23.01.2013 Views

Rapportage sport 2006 - NISB

Rapportage sport 2006 - NISB

Rapportage sport 2006 - NISB

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Noten<br />

1 Begin <strong>2006</strong> heeft een tweede grote dataverzameling onder allochtonen plaatsgevonden.<br />

Voor dit onderzoek, dat als werktitel de naam sim draagt (Survey integratie<br />

minder heden), is een meer uitgebreide set van vragen gesteld over de <strong>sport</strong>deelname .<br />

Daarnaast zijn ook vragen gesteld aan jongeren van 6-14 jaar. Eerste resultaten uit het<br />

sim-onderzoek worden in 2007 verwacht.<br />

2 De vraagstelling naar <strong>sport</strong>deelname in het las is anders dan in het avo. Daardoor zijn<br />

de uitkomsten van beide onderzoeken niet helemaal vergelijkbaar.<br />

3 Dit verschil is niet terug te voeren op een andere samenstelling van de groep ondervraagde<br />

<strong>sport</strong>ers zelf. Ook onder de autochtonen bestaat het beeld dat <strong>sport</strong>verenigingen<br />

vaker een voornamelijk westers publiek bedienen dan <strong>sport</strong>scholen of fi tnesscentra<br />

(cijfers resp. 88%, 58% en 53%).<br />

4 Cijfers kunnen afwijken van de cijfers in hoofdstuk 5 door een afwijkende vraagstelling.<br />

5 Zie www.tijdsbesteding.nl en www.rapportage-<strong>sport</strong>.nl voor meer informatie over dit<br />

onderzoek.<br />

6 In de economische wetenschappen staat het begrip ‘inkomenselasticiteit’ voor de relatieve<br />

verandering in de vraag naar een product in relatie tot de relatieve verandering van<br />

het inkomen . Een positieve inkomenselasticiteit duidt op een luxeproduct (meer vraag<br />

als het inkomen stijgt), en een negatieve inkomenselasticiteit op een inferieur product<br />

(minder vraag als de prijs stijgt). Een variant is ‘prijselasticiteit’, waarbij een geringe<br />

prijselasticiteit duidt op een product waarvan de vraag niet of nauwelijks reageert op<br />

een verandering in prijs (zoals benzine). In analogie hiermee introduceren we hier<br />

het begrip ‘tijdselasticiteit’, zijnde de verandering in het aantal bestede uren voor de<br />

ene activiteit naar aanleiding van de verandering van het aantal bestede uren voor een<br />

andere activiteit.<br />

7 Inkomen is in het Tijdsbestedingsonderzoek niet erg betrouwbaar gemeten en kent veel<br />

ontbrekende waarden (23% van alle cases). Analyses mét inkomen geven steevast lagere<br />

waarden te zien voor de tijd besteed aan <strong>sport</strong> en bewegen binnen alle groepen, hetgeen<br />

suggereert dat er sprake is van vertekening. Om die reden zijn de hier gepresenteerde<br />

analyses uitgevoerd zonder inkomen. In analyses mét inkomen, voor 1995/2000, blijkt<br />

het curvilineaire effect van verplichtingen op <strong>sport</strong>deelname nu iets geprononceerder<br />

en bovendien signifi cant. Bij de analyse voor 1975-1980 blijkt de relatie tussen het totaal<br />

aan <strong>sport</strong> en bewegen enerzijds en verplichtingen anderzijds net niet meer signifi cant<br />

(0,05). Verder treden er geen substantiële verschillen in de uitkomsten op als de factor<br />

‘inkomen’ in de analyse wordt betrokken.<br />

8 Kamphorst en Spruijt (1983: 23) spreken van ‘geïnternaliseerde basishoudingen’ wat<br />

– afgezien wellicht van de meervoudsvorm – beschouwd kan worden als een goede<br />

vertaling van Bourdieus begrip ‘habitus’.<br />

9 Om de analyse niet te bemoeilijken, zijn eenoudergezinnen uit de analyses gelaten.<br />

10 In de terminologie van Bourdieu is de term ‘cultureel kapitaal’ gangbaar. Met cultureel<br />

kapitaal wordt gedoeld op het geheel aan geestelijke/intellectuele hulpbronnen dat een<br />

persoon ter beschikking staat om zijn doelen te bereiken (in aanvulling op economische<br />

hulpbronnen en de netwerken waar men op kan terugvallen – het sociale kapitaal).<br />

Verondersteld wordt dat het milieu waarin kinderen opgroeien, een belangrijke rol<br />

speelt in de vorming van hun culturele kapitaal, en dat ouders hun culturele kapitaal<br />

via de opvoeding, schoolkeuzes enzovoort doorgeven aan hun kinderen. Het eigen<br />

opleidingsniveau en dat van de ouders gelden als belangrijkste en meest algemene<br />

operationalisaties van het begrip ‘cultureel kapitaal’. Sport- of <strong>sport</strong>ief kapitaal (Scheer-<br />

Verschillen in <strong>sport</strong>deelname<br />

319

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!