17.01.2013 Views

Wereldbeeld 2011-01 - Vereniging voor Verenigde Naties

Wereldbeeld 2011-01 - Vereniging voor Verenigde Naties

Wereldbeeld 2011-01 - Vereniging voor Verenigde Naties

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

12<br />

mogen starten op grond van artikel 15 van het Statuut<br />

van het ICC. 7 De P-TC II nam op 31 maart<br />

2<strong>01</strong>0 haar beslissing. Ze oordeelde, bij een meerderheidsbeslissing<br />

van twee tegen één, dat de Procureur<br />

een onderzoek mocht starten naar het postelectoraal<br />

geweld. De Duitse rechter Hans-Peter Kaul oordeelde<br />

dat er onvoldoende basis was om een onderzoek<br />

te starten en zette de redenen hier<strong>voor</strong> uiteen in een<br />

uitgebreide dissenting opinion.<br />

Het hoeft geen betoog dat het om een historische<br />

beslissing gaat. Het ICC bevindt zich namelijk nog in<br />

een betrekkelijk embryonale fase waarbij een aantal<br />

bepalingen in haar Statuut nog rechterlijke interpretatie<br />

behoeven. De P-TC II heeft in haar beslissing<br />

van 31 maart 2<strong>01</strong>0 dan ook enkele belangrijke bepalingen<br />

en principes van het Statuut (verder) geïnterpreteerd.<br />

De belangrijkste interpretaties in de beslissing<br />

van de P-TC II zullen in de volgende paragrafen<br />

worden bekeken met de mogelijke kritieken die er op<br />

kunnen worden geformuleerd, dit aan de hand van<br />

rechter Kauls dissenting opinion.<br />

De draagwijdte van artikel 7(2)(a) ICC-Statuut volgens<br />

de P-TC II<br />

Om van misdaden tegen de mensheid te kunnen gewagen<br />

in de zin van artikel 7(1) van het Statuut van<br />

het ICC, moet er sprake zijn van één of meer handelingen<br />

! zoals moord, slavernij of verkrachting ! die<br />

gepleegd zijn als onderdeel van een wijdverbreide of<br />

stelselmatige aanval tegen de burgerbevolking. Bovendien<br />

vereist artikel 7(2)(a) ICC-Statuut dat de<br />

misdaden gepleegd zijn “ter uitvoering of <strong>voor</strong>tzetting<br />

van het beleid van een staat of organisatie”.<br />

De P-TC II laat er in haar beslissing weinig twijfel<br />

over bestaan dat de <strong>voor</strong>waarden van artikel 7(1)<br />

ICC-Statuut wat betreft de Keniaanse situatie op het<br />

eerste gezicht vervuld zijn. De rechters oordelen dat<br />

er voldoende grond bestaat om aan te nemen dat er<br />

op systematische of wijdverbreide wijze moorden,<br />

verkrachtingen, deportaties en andere wandaden zijn<br />

gepleegd tegen de Keniaanse burgerbevolking na de<br />

verkiezingen van eind 2007. 8 Problematischer is de<br />

interpretatie van de zinsnede “ter uitvoering of<br />

<strong>voor</strong>tzetting van het beleid van een staat of organisatie”<br />

uit artikel 7(2)(a) ICC-Statuut. De meerderheid<br />

van de rechters van de P-TC II erkent dat <strong>voor</strong> invloedrijke<br />

academici in het domein van internationaal<br />

strafrecht, zoals de professoren Schabas en Bassiouni,<br />

enkel staten of organisaties met dezelfde capaciteit<br />

en structuur misdaden tegen de mensheid<br />

kunnen plegen. Toch volgen de rechters de rechtsleer<br />

ter zake niet. Ze zijn flexibeler en zijn van oordeel<br />

dat er moet gekeken worden of een groep de<br />

facto de capaciteit heeft om daden te plegen die in<br />

strijd zijn met fundamentele menselijke waarden,<br />

waarbij het niet uitmaakt of deze groep banden heeft<br />

met een staat of een organisatie met kenmerken van<br />

een staat. De P-TC II haalt volgende indicatieve,<br />

niet-exhaustieve criteria aan om te bepalen of een<br />

organisatie de facto de capaciteit heeft om misdaden<br />

tegen de mensheid te plegen: (1) de organisatie moet<br />

onder bevel staan of een hiërarchische structuur hebben;<br />

(2) de organisatie moet de capaciteit bezitten<br />

om wijdverbreide en systematische aanvallen te plegen<br />

tegen de burgerbevolking; (3) de organisatie<br />

moet een deel van het grondgebied van een staat<br />

controleren; (4) de misdaden tegen de burgerbevolking<br />

zijn het primaire doel van de organisatie; (5) de<br />

organisatie heeft, impliciet of expliciet, de intentie<br />

om de burgerbevolking aan te vallen en (6) de organisatie<br />

maakt deel uit van een grotere organisatie,<br />

die aan alle <strong>voor</strong>melde criteria voldoet. De meerderheid<br />

van de rechters van de P-TC II is van oordeel<br />

dat de groeperingen die het postelectoraal geweld in<br />

Kenia pleegden, prima facie aan de meerderheid van<br />

<strong>voor</strong>melde criteria voldoen en er dus gesproken kan<br />

worden van misdaden tegen de mensheid in de zin<br />

van artikel 7 ICC-Statuut. 9<br />

De tegenstemmende rechter Kaul verzet zich in zijn<br />

dissenting opinion met veel Duitse Gründlichkeit tegen<br />

deze extensieve interpretatie door zijn collega’s van<br />

artikel 7(2)(a) ICC-Statuut. Rechter Kaul vreest dat<br />

een brede interpretatie van de zinsnede “ter uitvoering<br />

of <strong>voor</strong>tzetting van het beleid van een staat of<br />

organisatie”, zoals aangenomen door de meerderheid,<br />

er op termijn zal op neerkomen dat alle schendingen<br />

van mensenrechten worden beschouwd als misdaden<br />

tegen de mensheid. Dit zou volgens Kaul leiden tot<br />

een banalisering van het concept van misdaden tegen<br />

de mensheid. 10 Kaul is van oordeel dat er een<br />

strikte scheiding moet worden gehanteerd tussen<br />

internationale misdaden en mensenrechtenschendingen,<br />

tussen internationale misdaden en ‘ordinaire’<br />

misdaden, en tussen misdaden onderworpen aan internationale<br />

jurisdicties en misdaden onderworpen<br />

aan nationale strafrechtelijke organen. Het ICC<br />

moet enkel een gelimiteerd aantal zaken behandelen<br />

waarbij de ernstigste misdaden die de internationale<br />

gemeenschap in zijn geheel aangaan, zijn gepleegd. 11<br />

Toegepast op de Keniaanse situatie meent Kaul dat,<br />

hoewel enkele gewelddaden wel degelijk waren georganiseerd,<br />

er niet kan gesproken worden over organisaties<br />

die ‘beleidsmatig’ de burgerbevolking aanvielen.<br />

De meerderheid van de gepleegde misdaden waren<br />

volgens hem ook ‘slechts’ spontaan opgewelde,<br />

geïsoleerde mensenrechtenschendingen. Volgens<br />

Kaul kan dus niet gesteld worden dat de postelecto-<br />

WERELDBEELD

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!