Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international
Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international
Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
tussen<br />
hemel<br />
en hel<br />
<strong>Sterven</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
On<strong>de</strong>r redactie van Sophie Balace en Alexandra De Poorter<br />
mercatorfonds / kon<strong>in</strong>klijke musea voor kunst en geschie<strong>de</strong>nis
<strong>in</strong>houd<br />
michel draguet<br />
frans verhaeghe<br />
alexandra <strong>de</strong> poorter<br />
peter stabel<br />
dom<strong>in</strong>ique castex<br />
catrien sant<strong>in</strong>g<br />
danièle alexandre-bidon<br />
carol<strong>in</strong>e polet<br />
michel <strong>de</strong> waha<br />
sophie balace<br />
rica annaert &<br />
laurent verslype<br />
cécile treffort<br />
fernand vanhemelryck<br />
jean-louis kupper<br />
6<br />
8<br />
14<br />
20<br />
44<br />
58<br />
72<br />
88<br />
104<br />
122<br />
140<br />
166<br />
182<br />
196<br />
Woord vooraf<br />
Algemene <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />
hoofdstuk i. De dood en zijn context<br />
Het alledaagse sterven. Demografische en maatschappelijke realiteiten<br />
van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
Epi<strong>de</strong>mieën als doodsoorzaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
Archeologisch-antropologisch funerair on<strong>de</strong>rzoek<br />
Dood en leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatmid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong><br />
Hygiëne en gezondheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
Gezondheid en hygiëne <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
De bijdrage van <strong>de</strong> antropobiologie<br />
De dood op het slagveld<br />
hoofdstuk ii. De funeraire rituelen<br />
Begrafenisgebruiken en -rituelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoge mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
(e<strong>in</strong>d vijf<strong>de</strong> tot tien<strong>de</strong> eeuw)<br />
Suscipe dom<strong>in</strong>e animam servi tui...<br />
begrafenishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en -rituelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
Dood en rituelen <strong>in</strong> verband met crim<strong>in</strong>elen en marg<strong>in</strong>alen<br />
De graven van <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>sbisschoppen van Luik<br />
brigitte meijns<br />
ronald van belle<br />
hubert <strong>de</strong> witte<br />
philippe mignot<br />
brigitte meijns<br />
paul trio<br />
mattia cavagna<br />
brigitte <strong>de</strong>keyzer<br />
truus van bueren<br />
paul trio<br />
danièle alexandre-bidon<br />
206<br />
212<br />
220<br />
228<br />
238<br />
242<br />
256<br />
266<br />
288<br />
300<br />
308<br />
312<br />
340<br />
hoofdstuk iii. De funeraire topografie<br />
De grafmonumenten: twaaf<strong>de</strong>-zestien<strong>de</strong> eeuw<br />
Schil<strong>de</strong>ren voor het hiernamaals.<br />
Grafschil<strong>de</strong>rkunst <strong>in</strong> het Brugse <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
<strong>Sterven</strong> op het platteland tussen 550 en 1750.<br />
Archeologie van het parochiale kerkhof van Froidlieu<br />
De laatste rustplaats als politiek statement:<br />
<strong>de</strong> landsheerlijke begraafplaatsen (negen<strong>de</strong>-<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw)<br />
hoofdstuk iv. Van dood tot verrijzenis<br />
De hel <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen: een plaats van hoop<br />
Ars moriendi, <strong>de</strong> kunst van het sterven<br />
Vrome schenk<strong>in</strong>gen: niet alleen om <strong>in</strong> <strong>de</strong> hemel te komen<br />
De zorg voor lichaam en ziel <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> eeuwigheid<br />
(late mid<strong>de</strong>leeuwen)<br />
Het grafveld, verblijfplaats van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n… en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n<br />
(veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw)<br />
Catalogus<br />
Bibliografie
woord<br />
vooraf<br />
Michel Draguet<br />
Algemeen directeur a.i. kmskb<br />
Tussen Hemel en Hel. De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, een heel programma dat,<br />
eens <strong>de</strong> eerste verbaz<strong>in</strong>g voorbij, ons een orig<strong>in</strong>ele kijk biedt op dat<br />
vluchtpunt dat ons aller lot is, wij die zoals Cél<strong>in</strong>e het al zei, allemaal<br />
‘do<strong>de</strong>n op krediet’ zijn. De keuze voor het thema van <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g<br />
is op zich een echte uitdag<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> dood is <strong>in</strong> onze tijd zowel het<br />
grootste taboe als het meest controversiële on<strong>de</strong>rwerp. Het werd trouwens <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop<br />
van <strong>de</strong> laatste jaren meermaals behan<strong>de</strong>ld, telkens vanuit an<strong>de</strong>re gezichtshoeken. De<br />
problematiek van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen werd echter nog nooit bena<strong>de</strong>rd op zo’n<br />
grondige manier en over zo’n lange perio<strong>de</strong>, van 600 tot 1600, van <strong>de</strong> hoge mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
tot <strong>de</strong> tijd van <strong>de</strong> Contrareformatie. De tentoongestel<strong>de</strong> werken en objecten zijn<br />
dan ook bijzon<strong>de</strong>r talrijk en divers, wat <strong>de</strong> juistheid van <strong>de</strong>ze chronologische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
aantoont. Ze weerspiegelen bovendien <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> multidiscipl<strong>in</strong>aire<br />
aanpak die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tijd het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek kenmerkt. Ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rheid en samenhang werd er echter voor gekozen om <strong>de</strong> thematiek te<br />
beperken tot Noordwest-Europa.<br />
De tentoonstell<strong>in</strong>g is gestructureerd <strong>in</strong> functie van <strong>de</strong> materiële stadia van een menselijk<br />
leven: van volledige gezondheid tot <strong>de</strong> dood, met daartussen perio<strong>de</strong>s van ziekte<br />
gevolgd door een eventuele genez<strong>in</strong>g – afhankelijk van <strong>de</strong> medische kennis van die tijd<br />
– of een doodsstrijd, waarbij <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> zich fysiek en geestelijk voorbereidt op <strong>de</strong><br />
dood. Voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens die doordrongen was van het christelijke dogma, was<br />
<strong>de</strong> dood niet het e<strong>in</strong><strong>de</strong>, maar g<strong>in</strong>g hij gepaard met <strong>de</strong> hoop op een nieuw leven, dat bij het<br />
laatste oor<strong>de</strong>el zijn <strong>de</strong>el zou wor<strong>de</strong>n. De angsten en verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
gelovigen leren we kennen via een groot aantal werken en objecten van <strong>de</strong> meest uiteenlopen<strong>de</strong><br />
aard. Ze illustreren zowel <strong>de</strong> funeraire praktijken als een uitgebrei<strong>de</strong> nagedachteniscultuur.<br />
De prestigieuze werken en artefacten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g, zijn niet alleen afkomstig<br />
van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis, maar ook van diverse<br />
Belgische en buitenlandse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, van grote Europese musea en privéverzamel<strong>in</strong>gen.<br />
Ik wil al diegenen bedanken die het mogelijk hebben gemaakt om <strong>de</strong>ze vaak zeldzame<br />
en kostbare werken samen te brengen.<br />
Naast hoogstaan<strong>de</strong> kunstwerken bestaat <strong>de</strong> selectie ook uit verschillen<strong>de</strong> historische<br />
en archeologische documenten, geschreven bronnen en natuurlijk ook skeletten<br />
van verschillen<strong>de</strong> types en uit verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s. Het i<strong>de</strong>e was niet om <strong>de</strong> bezoeker<br />
MICHEL DRAGUET 6<br />
7 WOORD VOORAF<br />
onnodig te kwetsen, maar <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el zijn aandacht te vestigen op <strong>de</strong> meest verschillen<strong>de</strong><br />
aspecten van <strong>de</strong> dood, zoals die <strong>in</strong> <strong>de</strong> archeologie en <strong>de</strong> antropologie wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.<br />
De vrees om mensen te schokken is hier totaal overbodig. De gebeenteren wer<strong>de</strong>n<br />
geselecteerd en wor<strong>de</strong>n gepresenteerd met alle respect voor <strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n. Ze<br />
wor<strong>de</strong>n alleen getoond daar waar hun aanwezigheid onontbeerlijk is voor het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> problematiek. Het doel dat <strong>de</strong> organisatoren zich stel<strong>de</strong>n is uiteraard niet <strong>de</strong> bezoeker<br />
te overstelpen met <strong>in</strong>formatie, maar <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el zijn gezon<strong>de</strong> nieuwsgierigheid op<br />
te wekken door hem te confronteren met <strong>de</strong> wereld en <strong>de</strong>, soms naïeve, maar steeds<br />
oprechte verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens. Ze willen hem ook uitnodigen om<br />
zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zienswijze te verplaatsen en ze te confronteren met een he<strong>de</strong>ndaagse<br />
wereld waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> dood groten<strong>de</strong>els – te veel? – verborgen wordt achter <strong>de</strong> schermen van<br />
almaar virtueler wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorstell<strong>in</strong>gen.<br />
De visie achter <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g vormt ook <strong>de</strong> basis van dit boek. Naast een catalogus<br />
van <strong>de</strong> tentoongestel<strong>de</strong> werken en objecten, v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> lezer hier een selectie van studies<br />
die rechtstreeks verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> grote thema’s die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze expositie aan bod<br />
komen. Deze zijn geschreven door een groep van Belgische en buitenlandse specialisten<br />
en maken <strong>de</strong>ze publicatie tot een wetenschappelijk referentiewerk. Ik wil hier alle<br />
auteurs bedanken voor hun analytische en panoramische artikelen.<br />
De commissarissen Sophie Balace en Alexandra De Poorter, en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke<br />
voor <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke tentoonstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kmkg, Kar<strong>in</strong> Theunis, had<strong>de</strong>n bijzon<strong>de</strong>r we<strong>in</strong>ig<br />
tijd voor <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g. Het was een ware uitdag<strong>in</strong>g om dit<br />
project – naast an<strong>de</strong>re belangrijke opdrachten – <strong>in</strong> an<strong>de</strong>rhalf jaar tijd rond te krijgen. De<br />
tentoonstell<strong>in</strong>g, die een <strong>in</strong>itiatief was van Anne Cahen-Delhaye, vormt <strong>de</strong> concrete<br />
neerslag van hun i<strong>de</strong>eën. Ze werd op een meesterlijke manier ontworpen door scenograaf<br />
Pascale Gastout, met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> firma fmr en <strong>de</strong> hele ploeg van <strong>de</strong><br />
Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis. Ik wil hen hier allen hartelijk danken<br />
voor het enthousiasme en het professionalisme waarmee dit project werd opgezet en<br />
verwezenlijkt.<br />
In <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g en dit boek treedt <strong>de</strong> dood weer op het voorplan <strong>in</strong> een discussie<br />
waar<strong>in</strong> zowel <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> als het leven een plaats krijgen. De dood wordt hier tastbaar<br />
en krijgt betekenis. Hij spreekt tot ons, voor zover we bereid zijn om te luisteren.
algemene<br />
<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />
Frans Verhaeghe<br />
De dood is onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n met het leven en vormt voor ie<strong>de</strong>r<br />
van ons zowat <strong>de</strong> enige zekerheid over <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>dividuele<br />
toekomst. Afhankelijk van <strong>de</strong> filosofie en/of religie die elk <strong>in</strong>dividu<br />
belijdt, is <strong>de</strong> dood altijd een belangrijke stap, een overgang naar iets<br />
an<strong>de</strong>rs of een e<strong>in</strong>dpunt. Daarna is er echter ook altijd een overleven,<br />
een verrijzenis, een reïncarnatie en/of een her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g. Precies daarom vormen <strong>de</strong><br />
voorbereid<strong>in</strong>g op het sterven en <strong>de</strong> keuzes over wat er met het eigen stoffelijk overschot<br />
gebeurt, ook een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het overlij<strong>de</strong>n. Meteen wordt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> dood een<br />
zeer complex gebeuren is: niet alleen doodsoorzaken die het gevolg zijn van fysische of<br />
materiële factoren als ziekte, verwond<strong>in</strong>g, ou<strong>de</strong>rdom of on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g spelen een rol,<br />
maar ook een hele reeks an<strong>de</strong>re elementen zoals filosofie, godsdienst, perceptie van<br />
he<strong>de</strong>n, verle<strong>de</strong>n en toekomst, materiële omstandighe<strong>de</strong>n, statusbeschouw<strong>in</strong>gen, eventueel<br />
ook politieke overweg<strong>in</strong>gen en strategieën, <strong>de</strong> culturele, sociale, economische en<br />
historische context en nog veel meer. Dat kluwen varieert dan ook nog eens <strong>in</strong> tijd en<br />
ruimte en wordt vertaald <strong>in</strong> praktische en materiële han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en gedrag<strong>in</strong>gen en dus<br />
<strong>in</strong> rituelen en een liturgie. Daarom bestond en bestaat het sterven en het do<strong>de</strong>nbestel uit<br />
zoveel verschillen<strong>de</strong> vormen, iets wat zowel <strong>de</strong> antropologie als <strong>de</strong> sociologie en <strong>de</strong><br />
geschie<strong>de</strong>nis <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> betekenis van het woord voldoen<strong>de</strong> aantonen.<br />
Deze tentoonstell<strong>in</strong>g en het bijbehoren<strong>de</strong> boek met catalogus belicht diverse aspecten<br />
van dit alles voor (Noordwest-)Europa <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, waarbij als chronologische<br />
vork <strong>de</strong> jaren 600 tot 1600 van onze tijdreken<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n gekozen. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze<br />
perio<strong>de</strong> en ruimte zijn er grote beweg<strong>in</strong>gen zoals het christendom die voor een graad van<br />
eenheid zorg<strong>de</strong>n. Er heersten echter ook verschillen, omdat <strong>de</strong> sociaaleconomische en<br />
vooral culturele context niet overal uniform was en ook evolueer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd. De bedoel<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> tentoonstell<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong> publicatie is <strong>in</strong> wezen het voorstellen van<br />
wat we vandaag weten over <strong>de</strong> dood en het sterven <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Daarbij kunnen niet<br />
alle aspecten van dit complexe geheel <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail wor<strong>de</strong>n belicht, maar het is wel mogelijk<br />
een eerste algemeen beeld te bie<strong>de</strong>n van welke houd<strong>in</strong>g <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens aannam<br />
tegenover <strong>de</strong> dood, hoe hij er mee omg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk, hoe dit gebeuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd evolueer<strong>de</strong><br />
en hoe wij daar nu enig <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> kunnen verwerven.<br />
De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen: enkele belangrijke lijnen<br />
Door het millennium heen, van het jaar 600 tot 1600, kunnen een paar belangrijke lij-<br />
nen wor<strong>de</strong>n getrokken. De eerste daarvan is evenwel niet typisch mid<strong>de</strong>leeuws omdat<br />
ze ook vroeger en later, tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw, bestond: <strong>de</strong> dood was veel directer aanwezig<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> dagelijkse levenssfeer dan vandaag het geval is. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensduur<br />
was korter, <strong>de</strong> doodsoorzaken alomtegenwoordig en het sterven over het algemeen<br />
‘zichtbaar<strong>de</strong>r’: het gebeur<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> familiekr<strong>in</strong>g of er bestond – zoals bijvoorbeeld bij oorlogsgeweld<br />
of epi<strong>de</strong>mieën – een directere confrontatie mee. Zelfs louter fysisch bleef <strong>de</strong><br />
overle<strong>de</strong>ne meer ‘aanwezig’: <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong> (ca. 450-ca. 700/750) ken<strong>de</strong><br />
nog grafvel<strong>de</strong>n die net zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rome<strong>in</strong>se tijd aparte entiteiten vorm<strong>de</strong>n, geschei<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gen, maar wel zichtbaar. Reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> maar vooral daarna<br />
ontwikkel<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> kerkhoven rondom <strong>de</strong> parochiekerk, en daarmee trad <strong>de</strong> dood ook<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gen en ste<strong>de</strong>n. Dit gebruik zou pas gelei<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>ren<br />
vanaf <strong>de</strong> late achttien<strong>de</strong> eeuw, toen <strong>de</strong> begraafplaatsen opnieuw naar <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong><br />
woonkernen verhuis<strong>de</strong>n. De mid<strong>de</strong>leeuwse kerkhoven waren trouwens niet altijd stille,<br />
FRANS VERHAEGHE 8<br />
9 ALGEMENE INLEIDING<br />
<strong>in</strong>getogen plaatsen, want er von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> centrale en latere mid<strong>de</strong>leeuwen ook allerlei<br />
activiteiten plaats, <strong>in</strong>clusief markten, (religieus) toneel en zelfs festiviteiten. De do<strong>de</strong>n<br />
bleven dus directer aanwezig, niet alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g maar eigenlijk ook louter<br />
fysiek. Hetzelf<strong>de</strong> geldt overigens <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> grafmonumenten <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerken zelf,<br />
die vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> latere mid<strong>de</strong>leeuwen een sterke opgang ken<strong>de</strong>n. Daarbij speel<strong>de</strong>n niet<br />
alleen religieuze be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen maar ook sociale en zelfs politieke overweg<strong>in</strong>gen die te<br />
maken had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong> en zijn of haar belang. De vijftien<strong>de</strong>eeuwse<br />
praalgraven van <strong>de</strong> Bourgondische hertogen <strong>in</strong> Dijon en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brugse Onze-<br />
Lieve-Vrouwekerk illustreren dit voldoen<strong>de</strong>. Mutatis mutandis kan hier zelfs verwezen<br />
wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> vele relieken van heiligen die dikwijls beston<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong>len van het skelet<br />
en die vaak zichtbaar waren: ook <strong>de</strong>ze resten zorg<strong>de</strong>n wellicht voor een grotere familiariteit<br />
met <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van het sterven.<br />
De twee<strong>de</strong> belangrijke lijn is <strong>de</strong> christianisatie en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke dom<strong>in</strong>antie van<br />
het katholieke christendom met alles wat dit beteken<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> perceptie van en het<br />
omgaan met <strong>de</strong> dood die niet alleen een e<strong>in</strong>dpunt maar ook een beg<strong>in</strong>punt van iets an<strong>de</strong>rs<br />
was. De christianisatie was een gelei<strong>de</strong>lijk en complex proces dat <strong>in</strong> wezen verliep via<br />
twee grote beweg<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> sociale emulatie en <strong>de</strong> missioner<strong>in</strong>g. In het vroegere<br />
Rome<strong>in</strong>se gebied speel<strong>de</strong> vooral <strong>de</strong> sociale emulatie een rol, gekoppeld aan politieke<br />
motieven, want het christendom was bre<strong>de</strong>r verspreid bij <strong>de</strong> elite. Rond <strong>de</strong> Noordzee en<br />
<strong>in</strong> het Baltische gebied was <strong>de</strong> missioner<strong>in</strong>g, dikwijls verbon<strong>de</strong>n met politieke motieven,<br />
een belangrijker element en soms duur<strong>de</strong> het proces een hele tijd. Scand<strong>in</strong>avië, waar het<br />
christendom pas echt voet aan <strong>de</strong> grond kreeg <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-elf<strong>de</strong> eeuw, is een voorbeeld<br />
hiervan. In onze streken begon <strong>de</strong> overgang <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> en vijf<strong>de</strong> eeuw en was het christendom<br />
al een belangrijke speler <strong>in</strong> <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>len van<br />
Noordwest-Europa beston<strong>de</strong>n ook vroegere religieuze tradities en percepties van <strong>de</strong><br />
dood en dat verklaart me<strong>de</strong> waarom Merov<strong>in</strong>gische graven en grafvel<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re kenmerken<br />
had<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> latere kerkhoven. Als regel gold wel <strong>de</strong> <strong>in</strong>humatie, zeker vanaf<br />
<strong>de</strong> vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw. Maar <strong>de</strong> graven bevatten grafgiften zoals ceramiek, wapens, glas<br />
en juwelen, meegegeven aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong> voor het hiernamaals en <strong>de</strong> grafvel<strong>de</strong>n, meestal<br />
met graven geor<strong>de</strong>nd <strong>in</strong> rijen, had<strong>de</strong>n dikwijls ook een sociale structuur, met <strong>de</strong> rijkere<br />
elitegraven <strong>in</strong> het centrum. De graven en grafgiften kunnen zelfs <strong>de</strong> etnische gebon<strong>de</strong>nheid<br />
en i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>de</strong> do<strong>de</strong> weerspiegelen. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn het Saksische<br />
aar<strong>de</strong>werk dat <strong>in</strong> graven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belgische en noordwestelijke Franse kustgebie<strong>de</strong>n voorkomt<br />
en ban<strong>de</strong>n suggereert met <strong>de</strong> Britse eilan<strong>de</strong>n of nog <strong>de</strong> Scand<strong>in</strong>avische en<br />
Saksische scheepsgraven. Het is evenwel altijd <strong>de</strong>licaat om <strong>de</strong>ze vondsten <strong>in</strong> louter etnische<br />
termen te <strong>in</strong>terpreteren.<br />
Hoe dan ook, <strong>in</strong> onze streken verdween het gebruik van grafgiften bijna volledig <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>. Bijna, want dit gebruik uit <strong>de</strong> prechristelijke tij<strong>de</strong>n kreeg <strong>in</strong><br />
veel streken een aangepaste uitloper: <strong>in</strong> sommige latere graven van <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-twaalf<strong>de</strong><br />
eeuw v<strong>in</strong><strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoekers occasioneel een object met religieuze en dikwijls expliciet<br />
liturgische connotaties zoals een kelk of soms ook een pot; <strong>in</strong> sommige streken, zoals bijvoorbeeld<br />
het Ile-<strong>de</strong>-France, werd zo’n pot wellicht gebruikt als wierookvat, maar<br />
recent on<strong>de</strong>rzoek toont ook aan dat dit gebruik <strong>in</strong> meer streken voorkwam en soms zelfs<br />
tot ver <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Wat ook op een of an<strong>de</strong>re wijze doorleef<strong>de</strong> tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> sommige gebie<strong>de</strong>n was het meegeven van een (meestal<br />
ou<strong>de</strong>) munt aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong>, een traditie die wortelt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rome<strong>in</strong>se tijd. Voorbeel<strong>de</strong>n hier-
van zijn ook bij ons gekend, on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong> graven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse Onze-Lieve-<br />
Vrouwekathedraal. Maar het is (nog) niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong>ze Rome<strong>in</strong>se traditie<br />
echt voortleef<strong>de</strong> of op een bepaald ogenblik opnieuw werd opgenomen: bewijzen voor<br />
een echte cont<strong>in</strong>uïteit ontbreken nog.<br />
De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd lijken <strong>in</strong>grijpend te zijn geweest. Van <strong>de</strong><br />
negen<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> elf<strong>de</strong> eeuw bestaan er zowel archeologisch als via <strong>de</strong> geschreven bronnen<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen dat vormen van ne<strong>de</strong>righeid na <strong>de</strong> dood wer<strong>de</strong>n nagestreefd, bijvoorbeeld<br />
door te vragen om simpelweg <strong>in</strong> een gewone lijkwa<strong>de</strong> begraven te wor<strong>de</strong>n. Maar hoe<br />
breed verspreid dit verschijnsel was, is nog niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk. Het nagenoeg verdwijnen<br />
van grafgiften en het gebruik van eenvoudige <strong>in</strong>humaties staan archeologisch<br />
wel vast. Maar <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> we<strong>in</strong>ig aan het belang dat <strong>de</strong> elite hechtte<br />
aan <strong>de</strong> memoria, aan het zich verzekeren van een plaats bij God en tegelijk ook het<br />
nastreven van een toch wel geprivilegieer<strong>de</strong> positie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> begraafplaats. Vooral dat<br />
laatste was een trend die constant bleef tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>leeuwen, en ook daarna<br />
trouwens, en diverse vormen aannam zoals bijvoorbeeld begraven wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk<br />
of – beter nog – bij <strong>de</strong> relieken (ad sanctos). Daarmee zorg<strong>de</strong> <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne voor het<br />
eigen zielenheil, <strong>de</strong> eigen memoria en het eigen sociaal aanzien. De concrete situatie kon<br />
wel verschillen van streek tot streek of zelfs van <strong>in</strong>dividu tot <strong>in</strong>dividu, afhankelijk van<br />
een aantal an<strong>de</strong>re overweg<strong>in</strong>gen en omstandighe<strong>de</strong>n zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> <strong>in</strong>tentie om<br />
een bepaal<strong>de</strong> kerk of abdij te steunen.<br />
De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> belangrijke lijn, die zichtbaar wordt vanaf <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>, is<br />
eigenlijk het ontstaan van een vorm van uniformiteit <strong>in</strong> het do<strong>de</strong>nbestel, <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties<br />
en <strong>de</strong> begrafenisrituelen. Alle drie waren uiteraard sterk verbon<strong>de</strong>n met een liturgie die<br />
een pakket van eenvormige regels aanreikte. Zo werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel het lichaam gehuld <strong>in</strong><br />
een lijkwa<strong>de</strong>, meestal uit l<strong>in</strong>nen, soms ook wel uit hennep. De do<strong>de</strong> werd normaal uitgestrekt<br />
op <strong>de</strong> rug <strong>in</strong> het graf gelegd, zodat het gezicht naar <strong>de</strong> hemel en dus naar God<br />
was gekeerd. Occasioneel werd daar wel van afgeweken, bijvoorbeeld bij mensen met<br />
een lichaamsvervorm<strong>in</strong>g zoals een bochel of nog omdat <strong>de</strong> do<strong>de</strong> dat uit ne<strong>de</strong>righeid of<br />
als boetedoen<strong>in</strong>g gevraagd had. Houten grafkisten en stenen sarcofagen kwamen voor,<br />
maar bij <strong>de</strong>ze keuze speel<strong>de</strong>n nogal wat regionale tradities en <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne.<br />
Er waren dus heel wat varianten <strong>in</strong> omloop. De gewone stervel<strong>in</strong>g werd meestal<br />
simpelweg <strong>in</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> bijgezet. De graven van <strong>de</strong> eenvoudige mens wer<strong>de</strong>n niet altijd<br />
gemarkeerd maar vanaf <strong>de</strong> latere mid<strong>de</strong>leeuwen kwam het gebruik van een of meer grafkruisen<br />
meer <strong>in</strong> zwang. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong> nabestaan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> priester bij<br />
ongemarkeer<strong>de</strong> graven meestal wisten wie waar begraven was, maar na een paar generaties<br />
kon dit mislopen. Er bestaan <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad archeologische voorbeel<strong>de</strong>n van grafreeksen<br />
die elkaar doorsnij<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> elite en <strong>de</strong> meer gegoe<strong>de</strong>n lag dit wel an<strong>de</strong>rs. Zij kon<strong>de</strong>n<br />
een plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk of een bevoorrechte plaats op het kerkhof. Deze graven<br />
kregen dikwijls een grafplaat of zelfs een grafmonument. Voor hen kon ook <strong>de</strong> abdij een<br />
gepaste begraafplaats wor<strong>de</strong>n en er zijn voldoen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van machthebbers die<br />
dit ook effectief gebruikten als <strong>de</strong>el van een bewuste politiek. In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen bleven<br />
<strong>de</strong> sociale verschillen dus ook na <strong>de</strong> dood doorspelen, net zoals <strong>in</strong> vroegere en latere<br />
tij<strong>de</strong>n.<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwse maatschappij omvatte ook an<strong>de</strong>re bevolk<strong>in</strong>gsgroepen dan <strong>de</strong><br />
gewone christenen: jo<strong>de</strong>n, marg<strong>in</strong>alen, veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n en geëxcommuniceer<strong>de</strong>n enzovoort.<br />
Zij wer<strong>de</strong>n normaal uitgesloten van <strong>de</strong> normale begraafplaatsen en kerkhoven en<br />
FRANS VERHAEGHE 10 11 ALGEMENE INLEIDING<br />
kregen een aparte plaats met eigen rituelen, zoals bij <strong>de</strong> jo<strong>de</strong>n, of een naamloos graf buiten<br />
<strong>de</strong> kerkhoven. Daarnaast kwamen ook bijzon<strong>de</strong>re vormen van do<strong>de</strong>nbestel voor,<br />
met name massagraven en collectieve graven. Meestal vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>humaties een<br />
antwoord op bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n zoals oorlogsgeweld en epi<strong>de</strong>mieën. Er zijn<br />
een aantal voorbeel<strong>de</strong>n gekend die archeologisch wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht, en het beeld is<br />
dikwijls dat van een snelle begrav<strong>in</strong>g maar met occasioneel ook sporen van respect voor<br />
<strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />
Een an<strong>de</strong>r aspect is welke visie <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens had op het sterven. De<br />
beschikbare <strong>in</strong>formatie suggereert dat hier<strong>in</strong> diverse niveaus te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn: het<br />
religieus-filosofisch gedachtegoed bij <strong>de</strong> kerkelijke elite en <strong>de</strong> wereldlijke praktijk van<br />
<strong>de</strong> elite en van het gewonere volk. Dit on<strong>de</strong>rzoeksgebied is bijzon<strong>de</strong>r complex. Blijkbaar<br />
bestond er een spann<strong>in</strong>gsveld tussen <strong>de</strong> hogere i<strong>de</strong>eën en pr<strong>in</strong>cipes met hun <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n<br />
op liturgie en symboliek enerzijds en <strong>de</strong> concrete perceptie en praktijk die sterk waren<br />
beïnvloed door traditie en socioculturele en -economische factoren an<strong>de</strong>rzijds. Net<br />
zoals <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens <strong>in</strong> wezen wel bang voor <strong>de</strong> dood, maar<br />
probeer<strong>de</strong> hij er z<strong>in</strong> aan te geven, on<strong>de</strong>r meer door te steunen op het christelijke geloof.<br />
Er waren echter ook evoluties en meer bepaald accentverschuiv<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen dit geloof,<br />
zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> sterkere <strong>de</strong>votie, of nog <strong>de</strong> grotere aandacht voor<br />
het memento mori, wat <strong>in</strong>vloed had op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> iconografie van <strong>de</strong> grafmonumenten.<br />
De studie van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
Het zeer summiere en zelfs gewaag<strong>de</strong> algemene overzicht hierboven benadrukt vol-<br />
doen<strong>de</strong> <strong>de</strong> complexiteit van het on<strong>de</strong>rwerp. Het toont ook aan dat het on<strong>de</strong>rwerp vanuit<br />
vele <strong>in</strong>valshoeken kan en moet wor<strong>de</strong>n bekeken. Vandaag steunt <strong>de</strong> studie ervan op<br />
een breed gamma van bronnen en bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, wat hier wel een kort woordje uitleg<br />
verdient. In wezen kunnen we drie grote soorten historische bronnen aanspreken:<br />
geschreven bronnen, archeologische gegevens en iconografisch materiaal. Deze bronnen<br />
moeten zoveel mogelijk met elkaar gecomb<strong>in</strong>eerd en geconfronteerd wor<strong>de</strong>n. Ze<br />
hebben elk hun eigen mogelijkhe<strong>de</strong>n en beperk<strong>in</strong>gen en vragen ook gespecialiseerd kritisch<br />
werk.<br />
De geschreven bronnen omvatten tal van documenten die <strong>in</strong>formatie kunnen verschaffen:<br />
klassieke literaire bronnen en verhalen<strong>de</strong> bronnen; religieuze en filosofische<br />
teksten; juridische teksten zoals reglementen en wettelijke bepal<strong>in</strong>gen allerhan<strong>de</strong>, testamenten,<br />
reken<strong>in</strong>gen en nog veel meer. Veel geschreven bronnen belichten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />
ook <strong>in</strong>direct, zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> documenten over <strong>de</strong> productie van en han<strong>de</strong>l<br />
<strong>in</strong> grafstenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Hoe rijk en belangrijk ook, geschreven<br />
bronnen zijn evenwel altijd <strong>in</strong>terpretaties van <strong>de</strong> reële wereld en voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
komt daar nog bij dat het bronnenbestand bedui<strong>de</strong>nd beperkter is voor <strong>de</strong> vroege dan<br />
voor <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Bovendien gaat <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie dikwijls veel meer over <strong>de</strong> elite<br />
dan over <strong>de</strong> modale mens en nogal wat aspecten van <strong>de</strong> dood en het do<strong>de</strong>nbestel<br />
komen zel<strong>de</strong>n of niet aan bod. Op zichzelf vertellen <strong>de</strong>ze bronnen dan ook niet het hele<br />
verhaal en, meer nog, soms blijkt <strong>de</strong> historische realiteit, of ten m<strong>in</strong>ste het archeologische<br />
beeld ervan, niet helemaal overeen te stemmen met wat <strong>de</strong>ze teksten vertellen of<br />
suggereren.<br />
De archeologische bronnen omvatten alle mogelijke materiële resten uit dat mid<strong>de</strong>l-
eeuwse verle<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> dood gaat het dan om <strong>de</strong> begraafplaatsen, hun<br />
organisatie en <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> graven, <strong>de</strong> grafgiften, <strong>de</strong> menselijke resten zelf, <strong>de</strong> grafmonumenten<br />
en <strong>de</strong> context van dit alles (zoals on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> kerk en <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g of <strong>de</strong><br />
abdij). Deze feitelijke gegevens bie<strong>de</strong>n ook sleutels tot tradities en gebruiken, rituelen,<br />
status en sociale differentiatie, maar ook dat is een zaak van <strong>in</strong>terpretatie en van toets<strong>in</strong>g<br />
met <strong>de</strong> geschreven en iconografische bronnen. Even essentieel zijn <strong>de</strong> partnerwetenschappen<br />
van <strong>de</strong> archeologie, waaron<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> fysische antropologie, maar<br />
ook <strong>de</strong> archeozoölogie en <strong>de</strong> paleobotanica. Zij kunnen ons <strong>in</strong>formatie verschaffen over<br />
aspecten zoals <strong>de</strong>mografie, ou<strong>de</strong>rdomspirami<strong>de</strong>s (<strong>in</strong> grafvel<strong>de</strong>n), geslacht, voed<strong>in</strong>g<br />
(on<strong>de</strong>r meer via isotopenon<strong>de</strong>rzoek op het botmateriaal), doodsoorzaak, ziekte, kwetsuren<br />
enzovoort, maar ook het milieu waar<strong>in</strong> dit alles te situeren is. Bovendien is <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e<br />
man of vrouw beter vertegenwoordigd <strong>in</strong> het archeologisch materiaal.<br />
Terloops mag wel opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> archeologische bronnen zich niet beperken<br />
tot dat wat letterlijk opgegraven wordt, een nog steeds wijdversprei<strong>de</strong> misvatt<strong>in</strong>g.<br />
Ook an<strong>de</strong>re objecten die niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond bewaard wer<strong>de</strong>n maar op een an<strong>de</strong>re manier<br />
overleef<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld als kunstobjecten of erfstukken, behoren tot het on<strong>de</strong>rzoeksveld<br />
van <strong>de</strong> archeologie. Grafmonumenten en praalgraven die ook door historici en<br />
kunsthistorici bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n, illustreren dit, want ze bie<strong>de</strong>n context<strong>in</strong>formatie.<br />
De beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> archeologie zijn echter niet te vergeten, want <strong>de</strong> archeologische<br />
<strong>in</strong>formatie is over het algemeen fragmentarisch en is niet altijd even makkelijk te <strong>in</strong>terpreteren.<br />
Bovendien gebeurt het regelmatig dat <strong>de</strong> archeologische bronnen een an<strong>de</strong>r<br />
beeld geven dan <strong>de</strong> geschreven of iconografische; soms gaat het om tegenspraken en<br />
soms gewoon om verrijk<strong>in</strong>g en diversificatie van het beeld. In bei<strong>de</strong> gevallen en ook voor<br />
<strong>de</strong> duid<strong>in</strong>g van archeologisch materiaal is <strong>de</strong> confrontatie met <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>re bronnen een<br />
absolute aanra<strong>de</strong>r.<br />
De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> groep bronnen omvat <strong>de</strong> iconografische documentatie, kort te omschrijven<br />
als het beeldmateriaal van schil<strong>de</strong>rijen over m<strong>in</strong>iaturen tot sculpturen. Deze bronnen<br />
hebben heel wat te bie<strong>de</strong>n, maar ze zijn ook voorstell<strong>in</strong>gen en zelfs <strong>in</strong>terpretaties van <strong>de</strong><br />
werkelijkheid, dikwijls bela<strong>de</strong>n met symboliek; ze vergen <strong>de</strong>tailon<strong>de</strong>rzoek en kritische<br />
analyse. Maar veel afgebeel<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails zijn dikwijls wel accuraat en <strong>de</strong>ze bronnen bie<strong>de</strong>n<br />
dus wel <strong>de</strong>gelijk goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie die ofwel direct bruikbaar is of op zijn m<strong>in</strong>st een i<strong>de</strong>e<br />
geeft van hoe <strong>de</strong> kunstenaar (en ook wel zijn tijdgenoten) het afgebeel<strong>de</strong> gebeuren zag.<br />
Dat bronnenbestand is omvangrijker en gevarieer<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> latere dan voor <strong>de</strong> vroege<br />
mid<strong>de</strong>leeuwen. Afhankelijk van het medium komt ook een breed sociaal spectrum van <strong>de</strong><br />
bevolk<strong>in</strong>g aan bod: veel schil<strong>de</strong>rijen zoals <strong>de</strong>ze van <strong>de</strong> Vlaamse Primitieven weerspiegelen<br />
veeleer <strong>de</strong> elite of <strong>de</strong> meer gegoe<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ns, maar <strong>de</strong> m<strong>in</strong>iaturen bestrijken over het<br />
algemeen een bre<strong>de</strong>r sociaal spectrum. De dood en het sterven kunnen aanwezig zijn <strong>in</strong><br />
vele vormen, van oorlogsgeweld tot begrafenissen, kerkhoven, graven en nog veel meer.<br />
Het materiaal is echter sterk verspreid en vergt natuurlijk ook een kritische en zo systematisch<br />
mogelijke confrontatie met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re soorten van <strong>in</strong>formatie.<br />
Deze enkele commentaren tonen aan dat er voor <strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
een rijke documentatie bestaat en momenteel is daar eigenlijk nog maar een <strong>de</strong>el<br />
van geëxploiteerd. Deze documentatie is ook zeer gevarieerd en belicht <strong>de</strong> vraagstell<strong>in</strong>gen<br />
vanuit verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>valshoeken. Voor <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>terpretatie zijn <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>aire<br />
samenwerk<strong>in</strong>g vereist en een confrontatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie. Het zal voor<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen wellicht nooit mogelijk zijn een even ge<strong>de</strong>tailleerd en genuanceerd<br />
FRANS VERHAEGHE 12 13 ALGEMENE INLEIDING<br />
beeld te krijgen van het stervensgebeuren, zoals dat mogelijk is voor <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse<br />
perio<strong>de</strong> via sociologisch en antropologisch on<strong>de</strong>rzoek, dat een beroep kan doen op<br />
directere observatie van <strong>de</strong> realiteit. Er blijven nog vele vragen open, er is nog veel<br />
on<strong>de</strong>rzoekswerk te verrichten en sommige aspecten zullen moeilijk te vatten blijven.<br />
Toch kan nog heel wat vooruitgang wor<strong>de</strong>n verwacht <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren. Er bestaat<br />
trouwens al een heel rijke literatuur zoals <strong>de</strong> algemene bibliografie voldoen<strong>de</strong> aantoont.<br />
Dit boek en <strong>de</strong> tentoonstell<strong>in</strong>g kunnen, zoals reeds aangestipt, niet alle aspecten van <strong>de</strong><br />
dood en het stervensgebeuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail behan<strong>de</strong>len. Het geheel is<br />
gewoon veel te uitgebreid en complex om voor een perio<strong>de</strong> van 1000 jaar alle facetten<br />
van <strong>de</strong> filosofische, religieuze en materiële perceptie van <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> regionale varianten<br />
daarvan naar voren te brengen. Bovendien kregen heel wat dome<strong>in</strong>en pas vrij<br />
recent meer aandacht en is daar nog heel wat on<strong>de</strong>rzoek nodig om tot betere en meer<br />
coherente <strong>in</strong>zichten te komen. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en <strong>de</strong><br />
ongeborenen, <strong>de</strong> spoken, <strong>de</strong> problematieken van corporaliteit, <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele<br />
en collectieve memoria, het landschap als element van <strong>de</strong> memoria (zeker <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
vroege mid<strong>de</strong>leeuwen).<br />
Vier hoofdthema’s wer<strong>de</strong>n geselecteerd als cruciaal voor een eerste <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> dit<br />
on<strong>de</strong>rwerp. Ze vormen het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> vier hoofdstukken: <strong>de</strong> doodsoorzaken; <strong>de</strong><br />
begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> tot <strong>in</strong> het graf; funeraire architectuur en monumenten; en<br />
ten slotte het leven na <strong>de</strong> dood. Elk hoofdstuk telt een aantal bijdragen die bepaal<strong>de</strong><br />
facetten van dat hoofdthema behan<strong>de</strong>len; sommige zijn meer synthetisch van aard,<br />
an<strong>de</strong>re belichten bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails of nemen <strong>de</strong> vorm aan van een casestudy. Samen<br />
belichten ze ook <strong>de</strong> vele ban<strong>de</strong>n van het stervensgebeuren met <strong>de</strong> toenmalige maatschappijen<br />
en leefmilieus, met <strong>de</strong> sociale, religieuze en politieke contexten, en zelfs met<br />
<strong>de</strong> kunst en <strong>de</strong> perceptie van leven en dood.<br />
Het maken van <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l en <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g was veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig dan<br />
op het eerste gezicht zou lijken en ik v<strong>in</strong>d het dan ook meer dan gepast om ook een woord<br />
van dank te richten tot <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis en <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r<br />
aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefnemers, dr. Alexandra De Poorter en dr. Sophie Balace, voor het<br />
har<strong>de</strong> werk en <strong>de</strong> vele <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen die geleverd wer<strong>de</strong>n om dit geheel <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen<br />
te lei<strong>de</strong>n. Onze dank gaat natuurlijk ook naar <strong>de</strong> bruikleengevers en naar <strong>de</strong> vele collegae<br />
die hun kennis ter beschikk<strong>in</strong>g stel<strong>de</strong>n door het schrijven van een bijdrage. Hoewel<br />
veel h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen te overw<strong>in</strong>nen waren, slaag<strong>de</strong>n zij er samen <strong>in</strong> om een reeks <strong>in</strong>teressante<br />
<strong>in</strong>zichten te bun<strong>de</strong>len en – wat m<strong>in</strong>stens even belangrijk is – naar een bre<strong>de</strong>r<br />
publiek te brengen.
hoofdstuk i De dood en zijn context
<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />
Alexandra De Poorter<br />
De oorzaken van sterven <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen verschillen <strong>in</strong> wezen we<strong>in</strong>ig<br />
van <strong>de</strong>ze van vandaag: ziekte, ongevallen, oorlog en geweld, ou<strong>de</strong>rdom<br />
en zelfs terechtstell<strong>in</strong>gen en hongersno<strong>de</strong>n (hoewel <strong>de</strong>ze laatste<br />
categorie vandaag zowat verdwenen is <strong>in</strong> Europa). En net zoals nu<br />
speel<strong>de</strong>n toen ook hygiëne en gezondheid en dus levensomstandighe<strong>de</strong>n<br />
een belangrijke rol. Het blijft moeilijk om voor <strong>de</strong> vele fasen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
een nauwkeurig beeld te schetsen van <strong>de</strong> concrete rol en <strong>in</strong>vloed van al <strong>de</strong>ze factoren.<br />
Toch leidt he<strong>de</strong>ndaags on<strong>de</strong>rzoek naar betere <strong>in</strong>zichten en <strong>de</strong> bijdragen <strong>in</strong> dit hoofdstuk<br />
belichten diverse aspecten daarvan.<br />
Een algemeen beeld voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen wordt vooreerst geleverd door enkele<br />
grote lijnen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische evolutie. Pas vanaf <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen wordt <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>formatie iets nauwkeuriger en kunnen regionale verschillen beter opgespoord wor<strong>de</strong>n.<br />
Maar ook dan blijft het beeld op diverse punten wel wat vaag. De evolutie van het sterftecijfer,<br />
voor zover bekend uit historische bronnen, is voor <strong>de</strong> lange perio<strong>de</strong> van<br />
omstreeks 600 tot ongeveer 1600 geen l<strong>in</strong>eair verschijnsel. Zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege als <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
late mid<strong>de</strong>leeuwen heersten perio<strong>de</strong>n van hoge mortaliteit. Grootschalige epi<strong>de</strong>mieën<br />
zorg<strong>de</strong>n voor een afwissel<strong>in</strong>g van hoge sterftepieken gevolgd door perio<strong>de</strong>n met een<br />
lagere sterfte. De tien<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw kan dan weer wor<strong>de</strong>n beschouwd als een<br />
tijd van trage maar haast cont<strong>in</strong>ue <strong>de</strong>mografische groei, wat evenwel niet betekent dat <strong>de</strong><br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g ook steeg. De veertien<strong>de</strong> eeuw wordt gekenmerkt door<br />
hongersnood en toenemen<strong>de</strong> oorlogsactiviteiten terwijl <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie – <strong>de</strong><br />
zwarte dood (1347-1350) – dan weer voor een spectaculaire mortaliteitscrisis zorg<strong>de</strong>.<br />
Een opvallen<strong>de</strong> constante voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen is <strong>de</strong> zeer hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Het<br />
overlij<strong>de</strong>n van vele k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, vaak tegelijk met <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het kraambed, vervalst <strong>in</strong><br />
zekere z<strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfers van <strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g. Wanneer <strong>de</strong>ze voor <strong>de</strong> late<br />
mid<strong>de</strong>leeuwen op slechts 25 à 27 jaar wordt geschat, is <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte eigenlijk verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />
voor <strong>de</strong>ze lage cijfers. In werkelijkheid kwamen ook hogere leeftij<strong>de</strong>n regelmatig<br />
voor, hoewel <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate dan nu.<br />
ALEXANDRA DE POORTER 16 17 INLEIDING<br />
Hygiëne en een goe<strong>de</strong> gezondheid waren ook toen <strong>de</strong> eerste vereisten voor een lang<br />
leven. Is onze kijk op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse medische kennis doorgaans negatief get<strong>in</strong>t, dan<br />
had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwers daar zelf wellicht een heel an<strong>de</strong>re perceptie van. Overigens<br />
moet het beeld van <strong>de</strong> ‘vuile’ mid<strong>de</strong>leeuwen toch genuanceerd wor<strong>de</strong>n. Huizen waren<br />
niet bepaald zo hygiënisch en gezond als vandaag, maar <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong><strong>de</strong>n veelal heel<br />
wat moeite om ze proper te hou<strong>de</strong>n. Ook voor <strong>de</strong> straten wer<strong>de</strong>n, althans vanaf <strong>de</strong> latere<br />
mid<strong>de</strong>leeuwen, maatregelen getroffen om vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te perken en b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong><br />
had men on<strong>de</strong>r meer oog voor mogelijke bescherm<strong>in</strong>gen tegen epi<strong>de</strong>mische ziekten.<br />
Er wer<strong>de</strong>n zelfs ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> lijsten opgesteld voor het re<strong>in</strong> hou<strong>de</strong>n van lichaam,<br />
maar ook van won<strong>in</strong>g, voedsel, kled<strong>in</strong>g … en niet <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>st van <strong>de</strong> ziekenkamer. De<br />
vermeld<strong>in</strong>g dat niet zeepwater het doeltreffendst is om <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> dood aan te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n,<br />
maar wel gewijd water dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> slaapkamer werd bewaard, situeert dit verzorg<strong>in</strong>gs-<br />
en stervensgebeuren dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> een christelijke context.<br />
De geneeskun<strong>de</strong> dien<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk meer om <strong>de</strong> pijn te lenigen en <strong>de</strong> dood wat uit<br />
te stellen. Sterk beïnvloed door antieke percepties en <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n (on<strong>de</strong>r meer die van<br />
Aristoteles) en later ook door <strong>de</strong> Arabische geneeskun<strong>de</strong> ken<strong>de</strong> ze vele beperk<strong>in</strong>gen,<br />
maar kreeg ook heel wat aandacht. In comb<strong>in</strong>atie met an<strong>de</strong>re bronnen geeft he<strong>de</strong>ndaags<br />
on<strong>de</strong>rzoek, meer bepaald <strong>de</strong> funeraire archeologie, <strong>de</strong> paleobiologie, <strong>de</strong> paleopathologie<br />
en het antropologisch on<strong>de</strong>rzoek, nieuwe <strong>in</strong>formatie over doodsoorzaak of ziekte door<br />
<strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> vele archeologische overblijfselen van graven en grafcomplexen. Ook<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen voor zware verwond<strong>in</strong>gen of dood als gevolg van (oorlogs)geweld ontbreken<br />
niet. Oorlogen en gevechten waren scher<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>slag tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen en<br />
had<strong>de</strong>n ook dikwijls een vrij zware impact op het sterftecijfer. Dit wordt geïllustreerd<br />
door voorbeel<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> kruistochten of <strong>de</strong> Hon<strong>de</strong>rdjarige Oorlog illustreren, alhoewel<br />
het moeilijk blijft juiste ram<strong>in</strong>gen te maken over <strong>de</strong> do<strong>de</strong>naantallen. Dankzij mo<strong>de</strong>rne<br />
technieken kunnen verwond<strong>in</strong>gen, aangeboren en besmettelijke ziekten, tandhygiëne,<br />
therapeutische <strong>in</strong>grepen en stress<strong>in</strong>dicatoren geï<strong>de</strong>ntificeerd wor<strong>de</strong>n en getuigen van<br />
gezondheidszorg, <strong>in</strong>clusief operatieve <strong>in</strong>grepen. Maar zowel voor rijk als arm bleef (en<br />
blijft) <strong>de</strong> dood uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk onafwendbaar.
19<br />
De dood heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse samenlev<strong>in</strong>g steeds een centrale<br />
plaats <strong>in</strong>genomen. Dit gegeven zal niemand verwon<strong>de</strong>ren gezien <strong>de</strong><br />
lage levensverwacht<strong>in</strong>g en het gewicht van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> religieuze constructies<br />
rond heilsverwacht<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> opstand<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />
Uitspraken doen over levensverwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen is echter<br />
bijzon<strong>de</strong>r moeilijk. Vóór <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw zijn er nauwelijks bronnen die toelaten<br />
om een relatief betrouwbare schatt<strong>in</strong>g te maken. Hoe dan ook wordt <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
mortaliteit gekenmerkt door een zeer hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>r- en adolescentensterfte. Vooral <strong>de</strong><br />
geboorte was voor moe<strong>de</strong>r en k<strong>in</strong>d vaak een risicovol gebeuren. In enkele kle<strong>in</strong>e ste<strong>de</strong>n<br />
van het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren fluctueer<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> jaarlijkse sterftecoëfficiënt<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw tussen 34 en 45‰, relatief hoog <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het platteland<br />
rond Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> (33 à 38‰). In Toscane schommel<strong>de</strong> <strong>de</strong> sterftecoëfficiënt <strong>in</strong> het twee<strong>de</strong><br />
kwart van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw rond 37‰, maar dit is wellicht een m<strong>in</strong>imumcijfer. Deze<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> sterftecijfers verbergen een bijzon<strong>de</strong>r acci<strong>de</strong>nteel sterfteparcours. Zelfs tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r hevigste pestperio<strong>de</strong>s liep <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e Zeeuws-Vlaamse stadje Hulst<br />
het bruto sterftecoëfficiënt op tot bijna 80‰. Het was vooral <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte die <strong>de</strong><br />
hoge aantallen veroorzaakte. In het mid<strong>de</strong>n vijftien<strong>de</strong> eeuw bedroeg <strong>de</strong> volwassenensterfte<br />
<strong>in</strong> Hulst en Kortrijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, ongeveer 34‰ van <strong>de</strong> totale populatie volwassenen.<br />
De k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte <strong>in</strong> Hulst <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> liep evenwel op tot 65‰. Ruim meer dan<br />
<strong>de</strong> helft van alle door <strong>de</strong> lokale Willibrorduskerk opgeteken<strong>de</strong> begrafenissen waren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
jonger dan zestien jaar. In perio<strong>de</strong>s zon<strong>de</strong>r pestepi<strong>de</strong>mieën daal<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze sterftecijfers<br />
wel substantieel, <strong>in</strong> zoverre dat er van een normale sterfte nauwelijks sprake was.<br />
Perio<strong>de</strong>s met extreem hoge crisissterfte wer<strong>de</strong>n met een do<strong>de</strong>lijke ca<strong>de</strong>ns afgewisseld<br />
met perio<strong>de</strong>s waar relatief we<strong>in</strong>ig sterfte voorkwam.<br />
Deze sterftecijfers suggereren een opvallend <strong>de</strong>mografisch profiel. K<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte<br />
was een normaal gegeven <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Maar tegelijk was ou<strong>de</strong>rdom geen zeldzaam<br />
verschijnsel. De kopers van lijfrenten <strong>in</strong> Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>, <strong>in</strong>woners die voldoen<strong>de</strong><br />
kapitaal had<strong>de</strong>n om te participeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare schuld van <strong>de</strong> stad en dus als meer dan<br />
doorsnee welstellend kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd, bereikten gemid<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> leeftijd van<br />
50 tot 55 jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. In <strong>de</strong> vroege zestien<strong>de</strong> eeuw<br />
bedroeg dit gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bij overlij<strong>de</strong>n zelfs 55 tot 60 jaar. Deze relatief gunstige levens-<br />
het alledaagse<br />
sterven<br />
Demografische en maatschappelijke<br />
realiteit van <strong>de</strong> dood<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
Peter Stabel
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
verwacht<strong>in</strong>g houdt echter helemaal geen reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> zware k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Lijfrenten<br />
wer<strong>de</strong>n meestal gekocht toen <strong>de</strong> moorddadige k<strong>in</strong><strong>de</strong>rtijd voorbij was. Het dient<br />
nochtans te wor<strong>de</strong>n vermeld dat <strong>de</strong>ze vijftien<strong>de</strong>-eeuwse gegevens gel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een tijd van<br />
zeer grote crisismortaliteit. De cijfers voor <strong>de</strong> groeiperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
lagen wellicht niet hoger.<br />
De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g bij geboorte <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen wordt op<br />
slechts 25-27 jaar geschat, terwijl ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen schommel<strong>de</strong> tussen 30 en<br />
35 jaar. Opnieuw is <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong>ze lage cijfers. Recente<br />
schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> leeftijd van 25 jaar gaan uit van ongeveer 26<br />
jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> zwarte dood (dus 51 jaar) en van 23 jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
(dus 48 jaar). Deze cijfers wijzen alvast op een langzame uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
levensduur <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van mid<strong>de</strong>leeuwse groei en een spectaculaire <strong>in</strong>z<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
levensverwacht<strong>in</strong>g vanaf omstreeks 1300, dus een tijd voor <strong>de</strong> pest haar <strong>in</strong>tre<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed.<br />
De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, niet zo maar<br />
een onveran<strong>de</strong>rlijk gegeven<br />
Toch is het niet zo dat <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien eeuwen die <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zes-<br />
<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw besloeg zomaar onveran<strong>de</strong>rlijk bleef. De dood werd heel an<strong>de</strong>rs<br />
beleefd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (zes<strong>de</strong>-negen<strong>de</strong> eeuw) dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
(tien<strong>de</strong>-<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) en kreeg opnieuw een heel an<strong>de</strong>r aanzien <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
(veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw). Daarbij veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van<br />
<strong>de</strong> dood on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> mentaliteit. De dood zelf maakt als maatschappelijk<br />
en biologisch verschijnsel steeds <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> condition huma<strong>in</strong>e. Ze werd<br />
echter heel an<strong>de</strong>rs ervaren <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s van acute crisismortaliteit waar <strong>de</strong> dood zowel<br />
volledig willekeurig als heel sociaal gericht kon toeslaan en grote groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />
raakte, dan <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s waar sterven enkel <strong>de</strong> bekron<strong>in</strong>g was van een als natuurlijk<br />
ervaren leven. Het is die vermeng<strong>in</strong>g van i<strong>de</strong>ologische constructies enerzijds en biologische<br />
en maatschappelijke ervar<strong>in</strong>g an<strong>de</strong>rzijds die het dagelijkse sterven al dan niet<br />
alledaags maakt.<br />
De veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>s ten opzichte van <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong> dood wer<strong>de</strong>n<br />
natuurlijk ook bepaald door <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> dood zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
samenlev<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong>ed. Zowel het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong>ze lange perio<strong>de</strong> (vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) als<br />
het e<strong>in</strong><strong>de</strong> ervan (veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw) ken<strong>de</strong>n een hoge crisismortaliteit. Grootschalige<br />
epi<strong>de</strong>mische golven zorg<strong>de</strong>n voor een afwisselend parcours van extreem hoge<br />
sterftepieken, gevolgd door een langere perio<strong>de</strong> met relatief lagere sterfte. Wellicht g<strong>in</strong>g<br />
het <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege perio<strong>de</strong> om <strong>de</strong> builenpest en vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw<br />
om <strong>de</strong> zwarte dood, waarvan <strong>de</strong> associatie met <strong>de</strong> builen- of longpest (<strong>de</strong> ziekte verspreid<br />
via <strong>de</strong> rattenvlo door <strong>de</strong> bacterie yers<strong>in</strong>ia pestis) <strong>in</strong> recente on<strong>de</strong>rzoek steeds meer<br />
<strong>in</strong> twijfel wordt getrokken. In <strong>de</strong> lange perio<strong>de</strong> daartussen lijkt Europa allesz<strong>in</strong>s gespaard<br />
te zijn geweest van <strong>de</strong>rgelijke cataclysmen. Niet toevallig was <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
tien<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw er een van weliswaar trage, maar bijna cont<strong>in</strong>ue <strong>de</strong>mografische<br />
groei die pas naar het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw lijkt af te nemen. Mid<strong>de</strong>leeuws<br />
Europa werd toen ‘un mon<strong>de</strong> ple<strong>in</strong>’ en op dat moment nam ook <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g steeds<br />
meer toe. In sommige geprivilegieer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n liep het aantal ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen op tot bijna<br />
een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zelfs tot <strong>de</strong> helft van bevolk<strong>in</strong>g.<br />
De lange mid<strong>de</strong>leeuwse groei vanaf <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> eeuw beteken<strong>de</strong> echter niet dat <strong>de</strong><br />
PETER STABEL 20<br />
21 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />
gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> meesteeg. On<strong>de</strong>rzoek van skeletten, die<br />
archeologisch <strong>in</strong> steeds grotere aantallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van dateerbare grafvel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />
aangetroffen, heeft alvast aangetoond dat <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g geen gelijke tred hield met <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>mografische expansie. Mensen uit <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>)<br />
genoten blijkbaar van een veel meer verschei<strong>de</strong>n en hoogwaardige voed<strong>in</strong>g dan zij uit <strong>de</strong><br />
late <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw. Het plafond dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse groei <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw had<br />
bereikt, waardoor steeds meer marg<strong>in</strong>ale gron<strong>de</strong>n van slechte akkerbouwkwaliteit <strong>in</strong><br />
gebruik wer<strong>de</strong>n genomen, had dui<strong>de</strong>lijk een vereenvoudig<strong>in</strong>g van het dieet tot gevolg.<br />
Bovendien verloren ook allerlei productiviteitsverhogen<strong>de</strong> technieken zoals braak,<br />
vruchtwissel<strong>in</strong>g, drieslagstelsel, veeteelt en <strong>de</strong> teelt van stikstof toevoegen<strong>de</strong> planten<br />
gaan<strong>de</strong>weg terre<strong>in</strong> om plaats te maken voor <strong>de</strong> nagenoeg monocultuur van graan, <strong>de</strong><br />
belangrijkste en meest efficiënte leverancier van calorieën. De gevolgen op <strong>de</strong> gezondheid<br />
moeten dramatisch geweest zijn. Een grote sterftepiek – een ‘positive check’ <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
malthusiaanse term<strong>in</strong>ologie – als gevolg van het groeien<strong>de</strong> wanverhoud<strong>in</strong>g tussen bevolk<strong>in</strong>gsgroei<br />
en tekortschieten<strong>de</strong> bevoorrad<strong>in</strong>g, kon niet uitblijven en vanaf <strong>de</strong> late <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong><br />
eeuw wer<strong>de</strong>n hongersno<strong>de</strong>n steeds talrijker.<br />
Van <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen tot <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
Voor <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen zijn <strong>de</strong> bronnen die ons over sterfte en dood <strong>in</strong>lichten<br />
vooral archeologisch van aard. In <strong>de</strong> Europese regio’s waar <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gspatronen<br />
slechts oppervlakkig door <strong>de</strong> Germaanse <strong>in</strong>vallen zijn gekenmerkt (mediterraan Europa)<br />
lijken <strong>de</strong> antiek-christelijke tradities van begrav<strong>in</strong>g nog zeer lang stand te hebben<br />
gehou<strong>de</strong>n. Vanaf <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische dood (pest) een regelmatig terugkerend<br />
fenomeen. Maar vooral <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie van het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw, toen het<br />
Byzantijnse Rijk on<strong>de</strong>r keizer Just<strong>in</strong>ianus nagenoeg het hele Mid<strong>de</strong>llandse Zeebekken<br />
controleer<strong>de</strong> en han<strong>de</strong>l <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische ziekte opnieuw sterk heeft<br />
bevor<strong>de</strong>rd, hield overal sterk huis, behalve <strong>in</strong> Noordwest-Europa.<br />
Vanaf <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw wordt ondanks het verschijnen van lepra <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
23 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />
dood m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijk. Ondanks <strong>de</strong> bijna chronische oorlogsvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische<br />
en Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>, vertoont <strong>de</strong> Europese bevolk<strong>in</strong>g zelfs een opmerkelijke<br />
groei en wor<strong>de</strong>n hongersno<strong>de</strong>n schaarser door <strong>de</strong> ruime beschikbaarheid van landbouwgrond<br />
en <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> dome<strong>in</strong>economie, waardoor arbeid veel efficiënter kon<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet. Hoewel k<strong>in</strong>ship-structuren nog van essentieel belang waren als solidariteitsvorm,<br />
lijkt het kerngez<strong>in</strong> bestaan<strong>de</strong> uit twee ou<strong>de</strong>rs en een aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (gezien<br />
<strong>de</strong> hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte, vaak beperkt tussen twee en drie) als economische eenheid langzaamaan<br />
dom<strong>in</strong>ant te wor<strong>de</strong>n. Deze steeds exclusiever wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie van het<br />
kerngez<strong>in</strong> zal <strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g ten opzichte van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> het ver<strong>de</strong>re verloop van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
overigens steeds sterker bepalen, omdat ou<strong>de</strong> solidariteitsvormen steeds meer<br />
het veld moesten ruimen voor <strong>de</strong> naaste familiele<strong>de</strong>n en voor meer spirituele verban<strong>de</strong>n<br />
georganiseerd via <strong>de</strong> Kerk en gaan<strong>de</strong>weg ook steeds meer via <strong>de</strong> civil society.<br />
In <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> eeuw v<strong>in</strong>g opnieuw een perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>mografische achteruitgang<br />
aan. Nieuwe groepen vielen het Frankische en Germaanse hartland b<strong>in</strong>nen (moslims <strong>in</strong><br />
Zuid-Italië, Vik<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> West-Europa, Slaven en Hongaren <strong>in</strong> Centraal-Europa). Het<br />
eengemaakte Frankische Rijk fragmenteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> een nieuwe feodale (wan)or<strong>de</strong>. Enkel<br />
<strong>in</strong> het oostelijk <strong>de</strong>el van het ou<strong>de</strong> Frankische Rijk kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Duitse kon<strong>in</strong>gen (later<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ottonen opnieuw keizers) <strong>de</strong> or<strong>de</strong> m<strong>in</strong> of meer handhaven. Vanaf <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> en<br />
elf<strong>de</strong> eeuw kwam men tot een nieuw evenwicht, waarbij territoriale vorsten (kon<strong>in</strong>gen<br />
en op een lager niveau graven, hertogen enzovoort) steeds meer macht naar zich toetrokken<br />
ten koste van plaatselijke potentaten.<br />
Europa begon <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief aan zijn lange groeibeweg<strong>in</strong>g en dank zij <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen en<br />
allerlei vormen van <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> landbouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> meer commerciële gebie<strong>de</strong>n<br />
werd <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische draagkracht steeds groter. Een bevolk<strong>in</strong>gsgroei op lange termijn<br />
was het resultaat. Dit betekent niet dat er geen <strong>de</strong>mografische spann<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n opgebouwd.<br />
Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> groeifase kwamen misoogsten voor. Zo is <strong>de</strong> hongersnood <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n van 1124-1125 goed gedocumenteerd <strong>in</strong> het dagboek van Galbert van Brugge.<br />
Maar zoals <strong>de</strong>ze bevoorrechte ooggetuige al aangaf, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> autoriteiten ook wel hefbomen<br />
<strong>in</strong> han<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong>rgelijke hongersnood te verzachten. De later vermoor<strong>de</strong><br />
graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren, Karel <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong>, slaag<strong>de</strong> er<strong>in</strong> om door maatregelen tegen<br />
speculatie <strong>de</strong> graanprijs on<strong>de</strong>r controle te hou<strong>de</strong>n. Dit was een van <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> factoren<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> apologie van <strong>de</strong>ze graaf wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geroepen om een zaligverklar<strong>in</strong>g te bekomen.<br />
Het is pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste fase van <strong>de</strong> groei, <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, dat <strong>de</strong> malthusiaanse<br />
spann<strong>in</strong>gen steeds frequenter wer<strong>de</strong>n en het feodaal systeem zijn plafond bereikte.<br />
Hoewel er we<strong>in</strong>ig concrete aanwijz<strong>in</strong>gen zijn, lijkt <strong>de</strong> meer versprei<strong>de</strong> welvaart<br />
vooral <strong>de</strong> huwelijksleeftijd te hebben verlaagd en <strong>de</strong> nataliteit te hebben verhoogd. Wellicht<br />
heeft <strong>de</strong> betere voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste fase van <strong>de</strong> groeifase ook <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g<br />
verhoogd, vooral door een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Maar voor geen<br />
enkel van <strong>de</strong>ze veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen kan voor een sociaal diverse groep een representatief<br />
bronnencorpus wor<strong>de</strong>n samengesteld. Allesz<strong>in</strong>s wijst <strong>de</strong> archeologie van begrafenisplaatsen<br />
uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> niet meteen op een substantiële dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte.<br />
Vaak schommelt het aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren rond <strong>de</strong> helft van alle graven en <strong>in</strong> sommige gevallen<br />
ligt dat aan<strong>de</strong>el zelfs bedui<strong>de</strong>nd hoger (op een begraafplaats <strong>in</strong> het Zweedse Westerhus<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen betrof meer dan <strong>de</strong> helft van alle graven k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van 5 jaar<br />
en jonger). Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> groeiperio<strong>de</strong> zette zich een omgekeer<strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g door.<br />
Uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koopkracht en een steeds grotere nadruk op <strong>de</strong> graanteelt zorg<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
meeste streken voor een achteruitgang van het dieet. Vlees werd <strong>in</strong> veel streken voor <strong>de</strong><br />
armere groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g een schaars goed en ook groenten wer<strong>de</strong>n noodgedwongen<br />
vaak opgeofferd voor een eenzijdig dieet van granen en bonen. De groei rem<strong>de</strong><br />
dan ook danig af en <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g werd kwetsbaar voor crisissterfte. In <strong>de</strong> vroege veertien<strong>de</strong><br />
eeuw barstte <strong>de</strong> bom: na opeenvolgen<strong>de</strong> mislukte oogsten door regenval en <strong>de</strong><br />
klimatologische effecten van <strong>de</strong> ‘kle<strong>in</strong>e ijstijd’ kreeg een algemene hongersnood heel<br />
Europa tussen 1315 en 1317 <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban. Tijdgenoten spaar<strong>de</strong>n hun commentaar niet om <strong>de</strong><br />
ellen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> hongeren<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g te schetsen.<br />
Was <strong>de</strong> subsistentiecrisis van 1315-1317 een algemeen Europees verschijnsel, hongersnood<br />
trof niet alle groepen <strong>in</strong> gelijke mate en ook niet alle streken met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> catastrofale<br />
gevolgen. Het is opvallend dat vooral <strong>in</strong> dichtbevolkte commerciële gebie<strong>de</strong>n,<br />
waar ook <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g het verst was doorgedrongen, bevoorrad<strong>in</strong>gscrisissen vaak<br />
relatief makkelijk kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n opgevangen. Deze schijnbare paradox kan door <strong>de</strong><br />
dichte bevoorrad<strong>in</strong>gsnetwerken wor<strong>de</strong>n verklaard. Zo had<strong>de</strong>n grote ste<strong>de</strong>n als Lon<strong>de</strong>n<br />
en Parijs een heel divers en ruim h<strong>in</strong>terland van waaruit voed<strong>in</strong>g kon wor<strong>de</strong>n aangevoerd.<br />
De concentratie aan ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n werd via het rivierennetwerk<br />
van Schel<strong>de</strong> en Leie vanuit Noord-Frankrijk bevoorraad; <strong>de</strong> grote Noord-<br />
Italiaanse ste<strong>de</strong>n voer<strong>de</strong>n graan en voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong>, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit Sicilië. Een goed<br />
bevoorrad<strong>in</strong>gsnetwerk maakte <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r afhankelijk van bruuske schommel<strong>in</strong>gen<br />
van <strong>de</strong> graanoogst. Zo varieer<strong>de</strong> <strong>de</strong> graanprijs <strong>in</strong> Gent, waar han<strong>de</strong>laars en<br />
schippers <strong>de</strong> gunstige verkeersstrategische ligg<strong>in</strong>g gebruikten om allerlei commerciële<br />
en transportmonopolies te verwerven, veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk dan <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re Vlaamse ste<strong>de</strong>n.<br />
Paradoxaal waren <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die het meest van <strong>de</strong> graanimport afhankelijk waren, <strong>in</strong><br />
staat om <strong>de</strong> bevoorrad<strong>in</strong>gsmoeilijkhe<strong>de</strong>n beter te bestrij<strong>de</strong>n. De gevolgen voor sterftecrisissen<br />
bleven niet uit en er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege veertien<strong>de</strong> eeuw,<br />
toen grote <strong>de</strong>len van Europa al volop le<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> graanmonocultuur,<br />
het vleesverbruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>n zelfs nog toenam. Van premo<strong>de</strong>rne<br />
ste<strong>de</strong>n neemt men vaak aan dat zij lij<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het zogenaam<strong>de</strong> urban graveyard<br />
effect: <strong>de</strong> mortaliteit overstijgt er met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van natuurlijke<br />
groei. De proportioneel hogere sterfte <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n, vooral <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s van epi<strong>de</strong>mische<br />
ziekte, zou uiteraard kunnen verklaard wor<strong>de</strong>n door slechtere hygiënische omstandig-<br />
PETER STABEL 24
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
he<strong>de</strong>n. Toch is het niet zozeer <strong>de</strong> sterfte die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n hoger ligt, als wel het lagere aantal<br />
geboorten. Ste<strong>de</strong>n huisvestten immers een veel groter aantal alleenstaan<strong>de</strong>n. Vaak<br />
gaat het om life cycle migranten, plattelandsjongeren die vooraleer ze huwen <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n op<br />
zoek zijn naar een loon<strong>in</strong>komen of naar opleid<strong>in</strong>g om later tewerkstell<strong>in</strong>g te faciliteren.<br />
Pest, honger en oorlog, <strong>de</strong> drie rij<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> dood<br />
De hogere sterfte van <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen was het resultaat van bepaal<strong>de</strong> maatschap-<br />
pelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en spann<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong>herent <strong>in</strong> het feodale systeem zaten <strong>in</strong>gebakken.<br />
Een pijnlijke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> limieten van <strong>de</strong> pre-<strong>in</strong>dustriële groei. De grote<br />
hongersnood van 1315-1317 kan als een dui<strong>de</strong>lijk malthusiaans fenomeen wor<strong>de</strong>n<br />
beschouwd, een schok opgebouwd door <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g tussen bevolk<strong>in</strong>gstoename en<br />
falen<strong>de</strong> voedselproductie. Ook <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> oorlogsactiviteit <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> (met <strong>de</strong><br />
erbij horen<strong>de</strong> economische en <strong>de</strong>mografische ontwricht<strong>in</strong>g) kan wor<strong>de</strong>n verklaard vanuit<br />
<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuwe feodale staten en door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> druk op <strong>de</strong><br />
grondheren om hun <strong>in</strong>komen te verhogen. Wat daarop volg<strong>de</strong>, een korte herstelperio<strong>de</strong><br />
gevolgd door <strong>de</strong> eerste grote golf van <strong>de</strong> zwarte dood, was evenwel een <strong>de</strong>mografisch<br />
cataclysme dat door geen enkel verklar<strong>in</strong>gsmo<strong>de</strong>l echt kan wor<strong>de</strong>n uitgelegd.<br />
Wat vaststaat is dat <strong>de</strong> zwarte dood, waarmee gewoonlijk <strong>de</strong> eerste sterftegolf wordt<br />
aangeduid van e<strong>in</strong>d 1347 tot 1350, een ware <strong>de</strong>mografische <strong>in</strong>eenstort<strong>in</strong>g veroorzaakte.<br />
Tussen een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> Europese bevolk<strong>in</strong>g bezweek eraan en <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />
tot hongersnood discrim<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> <strong>de</strong> ziekte niet: jong en oud, rijk en arm, machtige<br />
en machteloze, ze bezweken allemaal. Vreemd is wel dat enkele regio’s schijnbaar<br />
gespaard zijn gebleven. Zo maakte <strong>de</strong> eerste golf van <strong>de</strong> zwarte dood relatief we<strong>in</strong>ig<br />
slachtoffers <strong>in</strong> <strong>de</strong> nochtans sterk verste<strong>de</strong>lijkte Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. De daaropvolgen<strong>de</strong><br />
echo-epi<strong>de</strong>mieën, die met grote regelmaat tot het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw<br />
voorkwamen, waren vrijwel even algemeen als <strong>de</strong> eerste golf, en ditmaal wer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong><br />
Vlaamse en Brabantse ste<strong>de</strong>n zwaar getroffen. In <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw werd <strong>de</strong> pest – of<br />
g<strong>in</strong>g het toch om an<strong>de</strong>re nog onbeken<strong>de</strong> ziekten – en<strong>de</strong>misch. De uitbraken, die tot diep<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g zou<strong>de</strong>n blijven teisteren, wer<strong>de</strong>n lokaler. De virulentie<br />
en dus ook <strong>de</strong> sterfte varieer<strong>de</strong>n sterker.<br />
De gevolgen van <strong>de</strong> massale crisissterfte waren immens. Niet alleen werd <strong>de</strong> dood<br />
nog meer onvoorspelbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd, ze werd ook sociaal rechtvaardiger. Het beeld van<br />
<strong>de</strong> danse macabre, die al vóór <strong>de</strong> zwarte dood <strong>in</strong> Europa was doorgedrongen, kreeg wel<br />
een heel realistische <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. Pas met <strong>de</strong> eerste succesvolle maatregelen tegen <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> pest, <strong>in</strong> essentie het opleggen van quaranta<strong>in</strong>e, kon<strong>de</strong>n rijkere bevolk<strong>in</strong>gsgroepen,<br />
die ook <strong>de</strong> machts<strong>in</strong>strumenten had<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> maatregelen op te leggen<br />
en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële mogelijkhe<strong>de</strong>n om ze te on<strong>de</strong>rgaan, opnieuw meer greep op <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />
dood krijgen. Een bijkomend gevolg van <strong>de</strong> massale sterfte was uiteraard een verschuiv<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie tussen arbeid en kapitaal. Arbeid werd een schaars goed en <strong>de</strong><br />
leveranciers ervan kwamen na een eeuwenlange uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koopkracht onverwacht<br />
<strong>in</strong> een gunstige positie terecht. De late mid<strong>de</strong>leeuwen zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n eeuw’<br />
van <strong>de</strong> handwerker wor<strong>de</strong>n. Ondanks <strong>de</strong> <strong>in</strong>ertie waarmee ook nu nog nom<strong>in</strong>ale lonen<br />
wer<strong>de</strong>n aangepast, bleek <strong>de</strong> gelijktijdige seculaire prijsdal<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>de</strong><br />
koopkracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoogte te jagen en nam <strong>de</strong> vraag naar <strong>in</strong>dustriële goe<strong>de</strong>ren toe. Deze<br />
laatste wer<strong>de</strong>n veelal <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n geproduceerd, zodat er een <strong>in</strong>komenstransfer van het<br />
platteland naar <strong>de</strong> stad op gang kwam. Het is opvallend dat <strong>de</strong> succesvolle ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
PETER STABEL 26<br />
27 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n weliswaar niet meer doorgroei<strong>de</strong>n maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze crisis ook nauwelijks aan<br />
bevolk<strong>in</strong>g verloren.<br />
Vanaf het twee<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw steeg <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g<br />
opnieuw tot het peil van <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> en vroege <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, en dit ondanks het<br />
en<strong>de</strong>misch karakter van epi<strong>de</strong>mische ziekte. Uitbarst<strong>in</strong>gen van epi<strong>de</strong>mische ziekten, <strong>de</strong><br />
pest of an<strong>de</strong>re, wer<strong>de</strong>n steeds onregelmatiger, maar vooral m<strong>in</strong><strong>de</strong>r algemeen en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
do<strong>de</strong>lijk. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> welvaartsstijg<strong>in</strong>g heeft wellicht ook geleid tot een beter en<br />
meer gediversifieerd voedselpakket. Vooral <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ngroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n profiteer<strong>de</strong>n<br />
op lange termijn van <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g; op het platteland is het beeld gemeng<strong>de</strong>r.<br />
Op korte termijn was <strong>de</strong> situatie voor loonarbei<strong>de</strong>rs ongetwijfeld gunstig. Voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e<br />
we<strong>in</strong>ig marktafhankelijke boeren werd <strong>de</strong> druk op <strong>de</strong> grondmarkt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, waardoor<br />
ook zij profiteer<strong>de</strong>n. Op lange termijn slaag<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grootgrondbezitters <strong>de</strong> vruchten te<br />
plukken van <strong>de</strong> noodzakelijke extensiver<strong>in</strong>g van het agrarisch bedrijf en leid<strong>de</strong> <strong>de</strong> crisis<br />
tot herstructurer<strong>in</strong>gen ten voor<strong>de</strong>le van kle<strong>in</strong>e en grote bedrijven. Op het platteland verloren<br />
met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> marktafhankelijke mid<strong>de</strong>ngroepen het meest. De sterftecrisissen<br />
van <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen hebben op <strong>de</strong>ze wijze niet alleen <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong><br />
dood en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n beïnvloed, ze hebben fundamenteel ook <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n zelf<br />
veran<strong>de</strong>rd.<br />
Bibliografie<br />
Bar<strong>de</strong>t & Dupâquier 1997. Blockmans 1980, p. 835-863. Chiffoleau 1980. Cohn 2002. Herlihy & Klapisch Zuber<br />
1978. Lauwers 1997. Stabel 1995. Stabel 1997. Thoen 1988.
29<br />
Al vanaf haar ontstaan is <strong>de</strong> menselijke soort geteisterd door besmettelijke<br />
ziekten, maar het zijn vooral <strong>de</strong> grote mid<strong>de</strong>leeuwse epi<strong>de</strong>mieën die<br />
tot <strong>de</strong> verbeeld<strong>in</strong>g spreken. De hele mid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> wordt gekenmerkt<br />
door een bijna onafgebroken opeenvolg<strong>in</strong>g van meer<strong>de</strong>re plagen,<br />
waarvan sommige zoals <strong>de</strong> pest geregeld opnieuw uitbraken, on<strong>de</strong>r<br />
meer als gevolg van <strong>de</strong> betere communicatiemogelijkhe<strong>de</strong>n. Daarnaast kan <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>teresse<br />
voor <strong>de</strong> grote epi<strong>de</strong>mieën ook niet los wor<strong>de</strong>n gezien van <strong>de</strong> huidige problemen rond<br />
volksgezondheid.<br />
Al <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1960 verscheen een aantal baanbreken<strong>de</strong> werken over dit on<strong>de</strong>rwerp.<br />
Gelei<strong>de</strong>lijk echter brachten <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g voor epi<strong>de</strong>mieën door <strong>de</strong>mografen-historici<br />
en een open<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> biologie dankzij <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van artsen-epi<strong>de</strong>miologen,<br />
een omwentel<strong>in</strong>g teweeg <strong>in</strong> onze kennis van <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> gevolgen van epi<strong>de</strong>mieën<br />
<strong>in</strong> ou<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gen. Aangezien talrijke werken <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> pest<br />
behan<strong>de</strong>len, is dit een van bekendste epi<strong>de</strong>mische <strong>in</strong>fectieziekte gewor<strong>de</strong>n.<br />
Ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> gevolgen van epi<strong>de</strong>mieën is dus een complex verhaal dat<br />
een systematische aanpak noodzaakt die diverse discipl<strong>in</strong>es verenigt, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> historiografie,<br />
<strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografie, <strong>de</strong> sociale aardrijkskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> sociologie.<br />
De teksten, die vooral vanaf <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw uitvoeriger wer<strong>de</strong>n, blijven nochtans<br />
vaag – als ze er al iets over vermel<strong>de</strong>n – over <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n ten tij<strong>de</strong> van<br />
epi<strong>de</strong>mieën wer<strong>de</strong>n begraven. De funeraire gebruiken <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van hoge sterfte<br />
zijn nooit echt grondig behan<strong>de</strong>ld. Alleen een paar literaire en iconografische bronnen<br />
doet ons beseffen welke impact <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lwijze van <strong>de</strong> mensen<br />
had<strong>de</strong>n (afb. 1), en sommige van die bronnen vertonen een bijna angstwekkend realisme<br />
(afb. 2).<br />
S<strong>in</strong>ds kort echter wordt het epi<strong>de</strong>miologische on<strong>de</strong>rzoek aangevuld met gegevens<br />
afkomstig van <strong>de</strong> funeraire archeologie en <strong>de</strong> paleobiologie. De bruuske verstor<strong>in</strong>gen<br />
van het mentale en materiële evenwicht die epi<strong>de</strong>mieën teweegbrachten, lieten onvermij<strong>de</strong>lijk<br />
sporen na. Deze zijn vaak heel dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar <strong>in</strong> grafensembles, die aldus<br />
bevoorrechte getuigen van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mieën wor<strong>de</strong>n. Wanneer een<br />
plotsel<strong>in</strong>ge mortaliteitscrisis optreedt, wordt het beheer van <strong>de</strong> begrafenisruimte<br />
immers volledig verstoord. Voor <strong>de</strong> teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g van een groot aantal lijken <strong>in</strong> een<br />
Dom<strong>in</strong>ique Castex<br />
epi<strong>de</strong>mieën<br />
als doodsoorzaak<br />
Archeologisch-antropologisch<br />
funerair on<strong>de</strong>rzoek<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
DOMINIQUE CASTEX 30<br />
korte tijdspanne wer<strong>de</strong>n vaak speciale graven gemaakt, ‘massagraven’ genoemd. Het is<br />
een van <strong>de</strong> opdrachten van het archeologisch-antropologisch on<strong>de</strong>rzoek om <strong>de</strong> manier<br />
te bestu<strong>de</strong>ren waarop <strong>in</strong> crisissituaties met <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n werd omgegaan en ons aldus<br />
<strong>in</strong>zicht te verschaffen <strong>in</strong> <strong>de</strong> funeraire tradities <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van uitzon<strong>de</strong>rlijk hoge<br />
sterfte. Daarnaast is ook van belang na te gaan op welke uiteenlopen<strong>de</strong> manieren diverse<br />
culturen op eenzelf<strong>de</strong> crisis reageren. Een twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopdracht bestaat er<strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> aard van een mortaliteitscrisis te <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren op basis van biologische criteria. Dit is<br />
een fundamentele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gericht op <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> ziekteverwekkers die<br />
verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor crisissen, vooral daar waar geschreven bronnen schaars of<br />
onbestaan<strong>de</strong> zijn.<br />
Archeologie en biologie van <strong>de</strong> begraven populatie<br />
Vanaf het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren 1960 begonnen sommige historici te beseffen dat een gron-<br />
diger studie van begraafplaatsen en skeletten een veelbelovend onontgonnen on<strong>de</strong>rzoeksterre<strong>in</strong><br />
was dat niet alleen gegevens over we<strong>in</strong>ig beken<strong>de</strong> historische tijdvakken<br />
kon verschaffen, maar ook <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> kennis kon bijstellen. Toch was het pas vanaf <strong>de</strong><br />
late jaren 1980 dat, dankzij <strong>de</strong> steeds talrijker preventieve archeologische <strong>in</strong>grepen,<br />
vooral op het platteland, begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n ont<strong>de</strong>kt en bestu<strong>de</strong>erd die met epi<strong>de</strong>miologische<br />
crisissen verband hiel<strong>de</strong>n. Zowel <strong>de</strong> nieuwe visie op <strong>de</strong> funeraire archeologie<br />
als <strong>de</strong> vooruitgang op het gebied van <strong>de</strong> biologische antropologie, met name dankzij<br />
<strong>de</strong> moleculaire paleobiochemie en <strong>de</strong> paleogenetica, hebben <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van mortaliteitscrisissen<br />
<strong>in</strong> vroegere samenlev<strong>in</strong>gen sterk verruimd.<br />
De voorbije tw<strong>in</strong>tig jaar zijn diverse begraafplaatsen blootgelegd die totaal verschillend<br />
zijn van <strong>de</strong> traditionele begraafplaatsen of necropolen. Wat <strong>de</strong>ze sites speciaal<br />
maakt, is dat ze structuren omvatten met een groot aantal <strong>in</strong>dividuen die op hetzelf<strong>de</strong><br />
moment zijn begraven. Deze do<strong>de</strong>n, die geen natuurlijke dood kunnen gestorven zijn,<br />
verra<strong>de</strong>n dus een ‘abnormale’ sterfte, een bijzon<strong>de</strong>re gebeurtenis die we met behulp van<br />
specifieke analyse-<strong>in</strong>strumenten kunnen <strong>in</strong>terpreteren. Een eerste <strong>in</strong>strument is louter<br />
archeologisch en moet aantonen dat het om echt gelijktijdige <strong>in</strong>humaties gaat. An<strong>de</strong>re<br />
<strong>in</strong>strumenten on<strong>de</strong>rzoeken dan weer <strong>de</strong> biologische kenmerken van <strong>de</strong> begravenen: kan<br />
men op <strong>de</strong> botten specifieke letsels i<strong>de</strong>ntificeren die <strong>de</strong> aard van een mortaliteitscrisis<br />
typeren? Wat is <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g volgens leeftijd en geslacht van <strong>de</strong> begravenen en wat<br />
leert dit ons over <strong>de</strong> crisis die een bepaal<strong>de</strong> populatie heeft getroffen?<br />
Het is niet altijd makkelijk gelijktijdige <strong>in</strong>humaties of massagraven – <strong>de</strong> opstapel<strong>in</strong>g<br />
van lijken op eenzelf<strong>de</strong> plaats b<strong>in</strong>nen een heel kort tijdsbestek – te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van collectieve<br />
graven waarbij <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd gespreid zijn en dus uit een ‘gewone’ sterfte<br />
voortvloeien. Voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van een echte mortaliteitscrisis moeten <strong>de</strong><br />
gewrichtsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> botstukken <strong>in</strong> <strong>de</strong> graven wor<strong>de</strong>n geanalyseerd. Lijken<br />
die gelijktijdig wor<strong>de</strong>n begraven, ontb<strong>in</strong><strong>de</strong>n immers ook gelijktijdig, en <strong>de</strong> anatomische<br />
verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen blijven doorgaans <strong>in</strong>tact. Dat is niet het geval voor <strong>in</strong>humaties die <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd<br />
gespreid zijn: wanneer een nieuw lijk wordt toegevoegd, dan wordt <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g verstoord<br />
van <strong>de</strong> aanwezige <strong>in</strong>dividuen die on<strong>de</strong>rtussen al tot skeletten herleid zijn.<br />
Zodra <strong>de</strong> hypothese van een mortaliteitscrisis door <strong>de</strong> archeologische gegevens is<br />
gestaafd, kunnen biologische analyses <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> sterfgevallen proberen te bepalen.<br />
In een eerste fase moet <strong>de</strong> aan- of afwezigheid van specifieke ziekten op <strong>de</strong> skeletten<br />
wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht om een gewelddadige dood uit te sluiten. Zo kan het on<strong>de</strong>rzoek met-<br />
31 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />
een wor<strong>de</strong>n toegespitst op een zich vlug versprei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie, waarbij <strong>de</strong> snelle uitwerk<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectiekiemen <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van botletsels verh<strong>in</strong><strong>de</strong>rt. Nadien proberen<br />
on<strong>de</strong>rzoekers een eventuele groep <strong>in</strong> termen van leeftijd of geslacht te i<strong>de</strong>ntificeren,<br />
want mortaliteitscrisissen treffen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> leeftijdsgroepen b<strong>in</strong>nen een<br />
populatie niet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier. Via een vergelijk<strong>in</strong>g met een natuurlijke populatie<br />
kan <strong>de</strong> <strong>de</strong>tectie van <strong>de</strong>mografische afwijk<strong>in</strong>gen een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicator van <strong>de</strong> sterfteoorzaken<br />
zijn. Op basis van zo betrouwbaar mogelijke <strong>in</strong>dividuele schatt<strong>in</strong>gen van leeftijd en<br />
geslacht kan men het sterfteprofiel van <strong>de</strong> begraven populatie vaststellen. Volgens <strong>de</strong><br />
klassieke theoretische mortaliteitstabellen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele leeftij<strong>de</strong>n bij overlij<strong>de</strong>n<br />
opge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> vijfjarige klassen (behalve <strong>de</strong> eerste twee klassen van respectievelijk<br />
1 jaar en 4 jaar) en <strong>in</strong> verstreken leeftij<strong>de</strong>n. Dan wordt voor elke leeftijdsklasse een sterftequotiënt<br />
berekend en wordt het profiel van <strong>de</strong> quotiënten vergeleken met <strong>de</strong> verwachte<br />
distributies <strong>in</strong> geval van een natuurlijke <strong>de</strong>mografie, om zo eventuele bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> archeologische monsters aan het licht te brengen.<br />
Al enkele jaren is <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>air on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> gang dat <strong>de</strong> archeologische,<br />
tekstuele, <strong>de</strong>mografische en epi<strong>de</strong>miologische aanpak met elkaar <strong>in</strong> verband brengt. Dit<br />
heeft al <strong>de</strong> eerste antwoor<strong>de</strong>n opgeleverd op vraag hoe verschillen<strong>de</strong> menselijke samenlev<strong>in</strong>gen<br />
zich <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n aa epi<strong>de</strong>mieën hebben aangepast.<br />
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
Van het conjuncturele tot <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> grote<br />
historische pestepi<strong>de</strong>mieën<br />
argumenten voor mortaliteitscrisissen per epi<strong>de</strong>mie<br />
DOMINIQUE CASTEX 32<br />
Voor zover bekend dateert <strong>de</strong> allereerste i<strong>de</strong>ntificatie van een epi<strong>de</strong>mische mortaliteitscrisis<br />
<strong>in</strong> een funeraire context van het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren 1990, met <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />
studie van <strong>de</strong> site van Sa<strong>in</strong>t-Pierre <strong>in</strong> Dreux (Eure-et-Loir, Frankrijk, veertien<strong>de</strong> eeuw;<br />
afb. 3). Wat <strong>de</strong>ze site uniek maakt, is haar bijzon<strong>de</strong>r ongewone problematiek en <strong>de</strong><br />
mogelijkheid om voor het eerst een zowel archeologisch als antropologisch oorspronkelijke<br />
context te on<strong>de</strong>rzoeken. De aanwezigheid van verschei<strong>de</strong>ne massagraven en het<br />
feit dat ze uit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd stam<strong>de</strong>n, wezen weliswaar op een mortaliteitscrisis, maar<br />
welke observaties kon<strong>de</strong>n dat bevestigen? Met welke antropologische <strong>in</strong>strumenten<br />
kon<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoekers <strong>de</strong>ze crisis <strong>in</strong>terpreteren? De eerste antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze vragen<br />
kwamen later opnieuw aan bod bij <strong>de</strong> confrontatie van <strong>de</strong>ze gegevens met die over <strong>de</strong><br />
site van Clos <strong>de</strong>s Cor<strong>de</strong>liers <strong>in</strong> Sens (Yonne, Frankrijk, vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) (afb. 4).<br />
De archeologische en stratigrafische gegevens maakten het mogelijk voor <strong>de</strong>ze twee<br />
grafensembles <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van een groep aan een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van plotsel<strong>in</strong>ge sterfte te<br />
<strong>in</strong>terpreteren. De manier waarop <strong>de</strong> lichamen waren begraven, verraad<strong>de</strong> echter <strong>in</strong> bei<strong>de</strong><br />
gevallen een betrekkelijk goed georganiseerd beheer. Bovenop <strong>de</strong> specifieke eigenschappen<br />
van <strong>de</strong> graven was ook <strong>de</strong> populatie heel typisch <strong>in</strong> termen van leeftijd, met<br />
een volledige afwezigheid van pasgeborenen, een heel laag aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren tussen 1 en 4<br />
jaar, een toenemen<strong>de</strong> sterfte van 5 tot 19 jaar, en een heel grote sterfte <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep van<br />
jongvolwassenen (afb. 5). De afwezigheid van dui<strong>de</strong>lijke littekens op <strong>de</strong> skeletten sloot<br />
een gewelddadige dood uit en staaf<strong>de</strong> <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> hypothese van een epi<strong>de</strong>mie,<br />
hoewel we <strong>de</strong> exacte aard ervan niet kon<strong>de</strong>n bepalen bij gebrek aan nauwkeurige archiefsporen.<br />
33 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />
Nieuwe archeologische en geschreven bronnen<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek sloeg nieuwe wegen <strong>in</strong> na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van het grafensemble van<br />
Fédons <strong>in</strong> Lambesc (Bouches-du-Rhône, Frankrijk, zestien<strong>de</strong> eeuw), een site waarvan<br />
<strong>de</strong> grote orig<strong>in</strong>aliteit niet alleen school <strong>in</strong> het feit dat men ze heel grondig kon on<strong>de</strong>rzoeken,<br />
maar ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschikbaarheid van archiefdocumenten die bevestigen dat <strong>de</strong>ze<br />
begraafplaats verbon<strong>de</strong>n was aan een pesthuis. Uit <strong>de</strong> archeologische feiten bleek een<br />
georganiseerd en bere<strong>de</strong>neerd do<strong>de</strong>nbeheer, waarbij verschei<strong>de</strong>ne <strong>in</strong>dividuele graven<br />
wer<strong>de</strong>n afgewisseld met dubbele en drievoudige graven en één viervoudig graf, comb<strong>in</strong>aties<br />
die een echte ‘crisisbegraafplaats’ doen vermoe<strong>de</strong>n (afb. 6). De ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
leeftij<strong>de</strong>n bij overlij<strong>de</strong>n vertoont opvallen<strong>de</strong> verteken<strong>in</strong>gen vergeleken met een natuurlijke<br />
<strong>de</strong>mografie: een uitgesproken on<strong>de</strong>rvertegenwoordig<strong>in</strong>g van heel jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,<br />
lage quotiënten voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep van 1-4 jaar, een dui<strong>de</strong>lijke oversterfte <strong>in</strong> <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong><br />
onvolwassen leeftijdsgroepen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste klassen van volwassenen (afb.<br />
5). Om te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong>rgelijke bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n typisch voor een pestepi<strong>de</strong>mie kon<strong>de</strong>n<br />
zijn, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze gegevens vergeleken met die afkomstig uit historisch-<strong>de</strong>mografische<br />
studies <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>n van pest. Daaruit bleek niet alleen dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterftequotiënten<br />
per leeftijdsgroep tij<strong>de</strong>ns een pestepi<strong>de</strong>mie volledig scheefgetrokken was<br />
ten opzichte van die van een normale sterfte, maar ook dat <strong>de</strong> pest een an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>mografische<br />
impact had dan epi<strong>de</strong>mieën zoals cholera. In feite kon het sterfteprofiel ten tij<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> pest dus <strong>in</strong> grote mate wor<strong>de</strong>n vergeleken met dat van een leven<strong>de</strong> populatie, wat<br />
wijst op het niet-selectieve karakter, althans <strong>in</strong> termen van leeftijd, van <strong>de</strong> slachtoffers<br />
van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis-bacterie.<br />
De resultaten over <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> pest riepen onvermij<strong>de</strong>lijk vragen<br />
op over <strong>de</strong> skeletverzamel<strong>in</strong>gen van Sa<strong>in</strong>t-Pierre <strong>in</strong> Dreux en Clos <strong>de</strong>s Cor<strong>de</strong>liers <strong>in</strong><br />
Sens, ou<strong>de</strong>re grafensembles waarvoor <strong>de</strong> hypothese van een epi<strong>de</strong>mische mortaliteitscrisis<br />
was geopperd. De vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterftequotiënten voor Dreux, Sens en Fédons<br />
bracht eigenaardige overeenkomsten aan het licht (afb. 4): <strong>de</strong> anomalieën vastgesteld tussen<br />
een sterfte als gevolg van <strong>de</strong> pest en een natuurlijke sterfte waren groten<strong>de</strong>els i<strong>de</strong>ntiek<br />
aan die welke waren geï<strong>de</strong>ntificeerd tussen <strong>de</strong> twee ou<strong>de</strong> verzamel<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> theoretische<br />
gegevens – een niet te verwaarlozen argument ten gunste van een pestdiagnose.<br />
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
Bijdrage van <strong>de</strong> moleculaire biologie en eerste pestdiagnoses<br />
DOMINIQUE CASTEX 34<br />
De eerste orig<strong>in</strong>ele studies <strong>in</strong> <strong>de</strong> moleculaire biologie g<strong>in</strong>gen aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren<br />
1990 van start. Al snel trokken ze <strong>de</strong> aandacht van antropologen en archeologen, want ze<br />
maakten het mogelijk diverse vroegere bacteriële ziekten zoals tuberculose en lepra te<br />
i<strong>de</strong>ntificeren. De eerste on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen gericht op <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestisbacterie,<br />
<strong>de</strong> verwekker van <strong>de</strong> pest, begonnen na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> begraafplaats van<br />
Fédons <strong>in</strong> Lambesc en van het massagraf van L’Observance <strong>in</strong> Marseille. Voor <strong>de</strong>ze<br />
twee sites brachten residu’s van tandpulpa ou<strong>de</strong> dna-sequenties van <strong>de</strong> pestbacterie aan<br />
het licht. Diezelf<strong>de</strong> technieken wer<strong>de</strong>n nadien toegepast voor <strong>de</strong> pestdiagnose op menselijke<br />
resten die afkomstig waren van <strong>de</strong> begraafplaats van Sa<strong>in</strong>t-Côme et Damien <strong>in</strong><br />
Montpellier en die <strong>in</strong> <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw gedateerd zijn, dus toen <strong>de</strong> zwarte pest woed<strong>de</strong>.<br />
Met <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van Yers<strong>in</strong>ia pestis als verantwoor<strong>de</strong>lijke voor <strong>de</strong> slachtoffers van<br />
<strong>de</strong> zwarte pest <strong>in</strong> Montpellier, kwam een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan <strong>de</strong> controverse rond <strong>de</strong> etiologie van<br />
<strong>de</strong>ze epi<strong>de</strong>mie, waarvoor an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers <strong>de</strong> schuld had<strong>de</strong>n gekregen.<br />
Daarenboven had alleen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pestpan<strong>de</strong>mie, die aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />
eeuw <strong>in</strong> Zuidoost-Azië uitbrak, een onbetwiste bacteriële oorsprong die dui<strong>de</strong>lijk werd<br />
geï<strong>de</strong>ntificeerd door Yers<strong>in</strong> <strong>in</strong> 1894. In comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> vorige resultaten werd dus<br />
bevestigd dat <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pan<strong>de</strong>mie en haar opflakker<strong>in</strong>gen, zoals <strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie van<br />
Marseille <strong>in</strong> 1720 en die van Fédons <strong>in</strong> 1590, door Yers<strong>in</strong>ia pestis veroorzaakt was.<br />
Er bleven echter vraagtekens bestaan rond <strong>de</strong> eerste pan<strong>de</strong>mie, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Pest<br />
van Just<strong>in</strong>ianus, die vanaf <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw tij<strong>de</strong>ns het bew<strong>in</strong>d van keizer Just<strong>in</strong>ianus<br />
begon. Was <strong>de</strong> bacterie die voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie was geï<strong>de</strong>ntificeerd, ook<br />
verantwoor<strong>de</strong>lijk voor die beruchte pest van Just<strong>in</strong>ianus? Was die echt veroorzaakt<br />
door een van <strong>de</strong> drie varianten van <strong>de</strong> soort Yers<strong>in</strong>ia pestis, <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis Antiqua,<br />
waarvan algemeen werd aangenomen dat ze voor <strong>de</strong> eerste pan<strong>de</strong>mie verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />
35 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />
quotients <strong>de</strong> mortalité en ‰<br />
1000<br />
quotients <strong>de</strong> mortalité en ‰<br />
900<br />
800<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
0 1-4 5-9 10-14 15-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80 et +<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
e°o = 30 ans<br />
Peste (Londres, 1603)<br />
Peste (Genève,1630)<br />
Choléra (Paris, 1832)<br />
Le<strong>de</strong>rmann e°(0) = 30<br />
q ± 2SE<br />
Les Fédons<br />
Sens (Les Cor<strong>de</strong>liers)<br />
Dreux (St-Pierre)<br />
classes d'âge<br />
0 1-4 5-9 10-14 15-19 20-29<br />
Classes d'âge<br />
was? Nieuw on<strong>de</strong>rzoek werd aangevat op <strong>de</strong> osteologische reeksen van Dreux en Sens,<br />
die respectievelijk veertien<strong>de</strong> eeuw en vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw gedateerd waren en waarvoor<br />
<strong>de</strong> hypothese van een pestepi<strong>de</strong>mie was aangenomen. Dit nieuwe on<strong>de</strong>rzoek bevestig<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> aanwezigheid van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis-bacterie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze twee skeletcollecties van<br />
Dreux voor <strong>de</strong> zwarte pest – wat tegelijkertijd <strong>de</strong> resultaten voor <strong>de</strong> site van Montpellier<br />
bevestig<strong>de</strong> – en Sens voor <strong>de</strong> pest van Just<strong>in</strong>ianus. Zo werd voor het eerst <strong>de</strong> aanwezigheid<br />
van <strong>de</strong> pestbacterie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw aan het licht gebracht.<br />
Dit doorslaggeven<strong>de</strong> resultaat werd aangevuld met een an<strong>de</strong>re cruciale ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g,<br />
want voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen was een nieuwe metho<strong>de</strong> ontwikkeld om <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong><br />
stammen van <strong>de</strong> pest – Antiqua, Mediaevalis en Orientalis – te typeren. Vergelijk<strong>in</strong>gen<br />
van <strong>de</strong> sequenties verkregen op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> monsters leer<strong>de</strong>n dat, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />
tot <strong>de</strong> rol toegeschreven aan <strong>de</strong> drie varianten van Yers<strong>in</strong>ia pestis, uitsluitend <strong>de</strong><br />
Orientalis-stam <strong>de</strong> drie grote pan<strong>de</strong>mieën had veroorzaakt. Deze resultaten zijn bijzon<strong>de</strong>r<br />
belangrijk nu <strong>de</strong> pest op diverse plaatsen ter wereld opnieuw opduikt en omdat <strong>de</strong>ze<br />
bacterie eenmaal <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van terroristen een ernstige bedreig<strong>in</strong>g kan vormen. De<br />
nieuwe procedés die <strong>de</strong> moleculaire biologie op <strong>de</strong> pest heeft uitgetest, zijn niet alleen<br />
van fundamenteel belang, ze lijken ook ruimer te kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast op an<strong>de</strong>re<br />
bacteriën die zich moeilijk laten i<strong>de</strong>ntificeren.<br />
Een eerste bemoedigen<strong>de</strong> balans<br />
We kunnen nu al enkele belangrijke resultaten vermel<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van<br />
funeraire han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van een mortaliteitscrisis. B<strong>in</strong>nen eenzelf<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />
context van het pesttype heeft <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> terre<strong>in</strong>gegevens aangetoond dat<br />
<strong>de</strong> graven archeologisch i<strong>de</strong>ntificeerbaar waren, dat alle tussenstadia kon<strong>de</strong>n bestaan
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
DOMINIQUE CASTEX 36<br />
tussen begraafplaatsen met <strong>in</strong>dividuele graven die heel dicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd bij elkaar lagen en<br />
massagraven met talrijke <strong>in</strong>dividuen, en dat <strong>de</strong> slachtoffers van een epi<strong>de</strong>mie niet noodzakelijk<br />
uit <strong>de</strong> parochiale begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n geweerd. Daarnaast bleek uit <strong>de</strong><br />
archeologische waarnem<strong>in</strong>gen ook dat het do<strong>de</strong>nbeheer meestal betrekkelijk goed was<br />
georganiseerd, zoals blijkt uit <strong>de</strong> vaak strenge organisatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties, zeker wat<br />
betreft <strong>de</strong> schikk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> onvolwassen <strong>in</strong>dividuen ten opzichte van <strong>de</strong> volwassenen.<br />
Deze gegevens liggen dus ten grondslag aan <strong>in</strong>zichten die dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>druisen tegen<br />
<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën die voor <strong>de</strong>rgelijke contexten algemeen wor<strong>de</strong>n aangenomen. We zijn on<strong>de</strong>rtussen<br />
afgestapt van <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> slachtoffers van epi<strong>de</strong>mieën systematisch uit <strong>de</strong><br />
parochiale begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n geweerd en van het klassieke beeld van massagraven<br />
met ongeor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties van groot aantal lijken (het enige, voor zover bekend, is<br />
het knekelhuis dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk L’Observance <strong>in</strong> Marseille is ont<strong>de</strong>kt en dat verband houdt<br />
met <strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie van 1720-1722).<br />
Maar veel vragen blijven onbeantwoord: beantwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> variaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> begraven<br />
aan crisissen met een verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>tensiteit (beg<strong>in</strong> of e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie, hoogtepunt<br />
van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie) of betreft het bewuste of onbewuste keuzen van <strong>in</strong>dividuen die<br />
i<strong>de</strong>ntieke gebeurtenissen hebben overleefd (regionale bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n, <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong><br />
Kerk)? Kan <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> crisis (oorzaken, besmett<strong>in</strong>g) <strong>de</strong> organisatie van<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>humatie beïnvloe<strong>de</strong>n (behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lijken en goed georganiseer<strong>de</strong> bijzett<strong>in</strong>gen; of<br />
lijken die onbehan<strong>de</strong>ld en door elkaar <strong>in</strong> het graf wer<strong>de</strong>n gegooid en ongeorganiseer<strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>humatie)? Welke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g is aan <strong>de</strong>ze plaatsen verbon<strong>de</strong>n? Ook het systematische<br />
ontbreken van archeologische bijgiften dient on<strong>de</strong>rzocht te wor<strong>de</strong>n: is dit normaal voor<br />
<strong>de</strong> betrokken perio<strong>de</strong>? Kan dit wijzen op <strong>de</strong> aanwezigheid van do<strong>de</strong>n uit hospitalen? Of<br />
betreft het gewoon <strong>de</strong> wens om geen (sociaal) on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen <strong>in</strong>dividuen<br />
die een gemeenschappelijke dood stierven?<br />
In <strong>de</strong> paleobiologie blijken <strong>de</strong> parameters leeftijd en geslacht van skeletverzamel<strong>in</strong>gen<br />
niet zozeer te wor<strong>de</strong>n beschouwd als <strong>in</strong>strumenten die <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische<br />
structuur van ou<strong>de</strong> populaties, dan wel als <strong>in</strong>dicatoren van kenmerken waarvan <strong>de</strong><br />
analyse noodzakelijk is om te achterhalen hoe <strong>de</strong> sites <strong>in</strong> elkaar steken. In het specifieke<br />
geval van <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen lijkt het bijgevolg mogelijk, als men op zoek is naar<br />
<strong>de</strong>mografische afwijk<strong>in</strong>gen, een globaal mo<strong>de</strong>l te ontwikkelen dat typisch is voor <strong>de</strong> pest.<br />
De moleculaire paleobiochemie lijkt een veelbelovend toepass<strong>in</strong>gsgebied voor <strong>in</strong>fectieziekten<br />
te zijn, aangezien ze het mogelijk maakt <strong>de</strong> eventuele ziekteverwekkers te<br />
i<strong>de</strong>ntificeren die <strong>de</strong> do<strong>de</strong>lijke slachtoffers hebben gemaakt. De archeologie en <strong>de</strong> antropologie<br />
hebben dus bijgedragen tot <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> pestbacterie en tot <strong>de</strong> kennis<br />
van haar evolutie (pest van Just<strong>in</strong>ianus en zwarte pest). Deze on<strong>de</strong>rzoeksresultaten moeten<br />
nu wor<strong>de</strong>n getoetst en aangevuld, en wellicht kunnen ook an<strong>de</strong>re epi<strong>de</strong>mieën wor<strong>de</strong>n<br />
opgespoord waarvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> algemene sterfte moeilijk te achterhalen is.<br />
Toekomstperspectieven<br />
Momenteel zijn <strong>de</strong> belangrijkste resultaten geboekt op het gebied van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie<br />
van <strong>de</strong> pest en haar evolutie. Toch moeten an<strong>de</strong>re soortgelijke studies wor<strong>de</strong>n uitgevoerd,<br />
niet alleen om <strong>de</strong> pestdiagnose voor ou<strong>de</strong>re archeologische verzamel<strong>in</strong>gen te<br />
kunnen bevestigen of ontkennen, maar ook om an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers te diagnosticeren.<br />
Elk tijdperk, elk cont<strong>in</strong>ent heeft typische epi<strong>de</strong>miologische kenmerken, en <strong>de</strong><br />
gevolgen van een crisis, van welke aard ook, zijn specifiek voor een bepaal<strong>de</strong> plaats<br />
37 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
DOMINIQUE CASTEX 38<br />
en/of perio<strong>de</strong>. De nieuwe studies moeten dus zo ruim mogelijk opgevat wor<strong>de</strong>n, zowel<br />
chronologisch als geografisch.<br />
Verschei<strong>de</strong>ne grafensembles zien er heel veelbelovend uit, niet alleen voor <strong>de</strong> pest<br />
maar ook voor an<strong>de</strong>re soorten epi<strong>de</strong>mieën. Hoewel <strong>de</strong>ze ensembles niet allemaal mid<strong>de</strong>leeuws<br />
zijn, zijn ze toch <strong>in</strong>teressant, want het on<strong>de</strong>rzoek van grafsites uit perio<strong>de</strong>n die<br />
over eventuele historische bronnen beschikken, is fundamenteel voor <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van<br />
analysetechnieken en -<strong>in</strong>strumenten waarmee dan vroegere perio<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
bestu<strong>de</strong>erd.<br />
Zijn alle pestepi<strong>de</strong>mieën uit het verle<strong>de</strong>n aan Yers<strong>in</strong>ia pestis te wijten?<br />
Twee sites die on<strong>de</strong>rtussen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht, kunnen nieuwe elementen aanreiken<br />
<strong>in</strong>zake <strong>de</strong> zware mortaliteitscrisissen als gevolg van <strong>de</strong> pest: S<strong>in</strong>t-Benedictus van Praag<br />
(Tsjechië, e<strong>in</strong>d zeventien<strong>de</strong> eeuw) en Venosa (Lucania, Zuid-Italië, achtste-tien<strong>de</strong><br />
eeuw). Op <strong>de</strong>ze twee sites heeft <strong>de</strong> op<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> begravenen volgens leeftijd en<br />
geslacht een aantal kwantitatieve en kwalitatieve bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n aan het licht gebracht.<br />
Deze nieuwe gegevens doen historische hypothesen wankelen die misschien iets te<br />
makkelijk wer<strong>de</strong>n aangenomen <strong>in</strong> een pestcontext, aangezien niet alle ‘pesten’ uit het<br />
verle<strong>de</strong>n noodzakelijk veroorzaakt zijn door Yers<strong>in</strong>ia pestis. Voorts wijzen ze ook op<br />
menselijke gedrag<strong>in</strong>gen die an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>mografische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen mogelijk maken dan<br />
die van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische impact. Voor een correcte <strong>in</strong>terpretatie is het dus noodzakelijk<br />
complementair on<strong>de</strong>rzoek te verrichten (het herbekijken van <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> dater<strong>in</strong>gen,<br />
het grondiger uitdiepen van <strong>de</strong> historische bronnen, on<strong>de</strong>rzoek verrichten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
moleculaire paleobiochemie).<br />
An<strong>de</strong>re archeologische sites die aan <strong>de</strong> pest wor<strong>de</strong>n toegeschreven, zijn nog niet<br />
eens gepubliceerd: Gerasa (Jordanië, zeven<strong>de</strong> eeuw) en Palma <strong>de</strong> Mallorca (Spanje,<br />
veertien<strong>de</strong> eeuw). De pest van Just<strong>in</strong>ianus kan ook wor<strong>de</strong>n gesuggereerd voor <strong>de</strong> necropool<br />
van het ou<strong>de</strong> bisdom Poitiers (Frankrijk, vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw), en dit kan een uitstekend<br />
ka<strong>de</strong>r bie<strong>de</strong>n voor een discussie over het beheer van <strong>de</strong>ze begraafplaats: gaat het<br />
om een vroege necropool <strong>in</strong>tra muros of werd een verlaten wijk van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad<br />
gebruikt, misschien <strong>in</strong> het licht van het epi<strong>de</strong>mische statuut van <strong>de</strong> slachtoffers? An<strong>de</strong>re<br />
ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen van het Franse Institut National <strong>de</strong> Recherches Archéologiques Préventives<br />
zijn eveneens beschikbaar voor vergelijk<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeld <strong>de</strong> site van Troyes,<br />
Aube, <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-achttien<strong>de</strong> eeuw).<br />
Hypothesen voor an<strong>de</strong>re crisissen van epi<strong>de</strong>mische aard<br />
zoals masselen en pokken<br />
Twee grafensembles kunnen op het bestaan van an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers dan die van<br />
<strong>de</strong> pest wijzen. De site van Issoudun (Indre, zeventien<strong>de</strong>-achttien<strong>de</strong> eeuw) omvat veertien<br />
massagraven met <strong>de</strong>rtien tot tweeëntw<strong>in</strong>tig <strong>in</strong>dividuen die gelijktijdig waren begraven,<br />
volwassenen van bei<strong>de</strong> geslachten en jongeren, van wie een aanzienlijk aantal<br />
ou<strong>de</strong>r dan één jaar. Dankzij archiefdocumenten kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen zich toespitsen<br />
op <strong>de</strong> crisis van 1709, die verhoud<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> leeftijdsgroepen oplever<strong>de</strong> die het<br />
dichtst aansluiten bij die van het archeologische monster uit <strong>de</strong> massagraven. Hoewel <strong>de</strong><br />
ziekteverwekker nog niet dui<strong>de</strong>lijk is geï<strong>de</strong>ntificeerd, hield <strong>de</strong> crisis hoogstwaarschijnlijk<br />
verband met een mazelenepi<strong>de</strong>mie gecomb<strong>in</strong>eerd met hongersnood, zoals overigens<br />
blijkt uit <strong>de</strong> zware impact van <strong>de</strong> groeidruk die op <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren werd<br />
39 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />
geï<strong>de</strong>ntificeerd. Wat <strong>de</strong> site van Boulogne-sur-Mer (Pas-<strong>de</strong>-Calais, achttien<strong>de</strong> eeuw)<br />
betreft, blijkt uit het specifieke sterfteprofiel van <strong>de</strong> begravenen, gekoppeld aan diverse<br />
historische, medische en <strong>de</strong>mografische bronnen, dat <strong>de</strong> pokken een <strong>in</strong>teressant on<strong>de</strong>rzoeksspoor<br />
zou<strong>de</strong>n kunnen zijn, zon<strong>de</strong>r daarom an<strong>de</strong>re slecht gedocumenteer<strong>de</strong> ziekten<br />
uit te sluiten die nochtans herhaal<strong>de</strong>lijk optra<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> (griep,<br />
zweetkoorts, moeraskoorts).<br />
In een context van cholera kan het huidige on<strong>de</strong>rzoek op <strong>de</strong> begraafplaats van Reims<br />
(Marne, achttien<strong>de</strong> eeuw-beg<strong>in</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw) totaal nieuwe gegevens opleveren.<br />
En tot slot stellen <strong>de</strong> eerste resultaten van het archeologische on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong> catacombe<br />
van <strong>de</strong> heiligen Petrus en Marcell<strong>in</strong>us <strong>in</strong> Rome ons nu al <strong>in</strong> staat te veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> eerste eeuw een omvangrijke sterftecrisis heerste, die hoogstwaarschijnlijk<br />
van epi<strong>de</strong>mische oorsprong was (pest, tyfus, dysenterie of mazelen).<br />
Besluit<br />
Het is nu algemeen aanvaard dat diverse metho<strong>de</strong>n, die zijn gebaseerd op <strong>de</strong> gelijktijdige<br />
studie van gegevens afkomstig van <strong>de</strong> archeologie en <strong>de</strong> antropologie, het gebrek aan historische<br />
bronnen kunnen compenseren of die bronnen <strong>in</strong> sommige gevallen zelfs kunnen<br />
her<strong>in</strong>terpreteren. Een nieuwe kijk op <strong>de</strong> archeologische feiten, een systematische toepass<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> fundamentele biologische criteria zoals leeftijd en geslacht om eventuele<br />
afwijk<strong>in</strong>gen vast te stellen, en het gebruik van nieuwe metho<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> moleculaire paleobiochemie<br />
zijn nieuwe analyse-<strong>in</strong>strumenten die bijzon<strong>de</strong>r nuttig kunnen zijn voor een<br />
beter begrip van <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen als gevolg van epi<strong>de</strong>mieën uit het verle<strong>de</strong>n.<br />
De voorbije jaren is dit on<strong>de</strong>rzoeksterre<strong>in</strong> verrijkt met tal van nieuwe <strong>in</strong>zichten en<br />
<strong>in</strong>terpretaties. Om dit thema ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen, zijn twee complementaire bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />
nodig. Enerzijds een betere samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> historici – want sommige<br />
archiefgegevens kunnen waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>formatiebronnen bevatten – en met <strong>de</strong> sociologen<br />
van <strong>de</strong> dood, om <strong>de</strong> archeologische en historische feiten met een an<strong>de</strong>re, concretere<br />
blik te bekijken. An<strong>de</strong>rzijds moeten <strong>de</strong> analyses van historisch <strong>de</strong>mografisch on<strong>de</strong>rzoek<br />
wor<strong>de</strong>n opgedreven om een preciezer beeld te krijgen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van diverse soorten<br />
van crisissen en om verschillen<strong>de</strong> soorten profielen voor te stellen die <strong>de</strong> op<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
naar leeftijd en geslacht en hun eventuele anomalieën kunnen <strong>in</strong>terpreteren.<br />
Tot slot moet <strong>de</strong> analyse van skeletmonsters, afkomstig van epi<strong>de</strong>mieën, gebaseerd<br />
zijn op een zo ruim mogelijke waaier van sites, zowel chronologisch als geografisch,<br />
zodat niet één maar verschillen<strong>de</strong> ‘mo<strong>de</strong>llen’ voor mortaliteitscrisissen kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
uitgewerkt. Het is eveneens belangrijk prospectieon<strong>de</strong>rzoek en proefbor<strong>in</strong>gen te verrichten<br />
– voor zover dit gerechtvaardigd is (archiefbronnen, mogelijke toegang tot <strong>in</strong>tacte<br />
rurale gebie<strong>de</strong>n enzovoort) – om eventuele sites die met mortaliteitscrisissen verband<br />
hou<strong>de</strong>n te kunnen lokaliseren.<br />
Bibliografie<br />
Biraben 1975. Bizot, Castex, Reynaud & Signoli 2005. Blanchard & Castex 2007, p. 989-998. Bour<strong>de</strong>lais 1997,<br />
pp. 9-26. Bour<strong>de</strong>lais 2003. Castex & Cartron 2007. Duday 2009. Le<strong>de</strong>rmann 1969. Raoult & Drancourt 2008.<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
CAT 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
41<br />
De Canon Medic<strong>in</strong>ae (Canon van <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>) van <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-eeuwse<br />
Perzische arts Avicenna was tot circa 1700 het meest gebruikte<br />
medische handboek aan <strong>de</strong> Europese universiteiten. De taak van <strong>de</strong><br />
arts wordt er als volgt omschreven: ‘De geneeskun<strong>de</strong> is <strong>de</strong> wetenschap<br />
waardoor <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van het menselijk lichaam bekend wordt, en<br />
<strong>in</strong>dien noodzakelijk verwij<strong>de</strong>rt en herstelt zij om <strong>de</strong> gezondheid te handhaven en om, als<br />
die afwezig is, het lichaam te genezen.’ Hieruit blijkt al dat artsen ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
hun uiterste best <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezondheid van patiënten te behou<strong>de</strong>n. Toch wor<strong>de</strong>n zij<br />
vandaag doorgaans geassocieerd met dood en ver<strong>de</strong>rf. Het beeld bestaat dat zij <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n<br />
van pest en an<strong>de</strong>re epi<strong>de</strong>mieën snel <strong>de</strong> stad uitvluchtten of maar raak knoei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong><br />
dood erop volg<strong>de</strong>. Historisch is het we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>teressant op zo’n manier naar het verle<strong>de</strong>n<br />
te kijken. Wie criteria van vandaag toepast op <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> van die tijd stuit <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad<br />
op gebrek, onkun<strong>de</strong> en mislukk<strong>in</strong>g – <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong> bood we<strong>in</strong>ig<br />
bescherm<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong> meeste factoren die toen ziekte en dood veroorzaakten. Maar<br />
beleef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwers en hun artsen dat ook zelf zo? Mid<strong>de</strong>leeuwers had<strong>de</strong>n<br />
allerlei strategieën om zich beter te doen voelen en pasten die volop en vaak tot tevre<strong>de</strong>nheid<br />
toe. Hun han<strong>de</strong>len varieer<strong>de</strong> van een bezoek aan een chirurgijn of gestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> arts<br />
over het kopen van een krui<strong>de</strong>ndrankje op <strong>de</strong> markt tot het bid<strong>de</strong>n tot God of op pelgrimage<br />
gaan naar het beeld of <strong>de</strong> stoffelijke resten van een helen<strong>de</strong> heilige. Interessant aan<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong> zijn vooral <strong>de</strong> voor ons nog goed herkenbare vormen van<br />
medische organisatie, kennis en praktijk. Laten we eens kijken hoe mid<strong>de</strong>leeuwse artsen<br />
dood en sterven <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong>n en hoe ze met <strong>de</strong>ze condition huma<strong>in</strong>e omg<strong>in</strong>gen.<br />
Mid<strong>de</strong>leeuwse artsen volg<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun werken ten aanzien van <strong>de</strong> dood vooral <strong>de</strong> criteria<br />
die <strong>de</strong> Griekse filosoof Aristoteles daarvoor had vastgelegd. Hij maakte het hart tot <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>dicator van leven en dood en stel<strong>de</strong> dat het hart als eerste tot leven kwam <strong>in</strong> een foetus.<br />
Zijn laatste slag zou het teken zijn dat een mensenleven onherroepelijk voorbij was.<br />
De levensgeest, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vaak samenviel met <strong>de</strong> ziel, huis<strong>de</strong> dan ook <strong>in</strong><br />
het hart: bei<strong>de</strong> droegen zorg voor het leven. Uiteraard beseften artsen dat zij <strong>in</strong> veel<br />
gevallen we<strong>in</strong>ig kon<strong>de</strong>n uitrichten. Het was dan beter om direct tegen <strong>de</strong> patiënt te zeggen<br />
dat hij of zij aan een ongeneeslijke ziekte leed, waartegen geen enkel kruid was<br />
Catrien Sant<strong>in</strong>g<br />
dood en leven <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
laatmid<strong>de</strong>leeuwse<br />
geneeskun<strong>de</strong><br />
AFB 129<br />
RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />
EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />
VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />
Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />
Verguld koper, champlevé email<br />
KMKG Brussel<br />
AFB 129<br />
RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />
EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />
VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />
Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />
Verguld koper, champlevé email<br />
KMKG Brussel
CAT<br />
Portret van Arnau <strong>de</strong> Vilanova uit <strong>de</strong> Wereldkroniek van Hartman<br />
Sche<strong>de</strong>l, 1493<br />
gewassen. Daarmee werd tegelijkertijd reputatiescha<strong>de</strong> verme<strong>de</strong>n. Avicenna adviseer<strong>de</strong><br />
zijn lezers <strong>de</strong> ziekten van hun patiënten <strong>in</strong> twee categorieën <strong>in</strong> te <strong>de</strong>len: kwalen die<br />
tekenen vertonen die wijzen op <strong>de</strong> dood; en ziektekenmerken die dui<strong>de</strong>n op overleven.<br />
Daarbij moet wor<strong>de</strong>n aangetekend dat het voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens cruciaal was zich<br />
or<strong>de</strong>ntelijk voor te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> dood. <strong>Sterven</strong> zon<strong>de</strong>r bediend te zijn, had eeuwige<br />
gevolgen. Vandaar dat <strong>de</strong> heilige Barbara toentertijd een grote populariteit genoot als<br />
patrones van <strong>de</strong> zalige dood. Zo nodig bewerkstellig<strong>de</strong> zij uitstel van heengaan tot een<br />
priester beschikbaar was. Of zij zorg<strong>de</strong> voor tij<strong>de</strong>lijke herlev<strong>in</strong>g van hen die gestorven<br />
waren zon<strong>de</strong>r te zijn bediend. Nadat <strong>de</strong>ze omissie was goed gemaakt, stierven zij we<strong>de</strong>rom<br />
maar dan wel <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief. In alle medische handboeken staan daarom lijsten van tekenen<br />
die <strong>de</strong> dood aankondigen. De meesten daarvan gaan terug op <strong>de</strong> Canon van<br />
Avicenna. Sommige van die <strong>in</strong>dicaties van een nabij heengaan zijn heel algemeen als<br />
‘slecht uitzien’, ‘raaskallen’, ‘niet zien of horen en verlies van krachten’, ‘slapeloosheid’,<br />
‘gaan lijken op een do<strong>de</strong>’, ‘<strong>de</strong> haren geklit aan <strong>de</strong> slapen’. We v<strong>in</strong><strong>de</strong>n echter ook heel<br />
nauwkeurige <strong>in</strong>dicaties van na<strong>de</strong>rend sterven, zoals ‘<strong>in</strong>dien er een ro<strong>de</strong> of groene kleur<br />
is van <strong>de</strong> nagels met het verschijnen van zwarte vlekken over het hele lichaam’, ‘<strong>in</strong>dien<br />
<strong>de</strong> le<strong>de</strong>maten koud zijn’, ‘<strong>in</strong>dien op <strong>de</strong> tong een zweer of zwarte aanslag verschijnt’. Ook<br />
toen wensten artsen har<strong>de</strong> feiten voor hun diagnoses, vandaar dat er een aparte categorie<br />
‘Na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> dood aan <strong>de</strong> hand van afgeschei<strong>de</strong>n producten’ werd gehanteerd. De<br />
zogenaam<strong>de</strong> excreta omvatten alle soorten van menselijke uitscheid<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief zweet<br />
en traanvocht, maar het accent lag bij sterfbeddiagnoses toch wel op afwijken<strong>de</strong> ontlast<strong>in</strong>g<br />
en problemen bij <strong>de</strong> productie daarvan. Genoemd wor<strong>de</strong>n ur<strong>in</strong>e, fecaliën en zelfs<br />
flatulentie aangezien ‘voor een keurig persoon het feit dat hij, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn<br />
gewoonte, luidruchtig w<strong>in</strong><strong>de</strong>n laat een slecht teken is’.<br />
<strong>Sterven</strong> en dood hangen <strong>in</strong> <strong>de</strong> West-Europese mid<strong>de</strong>leeuwen onverbrekelijk samen<br />
met het christendom. Dat maakte <strong>de</strong> dood aan <strong>de</strong> ene kant tot iets negatiefs – als Adam<br />
en Eva niet gezondigd had<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het paradijs zou het fenomeen dood immers niet zijn<br />
CATRIEN SANTING 42 43 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />
ontstaan. An<strong>de</strong>rzijds was <strong>de</strong> dood een noodzakelijke stap naar het eeuwige leven. Bij het<br />
laatste oor<strong>de</strong>el zou<strong>de</strong>n alle gestorvenen hun aardse lichaam weer terugkrijgen en hun<br />
leven zon<strong>de</strong>r e<strong>in</strong><strong>de</strong> voortzetten <strong>in</strong> hemel of hel. Ook artsen wer<strong>de</strong>n met dit uitgangspunt<br />
geconfronteerd, wat af te lezen valt aan hun geschriften.<br />
Interessant exponent van <strong>de</strong>rgelijke re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>gen is Arnau <strong>de</strong> Vilanova of Arnaldus<br />
<strong>de</strong> Villa Nova (afb. 1). Deze van oorsprong Catalaanse arts die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re optrad<br />
als lijfarts van paus Bonifatius viii en aan diens dood een traktaatje wijd<strong>de</strong>. In het werk<br />
van De Vilanova is het onmogelijk religie en geneeskun<strong>de</strong> te schei<strong>de</strong>n, ook al zijn sommige<br />
teksten dui<strong>de</strong>lijk voor geleer<strong>de</strong> collega’s geschreven en vallen an<strong>de</strong>ren te kenschetsen<br />
als theologische exegese en religieuze on<strong>de</strong>rwijz<strong>in</strong>g. Nadat hij <strong>in</strong> 1301 Bonifatius<br />
viii van nierstenen had genezen, schreef hij daarover een traktaat Contra calculum<br />
(Tegen <strong>de</strong> steen). Daar<strong>in</strong> stel<strong>de</strong> hij openlijk dat <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke voorzienigheid <strong>de</strong> geneeskunst<br />
had geschapen met het oog op het welzijn van <strong>de</strong> mensheid. Daarmee was zij dus<br />
bedoeld als tegenwicht tegen <strong>de</strong> kwalen die resulteer<strong>de</strong>n uit Adams zon<strong>de</strong>.<br />
Een arts mocht <strong>in</strong> De Vilanova’s ogen dan ook slechts praktiseren <strong>in</strong> volledige overeenstemm<strong>in</strong>g<br />
met Gods wil. Met Avicenna als on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, wees hij uitdrukkelijk op<br />
<strong>de</strong> onontkoombaarheid van het sterven die <strong>in</strong> christelijke ogen noodzakelijk was voor<br />
het eeuwige heil. Geneeskunst, zo stel<strong>de</strong> hij, kon niemand verlossen van <strong>de</strong> dood. Ze<br />
mocht slechts het moment van sterven uitstellen tot het moment dat <strong>de</strong> natuur daarvoor<br />
had vastgesteld. Daarom was het verkeerd te hopen op altijdduren<strong>de</strong> gezondheid.<br />
Artsen moesten ervoor waken gezondheid te beloven, want op die manier negeer<strong>de</strong>n ze<br />
een god<strong>de</strong>lijke functie en schaad<strong>de</strong>n daarmee God. Een lang leven was een kwestie van<br />
god<strong>de</strong>lijke wil en daarvoor kon godvruchtig gedrag hoogstens een verlengen<strong>de</strong> factor<br />
zijn. In dit opzicht was <strong>de</strong> arts volkomen machteloos. God alleen wist hoelang <strong>de</strong> levenskrachten<br />
<strong>in</strong> het menselijk hart het uithiel<strong>de</strong>n. Dat proces kon gereguleerd wor<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong> arts, maar niet voorkomen. Aan God alleen was <strong>de</strong> rol van actieve levensbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g<br />
voorbehou<strong>de</strong>n. Hij gold dan ook nogal paradoxaal als <strong>de</strong> eerste oorzaak van alle ziekten,<br />
zowel als <strong>de</strong> stichter van <strong>de</strong> geneeskunst. Zijn zoon Christus had tij<strong>de</strong>ns zijn leven<br />
CAT 129<br />
RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />
EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />
VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />
Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />
Verguld koper, champlevé email<br />
KMKG Brussel
AFB 3<br />
Vleesgewor<strong>de</strong>nkruisnagel uit het hart van Chiara<br />
CATRIEN SANTING 44 45 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />
zieken genezen en zelfs Lazarus uit <strong>de</strong> dood opgewekt. Veel artsen zagen zichzelf daarom<br />
als een directe navolger van <strong>de</strong> Christus medicus, en als directe helpers van God. Zij<br />
bewerkstellig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> feitelijke genez<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> elementen en humores (lichaamssappen)<br />
weer <strong>in</strong> balans te brengen en hou<strong>de</strong>n.<br />
In veel ou<strong>de</strong> medisch-historische overzichten wordt <strong>de</strong> men<strong>in</strong>g verkondigd dat <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwse kerk het openen van lijken verbood en daarmee <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong><br />
medische wetenschap eeuwenlang heeft opgehou<strong>de</strong>n. Deze mythe gaat terug op <strong>de</strong> bul<br />
De <strong>de</strong>testan<strong>de</strong> feritatis van we<strong>de</strong>rom paus Bonifatius viii die <strong>in</strong> 1299 het koken en geheel<br />
uit elkaar halen van menselijke stoffelijke resten verbood. Bij lez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g<br />
blijkt echter dat zij niet zozeer gericht was tegen medisch on<strong>de</strong>rzoek en lijkopen<strong>in</strong>g<br />
als wel tegen <strong>de</strong> gewoonte ver van hun land gestorven vorsten te koken, het vlees van <strong>de</strong><br />
botten te ontdoen en <strong>de</strong> geprepareer<strong>de</strong> <strong>de</strong>len vervolgens <strong>in</strong> tonnen bran<strong>de</strong>wijn naar huis<br />
te vervoeren. Bonifatius beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> een <strong>de</strong>rgelijke omgang met menselijke lichamen<br />
als respectloos. Daarbij had zijn bul waarschijnlijk ook een politieke achtergrond. Deze<br />
paus die <strong>de</strong> wereldhegemonie voor zich opeiste, kon op <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>gen van<br />
Engeland en Frankrijk een hak zetten.<br />
Voor <strong>de</strong> praktijk van lijkopen<strong>in</strong>g heeft het document geen enkel gevolg gehad. Ook<br />
<strong>de</strong> stoffelijk overschotten van pauzen bleef men ontdoen van <strong>de</strong> meest be<strong>de</strong>rfelijke<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len om opbar<strong>in</strong>g mogelijk te maken. Voor kandidaat-heiligen was sectie zelfs een<br />
must. Velen van hen wer<strong>de</strong>n direct na het uitblazen van <strong>de</strong> laatste a<strong>de</strong>m geopend om het<br />
<strong>in</strong>nerlijk te controleren op lichamelijke bewijzen van contact met God. Daarbij staken<br />
chirurgijns en gestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> artsen vaak een helpen<strong>de</strong> hand toe. In het b<strong>in</strong>nenste van<br />
menige heilige, bij voorkeur <strong>in</strong> het hart, von<strong>de</strong>n artsen dan soms <strong>de</strong> meest bijzon<strong>de</strong>re<br />
bewijzen van hun diepe verer<strong>in</strong>g voor Christus. Zo trof <strong>de</strong> dorpschirurgijn van het<br />
Umbrische plaatsje Montefalco <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenste van <strong>de</strong> <strong>in</strong> 1308 overle<strong>de</strong>n abdis Clara<br />
(Chiara <strong>in</strong> het Italiaans; afb. 2) een vleesgewor<strong>de</strong>n crucifix, een doornenkroon, een gesel<br />
en nagels van het kruis aan, terwijl zich <strong>in</strong> haar galblaas drie gelijke stenen bevon<strong>de</strong>n die<br />
volgens tijdgenoten <strong>de</strong> Heilige Drie-eenheid voorstel<strong>de</strong>n (afb. 3). Deze materialisaties<br />
van Clara’s godsvrucht zijn nog altijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk van Montefalco te bewon<strong>de</strong>ren. De<br />
meeste lijkopen<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen dus om religieuze re<strong>de</strong>n plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />
Daarna pas kwamen secties voor balsem<strong>in</strong>g en om forensische en medische re<strong>de</strong>nen.<br />
Ook toen al bestond <strong>de</strong> wens een eventueel onnatuurlijke doodsoorzaak vast te stellen.<br />
Geneeskun<strong>de</strong> richtte zich vooral op praktijken die <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> mens <strong>in</strong><br />
stand moesten hou<strong>de</strong>n. Alleen als dat strikt nodig was, greep men <strong>in</strong> door therapie. Dat<br />
betekent dat er <strong>in</strong> medische geschriften relatief we<strong>in</strong>ig te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n is over <strong>de</strong> dood, behalve<br />
dan hoe die te voorspellen viel en eventueel te voorkomen. Met het oog op <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke<br />
voorzienigheid was dat laatste een gevaarlijke zaak. Een confrontatie met <strong>de</strong> dood<br />
is natuurlijk onontkoombaar bij het verkrijgen van anatomische kennis. Van <strong>de</strong>rgelijke<br />
kennis zag men wel <strong>de</strong>gelijk het nut <strong>in</strong>. Niet voor niets werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
‘anatomia’ <strong>de</strong> term om een volgens <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uitgevoer<strong>de</strong> sectie mee<br />
aan te dui<strong>de</strong>n. Deze praktijk ontstond <strong>in</strong> Zuid-Italië, aan <strong>de</strong> universiteiten van Salerno<br />
en Napels, waar <strong>de</strong> geneeskunst zich op een hoog peil bevond door <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong><br />
Arabische wereld.<br />
De opkomst van anatomisch on<strong>de</strong>rzoek valt samen met het ontstaan van <strong>de</strong> medische<br />
faculteiten aan <strong>de</strong> universiteiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw. Even later verschenen<br />
<strong>de</strong> eerste anatomische handboeken, zoals dat van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi<br />
AFB 3<br />
Vleesgewor<strong>de</strong>nkruisnagel uit het hart van Chiara
AFB 4<br />
Titelpag<strong>in</strong>a van <strong>de</strong> Anatomia van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi, 1493.<br />
(Anothomia corporis humani, geschreven <strong>in</strong> 1316 en voor het eerst gedrukt <strong>in</strong> 1478), die <strong>in</strong><br />
Bologna praktische geneeskun<strong>de</strong> doceer<strong>de</strong> (afb. 4). De titelpag<strong>in</strong>a van het boek toont dat<br />
sectie toentertijd uitdrukkelijk <strong>de</strong> tekst illustreer<strong>de</strong> die <strong>de</strong> medische stu<strong>de</strong>nten later dien<strong>de</strong>n<br />
te memoriseren. Mond<strong>in</strong>o las klaarblijkelijk vanaf zijn kathe<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst voor, op <strong>de</strong><br />
relevante momenten sneed <strong>de</strong> prosector <strong>in</strong> het beschikbare lijk. Soms stond er ook nog een<br />
twee<strong>de</strong> assistent die <strong>de</strong> <strong>in</strong> het hoorcollege behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> organen met een stok aanwees.<br />
Vanwege <strong>de</strong> stank is het niet onmogelijk dat <strong>de</strong>ze secties <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong> <strong>de</strong> openlucht<br />
plaatsvon<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> titelpag<strong>in</strong>a lijkt te suggereren. Er werd dan van hout en zeildoek<br />
een tij<strong>de</strong>lijk anatomisch theater opgetrokken. Overigens had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> openbare secties ook<br />
heel dui<strong>de</strong>lijk een vermaakfunctie. Zij wer<strong>de</strong>n vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> carnavalstijd gepland. Naast<br />
het voor<strong>de</strong>el van koud en dus m<strong>in</strong><strong>de</strong>r be<strong>de</strong>rfelijk weer, bood dat <strong>de</strong> mogelijkheid het<br />
memento mori te benadrukken en zich tegelijkertijd tamelijk morbi<strong>de</strong> te vermaken.<br />
Mond<strong>in</strong>o verwijst <strong>in</strong> zijn tekst openlijk naar het feit dat <strong>de</strong> te anatomiseren kadavers van<br />
ter dood veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>elen afkomstig waren. Veel medische hoogleraren on<strong>de</strong>rhiel<strong>de</strong>n<br />
uitsteken<strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> lokale overhe<strong>de</strong>n om aan voldoen<strong>de</strong> studiemateriaal<br />
te komen. Dergelijke gegevens hebben we ook van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwse Brabantse<br />
anatoom Andreas Vesalius. De data van <strong>de</strong> terechtstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Padua – waar Vesalius <strong>in</strong><br />
1537 was benoemd tot hoogleraar <strong>in</strong> <strong>de</strong> chirurgie – wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> overleg met hem gepland.<br />
De mogelijkheid tot een universitaire medische opleid<strong>in</strong>g beteken<strong>de</strong> overigens ook<br />
dat <strong>de</strong> doctor medic<strong>in</strong>ae aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> medische hiërarchie kwam te staan. In <strong>de</strong> late<br />
mid<strong>de</strong>leeuwen begon hij barbiers, chirurgijns en vroedvrouwen meer en meer te dom<strong>in</strong>eren<br />
en te controleren, ook al waren <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze helers bepaald even<br />
effectief. De chirurgijns vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meest opvallen<strong>de</strong> categorie. Zij leer<strong>de</strong>n het vak<br />
weliswaar bij een gil<strong>de</strong>, maar dat betekent niet dat zij ongeletterd waren. Vaak had<strong>de</strong>n<br />
zij on<strong>de</strong>rwijs van aca<strong>de</strong>mische artsen genoten of volg<strong>de</strong>n ze zelfs cursussen aan <strong>de</strong> universiteit.<br />
Velen van hen waren uitstekend <strong>in</strong> staat beenbreuken te zetten, won<strong>de</strong>n te<br />
hechten of staaroperaties te verrichtten. Tekenend is dat artsen en chirurgijns <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel<br />
<strong>de</strong>el uitmaakten van hetzelf<strong>de</strong> gil<strong>de</strong>.<br />
Zo’n gil<strong>de</strong> had meestal <strong>de</strong> medische tweel<strong>in</strong>g Cosmas en Damianus tot patroonheilige,<br />
waarbij Cosmas met ur<strong>in</strong>aal en <strong>in</strong> <strong>de</strong> lange kledij van een geleer<strong>de</strong> optrad als doctor<br />
medic<strong>in</strong>ae en Damianus <strong>in</strong> korte kleren met scalpel als chirurgijn. Hun beroemdste won<strong>de</strong>r<br />
is <strong>de</strong> hulp aan <strong>de</strong> diaken Just<strong>in</strong>ianus, wiens been zo aangetast was door gangreen dat<br />
het bijna zijn dood tot gevolg had. Toen hij op een nacht e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> slaap was gevallen,<br />
verschenen Cosmas en Damianus en togen aan het werk. Zij amputeer<strong>de</strong>n zijn zieke been<br />
en namen het mee naar een nabij kerkhof. Daar open<strong>de</strong>n zij het graf van een pas overle<strong>de</strong>n<br />
Ethiopiër, zaag<strong>de</strong>n een van diens nog puntgave benen af en zetten daar gauw het zieke<br />
been van Just<strong>in</strong>ianus aan. Vervolgens ren<strong>de</strong>n zij terug naar het huis van hun gelukkig<br />
doorslapen<strong>de</strong> patiënt en voorzagen hem van het geroof<strong>de</strong> exemplaar. Na te zijn ontwaakt<br />
bleek <strong>de</strong>ze daarmee nog jaren voort te kunnen, ook al was het dan zwart (afb. 5).<br />
Over Andries van Wesel alias Andreas Vesalius bestaan verhalen – waaraan hij zelf<br />
een stevige bijdrage lever<strong>de</strong> – dat hij ‘s nachts op kerkhoven graven schond om aan te<br />
anatomiseren materiaal te geraken. Tij<strong>de</strong>ns zijn studie <strong>in</strong> Leuven was hij al een frequent<br />
bezoeker van het galgenveld geweest ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van zijn kennis van het menselijk<br />
been<strong>de</strong>rstelsel. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wist hij genoeg been<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> muren van <strong>de</strong> stad te<br />
smokkelen om een heus skelet samen te stellen. De buren van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zullen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />
verheugd zijn geweest, want <strong>de</strong> van <strong>de</strong> galg gehaal<strong>de</strong> menselijke resten wer<strong>de</strong>n thuis<br />
CATRIEN SANTING 46<br />
47 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />
gekookt. Van Vesalius’ on<strong>de</strong>rkomen <strong>in</strong> Padua, waar hij aan zijn beroem<strong>de</strong> handboek<br />
De humani corporis fabrica (7 dln., 1543; afb. 6) werkte, is eveneens bekend dat het daar<br />
niet bepaald fris rook.<br />
Het bijzon<strong>de</strong>re aan Vesalius was dat hij, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn mid<strong>de</strong>leeuwse voorgangers,<br />
<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n van zowel Cosmas als Damianus <strong>in</strong> zich verenig<strong>de</strong>. Hij was<br />
met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n een gepromoveer<strong>de</strong> arts die niet neerkeek op handarbeid. Hoewel<br />
hij <strong>in</strong> zijn tijd lang niet <strong>de</strong> enige was die bei<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n uitoefen<strong>de</strong>, was hij wel een<br />
van <strong>de</strong> knapste en dankzij zijn handboek zeker <strong>de</strong> meest succesvolle. Wie <strong>de</strong> prachtige<br />
illustraties van het boek bekijkt, wordt niettem<strong>in</strong> we<strong>in</strong>ig met <strong>de</strong> dood geconfronteerd.<br />
De skeletten en spiermannen staan meestal fier rechtop en geven ondanks hun gemutileer<strong>de</strong><br />
uiterlijk <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk van ‘leven<strong>de</strong> lijken’ te zijn. Dat is ook logisch want het handboek<br />
beschrijft <strong>de</strong> constructie en structuur van het menselijk lichaam. Anatomie staat<br />
ook vandaag <strong>in</strong> nauw verband met <strong>de</strong> fysiologie. Vesalius wenste zijn publiek te laten<br />
AFB 4<br />
Titelpag<strong>in</strong>a van <strong>de</strong> Anatomia van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi, 1493.
CATRIEN SANTING 48 49 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />
zien hoe een gezond menselijk lichaam eruitzag en hoe <strong>de</strong> organen werkten. Daarvoor<br />
was <strong>de</strong> dood een voorwaar<strong>de</strong>, maar het leven het doel: dood doet leven was en is het motto<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> anatomie.<br />
Bibliografie<br />
Avicenna 1991. O’Malley 1964. Siraisi 1990. Van Dijk 1991, p. 221-237. Ziegler 1998. Zimmermann 1998.<br />
AFB 130<br />
PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />
Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
AFB 109<br />
PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />
Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />
AFB 109<br />
PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />
Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
51<br />
In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen zijn <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse moralisten en geneesheren er<strong>in</strong><br />
geslaagd <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g te versprei<strong>de</strong>n dat een gezon<strong>de</strong> levenshygiëne <strong>de</strong> beste<br />
waarborg bood tegen een vroegtijdige dood. Die hygiëne bleef overigens niet tot<br />
het lichaam beperkt en omvatte ook <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g,<br />
sommige versier<strong>in</strong>gen… Allemaal waren ze ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len tegen <strong>de</strong><br />
dood, versterkt door profylactische <strong>in</strong>grepen die <strong>de</strong> gezondheid moesten beschermen en<br />
die het gezeg<strong>de</strong> ‘tegen <strong>de</strong> dood valt niets te beg<strong>in</strong>nen’ moesten ontkrachten.<br />
Volksgezondheid<br />
De volksgezondheid was een van <strong>de</strong> grote bekommernissen van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs aan het<br />
e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Sommigen, zoals <strong>de</strong> De’ Medici, noem<strong>de</strong>n zichzelf via<br />
homonymie zelfs <strong>de</strong> ‘medicijnmeesters’ van het volk en stel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> mensen grote ziekenhuizen<br />
met goed gevul<strong>de</strong> apotheken ter beschikk<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw bezong <strong>de</strong><br />
humanist en architect Leon Battista Alberti, Florence met ‘zijn uitsteken<strong>de</strong> maar onnoemelijk<br />
dure gasthuizen, waar ie<strong>de</strong>reen, vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of burger, alles krijgt wat hij voor<br />
zijn gezondheid nodig heeft’. Voor het overige moest <strong>de</strong> hele stad mooi en netjes zijn,<br />
want men g<strong>in</strong>g ervan uit dat vuile straten gevaarlijk waren voor <strong>de</strong> volksgezondheid, net<br />
als water en (vooral) lucht van slechte kwaliteit, waar<strong>in</strong> ziekten zich makkelijk kon<strong>de</strong>n<br />
versprei<strong>de</strong>n. De stadspolitie verbood <strong>de</strong> consumptie van rivier- en putwater, dat alleen<br />
mocht wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>de</strong> dieren water te geven of <strong>de</strong> moestu<strong>in</strong>en te besproeien. De<br />
artsen raad<strong>de</strong>n regen- of bronwater aan, of zelfs gekookt water voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De verbodsbepal<strong>in</strong>gen<br />
op <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g van waterwegen en rivieren waren talrijk, hoewel ze<br />
vaak niet wer<strong>de</strong>n nageleefd.<br />
De stadsbestuur<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n weliswaar maatregelen treffen tegen vervuilen<strong>de</strong><br />
beroepen die <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> bewoners bedreig<strong>de</strong>n, door bijvoorbeeld pottenbakkers<br />
die lood gebruikten <strong>de</strong> stad uit te zetten, maar het was veel moeilijker <strong>de</strong> gewone<br />
ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen te beletten hun stad te vervuilen. Geregeld wer<strong>de</strong>n dus spirituele dreigementen<br />
geuit tegen wie zich aan antihygiënische praktijken overgaf. Maar hoe doeltreffend<br />
kon<strong>de</strong>n die zijn? Om bijvoorbeeld het verbod op wateren tegen <strong>de</strong> huisgevels te<br />
doen naleven, liet het stadsbestuur kruisen schil<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> muren, wat van <strong>de</strong><br />
Danièle Alexandre-Bidon<br />
hygiëne en gezondheid<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
AFB 129<br />
RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />
EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />
VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />
Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />
Verguld koper, champlevé email<br />
KMKG Brussel
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 52<br />
overtre<strong>de</strong>rs meteen godslasteraars maakte. In <strong>de</strong> Evangiles <strong>de</strong>s Quenouilles, een van <strong>de</strong><br />
vele vijftien<strong>de</strong>-eeuwse literaire teksten die helaas humoristisch waren en dus met een<br />
korrel zout moeten wor<strong>de</strong>n genomen, wordt meld<strong>in</strong>g gemaakt van het verbod om tussen<br />
twee huizen te wateren op gevaar af een gerstekorrel op te lopen, of tegen <strong>de</strong> muur van<br />
een kerkhof of een klooster, want dan kon men ter plekke door <strong>de</strong> bliksem wor<strong>de</strong>n<br />
getroffen of zelfs een blaassteen krijgen!<br />
Aangezien men er toch maar zel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> slaag<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijken proper te hou<strong>de</strong>n – <strong>de</strong> straten<br />
wer<strong>de</strong>n slechts <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van epi<strong>de</strong>mieën met veel water schoongespoeld – kreeg<br />
ie<strong>de</strong>reen die daartoe <strong>in</strong> staat was <strong>de</strong> raad om zijn woonomgev<strong>in</strong>g zorgvuldig uit te kiezen.<br />
Dat speel<strong>de</strong>, zo meen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijken, een cruciale rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> gezondheid. Aanbevolen werd te kiezen voor een huis dat ver van moeraslan<strong>de</strong>n<br />
lag (om moeraskoorts te voorkomen) en op een hoogte was gelegen (om miasma’s<br />
te vermij<strong>de</strong>n), en te letten op <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> slaapkamer ten opzichte van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d.<br />
Voor <strong>de</strong> allerjongsten, die het kwetsbaarst waren, was een kamer nodig ‘waarvan <strong>de</strong><br />
vensters op het oosten uitgeven, met een vrij zuivere en hel<strong>de</strong>re lucht, gelegen op <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>nverdiep<strong>in</strong>g, goed beschermd tegen sterke w<strong>in</strong><strong>de</strong>n’, zoals te lezen staat <strong>in</strong> een<br />
gezondheidsvoorschrift voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren aan het Bourgondische hof <strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong><br />
eeuw. De kamers moeten uitkijken op <strong>de</strong> ‘opgaan<strong>de</strong> zon’ om ‘gezuiverd’ te wor<strong>de</strong>n van<br />
‘elke nachtelijke <strong>in</strong>fectie en onre<strong>in</strong>heid’, schreef <strong>de</strong> Italiaanse humanist Il Plat<strong>in</strong>a (eigenlijk<br />
Bartolomeo Sacchi) omstreeks 1460. Een slechte verlucht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van grote<br />
hitte kon do<strong>de</strong>lijk zijn, terwijl een kolenvuur <strong>in</strong> een slecht verluchte kamer verlamm<strong>in</strong>g<br />
kon veroorzaken. Om gezond te blijven moest men niet alleen letten op <strong>de</strong><br />
verlucht<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verlicht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kamers, maar ook op <strong>de</strong> kwaliteit van het donsbed,<br />
dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter met veren gevuld moest zijn, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer ‘<strong>de</strong> donsbed<strong>de</strong>n van<br />
wol of katoen <strong>de</strong> gezondste zijn’. Zelfs het huishou<strong>de</strong>lijke comfort had een medische<br />
functie, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaatsen waar werd gegeten. Alberti beveelt bijvoorbeeld aan <strong>de</strong><br />
huizen te voorzien van ‘een keuken en een bijkeuken om <strong>de</strong> etensresten, het vaatwerk<br />
en het tafell<strong>in</strong>nen’ op te bergen, maar weg van <strong>de</strong> eetkamer opdat <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong> geur<br />
van <strong>de</strong> pannen niet zou<strong>de</strong>n ruiken en het ‘kabaal van <strong>de</strong> koksjongens en van het vaatwerk’<br />
niet zou<strong>de</strong>n horen.<br />
Won<strong>in</strong>ghygiëne<br />
De won<strong>in</strong>ghygiëne werd vanaf <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw een ware obsessie <strong>in</strong> burgerlijke<br />
kr<strong>in</strong>gen, getuige <strong>de</strong> Ménagier <strong>de</strong> Paris, een verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g over huishoudkun<strong>de</strong> die <strong>de</strong><br />
vrouw <strong>de</strong>s huizes <strong>de</strong> regels voor een goed leven <strong>in</strong> huis aanleer<strong>de</strong>. Zo moesten <strong>de</strong> kamers<br />
elke dag verlucht wor<strong>de</strong>n en moesten alle scha<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd:<br />
wandluizen, die men moest bestrij<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> vloer van <strong>de</strong> kamers met lup<strong>in</strong>ewater te<br />
schrobben; vliegen, die men kon verjagen met <strong>de</strong> rook van bran<strong>de</strong>nd hooi; vlooien, die<br />
op het bed wer<strong>de</strong>n gevangen <strong>in</strong> schapenvellen of op witte lakens waarop ze dui<strong>de</strong>lijk te<br />
zien waren, of die gewoon wer<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong> stromatras weg te gooien. Het<br />
was ook belangrijk <strong>de</strong> lakens, <strong>de</strong>kens, kleren en vulsels ‘te verluchten, te openen en te<br />
<strong>in</strong>specteren’ om ‘het meeste stof eruit te verwij<strong>de</strong>ren’. Aan stof wer<strong>de</strong>n overigens toen<br />
al tal van gezondheidsproblemen toegeschreven: ‘Soms doet stof je niezen’, merkte <strong>de</strong><br />
encyclopedist Barthélemy l’Anglais al <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw op.<br />
De ziekenkamer verdien<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re aandacht. Wanneer iemand koorts had – een<br />
‘warme’ ziekte volgens <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> lichaamsvochten – was het aan te ra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lucht<br />
53 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />
van <strong>de</strong> kamer te verfrissen door sneeuw of ijs op <strong>de</strong> vloer te leggen. Tij<strong>de</strong>ns een epi<strong>de</strong>mie<br />
moest het huis nog proper<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Men moest <strong>de</strong> vloer en <strong>de</strong> lucht zuiveren<br />
door <strong>de</strong> kamer met azijn- en rozenwater te besprenkelen en door <strong>in</strong> <strong>de</strong> schoorsteen<br />
wierook of aromatisch hout en krui<strong>de</strong>n te bran<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong>n, spar, laurier, rozemarijn<br />
of kamfer. De arts raad<strong>de</strong> aan om <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van pest zuiver water, of nog beter, gedistilleerd<br />
water, te dr<strong>in</strong>ken.<br />
De voed<strong>in</strong>g als bescherm<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> gezondheid<br />
De voed<strong>in</strong>g beschermt <strong>de</strong> menselijke gezondheid. Over dr<strong>in</strong>ken en eten werd vanaf <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw geschreven <strong>in</strong> termen van dieet en veiligheid. Er werd aangera<strong>de</strong>n om<br />
voorzichtig met water om te spr<strong>in</strong>gen, niet alleen omdat het vaak vervuild was, maar ook<br />
en vooral omdat <strong>de</strong> vochtigheid van water het lichaam volgens <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> lichaamsvochten<br />
overmatig afkoel<strong>de</strong>. Het was best geen water op een nuchtere maag te dr<strong>in</strong>ken,<br />
en warm water dr<strong>in</strong>ken was totaal uit <strong>de</strong>n boze, ‘want warm water is slecht voor <strong>de</strong><br />
maag’. Eten moest met mate gebeuren. We moeten eten om te leven, zo had Galenus<br />
geleerd, en niet leven om te eten, en zeker niet een<strong>de</strong>r wat eten. Voed<strong>in</strong>gswaren, zo<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 54<br />
meen<strong>de</strong> men, wer<strong>de</strong>n doordrongen van <strong>de</strong> miasma’s en <strong>de</strong> stank van <strong>de</strong> lucht en kon<strong>de</strong>n<br />
snel be<strong>de</strong>rven. Daarom moest bijzon<strong>de</strong>r goed op <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gelet, vooral tij<strong>de</strong>ns<br />
epi<strong>de</strong>mieën. De verkoop van voed<strong>in</strong>gsproducten op <strong>de</strong> markten was streng gereglementeerd.<br />
Er gold bijvoorbeeld een uiterste gebruiksdatum voor vlees en vis, die men niet<br />
verschei<strong>de</strong>ne dagen na elkaar opnieuw te koop mocht aanbie<strong>de</strong>n, en zelfs voor samengestel<strong>de</strong><br />
medicijnen, die na een jaar weg moesten wor<strong>de</strong>n gegooid.<br />
Een goe<strong>de</strong> gezondheid vereiste ook een evenwichtige voed<strong>in</strong>g. Zoals het Livre <strong>de</strong>s<br />
propriétés <strong>de</strong>s choses van Barthélemy l’Anglais (Parijs, BnF, ms Français 22532 folio 90-<br />
90 verso) voorschrijft, moet men zich ‘tegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom en <strong>de</strong> dood verweren door<br />
niet te veel te eten’, vooral ’s avonds. Een sober avondmaal kon volgens Il Plat<strong>in</strong>a ‘verschillen<strong>de</strong><br />
ziekten vermij<strong>de</strong>n die ‘s nachts optre<strong>de</strong>n als gevolg van het eten’. Vanaf <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw werd overgewicht een medisch thema en kregen zwaarlijvige mensen<br />
vermager<strong>in</strong>gskuren voorgeschreven. Zwaarlijvigheid werd al eeuwenlang beschouwd<br />
als een rem op <strong>de</strong> conceptie en zou zelfs levensbedreigend zijn. Naar het voorbeeld van<br />
Hippocrates beklemtoon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> artsen, net als <strong>de</strong> moralisten, dat ‘personen die zwaarlijvig<br />
van aard zijn vroeger sterven dan magere personen’. In zijn Summa <strong>de</strong> exemplis ac<br />
similitud<strong>in</strong>ibus rerum uit <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw stelt Giovanni di San Gimignano dat ‘overdreven<br />
zwaarlijvigheid <strong>de</strong> ergste ziekten veroorzaakt’: beroerte, verlamm<strong>in</strong>g, epilicencie,<br />
pleuris, koliek, tonsillitis, geelzucht, nierstenen, jicht… In <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw was vasten<br />
om te vermageren kennelijk een zo verspreid gebruik gewor<strong>de</strong>n dat een liturgiekenner<br />
als Guillaume Durand <strong>de</strong> Men<strong>de</strong> zich verplicht zag <strong>in</strong> zijn Rational ou manuel <strong>de</strong>s<br />
div<strong>in</strong>s offices (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) <strong>de</strong> christelijke vasten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van voedselonthoud<strong>in</strong>g<br />
met lichamelijke doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n, een vasten die ‘geen enkele verdienste heeft’.<br />
Voedselhygiëne was dus een belangrijke aangelegenheid. ‘De mond doodt meer<br />
mensen dan het mes’, luid<strong>de</strong> een spreekwoord <strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. Wie niet kon vasten,<br />
paste an<strong>de</strong>re technieken toe, gaan<strong>de</strong> van zweten <strong>in</strong> ba<strong>de</strong>n of <strong>in</strong> <strong>de</strong> sauna – bijvoor-<br />
55 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />
beeld fumigatie met kruidnagel en aloë, zoals aanbevolen door <strong>de</strong> arts Ta<strong>de</strong>o Al<strong>de</strong>rotti<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw – tot het <strong>in</strong>graven <strong>in</strong> het zand van ‘viros grossos’ (zwaarlijvige<br />
mannen) bij warm weer en ze ‘multum’ (veel) te laten zweten, zoals Trotula voorstelt<br />
(Trotula 2001, p. 122). Zweet afdrijven ‘voert al het slechte af’, zegt <strong>de</strong> Tacu<strong>in</strong>um sanitatis<br />
(geschreven <strong>in</strong> het Arabisch door <strong>de</strong> arts Ibn Botlar, elf<strong>de</strong> eeuw, en vertaald naar<br />
het Latijn vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw), en <strong>de</strong> artsen adviseer<strong>de</strong>n zieken<br />
dus ‘te zweten om helemaal te genezen’.<br />
Lichaamsverzorg<strong>in</strong>g<br />
Lichaamshygiëne was een an<strong>de</strong>re vereiste om gezond te blijven, want vuil veroorzaakt<br />
ziekten. Wassen werd dus als een medicijn beschouwd, vooral voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en bejaar<strong>de</strong>n.<br />
Zij kregen <strong>de</strong> raad frequenter te ba<strong>de</strong>n – tot twee of drie keer per week – dan mensen<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> kracht van hun leven. De meeste aandoen<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld<br />
door ba<strong>de</strong>n, die voor ongeveer alles wer<strong>de</strong>n voorgeschreven, ook om te ontnuchteren of<br />
als remedie tegen een gewone verkoudheid!<br />
De praktijk van het ba<strong>de</strong>n was dus wijd verbreid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stadbewoners. Uit mo<strong>de</strong>rn<br />
on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat we moeten afstappen van het beeld dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse maatschappij<br />
vuil was: ‘Een bad? Nog <strong>in</strong> nog geen duizend jaar!’, riep Jules Michelet uit. De<br />
historici uit <strong>de</strong> smerige negentien<strong>de</strong> eeuw die het hygiënisme (her)ont<strong>de</strong>kten, waren zo<br />
overtuigd van <strong>de</strong> l<strong>in</strong>eaire ontwikkel<strong>in</strong>g van beschav<strong>in</strong>gen dat ze niet wil<strong>de</strong>n zien dat al<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen het lichaam, <strong>de</strong> kleren en het huis proper moesten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n,<br />
een eis die vooral <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> gezondheid tot doel had en zich uitdrukte <strong>in</strong> tal van voorwerpen<br />
en han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die met lichaamsverzorg<strong>in</strong>g verband hiel<strong>de</strong>n.<br />
Die lichamelijke properheid kwam <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidsberoepen.<br />
Die waren on<strong>de</strong>rworpen aan een strenge hygiëne, zoals <strong>de</strong> vroedvrouwen die<br />
niet alleen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n moesten wassen maar ook <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gernagels zo kort mogelijk moesten<br />
‘knippen’ om hun patiënten niet te verwon<strong>de</strong>n. Ook chirurgen moesten hun han<strong>de</strong>n<br />
wassen vooraleer een operatie aan te vatten, maar dit gebeur<strong>de</strong> <strong>de</strong>els ook om rituele<br />
re<strong>de</strong>nen, zoals priesters dat doen vooraleer <strong>de</strong> mis op te dragen. Zeep was trouwens een<br />
medisch product dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> apotheken werd verkocht. Uit handboeken over goe<strong>de</strong> manieren,<br />
die vanaf <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw opgang maakten, blijkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> ruime verspreid<strong>in</strong>g<br />
van maatschappelijke hygiënische normen waaraan men zich moeilijk kon onttrekken,<br />
althans niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad. Tal van teksten beschrijven hoe men ‘s ochtends <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n en het<br />
gezicht waste, maar ook voor en na elke maaltijd, ‘zowel om re<strong>de</strong>nen van properheid als<br />
voor <strong>de</strong> gezondheid van ons lichaam’, volgens Il Plat<strong>in</strong>a <strong>in</strong> De honesta voluptate et valetud<strong>in</strong>e<br />
(ca. 1475). Zo formuleert een van <strong>de</strong> vele <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-eeuwse handboeken <strong>in</strong> wellevendheid,<br />
De qu<strong>in</strong>quag<strong>in</strong>ta curialitatibus ad mensam van Bonves<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Riva, diverse<br />
voorschriften voor goe<strong>de</strong> manieren waarvan sommige een mengelmoes waren van een<br />
streven naar elegantie, een afkeer van het vuil van an<strong>de</strong>ren en een bewustzijn van<br />
gezondheidsrisico’s: Wanneer je een beker neemt [ge<strong>de</strong>eld tussen twee gasten], […]<br />
veeg <strong>de</strong> mond dan goed schoon […]. Wanneer je niest of hoest, […] keer jezelf dan naar<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant, zodat er geen speeksel op tafel valt […]. Wie <strong>in</strong> zijn bord woelt, wroet<br />
en rommelt is een boerenpummel en doet zijn tafelgenoot walgen […]. Wie opdient<br />
moet proper zijn, zodat hij geen spuug of vuil achterlaat dat <strong>de</strong> eten<strong>de</strong> persoon kan doen<br />
walgen […]. Wie eet of opdient mag zich niet met <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers snuiten: hij moet zich met<br />
een doek schoonmaken […] (Dauph<strong>in</strong>é 1984, zie bijlage).<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 56<br />
De hygiëne omvatte meer dan het wassen van het lichaam of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdompel<strong>in</strong>g<br />
ervan <strong>in</strong> een lauw bad, hoewel dat als i<strong>de</strong>aal werd beschouwd om <strong>de</strong> lichaamssappen<br />
opnieuw <strong>in</strong> evenwicht te brengen. Volgens <strong>de</strong> artsen volstond water niet: enkel wrijv<strong>in</strong>g<br />
kon het vuil verwij<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> poriën openen. Lichaamsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g was trouwens niet<br />
alleen het voorrecht van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> Provence beschikte <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> boerenstand<br />
over ‘wasbakken voor <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n’ en geelkoperen teilen, en <strong>in</strong> Bourgondië had<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> plattelandsbewoners waskommen en zelfs handdoeken gemaakt van hennep. We<br />
weten eveneens dat <strong>de</strong> boeren verplicht waren proper te zijn voor <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van<br />
bepaal<strong>de</strong> activiteiten: het persen van <strong>de</strong> wijndruif, bijvoorbeeld, dat met propere voeten<br />
dien<strong>de</strong> te gebeuren. En op afbeeld<strong>in</strong>gen zien we dat ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zomer graag een duik<br />
namen <strong>in</strong> een vijver of rivier. Had<strong>de</strong>n ze geen badkuip, dan volstond een tobbe, zelfs die<br />
welke gewoonlijk voor <strong>de</strong> was werd gebruikt. Zeep was zeldzaam – hoewel we weten<br />
dat zeephou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> planten weel<strong>de</strong>rig voorkwamen op <strong>de</strong> oevers van <strong>de</strong> waterlopen –<br />
maar er waren talloze recepten voor haarwasmid<strong>de</strong>len. Ze varieer<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> aard<br />
van het haar: <strong>de</strong> kleur, <strong>de</strong> aanwezigheid van huidziekten of gewoon schilfers of kaalheid.<br />
Het volstond het hoofd één keer per week te wassen – wat heel normaal was <strong>in</strong> een nietvervuil<strong>de</strong><br />
omgev<strong>in</strong>g – en <strong>in</strong> het slechtste geval elke tw<strong>in</strong>tig dagen. Haarwasmid<strong>de</strong>len<br />
tegen luizen komen veelvuldig ter sprake <strong>in</strong> medische verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> het beste geval<br />
ontsier<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid van luizen <strong>de</strong> te<strong>in</strong>t. De haarwasmid<strong>de</strong>len tegen luizen waren<br />
gemaakt op basis van look, snijbietensap, staverzaad, salpeterpoe<strong>de</strong>r <strong>in</strong> suspensie <strong>in</strong> olie<br />
met hon<strong>in</strong>g. Ontluizen, een gezamenlijke activiteit, gebeur<strong>de</strong> eerst met <strong>de</strong> hand, zoals<br />
<strong>in</strong> Montaillou, een <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-eeuws Occitaans dorpje dat bekend werd door het on<strong>de</strong>rzoek<br />
van <strong>de</strong> Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie, dan met een ‘verge à nectoier’,<br />
een borstel die luizen verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> door ermee tegen <strong>de</strong> draad <strong>in</strong> op <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l te krabben,<br />
en tot slot met een fijne kam om <strong>de</strong> neten los te maken.<br />
Lopen, bewegen… a<strong>de</strong>rlaten<br />
Maar zich wassen was onvoldoen<strong>de</strong> om <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> gezondheid te blijven. Men moest ook<br />
preventief aan sport doen. Terwijl <strong>de</strong> volkse klassen elke dag aan lichaamsbeweg<strong>in</strong>g<br />
<strong>de</strong><strong>de</strong>n door hun fysieke arbeid en alles te voet te doen, verplaatsten <strong>de</strong> rijken zich zon<strong>de</strong>r<br />
zelf <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen te doen, met <strong>de</strong> koets of te paard. De jacht was geruime tijd <strong>de</strong> enige<br />
lichamelijke activiteit van <strong>de</strong> aristocratie. Maar aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen volstond<br />
<strong>de</strong> jachtactiviteit niet langer om <strong>de</strong> conditie op peil te hou<strong>de</strong>n. Gaston Phébus<br />
on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> ‘echte’ jacht van <strong>de</strong> jacht met het net, die te gemakkelijk was en werd<br />
bestempeld als ‘een vermaak voor dikke mannen, of voor ou<strong>de</strong> mannen, of nog voor prelaten’<br />
(Laurioux 2002). Vanaf het eerste <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw kregen zwaarlijvige<br />
personen lichaamsbeweg<strong>in</strong>g voorgeschreven. Ma<strong>in</strong>o <strong>de</strong> Ma<strong>in</strong>eri, een Magister<br />
Regens van <strong>de</strong> faculteit van Parijs, stel<strong>de</strong> een leefregel op ‘om dikke mensen te doen vermageren’:<br />
‘Ze moeten grote hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len die een lage voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong><br />
hebben en die snel verteren tot zich nemen. Ze moeten zich dikwijls ba<strong>de</strong>n vooraleer<br />
te eten en moeten regelmatig en vol <strong>in</strong>zet aan lichaamsbeweg<strong>in</strong>g doen’ (Nicoud 2007).<br />
In <strong>de</strong> jaren 1460 bracht een boek <strong>in</strong> Rome een kle<strong>in</strong>e revolutie teweeg: De honesta<br />
voluptate et valetud<strong>in</strong>e van Il Plat<strong>in</strong>a, waarvan <strong>de</strong> eerste vertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Italiaans pas van<br />
1487 dateert. Het was misschien niet het eerste werk dat lichaamsbeweg<strong>in</strong>g aanprees,<br />
maar het benadrukte het thema wel door er herhaal<strong>de</strong>lijk op terug te komen. De proloog<br />
legt uit dat het boek <strong>de</strong> lezer wil aanleren ‘welvarend en gezond te blijven zon<strong>de</strong>r medi-<br />
57 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />
cijnen te gebruiken’, om aldus een hoge leeftijd te bereiken, zelfs hon<strong>de</strong>rd jaar, <strong>in</strong> een zo<br />
goed mogelijke gezondheid. Daartoe was er slechts één oploss<strong>in</strong>g, het ‘oefenen van het<br />
lichaam’. De auteur wijdt hieraan een apart hoofdstuk, ‘want ledigheid en luiheid verzwakken<br />
het lichaam en maken het ziek, en ze zijn <strong>de</strong> oorzaak van vele kwalen’.<br />
Lichaamsbeweg<strong>in</strong>g versterkte niet alleen <strong>de</strong> le<strong>de</strong>maten maar voer<strong>de</strong> ook ‘bedorven en<br />
slecht bloed’ af. ‘U kan zich voldoen<strong>de</strong> oefenen door te stappen, te werken, te stijgen en<br />
te dalen, iets van <strong>de</strong> ene plaats naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re te dragen wat niet te zwaar is om te dragen’,<br />
maar ook door te tu<strong>in</strong>ieren of sport te beoefenen: kaatsspel, jeu <strong>de</strong> boules en ‘an<strong>de</strong>re voetspelen’,<br />
paardrij<strong>de</strong>n, speerwerpen, boogschieten, worstelen, jagen, dit alles liefst <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
open lucht en op het platteland, en vooral ‘zon<strong>de</strong>r zichzelf te veel te vermoeien’ en ‘volgens<br />
onze eigen kracht’, want we mogen ‘van gezondheid geen ziekte maken’.<br />
Volgens <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse artsen waren ziekten het gevolg van een verstoord humoraal<br />
evenwicht, en om ze te genezen moesten <strong>de</strong> slechte vochten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd.<br />
Om <strong>de</strong> lichaamsvochten <strong>in</strong> evenwicht te brengen, volston<strong>de</strong>n ba<strong>de</strong>n niet. Men moest het<br />
lichaam ook a<strong>de</strong>rlaten, zowel preventief als curatief, met een frequentie afhankelijk van<br />
<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom van <strong>de</strong> patiënt en dit tot op hoge leeftijd, 80 jaar voor <strong>de</strong> mannen en 100<br />
jaar voor <strong>de</strong> vrouwen; na die leeftijd, schrijft Hil<strong>de</strong>gard van B<strong>in</strong>gen (twaalf<strong>de</strong> eeuw),<br />
heeft het geen z<strong>in</strong> meer…<br />
‘Laat je niet wijsmaken dat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> een wetenschap is die <strong>de</strong> mens ooit het<br />
eeuwige leven zal schenken’, beweer<strong>de</strong> <strong>de</strong> arts Aldobrand<strong>in</strong>o da Siena <strong>in</strong> 1256. ‘Haar taak<br />
is eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mens bij te staan tot aan <strong>de</strong> natuurlijke dood.’ De hygiëne, die wezenlijk <strong>de</strong>el<br />
uitmaakt van het mid<strong>de</strong>leeuwse discours, is een van <strong>de</strong> beste mid<strong>de</strong>len om het leven te<br />
verlengen, en het water – enkel voor uitwendig gebruik, behalve <strong>in</strong>dien gekookt of gedistilleerd<br />
– is een kernbegrip <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong>. Maar om zich tegen <strong>de</strong><br />
dood te wapenen was niet zeepwater het doeltreffendst <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>leeuwse huis, maar<br />
wel wijwater, bewaard <strong>in</strong> <strong>de</strong> slaapkamer <strong>in</strong> een emmer met een oor. Wanneer <strong>de</strong> vier hoeken<br />
van <strong>de</strong>ze kamer elke avond met dit water wer<strong>de</strong>n besprenkeld, bescherm<strong>de</strong> het <strong>de</strong><br />
slapers tegen wiegendood, <strong>de</strong> meest gevrees<strong>de</strong> dood on<strong>de</strong>r christenen, zoals blijkt uit een<br />
ritueel uit Lausanne uit 1500. Deze riten wer<strong>de</strong>n kennelijk ook daadwerkelijk uitgevoerd:<br />
veelvuldig wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bourgondische <strong>in</strong>ventarissen meld<strong>in</strong>g gemaakt van een<br />
wijwateremmer. De hygiëne behoor<strong>de</strong> ook tot het theologische discours: properheid en<br />
re<strong>in</strong>heid zijn synoniemen. Daarom was het afleggen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n al even belangrijk als<br />
<strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n. Wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen niet, vooraleer ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> lijkwa<strong>de</strong><br />
wer<strong>de</strong>n gehuld, een laatste keer gewassen door <strong>de</strong> vrouwen van het huisgez<strong>in</strong>?<br />
Bibliografie<br />
Albert 2006. Alberti 2004. Alexandre-Bidon 2003. Alexandre-Bidon 2008a. Alexandre-Bidon 2008b, p. 205-219.<br />
Alexandre-Bidon & Piponnier 1987, p. 211-244. Ba<strong>in</strong>s privés 2001. Dauph<strong>in</strong>é 1984, p. 7-20. Eau dans la société médiévale<br />
1992. Green 2001. Hil<strong>de</strong>gar<strong>de</strong> <strong>de</strong> B<strong>in</strong>gen 1997. Laurioux 2002. Le Ménagier <strong>de</strong> Paris 1994. Nicoud 2007.<br />
Opsomer 1991. Plat<strong>in</strong>e 2003.
59<br />
Menselijke bot- en tandresten zijn vaak nog <strong>de</strong> enige getuigen van<br />
mid<strong>de</strong>leeuwse populaties. Hoewel ze lange tijd wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgewaar<strong>de</strong>erd<br />
door archeologen en historici, vormen ze volwaardige<br />
biologische archieven die antropobiologen <strong>in</strong> staat stellen tal van<br />
aspecten van <strong>de</strong> gemeenschap <strong>de</strong>r leven<strong>de</strong>n te reconstrueren.<br />
Gezondheid en hygiëne zijn twee essentiële parameters voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en het<br />
overleven van een populatie. Bei<strong>de</strong> variabelen zullen we bena<strong>de</strong>ren via <strong>de</strong> trauma’s, <strong>de</strong><br />
genetische en besmettelijke ziekten, <strong>de</strong> tandhygiëne en tandziekten, <strong>de</strong> therapeutische<br />
han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> stress<strong>in</strong>dicatoren.<br />
De trauma’s<br />
Het skelet kan <strong>de</strong> gevolgen van uiteenlopen<strong>de</strong> trauma’s vertonen. De soort en locatie<br />
ervan geven aan of <strong>de</strong> trauma’s het gevolg zijn van gewone gebeurtenissen <strong>in</strong> het leven<br />
(valpartijen en <strong>de</strong>rgelijke) of van gewelddadige conflicten. On<strong>de</strong>rzoek maakt het ook<br />
mogelijk te bepalen of <strong>de</strong> letsels genezen zijn, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n of het <strong>in</strong>dividu ze<br />
heeft overleefd, dan wel of ze fataal waren.<br />
De vaakst voorkomen<strong>de</strong> trauma’s op het postcraniale skelet zijn breuken en ontwricht<strong>in</strong>gen.<br />
Uit een synthese van Raoul Perrot blijkt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>de</strong> meeste<br />
breuken zich aan <strong>de</strong> pijpbeen<strong>de</strong>ren voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n (afb. 1). Daaron<strong>de</strong>r nam <strong>de</strong> cubitus<br />
(elleboog) <strong>de</strong> eerste plaats <strong>in</strong>. Dit houdt verband met <strong>de</strong> reflex om het hoofd tegen <strong>de</strong><br />
impact van een slag te beschermen door <strong>de</strong> voorarm op te heffen (afweerbreuk). Breuken<br />
van <strong>de</strong> radius (het spaakbeen) en <strong>de</strong> fibula (het kuitbeen) zijn dan weer typisch het<br />
gevolg van vallen. Ontwricht<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gekenmerkt door een volledige en persistente<br />
verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gewrichtsvlakken. De vaakst waargenomen ontwricht<strong>in</strong>gen op<br />
ou<strong>de</strong> skeletten zijn die van <strong>de</strong> heup en van <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>r. De gevallen van ontwricht<strong>in</strong>g<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n gedateerd, zijn uiterst zeldzaam – op<br />
<strong>de</strong> 220 trauma’s die Perrot vaststel<strong>de</strong>, zijn er slechts twee ontwricht<strong>in</strong>gen.<br />
Wat <strong>de</strong> verwond<strong>in</strong>gen door projectielen betreft, stammen <strong>de</strong> meeste archeologische<br />
voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> pre- en protohistorische perio<strong>de</strong>. Voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen daarentegen<br />
zijn slechts enkele gevallen van verwond<strong>in</strong>gen door pijlen op <strong>de</strong> botresten aangetroffen,<br />
met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een hon<strong>de</strong>rdtal slachtoffers van <strong>de</strong> Deense verover<strong>in</strong>g van<br />
Carol<strong>in</strong>e Polet<br />
gezondheid en hygiëne<br />
De bijdrage van <strong>de</strong> antropobiologie<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
CAROLINE POLET 60<br />
Visby (eiland Gotland, huidige Zwe<strong>de</strong>n) op 22 juli 1361. Een voorbeeld daarvan is een<br />
pijl <strong>in</strong> een Merov<strong>in</strong>gische sche<strong>de</strong>l, ont<strong>de</strong>kt <strong>in</strong> Le<strong>de</strong> (bij Aalst, België).<br />
Letsel op been<strong>de</strong>ren kunnen ook zijn toegebracht door scherpe wapens zoals lansen,<br />
zwaar<strong>de</strong>n of bijlen. De sche<strong>de</strong>l wordt het vaakst getroffen (afb. 2). De verwond<strong>in</strong>gen<br />
bestaan uit houwen of zelfs uit verlies aan botsubstantie wanneer <strong>de</strong> slag tangentieel<br />
op het been is beland. We kennen tal van voorbeel<strong>de</strong>n van sche<strong>de</strong>lletsels die uit <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwen dateren. Zo blijkt uit een studie van 300 Alemannen (verbond van<br />
Germaanse volkeren, <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) van het mannelijke geslacht dat tien procent<br />
van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>ls letsels vertoont die door scherpe voorwerpen zijn veroorzaakt, en dat<br />
op twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ervan sporen van genez<strong>in</strong>g zijn aangetroffen.<br />
Het skelet kan ook littekens vertonen van trauma’s aan <strong>de</strong> weefsels die aan <strong>de</strong> botten<br />
vastzitten. Zo kunnen verstuik<strong>in</strong>gen, die het gevolg zijn van een uitrekk<strong>in</strong>g of een<br />
scheur van een ligament, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren veroorzaken. Ze treffen<br />
vooral <strong>de</strong> enkel en <strong>de</strong> knie. De gevolgen van zware verstuik<strong>in</strong>gen zijn ligamentaire beenvorm<strong>in</strong>g<br />
en volum<strong>in</strong>euze beenuitwas. Dergelijke beenvorm<strong>in</strong>g is waargenomen <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
populaties <strong>in</strong> Frankrijk en Hongarije, alsook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong><br />
(België, twaalf<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw, afb. 3).<br />
Genetische en besmettelijke ziekten<br />
Sommige genetische ziekten beschadigen eveneens het skelet. Een voorbeeld is achon-<br />
droplasie, een vorm van dwerggroei. Door een aangeboren afwijk<strong>in</strong>g vormt zich geen<br />
kraakbeen <strong>in</strong> <strong>de</strong> groeischijven aan <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong> botten waardoor <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren<br />
wel <strong>in</strong> <strong>de</strong> breedte maar niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> lengte groeien. Dat veroorzaakt een disharmonische<br />
dwerggroei, met een volwassen grootte vergelijkbaar met die van een k<strong>in</strong>d van 8 à 9 jaar<br />
(ongeveer 1m30). Het voorkomen van achondroplasie varieert van één geboorte op<br />
10.000 tot één op 30.000. Ongeveerd negentig procent van <strong>de</strong> personen die aan <strong>de</strong>ze<br />
ziekte lij<strong>de</strong>n, hebben gezon<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs: het gaat om een <strong>de</strong> novo-mutatie. Maar zodra<br />
achondroplasie <strong>in</strong> een familie optreedt, wordt ze erfelijk. De maatschappij bleef zel<strong>de</strong>n<br />
onverschillig tegenover dit soort misvorm<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> zieken wer<strong>de</strong>n geofferd of kregen <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el<br />
een bevoorrechte functie, zoals nar aan het kon<strong>in</strong>klijk hof. Het oudste geval van<br />
achondroplasie is <strong>in</strong> Italië ont<strong>de</strong>kt en dateert uit het jong-paleolithicum (35.000 tot<br />
10.000 v. Chr.). In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populaties zijn enkele specimens bekend, waaron<strong>de</strong>r<br />
een skelet ont<strong>de</strong>kt op het kerkhof van <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> (afb. 4).<br />
Besmettelijke ziekten oefenen een grote selectieve druk uit, waarschijnlijk zelfs<br />
sterker dan die van het milieu en <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. De meeste van <strong>de</strong>rgelijke aandoen<strong>in</strong>gen<br />
laten echter geen sporen na op <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren, en als dat al het geval is, dan is dat vaak op<br />
een algemene en aspecifieke manier. Daarenboven is het dikwijls slechts een ernstig of<br />
vergevor<strong>de</strong>rd stadium van <strong>de</strong> ziekte dat sporen nalaat. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectieziekten die wijzig<strong>in</strong>gen<br />
aan het skelet kunnen veroorzaken, zijn tuberculose, lepra en syfilis <strong>de</strong> meest<br />
bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. De voorbije tien jaar heeft <strong>de</strong> moleculaire vergrot<strong>in</strong>g <strong>de</strong> directe i<strong>de</strong>ntificatie<br />
mogelijk gemaakt van <strong>de</strong> kiemen die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong>ze ziekten, alsook<br />
die van pest en tyfus.<br />
Tuberculose wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> Kochbacterie (Mycobacterium tuberculosis).<br />
De meest versprei<strong>de</strong> vorm is longtuberculose, maar <strong>de</strong> bacterie kan ook an<strong>de</strong>re organen<br />
aantasten, zoals het hart, <strong>de</strong> nieren en <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren. In dat laatste geval gaat het vooral<br />
om <strong>de</strong> wervelkolom – men spreekt dan van <strong>de</strong> ziekte van Pott. Ze wordt gekenmerkt<br />
61 GEZONDHEID EN HYGIËNE<br />
door <strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> tussenwervelschijven en een <strong>in</strong>zakk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wervels, wat spectaculaire<br />
en onomkeerbare vervorm<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> wervelkolom veroorzaakt (afb. 5).<br />
Volgens sommigen zou tuberculose bij <strong>de</strong> mens geëvolueerd zijn uit een vorm die bij<br />
groot vee voorkomt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat <strong>de</strong> oudste gevallen van bottuberculose<br />
zijn vastgesteld bij neolithische <strong>in</strong>dividuen die als eerste nauw <strong>in</strong> contact<br />
kwamen met talrijke huisdieren. Uit een tell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> paleopathologische gevallen <strong>in</strong><br />
West-Europa blijkt een toenemen<strong>de</strong> frequentie van tuberculose van <strong>de</strong> oudheid tot aan<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
Lepra wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> bacterie van Hansen (Mycobacterium leprae). Die<br />
nestelt zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> huid of <strong>in</strong> <strong>de</strong> slijmvliezen van neus, keel en mond en verspreidt zich<br />
vandaar naar <strong>de</strong> zenuwuite<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zenuwwerk<strong>in</strong>g veroorzaakt verlamm<strong>in</strong>g<br />
of gevoelloosheid van <strong>de</strong> voeten, han<strong>de</strong>n of le<strong>de</strong>maten. Als gevolg daarvan verliezen<br />
<strong>de</strong> zieken <strong>de</strong> reflex om hun han<strong>de</strong>n tijdig weg te trekken bij gevaarlijk contact.<br />
Lepra ontwikkelt zich langzaam, en wanneer <strong>de</strong> ziekte niet wordt behan<strong>de</strong>ld, veroorzaakt<br />
ze verzwer<strong>in</strong>gen, vervorm<strong>in</strong>gen en verm<strong>in</strong>k<strong>in</strong>gen. De meest typische lepreuze<br />
botaantast<strong>in</strong>gen zijn resorptie rond <strong>de</strong> neus, het gehemelte en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>n van han<strong>de</strong>n<br />
en voeten (afb. 6). Vandaag is <strong>de</strong> geografische verspreid<strong>in</strong>g van lepra vooral beperkt tot<br />
<strong>de</strong> tropische gebie<strong>de</strong>n, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, toen <strong>de</strong> ziekte haar hoogtepunt<br />
bereikte, kwam ze <strong>in</strong> heel Europa voor, zelfs tot <strong>in</strong> noor<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n als Noorwegen.<br />
In die tijd kregen lepralij<strong>de</strong>rs af te rekenen met hevige afwijz<strong>in</strong>gsreacties en wer<strong>de</strong>n ze<br />
<strong>in</strong> leprozenhuizen buiten <strong>de</strong> stad opgesloten. Vaak wer<strong>de</strong>n ze ook begraven op speciaal<br />
voor hen bestem<strong>de</strong> begraafplaatsen. Vilhelm Møller-Christensen verrichte <strong>in</strong> 1967 een<br />
baanbreken<strong>de</strong> studie op meer dan 18.000 skeletten van uiteenlopen<strong>de</strong> geografische en<br />
chronologische oorsprong. Hij toon<strong>de</strong> aan dat <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> positieve gevallen<br />
uit Europese mid<strong>de</strong>leeuwse populaties afkomstig was. S<strong>in</strong>dsdien zijn talrijke an<strong>de</strong>re<br />
studies uitgevoerd op skeletten van mid<strong>de</strong>leeuwse lepralij<strong>de</strong>rs, waaron<strong>de</strong>r dat van <strong>de</strong><br />
Schotse kon<strong>in</strong>g Robert the Bruce, die <strong>in</strong> 1329 overleed.<br />
Syfilis wordt veroorzaakt door een bacterie van <strong>de</strong> familie van <strong>de</strong> treponema<br />
(Treponema pallidum). De overdracht van <strong>de</strong> ziekte gebeurt hoofdzakelijk via geslachtsverkeer,<br />
maar soms ook van moe<strong>de</strong>r op k<strong>in</strong>d via <strong>de</strong> placenta (aangeboren syfilis). Men<br />
on<strong>de</strong>rscheidt drie kl<strong>in</strong>ische stadia, maar alleen het tertiaire stadium, dat 1 tot 20 jaar na<br />
<strong>de</strong> besmett<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zet, tast <strong>de</strong> botten aan. De antropoloog krijgt dus uitsluitend te maken<br />
met een vergevor<strong>de</strong>rd stadium van <strong>de</strong> ziekte. De meest typische skeletletsels zijn die van<br />
<strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> tibia of het scheenbeen (afb. 7). De syfilisepi<strong>de</strong>mie die <strong>in</strong> 1493 Barcelona<br />
zou hebben geteisterd, kort na <strong>de</strong> triomfantelijke terugkeer van Christoffel Columbus,<br />
leid<strong>de</strong> tot een controverse over <strong>de</strong> oorsprong van <strong>de</strong>ze ziekte <strong>in</strong> Europa. Werd ze uit<br />
Amerika <strong>in</strong>gevoerd door admiraal Columbus en zijn manschappen of was ze voordien al<br />
<strong>in</strong> Europa aanwezig? Dankzij <strong>de</strong> paleopathologische studie van Europese skeletten uit<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen kon <strong>de</strong> kwestie <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief wor<strong>de</strong>n beslecht: <strong>de</strong> treponema was wel<br />
<strong>de</strong>gelijk voor 1493 <strong>in</strong> Europa aanwezig.<br />
Tandhygiëne en tandziekten<br />
De gezondheid van <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n hangt <strong>in</strong> grote mate van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g af. Zo veroorzaken<br />
koolhydraten (zetmeel, suikers en <strong>de</strong>rgelijke) tandcariës (afb. 8). De bacteriële gist<strong>in</strong>g<br />
van koolhydraten produceert zuren die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> tandontkalk<strong>in</strong>g.<br />
Onbehan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tandcariës kan lei<strong>de</strong>n tot periodontale complicaties zoals abcessen. Uit<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
een synthese van tandcariës vanaf het paleolithicum tot <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw blijkt dui<strong>de</strong>lijk<br />
dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van tandcariës <strong>in</strong> Europa op twee tijdstippen aanzienlijk toenam.<br />
De eerste stijg<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ed zich voor omstreeks 4500 v.Chr. en kan <strong>in</strong> verband wor<strong>de</strong>n<br />
gebracht met <strong>de</strong> neolithisatie, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> mens overschakel<strong>de</strong> van een nomadisch<br />
naar een se<strong>de</strong>ntair bestaan. De twee<strong>de</strong>, op grotere schaal waarneembare toename<br />
van cariës vond plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> postmid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> en was het gevolg van <strong>de</strong> massale<br />
<strong>in</strong>troductie van suikers <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Vanaf 1550 begonnen <strong>de</strong> Europeanen rietsuiker<br />
uit Amerika te importeren, en vanaf 1753 gebruikten ze ook bietensuiker. Deze suikers<br />
veroorzaakten veel sneller tandcariës dan <strong>de</strong> hon<strong>in</strong>g die voordien als zoetmaker werd<br />
gebruikt.<br />
Eiwitrijke voed<strong>in</strong>gswaren en gebrekkige tandhygiëne veroorzaakten vaak <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g<br />
van tandsteen. In <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> had meer dan negentig procent van<br />
<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuen tandsteen – bij een kwart van hen be<strong>de</strong>kte <strong>de</strong> tandsteenlaag bovendien<br />
meer dan twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> tand (afb. 9) .<br />
Niet ie<strong>de</strong>reen vond tandhygiëne onbelangrijk. Zo zijn sporen terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van<br />
metalen tan<strong>de</strong>nstokers, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van specifieke strepen <strong>in</strong> het tandglazuur, die <strong>in</strong> het<br />
zestien<strong>de</strong>-eeuwse Europa heel populaire metalen waren. Een verwoe<strong>de</strong> gebruiker was<br />
Christiaan III, kon<strong>in</strong>g van Denemarken en Noorwegen. Elektronenmicroscopisch<br />
on<strong>de</strong>rzoek heeft overigens uitgewezen dat <strong>de</strong> voortan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze vorst met schuurpoe<strong>de</strong>r<br />
wer<strong>de</strong>n gere<strong>in</strong>igd.<br />
Therapeutische han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />
Botten en tan<strong>de</strong>n kunnen ook <strong>de</strong> sporen van genezen<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen vertonen. Het<br />
on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>ze littekens kan ons vertellen of het <strong>in</strong>dividu is blijven leven (botregeneratie)<br />
dan wel tij<strong>de</strong>ns of kort na <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is overle<strong>de</strong>n. Dergelijke ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen<br />
leren ons ook veel over <strong>de</strong> anatomische kennis van onze voorva<strong>de</strong>ren, alsook over hun<br />
vermogen om aangetaste functies te herstellen. Ze tonen aan dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroepen<br />
zieken en gewon<strong>de</strong>n weliswaar hulp kregen, maar dat vaak alleen <strong>de</strong> bevoorrechte<br />
klassen toegang tot bepaal<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n.<br />
Het zetten van breuken en ontwricht<strong>in</strong>gen was goed bekend bij <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
chirurgen, zoals geïllustreerd op afb. 10. Deze tibia is afkomstig uit <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong><br />
Koksij<strong>de</strong> en vertoont een correct gezette breuk.<br />
Trepanatie is een heelkundige <strong>in</strong>greep waarbij een open<strong>in</strong>g wordt gemaakt <strong>in</strong> een<br />
bot, meestal <strong>de</strong> hersenpan. De gebruikte technieken zijn afschaven, uitsnij<strong>de</strong>n en boren.<br />
Al tij<strong>de</strong>ns het mesolithicum (mid<strong>de</strong>nsteentijdperk; van ca. 10.500 tot neolithicum)<br />
beheerste men <strong>de</strong>ze complexe operatie, die op empirische wijze op alle cont<strong>in</strong>enten<br />
werd uitgevoerd. Talrijke gevallen uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen zijn on<strong>de</strong>rtussen gepubliceerd.<br />
In België zijn verschei<strong>de</strong>ne trepanaties opgetekend waarbij <strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong> <strong>in</strong>greep overleef<strong>de</strong>.<br />
Eén geval komt uit <strong>de</strong> Frankische begraafplaats van Limet (prov<strong>in</strong>cie Luik), drie<br />
an<strong>de</strong>re uit <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> (afb. 11). Op basis van een veertigtal mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
sche<strong>de</strong>ls bereken<strong>de</strong> Raoul Perrot dat <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>gsgraad bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>rgelijke<br />
risicovolle <strong>in</strong>grepen slechts tw<strong>in</strong>tig procent bedroeg. Dit cijfer, dat lager ligt dan<br />
het cijfer voor <strong>de</strong> prehistorische populaties, kan wor<strong>de</strong>n verklaard door het grotere risico<br />
van <strong>in</strong>fecties als gevolg van <strong>de</strong> overvolle mid<strong>de</strong>leeuwse ziekenhuizen.<br />
Amputaties wer<strong>de</strong>n uitgevoerd na ongelukken, gevechten, strafmaatregelen of<br />
heelkundige <strong>in</strong>grepen. Wanneer een amputatie genezen is, vormt het botuite<strong>in</strong><strong>de</strong> een<br />
CAROLINE POLET 62<br />
63 GEZONDHEID EN HYGIËNE
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
compacte, ron<strong>de</strong> botzwell<strong>in</strong>g en is het oppervlak m<strong>in</strong> of meer regelmatig, voor zover<br />
geen <strong>in</strong>fectie is opgetre<strong>de</strong>n. Ondanks <strong>de</strong> vermeld<strong>in</strong>g van dit soort <strong>in</strong>greep <strong>in</strong> <strong>de</strong> medische<br />
verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en gerechtelijke wetboeken uit die tijd, zijn archeologische gevallen<br />
van amputatie niet talrijk, ook niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Maar we mogen niet vergeten<br />
dat het verlies van een lid ook het gevolg kon zijn van <strong>de</strong> vorst of van ziekten zoals<br />
lepra en ergotisme (kriebelziekte). Het geamputeer<strong>de</strong> lidmaat werd soms vervangen<br />
door een prothese, zoals <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ker voorarm van Hans von Mittelhausen, een rid<strong>de</strong>r die<br />
<strong>in</strong> 1564 stierf.<br />
Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was tan<strong>de</strong>xtractie <strong>de</strong> doeltreffendste remedie tegen<br />
hevige kiespijn. Het is helaas onmogelijk te achterhalen tot wanneer <strong>de</strong>ze praktijk teruggaat,<br />
want ze laat geen specifieke sporen na op <strong>de</strong> kaken (men kan ze niet on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />
van een spontaan uitgevallen kies). De eerste amalgaamvull<strong>in</strong>gen waren op basis<br />
van goud. De oudste is ont<strong>de</strong>kt op het gebit van pr<strong>in</strong>ses Anna Ursula van Brunswijk-<br />
Lüneburg, die <strong>in</strong> 1601 overleed. Tandprothesen zou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Egyptenaren zijn uitgevon<strong>de</strong>n.<br />
Ze wer<strong>de</strong>n uit ivoor gesne<strong>de</strong>n en met gouddraad verbon<strong>de</strong>n, en waren voorbehou<strong>de</strong>n<br />
voor <strong>de</strong> farao’s en <strong>de</strong> rijke hoogwaardigheidsbekle<strong>de</strong>rs. Het duur<strong>de</strong> tot <strong>de</strong><br />
achttien<strong>de</strong> eeuw vooraleer het gebruik van het kunstgebit zich tot <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> klassen <strong>in</strong><br />
heel Europa uitbreid<strong>de</strong>. De meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> archeologische vondsten gaat dan ook<br />
tot die perio<strong>de</strong> terug. Toch is er een Duits <strong>in</strong>dividu, gedateerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> eeuw,<br />
wiens kunstgebit waarschijnlijk van zijn eigen tan<strong>de</strong>n is gemaakt.<br />
CAROLINE POLET 64<br />
Stress<strong>in</strong>dicatoren<br />
Een ziekte vaststellen die door een voed<strong>in</strong>gstekort (zoals rachitis of scheurbuik) werd<br />
veroorzaakt, was lange tijd een van <strong>de</strong> traditionele oogmerken van <strong>de</strong> paleopathologie.<br />
Dit soort on<strong>de</strong>rzoek geeft echter geen algemeen beeld van <strong>de</strong> gezondheidstoestand van<br />
een populatie. Wil men op grotere schaal werken, dan is het beter botletsels te gebruiken<br />
die goe<strong>de</strong> of slechte levensomstandighe<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> groei aan het licht brengen. Ze wor<strong>de</strong>n<br />
‘niet-specifieke stress<strong>in</strong>dicatoren’ genoemd. De hypoplasie van het tandglazuur, <strong>de</strong><br />
lijnen van Harris en <strong>de</strong> cribra orbitalia zijn <strong>de</strong> vaakst on<strong>de</strong>rzochte <strong>in</strong>dicatoren (afb. 12).<br />
Email- of glazuurhypoplasie is een verdunn<strong>in</strong>g van het tandglazuur, waardoor horizontale<br />
groeven en putten ontstaan. Deze misvorm<strong>in</strong>gen zijn te wijten aan kortstondige<br />
on<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cellen die <strong>in</strong>staan voor <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van het tandglazuur.<br />
Een studie uitgevoerd op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populatie die begraven lag rond <strong>de</strong><br />
kerk van Westerhus (Jämtland, Zwe<strong>de</strong>n), illustreert <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van sociale status: hoe<br />
hoger die status, hoe zeldzamer hypoplasie. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> belangrijke perio<strong>de</strong> van tandontwikkel<strong>in</strong>g<br />
leef<strong>de</strong>n maatschappelijk bevoorrechte k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dus <strong>in</strong> betere gezondheidsomstandighe<strong>de</strong>n.<br />
An<strong>de</strong>rzijds blijkt uit een hogere <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hypoplasie bij vrouwen<br />
uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse Kroatische populatie van Nova Rača dat <strong>de</strong> meisjes m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed<br />
wer<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld dan <strong>de</strong> jongens.<br />
Röntgenopnamen kunnen <strong>de</strong> aanwezigheid van lijnen van Harris op pijpbeen<strong>de</strong>ren<br />
aan het licht brengen. Deze ondoorzichtige lijnen lopen parallel met <strong>de</strong> groeilijnen en<br />
zijn het gevolg van tij<strong>de</strong>lijke verstor<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> botgroei gevolgd door een fase van herstel<br />
– <strong>de</strong> <strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kraakbeencellen vertraagt en het bot stopt tij<strong>de</strong>lijk met groeien<br />
terwijl <strong>de</strong> m<strong>in</strong>erale afzett<strong>in</strong>g voortgaat. In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populatie van Schleswig<br />
(Duitsland, elf<strong>de</strong>-twaalf<strong>de</strong> eeuw) wer<strong>de</strong>n twee perio<strong>de</strong>n van groeion<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>g vastgesteld.<br />
De eerste, tussen 1 en 2 jaar, zou verband hou<strong>de</strong>n met het spenen. De twee<strong>de</strong>,<br />
65 GEZONDHEID EN HYGIËNE<br />
tussen 8 en 10 jaar, zou te wijten zijn aan een slechte voed<strong>in</strong>g die niet vol<strong>de</strong>ed aan <strong>de</strong><br />
behoeften van het k<strong>in</strong>d dat, <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, begon te werken vanaf die leeftijd.<br />
Anemie, of ze nu erfelijk is of het gevolg van on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g of bloed<strong>in</strong>gen, kan sporen<br />
op het skelet achterlaten. Een te kle<strong>in</strong> aantal ro<strong>de</strong> bloedlichaampjes veroorzaakt een<br />
hyperactiviteit van het beenmerg, <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong>ze cellen wor<strong>de</strong>n aangemaakt.<br />
Aangezien het merg zich <strong>in</strong> het zeefbeen bev<strong>in</strong>dt, beg<strong>in</strong>t dat te hypertrofiëren of verdikken.<br />
Anemie uit zich dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van perforaties die zichtbaar zijn op het uitwendige<br />
oppervlak van het bot. Bij lichte hypertrofie wor<strong>de</strong>n enkel die gebie<strong>de</strong>n geperforeerd<br />
waar het schorsweefsel dun is, zoals het dak van <strong>de</strong> oogkas (en dan wordt <strong>de</strong> ziekte cribra<br />
orbitalia genoemd). Wanneer <strong>de</strong> hypertrofie uitgesprokener is, kunnen ook het<br />
sche<strong>de</strong>ldak en <strong>de</strong> pijpbeen<strong>de</strong>ren letsels vertonen. De aanwezigheid van cribra orbitalia<br />
bij zuigel<strong>in</strong>gen kan erop wijzen dat geen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len wer<strong>de</strong>n gebruikt om<br />
<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rmelk te vervangen.<br />
Besluit<br />
Menselijke resten uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vormen uitgelezen on<strong>de</strong>rzoeksmateriaal voor<br />
antropobiologen: <strong>de</strong> skeletten zijn talrijk, vaak goed bewaard en doorgaans goed te<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>dividuele graven. De botten en <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n vormen ‘biologische<br />
archieven’ die het mogelijk maken bepaal<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populaties<br />
te reconstrueren, terwijl an<strong>de</strong>re bronnen daar niet altijd <strong>in</strong> slagen. De vooruitgang op<br />
het gebied van <strong>de</strong> medische beeldvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> moleculaire biologie heeft dan ook<br />
geleid tot een verbeter<strong>de</strong> opspor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ziekten en <strong>de</strong> heelkundige <strong>in</strong>grepen van onze<br />
voorou<strong>de</strong>rs. En tot slot, hoewel <strong>de</strong> antropologie zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> doodsoorzaak vast kan stellen,<br />
kan ze toch <strong>de</strong> gezondheidstoestand van een ou<strong>de</strong> populatie reconstrueren.<br />
Bibliografie<br />
Alt, Rös<strong>in</strong>g & Teschler-Nicola 1998. Auf<strong>de</strong>rhei<strong>de</strong> & Rodríguez-Martín 1998. Dastugue & Gervais 1992. Dutour,<br />
Pálfi, Bérato & Brun 1994. Larsen 1997. Pálfi 2002, p. 193-210. Perrot 1985, p. 42-47. Polet 2003, p. 365-404.<br />
Polet & Orban 2001. Roberts, Pálfi, Dutour & Lewis 2002. Schnitzler, Le M<strong>in</strong>or, Lu<strong>de</strong>s & Boës 2005. Walker 2001,<br />
p. 573-596.<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
67<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (tot 900-1000) bevocht men elkaar hetzij<br />
<strong>in</strong> een treffen tussen kle<strong>in</strong>e troepen, bere<strong>de</strong>n of te voet, hetzij <strong>in</strong> veldslagen<br />
waarbij hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n of zelfs duizen<strong>de</strong>n mensen tegenover elkaar<br />
kwamen te staan. De legers vorm<strong>de</strong>n twee l<strong>in</strong>ies, twee echte muren van<br />
schil<strong>de</strong>n. Ze trokken voorwaarts en kwamen zwaar met elkaar <strong>in</strong> bots<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> een lang lijf om lijf gevecht waar<strong>in</strong>, zo schrijft Fre<strong>de</strong>gar (achtste eeuw), ‘<strong>de</strong> soldaten<br />
zo dicht bij elkaar ston<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n niet kon<strong>de</strong>n neervallen’. Deze muurtechniek<br />
bleef lange tijd ongewijzigd en werd toegepast <strong>in</strong> zowel <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag<br />
(1302) als <strong>de</strong> slag bij Tour<strong>in</strong>ne (1347): quasi murus […] <strong>in</strong> unum compacti. Elke gevallen<br />
soldaat moest terstond wor<strong>de</strong>n vervangen, want <strong>de</strong> aanvaller profiteer<strong>de</strong> van elk gat <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie om <strong>de</strong> buren van <strong>de</strong> gevallene <strong>in</strong> <strong>de</strong> flank te treffen en, van steeds dichterbij, <strong>de</strong><br />
hele gevechtsl<strong>in</strong>ie te doorbreken. Wanneer <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie op één punt werd verzwakt, riskeer<strong>de</strong><br />
ze over <strong>de</strong> hele lengte te wor<strong>de</strong>n vernietigd en ontaard<strong>de</strong> <strong>de</strong> strijd <strong>in</strong> een slacht<strong>in</strong>g. De<br />
aanvoer<strong>de</strong>rs leid<strong>de</strong>n hun eenhe<strong>de</strong>n persoonlijk, wat hen heel kwetsbaar maakte: zo<br />
sneuvel<strong>de</strong> Nithard, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>zoon van Karel <strong>de</strong> Grote, <strong>in</strong> 844.<br />
Volgens Clau<strong>de</strong> Gaier le<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overwonnen legers tw<strong>in</strong>tig tot vijftig procent verliezen,<br />
terwijl een veldslag die als heel bloe<strong>de</strong>rig bekendstaat, die bij Waterloo (1815), <strong>de</strong><br />
Fransen slechts tien procent verliezen toebracht. De verliezen bij <strong>de</strong> overwonnenen<br />
waren enorm, die bij <strong>de</strong> overw<strong>in</strong>naars schaars. Dit contrast weerspiegelt een dramatisch<br />
maatschappelijk verschil. In zijn relaas van <strong>de</strong> slag bij Wil<strong>de</strong>ren (1129), waar<strong>in</strong> 824<br />
<strong>in</strong>fanteristen sneuvel<strong>de</strong>n – Miles nulla luit, vulgus <strong>in</strong>herme ruit (Geen verliezen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
ruiters, een slacht<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r het onbescherm<strong>de</strong> voetvolk) – leg<strong>de</strong> Aegidius van Orval<br />
(<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) twee belangrijke elementen bloot: <strong>de</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tussen cavalerie en<br />
<strong>in</strong>fanterie, en <strong>de</strong> doeltreffendheid van <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len.<br />
De hele mid<strong>de</strong>leeuwen lang on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> wapens een constante evolutie. Hun<br />
kwaliteit, die al goed was <strong>in</strong> <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd, verbeter<strong>de</strong> nog dankzij <strong>de</strong> vooruitgang<br />
op het gebied van <strong>de</strong> metaalbewerk<strong>in</strong>g. Er wer<strong>de</strong>n nieuwe wapens ontwikkeld en<br />
an<strong>de</strong>re wer<strong>de</strong>n opnieuw gebruikt zoals <strong>de</strong> kruisboog, <strong>de</strong> lans <strong>in</strong> al haar variëteiten of <strong>de</strong><br />
goe<strong>de</strong>ndag. Die vooruitgang was echter m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>grijpend dan <strong>de</strong> militaire en maatschappelijke<br />
omwentel<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van het gevecht te paard teweegbracht. Op<br />
Griekse, Rome<strong>in</strong>se of Karol<strong>in</strong>gische afbeeld<strong>in</strong>gen, en zelfs nog op het wandtapijt van<br />
Michel <strong>de</strong> Waha<br />
<strong>de</strong> dood<br />
op het slagveld<br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
Bayeux, zien we ruiters zwaaien met zwaar<strong>de</strong>n of betrekkelijke korte ‘lansen’ – <strong>de</strong><br />
Rome<strong>in</strong>se pilum, <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische werpspies met twee haken, <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische of<br />
Normandische lans – en ze als werpwapens gebruiken. Datzelf<strong>de</strong> wandtapijt van<br />
Bayeux toont voor het eerst ook een nieuw type lansgevecht, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> ruiter, die stevig<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> stijgbeugels vastzit, zijn lans met twee han<strong>de</strong>n horizontaal houdt, zijn paard <strong>de</strong><br />
sporen geeft en zijn vijand aan volle snelheid uit het za<strong>de</strong>l licht. In een biografie over haar<br />
va<strong>de</strong>r uitte Anna Comnene (oudste dochter van <strong>de</strong> Byzantijnse keizer Alexios; 1083-<br />
1153) haar sterke bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>ze tactiek van <strong>de</strong> westerse ruiters, die ze als<br />
onoverw<strong>in</strong>nelijk beschouw<strong>de</strong> tenzij hun paard werd geraakt. Deze manier van vechten<br />
werd toegepast door goed opgelei<strong>de</strong>, gediscipl<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> groepen die een veel langere lans<br />
gebruikten, tot 3,5 m lang en 15 tot 18 kg zwaar. Een cavalerieaanval kon heel hard toeslaan<br />
en <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie doorbreken. Jean Flori bevestigt dat ‘<strong>de</strong>ze nieuwe schermkunst <strong>de</strong> enige<br />
uitsluitend rid<strong>de</strong>rlijke metho<strong>de</strong> was’.<br />
De ruiters wer<strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rs door regels toe te passen die tot doel had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vijand<br />
gevangen te nemen en er losgeld voor te vragen. Anglo-Normanische geschiedschrijver<br />
Or<strong>de</strong>ricus Vitalis (twaalf<strong>de</strong> eeuw) brengt <strong>in</strong> 1119 relaas uit van <strong>de</strong> veldslag bij Bremule<br />
(tussen <strong>de</strong> legers van Hendrik I van Engeland en Lo<strong>de</strong>wijk vi van Frankrijk) tussen<br />
900 rid<strong>de</strong>rs waarbij slechts drie do<strong>de</strong>n vielen. Deze rid<strong>de</strong>rs waren immers gehuld <strong>in</strong><br />
ijzer, niet op bloed belust, spaar<strong>de</strong>n elkaar uit vrees voor God en uit eerbied voor hun<br />
wapenbroe<strong>de</strong>rschap en probeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vijand veeleer gevangen te nemen dan hem te<br />
do<strong>de</strong>n. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gebeurtenissen die Vlaan<strong>de</strong>ren na <strong>de</strong> moord op graaf Karel <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong><br />
(1127) verscheur<strong>de</strong>n, schatte Franse historicus Philippe Contam<strong>in</strong>e dat duizend rid<strong>de</strong>rs<br />
het tegen elkaar moesten opnemen, waarvan er slechts zeven sneuvel<strong>de</strong>n. In T<strong>in</strong>chebray<br />
(Laag-Normandië) verloren <strong>de</strong> zegevieren<strong>de</strong> Fransen <strong>in</strong> 1106 niet <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ste rid<strong>de</strong>r, en<br />
<strong>in</strong> L<strong>in</strong>coln (Engeland) <strong>in</strong> 1217 betreur<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overw<strong>in</strong>naars maar één gesneuvel<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r<br />
en <strong>de</strong> overwonnenen twee, maar er waren wel vierhon<strong>de</strong>rd gevangenen. Willem <strong>de</strong><br />
Bretoen (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw), <strong>de</strong> kroniekschrijver van kon<strong>in</strong>g Filips ii van Frankrijk,<br />
merkte op dat ‘voorheen duizen<strong>de</strong>n mensen omkwamen <strong>in</strong> een veldslag, maar nu zijn <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>fensieve mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> die mate verbeterd dat men zich tegen elk nieuw leger kan<br />
beschermen’.<br />
Gebruikmakend van <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong>-eeuwse economische expansie en ook van <strong>de</strong> buit<br />
die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlogen werd gemaakt, ontwikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs niet alleen <strong>de</strong> lans maar<br />
ook, en vooral, hun beschermen<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g. De maliënkol<strong>de</strong>r werd een halsberg (een<br />
maliënkol<strong>de</strong>r met kap die reikte tot aan <strong>de</strong> voeten) of een plaatharnas (ook schobbejak<br />
genoemd en niet bestaan<strong>de</strong> uit r<strong>in</strong>getjes maar uit metalen plaatjes), en <strong>de</strong> helm werd<br />
geperfectioneerd. De prijs van <strong>de</strong>ze uitsteken<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g stond <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot haar<br />
doeltreffendheid. De rid<strong>de</strong>rs waren echte professionals die een zware opleid<strong>in</strong>g kregen,<br />
gewend waren om samen te vechten en hun vak ken<strong>de</strong>n. Ze beschikten over een beschermen<strong>de</strong><br />
uitrust<strong>in</strong>g van uitsteken<strong>de</strong> kwaliteit die het aantal slachtoffers doorgaans beperkte,<br />
behalve wanneer twee ‘partijen’ of ‘maagschappen’ <strong>in</strong> een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze privéoorlog tegenover<br />
elkaar kwamen te staan. Zo bevochten twee Luikse geslachten en hun afstammel<strong>in</strong>gen<br />
elkaar geduren<strong>de</strong> een halve eeuw <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong>r Awans en Waroux: <strong>in</strong> <strong>de</strong> slag bij<br />
Donmart<strong>in</strong> (1325) vochten 250 ‘harnassen’ voor <strong>de</strong> Awans en 350 voor <strong>de</strong> Waroux: <strong>de</strong> verliezen<br />
bedroegen respectievelijk 14 en 65 do<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voetknechten mee te tellen.<br />
Maatschappelijk gezien werd <strong>de</strong> oorlog een bijzon<strong>de</strong>r ongelijke aangelegenheid. In<br />
vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs beschikten <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanteristen die uit veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gegoe<strong>de</strong><br />
MICHEL DE WAHA 68<br />
69 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />
milieus kwamen – vanaf het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw vocht <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke burgerij te<br />
paard, zoals blijkt uit <strong>de</strong> keure van Luxemburg (1235) – over een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r volledige<br />
wapenrust<strong>in</strong>g, en hun bescherm<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len kon<strong>de</strong>n niet op tegen die van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs.<br />
Aangezien <strong>de</strong> oorlog hun beroep niet was, waren <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>fanteristen ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed<br />
opgeleid dan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs; ze waren niet gewend samen te vechten, ze panikeer<strong>de</strong>n wel<br />
eens bij cavalerieaanvallen en wer<strong>de</strong>n afgemaakt <strong>in</strong> <strong>de</strong> slacht<strong>in</strong>gen die met <strong>de</strong> veldslagen<br />
gepaard g<strong>in</strong>gen, want het bracht niet op losgeld voor hen te vragen. Ze wer<strong>de</strong>n dus<br />
gedood tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> achtervolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verliezers, soms verschei<strong>de</strong>ne kilometers ver.<br />
De verliezen<br />
Vóór het jaar duizend wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> veldslagen zware verliezen gele<strong>de</strong>n. Nadien veroor-<br />
zaakte <strong>de</strong> tactiek van zware cavalerieaanvallen om <strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijke l<strong>in</strong>ies b<strong>in</strong>nen te dr<strong>in</strong>gen<br />
en te doorbreken en <strong>de</strong> vijand te oms<strong>in</strong>gelen, vooral on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanterie zware verliezen.<br />
Vaak wer<strong>de</strong>n gewon<strong>de</strong>n en gevangenen geëxecuteerd. In <strong>de</strong> slag bij Visé (1106)<br />
lieten <strong>de</strong> aanhangers van <strong>de</strong> latere Duitse keizer Hendrik v zo’n 200 do<strong>de</strong>n op het terre<strong>in</strong><br />
achter, hoewel er niet veel manschappen waren <strong>in</strong>gezet. In Hoeselt (1328) tel<strong>de</strong> men<br />
1319 lijken; <strong>in</strong> Othée <strong>in</strong> 1408 stierven sommigen door verstikk<strong>in</strong>g, terwijl an<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong><br />
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
hitte bezweken; uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk werd <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> overwonnenen afgemaakt. In Monsen-Pévèle<br />
(1304, Nord-Pas-<strong>de</strong>-Calais) lieten <strong>de</strong> Fransen 300 e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n dood op het<br />
slagveld achter, naast 1500 en 2000 <strong>in</strong>fanteristen; on<strong>de</strong>r hun Vlaamse tegenstan<strong>de</strong>rs<br />
waren er evenveel do<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gewon<strong>de</strong>n te tellen. De lijst van beken<strong>de</strong> Vlaamse<br />
opstan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen – met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, zij die voldoen<strong>de</strong> bezitt<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n om het<br />
voorwerp van confiscatie door <strong>de</strong> ambtenaren van <strong>de</strong> Franse kon<strong>in</strong>g te zijn – die <strong>in</strong><br />
Kassel (1328) sneuvel<strong>de</strong>n, omvat 3185 namen. Montenaken (1465) eiste 2000 do<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />
slacht<strong>in</strong>g van Brustem (1467) zou volgens een tell<strong>in</strong>g 3600 do<strong>de</strong>n hebben gemaakt.<br />
Aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw nam <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanterie aanzienlijk toe.<br />
Tij<strong>de</strong>ns verschei<strong>de</strong>ne veldslagen zoals <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag (1302), Bannockburn<br />
(Schotland; 1314), Morgarten (Zwitserland; 1315) en Vottem (1346), verpletter<strong>de</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />
<strong>in</strong>fanterie hele legers van rid<strong>de</strong>rs en bracht hen zware verliezen toe. Op een na<br />
sneuvel<strong>de</strong>n alle bevelhebbers van <strong>de</strong> Franse eenhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Kortrijk. De rid<strong>de</strong>rs kwamen<br />
massaal om: veertig tot vijftig procent <strong>in</strong> Kortrijk, vijftig procent <strong>in</strong> Kassel (1328), veertig<br />
procent <strong>in</strong> Poitiers (1356) en <strong>in</strong> Az<strong>in</strong>court (1415), waar <strong>de</strong> hertog van Brabant en<br />
Limburg, Anton van Bourgondië, sneuvel<strong>de</strong>. In Crécy (1346) wer<strong>de</strong>n 1542 gedo<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />
geteld. Kroniekschrijver Froissart (veertien<strong>de</strong> eeuw) geeft wat an<strong>de</strong>re cijfers die<br />
echter belangrijk zijn: 11 hoge heren, waaron<strong>de</strong>r Jan <strong>de</strong> Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>, graaf van Luxemburg<br />
MICHEL DE WAHA 70<br />
71 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />
en kon<strong>in</strong>g van Bohemen, 83 baan<strong>de</strong>rheren en 1212 rid<strong>de</strong>rs ‘met één schild’. Van dan af<br />
gold, hoe hoger <strong>de</strong> maatschappelijke rang, hoe kle<strong>in</strong>er het gevaar dat men liep om te<br />
sneuvelen. De dood van Karel <strong>de</strong> Stoute <strong>in</strong> Nancy (1477) werd een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />
Dit grote aantal slachtoffers was te wijten aan <strong>de</strong> meedogenloze strijd tussen rid<strong>de</strong>rs<br />
en niet-a<strong>de</strong>llijke <strong>in</strong>fanteristen. De rid<strong>de</strong>rs spaar<strong>de</strong>n het voetvolk niet, dat er op zijn beurt<br />
niet voor terug<strong>de</strong><strong>in</strong>s<strong>de</strong> <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs te do<strong>de</strong>n. De grootste bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />
waren: <strong>de</strong> bewapen<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanteristen en vooral hun lansen, die een muur vorm<strong>de</strong>n<br />
tegen <strong>de</strong> cavaleriepaar<strong>de</strong>n, hoe goed die ook waren beschermd; <strong>de</strong> beschiet<strong>in</strong>gen door<br />
<strong>de</strong> boogschutters gewapend met hun grote handboog (<strong>in</strong> <strong>de</strong> slag bij Bosnau (Rocroi,<br />
Frankrijk), <strong>in</strong> 1435, wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> enkele m<strong>in</strong>uten tijd 600 pijlen afgeschoten op 100 tegenstan<strong>de</strong>rs);<br />
en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>lijke korte pijlen van <strong>de</strong> kruisbogen, die een trage vuursnelheid<br />
had<strong>de</strong>n maar zich door <strong>de</strong> harnassen boor<strong>de</strong>n. En al snel begon een nieuw soort wapen<br />
dood en verniel<strong>in</strong>g te zaaien: het vuurgeschut.<br />
De verwond<strong>in</strong>gen: snelle dood of pijnlijk overleven?<br />
Door <strong>de</strong> manier waarop te voet strijd werd geleverd, met een muur van schil<strong>de</strong>n, of te<br />
paard, met aanvallen met <strong>de</strong> lans of het zwaard, wer<strong>de</strong>n vooral slagen van boven naar<br />
bene<strong>de</strong>n gegeven, op het hoofd, op <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs en op <strong>de</strong> armen.<br />
Op <strong>de</strong> Angelsaksische begraafplaats van Eccles (Kent) bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich drie mannen<br />
die gedood zijn door een rechtstreekse slag op het voorhoofd, wat een fatale breuk veroorzaakte.<br />
Van een van hen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> armen afgehakt toen hij ze optil<strong>de</strong> om zich te ver<strong>de</strong>digen.<br />
De an<strong>de</strong>re lichamen vertonen talrijke sporen van slagen die erop wijzen dat ze<br />
tij<strong>de</strong>ns hun vlucht wer<strong>de</strong>n gedood en verm<strong>in</strong>kt. In Dover bevat een begraafplaats, gedateerd<br />
tussen <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> en <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> eeuw, twee lichamen met sche<strong>de</strong>lletsels die door<br />
wapens zijn veroorzaakt. Het eerste, toegebracht door een zwaard, was do<strong>de</strong>lijk. Het<br />
l<strong>in</strong>ker wandbeen is diep <strong>in</strong>gesne<strong>de</strong>n over een lengte van 98 mm, met een maximale<br />
breedte van 36 mm. De won<strong>de</strong>n zijn zuiver, zon<strong>de</strong>r enig spoor van botherstel of teken<br />
van <strong>in</strong>fectie. De soldaat overleef<strong>de</strong> dus niet lang genoeg om het proces van herstel of<br />
<strong>in</strong>fectie, waarvan b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> vijf dagen sporen te zien zijn, op gang te laten komen. De<br />
verwond<strong>in</strong>g was bijgevolg onmid<strong>de</strong>llijk fataal of veroorzaakte <strong>de</strong> dood b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze termijn<br />
van vijf dagen. De positie van <strong>de</strong> verwond<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> aanvalshoek van veertig gra<strong>de</strong>n<br />
wijzen op een houw van een zwaard toegebracht door een rechtshandige, van boven af,<br />
die 10 mm het bot b<strong>in</strong>nen is gedrongen. Uit <strong>de</strong> analyses uitgevoerd op veertien lichamen<br />
met sche<strong>de</strong>lletsels uit <strong>de</strong> Angelsaksische perio<strong>de</strong>, en waarvan er een het lichaam van een<br />
vrouw zou kunnen zijn, blijkt dat twaalf letsels, waarvan elf fatale, het gevolg zijn van<br />
zwaardslagen. Eén enkele zwaardslag is genezen. Op een begraafplaats <strong>in</strong> Cambridge,<br />
gedateerd tussen 950 en 1120, vertoont het lichaam van een man van 35 tot 44 jaar drie<br />
sche<strong>de</strong>lletsels, allemaal veroorzaakt door een zwaard; het eerste letsel stemt overeen<br />
met <strong>de</strong> eerste toegebrachte slag. Het letsel raakt het rechter wandbeen, maar <strong>de</strong> slag trof<br />
eerst <strong>de</strong> coronale sutuur. De sche<strong>de</strong>lwand is doorboord en toen het zwaard terug werd<br />
getrokken, kwam een stuk bot mee. Het diploë is opengebarsten, maar niet <strong>de</strong> <strong>in</strong>wendige<br />
sche<strong>de</strong>lwand. Het wapen is <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l van boven naar bene<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nengedrongen, is<br />
daarna via <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> baan teruggetrokken en dan verwij<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> een hoek die een <strong>de</strong>el van<br />
<strong>de</strong> sche<strong>de</strong>lwand meenam. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> slag werd vertikaal gegeven, daarna<br />
werd het wapen heen en weer bewogen en tot slot naar voren en naar boven getrokken.<br />
De twee<strong>de</strong> slag beland<strong>de</strong> op het voorhoofdsbeen en doorboor<strong>de</strong> en verbrijzel<strong>de</strong> het.<br />
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
CAT 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.
Deze slag werd eveneens van bovenaf toegebracht, van rechts naar l<strong>in</strong>ks. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> letsel<br />
raakte het voorhoofdsbeen over een lengte 30 mm en veroorzaakte een bloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
won<strong>de</strong>. Nog een an<strong>de</strong>r letsel is op <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> borstwervel zichtbaar. Het ontstond toen het<br />
slachtoffer zijn rug naar <strong>de</strong> aanvaller keer<strong>de</strong>. De aanvaller moest zijn zwaard er <strong>in</strong> twee<br />
keer uit trekken. Geen van <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l doorboort die volledig, en zoals<br />
ook werd vastgesteld op <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong> slag van Visby, waren er verschei<strong>de</strong>ne verwond<strong>in</strong>gen<br />
waaraan <strong>de</strong> soldaat snel moet zijn bezweken.<br />
Het twee<strong>de</strong> lichaam van Dover vertoont een kronkelige barst aan <strong>de</strong> top van het<br />
sche<strong>de</strong>ldak over 78 mm met een breedte van 6 tot 10 mm. De effen ran<strong>de</strong>n van het letsel<br />
en <strong>de</strong> <strong>in</strong>wendige vascularisatie leren dat <strong>de</strong> slag, die werd gegeven met een wapen met een<br />
zwaar lemmet, waarschijnlijk een bijl, niet fataal was. Een soortgelijk verschijnsel was al<br />
vastgesteld op een lichaam van het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>in</strong> Lepenski Vir (Servië).<br />
Een vergelijk<strong>in</strong>g van Duitse en Britse begraafplaatsen, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n begraafplaatsen<br />
die ver van strijdlocaties verwij<strong>de</strong>rd lagen, toont 1,96 % sche<strong>de</strong>ltrauma’s <strong>in</strong><br />
Engeland en 7,32 % <strong>in</strong> Duitsland. De sche<strong>de</strong>ls vertonen meestal letsels aan het l<strong>in</strong>ker<br />
wangbeen en aan het voorhoofdsbeen, wat wijst op lijf om lijf gevechten van rechtshandigen.<br />
Hoewel archeologe T<strong>in</strong>a Jakob <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong>ze letsels toeschrijft aan <strong>de</strong> impact<br />
van wapens en bereken<strong>de</strong> dat 34,78 % van <strong>de</strong> letsels fataal was, on<strong>de</strong>rstreept ze dat een<br />
aanzienlijk aantal van die sche<strong>de</strong>lletsels ook genas. Zo vermeldt ze een Angelsaksische<br />
sche<strong>de</strong>l die wellicht werd geraakt door <strong>de</strong> slag van een zwaard of een speer maar die ‘volledig’<br />
was genezen, zon<strong>de</strong>r uiteraard secundaire kwalen uit te sluiten zoals hevige hoofdpijn,<br />
vormen van epilepsie, gezichts- of geheugenstoornissen, naast problemen van psychologische<br />
aard. In Duitsland daarentegen lag het percentage ongeneeslijke breuken<br />
hoger, vooral als gevolg van talrijke meervoudige breuken. Alle letsels veroorzaakt door<br />
een verbrijzel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l zijn echter genezen.<br />
Sommige lichamen tonen aan dat men zware sche<strong>de</strong>lletsels kon overleven, ondanks<br />
MICHEL DE WAHA 72<br />
73 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />
het bloedverlies en het <strong>in</strong>fectiegevaar. Specialisten wijzen erop dat <strong>de</strong> Pactus legis alamannorum<br />
(<strong>de</strong> wet van <strong>de</strong> Alemannen, die dateert van het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw)<br />
<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van sche<strong>de</strong>ltrauma’s door artsen al vermeldt. In <strong>de</strong> Angelsaksische<br />
‘medische’ literatuur treft men soortgelijke verwijz<strong>in</strong>gen aan die vaak als irrelevant<br />
wor<strong>de</strong>n beschouwd door <strong>de</strong> commentatoren van onze tijd. De gevallen die T<strong>in</strong>a Jakob<br />
on<strong>de</strong>rzocht, zoals <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l van een boer uit Wharram Percy (Yorkshire) die tussen<br />
960 en 1100 werd begraven en die na trepanatie een zwaar sche<strong>de</strong>ltrauma had overleefd,<br />
tonen aan dat niet elke traumatische verwond<strong>in</strong>g aan het hoofd fataal was. Er zijn trouwens<br />
drie latere voorbeel<strong>de</strong>n (twaalf<strong>de</strong>-veertien<strong>de</strong> eeuw) van behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van sche<strong>de</strong>lletsels<br />
veroorzaakt door wapens <strong>in</strong> Groot-Brittannië. Dat belet niet dat <strong>de</strong> pijn<br />
immens moet zijn geweest en <strong>de</strong> nasleep soms zwaar.<br />
De site van het kasteel van Vadum Jacob (Israël), dat Salad<strong>in</strong> <strong>in</strong> 1179 op een garnizoen<br />
van tempelrid<strong>de</strong>rs verover<strong>de</strong>, is <strong>in</strong>tact gebleven. Er werd een soldaat aangetroffen<br />
die tussen <strong>de</strong> 30 en 40 jaar oud was, met een pijl <strong>in</strong> het darmbeen. Nadat <strong>de</strong> pijl <strong>de</strong> buik<br />
aan <strong>de</strong> rechterzij<strong>de</strong> b<strong>in</strong>nen was gedrongen, door <strong>de</strong> zachte weefsels heen, veroorzaakte<br />
hij een zware bloed<strong>in</strong>g die het slachtoffer fataal werd. Een an<strong>de</strong>re soldaat, ook 30 tot 40<br />
jaar oud, had <strong>in</strong> <strong>de</strong> halswervels drie pijlen die hem had<strong>de</strong>n kunnen doen doodbloe<strong>de</strong>n of<br />
stikken <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> luchtwegen geraakt waren. Een zwaard had hem een letsel toegebracht<br />
aan het l<strong>in</strong>ker opperarmbeen en zijn voorarm was verdwenen, wat aangeeft dat<br />
hij was afgesne<strong>de</strong>n vooraleer het lichaam daar werd neergeworpen. Een an<strong>de</strong>re, fatale<br />
slag trof het wandbeen en het voorhoofdsbeen; hij spleet <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l <strong>in</strong> tweeën, wat hersenscha<strong>de</strong><br />
en een zware bloed<strong>in</strong>g moet hebben veroorzaakt. De kaak was <strong>in</strong> tweeën<br />
gebroken en het kaakbeen was geraakt door een laatste slag toegebracht op <strong>de</strong> wang.<br />
Twee an<strong>de</strong>re soldaten stierven aan een hemorragie als gevolg van verwond<strong>in</strong>gen veroorzaakt<br />
door zwaar<strong>de</strong>n. Deze resultaten van opgrav<strong>in</strong>gen nuanceren <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g dat<br />
beleger<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r moor<strong>de</strong>nd zou<strong>de</strong>n zijn geweest dan veldslagen. Sommige van <strong>de</strong>
toegebrachte slagen verschaffen ook waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />
bescherm<strong>in</strong>g gebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> maliënkol<strong>de</strong>rs en halsbergen.<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek van een lichaam bewaard <strong>in</strong> Oslo wees op een halsverstuik<strong>in</strong>g (of<br />
whiplash, het Engelse woord voor ‘nekslag’), veroorzaakt door <strong>de</strong> val van een paard. We<br />
weten niet of die verwond<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns een gevecht is opgetre<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong><br />
letsels lijken te stroken met die van uit het za<strong>de</strong>l geworpen rid<strong>de</strong>rs. Zelfs al waren zijn<br />
verwond<strong>in</strong>gen niet fataal, het leven van <strong>de</strong>ze man zal nadien wel geteisterd zijn door<br />
hals-, schou<strong>de</strong>r- en armpijn, een beperkte mobiliteit en neurologische symptomen.<br />
In <strong>de</strong> kathedraal van Bologna vertonen twee jonge volwassenen (tussen 20 en 34<br />
jaar), door <strong>de</strong> C14-metho<strong>de</strong> omstreeks 920 (+/- 50) gedateerd, respectievelijk een trapezoïdale<br />
sche<strong>de</strong>lperforatie van 22 x 21 mm breed en 7 mm hoog <strong>in</strong> het l<strong>in</strong>ker wangbeen,<br />
met heel zuivere ran<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r botherstel, en een rechthoekige sche<strong>de</strong>lperforatie van<br />
11 op 12 mm zon<strong>de</strong>r botherstel. Deze letsels wer<strong>de</strong>n toegebracht onmid<strong>de</strong>llijk voor <strong>de</strong><br />
dood <strong>in</strong>trad en waren waarschijnlijk ook <strong>de</strong> doodsoorzaak. In het eerste geval was <strong>de</strong><br />
perforatie het gevolg van een slag die van achteren werd gegeven, wellicht met oorlogshamer,<br />
en die <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l verbrijzel<strong>de</strong>. Dit geval kan wor<strong>de</strong>n vergeleken met dat van <strong>de</strong><br />
Normanische baron Robert FitzHamon die <strong>in</strong> 1106 een zo har<strong>de</strong> slag op zijn helm kreeg<br />
dat hij tot aan zijn dood bewusteloos bleef. In het twee<strong>de</strong> geval was <strong>de</strong> perforatie misschien<br />
het gevolg van een pijl of van een puntige nagel die hem <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>slag moest<br />
geven. We zien een <strong>de</strong>rgelijke perforatie ook op een skelet van <strong>de</strong> begraafplaats van San<br />
Pietro <strong>in</strong> V<strong>in</strong>coli (Turijn), waar <strong>de</strong> lichamen van terechtgestel<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n begraven. Dit<br />
procedé doet <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> manier waarop nu nog grote dieren wor<strong>de</strong>n gedood <strong>in</strong><br />
slachthuizen en die, zoals een stu<strong>de</strong>nte ons toevertrouw<strong>de</strong>, door dierenartsen als ‘menselijk’<br />
wordt beschouwd, want zodra <strong>de</strong> hersenvlieszones en <strong>de</strong> cognitieve zones aangetast<br />
zijn, gaat het slachtoffer <strong>in</strong> een diepe coma die het totaal ongevoelig maakt voor pijn.<br />
Recent on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> Groot-Brittannië toont aan dat <strong>de</strong> zwaardvechters op <strong>de</strong>ze wijze<br />
<strong>de</strong> gena<strong>de</strong>slag ontv<strong>in</strong>gen.<br />
Angst en moed<br />
Niemand trok ten strij<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r angst. Jo<strong>in</strong>ville (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) schrijft dat ‘Li Frans…<br />
s’arme par pour <strong>de</strong> mort’ (De Fransen wapenen zich uit schrik voor <strong>de</strong> dood): <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />
perfectioneer<strong>de</strong>n hun beschermen<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die mate dat ze een tijdlang onkwetsbaar<br />
waren. Toen <strong>de</strong> Normandische ruiters <strong>in</strong> Hast<strong>in</strong>gs (1066) op <strong>de</strong> strijdbijlen van <strong>de</strong><br />
Angelsaksen botsten, kon Willem <strong>de</strong> Veroveraar hen enkel verh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren weg te lopen<br />
door hen ervan te overtuigen dat vluchten een gewisse dood beteken<strong>de</strong>. In Bouv<strong>in</strong>es<br />
bo<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Brabantse huursoldaten het langst weerstand aan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs van kon<strong>in</strong>g Filips<br />
II van Frankrijk, die beducht waren voor <strong>de</strong>ze voetsoldaten gewapend met lange pieken<br />
die nog lange tijd hun charges zou<strong>de</strong>n breken en hun enkele van hun bloe<strong>de</strong>rigste ne<strong>de</strong>rlagen<br />
zou<strong>de</strong>n toebrengen. Louis Van Velthem (veertien<strong>de</strong> eeuw) vermeldt <strong>de</strong> angst van<br />
<strong>de</strong> Vlaamse <strong>in</strong>fanteristen vóór <strong>de</strong> slag bij Kortrijk. Toch vond men altijd mannen die<br />
bereid waren ten strij<strong>de</strong> te trekken: hel<strong>de</strong>nmoed, een element van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke cultuur<br />
dat vaak <strong>in</strong> een hovaardige onbekommerdheid omsloeg, kostte even goed het leven aan<br />
‘<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r Jacques <strong>de</strong> Lala<strong>in</strong>g’, die door een kogel werd geveld tij<strong>de</strong>ns het beleg<br />
van Gent (1452), als aan Luikse, Vlaamse, Zwitserse, Schotse <strong>in</strong>fanteristen of milities<br />
uit Italiaanse ste<strong>de</strong>n, die beseften dat hun politieke eisen slechts manu militari kon<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n afgedwongen.<br />
MICHEL DE WAHA 76<br />
77 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />
Waarom <strong>de</strong> dood op het slagveld riskeren?<br />
De oorlog is <strong>in</strong>herent aan <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van onze maatschappijen en van hun lei<strong>de</strong>rs.<br />
De titel ‘imperator’ werd die van <strong>de</strong> hoogste magistratuur, en <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong><br />
christelijke keizers, Constantijn I <strong>de</strong> Grote als eerste, sterk betrokken bij <strong>de</strong> oorlogen,<br />
want ne<strong>de</strong>rlagen tastten hun legitimiteit aan. Rome maakte van <strong>de</strong> oorlog een regaal<br />
recht, een attribuut van <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> Staat die <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van die macht niet aan<br />
<strong>de</strong> gewone burger wou overlaten. Net als het recht om geld te munten en recht te spreken,<br />
bleef <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong> wezenlijke uitdrukk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> macht en het bestaan van <strong>de</strong> Staat.<br />
De Germaanse kon<strong>in</strong>gen leef<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een beschav<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> legerbevelhebbers <strong>de</strong><br />
eerste plaats bekleed<strong>de</strong>n, zelfs al zorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wetten van <strong>de</strong> barbaren ervoor dat het<br />
geweld <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij beperkt bleef. Tussen 580 en 590 von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Engeland 37 militaire<br />
gebeurtenissen plaats, en 12 veldslagen mond<strong>de</strong>n uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> dood van een kon<strong>in</strong>g.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (vijf<strong>de</strong>-elf<strong>de</strong> eeuw) was <strong>de</strong> oorlog zo gewoon gewor<strong>de</strong>n<br />
dat toen Karel <strong>de</strong> Grote, die nochtans bijna elk jaar van zijn bew<strong>in</strong>d op veldtocht g<strong>in</strong>g,<br />
eens geen expeditie on<strong>de</strong>rnam, dat feit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Annalen werd vermeld!<br />
Tot vandaag blijft <strong>de</strong> oorlog het recht van <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>e macht, zelfs <strong>in</strong>dien ze die<br />
macht tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen moest <strong>de</strong>len met <strong>de</strong> burgers, <strong>in</strong> een maatschappij van privéoorlogen<br />
en bloedwraak, van vete of Feh<strong>de</strong>, die Karel <strong>de</strong> Groot vruchteloos poog<strong>de</strong> te<br />
bestrij<strong>de</strong>n en die zijn opvolgers gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> kop probeer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te drukken. In <strong>de</strong>rgelijke<br />
omstandighe<strong>de</strong>n moest <strong>de</strong> oorlog wel als statusverhogend wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />
Deze sterke drijfveer werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nse wereld geensz<strong>in</strong>s door religieuze voorschriften<br />
gefnuikt. Hoewel Jezus zei dat ‘wie naar het zwaard grijpt, door het zwaard<br />
zal omkomen’ (Evangelie van Matteus, 26: 52), schaar<strong>de</strong> Constantijn zich achter het<br />
christendom nadat hij een kruis en <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n ‘<strong>in</strong> hoc signo v<strong>in</strong>ces’ (<strong>in</strong> dit teken zul je<br />
overw<strong>in</strong>nen) had gezien op <strong>de</strong> Milvische brug. De heilige August<strong>in</strong>us ontwikkel<strong>de</strong> zijn<br />
theorie van <strong>de</strong> rechtvaardige oorlog ver<strong>de</strong>r, en tot vandaag zijn talrijke formules voor het<br />
zegenen van zwaar<strong>de</strong>n bewaard. In <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd leg<strong>de</strong> Reg<strong>in</strong>o van Prüm<br />
(negen<strong>de</strong> eeuw) nog een penitentie van veertig dagen op aan wie iemand <strong>in</strong> een ‘publieke<br />
oorlog’ dood<strong>de</strong>, maar Halitgarius van Kamerijk (negen<strong>de</strong> eeuw) paste die slechts toe<br />
op wie <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijke oorlog zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n dood<strong>de</strong>. Na <strong>de</strong> slag bij Fontenoy-en-Puisaye<br />
(840) lieten <strong>de</strong> bisschoppen van het zegevieren<strong>de</strong> kamp weten dat <strong>de</strong> soldaten <strong>de</strong> gezanten<br />
van God waren en geen enkele penitentie moesten doen, behalve <strong>in</strong>dien ze had<strong>de</strong>n<br />
gedood uit wraak of uit eerzucht. Het duur<strong>de</strong> niet lang vooraleer vóór elke veldslag een<br />
mis werd opgedragen, en zoals Van Velthem (veertien<strong>de</strong> eeuw) vermeldt <strong>in</strong> zijn relaas<br />
van <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag (1302): ‘Elk sprak zijn biecht ter plaatse en daarna drongen zij<br />
dicht opeen, <strong>de</strong> een tegen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.’<br />
Een van <strong>de</strong> conventies van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>roorlog verleen<strong>de</strong> het recht op een christelijke<br />
begrafenis aan wie <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd omkwam. In rid<strong>de</strong>rkr<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n op grote<br />
schaal gerepatrieerd. De overw<strong>in</strong>naars van Nancy g<strong>in</strong>gen op zoek naar het lichaam van<br />
Karel <strong>de</strong> Stoute, behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n het en waakten erbij. In Luik wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong><br />
gewone soldaten <strong>in</strong> kalktonnen van het slagveld gehaald.<br />
De oorlog als mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> maatschappelijke lad<strong>de</strong>r te beklimmen<br />
In <strong>de</strong> Germaanse wereld was <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> militaire dienst bijzon<strong>de</strong>r groot: <strong>de</strong><br />
oproep<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> selectief b<strong>in</strong>nen welbepaal<strong>de</strong> sociale groepen. De oorlog bracht<br />
maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op gang, rem<strong>de</strong> ze af of versnel<strong>de</strong> ze. Vóór Karel <strong>de</strong>
AFB 5<br />
Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />
San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />
Grote had niet-oproep<strong>in</strong>g een onaanvaardbare maatschappelijke en economische tenachterstell<strong>in</strong>g<br />
tot gevolg. Maar naast <strong>de</strong> morele, <strong>in</strong>dividuele en collectieve waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
militaire dienst, mag zeker ook <strong>de</strong> rijkdom niet wor<strong>de</strong>n vergeten die te beurt viel aan <strong>de</strong><br />
soldaten on<strong>de</strong>r wie <strong>de</strong> buit van het zegevieren<strong>de</strong> leger mocht wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld. Na Karel<br />
<strong>de</strong> Grote gebruikten <strong>de</strong> e<strong>de</strong>len, die <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buit <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> oproep<strong>in</strong>gen<br />
voor het leger om <strong>de</strong> pauperes, <strong>de</strong> vrijen die m<strong>in</strong><strong>de</strong>r machtig waren dan zij, on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> knoet te hou<strong>de</strong>n. De militaire dienst kon dus zowel knechten als maatschappelijke<br />
vooruitgang verzekeren. Wie zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> entourage van <strong>de</strong> machtigen, van <strong>de</strong> vorst,<br />
bevond en zich tij<strong>de</strong>ns militaire campagnes door zijn moed liet opvallen, kon rijkdom en<br />
een maatschappelijke positie verwerven die an<strong>de</strong>rs onbereikbaar zou<strong>de</strong>n zijn. Rond <strong>de</strong><br />
machtigen vorm<strong>de</strong>n zich gewapen<strong>de</strong> troepen die lange tijd <strong>de</strong> basis vorm<strong>de</strong>n van alle<br />
rekruter<strong>in</strong>gen en die <strong>de</strong> overheid verplichtten tot onophou<strong>de</strong>lijke compromissen <strong>in</strong>zake<br />
geweldda<strong>de</strong>n en privéoorlogen. De le<strong>de</strong>n van die groepen waren vassi, die aanvankelijk<br />
laag <strong>in</strong> rang waren maar dan, met het vooruitzicht van een mooie feodale toekomst,<br />
MICHEL DE WAHA 78<br />
79 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />
krijgslie<strong>de</strong>n of milites wer<strong>de</strong>n, betaal<strong>de</strong> soldaten die soldij kregen om oorlog te voeren,<br />
tot <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>sen en kon<strong>in</strong>gen zelf die term overnamen die van dan af ‘rid<strong>de</strong>r’ beteken<strong>de</strong> en<br />
waarmee steeds meer prestige en maatschappelijke status gepaard g<strong>in</strong>gen.<br />
Toen <strong>de</strong> milites of aristocraten aan het hoofd kwamen te staan van nakomel<strong>in</strong>gschappen<br />
die hun vermogen <strong>in</strong> gevaar brachten, moesten niet alleen <strong>de</strong> ‘jongeren’, <strong>de</strong> ‘ca<strong>de</strong>tten’<br />
(e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> het leger dien<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> krijgskunst te leren), maar ook diegenen<br />
die <strong>in</strong> <strong>de</strong> bronnen ‘arme rid<strong>de</strong>rs’ wor<strong>de</strong>n genoemd (rid<strong>de</strong>rs wier mid<strong>de</strong>len ontoereikend<br />
waren om hun maatschappelijke status <strong>in</strong> stand te hou<strong>de</strong>n), troepen vormen die soms<br />
van roverij leef<strong>de</strong>n. Ze g<strong>in</strong>gen op avontuur uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop op te vallen bij een heer waarbij<br />
ze <strong>in</strong> goedbetaal<strong>de</strong> dienst kon<strong>de</strong>n gaan, of misschien kon<strong>de</strong>n ze zelfs huwen met een<br />
meisje met een hogere maatschappelijke rang en – vooral – een grote bruidsschat. Veel<br />
‘ca<strong>de</strong>tten’ en jongeren uit <strong>de</strong> laagste maatschappelijke lagen richtten <strong>de</strong> eerste huurl<strong>in</strong>gentroepen<br />
op, vooral ‘Braban<strong>de</strong>rs’, wier geografische oorsprong een soortnaam voor<br />
<strong>de</strong>ze <strong>in</strong>gehuur<strong>de</strong> soldaten werd. Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen verlieten <strong>de</strong><br />
Zwitsers <strong>de</strong> bergen die hun niet langer voldoen<strong>de</strong> voedsel kon<strong>de</strong>n verschaffen en namen<br />
dienst <strong>in</strong> <strong>de</strong> legers van <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>gen en van <strong>de</strong> paus. Hun opvolgers <strong>in</strong> het Vaticaan zijn<br />
on<strong>de</strong>rtussen een ‘gar<strong>de</strong>’ met heel hoog aanzien gewor<strong>de</strong>n.<br />
Er waren voldoen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om een bestaan te willen lei<strong>de</strong>n dat genoeg opbracht<br />
om te leven, goed te leven soms. Een bestaan dat het mogelijk maakte <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
lad<strong>de</strong>r te beklimmen – zoals <strong>de</strong> eenvoudige Willem <strong>de</strong> Maarschalk, die regent van<br />
Engeland en een van <strong>de</strong> meest geachte maar ook rijkste heren van zijn tijd werd – maar<br />
dat ook vol gevaren zat en waar<strong>in</strong> zowel een gewelddadige dood als een moeizaam overleven<br />
<strong>de</strong>el uitmaakte van het dagelijkse leven.<br />
Was omkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd zoveel erger dan sterven aan an<strong>de</strong>re kwalen die nu niet<br />
langer fataal zijn? De studie van T<strong>in</strong>a Jakob bespreekt ook tandaandoen<strong>in</strong>gen die langdurige,<br />
pijnlijke, ziekmaken<strong>de</strong>, zelfs do<strong>de</strong>lijke problemen veroorzaakten, en dan vergeten<br />
we nog <strong>de</strong> ziekten als gevolg van on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g. Was sneuvelen op het slagveld toen<br />
zo verschillend van sterven aan an<strong>de</strong>re ziekten?<br />
Bibliografie<br />
An<strong>de</strong>rson 1996, p. 10-14. B<strong>in</strong>ski 1996. Boylston 2000, p. 357-380. Camous 2010. Contam<strong>in</strong>e 1980. Cunha & Silva<br />
1997, p. 595-599. Facch<strong>in</strong>i, Rastelli & Belcastro 2008, p. 421-430. Fiorato, Boymston & Knüsel 2000. Flori 1998.<br />
France 1999. Gaier 1968. Halsall 2003. Holck 2007, p. 429-433. Jakob 2009. Mays, 2006 p. 95-103. Mitchell 2004.<br />
Mitchell 2006, p. 493-505. Mitchell, Nagar & Ellenblum 2006, p. 145-155. Novak 2000, p. 90-102. Patrick 2006,<br />
p. 347-354. Roksandic, Wood & Vlak 2007, p. 635-642. Thordman, Norlund & Ingelmark 1939. Verbruggen 1954.<br />
Weber & Czametzki 2001, p. 352-356. Weiss 2008, p. 33-47. Westerhof 2008.
81<br />
Bij werken op <strong>de</strong> voormalige speelplaats van een negentien<strong>de</strong>-eeuws scholencomplex<br />
tussen <strong>de</strong> Tabaksvest en <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Antwerpse b<strong>in</strong>nenstad wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente van 2007 skeletresten aangetroffen<br />
(afb. 1). De archeologische dienst van <strong>de</strong> Stad Antwerpen werd<br />
erbij gehaald en een archeologisch noodon<strong>de</strong>rzoek werd uitgevoerd, weliswaar<br />
sterk bemoeilijkt door <strong>de</strong> werken aan <strong>de</strong> gebouwen. Het g<strong>in</strong>g om twee rechthoekige<br />
kuilen, op een diepte van respectievelijk 2 en 2,5 meter on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> speelplaats en<br />
ge<strong>de</strong>eltelijk afgesloten door <strong>de</strong> schoolgebouwen uit 1866. De kuilen waren blijkbaar aangelegd<br />
op open terre<strong>in</strong>, <strong>in</strong> een kleiige bo<strong>de</strong>m die gerelateerd kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> beem<strong>de</strong>n<br />
die tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze omgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad aanwezig waren.<br />
In <strong>de</strong> twee kuilen wer<strong>de</strong>n niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 37 lichamen teruggevon<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> diverse<br />
oriëntaties (afb. 2). Een kle<strong>in</strong>e helft van <strong>de</strong> lichamen werd volgens <strong>de</strong> christelijke<br />
gebruiken begraven met het hoofd <strong>in</strong> het westen en dus het aangezicht naar het oosten.<br />
Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lichamen was <strong>de</strong> situatie een stuk ondui<strong>de</strong>lijker. Er waren lichamen die<br />
dwars op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lichamen lagen of met het hoofd op het lichaam van een on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />
overle<strong>de</strong>ne. Bijna een kwart van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen lag op <strong>de</strong> buik. Er wer<strong>de</strong>n geen sporen<br />
van houten kisten teruggevon<strong>de</strong>n, noch spijkers die zou<strong>de</strong>n kunnen wijzen op vergaan<br />
hout. Blijkbaar wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen <strong>in</strong> één fase collectief <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kuilen begraven.<br />
Dit en <strong>de</strong> afwezigheid van kisten roept het beeld op van lichamen die vrij plots en zon<strong>de</strong>r<br />
dui<strong>de</strong>lijk ceremonieel collectief wer<strong>de</strong>n begraven. Dit betekent niet dat er volstrekt<br />
geen aandacht aan het bestellen van <strong>de</strong>ze do<strong>de</strong>n werd besteed. Op één lichaam werd een<br />
metalen kruisje en een medaillon aangetroffen, en één lichaam, dat schu<strong>in</strong> boven twee<br />
an<strong>de</strong>re lijken lag, had een gou<strong>de</strong>n munt op <strong>de</strong> borstkas…<br />
De munt dateert uit het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en werd geslagen met <strong>de</strong> beeltenis<br />
van Ferd<strong>in</strong>and II van Aragón en Isabella van Castilië en Léon (afb. 3). Op <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong><br />
ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wapenschil<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> drie kon<strong>in</strong>krijken. De munt droeg ver<strong>de</strong>r ook<br />
<strong>de</strong> Latijnse tekst ‘wat God verb<strong>in</strong>dt zal <strong>de</strong> mens niet schei<strong>de</strong>n’, wat verwijst naar <strong>de</strong> aanzet<br />
tot eenmak<strong>in</strong>g van Spanje die on<strong>de</strong>r het katholieke kon<strong>in</strong>gspaar tot stand kwam.<br />
Ferd<strong>in</strong>and regeer<strong>de</strong> van 1452 tot 1516 wat meteen <strong>de</strong> term<strong>in</strong>us post quem is van <strong>de</strong> munt en<br />
<strong>de</strong> begrav<strong>in</strong>g. Het aar<strong>de</strong>werk en <strong>de</strong> stratigrafische <strong>in</strong>formatie wijzen voorts <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en dan <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van die eeuw.<br />
Dries Tys, Karen M<strong>in</strong>saer, Els Dauven<br />
i<strong>de</strong>ntiteit en<br />
emotionaliteit<br />
<strong>in</strong> een massagraf?<br />
Studie van twee grafcontexten <strong>in</strong> Antwerpen,<br />
twee<strong>de</strong> helft zestien<strong>de</strong> eeuw<br />
AFB 112<br />
FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />
Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />
Wit marmer<br />
Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs
AFB 1<br />
Het Mère Jeanne Instituut op Google Maps, 2010.<br />
De Tabaksvest ligt bovenaan, <strong>de</strong> Van Heurckstraat on<strong>de</strong>raan.<br />
Muntspecialist Willem van Alsenoy leidt uit <strong>de</strong> slijtagesporen af dat <strong>de</strong> munt ten m<strong>in</strong>ste<br />
vijftig jaar <strong>in</strong> omloop is geweest, waarmee <strong>de</strong> dater<strong>in</strong>g tot het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />
eeuw wordt bevestigd. Antwerpen was <strong>in</strong> <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw een bijzon<strong>de</strong>r rijke<br />
metropool, waar han<strong>de</strong>l werd gedreven met <strong>de</strong> hele wereld. Het hoeft allerm<strong>in</strong>st te verwon<strong>de</strong>ren<br />
dat er gou<strong>de</strong>n munten uit <strong>de</strong> laatvijftien<strong>de</strong>- tot <strong>de</strong> vroegzestien<strong>de</strong>-eeuwse <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> stad circuleer<strong>de</strong>n. Toch roept <strong>de</strong> munt een reeks vragen op, maar daarover hierna<br />
meer. Laat ons eerst dieper <strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> grafcontexten zelf.<br />
Hoe, wanneer en waarom kwam <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>humaties tot stand? Wat was <strong>de</strong> doodsoorzaak<br />
van <strong>de</strong>ze overle<strong>de</strong>nen? Waarom wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen begraven <strong>in</strong> kuilen en blijkbaar<br />
zon<strong>de</strong>r enige faser<strong>in</strong>g? Waarom wer<strong>de</strong>n er geen kisten gebruikt? Was <strong>de</strong> tijd te<br />
kort, moest <strong>de</strong> teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g te snel gaan of waren <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen te arm? Kunnen<br />
we spreken over een massagraf? In welke omgev<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n begraven? Hoe<br />
verliep <strong>de</strong> do<strong>de</strong>nzorg dan? En wat kan <strong>de</strong> munt ons eventueel vertellen over het omgaan<br />
met <strong>de</strong> dood?<br />
Laat ons eerst kijken naar <strong>de</strong> archeologische context: <strong>de</strong> twee kuilen on<strong>de</strong>r het voormalige<br />
Mère-Jeanne Instituut aan <strong>de</strong> Tabaksvest. Kunnen we spreken van massagraven<br />
of hou<strong>de</strong>n we het veeleer bij <strong>de</strong> neutralere term ‘collectieve <strong>in</strong>humatie? Een massagraf<br />
bevat <strong>de</strong> lichamen van meer<strong>de</strong>re overle<strong>de</strong>nen die ‘per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie’ meestal anoniem bleven.<br />
Bij het <strong>de</strong>poneren van lichamen <strong>in</strong> een massagraf is het niet mogelijk om een <strong>in</strong>dividuele<br />
her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g en rouw aan elk van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen <strong>in</strong> het graf te koppelen. Meestal<br />
wordt ook niet bijgehou<strong>de</strong>n of nergens vermeld wie er zich allemaal <strong>in</strong> het graf bev<strong>in</strong>dt.<br />
Er is geen strikte <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van het m<strong>in</strong>imum aantal lichamen dat nodig is om van een<br />
massagraf te spreken. Het on<strong>de</strong>rscheid tussen een massagraf en een nog steeds gangbare<br />
collectieve teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g wordt bepaald door <strong>de</strong> <strong>in</strong>tentie van het begraven. Bij <strong>de</strong><br />
collectieve <strong>in</strong>humatie gaat het erom dat <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen collectief én doelbewust <strong>in</strong> dit<br />
graf wor<strong>de</strong>n begraven, bijvoorbeeld omdat er familieband bestaat of een vorm van<br />
samenhorigheid tussen <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen zoals dit het geval is bij overle<strong>de</strong>n soldaten van<br />
eenzelf<strong>de</strong> legergroep of regiment. Massagraven wor<strong>de</strong>n aangelegd nadat grote groepen<br />
DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 82 83 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />
mensen sterven of gedood wor<strong>de</strong>n. Men legt <strong>de</strong> lijken <strong>in</strong> kuilen om ze snel te begraven,<br />
omdat er te veel do<strong>de</strong>n zijn, te we<strong>in</strong>ig plaats of te we<strong>in</strong>ig tijd, en epi<strong>de</strong>mieën dreigen.<br />
Meestal zijn natuurrampen <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g voor het opwerpen van massagraven, maar<br />
dikwijls zijn massagraven eveneens het gevolg van conflicten met talrijke burgerslachtoffers.<br />
Hoe dan ook gaat het om een proces waarbij <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> sociale en religieuze<br />
regel<strong>in</strong>gen om afscheid te nemen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n of her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen levend te hou<strong>de</strong>n op dat<br />
moment niet functioneren.<br />
De twee kuilen <strong>in</strong> Antwerpen lijken vrij goed te beantwoor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze omschrijv<strong>in</strong>g<br />
van massagraven. We kunnen niet spreken van een gangbare collectieve begrav<strong>in</strong>g.<br />
Een l<strong>in</strong>k tussen <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen lijkt niet aanwezig, behalve dan dat het gaat om mensen<br />
die rond hetzelf<strong>de</strong> tijdstip gestorven zijn. Ver<strong>de</strong>r gaat het om een veeleer ongeor<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
begrav<strong>in</strong>g. We kunnen niet zeggen dat er sprake is van een collectief <strong>in</strong>humatieritueel.<br />
De lichamen liggen soms naast elkaar, maar evengoed over elkaar heen. Soms wer<strong>de</strong>n<br />
ze op hun buik bijgezet <strong>in</strong> <strong>de</strong> kuil. Ze zijn niet <strong>in</strong> grafkisten gelegd, eventueel wel <strong>in</strong> doeken.<br />
Alles wijst er op dat <strong>de</strong> kuilen wer<strong>de</strong>n aangelegd om een vrij groot aantal slachtoffers<br />
ergens tussen het twee<strong>de</strong>- en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw snel samen te<br />
begraven. Ook het terre<strong>in</strong> waar <strong>de</strong> begrav<strong>in</strong>g plaatsvond, wijst <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g.<br />
Het graf werd gevon<strong>de</strong>n bij werken op <strong>de</strong> speelplaats van het voormalige Mère-<br />
Jeanne Instituut tussen <strong>de</strong> Tabaksvest en <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat (afb. 1 en 4). De<br />
Van Heurckstraat en het bouwperceel waarop het <strong>in</strong>stituut staat, kwamen tot stand rond<br />
het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw. Het gebouw ligt <strong>in</strong> een blok dat te situeren is tussen<br />
het S<strong>in</strong>t-Elisabethgasthuis en <strong>de</strong> stadsomwall<strong>in</strong>g. De lage natte wei<strong>de</strong>n die zich hier<br />
bevon<strong>de</strong>n en tot dan toe eigendom waren van het S<strong>in</strong>t-Elisbethgasthuis, wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw verkaveld door Gilbert Van Schoonbeke tot schuttershoven.<br />
Van Schoonbeke had <strong>in</strong> <strong>de</strong> directe omgev<strong>in</strong>g een hele reeks projecten lopen,<br />
zoals <strong>de</strong> bouw van het Tappissierspand (1549-1552) en van <strong>de</strong> stadswallen tussen <strong>de</strong><br />
nabijgelegen S<strong>in</strong>t-Jorispoort en <strong>de</strong> Kipdorppoort. De aanleg van <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat<br />
(oorspronkelijk Gezondstraat) tussen 1550 en 1553 stond <strong>in</strong> nauw verband met<br />
AFB 2<br />
Zicht op enkele lichamen <strong>in</strong> één van <strong>de</strong> twee kuilen. Het skelet<br />
bovenaan is dat van een meisje tussen <strong>de</strong> 14 en <strong>de</strong> 16 jaar.
DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 84 85 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />
<strong>de</strong>ze plannen. Op <strong>de</strong> bouwblokken aan weerszij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> straat wer<strong>de</strong>n nieuwe schuttershoven<br />
aangelegd, rechthoekige ommuur<strong>de</strong> hoven of tu<strong>in</strong>en met schietdoelen en<br />
schuttershuizen. De straat is zo te herkennen op het plan van Antwerpen van Vergilius<br />
Bononiensis uit 1565. Het perceel van het <strong>in</strong>stituut gaat dus terug op het schuttershof van<br />
<strong>de</strong> jonge handbooggil<strong>de</strong> (afb. 4).<br />
Er zijn dus twee mogelijkhe<strong>de</strong>n. Ofwel wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grafkuilen aangelegd vóór <strong>de</strong> verkavel<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> gasthuiswei<strong>de</strong>n tot schuttershoven, dus <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />
eeuw, en dan zou het kunnen gaan om massagraven waar<strong>in</strong> overle<strong>de</strong>nen uit het ziekenhuis<br />
wer<strong>de</strong>n begraven. Ofwel wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> massagraven nadien aangelegd, <strong>in</strong> het<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw, op <strong>de</strong> open ruimte van <strong>de</strong> schuttershoven. In het eerste<br />
geval moeten we dus zoeken naar een context waarbij <strong>in</strong> het gasthuis vele mensen op<br />
korte tijd overle<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> collectieve kuilen <strong>in</strong> <strong>de</strong> beem<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n begraven. Er zijn<br />
geen geschreven bronnen bekend die vertellen over het gebruik van <strong>de</strong> gasthuisbeem<strong>de</strong>n<br />
als grafveld voor het gasthuis. Ook bij <strong>de</strong> verkoop aan Van Schoonbeke wordt hier<br />
niets over verteld. In het an<strong>de</strong>re geval lijken <strong>de</strong> kuilen te zijn aangelegd als noodoploss<strong>in</strong>g<br />
op een open terre<strong>in</strong>, een omhe<strong>in</strong>d en ge<strong>de</strong>eltelijk bebouwd schuttershof, dat uiteraard<br />
niet als grafveld was bestemd. Men kan hier aflei<strong>de</strong>n dat dit mogelijk gebeur<strong>de</strong><br />
omwille van <strong>de</strong> nood aan ruimte om snel, relatief veel overle<strong>de</strong>nen ad hoc ter aar<strong>de</strong> te<br />
bestellen. Deze laatste optie waarbij <strong>de</strong> schuttersvel<strong>de</strong>n gebruikt wer<strong>de</strong>n als noodgrafveld<br />
is chronologisch perfect mogelijk en moet ons doen zoeken naar een gebeuren na<br />
1565 waarbij zoveel do<strong>de</strong>n te betreuren vielen, dat <strong>de</strong> slachtoffers begraven dien<strong>de</strong>n te<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> massagraven.<br />
Laat ons nu kijken naar <strong>de</strong> belangrijkste archeologische bron, <strong>de</strong> skeletten van <strong>de</strong><br />
overle<strong>de</strong>nen en hun positie <strong>in</strong> het massagraf. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> botresten kunnen<br />
we <strong>in</strong>formatie aflei<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> leeftijd- en <strong>de</strong> geslachtsbepal<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> gebitstoestand,<br />
<strong>de</strong> lengtebepal<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> algemene gezondheid van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen, soms ook over <strong>de</strong> oorzaak<br />
van het overlij<strong>de</strong>n (pathologie). De leeftijd kan bijvoorbeeld nagegaan wor<strong>de</strong>n<br />
door te kijken naar <strong>de</strong> groeischijf (epifysairschijf). Dit is het weke <strong>de</strong>el van het bot dat<br />
groei toelaat en dat pas verhardt wanneer het bot volgroeid is. De fusie van <strong>de</strong> schacht<br />
en van het bot en <strong>de</strong> epifyse gebeurt voor alle botten <strong>in</strong> het menselijk lichaam op een<br />
an<strong>de</strong>r moment, dus door <strong>de</strong> studie daarvan kan men voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en jongvolwassenen<br />
een leeftijd bepalen met een marge van hooguit twee jaar, <strong>in</strong>dien het skelet volledig<br />
bewaard is gebleven. Bij volwassenen werkt dit uiteraard niet zo goed, maar daar kan<br />
het helpen door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> sluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>lna<strong>de</strong>n te bekijken. Geslachtsbepal<strong>in</strong>g<br />
wordt voornamelijk verricht door on<strong>de</strong>rzoek van het bekken, waarbij vrouwen<br />
uiteraard een voldoen<strong>de</strong> groot geboortekanaal hebben, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> mannen.<br />
Van <strong>de</strong> 37 overle<strong>de</strong>nen blijken 34 mannelijk te zijn en slechts 3 vrouwelijk. Interessant is<br />
dat twee van <strong>de</strong> drie vrouwen jong zijn: één meisje tussen 14 en 16; één tussen 15 en 18<br />
jaar. Bij <strong>de</strong> mannen overheerst <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroep van 18 tot 25 jaar: 9 van <strong>de</strong> 26 mannelijke<br />
skeletten waarvan <strong>de</strong> leeftijd bepaald kon wor<strong>de</strong>n, behoren tot <strong>de</strong>ze categorie. Eén<br />
man was tussen 26 en 35 jaar, 3 tussen 36 en 45 en 5 waren ou<strong>de</strong>r tot bejaard. Er zijn 8<br />
gevallen van emailhypoplasie, wat wijst op voed<strong>in</strong>gstekorten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> jeugd en mogelijk<br />
een armere afkomst. Het hoofdaan<strong>de</strong>el van jonge mannen kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g wijzen<br />
van soldaten of militiele<strong>de</strong>n. Dit is echter niet zeker aangezien er geen trauma’s op <strong>de</strong><br />
skeletten wer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>ze hypothese zou<strong>de</strong>n kunnen bevestigen. In soortgelijke<br />
kuilen met jonge mannen <strong>in</strong> Tongeren en Diest wer<strong>de</strong>n bijvoorbeeld kogels tussen<br />
AFB 3<br />
De Munt van Ferd<strong>in</strong>and en Johanna van Aragon-Castilië.<br />
AFB 3<br />
‘MUMMIEPLANK’ VOOR EEN VROUW<br />
Deir el Bahari (Thebe), Cachette van <strong>de</strong> Priesters van Amon<br />
(zogenaam<strong>de</strong> ‘Twee<strong>de</strong> vondst van Deir el Bahari’, 1891-1892)<br />
Gepleisterd en beschil<strong>de</strong>rd hout (sycomoor); 169 x 43,5 x 9cm<br />
Der<strong>de</strong> Tussenperio<strong>de</strong>, 21ste dynastie (1069-945 v. Chr.)<br />
KMKG Brussel, gift Egyptische reger<strong>in</strong>g, 1894
AFB 5<br />
De Spaanse Furie (De verwoest<strong>in</strong>g van Antwerpen 1577).<br />
Gravure, 219 x 303 mm. Rotterdam, Prentenkab<strong>in</strong>et Museum<br />
Boymans-Van Beun<strong>in</strong>gen. Op <strong>de</strong> Prent is dui<strong>de</strong>lijk te zien hoe<br />
<strong>de</strong> naakte lichamen van <strong>de</strong> slachtoffers <strong>in</strong> massagraven wer<strong>de</strong>n<br />
begraven.<br />
<strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren gevon<strong>de</strong>n. Dit is niet het geval <strong>in</strong> Antwerpen. Wat ver<strong>de</strong>r opviel is dat<br />
twee meisjes tussen <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong> jonge mannen <strong>in</strong> het graf lagen. Het jongste, van<br />
14 tot 16 jaar oud, lag op haar zij, met het hoofd over <strong>de</strong> buik van een man (afb. 2). Het<br />
was op <strong>de</strong> borst van dit meisje dat ook <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt werd teruggevon<strong>de</strong>n.<br />
Als we dit massagraf bekijken, dan komt het beeld tevoorschijn van een traumatische<br />
gebeurtenis, eer<strong>de</strong>r dan dat we het i<strong>de</strong>e krijgen van een massabegrav<strong>in</strong>g na een epi<strong>de</strong>mie.<br />
De lijken van <strong>de</strong> mensen wer<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r veel or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g samen <strong>in</strong> twee kuilen<br />
begraven die <strong>in</strong><strong>de</strong>rhaast wer<strong>de</strong>n aangelegd op open ruimten <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad, <strong>in</strong> dit geval <strong>in</strong> een<br />
schuttershof, en vervolgens be<strong>de</strong>kt met aar<strong>de</strong>. De teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> snel, er<br />
was nauwelijks tijd voor omgaan met <strong>de</strong> dood, afscheid nemen, verwerk<strong>in</strong>g. De situatie<br />
was te prangend, het aantal do<strong>de</strong>n te groot om reguliere begrafenissen te organiseren.<br />
Toch was er plaats voor één mogelijk waarneembaar teken van emotie, <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt<br />
op <strong>de</strong> borst van het jongste meisje. Verwees dit ritueel naar <strong>de</strong> obool die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Griekse<br />
wereld <strong>in</strong> <strong>de</strong> mond van overle<strong>de</strong>nen werd gelegd om te betalen aan Charon, <strong>de</strong> veerman<br />
die <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen over <strong>de</strong> Styx naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld voer? Of was het gewoon een laatste<br />
emotionele gift, uit onmacht over <strong>de</strong> verdwijn<strong>in</strong>g van het meisje, een dochter, <strong>in</strong> het<br />
massagraf? Wat we lijken te zien is hoe emotie over en zorg voor een (ge?)dood meisje,<br />
materieel geuit werd door mid<strong>de</strong>l van die ene gou<strong>de</strong>n munt. Blijft <strong>de</strong> vraag wat aan <strong>de</strong><br />
oorzaak van <strong>de</strong>ze massagraven gelegen kan hebben. De groep jonge mannen zijn quasi<br />
zeker soldaten, mogelijk zelfs le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> schuttersmilitie, wat zou kunnen wijzen op<br />
een oorlogssituatie.<br />
Een gebeurtenis die hiervoor <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komt is <strong>de</strong> beruchte Spaanse furie van<br />
Antwerpen. Op 1 september 1575 werd het Spaanse rijk bankroet verklaard waardoor <strong>de</strong><br />
troepen van kon<strong>in</strong>g Filips II niet meer betaald wer<strong>de</strong>n. Zij sloegen aan het muiten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
Spaanse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. Ste<strong>de</strong>n als Aalst en Zierikzee wer<strong>de</strong>n geplun<strong>de</strong>rd. Beg<strong>in</strong> november<br />
1576 smeed<strong>de</strong>n enkele officieren on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van Sancho d’Avila, commandant van<br />
DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 86 87 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />
het Spaanse garnizoen van Antwerpen, het plan om <strong>de</strong> rijke wereldstad te plun<strong>de</strong>ren.<br />
Antwerpen werd ver<strong>de</strong>digd door 6000 Waalse hulptroepen uit Brussel, een groep van<br />
Duitse soldaten en enkele duizen<strong>de</strong>n burgers (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> schuttersmilities). Op<br />
4 november vielen 6000 Spaanse muiters Antwerpen b<strong>in</strong>nen. De Waalse troepen keer<strong>de</strong>n<br />
zich tegen <strong>de</strong> stad en sloten zich aan bij <strong>de</strong> Spanjaar<strong>de</strong>n. De burgers en <strong>de</strong> Duitse<br />
troepen waren machteloos. De muiters drongen huizen b<strong>in</strong>nen, verkrachtten meisjes en<br />
vrouwen en dood<strong>de</strong>n talrijke mannen, zoals <strong>de</strong> groep gewapen<strong>de</strong> mannen on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> markgraaf en <strong>de</strong> burgemeester van Antwerpen op <strong>de</strong> Grote Markt. Ooggetuigen<br />
brachten verslag uit van <strong>de</strong> gruwelda<strong>de</strong>n en schatten het aantal do<strong>de</strong>n op 7000 (afb. 5<br />
en 6).<br />
Is dit massagraf een archeologische weergave van <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> Spaanse furie?<br />
Zon<strong>de</strong>r verfijn<strong>de</strong> dater<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> skeletten zelf, moeten we heel voorzichtig zijn en<br />
mogen we niet uitsluiten dat <strong>de</strong> achtergrond en <strong>de</strong> exacte dater<strong>in</strong>g van dit massagraf<br />
hypothetisch blijft. Wat we <strong>in</strong> elk geval kunnen aflei<strong>de</strong>n is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwse<br />
wereldstad Antwerpen massagraven wer<strong>de</strong>n gebruikt op niet-kerkelijke terre<strong>in</strong>en om<br />
snel van overtollige do<strong>de</strong>n af te geraken. De overle<strong>de</strong>nen lijken niet <strong>de</strong> hoogste status te<br />
hebben gehad, <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el. Ook <strong>in</strong> Parijs wer<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen en later <strong>de</strong><br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gegoe<strong>de</strong>n collectief begraven <strong>in</strong> massagraven zoals het Cimetière <strong>de</strong>s Innocents.<br />
We zien een keuze voor onpersoonlijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> dood en het ontbreken van een sociale<br />
organisatie om <strong>in</strong> het geval van plotse collectieve sterfte, <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen met emotie en<br />
ritueel ter aar<strong>de</strong> te bestellen. Het tragisch omgekomen meisje met <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt kan<br />
aantonen dat mensen met <strong>de</strong> moed <strong>de</strong>r wanhoop persoonlijkheid aan het anonieme graf<br />
wil<strong>de</strong>n geven.<br />
Bibliografie<br />
Dauven 2009. Maat & Mastwijk 2007. M<strong>in</strong>saer 2007, p. 121-130. Morgan 2004, p. 307-312. Soly 1977.<br />
AFB 78<br />
GRAFLEGGING VAN CHRISTUS<br />
Maasland (Hoei?), omstreeks 1330-1340<br />
Gesculpteerd Carrarisch marmer<br />
h. 33,5; b. 45,8; Diepte 6,8 cm<br />
Grand Curtius, Luik