesties wordt om gegaan. “Hoe reageert het<br />
publiek op die situatie, in hoeverre is een klager tevreden<br />
gesteld en hoe handelt een mediaorganisatie idealiter?” Het<br />
zijn vragen waar constant over gediscussieerd moet worden,<br />
zodat er langzamerhand consensus ontstaat over wat kan en<br />
wat niet kan.<br />
“Journalisten kunnen slecht tegen kritiek” vertelde bestuurslid<br />
Kees Boonman aan het NRC in juli 2012. Laat ze dan ook zelf<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 41
TIJD OVER?<br />
Tekst: Amanda Hol<br />
EVENTS<br />
MarCo Carrière Event<br />
Op 17 april zal in CREA Amsterdam het tiende MarCo Carrière Event plaatsvinden.<br />
Dit evenement is een initiatief van faculteitsvereniging EOS, studievereniging<br />
Mercurius en de Marketing Associatie Amsterdam. Op dit evenement is het mogelijk<br />
om als student in contact te komen met marketing- en communicatieprofessionals<br />
tijdens workshops, seminars, maar ook netwerkborrels. De afgelopen jaren<br />
hebben verschillende bedrijven waaronder KPN, Google en Heineken zichzelf<br />
gepresenteerd. Voor iedere student die zijn carrière een duwtje in de goede<br />
richting wil geven, is dit evenement een goed begin!<br />
Check voor meer informatie de Facebookpagina van het event of kijk op www.<br />
marcocarriereevent.nl.<br />
HAVE TO SEE<br />
Digitale Verleiding<br />
Internet is niet meer weg te denken uit onze samenleving en het is dus ook voor<br />
marketeers een belangrijke tool. Waar traditionele winkels kunnen observeren<br />
wat de consument op dat moment doet, kan dat via internet niet. Via internet<br />
wordt een stem of gelaatsuitdrukking niet gezien. Maurits Kaptein heeft een<br />
techniek ontwikkeld om ook online bezoekers te observeren en individueel<br />
te benaderen. In het boek komen verschillende aspecten aan bod, van de<br />
psychologie van verkopen tot aan de werking van onze hersenen. Voor elke<br />
(toekomstige) verkoper of voor wie wil weten hoe hij of zij op internet beïnvloed<br />
en verleid wordt, is het een heldere inleiding in de digitale verleiding. De<br />
paperback uitgave van het boek is zowel online als in boekwinkels te verkrijgen<br />
voor €19,95.<br />
Nationale dag van de communicatie<br />
Op 16 mei vindt in Nijmegen de Nationale Dag van de Communicatie plaats.<br />
Het evenement wordt georganiseerd door SVBC Babylon en SV Mycelium, de<br />
studieverenigingen van bedrijfscommunicatie en communicatiewetenschap<br />
aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De dag draait dit jaar om het thema:<br />
‘Houston, we have a product!’. Tijdens dit evenement kom je, tijdens diverse<br />
lezingen, te weten wat er speelt in een bedrijf wanneer deze een nieuw product<br />
lanceert. Later op de dag zijn er ook workshops waar verschillende deelthema’s<br />
rondom het onderwerp behandeld worden, zoals het gebruik van social media.<br />
Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen met betrekking tot dit evenement?<br />
Volg ze op Twitter, Facebook of kijk op www.nationaledagvandecommunicatie.nl.<br />
BOOKS<br />
C<br />
M<br />
w<br />
en<br />
M<br />
en<br />
A<br />
m<br />
w<br />
V<br />
ac<br />
vi<br />
ad<br />
ee<br />
h<br />
S<br />
t.<br />
K<br />
10<br />
Te<br />
E<br />
W<br />
D<br />
D<br />
n<br />
M<br />
in<br />
H<br />
H<br />
C<br />
V<br />
E<br />
Fe<br />
S<br />
A<br />
V<br />
V<br />
K<br />
S<br />
R<br />
H<br />
K<br />
M<br />
B<br />
C<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
p<br />
42 - medium | april <strong>2013</strong>
WOORD VANUIT MERCURIUS<br />
COLOFON<br />
<strong>Medium</strong> is het tijdschrift voor Communicatiewetenschap<br />
aan de Universiteit van Amsterdam<br />
en wordt uitgegeven door Studievereniging<br />
Mercurius. <strong>Medium</strong> verschijnt vier keer per jaar<br />
en heeft een oplage van 1500 stuks.<br />
Abonnementskosten zijn €20,- per jaar. Zie voor<br />
meer informatie www.mediumonline.eu of<br />
www.mercurius-uva.nl.<br />
Voor meer informatie over <strong>Medium</strong> en andere<br />
activiteiten van Mercurius zijn wij bereikbaar<br />
via onderstaande gegevens. Heeft u interesse in<br />
advertentieruimte of wilt u op een andere wijze<br />
een bijdrage leveren aan het magazine, dan<br />
horen wij dat graag.<br />
Studievereniging Mercurius<br />
t.a.v. <strong>Medium</strong><br />
Kloveniersburgwal 48<br />
1012 CX Amsterdam<br />
ondertitel<br />
Tekst: Vera Wijermars, Beeld: Sebastiaan Thijs<br />
Het Mercuriusbestuur 2012-<strong>2013</strong>,<br />
Noor Ploemen<br />
Alma van den Berg<br />
Boris Cobelens<br />
Eva Samplonius<br />
Vera Wijermars<br />
Voorzitter<br />
Secretaris<br />
Penningmeester<br />
Algemeen bestuurslid<br />
Algemeen bestuurslid<br />
Telefoon: (020) 5255302<br />
E-mail: henk@mercurius-uva.nl<br />
Website: www.mediumonline.eu<br />
www.mercurius-uva.nl<br />
Drukker: Drukwerkdiscounter, Kerkrade<br />
De meningen in de opgenomen artikelen zijn<br />
niet noodzakelijk gelijk aan die van de redactie.<br />
<strong>Medium</strong> behoudt het recht ingezonden brieven<br />
in te korten of niet te plaatsen.<br />
Hoofdredactie<br />
Henk Buutkamp<br />
Coördinatie<br />
Vera Wijermars<br />
Eindredactie<br />
Felicitas van Alphen, Floor Busch, Maartje Geels,<br />
Stefan de Waal<br />
Art Director<br />
Vera Wijermars<br />
Vormgeving<br />
Kelly Meijns, Mechteld Schoemaker, Anne Roos<br />
Smink<br />
Redactie<br />
Henk Buutkamp, Daan Jongen, Amanda Hol, Dyan<br />
Kloosterboer, Silke Manschot, Ferdinand Vroon,<br />
Menno Woudt<br />
Bronnen afbeeldingen<br />
Cover: Vincent Mentzel<br />
p. 02: Henk Buutkamp<br />
p. 06: FERDINAND!<br />
p. 07: Frederik Noordhuis<br />
p. 12: koninklijkhuis.nl<br />
p. 12: kb.nl<br />
p. 12: avro.nl<br />
p. 13: koninklijkhuis.nl<br />
p. 13: jemoetkiezen.nl<br />
p. 13: eo.nl<br />
p. 14: HENK!<br />
p. 15: HENK!<br />
p. 18: FERDINAND!<br />
p. 25: AMANDA!<br />
p. <strong>26</strong>: AMANDA!<br />
p. <strong>26</strong>: AMANDA!<br />
p. 30: Wikimedia Thomas van de Weerd<br />
p. 31: AMANDA!<br />
p. 32: AMANDA!<br />
p. 36: Roos Beune<br />
p. 39: DAAN!<br />
p. 40: DAAN!<br />
p. 41: DAAN!<br />
p. 42: marcocarriereevent.nl<br />
p. 42: AMANDA!<br />
p. 42: AMANDA!<br />
Vlnr.: Eva, Boris, Noor, Alma & Vera<br />
<strong>Medium</strong> wordt uitgegeven door Studievereniging Mercurius, verbonden aan de opleiding<br />
Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.<br />
april <strong>2013</strong> | medium - 43
LAB<br />
Onderzoek Psychologie en Communicatiewetenschap<br />
Deelnemers voor<br />
onderzoek gezocht!<br />
Ik wil:<br />
• Bijdragen aan de wetenschap<br />
• Meer leren over mezelf<br />
• Geld verdienen<br />
• Geen verplichtingen<br />
• Zelf mijn tijd indelen<br />
• Zelf bepalen hoeveel ik verdien<br />
E-mail: subjectpool-psy@uva.nl<br />
Schrijf je in via: www.lab.uva.nl<br />
CREA is hét cultureel studentencentrum<br />
van UvA en HvA. CREA organiseert cursussen<br />
en heeft een wekelijks programma<br />
van lezingen, voorstellingen, debatten,<br />
concerten en films.<br />
Een greep uit het april-programma:<br />
vr 12, za 13 | 20.30 uur | cabaret<br />
Goedkoop Cabaret<br />
Het leukste try-out podium met Johan<br />
Hoogeboom & Ludo van der Winkel,<br />
Dames voor na vieren, Eva Crutzen,<br />
Sander van Opzeeland, Marieke Visser<br />
en Steffen Brinkhaus.<br />
CREA Theater | Studenten en stadspas<br />
€ 6,-, overigen € 9,- | Reserveren: 020<br />
5251400<br />
Za 20 | 19.30 uur | film & wijnclinic<br />
The Symposion Nights<br />
Een ‘zomergasten avondje’ met korte<br />
filmpjes. O.a. met Peter Sloterdijk, Ayn<br />
Rand en Einstein. Met wijnclinic door<br />
Mathilde Verdam.<br />
Studenten/ AUV pas gratis, overigen E<br />
5,- | Reserveren niet mogelijk<br />
do 25 en vr <strong>26</strong> | 19.00 uur | festival<br />
Amsterdams Studenten Festival<br />
Festival vol muziek, dans en theater.<br />
Maak je eigen suikerspin, volg een graffiti-workshop<br />
of ga naar de gastoptredens<br />
van Peter Pannekoek, Thijs van Domburg<br />
en Rilan and the Bombardiers.<br />
Studenten/ AUV pas E 5,-, overigen E<br />
7,- | kaartverkoop: www.amsterdamsstudentenfestival.nl<br />
Foto: Fred van Diem