Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
75 JAAR BEVRIJDING | TEKST THEO LEONÉ ... FOTOGRAFIE GEERT TEN TUSSCHER EN ARCHIEF H. VLOEDBELD
Angst jaagt op
tot polsslag 130
Bang is Jan ten Tusscher.
Doodsbang. Doet gewetensvol
wat nodig is. Uit een greppel
langs de weg naar Zenderen
pikt hij twee verborgen piloten
op. In Borne geeft hij het
verzet de sleutel tot de kluis
met bonkaarten. Belandt in de
stikdonkere dodencel van de
synagoge in Enschede.
Geert ten Tusscher bij de Enschedese synagoge, waar zijn
vader in 1945 gevangen zat in een kleine, donkere cel
Eindelijk praten, twee dagen caravan
TWEE DAGEN ZITTEN ZE in een stacaravan. Vader Jan en
zoon Geert. Beiden van ’n Aap. Ten Tusscher dus, geboren in
Borne.
Het gesprek vindt plaats in het najaar van 1992, op een flank
van de Kuiperberg in Ootmarsum. Zoon wil graag de diepte
in, meer weten van vaders oorlogsjaren en de spanningen
daarna. Jan heeft zich altijd op de vlakte gehouden,
de oorlog was toch voorbij? Beiden storten zich op het
onderwijs, worden leraar. In de caravan snort twee dagen
Geerts cassetterecorder. Vader is al 79, zoon 42 jaar oud.
Geert: ‘In de hoek van een kast vonden we zijn verzetskruis.
Had hij gekregen in 1979. Wisten mijn vrouw Monique en
ik niets van. Wij zijn drie jaar in Zambia geweest. Met
dat verzetskruis had mijn vader niets. Oorlog is geen
heldendom. Oorlog is angst, doen wat je doen moet. Het
verzetskruis ontving hij dankzij Hendrik Vloedbeld. Die
dreigde zijn eigen verzetskruis terug te geven als niet ook
de anderen waarmee hij samenwerkte dezelfde vorm van
waardering kregen.”
Geert komt op het idee van het interview naar aanleiding
‘Met dat
verzetskruis
had mijn
vader niets.
Oorlog
is geen
heldendom.
Oorlog is
angst, doen
wat je doen
moet’
van VPRO-uitzendingen van Wim Kayzer. Het vierluik heet
Nauwgezet en Wanhopig. Ademloos kijkt hij toe. Vader
Jan blijkt niet happig, houdt aanvankelijk de boot af, gaat
uiteindelijk toch overstag. Daar zitten ze dan. Aarzelend
komt het gesprek op gang, tot de woorden beginnen te
stromen. Heel intensief, zo’n tweegesprek tussen vader en
zoon. Confronterend en nog vastgelegd op de band ook.
‘Vader is na de oorlog in het onderwijs terecht gekomen.
Gaf les in Hengelo, Geesteren en Saasveld. Later stond
hij aan de ULO in Tubbergen. Ongelooflijk hoe hard hij
gewerkt heeft. Hij haalde aktes voor Frans, Duits, handel,
geschiedenis en gaf soms ook nog godsdienst. Negen
kinderen had ons gezin. Zondags gaf hij thuis mensen les
voor hun middenstandsdiploma. Hoe is dat mogelijk? Het
verwerken van de oorlog heeft hem zijn hele leven gekost.
Geld was altijd een gebrek in ons grote gezin. In de loop der
jaren werd dat beter. Toen kwam thuis regelmatig een doos
met boeken, nieuwe boeken. Twintig stuks, allemaal over de
oorlog. Hij verslond ze, was onverzadigbaar. Om de oorlog
vervolgens weer uit te spugen. Vader las de oorlog gulzig
van zich af.’
Ten Tusscher jaagt na de bevrijding de
oorlogsspanningen weg met hard werken.
Hij is best een prater maar vertelt over de
oorlog slechts mondjesmaat. De strijd is immers
voorbij? Of toch niet? ’s Nachts wordt hij heftig
zwetend wakker. Polsslag 130. Wat is toch met dat
hart aan de hand? Zes jaren zijn nodig voor het
Sleutelrol voor
Jan ten Tusscher in
bonnenkluis Borne
herstel – Ten Tusscher is dan al leraar. Na een galoperatie
op zijn negentigste is Ten Tusscher totaal
van de kaart en spreekt vier dagen Duits.
“Nooit heb ik me ziek gemeld. Was om kwart
over acht op school. Dat viel niet mee. Als ik
dat niet gedaan had, was het veel gekker geworden.
Ik wilde kostte wat het kost naar school.
Achteraf is dat helemaal niet zo slecht geweest.
Op school had je geen tijd om over je angsten
na te denken. In die tijd bestonden naar buiten
toe weinig mogelijkheden te praten over de
dingen die misschien de oorzaak waren van de
aanvallen. De mensen zouden je niet begrijpen.
Eén keer ben ik bij een psychiater geweest. Ik
kwam in zijn register. Hij heeft hij me nooit
terug gezien. De man stuurde een rekening van
25 gulden. Wat een bedrag! Ik zei: die kearl zöt
mie nooit wier. Was dus een hele goede psychiater.
Voor mij dan. Ik wist: ik moet het zelf doen.
De dodencel in de
Synagoge in Enschede
waar Jan ten Tusscher
werd opgesloten door
de bezetter
20 zilver magazine
zilver magazine 21