12.12.2012 Views

Alphart Maler - Historisch Centrum Overijssel

Alphart Maler - Historisch Centrum Overijssel

Alphart Maler - Historisch Centrum Overijssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I -<br />

~.<br />

GESLACHTKUNDIGE AANTEKENING}$N<br />

OVER DE FAMILIE MALER<br />

TE KAMPEN<br />

DOOR<br />

C. N. FEHRMANN<br />

Dank zij de jarenlange vriendschap, die bestaan had tussen<br />

Mej. C. J. Wekker, in leven qemeente-archivares van Kampen,<br />

en Mr. J. H. P. Ennema, beheerder van het Frans Walkate-archief,<br />

besloten de erfgenamen van Mej. Wekker het<br />

grootste deel van haar nagelaten aantekeningen en dossiers<br />

af te staan aan laatstgenoemde instelling.<br />

Door de dood vroegtijdig verrast, heeft de heer Ennema<br />

helaasgeen gelegenheid meer gehad deze papieren, die zich<br />

door een ongelukkige samenloop van omstandigheden in een<br />

chaotische toestand bevonden, te ordenen en te schiften. Als<br />

opvolger van Mr. Ennema, heb ik nu deze taak op mij genomen<br />

en het is mij gebleken, dat zich onder de door Mej.<br />

Wekker nagelaten papieren veel interessant materiaal 'bevindt.<br />

In de eerste plaats ging mijn belangstelling uit naar een<br />

aantal losse aantekeningen, die betrekking bleken te hebben<br />

op een aantal personen, de naam <strong>Maler</strong> dragende. Hieronder<br />

, bevond zich ook meermalen de naam van de Kamper schilder<br />

Ernst <strong>Maler</strong>, voor wie ik, sinds mijn vestiging hier ter stede,<br />

veel interesse heb.<br />

Reeds Dr G. P. Rouffaer heeft in zijn artikel "Vier Kam-<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


I -<br />

GESLACHTKUNDIGE AANTEKENING$N<br />

OVER DE FAMILIE MALER<br />

TE KAMPEN<br />

DOOR<br />

C. N. FEHRMANN<br />

Dankzij de jarenlange vriendschap, die bestaan had tussen<br />

Mej. C. J. Wekker, in leven qemeente-archivares van Kampen,<br />

en Mr. J. H. P. Ennema, beheerder van het Frans Walkate-archief,<br />

besloten de erfgenamen van Mej. Wekker het<br />

grootste deel van haar nagelaten aantekeningen en dossiers<br />

af te staan aan laatstgenoemde instelling.<br />

Door de dood vroegtijdig verrast, heeft de heer Ennema<br />

helaasgeen gelegenheid meer gehad deze papieren, die zich<br />

door een ongelukkige samenloop van omstandigheden in een'<br />

chaotische toestand bevonden, te ordenen en te schiften. Als<br />

opvolger van Mr. Ennema, heb ik nu deze taak op mij genomen<br />

en het is mij gebleken, dat zich onder de door Mej.<br />

Wekker nagelaten papieren veel intéressant materiaal 'bevindt.<br />

In de eerste plaats ging mijn belangstelling uit naar een<br />

aantal losse aantekeningen, die betrekking bleken te hebben<br />

op een aantal personen, de naam <strong>Maler</strong> dragende. Hieronder<br />

, bevond zich ook meermalen de naam van de Kamper schilder<br />

Ernst <strong>Maler</strong>, voor wie ik, sinds mijn vestiqinq hier ter stede,<br />

veel interesse heb.<br />

Reeds Dr G. P. Rouffaer heeft in zijn artikel "Vier Kam-<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


91<br />

-'.per<br />

Schilders" (Oud Holland 1887) er op gewezen, dat de<br />

naam <strong>Maler</strong> in de 16-17e eeuw te Karnpen én als beroepsnaam<br />

én als geslachtsnaam voorkomt. Met behulp van Mej.<br />

Welcker's aantekeningen en door middel van archiefonderzoek,<br />

meen ik er thans in geslaagd te zijn de onderlinge fa-<br />

milierelaties tussen een aantal leden van het" Kamper ge-:slacht<br />

<strong>Maler</strong> te verduidelijken.' Het was een aangéname verrassing<br />

te 'kunnen eonstateren. dat vele 'verwanten van debegaafde<br />

schilder Ernst' <strong>Maler</strong> een belangrijke rol gespeeld<br />

hebben in Kampen, zowel op kunstzinnig gebied als in de regering<br />

van de stad. De leden van een familie <strong>Maler</strong>, dievin<br />

de tweede helft van de 17e eeuw in deze stad voorkomen,<br />

heb ik buitenbeschouwing gelaten. In de eerste plaats slaaqde<br />

ik er tot nu toe niet in, het verband tussen deze famille<br />

en het in dit artikel besproken geslacht aan te tenen: in de<br />

tweede plaats blijken zij geen van alle een belangrijke rol in<br />

Kampen gespeeld te hebben ..<br />

Hartelijk dank wil ik van deze plaats brengen aan de heer<br />

Don, gemeente~archivaris van Kampen, voor' alle hulp en<br />

steun, die hij mij bij het onderzoek in de Kamper archieven<br />

verleend heeft. Waar niet anders is aangegeven, berusten<br />

de archivalia ten qemeente-archieve van Kampen.<br />

In de 16e eeuw leven te Kampen Jacob, Ernst, Alydt en<br />

Henrick <strong>Maler</strong>, die in de archiefstukken ook als Jacob, Ernst,<br />

Alydt en Henrick RoloHsen ·(Rolffsen, Roeloffsen) voorkomen.<br />

Uit voogdijstellingen bleek mij dat deze vier genoemde<br />

personen zeer nauw verwant waren en vermoedelijk broers<br />

en zuster geweest zijn; hoewel ik dit niet bewijzen kan. In- \<br />

dien dit laatsteechter juist is. dan zal hun vader wel Roelof<br />

<strong>Maler</strong> geheten hebben. Hetbleek mij nu dat een Roelof <strong>Maler</strong><br />

in 1513 als getuige optrad in Evert Twente's zaak 1) en het<br />

lijkt mij zeer waarschijnlijk toe dat deze Roelof <strong>Maler</strong> de<br />

1) Getuigenissen 1513-1516, datum 1 Augustus 1513, Recht, Arch.<br />

No,36,<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

I.<br />

, -,<br />

.-<br />

"


91<br />

per Schilders" (OudHolland 1887) er op gewezen, dat de<br />

naam <strong>Maler</strong> in de 16-17e eeuw te Kampen én als beroepsnaam<br />

én als geslachtsnaam voorkomt. Met behulp van Mej.<br />

Welcker's aantekeningen en door middel van archiefonderzoek,<br />

meen ik er thans in geslaagd te zijn de onderlinge fa-<br />

milierelaties tussen een aantal leden van het" Kamper ge-:<br />

slacht <strong>Maler</strong> te verduidelijken.· Het was een aangename verrassing<br />

te 'kunnen eonstateren. dat veleverwanten van de begaafde<br />

schilder Ernst' <strong>Maler</strong> een belangrijke rol gespeeld<br />

hebben in Kampen, zowel op kunstzinnig gebied als in de regering<br />

van de stad. De leden van een Familie <strong>Maler</strong>, die-in<br />

de tweede helft van de 17e eeuw in deze stad voorkomen,<br />

heb ik buitenbeschouwing gelaten. In de eerste plaats slaaqde<br />

ik er tot nu toe niet in, het verband tussen deze famille<br />

en het in dit artikel besproken geslacht aan te tenen: in de<br />

tweede plaats blijken zij geen van alle een belangrijke rol in<br />

Kampen gespeeld te hebben ..<br />

Hartelijk dank wil ik van deze plaats brengen aan de heer<br />

Don, gemeente~archivaris van Kampen. voor alle hulp en<br />

steun. die hij mij bij het onderzoek in de Kamper archieven<br />

verleend heeft. Waar niet anders is aangegeven. berusten<br />

de archivalia ten gemeente~archieve van Kampen.<br />

In de 16e eeuw leven te Kampen Jacob. Ernst. Alydt en<br />

Henrick <strong>Maler</strong>. die in de archiefstukken ook als Jacob. Ernst,<br />

Alydt en Henrick RoloHsen (Rolffsen. Roeloffsen) voorkomen.<br />

Uit voogdijstellingen bleek mij dat deze vier genoemde<br />

personen zeer nauw verwant waren en vermoedelijk broers<br />

en zuster geweest zijn. hoewel ik dit niet bewijzen kan. In- \<br />

dien dit laatsteechter juist is, dan zal hun vader wel Roelof<br />

<strong>Maler</strong> geheten hebben. Hetbleek mij nu dat een Roelof <strong>Maler</strong><br />

in 1513 als getuige optrad in Evert Twente's zaak 1) en het<br />

lijkt mij zeer waarschijnlijk toe dat deze Roelof <strong>Maler</strong> de<br />

, I<br />

1) Getuigenissen 1513-1516. datum 1 Augustus 1513. Recht, Arch.<br />

No,36,<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

1_<br />

\<br />

\


92<br />

. stamvader van de in dit opstel besproken personen, behorende<br />

tot het geslacht <strong>Maler</strong>, geweest moet zijn.<br />

I Roelo] Màler (1), ook wel Cremer genoemd, was gehuwd<br />

met een zekere Griete. Op 3 April 1543 verkoopt Griete<br />

Maelers, weduwe van Roelof Cremer, aan Peter Albertsz<br />

Vriese, huis en erve in de Oude straat 2).<br />

Griete is de moeder van Ernst <strong>Maler</strong> geweest, want op 6<br />

Juni 1539 verkoopt Ernst Roeloffsz aan zijn moeder Gryete<br />

Roelofs, een jaarlijkse rente van 2Yz goudgulden uit drie gedeelten<br />

van het huis "den sulveren Helm" genaamd 3). Of<br />

Jacob, Alydt en Henrick ook kinderen van Griete waren, durf<br />

ik niet met zekerheid te zeggen. De hier gekozen volgorde is<br />

dan ook slechts een gissing.<br />

Kinderen van Roelof <strong>Maler</strong> en Griete N.N. waren vermoedelijk<br />

dus:<br />

1. Jacob Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (2), volgt II.<br />

2. Ernst Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (3), volgt lIa.<br />

3. Alydt Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (4), gehuwd met Gysbert<br />

Henrixsz. Op 20 Januari 1548 blijkt haar man overleden<br />

te zijn en worden als voogden over ·haar vijf, niet met<br />

name genoemde, kinderen aangesteld: Mr. Ernst <strong>Maler</strong><br />

en schipper Gysbert Hoyer 4) .<br />

Op 27 Juni 1554 worden echter Henrick <strong>Maler</strong> en Henrick<br />

van Vianden voogd over deze kinderen.<br />

4. Henrick Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (5), voIgt lIb.<br />

II. Jacob <strong>Maler</strong> (2), zoon van Roelof en Griete N.N.<br />

Uit de Rekeningen van de St. Nikolaas- of Bovenkerk te<br />

Kampen blijkt dat hij in het schildersbedrijf werkzaam was. Zo<br />

vinden we in de Rekeningen van 1529 vermeld: "Item £Jhegeven<br />

meister Jacob de maelre, van de crane mit de isers ende<br />

-touwen to vergulden, ende to varwen boven de paescrone,<br />

2) Overdrachten 1543-1553, datum 3 April 1543, folio II.<br />

3) Overdrachten 1533-1542, datum 6 Juni 1539; folio 133 Verso.<br />

4) Momberboek 1540-1581, datum 20 Januari 1548, folio 8 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


I -,<br />

. stamvader van de in dit opstel besproken persenen. behorende<br />

tot het geslacht <strong>Maler</strong>, geweest moet zijn.<br />

92<br />

I Roelof Màler (1), ook wel Cremer genoemd, was gehuwd<br />

met een zekere Griete. Op 3 April 1543 verkoopt Griete<br />

Maelers, weduwe van Roelof Cremer, aan Peter Albertsz<br />

Vriese, huis en erve in de Oude straat 2).<br />

Griete is de moeder van Ernst <strong>Maler</strong> geweest, want op 6<br />

Juni 1539 verkoopt Ernst Roeloffsz aan zijn moeder Gryete<br />

Roelofs, een jaarlijkse rente van 2Yz goudgulden uit drie gedeelten<br />

van het huis "den sulveren Helm" genaamd 3). Of<br />

Jacob, Alydt en Henrick bok kinderen van Griete waren, durf<br />

ik niet met zekerheid te zeggen. De hier gekozen volgorde is<br />

dan ook slechts een gissing.<br />

Kinderen van Roelof <strong>Maler</strong> en Griete N.N. waren vermoedelijk<br />

dus:<br />

1. Jacob Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (2), volgt II.<br />

2. Ernst Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (3), volgt lIa.<br />

3. Alydt Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (4), gehuwd met Gysbert<br />

Henrixsz. Op 20 Januari 1548 blijkt haar man overleden<br />

te zijn en worden als voogden over -haar vijf, niet met<br />

name genoemde, kinderen aangesteld: Mr. Ernst <strong>Maler</strong><br />

en schipper Gysbert Hoyer 4) .<br />

Op 27 Juni 1554 worden echter Henrick <strong>Maler</strong> en Henrick<br />

van Vianden voogd over deze kinderen.<br />

4. Henrick Roloffsen, alias <strong>Maler</strong> (5), voIgt lIb.<br />

II. Jacob <strong>Maler</strong> (2), zoon van Roelof en Griete N.N.<br />

Uit de Rekeningen van de St. Nikolaas- of Bovenkerk te<br />

Kampen blijkt dat hij in het schildersbedrijf werkzaam was. Zo<br />

vinden we in de Rekeningen van 1529 vermeld: "Item £Jhegeven<br />

meister Jacob de maelre, van de crane mit de isers ende<br />

-touwen to vergulden, ende to varwen boven de paescrone,<br />

2) Overdrachten 1543-1553, datum 3 April 1543, folio II.<br />

3) Overdrachten 1533-1542. datum 6 Juni 1539. folio 133 Verso.<br />

4) Momberboek 1540-1581, datum 20 Januari 1548, folio 8 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


93<br />

sarnen x st. br.". In 1532: "Item meister Jacob, malder. van<br />

eyn speer vnd ryt te malen, vnd eyn tafelken vor id sacrament,<br />

betalt xiiij st. b.". In 1534: "Den xxij [uny betaelt Jacob<br />

maelder van ij crusen te stofferen ene op id kerrickhof und ene<br />

boven de porte, voor golt und arbeit vi h. pont". 5)<br />

In 1536 worden hij en zijn vrouw ingeschreven als leden.<br />

van het St. Cunera Memorie te Kampen. 6) Hij is minstens<br />

tweemaal. vermoedelijk echter wel driemaal getrouwd geweest.<br />

Zijn laatste vrouw Geertruydt Bogerman, d. van Reyner Bogerman,<br />

secretaris van Kampen, is volgens het St. Cunera Memorie<br />

in 1580 overleden. 7)<br />

Als gildemeester van het St. Lucasgilde te Kampen legde<br />

hij de eed af op 20 December 1540, 30 October 1544 en 30<br />

October 1550. 8) In zijn belangrijk hoofdstuk "De schilderschool<br />

te Kampen", voorkomende in zijn werk "De Noord-Nederlandsehe<br />

Schilderkunst", vierde deel. hoofdstuk VI, spreekt<br />

Dr. G. J. Hoogewerff de mening uit, dat Jacob <strong>Maler</strong>, al dan<br />

niet bijgestaan door zijn zoon Albert, de vervaardiger is van<br />

verscheldene schilderijen, die voor die tijd aan Ernst <strong>Maler</strong><br />

werden toegeschreven.<br />

In 1554 blijkt Jacob <strong>Maler</strong> dood te zijn en worden over de<br />

vijf minderjarige kinderen, die uit zijn huwelijk met Geer-<br />

. truydt Bogerman geboren werden, als voogden aangesteld:<br />

Arent to Boecop en Ernst <strong>Maler</strong>. 9)<br />

Kinderen uit het (de) eerste huwelijk(en) van Jacob <strong>Maler</strong><br />

waren:<br />

1. Wessell (6), voIgt III.<br />

2. Albert Jacobsz (7), volgt IlIa.<br />

Uit het laatste huwelijk:<br />

3. Regner (8), volgt I1Ib.<br />

5) Bijdragen Geschiedenis <strong>Overijssel</strong>, 4e deel (1877), blz. 290, 294, 300.<br />

0) St. Cunera Memorie te Kampen, folio 47 Verso.<br />

7) St. Cunera Memorie te Kampen, folio 63.<br />

8) Bijdragen Gesch. <strong>Overijssel</strong>, 2e deel (1875), blz. 55<br />

9) Momberboek 1540-1581, datum 14 November 1554, folio 21 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


93<br />

sarnen x st. br.". In 1532: ..Item meister Jacob, maIder, van<br />

eyn speer vnd ryt te malen, vnd eyn tafelken vor id sacrament,<br />

betalt xiiij st. b .". In 1534: ..Den xxij [uny betaelt Jacob<br />

maelder van ij crusen te stofferen ene op id kerrickhof und ene<br />

boven de porte, voor golt und arbeit vi h. pont". 5)<br />

In 1536 worden hij en zijn vrouw ingeschreven als leden.<br />

van het St. Cunera Memorie te Kampen. 6) Hij is minstens<br />

tweemaal. vermoedelijk echter wel driemaal getrouwd geweest.<br />

Zijn laatste vrouw Geertruydt Bogerman, d. van Reyner Bogerman,<br />

secretaris van Kampen, is volgens het St. Cunera Memorie<br />

in 1580 overleden. 7)<br />

Als gildemeester van het St. Lucasgilde te Kampen legde<br />

hij de eed af op 20 December 1540, 30 October 1544 en 30<br />

October 1550. 8) In zijn belangrijk hoofdstuk ..De schilderschool<br />

te Kampen", voorkomende in zijn werk ..De Noord-Nederlandsehe<br />

Schilderkunst", vierde deel. hoofdstuk VI, spreekt<br />

Dr. G. J. Hoogewerff de mening uit, dat Jacob <strong>Maler</strong>, al dan<br />

niet bijgestaan door zijn zoon Albert, de vervaardiger is van<br />

verscheldene schilderijen, die voor die tijd aan Ernst <strong>Maler</strong><br />

werden toegeschreven.<br />

In' 1554 blijkt Jacob <strong>Maler</strong> dood te zijn en worden over de<br />

vijf minderjarige kinderen, die uit zijn huwelijk met Geertruydt<br />

Bogerman geboren werden, als voogden aangesteld:<br />

Arent to Boecop en Ernst <strong>Maler</strong>. 9)<br />

Kinderen uit het (de) eerste huwelijk(en) van Jacob <strong>Maler</strong><br />

waren:<br />

1. Wessell (6), voIgt III.<br />

2. Albert Jacobsz (7), volgt IlIa.<br />

Uit het laatste huwelijk:<br />

3. Reyner (8), volgt I1Ib.<br />

5) Bijdragen Geschiedenis <strong>Overijssel</strong>, 4e deel (1877), blz. 290, 294, 300.<br />

0) St. Cunera Memorie te Kampen, folio 47 Verso.<br />

7) St. Cunera Memorie te Kampen, folio 63.<br />

8) Bijdragen Gesch. <strong>Overijssel</strong>, 2e deel (1875), blz. 55<br />

9) Momberboek 1540-1581, datum 14 November 1554, folio 21 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


"<br />

94<br />

4. Anna (9), overleden in 1577.10)<br />

5. Henrick (10), overleden in 1566. 11)<br />

6. Derek ~11), zie' sub IlIa.<br />

7. Niesken (12), gehuwd met Joest Stevens, zoon van de<br />

Kamper drukker Steven [cessen en Mechtelt N.N.<br />

Op 23 Jan. 1593 verkopen Burqemeesteren, Schepenen en<br />

Raad van Kampen aan [oest Stevens en zijn vrouw Nyeske<br />

Malders het (nog bestaande) Olde Vleishuus, gelegen aan<br />

de Oude straat. 12)<br />

Ook Joest Stevens was boekdrukker. Zijn naam, en wapen<br />

komen met het jaartal 1585 voor op een, drinkhoren, eiqendom<br />

van de Gemeente Kampen en vroeger toebehorende aan het<br />

St. Lucasqilde te Kampen. 13) Als Gildemeester van het St.<br />

Lucasgilde, legt hij de eed af op 28 October 1587 en 19 November<br />

1594.14)<br />

Peter Joostz, de zoon van dit echtpaar, mag op kosten van<br />

de stad studeren, komt daarna in de zaak van zijn vader en<br />

wordt ten slotte als stadssecretaris van Kampen aangesteld. 15)<br />

lIa. Ernst <strong>Maler</strong> (3), zoon van Roelof en Griete N.N.<br />

"Een typisch Middeleeuwsche verschijning, artist en artisan<br />

beide", noemt Mr J. H. P. Ennema deze merkwaardige Kamper<br />

schilder, die verver, kunstschilder, glazenie~ en herbergier<br />

was, zeer terecht. 16)<br />

, Zijn geboortedatum en jaar heb ik niet kunnen vinden. In .<br />

het Necrologium van de St. Nicolaaskerk te Kampen vond ik<br />

een Elsebe Ernst RoloHs uxor vermeld. 17) Misschien was di!<br />

10) Rekeningen Boven- of St, Nicolaaskerk Kampen 1572-1603,<br />

folio 55 Verso.<br />

11) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 381 Verso,<br />

12) Registel' van charters en Bescheiden Oude Archief te Kam.pen,<br />

deel 4 datum 23 Januari 1593; no, 2993,<br />

.. 13) Bijdl'agen Gesch: OV61'ijssel, 2e deel 1875, btz, 52.<br />

H) Alsvoren, 'blz. 57,<br />

15) Het Boek, Tijdschl'ift V001' boek en bibliotheekwezen, deelXXX,<br />

blz. 102,<br />

.: 16) Catalogus ,,Behouden Bezit", Kampen 1945.<br />

17) Bijdl'agen' Geschiedenis OV61'ijssel, 13e deel (1901), blz. 187,<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

/<br />

\ '<br />

/


94<br />

4. Anna (9), overleden in 1577.10)<br />

5. Henrick (10), overleden in 1566. 11 )<br />

6. Derek ~11), zie- sub IlIa.<br />

7. Niesken (12), gehuwd met Joest Stevens, zoon van de<br />

Kamper drukker Steven [cessen en Mechtelt N.N.<br />

Op 23 Jan. 1593 verkopen Burqemeesteren, Schepenen en<br />

Raad van Kampen aan [oest Stevens en zijn vrouw Nyeske<br />

Malders het (nog bestaande) Olde Vleishuus, gelegen aan<br />

de Oude straat. 12)<br />

Ook Joest Stevens was boekdrukker. Zijn naam en wapen<br />

komen met het jaartal 1585 voor op een, drinkhoren, eiqendom<br />

van de Gemeente Kampen en vroeger toebehorende aan het<br />

St. Lucasqilde te Kampen. 13) Als Gildemeester van het St.<br />

Lucasgilde, legt hij de eed af op 28 October 1587 en 19 November<br />

1594.14)<br />

Peter Joostz, de zoon van dit echtpaar, mag op kosten van<br />

de stad studeren, komt daarna in de zaak van zijn vader en<br />

wordt ten slotte als stadssecretaris van Kampen aangesteld. 15)<br />

lIa. Ernst <strong>Maler</strong> (3), zoon van Roelof en Griete N.N.<br />

"Een typisch Middeleeuwsche verschijning, artist en artisan<br />

beide", noemt Mr J. H. P. Ennema deze merkwaardige Kamper<br />

schilder, die verver, kunstschilder, glazenie~ en herbergier<br />

was, zeer terecht. 16)<br />

. Zijn geboortedatum en jaar heb ik niet kunnen vinden. In .<br />

het Necrologium van de St. Nicolaaskerk te Kampen vond ik<br />

een Elsebe Ernst RoloHs uxor vermeld. 17) Misschien was dit<br />

10) Rekeningen Boven- of St. Nicolaaskerk Kampen 1572-1603,<br />

folio 55 Verso.<br />

11) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 381 Verso.<br />

12) Reçister van Charters en Bescheiden Oude Archie! te Kam.pen,<br />

deel 4 datum 23 Januari 1593; no, 2993,<br />

.: 13) Bijdl'agen Gesch; OV61'ijssel, 2e deel 1875, biz, 52.<br />

H) Alsvoren, 'blz. 57,<br />

15) Het Boek, Tijdschl'i!t voO?' boek en bibliotheekwezen, deel,XXX,<br />

blz. 102,<br />

.: 16) Catalogus ,,Behouden Bezit", Kampen 1945.<br />

17) Bijdl'agen' Geschiedenis OV61'ijssel, 13e deel (1901), blz. 187,<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

/


de eerste vrouw van Ernst <strong>Maler</strong> en zouden we hieruit mogen<br />

besluiten, dat onze schilder voor 1500 geboren moet zijn,<br />

aangezien deze naam in het begin van de 16e eeuw bijge-'<br />

schreven kan zijn.<br />

Tal van posten in de Stedelijke Rekeningen en in die van<br />

de Bovenkerk herinneren aan zijn activiteit als verver. kunstschilder,<br />

glazenier en herbergier. Dit laatste beroep oefende<br />

hij uit in de herberg ..Den Sulveren Helm", gelegen aan de<br />

Oude straat "onder de Clocke".<br />

Uit de registers van overdrachten van de eerste helft van<br />

de 16e eeuw blijkt dat het huis, waarin deze herberg geves~<br />

tigd was. aanvankelijk behoorde aan de familie vanden Ven~.<br />

Op 9 Juli 1534 verkopen Henrick Blauwe en zijn vrouw<br />

Anna. een jaarlijkse rente van 3 goudgulden' en een halve<br />

gouden Rijnsgulden uit dit huis aan Dirck to Boecop. 18)<br />

'<br />

Na de dood van Henrick Blauwe in 1537. hertrouwde zijn<br />

weduwe. Anna, met Ernst <strong>Maler</strong> en dit echtpaàr wist geleide~<br />

lijk aan de hele , ZuIveren Helm in bezit te krijgen. zoals uit<br />

,<br />

devolgende posten uit de Overdrachten mag blijken: - ,<br />

5 November 1539~Y-i van de ZuIveren Helm door heer<br />

Johan van den Veene, domheer te Utrecht. verkocht aan Ernst<br />

Roelofsz <strong>Maler</strong> en zijn vrouw Anna. 19)<br />

21 Maart J541~Y-i 'van de Zulveren Helm door Tieman van<br />

den Vene en zijn vrouw juffer Mechtelt, verkocht aan Mr.<br />

Erenst, Roloffsz' <strong>Maler</strong> en zijn vrouw Anna. eertijds gehuwd<br />

met Henrick Blauwe. 20)<br />

Anna Bleuure. de tweede(?) vrouw van Ernst <strong>Maler</strong>, heette<br />

van zichzelf Anna Lisborne (Lysborne] en was dochter van<br />

Geert en Celie N.N. Haar zuster Barbara trouwde met Mr.<br />

Heyman Brant. secretaris van Kampen 1482~1540. een andere<br />

zuster met Johan van ZwolI.<br />

In 1556 wordt de huisvrouw van, Ernst <strong>Maler</strong> in de Boven- -(<br />

18)Overdrachten 1533-1542. datum 9 Juli 1534. folio 35.<br />

19) Alsvoren, datum 5 November 1539, folio 144 Verso.<br />

~O) Alsvoren, datum 21 Maart 1541, folio 183 Verso<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


de eerste vrouw van Ernst <strong>Maler</strong> en zouden we hieruit mogen<br />

besluiten, dat onze schilder voor 1500 geboren moet zijn,<br />

aangezien deze naam in het begin van de 16e eeuw bijge~'<br />

schreven kan zijn.<br />

Tal van posten in de Stedelijke Rekeningen en in die van<br />

de Bovenkerk herinneren aan zijn activiteit als verver, kunstschilder,<br />

glazenier en herbergier. Dit laatste beroep oefende<br />

hij uit in de herberg "Den Sulveren Helm", gelegen aan de<br />

Oude straat "onder de Clocke".<br />

Uit de registers van overdrachten van de eerste helft van<br />

de ] 6e eeuw blijkt dat het huis, waarin deze herberg geves~<br />

tigd was, aanvankelijk behoorde aan de familie van den Ven;<br />

Op 9 Juli 1534 verkopen Henrick Blauwe en zijn vrouw<br />

Anna, een jaarlijkse rente van 3 goudgulden en een halve<br />

gouden Rijnsgulden uit dit huis aan Dirck to Boecop. 18)<br />

Na de dood van Henrick Blauwe in 1537, hertrouwde zijn<br />

weduwe, Anna, met Ernst <strong>Maler</strong> en dit echtpaar wist geleide~<br />

lijk aan de hele Zuiveren Helm in bezit te krijgen, zoals uit<br />

de 'volgende posten uit de Ov~rdrachten mag blijken:<br />

5 November 1539~Yi van de Zuiveren Helm door heer'<br />

Johan van den Veene, domheer te Utrecht, verkocht aan Ernst<br />

Roelofsz <strong>Maler</strong> en zijn vrouw Anna. 19)<br />

21 Maart J541~Yi van de Zulveren Helm door Tieman van<br />

den Vene en zijn vrouw juffer Mechtelt, verkocht aan Mr.<br />

Erenst, Roloffsi <strong>Maler</strong> en zijn vrouw Anna, eertijds gehuwd<br />

met Henrick Blauwe. 20)<br />

Anna Bleuure. de tweede(?) vrouw van Ernst <strong>Maler</strong>, heette<br />

van zichzelf Anna Lisborne (Lysborne] en was dochter van<br />

Geert en Celie N.N. Haar zuster Barbara trouwde met Mr.<br />

Heyman Brant, secretaris van Kampen 1482~1540, een andere<br />

zuster met Johan van ZwolI.<br />

In 1556 wordt de huisvrouw van Ernst <strong>Maler</strong> in de Boven-<br />

18)Overdrachten 1533-1542, datum 9 Juli 1534, folio 35.<br />

19) Alsvoren, datum 5 November 1539, folio 144 Verso.<br />

:?O) Alsvoren, datum 21 Maart 1541, folio 183 Verso<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

, \<br />

v<br />

-I


96<br />

kerk te Kampen begraven. Vermoedelijk was dit Anna<br />

Blauwe. 21)<br />

.Op 7 Juli 1567 maken Erenst Maller en H ylleken, zijn<br />

vrouw, een niet bewaard gebleven testament. Deze derde(?)<br />

vrouw van Ernst <strong>Maler</strong> was de dochter van Herman van<br />

Munster, die te Hasselt voor 15 Juli 1563 overleed, zoals uit<br />

een getuigenis blijkt. 22) Zijn broeder, Berent van Munster,<br />

werd door een Kamper burger Johan Thonijsz gedood. 23 )<br />

Voor bijzonderheden over het interessante oeuvre van Ernst<br />

. <strong>Maler</strong>, verwijs ik naar de publicatie van G. P. .Rouffaer in<br />

Oud Holland 24), de artikelen van Mr. Nanninga Uitterdijk<br />

in Overijss. Regt en Geschiedenis. 25) en het reeds genoemde"<br />

werk van Dr. G. J. Hooqewerff "De Noord Nederlandsche<br />

Schilderkunst". Als gildemeester van het S.t. Lucasgilde te<br />

Kampen, legt Ernst <strong>Maler</strong> voor het eerst de eed af op 13 November<br />

1543, dan op 23 OCtober 1551 en 27 October 1558 en<br />

tenslotte als Mr Erenst Roloffsen op 16 December 1566.26)<br />

Vermoedelijk. is de schilder ongeveer 1567 overleden, na dit<br />

jaar komt hij althans in geen enkele acte meer voor.<br />

lIb. Henrick <strong>Maler</strong> (5), zoon van Roelof <strong>Maler</strong> en Griete<br />

N.N.(?).<br />

Werd omstreeks 1514 qeboren, aangezien hij in een getui ..<br />

genis van 1564 genoemd word "alt L [aeren". 27) In dit laatst<br />

genoemde jaar moet hij ook overleden zijn en werd in.de Bovenkerk<br />

of St. Nicelaaskerk te Kampen begraven.28)<br />

Hij was schipper, handelde in wijnen en hield een herberg.<br />

In 1555 werd hij ingeschreven als lid van het Schepen Me-<br />

21) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 288.<br />

22) Getuigenissen 1558-1564, datum 15 Juli 1563; Recht. Arch. No. 42<br />

23) Getuigenissen 1558-1564, datum 28 Juli 1563; Recht. Arch. No. 42<br />

24) C. P. Rouffaer: Vie?' Kampe?' Schildm's (Oud Holland, 1887).<br />

25) Vm·sl. en Med. Overijss. Regt en Gesch. 12e stuk (1881), blz. 30.<br />

en 25e stuk 1909 blz. 61. .<br />

26) Bijd1'agen Geschiedenis <strong>Overijssel</strong>, 2e deel (1875), blz. 55, 56.<br />

27) Getuigenissen 1558-1564, datum 9 September 1564.<br />

_ '28) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 366.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


96<br />

kerk te Kampen begraven. Vermoedelijk was dit Anna<br />

Blauwe. 21)<br />

Op 7 Juli 1567 maken Erenst Maller en Hylleken, zijn<br />

vrouw, een niet bewaard gebleven testament. Deze derde(?)<br />

vrouw van Ernst <strong>Maler</strong> was de dochter van Herman van<br />

Munster, die te Hasselt voor 15 Juli 1563 overleed, zoals uit<br />

een getuigenis blijkt. 22) Zijn broeder, Berent van Munster,<br />

werd door een Kamper burger Johan Thonijsz gedood. 23 )<br />

Voor bijzonderheden over het interessante oeuvre van Ernst<br />

. <strong>Maler</strong>, verwijs ik naar de publicatie van G. P. .Rouffaer in<br />

Oud Holland 24), de artikelen van Mr. Nanninga Uitterdijk<br />

in Overijss. Regt en Geschiedenis. 25) en het reeds genoemde<br />

werk van Dr. G. J. Hooqewerff "De Noord Nederlandsche<br />

Schilderkunst". Als gildemeester van het S.t. Lucasgilde te<br />

Kampen, legt Ernst <strong>Maler</strong> voor het eerst de eed af op 13 November<br />

1543, dan op 23 OCtober 1551 en 27 October 1558 en<br />

tenslotte als Mr Erenst Roloffsen op 16 December 1566.26)<br />

Vermoedelijk is de schilder ongeveer 1567 overleden, na dit<br />

jaar komt hij althans in geen enkele acte meer voor,<br />

lIb. Henrick <strong>Maler</strong> (5), zoon van Roelof <strong>Maler</strong> en Griet¢<br />

N.N.(?) .<br />

Werd omstreeks 1514 qeboren, aangezien hij in een getui ..<br />

genis van 1564 genoemd word "alt L [aeren". 27) In dit laatst<br />

genoemde jaar moet hij ook overleden zijn en werd in.de Bovenkerk<br />

of St. Nicelaaskerk te Kampen begraven.28)<br />

Hij was schipper, handelde in wijnen en hield een herberg.<br />

In 1555 werd hij ingeschreven als lid van het Schepen Me-<br />

21) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 288.<br />

22) Getuigenissen 1558-1564, datum 15 Juli 1563; Recht. Arch. No. 42<br />

23) Getuigenissen 1558--1564, datum 28 Juli 1563; Recht. Arch. No. 42<br />

210) C. P. Rouffaer: Vie?' Kampe?' Sch.üâers (Oud Holland, 1887).<br />

26) Ve?'sl. en Med. Overijss. Regt en Gesch. 12e stuk (1881), blz. 30.<br />

en 25e stuk 1909 blz. 61. .<br />

26) Bijd?'agen Geschiedenis <strong>Overijssel</strong>, 2e deel (1875), blz. 55, 56.<br />

27) Getuigenissen 1558--1564, datum 9 September 1564.<br />

_28) Rekeningen Bovenkerk 1526-1571, folio 366.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


97<br />

morie te Kampen. 29) In zijn laatste levensjaren voerde hij tal<br />

van processen en in 1562 beledigde hij de Raad zodanig, dat<br />

hem dit bijna duur te staan was gekomen. Aangezien hij echter<br />

handelde uit ..passien vancranckte ende dronckenschap",<br />

liet men genade voor recht gelden. 30)<br />

Hij is minstens tweemaal getrouwd geweest. Zijn eerste<br />

vrouw Geerijtke N.N. sterftin 1539 en wordt in de St. Nicolaaskerk<br />

begraven. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren:<br />

1. Roelof (13), volgt IIIc. .<br />

Zijn tweede vrouw heette Swaenkeri N.N. Zijligt begraven<br />

in de St. Nicolaaskerk te Kampen. Haar grafsteen vermeldt:<br />

..Anno 1581 den 20 Auqusti starf die erbare un voel<br />

doechsame frouwe Swaenken Maelers wes siele Godt almachtich<br />

genedigh sie". Het wapen op de steen is helaas geheel<br />

uitgesleten. 31,)<br />

Uit het huwelijk van Henrick <strong>Maler</strong> en Steeenken werden<br />

geboren:<br />

2. Jan (I4), volgt IIId.<br />

3. Anna (15), gehuwd met Johan Hendriksz .• scheepstimmerman,<br />

wonende ,te Brunnepe. Als weduwe van deze<br />

Johan Hendriksz. verkoopt zij op 17 Maart 1602 huis en erve<br />

te Brunnepe. 32)<br />

Op 14 September 1615 maakt 7ij haar testament en noemt<br />

als haar kinderen hierin: Jacobgien Jans. Swantgien Jans en<br />

Harmtgen Jans. De laatste blijkt een dochter Janneken<br />

Jans te hebben. Als testamentores stelt zij aan Jonge Jan<br />

Henrixen en Frans Wychertsz. Als momber Hendr. van<br />

Hoochstraten. 33)<br />

4. Lijsabeth (16). Komt in 1598 in het Momberboek voor<br />

als weduwe van Hendrick van Santhen de Jonghe. Over haar<br />

29) Schepen Memorie, folio 33 Verso.<br />

30) Sententiën 1559-1566, datum 14 Juli 1562, folio 123 Verso.<br />

31) Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins: Genealogische en Herald.<br />

gedenkw. in de leerleen.van <strong>Overijssel</strong>, blz. 144, No. 215.<br />

32) Overdrachten 1597-1604, datum 17 Maart 1602, folio 187 Verso.<br />

33) Testamenten 1606-1618, datum 14 September 1615, folio 238 Verso<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


97<br />

morie te Kampen. 29) In zijn laatste levensjaren voerde hij tal<br />

van processen en in 1562 beledigde hij de Raad zodanig, dat<br />

hem dit bijna duur te staan was gekomen. Aangezien hij echter<br />

handelde uit ..passien vancranckte ende dronckenschap",<br />

liet men genade voor recht gelden. 30)<br />

Hij is minstens tweemaal getrouwd geweest. Zijn eerste .<br />

vrouw Geerijtke N.N. sterft in 1539 en wordt in de St.' Nicolaaskerk<br />

begraven. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren:·<br />

1. Roelof (13), volgt IIIc. .<br />

Zijn tweede vrouw heette Swaenkeri N .N. Zij ligt begraven<br />

in de St. Nicolaaskerk te Kampen. Haàr grafsteen vermeldt:<br />

..Anno 1581 den 20 Auqusti starf die erbare un voel<br />

doechsame frouwe Swaenken Maelers wes siele Godt almachtich<br />

genedigh sie". Het wapen op de steen is helaas geheel<br />

uitgesleten. 31)<br />

Uit het huwelijk van Henrick <strong>Maler</strong> en Steeenken werden<br />

geboren:<br />

2. Jan (14), volgt IIId.<br />

3. Anna (15), gehuwd met Johan Hendriksz., scheepstimmerman,<br />

wonende te Brunnepe. Als weduwe van deze<br />

Johan Hendriksz. verkoopt zij op 17 Maart 1602 huis en erve<br />

te Brunnepe. 32)<br />

Op 14 September 1615 maaktzij haar testament en noemt<br />

als haar kinderen hierin: Jacobgien Jans; Swantgien Jans en<br />

Harmtgen Jans. De- laatste blijkt een dochter Janneken<br />

Jans te hebben. Als testamentores stelt zij aan Jonge Jan<br />

Henrixen en Frans Wychertsz. Als momber Hendr. van<br />

Hoochstraten. 33)<br />

4. Lijsebeth (16). Komt in 1598 in het Momberboek voor<br />

als weduwe van Hendrick van Santhen de Jonghe. Over haar<br />

29) Schepen Memorie, folio 33 Verso.<br />

30) Sententiën 1559-1566, datum 14 Juli 1562, folio 123 Verso.<br />

31) Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins: Genealogische en Herald.<br />

gedenkw. in de leerleen.van <strong>Overijssel</strong>, blz. 144, No, 215.<br />

32) Overdrachten 1591-1604, datum 17 Maart 1602, folio 187 Verso.<br />

33) Testamenten 1606-1618, datum 14 September 1615, folio 238 Verso<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


1-<br />

" "<br />

\<br />

98<br />

twee minderjarige kinderen worden als voogden aanqesteld..<br />

Jacob <strong>Maler</strong>, Mr Johan Sael en Albert Janss. Huff.34) Zij<br />

testeert op 1 November 1598. 35) Misschien was ook een<br />

dochter van dit echtpaar Greetken van Santhen die in 1600<br />

overleden blijkt te zijn en als testarnentores aanstelde: Jacob<br />

<strong>Maler</strong>, Mr Reyner Jacobsz. <strong>Maler</strong> en Henrick Thonijsz. 36)<br />

Zij hertrouwt met Guiliam Haringhouek.<br />

5. Jutte (17), gehuwd met Peter Borman. Op 21 December<br />

1581 blijkt zij dood te zijn en worden als voogden over<br />

haar' drie minderjarige kinderen Marijken, Henrickqen en<br />

Walburckgen aangesteld: Johan <strong>Maler</strong> en Johan Hen-<br />

ricksz.37) -<br />

, 6. Margaretha (18). Op 8 Juli 1585 is haar man Arent<br />

Prueit dood, want dan worden als voogden oyer haar mlnder- '<br />

jarig dochtertje Swaentken aangesteld: Johan <strong>Maler</strong> en [oest<br />

, Prueit. 38) Dit dochtertje blijkt in 1599 in de St. Nicolaaskerk<br />

begraven te zijn. 39)<br />

Zij hertrouwt met Johan ter NaepeZ en maakt als zijn vrouw<br />

op 16 November 1609 haar testament, waarin zij o.m. noem~<br />

haar broeder Johan, haar halfb~oeder Roelo£. haar zusters<br />

Anna en Elisabeth en de kinderen van haar zuster Jutte, de<br />

dochters van haar broeder Jan, Jennigen en Mette. 40) , Als<br />

testamentores wijst zij aan Guiliam Harinqhouck, haar zwa-<br />

ger en Johan [oestz.<br />

III. Wessell MaZer (6), zoon van Jacob <strong>Maler</strong> en N.N.<br />

Op 15 Januari 1539 bekent Wessell <strong>Maler</strong>, dat zijn vader<br />

Jacob hem erfuiting heeft gedaan voor het ~oed van zijn over-<br />

34) Momberboek 1581-1611, datum 13 Juli 1598, folio 53 Verso,<br />

3ö) Testamenten 1598---1606; datum 30 November 1598, folio 2.<br />

36) Resolutiën 1587-1612,' datum 5 Juni 1600, folio Hf,<br />

37) 'Momberboek 1581-1611, datum 21 December 1581, folio 3 Verso.<br />

38) Momberboek 1581-1611, datum 8 Juli 1585, folio 18. '<br />

39) Rekeningen Bovenkerk 1572-,-1603.<br />

'40) :r'estamenten 1606-1618, datum 16 November 1609, folio 76.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

( .


1-<br />

\<br />

98<br />

twee minderjarige kinderen worden als voogden aanqesteld..<br />

Jacob <strong>Maler</strong>, Mr Johan Sael en Albert Janss. Huff.34) Zij<br />

testeert op 1 November 1598. 35) Misschien was ook een<br />

dochter van dit echtpaar Greetken van Santhen die in 1600<br />

overleden blijkt te zijn en als testarnentores aanstelde: Jacob<br />

<strong>Maler</strong>, Mr Reyner Jacobsz. <strong>Maler</strong> en Henrick Thonijsz. 36)<br />

Zij hertrouwt met Guiliam Haringhouek.<br />

5. Jutte (17), gehuwd met Peter Borman. Op 21 December<br />

1581 blijkt zij dood tezijn en worden als voogden over<br />

haar drie minderjarige kinderen Marijken, Henrickgen - en<br />

Walburckgen aangesteld: Johan <strong>Maler</strong> en Johan Hen-<br />

- ricksz.37) -<br />

- 6. Margaretha (18). Op 8 Juli 1585 is haar man Arent<br />

Prueit dood, want dan worden als voogden over haar mlnder- -<br />

jarig dochtertje Swaentken aangesteld: Johan <strong>Maler</strong> en [oest<br />

, Prueit. 38) Dit dochtertje blijkt in 1599 in de St. Nicolaaskerk<br />

begraven te zijn. 39)<br />

Zij hertrouwt met Johan ter Naepel en maakt als zijn vrouw<br />

op 16 November 1609 haar testament, waarin zij o.m., noemt<br />

haar broeder Johan, haar halfb~oeder Roelof. haar zusters<br />

Anna en Elisabeth en de kinderen van haar zuster Jutte, de<br />

dochters van haar broeder Jan, Jennigen en Mette. 40) Als<br />

testamentores wijst zij aan Guiliam Harinqhouck, haar zwa-<br />

ger en Johan [oestz.<br />

III. Wessell <strong>Maler</strong> (6), zoon van Jacob <strong>Maler</strong> en N.N.<br />

Op 15 Januari 1539 bekent Wessell <strong>Maler</strong>, dat zijn vader<br />

Jacob hem erfuiting heeft gedaan voor het goed van zijn oyer-<br />

34) Momberboek 1581-1611, datum 13 Juli 1598, folio 53 Verso.<br />

3ö) Testamenten 1598--1606; datum 30 November 1598, folio 2.<br />

36) Resolutiën 1587-1612, datum 5 Juni1600, folio III.<br />

37) 'Momberboek 1581-1611, datum 21 December 1581, folio 3 Verso.<br />

38) Momberboek 1581-1611, daturn 8 Juli 1585, folio 18. '<br />

39) Rekeningen Bovenkerk 1572--,-1603.<br />

-40) :restamenten 1606-1618, datum 16 November 1609, folio 76.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

I


99<br />

leden moeder.w' ) Hij zal toen dus meerderjarig zijn geworden<br />

en moet ongeveer 1514 geboren zijn.<br />

Uit een- post van 1544 blijkt ook hij schilderswerk 'te verrichten.<br />

42 ) Vermoedelijk is hij wel identiek met Wessell Ja~<br />

copsz., die op ·28 October 1546 de eed aflegde alsqildemeester<br />

van het St. Lucasgilde te Kampen, maar niet identiek met<br />

Wessel Kistemaker. die in 1550 ~n 1559 als zodanig de eed<br />

aflegt. 43) Dit laatste bleek mij uit een getuigenis van 8 No-<br />

vember 1543, waarin zij als verschillende personen genoemd<br />

worden. 44) Hij was gehuwd met Ide N.N. zoals uit een ge~<br />

tuigehis van 15 Februari 1544 blijkt. 45)<br />

lIla. Albert Jacobsz. <strong>Maler</strong> (7), zoonvan Jacob en N.N.<br />

Hij moet ongeveer 1522 geboren zijn, want in het i3o~k der<br />

Getuigenissen wordt op 14 Juli 1562 gesproken van Mr. Albert<br />

Maeler, "oIt omtrent viertich jaeren". 46) Ook h,ij verrichtte<br />

schilderswerk, zoals o.a. uit een post in de Stedelijke Rekening<br />

van 'Kampen van 156? blijkt.: "Item gegeven Mr Albert <strong>Maler</strong><br />

vant boert, daer die metalen spoeyten ..op die raetcamer an<br />

hangen, to stoffieren i hp. VI st 47) Vermoedelijk is dit<br />

het bord, dat nog in de Schepenzaalte Kampen hangt en "<br />

waaraan nog 5 van de 6 handbrandspuiten bevestigd zijn.<br />

Dr. Hoogewerff vermoedt, -dat deze Albert [acobsz <strong>Maler</strong><br />

o.a. de luiken schilderde van een triptiek, die zich in de regentenkamer<br />

van het Weeshuis (nu Lucas-stichtinq ) te Kampen<br />

bevindt en dat hij identiek is met de meester A. I., wiens<br />

houtsneden te Kampen uitgegeven werden. '<br />

. Als gildemeester van het St. Lucasgilde te Kampen, legde<br />

Mr Albert <strong>Maler</strong> (Jacobsz.) de eed af in 1555 en op 1 December<br />

1567.48) Op 30 Maart 1564 werd hij met Henrick van<br />

41) Recognitiën 1536-1546, datum 15 Januari 1539, folio 443 letter W.<br />

42) Bijdragen Geschied. Ovel:ijssel, 5e deel .(1879), blz. 99. .<br />

43) Bijdragen Geschied. OVe?'ijssel 2e deel (1875), blz. 55.<br />

H) Getuigenissen 1542-1546, datum 8 November, 1543.<br />

45) Getuigenissen 1542-1546, datum 15 Febr. 1544.<br />

46) Getuigenissen 1558-1564, datum 14 Juli 1562.<br />

47) Stedelijke Rekening 1566.<br />

48) Bijd1"agen Geschied. Ovel'ijssel, 2e deel (1875), blz. 55, 56.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


99<br />

leden moeder.w- ) Hij zal toen dus meerderjarig zijn geworden<br />

en moet ongeveer 1514 geboren zijn.<br />

Uit een-post van 1544 blijkt ookhij schilderswerk 'te verrichten.<br />

42 ) Vermoedelijk is hij wel identiek met Wessell [a-<br />

copsz., die op '28 October 1546 de eed aflegde alaqildemeester<br />

van het St. Lucasgilde te Kampen, maar niet identièk met<br />

. Wessel Kistemaker. die in 1550 en 1559 als zodanig de eed'<br />

aflegt. 43) Dit laatste bleek mij uit een getuigenis van 8 No-<br />

vember 1543, waarin zij als verschillende persenen genoemd<br />

worden. 44) Hij was gehuwd met Ide N.N. zoals uit een ge~<br />

tuigehis van 15 Februari 1544 blijkt. 45)<br />

lIla. Albert Jacobsz. <strong>Maler</strong> (7), zoon van Jacob en N.N.<br />

Hij moet ongeveer 1522 geboren zijn, want in het i3o~k der<br />

Getuigenissen wordt op 14 Juli 1562 gesproken van Mr. Albert<br />

Mader, "olt omtrent viertich jaeren". 46) Ook h,~jverrichtte<br />

schilderswerk, zoals o.à. uit een post in de Stedelijke Rekening<br />

van 'Kampen van 156? blijkt: "Item gegeven Mr Albert <strong>Maler</strong><br />

vant boert, daer die metalen spoeyten ..op die raetcamer an<br />

hangen, to stoffieren i hp. vi st 47) Vermoedelijk is dit<br />

het bord, dat nog in de Schepenzaalrte Kampen hangt en<br />

waaraan nog 5 van de 6 handbrandspuiten bevestigd zijn.<br />

Dr. Hoogewerff vermoedt, -dat deze Albert [acobsz <strong>Maler</strong><br />

o.a. de luiken schilderde van een triptiek, die zich in de regentenkamer<br />

van het Weeshuis (nu Lucas-stichtinq ) te Kampen<br />

bevindt en dat hij identiek is met de meester A. I., wiens<br />

houtsneden te Kampen uitgegeven werden. '<br />

, Als gildemeester van het St. Lucasgilde te Kampen, legde<br />

Mr Albert <strong>Maler</strong> (Jacobsz.) de eed af in 1555 en op 1 Decernber<br />

1567.48) Op 30 Maart 1564 werd hij met Henrick van<br />

41) Recognitiën 1536-1546, datum 15 Januari 1539, folio 443 letter W.<br />

42) Bijdragen Geschied. Ovel:ijssel, 5e deel(1879), blz. 99. .<br />

43) Bijdl'agen Geschied. OVe1'ijssel 2e deel (1875), blz. 55.<br />

H) Getuigenissen 1542-1546, datum 8 November, 1543.<br />

45) Getuigenissen 1542-1546, datum 15 Febr. 1544.<br />

46) Getuigenissen 1558-1564, datum 14 Juli 1562.<br />

47) Stedelijke Rekening 1566.<br />

48) BijdTagen Geschied, OVe1'ijssel, 2e deel (1875), blz. 55, 56.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


, /<br />

100<br />

tier' Hoeve voogd over het minderjarige dochtertje van Mr<br />

Jacob, organist, die ik ook als Mr Jacob Borchertsz. aantrof.<br />

zijnde diens vrouw Derrick reeds overleden. 49) D'eze vrouw<br />

was vermoedelijk ook een <strong>Maler</strong> en halfzuster van Albert [acobsz;<br />

het dochtertje Derckjen of Dirckjen komt tot 1'628 als<br />

Dirckjen <strong>Maler</strong> in de Stedelijke Rekeningen van Kampen<br />

voor en zal de geslachtsnaam van moederszijde hebben aan-'<br />

genomen. Zij was getrouwd met Jan Tijssen. die tot 1612 een<br />

eekmolen buiten de Veenepeort bezat. Zij was vroedvrouwen<br />

schoonmaakster.<br />

Mr Albert <strong>Maler</strong> komt op 14 Januari 1571 voor met zijn<br />

vrouw, zekere juffrouw Kruse, wier zuster Theenis of Thoenijske,<br />

vrouw van Thewes wever, kort te voren zonder kindeten<br />

na te latente Riga was overleden.iHet echtpaar stelde Wijnold<br />

Smit, burgemeester van de stad Hasselt, als hun gemachtigde<br />

aan om. te Riga de nagelaten goederen van Thoenis in ontvangst<br />

te nemen. Dit ging echter niet vlot, aangezien te<br />

Riga, zowel van goederen, nagelaten door Theenis als van<br />

die, welke haar overleden moeder te Kampen toebehoorden<br />

.en die nooit naar Riga waren overgezonden, het recht van<br />

excue of de tiende penning geëist werd. De Magistraat van<br />

Kampen zond daarom drie brieven naar Riga om vrijstelling<br />

van dit recht van excue te verzoeken, daar deze tiende penning<br />

te Kampen niet van erfenissen, bestemd voor Riga, ge~<br />

heven werden. 50)<br />

Op een huizenlijst van ongeveer 1573 komt de naam van<br />

Albert [acobsz <strong>Maler</strong>s voor als wonende tussen Lijsbeth Peters<br />

en Anna Ottens aan de westzijde van de Oude straat.<br />

In 1573 is Albert Jacobsz <strong>Maler</strong> overleden, zoals uit de<br />

Rekeningen van de Bovenkerk blijkt. 51) Zijn vrouw leeft dan<br />

nog.<br />

Kinderen van Albert Jacobsz <strong>Maler</strong> en N.N. Kruse waren:<br />

49) Momberboek 1540-1581, datum 30 Maart 1564, folio 60.<br />

50) Minuten IX 1567-1574, blz. 221 (1571), 296 (1572), 413 (1574).<br />

51) Rekeningen Bovenkerk 1572-1603, folio 20. .<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


\<br />

100<br />

tler Hoeve voogd over het minderjarige dochtertje van Mr<br />

Jacob, organist, die ik ook als Mr Jacob Borchertsz. aantrof.<br />

zijnde diens vrouw Derrick reeds overleden. 49) Deze vrouw<br />

was vermoedelijk ook een <strong>Maler</strong> en halfzuster van Albert [acobsz;<br />

het dochtertje Derckjen of Dirckjen komt tot 1'628 als<br />

Dirckjen <strong>Maler</strong> in de Stedelijke Rekeningen van Kampen<br />

voor en zal de geslachtsnaam van moederszijde hebben aangenomen.<br />

Zij was getrouwd met Jan Tijasen. die tot 1612 een<br />

eekmolen buiten de Veenepeort bezat. Zij was vroedvrouwen<br />

schoonmaakster.<br />

Mr Albert <strong>Maler</strong> komt op 14 Januari 1571 voor met zijn<br />

vrouw, zekere juffrouw Kruse, wier zuster Thoenis of Thoenijske,<br />

vrouw van Thewes wever, kort te voren zonder kindeten<br />

na te laten te Riga was overleden.Het echtpaar stelde Wijnold<br />

Smit, burgemeester van de stad Hasselt, als hun gemachtigde<br />

aan om te Riga de nagelaten goederen van Thoenis in ontvangst<br />

te nemen. Dit ging echter niet vlot, aangezien te<br />

Riga, zowel van goederen, nagelaten door Thoenis als van<br />

die, welke haar overleden moeder te Kampen toebehoorden<br />

.en die nooit naar Riga waren overgezonden, het recht van<br />

excue of de tiende penning geëist werd. De Magistraat van<br />

Kampen zond daarom drie brieven naar Riga om vrijstelling<br />

van dit recht van excue te verzoeken, daar deze tiende penning<br />

te Kampen niet van erfenissen, bestemd voor Riga, ge~<br />

heven werden. 50)<br />

Op een huizenlijst van ongeveer 1573 komt de naam van<br />

Albert [acobsz <strong>Maler</strong>s voor als wonende tussen 'Lijsbeth Peters<br />

en Anna Ottens aan de westzijde van de Oude straat.<br />

In 1573 is Albert Jacobsz <strong>Maler</strong> overleden, zoals uit de<br />

Rekeningen van de Bovenkerk blijkt. 51) Zijn vrouw leeft dan<br />

nog.<br />

Kinderen van Albert Jacobsz <strong>Maler</strong> en N.N. Kruse waren:<br />

49) Momberboek 1540-1581, datum 30 Maart 1564, folio 60.<br />

50) Minuten IX 1567-1574, blz. 221 (1571), 296 (1572), 413 (1574).<br />

51) Rekeningen Bovenkerk 1572-1603, folio 20. .<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


101<br />

1. Jacob Albertsz <strong>Maler</strong> (19), volgt IV.<br />

2. Ghoert AlbettszMeler (20), volgt IVa.<br />

IIlb. R.eyner Jacobsz <strong>Maler</strong> (8), zoon van Jacob en Geertruidt<br />

Bogerman.<br />

In 1563 wordt Mr Reyner <strong>Maler</strong> ingeschreven als lid van<br />

het Schepen Memorie te Kampen.52) Tussen 1564 en vermoedelijk<br />

1604 was hij secretaris van Kampen. 53) Hij huwde<br />

met Aeltien ter Lynde (Linde), afkomstig van Hasselt, dochter<br />

van Alphert ter Lynde, kerkmeester aldaar. Zij testeert op 13<br />

Mei 1636 te Zwolle (testament hier niet aanwezig) en op B<br />

September 1637 te Hasselt als de weduwe <strong>Maler</strong>s. 54) OJ? 18<br />

December 164~ verkopen Egbert <strong>Maler</strong>, Willein Geerts èn<br />

Reyner Haeck, resp: als zoon, zwager en neef van Aeltien ter<br />

Lynde, wed. <strong>Maler</strong>s. hof en huisje in de Groenestraat aan<br />

Jan Sloot en zijn vrouw Elisabeth van Ingen. 55)<br />

Op 1 October 1646 komt zij in de Claringhe voor als enige<br />

erfgenaam van haar broeder Thijman ter Lynde. 56) Zij werd.<br />

te Hasselt in de Nederl. Herv. Kerk beqraven.vr )<br />

Op 17 September 1604 verkopen Burqemeestern, Schepenen<br />

en Raad aan Reyner [acobsz, joffer Alyde ter Lynde zijn<br />

vrouwen Tyman ter Lynde haar broeder acht en dertig halve<br />

goudgulden jaarl. rente uit de stadsdomeinen. accijnsen en<br />

opkomsten. 58)<br />

Kinderen uit het huwelijk van Reyner <strong>Maler</strong> en Aeltien ter<br />

Lynde waren:<br />

1. Jacob R.eynersz (21). volgt IVb ..<br />

52) Schepen Memorie, folio 35 Verso.<br />

53) Bijd7'agen Geschied. OVe7'ijssel, 8ste deel (1886), blz. 239.<br />

54) Register van Dagelijksche Handelingen der Stad Hasselt 1613-<br />

1675, datum 8 September 1637, R.A. <strong>Overijssel</strong> No. 3189.<br />

55) Overdrachten 1643-1652, datum 18 Dec. 1644, folio 54 Verso.<br />

56) Bijdragen Geschied. <strong>Overijssel</strong>, 8ste deel (1886), blz. 239.<br />

57) Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins: Genealogische en Herald.<br />

Geâenlcunuirâ. kerken Ove7'ijssel, blz. 113, No, 30,<br />

58) Registe7' Charters en Bescheiden Oude A7'ch, Kampen, 4e deel,<br />

no. 34~5. .<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


101<br />

1. Jacob Albertsz <strong>Maler</strong> (19), volgt IV.<br />

2. Ghoert Albettsz Meler (20), voigt IVa.<br />

IIlb. R.eyner Jacobsz <strong>Maler</strong> (8), zoon van Jacob en Geertruidt<br />

Bogerman.<br />

In 1563 wordt Mr Reyner <strong>Maler</strong> ingeschreven als lid van<br />

het Schepen Memorie te Kampen.52) Tussen 1564 en vermoedelijk<br />

1604 was hij secretaris van Kampen. 53) Hij huwde<br />

met Aeltien ter Lynde (Linde), afkomstig van Hasselt, dochter<br />

van Alphert ter Lynde, kerkmeester aldaar. Zij testeert op 13<br />

Mei 1636 te Zwolle (testament hier niet aanwezig) en op 8<br />

September 1637 te Hasselt als de weduwe <strong>Maler</strong>s. 54) OJ? 18<br />

December 1644 verkopen Egbert <strong>Maler</strong>, Willein Geerts en<br />

Reyner Haeck, resp. als zoon, zwager en neef van Aeltien ter<br />

Lynde, wed. <strong>Maler</strong>s, hof en huisje in de Groene .straat aan<br />

Jan Sloot en zijn vrouw Elisabeth van Ingen. 55)<br />

Op 1 October 1646 komt zij in de Claringhe voor als enige<br />

erfgenaam van haar broeder Thijman ter Lynde. 56) Zij werd<br />

te Hasselt in de Nederl. Herv. Kerk beqraven.vr )<br />

Op 17 September 1604 verkopen Burgemeestern, Schepenen<br />

en Raad aan Reyner [acobsz, joffer Alyde ter Lynde zijn<br />

vrouwen Tyman ter Lynde haar broeder acht en dertig halve<br />

goudgulden jaarl. rente uit de stadsdomeinen, accijnsen en<br />

opkomsten. 58)<br />

Kinderen uit het huwelijk van Reyner <strong>Maler</strong> en Aeltien ter<br />

Lynde waren:<br />

1. Jacob R.eynersz (21), volgt IVb.<br />

52) Schepen Memorie, folio 35 Verso.<br />

53) Bijd1'agen Geschied. <strong>Overijssel</strong>, 8ste deel (1886), blz. 239.<br />

54) Register van Dagelijksche Handelingen der Stad Hasselt 1613-<br />

1675, datum 8 September 1637, R.A. <strong>Overijssel</strong> No. 3189.<br />

55) Overdrachten 1643-1652, datum 18 Dec. 1644, folio 54 Verso.<br />

56) Bijdmgen Geschied. <strong>Overijssel</strong>, 8ste deel (1886), blz. 239.<br />

57) Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins: Genealogische en Herald.<br />

Geâenlcuiaarâ. kerken <strong>Overijssel</strong>, biz: 113, No. 30.<br />

58) Regist61' Oluirters en Bescheiden Oude Arch, Kampen, 4e deel,<br />

no. 34~5. '<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


I \<br />

102<br />

2. Egbert (22), volgt IVe.<br />

3. Anna '(23), getrouwd met Willem Gerietsen (ondertr.<br />

20 April1627 te Kampen).<br />

Waarschijnlijk is zij identiek met Anneke <strong>Maler</strong>s, die ten<br />

huize van Jonker van Leeuwendael met nog 17 anderen betrapt<br />

werd, toen pater Courten hier in het najaar van 1621 in<br />

het geheim de mis las. 59)<br />

4. Geertruit (24),gehuwd met Jan Heeck, van Meppel<br />

(ondertt. 20 Maart 1618 te Kampen). Op 15 Febr. 1621 be-<br />

krachtigen zij voor schepenen van Hasselt "sekere testaments<br />

en Iijftuchtsversegelinge", den 8 Febr. 1621 voor notaris Laurens<br />

Wijchers te Meppel opgericht. (Ned. Leeuw 1930, kol,<br />

102). Haar man was verwalter van het schoutambt Meppel en<br />

hertrouwde te Meppel in 1626 met Beerte (Barette) Dirx.·<br />

-s. <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong>, genaamd ter Lynde (25), volgtIVd.<br />

Ille. Roelol <strong>Maler</strong> (13), zoon van Henrick en Geerijtke<br />

N.N.<br />

Noemde zich steensnijder, astronoom en medicus. Vermoedelijk<br />

is hij identiek met Roelof Henricsz, chirurgijn te Kampen,<br />

wie, wegens het verknoelen van een patiënt, in 1565 een<br />

proces aangedaan wordt door Henrick Dubbejts. 60)<br />

Als 'Rudolphus Grapheus komt hij in 1570 en later te Deventer<br />

voor als steen- en breuksnijder, medicus en astronoom<br />

en vervaardigde als opvolger van Ambrosius Magirus jarenlang<br />

de Deventer almanak. 61) In het Kamper archief berust<br />

nog een ;,Schrijf Calender ofte Almanach nae den olden styl<br />

op dat Jaer anses Heeren Jesu Christi MDXCIX Doer D.<br />

- Radalphum Grapheum, Campensis, Medicum et Astrononum<br />

der K. Vrye Ansestadt Deventer". Het exemplaar is o.a. ver-<br />

59) B. P. Velt.huysen ; De invoe"ing de,' HeTvo,'ming en de wederoplevering<br />

van het Katholicisme te Kampen. (Arotue] voo,' de Geschiedenis<br />

van het aartsbisdom Utrecht, 25ste deel, blz. 191).<br />

60) Register van Charters en Bescheiden Otuie Archie] Kampen,<br />

deel 5, datum 15 Mei ,1565; No. CMXLI. ' ' .<br />

61) Verslag Handelingen 49ste Ve,'gadering Overijss. Regt en Gesch.<br />

6 Juni, 1882, blz. 6.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

t,


102<br />

2. Egbert (22), volgt IVe.<br />

3. Anna '(23), getrouwd met Willem Gerietsen (ondertr.<br />

20 April1627 te Kampen).<br />

Waarschijnlijk is zij identiek met Anneke <strong>Maler</strong>s, die ten<br />

huize van Jonker van Leeuwendael met noq 17 anderen betrapt<br />

werd, toen pater Courten hier in het najaar van 1621 in<br />

het geheim de mis las. 59)<br />

4. Geertruit (24),gehuwd met Jan Heeck, van Meppel<br />

(ondertt. 20 Maart 1618 te Kampen). Op 15 Febr. 1621 be-<br />

krachtigen zij voor schepenen van Hasselt ..sekere testaments<br />

en lijftuchtsversegelinge", den 8 Febr. 1621 voor notaris Laurens<br />

Wijchers te Meppel opgericht. (Ned. Leeuw 1930, kol,<br />

102). Haar man was verwalter van het schoutambt Meppel en<br />

hertrouwde te Meppel in 1626 met Beerte (Barette) Dirx.<br />

S. <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong>, genaamd ter Lynde (25), volgtIVd.<br />

Ille. Roelol <strong>Maler</strong> (13), zoon van Henrick en Geerijtke<br />

N.N.<br />

Noemde zich steensnijder, astronoom en medicus. Vermoedelijk<br />

is hij identiek met Roelof Henricsz, chirurgijn te Kampen,<br />

wie, wegens het verknoelen van een patiënt, in 1565 een<br />

proces aangedaan wordt door Henrick Dubbejts. 60)<br />

Als Rudolphus Grapheus komt hij in 1570 en later te Deventer<br />

voor als steen- en breuksnijder, medicus en astronoom<br />

en vervaardigde als opvolger van Ambrosius Magirus jarenlang<br />

de Deventer almanak. 61) In het Kamper archief berust<br />

nog een ..Schrijf Calender ofte Almanach nae den olden styl<br />

op dat Jaer onses Heeren Jesu Christi MDXCIX Doer D.<br />

- Radalphum Grapheum, Campensis, Medicum et Astrononum<br />

der K. Vrye Ansestadt Deventer". Het exemplaar is o.a. ver-<br />

59) B. P. Veltfruysen ; De invoe"ing de,' He"vo"ming en de wederoplevering<br />

van het Katholicisme te Kampen. (Arotue] voo,' de Gescbiedenis<br />

van het aa,.tsbisdom Utrecht, 25ste deel, blz. 191).<br />

60) Registe,- van Charters en Bescheiden ouâe Archie] Kampen,<br />

deel 5, datum 15 Mei .1565; No. CMXLI. . . .<br />

61) Verslag Handelingen 49ste Ve,·gade,.ing Overijss. Regt en Gesch.<br />

6 Juni .1882, blz. 6.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


103<br />

lucht met een aardige houtsnede, voorstellende een gezicht op<br />

de stad Deventer van de IJsel af en ongetwijfeld door de<br />

auteur van deze almanak zelf vervaardigd.<br />

Op 25 Maart 1579 laat hij zich als poorter te Amsterdam inschrijven.<br />

62) Op 2 Juli 1605 maakt Gerrit Enqelsz, woonachtig<br />

te Assendelft. zijn testament voor notaris Ghijsberts te<br />

Amsterdam "te bedde zijnde, gisteren van de E. Rudolphus<br />

Grapheus van het scheursel gesneden".63) De 1ge Juli 1610.<br />

verklaren voor notaris Ghijsberts, Joost Pruyt en Margriete<br />

Pruyt, zijn zuster, beide wonende te Amsterdam, zwager en<br />

zwagerin van zaliger Mr Roelof <strong>Maler</strong>, steensnijder, dat zij<br />

en hun zuster Adriaentje Pruyt te Utrecht, wel weten dat Mr<br />

Roelof <strong>Maler</strong> ettelijke jaren voor zijn dood schuldig is geweest<br />

aan Stijn Thonisz, weduwe van wijlen Jan Claesz, 200 gulden',<br />

welke som nog niet is terugbetaald. 64)<br />

Hun zuster Anna Prueit (Pruyt) was de vrouw van Roelof<br />

<strong>Maler</strong> en vermoedelijk ook een zuster van Arent Prueit, ge~<br />

huwd met Margaretha <strong>Maler</strong> (18).<br />

lIId. Jan <strong>Maler</strong> (14), zoon van Hemick en Swaenken N.N.<br />

In een getuigenis van 14 Mei 1578 wordt gesproken van<br />

Jan <strong>Maler</strong> "olt omtrent XXXV jaèren", 65) zodat hij onge~<br />

veer 1543 geboren zal zijn. In 1580verliest hij twee zonen, zoals<br />

uit de Rekeningen van de St. Nicelaaskerk te Karnpen<br />

blijkt.66) In 1606 wordt een vrouw van Johan <strong>Maler</strong> in de<br />

Bovenkerk te Kampen begraven.<br />

Als zijn dochters worden in het testament van zijn zuster<br />

Margaretha (18) op 16 November 1609 genoemd:<br />

1. Catharfna (26), gehuwd met Saris Jansz.<br />

Hun zoon Was Johan Sarissen. volgens van Doorninck 9<br />

62) Thesauriers rekening 1579; Gem. archief Amsterdam.<br />

63) Not. acten 26, 467; Gem. archief Amsterdam;<br />

64) Not. acten 38, 36; Gem. archief Amsterdam.<br />

65) Getuigenissen 1571-1579, datum 14 Mei 1568.<br />

66) Rekeningen Bov.enkerk 1572-1603, folio 86 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

.',


103<br />

lucht met een aardige houtsnede, voorstellende een gezicht op<br />

de stad Deventer van de IJsel af en ongetwijfeld door de<br />

auteur van deze almanak zelf vervaardigd.<br />

Op 25 Maart 1579 laat hij zich als poorter te Amsterdam inschrijven,<br />

62) Op 2 Juli 1605 maakt Gerrit Enqelsz, wàon~<br />

achtig te Assendelft. zijn testament voor notaris Ghijsberts te<br />

Amsterdam "te bedde zijnde, gisteren van de E. Rudolphus<br />

Grapheus van het scheursel gesneden".63) De 1ge Juli 1610<br />

verklaren voor notaris Ghijsberts, Joost Pruyt en Margriete<br />

Pruyt, zijn zuster, beide wonende te Amsterdam, zwager en<br />

zwagerin van zaliger Mr Roelof <strong>Maler</strong>, steensnijder, dat zij<br />

en hun zuster Adriaentje Pruyt te Utrecht, wel weten dat Mr<br />

Roelof <strong>Maler</strong> ettelijke jaren voor zijn dood schuldig is geweest<br />

aan Stijn Thonisz, weduwe van wijlen Jan Claesz, 200 gulden':<br />

welke som nog niet is terugbetaald. 64)<br />

Hun zuster Anna Prueit (Pruyt) was de vrouw van Roelof<br />

<strong>Maler</strong> en vermoedelijk ook een zuster van Arent Prueit, ge~<br />

huwd met Margaretha <strong>Maler</strong> (18).<br />

IIld. Jan <strong>Maler</strong> (14), zoon van Hemick en Swaenken N.N.<br />

In een getuigenis van 14 Mei 1578 wordt gesproken van<br />

Jan <strong>Maler</strong> "olt omtrent XXXV jaèren", 65) zodat hij onge~<br />

veer 1543 geboren zal zijn. In 1580verliest hij twee zonen, zoals<br />

uit de Rekeningen van de St. Nicolaaskerk te Kampen<br />

blijkt.66) In 1606 wordt een vrouw van Johan <strong>Maler</strong> in de<br />

Bovenkerk te Kampen begraven.<br />

Als zijn dochters worden in het testament van zijn zuster<br />

Margaretha (18) op 16 November 1609 genoemd:<br />

1. Catharina (26), gehuwd met Saris Jansz.<br />

Hun zoon Was Johan Sarissen, volgens van Doorninck 9<br />

62) Thesauriers rekening 1579; Gem. archief Amsterdam.<br />

G3) Not. acten 26, 467; Gem. archief Amsterdam,<br />

64) Not. acten 38, 36; Gem. archief Amsterdam.<br />

65) Getuigenissen 1571-1579, datum 14 Mei 1568.<br />

66) Rekeningen Bovenkerk 1572-;1.603, folio 86 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

. "


.<br />

104<br />

Maart 1624 Gecommitteerde voor Kampen op de Landdag van<br />

<strong>Overijssel</strong>. Uit het huwelijk van deze zoon met Catharina Jans<br />

Schermer werd weer een zoon Saris Janszoon geboren (te<br />

Kampen op 17 Juni 1607), die aldaar gemeensman en Med. Dr.<br />

is geweest en de naam van der Gronden weer heeft aangeno-<br />

men. 67 )<br />

2. [enniqen (27).<br />

3. Mette (28).<br />

IV. Jacob Albertsz <strong>Maler</strong> (19), zoon van Albert Jacobsz<br />

en N.N. Kruse.<br />

Was tien jaar Schepen van Kampen en wel in de jaren<br />

1589, 1590, 1592, 1593, 1597, 1598, 1599, 1601. 1602, 1603<br />

en in 1591. 1594 en 1600 Raad. 68) Op Kerstmis 1591 wordt<br />

-Jacob <strong>Maler</strong> "borgermeister", aangenomen als lidmaat van de<br />

Nederl. Hervormde Kerk te Kampen. 69)<br />

Op een lijst van "der stats Campens Silverwerck anqetee- -<br />

kent Ao 1599 den 11 Januari)' (later vervolgd), komt voor<br />

"Jacob <strong>Maler</strong>s croes, weghende twee marck xij loath. Gestorven<br />

den len Aprilis Ao 1603". Deze beker paste op die<br />

van Jacob Vene. 70)<br />

Hij was ongetwijfeld lid van het St Lucasgilde te Kampen,<br />

.want zijn naam komt als Jacques <strong>Maler</strong> voor op een prachtige<br />

drinkhoren van dit gilde, eigendom van de Gemeente<br />

Kampen. Deze drinkhoren bestaat uit een grote buffelhoorn.<br />

van boven-beslagen met een brede strook zilver. Boven aap.<br />

de rand staan de namen: Geert Lucasz, [elis [acobsz, [acques<br />

<strong>Maler</strong>, [oest Aerens, Wolf Henricks, Gisbert Voet, Roelef<br />

Glas met onder ieders naam het corresponderende familiewapen.<br />

67) Mr. J. van Doorninck: Geslachtk. aanteekeningen gecommittee1"den<br />

ten landdage van <strong>Overijssel</strong>, blz. 451.<br />

68) Stedelijke Rekeningen Kampen 1589-1604.<br />

69) Lidmaten Neder!. Herv. Kerk Kampen 1579-1851, datum Kerstmis<br />

1591, folio 11.<br />

70) Bijdr'agen Gesch. <strong>Overijssel</strong>, 3e deel (1876), blz. 148.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


104<br />

Maart 1624 Gecommitteerde voor Kampen op de Landdag van<br />

<strong>Overijssel</strong>. Uit het huwelijk van deze zoon met Catharina Jans<br />

Schermer werd weer een zoon Saris Janszoon geboren (te<br />

Kampen op 17 Juni 1607), die aldaar gemeensman en Med. Dr.<br />

is geweest en de naam van der Gronden weer heeft aanqeno-<br />

men. 67 )<br />

2. Jennigen (27).<br />

3. Mette (28).<br />

IV. Jacob Albettsz <strong>Maler</strong> (19), zoon van Albert Jacobsz<br />

en N.N. Kruse.<br />

Was tien jaar Schepen van Kampen en wel in de jaren<br />

1589, 1590, 1592, 1593, 1597, 1598, 1599, 1601. 1602, 1603<br />

en in 1591. 1594 en 1600 Raad. 68) Op Kerstmis 1591 wordt<br />

Jacob <strong>Maler</strong> "borgermeister", aangenomen als lidmaat van de<br />

Nederl. Hervormde Kerk te Kampen. 69)<br />

Op een lijst van "der stats Campens Silverwerck anqeteekent<br />

Aa 1599 den 11 Januari)' (later vervolgd), komt voor<br />

"Jacob <strong>Maler</strong>s croes, weghende twee marck xij loath. Gestorven<br />

den len Aprilis Aa 1603". Deze beker paste op die<br />

van Jacob Vene. 70)<br />

Hij was ongetwijfeld lid van het St Lucasgilde te Kampen,<br />

.want zijn naam komt als Jacques <strong>Maler</strong> voor op een prachtige<br />

drinkhoren van dit gilde, eigendom van de Gemeente<br />

Kampen. Deze drinkhoren bestaat uit een grote buffelhoorn.<br />

van boven-beslagen met een brede strook zilver. Boven aap.<br />

de rand staan de namen: Geert Lucasz, Jelis [acobsz, [acques<br />

<strong>Maler</strong>, [oest Aerens, Wolf Henricks, Gisbert Voet, Roelef<br />

Glas met onder ieders naam het corresponderende familiewapen.<br />

67) Mr. J. van Doorninck: Geslachtk. aanteekeningen gecommittee1"den<br />

ten landdage van <strong>Overijssel</strong>, blz. 451.<br />

68) Stedelijke Rekeningen Kampen 1589-1604.<br />

69) Lidmaten Nederl. Herv. Kerk Kampen 1579-1851, datum Kerstmis<br />

1591, folio 11.<br />

70) Bijd1"agen Gesch. Ove1"ijssel, 3e deel (1876), blz. 148.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


105<br />

Het wapen van Jacques <strong>Maler</strong> vertoont een paal met in het<br />

linkerveld een adelaarsvlucht. In de Stedelijke Rekening van<br />

1588 onder het hoofd: Bruqqe- en Welrnrs. lezen we "Item<br />

betaelt de E. Jacob Maeller aIs brugmeyster zyn pensie .<br />

VII h. pont". ,<br />

In dezelfde Rekening komt nog een post voor, die gedateerd _<br />

moet worden op ë Januari 1589: ,.Item alsoe Jacob <strong>Maler</strong> aI,S<br />

bevelhebber int optreeken van de burgerwachte, mit een roer<br />

geschoten, ende swaerlick gequetst was, hefft die E. Raèdt<br />

hem desfals toe guede gedaen 50 g. curr.> LXXI h.<br />

pont- VIIst. ".<br />

In de Stedelijke Rekeningen van Kampen van 1587 lezen<br />

we: "Item 7 Septembris 1587 Jacob <strong>Maler</strong> van de schildene<br />

- - soe Jan _Hendricksz voert Wesenhuys maken liet .... ~. XXI<br />

h.p. 71) Hieruit blijkt dat ook deze <strong>Maler</strong> een kunstzinnige<br />

aanleg heeft gehad.<br />

Hij was gehuwd met Judith Kistemeeaker.<br />

Op 31Maart 1603 blijkt zijn vrouw dood te zijn, want dan -<br />

worden als voogden over haar vier minderjarige kinderen<br />

aangesteld: Mr Reyner Jacobsz en Herman Kistemaecker.Yê}<br />

, Deze kinderen waren:<br />

, 1. Albert (29), reeds in 1603 overleden.<br />

2. Adam (30), volgt V.<br />

3. Henrick (31), leeft nog in 1613, verder geen gegevens<br />

gevonden.<br />

4. Geertruit (32), trouwt met Frans Craehtz (ondertr. te<br />

Kampen 24 Jan. 1612). Zij wordt genoemd in een acte van<br />

'26 Februari 1613, waarin "die E(dele) Bartholomeus Kistemaker<br />

voir hem selven ende zich sterck maekende voir Peter,<br />

Henrick. Adam en Maria Kistemaker sijne broders ende suster"<br />

benevens "Mr Peter [oesz, secret(arius) der stadt Campen,<br />

als gevolmachtigdevan Adam <strong>Maler</strong>" aan "den E. Frans<br />

Crachtz mit joffer Geertruijd <strong>Maler</strong>s sijn huisfr. ende Hen-<br />

71) Stedelijke Rekening 1587. _<br />

72) Momberboek 1581-1611, datum 31 Maart 1603, folio 78.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

), -


105<br />

Het wapen van Jacques <strong>Maler</strong> vertoont een paal met in het<br />

linkerveld een adelaarsvlucht. In de Stedelijke Rekening van<br />

1588 onder het hoofd: Bruqqe- en Welrnrs. lezen we "Item<br />

betaelt de E. Jacob Maeller aIs brugmeyster zyn pensie .<br />

VII h. pont".<br />

In dezelfde Rekening komt nog een post voor, die gedateerd _<br />

moet worden op "1: Januari 1589: ,.Item alsoe Jacob <strong>Maler</strong> als<br />

bevelhebber int optreeken van de burgerwachte, mit een roer<br />

geschoten, ende swaerlick gequetst was, hefft die E. Raédt<br />

hem desfals toe guede gedaen 50 g. curr.> LXXI h.<br />

pont~VIIst.".<br />

In de Stedelijke Rekeningen van Kampen van 1587 lezen<br />

we: "Item 7 Septembris 1587 Jacob <strong>Maler</strong> van de schildene<br />

- - soe Jan. Hendricksz voert Wesenhuys maken liet .... ~. XXI<br />

h.p. 71) Hieruit blijkt dat ook deze <strong>Maler</strong> een kunstzinnige<br />

aanleg heeft gehad.<br />

Hij was gehuwd met Judith Kistemeeoker.<br />

Op 31Maart 1603 blijkt zijn vrouw dood te zijn, want dan :<br />

worden als voogden over haar vier minderjarige kinderen<br />

aangesteld: Mr Reyner Jacobsz en Herman Kistemaecker.vv)<br />

. Deze kinderen waren:<br />

. 1. Albert (29), reeds in 1603 overleden.<br />

2. Adam (30), volgt V.<br />

3. Henrick (31), leeft nog in 1613, verder geen gegevens<br />

gevonden.<br />

4. Geertruit (32), trouwt met Frans Craehtz (ondertr. te<br />

Kampen 24 Jan. 1612). Zij wordt genoemd in een acte van<br />

26 Februari 1613, waarin "die E(dele) Bartholomeus Kistemaker<br />

voir hem selven ende zich sterck maekende voir Peter,<br />

Henrick. Adam en Maria Kistemaker sijne broders ende suster"<br />

benevens "Mr Peter [oesz, secret(arius) der stadt Campen,<br />

als gevolmachtigde van Adam <strong>Maler</strong>" aan "den E. Frans<br />

Crachtz mit joffer Geertruijd <strong>Maler</strong>s sijn huisfr. ende Hen-<br />

71) Stedelijke Rekening 1587.<br />

72) Momberboek 1581-1611, datum 31 Maart 1603, folio 78.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

j,<br />

r .<br />

,,


106<br />

rick <strong>Maler</strong>" goederen onder Grafhorst en op de Oirt verkopen,<br />

die aan hun overleden oom Herman Kistemakers hadden<br />

behoord. 73)<br />

Haar man Frans Crachtz overleed in 1620 en werd in de<br />

St. Nicolaaskerk te Kampen begraven. 74)<br />

Als Frans Crachtz weduwe behoorde zij tot een achttiental<br />

personen, die in het najaar van 1621 ten huize van Jonker<br />

van Leeuwendael (Lievendael] betrapt werden, toen pater<br />

Adrianus Courten hier de mis las.75) Op 25 Jan. 1626 hertrouwde<br />

zij met Mr Johan Sael. Deze was toen al bejaard,<br />

want hij werd ongeveer 1562 geboren en reeds eerder gehuwd<br />

geweest met Hilletje N.N. Jan Sael was procureur te Kampen.<br />

Katholieke priesters lazen herhaaldelijk de mis in de woning<br />

van dit echtpaar en in Maart 1635 werd de priester Carolus<br />

Isembaert, alias pater Kelderman. door de stadsdienaren in<br />

hun huis overvallen. 76)<br />

"Ten regardt diensten aen diverse goede burgeren ende<br />

voirts aen den nootdruftige armen bewesen", werd Mr SaeI<br />

een deel van de boete die het stadsbestuur hem en de pater<br />

had opgelegd, kwijtgescholden. 76) Zowel Geertruit als haar<br />

man Johan Sael komen tussen 1626 en 1640 verscheidene<br />

malen in de registers van Overdrachten voor. In 1641 wordt<br />

echter gesproken van Geertruyd <strong>Maler</strong>s, de weduwe van Jan<br />

Sael. Op 31 December 1641 gaan te Kampen in ondertrouw<br />

Geertmuts <strong>Maler</strong>s, weduwe van Campen en Wolf Knoppers.<br />

weduwnaar van Zwolle.<br />

Na de dood van Jan Sael hertrouwde de weduwe Sael dus<br />

vermoedelijk voor de tweede maal. Haar derde echtqenoót<br />

was Jhr. Wolfgang (Wolf) Knappert, Heer van de Vrijthof,<br />

78) Contentieuse en Voluntaire Zaken, Schoutambt IJsselmuiden 1606<br />

-1613 R.A. Zwolle.<br />

74) Rekeningen Bovenkerk 1620,<br />

75) B. P. Velthuysen: De invoering van de Hel'vorming en de wederopleving<br />

van het Katholicisme te Kampen (Archâe] -Gesch; Aal·tsb.<br />

Utrecht, 25e deel, blz. 191).<br />

76) Alsvoren, blz. 192, 193.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


106<br />

rick <strong>Maler</strong>" goederen onder Grafhorst en op de Oirt verkopen,<br />

die aan hun overleden oom Herman Kistemakers hadden<br />

behoord. 73)<br />

Haar man Frans Crachtz overleed in 1620 en werd in de<br />

St. Nicolaaskerk te Kampen begraven. 74)<br />

Als Frans Crachtz weduwe behoorde zij tot een achttiental<br />

personen, die in het najaar van 1621 ten huize van Jonker<br />

van Leeuwendael (Lievendael ) betrapt werden, toen pater<br />

Adrianus Courten hier de mis las.75) Op 25 Jan. 1626 hertrouwde<br />

zij met Mr Johan Sael. Deze was toen al bejaard,<br />

want hij werd ongeveer 1562 geboren en reeds eerder gehuwd<br />

geweest met Hilletje N.N. Jan Sael was procureur te Kampen.<br />

Katholieke priesters lazen herhaaldelijk de mis in de woning<br />

van dit echtpaar en in Maart 1635 werd de priester Carolus<br />

Isembaert, alias pater Kelderman. door de stadsdienaren in<br />

hun huis overvallen. 76)<br />

"Ten regardt diensten aen diverse goede burgeren ende<br />

voirts aen den nootdruftige armen bewesen", werd Mr SaeI<br />

een deel van de boete die het stadsbestuur hem en de pater<br />

had opgelegd, kwijtgescholden. 76) Zowel Geertruit als haar<br />

man Johan Sael komen tussen 1626 en 1640 verscheidene<br />

malen in de registers van Overdrachten voor. In 1641 wordt<br />

echter gesproken van Geertruyd <strong>Maler</strong>s, de weduwe van Jan<br />

Sael. Op 31 December 1641 gaan te Kampen in ondertrouw<br />

Geertmuts Melees. weduwe van Campen en WoZf Knappers.<br />

weduwnaar van Zwolle.<br />

Na de dood van Jan Sael hertrouwde de weduwe Sael dus<br />

vermoedelijk voor de tweede maal. Haar derde echtgenoot<br />

was Jhr. Wolfgang (Wolf) Knoppert, Heer van de Vrijthof.<br />

78) Contentieuse en Voluntaire Zaken, Schoutambt IJsselmuiden 1606<br />

-1613 R.A. Zwolle.<br />

74) Rekeningen Bovenkerk 1620.<br />

75) B. P. Velthuysen: De invoering van de Hel'vorming en de wederopleving<br />

van het Katholicisme te Kampen (Arciüe] -Gesch; Aal·tsb.<br />

Utrecht, 25e deel, blz. 191).<br />

76) Alsvoren. blz. 192, 193.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


107<br />

, zoon van Henrick Kn. de Olde en Sofia van Oldeneel. Zijn<br />

eerste vrouw heette Christina van Lievendael.<br />

\ .<br />

. De mededeling van Van Doorninek in zijn Geslachtkundige<br />

Aantekeningen Knoppert 77) dat deze Wolf Knoppert op 31<br />

December 1642 te Kampen hertrouwde met Geertruid Muleet<br />

tot Camferbeke, weduwe Thijs Hoolboom, moet op een vergissing<br />

berusten.<br />

Het huwelijk van Geertruid Mulert tot Camferbeke met<br />

Thijs Hoolboom vond ik inderdaad in December 1626 te Kampen<br />

afgekondigd, maar noch in het Kamper-, noch in het<br />

Zwolse archief wordt een huwelijk tussen een [hr Wolff<br />

Knoppert en Geertruid Mulert aangekondigd.<br />

Op 6 April 1644 verkopen Geertruid MaaIers en Jhr Wolff<br />

Knoppert hof en hofhuisjes in de Heilige steeg te Kampen. 78) -<br />

Op 3 Juli 1650 worden in de Geerstraat te Kampen huis en<br />

erve verkocht grenzende aan de erve en where van de erfqenamen<br />

van vrouw <strong>Maler</strong>. 79) Op 29 Mei 1649 wordt een<br />

jonker Knoppert in de Bovenkerk te Kampen begraven. Hij<br />

kan echter niet identiek zijn met de echtgenoot van Geertruid<br />

<strong>Maler</strong>, want nog op 7 Mei 1650 verkoopt Jhr Wolff Knoppert<br />

aan Mr. Wyger Lubbertsen. geh. met Berents [anneke. huis<br />

en erve en where, gelegen aan de Nieuwstraat. 80)<br />

IVa. Ghoert Albertsz <strong>Maler</strong> (19). zoon van Albert Jacobsz<br />

en N.N. Kruse.<br />

Onder de stukken van het Groote en Voorster gasthuis te<br />

Deventer bevindt zich een acte van 1582, waarin Tonnis<br />

Lauelinek Becker, als gemachtigde van Johan Wanningh,<br />

krachtens volmacht." op 11 Augustus 1581 voor schepenen<br />

van Rijssen gepasseerd, Mr Gaert Albertsz <strong>Maler</strong>, voor zijn<br />

uitlandige neven Johan en Heinrich Pouwelssz, en Peter Voss<br />

77} Bijdragen Geschied. <strong>Overijssel</strong>) 4e deel (1877), blz. 273.<br />

7B} Overdrachten 1643-1652, datum 6? April 1644, folio 3l.<br />

79} Overdrachten 1643-1652, datum 3 Juli 1650, folio 240.<br />

BO} Overdrachten 1643-1652, datum 7 Mei 1650, folio 229 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


107<br />

, zoon van Henrick Kn. de Olde en Sofia van Oldeneel. Zijn<br />

eerste vrouw heette Christina van Lievendael,<br />

\ .<br />

. De mededeling van Van Doorninek inzijn Geslachtkundige<br />

Aantekeningen Knoppert 77) dat deze Wolf Knoppert op 31<br />

December 1642 te Kampen hertrouwde met Geertruid Muleet<br />

tot Camferbeke, weduwe Thijs Hoolboom, moet op een vergissing<br />

berusten.<br />

Het huwelijk van Geertruid Mulert tot Camferbeke met<br />

Thijs Hoolboom vond ik inderdaad in December 1626 te Kampen<br />

afgekondigd. maar noch in het Kamper-, noch in het<br />

Zwolse archief wordt een huwelijk tussen een Jhr Wolff<br />

Knoppert en Geertruid Mulert aangekondigd.<br />

Op 6 April 1644 verkopen Geertruid MaaIers en Jhr Wolff<br />

Knoppert hof en hofhuisjes in de Heilige steeg te Kampen. 78) -<br />

Op 3 Juli 1650 worden in de Geerstraat te Kampen huis en<br />

erve verkocht grenzende aan de erve en where van de erfqenamen<br />

van vrouw <strong>Maler</strong>. 79) Op 29 Mei 1649 wordt een<br />

jonker Knoppert in de Bovenkerk te Kampen begraven. Hij<br />

kan echter niet identiek zijn met de echtgenoot van Geertruid<br />

<strong>Maler</strong>. want nog op 7 Mei 1650 verkoopt Jhr Wolff Knoppert<br />

aan Mr. Wyger Lubbertsen. geh. met Berents [anneke. huis<br />

en erve en where. gelegen aan de Nieuwstraat. 80)<br />

IVa. Ghoert Albertsz <strong>Maler</strong> (19), zoon van Albert Jacobsz<br />

en N.N. Kruse.<br />

Onder de stukken van het Groote en Voorster gasthuis te<br />

Deventer bevindt zich een acte van 1582. waarin Tonnis<br />

Lauelinek Becker. als gemachtigde van Johan Wanningh.<br />

krachtens volmacht;· op 11 Augustus 1581 voor schepenen<br />

van Rijssen gepasseerd. Mr Gaert Albertsz <strong>Maler</strong>. voor zijn<br />

uitlandige neven Johan en Heinrich Pouwelssz, en Peter Voss'<br />

77} Bijdragen Geschied. <strong>Overijssel</strong>} 4e deel (1877), blz. 273.<br />

78} Overdrachten 1643-1652, datum 6? April 1644, folio 3l.<br />

79} Overdrachten 1643-1652, datum 3 Juli 1650, folio 240.<br />

80} Overdrachten 1643-1652, datum 7 Mei 1650, folio 229 Verso.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


108<br />

,~ ,<br />

Koperslager van wege Willern Wenninckx uitlandige zoon.:<br />

. een erve verkopen. 81)<br />

Uit de Stedelijke Rekeningen van Kampen blijkt ook deze<br />

<strong>Maler</strong> in het schildersvak werkzaam te zijn. Volgens de Rekeninq<br />

van 1601, beschildert Ghoert <strong>Maler</strong> de kamer, waar<br />

de aalmoezen der armen uitgedeeld werden. Ghoert <strong>Maler</strong> is<br />

tweemaal gehuwd geweest. In 1594 wordt lidmaat van de Nederl.<br />

Herv. Kerk te Kampen [ennichen [enszd .. vrouw van<br />

Ghoert <strong>Maler</strong>.82) In 1605 maken hij en zijn tweede vrouw<br />

jennigen Dircks, hun testament waaruit blijkt, dat uit het<br />

eerste huwelijk een dochter geboren was, die niet met name<br />

genoemd wordt. Testamentores waren: Joh. Jansz Sael, Johan<br />

Egbert ten Naepel en Albert Huff. 83) Volgens het beqraafboek<br />

van de Bovenkerk werd Ghoert <strong>Maler</strong> in 1605 te Kampen<br />

begraven.84) Zijn weduwe zet het schildersbedrijf van<br />

haar man voort, zoals uit de Stedelijke Rekeningen van 1608<br />

blijkt: Jennigen <strong>Maler</strong>, zaliger Ghoert <strong>Maler</strong>s weduwe betaelt<br />

dat sie durch het geheeie jaer mit verwen vant verlaet ande<br />

Cellebroederspoerte als oock van bruggen ende andere stadtzwercksverdient<br />

hefft ..... :... LXXXiij h.p. Xst. 85)<br />

Zij testeert op 6 October 1624. 86)<br />

IVb. Jacob Reynersz <strong>Maler</strong> (21), zoon van Reyner <strong>Maler</strong> en<br />

Aeltien ter Lynde. Een acte van 31 Juli 1614 vermeldt, dat<br />

Jacob <strong>Maler</strong>, zoon van zaliger Mr Reyner Jacobsz gewezen<br />

.secretaris van Kampen, tot secretaris van de stad wordt aangenomen,<br />

ofschoon hij thans nog in Frankrijk studeert. 87)<br />

81) Verslag Handelingen J,9ste Vergad61·ing OV61'ijSS. Regt en Gesch.<br />

6 Juni 1882, blz. 6. .<br />

82) Lidmaten Neder!. Herv. Kerk te Kampen 1579-1851.<br />

S8) Testamenten 1598-1606, datum 3 Juli 1605, folio 274 Verso.<br />

84) Rekeningen Bovenkerk 1605.<br />

86) Stedelijke Rekeningen 1608.<br />

86) Tes,tamenten 1619-1629, datum 60ctober 1624, f


108<br />

Koperslager van wege Willern Wenninckx uitlandige zoon,<br />

. een erve verkopen. 81)<br />

Uit de Stedelijke Rekeningen van Kampen blijkt ook deze<br />

<strong>Maler</strong> in het schildersvak werkzaam te zijn. Volgens de Rekening<br />

van 1601, beschildert Ghoert <strong>Maler</strong> de kamer, waar<br />

de aalmoezen der armen uitgedeeld werden. Ghoert <strong>Maler</strong> i~<br />

tweemaal gehuwd geweest. In 1594 wordt lidmaat van de Nederl.<br />

Herv. Kerk te Kampen ]ennichen ]anszd .. vrouw van<br />

Ghoert <strong>Maler</strong>.82) In 1605 maken hij en zijn tweede vrouw<br />

]ennigen Dircks, hun testament waaruit blijkt, dat uit het<br />

eerste huwelijk een dochter geboren was, die niet met name<br />

genoemd wordt. Testamentores waren: Joh. Jansz Sael, Johan<br />

Egbert ten Naepel en Albert Huff. 83) Volgens het beqraafboek<br />

van de Bovenkerk werd Ghoert <strong>Maler</strong> in 1605 te Kampen<br />

beqraven.ë+) Zijn weduwe zet het schilderabedrijf van<br />

haar man voort, zoals uit de Stedelijke Rekeningen van 1608<br />

blijkt: Jennigen <strong>Maler</strong>, zaliger Ghoert <strong>Maler</strong>s weduwe betaelt<br />

dat sie durch het geheeIe jaer mit verwen vant verlaet ande<br />

Cellebroederspoerte als oock van bruggen ende andere stadtzwercks<br />

verdient hefft ..... :... LXXXiij h.p. Xst. 85)<br />

Zij testeert op 6 October 1624. 86)<br />

IVb. Jacob Reynersz <strong>Maler</strong> (21), zoon van Reyner <strong>Maler</strong> en<br />

Aeltien ter Lynde. Een acte van 3! Juli 1614 vermeldt, dat<br />

Jacob <strong>Maler</strong>, zoon van zaliger Mr Reyner Jacobsz gewezen<br />

secretarisvan Kampen, tot secretaris van de stad wordt aangenomen,<br />

ofschoon hij thans nog in Frankrijk studeert. 87)<br />

81) Verslag Handelingen 49ste Vergad61'ing OV61·ijSS. Regt en Gesch.<br />

6 Juni 1882, blz. 6. .<br />

82) Lidmaten Nederl. Herv. Kerk te Kampen 1579-1851.<br />

S3) Testamenten 1598-1606, datum 3 Juli 1605, folio 274 Verso.<br />

84) Rekeningen Bovenkerk 1605.<br />

86) Stedelijke Rekeningen 1608.<br />

86) Tes,tamenten 1619-1629, datum 60ctober 1624, f


109<br />

Op 25 November 1615 treedt Jacob <strong>Maler</strong> als zodanig, in Iunctie<br />

en blijft-dit tot zijn dood in 1623.<br />

Hij tr. te Kampen26 Juli 1619 (ondertr. 28 Mei 1619) met<br />

Anneke Arents. Zij was de dochter van Arent Berentsz en<br />

Geertruydt Coeps. Hun kinderen zijn allen op zeer jeugdige<br />

leeftijd overleden. Op 17 September 1623 testeert Jacob <strong>Maler</strong>; ..<br />

secretaris. Hij noemt in zijn testament zijn broeder Egbert,<br />

-twee dochters van zijn overleden broeder <strong>Alphart</strong>, zijn zuster<br />

Anneke en de zoon van zijn overleden zuster Geertruit. 88)<br />

Zijn weduwe krijgt in 1624 een half jaar gage. 89)<br />

IVc_ Egbert <strong>Maler</strong> (22), zoon van Reyner en Aeltien ter<br />

Lynde.<br />

Trouwt te Kampen op 1 Juni 1623 (ondertr. 9 Mei 1623)<br />

met Annijtje Arenes. Bij testamentaire beschikking laat zijn<br />

broeder Jacob hem ..sijn signet ende segelrynck" na. 90) Uit<br />

een testam~nt van zijn weduwe Annijtje Arents op 3 Mei 1650<br />

te Hasselt opgesteld, blijkt, dat zij en haar man Egbert tesamen<br />

testeerden' op 24 Juni 1647. Dit testament werd niet door mij<br />

gevonden. In het testament van 3 Mei 1650 worden tot haar<br />

erfgenamen benoemd de kinderen van haar broeder' Steven \<br />

Arents en zijn vrouw Margarita Sluijters. 91)<br />

IVd. <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong>. genaamd ter Lynde(25), "toon van<br />

Reyner en Aeltien ter Lynde. Trouwt te Kampen op 18 September<br />

1614 (ondertr. 2 Sept.) met joffer Ulsebe van Raes~<br />

felt~j.d,-van Harneren. Ik vermoed dat zij het zesde kind was<br />

van Arend van Raesfelt tot Half Hameren en Agnes van<br />

Raesfelt van Moerkercken (dochter van Goossen. tot Twickelo<br />

88) Testam~nten 1619-1629, datum 17 Sept. 1623, folio 145 Verso. -<br />

89) Registel' Charters en Bescheiden, deel 7, datum 22 Juni 1624<br />

No. 5819. .<br />

90) Testamenten 1619-1629, datum 17 Sept. 1623, folio 145 Verso, ,<br />

91) Register van Dagelijkse Handelingen der stad Hasselt 1613--':<br />

1675, datum 3 Mei 1650 R.A. <strong>Overijssel</strong> No. 3189.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)<br />

--.


109<br />

Op 25 November 1615 treedt Jacob <strong>Maler</strong> als zodanig, in functie<br />

en blijft-dit tot zijn dood in 1623.<br />

Hij tr. te Kampen 26 Juli 1619 (ondertr. 28 Mei 1619) met<br />

Anneke Arents. Zij was de dochter van Arent Berentsz en<br />

Geertruydt Coeps. Hun kinderen zijn allen op zeer jeugdige<br />

leeftijd overleden. Op 17 September 1623 testeert Jacob <strong>Maler</strong>, ..<br />

secretaris. Hij noemt in zijn testament zijn broeder Egbert,<br />

-twee dochters van zijn o~erleden broeder <strong>Alphart</strong>, zijn zuster<br />

Anneke en de zoon van zijn overleden zuster Geertruit. S8)<br />

Zijn weduwe krijgt in 1624 een half jaar gage. 89)<br />

IVc_ Egbert <strong>Maler</strong> (22), zoon van Reyner en Aeltien ter<br />

Lynde.<br />

Trouwt te Kampen op 1 Juni 1623 (ondertr. 9 Mei 1623)<br />

met Annijtje Arenes. Bij testamentaire beschikking laat zijn<br />

broeder Jacob hem "sijn signet ende segelrynck" na. 90) Uit<br />

een testam~nt van zijn weduwe Annijtje Arents op 3 Mei 1650<br />

te Hasselt opgesteld, blijkt, dat zij en haar man Egbert tesamen<br />

testeerden-op 24 Juni 1647. Dit testament werd niet door mij<br />

gevonden. In het testament van 3 Mei 1650 worden tot haar<br />

erfgenamen benoemd de kinderen van haar broeder' Steven \<br />

Arerits en zijn vrouw Margarita Sluijters. 91)<br />

IVd. <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong>, genaamd ter Lynde(25), "toon van<br />

Reyner en Aeltien ter Lynde. Trouwt te Kampen op ~8 September<br />

1614 (ondertr. 2 Sept.) met joffer Ulsebe van Raes~<br />

felt~j.d,-van Harneren. Ik vermoed dat zij het zesde kind was<br />

van Arend van Raesfelt tot Half Hameren en Agnes van<br />

Raesfelt van Moerkercken (dochter van Goossen. tot Twickelo<br />

88) Testam~nten 1619-1629, datum 17 Sept. 1623, folio 145 Verso. -<br />

89) Registel' Charters en Bescheiden, deel 7, datum 22 Juni 1624<br />

No. 5819. '<br />

90) Testamenten 1619-1629, datum 17 Sept. 1623, folio 145 Verso. '<br />

91) Register van Dagelijkse Handelingen der stad Hasselt 1613--':<br />

1675, datum 3 Mei 1650 R.A. <strong>Overijssel</strong> No. 3189.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


110<br />

en Ermgard van Bonenburg ). 92) Uit de Genealogie van de<br />

Van Raesfelts tot Half Hameren blijkt echter alleen dat zij<br />

getrouwd is geweest met N. Scherping. Deze Ulsebe van<br />

Raesfelt is vermoedelijk identiek met de, in de dissertatie van<br />

I<br />

A. J. M. Arts: Het dubbelklooster Dikninqe" op blz. 218 en<br />

230 genoemde, non Elsebe van Raetsfelt, die in 1614 de abdij<br />

Dikninqe verliet om kort daarop in het huwelijk te treden:<br />

Haar huwelijk met <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong> (alias ter Lynde) is wellicht<br />

de oorspreng van de legende, waarvan J. Magnin in de<br />

Drentsche Volksalm. 1841, blz. 235 gewaagt en waarin beweerd<br />

wordt, dat de rentmeester van Dikninqe, Tyman ter<br />

Lynde, met een non uit het klooster gevlucht en getrouwd zou<br />

• zijn. Niet Tyman ter Lynde, maar zijn neef <strong>Alphart</strong> ter Lynde<br />

is getrouwd met een gewezen non uit het klooster Diknînqe.<br />

Kinderen uit het huwelijk van <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong> en Ulsebe van<br />

Raesfelt waren:<br />

1. Christina (33).<br />

2. Geertruit (34).<br />

V. Adam <strong>Maler</strong> (30), zoon van Jacob Albertsz en Judith<br />

Kisternaeker.<br />

Wordt in een acte van 26 Februari 1613 als koper van<br />

goederen, toebehorende aan zijn overleden oom Herman Kistemacker<br />

genoemd. 93)<br />

Op '3 Maart 1622 verzoekt hij vanuit Amsterdam aan<br />

Schepenen en Raad van Kampen om toezending van zijn ringen<br />

en juwelen, die hij geërfd heeft van zijn ouders Jacop<br />

Maeler en [udickje Kistemaecker, daar hij op 13 Ma~rt 1622<br />

zal huwen. 94)<br />

.:Hij ondertrouwt op 26 Februari 1622 te Amsterdam met<br />

92) Verzameling van Spaen (Hooge Raad van Adel). Ned. Adelsboek<br />

1916,p. 188. .<br />

93) Contentieuse en Voluntaire Zaken, Schoutambt IJsselmuiden<br />

1606-1613 R.A. <strong>Overijssel</strong>.<br />

M) RegisteT van Ohariers en Bescheiden oude Archse] Kampen,<br />

deel 7, datum 3 Maart 1622No. 5206.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


110<br />

en Ermqard van Bonenburg ). 92) Uit de Genealogie van de<br />

Van Raesfelts tot Half Hameren blijkt echter alleen dat zij<br />

getrouwd is geweest met N. Scherping. Deze Ulsebe van<br />

Raesfelt is vermoedelijk identiek met de, in de dissertatiè van<br />

A. J. 'M. Arts: Het dubbelklooster Dikninqe" op blz. 218 en<br />

230 genoemde, non Elsebe van Raetsfelt, die in 1614 de abdij<br />

Dikninge verliet om kort daarop in het huwelijk te treden:<br />

Haar huwelijk met <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong> (alias ter Lynde) is wellicht<br />

de oorspreng van de legende, waarvan J. Magnin in de<br />

Drentsche Volksalm. 1841, blz. 235 gewaagt en waarin beweerdwordt,<br />

dat de rentmeester van Dikninqe, Tyman ter<br />

Lynde, met een non uit het klooster gevluèht en getrouwd zou<br />

• zijn. Niet Tyman ter Lynde, maar zijn neef <strong>Alphart</strong> ter Lynde<br />

is getrouwd met een gewezen non uit het klooster Diknmqe.<br />

Kinderen uit het huwelijk van <strong>Alphart</strong> <strong>Maler</strong> en Ulsebe van<br />

Raesfelt wären:<br />

1. Christina (33).<br />

2. Geertruit (34).<br />

V. Adam <strong>Maler</strong> (30), zoon van Jacob Albertsz en Judith<br />

Kistemaeker.<br />

Wordt in een acte van 26 Februari 1613 als koper van<br />

goederen, toebehorende aan zijn overleden oom Herman Kistemacker<br />

genoemd. 93)<br />

Op -0 Maart 1622 verzoekt hij vanuit Amsterdam aan<br />

Schepenen en Raad van Kampen om toezending van zijn rin-<br />

gen en juwelen, die hij geërfd heeft van zijn ouders Jacop<br />

Mae1er en [udickje Kisternaecker, daar hij op 13 Ma~rt 1622<br />

zal huwen. 94)<br />

. Hij ondertrouwt op 26 Februari 1622 te Amsterdam met<br />

92) Verzameling van Spaen (Hooge Raad van Adel). Ned. Adelsboek<br />

1916,p. 188.<br />

93) Contentieuse en Voluntaire Zaken, Schoutambt IJsselmuiden<br />

1606-1613 R.A. <strong>Overijssel</strong>.<br />

W) RegisteT van Chartere en Bescheiden oude Arclüe] Kampen,<br />

deel 7, datum 3 Maart 1622No, 5206.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


111<br />

Judith Ademsdr.. (van Vrancfoort, geen ouders hebbende, oud<br />

20 jaar, wonende op de Reesluis ). De huwelijksvoltrekking<br />

heeft plaats op 10 April 1622 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.<br />

De bruid wordt hier Judith Arents genoemd. 95).<br />

Uit de Stedelijke Rekeningen van Kampen blijkt dat ook<br />

deze <strong>Maler</strong> in het schildersbedrijf werkzaam was. Zo vindt<br />

men de volgende posten: "Adam <strong>Maler</strong> vant schildeten voort<br />

Raedh'uys ". "Adam <strong>Maler</strong> betaelt vant vergulden van -<br />

de vaengens opt stadhuys ". (Stedel. Rekening 1620).<br />

Op 10 April 1620 legde Adam <strong>Maler</strong> de eed als gildemees~,<br />

ter van het St. Lucasgilde te Kampen af. 96)<br />

Hij overleed in 1644 te Kampen en werd in de Bovenkerk<br />

begraven. 97)<br />

95) D.T,B. 427, 19 verso en D.T.B. 989 id. Gem. archief Amsterdam.<br />

9G) Bijdragen Geschied. Ovm'ijssel, 2e deel (1875), blz. 58.<br />

97) Rekeningen Bovenkerk 1644, Januari.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)


111<br />

Judith Ademsdr: (van Vrancfoort, geen ouders hebbende, oud<br />

20 jaar, wonende op de Reesluis). De huwelijksvoltrekking<br />

heeft plaats op 10 April 1622 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.<br />

De bruid wordt hier Judith Arents genoemd. 95) -,<br />

Uit de Stedelijke Rekeningen van Kampen blijkt dat ook<br />

deze <strong>Maler</strong> in het schildersbedrijf werkzaam was. Zo vindt<br />

men de volgende posten: ..Adam <strong>Maler</strong> vant schilderen voort<br />

Raedh'uys......... ..Adam <strong>Maler</strong> betaelt vant vergulden van -<br />

de vaengens opt stadhuys.v.. ..". (Stedel. Rekening 1620).<br />

Op 10 April 1620 legde Adam <strong>Maler</strong> de eed als gildemees~i<br />

ter van het St. Lucasgilde te Kampen af. 96)<br />

Hij overleed in 1644 te Kampen en werd in de Bovenkerk<br />

begraven. 97)<br />

(5) D.T.B. 427, 19 verso en D.T.B. 989 id. Gem. archief Amsterdam.<br />

9G) Bijdragen Geschied. Ovm'ijssel, 2e deel (1875), blz. 58.<br />

97) Rekeningen Bovenkerk 1644, Januari.<br />

VORG, Verslagen en mededeelingen 65 (1950)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!