Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
75 JAAR BEVRIJDING | COLUMN
relaties leidden tot de geboorte van twee
jongetjes: Eddy en Herbert.
Schmolzer tegen. De twee werden verliefd.
Toen de op dat moment 18-jarige Truus in
1943 terugkeerde naar Overdinkel, bleek
ze zwanger te zijn. Ze beviel op 27 maart
1944 in het ziekenhuis van Losser van
een vroeggeboren tweeling. Beide meisjes
overleden kort na de geboorte. Op veel
medeleven van de omgeving hoefde Truus
niet te rekenen, zo zou ze later aan het papier
toevertrouwen. De vader was immers
een vijandelijk soldaat. De twee levenloze
baby’s werden stilletjes begraven in een
Het was voor haar een
lastige periode, want ook
dochters Lenie en Stien
legden het aan met een
vijandelijke soldaat
Truus met haar
zoon Frans die op
10 oktober 1945 in
Overdinkel
geboren werd
schoenendoos in ongewijde aarde bij de
kerk in Losser.
Vader Franz kon niet bij de begrafenis van
zijn twee dochters zijn. Pas in januari 1945
zag hij zijn geliefde weer, in een pensionnetje
in Gronau. Het werd een bijzondere
nacht, waarin ze samen het verlies van de
tweeling probeerden te verwerken. “We
hebben toen allebeide vreselijk gehuild”,
schreef ze later. Het was ook de nacht
waarin hun derde kind werd verwekt.
,,Deze laatste nacht hebben wij ons zeer
lief gehad. We wilden allebei, ik en ook hij,
een levend aandenken, omdat hij ook niet
zeker wist of wij ons weer terug zouden
zien.”
De nieuwe zwangerschap maakte de situatie
nog problematischer dan de eerste.
Truus’ moeder was zo boos, dat ze haar
dochter niet meer in huis wilde hebben.
Het was voor haar een lastige periode,
want ook dochters Lenie en Stien legden
het aan met een vijandelijke soldaat. Deze
Naar Oostenrijk en terug
De zwangere Truus vond onderdak bij een
Overdinkelse familie, waar op 10 oktober
1945 zoontje Frans ter wereld kwam.
Uitgerekend op de dag van de geboorte
kreeg Truus een brief van het Rode Kruis,
geschreven door vader Franz. Hij was
als krijgsgevangene overgebracht naar
het Noord-Duitse Wilhelmshaven. Franz
mocht niet naar Nederland reizen, schreef
hij, en daarom ging hij naar zijn ouders in
Graz in Oostenrijk.
Twee jaar later besloot Truus samen met
zoontje Frans de biologische vader op te
zoeken in Oostenrijk. Ze hoopte met haar
oude geliefde een gezin te stichten. Het
eerste weerzien leek dat gevoel te bevestigen.
De twee trouwden drie maanden later.
Maar gaandeweg ontstonden spanningen,
vooral toen duidelijk werd dat Truus
zwanger was en Franz niet de vader van
het ongeboren kind kon zijn. Daar kwam
bij dat Franz zelf een relatie én een kind
met een andere vrouw had. Op de dag dat
dochter Getty werd geboren, stond Truus
er weer alleen voor. Ze keerde terug naar
Nederland samen met Frans. Dochtertje
Getty moest ze voorlopig achterlaten.
Zoon Frans groeide in Enschede op zonder
zich bewust te zijn van zijn bijzondere
achtergrond en achternaam. ‘Op school
vroeg iemand wel eens of ik soms een
Duitser was. Wanneer ik antwoordde dat
mijn vader een Oostenrijker was, was de
kous al af’, zegt Frans nu. ‘Mijn biologische
vader was de grote liefde van mijn moeder,
maar door de oorlog was hij een ander
mens geworden. Ze heeft het met mij daar
vaak over gehad. Tegen anderen sprak ze er
nooit over, zelfs niet met mijn stiefvader.
Ze heeft het altijd weggestopt.’
Truus en haar Oostenrijkse geliefde Franz
Voorstelling van zaken
Alexa Gratama, moeder van drie en echtgenote, woont en
denkt in Delden. Zij is taalfreak, nieuwsgierig van aard en
dol op mensen. Dat komt goed uit als je rechter en mediator
bent. Achter ieder conflict zit een verhaal en in ieder verhaal
een sleutel tot op een oplossing. De kunst is die verhalen
op tafel te krijgen, met vragen, luisteren en aandachtig
observeren. En vervolgens aan wat je gehoord en gezien
hebt de juiste woorden te geven.
Een lief gezicht,
een sterk gezicht, ze had
mijn moeder kunnen zijn,
ik had haar kunnen zijn
VVOOR MIJN GENERATIE is de Tweede Wereldoorlog als een carrousel
dia’s, weggeborgen op een plank achter in de kast. De kleuren zijn
vervaagd en er is niemand meer in de buurt om commentaar te geven,
op de rasters een handschrift dat geen kind van deze tijd nog uit zijn
pen krijgt. Maar toch, als de plaatjes door het apparaat klikken zijn we
terug in levende verhalen. De ernst en het verdriet van de geschiedenis
zijn nog altijd dichtbij. We zijn in de schaduw ervan opgegroeid.
75 jaar na de bevrijding verscheen een boek dat op de valreep aan het
geheugen van een Ravensbrück-overlevende is onttrokken. Bijna 100
is de schrijfster. Ik las haar memoires met aandacht. De herinneringen
van deze joodse verzetsstrijdster zijn niet minder gruwelijk dan wat
ik eerder las, de toon door de afstand in tijd misschien wel zachter. Ik
was me er bij lezing opnieuw van bewust hoe weinig we ons kunnen
voorstellen bij wat in oorlog zijn betekent voor mannen en vrouwen
met een huishouden, een baan en toekomstverwachtingen. Voor onze
kinderen is de oorlog al niet meer dan een abstractie, alle schoolboeken,
documentaires en Oscar-winnende bioscoopfilms ten spijt. Ze
zijn derde generatie, en hoeveel doet het hun nog, de verhalen van
mensen uit zo’n andere tijd, met hun ouderwetse kleding, hun heldere
normen en waarden, de wereld zonder internet en festivals? Ik vraag
me af wat we eraan hebben ook in de toekomst op deze oorlog terug
te blikken. Wat we er aan kúnnen hebben.
Op de voorkant van dit boek staat een foto van haar ten voeten uit,
ze moet begin twintig zijn geweest, op de achterkant een portret van
nu, ze is 97. Een lief gezicht, een sterk gezicht, ze had mijn moeder
kunnen zijn, ik had haar kunnen zijn. Toen de oorlog uitbrak was ze
gewoon maar een vrouw, nu is ze voor niemand meer een gewone
vrouw.
Om me een voorstelling te maken van wat zij heeft meegemaakt is het
nodig te lezen en te herlezen en tijd te nemen om te denken. Ik zoek
in mijn binnenste naar iets wat op de kaalslag van ontbering lijkt. Ik
vind het niet, ik heb het nooit meegemaakt. Ik verken de binnenkant
van mijn maag op herinneringen aan doodsangst, maar kom niet in
de buurt van wat zij beschrijft. Het is moeilijk iets te leren van ervaringen
van anderen als die ons voorstellingsvermogen te boven gaan,
maar op zielsniveau ben ik schatgraver. Het is nu misschien geen
oorlog, maar in ieder huis en in ieders hart woedt strijd. Wat ik denk
te begrijpen is dat wij een verborgen kracht in ons dragen die kan
worden aangesproken als we aanvaarden wat op ons pad komt en durven
door te ademen. Of we ons zullen verheffen zal moeten blijken,
dat hangt vaak van toevalligheden af. Maar we kunnen het willen. Dat
is de eenvoud van alles.
Alexa Gratama
38 zilver magazine
zilver magazine 39