George Warren Een onpartijdige beschrijving van Suriname 1669
een van de oudste beschrijvingen van Suriname
een van de oudste beschrijvingen van Suriname
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
zijn mij nooit tevoorschijn gekomen/ zo lang als ik daar
geleefd heb/ en ik heb ook verstaan/ dat zij heel zelden
zo ver naar beneden komen als waar ik woonde.
De Mieren Beer is van de grootte van een gemeen
varken/ donkergrauw van kleur/ hebben een lange ruige
staart gelijk een vos of eekhoorn waarmee hij het hele
lijf bedekt voor de regen. Hij heeft een klein hoofd/ zijn
snuit is wel een voet lang van de ogen aan te rekenen.
Hij heeft geen tande/ zijn tong is lang en smal en hij kan
ze uitsteken wel de lengte van een voet; Hij steekt deze
in de nesten van de mieren die noodzakelijk daarop
kleven moeten/ en slingt haar zo in de krop of maag/
hebben geen ander voedsel als deze beestjes. Het is een
sterk dier/ voornamelijk in de voorste delen van het
lichaam/ hij heeft scherpe klauwen de breedte van
anderhalf duim lang/ waarmee hij enen gevaarlijk
kwetsen kan: Maar het beste is/ dat hij langzaam gaat/
zodat men hem lichtelijk kan ontgaan. Zijn vlees is niet
van de beste of zoetste/ maar wanneer men grote honger
heeft/ zo moet het al door de keel. De Tijgers zijn van
driederlei slag; de ene zwart/ de ander gespikkeld/ de
derde rood: De eerste wordt gehouden voor de wreedste/
maar hij wordt zelden gezien op plaatsen die bewoond
worden. De Gespikkelde geloof ik/ dat zij misnoemt zijn/
want het zijn eer Luiaards als Tijgers/ en doen aan de
lieden de meeste schade met haar vee en gevogelte/ als
hoenderen/ ganzen/ en dergelijke te vernielen. Zij zijn zo
sterk dat er een wil springen over een tuin van vijf of zes
voet hoogte met een varken in de mond/ en daar kwam
een in de bevolkte plaatsen/ die doodde een rund van
twee jaren/ en sleepte hem verder als een kwartier uit-
20