06.03.2016 Views

Medium / Jaargang 26 / #02 / April 2013

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tijdschrift voor Communicatiewetenschap (UvA) <strong>Jaargang</strong> <strong>26</strong>, nummer 2, april <strong>2013</strong><br />

Penelope<br />

communitymanager<br />

twitterende rechters<br />

de grens tussen werk en privé<br />

Marc de Hond<br />

prankcalls<br />

BEA ALS BRAND<br />

was het succesvol?


NOOT VAN DE REDACTIE<br />

Koninklijke nieuwe media<br />

Tablets, smartphone’s, grote tv-schermen met nieuws op stations en andere openbare<br />

plekken. 3G, 4G, Twitter en livestreams van alles waar je een camera op kan zetten (denk<br />

aan de schoorsteen op de Sixtijnse kapel). Het kiezen van een nieuwe paus of het aftreden<br />

van onze koningin, het nieuws en de consumptie daarvan gaan steeds sneller. Interessant<br />

voor communicatiewetenschappers en daarmee regelmatig onderwerp op ons blog<br />

<strong>Medium</strong> Online. Wan wat doet de snelheid van nieuwe media met de kwaliteit van zowel de<br />

nieuwsgaring als de verwerking van het nieuws door de ontvanger? Zelf lees ik geen krant<br />

meer en kijk ik enkel naar het NOS-Journaal voor de beelden bij het nieuws dat ik daarvoor<br />

al op internet had gelezen.<br />

Tegelijkertijd heb ik de eer om vanaf deze editie van <strong>Medium</strong> hoofdredacteur van dit<br />

magazine te mogen zijn. Nadat ik me een jaar lang met het opzetten en daarna leiden van<br />

<strong>Medium</strong> Online mocht bezighouden, is de verandering van spijs vooral een verandering in<br />

snelheid. De productielijn van dit magazine (het schrijven, redigeren en vormgeven), is zo<br />

anders dan die van het publiceren van een blog dat het even wennen was. Niet dat dat een<br />

nadeel is, want juist de tijd nemen voor iets ‘ouderwets’ als een magazine (zeker onder de<br />

communicatiewetenschappers) komt de kwaliteit daadwerkelijk ten goede.<br />

Ik ben dan ook trots op wat een vrijwel volledig nieuwe redactie voor deze editie heeft<br />

neergezet. Hoewel ik niet wil spreken van een themanummer, denk ik dat zowel Silke<br />

als Menno goed hebben ingespeeld op de aanstaande wisseling van de wacht in het<br />

Koningshuis. Daarnaast vertelt Marc den Hond in een interview met Menno over prank<br />

calls, naar aanleiding van de opzienbarende prank call van twee Australische DJ’s die<br />

het ziekenhuis belden waar Kate Middleton verpleegd werd. Op social media gebied<br />

interviewde Amanda community manager Viola Welling, die door PNOZorg tot ‘Penelope’<br />

werd gekroond. Gelukkig gaan we wel met onze tijd mee en kan je in deze editie ook lezen<br />

over twitterende rechters, smartphones op de werkvloer en bloggen anno <strong>2013</strong>. Mocht je<br />

je daarna afvragen of de Raad van de Journalistiek nog wel van deze tijd is, dan heeft Daan<br />

dat onderzocht.<br />

Als jullie dit nummer lezen, is de redactie al weer bijna klaar met de eerste versie van<br />

<strong>Medium</strong> 3. Achter de schermen zit er best wat snelheid in de oude media.<br />

Henk Buutkamp<br />

Cover:<br />

Met speciale dank aanVincent Mentzel<br />

02 - medium | april <strong>2013</strong>


INHOUD<br />

Twitterende rechters<br />

COLUMN<br />

COLUMN<br />

4<br />

7<br />

18<br />

HET OORDEEL<br />

Op zoek naar Penelope<br />

14<br />

8<br />

Bea als brand<br />

COLUMN<br />

“Neuromarketing Amanda”<br />

10<br />

36<br />

16<br />

FOTORUBRIEK<br />

STUDENT START UP<br />

‘Smart’ workers<br />

22<br />

24<br />

25<br />

Veranderingsmanagement<br />

voor beginners<br />

RESCENSIE<br />

27<br />

30<br />

Let’s blog<br />

‘Het zijn de ongelukken van<br />

de massamedia’<br />

FUNCTIEPROFIEL<br />

31<br />

33<br />

37<br />

Raad van Journalistiek:<br />

nodig of overbodig?<br />

TIJD OVER?<br />

WOORD VANUIT<br />

MERCURIUS<br />

39<br />

42<br />

43<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 03


Twitterende rechters<br />

Sociale media als Facebook en Twitter zijn het afgelopen decennium volledig met elkaar verweven geraakt binnen onze<br />

maatschappij. Ook de rechterlijke macht kan zich niet langer afzijdig houden van sociale media. Dit brengt echter een hoop<br />

vragen met zich mee. Hoe mogen en moeten rechters zich uiten op sociale media en waar ligt de grens tussen werk en privé?<br />

Ferdinand Vroon zocht namens <strong>Medium</strong> uit hoe de rechterlijke macht zich een weg baant door het oerwoud van nieuwe media.<br />

Tekst: Ferdinand Vroon, Beeld: Mechteld Schoemaker<br />

Reputatiemanagement<br />

Op 27 september 2012 werd de eerste Dag van de Rechtspraak<br />

georganiseerd. Deze dag moet de opmaat worden voor een<br />

jaarlijks terugkerend evenement waarbij belanghebbenden als<br />

politici, advocaten en natuurlijk rechters zich samen buigen over<br />

de hedendaagse rechtsstaat. Een dag met een aantal belangrijke<br />

thema’s en debatten op de agenda, waaronder het gebruik van<br />

sociale media door de rechterlijke macht. Huidig president van<br />

de rechtbank Noord-Holland Evert van der Molen geeft in zijn<br />

openingsspeech op deze dag aan dat de rellen in het Groningse<br />

Haren het toenemend belang van sociale media in onze<br />

maatschappij kenschetsen.<br />

De rechtbank kan niet langer om het gebruik van sociale media<br />

heen. Zo komt het bijvoorbeeld steeds vaker voor dat er over<br />

zaken allerlei inhoudelijke verhalen de ronde doen op sociale<br />

media. Ook kunnen sociale media de aanleiding voor een zaak<br />

zijn, of een sterke rol spelen binnen de zaak, zoals het geval<br />

lijkt te zijn bij de zogenaamde ‘Facebookmoord’. Van der Molen<br />

noemt in zijn speech bovendien de incidenten van opduikende<br />

rechtbankdossiers op bagagedragers van fietsen en een rechter<br />

die naar naaktfoto’s op internet zou hebben gekeken. Dergelijke<br />

zaken waarbij de integriteit van de rechter in twijfel wordt<br />

getrokken, zorgen ervoor dat de vraag naar reputatiemanagement<br />

binnen de rechtspraak toeneemt, zo zegt Van der Molen. De<br />

rechtbank moet net als elke andere organisatie zijn eigen fouten<br />

oplossen en dat is nou eenmaal niet altijd een pretje.<br />

“IK VRAAG ME AF OF DE RECHTERLIJKE<br />

MACHT EEN BRAND IS, ZOALS<br />

COCA-COLA, NIKE OF APPLE.”<br />

Maatschappelijke kloof<br />

Sociale media kunnen voor de rechtspraak dienen als middel om<br />

te participeren in het maatschappelijk debat. Voorbeelden uit<br />

de advocatuur als Bram Moszkowicz en Richard Korver die de<br />

media uitstekend weten te bespelen, laten dit zien. De rechtbank<br />

worstelt hier echter duidelijk nog mee. Sociale media dienen niet<br />

alleen als hulpstuk bij reputatiemanagement, maar “kunnen ook<br />

de kloof tussen de rechtspraak en de maatschappij dichten”, zo<br />

zegt Leendert Verheij (@VerheijLeendert), president van het<br />

gerechtshof in Den Haag. De Volkskrant schreef eind 2012 in een<br />

artikel dat Verheij een voorloper is binnen de rechterlijke macht.<br />

In een interview met Thijs van den Brink op Radio 1 legt Verheij<br />

uit waarom hij het medium is gaan gebruiken: “Veel mensen<br />

begrijpen niet wat rechters doen. Door middel van sociale media<br />

kunnen rechters dit beter uitleggen.” Hoogleraar Geschiedenis<br />

van Maatschappij, Media en Cultuur Henri Beunders stelt tijdens<br />

een lezing op de Dag van de Rechtspraak de volgende vraag:<br />

“Moet de rechterlijke macht sociale media inzetten uit angst (als<br />

reputatiemanagement – red.) of uit overtuiging?” Ook hij is het<br />

eens met Verheij dat de rechtbank met sociale media de burgers<br />

veel meer bij de rechtspraak kan betrekken. Niet alleen kunnen<br />

zaken beter worden uitgelegd, maar ook komt er daardoor meer<br />

begrip voor bepaalde zaken en uitspraken bij de burgers. Verheij<br />

noemt de zaken die dienden tegen de relschoppers na Project X in<br />

Haren. Hierbij lieten de media een beeld zien van jongeren die een<br />

supermarkt in brand staken en stenen naar de mobiele eenheid<br />

gooiden. Een aantal verdachten kwamen vervolgens direct na<br />

de uitspraak van de rechter vrij, omdat hun voorarrest dekkend<br />

was voor de straf waartoe zij veroordeeld werden. Veel mensen<br />

reageerden, onder andere op sociale media, verontwaardigd<br />

over wat zij lage straffen noemden. Uit een onderzoek van NRC<br />

Handelsblad bleek dat de rechters de berichten, die tijdens de<br />

rellen werden verstuurd om mensen op te roepen om mee te<br />

doen in het geweld, niet had meegewogen in de zaak. Hierdoor<br />

vielen veel straffen lager uit dan van te voren werd verwacht door<br />

het publiek. Verheij stelt dat in dit geval sociale media kunnen<br />

helpen om een dergelijke zaak beter aan het publiek uit te leggen,<br />

bijvoorbeeld door er een uitgebreid blog over te schrijven.<br />

Ook uit een rapport over het gebruik van sociale media, opgesteld<br />

door een speciale onderzoekscommissie, blijkt dat de rechtbank<br />

lyrisch is over het gebruik van sociale media. Beunders is iets<br />

terughoudender, maar ziet wel kansen. “Ik vraag me af of de<br />

rechterlijke macht een brand is, zoals Coca-Cola, Nike of Apple”,<br />

aldus Beunders in zijn lezing. Hij vindt dat de rechtbank zichzelf<br />

dan ook niet hoeft te profileren als een merk en niet door middel<br />

van reputatiemanagement aan de relatie met haar afnemers<br />

hoeft te werken. De reputatie van de rechtbank wordt bepaald<br />

in de rechtbank door middel van de rechtspraak zelf. Dit moet je<br />

natuurlijk wel duidelijk communiceren. Volgens Beunders kunnen<br />

sociale media zich hier uitstekend voor lenen.<br />

Terughoudend<br />

Hoewel velen vinden dat sociale media een goed<br />

communicatiemiddel kunnen zijn voor de rechterlijke macht, zijn<br />

sommigen ook terughoudend. Een familierechter werkzaam bij<br />

de rechtbank Amsterdam, die liever anoniem blijft, zegt een stuk<br />

voorzichtiger te zijn wat betreft het gebruik van sociale media.<br />

Als we haar naam googelen blijkt dit dan ook vrijwel geen hits<br />

04 - medium | april <strong>2013</strong>


april <strong>2013</strong> | medium - 05


op te leveren. De rechter zit zelf wel op Facebook maar met<br />

een afgeschermd profiel. Ze twittert niet en heeft zelfs bewust<br />

geen LinkedIn-account. Een rondvraag langs collegarechters en<br />

griffiers (rechtbanksecretaris – red.) levert een breed spectrum<br />

aan meningen en gedragingen op. Zo zijn er rechters die alleen<br />

zakelijk twitteren en mensen die zich, net als onze bron, zoveel<br />

mogelijk afzijdig houden van sociale media. “Er zijn in ieder geval<br />

geen regels, wat mij persoonlijk wel verbaasd.” zo stelt de rechter.<br />

“Ik denk dat het een heel goed idee zou zijn als die richtlijnen er<br />

zouden komen.”<br />

“ERGENS IS HET NATUURLIJK<br />

VERBAZINGWEKKEND DAT ER NOG<br />

GEEN ERNSTIGE FOUTEN ZIJN GEMAAKT.”<br />

“Ik ben ook wat achterdochtig geworden sinds iemand die<br />

betrokken was als partij binnen een rechtzaak na afloop van de<br />

zitting een griffier op - naar ik meen LinkedIn - had gevonden.<br />

Vervolgens ging hij deze griffier, zij het op een positieve<br />

manier, vertellen hoe hij de zitting had gevonden”, zo vertelt de<br />

familierechter. Sociale media bieden dus extra mogelijkheden om<br />

rechters en hun collega’s (ongewenst) persoonlijk te benaderen<br />

buiten de rechtszaal. “Natuurlijk kunnen ze je ook een briefje<br />

sturen, maar dit is toch een extra mogelijkheid.”<br />

De rechter vertelt ons ook dat informatie van buitenaf,<br />

bijvoorbeeld uit de media, niet inhoudelijk in een zaak wordt<br />

meegenomen. “Sociale media vormen hier geen uitzondering<br />

op.” Toch maken ze het allemaal wat ingewikkelder. Het is<br />

bijvoorbeeld mogelijk dat een Twitterende rechter online<br />

uitspraken van bepaalde personen uit een zaak te zien krijgt en<br />

hierover een mening vormt. Zeker sociale media als Twitter zijn<br />

voor veel mensen een grote uitlaatklep om hun meningen te<br />

spuien. Als je deze meningen leest is het moeilijk om zelf volledig<br />

objectief te blijven.<br />

“Tot slot is er de rechter als persoon zelf. Dingen die je naar buiten<br />

brengt over je eigen privésfeer kunnen je onafhankelijkheid<br />

aantasten. Zo hoeft niemand te weten waar ik met mijn kinderen<br />

heen ga op wintersport. Ook het feit dat ik bijvoorbeeld erg<br />

graag naar islamitische landen reis kunnen neigen naar een<br />

mening over discriminatie of iets dergelijks. Als je dergelijke<br />

persoonlijke dingen laat zien ben je wrakingsgevoeliger en zal je<br />

onafhankelijkheid als rechter mogelijk meer in gevaar komen. Ze<br />

kennen jou en je persoonlijke standpunten.” De rechter begrijpt<br />

dat mensen je toch wel weten te vinden als ze kwade bedoelingen<br />

hebben. “Ze kunnen je vinden in het telefoonboek en voor je deur<br />

gaan liggen. Alleen door je op sociale media te begeven en hierop<br />

je standpunten weer te geven werk je dit extra in de hand.” Toch<br />

kan de rechter zich voorstellen dat anderen het wel doen. Ook<br />

zij onderschrijft het toenemende belang voor de rechtspraak<br />

om meer naar buiten te treden als rechterlijke macht. Ze ziet de<br />

kansen die sociale media hierbij kunnen bieden. Toch ziet zij geen<br />

meerwaarde in het twitteren op persoonlijke titel zoals Leendert<br />

Verheij dit doet. Volgens haar wegen de voordelen niet op tegen<br />

de mogelijke nadelen die sociale media met zich meebrengen.<br />

Wel of niet doen?<br />

Objectieve communicatie en transparantie is enorm van<br />

belang binnen de rechtspraak. Sociale media kunnen dienen<br />

als een handvat om inhoudelijk opheldering te geven over<br />

rechtzaken. Toch blijft het schipperen tussen de grenzen van<br />

onafhankelijke rechtspraak en het verkleinen van de kloof tussen<br />

de rechterlijke macht en de burger. “Want ergens is het natuurlijk<br />

verbazingwekkend te noemen dat er nog geen ernstige fouten zijn<br />

gemaakt”, zo zegt ook onze anonieme bron. Is het bijvoorbeeld<br />

goed dat Leendert Verheij twittert dat hij op vakantie is in Israël?<br />

Of zijn dit privézaken die rechters beter voor zichzelf kunnen<br />

houden? Kortom, moet het kalf dus eerst verdrinken of dichten<br />

we de put vroegtijdig? Richtlijnen en effectief beleid zijn hard<br />

nodig en zullen dus moeten worden opgesteld. Ook het creëren<br />

van een maatschappelijk debat omtrent het onderwerp zou<br />

wenselijk zijn. Experts mogen dan wel enthousiast zijn over het<br />

gebruik van sociale media binnen de rechterlijke macht, maar<br />

zonder enige vorm van beleid of regulering lijkt het alsof we te<br />

maken hebben met een ongeleid projectiel. Hoewel sociale media<br />

zich uitstekend lenen om openheid van zaken te geven, moeten<br />

rechters altijd objectief blijven en mogen ze hun persoonlijke<br />

mening nooit laten doorschemeren in een rechtzaak. Sociale<br />

media en de rechterlijke macht; vooralsnog lijkt het spelen met<br />

vuur.<br />

06 - medium | april <strong>2013</strong>


COLUMN<br />

Maar niet verbaasd...<br />

Twee weken geleden op een doodnormale<br />

dinsdagmiddag begon mijn telefoon te<br />

trillen. Dit doet hij altijd als ik word gebeld.<br />

Het nummer op het schermpje van mijn vrij<br />

ouderwetse telefoon herkende zowel ik als<br />

mijn telefoon niet. Nu word ik niet regelmatig<br />

gebeld en al helemaal niet door een onbekende<br />

beller. Twijfelachtig nam ik op: “met Frederik”.<br />

Aan de andere kant van de lijn reageerde een<br />

jonge vrouwenstem. De naam van de dame<br />

ben ik onderhand alweer vergeten, maar ze<br />

ronde haar korte introductie af met “van de<br />

examencommissie van Windesheim”. Bij het<br />

noemen van dat laatste ging ik toch even<br />

rechtop zitten en was mijn aandacht gevangen.<br />

De dame in kwestie had een dossier voor haar<br />

liggen die ik een maand eerder voor de tweede<br />

keer had ingeleverd.<br />

Het dossier die de vrouw voor haar had liggen<br />

was ‘dossier 24’. Ik had het dossier eerder dit<br />

schooljaar zo genoemd, omdat het dossier een<br />

vrijstellingsaanvraag bevat voor vierentwintig<br />

EC’s. Waarom? Omdat vierentwintig van de<br />

dertig EC’s die ik tijdens mijn Erasmusstudie in<br />

Madrid behaald had, één jaar na het verkrijgen<br />

ervan weer waren afgepakt. De overheid was<br />

begonnen aan de slopende controle van de<br />

opleiding Journalistiek van Windesheim en mijn<br />

punten waren plotseling niet meer te verklaren.<br />

Alle klaagbrieven en ontmoetingen met de<br />

directeur en docenten ten spijt. In de maanden<br />

daarop werd de betrokken docent ontslagen en<br />

ik kon nog steeds fluiten naar mijn punten.<br />

De eerste keer was het desbetreffende dossier<br />

afgekeurd op ‘taal’. Wat er precies mis was<br />

met de ‘taal’ heb ik nooit te horen gekregen,<br />

dus had ik maar besloten om het dossier zelf<br />

nog een keer goed door te lezen en twee<br />

universiteitsstudenten gevraagd om er ook<br />

goed naar te kijken en de fouten eruit te halen.<br />

Na deze kritische beoordelingen was ik er<br />

eigenlijk vanuit gegaan dat ik op den duur een<br />

mailtje zou krijgen met het goede nieuws dat<br />

ik mijn punten dan toch eindelijk verdiende.<br />

Mijn goede hoop mocht niet baten. De dame<br />

belde mij om te vertellen dat het dossier voor<br />

de tweede keer was afgekeurd. Inhoudelijk<br />

was het wederom perfect, maar de taal was<br />

het toch nog net niet. Toen ik vroeg wat er dan<br />

precies niet goed was antwoordde ze luchtig:<br />

“Ik heb het zelf niet nagekeken en er zit ook<br />

geen commentaar bij, dus dat weet ik niet.”<br />

Vreemde manier van feedback leveren dacht ik<br />

nog. Vastberaden om wat meer informatie te<br />

krijgen bleef ik aan de lijn. “Dit dossier is door<br />

mij en twee universiteitsstudenten nagekeken<br />

en beter dan dit wordt het niet”, antwoorde<br />

ik. “Ja, met alle veranderingen binnen de<br />

opleiding is de lat van de taalbeheersing fors<br />

omhoog gegaan, het is voor iedereen moeilijker<br />

geworden”, reageerde ze defensief. “Maar u<br />

snapt dus dat het niet beter gaat worden dan<br />

wat ik nu ingeleverd heb?” “Ja dan zal je iemand<br />

moeten inhuren om het dossier na te kijken”,<br />

antwoorde ze in al haar onschuld.<br />

Mijn opleiding is na de controle van de<br />

overheid veranderd van een ‘School of Media’<br />

in een ‘School voor de Journalistiek’ en mijn<br />

afstudeerrichting ‘Media Productions’ bestaat<br />

onderhand niet eens meer. Je kan je misschien<br />

voorstellen dat dit best een vervelende<br />

ontwikkeling is voor een student die zich<br />

volledig op het vak mediaproductie gericht<br />

heeft in alles wat hij doet. Daarnaast was het<br />

verrassende antwoord van de dame aan de<br />

telefoon niet mijn eerste tegenslag. Ik ben nu,<br />

vlak voor mijn afstuderen na zeven en een half<br />

jaar veel van Windesheim gewend. Zo ben ik in<br />

het verleden een half jaar van school gestuurd;<br />

heb ik te horen gekregen dat docenten die<br />

dossiers van mij moesten nakijken plotseling op<br />

sabbatical waren; zijn er belangrijke regels van<br />

de opleiding aangepast waarvan de studenten<br />

pas een week na het veranderen te horen<br />

kregen en heb ik een docent die überhaupt niet<br />

reageerde, omdat er een spelfout in mijn mail<br />

stond.<br />

Al deze tegenslagen hebben mij geleerd<br />

altijd alles zwart op wit te laten zetten. Mijn<br />

vertrouwen in docenten (de uitzondering<br />

daargelaten) en de opleiding zijn verlaagd tot<br />

een verwaarloosbaar klein beetje. Het papiertje<br />

dat in al zijn glorie ‘diploma’ wordt genoemd van<br />

deze ‘School voor de Journalistiek’, naast het<br />

feit dat het een hbo diploma is, daar zal ik verder<br />

weinig aan hebben. Mijn opleiding Journalistiek<br />

aan de Hogeschool Windesheim heeft in het<br />

verleden en zal in de toekomst bij mij voor de<br />

nodige problemen zorgen. Elke emotie heeft bij<br />

mij onderhand wel zijn kop opgestoken. Ik ben<br />

nog steeds teleurgesteld, gedemotiveerd en<br />

boos, maar nooit meer… verbaasd..<br />

Frederik Noordhuis is een<br />

jonge cameraman en editor.<br />

Hij studeert onderhand<br />

al meer dan zeven lange<br />

jaren Journalistiek aan het<br />

beruchte Windesheim. Zijn<br />

opleiding komt voor hem<br />

al jaren op de tweede plek,<br />

werk is in alle opzichten zijn<br />

passie. Zijn huidige project is<br />

merkwaardig een Europese<br />

documentaire over de yoyo<br />

scene!<br />

www.langleydidit.eu<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 07


Op zoek naar Penelope<br />

Content marketing als commitment<br />

Eind 2012 was zorgverzekeraar PNOzorg op zoek naar ‘Penelope’: een communitymanager die verslag doet van alles wat er<br />

speelt in de creatieve wereld. Het bedrijf kan zo in de toekomst aanbieden waar nu behoefte aan is, wat past bij de consument van<br />

nu. Via posters, sociale media en internet werd de zoektocht naar de nieuwe Penelope gestart. Viola Welling: “Op het moment<br />

dat ik over de campagne hoorde, besloot ik dat ik Penelope wilde worden. De omschrijving die ik las, daar stond bijna mijn naam<br />

in.” Na een maand campagne voeren, was Viola de gelukkige: ze werd verkozen tot de nieuwe communitymanager van het<br />

bedrijf. Ze is nu sinds november bezig. Iedere dag laat ze via Twitter, Instagram, Facebook en sites zoals Marketingfacts, Emerce<br />

en Froot zien wat er speelt in de creatieve industrie. Hoe bevalt het Viola als Penelope en hoe ziet ze de toekomst? <strong>Medium</strong> sprak<br />

met haar over Penelope.<br />

Tekst: Amanda Hol, Beeld: Remona van der Zon<br />

Campagneperiode: Op zoek naar Penelope<br />

Bijna 350 Penelope’s streden om die ene felbegeerde plek.<br />

De Penelope’s kregen drie weken de tijd om te laten zien wat<br />

ze konden. In die drie weken probeerde Viola te laten zien hoe<br />

veelzijdig ze is. Dit heeft ze onder andere gedaan via de sociale<br />

media. “Ik heb een Facebookpagina opgezet, want die was<br />

er nog niet, de campagne liep namelijk via Twitter. Daarnaast<br />

voerde Viola ook op andere manieren campagne. “Ik heb ook<br />

blogs geschreven. Het is een functie waarbij je moet bloggen,<br />

interviewen, waarbij je artikelen gaat schrijven en waarbij je de<br />

sociale media gaat gebruiken. Al die elementen heb ik in die drie<br />

weken geprobeerd zoveel mogelijk uit te werken, want ik wilde<br />

mijn veelzijdigheid laten zien.”<br />

Een gemiddelde werkdag<br />

De gemiddelde werkdag is volgens Viola lekker hectisch. De dag<br />

begint met koffie, want goede koffie is heilig voor haar. “Daarna<br />

een rondje langs alle sociale media, e-mails beantwoorden en<br />

heel veel schrijven.” Ze staat elke dag met sociale media op en<br />

gaat er ook weer mee naar bed. “Met de komst van nieuwe media<br />

zijn mijn werktijden vervaagd. Vanaf half tien zijn we op kantoor,<br />

maar terwijl ik opsta heb ik Twitter en Facebook al gecheckt en<br />

mijn eerste retweets en replys al gedaan.” Zelfs midden in de<br />

nacht wordt ze wakker, om dan met een schuin oog even op haar<br />

telefoon te kijken.<br />

Viola laat me een pagina zien uit een boekje waar boven staat:<br />

Penelope’s list. Deze lijst bevat allemaal namen met mensen<br />

die Viola graag wil interviewen of waar ze graag iets over wil<br />

schrijven. De ideeën bedenkt ze zelf, maar ze heeft een team<br />

om mee te sparren: “Iedere week, op maandag, hebben we<br />

redactievergadering. Hier bespreken we de leerpunten van de<br />

afgelopen week en de plannen voor de komende week.”<br />

Relatie met de klant<br />

Volgens Viola gaat marketing naar een nieuwe fase toe als het<br />

gaat om het overbrengen van het verhaal als merk. Onderzoeken<br />

laten zien dat 94 procent van de mensen waarde hecht aan peerto-peer<br />

informatie. Mensen willen niet meer van een merk zelf<br />

horen dat het merk goed is, maar van hun naasten. “PNOzorg<br />

biedt een platform voor mensen uit de creatieve sector, om zo<br />

mooie verhalen te kunnen delen die leuk zijn voor de doelgroep,<br />

daarnaast leert PNOzorg zo ook van de doelgroep.”<br />

“MENSEN DENKEN GRAAG MET JE MEE.<br />

DAAR KUN JE ALS BEDRIJF JE PRODUCT<br />

OOK OP VERBETEREN.”<br />

Toen Viola aan dit avontuur begon lag er nog niets vast. PNOzorg<br />

wist niet wie er zou winnen en de organisatie wilde dat Penelope<br />

er haar eigen draai aan zou kunnen geven. Viola gelooft daar zelf<br />

ook heilig in: “Pas dan word je echt geloofwaardig. Ik moet mijn<br />

stempel op mijn werk kunnen drukken. Als ik een soort poppetje<br />

ben, kan ik niet het verhaal vertellen wat ik nu wel over kan<br />

brengen.” Aan het begin van haar carrière als Penelope werd er<br />

hard gewerkt aan lijsten met mensen die ze wilde interviewen.<br />

08 - medium | april <strong>2013</strong>


Tips voor bedrijven<br />

Er zijn verschillende dingen die je kunt doen om een betere relatie<br />

met de klant op te bouwen, aldus Viola:<br />

1. Relaties zijn belangrijk voor het bestaansrecht van een bedrijf<br />

dus is het verstandig om daar in te investeren. Dat doe je door je<br />

sociaal op te stellen als bedrijf en online aanwezig te zijn.<br />

2. Helaas zie je nog te vaak dat bedrijven hun kanalen onderling<br />

niet op elkaar afstemmen. Zonde, want de eenheid tussen je site,<br />

Facebook pagina en drukwerk zorgt nu juist voor een synergieeffect.<br />

3. Als bedrijf moet je bepalen welke kanalen bij jouw bedrijf<br />

passen. “Dat Nederland nu massaal aan het Facebooken is<br />

geslagen, betekent niet dat Facebook ook bij jou als bedrijf past.”<br />

4. Het allerbelangrijkste is dat je als merk echt durft te zijn.<br />

“Wees authentiek, je staat als merk ergens voor. Daar hoort vaak<br />

een bepaalde taal bij, daar horen bepaalde beelden bij. Door<br />

duidelijk te zijn in waar jij voor staat, zul je onvermijdelijk mensen<br />

afstoten. Dat is niet erg, want je kunt niet iedereen te vriend<br />

houden.”<br />

5. Klanten kiezen volgens Viola voor een product wanneer je<br />

als bedrijf echt ergens voor staat. Mensen voelen zich daartoe<br />

aangetrokken. “Het is erg belangrijk om te laten zien wie je bent<br />

als bedrijf. Durf als bedrijf de dialoog aan te gaan met je klanten.<br />

Mensen denken graag met je mee. Daar kun je als bedrijf je<br />

product ook mee verbeteren.”<br />

“CONTENT MARKETING IS<br />

EEN LANGDURIGE COMMITMENT,<br />

GEEN VLUCHTIGE CAMPAGNE”<br />

Leerzame periode<br />

Als Penelope heeft Viola al veel geleerd. “Ik heb wederom geleerd<br />

dat hard werken loont, dat als je iets moeilijk vindt, je ook moet<br />

durven aangeven dat je iets lastig vindt. Ook werkt enthousiasme<br />

erg aanstekelijk en is doorzettingsvermogen onmisbaar. Dat<br />

laatste is nodig omdat er tijd nodig is om een achterban te<br />

ontwikkelen. Content marketing is een langdurige commitment,<br />

geen vluchtige campagne.” Viola heeft ook gemerkt dat sociale<br />

media een positief effect heeft op de achterban. “Bedenk<br />

maar eens hoe makkelijk je via sociale media informatie kunt<br />

verzamelen en hoeveel makkelijker je een gesprek kunt aangaan<br />

met diezelfde doelgroep.”<br />

Voor Viola is deze baan een soort van vakprijs. Er waren bijna<br />

350 mensen die Penelope wilden worden. Mensen die ze hoog<br />

heeft zitten, mag ze nu ook interviewen. Zo heeft ze recentelijk<br />

Dom Sagolla, co-creator van Twitter geïnterviewd. Daarnaast<br />

leert Viola er veel van, ze krijgt namelijk feedback op alles wat ze<br />

doet. Soms moet ze zichzelf ook pushen omdat ze dingen moet<br />

doen die ze spannend vindt. “Ik heb liever dat mensen zeggen:<br />

Viola, dit is niet goed, dan dat niemand dat zegt en dat ik het stuk<br />

publiceer.”<br />

Toekomst<br />

Ze ziet de toekomst voor Penelope heel positief in. “Ik denk dat<br />

Penelope de komende jaren blijft bestaan. Ze kan nog heel erg<br />

groeien. Het eerste half jaar is erg ingewikkeld, omdat je je plek<br />

moet verdienen in de community. Daarna groeit de achterban<br />

sneller.” Je kunt de relatie met Penelope vergelijken met de<br />

relatie die je hebt met een vriendin. “Waarom zou je een relatie<br />

gaan opbouwen en die vervolgens na een jaar weer afbreken?”<br />

Viola zou het geweldig vinden als Penelope blijft bestaan als een<br />

soort van stimuleringsprijs voor jong talent.<br />

“IK DENK DAT PENELOPE DE<br />

KOMENDE JAREN BLIJFT BESTAAN.”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 09


Bea als brand<br />

En tips voor het personal brand van koning<br />

Willem-Alexander<br />

Het is 1980, de nieuwe koningin komt op de troon. Een jonge vrouw, maar serieus en zakelijk ingesteld. Nu staat zij haar plek af.<br />

In de afgelopen decennia is zowel haar werkwijze, haar professionaliteit als haar kapsel nagenoeg onveranderd gebleven. Is dit<br />

een typisch voorbeeld van personal branding?<br />

Tekst: Silke Manschot, Beeld: Vincent Mentzel<br />

Beatrix, moeder van alle Nederlanders<br />

Geboren in 1938, werd Beatrix Wilhelmina Armgard van Oranje-<br />

Nassau zoals zij voluit heet, in 1980 koningin der Nederlanden.<br />

De koningin, regerend onder de naam Beatrix zal op 30 april het<br />

koningschap overdragen aan haar oudste zoon, prins Willem-<br />

Alexander. Voor communicatieliefhebbers valt er toch nog iets<br />

te leren van dé mediagebeurtenis van het jaar en wel vanuit de<br />

denkwijze van het personal brand. Ik spreek met Tom Scholte die<br />

in Nederland geldt als een van de ambassadeurs op het gebied van<br />

personal branding. We gaan na wat koningin Beatrix goed heeft<br />

gedaan en wat wellicht beter had gekund. Met gerenommeerd<br />

fotograaf Vincent Mentzel bekijk ik via Skype staatsieportretten<br />

die hij van Beatrix maakte en zodoende ontplooit zich een analyse<br />

van wat deze foto’s proberen uit te drukken.<br />

Nadat ik heb een korte computercursus heb gegeven (“Hoe<br />

maak je een foto met behulp van een printscreen) vertelt<br />

Vincent Mentzel over zijn ervaringen met het maken van officiële<br />

staatsieportretten. Over de foto die hij in 1979 maakte voor de<br />

postzegel (vandaag de dag nog steeds in gebruik) zegt hij: “Haar<br />

blik is onbestendig en dat is belangrijk voor een foto die lang<br />

wordt gebruikt. De foto is niet te uitbundig, niet te kil, maar ook<br />

niet te warm. Ze laat hier zien dat ze even een klein beetje houdt<br />

van degene die de foto maakt. Dat vertaal ik naar dat ze van elke<br />

Nederlander een beetje houdt.”<br />

De taken van een staatshoofd<br />

Er wordt over Beatrix wel gezegd dat zij niet altijd even warm en<br />

betrokken was.<br />

Dat zij vooral schitterde door afstandelijkheid. Toch bleek zij<br />

op kritieke momenten wel degelijk betrokken te zijn bij het<br />

Nederlandse volk. “Precies,” zegt Vincent Mentzel, “op het<br />

moment dat er écht wat is, denk aan een overstroming of een<br />

vliegtuigramp, daalt het staatshoofd af om troost, verbinding<br />

en respect voor elkaar te brengen. De koningin brengt op zo<br />

een ingrijpend moment comfort in de zin van warmte en liefde<br />

namens het staatshoofd en sommige mensen hebben daar<br />

enorm veel behoefte aan.”<br />

Het kapsel van Beatrix<br />

“Er is ooit een prachtige foto van Beatrix op de Antillen genomen.<br />

Ze is daar op bezoek nadat Orkaan Lenny veel schade heeft<br />

aangericht. Dichtbij de kust wordt ze plotseling gegrepen door<br />

een enorme golf. Toen zat haar haar in de war. Dat ging de hele<br />

wereld over, want dat beeld van Bea kenden wij helemaal niet,”<br />

zegt fotograaf Mentzel. Ik ben met zulke constante dingen als<br />

een onveranderlijk kapsel wel blij. Je kunt het ouderwets noemen,<br />

maar oubollige dingen zijn soms prettig. Je wilt je toch ergens<br />

vertrouwd bij kunnen voelen.”<br />

Op dit punt verschillen Tom Scholte en Vincent Mentzel zonder<br />

meer van mening. Hoewel Scholte erkent dat herkenbaarheid<br />

voor elke professional erg belangrijk is, benadrukt hij dat Willem-<br />

Alexander juist de jongere generatie zal moeten gaan aanspreken<br />

op een moderne manier. En op een manier die past bij zijn<br />

persoonlijke stijl en werkwijze.<br />

Van brandmerk naar het merk ‘Ik’<br />

In een Masterscriptie die gewijd is aan het wetenschappelijk<br />

onderbouwen van het concept personal branding legt UvA<br />

studente Yentl Pool duidelijk uit wat het begrip brand inhoudt.<br />

“De originele betekenis van het woord brand wordt in het<br />

Engelse woordenboek letterlijk beschreven als ‘brandmerk’,<br />

zoals er vroeger met een heet ijzer een kenmerk in iets werd<br />

gebrand. Daarbij wordt een brand gezien als een soort stempel<br />

of identificatie en een indruk die lang in het geheugen gegrift<br />

zal blijven. Inmiddels wordt branding bijna uitsluitend begrepen<br />

als een commerciële toepassing en een belangrijke strategie<br />

binnen de marketing, die door vele bedrijven wordt gebruikt om<br />

hun bedrijf en merk sterk in de markt te zetten. “(...) Branding<br />

is het proces van het vormen en achterlaten van een bepaalde<br />

impressie. Die impressie is daarbij bepalend geworden voor het<br />

succes van een bedrijf, product of service.”<br />

“Het begrip personal branding werd voor het eerst gelanceerd<br />

door de schrijver Tom Peters in 1997. Peters herkent dat we<br />

in een nieuwe wereld van werken zijn beland, waar de regels<br />

voor een succesvolle carrière zijn veranderd. Peters stelt dat de<br />

beste manier om jezelf goed in die markt te zetten, is om jezelf<br />

te branden. Dat is immers hoe alle grote succesvolle bedrijven<br />

en sterke merken als Coca Cola en Nike hun succes behalen en<br />

behouden. Hij schrijft: ‘We are CEOs of our own companies: Me<br />

Inc. To be in business today, our most important job is to be head<br />

marketer for the brand called You.’<br />

10 - medium | april <strong>2013</strong>


“DAT GING DE HELE WERELD OVER, WANT DAT BEELD<br />

VAN BEA KENDEN WIJ HELEMAAL NIET”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 11


In haar scriptie legt Pool tevens uit hoe personal branding in de<br />

praktijk kan worden toegepast en waarom het een relevante<br />

strategie is: “Het mooie van personal branding is volgens Peters,<br />

dat iedereen dit kan. Iedereen heeft namelijk de mogelijkheid om<br />

zich te ontwikkelen, zich te onderscheiden en op te vallen. Als<br />

je in vijftien woorden kunt beschrijven wat er uniek is aan jouw<br />

‘product’, volgt de volgende fase: het marketen. Stappen die<br />

onder meer gezet moeten worden benoemt Peters als het zorgen<br />

voor visibilty, substance en style, maar ook het genereren van<br />

goede word of mouth.”<br />

Personal branding volgens Tom Scholte<br />

In een gesprek met de coauteur van het boek Personal brand.nl<br />

legt Tom Scholte zijn visie uit op dit steeds bekender wordende<br />

begrip: “Personal branding is een manier van werken en denken<br />

waarbij je verbinding legt tussen wie je bent met wat je doet.<br />

Daarbij ga je op zoek naar een positief gevoel bij de ander oftewel,<br />

je streeft naar toegevoegde waarde waardoor je gevraagd wordt<br />

voor projecten waarmee je geld kunt verdienen.”<br />

“Waarom personal branding nu zo relevant is?” Scholte herhaalt<br />

de vraag en lijkt het antwoord vrijwel meteen klaar te hebben.<br />

“De hele arbeidsmarkt is fundamenteel veranderd. Mijn vader<br />

werkte bijvoorbeeld nog veertig jaar bij dezelfde werkgever,<br />

tegenwoordig doet niemand dat meer of is het in ieder geval<br />

niet meer vanzelfsprekend. Daarnaast zoeken mensen naar<br />

betekenis. Voor veel mensen telt niet meer; ik heb enkel een baan<br />

om geld verdienen. Tegenwoordig willen mensen iets toevoegen<br />

en ergens een bijdrage aan leveren.“<br />

“Een ander belangrijk element is dat we tegenwoordig de middelen<br />

tot onze beschikking hebben die personal branding eenvoudig<br />

maken. Sociale media en internet maken het gemakkelijk om<br />

verbindingen te leggen en een verhaal uit te dragen over wie je<br />

bent. Vijftig jaar geleden was personal branding geen actueel<br />

thema, maar nu wel.” Daar kan Scholte weleens gelijk in hebben.<br />

Een twitterende Paus? Waarschijnlijk een halve eeuw geleden<br />

volstrekt ondenkbaar, maar nu noodzakelijk om jonge mensen bij<br />

de kerk te blijven betrekken.<br />

Was het personal brand van Beatrix succesvol?<br />

“Beatrix roept een gevoel op bij mensen. Veel mensen voelen<br />

zich met haar verbonden. Ze zien haar als een ambassadeur van<br />

Nederland en als zij ergens op staatsiebezoek gaat, zijn mensen<br />

trots op haar. Ze was bezig met het uitdragen van een beeld van<br />

Nederland, als een soort visitekaartje. Haar merkwaarden zijn<br />

dat de zich altijd zeer zakelijk en professioneel heeft opgesteld.<br />

Ze heeft een hele professionele insteek gekozen voor het<br />

koningschap en ik las dat het veel meer voor haar geweest is<br />

dan alleen een ceremoniële functie. Een andere merkwaarde<br />

is dan ook dat ze echt toegevoegde waarde wilde leveren bij<br />

bijvoorbeeld politieke besluiten, los van de verplichte dingen<br />

die van haar werden verwacht. Wat me wel heeft geraakt in<br />

haar afscheidsrede, is dat ze echt die betrokkenheid bij mensen<br />

voelde,” zegt Tom Scholte.<br />

“BEATRIX ROEPT EEN GEVOEL OP BIJ MENSEN.”<br />

Maar of het brand van Beatrix ook succesvol was, is nog maar de<br />

vraag. “Ze heeft het goed gemanaged, ja, maar als je het hebt<br />

over wat ik als branding zie; heeft ze echt de verbinding gezocht<br />

tussen wie ze is en wat ze doet? Kennen wij de persoon achter de<br />

koningin nu goed? Ze had niet gelijk hoeven te gaan twitteren,<br />

maar iets meer openheid over haar activiteiten en het verhaal<br />

erachter, dat zou best kunnen. Ik heb het gevoel dat zij veel meer<br />

heeft gedaan dan wij van haar weten.”<br />

Een gemiste kans voor Beatrix? “Het openbaar maken van wat<br />

je doet, hoort bij de personal branding manier van werken. Ze<br />

heeft veel kansen laten liggen door niet genoeg te delen waar ze<br />

mee bezig is. Ze heeft weinig vertelt over wat haar raakt en wat<br />

ze precies doet. Dat is een manier om met anderen te verbinden.<br />

En niet onbelangrijk: ze had kunnen laten zien dat ze keihard<br />

gewerkt heeft.”<br />

“Bij de aanslag in Apeldoorn heeft zij zich wel van een persoonlijke<br />

kant laten zien,” vervolgt Scholte. “Tijdens haar optredens en<br />

gedrag na het drama, hebben we denk ik iets authentieks van<br />

Beatrix gezien. Een dergelijke gebeurtenis komt zo dichtbij,<br />

daar kun je botweg niet zakelijk mee omgaan of van tevoren een<br />

strategie voor uitstippelen.”<br />

Een koninklijke houding<br />

Met fotograaf Mentzel komt de houding van Beatrix ter sprake.<br />

Waarom heeft ze haar handen bijvoorbeeld zo voor zich<br />

gevouwen? “Dat is echt haar houding, grappig dat je dat ziet,”<br />

zegt de fotograaf. Zij heeft zich aangeleerd dat ze een beetje<br />

brede schouders heeft waar veel op kan rusten, waarbij een<br />

hand rust op de andere hand. De ene elleboog wordt zo tegen<br />

het lichaam gedrukt, waardoor ze een robuuste uitstraling krijgt,<br />

bijna als een pilaar. Beatrix zal vast weleens boos of gefrustreerd<br />

zijn, maar op het moment dat zij de deur uitgaat en zich aan jou of<br />

mij vertoont, zal ze die houding aannemen.”<br />

Tips van Tom<br />

Stel dat je wordt ingehuurd als persoonlijk adviseur van Willem-<br />

Alexander. Tom Scholte lacht. Hoe zou je dat dan aanpakken? Na<br />

1960 1970 1980 19 9<br />

67<br />

12 - medium | april <strong>2013</strong><br />

79<br />

99


even nadenken komt Scholte met de volgende tips en strategieën.<br />

“Ik zou eerst goed gaan zitten om te ontdekken waar hij voor<br />

staat. Ik zou hem vragen stellen als: wat vind jij als persoon echt<br />

heel erg belangrijk en wat kun je goed vanuit je ervaring, wat kun<br />

je voor mensen betekenen en wat is het hogere doel waar je een<br />

bijdrage aan wilt leveren?”<br />

Belangrijk natuurlijk in ‘persoonlijke merken’ is dat je vasthoudt<br />

aan je eigen koers. Voor Willem-Alexander is het zaak dat hij zich<br />

niet laat leiden door al die talloze straatinterviews, meningen<br />

van mij en uit de kranten, maar dat hij trouw blijft aan zichzelf.<br />

Als het plaatje helder is, gaat het er om je communicatie en<br />

activiteiten af te stemmen op je merkwaarden. Een kwestie van<br />

een invuloefening,” aldus Scholte.<br />

Potentiële risico’s voor koning Willem-Alexander<br />

In één van de vele televisieprogramma’s die de afgelopen tijd over<br />

de troonswisseling zijn uitgezonden zie ik een fragment met een<br />

nogal studentikoze Willem-Alexander. Een journalist vraag hem<br />

of hij meer op zijn moeder of grootmoeder lijkt. Na een tijdje te<br />

hebben nagedacht, zegt hij met een grijns; “dan lijk ik toch meer<br />

op Juliana”.<br />

“HET KONINGSPAAR LOOPT HET RISICO DAT<br />

MENSEN MAXIMA MEER ZIEN STAAN”<br />

Ter ere van de achttiende verjaardag van het komende staatshoofd<br />

wordt Vincent Mentzel gevraagd foto’s te maken. Als ik Mentzel<br />

ernaar vraag herinnert hij het zich nog goed: “Oh ja, dat was leuk.<br />

Toen was hij nog echt een jongen, op zoek naar alles. Hij was net<br />

naar school gegaan in Engeland om zich te ontworstelen van zijn<br />

ouders. Ik vond het een hele lieve en spontane jongen. Het was<br />

leuk om met hem te werken, omdat er nog niet zo’n streng juk op<br />

hem lag hoe hij zich diende te gedragen.”<br />

“Ik kom hem niet vaak tegen, maar de momenten dat ik op hem<br />

let, zie ik dat hij een aantal van die trekjes nooit is kwijtgeraakt.<br />

Dat vind ik heel leuk aan hem. Het is natuurlijk toch een<br />

jongensachtige man. Je kan hem een uniform aantrekken en hem<br />

gewichtig laten kijken, maar toch zie je aan zijn gezicht dat het<br />

nog een steeds jongetje is. Een beetje je eigen ding doen, dat<br />

heeft hij inderdaad misschien wel van Juliana.”<br />

Willem-Alexander heeft daarnaast nog steeds last van een ‘Prins<br />

Pils’ imago dat hem hardnekkig blijft achtervolgen, dat zelfs op<br />

zijn Wikipedia-pagina wordt genoemd. Een aantal incidenten die<br />

inmiddels al weer lang geleden zijn, hebben hier voornamelijk<br />

aan bijgedragen. “Alle journalisten moeten oprotten”, dat hij<br />

als klein kind tegen de fotografen schreeuwde. Verder valt te<br />

denken aan zijn enthousiasme over het behalen van een medaille<br />

door de hockeydames tijdens de Olympische spelen. Maar ook<br />

dat hij als jonge kerel de Elfstedentocht schaatste onder het<br />

pseudoniem W.A. van Buren. Zijn jongensachtige uitstraling, zijn<br />

enthousiasme voor sport en zijn gevoel voor humor zal hij dan ook<br />

met beleid moeten gaan inzetten.<br />

Sidekick Máxima<br />

Wat denkt Tom Scholte van Máxima als onderdeel van het<br />

personal brand van de koning? “Het koningspaar loopt het risico<br />

dat mensen Máxima meer zullen zien staan. Het is makkelijker om<br />

je met haar verbonden te voelen, omdat zij zich meer openstelt.<br />

Het is een uitdaging om dat slim te benutten. Hun optredens<br />

zullen echt op elkaar afgestemd moeten worden. Er moet<br />

voorkomen worden dat mensen buiten Nederland gaan denken<br />

dat zíj de koningin is van Nederland.<br />

Ook Vincent Mentzel heeft zijn eigen bedenkingen, maar toont<br />

ook enthousiasme bij het noemen van Máxima. Hij vraagt zich af<br />

waarom Máxima koningin wordt en geen prinses. Aan de andere<br />

kant vindt hij Máxima goed voor Willem- Alexander, omdat zij<br />

wel “die extra dimensie aan het koningshuis geeft. Hij is toch een<br />

beetje een houterige jongen.”<br />

Toekomst van het koningshuis en van Personal branding<br />

Als het aan Tom Scholte ligt, gaat personal branding heel groot<br />

worden in Nederland, dat is althans zijn streven. “Het is een<br />

manier van denken die nog volop in ontwikkeling is en waarheden<br />

zijn er er nog niet. Ik ben zes jaar bezig en ik merk nog steeds dat<br />

mijn verhaal elke keer anders is. Ik wacht op een wetenschapper<br />

die eens fatsoenlijk onderzoek gaat doen, want er zijn nog te<br />

weinig gedegen onderzoeken die de praktijk ondersteunen.”<br />

Na de gesprekken met Scholte en Mentzel die vanuit<br />

verschillende disciplines het reilen en zeilen van het koningshuis<br />

hebben geanalyseerd, valt te concluderen dat Beatrix eigenlijk<br />

een personal brand avant la lettre had. Haar kapsel, haar<br />

professionaliteit en zakelijkheid heeft zij meer dan drie decennia<br />

lang uitstekend gemanaged en heel consequent gehandhaafd. Nu<br />

de werkwijze van personal branding zich echt begint te nestelen<br />

in de Nederlandse professionele cultuur, zou Willem-Alexander<br />

kunnen meeliften op het succes hiervan. Met behulp van deze<br />

denk- en handelswijze kan hij op een persoonlijke en hedendaagse<br />

manier een verbinding maken met zijn Nederlandse onderdanen.<br />

Het vormen en achterlaten van een sterke impressie zou weleens<br />

een groot onderdeel kunnen gaan vormen van de populariteit van<br />

de nieuwe koning. In welke mate Willem-Alexander en zijn team<br />

daar in slagen, zal de komende jaren blijken.<br />

90 2000 2010 2020<br />

02<br />

09<br />

12<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 13


HET OORDEEL<br />

Keuringsdienst van Paarden<br />

Nadat weken lang aardbevingen in de Nederlandse media er bijna voor zorgde dat dit schokkende onderwerp hoofdthema van het<br />

Oordeel werd, kwam er gelukkig op de valreep een nieuwe hype. De Nederlandse nieuwsmedia gingen tijdens de aardbevingen<br />

vloeiend over in berichtgeving over paardenvlees. Hieruit vormde ik dan ook onmiddellijk het nieuwe woord paardbevingen.<br />

Tekst: Henk Buutkamp<br />

Terug naar de kern. Begin februari komt paardenvlees groots in<br />

het Europese nieuws: in Groot-Brittannië wordt een partij Franse<br />

lasagne uit de schappen gehaald van het merk Findus omdat er<br />

paardenvlees in verwerkt zit. Drie dagen later wordt duidelijk dat<br />

in elf van de achttien geteste producten van Findus paardenvlees<br />

zit, terwijl dat niet op het label staat. De meeste producten waar<br />

paardenvlees in zit, horen volgens het label rund of half-om-half<br />

gehakt (50% runder- en 50% varkensgehakt) te bevatten. Media<br />

spreken van ‘sporen van paardenvlees’, maar uit de tests blijkt dat<br />

bij bijvoorbeeld de Findus producten 60% tot 100% van het vlees<br />

dat in het product hoort te zitten, paardenvlees is.<br />

De eerste reactie van de Nederlandse supermarkten is dat dit bij<br />

de producten die zij verkopen absoluut onmogelijk is. Er wordt<br />

uitvoerig getest en nog geen week later worden de eerste verkeerd<br />

gelabelde producten uit de Nederlandse supers gehaald. Later<br />

volgen de Zweedse balletjes bij IKEA, geeft hét Amsterdamse<br />

biefstukrestaurant toe al tientallen jaren paardenbiefstuk te<br />

serveren en ontdekt de IJslandse warenautoriteit een meatpie<br />

waar precies nul procent vlees in zit. Later blijkt uit Frans<br />

onderzoek dat een Nederlandse vleeshandelaar een spil is in het<br />

paardenvleesschandaal.<br />

Bij dat laatste vraag je je sowieso af waarom een Franse<br />

lasagnemaker (was dat niet Italiaans), zijn vlees bij een<br />

Nederlandse handelaar inkoopt. Overigens blijkt die<br />

Nederlandse vleeshandelaar Draap Trading (inderdaad, ‘draap’<br />

is het omgekeerde van paard) het paardenvlees dat hij kocht<br />

bij slachters in Roemenië, via een andere handelaar op Cyprus<br />

verkocht te hebben aan het Franse bedrijf Spanghero, dat<br />

het weer aan het Franse Findus lasagneproducerende bedrijf<br />

Comigel doorverkocht. Waarschijnlijk was je op een levend paard<br />

sneller van Roemenië naar Frankrijk gereden en dan was nog wel<br />

duidelijk geweest dat het om een paard ging.<br />

Hoewel voedselautoriteiten het vervoeren van (vaak nog levend)<br />

voedsel niet veroordelen (daarvoor zijn de commerciële belangen<br />

te groot), zijn ze wel gefocust op de voedselveiligheid en het<br />

foutief labelen van voedsel. Dat is ook de kern van het probleem:<br />

14 - medium | april <strong>2013</strong>


als consument moet je erop kunnen vertrouwen dat wat er op het<br />

label staat, ook daadwerkelijk in het product zit. Niets minder,<br />

maar vooral niets meer. Dit kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn voor<br />

mensen met allergieën. Echter, in sommige gevallen blijken er<br />

stoffen in het ingrediënt te zitten die gevaarlijk kunnen zijn als<br />

mensen deze consumeren. In dit geval is dat zo met een gedeelte<br />

van het paardenvlees, dat vervuilt is met het voor de mens<br />

gevaarlijke medicijn phenylbutazone, maar denk bijvoorbeeld<br />

ook aan de hoge dosis antibiotica die je kan binnenkrijgen als je<br />

verkeerde kip eet.<br />

Helaas is dit niet waar de media zich druk om maken. De media,<br />

de Britse voorop, maken zich druk om het eten van paardenvlees,<br />

omdat dat een moreel probleem zou zijn. In Groot-Brittannië<br />

en veel andere westerse landen heerst er namelijk een taboe op<br />

het eten van paardenvlees. Dit is niet omdat het vlees slechter is<br />

dan rund of varken, of omdat het bijvoorbeeld vaker vervuild is<br />

dan kip. Nee, de westerse mens eet geen paard omdat daar een<br />

moreel taboe op heerst.<br />

Op de hond na, is het paard ‘s mans beste vriend. Nadat we eeuwen<br />

met paarden hebben gewerkt, is de mens van paarden gaan<br />

houden. De één wel wat meer dan de ander: waar in Nederland<br />

vooral de ‘paardenmeisjes’ weigeren paard te eten, rust er bij het<br />

grootste gedeelte van de Britse bevolking een moreel taboe op<br />

het eten van paardenvlees. Dat is ook waar de Britse media zich<br />

vooral op gefocust hebben. Zij stuurden hun verslaggevers op<br />

pad om voor de Tesco aan de man op de straat te gaan vragen<br />

hoe erg ze het wel niet vinden dat er paard in hun eten zit. Pas<br />

later ging de Britse media zich buigen over het verkeerd labelen<br />

en zich afvragen of de voedselveiligheid in gevaar was.<br />

Toch is het raar dat men een beest dat zijn hele leven goed<br />

verzorgd wordt, niet wil opeten. Vrijwel al het vlees dat in de<br />

supermarkt ligt, wordt op een dusdanige manier gefokt die ten<br />

eerste verschrikkelijk is voor het beest in kwestie en ten tweede<br />

ook echt niet ten goede komt aan de kwaliteit van het vlees.<br />

Daarentegen wordt een paard – vooral de westerse wereld –<br />

ontzettend goed verzorgd. Het beest heeft de ruimte, krijgt goed<br />

te eten en krijgt aandacht. Pas als het paard erg goed kan rennen,<br />

moet je je zorgen gaan maken, want dan zou er wel eens wat<br />

doping in kunnen zitten. Eigenlijk is paardenvlees (op wild na) het<br />

beste stukje vlees dat je maar kan krijgen.<br />

Dat men zich dus zorgen maakt dat er mogelijk paardenvlees<br />

in een product zit, terwijl je met kip veel te veel antibiotica<br />

binnenkrijgt, je bij varkens niet weet wat er allemaal in zit en zelfs<br />

vissen tegenwoordig op elkaar gestapeld gefokt worden, gaat er<br />

bij mij niet in. `Fishy´ is dan ook mijn oordeel over de mediahype<br />

en discussie over paardenvlees.<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 15


Klantgerichte- vs. neuromark e<br />

In tijden van recessie is het voor de meeste merken belangrijk<br />

dat ze nieuwe klanten werven, maar natuurlijk ook oude<br />

klanten behouden. Hiervoor zijn reclame-uitingen van het merk<br />

nodig om de consument te laten weten dat het merk bepaalde<br />

producten en/ of diensten verkoopt. Een belangrijke vraag die<br />

hierbij gesteld kan worden is of de merken de klant moeten<br />

betrekken bij processen van het merk. Hier zijn de meningen over<br />

verdeeld. Zo blijkt uit een onderzoek van The Boston Consulting<br />

Group dat het betrekken van een klant bij een innovatieproces<br />

de belangrijkste succesfactor is voor een bedrijf om zich zo te<br />

kunnen onderscheiden van andere bedrijven. Daarnaast zijn er<br />

ook partijen die vinden dat de consument niet weet wat hij zelf<br />

wil en deze partijen vinden daarom dat het geen zin heeft om de<br />

consument te betrekken. Zo wordt er in de neuromarketing van<br />

uitgegaan dat er een ‘koopknop’ bestaat. De koopknop zou een<br />

gebied in de hersenen zijn, dat wanneer het gestimuleerd wordt,<br />

consumenten automatisch aan zou zetten tot het kopen van een<br />

product of dienst. Maar, is het nou beter om de klant te betrekken<br />

of niet?<br />

Klant betrekken bij het merk<br />

Het gebeurt bij bedrijven steeds vaker dat de klant betrokken<br />

wordt bij een proces zoals de ontwikkeling van een nieuw<br />

product. Door de feedback die op ideeën van het bedrijf gegeven<br />

wordt, kan het bedrijf zijn product verbeteren. Een bedrijf kan<br />

consumenten op twee manieren mee laten denken: door middel<br />

van crowdsourcing en co-creatie. Waar je bij crowdsourcing de<br />

consument kort laat meedenken over het ontwerp van een logo<br />

of de kleur van een dop, werkt en denkt de consument bij cocreatie<br />

intensief mee met een innovatietraject bij een bedrijf.<br />

Door het betrekken van de consumenten is het mogelijk om<br />

waarden en ideeën met hen te delen en uit te wisselen, waardoor<br />

de betrokkenheid met de klant ook groter wordt. De content van<br />

het product wordt ook relevanter voor de consument, want deze<br />

mag zelf mede bepalen wat belangrijk is en wat niet.<br />

Uit een onderzoek van Joyce van Dijk aan de Universiteit<br />

van Wageningen blijkt dat co-creatie de merkperceptie van<br />

consumenten beïnvloedt. In haar onderzoek onderzocht ze wat<br />

de effecten waren van een co-creatie claim op de percepties van<br />

consumenten. Een co-creatie claim houdt in dat het bedrijf stelt<br />

dat het product of de dienst door co-creatie tot stand is gekomen.<br />

Het blijkt dat de merkpersoonlijkheid als oprechter, authentieker<br />

en toegankelijker wordt ervaren. Ook voelen consumenten<br />

zich meer verbonden met en hebben meer vertrouwen in het<br />

merk. Daarnaast wordt het product als aantrekkelijker, unieker,<br />

relevanter en innovatiever gezien en worden gedragsintenties<br />

positief beïnvloed door de co-creatie claim. Kortom, uit dit<br />

onderzoek blijkt dat een bedrijf vooral voordelen ervaart van het<br />

gebruik van co-creatie.<br />

Co-creatie trekt mensen aan die intrinsiek gemotiveerd zijn.<br />

Intrinsieke motivatie is gebaseerd op interne en psychologische<br />

drivers. Wanneer iemand intrinsiek gemotiveerd is, doet hij<br />

taken omdat hij dit zelf leuk vindt, er wordt plezier aan beleefd.<br />

Hierdoor kunnen we ervan uitgaan dat een persoon meedoet aan<br />

co-creatie van een merk, omdat hij dit leuk vindt. Dit beïnvloedt<br />

de beleving van het merk waarmee de consument in aanraking<br />

komt ook positief.<br />

Een goed voorbeeld van een merk dat zijn klanten goed betrekt<br />

door zowel crowdsourcing als co-creatie is Heinz. Dit bedrijf<br />

laat zijn klanten op verschillende manieren meedenken met<br />

de ontwikkeling van producten. Zo hebben consumenten in de<br />

16 - medium | april <strong>2013</strong>


eting<br />

afgelopen tijd een nieuwe doseerdop mogen ontwikkelen. Het<br />

is nog steeds mogelijk om op de Facebookpagina van Heinz je<br />

eigen label te maken. Daarnaast heeft Heinz een community<br />

van 150 mensen die aan Heinz de allernieuwste trends laten zien<br />

op het gebied van eten. Deze mensen zijn geïnteresseerd in de<br />

trends rondom eten en laten door middel van foto’s en video’s<br />

hun bevindingen aan Heinz zien. Zo kan Heinz nieuwe producten<br />

bedenken met behulp van de consument.<br />

Neuromarketing<br />

Er is ook een andere kant aan het verhaal. In de neuromarketing<br />

wordt ervan uitgegaan dat ons gedrag wordt aangestuurd door<br />

onbewuste processen in het brein. Er wordt van uitgegaan dat<br />

consumenten niet weten wat ze willen en dat het dus helemaal<br />

geen zin heeft om consumenten te betrekken. Uit het boek<br />

‘De Koopknop’ van Martin de Munnik komt dit ook naar voren.<br />

Volgens dit boek nemen personen beslissingen tot misschien wel<br />

99,9 procent op de automatische piloot.<br />

Volgens neuroprofessor Victor Lamme bestaat de vrije wil niet.<br />

We weten eigenlijk niet wat er in ons hoofd omgaat. Beslissingen<br />

en keuzes die we maken worden bepaald door structuren in de<br />

hersenen. Volgens Lamme hebben deze structuren niets te<br />

maken met rationeel denken, maar zijn ze vooral gebaseerd op<br />

angstbegeerte, beloning en straf.<br />

Door middel van functional magneting resonance imaging (fMRI)<br />

is het mogelijk om reacties van consumenten op verschillende<br />

reclamecampagnes te meten. Met fMRI kunnen psychologische<br />

processen worden gevolgd. Deze scanner meet de doorbloeding<br />

in het brein en zo kun je zien welke gedeeltes van het brein<br />

actiever zijn; deze zijn namelijk meer doorbloed. Omdat je ziet<br />

welke delen van de hersenen actiever zijn, kun je zien welke<br />

processen in het brein aan de gang zijn. Deze activiteiten in het<br />

brein bepalen voor een groot deel ons gedrag. Wat het brein laat<br />

zien, hoeft niet overeen te komen met de mogelijke verklaringen<br />

die de consument zelf zal geven. De mens is zich namelijk van veel<br />

dingen die in het brein gebeuren niet bewust. Door middel van<br />

neuromarketing is het bijvoorbeeld mogelijk om de effectiviteit<br />

van een tv-reclame te bepalen nog voordat deze reclame is<br />

gemaakt. Het is mogelijk om respondenten tijdens een interview<br />

de storyboards van de reclames te laten zien en te kijken hoe<br />

ze hier op reageren. Er kan worden onderzocht of deze reclame<br />

eigenlijk wel doet wat de adverteerders voor ogen hadden.<br />

In de toekomst<br />

Dat er verschillende meningen over het betrekken van<br />

consumenten bij het merk zijn is duidelijk. Het is belangrijk om<br />

klanten te betrekken bij een merk, dat blijkt uit de onderzoeken<br />

die in dit artikel genoemd zijn. Maar ook de neuromarketing heeft<br />

zijn goede kanten, zo is het mogelijk om de effectiviteit van een<br />

tv-reclame te bepalen nog voordat deze reclame is gemaakt. Voor<br />

de toekomst is het belangrijk dat de twee visies zich met elkaar<br />

vermengen. Waar uit onderzoek blijkt dat co-creatie positieve<br />

effecten heeft op de consument, zou dit met neuromarketing<br />

nog verder uitgewerkt kunnen worden. Waardoor ontstaan deze<br />

positieve effecten? Welke delen van het brein zorgen hiervoor?<br />

Door deze twee denkbeelden samen te voegen zullen we nog veel<br />

meer te weten komen over waarom mensen bepaalde merken wel<br />

of niet leuk vinden en welke hersenactiviteiten dit veroorzaken.<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 17


COLUMN<br />

Witte rook in Hilversum<br />

Sacha de Boer stopt er dus mee. Ook hier is<br />

dat nieuws de Nederlanders niet ontgaan.<br />

Voordat ook in Hilversum eindelijk de witte<br />

rook opgaat, blijft het smullen vanwege<br />

de speculaties rondom de mogelijke<br />

opvolger. Allerlei namen werden al het<br />

geruchtencircuit in geslingerd, stuk voor<br />

stuk talentvolle en soms ook nog zeer<br />

aantrekkelijke, journalistieke dames. Mijn<br />

feministische hart maakte een sprongetje<br />

van geluk bij het zien van zoveel girlpower.<br />

Ik miste alleen nog wat kleur…<br />

Meer dan tien jaar werkte ik zelf voor<br />

televisie en in die jaren zag ik heel veel<br />

presentatoren voorbijkomen, slechts<br />

eentje daarvan was niet blank en deze<br />

viel toen alleen maar in. Voor mijn scriptie<br />

interviewde ik een programmadirecteur,<br />

die tegenover mij verklaarde dat<br />

allochtonen simpelweg nooit solliciteerden<br />

op de functie van nieuwslezer. Ik viel toen<br />

bijna van mijn stoel, aangezien ik niet<br />

lang daarvoor nog een screentest had<br />

gedaan. Ik was te bang dat de herinnering<br />

aan deze niet al te beste screentest een<br />

serieus interview verder onmogelijk zou<br />

maken, dus ik hield mijn mond. Als ik dat<br />

niet had gedaan, zou ik deze column nu<br />

misschien niet schrijven. Hypothetisch<br />

gezien dan hè? Vergeleken met de VS<br />

lijkt het Nederlandse medialandschap<br />

op een prachtig stilleven, dat nog wel<br />

een likje gekleurde verf kan gebruiken. In<br />

Amerika heeft elke noemenswaardige,<br />

landelijke zender minimaal één gekleurde<br />

anchorman of anchorwoman. NBC nam<br />

al in 1974 een donkere versie (Carole<br />

Simpson) van Sacha de Boer aan en vier<br />

jaar later nam een mannelijk equivalent,<br />

Max Robinson, plaats op de ABC stoel.<br />

Niet alleen de nieuwsprogramma’s zijn<br />

hier kleurrijker, ook de commercials en<br />

televisieprogramma’s zijn behoorlijk divers<br />

met Aziaten, Latino’s en Afro-Amerikanen<br />

die niet uitsluitend de overbekende<br />

clichérollen toebedeeld krijgen. Niet<br />

dat dat altijd een perfecte afspiegeling<br />

van de samenleving is, maar een Afro-<br />

Amerikaanse financieel deskundige of<br />

een Aziatische sportverslaggever zijn<br />

hier heel gewoon en dat multiculturele<br />

personeelsbestand in het ziekenhuis<br />

bestaat niet alleen in ER. Als ik de tv<br />

aanzet, zie ik Amerikanen en die zijn<br />

er in allerlei soorten en maten, simpel.<br />

Voor een onderzoek naar beeldvorming<br />

in populaire media interviewde ik een<br />

aantal studenten. Het viel me op dat zij<br />

allemaal zeer ruimdenkend waren, maar<br />

tegelijkertijd volledig op hun gemak met<br />

alle hokjes waar mannen, vrouwen en de<br />

verschillende rassen dankzij de media<br />

in geduwd worden. Ja, ook ik maak me<br />

daar weleens aan schuldig. En zeg nou<br />

zelf, wie niet? Is dat dan de belangrijkste<br />

reden waarom Noraly Beyer nooit een<br />

‘opvolger’ kreeg? Is dat ook de reden<br />

waarom namen als Simone Weimans,<br />

Milouska Meulens of Diana Matroos niet in<br />

dat rijtje mogelijke opvolgers voorkomen?<br />

Gewenning? Wordt het dan niet hoog tijd<br />

dat we eindelijk eens goed losgaan buiten<br />

die comfortzone? De NOS ontving veel<br />

boze brieven toen Noraly voor het eerst<br />

op de buis verscheen. Gelukkig zijn we<br />

inmiddels wat meer gewend. Kijk alleen al<br />

naar de Marokkaanse dames, die nu flink<br />

aan de weg aan het timmeren zijn binnen<br />

de media. Ik ben wat dat betreft dus erg<br />

hoopvol.<br />

We kunnen speculeren tot we erbij<br />

neervallen, maar waarschijnlijk is de<br />

opvolg(st)er van Sacha ondertussen<br />

allang aan het warmlopen. De keuze zal<br />

ons misschien verrassen, maar ik twijfel<br />

er niet aan dat Sacha een waardige<br />

opvolger (m/v) krijgt. Als ik over een paar<br />

jaar weer in Nederland woon, hoop ik<br />

echt dat ik op een dag rond een uurtje of<br />

20:00 de televisie aanzet en via de autocue<br />

word begroet door een aantrekkelijke,<br />

intelligente en zeer talentvolle donkere<br />

anchorwoman. Dat lijkt me nou eens<br />

heerlijk thuiskomen!<br />

Carol Rock, oudcommunicatiewetenschap<br />

student en bestuurslid,<br />

werkte als redacteur voor<br />

programma’s als Het<br />

Lagerhuis en RTL Boulevard<br />

en later als PR-adviseur<br />

voor o.a. PvdA en Stage<br />

Entertainment. Sinds<br />

twee jaar woont zij in New<br />

York. Ze schrijft blogs voor<br />

verschillende websites en<br />

houdt het Nederlandse<br />

medialandschap (hoe kan het<br />

ook anders als communicatiewetenschapper)<br />

nauwlettend<br />

in de gaten.<br />

18 - medium | april <strong>2013</strong>


De relatie tussen de journalist en de koning<br />

‘Alle Nederlandse pers opgerot!’<br />

Prins Willem-Alexander heeft het niet zo op de pers. In zijn toekomstige rol als koning zal hij meer rekening moeten houden met<br />

de royaltyverslaggevers. En zij met de nieuwe koning.<br />

Tekst: Menno Woudt, Beeld: RVD<br />

De verstandhouding tussen de pers en het Koninklijk Huis is er<br />

één gebaseerd op regels. Een omgangsregeling om de scheiding<br />

tussen beide bijzondere ‘klassen’ duidelijk te maken. De Oranjes<br />

zijn immers geen gewone mensen en royaltyverslaggevers zijn<br />

allesbehalve gewone journalisten, zo zal al snel blijken. De relatie<br />

tussen de pers en de Koninklijke familie staat tenslotte al enkele<br />

decennia ter discussie.<br />

De Rijksverzwijgingsdienst<br />

Mocht ik voor <strong>Medium</strong> ooit koning Willem-Alexander willen<br />

interviewen, dan staat mij één instantie in de weg: de<br />

Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Vanaf de jaren vijftig begon de<br />

RVD een steeds belangrijkere rol te vervullen bij de berichtgeving<br />

rondom het Koninklijk Huis. Enkele koninklijke schandalen,<br />

waaronder de beroemde Greet Hofmans-affaire, riepen om<br />

orde in de berichtgeving rondom het Koninklijk Huis. De druppel<br />

die de koninklijke emmer deed overlopen was de zogenoemde<br />

‘Irenekwestie’ in 1964. De prinses werd hierbij in Spanje met een man<br />

op de gevoelige plaat vastgelegd, waarna geruchten ontstonden<br />

over een mogelijke verloving. Zowel de RVD als verschillende<br />

secretarissen van koningin Juliana en prinses Irene gaven<br />

afzonderlijk – tegenstrijdige – berichten. Het was de toenmalige<br />

premier Cals die naar aanleiding hiervan besloot de voorlichting<br />

rond het Koninklijk Huis voortaan exclusief bij de RVD, oftewel<br />

bij de overheid neer te leggen. Dit Koninklijk Besluit werd eind<br />

1965 genomen, waardoor de premier sindsdien verantwoordelijk<br />

is voor al het nieuws dat het Koninklijk Huis verlaat. Al meteen na<br />

het besluit zijn journalisten allesbehalve blij met de voortaan strak<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 19


gecontroleerde berichtgeving. De RVD laat maar mondjesmaat<br />

nieuws door en wordt daarom door gefrustreerde journalisten al<br />

snel de ‘Rijksverzwijgingsdienst’ genoemd.<br />

Een trauma voor de prins<br />

In de jaren daarna verandert er veel, zowel binnen het Koninklijk<br />

Huis als binnen de journalistiek. Twee jaar na het Koninklijk Besluit<br />

wordt Willem-Alexander geboren, de eerste zoon van Beatrix, die<br />

zelf in 1980 de nieuwe koningin wordt. In de journalistiek zorgen<br />

nieuwe technieken en toenemende concurrentie ervoor dat<br />

journalisten, maar ook zeker fotografen, de grenzen opzoeken<br />

rondom Koninklijk Huis-verslaggeving. Het fenomeen roddelblad<br />

is in opmars en de journalisten schuwen niet om foto’s van<br />

de Oranjes, genomen met een telelens, te publiceren. Wijlen<br />

paparazzo Joop van Tellingen erkende in Andere Tijden de jonge<br />

prins Willem-Alexander flink op zijn hielen te hebben gezeten, met<br />

(voor een roddelblad) waardevolle foto’s als doel. De fotograaf<br />

vermoedde dat de prins een bloedhekel aan hem en zijn collega’s<br />

had.<br />

Van Tellingen had gelijk. Tijdens een fotomoment in Ierland in<br />

1976 sprak de prins, toen het wel erg lang duurde, de gevleugelde<br />

woorden: ‘Alle Nederlandse pers opgerot!’. In latere verklaringen<br />

gaf de prins aan moeite te hebben gehad met de media-aandacht,<br />

met bijna een ‘trauma’ als gevolg. Van de vakanties in zijn jeugd,<br />

op het jacht van zijn opa, herinnert hij vooral het schuilen voor de<br />

lenzen van de fotografen. In een brief vervolgt de prins: ‘‘Nooit<br />

wist je of je door een telelens werd bespied. Wat door de lezers van<br />

de bladen werd gezien als aardige, onschuldige vakantiekiekjes,<br />

waren in werkelijkheid voor ons de oorzaak van alles behalve<br />

ontspannen vakantiemomenten.’’<br />

‘‘ALS IK SCHREEF ‘ZE KWAM BINNEN IN EEN<br />

GROENE JURK’, MOCHT DE RVD DAAR ‘EEN<br />

BLAUWE ROK’ VAN MAKEN’’<br />

Mediacode<br />

Publiek figuur of niet, Willem-Alexander heeft de pers liever niet<br />

in zijn omgeving. Hoe direct die omgeving mocht zijn bleek in<br />

2003, toen de gemeente Wassenaar een fotoverbod instelde<br />

rondom het nieuwe huis van Willem-Alexander en Máxima, villa<br />

Eikenhorst. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en<br />

het Genootschap van Hoofdredacteuren spanden een kort geding<br />

aan tegen de gemeente vanwege een beperking van de vrijheid<br />

van meningsuiting. De gemeente legde het uiteindelijk af en een<br />

fotoverbod was voortaan uit den boze. De RVD zou het waarborgen<br />

van de privacy van de Koninklijke familie op een andere manier<br />

moeten vastleggen.<br />

In juni 2005 kwam de RVD met een nieuw pakket regels voor<br />

journalisten. Een pakket met de inmiddels gevreesde naam<br />

‘Mediacode’. De code moet de privacy van onder andere Willem-<br />

Alexander en Máxima, maar zeker ook van hun kinderen (‘triple<br />

A’), beter beschermen. De eerste regel luidt dan ook ‘dat het recht<br />

op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het daarmee<br />

verwante recht op respect voor zijn of haar privé-, familie- en<br />

gezinsleven voor een ieder geldt en derhalve eveneens voor de<br />

leden van het Koninklijk Huis.’ In het kort: de pers mag, door het<br />

instellen van de omgangsregeling, de kinderen nog maar twee keer<br />

per jaar zien bij georganiseerde persmomenten, meestal aan het<br />

begin van een vakantie. De ene keer reist het Nederlands journaille<br />

af naar de sneeuw, een half jaar later vindt een mediamoment<br />

plaats op een willekeurig strand. Wie zich als journalist goed<br />

gedraagt ontvangt een half jaar later van de RVD opnieuw een<br />

uitnodiging. Wie zich niet aan de Mediacode houdt, krijgt de<br />

kinderen nooit meer te zien.<br />

“DE PRAKTIJK KOMT VAAK NEER OP EEN<br />

KONINKLIJK TONEELSTUKJE”<br />

Mediacode Rood<br />

De opgelegde Mediacode en de hoeveelheid aan regels schoten,<br />

en schieten nog altijd bij veel journalisten in het verkeerde keelgat.<br />

Het is mogelijk niet meer dan ‘een koninklijk toneelstukje tussen<br />

pers en royalty’. ANP-hoofdredacteur Marcel van Lingen liet<br />

onlangs nog weten ‘knettergek’ te worden van de mediacode. ‘‘We<br />

mogen Máxima wel fotograferen tijdens een officieel bezoek, maar<br />

niet als ze tussen de plechtigheden door in privétijd een winkel<br />

bezoekt.’’<br />

Een iconisch voorbeeld van een journalist die verstrikt raakt in de<br />

koninklijke regels is Joris Luyendijk. In 2009 weigerde hij prinses<br />

Máxima te interviewen voor de Libelle. Niet vanwege het feit dat<br />

hij voor Libelle moest schrijven, maar vanwege de door Luyendijk<br />

betitelde ‘censuur’ die door de RVD was opgelegd. Het interview<br />

mocht alleen gaan over microkredieten, Máxima’s paradepaardje.<br />

Een tweede eis was dat alle uitspraken van Máxima later mochten<br />

worden gewijzigd of geschrapt. De RVD mocht ten slotte ook<br />

de woorden van Luyendijk zelf aanpassen. Of zoals hij het zelf<br />

benoemde: ‘‘Als ik schreef ‘ze kwam binnen in een groene jurk’,<br />

mocht de RVD daar ‘een blauwe rok’ van maken.’’ Luyendijk<br />

wilde alsnog wel, maar dan met een disclaimer ‘CENSUUR’ bij het<br />

interview. Helaas. De RVD zou zelfs de vermelding van censuur<br />

censureren.<br />

Ook Egbert Dommering, hoogleraar informatierecht aan de<br />

Universiteit van Amsterdam, stelde in NRC Handelsblad dat de<br />

overheid zich schuldig maakt aan censuur door de Mediacode.<br />

Aanleiding hiervoor was een grote zaak rondom de privacy van<br />

de Koninklijke familie in 2009. De Oranjes spanden een zaak<br />

aan nadat het internationale persbureau Associated Press (AP)<br />

vakantiefoto’s uit Argentinië had verspreid. Ditmaal moesten de<br />

journalisten het onderspit delven, want, zo luidde het oordeel<br />

van de rechter: ‘‘Alleen als een privéfoto een nieuwsfeit behelst of<br />

bijdraagt aan een publiek, maatschappelijk relevant debat, mag de<br />

foto worden geplaatst.’’ Dommerings grootste kritiekpunt op de<br />

Mediacode is dat niet de pers, maar de overheid bepaalt wat wel en<br />

wat geen nieuws is. Volgens Dommering is reeds bij wet vastgelegd<br />

dat iedereen – zo ook de Oranjes – recht heeft op privacy. Een<br />

Mediacode is dus dubbelop.<br />

Ook internationaal wordt met enige argwaan naar de Mediacode<br />

gekeken. Nederland staat volgens organisatie Reporters zonder<br />

Grenzen op de tweede plaats als het gaat om internationale<br />

persvrijheid. En jawel, het enige kritiekpunt: de Mediacode rondom<br />

het Koninklijk Huis.<br />

20 - medium | april <strong>2013</strong>


‘Even wennen’<br />

Dat royaltyverslaggeving inderdaad een andere tak van sport<br />

is, onderschrijft Antoin Peeters, sinds een jaar Koninklijk<br />

Huisverslaggever voor RTL. Het opgeven van zijn baan als<br />

‘gewone’ journalist voor royaltyverslaggever is een wereld<br />

van verschil, stelt hij op de website van RTL Nieuws. Peeters:<br />

‘‘Voorlopig voelt het vooral nog een tikkeltje ongemakkelijk<br />

en is er altijd gedoe. Gedoe met regeltjes, afspraken, protocol.<br />

Dingen die niet kunnen, zeg maar. En dat is ronduit wennen. Als<br />

‘gewone’ verslaggever ben ik dat niet gewend. Dan ga je recht op<br />

je doel af. Je stelt vragen aan mensen die je vragen wilt stellen en<br />

ook nog eens álle vragen die je wilt stellen. Je staat er nooit bij<br />

stil, maar ik ga het bijna zien als een voorrecht.’’ Wennen doet het<br />

volgens Peeters nooit: de kritische houding die hij als journalist<br />

had blijft, waardoor hij moet balanceren. Balanceren tussen de<br />

kritische houding en de regeltjes. Maar, zo sluit Peeters alsnog<br />

vrolijk af: ‘‘Dat maakt deze nieuwe functie razend interessant’’.<br />

Geen pers, wel toegankelijk<br />

Drie jaar voor het instellen van de Mediacode probeerden de<br />

Oranjes en de journalisten elkaar nog te vinden in de Vereniging<br />

Verslaggevers Koninklijk Huis. De leden van de club, bestaande<br />

uit ‘erkende Koninklijk Huis journalisten’, hielden zo nu en<br />

dan informele gesprekken met Willem-Alexander en Maxima.<br />

Hoogtepunt was een ontmoeting in 2003, waarbij het koninklijk<br />

paar aan hen meedeelde dat Maxima in verwachting was van ‘de<br />

eerste A’. De laatste jaren waren er amper ontmoetingen tussen<br />

de leden en de Koninklijke familie. Vorig jaar besloot de RVD na<br />

verloop van tijd dat er voortaan geen gesprekken meer zouden<br />

plaatsvinden tussen het echtpaar en de Vereniging Verslaggevers<br />

Koninklijk Huis. De RVD vindt het exclusieve contact ‘niet meer<br />

van deze tijd’.<br />

Ondertussen stelt het Koninklijk Huis zich steeds toegankelijker<br />

op ten opzichte van de burger. Met een eigen Youtube-kanaal,<br />

Twitteraccount en, jawel, een eigen Koninklijk Huis app willen<br />

de Oranjes (lees: de RVD) de Nederlanders zelf informeren.<br />

De journalist als doorgeefluik naar het publiek wordt hiermee<br />

overgeslagen. Ook hebben de Oranjes een eigen cameraploeg in<br />

dienst, die hen filmt tijdens publieke optredens. Kortom, Willem-<br />

Alexander en Maxima nemen liever het heft in eigen handen.<br />

De Koninklijk Huis journalist is al met al erg beperkt in zijn of<br />

haar journalistieke functie – voor zover er sprake kan zijn van<br />

echte journalistiek. De praktijk komt vaak neer op een koninklijk<br />

toneelstukje: de mediamomenten zijn immers door de RVD al<br />

vastgelegd. De discussie of een Mediacode wenselijk is mag<br />

eigenlijk niet naar de achtergrond verdwijnen en zou met de komst<br />

van een nieuwe koning weer onder de aandacht moeten komen.<br />

Een nieuw persbeleid?<br />

Vorig jaar nog, ten tijde van het ongeluk van prins Friso, botste<br />

Willem-Alexander opnieuw met de pers. ‘‘Heb je dan geen enkel<br />

respect?’’ riep de prins tegen een journalist nadat hij met de<br />

kinderen het hotel verliet, zo meldde de Volkskrant. In zijn nieuwe<br />

rol als koning zal Willem-Alexander nog meer in de belangstelling<br />

staan. Een nieuw tijdperk in vele opzichten, maar waarschijnlijk<br />

niet in dat van de omgang met de pers. De prins was altijd al<br />

erg terughoudend naar de pers toe en zal dat in zijn nieuwe rol<br />

ook wel blijven. Het is Willem-Alexander zelf die, al dan niet<br />

‘getraumatiseerd’, al jarenlang actie onderneemt om de privacy<br />

van zijn familie te waarborgen. En dat voor een publiek figuur, in<br />

een tijdperk waarin media belangrijker zijn dan ooit. De nieuwe<br />

koning wil dichtbij het volk komen te staan, en het liefst ietsje<br />

verder van de pers.<br />

‘‘NOOIT WIST JE OF JE DOOR EEN<br />

TELELENS WERD BESPIED’’<br />

‘DOOR DE KOMST VAN MEDIAGIGANT<br />

RUPERT MURDOCH GAAT ER ONGETWIJFELD<br />

WAT VERANDEREN IN NEDERLAND’<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 21


Spreek ik soms<br />

Chinees?<br />

Tekst: Alma van den Berg,<br />

Beeld: Mechteld Schoemaker<br />

In het Westen wordt over bepaalde landen<br />

of steden gezegd dat ze ‘verwesterd’ zijn,<br />

zo ook over bijvoorbeeld een land als<br />

China. Maar vinden Chinezen zelf ook dat<br />

zij ‘verwesterd’ zijn of zien zij misschien<br />

Nederland wel als ‘verchineesd?’ Hoewel<br />

de gevolgen van globalisering zeker<br />

aanwezig zijn binnen zowel de Chinese<br />

als de Nederlandse cultuur, blijven er<br />

ook significante verschillen bestaan,<br />

waardoor er soms miscommunicatie kan<br />

ontstaan. Zo lachen wij als we iets leuk<br />

vinden en ons gemakkelijk voelen, maar<br />

in veel gevallen zal een Chinees je ook<br />

gewoon lachend blijven aankijken als<br />

je een beledigende opmerking maakt.<br />

22 - medium | april <strong>2013</strong>


april <strong>2013</strong> | medium - 23


STUDENT START UP<br />

Oprah Winfrey, Gerard Joling, Chantal Janzen en Anouk, allemaal spenderen ze duizenden euro’s of dollars aan personal trainers.<br />

Lang leek dit dan ook een luxe die alleen de rijken der aarde zich konden veroorloven. Maar nu is er Personal Body Plan, een online<br />

personal trainer, lifestylecoach en voedingsdeskundige in één. Voor de rubriek Student Startup interviewde Ferdinand medeeigenaar<br />

van Personal Body Plan Pieter Hanraets.<br />

Tekst: Ferdinand Vroon, Beeld: Mechteld Schoemaker<br />

“CONSTANT UIT JE COMFORTZONE OPEREREN,<br />

DAT IS HOE JE RESULTATEN BOEKT.”<br />

Voor bijna alles bestaat tegenwoordig een app. Voor sporters<br />

bestaan Runtastic, Endomondo en Nike+. Voor professionele<br />

begeleiding bij het fitnessen, spieropbouw en vetverbranding<br />

ben je echter nog altijd aangewezen op de old school personal<br />

trainer. Pieter Hanraets, 25 jaar en student Sport, Management<br />

en Ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam vond het<br />

hoog tijd om hier samen met zijn compagnons verandering in te<br />

brengen en werd in augustus 2012 mede-eigenaar van Personal<br />

Body Plan. “We bieden mensen een manier om hun gewenste<br />

resultaten te behalen.”<br />

Partners<br />

Samen met compagnons Tom Barten, Paul Lammers en Benno<br />

Nihom en een viertal vaste medewerkers in dienst, is Pieter als<br />

mede-eigenaar verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van<br />

zaken bij Personal Body Plan. Het bedrijf dat gevestigd is in een<br />

statig pand in Oud-Zuid, groeit als kool. “Ik moet soms wel offers<br />

brengen, maar het levert ook zulke mooie dingen op”, zo vertelt<br />

Pieter. Hij staat iedere dag om kwart voor zes op, staat om zeven<br />

uur in de sportschool en zit zelden in de kroeg. “Om ver te komen<br />

moet je nou eenmaal hard gaan. Constant uit je comfortzone<br />

opereren, dat is hoe je resultaten boekt.” Waar Pieter over tien<br />

jaar staat? “Over tien jaar zit ik in Amerika en ga ik daar Personal<br />

Body Plan aan de grond zetten en uitbouwen.”<br />

Het concept<br />

Personal Body Plan is een online personal trainer, lifestylecoach en<br />

voedingsdeskundige in één, die mensen helpt om een persoonlijk<br />

trainingsschema op te stellen en ook daadwerkelijk na te streven.<br />

“Voor een personal trainer ben je zo tachtig euro per uur kwijt.<br />

Bij ons betaal je dat per maand. Bij ons krijg je bovendien ook<br />

nog eens veel meer.” Voor iedereen wordt een persoonlijk plan<br />

op maat gemaakt dat is opgebouwd uit vier kernelementen:<br />

gedrag, voeding, training en herstel. Volgens Pieter gaat het bij<br />

het trainingsschema niet alleen om het gedrag zelf, maar om<br />

bewustwording en verandering. “Veel mensen gaan de fout in<br />

omdat ze gaan sporten om het sporten, maar niet daadwerkelijk<br />

doelgericht zijn.” Een persoonlijk traject bij Personal Body Plan<br />

duurt zes maanden, een periode die volgens Pieter nodig is om<br />

daadwerkelijk bewustwording te creëren. In die zes maanden<br />

word je persoonlijk gecoacht, door middel van berichtjes en<br />

filmpjes. Je coach kijkt naar je dagelijkse activiteiten, maar<br />

fungeert tevens als stok achter de deur. Na deze periode kunnen<br />

deelnemers desgewenst kiezen voor een vervolgtraject.<br />

Pieter gelooft heilig in de kracht van sociale media. “Het is niet<br />

zo dat ik het nut niet zie van traditionele media, maar ik zal niet<br />

snel een advertentie zetten in een krant.” Het bedrijf houdt<br />

hun website niet alleen constant up-to-date, maar maakt ook<br />

intensief gebruik van Facebook om met haar eindgebruikers<br />

te communiceren. “Het medium levert je in korte tijd zeer veel<br />

traffic op en daar gaat het om.” Ook werken ze samen met veel<br />

bekende Nederlanders. “Het is niet eens zozeer een doel op<br />

zich, maar toen Lieke van Lexmond met Personal Body Plan ging<br />

werken begon de bal al snel te rollen.” Het gebruik van BN’ers<br />

is nu een vast onderdeel van hun communicatiestrategie. Ook<br />

publiceert Personal Body Plan veel artikelen op het gebied van<br />

personal training, voeding, gedrag en herstel. “Op deze manier<br />

laat je zien dat je de juiste kennis in huis hebt.”<br />

Personal Body Plan start ieder kwartaal met een nieuw traject. Inschrijven<br />

is mogelijk op www.personalbodyplan.com.<br />

24 - medium | april <strong>2013</strong>


‘Smart’ workers<br />

Het bedrijfsleven is langzaam maar zeker in de ban geraakt van de smartphone. Steeds meer werkgevers zien de noodzaak in<br />

van het aanbieden van deze telefoons aan werknemers. Uit een onderzoek van Intermediar onder 345 werknemers blijkt dat<br />

ongeveer de helft van hen een smartphone van de zaak heeft. In sommige gevallen mogen werknemers zelf beslissen of zij in het<br />

bezit willen zijn van deze gadget, maar in veel andere gevallen wordt dit verplicht gesteld. Een belangrijke reden voor werkgevers<br />

is de beoogde toenemende productiviteit van hun werknemers, maar zijn er ook voordelen voor werknemers zelf te bedenken?<br />

Tijd voor <strong>Medium</strong> om het een en ander op te helderen.<br />

Tekst: Dyan Kloosterboer<br />

Altijd bereikbaar<br />

‘Altijd bereikbaar moeten zijn’, lijkt het credo anno <strong>2013</strong>.<br />

Dankzij het nieuwe ‘flexibele werken’, dat erop gericht is<br />

om mensen 24 uur per dag en 7 dagen in de week toegang<br />

te bieden tot bedrijfsinformatie, zijn werknemers buiten de<br />

reguliere kantoortijden bereikbaar voor hun baas en collega’s.<br />

Het merendeel van de communicatie buiten kantoortijden<br />

verloopt via smartphones en tablets. Dat het overgrote deel<br />

van de werknemers hier niet over te spreken is, blijkt uit een poll<br />

die vakbond FNV hield onder 246 werknemers. Slechts twintig<br />

procent gaf aan het belangrijk te vinden om op de hoogte te<br />

blijven van het werk in de vrije tijd. Een percentage van zeventien<br />

procent van hen zei zelfs onrustig te worden van de continue<br />

stroom van binnenkomende oproepen in de vrije tijd.<br />

Productiviteit<br />

Werkgevers lijken zich hier weinig van aan te trekken. Voor hen<br />

brengt het aanbieden van smartphones aan werknemers veel<br />

voordelen met zich mee. Uit verscheidene studies is gebleken<br />

dat de productiviteit van werknemers significant omhoog<br />

gaat, wanneer zij in het bezit zijn van een smartphone. Zo is<br />

duidelijk geworden dat werknemers die in het bezit zijn van<br />

een smartphone wekelijks gemiddeld zo’n zes uur meer werken<br />

dan werknemers zonder smartphone. Ook vervaagt deze vorm<br />

van technologie de grens tussen werk en vrije tijd, waardoor de<br />

werknemer altijd bereikbaar is voor zowel de werkgever, als de<br />

klant.<br />

“BIJ SOMMIGE SMARTPHONES IS DE UITKNOP<br />

LASTIG TE VINDEN, MAAR HIJ ZIT ER WEL.<br />

GEBRUIK HEM.”<br />

Nutteloze zaken<br />

Deze verhoogde mate van productiviteit gaat vaak ten koste van<br />

de gemoedstoestand van de werknemer. Smartphone-bezitters<br />

hebben meer te leiden onder stress en zijn over het algemeen<br />

minder tevreden met hun werk, wat op de lange termijn zal leiden<br />

tot verminderde prestaties. De kwaliteit van hun geleverde werk<br />

zal minder worden. Ook hebben deze werknemers vaker last<br />

van slapeloosheid, omdat zij tot in de late uren doorwerken en<br />

zo niet voldoende uitrusten. Een smartphone geeft een melding<br />

van nieuwe berichten of een inkomende oproep, zonder dat<br />

je invloed hebt op wanneer dit gebeurt. Wanneer je ‘s avonds<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 25


laat ineens een urgente mail krijgt van je leidinggevende, is<br />

het immers lastig om te antwoorden: “nu komt het even niet<br />

uit, ik ben nu vrij.” Daantje Derks, universitair docent arbeid &<br />

organisatie- psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam,<br />

geeft aan dat een smartphone hierdoor een belangrijk moment<br />

van rust aan het einde van een lange werkdag kan verstoren.<br />

Volgens haar hebben werknemers dit nodig om afstand te kunnen<br />

nemen van hun werk, maar hebben zij het gevoel dat zij geen<br />

keus hebben en altijd beschikbaar moeten zijn. Hier komt vaak<br />

een stukje schuldgevoel bij kijken. Mensen voelen zich in dit geval<br />

schuldig, wanneer zij hun vrije tijd aan ‘nutteloze’ zaken besteden.<br />

Wanneer zij bijvoorbeeld hun kind van de crèche hebben gehaald<br />

en hierdoor tijdelijk niet bereikbaar zijn geweest, hebben zij het<br />

gevoel dit te moeten compenseren door extra vrije tijd aan het<br />

werk te besteden. Ook op de werkvloer kleven er nadelen aan<br />

het gebruik van de smartphone. Het risico bestaat namelijk dat<br />

de smartphone-gebruiker meer oog heeft voor zijn telefoon, dan<br />

voor zijn collega’s en zich dus minder sociaal op zal stellen. Zo kan<br />

het gebruik van deze telefoon tijdens vergaderingen, borrels en<br />

de pauze irritaties hoog laten oplopen.<br />

“WERKNEMERS ZIJN 24 UUR PER DAG EN 7<br />

DAGEN IN DE WEEK BESCHIKBAAR VOOR HUN<br />

BAAS EN COLLEGA’S.”<br />

Een presentje<br />

Toch lijkt niet iedereen moeite te hebben met het verplichte<br />

bezit van smartphones. Uit een onderzoek van Blauw Research<br />

is gebleken dat met name jongere werknemers bereikbaarheid<br />

buiten kantoortijden heel normaal vinden en hier over het<br />

algemeen weinig hinder van ondervinden. Bijna de helft van hen<br />

gaf aan dat ze het gevoel hebben dat ze tekort schieten als ze niet<br />

direct op binnenkomende zakelijke mails en oproepen reageren.<br />

Ook zitten er voordelen aan het bezit van een smartphone. Zo<br />

biedt het flexibiliteit en een extra vorm van autonomie over de<br />

plaats waar je werkt, aldus Daantje Derks. “Als je een smartphone<br />

krijgt van je baas, dan heb je toch het gevoel dat je iets extra’s<br />

krijgt. Een smartphone is een soort presentje.”<br />

BYOD<br />

Werknemers die geen smartphone van hun baas krijgen,<br />

gebruiken veelal hun privé-toestel op het werk. De nieuwe trend<br />

op de werkvloer is namelijk het zogenaamde ‘BOYD’, oftewel:<br />

Bring your own device. Dit houdt in dat werknemers eigen pc’s,<br />

laptops, tablets en smartphones voor professioneel gebruik<br />

aanwenden. Een reden voor werknemers om dit te doen is met<br />

name het gebruiksgemak dat hierbij komt kijken. Toch zijn er nog<br />

“WERKNEMERS MET EEN SMARTPHONE<br />

WERKEN WEKELIJKS GEMIDDELD ZO’N<br />

6 UUR MEER.”<br />

veel bedrijven die deze nieuwe manier van werken niet toestaan,<br />

wegens het tekort aan kennis op het vlak van beveiliging en privacy<br />

en het gevaar van vermenging van privé- en werkgegevens. “Bij<br />

onzorgvuldig gebruik, diefstal of verlies van de smartphone of<br />

iPad komen bedrijfsgegevens letterlijk op straat te liggen”, aldus<br />

voormalig voorzitter van de Business Software Alliance (BSA)<br />

Jacco Brand. “Werknemers staan vaak niet stil bij de gevolgen en<br />

hebben geen idee welke BYOD-richtlijnen de werkgever hanteert.<br />

De baas is op zijn beurt het zicht kwijt op welke bedrijfsinformatie<br />

op al die apparaten circuleert en wie daar precies toegang toe<br />

hebben.” Ondanks de duidelijke risico’s die deze nieuwe manier<br />

van werken met zich meebrengt, gebruikt zo’n vijftien procent<br />

van alle werknemers een eigen toestel op het werk.<br />

Verslaving<br />

Bij intensieve smartphone-gebruikers ligt verslaving al snel op<br />

de loer. Vooral mensen die moeite hebben om werk en privé<br />

gescheiden te houden, behoren tot de risicogroep. Éen op de<br />

drie ondervraagden uit het eerder genoemde onderzoek van<br />

Intermediar gaf aan de smartphone nooit uit te schakelen.<br />

Derks weet dat ze zelf ook tot de risicogroep behoort. “Ik kies<br />

een vakantieplek waar geen internet is, ik zet mijn telefoon uit.<br />

Bij sommige smartphones, zoals de iPhone is de uitknop lastig<br />

te vinden, maar hij zit er wel. Gebruik hem.” Om verslaving te<br />

voorkomen, is het raadzaam op vaste tijden de mail te checken, je<br />

niet onder druk proberen te laten zetten door je leidinggevende of<br />

collega’s en vermeende verwachtingen bespreekbaar te maken.<br />

En last but not least: laat je telefoon zo nu en dan rinkelen, negeer<br />

mailtjes ‘s avonds laat en ga nutteloze dingen doen. Die kunnen<br />

ook héél belangrijk zijn.<br />

<strong>26</strong> - medium | april <strong>2013</strong>


Veranderingsmanagement voor beginners<br />

Met de juiste kennis kun je alles efficiënter en<br />

slimmer aanpakken.<br />

Wat is efficiënt leiderschap en waar halen we de motivatie en inspiratie vandaan om onszelf te veranderen? Het zijn twee vragen<br />

waar Ben Tiggelaar (44 jaar) zich dagelijks mee bezighoudt. <strong>Medium</strong> sprak met Tiggelaar over zijn werk als managementtrainer,<br />

schrijver en columnist.<br />

Tekst: Maartje Geels<br />

Goede voornemens - veel mensen geven ze in de eerste twee<br />

maanden van een nieuw jaar al op. Helemaal nergens voor<br />

nodig volgens Ben Tiggelaar. Niet als we voornemens voortaan<br />

beschouwen als ‘geplande veranderingen’ tenminste. “Op het<br />

moment dat je praat over geplande veranderingen dan helpt het<br />

om een nauwkeurige gedragsintentie te formuleren. Mensen<br />

formuleren hun voornemens vaak als uitkomsten van een proces;<br />

niet als input die ons ertoe leidt iets te veranderen”, aldus de<br />

managementgoeroe. “Je wordt nog effectiever wanneer je niet<br />

alleen een voornemen formuleert (ik wil meer gaan sporten)<br />

maar dit ook daadwerkelijk koppelt aan een bepaalde situatie<br />

(op maandag ga ik na mijn werk hardlopen).” Daarbij hoef je<br />

overigens niet weer een heel jaar te wachten, je kunt ook gewoon<br />

in mei beginnen. “Maak hele specifieke afspraken met jezelf en,<br />

of met anderen , dat is de truc”, onthult Tiggelaar.<br />

Klinkt logisch. Had u zelf goede voornemens voor <strong>2013</strong>? “Sporten<br />

en meer dan ik voorheen al deed. Hier ben ik al een hele tijd mee<br />

bezig, maar met sommige voornemens ben je nooit klaar. Het is<br />

een kwestie van je regime om de zoveel tijd bijstellen”.<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 27


Van student naar intermediair<br />

U studeerde Communicatiewetenschap en promoveerde op een<br />

studie naar ‘gedragsverandering binnen organisaties’. Is uw<br />

werk als managementtrainer zich wat u had voorgesteld van<br />

uw carrière toen u nog studeerde? “Ik wist eigenlijk niet dat dit<br />

soort werk bestond, maar tijdens mijn studie was ik al wel bezig<br />

met het schrijven van artikelen voorondernemerstijdschriften.<br />

Onderwerpen als ondernemerschap en management spraken me<br />

toen al aan.”<br />

Na zijn studie verdiepte Tiggelaar zich meer in de marketingen<br />

reclamewereld, hij was onder meer redacteur bij<br />

Adformatie, en legde zich vervolgens toe op het schrijven van<br />

managementboeken. Deze overstap bleek te werken. Van<br />

zijn meest succesvolle boek, Dromen, Durven, Doen werden<br />

in Nederland ruim 250.000 exemplaren verkocht en het werd<br />

vertaald naar het Engels, Duits en Arabisch.<br />

Tegenwoordig verzorgt Tiggelaar een groot aantal seminars per<br />

jaar en schrijft hij wekelijks een column voor NRC. “Spreken voor<br />

groepen heb ik altijd leuk gevonden. Al vanaf de basisschool.<br />

Bovendien kom ik door de seminars en workshops in contact met<br />

veel nieuwe en interessante mensen. Dit vormt voor mij dan weer<br />

een voedingsbron voor nieuwe onderwerpen voor boeken en<br />

artikelen. Met het lezen van wetenschappelijke publicaties alleen<br />

red ik het niet”, zegt Tiggelaar.<br />

“HET WERK DAT IK DOE IS NIET ALLEEN<br />

NOODZAKELIJK, MAAR OOK HEEL SOCIAAL”<br />

Automatische sturing<br />

Die publicaties blijken overigens een belangrijke lijn te vormen in<br />

zijn werk. Al in hoofdstuk één van Dromen, Durven, Doen wordt<br />

de basis van de gedragswetenschap geïntroduceerd. De eerste<br />

les? De basis van gedragsverandering ligt bij het erkennen dat<br />

menselijk gedrag grotendeels automatisch gestuurd wordt.<br />

Automatisch gedrag komt voort uit pijn- en plezierprikkels. Veel<br />

mensen voelen de motivatie om iets te doen vaak pas wanneer een<br />

straf nadert. Zou dit een verklaring voor studieontwijkend gedrag<br />

onder studenten kunnen zijn? “De meeste schrijvers werken met<br />

een dagproductienorm. De Amerikaan Stephen King (populair<br />

auteur van moderne horror en science fiction, red.) schrijft zo’n<br />

5000 woorden per dag. Door zo’n strak schrijfritme na te leven,<br />

is hij in staat om minstens jaarlijks een nieuw boek te publiceren.<br />

Studenten zouden eigenlijk volgens dezelfde manier moeten<br />

studeren. Wat bijvoorbeeld bij het schrijven van een scriptie kan<br />

helpen, is het werken met een stopwatch. Geef jezelf bijvoorbeeld<br />

een bepaald aantal minuten te tijd voor je eerste versie van<br />

een inleiding. Bovendien helpt het als je voor je studie vaste<br />

momenten op de dag prikt. Door je planning te koppelen aan<br />

vaste tijdstippen en bijvoorbeeld met anderen af te spreken dat<br />

je aan het einde van de middag elkaar je werk opstuurt, creëer je<br />

een sociale druk om te presteren. Sociale prikkels zijn van belang:<br />

gebruik ze in je voordeel!”<br />

U stelt dat we eigenlijk grotendeels op de automatische piloot<br />

leven en slechts weinig bewust plannen. Kunt u dit toelichten? “Het<br />

gebeurt gewoon! Ons gedrag wordt gestuurd door genetische<br />

aanleg, omstandigheden en ingesleten gewoontes die continu<br />

getriggerd worden. Hierdoor houden we in ons brein maar een<br />

klein beetje ‘regelruimte’ over”, stelt Tiggelaar. Hij verwijst naar<br />

de dual system benadering, waarbij verondersteld wordt dat<br />

handelingen gestuurd wordt door de interactie tussen bewuste<br />

plannen en onbewuste automatismen. “Maar bewuste processen<br />

zijn niet onbelangrijk. Ons bewustzijn stelt ons in staat om te<br />

kunnen communiceren met anderen en onszelf, om na te kunnen<br />

denken over alternatieven voor ons gedrag. En juist door te<br />

communiceren kun je stapsgewijs verbeteringen doorvoeren.”<br />

‘Stages of Changes’<br />

Hoe veranderen in z’n werk gaat, legt Tiggelaar uit aan de hand<br />

van het Stages of Change model van gedragswetenschapper en<br />

hoogleraar James Prochaska. Prochaska beschrijft hoe we bij<br />

zelfverandering door een aantal fasen gaan, achtereenvolgens<br />

pre-contemplation, de contemplation, preparation, action en<br />

tot slot maintenance. “Op het moment dat je overschakelt naar<br />

de contemplation-fase ga je veranderingen pas overwegen.<br />

Dan volgt nog de fase waarin we de voorbereiding (het liefst<br />

op korte termijn) willen starten en pas dan gaan we over op tot<br />

de daadwerkelijke actie.” Een heleboel stappen dus, voor we<br />

uiteindelijk een succesvolle verandering hebben doorgevoerd<br />

in ons leven. “Communicatie met anderen en ook innerlijke<br />

gesprekken kunnen je helpen om van de ene fase naar de andere<br />

te schakelen. Een goede tip is bijvoorbeeld het delen van je goede<br />

voornemens met anderen en ze ook te vragen je er aan te houden.<br />

Een succesvol sportregime bereik je bijvoorbeeld door samen te<br />

gaan sporten en daarover met elkaar goede afspraken te maken.”<br />

Willen mensen eigenlijk wel veranderen? Die automatische piloot<br />

is soms best prettig… “Absoluut! Er is overigens niets mis met<br />

die automatische modus, alleen het maakt het voor ons lastig<br />

om veranderingen door te voeren. Je moet het zo zien: als we<br />

iets vaak doen, kost die actie ons op den duur minder cognitieve<br />

inspanning en dat is natuurlijk prettig.”<br />

Er zijn dus ook succesverhalen? “Ja hoor. Mijn werk is niet<br />

alleen gericht op managers die veranderingen in hun stijl van<br />

leidinggeven willen doorvoeren. Ik heb brieven en mails van<br />

allerlei mensen ontvangen die het roer daadwerkelijk compleet<br />

omgegooid hebben. Vaak lopen zij al met een idee rond en<br />

hebben ze enkel nog een opstapje nodig. Zo ben ik ooit met<br />

een ondernemer in contact gekomen die na het lezen van mijn<br />

boek zijn baan had opgezegd en een kindertehuis in Mexico had<br />

geopend. ‘Hoe kan ik mensen iets leren dat hen helpt bij het<br />

ontwikkelen en implementeren van hun plannen?’ Dat blijft de<br />

uitdaging die ik voor ogen wil houden.”<br />

28 - medium | april <strong>2013</strong>


Bewust leven<br />

Wanneer hebt u zelf de automatische piloot uitgeschakeld en<br />

bent u begonnen met bewust leven? “Ik woon nu een aantal<br />

maanden in Boston en de eerste keer dat ik mijn kinderen naar<br />

school bracht, moest ik mijn GPS gebruiken om te navigeren en<br />

was het schipperen in het verkeer. Na een aantal weken raak je<br />

aan al die dingen gewend en wordt het juist plezierig dat je op<br />

bepaalde patronen kunt terugvallen. Ook goede dingen kun je op<br />

de automatische piloot doen.”<br />

“JE GAAT EFFICIËNTER TE WERK WANNEER<br />

JE NIET ALLEEN EEN VOORNEMEN VORMT<br />

MAAR DIT OOK DAADWERKELIJK KOPPELT<br />

AAN EEN BEPAALDE SITUATIE”<br />

Vallen en opstaan<br />

Uw boeken staan vol met adviezen, maar zijn ook persoonlijk. Ze<br />

bevatten veel anekdotes en verhalen van anderen die (succesvol)<br />

een verandering hebben doorgevoerd. “Het uitgangspunt van<br />

mijn werk is altijd wetenschappelijk onderzoek, maar natuurlijk<br />

willen mensen het zo aantrekkelijk mogelijk voorgeschoteld<br />

krijgen. Wetenschappelijke modellen kun je concreet maken<br />

door er persoonlijke verhalen bij te vertellen; als lezer onthoud<br />

je die kennis eenvoudiger en dat levert een beter resultaat op”,<br />

legt Tiggelaar uit. “Tijdens mijn workshops probeer ik het ook<br />

zoveel mogelijk persoonlijk te houden en mijzelf niet mooier voor<br />

te doen dan ik ben. Ik vind het bijvoorbeeld ontzettend leuk om<br />

over mijn eigen blunders te vertellen, want de herkenning die dat<br />

opwekt, leidt vaak tot een lach.”<br />

De seminars die Tiggelaar inmiddels in verschillende landen<br />

geeft, zijn vooral gericht op managers op de bedrijfsvloer. “Aan<br />

de buitenkant ziet mijn werk er hip en abstract uit, maar in feite<br />

heeft het alles te maken met lesgeven en studeren. Zorgen dat<br />

je altijd op de hoogte bent van nieuw onderzoek, ook dat is<br />

belangrijk.”<br />

Succes is een proces van vallen en opstaan. Bovendien duurt<br />

het lang. Is uw methode dan wel voor iedereen weggelegd?<br />

“Uiteindelijk kan iedereen iets beter worden in zelfsturing. Maar<br />

100% zelfsturing is voor niemand weggelegd. Het is heus niet<br />

erg om af en toe terug te vallen in oud gedrag, maar het gaat er<br />

dan om dat je uit dit proces lering trekt. Alles valt of staat met de<br />

juiste kennis: als je hier eenmaal over beschikt, kun je echt alles<br />

efficiënter, handiger of slimmer aanpakken.”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 29


RECENSIE<br />

De nieuwe koers van SBS6<br />

Tekst: Menno Woudt<br />

Het gaat niet zo goed met SBS6. De ‘campingzender’ van<br />

Nederland, zoals SBS6 vaak liefkozend wordt genoemd, is<br />

enigszins de weg kwijt. Na enkele kabbelende jaren zette de<br />

neergang in het najaar van 2010 definitief in. De campingzender<br />

begon met het bouwen van chalets, maakte er vervolgens een<br />

hotel van, om deze uiteindelijk te verruilen voor bungalows.<br />

Enkele eerder bewezen successen van SBS6 moesten het<br />

plots met aanzienlijk minder kijkers doen; met de iconische<br />

talentenjacht Popstars werd eind 2010 flink geschoven, in de<br />

hoop alsnog publiek te trekken. Nieuwe en inmiddels allang<br />

weer vergeten titels zoals De Zaterdagavondshow en The Sing-<br />

Off, werden al voortijdig van de buis gehaald.<br />

Op 20 april 2011 werden de nieuwe eigenaren van SBS<br />

Broadcasting B.V. bekendgemaakt: Sanoma Media en Talpa,<br />

het productiebedrijf van John de Mol. Laatstgenoemde, die<br />

als producent concurrent RTL al vele succesvolle formats had<br />

bezorgd, zou het tij keren. Om de week verscheen in de media<br />

een bericht waarin De Mol, of een andere belanghebbende,<br />

meldde dat “het dal achter ons lag’’. Ondertussen werd het ene<br />

na het andere programma naar de late avond, en de ene na de<br />

andere presentator naar de zijkant geschoven. De Mol vestigde<br />

al zijn hoop op de door hem ontwikkelde talentenjacht The<br />

Winner Is... – het programma zou SBS6 weer definitief op de<br />

kaart zetten. Op de (onbegrijpelijk gekozen) donderdagavond<br />

trok het programma bij lange na niet het door De Mol voorspelde<br />

aantal kijkers. ‘And The Loser Is...’.<br />

Een duidelijke koers was nog altijd niet uitgestippeld. In het<br />

nieuwe televisieseizoen van 2012 waren er opeens enkele<br />

meevallers: de dramaserie Dokter Tinus en het veelbesproken<br />

Sterren Springen op Zaterdag trokken aardig wat kijkers.<br />

Een relatief succes: andere nieuwe titels, zoals Villa Morero,<br />

werden minder goed bekeken. Ook de recente ‘restyling’ van<br />

Shownieuws en Hart van Nederland, twee vaste pijlers van SBS6,<br />

pakte niet uit zoals gehoopt.<br />

Na vele omwentelingen kwam op de perspresentatie van SBS<br />

Broadcasting, eind 2012, het verlossende woord: de zender<br />

verhuurt weer staanplaatsen op de camping. SBS6 wordt weer<br />

een zender voor het gewone volk. Successen uit voorgaande<br />

jaren krijgen een vervolg en ook nieuwe titels “zullen voor<br />

verrassingen zorgen”, aldus programmadirecteur Remko van<br />

Westerloo. De zender maakt gebruik van een zogenaamde<br />

‘reconnect-strategie’, waarbij de kijker zich verbonden moet<br />

voelen met de hele zender - niet met louter één programma.<br />

Bij de nieuwe koers wordt ook de doelgroep ‘boodschappers<br />

20-49 jaar’ overboord gegooid: de zender richt zich nu ook op<br />

de oudere kijkers en rekt de doelgroep op met maar liefst vijf<br />

jaar. Of deze aankondiging bij de adverteerders en het publiek<br />

aankomt, is nog af te wachten.<br />

Het programma-aanbod van SBS6 wordt verstevigd en<br />

uitgebreid. Na het succes van Sterren Springen op Zaterdag<br />

bonden recentelijk enkele ‘BN’ers’ (voor wat het waard is) de<br />

latten onder voor Vliegende Hollanders: Sterren van de Schans.<br />

SBS6 nam daarnaast al een pilot op voor Celebrity Bounce:<br />

trampolinespringen met sterren.<br />

Andere titels doen inhoudelijk sterk denken aan bestaande<br />

successen van de concurrent. Na een korte sessie associëren<br />

lijkt De Speld in de Hooiberg, waarin een vrijgezelle boer op<br />

Texel naar een vrouw zoekt, wel erg op Boer Zoekt Vrouw, heeft<br />

Sabotage wel wat weg van Wie is de Mol? en vormt The Next<br />

Poptalent het nieuwe Idols. En dan nog hopen dat het publiek de<br />

zender weet te vinden.<br />

De veranderingen en de optimistische persberichten doen<br />

geloven dat de zender weer goed op weg is, met een duidelijke<br />

koers. Ditzelfde beeld werd echter ook twee jaar geleden<br />

voorgeschoteld, toen het op basis van kijkcijfers niet bijzonder<br />

voortvarend ging. De adverteerders zijn het inmiddels zat. Het<br />

aanbod van SBS6 is meer van hetzelfde met eerder vertoonde<br />

kunstjes - alhoewel een schoonspringende Patty Brard als<br />

uitzondering dient. Wie weet is het de juiste mix om het ‘gewone<br />

volk’ aan te spreken en zit de kijker er, net als de BN’er, om te<br />

springen.<br />

De nieuwe koers van SBS6<br />

+ Het omarmen van het eigen imago<br />

- Schoonspringen, schansspringen, trampolinespringen,<br />

parachutespringen...<br />

30 - medium | april <strong>2013</strong>


Let’s blog<br />

In de wirwar van online publicatieplatforms, ofwel blogs, zijn er slechts enkele hoge bomen die maandelijks duizenden bezoekers<br />

trekken. De vraag die vandaag de dag centraal staat, is of bloggen er anno <strong>2013</strong> nog toe doet. Hebben we, naast social media<br />

als Facebook en Twitter, nog behoefte aan blogs? Of zijn blogs juist populairder dan ooit tevoren? Een kijkje in de turbulente<br />

bloggerswereld.<br />

Tekst: Dyan Kloosterboer<br />

De uitvinding van de boekdrukkunst bracht een hoop teweeg. Men<br />

was in staat om iets op papier te zetten en hiermee kon een grote<br />

doelgroep tamelijk eenvoudig worden bereikt. Met de opkomst<br />

van het internet werd publiceren nog laagdrempeliger. Iedereen<br />

kan tegenwoordig een eigen publicatie maken, ongeacht het<br />

onderwerp of het bestaan van een publiek voor je schrijfkunsten.<br />

Deze laagdrempeligheid heeft zich vertaald in een immens<br />

aantal online blogs, die veelal kunnen worden onderverdeeld in<br />

verschillende niches. Zo bestaan er politieke blogs, modeblogs,<br />

kunstblogs, reisblogs en ga zo maar door. Voor ieder wat wils. De<br />

bloggers hebben elk een uniek communicatieplatform in handen,<br />

waarmee mensen over de hele wereld kunnen worden bereikt.<br />

In de etalage<br />

Maar waarom bloggen mensen eigenlijk? Een van de voordelen<br />

van bloggen is dat je jezelf op de voorgrond kunt plaatsen. “Als<br />

journalist moet je werken aan je eigen aanwezigheid, je moet een<br />

etalage kweken voor jezelf. Bloggen is een belangrijk onderdeel<br />

van zo’n etalage”, aldus Geert-Jan Bogaerts, journalist en leraar<br />

Internetjournalistiek aan de Universiteit van Groningen. Bogaerts,<br />

zelf fervent blogger, heeft aan zijn blog een hoop opdrachten te<br />

danken. Daarbij kan een blog een goede aanvulling zijn op je CV.<br />

Door een blog bij te houden kan je laten zien wat je in huis hebt<br />

op journalistiek en persoonlijk vlak. Hierdoor kan je een streepje<br />

voor hebben op de arbeidsmarkt. “Journalisten zouden allemaal<br />

moeten bloggen. Het draagt bij aan hun personal brand. Daarbij<br />

biedt het de mogelijkheid om meer mensen met meer content te<br />

bereiken. Bloggen is snel en je hebt helemaal zelf de controle”,<br />

zo zegt Piet Bakker, Lector Crossmedia en Journalistiek aan de<br />

Hogeschool Utrecht. Ook niet onbelangrijk: met een blog valt<br />

geld te verdienen. Zo zijn er bloggers die goed verdienen aan<br />

reclame die zij op hun blog toelaten, of je kan gaan bloggen voor<br />

een bedrijf of internetmedium. Christian Slagter, eigenaar van<br />

Slagter Media, geeft ons nog meer redenen om te bloggen. Zo<br />

stelt hij dat het je communicatieve vaardigheden verbetert, dat je<br />

jezelf kunt positioneren als autoriteit en dus beter zichtbaar bent<br />

in zoekmachines en dat je je sociale netwerk uit kunt breiden.<br />

“IEMAND DIE WIL CREËREN, VERNIEUWEN<br />

EN EXPERIMENTEREN, LAAT ZICH NIET<br />

HINDEREN DOOR EEN MAXIMUM VAN 140<br />

TEKENS.”<br />

Invloedrijk<br />

Bloggers zijn vandaag de dag behoorlijk invloedrijk geworden en<br />

hebben veelal een duidelijke visie die zij graag willen verkondigen<br />

in het openbaar. Met name bloggers die opereren binnen<br />

bepaalde niches blijken populair, zo valt te lezen op 9to5blogger.<br />

com. Het enige dat deze modebloggers nodig hebben is een<br />

camera, waarmee zij hun volgers telkens inspirerende plaatjes<br />

voorschotelen. “Veel mensen denken dat een blog niet veel<br />

werk is, maar ik ben 24 uur per dag met mijn blog bezig. Ik doe<br />

alles zelf”, aldus de 23-jarige Yara Michels in een interview met<br />

Elsevier. Yara begon haar modeblog ‘This chick’s got style’ in 2009<br />

en was toen een van de eerste modebloggers van Nederland.<br />

Tegenwoordig is zij een zeer bekend en geliefd gezicht in de<br />

modewereld en vliegt ze voor haar blog de hele wereld over. “Ik<br />

doe veel leuke dingen voor mijn blog. Mensen vinden het leuk om<br />

te lezen als ik bijvoorbeeld voor een mode-event in Londen zit.”<br />

Generatiekloof<br />

Een veelgehoorde kreet in de bloggerswereld is dat er een<br />

steeds groter wordende kloof bestaat tussen de ‘grote’ en echt<br />

populaire blogs en de ‘kleine’ minder populaire blogs. Enkele<br />

grote (Nederlandse) blogs zijn bijvoorbeeld afterdrk.com (45.000<br />

pageviews per maand) en stylescrapbook.com (<strong>26</strong>5.000 pageviews<br />

per maand). Het enorme scala aan kleine blogs weet vaak nog niet<br />

eens één procent van dit aantal te bereiken. Eén van de oorzaken<br />

hiervan is dat er tegenwoordig zo ontzettend veel blogs bestaan,<br />

dat het lastig is voor startende bloggers om naamsbekendheid<br />

te generen en iets toe te voegen. Tessa Kreunen, studente<br />

Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam<br />

en eigenaresse van het modeblog ‘Heritage-mode’, moet dit<br />

bevestigen. ‘Bloggen is redelijk algemeen geworden. Er zijn veel<br />

blogs over allerlei uiteenlopende onderwerpen, je kunt het zo gek<br />

niet bedenken. Terwijl de grotere bloggers steeds interessanter<br />

worden voor bedrijven, is het voor kleinere bloggers steeds<br />

moeilijker om te groeien.’ Tessa blogt nu sinds een jaar en het<br />

bevalt haar erg goed. Ze vindt het leuk om met haar passie mode<br />

bezig te kunnen zijn en om gelijkgestemden te ontmoeten. De<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 31


keerzijde is dat haar inspiratie haar soms in de steek laat en dat de<br />

druk altijd blijft bestaan om haar blog up-to-date te houden. Een<br />

week geen nieuw bericht plaatsen, kan immers een afname van<br />

het aantal lezers betekenen. Ze is van mening dat veel mensen<br />

beginnen met bloggen om interessante mensen te kunnen<br />

ontmoeten en om erbij te kunnen horen. Dat dit niet altijd de juiste<br />

beweegredenen zijn, blijkt wel uit het feit dat veel bloggers na<br />

geringe tijd hun blog verwaarlozen en uiteindelijk opheffen. Tessa<br />

ziet de toekomst van blogs positief in. “Persoonlijk denk ik dat<br />

blogs populair zullen blijven, omdat je als blogger tegenwoordig<br />

over de mogelijkheid beschikt om via verscheidene kanalen te<br />

communiceren. Een groot aantal bloggers heeft tegenwoordig<br />

ook een Facebookaccount, Twitterprofiel en Instagram. Hierdoor<br />

kan je een groter publiek bereiken.”<br />

Tweet, tweet<br />

Het hebben van een blog lijkt inderdaad niet meer genoeg. Om<br />

in de picture te blijven, zoals in Yara’s geval, moet je meer in huis<br />

hebben. “Ik ben begonnen met twitteren via mijn twitteraccount<br />

@yaragotstyle, om meer contact te krijgen met mijn lezers en<br />

korte berichtjes uit te kunnen zenden. Wat heb ik aan? Wat zijn<br />

jullie aan het doen? Ik geef updates van wat ik aan het doen<br />

ben in relatie tot wat ik op mijn blog post. Ik zie een tweet als<br />

een soort sms, maar dan het universum in. Het aantal volgers<br />

op Twitter groeide snel. De eerste week waren het er vijftig, de<br />

week erop honderd en inmiddels zit ik over de achtduizend.’ Yara<br />

denkt dat ze zoveel volgers heeft, omdat ze een persoon is in<br />

plaats van een merk. Dat maakt dat mensen zich goed met haar<br />

kunnen identificeren. Als ze zou moeten kiezen tussen bloggen óf<br />

twitteren, zou ze toch haar twitteraccount aan de wilgen hangen.<br />

“Twitter blijft toch meer een aanvulling. Je bent er beperkter qua<br />

tekst en beeld.” Ernst-Jan Pfauth, schrijver van het boek Gij zult<br />

bloggen, is groot fan van bloggen. Over sociale media is hij echter<br />

minder enthousiast: “de internetgebruiker die vrijheid belangrijk<br />

vindt, maakt de spannendste creaties. Het is iemand die zich niet<br />

neerlegt bij de regeltjes van Facebook en Twitter. Iemand die wil<br />

creëren, vernieuwen en experimenteren, laat zich niet hinderen<br />

door een maximum van 140 tekens.”<br />

Corporate blogging<br />

Aan de Hogeschool Utrecht wordt tegenwoordig de cursus<br />

Corporate Blogging aangeboden, waarbij de cursisten<br />

een eigen blog opzetten. Deze cursus is bedoeld voor<br />

communicatiemedewerkers en zelfstandigen die zichzelf of de<br />

organisatie waar zij voor werken via een blog willen profileren.<br />

Want, zo stelt de HU, het is van groot belang om naast social<br />

media als Facebook en Twitter ook je eigen platform te hebben,<br />

waarover je zelf de regie hebt: een corporate blog. Blogs kunnen<br />

niet alleen worden ingezet als middel voor promotie, maar ook<br />

om in dialoog te gaan met de doelgroep. Hoewel blogs met name<br />

voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt, worden ze ook<br />

door bedrijven steeds vaker ingezet als instrument voor corporate<br />

communicatie. Een blog geeft de organisatie een gezicht.<br />

Bloggen, of niet?<br />

Is bloggen passé, of juist helemaal van nu? Men zou kunnen<br />

beweren dat Facebook en Twitter de bepalende principes<br />

“VEEL MENSEN DENKEN DAT EEN BLOG NIET<br />

VEEL WERK IS, MAAR IK BEN 24 UUR PER DAG<br />

MET MIJN BLOG BEZIG. IK DOE ALLES ZELF.”<br />

achter bloggen groot hebben gemaakt en vervolgens hebben<br />

geherstructureerd. Via sociale media is het makkelijker om op<br />

elkaar te reageren, een like is immers sneller gedeeld dan een<br />

blogreactie. Terwijl sommigen het hier roerend mee eens zijn,<br />

blijkt naar aanleiding van dit artikel dat de experts van mening<br />

zijn dat bloggen juist belangrijker is dan ooit. Volgens hen zou<br />

iedereen eigenlijk een blog moeten beginnen. Want buiten dat<br />

een blog kan dienen als vorm van zelfexpressie, als uitlaatklep of<br />

als carrière-opstapje, biedt het ons de mogelijkheid om een veel<br />

groter publiek te bereiken dan ooit tevoren. Gewoon vanuit je<br />

eigen huiskamer, of vanuit de Fashionweek in New York.<br />

32 - medium | april <strong>2013</strong>


‘Het zijn de ongelukken van de massamedia’<br />

Marc de Hond over het uithalen van<br />

prank calls op de radio<br />

Eind 2012 ontstond commotie over een telefoongrap van twee Australische dj’s. De grap die in eerste instantie werd bejubeld,<br />

werd twee dagen later overschaduwd door de zelfdoding van het slachtoffer van de zogenoemde prank call. <strong>Medium</strong> belde –<br />

zonder grappen – met radiomaker Marc de Hond om de toenmalige ophef te bespreken.<br />

Tekst: Menno Woudt Beeld: Roland J. Reinders (KRO)<br />

“Als dit lukt, is het de makkelijkste grap ooit”, grapt dj Mel Greig<br />

nog voordat de verpleegster opneemt. Greig en haar collega<br />

Michael Christian bellen begin december naar het Britse ziekenhuis<br />

waar Kate Middleton vanwege zwangerschapsmisselijkheid is<br />

opgenomen. De twee deden zich voor als koningin Elizabeth<br />

II en kroonprins Charles, in de hoop zo te kunnen worden<br />

doorverbonden naar de afdeling van ‘hun’ Kate. En dat gebeurde,<br />

tot de verbazing van de dj’s van 2Day FM. Het leverde geen<br />

bijzondere nieuwsfeiten op, maar geslaagd was deze prank call<br />

zeker. Het ziekenhuis schaamde zich diep.<br />

Twee dagen later kwam het nieuws dat de verpleegster, die de<br />

twee dj’s had doorverbonden, zelfmoord had gepleegd. De<br />

46-jarige vrouw werd dood in huis aangetroffen. Naar het schijnt<br />

schreef de vrouw in haar afscheidsbrief over het incident. De twee<br />

dj’s werden op non-actief gesteld en boden op televisie betraand<br />

hun excuses aan. Er volgende geen verdere rechtsgang.<br />

In de media ontstond discussie over de prank call. Hoe ver kun je als<br />

radiomaker gaan? Marc de Hond volgde de discussie op de voet.<br />

Momenteel is hij presentator van De Rekenkamer en is daarnaast<br />

schrijver en speler van het Nederlands rolstoelbasketbalteam. Hij<br />

begon zelf ooit als radio dj: tussen 2001 en 2006 presenteerde<br />

hij op 3FM onder andere het NCRV-programma BuZz, waarin<br />

hij veelvuldig telefoongrappen uithaalde met bekende en<br />

onbekende Nederlanders.<br />

De inmiddels beruchte prank call roept bij De Hond herinneringen<br />

op. “Het lijkt een beetje op een telefoongrap die ik zo’n elf jaar<br />

geleden uitgehaald heb. Ajax speelde in de Champions League<br />

tegen AC Milan en ik had gehoord dat de spelers in het Hilton<br />

Hotel in Amsterdam overnachtten. Het leek me leuk om in de<br />

uitzending te doen alsof ik een Italiaanse speler ging wakker<br />

bellen. De receptioniste nam op, maar ging vervolgens heel<br />

mysterieus doen. Een half uur later belde ik opnieuw en kreeg<br />

dezelfde receptioniste aan de telefoon. Met een soort nep-<br />

Italiaans accent, in gebrekkig Engels, zei ik: “Hello, this is Marco<br />

di Canio.” Ik deed alsof ik van Rai Uno was en een afspraak had<br />

om doelman Rossi te interviewen. En vervolgens verbond ze me<br />

door naar de kamer! Daar werd dan helaas niet opgenomen, maar<br />

daar moest ik aan denken bij deze telefoongrap. Het is niet veel<br />

meer of minder. Wanneer ze de pers aan de telefoon hebben zijn<br />

ze blijkbaar op hun hoede, maar op het moment dat je een gek<br />

stemmetje opzet niet.”<br />

Surrealistische grappen<br />

Een van de eerste Nederlandse radioprogramma’s die de prank<br />

call introduceerde, was De Steen En Been Show, waarin Jack<br />

Spijkerman nietsvermoedende burgers telefonisch in de maling<br />

nam. Een inspiratiebron voor De Hond, die als ambitieuze<br />

radiomaker ruimte voor verbetering zag. “Veel dj’s maakten<br />

toentertijd telefoongrappen zonder punchline: die gingen gewoon<br />

bellen en een beetje raar doen. Ik wilde graag creatievere prank<br />

calls bedenken. Mijn telefoongrappen impliceerden altijd iets,<br />

een bepaalde situatie, die ik vervolgens ontkende. De persoon die<br />

in de maling werd genomen liet ik het beeld inkleuren.”<br />

De Honds voorkeur gaat uit naar surrealistische grappen. Niet<br />

alleen de radiomaker, ook het slachtoffer en het publiek moet de<br />

grap kunnen ontdekken. “Als dj heb je je voorbereid en weet je<br />

wat er gaat gebeuren: je staat al met 3-0 voor. De ander moet<br />

de kans krijgen de grap te doorprikken. Je kunt iemand ook in de<br />

maling nemen met: “Hallo, je spreekt met de politie, je moeder<br />

heeft een ongeluk gehad.” Dat vind ik natuurlijk niet kunnen. Je<br />

moet eigenlijk met iets komen dat onrealistisch is. Dat ik met heel<br />

veel galm een winkel belde en zei: “Ja, die grote koelkast die ik<br />

gisteren bij jullie heb gekocht, hoe gaat die van binnenuit open?”.<br />

Mijn telefoongrappen waren surrealistisch en in negentig procent<br />

van de gevallen kon degene aan de andere kant van de lijn weten<br />

dat er iets geks of grappig gebeurde. Volgens mij heb je er dan<br />

allebei lol aan, en de luisteraar natuurlijk ook.”<br />

RoboRuud<br />

Voor het radioprogramma BuZz knutselde De Hond<br />

een robotversie van Ruud de Wild in elkaar. Door korte<br />

geluidsfragmenten aan elkaar te plakken kon De Hond, namens<br />

De Wild, een gesprek voeren met een bekende Nederlander.<br />

Maar in hoeverre kun je gebruikmaken van iemand anders<br />

persoonlijkheid op de radio? “Dat was ook een grensgeval. Wat<br />

ik daar de openbaring van vond was dat Ruud de Wild blijkbaar<br />

normaal zulke vage telefoongesprekken voert dat men het<br />

verschil niet eens merkte. Als je dus volledig onsamenhangende<br />

“JA, DIE GROTE KOELKAST DIE IK GISTEREN<br />

BIJ JULLIE HEB GEKOCHT, HOE GAAT DIE VAN<br />

BINNENUIT OPEN?”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 33


Een ‘happy end’ van een prank call is niet noodzakelijk, maar wel<br />

netjes. “Alhoewel ik dat niet altijd heb gedaan. Bij RoboRuud<br />

drukte ik op het einde altijd op willekeurige knopjes, zodat het<br />

compleet bizar werd. Dan liet ik ook wel eens een knopje gewoon<br />

hangen, dat je na een tijdje wel hoort dat het iets kunstmatigs<br />

is. Het leukste is als het gesprek steeds absurder wordt, net<br />

zolang tot iemand zelf doorkrijgt dat het nep is. Maar er is geen<br />

wetgeving voor ‘telefoongrappen’, dus je kunt doen wat je wilt.”<br />

De effecten van een prank call<br />

De centrale vraag in de discussie, naar aanleiding van de prank<br />

call rondom Kate Middleton, was of de dj’s enige schuld betreft.<br />

Het inschatten van mogelijke effecten is volgens De Hond<br />

vrijwel onmogelijk. “Als je live op de radio bent en je in een keer<br />

met misschien wel een miljoen mensen communiceert, is het<br />

onmogelijk om daar de impact van in te schatten. Alles wat je in de<br />

massamedia doet, kan op een gegeven moment verkeerd gaan als<br />

het kwetsbare mensen betreft. Het is eigenlijk ‘onnatuurlijk’ om in<br />

één keer met miljoenen mensen te communiceren. Wat het voor<br />

iemand betekent, op welke manier dan ook, om in de spotlight te<br />

komen van een massamedium is niet in te schatten. Het is vanuit<br />

een radiostudio niet te overzien. De twee Australische dj’s hadden<br />

het ook niet voor mogelijk gehouden dat aan de andere kant van<br />

de wereld zoiets zou gebeuren.”<br />

De radio, of meer algemeen de massamedia, zijn volgens De<br />

Hond niet de schuldige. “Er moet andere problematiek spelen<br />

bij iemand. Toevallig weten we het in dit geval, doordat het zo<br />

groot en wereldwijd in het nieuws geweest is. We weten niet wat<br />

de rol van massamedia hierin is. Misschien als een overspannen<br />

manager van een bank een keer in het programma Radar te gast is<br />

en daar door de mangel wordt gehaald, dat het ook gevolgen kan<br />

hebben. We horen niet altijd het verhaal na afloop.”<br />

“HET IS EIGENLIJK ‘ONNATUURLIJK’ OM<br />

IN ÉÉN KEER MET MILJOENEN MENSEN TE<br />

COMMUNICEREN.”<br />

geluidsfragmenten van Ruud de Wild aan bekende Nederlanders<br />

laat horen, denken ze dus echt Ruud zelf aan de telefoon te<br />

hebben. Ze schieten meteen in de verdediging en gaan hun<br />

verhaal vertellen. Ik kon dat blijkbaar zo goed simuleren, dat<br />

er een hoop BN’ers zijn geweest die echt dachten hem aan de<br />

telefoon te hebben gehad. Aan de andere kant van de lijn weten<br />

ze, als ze Ruud de Wild horen, dat het voor de radio is. Dat het<br />

dan voor mijn radioprogramma was, maakt verder geen verschil.”<br />

“Het is één keer misgegaan, met acteur Michiel Huisman,<br />

een vriend van me, die ik als RoboRuud flink in de maling had<br />

genomen. Ik dacht: ‘Het was zo leuk, dat ga ik volgende week nog<br />

een keer doen.’ Ik had hem dus niet verteld dat hij in de maling<br />

was genomen. Alleen kwam hij vervolgens Ruud tegen en was<br />

hij kwaad op hem afgestapt, terwijl Ruud van niets wist. Dat kan<br />

gebeuren. Het zegt wel iets over de ijdelheid, in dit geval van<br />

Michiel.”<br />

Het onderscheidende kenmerk van radio is dat het geen beeld<br />

kent en daardoor misschien anoniemer is. Toch maakt het soort<br />

medium voor een grap niet uit – en mogelijk is televisie nog wel<br />

erger, stelt De Hond. “De Wereld Draait Door zendt elke dag<br />

blunders uit van mensen in de TV Draait Door. Daar lachen we<br />

allemaal kostelijk om. We zien daar mensen die iets geks deden in<br />

een programma waar hooguit een paar honderdduizend mensen<br />

naar hebben gekeken. Vervolgens pakt De Wereld Draait Door<br />

dat gekke fragmentje waarin jij toevallig een blunder begaat er<br />

tussenuit, monteert het iets korter en zet er een grappige tekst<br />

onder. Dat is dan jouw ‘fifteen minutes of fame’. Als dat net<br />

gebeurt bij diegene die in een kwetsbare periode van zijn leven is,<br />

of het als een enorme vernedering ziet, kan dat gevolgen hebben.<br />

Maar is het dan de verantwoordelijkheid van de televisie- of<br />

radiomaker, of is het anno 2012 nou eenmaal zo dat massamedia<br />

onderdeel zijn van onze werkelijkheid en ons bestaan? Iemand<br />

kan gewoon toevallig in een bepaalde situatie terechtkomen.<br />

Dat je net toevallig een winkel binnenloopt waar Frans Bauer zich<br />

verstopt heeft.”<br />

Eind aan de discussie<br />

Binnen de discussie ligt de nadruk onterecht op de media, vindt<br />

De Hond. “Het probleem moet niet gezocht worden bij de<br />

media, maar in de problematiek rondom zelfdoding – daar moet<br />

hulp naartoe gaan. We moeten het niet hebben over of we nog<br />

wel grappen met elkaar mogen uithalen. Het is alsof iemand in<br />

34 - medium | april <strong>2013</strong>


Amerika in een Batmankostuum een bioscoop binnenstapt en<br />

daar mensen neerknalt, om dan vervolgens het verhuren van<br />

Batmankostuums te verbieden. Nee, je moet zorgen dat mensen<br />

geen wapens meer kunnen krijgen.”<br />

Zou je als radiomaker wellicht beter onderscheid moeten maken<br />

tussen de slachtoffers, zoals BN’ers of ‘toevallige passanten’?<br />

“BN’ers zijn het inderdaad meer gewend in het middelpunt van de<br />

belangstelling te staan, maar met enig onderscheid ben ik destijds<br />

niet bewust bezig geweest. Voor mij was het doel dat het leuke<br />

radio opleverde en ik hoopte dat het slachtoffer er uiteindelijk ook<br />

zelf om zou kunnen lachen. Ongetwijfeld ga je dan een keer te ver.<br />

Zo heb ik een keer de politie gebeld, met allemaal autogeluiden<br />

op de achtergrond en gedaan alsof ik dronken achter het stuur<br />

zat. Toen zat ik met een vrouw aan de telefoon die er alles aan<br />

deed om mij aan de kant te krijgen. Ik had haar het idee gegeven<br />

dat ik op de vlucht was voor haar collega’s en liet geluiden horen<br />

van een politieachtervolging. Even dacht ze dat ze een gekke man<br />

aan de telefoon had, maar reageerde er uiteindelijk heel leuk en<br />

streng op. Het was voor mij fantastische, hilarische radio.”<br />

Ook De Hond heeft zich wel eens schuldig gevoeld, toen hij<br />

iemand in de maling nam. “Maar aan de andere kant: je hebt heel<br />

veel mensen met een saai bestaan, die vinden het misschien wel<br />

grappig dat ze een keer iemand aan de telefoon krijgen die jou<br />

in de maling probeert te nemen. Dan heb je een goed verhaal ’s<br />

avonds aan tafel!”<br />

“Elke dag verschijnen er mensen in het nieuws die we de dag<br />

daarvoor nog niet kenden. We leven in een westerse maatschappij<br />

waarin je mag hopen dat mensen het aankunnen om in dat vizier<br />

van de media te komen. De meeste mensen kunnen daar goed<br />

mee omgaan. In het geval van de grap rondom Kate Middleton<br />

kun je zeggen: deze dame pleegt zelfmoord door een telefoontje<br />

door een grap van twee Australische dj’s, maar je kunt ook<br />

zeggen: deze dame stond op het punt zelfmoord te plegen en<br />

toevallig weten we dat omdat ze een paar dagen daarvoor in een<br />

telefoongrap verwikkeld was. Blijkbaar was dat de druppel. Het<br />

zijn de ongelukken van de massamedia.”<br />

“WE LEVEN IN EEN WESTERSE<br />

MAATSCHAPPIJ WAARIN JE MAG HOPEN<br />

DAT MENSEN HET AANKUNNEN OM IN DAT<br />

VIZIER VAN DE MEDIA TE KOMEN.”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 35


COLUMN<br />

Paus moet eraan geloven<br />

Omdat het verkiezen van een nieuwe paus<br />

een bijna geheimzinniger aangelegenheid<br />

is dan de onderhandelingen in het<br />

Catshuis, probeer ik mij steeds opnieuw<br />

een voorstelling te maken van hoe zo’n<br />

verkiezing eraan toe gaat.<br />

De film Habemus Papam geeft een kijkje<br />

in deze wereld. Het schijnt namelijk een<br />

onmenselijke taak te zijn. De nieuwe paus<br />

Jorge Bergoglio is achter de schermen en<br />

ik moet zeggen dat het zeer verleidelijk<br />

is om te fantaseren over paniekerige<br />

kardinalen, die tot de Heer bidden om<br />

alsjeblieft niet tot paus verkozen te (76),<br />

also known as Franciscus, pakte het<br />

in 2005 iets slimmer aan en smeekte<br />

gewoon de kardinalen om niet op hem te<br />

stemmen. Hij verloor daardoor de strijd<br />

om het pausschap van zijn Duitse collega<br />

Joseph Ratzinger. Helaas werkt zo’n trucje<br />

natuurlijk maar één keer, dus nu moet hij<br />

er alsnog aan geloven. Hoe deze beslissing<br />

precies tot stand komt blijft gissen. Iets<br />

met briefjes, twee haardvuren, rook en<br />

tenslotte iets met een balkon en ruim<br />

honderdduizend gelovigen op het Sint-<br />

Pietersplein. Dat moment vlak voordat<br />

de nieuwe paus het balkon op komt<br />

intrigeert me het meest. Hoe zou hij daar<br />

staan, met zijn hele gevolg, achter dat<br />

rode gordijn? Net zoals die zenuwachtige<br />

kandidaten van talentenshows? Voor<br />

een spiegel het glimlachen en zwaaien<br />

oefenen? Schietgebedje? Voordat die<br />

deuren open gaan zeggen die kardinalen<br />

waarschijnlijk iets als ‘hee, zet ‘m op he?’<br />

of ‘we weten dat je het kunt!’ en zodra de<br />

paus de deuren door is verschijnt er een<br />

opgeluchte glimlach op hun gezichten.<br />

Daar sta je dan, als kersverse paus, met<br />

knikkende knieën, kleffe zweethandjes,<br />

rooie vlekken in je nek en samengeknepen<br />

billen. Begrijpelijk ook, want het worden<br />

van paus lijkt me nogal een happening.<br />

Gelukkig heeft Jorge Bergoglio twee<br />

voordelen. Ten eerste is hij al bijna tachtig,<br />

dus de kans dat hij nog een lange tijd in<br />

’t vak zal zitten is vrij onwaarschijnlijk.<br />

Ten tweede heeft zijn voorganger het<br />

cliché doorbroken dat een baan als paus<br />

levenslang zou moeten zijn. Jorge kan<br />

dus gewoon met pensioen als hij al die<br />

bloemen zat is, zijn taalcursussen moe is<br />

en kerst of Pasen eigenlijk niet meer ziet<br />

zitten. Bovendien vinden wij Nederlanders<br />

het krijgen van een nieuwe baan op hoge<br />

leeftijd zeer bewonderenswaardig; we<br />

doen het hem niet na. Chapeau!<br />

Ik ben Roos Beune, 20 jaar<br />

en eerstejaarsstudente<br />

Politicologie aan de Uva. Net<br />

als veel andere studenten<br />

woon ik bijna in Amsterdam.<br />

Ik blog graag, lees van alles<br />

en sport soms.<br />

36 - medium | april <strong>2013</strong>


FUNCTIEPROFIEL<br />

Als Directeur Media Relaties is Jan-Willem ter Avest het centrale aanspreekpunt van FrieslandCampina. Een functie waar je een<br />

hoop voor in huis moet hebben, zo blijkt al snel tijdens het gesprek. Of zoals hij zelf zegt: “In mijn vak moet je een alleskunner<br />

zijn. Een allesweter ook.”<br />

Tekst: Dyan Kloosterboer, Beeld: ????<br />

Dat Jan-Willem ter Avest een enthousiaste verteller genoemd<br />

kan worden, wordt ons al snel duidelijk. Bij onze korte kennismaking<br />

in de imposante ontvangsthal van het centrale kantoor<br />

van FrieslandCampina te Amersfoort, geeft hij direct aan dat we<br />

hem bij zijn voornaam mogen noemen. Vervolgens worden we<br />

naar de tiende etage geleid, waar het interview zal plaatsvinden.<br />

Al in de lift begint Jan-Willem honderduit te vertellen over<br />

FrieslandCampina, een zuivelcoöperatie, waarbij bijna vijftienduizend<br />

leden-melkveebedrijven in Nederland, België en Duitsland<br />

zijn aangesloten. De producten zijn in meer dan honderd landen<br />

te koop. Bekende merken in Nederland zijn onder andere Campina,<br />

Chocomel en Appelsientje. In Afrika en Azië is het bedrijf bekend<br />

met merken als Peak, Frisian Flag en Friso.<br />

Van alle markten thuis<br />

Op LinkedIn hadden we al gezien dat zijn functie naar de naam<br />

‘Director Media Relations’ luistert. Wanneer we Jan-Willem om<br />

een omschrijving vragen, moet hij even nadenken. “Het is lastig<br />

om daar een omschrijving van te geven, het is namelijk een erg<br />

breed begrip. Ik heb onder andere contact met journalisten, bladenmakers<br />

en programmamakers. Tegelijkertijd ben ik bezig met<br />

het beantwoorden van vragen door de pers en maak ik mensen<br />

in de organisatie bewust van wat media voor ze kunnen doen. Zo<br />

wil ik dat ze inzien wat het effect is van hun gedrag in de media<br />

en wat dit gedrag betekent voor de buitenwereld. Ik heb dus ook<br />

een voorlichtende rol. Verder geef ik adviezen over strategische<br />

keuzes die we als coöperatie moeten maken en hou ik me bezig<br />

met reputatiemanagement en crisismanagement.” Na deze lange<br />

opsomming van werkzaamheden binnen één functie, vragen we<br />

ons af hoe deze man nog zo ontspannen tegenover ons kan zitten.<br />

Het lijkt ons lastig om een alleskunner te moeten zijn binnen<br />

de organisatie, waarbij iedereen wat van je vraagt. We vragen<br />

Jan-Willem hoe hij dit ervaart. “Ik vind mijn baan erg leuk, maar<br />

je moet niet bang zijn om geleefd te worden, want dat gebeurt<br />

regelmatig. Gelukkig hoef ik het niet alleen te doen en heb ik<br />

veel goede mensen in mijn buurt.” Binnen het centrale kantoor<br />

van FrieslandCampina heeft Jan-Willem een vaste medewerker.<br />

Bij alle merken van FrieslandCampina zitten vaste krachten om<br />

productinhoudelijke vragen te beantwoorden. Algemene vragen<br />

omtrent FrieslandCampina beantwoordt hij zelf.<br />

Een stukje geschiedenis<br />

Na zijn HBO-opleiding Museumkunde studeerde Jan-Willem<br />

Geschiedenis in Leiden. Niet echt de achtergrond die je zou<br />

verwachten bij iemand in deze functie, al is hij het daar zelf niet<br />

mee eens. “Bij Museumkunde waren ongeveer vijftig procent<br />

van de vakken communicatiegerelateerd. Tentoonstellingen<br />

maken, filmproducties maken en interviews afnemen waren allemaal<br />

zaken die bij deze studie aan bod kwamen.” Nadat hij zijn<br />

studies had afgerond, ging hij als Hoofd Communicatie bij het<br />

Spoorwegmuseum in Utrecht aan de slag. Terwijl hij daar werkte,<br />

werd hem een functie als PR-manager aangeboden bij Fortis. Kort<br />

daarna vond er een grote kluiskraak plaats bij een van de dochterbanken<br />

van Fortis in Den Helder. De voormalig woordvoerder van<br />

Fortis ging net met pensioen en had niet veel zin meer in deze<br />

klus. Door iemand die Jan-Willem wel eens op TV had gezien, is hij<br />

toen gevraagd de woordvoering op zich te nemen. Op deze manier<br />

is hij in het woordvoerderschap gerold en er altijd in gebleven.<br />

Reactie op de buitenwereld<br />

Nu we inzicht hebben gekregen in wat zijn werkzaamheden allemaal<br />

zijn, zijn we erg benieuwd naar hoe zijn weken worden<br />

ingedeeld. Oftewel: hoe ziet een gemiddelde werkweek eruit?<br />

“Als ik ‘s ochtends om zeven uur ben opgestaan, pak ik de krant<br />

erbij. Ik kijk dan met name naar het financiële nieuws en nieuws<br />

uit de zuivelsector. Hierna pak ik mijn mobiele telefoon erbij en<br />

kijk ik naar social media, zoals Twitter. Ik probeer te filteren wat<br />

belangrijke nieuwsitems zijn en deze items worden vervolgens op<br />

kantoor om negen uur besproken tijdens het standaard overleg.<br />

EEN JOURNALIST IS NOOIT JE VRIEND, MAAR<br />

OOK NIET JE VIJAND.<br />

We bespreken of het noodzakelijk is om op bepaalde onderwerpen<br />

of reacties te reageren en hoe we dit vervolgens aan gaan<br />

pakken.” De rest van de week staat in het teken van het voorbereiden<br />

van persberichten en het werken aan projecten. Bij deze<br />

projecten kan gedacht worden aan investeringen, overnames, of<br />

het openen van een nieuwe fabriek. Daarnaast zijn er de persmomenten,<br />

wanneer er een persbericht naar buiten wordt gestuurd.<br />

Het is dan van belang om goed in de gaten te houden hoe de<br />

buitenwereld op deze berichten reageert en hier vervolgens een<br />

passend antwoord op te geven.<br />

It takes two to tango<br />

Wanneer het onderwerp ‘journalistiek’ wordt aangesneden, is<br />

Jan-Willem duidelijk op zijn hoede. De relatie tussen organisatie<br />

en journalist is een bekend fenomeen, waar regelmatig tegenstrijdige<br />

belangen bij komen kijken. Over één ding is Jan-Willem<br />

erg stellig: een journalist is nooit je vriend, maar ook niet je vijand.<br />

Hij onderkent het feit dat er sprake kan zijn van tegenstrijdige<br />

belangen, maar benadrukt dat er wordt gehandeld vanuit<br />

een gemeenschappelijk doel. “Een journalist wil zijn publiek iets<br />

vertellen en ik heb er belang bij dat mijn verhaal goed overkomt.<br />

Ik wil dat we als organisatie goed in de media komen.” We vragen<br />

hem of hij er in het verleden ook wel eens niet uit is gekomen<br />

met een journalist, waarop hij bevestigend antwoordt. “Journalisten<br />

zijn ook mensen, die soms vooringenomen zijn. Het is een<br />

enkele keer voorgekomen dat een journalist een permanente<br />

leugen opschreef en hier niks aan wilde veranderen. Ik heb die<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 19 37


DE REPUTATIE VAN DE ORGANISATIE KAN JE<br />

MAKEN OF BREKEN<br />

persoon hierna nooit een interview geweigerd, maar wel duidelijk<br />

gemaakt dat ik hem onbetrouwbaar vind.” Over het algemeen<br />

is Jan-Willem wel te spreken over Nederlandse journalisten. Volgens<br />

hem zijn ze kritisch, maar zeker niet onethisch en kijken ze<br />

goed naar wederzijdse belangen.<br />

Reputatie<br />

FrieslandCampina houdt zich ook bezig met social media. De<br />

organisatie heeft haar eigen Twitter-account, waarop dagelijks<br />

zakelijke tweets worden geplaatst. Jan-Willem twittert zelf<br />

over zakelijke onderwerpen via zijn privé-account, maar is hierin<br />

enigszins terughoudend. Hij geeft regelmatig zijn mening, maar<br />

neemt altijd in acht of deze mening afgewogen is en dus niet de<br />

onderneming schaadt. “De reputatie van de onderneming is van<br />

groot belang en als er ook maar iets fout gaat, kan je deze echt<br />

verspelen. Met een heel team zijn we continu bezig met de reputatie<br />

van de organisatie. Dit zijn onder andere mensen van de afdelingen<br />

communicatie, public affairs, productveiligheid en productkwaliteit.<br />

We willen dat alle 120.000 werknemers zich bewust<br />

zijn van de kwaliteit die ze moeten leveren en wat de gevolgen<br />

zijn voor de algehele reputatie. De reputatie van de organisatie<br />

kan je maken of breken.’’<br />

Probleemoplosser<br />

Gedurende het interview zijn er overwegend positieve aspecten<br />

van zijn functie naar voren gekomen, maar we zijn toch ook wel<br />

erg nieuwsgierig naar eventuele negatieve aspecten. “Ik hecht<br />

veel waarde aan interne transparantie. Soms hebben collega’s<br />

een interview gedaan, waar ze eigenlijk onvoldoende op waren<br />

voorbereid en het hierdoor geen succes is geworden. Als ze mij<br />

van tevoren hadden benaderd, had ik ze kunnen helpen. Het is<br />

belangrijk om open te zijn naar elkaar toe, zodat er overleg plaats<br />

kan vinden.” Wat hij ook vervelend vindt, is dat hij regelmatig<br />

als de probleemoplosser binnen de organisatie wordt gezien en<br />

mensen hem enkel opzoeken wanneer er iets mis is gegaan door<br />

onoplettendheid, of onvermogen. Natuurlijk hoort dit erbij, maar<br />

soms bestaat er de behoefte bij Jan-Willem om zijn telefoon uit<br />

te zetten en even niet bereikbaar te zijn. Het meest positieve aspect<br />

van zijn functie, is dat hij veel contact heeft met mensen van<br />

zowel binnen en buiten de organisatie. Hij heeft een hekel aan<br />

een grote afstand tussen de leiding en de rest van het bedrijf. Bij<br />

FrieslandCampina is deze afstand juist klein, wat hij als zeer positief<br />

ervaart.<br />

Tot slot<br />

Als laatste vraag ik hem of hij nog tips heeft voor studenten die<br />

een soortgelijke functie ambiëren. Meteen reageert hij stellig:<br />

“Volg je hart. Blijf dicht bij jezelf en kies voor een bedrijf dat bij je<br />

past en waar je je thuis voelt. Als woordvoerder moet je de mening<br />

van een bedrijf verkondigen en het is dan mooi meegenomen als<br />

deze mening strookt met je eigen mening.”<br />

Naam:<br />

Jan-Willem ter Avest<br />

Geboortedatum:<br />

19-11-1962<br />

Geboorteplaats:<br />

Delft<br />

Woonplaats:<br />

Odijk<br />

Hobby’s:<br />

waterpolo, duiken, fietsen<br />

Carriere:<br />

Freelancer, tentoonstellingmaker<br />

Hoofd Communicatie Nederlands Spoorwegmuseum<br />

Woordvoerder Fortis<br />

Intranet nieuws Fortis<br />

Woordvoerder Rabobank<br />

Marketing manager Rabobank<br />

Hoofd Marketingcommunicatie Rabobank<br />

Huidig: Directeur Media Relaties Friesland Campina<br />

38 - medium | april <strong>2013</strong>


Raad van Journalistiek: nodig of overbodig?<br />

Nieuwe werkwijze lijkt juist te beperken<br />

“Klacht tegen Trouw gedeeltelijk gegrond.” Dit lijkt misschien slechts een simpele nieuwskop maar het is in feite een rectificatie<br />

naar aanleiding van een uitspraak van De Raad van de Journalistiek op 17 december 2012. Of de klager hiermee geholpen is, valt<br />

te betwijfelen gezien de rectificatie 1/12e deel van de derde pagina bezet en er geen sprake lijkt van excuses. Hoewel de Raad<br />

bestaat uit legio professionals met kennis van zaken is het tijd om ons af te vragen: wat is de waarde van het oordeel van de Raad<br />

en in hoeverre is een dergelijk instituut nog noodzakelijk?<br />

Tekst: Daan Jongen, Beeld: DBduo Photography<br />

Werkwijze Raad<br />

Stelt u zich een situatie voor waarbij u geïnterviewd wordt<br />

door een journalist van een bekende Nederlandse krant. U<br />

komt overeen dat voor het artikel gepubliceerd wordt, u het<br />

stuk nog mag inlezen om eventuele onjuistheden te filteren.<br />

Dat gebeurt en u stuurt het artikel met aanmerkingen terug.<br />

Een paar dagen later als u die krant vol verwachting openslaat<br />

op zoek naar het artikel ziet u dat er, na uw aanmerkingen,<br />

nog veel meer veranderd en aangepast is. Dit alles heeft als<br />

gevolg dat de context uit zijn verband is gerukt en uw persoon<br />

daarmee schade wordt berokkend. Na contact opgenomen te<br />

hebben met de betreffende journalist die u vervolgens vertelde<br />

van niets te weten zit u met de handen in het haar. Naar de<br />

rechter gaan is geen optie want daar heeft u simpelweg geen<br />

geld voor. Is er dan geen mogelijkheid om hier, kosteloos, iets<br />

aan te doen? Jawel, u stapt naar de Raad voor de Journalistiek.<br />

De Raad voor de Journalistiek is opgericht in 1960. Het was<br />

het gevolg van de ontstane situatie waarbij de toenmalige<br />

Raad van Tucht louter nog mocht oordelen over journalisten<br />

die aangesloten waren bij de Nederlandse Vereniging van<br />

Journalisten. Het was toen dus mogelijk dat een journalist tegen<br />

wie een klacht werd ingediend simpelweg zijn lidmaatschap<br />

opzegde waarna de Raad van Tucht niet meer bevoegd was<br />

uitspraak over de kwestie te doen. Omdat de journalistieke<br />

ethiek ook toentertijd constant veranderde was het in het leven<br />

roepen van een nieuw, overkoepelend instituut noodzakelijk.<br />

Zodoende werd dan ook de Raad voor de Journalistiek<br />

opgericht.<br />

“De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijke instantie<br />

van zelfregulering voor de media, waar belanghebbende<br />

terecht kunnen met klachten over journalistieke activiteiten.<br />

De Raad bemiddelt en oordeelt of een journalist zorgvuldig<br />

zijn werk heeft gedaan en of met een publicatie grenzen van<br />

journalistieke ethiek zijn overschreden.” Aldus de Raad voor<br />

de Journalistiek die zichzelf zo omschrijft. De Raad komt een<br />

aantal keer, gemiddeld drie tot zes keer maand, bijeen om zich<br />

te buigen over kwesties die journalistieke ethiek behelzen.<br />

Mensen die klachten hebben betreffende de journalistieke<br />

“MOMENTEEL IS DE RAAD SLECHTS EEN<br />

KLACHTENLOKET”<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 39


ethiek maar niet naar de rechter kunnen<br />

of willen, mogen zich dus bij de Raad<br />

melden.<br />

Beperkt<br />

In eerste instantie kan iemand dus een<br />

klacht indienen en daarbij aangeven<br />

of het gaat om een spoedgeval of niet.<br />

Vervolgens ontvangt de klager een<br />

bevestiging van ontvangst waarna een<br />

kopie van de klacht naar de verweerder<br />

wordt verzonden met het verzoek om<br />

binnen drie weken te reageren. Daarna<br />

wordt alle betrokkenen meegedeeld<br />

wanneer de Raad de klacht zal<br />

behandelen. Uiteindelijk kan de Raad<br />

direct met een oordeel komen of wordt er<br />

een zitting gepland waarbij het oordeel<br />

geveld zal worden maar de betrokkenen<br />

geen aanwezigheidsplicht hebben.<br />

Overigens zijn aan het oordeel van de<br />

raad geen consequenties verbonden.<br />

Dit laatste lijkt de vinger op de zere<br />

plek te leggen. Er wordt een oordeel<br />

geveld dat geen consequenties heeft en<br />

de betrokkenen hoeven bij dit oordeel<br />

niet aanwezig te zijn. Hoewel het<br />

essentieel lijkt een instituut te hebben<br />

dat de journalistieke ethiek waarborgt,<br />

is er een situatie ontstaan waarin media<br />

als Het Parool, De Telegraaf en TROS<br />

simpelweg de Raad niet erkennen en<br />

dus niets met het oordeel doen. Na<br />

elke uitspraak verzoekt de Raad de<br />

verweerders deze beslissing integraal<br />

of in samenvatting te publiceren. Een<br />

recente ‘rectificatie’ waarbij Trouw - die<br />

de Raad nog wel erkent - betrokken was,<br />

doet dat en publiceert het volgende:<br />

“De Raad voor de Journalistiek heeft<br />

een klacht van J.E.M. Schillemans tegen<br />

Trouw gedeeltelijk gegrond verklaard en<br />

gedeeltelijk verworpen.” Trouw doet hier<br />

letterlijk wat de Raad vraagt, maar van<br />

een excuus is bij lange na geen sprake.<br />

Wat is dan de waarde hiervan?<br />

“Het is een afwachtende instantie,<br />

dat vind ik jammer,” vertelt Alexander<br />

Pleijter, hoofdredacteur van De Nieuwe<br />

Reporter, aan <strong>Medium</strong>. “De leidraad<br />

die de Raad hanteert zou constant<br />

ter discussie moeten staan omdat er<br />

sprake is van een constant veranderend<br />

veld. Dat gebeurt nu niet.” De leidraad<br />

is in 2007 opgesteld als richtlijn voor<br />

de Raad omdat het daarvoor elke<br />

zaak opnieuw bekeek. Een handig en<br />

essentieel onderdeel bij het beoordelen<br />

van zaken zou je denken, maar de laatste<br />

aanpassing dateert van september 2010.<br />

Pleijter: “Een dergelijk instituut zou<br />

constant bezig moeten zijn met normen<br />

en waarden van de journalistiek en<br />

constant discussie uitlokken. Momenteel<br />

is de Raad slechts een klachtenloket.”<br />

Nieuwe richting<br />

Het vreemde is dat Het Parool in 2011<br />

nog een artikel publiceerde met daarin<br />

de aangepaste statuten van de Raad. De<br />

strekking behelsde het feit dat de Raad<br />

zich voortaan ook ging bezighouden<br />

met internetjournalistiek. Een kleine<br />

anderhalf jaar later verklaart Kees<br />

Boonman, bestuurslid van de Raad dat<br />

het zijn jurisdictie juist gaat beperken<br />

en dus slechts klachten behandelt over<br />

media die de Raad erkennen. Daarnaast<br />

zal de beoordelingsmaatstaf aangepast<br />

worden: “De Raad hanteert voortaan een<br />

nieuwe beknopte beoordelingsmaatstaf<br />

voor behoorlijke journalistiek met<br />

drie criteria. Behoorlijke journalistiek<br />

is: waarheidsgetrouw en accuraat,<br />

onpartijdig en fair, controleerbaar<br />

en integer.” Zes positieve termen die<br />

daarentegen niet heel concreet en<br />

doorslaggevend klinken. In het bericht<br />

van de Raad waarin deze veranderingen<br />

werden aangekondigd verklaart het<br />

direct het doel van die veranderingen:<br />

“De Raad hoopt zo toegankelijker en<br />

beter begrepen te worden. Maar hoopt<br />

ook aan gezag bij publiek en media te<br />

winnen.” Maar als het in plaats van een<br />

flexibele lijn trekken nu komt met zes<br />

naar eigen interpretatie belangrijke<br />

termen is de begrijpelijkheid toch juist<br />

minder? Aan gezag winnen lijkt het<br />

ook niet te doen op deze manier. Deze<br />

aanpassingen zijn aan de hand van<br />

gegeven kritiek doorgevoerd. De kritiek<br />

kwam voornamelijk van de journalisten.<br />

Om gehoor te geven aan die kritiek is<br />

dan ook besloten dat journalisten, in<br />

plaats van juristen, voortaan de zittingen<br />

zullen voorzitten.<br />

Folkert Jensma, voorzitter van het<br />

bestuur van de Stichting Raad voor de<br />

Journalistiek, liet aan <strong>Medium</strong> weten<br />

dat het nieuwe beleid nog van start<br />

moet gaan: “Het nieuwe beleid, zoals<br />

aangekondigd afgelopen november,<br />

moet nog worden ingevoerd. Het<br />

voornemen is om daar zo snel mogelijk<br />

mee te beginnen.” Jensma legt uit dat de<br />

Raad relatief beoordeeld moet worden.<br />

Of de Raad in kracht afneemt met het<br />

invoeren van het nieuwe beleid betwijfelt<br />

Jensma: “We zijn ons er van bewust dat de<br />

gekozen nieuwe richting gaat leiden tot<br />

een beperktere reikwijdte. We moeten<br />

dan ook niet de pretentie hebben om<br />

de hele journalistiek te representeren.<br />

Dat is simpelweg niet mogelijk.” De<br />

voorzitter van het bestuur verklaart dat<br />

het niet erkennen van de Raad door<br />

mediaorganisaties als De Telegraaf<br />

en Elsevier veel verder gaat. Jensma:<br />

“De Telegraaf wil daar bijvoorbeeld<br />

überhaupt niet over spreken. Ze<br />

hebben principiële problemen met<br />

beroepsnormen anders dan die van hun.<br />

Ook Elsevier lijkt daar tegen te zijn.<br />

Andere journalisten mogen in hun visie<br />

40 - medium | april <strong>2013</strong>


simpelweg geen oordeel hebben over hoe zij journalistiek<br />

bedrijven. Ze hebben bezwaren tegen het fenomeen van de<br />

Raad waarbij geoordeeld wordt.”<br />

De aangepaste werkwijze is dus ontstaan door discussie<br />

en kritiek van voornamelijk journalisten. In 2007 bleek uit<br />

een onderzoek van Pleijter en Freye dat een deel van de<br />

journalisten een leidraad zag zitten terwijl een ander deel juist<br />

“GEKOZEN RICHTLIJN GAAT LEIDEN TOT<br />

BEPERKTE REIKWIJDTE”<br />

vond dat het journalistiek normbesef van de journalist zelf<br />

moet komen. Anno <strong>2013</strong> lijkt die verdeeldheid plaats te hebben<br />

gemaakt voor een negatieve tendens, zo vertelt Jansma: “De<br />

leidraad wordt nu over het algemeen als bezwaar gezien; te<br />

ingewikkeld en moeilijk uit te leggen. Om die reden is gekozen<br />

om terug te gaan naar de beknopte maatstaven.”<br />

Het lijkt een lastige situatie waarin de flexibiliteit van de Raad<br />

wel goed bedoeld is, maar niet tot zijn recht komt. Het is van<br />

essentieel belang dat de journalistieke ethiek gewaarborgd<br />

wordt. De leidraad lijkt niet te werken dus is het tijd om een<br />

volgende stap te ondernemen. Zoals de Raad zelf aangeeft<br />

doet het ook aan bemiddeling, voorafgaand aan publicaties:<br />

“Het voordeel daarvan is dat de Raad niet achteraf in actie<br />

komt en daarmee wellicht een procedure kan voorkomen.”<br />

Eveneens is de intentie juist, voorkomen is altijd beter dan<br />

genezen.<br />

constant discussiëren over hoe zij denken dat het dan wel moet.<br />

Betrek nog meer journalisten bij de Raad en laat de zittingen<br />

los. De situatie die nu ontstaan is, is te onduidelijk. Zo kondigde<br />

de gemeente Haarlemmermeer op 17 januari aan opnieuw naar<br />

de Raad voor de Journalistiek te stappen, “ondanks het feit dat<br />

Haarlems Dagblad niet meer wil meewerken met deze Raad,”<br />

aldus de gemeente Haarlemmermeer in een persbericht.<br />

Hoewel het woord ‘leidraad’ dan misschien besmet is, is het tijd<br />

dat de Raad openlijk inspeelt en discussieert over journalistieke<br />

kwesties. Terwijl uitspraken en ideeën over hoe journalistiek<br />

moet vastgelegd kunnen worden, moeten ze constant ter<br />

discussie staan. Technologische ontwikkelingen op het gebied<br />

van het maken van nieuws gaan in een stroomversnelling. Een<br />

instituut dat de ethiek waarborgt zal daarin mee moeten gaan.<br />

Uit het verleden is gebleken dat uitspraken van de Raad<br />

mee worden genomen indien iemand naar de rechter stapt.<br />

Een zitting met oordeel van de Raad had dus geen directe<br />

consequentie, maar werd wel waardevol geacht in het<br />

rechtsproces. Als blijkt dat een zitting met een oordeel van<br />

de Raad geen consequenties heeft dan moet men normen<br />

gaan creëren en daar openlijk uitspraken over doen. Proactief<br />

en vooruitdenkend handelen moet het nieuwe devies zijn.<br />

De constante discussie over ethische kwesties leiden tot een<br />

stabiele, flexibele en duidelijke richtlijn die meebeweegt<br />

met het journalistieke klimaat. Als tot de conclusie wordt<br />

gekomen dat de Raad niet de pretentie moet hebben de hele<br />

journalistiek te vertegenwoordigen terwijl het een kernwaarde<br />

is de journalistieke ethiek te waarborgen, dan is het tijd de<br />

werkwijzen te herzien.<br />

Hoe dan wel?<br />

Als blijkt dat een leidraad niet werkt dan lijkt het logisch dat<br />

de drie criteria waarheidsgetrouw en accuraat, onpartijdig<br />

en fair en controleerbaar en integer ook geen zoden aan de<br />

dijk zullen zetten. De open houding en de mogelijkheid voor<br />

discussie moeten de nieuwe kernwaarden zijn. “De Raad voor<br />

de Journalistiek heeft geoordeeld dat…” is geen rectificatie,<br />

dat is een constatering. Gezien het feit dat de Raad nu louter<br />

een oordeel kan vellen met als gevolg dat een rectificatie<br />

onder doet voor zijn eigen definitie (“officieel bericht waarin<br />

een fout in een eerder verschenen tekst wordt verbeterd”),<br />

moet het functioneren drastisch worden omgegooid. Hoewel<br />

het moeilijk is, moet er proactief worden gehandeld. Dat wil<br />

zeggen dat er direct een oordeel is met betrekking tot een<br />

situatie waarbij de journalistieke ethiek betrokken is. Daarbij<br />

moet ook gekeken worden naar hoe er in het buitenland<br />

met bepaalde kwesties wordt om gegaan. “Hoe reageert het<br />

publiek op die situatie, in hoeverre is een klager tevreden<br />

gesteld en hoe handelt een mediaorganisatie idealiter?” Het<br />

zijn vragen waar constant over gediscussieerd moet worden,<br />

zodat er langzamerhand consensus ontstaat over wat kan en<br />

wat niet kan.<br />

“Journalisten kunnen slecht tegen kritiek” vertelde bestuurslid<br />

Kees Boonman aan het NRC in juli 2012. Laat ze dan ook zelf<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 41


TIJD OVER?<br />

Tekst: Amanda Hol<br />

EVENTS<br />

MarCo Carrière Event<br />

Op 17 april zal in CREA Amsterdam het tiende MarCo Carrière Event plaatsvinden.<br />

Dit evenement is een initiatief van faculteitsvereniging EOS, studievereniging<br />

Mercurius en de Marketing Associatie Amsterdam. Op dit evenement is het mogelijk<br />

om als student in contact te komen met marketing- en communicatieprofessionals<br />

tijdens workshops, seminars, maar ook netwerkborrels. De afgelopen jaren<br />

hebben verschillende bedrijven waaronder KPN, Google en Heineken zichzelf<br />

gepresenteerd. Voor iedere student die zijn carrière een duwtje in de goede<br />

richting wil geven, is dit evenement een goed begin!<br />

Check voor meer informatie de Facebookpagina van het event of kijk op www.<br />

marcocarriereevent.nl.<br />

HAVE TO SEE<br />

Digitale Verleiding<br />

Internet is niet meer weg te denken uit onze samenleving en het is dus ook voor<br />

marketeers een belangrijke tool. Waar traditionele winkels kunnen observeren<br />

wat de consument op dat moment doet, kan dat via internet niet. Via internet<br />

wordt een stem of gelaatsuitdrukking niet gezien. Maurits Kaptein heeft een<br />

techniek ontwikkeld om ook online bezoekers te observeren en individueel<br />

te benaderen. In het boek komen verschillende aspecten aan bod, van de<br />

psychologie van verkopen tot aan de werking van onze hersenen. Voor elke<br />

(toekomstige) verkoper of voor wie wil weten hoe hij of zij op internet beïnvloed<br />

en verleid wordt, is het een heldere inleiding in de digitale verleiding. De<br />

paperback uitgave van het boek is zowel online als in boekwinkels te verkrijgen<br />

voor €19,95.<br />

Nationale dag van de communicatie<br />

Op 16 mei vindt in Nijmegen de Nationale Dag van de Communicatie plaats.<br />

Het evenement wordt georganiseerd door SVBC Babylon en SV Mycelium, de<br />

studieverenigingen van bedrijfscommunicatie en communicatiewetenschap<br />

aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De dag draait dit jaar om het thema:<br />

‘Houston, we have a product!’. Tijdens dit evenement kom je, tijdens diverse<br />

lezingen, te weten wat er speelt in een bedrijf wanneer deze een nieuw product<br />

lanceert. Later op de dag zijn er ook workshops waar verschillende deelthema’s<br />

rondom het onderwerp behandeld worden, zoals het gebruik van social media.<br />

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen met betrekking tot dit evenement?<br />

Volg ze op Twitter, Facebook of kijk op www.nationaledagvandecommunicatie.nl.<br />

BOOKS<br />

C<br />

M<br />

w<br />

en<br />

M<br />

en<br />

A<br />

m<br />

w<br />

V<br />

ac<br />

vi<br />

ad<br />

ee<br />

h<br />

S<br />

t.<br />

K<br />

10<br />

Te<br />

E<br />

W<br />

D<br />

D<br />

n<br />

M<br />

in<br />

H<br />

H<br />

C<br />

V<br />

E<br />

Fe<br />

S<br />

A<br />

V<br />

V<br />

K<br />

S<br />

R<br />

H<br />

K<br />

M<br />

B<br />

C<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

p<br />

42 - medium | april <strong>2013</strong>


WOORD VANUIT MERCURIUS<br />

COLOFON<br />

<strong>Medium</strong> is het tijdschrift voor Communicatiewetenschap<br />

aan de Universiteit van Amsterdam<br />

en wordt uitgegeven door Studievereniging<br />

Mercurius. <strong>Medium</strong> verschijnt vier keer per jaar<br />

en heeft een oplage van 1500 stuks.<br />

Abonnementskosten zijn €20,- per jaar. Zie voor<br />

meer informatie www.mediumonline.eu of<br />

www.mercurius-uva.nl.<br />

Voor meer informatie over <strong>Medium</strong> en andere<br />

activiteiten van Mercurius zijn wij bereikbaar<br />

via onderstaande gegevens. Heeft u interesse in<br />

advertentieruimte of wilt u op een andere wijze<br />

een bijdrage leveren aan het magazine, dan<br />

horen wij dat graag.<br />

Studievereniging Mercurius<br />

t.a.v. <strong>Medium</strong><br />

Kloveniersburgwal 48<br />

1012 CX Amsterdam<br />

ondertitel<br />

Tekst: Vera Wijermars, Beeld: Sebastiaan Thijs<br />

Het Mercuriusbestuur 2012-<strong>2013</strong>,<br />

Noor Ploemen<br />

Alma van den Berg<br />

Boris Cobelens<br />

Eva Samplonius<br />

Vera Wijermars<br />

Voorzitter<br />

Secretaris<br />

Penningmeester<br />

Algemeen bestuurslid<br />

Algemeen bestuurslid<br />

Telefoon: (020) 5255302<br />

E-mail: henk@mercurius-uva.nl<br />

Website: www.mediumonline.eu<br />

www.mercurius-uva.nl<br />

Drukker: Drukwerkdiscounter, Kerkrade<br />

De meningen in de opgenomen artikelen zijn<br />

niet noodzakelijk gelijk aan die van de redactie.<br />

<strong>Medium</strong> behoudt het recht ingezonden brieven<br />

in te korten of niet te plaatsen.<br />

Hoofdredactie<br />

Henk Buutkamp<br />

Coördinatie<br />

Vera Wijermars<br />

Eindredactie<br />

Felicitas van Alphen, Floor Busch, Maartje Geels,<br />

Stefan de Waal<br />

Art Director<br />

Vera Wijermars<br />

Vormgeving<br />

Kelly Meijns, Mechteld Schoemaker, Anne Roos<br />

Smink<br />

Redactie<br />

Henk Buutkamp, Daan Jongen, Amanda Hol, Dyan<br />

Kloosterboer, Silke Manschot, Ferdinand Vroon,<br />

Menno Woudt<br />

Bronnen afbeeldingen<br />

Cover: Vincent Mentzel<br />

p. 02: Henk Buutkamp<br />

p. 06: FERDINAND!<br />

p. 07: Frederik Noordhuis<br />

p. 12: koninklijkhuis.nl<br />

p. 12: kb.nl<br />

p. 12: avro.nl<br />

p. 13: koninklijkhuis.nl<br />

p. 13: jemoetkiezen.nl<br />

p. 13: eo.nl<br />

p. 14: HENK!<br />

p. 15: HENK!<br />

p. 18: FERDINAND!<br />

p. 25: AMANDA!<br />

p. <strong>26</strong>: AMANDA!<br />

p. <strong>26</strong>: AMANDA!<br />

p. 30: Wikimedia Thomas van de Weerd<br />

p. 31: AMANDA!<br />

p. 32: AMANDA!<br />

p. 36: Roos Beune<br />

p. 39: DAAN!<br />

p. 40: DAAN!<br />

p. 41: DAAN!<br />

p. 42: marcocarriereevent.nl<br />

p. 42: AMANDA!<br />

p. 42: AMANDA!<br />

Vlnr.: Eva, Boris, Noor, Alma & Vera<br />

<strong>Medium</strong> wordt uitgegeven door Studievereniging Mercurius, verbonden aan de opleiding<br />

Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.<br />

april <strong>2013</strong> | medium - 43


LAB<br />

Onderzoek Psychologie en Communicatiewetenschap<br />

Deelnemers voor<br />

onderzoek gezocht!<br />

Ik wil:<br />

• Bijdragen aan de wetenschap<br />

• Meer leren over mezelf<br />

• Geld verdienen<br />

• Geen verplichtingen<br />

• Zelf mijn tijd indelen<br />

• Zelf bepalen hoeveel ik verdien<br />

E-mail: subjectpool-psy@uva.nl<br />

Schrijf je in via: www.lab.uva.nl<br />

CREA is hét cultureel studentencentrum<br />

van UvA en HvA. CREA organiseert cursussen<br />

en heeft een wekelijks programma<br />

van lezingen, voorstellingen, debatten,<br />

concerten en films.<br />

Een greep uit het april-programma:<br />

vr 12, za 13 | 20.30 uur | cabaret<br />

Goedkoop Cabaret<br />

Het leukste try-out podium met Johan<br />

Hoogeboom & Ludo van der Winkel,<br />

Dames voor na vieren, Eva Crutzen,<br />

Sander van Opzeeland, Marieke Visser<br />

en Steffen Brinkhaus.<br />

CREA Theater | Studenten en stadspas<br />

€ 6,-, overigen € 9,- | Reserveren: 020<br />

5251400<br />

Za 20 | 19.30 uur | film & wijnclinic<br />

The Symposion Nights<br />

Een ‘zomergasten avondje’ met korte<br />

filmpjes. O.a. met Peter Sloterdijk, Ayn<br />

Rand en Einstein. Met wijnclinic door<br />

Mathilde Verdam.<br />

Studenten/ AUV pas gratis, overigen E<br />

5,- | Reserveren niet mogelijk<br />

do 25 en vr <strong>26</strong> | 19.00 uur | festival<br />

Amsterdams Studenten Festival<br />

Festival vol muziek, dans en theater.<br />

Maak je eigen suikerspin, volg een graffiti-workshop<br />

of ga naar de gastoptredens<br />

van Peter Pannekoek, Thijs van Domburg<br />

en Rilan and the Bombardiers.<br />

Studenten/ AUV pas E 5,-, overigen E<br />

7,- | kaartverkoop: www.amsterdamsstudentenfestival.nl<br />

Foto: Fred van Diem

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!