155155 Thema nr 5 BLADER
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TH MA 5-21
Erkennen & Waarderen
zien, in plaats van als een investering in de kwaliteit van
de samenleving. Daardoor gebruikt ze in haar beleid geen
economische modellen die laten zien hoe zulke investeringen
doorwerken in welvaart, in de kwaliteit van het leven
van mensen, in hun gezondheid en geluk. Het gevolg: de
universiteiten krijgen te weinig geld om hun totale takenpakket
uit te voeren. Tegelijkertijd hebben academici nog
steeds een grote mate van autonomie. Ze kunnen in hoge
mate zelf hun onderwijs- en onderzoekspraktijk vormgeven.
Als gevolg daarvan zijn ze behoorlijk ambitieus. En het
gevolg daarvan is weer dat we collectief te veel hooi op onze
vork nemen en ons te pletter werken. Daarom is het huidige
systeem nog steeds succesvol.’
Wie is Paul Wouters?
Na zijn studie biochemie aan de Vrije Universiteit
promoveerde Paul Wouters (Amsterdam,
1951) in 1999 aan de Universiteit van Amsterdam
op de geschiedenis en sociologie van
citatieindexering. In de tussentijd werkte hij als
wetenschapsjournalist en hoofdredacteur van
het toenmalige dagblad De Waarheid, en was hij
verbonden aan het Science Dynamics Research
Institute van de Universiteit van Amsterdam.
Na zijn promotie werkte hij onder meer bij het
Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke
Informatiediensten van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen. Ook was
hij medeoprichter van Onderzoek Nederland,
een tweewekelijks tijdschrift over wetenschappelijk
beleid en wetenschapsfinanciering.
In 2006 werd Wouters benoemd tot gasthoogleraar
Cybermetrics aan de University of Wolverhampton,
in 2007 tot directeur van de Erasmus
Virtual Knowledge Studio en tot bijzonder
hoogleraar aan het Instituut Sociologie van de
Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2010 stelde
de Universiteit Leiden hem aan als directeur
van het Centre for Science and Technology en
als hoogleraar Scientometrics. Sinds 2019 is hij
decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen
aan dezelfde universiteit.
Paul Wouters woont in Amsterdam.
De vigerende wijze van beoordelen, zegt Wouters, komt niet
uit de lucht vallen. ‘Begin jaren zeventig beoordeelden we
vrij weinig op het niveau van de individuele onderzoeker.
Toen liepen er zelfs in de bètawetenschappen academici
rond die niet gepromoveerd waren. Voor wie het proefschrift
een mooie afsluiting van hun carrière was.’
Of die nooit promoveerden.
‘Ja, haha. Soms kon je je afvragen of ze überhaupt iets
deden.’ Eind jaren zeventig veranderde dat. ‘De toenmalige
Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid dacht na
over de vraag: wat leveren die investeringen in het hoger
onderwijs eigenlijk op?’ Dat mondde uit in het besluit om te
investeren in een ‘kwantitatieve beoordeling van de impact
van wetenschappelijke publicaties’. Er kwam een vakgroep
wetenschapsdynamica aan de Universiteit van Amsterdam,
die empirische onderbouwing van het wetenschapsbeleid
moest leveren. In Leiden ontstond een instituut, het
latere Centre for Science and Technology Studies, dat de
‘citatie-impact’ van artikelen mat. Wouters: ‘De gedachte
daarachter: een vaak geciteerd artikel zegt meer dan puur
het aantal publicaties. Dat sloot naadloos aan bij het idee
dat onder onderzoekers leefde. Want zij hebben natuurlijk
expliciet of impliciet een ranglijst in hun hoofd van prestigieuze
en minder prestigieuze tijdschriften. Deze oriëntatie
op reputatie, gekoppeld aan de mogelijkheid om die in
‘Het gevolg is dat we
we collectief te veel hooi
op onze vork nemen en
ons te pletter werken ‚
8