13.02.2013 Views

Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international

Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international

Sterven in de middeleeuwen - exhibitions international

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tussen<br />

hemel<br />

en hel<br />

<strong>Sterven</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

On<strong>de</strong>r redactie van Sophie Balace en Alexandra De Poorter<br />

mercatorfonds / kon<strong>in</strong>klijke musea voor kunst en geschie<strong>de</strong>nis


<strong>in</strong>houd<br />

michel draguet<br />

frans verhaeghe<br />

alexandra <strong>de</strong> poorter<br />

peter stabel<br />

dom<strong>in</strong>ique castex<br />

catrien sant<strong>in</strong>g<br />

danièle alexandre-bidon<br />

carol<strong>in</strong>e polet<br />

michel <strong>de</strong> waha<br />

sophie balace<br />

rica annaert &<br />

laurent verslype<br />

cécile treffort<br />

fernand vanhemelryck<br />

jean-louis kupper<br />

6<br />

8<br />

14<br />

20<br />

44<br />

58<br />

72<br />

88<br />

104<br />

122<br />

140<br />

166<br />

182<br />

196<br />

Woord vooraf<br />

Algemene <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

hoofdstuk i. De dood en zijn context<br />

Het alledaagse sterven. Demografische en maatschappelijke realiteiten<br />

van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

Epi<strong>de</strong>mieën als doodsoorzaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

Archeologisch-antropologisch funerair on<strong>de</strong>rzoek<br />

Dood en leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatmid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong><br />

Hygiëne en gezondheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

Gezondheid en hygiëne <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

De bijdrage van <strong>de</strong> antropobiologie<br />

De dood op het slagveld<br />

hoofdstuk ii. De funeraire rituelen<br />

Begrafenisgebruiken en -rituelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoge mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

(e<strong>in</strong>d vijf<strong>de</strong> tot tien<strong>de</strong> eeuw)<br />

Suscipe dom<strong>in</strong>e animam servi tui...<br />

begrafenishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en -rituelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

Dood en rituelen <strong>in</strong> verband met crim<strong>in</strong>elen en marg<strong>in</strong>alen<br />

De graven van <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>sbisschoppen van Luik<br />

brigitte meijns<br />

ronald van belle<br />

hubert <strong>de</strong> witte<br />

philippe mignot<br />

brigitte meijns<br />

paul trio<br />

mattia cavagna<br />

brigitte <strong>de</strong>keyzer<br />

truus van bueren<br />

paul trio<br />

danièle alexandre-bidon<br />

206<br />

212<br />

220<br />

228<br />

238<br />

242<br />

256<br />

266<br />

288<br />

300<br />

308<br />

312<br />

340<br />

hoofdstuk iii. De funeraire topografie<br />

De grafmonumenten: twaaf<strong>de</strong>-zestien<strong>de</strong> eeuw<br />

Schil<strong>de</strong>ren voor het hiernamaals.<br />

Grafschil<strong>de</strong>rkunst <strong>in</strong> het Brugse <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

<strong>Sterven</strong> op het platteland tussen 550 en 1750.<br />

Archeologie van het parochiale kerkhof van Froidlieu<br />

De laatste rustplaats als politiek statement:<br />

<strong>de</strong> landsheerlijke begraafplaatsen (negen<strong>de</strong>-<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw)<br />

hoofdstuk iv. Van dood tot verrijzenis<br />

De hel <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen: een plaats van hoop<br />

Ars moriendi, <strong>de</strong> kunst van het sterven<br />

Vrome schenk<strong>in</strong>gen: niet alleen om <strong>in</strong> <strong>de</strong> hemel te komen<br />

De zorg voor lichaam en ziel <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> eeuwigheid<br />

(late mid<strong>de</strong>leeuwen)<br />

Het grafveld, verblijfplaats van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n… en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n<br />

(veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw)<br />

Catalogus<br />

Bibliografie


woord<br />

vooraf<br />

Michel Draguet<br />

Algemeen directeur a.i. kmskb<br />

Tussen Hemel en Hel. De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, een heel programma dat,<br />

eens <strong>de</strong> eerste verbaz<strong>in</strong>g voorbij, ons een orig<strong>in</strong>ele kijk biedt op dat<br />

vluchtpunt dat ons aller lot is, wij die zoals Cél<strong>in</strong>e het al zei, allemaal<br />

‘do<strong>de</strong>n op krediet’ zijn. De keuze voor het thema van <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g<br />

is op zich een echte uitdag<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> dood is <strong>in</strong> onze tijd zowel het<br />

grootste taboe als het meest controversiële on<strong>de</strong>rwerp. Het werd trouwens <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop<br />

van <strong>de</strong> laatste jaren meermaals behan<strong>de</strong>ld, telkens vanuit an<strong>de</strong>re gezichtshoeken. De<br />

problematiek van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen werd echter nog nooit bena<strong>de</strong>rd op zo’n<br />

grondige manier en over zo’n lange perio<strong>de</strong>, van 600 tot 1600, van <strong>de</strong> hoge mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

tot <strong>de</strong> tijd van <strong>de</strong> Contrareformatie. De tentoongestel<strong>de</strong> werken en objecten zijn<br />

dan ook bijzon<strong>de</strong>r talrijk en divers, wat <strong>de</strong> juistheid van <strong>de</strong>ze chronologische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

aantoont. Ze weerspiegelen bovendien <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> multidiscipl<strong>in</strong>aire<br />

aanpak die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tijd het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek kenmerkt. Ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rheid en samenhang werd er echter voor gekozen om <strong>de</strong> thematiek te<br />

beperken tot Noordwest-Europa.<br />

De tentoonstell<strong>in</strong>g is gestructureerd <strong>in</strong> functie van <strong>de</strong> materiële stadia van een menselijk<br />

leven: van volledige gezondheid tot <strong>de</strong> dood, met daartussen perio<strong>de</strong>s van ziekte<br />

gevolgd door een eventuele genez<strong>in</strong>g – afhankelijk van <strong>de</strong> medische kennis van die tijd<br />

– of een doodsstrijd, waarbij <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> zich fysiek en geestelijk voorbereidt op <strong>de</strong><br />

dood. Voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens die doordrongen was van het christelijke dogma, was<br />

<strong>de</strong> dood niet het e<strong>in</strong><strong>de</strong>, maar g<strong>in</strong>g hij gepaard met <strong>de</strong> hoop op een nieuw leven, dat bij het<br />

laatste oor<strong>de</strong>el zijn <strong>de</strong>el zou wor<strong>de</strong>n. De angsten en verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

gelovigen leren we kennen via een groot aantal werken en objecten van <strong>de</strong> meest uiteenlopen<strong>de</strong><br />

aard. Ze illustreren zowel <strong>de</strong> funeraire praktijken als een uitgebrei<strong>de</strong> nagedachteniscultuur.<br />

De prestigieuze werken en artefacten <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g, zijn niet alleen afkomstig<br />

van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis, maar ook van diverse<br />

Belgische en buitenlandse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, van grote Europese musea en privéverzamel<strong>in</strong>gen.<br />

Ik wil al diegenen bedanken die het mogelijk hebben gemaakt om <strong>de</strong>ze vaak zeldzame<br />

en kostbare werken samen te brengen.<br />

Naast hoogstaan<strong>de</strong> kunstwerken bestaat <strong>de</strong> selectie ook uit verschillen<strong>de</strong> historische<br />

en archeologische documenten, geschreven bronnen en natuurlijk ook skeletten<br />

van verschillen<strong>de</strong> types en uit verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s. Het i<strong>de</strong>e was niet om <strong>de</strong> bezoeker<br />

MICHEL DRAGUET 6<br />

7 WOORD VOORAF<br />

onnodig te kwetsen, maar <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el zijn aandacht te vestigen op <strong>de</strong> meest verschillen<strong>de</strong><br />

aspecten van <strong>de</strong> dood, zoals die <strong>in</strong> <strong>de</strong> archeologie en <strong>de</strong> antropologie wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.<br />

De vrees om mensen te schokken is hier totaal overbodig. De gebeenteren wer<strong>de</strong>n<br />

geselecteerd en wor<strong>de</strong>n gepresenteerd met alle respect voor <strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n. Ze<br />

wor<strong>de</strong>n alleen getoond daar waar hun aanwezigheid onontbeerlijk is voor het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> problematiek. Het doel dat <strong>de</strong> organisatoren zich stel<strong>de</strong>n is uiteraard niet <strong>de</strong> bezoeker<br />

te overstelpen met <strong>in</strong>formatie, maar <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el zijn gezon<strong>de</strong> nieuwsgierigheid op<br />

te wekken door hem te confronteren met <strong>de</strong> wereld en <strong>de</strong>, soms naïeve, maar steeds<br />

oprechte verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens. Ze willen hem ook uitnodigen om<br />

zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze zienswijze te verplaatsen en ze te confronteren met een he<strong>de</strong>ndaagse<br />

wereld waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> dood groten<strong>de</strong>els – te veel? – verborgen wordt achter <strong>de</strong> schermen van<br />

almaar virtueler wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorstell<strong>in</strong>gen.<br />

De visie achter <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g vormt ook <strong>de</strong> basis van dit boek. Naast een catalogus<br />

van <strong>de</strong> tentoongestel<strong>de</strong> werken en objecten, v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> lezer hier een selectie van studies<br />

die rechtstreeks verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> grote thema’s die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze expositie aan bod<br />

komen. Deze zijn geschreven door een groep van Belgische en buitenlandse specialisten<br />

en maken <strong>de</strong>ze publicatie tot een wetenschappelijk referentiewerk. Ik wil hier alle<br />

auteurs bedanken voor hun analytische en panoramische artikelen.<br />

De commissarissen Sophie Balace en Alexandra De Poorter, en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke<br />

voor <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke tentoonstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> kmkg, Kar<strong>in</strong> Theunis, had<strong>de</strong>n bijzon<strong>de</strong>r we<strong>in</strong>ig<br />

tijd voor <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g. Het was een ware uitdag<strong>in</strong>g om dit<br />

project – naast an<strong>de</strong>re belangrijke opdrachten – <strong>in</strong> an<strong>de</strong>rhalf jaar tijd rond te krijgen. De<br />

tentoonstell<strong>in</strong>g, die een <strong>in</strong>itiatief was van Anne Cahen-Delhaye, vormt <strong>de</strong> concrete<br />

neerslag van hun i<strong>de</strong>eën. Ze werd op een meesterlijke manier ontworpen door scenograaf<br />

Pascale Gastout, met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> firma fmr en <strong>de</strong> hele ploeg van <strong>de</strong><br />

Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis. Ik wil hen hier allen hartelijk danken<br />

voor het enthousiasme en het professionalisme waarmee dit project werd opgezet en<br />

verwezenlijkt.<br />

In <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g en dit boek treedt <strong>de</strong> dood weer op het voorplan <strong>in</strong> een discussie<br />

waar<strong>in</strong> zowel <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> als het leven een plaats krijgen. De dood wordt hier tastbaar<br />

en krijgt betekenis. Hij spreekt tot ons, voor zover we bereid zijn om te luisteren.


algemene<br />

<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Frans Verhaeghe<br />

De dood is onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n met het leven en vormt voor ie<strong>de</strong>r<br />

van ons zowat <strong>de</strong> enige zekerheid over <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>dividuele<br />

toekomst. Afhankelijk van <strong>de</strong> filosofie en/of religie die elk <strong>in</strong>dividu<br />

belijdt, is <strong>de</strong> dood altijd een belangrijke stap, een overgang naar iets<br />

an<strong>de</strong>rs of een e<strong>in</strong>dpunt. Daarna is er echter ook altijd een overleven,<br />

een verrijzenis, een reïncarnatie en/of een her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g. Precies daarom vormen <strong>de</strong><br />

voorbereid<strong>in</strong>g op het sterven en <strong>de</strong> keuzes over wat er met het eigen stoffelijk overschot<br />

gebeurt, ook een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het overlij<strong>de</strong>n. Meteen wordt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> dood een<br />

zeer complex gebeuren is: niet alleen doodsoorzaken die het gevolg zijn van fysische of<br />

materiële factoren als ziekte, verwond<strong>in</strong>g, ou<strong>de</strong>rdom of on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g spelen een rol,<br />

maar ook een hele reeks an<strong>de</strong>re elementen zoals filosofie, godsdienst, perceptie van<br />

he<strong>de</strong>n, verle<strong>de</strong>n en toekomst, materiële omstandighe<strong>de</strong>n, statusbeschouw<strong>in</strong>gen, eventueel<br />

ook politieke overweg<strong>in</strong>gen en strategieën, <strong>de</strong> culturele, sociale, economische en<br />

historische context en nog veel meer. Dat kluwen varieert dan ook nog eens <strong>in</strong> tijd en<br />

ruimte en wordt vertaald <strong>in</strong> praktische en materiële han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en gedrag<strong>in</strong>gen en dus<br />

<strong>in</strong> rituelen en een liturgie. Daarom bestond en bestaat het sterven en het do<strong>de</strong>nbestel uit<br />

zoveel verschillen<strong>de</strong> vormen, iets wat zowel <strong>de</strong> antropologie als <strong>de</strong> sociologie en <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> betekenis van het woord voldoen<strong>de</strong> aantonen.<br />

Deze tentoonstell<strong>in</strong>g en het bijbehoren<strong>de</strong> boek met catalogus belicht diverse aspecten<br />

van dit alles voor (Noordwest-)Europa <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, waarbij als chronologische<br />

vork <strong>de</strong> jaren 600 tot 1600 van onze tijdreken<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n gekozen. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> en ruimte zijn er grote beweg<strong>in</strong>gen zoals het christendom die voor een graad van<br />

eenheid zorg<strong>de</strong>n. Er heersten echter ook verschillen, omdat <strong>de</strong> sociaaleconomische en<br />

vooral culturele context niet overal uniform was en ook evolueer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd. De bedoel<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> tentoonstell<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong> publicatie is <strong>in</strong> wezen het voorstellen van<br />

wat we vandaag weten over <strong>de</strong> dood en het sterven <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Daarbij kunnen niet<br />

alle aspecten van dit complexe geheel <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail wor<strong>de</strong>n belicht, maar het is wel mogelijk<br />

een eerste algemeen beeld te bie<strong>de</strong>n van welke houd<strong>in</strong>g <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens aannam<br />

tegenover <strong>de</strong> dood, hoe hij er mee omg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk, hoe dit gebeuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd evolueer<strong>de</strong><br />

en hoe wij daar nu enig <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> kunnen verwerven.<br />

De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen: enkele belangrijke lijnen<br />

Door het millennium heen, van het jaar 600 tot 1600, kunnen een paar belangrijke lij-<br />

nen wor<strong>de</strong>n getrokken. De eerste daarvan is evenwel niet typisch mid<strong>de</strong>leeuws omdat<br />

ze ook vroeger en later, tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw, bestond: <strong>de</strong> dood was veel directer aanwezig<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> dagelijkse levenssfeer dan vandaag het geval is. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensduur<br />

was korter, <strong>de</strong> doodsoorzaken alomtegenwoordig en het sterven over het algemeen<br />

‘zichtbaar<strong>de</strong>r’: het gebeur<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> familiekr<strong>in</strong>g of er bestond – zoals bijvoorbeeld bij oorlogsgeweld<br />

of epi<strong>de</strong>mieën – een directere confrontatie mee. Zelfs louter fysisch bleef <strong>de</strong><br />

overle<strong>de</strong>ne meer ‘aanwezig’: <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong> (ca. 450-ca. 700/750) ken<strong>de</strong><br />

nog grafvel<strong>de</strong>n die net zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rome<strong>in</strong>se tijd aparte entiteiten vorm<strong>de</strong>n, geschei<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gen, maar wel zichtbaar. Reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> maar vooral daarna<br />

ontwikkel<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> kerkhoven rondom <strong>de</strong> parochiekerk, en daarmee trad <strong>de</strong> dood ook<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gen en ste<strong>de</strong>n. Dit gebruik zou pas gelei<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>ren<br />

vanaf <strong>de</strong> late achttien<strong>de</strong> eeuw, toen <strong>de</strong> begraafplaatsen opnieuw naar <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong><br />

woonkernen verhuis<strong>de</strong>n. De mid<strong>de</strong>leeuwse kerkhoven waren trouwens niet altijd stille,<br />

FRANS VERHAEGHE 8<br />

9 ALGEMENE INLEIDING<br />

<strong>in</strong>getogen plaatsen, want er von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> centrale en latere mid<strong>de</strong>leeuwen ook allerlei<br />

activiteiten plaats, <strong>in</strong>clusief markten, (religieus) toneel en zelfs festiviteiten. De do<strong>de</strong>n<br />

bleven dus directer aanwezig, niet alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g maar eigenlijk ook louter<br />

fysiek. Hetzelf<strong>de</strong> geldt overigens <strong>in</strong> het geval van <strong>de</strong> grafmonumenten <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerken zelf,<br />

die vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> latere mid<strong>de</strong>leeuwen een sterke opgang ken<strong>de</strong>n. Daarbij speel<strong>de</strong>n niet<br />

alleen religieuze be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen maar ook sociale en zelfs politieke overweg<strong>in</strong>gen die te<br />

maken had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong> en zijn of haar belang. De vijftien<strong>de</strong>eeuwse<br />

praalgraven van <strong>de</strong> Bourgondische hertogen <strong>in</strong> Dijon en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brugse Onze-<br />

Lieve-Vrouwekerk illustreren dit voldoen<strong>de</strong>. Mutatis mutandis kan hier zelfs verwezen<br />

wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> vele relieken van heiligen die dikwijls beston<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong>len van het skelet<br />

en die vaak zichtbaar waren: ook <strong>de</strong>ze resten zorg<strong>de</strong>n wellicht voor een grotere familiariteit<br />

met <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van het sterven.<br />

De twee<strong>de</strong> belangrijke lijn is <strong>de</strong> christianisatie en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke dom<strong>in</strong>antie van<br />

het katholieke christendom met alles wat dit beteken<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> perceptie van en het<br />

omgaan met <strong>de</strong> dood die niet alleen een e<strong>in</strong>dpunt maar ook een beg<strong>in</strong>punt van iets an<strong>de</strong>rs<br />

was. De christianisatie was een gelei<strong>de</strong>lijk en complex proces dat <strong>in</strong> wezen verliep via<br />

twee grote beweg<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> sociale emulatie en <strong>de</strong> missioner<strong>in</strong>g. In het vroegere<br />

Rome<strong>in</strong>se gebied speel<strong>de</strong> vooral <strong>de</strong> sociale emulatie een rol, gekoppeld aan politieke<br />

motieven, want het christendom was bre<strong>de</strong>r verspreid bij <strong>de</strong> elite. Rond <strong>de</strong> Noordzee en<br />

<strong>in</strong> het Baltische gebied was <strong>de</strong> missioner<strong>in</strong>g, dikwijls verbon<strong>de</strong>n met politieke motieven,<br />

een belangrijker element en soms duur<strong>de</strong> het proces een hele tijd. Scand<strong>in</strong>avië, waar het<br />

christendom pas echt voet aan <strong>de</strong> grond kreeg <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-elf<strong>de</strong> eeuw, is een voorbeeld<br />

hiervan. In onze streken begon <strong>de</strong> overgang <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> en vijf<strong>de</strong> eeuw en was het christendom<br />

al een belangrijke speler <strong>in</strong> <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>len van<br />

Noordwest-Europa beston<strong>de</strong>n ook vroegere religieuze tradities en percepties van <strong>de</strong><br />

dood en dat verklaart me<strong>de</strong> waarom Merov<strong>in</strong>gische graven en grafvel<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re kenmerken<br />

had<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> latere kerkhoven. Als regel gold wel <strong>de</strong> <strong>in</strong>humatie, zeker vanaf<br />

<strong>de</strong> vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw. Maar <strong>de</strong> graven bevatten grafgiften zoals ceramiek, wapens, glas<br />

en juwelen, meegegeven aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong> voor het hiernamaals en <strong>de</strong> grafvel<strong>de</strong>n, meestal<br />

met graven geor<strong>de</strong>nd <strong>in</strong> rijen, had<strong>de</strong>n dikwijls ook een sociale structuur, met <strong>de</strong> rijkere<br />

elitegraven <strong>in</strong> het centrum. De graven en grafgiften kunnen zelfs <strong>de</strong> etnische gebon<strong>de</strong>nheid<br />

en i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>de</strong> do<strong>de</strong> weerspiegelen. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn het Saksische<br />

aar<strong>de</strong>werk dat <strong>in</strong> graven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Belgische en noordwestelijke Franse kustgebie<strong>de</strong>n voorkomt<br />

en ban<strong>de</strong>n suggereert met <strong>de</strong> Britse eilan<strong>de</strong>n of nog <strong>de</strong> Scand<strong>in</strong>avische en<br />

Saksische scheepsgraven. Het is evenwel altijd <strong>de</strong>licaat om <strong>de</strong>ze vondsten <strong>in</strong> louter etnische<br />

termen te <strong>in</strong>terpreteren.<br />

Hoe dan ook, <strong>in</strong> onze streken verdween het gebruik van grafgiften bijna volledig <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>. Bijna, want dit gebruik uit <strong>de</strong> prechristelijke tij<strong>de</strong>n kreeg <strong>in</strong><br />

veel streken een aangepaste uitloper: <strong>in</strong> sommige latere graven van <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-twaalf<strong>de</strong><br />

eeuw v<strong>in</strong><strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoekers occasioneel een object met religieuze en dikwijls expliciet<br />

liturgische connotaties zoals een kelk of soms ook een pot; <strong>in</strong> sommige streken, zoals bijvoorbeeld<br />

het Ile-<strong>de</strong>-France, werd zo’n pot wellicht gebruikt als wierookvat, maar<br />

recent on<strong>de</strong>rzoek toont ook aan dat dit gebruik <strong>in</strong> meer streken voorkwam en soms zelfs<br />

tot ver <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Wat ook op een of an<strong>de</strong>re wijze doorleef<strong>de</strong> tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> sommige gebie<strong>de</strong>n was het meegeven van een (meestal<br />

ou<strong>de</strong>) munt aan <strong>de</strong> do<strong>de</strong>, een traditie die wortelt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rome<strong>in</strong>se tijd. Voorbeel<strong>de</strong>n hier-


van zijn ook bij ons gekend, on<strong>de</strong>r meer <strong>in</strong> graven <strong>in</strong> <strong>de</strong> Antwerpse Onze-Lieve-<br />

Vrouwekathedraal. Maar het is (nog) niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong>ze Rome<strong>in</strong>se traditie<br />

echt voortleef<strong>de</strong> of op een bepaald ogenblik opnieuw werd opgenomen: bewijzen voor<br />

een echte cont<strong>in</strong>uïteit ontbreken nog.<br />

De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd lijken <strong>in</strong>grijpend te zijn geweest. Van <strong>de</strong><br />

negen<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> elf<strong>de</strong> eeuw bestaan er zowel archeologisch als via <strong>de</strong> geschreven bronnen<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen dat vormen van ne<strong>de</strong>righeid na <strong>de</strong> dood wer<strong>de</strong>n nagestreefd, bijvoorbeeld<br />

door te vragen om simpelweg <strong>in</strong> een gewone lijkwa<strong>de</strong> begraven te wor<strong>de</strong>n. Maar hoe<br />

breed verspreid dit verschijnsel was, is nog niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk. Het nagenoeg verdwijnen<br />

van grafgiften en het gebruik van eenvoudige <strong>in</strong>humaties staan archeologisch<br />

wel vast. Maar <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> we<strong>in</strong>ig aan het belang dat <strong>de</strong> elite hechtte<br />

aan <strong>de</strong> memoria, aan het zich verzekeren van een plaats bij God en tegelijk ook het<br />

nastreven van een toch wel geprivilegieer<strong>de</strong> positie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> begraafplaats. Vooral dat<br />

laatste was een trend die constant bleef tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>leeuwen, en ook daarna<br />

trouwens, en diverse vormen aannam zoals bijvoorbeeld begraven wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk<br />

of – beter nog – bij <strong>de</strong> relieken (ad sanctos). Daarmee zorg<strong>de</strong> <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne voor het<br />

eigen zielenheil, <strong>de</strong> eigen memoria en het eigen sociaal aanzien. De concrete situatie kon<br />

wel verschillen van streek tot streek of zelfs van <strong>in</strong>dividu tot <strong>in</strong>dividu, afhankelijk van<br />

een aantal an<strong>de</strong>re overweg<strong>in</strong>gen en omstandighe<strong>de</strong>n zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> <strong>in</strong>tentie om<br />

een bepaal<strong>de</strong> kerk of abdij te steunen.<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> belangrijke lijn, die zichtbaar wordt vanaf <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>, is<br />

eigenlijk het ontstaan van een vorm van uniformiteit <strong>in</strong> het do<strong>de</strong>nbestel, <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties<br />

en <strong>de</strong> begrafenisrituelen. Alle drie waren uiteraard sterk verbon<strong>de</strong>n met een liturgie die<br />

een pakket van eenvormige regels aanreikte. Zo werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel het lichaam gehuld <strong>in</strong><br />

een lijkwa<strong>de</strong>, meestal uit l<strong>in</strong>nen, soms ook wel uit hennep. De do<strong>de</strong> werd normaal uitgestrekt<br />

op <strong>de</strong> rug <strong>in</strong> het graf gelegd, zodat het gezicht naar <strong>de</strong> hemel en dus naar God<br />

was gekeerd. Occasioneel werd daar wel van afgeweken, bijvoorbeeld bij mensen met<br />

een lichaamsvervorm<strong>in</strong>g zoals een bochel of nog omdat <strong>de</strong> do<strong>de</strong> dat uit ne<strong>de</strong>righeid of<br />

als boetedoen<strong>in</strong>g gevraagd had. Houten grafkisten en stenen sarcofagen kwamen voor,<br />

maar bij <strong>de</strong>ze keuze speel<strong>de</strong>n nogal wat regionale tradities en <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne.<br />

Er waren dus heel wat varianten <strong>in</strong> omloop. De gewone stervel<strong>in</strong>g werd meestal<br />

simpelweg <strong>in</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> bijgezet. De graven van <strong>de</strong> eenvoudige mens wer<strong>de</strong>n niet altijd<br />

gemarkeerd maar vanaf <strong>de</strong> latere mid<strong>de</strong>leeuwen kwam het gebruik van een of meer grafkruisen<br />

meer <strong>in</strong> zwang. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong> nabestaan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> priester bij<br />

ongemarkeer<strong>de</strong> graven meestal wisten wie waar begraven was, maar na een paar generaties<br />

kon dit mislopen. Er bestaan <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad archeologische voorbeel<strong>de</strong>n van grafreeksen<br />

die elkaar doorsnij<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> elite en <strong>de</strong> meer gegoe<strong>de</strong>n lag dit wel an<strong>de</strong>rs. Zij kon<strong>de</strong>n<br />

een plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk of een bevoorrechte plaats op het kerkhof. Deze graven<br />

kregen dikwijls een grafplaat of zelfs een grafmonument. Voor hen kon ook <strong>de</strong> abdij een<br />

gepaste begraafplaats wor<strong>de</strong>n en er zijn voldoen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van machthebbers die<br />

dit ook effectief gebruikten als <strong>de</strong>el van een bewuste politiek. In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen bleven<br />

<strong>de</strong> sociale verschillen dus ook na <strong>de</strong> dood doorspelen, net zoals <strong>in</strong> vroegere en latere<br />

tij<strong>de</strong>n.<br />

De mid<strong>de</strong>leeuwse maatschappij omvatte ook an<strong>de</strong>re bevolk<strong>in</strong>gsgroepen dan <strong>de</strong><br />

gewone christenen: jo<strong>de</strong>n, marg<strong>in</strong>alen, veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n en geëxcommuniceer<strong>de</strong>n enzovoort.<br />

Zij wer<strong>de</strong>n normaal uitgesloten van <strong>de</strong> normale begraafplaatsen en kerkhoven en<br />

FRANS VERHAEGHE 10 11 ALGEMENE INLEIDING<br />

kregen een aparte plaats met eigen rituelen, zoals bij <strong>de</strong> jo<strong>de</strong>n, of een naamloos graf buiten<br />

<strong>de</strong> kerkhoven. Daarnaast kwamen ook bijzon<strong>de</strong>re vormen van do<strong>de</strong>nbestel voor,<br />

met name massagraven en collectieve graven. Meestal vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>humaties een<br />

antwoord op bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n zoals oorlogsgeweld en epi<strong>de</strong>mieën. Er zijn<br />

een aantal voorbeel<strong>de</strong>n gekend die archeologisch wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht, en het beeld is<br />

dikwijls dat van een snelle begrav<strong>in</strong>g maar met occasioneel ook sporen van respect voor<br />

<strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />

Een an<strong>de</strong>r aspect is welke visie <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens had op het sterven. De<br />

beschikbare <strong>in</strong>formatie suggereert dat hier<strong>in</strong> diverse niveaus te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn: het<br />

religieus-filosofisch gedachtegoed bij <strong>de</strong> kerkelijke elite en <strong>de</strong> wereldlijke praktijk van<br />

<strong>de</strong> elite en van het gewonere volk. Dit on<strong>de</strong>rzoeksgebied is bijzon<strong>de</strong>r complex. Blijkbaar<br />

bestond er een spann<strong>in</strong>gsveld tussen <strong>de</strong> hogere i<strong>de</strong>eën en pr<strong>in</strong>cipes met hun <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n<br />

op liturgie en symboliek enerzijds en <strong>de</strong> concrete perceptie en praktijk die sterk waren<br />

beïnvloed door traditie en socioculturele en -economische factoren an<strong>de</strong>rzijds. Net<br />

zoals <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens <strong>in</strong> wezen wel bang voor <strong>de</strong> dood, maar<br />

probeer<strong>de</strong> hij er z<strong>in</strong> aan te geven, on<strong>de</strong>r meer door te steunen op het christelijke geloof.<br />

Er waren echter ook evoluties en meer bepaald accentverschuiv<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen dit geloof,<br />

zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> sterkere <strong>de</strong>votie, of nog <strong>de</strong> grotere aandacht voor<br />

het memento mori, wat <strong>in</strong>vloed had op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> iconografie van <strong>de</strong> grafmonumenten.<br />

De studie van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

Het zeer summiere en zelfs gewaag<strong>de</strong> algemene overzicht hierboven benadrukt vol-<br />

doen<strong>de</strong> <strong>de</strong> complexiteit van het on<strong>de</strong>rwerp. Het toont ook aan dat het on<strong>de</strong>rwerp vanuit<br />

vele <strong>in</strong>valshoeken kan en moet wor<strong>de</strong>n bekeken. Vandaag steunt <strong>de</strong> studie ervan op<br />

een breed gamma van bronnen en bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, wat hier wel een kort woordje uitleg<br />

verdient. In wezen kunnen we drie grote soorten historische bronnen aanspreken:<br />

geschreven bronnen, archeologische gegevens en iconografisch materiaal. Deze bronnen<br />

moeten zoveel mogelijk met elkaar gecomb<strong>in</strong>eerd en geconfronteerd wor<strong>de</strong>n. Ze<br />

hebben elk hun eigen mogelijkhe<strong>de</strong>n en beperk<strong>in</strong>gen en vragen ook gespecialiseerd kritisch<br />

werk.<br />

De geschreven bronnen omvatten tal van documenten die <strong>in</strong>formatie kunnen verschaffen:<br />

klassieke literaire bronnen en verhalen<strong>de</strong> bronnen; religieuze en filosofische<br />

teksten; juridische teksten zoals reglementen en wettelijke bepal<strong>in</strong>gen allerhan<strong>de</strong>, testamenten,<br />

reken<strong>in</strong>gen en nog veel meer. Veel geschreven bronnen belichten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />

ook <strong>in</strong>direct, zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong> documenten over <strong>de</strong> productie van en han<strong>de</strong>l<br />

<strong>in</strong> grafstenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Hoe rijk en belangrijk ook, geschreven<br />

bronnen zijn evenwel altijd <strong>in</strong>terpretaties van <strong>de</strong> reële wereld en voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

komt daar nog bij dat het bronnenbestand bedui<strong>de</strong>nd beperkter is voor <strong>de</strong> vroege dan<br />

voor <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen. Bovendien gaat <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie dikwijls veel meer over <strong>de</strong> elite<br />

dan over <strong>de</strong> modale mens en nogal wat aspecten van <strong>de</strong> dood en het do<strong>de</strong>nbestel<br />

komen zel<strong>de</strong>n of niet aan bod. Op zichzelf vertellen <strong>de</strong>ze bronnen dan ook niet het hele<br />

verhaal en, meer nog, soms blijkt <strong>de</strong> historische realiteit, of ten m<strong>in</strong>ste het archeologische<br />

beeld ervan, niet helemaal overeen te stemmen met wat <strong>de</strong>ze teksten vertellen of<br />

suggereren.<br />

De archeologische bronnen omvatten alle mogelijke materiële resten uit dat mid<strong>de</strong>l-


eeuwse verle<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> dood gaat het dan om <strong>de</strong> begraafplaatsen, hun<br />

organisatie en <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> graven, <strong>de</strong> grafgiften, <strong>de</strong> menselijke resten zelf, <strong>de</strong> grafmonumenten<br />

en <strong>de</strong> context van dit alles (zoals on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> kerk en <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>g of <strong>de</strong><br />

abdij). Deze feitelijke gegevens bie<strong>de</strong>n ook sleutels tot tradities en gebruiken, rituelen,<br />

status en sociale differentiatie, maar ook dat is een zaak van <strong>in</strong>terpretatie en van toets<strong>in</strong>g<br />

met <strong>de</strong> geschreven en iconografische bronnen. Even essentieel zijn <strong>de</strong> partnerwetenschappen<br />

van <strong>de</strong> archeologie, waaron<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> fysische antropologie, maar<br />

ook <strong>de</strong> archeozoölogie en <strong>de</strong> paleobotanica. Zij kunnen ons <strong>in</strong>formatie verschaffen over<br />

aspecten zoals <strong>de</strong>mografie, ou<strong>de</strong>rdomspirami<strong>de</strong>s (<strong>in</strong> grafvel<strong>de</strong>n), geslacht, voed<strong>in</strong>g<br />

(on<strong>de</strong>r meer via isotopenon<strong>de</strong>rzoek op het botmateriaal), doodsoorzaak, ziekte, kwetsuren<br />

enzovoort, maar ook het milieu waar<strong>in</strong> dit alles te situeren is. Bovendien is <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e<br />

man of vrouw beter vertegenwoordigd <strong>in</strong> het archeologisch materiaal.<br />

Terloops mag wel opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> archeologische bronnen zich niet beperken<br />

tot dat wat letterlijk opgegraven wordt, een nog steeds wijdversprei<strong>de</strong> misvatt<strong>in</strong>g.<br />

Ook an<strong>de</strong>re objecten die niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond bewaard wer<strong>de</strong>n maar op een an<strong>de</strong>re manier<br />

overleef<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld als kunstobjecten of erfstukken, behoren tot het on<strong>de</strong>rzoeksveld<br />

van <strong>de</strong> archeologie. Grafmonumenten en praalgraven die ook door historici en<br />

kunsthistorici bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n, illustreren dit, want ze bie<strong>de</strong>n context<strong>in</strong>formatie.<br />

De beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> archeologie zijn echter niet te vergeten, want <strong>de</strong> archeologische<br />

<strong>in</strong>formatie is over het algemeen fragmentarisch en is niet altijd even makkelijk te <strong>in</strong>terpreteren.<br />

Bovendien gebeurt het regelmatig dat <strong>de</strong> archeologische bronnen een an<strong>de</strong>r<br />

beeld geven dan <strong>de</strong> geschreven of iconografische; soms gaat het om tegenspraken en<br />

soms gewoon om verrijk<strong>in</strong>g en diversificatie van het beeld. In bei<strong>de</strong> gevallen en ook voor<br />

<strong>de</strong> duid<strong>in</strong>g van archeologisch materiaal is <strong>de</strong> confrontatie met <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>re bronnen een<br />

absolute aanra<strong>de</strong>r.<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> groep bronnen omvat <strong>de</strong> iconografische documentatie, kort te omschrijven<br />

als het beeldmateriaal van schil<strong>de</strong>rijen over m<strong>in</strong>iaturen tot sculpturen. Deze bronnen<br />

hebben heel wat te bie<strong>de</strong>n, maar ze zijn ook voorstell<strong>in</strong>gen en zelfs <strong>in</strong>terpretaties van <strong>de</strong><br />

werkelijkheid, dikwijls bela<strong>de</strong>n met symboliek; ze vergen <strong>de</strong>tailon<strong>de</strong>rzoek en kritische<br />

analyse. Maar veel afgebeel<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails zijn dikwijls wel accuraat en <strong>de</strong>ze bronnen bie<strong>de</strong>n<br />

dus wel <strong>de</strong>gelijk goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie die ofwel direct bruikbaar is of op zijn m<strong>in</strong>st een i<strong>de</strong>e<br />

geeft van hoe <strong>de</strong> kunstenaar (en ook wel zijn tijdgenoten) het afgebeel<strong>de</strong> gebeuren zag.<br />

Dat bronnenbestand is omvangrijker en gevarieer<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> latere dan voor <strong>de</strong> vroege<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen. Afhankelijk van het medium komt ook een breed sociaal spectrum van <strong>de</strong><br />

bevolk<strong>in</strong>g aan bod: veel schil<strong>de</strong>rijen zoals <strong>de</strong>ze van <strong>de</strong> Vlaamse Primitieven weerspiegelen<br />

veeleer <strong>de</strong> elite of <strong>de</strong> meer gegoe<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ns, maar <strong>de</strong> m<strong>in</strong>iaturen bestrijken over het<br />

algemeen een bre<strong>de</strong>r sociaal spectrum. De dood en het sterven kunnen aanwezig zijn <strong>in</strong><br />

vele vormen, van oorlogsgeweld tot begrafenissen, kerkhoven, graven en nog veel meer.<br />

Het materiaal is echter sterk verspreid en vergt natuurlijk ook een kritische en zo systematisch<br />

mogelijke confrontatie met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re soorten van <strong>in</strong>formatie.<br />

Deze enkele commentaren tonen aan dat er voor <strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

een rijke documentatie bestaat en momenteel is daar eigenlijk nog maar een <strong>de</strong>el<br />

van geëxploiteerd. Deze documentatie is ook zeer gevarieerd en belicht <strong>de</strong> vraagstell<strong>in</strong>gen<br />

vanuit verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>valshoeken. Voor <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>terpretatie zijn <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>aire<br />

samenwerk<strong>in</strong>g vereist en een confrontatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie. Het zal voor<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen wellicht nooit mogelijk zijn een even ge<strong>de</strong>tailleerd en genuanceerd<br />

FRANS VERHAEGHE 12 13 ALGEMENE INLEIDING<br />

beeld te krijgen van het stervensgebeuren, zoals dat mogelijk is voor <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse<br />

perio<strong>de</strong> via sociologisch en antropologisch on<strong>de</strong>rzoek, dat een beroep kan doen op<br />

directere observatie van <strong>de</strong> realiteit. Er blijven nog vele vragen open, er is nog veel<br />

on<strong>de</strong>rzoekswerk te verrichten en sommige aspecten zullen moeilijk te vatten blijven.<br />

Toch kan nog heel wat vooruitgang wor<strong>de</strong>n verwacht <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren. Er bestaat<br />

trouwens al een heel rijke literatuur zoals <strong>de</strong> algemene bibliografie voldoen<strong>de</strong> aantoont.<br />

Dit boek en <strong>de</strong> tentoonstell<strong>in</strong>g kunnen, zoals reeds aangestipt, niet alle aspecten van <strong>de</strong><br />

dood en het stervensgebeuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail behan<strong>de</strong>len. Het geheel is<br />

gewoon veel te uitgebreid en complex om voor een perio<strong>de</strong> van 1000 jaar alle facetten<br />

van <strong>de</strong> filosofische, religieuze en materiële perceptie van <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> regionale varianten<br />

daarvan naar voren te brengen. Bovendien kregen heel wat dome<strong>in</strong>en pas vrij<br />

recent meer aandacht en is daar nog heel wat on<strong>de</strong>rzoek nodig om tot betere en meer<br />

coherente <strong>in</strong>zichten te komen. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en <strong>de</strong><br />

ongeborenen, <strong>de</strong> spoken, <strong>de</strong> problematieken van corporaliteit, <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele<br />

en collectieve memoria, het landschap als element van <strong>de</strong> memoria (zeker <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vroege mid<strong>de</strong>leeuwen).<br />

Vier hoofdthema’s wer<strong>de</strong>n geselecteerd als cruciaal voor een eerste <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> dit<br />

on<strong>de</strong>rwerp. Ze vormen het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> vier hoofdstukken: <strong>de</strong> doodsoorzaken; <strong>de</strong><br />

begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> tot <strong>in</strong> het graf; funeraire architectuur en monumenten; en<br />

ten slotte het leven na <strong>de</strong> dood. Elk hoofdstuk telt een aantal bijdragen die bepaal<strong>de</strong><br />

facetten van dat hoofdthema behan<strong>de</strong>len; sommige zijn meer synthetisch van aard,<br />

an<strong>de</strong>re belichten bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>tails of nemen <strong>de</strong> vorm aan van een casestudy. Samen<br />

belichten ze ook <strong>de</strong> vele ban<strong>de</strong>n van het stervensgebeuren met <strong>de</strong> toenmalige maatschappijen<br />

en leefmilieus, met <strong>de</strong> sociale, religieuze en politieke contexten, en zelfs met<br />

<strong>de</strong> kunst en <strong>de</strong> perceptie van leven en dood.<br />

Het maken van <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l en <strong>de</strong>ze tentoonstell<strong>in</strong>g was veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig dan<br />

op het eerste gezicht zou lijken en ik v<strong>in</strong>d het dan ook meer dan gepast om ook een woord<br />

van dank te richten tot <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Musea voor Kunst en Geschie<strong>de</strong>nis en <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r<br />

aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefnemers, dr. Alexandra De Poorter en dr. Sophie Balace, voor het<br />

har<strong>de</strong> werk en <strong>de</strong> vele <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen die geleverd wer<strong>de</strong>n om dit geheel <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen<br />

te lei<strong>de</strong>n. Onze dank gaat natuurlijk ook naar <strong>de</strong> bruikleengevers en naar <strong>de</strong> vele collegae<br />

die hun kennis ter beschikk<strong>in</strong>g stel<strong>de</strong>n door het schrijven van een bijdrage. Hoewel<br />

veel h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen te overw<strong>in</strong>nen waren, slaag<strong>de</strong>n zij er samen <strong>in</strong> om een reeks <strong>in</strong>teressante<br />

<strong>in</strong>zichten te bun<strong>de</strong>len en – wat m<strong>in</strong>stens even belangrijk is – naar een bre<strong>de</strong>r<br />

publiek te brengen.


hoofdstuk i De dood en zijn context


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

Alexandra De Poorter<br />

De oorzaken van sterven <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen verschillen <strong>in</strong> wezen we<strong>in</strong>ig<br />

van <strong>de</strong>ze van vandaag: ziekte, ongevallen, oorlog en geweld, ou<strong>de</strong>rdom<br />

en zelfs terechtstell<strong>in</strong>gen en hongersno<strong>de</strong>n (hoewel <strong>de</strong>ze laatste<br />

categorie vandaag zowat verdwenen is <strong>in</strong> Europa). En net zoals nu<br />

speel<strong>de</strong>n toen ook hygiëne en gezondheid en dus levensomstandighe<strong>de</strong>n<br />

een belangrijke rol. Het blijft moeilijk om voor <strong>de</strong> vele fasen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

een nauwkeurig beeld te schetsen van <strong>de</strong> concrete rol en <strong>in</strong>vloed van al <strong>de</strong>ze factoren.<br />

Toch leidt he<strong>de</strong>ndaags on<strong>de</strong>rzoek naar betere <strong>in</strong>zichten en <strong>de</strong> bijdragen <strong>in</strong> dit hoofdstuk<br />

belichten diverse aspecten daarvan.<br />

Een algemeen beeld voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen wordt vooreerst geleverd door enkele<br />

grote lijnen van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische evolutie. Pas vanaf <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen wordt <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>formatie iets nauwkeuriger en kunnen regionale verschillen beter opgespoord wor<strong>de</strong>n.<br />

Maar ook dan blijft het beeld op diverse punten wel wat vaag. De evolutie van het sterftecijfer,<br />

voor zover bekend uit historische bronnen, is voor <strong>de</strong> lange perio<strong>de</strong> van<br />

omstreeks 600 tot ongeveer 1600 geen l<strong>in</strong>eair verschijnsel. Zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege als <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

late mid<strong>de</strong>leeuwen heersten perio<strong>de</strong>n van hoge mortaliteit. Grootschalige epi<strong>de</strong>mieën<br />

zorg<strong>de</strong>n voor een afwissel<strong>in</strong>g van hoge sterftepieken gevolgd door perio<strong>de</strong>n met een<br />

lagere sterfte. De tien<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw kan dan weer wor<strong>de</strong>n beschouwd als een<br />

tijd van trage maar haast cont<strong>in</strong>ue <strong>de</strong>mografische groei, wat evenwel niet betekent dat <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g ook steeg. De veertien<strong>de</strong> eeuw wordt gekenmerkt door<br />

hongersnood en toenemen<strong>de</strong> oorlogsactiviteiten terwijl <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie – <strong>de</strong><br />

zwarte dood (1347-1350) – dan weer voor een spectaculaire mortaliteitscrisis zorg<strong>de</strong>.<br />

Een opvallen<strong>de</strong> constante voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen is <strong>de</strong> zeer hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Het<br />

overlij<strong>de</strong>n van vele k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, vaak tegelijk met <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>in</strong> het kraambed, vervalst <strong>in</strong><br />

zekere z<strong>in</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> cijfers van <strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g. Wanneer <strong>de</strong>ze voor <strong>de</strong> late<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen op slechts 25 à 27 jaar wordt geschat, is <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte eigenlijk verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor <strong>de</strong>ze lage cijfers. In werkelijkheid kwamen ook hogere leeftij<strong>de</strong>n regelmatig<br />

voor, hoewel <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate dan nu.<br />

ALEXANDRA DE POORTER 16 17 INLEIDING<br />

Hygiëne en een goe<strong>de</strong> gezondheid waren ook toen <strong>de</strong> eerste vereisten voor een lang<br />

leven. Is onze kijk op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse medische kennis doorgaans negatief get<strong>in</strong>t, dan<br />

had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwers daar zelf wellicht een heel an<strong>de</strong>re perceptie van. Overigens<br />

moet het beeld van <strong>de</strong> ‘vuile’ mid<strong>de</strong>leeuwen toch genuanceerd wor<strong>de</strong>n. Huizen waren<br />

niet bepaald zo hygiënisch en gezond als vandaag, maar <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong><strong>de</strong>n veelal heel<br />

wat moeite om ze proper te hou<strong>de</strong>n. Ook voor <strong>de</strong> straten wer<strong>de</strong>n, althans vanaf <strong>de</strong> latere<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen, maatregelen getroffen om vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te perken en b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong><br />

had men on<strong>de</strong>r meer oog voor mogelijke bescherm<strong>in</strong>gen tegen epi<strong>de</strong>mische ziekten.<br />

Er wer<strong>de</strong>n zelfs ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> lijsten opgesteld voor het re<strong>in</strong> hou<strong>de</strong>n van lichaam,<br />

maar ook van won<strong>in</strong>g, voedsel, kled<strong>in</strong>g … en niet <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>st van <strong>de</strong> ziekenkamer. De<br />

vermeld<strong>in</strong>g dat niet zeepwater het doeltreffendst is om <strong>de</strong> strijd tegen <strong>de</strong> dood aan te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n,<br />

maar wel gewijd water dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> slaapkamer werd bewaard, situeert dit verzorg<strong>in</strong>gs-<br />

en stervensgebeuren dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> een christelijke context.<br />

De geneeskun<strong>de</strong> dien<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk meer om <strong>de</strong> pijn te lenigen en <strong>de</strong> dood wat uit<br />

te stellen. Sterk beïnvloed door antieke percepties en <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n (on<strong>de</strong>r meer die van<br />

Aristoteles) en later ook door <strong>de</strong> Arabische geneeskun<strong>de</strong> ken<strong>de</strong> ze vele beperk<strong>in</strong>gen,<br />

maar kreeg ook heel wat aandacht. In comb<strong>in</strong>atie met an<strong>de</strong>re bronnen geeft he<strong>de</strong>ndaags<br />

on<strong>de</strong>rzoek, meer bepaald <strong>de</strong> funeraire archeologie, <strong>de</strong> paleobiologie, <strong>de</strong> paleopathologie<br />

en het antropologisch on<strong>de</strong>rzoek, nieuwe <strong>in</strong>formatie over doodsoorzaak of ziekte door<br />

<strong>de</strong> studie van <strong>de</strong> vele archeologische overblijfselen van graven en grafcomplexen. Ook<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen voor zware verwond<strong>in</strong>gen of dood als gevolg van (oorlogs)geweld ontbreken<br />

niet. Oorlogen en gevechten waren scher<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>slag tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen en<br />

had<strong>de</strong>n ook dikwijls een vrij zware impact op het sterftecijfer. Dit wordt geïllustreerd<br />

door voorbeel<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> kruistochten of <strong>de</strong> Hon<strong>de</strong>rdjarige Oorlog illustreren, alhoewel<br />

het moeilijk blijft juiste ram<strong>in</strong>gen te maken over <strong>de</strong> do<strong>de</strong>naantallen. Dankzij mo<strong>de</strong>rne<br />

technieken kunnen verwond<strong>in</strong>gen, aangeboren en besmettelijke ziekten, tandhygiëne,<br />

therapeutische <strong>in</strong>grepen en stress<strong>in</strong>dicatoren geï<strong>de</strong>ntificeerd wor<strong>de</strong>n en getuigen van<br />

gezondheidszorg, <strong>in</strong>clusief operatieve <strong>in</strong>grepen. Maar zowel voor rijk als arm bleef (en<br />

blijft) <strong>de</strong> dood uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk onafwendbaar.


19<br />

De dood heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse samenlev<strong>in</strong>g steeds een centrale<br />

plaats <strong>in</strong>genomen. Dit gegeven zal niemand verwon<strong>de</strong>ren gezien <strong>de</strong><br />

lage levensverwacht<strong>in</strong>g en het gewicht van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> religieuze constructies<br />

rond heilsverwacht<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> opstand<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />

Uitspraken doen over levensverwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen is echter<br />

bijzon<strong>de</strong>r moeilijk. Vóór <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw zijn er nauwelijks bronnen die toelaten<br />

om een relatief betrouwbare schatt<strong>in</strong>g te maken. Hoe dan ook wordt <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

mortaliteit gekenmerkt door een zeer hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>r- en adolescentensterfte. Vooral <strong>de</strong><br />

geboorte was voor moe<strong>de</strong>r en k<strong>in</strong>d vaak een risicovol gebeuren. In enkele kle<strong>in</strong>e ste<strong>de</strong>n<br />

van het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren fluctueer<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> jaarlijkse sterftecoëfficiënt<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw tussen 34 en 45‰, relatief hoog <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het platteland<br />

rond Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> (33 à 38‰). In Toscane schommel<strong>de</strong> <strong>de</strong> sterftecoëfficiënt <strong>in</strong> het twee<strong>de</strong><br />

kwart van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw rond 37‰, maar dit is wellicht een m<strong>in</strong>imumcijfer. Deze<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> sterftecijfers verbergen een bijzon<strong>de</strong>r acci<strong>de</strong>nteel sterfteparcours. Zelfs tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r hevigste pestperio<strong>de</strong>s liep <strong>in</strong> het kle<strong>in</strong>e Zeeuws-Vlaamse stadje Hulst<br />

het bruto sterftecoëfficiënt op tot bijna 80‰. Het was vooral <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte die <strong>de</strong><br />

hoge aantallen veroorzaakte. In het mid<strong>de</strong>n vijftien<strong>de</strong> eeuw bedroeg <strong>de</strong> volwassenensterfte<br />

<strong>in</strong> Hulst en Kortrijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, ongeveer 34‰ van <strong>de</strong> totale populatie volwassenen.<br />

De k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte <strong>in</strong> Hulst <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> liep evenwel op tot 65‰. Ruim meer dan<br />

<strong>de</strong> helft van alle door <strong>de</strong> lokale Willibrorduskerk opgeteken<strong>de</strong> begrafenissen waren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />

jonger dan zestien jaar. In perio<strong>de</strong>s zon<strong>de</strong>r pestepi<strong>de</strong>mieën daal<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze sterftecijfers<br />

wel substantieel, <strong>in</strong> zoverre dat er van een normale sterfte nauwelijks sprake was.<br />

Perio<strong>de</strong>s met extreem hoge crisissterfte wer<strong>de</strong>n met een do<strong>de</strong>lijke ca<strong>de</strong>ns afgewisseld<br />

met perio<strong>de</strong>s waar relatief we<strong>in</strong>ig sterfte voorkwam.<br />

Deze sterftecijfers suggereren een opvallend <strong>de</strong>mografisch profiel. K<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte<br />

was een normaal gegeven <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Maar tegelijk was ou<strong>de</strong>rdom geen zeldzaam<br />

verschijnsel. De kopers van lijfrenten <strong>in</strong> Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>, <strong>in</strong>woners die voldoen<strong>de</strong><br />

kapitaal had<strong>de</strong>n om te participeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare schuld van <strong>de</strong> stad en dus als meer dan<br />

doorsnee welstellend kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd, bereikten gemid<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> leeftijd van<br />

50 tot 55 jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. In <strong>de</strong> vroege zestien<strong>de</strong> eeuw<br />

bedroeg dit gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bij overlij<strong>de</strong>n zelfs 55 tot 60 jaar. Deze relatief gunstige levens-<br />

het alledaagse<br />

sterven<br />

Demografische en maatschappelijke<br />

realiteit van <strong>de</strong> dood<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

Peter Stabel


AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

verwacht<strong>in</strong>g houdt echter helemaal geen reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> zware k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Lijfrenten<br />

wer<strong>de</strong>n meestal gekocht toen <strong>de</strong> moorddadige k<strong>in</strong><strong>de</strong>rtijd voorbij was. Het dient<br />

nochtans te wor<strong>de</strong>n vermeld dat <strong>de</strong>ze vijftien<strong>de</strong>-eeuwse gegevens gel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een tijd van<br />

zeer grote crisismortaliteit. De cijfers voor <strong>de</strong> groeiperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

lagen wellicht niet hoger.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g bij geboorte <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen wordt op<br />

slechts 25-27 jaar geschat, terwijl ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen schommel<strong>de</strong> tussen 30 en<br />

35 jaar. Opnieuw is <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong>ze lage cijfers. Recente<br />

schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> leeftijd van 25 jaar gaan uit van ongeveer 26<br />

jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> zwarte dood (dus 51 jaar) en van 23 jaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

(dus 48 jaar). Deze cijfers wijzen alvast op een langzame uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

levensduur <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van mid<strong>de</strong>leeuwse groei en een spectaculaire <strong>in</strong>z<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

levensverwacht<strong>in</strong>g vanaf omstreeks 1300, dus een tijd voor <strong>de</strong> pest haar <strong>in</strong>tre<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed.<br />

De dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, niet zo maar<br />

een onveran<strong>de</strong>rlijk gegeven<br />

Toch is het niet zo dat <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> <strong>de</strong> tien eeuwen die <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zes-<br />

<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw besloeg zomaar onveran<strong>de</strong>rlijk bleef. De dood werd heel an<strong>de</strong>rs<br />

beleefd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (zes<strong>de</strong>-negen<strong>de</strong> eeuw) dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

(tien<strong>de</strong>-<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) en kreeg opnieuw een heel an<strong>de</strong>r aanzien <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

(veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw). Daarbij veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> dood on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> mentaliteit. De dood zelf maakt als maatschappelijk<br />

en biologisch verschijnsel steeds <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> condition huma<strong>in</strong>e. Ze werd<br />

echter heel an<strong>de</strong>rs ervaren <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s van acute crisismortaliteit waar <strong>de</strong> dood zowel<br />

volledig willekeurig als heel sociaal gericht kon toeslaan en grote groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />

raakte, dan <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s waar sterven enkel <strong>de</strong> bekron<strong>in</strong>g was van een als natuurlijk<br />

ervaren leven. Het is die vermeng<strong>in</strong>g van i<strong>de</strong>ologische constructies enerzijds en biologische<br />

en maatschappelijke ervar<strong>in</strong>g an<strong>de</strong>rzijds die het dagelijkse sterven al dan niet<br />

alledaags maakt.<br />

De veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>s ten opzichte van <strong>de</strong> dood en <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong> dood wer<strong>de</strong>n<br />

natuurlijk ook bepaald door <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> dood zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

samenlev<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong>ed. Zowel het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong>ze lange perio<strong>de</strong> (vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) als<br />

het e<strong>in</strong><strong>de</strong> ervan (veertien<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw) ken<strong>de</strong>n een hoge crisismortaliteit. Grootschalige<br />

epi<strong>de</strong>mische golven zorg<strong>de</strong>n voor een afwisselend parcours van extreem hoge<br />

sterftepieken, gevolgd door een langere perio<strong>de</strong> met relatief lagere sterfte. Wellicht g<strong>in</strong>g<br />

het <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege perio<strong>de</strong> om <strong>de</strong> builenpest en vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw<br />

om <strong>de</strong> zwarte dood, waarvan <strong>de</strong> associatie met <strong>de</strong> builen- of longpest (<strong>de</strong> ziekte verspreid<br />

via <strong>de</strong> rattenvlo door <strong>de</strong> bacterie yers<strong>in</strong>ia pestis) <strong>in</strong> recente on<strong>de</strong>rzoek steeds meer<br />

<strong>in</strong> twijfel wordt getrokken. In <strong>de</strong> lange perio<strong>de</strong> daartussen lijkt Europa allesz<strong>in</strong>s gespaard<br />

te zijn geweest van <strong>de</strong>rgelijke cataclysmen. Niet toevallig was <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

tien<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw er een van weliswaar trage, maar bijna cont<strong>in</strong>ue <strong>de</strong>mografische<br />

groei die pas naar het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw lijkt af te nemen. Mid<strong>de</strong>leeuws<br />

Europa werd toen ‘un mon<strong>de</strong> ple<strong>in</strong>’ en op dat moment nam ook <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g steeds<br />

meer toe. In sommige geprivilegieer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n liep het aantal ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen op tot bijna<br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zelfs tot <strong>de</strong> helft van bevolk<strong>in</strong>g.<br />

De lange mid<strong>de</strong>leeuwse groei vanaf <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> eeuw beteken<strong>de</strong> echter niet dat <strong>de</strong><br />

PETER STABEL 20<br />

21 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> meesteeg. On<strong>de</strong>rzoek van skeletten, die<br />

archeologisch <strong>in</strong> steeds grotere aantallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van dateerbare grafvel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

aangetroffen, heeft alvast aangetoond dat <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g geen gelijke tred hield met <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>mografische expansie. Mensen uit <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>)<br />

genoten blijkbaar van een veel meer verschei<strong>de</strong>n en hoogwaardige voed<strong>in</strong>g dan zij uit <strong>de</strong><br />

late <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw. Het plafond dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse groei <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw had<br />

bereikt, waardoor steeds meer marg<strong>in</strong>ale gron<strong>de</strong>n van slechte akkerbouwkwaliteit <strong>in</strong><br />

gebruik wer<strong>de</strong>n genomen, had dui<strong>de</strong>lijk een vereenvoudig<strong>in</strong>g van het dieet tot gevolg.<br />

Bovendien verloren ook allerlei productiviteitsverhogen<strong>de</strong> technieken zoals braak,<br />

vruchtwissel<strong>in</strong>g, drieslagstelsel, veeteelt en <strong>de</strong> teelt van stikstof toevoegen<strong>de</strong> planten<br />

gaan<strong>de</strong>weg terre<strong>in</strong> om plaats te maken voor <strong>de</strong> nagenoeg monocultuur van graan, <strong>de</strong><br />

belangrijkste en meest efficiënte leverancier van calorieën. De gevolgen op <strong>de</strong> gezondheid<br />

moeten dramatisch geweest zijn. Een grote sterftepiek – een ‘positive check’ <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

malthusiaanse term<strong>in</strong>ologie – als gevolg van het groeien<strong>de</strong> wanverhoud<strong>in</strong>g tussen bevolk<strong>in</strong>gsgroei<br />

en tekortschieten<strong>de</strong> bevoorrad<strong>in</strong>g, kon niet uitblijven en vanaf <strong>de</strong> late <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong><br />

eeuw wer<strong>de</strong>n hongersno<strong>de</strong>n steeds talrijker.<br />

Van <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen tot <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

Voor <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen zijn <strong>de</strong> bronnen die ons over sterfte en dood <strong>in</strong>lichten<br />

vooral archeologisch van aard. In <strong>de</strong> Europese regio’s waar <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzett<strong>in</strong>gspatronen<br />

slechts oppervlakkig door <strong>de</strong> Germaanse <strong>in</strong>vallen zijn gekenmerkt (mediterraan Europa)<br />

lijken <strong>de</strong> antiek-christelijke tradities van begrav<strong>in</strong>g nog zeer lang stand te hebben<br />

gehou<strong>de</strong>n. Vanaf <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> eeuw was <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische dood (pest) een regelmatig terugkerend<br />

fenomeen. Maar vooral <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie van het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw, toen het<br />

Byzantijnse Rijk on<strong>de</strong>r keizer Just<strong>in</strong>ianus nagenoeg het hele Mid<strong>de</strong>llandse Zeebekken<br />

controleer<strong>de</strong> en han<strong>de</strong>l <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische ziekte opnieuw sterk heeft<br />

bevor<strong>de</strong>rd, hield overal sterk huis, behalve <strong>in</strong> Noordwest-Europa.<br />

Vanaf <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw wordt ondanks het verschijnen van lepra <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />

AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


23 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />

dood m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijk. Ondanks <strong>de</strong> bijna chronische oorlogsvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische<br />

en Karol<strong>in</strong>gische perio<strong>de</strong>, vertoont <strong>de</strong> Europese bevolk<strong>in</strong>g zelfs een opmerkelijke<br />

groei en wor<strong>de</strong>n hongersno<strong>de</strong>n schaarser door <strong>de</strong> ruime beschikbaarheid van landbouwgrond<br />

en <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> dome<strong>in</strong>economie, waardoor arbeid veel efficiënter kon<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet. Hoewel k<strong>in</strong>ship-structuren nog van essentieel belang waren als solidariteitsvorm,<br />

lijkt het kerngez<strong>in</strong> bestaan<strong>de</strong> uit twee ou<strong>de</strong>rs en een aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (gezien<br />

<strong>de</strong> hoge k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte, vaak beperkt tussen twee en drie) als economische eenheid langzaamaan<br />

dom<strong>in</strong>ant te wor<strong>de</strong>n. Deze steeds exclusiever wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie van het<br />

kerngez<strong>in</strong> zal <strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g ten opzichte van <strong>de</strong> dood <strong>in</strong> het ver<strong>de</strong>re verloop van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

overigens steeds sterker bepalen, omdat ou<strong>de</strong> solidariteitsvormen steeds meer<br />

het veld moesten ruimen voor <strong>de</strong> naaste familiele<strong>de</strong>n en voor meer spirituele verban<strong>de</strong>n<br />

georganiseerd via <strong>de</strong> Kerk en gaan<strong>de</strong>weg ook steeds meer via <strong>de</strong> civil society.<br />

In <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> eeuw v<strong>in</strong>g opnieuw een perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>mografische achteruitgang<br />

aan. Nieuwe groepen vielen het Frankische en Germaanse hartland b<strong>in</strong>nen (moslims <strong>in</strong><br />

Zuid-Italië, Vik<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> West-Europa, Slaven en Hongaren <strong>in</strong> Centraal-Europa). Het<br />

eengemaakte Frankische Rijk fragmenteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> een nieuwe feodale (wan)or<strong>de</strong>. Enkel<br />

<strong>in</strong> het oostelijk <strong>de</strong>el van het ou<strong>de</strong> Frankische Rijk kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Duitse kon<strong>in</strong>gen (later<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ottonen opnieuw keizers) <strong>de</strong> or<strong>de</strong> m<strong>in</strong> of meer handhaven. Vanaf <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> en<br />

elf<strong>de</strong> eeuw kwam men tot een nieuw evenwicht, waarbij territoriale vorsten (kon<strong>in</strong>gen<br />

en op een lager niveau graven, hertogen enzovoort) steeds meer macht naar zich toetrokken<br />

ten koste van plaatselijke potentaten.<br />

Europa begon <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief aan zijn lange groeibeweg<strong>in</strong>g en dank zij <strong>de</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen en<br />

allerlei vormen van <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> landbouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> meer commerciële gebie<strong>de</strong>n<br />

werd <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische draagkracht steeds groter. Een bevolk<strong>in</strong>gsgroei op lange termijn<br />

was het resultaat. Dit betekent niet dat er geen <strong>de</strong>mografische spann<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n opgebouwd.<br />

Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> groeifase kwamen misoogsten voor. Zo is <strong>de</strong> hongersnood <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n van 1124-1125 goed gedocumenteerd <strong>in</strong> het dagboek van Galbert van Brugge.<br />

Maar zoals <strong>de</strong>ze bevoorrechte ooggetuige al aangaf, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> autoriteiten ook wel hefbomen<br />

<strong>in</strong> han<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong>rgelijke hongersnood te verzachten. De later vermoor<strong>de</strong><br />

graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren, Karel <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong>, slaag<strong>de</strong> er<strong>in</strong> om door maatregelen tegen<br />

speculatie <strong>de</strong> graanprijs on<strong>de</strong>r controle te hou<strong>de</strong>n. Dit was een van <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> factoren<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> apologie van <strong>de</strong>ze graaf wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geroepen om een zaligverklar<strong>in</strong>g te bekomen.<br />

Het is pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste fase van <strong>de</strong> groei, <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, dat <strong>de</strong> malthusiaanse<br />

spann<strong>in</strong>gen steeds frequenter wer<strong>de</strong>n en het feodaal systeem zijn plafond bereikte.<br />

Hoewel er we<strong>in</strong>ig concrete aanwijz<strong>in</strong>gen zijn, lijkt <strong>de</strong> meer versprei<strong>de</strong> welvaart<br />

vooral <strong>de</strong> huwelijksleeftijd te hebben verlaagd en <strong>de</strong> nataliteit te hebben verhoogd. Wellicht<br />

heeft <strong>de</strong> betere voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste fase van <strong>de</strong> groeifase ook <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g<br />

verhoogd, vooral door een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte. Maar voor geen<br />

enkel van <strong>de</strong>ze veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen kan voor een sociaal diverse groep een representatief<br />

bronnencorpus wor<strong>de</strong>n samengesteld. Allesz<strong>in</strong>s wijst <strong>de</strong> archeologie van begrafenisplaatsen<br />

uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> niet meteen op een substantiële dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsterfte.<br />

Vaak schommelt het aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren rond <strong>de</strong> helft van alle graven en <strong>in</strong> sommige gevallen<br />

ligt dat aan<strong>de</strong>el zelfs bedui<strong>de</strong>nd hoger (op een begraafplaats <strong>in</strong> het Zweedse Westerhus<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> volle mid<strong>de</strong>leeuwen betrof meer dan <strong>de</strong> helft van alle graven k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van 5 jaar<br />

en jonger). Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> groeiperio<strong>de</strong> zette zich een omgekeer<strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>g door.<br />

Uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koopkracht en een steeds grotere nadruk op <strong>de</strong> graanteelt zorg<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

meeste streken voor een achteruitgang van het dieet. Vlees werd <strong>in</strong> veel streken voor <strong>de</strong><br />

armere groepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g een schaars goed en ook groenten wer<strong>de</strong>n noodgedwongen<br />

vaak opgeofferd voor een eenzijdig dieet van granen en bonen. De groei rem<strong>de</strong><br />

dan ook danig af en <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g werd kwetsbaar voor crisissterfte. In <strong>de</strong> vroege veertien<strong>de</strong><br />

eeuw barstte <strong>de</strong> bom: na opeenvolgen<strong>de</strong> mislukte oogsten door regenval en <strong>de</strong><br />

klimatologische effecten van <strong>de</strong> ‘kle<strong>in</strong>e ijstijd’ kreeg een algemene hongersnood heel<br />

Europa tussen 1315 en 1317 <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban. Tijdgenoten spaar<strong>de</strong>n hun commentaar niet om <strong>de</strong><br />

ellen<strong>de</strong> van <strong>de</strong> hongeren<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g te schetsen.<br />

Was <strong>de</strong> subsistentiecrisis van 1315-1317 een algemeen Europees verschijnsel, hongersnood<br />

trof niet alle groepen <strong>in</strong> gelijke mate en ook niet alle streken met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> catastrofale<br />

gevolgen. Het is opvallend dat vooral <strong>in</strong> dichtbevolkte commerciële gebie<strong>de</strong>n,<br />

waar ook <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g het verst was doorgedrongen, bevoorrad<strong>in</strong>gscrisissen vaak<br />

relatief makkelijk kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n opgevangen. Deze schijnbare paradox kan door <strong>de</strong><br />

dichte bevoorrad<strong>in</strong>gsnetwerken wor<strong>de</strong>n verklaard. Zo had<strong>de</strong>n grote ste<strong>de</strong>n als Lon<strong>de</strong>n<br />

en Parijs een heel divers en ruim h<strong>in</strong>terland van waaruit voed<strong>in</strong>g kon wor<strong>de</strong>n aangevoerd.<br />

De concentratie aan ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n werd via het rivierennetwerk<br />

van Schel<strong>de</strong> en Leie vanuit Noord-Frankrijk bevoorraad; <strong>de</strong> grote Noord-<br />

Italiaanse ste<strong>de</strong>n voer<strong>de</strong>n graan en voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong>, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit Sicilië. Een goed<br />

bevoorrad<strong>in</strong>gsnetwerk maakte <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r afhankelijk van bruuske schommel<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> graanoogst. Zo varieer<strong>de</strong> <strong>de</strong> graanprijs <strong>in</strong> Gent, waar han<strong>de</strong>laars en<br />

schippers <strong>de</strong> gunstige verkeersstrategische ligg<strong>in</strong>g gebruikten om allerlei commerciële<br />

en transportmonopolies te verwerven, veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sterk dan <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re Vlaamse ste<strong>de</strong>n.<br />

Paradoxaal waren <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die het meest van <strong>de</strong> graanimport afhankelijk waren, <strong>in</strong><br />

staat om <strong>de</strong> bevoorrad<strong>in</strong>gsmoeilijkhe<strong>de</strong>n beter te bestrij<strong>de</strong>n. De gevolgen voor sterftecrisissen<br />

bleven niet uit en er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> vroege veertien<strong>de</strong> eeuw,<br />

toen grote <strong>de</strong>len van Europa al volop le<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> graanmonocultuur,<br />

het vleesverbruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>n zelfs nog toenam. Van premo<strong>de</strong>rne<br />

ste<strong>de</strong>n neemt men vaak aan dat zij lij<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het zogenaam<strong>de</strong> urban graveyard<br />

effect: <strong>de</strong> mortaliteit overstijgt er met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van natuurlijke<br />

groei. De proportioneel hogere sterfte <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n, vooral <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>s van epi<strong>de</strong>mische<br />

ziekte, zou uiteraard kunnen verklaard wor<strong>de</strong>n door slechtere hygiënische omstandig-<br />

PETER STABEL 24


CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

he<strong>de</strong>n. Toch is het niet zozeer <strong>de</strong> sterfte die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n hoger ligt, als wel het lagere aantal<br />

geboorten. Ste<strong>de</strong>n huisvestten immers een veel groter aantal alleenstaan<strong>de</strong>n. Vaak<br />

gaat het om life cycle migranten, plattelandsjongeren die vooraleer ze huwen <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n op<br />

zoek zijn naar een loon<strong>in</strong>komen of naar opleid<strong>in</strong>g om later tewerkstell<strong>in</strong>g te faciliteren.<br />

Pest, honger en oorlog, <strong>de</strong> drie rij<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> dood<br />

De hogere sterfte van <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen was het resultaat van bepaal<strong>de</strong> maatschap-<br />

pelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en spann<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong>herent <strong>in</strong> het feodale systeem zaten <strong>in</strong>gebakken.<br />

Een pijnlijke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> limieten van <strong>de</strong> pre-<strong>in</strong>dustriële groei. De grote<br />

hongersnood van 1315-1317 kan als een dui<strong>de</strong>lijk malthusiaans fenomeen wor<strong>de</strong>n<br />

beschouwd, een schok opgebouwd door <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g tussen bevolk<strong>in</strong>gstoename en<br />

falen<strong>de</strong> voedselproductie. Ook <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> oorlogsactiviteit <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> (met <strong>de</strong><br />

erbij horen<strong>de</strong> economische en <strong>de</strong>mografische ontwricht<strong>in</strong>g) kan wor<strong>de</strong>n verklaard vanuit<br />

<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuwe feodale staten en door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> druk op <strong>de</strong><br />

grondheren om hun <strong>in</strong>komen te verhogen. Wat daarop volg<strong>de</strong>, een korte herstelperio<strong>de</strong><br />

gevolgd door <strong>de</strong> eerste grote golf van <strong>de</strong> zwarte dood, was evenwel een <strong>de</strong>mografisch<br />

cataclysme dat door geen enkel verklar<strong>in</strong>gsmo<strong>de</strong>l echt kan wor<strong>de</strong>n uitgelegd.<br />

Wat vaststaat is dat <strong>de</strong> zwarte dood, waarmee gewoonlijk <strong>de</strong> eerste sterftegolf wordt<br />

aangeduid van e<strong>in</strong>d 1347 tot 1350, een ware <strong>de</strong>mografische <strong>in</strong>eenstort<strong>in</strong>g veroorzaakte.<br />

Tussen een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> Europese bevolk<strong>in</strong>g bezweek eraan en <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />

tot hongersnood discrim<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> <strong>de</strong> ziekte niet: jong en oud, rijk en arm, machtige<br />

en machteloze, ze bezweken allemaal. Vreemd is wel dat enkele regio’s schijnbaar<br />

gespaard zijn gebleven. Zo maakte <strong>de</strong> eerste golf van <strong>de</strong> zwarte dood relatief we<strong>in</strong>ig<br />

slachtoffers <strong>in</strong> <strong>de</strong> nochtans sterk verste<strong>de</strong>lijkte Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. De daaropvolgen<strong>de</strong><br />

echo-epi<strong>de</strong>mieën, die met grote regelmaat tot het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw<br />

voorkwamen, waren vrijwel even algemeen als <strong>de</strong> eerste golf, en ditmaal wer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong><br />

Vlaamse en Brabantse ste<strong>de</strong>n zwaar getroffen. In <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw werd <strong>de</strong> pest – of<br />

g<strong>in</strong>g het toch om an<strong>de</strong>re nog onbeken<strong>de</strong> ziekten – en<strong>de</strong>misch. De uitbraken, die tot diep<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g zou<strong>de</strong>n blijven teisteren, wer<strong>de</strong>n lokaler. De virulentie<br />

en dus ook <strong>de</strong> sterfte varieer<strong>de</strong>n sterker.<br />

De gevolgen van <strong>de</strong> massale crisissterfte waren immens. Niet alleen werd <strong>de</strong> dood<br />

nog meer onvoorspelbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd, ze werd ook sociaal rechtvaardiger. Het beeld van<br />

<strong>de</strong> danse macabre, die al vóór <strong>de</strong> zwarte dood <strong>in</strong> Europa was doorgedrongen, kreeg wel<br />

een heel realistische <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. Pas met <strong>de</strong> eerste succesvolle maatregelen tegen <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> pest, <strong>in</strong> essentie het opleggen van quaranta<strong>in</strong>e, kon<strong>de</strong>n rijkere bevolk<strong>in</strong>gsgroepen,<br />

die ook <strong>de</strong> machts<strong>in</strong>strumenten had<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> maatregelen op te leggen<br />

en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële mogelijkhe<strong>de</strong>n om ze te on<strong>de</strong>rgaan, opnieuw meer greep op <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />

dood krijgen. Een bijkomend gevolg van <strong>de</strong> massale sterfte was uiteraard een verschuiv<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie tussen arbeid en kapitaal. Arbeid werd een schaars goed en <strong>de</strong><br />

leveranciers ervan kwamen na een eeuwenlange uitholl<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koopkracht onverwacht<br />

<strong>in</strong> een gunstige positie terecht. De late mid<strong>de</strong>leeuwen zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘gou<strong>de</strong>n eeuw’<br />

van <strong>de</strong> handwerker wor<strong>de</strong>n. Ondanks <strong>de</strong> <strong>in</strong>ertie waarmee ook nu nog nom<strong>in</strong>ale lonen<br />

wer<strong>de</strong>n aangepast, bleek <strong>de</strong> gelijktijdige seculaire prijsdal<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len <strong>de</strong><br />

koopkracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoogte te jagen en nam <strong>de</strong> vraag naar <strong>in</strong>dustriële goe<strong>de</strong>ren toe. Deze<br />

laatste wer<strong>de</strong>n veelal <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n geproduceerd, zodat er een <strong>in</strong>komenstransfer van het<br />

platteland naar <strong>de</strong> stad op gang kwam. Het is opvallend dat <strong>de</strong> succesvolle ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

PETER STABEL 26<br />

27 HET ALLEDAAGSE STERVEN<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n weliswaar niet meer doorgroei<strong>de</strong>n maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze crisis ook nauwelijks aan<br />

bevolk<strong>in</strong>g verloren.<br />

Vanaf het twee<strong>de</strong> kwart van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw steeg <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> levensverwacht<strong>in</strong>g<br />

opnieuw tot het peil van <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> en vroege <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, en dit ondanks het<br />

en<strong>de</strong>misch karakter van epi<strong>de</strong>mische ziekte. Uitbarst<strong>in</strong>gen van epi<strong>de</strong>mische ziekten, <strong>de</strong><br />

pest of an<strong>de</strong>re, wer<strong>de</strong>n steeds onregelmatiger, maar vooral m<strong>in</strong><strong>de</strong>r algemeen en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

do<strong>de</strong>lijk. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> welvaartsstijg<strong>in</strong>g heeft wellicht ook geleid tot een beter en<br />

meer gediversifieerd voedselpakket. Vooral <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ngroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n profiteer<strong>de</strong>n<br />

op lange termijn van <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g; op het platteland is het beeld gemeng<strong>de</strong>r.<br />

Op korte termijn was <strong>de</strong> situatie voor loonarbei<strong>de</strong>rs ongetwijfeld gunstig. Voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e<br />

we<strong>in</strong>ig marktafhankelijke boeren werd <strong>de</strong> druk op <strong>de</strong> grondmarkt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, waardoor<br />

ook zij profiteer<strong>de</strong>n. Op lange termijn slaag<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grootgrondbezitters <strong>de</strong> vruchten te<br />

plukken van <strong>de</strong> noodzakelijke extensiver<strong>in</strong>g van het agrarisch bedrijf en leid<strong>de</strong> <strong>de</strong> crisis<br />

tot herstructurer<strong>in</strong>gen ten voor<strong>de</strong>le van kle<strong>in</strong>e en grote bedrijven. Op het platteland verloren<br />

met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> marktafhankelijke mid<strong>de</strong>ngroepen het meest. De sterftecrisissen<br />

van <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen hebben op <strong>de</strong>ze wijze niet alleen <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong><br />

dood en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n beïnvloed, ze hebben fundamenteel ook <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n zelf<br />

veran<strong>de</strong>rd.<br />

Bibliografie<br />

Bar<strong>de</strong>t & Dupâquier 1997. Blockmans 1980, p. 835-863. Chiffoleau 1980. Cohn 2002. Herlihy & Klapisch Zuber<br />

1978. Lauwers 1997. Stabel 1995. Stabel 1997. Thoen 1988.


29<br />

Al vanaf haar ontstaan is <strong>de</strong> menselijke soort geteisterd door besmettelijke<br />

ziekten, maar het zijn vooral <strong>de</strong> grote mid<strong>de</strong>leeuwse epi<strong>de</strong>mieën die<br />

tot <strong>de</strong> verbeeld<strong>in</strong>g spreken. De hele mid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> wordt gekenmerkt<br />

door een bijna onafgebroken opeenvolg<strong>in</strong>g van meer<strong>de</strong>re plagen,<br />

waarvan sommige zoals <strong>de</strong> pest geregeld opnieuw uitbraken, on<strong>de</strong>r<br />

meer als gevolg van <strong>de</strong> betere communicatiemogelijkhe<strong>de</strong>n. Daarnaast kan <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>teresse<br />

voor <strong>de</strong> grote epi<strong>de</strong>mieën ook niet los wor<strong>de</strong>n gezien van <strong>de</strong> huidige problemen rond<br />

volksgezondheid.<br />

Al <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren 1960 verscheen een aantal baanbreken<strong>de</strong> werken over dit on<strong>de</strong>rwerp.<br />

Gelei<strong>de</strong>lijk echter brachten <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g voor epi<strong>de</strong>mieën door <strong>de</strong>mografen-historici<br />

en een open<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> biologie dankzij <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van artsen-epi<strong>de</strong>miologen,<br />

een omwentel<strong>in</strong>g teweeg <strong>in</strong> onze kennis van <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> gevolgen van epi<strong>de</strong>mieën<br />

<strong>in</strong> ou<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gen. Aangezien talrijke werken <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> pest<br />

behan<strong>de</strong>len, is dit een van bekendste epi<strong>de</strong>mische <strong>in</strong>fectieziekte gewor<strong>de</strong>n.<br />

Ons <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> gevolgen van epi<strong>de</strong>mieën is dus een complex verhaal dat<br />

een systematische aanpak noodzaakt die diverse discipl<strong>in</strong>es verenigt, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> historiografie,<br />

<strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografie, <strong>de</strong> sociale aardrijkskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> sociologie.<br />

De teksten, die vooral vanaf <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw uitvoeriger wer<strong>de</strong>n, blijven nochtans<br />

vaag – als ze er al iets over vermel<strong>de</strong>n – over <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n ten tij<strong>de</strong> van<br />

epi<strong>de</strong>mieën wer<strong>de</strong>n begraven. De funeraire gebruiken <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van hoge sterfte<br />

zijn nooit echt grondig behan<strong>de</strong>ld. Alleen een paar literaire en iconografische bronnen<br />

doet ons beseffen welke impact <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lwijze van <strong>de</strong> mensen<br />

had<strong>de</strong>n (afb. 1), en sommige van die bronnen vertonen een bijna angstwekkend realisme<br />

(afb. 2).<br />

S<strong>in</strong>ds kort echter wordt het epi<strong>de</strong>miologische on<strong>de</strong>rzoek aangevuld met gegevens<br />

afkomstig van <strong>de</strong> funeraire archeologie en <strong>de</strong> paleobiologie. De bruuske verstor<strong>in</strong>gen<br />

van het mentale en materiële evenwicht die epi<strong>de</strong>mieën teweegbrachten, lieten onvermij<strong>de</strong>lijk<br />

sporen na. Deze zijn vaak heel dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar <strong>in</strong> grafensembles, die aldus<br />

bevoorrechte getuigen van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mieën wor<strong>de</strong>n. Wanneer een<br />

plotsel<strong>in</strong>ge mortaliteitscrisis optreedt, wordt het beheer van <strong>de</strong> begrafenisruimte<br />

immers volledig verstoord. Voor <strong>de</strong> teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g van een groot aantal lijken <strong>in</strong> een<br />

Dom<strong>in</strong>ique Castex<br />

epi<strong>de</strong>mieën<br />

als doodsoorzaak<br />

Archeologisch-antropologisch<br />

funerair on<strong>de</strong>rzoek<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


DOMINIQUE CASTEX 30<br />

korte tijdspanne wer<strong>de</strong>n vaak speciale graven gemaakt, ‘massagraven’ genoemd. Het is<br />

een van <strong>de</strong> opdrachten van het archeologisch-antropologisch on<strong>de</strong>rzoek om <strong>de</strong> manier<br />

te bestu<strong>de</strong>ren waarop <strong>in</strong> crisissituaties met <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n werd omgegaan en ons aldus<br />

<strong>in</strong>zicht te verschaffen <strong>in</strong> <strong>de</strong> funeraire tradities <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van uitzon<strong>de</strong>rlijk hoge<br />

sterfte. Daarnaast is ook van belang na te gaan op welke uiteenlopen<strong>de</strong> manieren diverse<br />

culturen op eenzelf<strong>de</strong> crisis reageren. Een twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopdracht bestaat er<strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> aard van een mortaliteitscrisis te <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren op basis van biologische criteria. Dit is<br />

een fundamentele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gericht op <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> ziekteverwekkers die<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor crisissen, vooral daar waar geschreven bronnen schaars of<br />

onbestaan<strong>de</strong> zijn.<br />

Archeologie en biologie van <strong>de</strong> begraven populatie<br />

Vanaf het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> jaren 1960 begonnen sommige historici te beseffen dat een gron-<br />

diger studie van begraafplaatsen en skeletten een veelbelovend onontgonnen on<strong>de</strong>rzoeksterre<strong>in</strong><br />

was dat niet alleen gegevens over we<strong>in</strong>ig beken<strong>de</strong> historische tijdvakken<br />

kon verschaffen, maar ook <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> kennis kon bijstellen. Toch was het pas vanaf <strong>de</strong><br />

late jaren 1980 dat, dankzij <strong>de</strong> steeds talrijker preventieve archeologische <strong>in</strong>grepen,<br />

vooral op het platteland, begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n ont<strong>de</strong>kt en bestu<strong>de</strong>erd die met epi<strong>de</strong>miologische<br />

crisissen verband hiel<strong>de</strong>n. Zowel <strong>de</strong> nieuwe visie op <strong>de</strong> funeraire archeologie<br />

als <strong>de</strong> vooruitgang op het gebied van <strong>de</strong> biologische antropologie, met name dankzij<br />

<strong>de</strong> moleculaire paleobiochemie en <strong>de</strong> paleogenetica, hebben <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van mortaliteitscrisissen<br />

<strong>in</strong> vroegere samenlev<strong>in</strong>gen sterk verruimd.<br />

De voorbije tw<strong>in</strong>tig jaar zijn diverse begraafplaatsen blootgelegd die totaal verschillend<br />

zijn van <strong>de</strong> traditionele begraafplaatsen of necropolen. Wat <strong>de</strong>ze sites speciaal<br />

maakt, is dat ze structuren omvatten met een groot aantal <strong>in</strong>dividuen die op hetzelf<strong>de</strong><br />

moment zijn begraven. Deze do<strong>de</strong>n, die geen natuurlijke dood kunnen gestorven zijn,<br />

verra<strong>de</strong>n dus een ‘abnormale’ sterfte, een bijzon<strong>de</strong>re gebeurtenis die we met behulp van<br />

specifieke analyse-<strong>in</strong>strumenten kunnen <strong>in</strong>terpreteren. Een eerste <strong>in</strong>strument is louter<br />

archeologisch en moet aantonen dat het om echt gelijktijdige <strong>in</strong>humaties gaat. An<strong>de</strong>re<br />

<strong>in</strong>strumenten on<strong>de</strong>rzoeken dan weer <strong>de</strong> biologische kenmerken van <strong>de</strong> begravenen: kan<br />

men op <strong>de</strong> botten specifieke letsels i<strong>de</strong>ntificeren die <strong>de</strong> aard van een mortaliteitscrisis<br />

typeren? Wat is <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g volgens leeftijd en geslacht van <strong>de</strong> begravenen en wat<br />

leert dit ons over <strong>de</strong> crisis die een bepaal<strong>de</strong> populatie heeft getroffen?<br />

Het is niet altijd makkelijk gelijktijdige <strong>in</strong>humaties of massagraven – <strong>de</strong> opstapel<strong>in</strong>g<br />

van lijken op eenzelf<strong>de</strong> plaats b<strong>in</strong>nen een heel kort tijdsbestek – te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van collectieve<br />

graven waarbij <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd gespreid zijn en dus uit een ‘gewone’ sterfte<br />

voortvloeien. Voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van een echte mortaliteitscrisis moeten <strong>de</strong><br />

gewrichtsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> botstukken <strong>in</strong> <strong>de</strong> graven wor<strong>de</strong>n geanalyseerd. Lijken<br />

die gelijktijdig wor<strong>de</strong>n begraven, ontb<strong>in</strong><strong>de</strong>n immers ook gelijktijdig, en <strong>de</strong> anatomische<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen blijven doorgaans <strong>in</strong>tact. Dat is niet het geval voor <strong>in</strong>humaties die <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd<br />

gespreid zijn: wanneer een nieuw lijk wordt toegevoegd, dan wordt <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g verstoord<br />

van <strong>de</strong> aanwezige <strong>in</strong>dividuen die on<strong>de</strong>rtussen al tot skeletten herleid zijn.<br />

Zodra <strong>de</strong> hypothese van een mortaliteitscrisis door <strong>de</strong> archeologische gegevens is<br />

gestaafd, kunnen biologische analyses <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> sterfgevallen proberen te bepalen.<br />

In een eerste fase moet <strong>de</strong> aan- of afwezigheid van specifieke ziekten op <strong>de</strong> skeletten<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht om een gewelddadige dood uit te sluiten. Zo kan het on<strong>de</strong>rzoek met-<br />

31 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />

een wor<strong>de</strong>n toegespitst op een zich vlug versprei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie, waarbij <strong>de</strong> snelle uitwerk<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectiekiemen <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van botletsels verh<strong>in</strong><strong>de</strong>rt. Nadien proberen<br />

on<strong>de</strong>rzoekers een eventuele groep <strong>in</strong> termen van leeftijd of geslacht te i<strong>de</strong>ntificeren,<br />

want mortaliteitscrisissen treffen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> leeftijdsgroepen b<strong>in</strong>nen een<br />

populatie niet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier. Via een vergelijk<strong>in</strong>g met een natuurlijke populatie<br />

kan <strong>de</strong> <strong>de</strong>tectie van <strong>de</strong>mografische afwijk<strong>in</strong>gen een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicator van <strong>de</strong> sterfteoorzaken<br />

zijn. Op basis van zo betrouwbaar mogelijke <strong>in</strong>dividuele schatt<strong>in</strong>gen van leeftijd en<br />

geslacht kan men het sterfteprofiel van <strong>de</strong> begraven populatie vaststellen. Volgens <strong>de</strong><br />

klassieke theoretische mortaliteitstabellen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele leeftij<strong>de</strong>n bij overlij<strong>de</strong>n<br />

opge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> vijfjarige klassen (behalve <strong>de</strong> eerste twee klassen van respectievelijk<br />

1 jaar en 4 jaar) en <strong>in</strong> verstreken leeftij<strong>de</strong>n. Dan wordt voor elke leeftijdsklasse een sterftequotiënt<br />

berekend en wordt het profiel van <strong>de</strong> quotiënten vergeleken met <strong>de</strong> verwachte<br />

distributies <strong>in</strong> geval van een natuurlijke <strong>de</strong>mografie, om zo eventuele bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> archeologische monsters aan het licht te brengen.<br />

Al enkele jaren is <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>air on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> gang dat <strong>de</strong> archeologische,<br />

tekstuele, <strong>de</strong>mografische en epi<strong>de</strong>miologische aanpak met elkaar <strong>in</strong> verband brengt. Dit<br />

heeft al <strong>de</strong> eerste antwoor<strong>de</strong>n opgeleverd op vraag hoe verschillen<strong>de</strong> menselijke samenlev<strong>in</strong>gen<br />

zich <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n aa epi<strong>de</strong>mieën hebben aangepast.<br />

AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

Van het conjuncturele tot <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> grote<br />

historische pestepi<strong>de</strong>mieën<br />

argumenten voor mortaliteitscrisissen per epi<strong>de</strong>mie<br />

DOMINIQUE CASTEX 32<br />

Voor zover bekend dateert <strong>de</strong> allereerste i<strong>de</strong>ntificatie van een epi<strong>de</strong>mische mortaliteitscrisis<br />

<strong>in</strong> een funeraire context van het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren 1990, met <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

studie van <strong>de</strong> site van Sa<strong>in</strong>t-Pierre <strong>in</strong> Dreux (Eure-et-Loir, Frankrijk, veertien<strong>de</strong> eeuw;<br />

afb. 3). Wat <strong>de</strong>ze site uniek maakt, is haar bijzon<strong>de</strong>r ongewone problematiek en <strong>de</strong><br />

mogelijkheid om voor het eerst een zowel archeologisch als antropologisch oorspronkelijke<br />

context te on<strong>de</strong>rzoeken. De aanwezigheid van verschei<strong>de</strong>ne massagraven en het<br />

feit dat ze uit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd stam<strong>de</strong>n, wezen weliswaar op een mortaliteitscrisis, maar<br />

welke observaties kon<strong>de</strong>n dat bevestigen? Met welke antropologische <strong>in</strong>strumenten<br />

kon<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoekers <strong>de</strong>ze crisis <strong>in</strong>terpreteren? De eerste antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze vragen<br />

kwamen later opnieuw aan bod bij <strong>de</strong> confrontatie van <strong>de</strong>ze gegevens met die over <strong>de</strong><br />

site van Clos <strong>de</strong>s Cor<strong>de</strong>liers <strong>in</strong> Sens (Yonne, Frankrijk, vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) (afb. 4).<br />

De archeologische en stratigrafische gegevens maakten het mogelijk voor <strong>de</strong>ze twee<br />

grafensembles <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van een groep aan een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van plotsel<strong>in</strong>ge sterfte te<br />

<strong>in</strong>terpreteren. De manier waarop <strong>de</strong> lichamen waren begraven, verraad<strong>de</strong> echter <strong>in</strong> bei<strong>de</strong><br />

gevallen een betrekkelijk goed georganiseerd beheer. Bovenop <strong>de</strong> specifieke eigenschappen<br />

van <strong>de</strong> graven was ook <strong>de</strong> populatie heel typisch <strong>in</strong> termen van leeftijd, met<br />

een volledige afwezigheid van pasgeborenen, een heel laag aantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren tussen 1 en 4<br />

jaar, een toenemen<strong>de</strong> sterfte van 5 tot 19 jaar, en een heel grote sterfte <strong>in</strong> <strong>de</strong> groep van<br />

jongvolwassenen (afb. 5). De afwezigheid van dui<strong>de</strong>lijke littekens op <strong>de</strong> skeletten sloot<br />

een gewelddadige dood uit en staaf<strong>de</strong> <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> hypothese van een epi<strong>de</strong>mie,<br />

hoewel we <strong>de</strong> exacte aard ervan niet kon<strong>de</strong>n bepalen bij gebrek aan nauwkeurige archiefsporen.<br />

33 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />

Nieuwe archeologische en geschreven bronnen<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek sloeg nieuwe wegen <strong>in</strong> na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van het grafensemble van<br />

Fédons <strong>in</strong> Lambesc (Bouches-du-Rhône, Frankrijk, zestien<strong>de</strong> eeuw), een site waarvan<br />

<strong>de</strong> grote orig<strong>in</strong>aliteit niet alleen school <strong>in</strong> het feit dat men ze heel grondig kon on<strong>de</strong>rzoeken,<br />

maar ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschikbaarheid van archiefdocumenten die bevestigen dat <strong>de</strong>ze<br />

begraafplaats verbon<strong>de</strong>n was aan een pesthuis. Uit <strong>de</strong> archeologische feiten bleek een<br />

georganiseerd en bere<strong>de</strong>neerd do<strong>de</strong>nbeheer, waarbij verschei<strong>de</strong>ne <strong>in</strong>dividuele graven<br />

wer<strong>de</strong>n afgewisseld met dubbele en drievoudige graven en één viervoudig graf, comb<strong>in</strong>aties<br />

die een echte ‘crisisbegraafplaats’ doen vermoe<strong>de</strong>n (afb. 6). De ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

leeftij<strong>de</strong>n bij overlij<strong>de</strong>n vertoont opvallen<strong>de</strong> verteken<strong>in</strong>gen vergeleken met een natuurlijke<br />

<strong>de</strong>mografie: een uitgesproken on<strong>de</strong>rvertegenwoordig<strong>in</strong>g van heel jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,<br />

lage quotiënten voor <strong>de</strong> leeftijdsgroep van 1-4 jaar, een dui<strong>de</strong>lijke oversterfte <strong>in</strong> <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong><br />

onvolwassen leeftijdsgroepen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste klassen van volwassenen (afb.<br />

5). Om te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong>rgelijke bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n typisch voor een pestepi<strong>de</strong>mie kon<strong>de</strong>n<br />

zijn, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze gegevens vergeleken met die afkomstig uit historisch-<strong>de</strong>mografische<br />

studies <strong>in</strong> perio<strong>de</strong>n van pest. Daaruit bleek niet alleen dat <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterftequotiënten<br />

per leeftijdsgroep tij<strong>de</strong>ns een pestepi<strong>de</strong>mie volledig scheefgetrokken was<br />

ten opzichte van die van een normale sterfte, maar ook dat <strong>de</strong> pest een an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>mografische<br />

impact had dan epi<strong>de</strong>mieën zoals cholera. In feite kon het sterfteprofiel ten tij<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> pest dus <strong>in</strong> grote mate wor<strong>de</strong>n vergeleken met dat van een leven<strong>de</strong> populatie, wat<br />

wijst op het niet-selectieve karakter, althans <strong>in</strong> termen van leeftijd, van <strong>de</strong> slachtoffers<br />

van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis-bacterie.<br />

De resultaten over <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> pest riepen onvermij<strong>de</strong>lijk vragen<br />

op over <strong>de</strong> skeletverzamel<strong>in</strong>gen van Sa<strong>in</strong>t-Pierre <strong>in</strong> Dreux en Clos <strong>de</strong>s Cor<strong>de</strong>liers <strong>in</strong><br />

Sens, ou<strong>de</strong>re grafensembles waarvoor <strong>de</strong> hypothese van een epi<strong>de</strong>mische mortaliteitscrisis<br />

was geopperd. De vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sterftequotiënten voor Dreux, Sens en Fédons<br />

bracht eigenaardige overeenkomsten aan het licht (afb. 4): <strong>de</strong> anomalieën vastgesteld tussen<br />

een sterfte als gevolg van <strong>de</strong> pest en een natuurlijke sterfte waren groten<strong>de</strong>els i<strong>de</strong>ntiek<br />

aan die welke waren geï<strong>de</strong>ntificeerd tussen <strong>de</strong> twee ou<strong>de</strong> verzamel<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> theoretische<br />

gegevens – een niet te verwaarlozen argument ten gunste van een pestdiagnose.<br />

AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

Bijdrage van <strong>de</strong> moleculaire biologie en eerste pestdiagnoses<br />

DOMINIQUE CASTEX 34<br />

De eerste orig<strong>in</strong>ele studies <strong>in</strong> <strong>de</strong> moleculaire biologie g<strong>in</strong>gen aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren<br />

1990 van start. Al snel trokken ze <strong>de</strong> aandacht van antropologen en archeologen, want ze<br />

maakten het mogelijk diverse vroegere bacteriële ziekten zoals tuberculose en lepra te<br />

i<strong>de</strong>ntificeren. De eerste on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen gericht op <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestisbacterie,<br />

<strong>de</strong> verwekker van <strong>de</strong> pest, begonnen na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> begraafplaats van<br />

Fédons <strong>in</strong> Lambesc en van het massagraf van L’Observance <strong>in</strong> Marseille. Voor <strong>de</strong>ze<br />

twee sites brachten residu’s van tandpulpa ou<strong>de</strong> dna-sequenties van <strong>de</strong> pestbacterie aan<br />

het licht. Diezelf<strong>de</strong> technieken wer<strong>de</strong>n nadien toegepast voor <strong>de</strong> pestdiagnose op menselijke<br />

resten die afkomstig waren van <strong>de</strong> begraafplaats van Sa<strong>in</strong>t-Côme et Damien <strong>in</strong><br />

Montpellier en die <strong>in</strong> <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw gedateerd zijn, dus toen <strong>de</strong> zwarte pest woed<strong>de</strong>.<br />

Met <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van Yers<strong>in</strong>ia pestis als verantwoor<strong>de</strong>lijke voor <strong>de</strong> slachtoffers van<br />

<strong>de</strong> zwarte pest <strong>in</strong> Montpellier, kwam een e<strong>in</strong><strong>de</strong> aan <strong>de</strong> controverse rond <strong>de</strong> etiologie van<br />

<strong>de</strong>ze epi<strong>de</strong>mie, waarvoor an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers <strong>de</strong> schuld had<strong>de</strong>n gekregen.<br />

Daarenboven had alleen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> pestpan<strong>de</strong>mie, die aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong><br />

eeuw <strong>in</strong> Zuidoost-Azië uitbrak, een onbetwiste bacteriële oorsprong die dui<strong>de</strong>lijk werd<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd door Yers<strong>in</strong> <strong>in</strong> 1894. In comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> vorige resultaten werd dus<br />

bevestigd dat <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> pan<strong>de</strong>mie en haar opflakker<strong>in</strong>gen, zoals <strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie van<br />

Marseille <strong>in</strong> 1720 en die van Fédons <strong>in</strong> 1590, door Yers<strong>in</strong>ia pestis veroorzaakt was.<br />

Er bleven echter vraagtekens bestaan rond <strong>de</strong> eerste pan<strong>de</strong>mie, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Pest<br />

van Just<strong>in</strong>ianus, die vanaf <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw tij<strong>de</strong>ns het bew<strong>in</strong>d van keizer Just<strong>in</strong>ianus<br />

begon. Was <strong>de</strong> bacterie die voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie was geï<strong>de</strong>ntificeerd, ook<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor die beruchte pest van Just<strong>in</strong>ianus? Was die echt veroorzaakt<br />

door een van <strong>de</strong> drie varianten van <strong>de</strong> soort Yers<strong>in</strong>ia pestis, <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis Antiqua,<br />

waarvan algemeen werd aangenomen dat ze voor <strong>de</strong> eerste pan<strong>de</strong>mie verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

35 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />

quotients <strong>de</strong> mortalité en ‰<br />

1000<br />

quotients <strong>de</strong> mortalité en ‰<br />

900<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

0 1-4 5-9 10-14 15-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80 et +<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

e°o = 30 ans<br />

Peste (Londres, 1603)<br />

Peste (Genève,1630)<br />

Choléra (Paris, 1832)<br />

Le<strong>de</strong>rmann e°(0) = 30<br />

q ± 2SE<br />

Les Fédons<br />

Sens (Les Cor<strong>de</strong>liers)<br />

Dreux (St-Pierre)<br />

classes d'âge<br />

0 1-4 5-9 10-14 15-19 20-29<br />

Classes d'âge<br />

was? Nieuw on<strong>de</strong>rzoek werd aangevat op <strong>de</strong> osteologische reeksen van Dreux en Sens,<br />

die respectievelijk veertien<strong>de</strong> eeuw en vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw gedateerd waren en waarvoor<br />

<strong>de</strong> hypothese van een pestepi<strong>de</strong>mie was aangenomen. Dit nieuwe on<strong>de</strong>rzoek bevestig<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> aanwezigheid van <strong>de</strong> Yers<strong>in</strong>ia pestis-bacterie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze twee skeletcollecties van<br />

Dreux voor <strong>de</strong> zwarte pest – wat tegelijkertijd <strong>de</strong> resultaten voor <strong>de</strong> site van Montpellier<br />

bevestig<strong>de</strong> – en Sens voor <strong>de</strong> pest van Just<strong>in</strong>ianus. Zo werd voor het eerst <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

van <strong>de</strong> pestbacterie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw aan het licht gebracht.<br />

Dit doorslaggeven<strong>de</strong> resultaat werd aangevuld met een an<strong>de</strong>re cruciale ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g,<br />

want voor <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen was een nieuwe metho<strong>de</strong> ontwikkeld om <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong><br />

stammen van <strong>de</strong> pest – Antiqua, Mediaevalis en Orientalis – te typeren. Vergelijk<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> sequenties verkregen op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> monsters leer<strong>de</strong>n dat, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />

tot <strong>de</strong> rol toegeschreven aan <strong>de</strong> drie varianten van Yers<strong>in</strong>ia pestis, uitsluitend <strong>de</strong><br />

Orientalis-stam <strong>de</strong> drie grote pan<strong>de</strong>mieën had veroorzaakt. Deze resultaten zijn bijzon<strong>de</strong>r<br />

belangrijk nu <strong>de</strong> pest op diverse plaatsen ter wereld opnieuw opduikt en omdat <strong>de</strong>ze<br />

bacterie eenmaal <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van terroristen een ernstige bedreig<strong>in</strong>g kan vormen. De<br />

nieuwe procedés die <strong>de</strong> moleculaire biologie op <strong>de</strong> pest heeft uitgetest, zijn niet alleen<br />

van fundamenteel belang, ze lijken ook ruimer te kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast op an<strong>de</strong>re<br />

bacteriën die zich moeilijk laten i<strong>de</strong>ntificeren.<br />

Een eerste bemoedigen<strong>de</strong> balans<br />

We kunnen nu al enkele belangrijke resultaten vermel<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van<br />

funeraire han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> context van een mortaliteitscrisis. B<strong>in</strong>nen eenzelf<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische<br />

context van het pesttype heeft <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> terre<strong>in</strong>gegevens aangetoond dat<br />

<strong>de</strong> graven archeologisch i<strong>de</strong>ntificeerbaar waren, dat alle tussenstadia kon<strong>de</strong>n bestaan


CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

DOMINIQUE CASTEX 36<br />

tussen begraafplaatsen met <strong>in</strong>dividuele graven die heel dicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd bij elkaar lagen en<br />

massagraven met talrijke <strong>in</strong>dividuen, en dat <strong>de</strong> slachtoffers van een epi<strong>de</strong>mie niet noodzakelijk<br />

uit <strong>de</strong> parochiale begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n geweerd. Daarnaast bleek uit <strong>de</strong><br />

archeologische waarnem<strong>in</strong>gen ook dat het do<strong>de</strong>nbeheer meestal betrekkelijk goed was<br />

georganiseerd, zoals blijkt uit <strong>de</strong> vaak strenge organisatie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties, zeker wat<br />

betreft <strong>de</strong> schikk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> onvolwassen <strong>in</strong>dividuen ten opzichte van <strong>de</strong> volwassenen.<br />

Deze gegevens liggen dus ten grondslag aan <strong>in</strong>zichten die dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>druisen tegen<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën die voor <strong>de</strong>rgelijke contexten algemeen wor<strong>de</strong>n aangenomen. We zijn on<strong>de</strong>rtussen<br />

afgestapt van <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> slachtoffers van epi<strong>de</strong>mieën systematisch uit <strong>de</strong><br />

parochiale begraafplaatsen wer<strong>de</strong>n geweerd en van het klassieke beeld van massagraven<br />

met ongeor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>humaties van groot aantal lijken (het enige, voor zover bekend, is<br />

het knekelhuis dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk L’Observance <strong>in</strong> Marseille is ont<strong>de</strong>kt en dat verband houdt<br />

met <strong>de</strong> pestepi<strong>de</strong>mie van 1720-1722).<br />

Maar veel vragen blijven onbeantwoord: beantwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> variaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> begraven<br />

aan crisissen met een verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>tensiteit (beg<strong>in</strong> of e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie, hoogtepunt<br />

van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mie) of betreft het bewuste of onbewuste keuzen van <strong>in</strong>dividuen die<br />

i<strong>de</strong>ntieke gebeurtenissen hebben overleefd (regionale bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n, <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong><br />

Kerk)? Kan <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> crisis (oorzaken, besmett<strong>in</strong>g) <strong>de</strong> organisatie van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>humatie beïnvloe<strong>de</strong>n (behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lijken en goed georganiseer<strong>de</strong> bijzett<strong>in</strong>gen; of<br />

lijken die onbehan<strong>de</strong>ld en door elkaar <strong>in</strong> het graf wer<strong>de</strong>n gegooid en ongeorganiseer<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>humatie)? Welke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g is aan <strong>de</strong>ze plaatsen verbon<strong>de</strong>n? Ook het systematische<br />

ontbreken van archeologische bijgiften dient on<strong>de</strong>rzocht te wor<strong>de</strong>n: is dit normaal voor<br />

<strong>de</strong> betrokken perio<strong>de</strong>? Kan dit wijzen op <strong>de</strong> aanwezigheid van do<strong>de</strong>n uit hospitalen? Of<br />

betreft het gewoon <strong>de</strong> wens om geen (sociaal) on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen <strong>in</strong>dividuen<br />

die een gemeenschappelijke dood stierven?<br />

In <strong>de</strong> paleobiologie blijken <strong>de</strong> parameters leeftijd en geslacht van skeletverzamel<strong>in</strong>gen<br />

niet zozeer te wor<strong>de</strong>n beschouwd als <strong>in</strong>strumenten die <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische<br />

structuur van ou<strong>de</strong> populaties, dan wel als <strong>in</strong>dicatoren van kenmerken waarvan <strong>de</strong><br />

analyse noodzakelijk is om te achterhalen hoe <strong>de</strong> sites <strong>in</strong> elkaar steken. In het specifieke<br />

geval van <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen lijkt het bijgevolg mogelijk, als men op zoek is naar<br />

<strong>de</strong>mografische afwijk<strong>in</strong>gen, een globaal mo<strong>de</strong>l te ontwikkelen dat typisch is voor <strong>de</strong> pest.<br />

De moleculaire paleobiochemie lijkt een veelbelovend toepass<strong>in</strong>gsgebied voor <strong>in</strong>fectieziekten<br />

te zijn, aangezien ze het mogelijk maakt <strong>de</strong> eventuele ziekteverwekkers te<br />

i<strong>de</strong>ntificeren die <strong>de</strong> do<strong>de</strong>lijke slachtoffers hebben gemaakt. De archeologie en <strong>de</strong> antropologie<br />

hebben dus bijgedragen tot <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van <strong>de</strong> pestbacterie en tot <strong>de</strong> kennis<br />

van haar evolutie (pest van Just<strong>in</strong>ianus en zwarte pest). Deze on<strong>de</strong>rzoeksresultaten moeten<br />

nu wor<strong>de</strong>n getoetst en aangevuld, en wellicht kunnen ook an<strong>de</strong>re epi<strong>de</strong>mieën wor<strong>de</strong>n<br />

opgespoord waarvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> algemene sterfte moeilijk te achterhalen is.<br />

Toekomstperspectieven<br />

Momenteel zijn <strong>de</strong> belangrijkste resultaten geboekt op het gebied van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie<br />

van <strong>de</strong> pest en haar evolutie. Toch moeten an<strong>de</strong>re soortgelijke studies wor<strong>de</strong>n uitgevoerd,<br />

niet alleen om <strong>de</strong> pestdiagnose voor ou<strong>de</strong>re archeologische verzamel<strong>in</strong>gen te<br />

kunnen bevestigen of ontkennen, maar ook om an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers te diagnosticeren.<br />

Elk tijdperk, elk cont<strong>in</strong>ent heeft typische epi<strong>de</strong>miologische kenmerken, en <strong>de</strong><br />

gevolgen van een crisis, van welke aard ook, zijn specifiek voor een bepaal<strong>de</strong> plaats<br />

37 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK


CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

DOMINIQUE CASTEX 38<br />

en/of perio<strong>de</strong>. De nieuwe studies moeten dus zo ruim mogelijk opgevat wor<strong>de</strong>n, zowel<br />

chronologisch als geografisch.<br />

Verschei<strong>de</strong>ne grafensembles zien er heel veelbelovend uit, niet alleen voor <strong>de</strong> pest<br />

maar ook voor an<strong>de</strong>re soorten epi<strong>de</strong>mieën. Hoewel <strong>de</strong>ze ensembles niet allemaal mid<strong>de</strong>leeuws<br />

zijn, zijn ze toch <strong>in</strong>teressant, want het on<strong>de</strong>rzoek van grafsites uit perio<strong>de</strong>n die<br />

over eventuele historische bronnen beschikken, is fundamenteel voor <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van<br />

analysetechnieken en -<strong>in</strong>strumenten waarmee dan vroegere perio<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

bestu<strong>de</strong>erd.<br />

Zijn alle pestepi<strong>de</strong>mieën uit het verle<strong>de</strong>n aan Yers<strong>in</strong>ia pestis te wijten?<br />

Twee sites die on<strong>de</strong>rtussen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht, kunnen nieuwe elementen aanreiken<br />

<strong>in</strong>zake <strong>de</strong> zware mortaliteitscrisissen als gevolg van <strong>de</strong> pest: S<strong>in</strong>t-Benedictus van Praag<br />

(Tsjechië, e<strong>in</strong>d zeventien<strong>de</strong> eeuw) en Venosa (Lucania, Zuid-Italië, achtste-tien<strong>de</strong><br />

eeuw). Op <strong>de</strong>ze twee sites heeft <strong>de</strong> op<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> begravenen volgens leeftijd en<br />

geslacht een aantal kwantitatieve en kwalitatieve bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n aan het licht gebracht.<br />

Deze nieuwe gegevens doen historische hypothesen wankelen die misschien iets te<br />

makkelijk wer<strong>de</strong>n aangenomen <strong>in</strong> een pestcontext, aangezien niet alle ‘pesten’ uit het<br />

verle<strong>de</strong>n noodzakelijk veroorzaakt zijn door Yers<strong>in</strong>ia pestis. Voorts wijzen ze ook op<br />

menselijke gedrag<strong>in</strong>gen die an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>mografische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen mogelijk maken dan<br />

die van <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische impact. Voor een correcte <strong>in</strong>terpretatie is het dus noodzakelijk<br />

complementair on<strong>de</strong>rzoek te verrichten (het herbekijken van <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> dater<strong>in</strong>gen,<br />

het grondiger uitdiepen van <strong>de</strong> historische bronnen, on<strong>de</strong>rzoek verrichten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

moleculaire paleobiochemie).<br />

An<strong>de</strong>re archeologische sites die aan <strong>de</strong> pest wor<strong>de</strong>n toegeschreven, zijn nog niet<br />

eens gepubliceerd: Gerasa (Jordanië, zeven<strong>de</strong> eeuw) en Palma <strong>de</strong> Mallorca (Spanje,<br />

veertien<strong>de</strong> eeuw). De pest van Just<strong>in</strong>ianus kan ook wor<strong>de</strong>n gesuggereerd voor <strong>de</strong> necropool<br />

van het ou<strong>de</strong> bisdom Poitiers (Frankrijk, vijf<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw), en dit kan een uitstekend<br />

ka<strong>de</strong>r bie<strong>de</strong>n voor een discussie over het beheer van <strong>de</strong>ze begraafplaats: gaat het<br />

om een vroege necropool <strong>in</strong>tra muros of werd een verlaten wijk van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad<br />

gebruikt, misschien <strong>in</strong> het licht van het epi<strong>de</strong>mische statuut van <strong>de</strong> slachtoffers? An<strong>de</strong>re<br />

ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen van het Franse Institut National <strong>de</strong> Recherches Archéologiques Préventives<br />

zijn eveneens beschikbaar voor vergelijk<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeld <strong>de</strong> site van Troyes,<br />

Aube, <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-achttien<strong>de</strong> eeuw).<br />

Hypothesen voor an<strong>de</strong>re crisissen van epi<strong>de</strong>mische aard<br />

zoals masselen en pokken<br />

Twee grafensembles kunnen op het bestaan van an<strong>de</strong>re ziekteverwekkers dan die van<br />

<strong>de</strong> pest wijzen. De site van Issoudun (Indre, zeventien<strong>de</strong>-achttien<strong>de</strong> eeuw) omvat veertien<br />

massagraven met <strong>de</strong>rtien tot tweeëntw<strong>in</strong>tig <strong>in</strong>dividuen die gelijktijdig waren begraven,<br />

volwassenen van bei<strong>de</strong> geslachten en jongeren, van wie een aanzienlijk aantal<br />

ou<strong>de</strong>r dan één jaar. Dankzij archiefdocumenten kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen zich toespitsen<br />

op <strong>de</strong> crisis van 1709, die verhoud<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> leeftijdsgroepen oplever<strong>de</strong> die het<br />

dichtst aansluiten bij die van het archeologische monster uit <strong>de</strong> massagraven. Hoewel <strong>de</strong><br />

ziekteverwekker nog niet dui<strong>de</strong>lijk is geï<strong>de</strong>ntificeerd, hield <strong>de</strong> crisis hoogstwaarschijnlijk<br />

verband met een mazelenepi<strong>de</strong>mie gecomb<strong>in</strong>eerd met hongersnood, zoals overigens<br />

blijkt uit <strong>de</strong> zware impact van <strong>de</strong> groeidruk die op <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren werd<br />

39 EPIDEMIEËN ALS DOODSOORZAAK<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd. Wat <strong>de</strong> site van Boulogne-sur-Mer (Pas-<strong>de</strong>-Calais, achttien<strong>de</strong> eeuw)<br />

betreft, blijkt uit het specifieke sterfteprofiel van <strong>de</strong> begravenen, gekoppeld aan diverse<br />

historische, medische en <strong>de</strong>mografische bronnen, dat <strong>de</strong> pokken een <strong>in</strong>teressant on<strong>de</strong>rzoeksspoor<br />

zou<strong>de</strong>n kunnen zijn, zon<strong>de</strong>r daarom an<strong>de</strong>re slecht gedocumenteer<strong>de</strong> ziekten<br />

uit te sluiten die nochtans herhaal<strong>de</strong>lijk optra<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> (griep,<br />

zweetkoorts, moeraskoorts).<br />

In een context van cholera kan het huidige on<strong>de</strong>rzoek op <strong>de</strong> begraafplaats van Reims<br />

(Marne, achttien<strong>de</strong> eeuw-beg<strong>in</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw) totaal nieuwe gegevens opleveren.<br />

En tot slot stellen <strong>de</strong> eerste resultaten van het archeologische on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong> catacombe<br />

van <strong>de</strong> heiligen Petrus en Marcell<strong>in</strong>us <strong>in</strong> Rome ons nu al <strong>in</strong> staat te veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> eerste eeuw een omvangrijke sterftecrisis heerste, die hoogstwaarschijnlijk<br />

van epi<strong>de</strong>mische oorsprong was (pest, tyfus, dysenterie of mazelen).<br />

Besluit<br />

Het is nu algemeen aanvaard dat diverse metho<strong>de</strong>n, die zijn gebaseerd op <strong>de</strong> gelijktijdige<br />

studie van gegevens afkomstig van <strong>de</strong> archeologie en <strong>de</strong> antropologie, het gebrek aan historische<br />

bronnen kunnen compenseren of die bronnen <strong>in</strong> sommige gevallen zelfs kunnen<br />

her<strong>in</strong>terpreteren. Een nieuwe kijk op <strong>de</strong> archeologische feiten, een systematische toepass<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> fundamentele biologische criteria zoals leeftijd en geslacht om eventuele<br />

afwijk<strong>in</strong>gen vast te stellen, en het gebruik van nieuwe metho<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> moleculaire paleobiochemie<br />

zijn nieuwe analyse-<strong>in</strong>strumenten die bijzon<strong>de</strong>r nuttig kunnen zijn voor een<br />

beter begrip van <strong>de</strong> mortaliteitscrisissen als gevolg van epi<strong>de</strong>mieën uit het verle<strong>de</strong>n.<br />

De voorbije jaren is dit on<strong>de</strong>rzoeksterre<strong>in</strong> verrijkt met tal van nieuwe <strong>in</strong>zichten en<br />

<strong>in</strong>terpretaties. Om dit thema ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen, zijn twee complementaire bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

nodig. Enerzijds een betere samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> historici – want sommige<br />

archiefgegevens kunnen waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>formatiebronnen bevatten – en met <strong>de</strong> sociologen<br />

van <strong>de</strong> dood, om <strong>de</strong> archeologische en historische feiten met een an<strong>de</strong>re, concretere<br />

blik te bekijken. An<strong>de</strong>rzijds moeten <strong>de</strong> analyses van historisch <strong>de</strong>mografisch on<strong>de</strong>rzoek<br />

wor<strong>de</strong>n opgedreven om een preciezer beeld te krijgen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van diverse soorten<br />

van crisissen en om verschillen<strong>de</strong> soorten profielen voor te stellen die <strong>de</strong> op<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

naar leeftijd en geslacht en hun eventuele anomalieën kunnen <strong>in</strong>terpreteren.<br />

Tot slot moet <strong>de</strong> analyse van skeletmonsters, afkomstig van epi<strong>de</strong>mieën, gebaseerd<br />

zijn op een zo ruim mogelijke waaier van sites, zowel chronologisch als geografisch,<br />

zodat niet één maar verschillen<strong>de</strong> ‘mo<strong>de</strong>llen’ voor mortaliteitscrisissen kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

uitgewerkt. Het is eveneens belangrijk prospectieon<strong>de</strong>rzoek en proefbor<strong>in</strong>gen te verrichten<br />

– voor zover dit gerechtvaardigd is (archiefbronnen, mogelijke toegang tot <strong>in</strong>tacte<br />

rurale gebie<strong>de</strong>n enzovoort) – om eventuele sites die met mortaliteitscrisissen verband<br />

hou<strong>de</strong>n te kunnen lokaliseren.<br />

Bibliografie<br />

Biraben 1975. Bizot, Castex, Reynaud & Signoli 2005. Blanchard & Castex 2007, p. 989-998. Bour<strong>de</strong>lais 1997,<br />

pp. 9-26. Bour<strong>de</strong>lais 2003. Castex & Cartron 2007. Duday 2009. Le<strong>de</strong>rmann 1969. Raoult & Drancourt 2008.<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

CAT 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


41<br />

De Canon Medic<strong>in</strong>ae (Canon van <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>) van <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>-eeuwse<br />

Perzische arts Avicenna was tot circa 1700 het meest gebruikte<br />

medische handboek aan <strong>de</strong> Europese universiteiten. De taak van <strong>de</strong><br />

arts wordt er als volgt omschreven: ‘De geneeskun<strong>de</strong> is <strong>de</strong> wetenschap<br />

waardoor <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van het menselijk lichaam bekend wordt, en<br />

<strong>in</strong>dien noodzakelijk verwij<strong>de</strong>rt en herstelt zij om <strong>de</strong> gezondheid te handhaven en om, als<br />

die afwezig is, het lichaam te genezen.’ Hieruit blijkt al dat artsen ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

hun uiterste best <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezondheid van patiënten te behou<strong>de</strong>n. Toch wor<strong>de</strong>n zij<br />

vandaag doorgaans geassocieerd met dood en ver<strong>de</strong>rf. Het beeld bestaat dat zij <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n<br />

van pest en an<strong>de</strong>re epi<strong>de</strong>mieën snel <strong>de</strong> stad uitvluchtten of maar raak knoei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong><br />

dood erop volg<strong>de</strong>. Historisch is het we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>teressant op zo’n manier naar het verle<strong>de</strong>n<br />

te kijken. Wie criteria van vandaag toepast op <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> van die tijd stuit <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad<br />

op gebrek, onkun<strong>de</strong> en mislukk<strong>in</strong>g – <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong> bood we<strong>in</strong>ig<br />

bescherm<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong> meeste factoren die toen ziekte en dood veroorzaakten. Maar<br />

beleef<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwers en hun artsen dat ook zelf zo? Mid<strong>de</strong>leeuwers had<strong>de</strong>n<br />

allerlei strategieën om zich beter te doen voelen en pasten die volop en vaak tot tevre<strong>de</strong>nheid<br />

toe. Hun han<strong>de</strong>len varieer<strong>de</strong> van een bezoek aan een chirurgijn of gestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> arts<br />

over het kopen van een krui<strong>de</strong>ndrankje op <strong>de</strong> markt tot het bid<strong>de</strong>n tot God of op pelgrimage<br />

gaan naar het beeld of <strong>de</strong> stoffelijke resten van een helen<strong>de</strong> heilige. Interessant aan<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong> zijn vooral <strong>de</strong> voor ons nog goed herkenbare vormen van<br />

medische organisatie, kennis en praktijk. Laten we eens kijken hoe mid<strong>de</strong>leeuwse artsen<br />

dood en sterven <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong>n en hoe ze met <strong>de</strong>ze condition huma<strong>in</strong>e omg<strong>in</strong>gen.<br />

Mid<strong>de</strong>leeuwse artsen volg<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun werken ten aanzien van <strong>de</strong> dood vooral <strong>de</strong> criteria<br />

die <strong>de</strong> Griekse filosoof Aristoteles daarvoor had vastgelegd. Hij maakte het hart tot <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>dicator van leven en dood en stel<strong>de</strong> dat het hart als eerste tot leven kwam <strong>in</strong> een foetus.<br />

Zijn laatste slag zou het teken zijn dat een mensenleven onherroepelijk voorbij was.<br />

De levensgeest, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vaak samenviel met <strong>de</strong> ziel, huis<strong>de</strong> dan ook <strong>in</strong><br />

het hart: bei<strong>de</strong> droegen zorg voor het leven. Uiteraard beseften artsen dat zij <strong>in</strong> veel<br />

gevallen we<strong>in</strong>ig kon<strong>de</strong>n uitrichten. Het was dan beter om direct tegen <strong>de</strong> patiënt te zeggen<br />

dat hij of zij aan een ongeneeslijke ziekte leed, waartegen geen enkel kruid was<br />

Catrien Sant<strong>in</strong>g<br />

dood en leven <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

laatmid<strong>de</strong>leeuwse<br />

geneeskun<strong>de</strong><br />

AFB 129<br />

RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />

EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />

VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />

Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />

Verguld koper, champlevé email<br />

KMKG Brussel<br />

AFB 129<br />

RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />

EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />

VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />

Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />

Verguld koper, champlevé email<br />

KMKG Brussel


CAT<br />

Portret van Arnau <strong>de</strong> Vilanova uit <strong>de</strong> Wereldkroniek van Hartman<br />

Sche<strong>de</strong>l, 1493<br />

gewassen. Daarmee werd tegelijkertijd reputatiescha<strong>de</strong> verme<strong>de</strong>n. Avicenna adviseer<strong>de</strong><br />

zijn lezers <strong>de</strong> ziekten van hun patiënten <strong>in</strong> twee categorieën <strong>in</strong> te <strong>de</strong>len: kwalen die<br />

tekenen vertonen die wijzen op <strong>de</strong> dood; en ziektekenmerken die dui<strong>de</strong>n op overleven.<br />

Daarbij moet wor<strong>de</strong>n aangetekend dat het voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse mens cruciaal was zich<br />

or<strong>de</strong>ntelijk voor te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> dood. <strong>Sterven</strong> zon<strong>de</strong>r bediend te zijn, had eeuwige<br />

gevolgen. Vandaar dat <strong>de</strong> heilige Barbara toentertijd een grote populariteit genoot als<br />

patrones van <strong>de</strong> zalige dood. Zo nodig bewerkstellig<strong>de</strong> zij uitstel van heengaan tot een<br />

priester beschikbaar was. Of zij zorg<strong>de</strong> voor tij<strong>de</strong>lijke herlev<strong>in</strong>g van hen die gestorven<br />

waren zon<strong>de</strong>r te zijn bediend. Nadat <strong>de</strong>ze omissie was goed gemaakt, stierven zij we<strong>de</strong>rom<br />

maar dan wel <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief. In alle medische handboeken staan daarom lijsten van tekenen<br />

die <strong>de</strong> dood aankondigen. De meesten daarvan gaan terug op <strong>de</strong> Canon van<br />

Avicenna. Sommige van die <strong>in</strong>dicaties van een nabij heengaan zijn heel algemeen als<br />

‘slecht uitzien’, ‘raaskallen’, ‘niet zien of horen en verlies van krachten’, ‘slapeloosheid’,<br />

‘gaan lijken op een do<strong>de</strong>’, ‘<strong>de</strong> haren geklit aan <strong>de</strong> slapen’. We v<strong>in</strong><strong>de</strong>n echter ook heel<br />

nauwkeurige <strong>in</strong>dicaties van na<strong>de</strong>rend sterven, zoals ‘<strong>in</strong>dien er een ro<strong>de</strong> of groene kleur<br />

is van <strong>de</strong> nagels met het verschijnen van zwarte vlekken over het hele lichaam’, ‘<strong>in</strong>dien<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>maten koud zijn’, ‘<strong>in</strong>dien op <strong>de</strong> tong een zweer of zwarte aanslag verschijnt’. Ook<br />

toen wensten artsen har<strong>de</strong> feiten voor hun diagnoses, vandaar dat er een aparte categorie<br />

‘Na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> dood aan <strong>de</strong> hand van afgeschei<strong>de</strong>n producten’ werd gehanteerd. De<br />

zogenaam<strong>de</strong> excreta omvatten alle soorten van menselijke uitscheid<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief zweet<br />

en traanvocht, maar het accent lag bij sterfbeddiagnoses toch wel op afwijken<strong>de</strong> ontlast<strong>in</strong>g<br />

en problemen bij <strong>de</strong> productie daarvan. Genoemd wor<strong>de</strong>n ur<strong>in</strong>e, fecaliën en zelfs<br />

flatulentie aangezien ‘voor een keurig persoon het feit dat hij, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn<br />

gewoonte, luidruchtig w<strong>in</strong><strong>de</strong>n laat een slecht teken is’.<br />

<strong>Sterven</strong> en dood hangen <strong>in</strong> <strong>de</strong> West-Europese mid<strong>de</strong>leeuwen onverbrekelijk samen<br />

met het christendom. Dat maakte <strong>de</strong> dood aan <strong>de</strong> ene kant tot iets negatiefs – als Adam<br />

en Eva niet gezondigd had<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het paradijs zou het fenomeen dood immers niet zijn<br />

CATRIEN SANTING 42 43 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />

ontstaan. An<strong>de</strong>rzijds was <strong>de</strong> dood een noodzakelijke stap naar het eeuwige leven. Bij het<br />

laatste oor<strong>de</strong>el zou<strong>de</strong>n alle gestorvenen hun aardse lichaam weer terugkrijgen en hun<br />

leven zon<strong>de</strong>r e<strong>in</strong><strong>de</strong> voortzetten <strong>in</strong> hemel of hel. Ook artsen wer<strong>de</strong>n met dit uitgangspunt<br />

geconfronteerd, wat af te lezen valt aan hun geschriften.<br />

Interessant exponent van <strong>de</strong>rgelijke re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>gen is Arnau <strong>de</strong> Vilanova of Arnaldus<br />

<strong>de</strong> Villa Nova (afb. 1). Deze van oorsprong Catalaanse arts die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re optrad<br />

als lijfarts van paus Bonifatius viii en aan diens dood een traktaatje wijd<strong>de</strong>. In het werk<br />

van De Vilanova is het onmogelijk religie en geneeskun<strong>de</strong> te schei<strong>de</strong>n, ook al zijn sommige<br />

teksten dui<strong>de</strong>lijk voor geleer<strong>de</strong> collega’s geschreven en vallen an<strong>de</strong>ren te kenschetsen<br />

als theologische exegese en religieuze on<strong>de</strong>rwijz<strong>in</strong>g. Nadat hij <strong>in</strong> 1301 Bonifatius<br />

viii van nierstenen had genezen, schreef hij daarover een traktaat Contra calculum<br />

(Tegen <strong>de</strong> steen). Daar<strong>in</strong> stel<strong>de</strong> hij openlijk dat <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke voorzienigheid <strong>de</strong> geneeskunst<br />

had geschapen met het oog op het welzijn van <strong>de</strong> mensheid. Daarmee was zij dus<br />

bedoeld als tegenwicht tegen <strong>de</strong> kwalen die resulteer<strong>de</strong>n uit Adams zon<strong>de</strong>.<br />

Een arts mocht <strong>in</strong> De Vilanova’s ogen dan ook slechts praktiseren <strong>in</strong> volledige overeenstemm<strong>in</strong>g<br />

met Gods wil. Met Avicenna als on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, wees hij uitdrukkelijk op<br />

<strong>de</strong> onontkoombaarheid van het sterven die <strong>in</strong> christelijke ogen noodzakelijk was voor<br />

het eeuwige heil. Geneeskunst, zo stel<strong>de</strong> hij, kon niemand verlossen van <strong>de</strong> dood. Ze<br />

mocht slechts het moment van sterven uitstellen tot het moment dat <strong>de</strong> natuur daarvoor<br />

had vastgesteld. Daarom was het verkeerd te hopen op altijdduren<strong>de</strong> gezondheid.<br />

Artsen moesten ervoor waken gezondheid te beloven, want op die manier negeer<strong>de</strong>n ze<br />

een god<strong>de</strong>lijke functie en schaad<strong>de</strong>n daarmee God. Een lang leven was een kwestie van<br />

god<strong>de</strong>lijke wil en daarvoor kon godvruchtig gedrag hoogstens een verlengen<strong>de</strong> factor<br />

zijn. In dit opzicht was <strong>de</strong> arts volkomen machteloos. God alleen wist hoelang <strong>de</strong> levenskrachten<br />

<strong>in</strong> het menselijk hart het uithiel<strong>de</strong>n. Dat proces kon gereguleerd wor<strong>de</strong>n door<br />

<strong>de</strong> arts, maar niet voorkomen. Aan God alleen was <strong>de</strong> rol van actieve levensbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g<br />

voorbehou<strong>de</strong>n. Hij gold dan ook nogal paradoxaal als <strong>de</strong> eerste oorzaak van alle ziekten,<br />

zowel als <strong>de</strong> stichter van <strong>de</strong> geneeskunst. Zijn zoon Christus had tij<strong>de</strong>ns zijn leven<br />

CAT 129<br />

RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />

EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />

VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />

Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />

Verguld koper, champlevé email<br />

KMKG Brussel


AFB 3<br />

Vleesgewor<strong>de</strong>nkruisnagel uit het hart van Chiara<br />

CATRIEN SANTING 44 45 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />

zieken genezen en zelfs Lazarus uit <strong>de</strong> dood opgewekt. Veel artsen zagen zichzelf daarom<br />

als een directe navolger van <strong>de</strong> Christus medicus, en als directe helpers van God. Zij<br />

bewerkstellig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> feitelijke genez<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> elementen en humores (lichaamssappen)<br />

weer <strong>in</strong> balans te brengen en hou<strong>de</strong>n.<br />

In veel ou<strong>de</strong> medisch-historische overzichten wordt <strong>de</strong> men<strong>in</strong>g verkondigd dat <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwse kerk het openen van lijken verbood en daarmee <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong><br />

medische wetenschap eeuwenlang heeft opgehou<strong>de</strong>n. Deze mythe gaat terug op <strong>de</strong> bul<br />

De <strong>de</strong>testan<strong>de</strong> feritatis van we<strong>de</strong>rom paus Bonifatius viii die <strong>in</strong> 1299 het koken en geheel<br />

uit elkaar halen van menselijke stoffelijke resten verbood. Bij lez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g<br />

blijkt echter dat zij niet zozeer gericht was tegen medisch on<strong>de</strong>rzoek en lijkopen<strong>in</strong>g<br />

als wel tegen <strong>de</strong> gewoonte ver van hun land gestorven vorsten te koken, het vlees van <strong>de</strong><br />

botten te ontdoen en <strong>de</strong> geprepareer<strong>de</strong> <strong>de</strong>len vervolgens <strong>in</strong> tonnen bran<strong>de</strong>wijn naar huis<br />

te vervoeren. Bonifatius beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> een <strong>de</strong>rgelijke omgang met menselijke lichamen<br />

als respectloos. Daarbij had zijn bul waarschijnlijk ook een politieke achtergrond. Deze<br />

paus die <strong>de</strong> wereldhegemonie voor zich opeiste, kon op <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>gen van<br />

Engeland en Frankrijk een hak zetten.<br />

Voor <strong>de</strong> praktijk van lijkopen<strong>in</strong>g heeft het document geen enkel gevolg gehad. Ook<br />

<strong>de</strong> stoffelijk overschotten van pauzen bleef men ontdoen van <strong>de</strong> meest be<strong>de</strong>rfelijke<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len om opbar<strong>in</strong>g mogelijk te maken. Voor kandidaat-heiligen was sectie zelfs een<br />

must. Velen van hen wer<strong>de</strong>n direct na het uitblazen van <strong>de</strong> laatste a<strong>de</strong>m geopend om het<br />

<strong>in</strong>nerlijk te controleren op lichamelijke bewijzen van contact met God. Daarbij staken<br />

chirurgijns en gestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> artsen vaak een helpen<strong>de</strong> hand toe. In het b<strong>in</strong>nenste van<br />

menige heilige, bij voorkeur <strong>in</strong> het hart, von<strong>de</strong>n artsen dan soms <strong>de</strong> meest bijzon<strong>de</strong>re<br />

bewijzen van hun diepe verer<strong>in</strong>g voor Christus. Zo trof <strong>de</strong> dorpschirurgijn van het<br />

Umbrische plaatsje Montefalco <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenste van <strong>de</strong> <strong>in</strong> 1308 overle<strong>de</strong>n abdis Clara<br />

(Chiara <strong>in</strong> het Italiaans; afb. 2) een vleesgewor<strong>de</strong>n crucifix, een doornenkroon, een gesel<br />

en nagels van het kruis aan, terwijl zich <strong>in</strong> haar galblaas drie gelijke stenen bevon<strong>de</strong>n die<br />

volgens tijdgenoten <strong>de</strong> Heilige Drie-eenheid voorstel<strong>de</strong>n (afb. 3). Deze materialisaties<br />

van Clara’s godsvrucht zijn nog altijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> kerk van Montefalco te bewon<strong>de</strong>ren. De<br />

meeste lijkopen<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen dus om religieuze re<strong>de</strong>n plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

Daarna pas kwamen secties voor balsem<strong>in</strong>g en om forensische en medische re<strong>de</strong>nen.<br />

Ook toen al bestond <strong>de</strong> wens een eventueel onnatuurlijke doodsoorzaak vast te stellen.<br />

Geneeskun<strong>de</strong> richtte zich vooral op praktijken die <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> mens <strong>in</strong><br />

stand moesten hou<strong>de</strong>n. Alleen als dat strikt nodig was, greep men <strong>in</strong> door therapie. Dat<br />

betekent dat er <strong>in</strong> medische geschriften relatief we<strong>in</strong>ig te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n is over <strong>de</strong> dood, behalve<br />

dan hoe die te voorspellen viel en eventueel te voorkomen. Met het oog op <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke<br />

voorzienigheid was dat laatste een gevaarlijke zaak. Een confrontatie met <strong>de</strong> dood<br />

is natuurlijk onontkoombaar bij het verkrijgen van anatomische kennis. Van <strong>de</strong>rgelijke<br />

kennis zag men wel <strong>de</strong>gelijk het nut <strong>in</strong>. Niet voor niets werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

‘anatomia’ <strong>de</strong> term om een volgens <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uitgevoer<strong>de</strong> sectie mee<br />

aan te dui<strong>de</strong>n. Deze praktijk ontstond <strong>in</strong> Zuid-Italië, aan <strong>de</strong> universiteiten van Salerno<br />

en Napels, waar <strong>de</strong> geneeskunst zich op een hoog peil bevond door <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong><br />

Arabische wereld.<br />

De opkomst van anatomisch on<strong>de</strong>rzoek valt samen met het ontstaan van <strong>de</strong> medische<br />

faculteiten aan <strong>de</strong> universiteiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw. Even later verschenen<br />

<strong>de</strong> eerste anatomische handboeken, zoals dat van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi<br />

AFB 3<br />

Vleesgewor<strong>de</strong>nkruisnagel uit het hart van Chiara


AFB 4<br />

Titelpag<strong>in</strong>a van <strong>de</strong> Anatomia van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi, 1493.<br />

(Anothomia corporis humani, geschreven <strong>in</strong> 1316 en voor het eerst gedrukt <strong>in</strong> 1478), die <strong>in</strong><br />

Bologna praktische geneeskun<strong>de</strong> doceer<strong>de</strong> (afb. 4). De titelpag<strong>in</strong>a van het boek toont dat<br />

sectie toentertijd uitdrukkelijk <strong>de</strong> tekst illustreer<strong>de</strong> die <strong>de</strong> medische stu<strong>de</strong>nten later dien<strong>de</strong>n<br />

te memoriseren. Mond<strong>in</strong>o las klaarblijkelijk vanaf zijn kathe<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst voor, op <strong>de</strong><br />

relevante momenten sneed <strong>de</strong> prosector <strong>in</strong> het beschikbare lijk. Soms stond er ook nog een<br />

twee<strong>de</strong> assistent die <strong>de</strong> <strong>in</strong> het hoorcollege behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> organen met een stok aanwees.<br />

Vanwege <strong>de</strong> stank is het niet onmogelijk dat <strong>de</strong>ze secties <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong> <strong>de</strong> openlucht<br />

plaatsvon<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> titelpag<strong>in</strong>a lijkt te suggereren. Er werd dan van hout en zeildoek<br />

een tij<strong>de</strong>lijk anatomisch theater opgetrokken. Overigens had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> openbare secties ook<br />

heel dui<strong>de</strong>lijk een vermaakfunctie. Zij wer<strong>de</strong>n vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> carnavalstijd gepland. Naast<br />

het voor<strong>de</strong>el van koud en dus m<strong>in</strong><strong>de</strong>r be<strong>de</strong>rfelijk weer, bood dat <strong>de</strong> mogelijkheid het<br />

memento mori te benadrukken en zich tegelijkertijd tamelijk morbi<strong>de</strong> te vermaken.<br />

Mond<strong>in</strong>o verwijst <strong>in</strong> zijn tekst openlijk naar het feit dat <strong>de</strong> te anatomiseren kadavers van<br />

ter dood veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>elen afkomstig waren. Veel medische hoogleraren on<strong>de</strong>rhiel<strong>de</strong>n<br />

uitsteken<strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> lokale overhe<strong>de</strong>n om aan voldoen<strong>de</strong> studiemateriaal<br />

te komen. Dergelijke gegevens hebben we ook van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwse Brabantse<br />

anatoom Andreas Vesalius. De data van <strong>de</strong> terechtstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Padua – waar Vesalius <strong>in</strong><br />

1537 was benoemd tot hoogleraar <strong>in</strong> <strong>de</strong> chirurgie – wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> overleg met hem gepland.<br />

De mogelijkheid tot een universitaire medische opleid<strong>in</strong>g beteken<strong>de</strong> overigens ook<br />

dat <strong>de</strong> doctor medic<strong>in</strong>ae aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> medische hiërarchie kwam te staan. In <strong>de</strong> late<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen begon hij barbiers, chirurgijns en vroedvrouwen meer en meer te dom<strong>in</strong>eren<br />

en te controleren, ook al waren <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>ze helers bepaald even<br />

effectief. De chirurgijns vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meest opvallen<strong>de</strong> categorie. Zij leer<strong>de</strong>n het vak<br />

weliswaar bij een gil<strong>de</strong>, maar dat betekent niet dat zij ongeletterd waren. Vaak had<strong>de</strong>n<br />

zij on<strong>de</strong>rwijs van aca<strong>de</strong>mische artsen genoten of volg<strong>de</strong>n ze zelfs cursussen aan <strong>de</strong> universiteit.<br />

Velen van hen waren uitstekend <strong>in</strong> staat beenbreuken te zetten, won<strong>de</strong>n te<br />

hechten of staaroperaties te verrichtten. Tekenend is dat artsen en chirurgijns <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel<br />

<strong>de</strong>el uitmaakten van hetzelf<strong>de</strong> gil<strong>de</strong>.<br />

Zo’n gil<strong>de</strong> had meestal <strong>de</strong> medische tweel<strong>in</strong>g Cosmas en Damianus tot patroonheilige,<br />

waarbij Cosmas met ur<strong>in</strong>aal en <strong>in</strong> <strong>de</strong> lange kledij van een geleer<strong>de</strong> optrad als doctor<br />

medic<strong>in</strong>ae en Damianus <strong>in</strong> korte kleren met scalpel als chirurgijn. Hun beroemdste won<strong>de</strong>r<br />

is <strong>de</strong> hulp aan <strong>de</strong> diaken Just<strong>in</strong>ianus, wiens been zo aangetast was door gangreen dat<br />

het bijna zijn dood tot gevolg had. Toen hij op een nacht e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> slaap was gevallen,<br />

verschenen Cosmas en Damianus en togen aan het werk. Zij amputeer<strong>de</strong>n zijn zieke been<br />

en namen het mee naar een nabij kerkhof. Daar open<strong>de</strong>n zij het graf van een pas overle<strong>de</strong>n<br />

Ethiopiër, zaag<strong>de</strong>n een van diens nog puntgave benen af en zetten daar gauw het zieke<br />

been van Just<strong>in</strong>ianus aan. Vervolgens ren<strong>de</strong>n zij terug naar het huis van hun gelukkig<br />

doorslapen<strong>de</strong> patiënt en voorzagen hem van het geroof<strong>de</strong> exemplaar. Na te zijn ontwaakt<br />

bleek <strong>de</strong>ze daarmee nog jaren voort te kunnen, ook al was het dan zwart (afb. 5).<br />

Over Andries van Wesel alias Andreas Vesalius bestaan verhalen – waaraan hij zelf<br />

een stevige bijdrage lever<strong>de</strong> – dat hij ‘s nachts op kerkhoven graven schond om aan te<br />

anatomiseren materiaal te geraken. Tij<strong>de</strong>ns zijn studie <strong>in</strong> Leuven was hij al een frequent<br />

bezoeker van het galgenveld geweest ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van zijn kennis van het menselijk<br />

been<strong>de</strong>rstelsel. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wist hij genoeg been<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> muren van <strong>de</strong> stad te<br />

smokkelen om een heus skelet samen te stellen. De buren van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zullen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

verheugd zijn geweest, want <strong>de</strong> van <strong>de</strong> galg gehaal<strong>de</strong> menselijke resten wer<strong>de</strong>n thuis<br />

CATRIEN SANTING 46<br />

47 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />

gekookt. Van Vesalius’ on<strong>de</strong>rkomen <strong>in</strong> Padua, waar hij aan zijn beroem<strong>de</strong> handboek<br />

De humani corporis fabrica (7 dln., 1543; afb. 6) werkte, is eveneens bekend dat het daar<br />

niet bepaald fris rook.<br />

Het bijzon<strong>de</strong>re aan Vesalius was dat hij, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot zijn mid<strong>de</strong>leeuwse voorgangers,<br />

<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n van zowel Cosmas als Damianus <strong>in</strong> zich verenig<strong>de</strong>. Hij was<br />

met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n een gepromoveer<strong>de</strong> arts die niet neerkeek op handarbeid. Hoewel<br />

hij <strong>in</strong> zijn tijd lang niet <strong>de</strong> enige was die bei<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n uitoefen<strong>de</strong>, was hij wel een<br />

van <strong>de</strong> knapste en dankzij zijn handboek zeker <strong>de</strong> meest succesvolle. Wie <strong>de</strong> prachtige<br />

illustraties van het boek bekijkt, wordt niettem<strong>in</strong> we<strong>in</strong>ig met <strong>de</strong> dood geconfronteerd.<br />

De skeletten en spiermannen staan meestal fier rechtop en geven ondanks hun gemutileer<strong>de</strong><br />

uiterlijk <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk van ‘leven<strong>de</strong> lijken’ te zijn. Dat is ook logisch want het handboek<br />

beschrijft <strong>de</strong> constructie en structuur van het menselijk lichaam. Anatomie staat<br />

ook vandaag <strong>in</strong> nauw verband met <strong>de</strong> fysiologie. Vesalius wenste zijn publiek te laten<br />

AFB 4<br />

Titelpag<strong>in</strong>a van <strong>de</strong> Anatomia van Mond<strong>in</strong>o <strong>de</strong>’ Liuzzi, 1493.


CATRIEN SANTING 48 49 DOOD EN LEVEN IN DE LAATMIDDELEEUWSE GENEESKUNDE<br />

zien hoe een gezond menselijk lichaam eruitzag en hoe <strong>de</strong> organen werkten. Daarvoor<br />

was <strong>de</strong> dood een voorwaar<strong>de</strong>, maar het leven het doel: dood doet leven was en is het motto<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> anatomie.<br />

Bibliografie<br />

Avicenna 1991. O’Malley 1964. Siraisi 1990. Van Dijk 1991, p. 221-237. Ziegler 1998. Zimmermann 1998.<br />

AFB 130<br />

PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />

Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

AFB 109<br />

PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />

Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs<br />

AFB 109<br />

PAAR HONDEN AFKOMSTIG VAN EEN GISANT<br />

Frankrijk, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


51<br />

In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen zijn <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse moralisten en geneesheren er<strong>in</strong><br />

geslaagd <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g te versprei<strong>de</strong>n dat een gezon<strong>de</strong> levenshygiëne <strong>de</strong> beste<br />

waarborg bood tegen een vroegtijdige dood. Die hygiëne bleef overigens niet tot<br />

het lichaam beperkt en omvatte ook <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> kled<strong>in</strong>g,<br />

sommige versier<strong>in</strong>gen… Allemaal waren ze ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len tegen <strong>de</strong><br />

dood, versterkt door profylactische <strong>in</strong>grepen die <strong>de</strong> gezondheid moesten beschermen en<br />

die het gezeg<strong>de</strong> ‘tegen <strong>de</strong> dood valt niets te beg<strong>in</strong>nen’ moesten ontkrachten.<br />

Volksgezondheid<br />

De volksgezondheid was een van <strong>de</strong> grote bekommernissen van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs aan het<br />

e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Sommigen, zoals <strong>de</strong> De’ Medici, noem<strong>de</strong>n zichzelf via<br />

homonymie zelfs <strong>de</strong> ‘medicijnmeesters’ van het volk en stel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> mensen grote ziekenhuizen<br />

met goed gevul<strong>de</strong> apotheken ter beschikk<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw bezong <strong>de</strong><br />

humanist en architect Leon Battista Alberti, Florence met ‘zijn uitsteken<strong>de</strong> maar onnoemelijk<br />

dure gasthuizen, waar ie<strong>de</strong>reen, vreem<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g of burger, alles krijgt wat hij voor<br />

zijn gezondheid nodig heeft’. Voor het overige moest <strong>de</strong> hele stad mooi en netjes zijn,<br />

want men g<strong>in</strong>g ervan uit dat vuile straten gevaarlijk waren voor <strong>de</strong> volksgezondheid, net<br />

als water en (vooral) lucht van slechte kwaliteit, waar<strong>in</strong> ziekten zich makkelijk kon<strong>de</strong>n<br />

versprei<strong>de</strong>n. De stadspolitie verbood <strong>de</strong> consumptie van rivier- en putwater, dat alleen<br />

mocht wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>de</strong> dieren water te geven of <strong>de</strong> moestu<strong>in</strong>en te besproeien. De<br />

artsen raad<strong>de</strong>n regen- of bronwater aan, of zelfs gekookt water voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De verbodsbepal<strong>in</strong>gen<br />

op <strong>de</strong> vervuil<strong>in</strong>g van waterwegen en rivieren waren talrijk, hoewel ze<br />

vaak niet wer<strong>de</strong>n nageleefd.<br />

De stadsbestuur<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n weliswaar maatregelen treffen tegen vervuilen<strong>de</strong><br />

beroepen die <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> bewoners bedreig<strong>de</strong>n, door bijvoorbeeld pottenbakkers<br />

die lood gebruikten <strong>de</strong> stad uit te zetten, maar het was veel moeilijker <strong>de</strong> gewone<br />

ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen te beletten hun stad te vervuilen. Geregeld wer<strong>de</strong>n dus spirituele dreigementen<br />

geuit tegen wie zich aan antihygiënische praktijken overgaf. Maar hoe doeltreffend<br />

kon<strong>de</strong>n die zijn? Om bijvoorbeeld het verbod op wateren tegen <strong>de</strong> huisgevels te<br />

doen naleven, liet het stadsbestuur kruisen schil<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> muren, wat van <strong>de</strong><br />

Danièle Alexandre-Bidon<br />

hygiëne en gezondheid<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

AFB 129<br />

RELIEKSCHRIJN VERSIERD MET DE KRUISIGING<br />

EEN TRONENDE CHRISTUS OMGEVEN DOOR SYMBOLEN<br />

VAN DE EVANGELISTEN EN VERSCHILLENDE HEILIGEN<br />

Atelier uit <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limous<strong>in</strong>, e<strong>in</strong><strong>de</strong> 12<strong>de</strong> eeuw<br />

Verguld koper, champlevé email<br />

KMKG Brussel


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 52<br />

overtre<strong>de</strong>rs meteen godslasteraars maakte. In <strong>de</strong> Evangiles <strong>de</strong>s Quenouilles, een van <strong>de</strong><br />

vele vijftien<strong>de</strong>-eeuwse literaire teksten die helaas humoristisch waren en dus met een<br />

korrel zout moeten wor<strong>de</strong>n genomen, wordt meld<strong>in</strong>g gemaakt van het verbod om tussen<br />

twee huizen te wateren op gevaar af een gerstekorrel op te lopen, of tegen <strong>de</strong> muur van<br />

een kerkhof of een klooster, want dan kon men ter plekke door <strong>de</strong> bliksem wor<strong>de</strong>n<br />

getroffen of zelfs een blaassteen krijgen!<br />

Aangezien men er toch maar zel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> slaag<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijken proper te hou<strong>de</strong>n – <strong>de</strong> straten<br />

wer<strong>de</strong>n slechts <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van epi<strong>de</strong>mieën met veel water schoongespoeld – kreeg<br />

ie<strong>de</strong>reen die daartoe <strong>in</strong> staat was <strong>de</strong> raad om zijn woonomgev<strong>in</strong>g zorgvuldig uit te kiezen.<br />

Dat speel<strong>de</strong>, zo meen<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijken, een cruciale rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> gezondheid. Aanbevolen werd te kiezen voor een huis dat ver van moeraslan<strong>de</strong>n<br />

lag (om moeraskoorts te voorkomen) en op een hoogte was gelegen (om miasma’s<br />

te vermij<strong>de</strong>n), en te letten op <strong>de</strong> oriëntatie van <strong>de</strong> slaapkamer ten opzichte van <strong>de</strong> w<strong>in</strong>d.<br />

Voor <strong>de</strong> allerjongsten, die het kwetsbaarst waren, was een kamer nodig ‘waarvan <strong>de</strong><br />

vensters op het oosten uitgeven, met een vrij zuivere en hel<strong>de</strong>re lucht, gelegen op <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>nverdiep<strong>in</strong>g, goed beschermd tegen sterke w<strong>in</strong><strong>de</strong>n’, zoals te lezen staat <strong>in</strong> een<br />

gezondheidsvoorschrift voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren aan het Bourgondische hof <strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong><br />

eeuw. De kamers moeten uitkijken op <strong>de</strong> ‘opgaan<strong>de</strong> zon’ om ‘gezuiverd’ te wor<strong>de</strong>n van<br />

‘elke nachtelijke <strong>in</strong>fectie en onre<strong>in</strong>heid’, schreef <strong>de</strong> Italiaanse humanist Il Plat<strong>in</strong>a (eigenlijk<br />

Bartolomeo Sacchi) omstreeks 1460. Een slechte verlucht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een perio<strong>de</strong> van grote<br />

hitte kon do<strong>de</strong>lijk zijn, terwijl een kolenvuur <strong>in</strong> een slecht verluchte kamer verlamm<strong>in</strong>g<br />

kon veroorzaken. Om gezond te blijven moest men niet alleen letten op <strong>de</strong><br />

verlucht<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verlicht<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kamers, maar ook op <strong>de</strong> kwaliteit van het donsbed,<br />

dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter met veren gevuld moest zijn, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer ‘<strong>de</strong> donsbed<strong>de</strong>n van<br />

wol of katoen <strong>de</strong> gezondste zijn’. Zelfs het huishou<strong>de</strong>lijke comfort had een medische<br />

functie, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaatsen waar werd gegeten. Alberti beveelt bijvoorbeeld aan <strong>de</strong><br />

huizen te voorzien van ‘een keuken en een bijkeuken om <strong>de</strong> etensresten, het vaatwerk<br />

en het tafell<strong>in</strong>nen’ op te bergen, maar weg van <strong>de</strong> eetkamer opdat <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong> geur<br />

van <strong>de</strong> pannen niet zou<strong>de</strong>n ruiken en het ‘kabaal van <strong>de</strong> koksjongens en van het vaatwerk’<br />

niet zou<strong>de</strong>n horen.<br />

Won<strong>in</strong>ghygiëne<br />

De won<strong>in</strong>ghygiëne werd vanaf <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw een ware obsessie <strong>in</strong> burgerlijke<br />

kr<strong>in</strong>gen, getuige <strong>de</strong> Ménagier <strong>de</strong> Paris, een verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g over huishoudkun<strong>de</strong> die <strong>de</strong><br />

vrouw <strong>de</strong>s huizes <strong>de</strong> regels voor een goed leven <strong>in</strong> huis aanleer<strong>de</strong>. Zo moesten <strong>de</strong> kamers<br />

elke dag verlucht wor<strong>de</strong>n en moesten alle scha<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>secten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd:<br />

wandluizen, die men moest bestrij<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> vloer van <strong>de</strong> kamers met lup<strong>in</strong>ewater te<br />

schrobben; vliegen, die men kon verjagen met <strong>de</strong> rook van bran<strong>de</strong>nd hooi; vlooien, die<br />

op het bed wer<strong>de</strong>n gevangen <strong>in</strong> schapenvellen of op witte lakens waarop ze dui<strong>de</strong>lijk te<br />

zien waren, of die gewoon wer<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong> stromatras weg te gooien. Het<br />

was ook belangrijk <strong>de</strong> lakens, <strong>de</strong>kens, kleren en vulsels ‘te verluchten, te openen en te<br />

<strong>in</strong>specteren’ om ‘het meeste stof eruit te verwij<strong>de</strong>ren’. Aan stof wer<strong>de</strong>n overigens toen<br />

al tal van gezondheidsproblemen toegeschreven: ‘Soms doet stof je niezen’, merkte <strong>de</strong><br />

encyclopedist Barthélemy l’Anglais al <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw op.<br />

De ziekenkamer verdien<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re aandacht. Wanneer iemand koorts had – een<br />

‘warme’ ziekte volgens <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> lichaamsvochten – was het aan te ra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lucht<br />

53 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />

van <strong>de</strong> kamer te verfrissen door sneeuw of ijs op <strong>de</strong> vloer te leggen. Tij<strong>de</strong>ns een epi<strong>de</strong>mie<br />

moest het huis nog proper<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Men moest <strong>de</strong> vloer en <strong>de</strong> lucht zuiveren<br />

door <strong>de</strong> kamer met azijn- en rozenwater te besprenkelen en door <strong>in</strong> <strong>de</strong> schoorsteen<br />

wierook of aromatisch hout en krui<strong>de</strong>n te bran<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong>n, spar, laurier, rozemarijn<br />

of kamfer. De arts raad<strong>de</strong> aan om <strong>in</strong> tij<strong>de</strong>n van pest zuiver water, of nog beter, gedistilleerd<br />

water, te dr<strong>in</strong>ken.<br />

De voed<strong>in</strong>g als bescherm<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> gezondheid<br />

De voed<strong>in</strong>g beschermt <strong>de</strong> menselijke gezondheid. Over dr<strong>in</strong>ken en eten werd vanaf <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw geschreven <strong>in</strong> termen van dieet en veiligheid. Er werd aangera<strong>de</strong>n om<br />

voorzichtig met water om te spr<strong>in</strong>gen, niet alleen omdat het vaak vervuild was, maar ook<br />

en vooral omdat <strong>de</strong> vochtigheid van water het lichaam volgens <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> lichaamsvochten<br />

overmatig afkoel<strong>de</strong>. Het was best geen water op een nuchtere maag te dr<strong>in</strong>ken,<br />

en warm water dr<strong>in</strong>ken was totaal uit <strong>de</strong>n boze, ‘want warm water is slecht voor <strong>de</strong><br />

maag’. Eten moest met mate gebeuren. We moeten eten om te leven, zo had Galenus<br />

geleerd, en niet leven om te eten, en zeker niet een<strong>de</strong>r wat eten. Voed<strong>in</strong>gswaren, zo<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 54<br />

meen<strong>de</strong> men, wer<strong>de</strong>n doordrongen van <strong>de</strong> miasma’s en <strong>de</strong> stank van <strong>de</strong> lucht en kon<strong>de</strong>n<br />

snel be<strong>de</strong>rven. Daarom moest bijzon<strong>de</strong>r goed op <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gelet, vooral tij<strong>de</strong>ns<br />

epi<strong>de</strong>mieën. De verkoop van voed<strong>in</strong>gsproducten op <strong>de</strong> markten was streng gereglementeerd.<br />

Er gold bijvoorbeeld een uiterste gebruiksdatum voor vlees en vis, die men niet<br />

verschei<strong>de</strong>ne dagen na elkaar opnieuw te koop mocht aanbie<strong>de</strong>n, en zelfs voor samengestel<strong>de</strong><br />

medicijnen, die na een jaar weg moesten wor<strong>de</strong>n gegooid.<br />

Een goe<strong>de</strong> gezondheid vereiste ook een evenwichtige voed<strong>in</strong>g. Zoals het Livre <strong>de</strong>s<br />

propriétés <strong>de</strong>s choses van Barthélemy l’Anglais (Parijs, BnF, ms Français 22532 folio 90-<br />

90 verso) voorschrijft, moet men zich ‘tegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom en <strong>de</strong> dood verweren door<br />

niet te veel te eten’, vooral ’s avonds. Een sober avondmaal kon volgens Il Plat<strong>in</strong>a ‘verschillen<strong>de</strong><br />

ziekten vermij<strong>de</strong>n die ‘s nachts optre<strong>de</strong>n als gevolg van het eten’. Vanaf <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw werd overgewicht een medisch thema en kregen zwaarlijvige mensen<br />

vermager<strong>in</strong>gskuren voorgeschreven. Zwaarlijvigheid werd al eeuwenlang beschouwd<br />

als een rem op <strong>de</strong> conceptie en zou zelfs levensbedreigend zijn. Naar het voorbeeld van<br />

Hippocrates beklemtoon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> artsen, net als <strong>de</strong> moralisten, dat ‘personen die zwaarlijvig<br />

van aard zijn vroeger sterven dan magere personen’. In zijn Summa <strong>de</strong> exemplis ac<br />

similitud<strong>in</strong>ibus rerum uit <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw stelt Giovanni di San Gimignano dat ‘overdreven<br />

zwaarlijvigheid <strong>de</strong> ergste ziekten veroorzaakt’: beroerte, verlamm<strong>in</strong>g, epilicencie,<br />

pleuris, koliek, tonsillitis, geelzucht, nierstenen, jicht… In <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw was vasten<br />

om te vermageren kennelijk een zo verspreid gebruik gewor<strong>de</strong>n dat een liturgiekenner<br />

als Guillaume Durand <strong>de</strong> Men<strong>de</strong> zich verplicht zag <strong>in</strong> zijn Rational ou manuel <strong>de</strong>s<br />

div<strong>in</strong>s offices (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) <strong>de</strong> christelijke vasten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van voedselonthoud<strong>in</strong>g<br />

met lichamelijke doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n, een vasten die ‘geen enkele verdienste heeft’.<br />

Voedselhygiëne was dus een belangrijke aangelegenheid. ‘De mond doodt meer<br />

mensen dan het mes’, luid<strong>de</strong> een spreekwoord <strong>in</strong> <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw. Wie niet kon vasten,<br />

paste an<strong>de</strong>re technieken toe, gaan<strong>de</strong> van zweten <strong>in</strong> ba<strong>de</strong>n of <strong>in</strong> <strong>de</strong> sauna – bijvoor-<br />

55 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />

beeld fumigatie met kruidnagel en aloë, zoals aanbevolen door <strong>de</strong> arts Ta<strong>de</strong>o Al<strong>de</strong>rotti<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw – tot het <strong>in</strong>graven <strong>in</strong> het zand van ‘viros grossos’ (zwaarlijvige<br />

mannen) bij warm weer en ze ‘multum’ (veel) te laten zweten, zoals Trotula voorstelt<br />

(Trotula 2001, p. 122). Zweet afdrijven ‘voert al het slechte af’, zegt <strong>de</strong> Tacu<strong>in</strong>um sanitatis<br />

(geschreven <strong>in</strong> het Arabisch door <strong>de</strong> arts Ibn Botlar, elf<strong>de</strong> eeuw, en vertaald naar<br />

het Latijn vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw), en <strong>de</strong> artsen adviseer<strong>de</strong>n zieken<br />

dus ‘te zweten om helemaal te genezen’.<br />

Lichaamsverzorg<strong>in</strong>g<br />

Lichaamshygiëne was een an<strong>de</strong>re vereiste om gezond te blijven, want vuil veroorzaakt<br />

ziekten. Wassen werd dus als een medicijn beschouwd, vooral voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en bejaar<strong>de</strong>n.<br />

Zij kregen <strong>de</strong> raad frequenter te ba<strong>de</strong>n – tot twee of drie keer per week – dan mensen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> kracht van hun leven. De meeste aandoen<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld<br />

door ba<strong>de</strong>n, die voor ongeveer alles wer<strong>de</strong>n voorgeschreven, ook om te ontnuchteren of<br />

als remedie tegen een gewone verkoudheid!<br />

De praktijk van het ba<strong>de</strong>n was dus wijd verbreid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stadbewoners. Uit mo<strong>de</strong>rn<br />

on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat we moeten afstappen van het beeld dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse maatschappij<br />

vuil was: ‘Een bad? Nog <strong>in</strong> nog geen duizend jaar!’, riep Jules Michelet uit. De<br />

historici uit <strong>de</strong> smerige negentien<strong>de</strong> eeuw die het hygiënisme (her)ont<strong>de</strong>kten, waren zo<br />

overtuigd van <strong>de</strong> l<strong>in</strong>eaire ontwikkel<strong>in</strong>g van beschav<strong>in</strong>gen dat ze niet wil<strong>de</strong>n zien dat al<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen het lichaam, <strong>de</strong> kleren en het huis proper moesten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n,<br />

een eis die vooral <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> gezondheid tot doel had en zich uitdrukte <strong>in</strong> tal van voorwerpen<br />

en han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die met lichaamsverzorg<strong>in</strong>g verband hiel<strong>de</strong>n.<br />

Die lichamelijke properheid kwam <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidsberoepen.<br />

Die waren on<strong>de</strong>rworpen aan een strenge hygiëne, zoals <strong>de</strong> vroedvrouwen die<br />

niet alleen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n moesten wassen maar ook <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gernagels zo kort mogelijk moesten<br />

‘knippen’ om hun patiënten niet te verwon<strong>de</strong>n. Ook chirurgen moesten hun han<strong>de</strong>n<br />

wassen vooraleer een operatie aan te vatten, maar dit gebeur<strong>de</strong> <strong>de</strong>els ook om rituele<br />

re<strong>de</strong>nen, zoals priesters dat doen vooraleer <strong>de</strong> mis op te dragen. Zeep was trouwens een<br />

medisch product dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> apotheken werd verkocht. Uit handboeken over goe<strong>de</strong> manieren,<br />

die vanaf <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw opgang maakten, blijkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> ruime verspreid<strong>in</strong>g<br />

van maatschappelijke hygiënische normen waaraan men zich moeilijk kon onttrekken,<br />

althans niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad. Tal van teksten beschrijven hoe men ‘s ochtends <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n en het<br />

gezicht waste, maar ook voor en na elke maaltijd, ‘zowel om re<strong>de</strong>nen van properheid als<br />

voor <strong>de</strong> gezondheid van ons lichaam’, volgens Il Plat<strong>in</strong>a <strong>in</strong> De honesta voluptate et valetud<strong>in</strong>e<br />

(ca. 1475). Zo formuleert een van <strong>de</strong> vele <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-eeuwse handboeken <strong>in</strong> wellevendheid,<br />

De qu<strong>in</strong>quag<strong>in</strong>ta curialitatibus ad mensam van Bonves<strong>in</strong> <strong>de</strong> la Riva, diverse<br />

voorschriften voor goe<strong>de</strong> manieren waarvan sommige een mengelmoes waren van een<br />

streven naar elegantie, een afkeer van het vuil van an<strong>de</strong>ren en een bewustzijn van<br />

gezondheidsrisico’s: Wanneer je een beker neemt [ge<strong>de</strong>eld tussen twee gasten], […]<br />

veeg <strong>de</strong> mond dan goed schoon […]. Wanneer je niest of hoest, […] keer jezelf dan naar<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant, zodat er geen speeksel op tafel valt […]. Wie <strong>in</strong> zijn bord woelt, wroet<br />

en rommelt is een boerenpummel en doet zijn tafelgenoot walgen […]. Wie opdient<br />

moet proper zijn, zodat hij geen spuug of vuil achterlaat dat <strong>de</strong> eten<strong>de</strong> persoon kan doen<br />

walgen […]. Wie eet of opdient mag zich niet met <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers snuiten: hij moet zich met<br />

een doek schoonmaken […] (Dauph<strong>in</strong>é 1984, zie bijlage).<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

DANIÈLE ALEXANDRE-BIDON 56<br />

De hygiëne omvatte meer dan het wassen van het lichaam of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdompel<strong>in</strong>g<br />

ervan <strong>in</strong> een lauw bad, hoewel dat als i<strong>de</strong>aal werd beschouwd om <strong>de</strong> lichaamssappen<br />

opnieuw <strong>in</strong> evenwicht te brengen. Volgens <strong>de</strong> artsen volstond water niet: enkel wrijv<strong>in</strong>g<br />

kon het vuil verwij<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> poriën openen. Lichaamsre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g was trouwens niet<br />

alleen het voorrecht van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> Provence beschikte <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> boerenstand<br />

over ‘wasbakken voor <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n’ en geelkoperen teilen, en <strong>in</strong> Bourgondië had<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> plattelandsbewoners waskommen en zelfs handdoeken gemaakt van hennep. We<br />

weten eveneens dat <strong>de</strong> boeren verplicht waren proper te zijn voor <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van<br />

bepaal<strong>de</strong> activiteiten: het persen van <strong>de</strong> wijndruif, bijvoorbeeld, dat met propere voeten<br />

dien<strong>de</strong> te gebeuren. En op afbeeld<strong>in</strong>gen zien we dat ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zomer graag een duik<br />

namen <strong>in</strong> een vijver of rivier. Had<strong>de</strong>n ze geen badkuip, dan volstond een tobbe, zelfs die<br />

welke gewoonlijk voor <strong>de</strong> was werd gebruikt. Zeep was zeldzaam – hoewel we weten<br />

dat zeephou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> planten weel<strong>de</strong>rig voorkwamen op <strong>de</strong> oevers van <strong>de</strong> waterlopen –<br />

maar er waren talloze recepten voor haarwasmid<strong>de</strong>len. Ze varieer<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> aard<br />

van het haar: <strong>de</strong> kleur, <strong>de</strong> aanwezigheid van huidziekten of gewoon schilfers of kaalheid.<br />

Het volstond het hoofd één keer per week te wassen – wat heel normaal was <strong>in</strong> een nietvervuil<strong>de</strong><br />

omgev<strong>in</strong>g – en <strong>in</strong> het slechtste geval elke tw<strong>in</strong>tig dagen. Haarwasmid<strong>de</strong>len<br />

tegen luizen komen veelvuldig ter sprake <strong>in</strong> medische verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> het beste geval<br />

ontsier<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid van luizen <strong>de</strong> te<strong>in</strong>t. De haarwasmid<strong>de</strong>len tegen luizen waren<br />

gemaakt op basis van look, snijbietensap, staverzaad, salpeterpoe<strong>de</strong>r <strong>in</strong> suspensie <strong>in</strong> olie<br />

met hon<strong>in</strong>g. Ontluizen, een gezamenlijke activiteit, gebeur<strong>de</strong> eerst met <strong>de</strong> hand, zoals<br />

<strong>in</strong> Montaillou, een <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-eeuws Occitaans dorpje dat bekend werd door het on<strong>de</strong>rzoek<br />

van <strong>de</strong> Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie, dan met een ‘verge à nectoier’,<br />

een borstel die luizen verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> door ermee tegen <strong>de</strong> draad <strong>in</strong> op <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l te krabben,<br />

en tot slot met een fijne kam om <strong>de</strong> neten los te maken.<br />

Lopen, bewegen… a<strong>de</strong>rlaten<br />

Maar zich wassen was onvoldoen<strong>de</strong> om <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> gezondheid te blijven. Men moest ook<br />

preventief aan sport doen. Terwijl <strong>de</strong> volkse klassen elke dag aan lichaamsbeweg<strong>in</strong>g<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n door hun fysieke arbeid en alles te voet te doen, verplaatsten <strong>de</strong> rijken zich zon<strong>de</strong>r<br />

zelf <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen te doen, met <strong>de</strong> koets of te paard. De jacht was geruime tijd <strong>de</strong> enige<br />

lichamelijke activiteit van <strong>de</strong> aristocratie. Maar aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen volstond<br />

<strong>de</strong> jachtactiviteit niet langer om <strong>de</strong> conditie op peil te hou<strong>de</strong>n. Gaston Phébus<br />

on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> ‘echte’ jacht van <strong>de</strong> jacht met het net, die te gemakkelijk was en werd<br />

bestempeld als ‘een vermaak voor dikke mannen, of voor ou<strong>de</strong> mannen, of nog voor prelaten’<br />

(Laurioux 2002). Vanaf het eerste <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw kregen zwaarlijvige<br />

personen lichaamsbeweg<strong>in</strong>g voorgeschreven. Ma<strong>in</strong>o <strong>de</strong> Ma<strong>in</strong>eri, een Magister<br />

Regens van <strong>de</strong> faculteit van Parijs, stel<strong>de</strong> een leefregel op ‘om dikke mensen te doen vermageren’:<br />

‘Ze moeten grote hoeveelhe<strong>de</strong>n voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len die een lage voed<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong><br />

hebben en die snel verteren tot zich nemen. Ze moeten zich dikwijls ba<strong>de</strong>n vooraleer<br />

te eten en moeten regelmatig en vol <strong>in</strong>zet aan lichaamsbeweg<strong>in</strong>g doen’ (Nicoud 2007).<br />

In <strong>de</strong> jaren 1460 bracht een boek <strong>in</strong> Rome een kle<strong>in</strong>e revolutie teweeg: De honesta<br />

voluptate et valetud<strong>in</strong>e van Il Plat<strong>in</strong>a, waarvan <strong>de</strong> eerste vertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Italiaans pas van<br />

1487 dateert. Het was misschien niet het eerste werk dat lichaamsbeweg<strong>in</strong>g aanprees,<br />

maar het benadrukte het thema wel door er herhaal<strong>de</strong>lijk op terug te komen. De proloog<br />

legt uit dat het boek <strong>de</strong> lezer wil aanleren ‘welvarend en gezond te blijven zon<strong>de</strong>r medi-<br />

57 HYGIËNE EN GEZONDHEID<br />

cijnen te gebruiken’, om aldus een hoge leeftijd te bereiken, zelfs hon<strong>de</strong>rd jaar, <strong>in</strong> een zo<br />

goed mogelijke gezondheid. Daartoe was er slechts één oploss<strong>in</strong>g, het ‘oefenen van het<br />

lichaam’. De auteur wijdt hieraan een apart hoofdstuk, ‘want ledigheid en luiheid verzwakken<br />

het lichaam en maken het ziek, en ze zijn <strong>de</strong> oorzaak van vele kwalen’.<br />

Lichaamsbeweg<strong>in</strong>g versterkte niet alleen <strong>de</strong> le<strong>de</strong>maten maar voer<strong>de</strong> ook ‘bedorven en<br />

slecht bloed’ af. ‘U kan zich voldoen<strong>de</strong> oefenen door te stappen, te werken, te stijgen en<br />

te dalen, iets van <strong>de</strong> ene plaats naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re te dragen wat niet te zwaar is om te dragen’,<br />

maar ook door te tu<strong>in</strong>ieren of sport te beoefenen: kaatsspel, jeu <strong>de</strong> boules en ‘an<strong>de</strong>re voetspelen’,<br />

paardrij<strong>de</strong>n, speerwerpen, boogschieten, worstelen, jagen, dit alles liefst <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

open lucht en op het platteland, en vooral ‘zon<strong>de</strong>r zichzelf te veel te vermoeien’ en ‘volgens<br />

onze eigen kracht’, want we mogen ‘van gezondheid geen ziekte maken’.<br />

Volgens <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse artsen waren ziekten het gevolg van een verstoord humoraal<br />

evenwicht, en om ze te genezen moesten <strong>de</strong> slechte vochten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd.<br />

Om <strong>de</strong> lichaamsvochten <strong>in</strong> evenwicht te brengen, volston<strong>de</strong>n ba<strong>de</strong>n niet. Men moest het<br />

lichaam ook a<strong>de</strong>rlaten, zowel preventief als curatief, met een frequentie afhankelijk van<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom van <strong>de</strong> patiënt en dit tot op hoge leeftijd, 80 jaar voor <strong>de</strong> mannen en 100<br />

jaar voor <strong>de</strong> vrouwen; na die leeftijd, schrijft Hil<strong>de</strong>gard van B<strong>in</strong>gen (twaalf<strong>de</strong> eeuw),<br />

heeft het geen z<strong>in</strong> meer…<br />

‘Laat je niet wijsmaken dat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> een wetenschap is die <strong>de</strong> mens ooit het<br />

eeuwige leven zal schenken’, beweer<strong>de</strong> <strong>de</strong> arts Aldobrand<strong>in</strong>o da Siena <strong>in</strong> 1256. ‘Haar taak<br />

is eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mens bij te staan tot aan <strong>de</strong> natuurlijke dood.’ De hygiëne, die wezenlijk <strong>de</strong>el<br />

uitmaakt van het mid<strong>de</strong>leeuwse discours, is een van <strong>de</strong> beste mid<strong>de</strong>len om het leven te<br />

verlengen, en het water – enkel voor uitwendig gebruik, behalve <strong>in</strong>dien gekookt of gedistilleerd<br />

– is een kernbegrip <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse geneeskun<strong>de</strong>. Maar om zich tegen <strong>de</strong><br />

dood te wapenen was niet zeepwater het doeltreffendst <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>leeuwse huis, maar<br />

wel wijwater, bewaard <strong>in</strong> <strong>de</strong> slaapkamer <strong>in</strong> een emmer met een oor. Wanneer <strong>de</strong> vier hoeken<br />

van <strong>de</strong>ze kamer elke avond met dit water wer<strong>de</strong>n besprenkeld, bescherm<strong>de</strong> het <strong>de</strong><br />

slapers tegen wiegendood, <strong>de</strong> meest gevrees<strong>de</strong> dood on<strong>de</strong>r christenen, zoals blijkt uit een<br />

ritueel uit Lausanne uit 1500. Deze riten wer<strong>de</strong>n kennelijk ook daadwerkelijk uitgevoerd:<br />

veelvuldig wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bourgondische <strong>in</strong>ventarissen meld<strong>in</strong>g gemaakt van een<br />

wijwateremmer. De hygiëne behoor<strong>de</strong> ook tot het theologische discours: properheid en<br />

re<strong>in</strong>heid zijn synoniemen. Daarom was het afleggen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n al even belangrijk als<br />

<strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n. Wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen niet, vooraleer ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> lijkwa<strong>de</strong><br />

wer<strong>de</strong>n gehuld, een laatste keer gewassen door <strong>de</strong> vrouwen van het huisgez<strong>in</strong>?<br />

Bibliografie<br />

Albert 2006. Alberti 2004. Alexandre-Bidon 2003. Alexandre-Bidon 2008a. Alexandre-Bidon 2008b, p. 205-219.<br />

Alexandre-Bidon & Piponnier 1987, p. 211-244. Ba<strong>in</strong>s privés 2001. Dauph<strong>in</strong>é 1984, p. 7-20. Eau dans la société médiévale<br />

1992. Green 2001. Hil<strong>de</strong>gar<strong>de</strong> <strong>de</strong> B<strong>in</strong>gen 1997. Laurioux 2002. Le Ménagier <strong>de</strong> Paris 1994. Nicoud 2007.<br />

Opsomer 1991. Plat<strong>in</strong>e 2003.


59<br />

Menselijke bot- en tandresten zijn vaak nog <strong>de</strong> enige getuigen van<br />

mid<strong>de</strong>leeuwse populaties. Hoewel ze lange tijd wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgewaar<strong>de</strong>erd<br />

door archeologen en historici, vormen ze volwaardige<br />

biologische archieven die antropobiologen <strong>in</strong> staat stellen tal van<br />

aspecten van <strong>de</strong> gemeenschap <strong>de</strong>r leven<strong>de</strong>n te reconstrueren.<br />

Gezondheid en hygiëne zijn twee essentiële parameters voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en het<br />

overleven van een populatie. Bei<strong>de</strong> variabelen zullen we bena<strong>de</strong>ren via <strong>de</strong> trauma’s, <strong>de</strong><br />

genetische en besmettelijke ziekten, <strong>de</strong> tandhygiëne en tandziekten, <strong>de</strong> therapeutische<br />

han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> stress<strong>in</strong>dicatoren.<br />

De trauma’s<br />

Het skelet kan <strong>de</strong> gevolgen van uiteenlopen<strong>de</strong> trauma’s vertonen. De soort en locatie<br />

ervan geven aan of <strong>de</strong> trauma’s het gevolg zijn van gewone gebeurtenissen <strong>in</strong> het leven<br />

(valpartijen en <strong>de</strong>rgelijke) of van gewelddadige conflicten. On<strong>de</strong>rzoek maakt het ook<br />

mogelijk te bepalen of <strong>de</strong> letsels genezen zijn, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n of het <strong>in</strong>dividu ze<br />

heeft overleefd, dan wel of ze fataal waren.<br />

De vaakst voorkomen<strong>de</strong> trauma’s op het postcraniale skelet zijn breuken en ontwricht<strong>in</strong>gen.<br />

Uit een synthese van Raoul Perrot blijkt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>de</strong> meeste<br />

breuken zich aan <strong>de</strong> pijpbeen<strong>de</strong>ren voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n (afb. 1). Daaron<strong>de</strong>r nam <strong>de</strong> cubitus<br />

(elleboog) <strong>de</strong> eerste plaats <strong>in</strong>. Dit houdt verband met <strong>de</strong> reflex om het hoofd tegen <strong>de</strong><br />

impact van een slag te beschermen door <strong>de</strong> voorarm op te heffen (afweerbreuk). Breuken<br />

van <strong>de</strong> radius (het spaakbeen) en <strong>de</strong> fibula (het kuitbeen) zijn dan weer typisch het<br />

gevolg van vallen. Ontwricht<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gekenmerkt door een volledige en persistente<br />

verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gewrichtsvlakken. De vaakst waargenomen ontwricht<strong>in</strong>gen op<br />

ou<strong>de</strong> skeletten zijn die van <strong>de</strong> heup en van <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>r. De gevallen van ontwricht<strong>in</strong>g<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n gedateerd, zijn uiterst zeldzaam – op<br />

<strong>de</strong> 220 trauma’s die Perrot vaststel<strong>de</strong>, zijn er slechts twee ontwricht<strong>in</strong>gen.<br />

Wat <strong>de</strong> verwond<strong>in</strong>gen door projectielen betreft, stammen <strong>de</strong> meeste archeologische<br />

voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> pre- en protohistorische perio<strong>de</strong>. Voor <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen daarentegen<br />

zijn slechts enkele gevallen van verwond<strong>in</strong>gen door pijlen op <strong>de</strong> botresten aangetroffen,<br />

met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een hon<strong>de</strong>rdtal slachtoffers van <strong>de</strong> Deense verover<strong>in</strong>g van<br />

Carol<strong>in</strong>e Polet<br />

gezondheid en hygiëne<br />

De bijdrage van <strong>de</strong> antropobiologie<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


CAROLINE POLET 60<br />

Visby (eiland Gotland, huidige Zwe<strong>de</strong>n) op 22 juli 1361. Een voorbeeld daarvan is een<br />

pijl <strong>in</strong> een Merov<strong>in</strong>gische sche<strong>de</strong>l, ont<strong>de</strong>kt <strong>in</strong> Le<strong>de</strong> (bij Aalst, België).<br />

Letsel op been<strong>de</strong>ren kunnen ook zijn toegebracht door scherpe wapens zoals lansen,<br />

zwaar<strong>de</strong>n of bijlen. De sche<strong>de</strong>l wordt het vaakst getroffen (afb. 2). De verwond<strong>in</strong>gen<br />

bestaan uit houwen of zelfs uit verlies aan botsubstantie wanneer <strong>de</strong> slag tangentieel<br />

op het been is beland. We kennen tal van voorbeel<strong>de</strong>n van sche<strong>de</strong>lletsels die uit <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwen dateren. Zo blijkt uit een studie van 300 Alemannen (verbond van<br />

Germaanse volkeren, <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-zes<strong>de</strong> eeuw) van het mannelijke geslacht dat tien procent<br />

van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>ls letsels vertoont die door scherpe voorwerpen zijn veroorzaakt, en dat<br />

op twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ervan sporen van genez<strong>in</strong>g zijn aangetroffen.<br />

Het skelet kan ook littekens vertonen van trauma’s aan <strong>de</strong> weefsels die aan <strong>de</strong> botten<br />

vastzitten. Zo kunnen verstuik<strong>in</strong>gen, die het gevolg zijn van een uitrekk<strong>in</strong>g of een<br />

scheur van een ligament, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren veroorzaken. Ze treffen<br />

vooral <strong>de</strong> enkel en <strong>de</strong> knie. De gevolgen van zware verstuik<strong>in</strong>gen zijn ligamentaire beenvorm<strong>in</strong>g<br />

en volum<strong>in</strong>euze beenuitwas. Dergelijke beenvorm<strong>in</strong>g is waargenomen <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

populaties <strong>in</strong> Frankrijk en Hongarije, alsook <strong>in</strong> <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong><br />

(België, twaalf<strong>de</strong>-vijftien<strong>de</strong> eeuw, afb. 3).<br />

Genetische en besmettelijke ziekten<br />

Sommige genetische ziekten beschadigen eveneens het skelet. Een voorbeeld is achon-<br />

droplasie, een vorm van dwerggroei. Door een aangeboren afwijk<strong>in</strong>g vormt zich geen<br />

kraakbeen <strong>in</strong> <strong>de</strong> groeischijven aan <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong> botten waardoor <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren<br />

wel <strong>in</strong> <strong>de</strong> breedte maar niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> lengte groeien. Dat veroorzaakt een disharmonische<br />

dwerggroei, met een volwassen grootte vergelijkbaar met die van een k<strong>in</strong>d van 8 à 9 jaar<br />

(ongeveer 1m30). Het voorkomen van achondroplasie varieert van één geboorte op<br />

10.000 tot één op 30.000. Ongeveerd negentig procent van <strong>de</strong> personen die aan <strong>de</strong>ze<br />

ziekte lij<strong>de</strong>n, hebben gezon<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs: het gaat om een <strong>de</strong> novo-mutatie. Maar zodra<br />

achondroplasie <strong>in</strong> een familie optreedt, wordt ze erfelijk. De maatschappij bleef zel<strong>de</strong>n<br />

onverschillig tegenover dit soort misvorm<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> zieken wer<strong>de</strong>n geofferd of kregen <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el<br />

een bevoorrechte functie, zoals nar aan het kon<strong>in</strong>klijk hof. Het oudste geval van<br />

achondroplasie is <strong>in</strong> Italië ont<strong>de</strong>kt en dateert uit het jong-paleolithicum (35.000 tot<br />

10.000 v. Chr.). In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populaties zijn enkele specimens bekend, waaron<strong>de</strong>r<br />

een skelet ont<strong>de</strong>kt op het kerkhof van <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> (afb. 4).<br />

Besmettelijke ziekten oefenen een grote selectieve druk uit, waarschijnlijk zelfs<br />

sterker dan die van het milieu en <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. De meeste van <strong>de</strong>rgelijke aandoen<strong>in</strong>gen<br />

laten echter geen sporen na op <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren, en als dat al het geval is, dan is dat vaak op<br />

een algemene en aspecifieke manier. Daarenboven is het dikwijls slechts een ernstig of<br />

vergevor<strong>de</strong>rd stadium van <strong>de</strong> ziekte dat sporen nalaat. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectieziekten die wijzig<strong>in</strong>gen<br />

aan het skelet kunnen veroorzaken, zijn tuberculose, lepra en syfilis <strong>de</strong> meest<br />

bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. De voorbije tien jaar heeft <strong>de</strong> moleculaire vergrot<strong>in</strong>g <strong>de</strong> directe i<strong>de</strong>ntificatie<br />

mogelijk gemaakt van <strong>de</strong> kiemen die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong>ze ziekten, alsook<br />

die van pest en tyfus.<br />

Tuberculose wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> Kochbacterie (Mycobacterium tuberculosis).<br />

De meest versprei<strong>de</strong> vorm is longtuberculose, maar <strong>de</strong> bacterie kan ook an<strong>de</strong>re organen<br />

aantasten, zoals het hart, <strong>de</strong> nieren en <strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren. In dat laatste geval gaat het vooral<br />

om <strong>de</strong> wervelkolom – men spreekt dan van <strong>de</strong> ziekte van Pott. Ze wordt gekenmerkt<br />

61 GEZONDHEID EN HYGIËNE<br />

door <strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> tussenwervelschijven en een <strong>in</strong>zakk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wervels, wat spectaculaire<br />

en onomkeerbare vervorm<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> wervelkolom veroorzaakt (afb. 5).<br />

Volgens sommigen zou tuberculose bij <strong>de</strong> mens geëvolueerd zijn uit een vorm die bij<br />

groot vee voorkomt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat <strong>de</strong> oudste gevallen van bottuberculose<br />

zijn vastgesteld bij neolithische <strong>in</strong>dividuen die als eerste nauw <strong>in</strong> contact<br />

kwamen met talrijke huisdieren. Uit een tell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> paleopathologische gevallen <strong>in</strong><br />

West-Europa blijkt een toenemen<strong>de</strong> frequentie van tuberculose van <strong>de</strong> oudheid tot aan<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

Lepra wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> bacterie van Hansen (Mycobacterium leprae). Die<br />

nestelt zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> huid of <strong>in</strong> <strong>de</strong> slijmvliezen van neus, keel en mond en verspreidt zich<br />

vandaar naar <strong>de</strong> zenuwuite<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De aantast<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zenuwwerk<strong>in</strong>g veroorzaakt verlamm<strong>in</strong>g<br />

of gevoelloosheid van <strong>de</strong> voeten, han<strong>de</strong>n of le<strong>de</strong>maten. Als gevolg daarvan verliezen<br />

<strong>de</strong> zieken <strong>de</strong> reflex om hun han<strong>de</strong>n tijdig weg te trekken bij gevaarlijk contact.<br />

Lepra ontwikkelt zich langzaam, en wanneer <strong>de</strong> ziekte niet wordt behan<strong>de</strong>ld, veroorzaakt<br />

ze verzwer<strong>in</strong>gen, vervorm<strong>in</strong>gen en verm<strong>in</strong>k<strong>in</strong>gen. De meest typische lepreuze<br />

botaantast<strong>in</strong>gen zijn resorptie rond <strong>de</strong> neus, het gehemelte en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>n van han<strong>de</strong>n<br />

en voeten (afb. 6). Vandaag is <strong>de</strong> geografische verspreid<strong>in</strong>g van lepra vooral beperkt tot<br />

<strong>de</strong> tropische gebie<strong>de</strong>n, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, toen <strong>de</strong> ziekte haar hoogtepunt<br />

bereikte, kwam ze <strong>in</strong> heel Europa voor, zelfs tot <strong>in</strong> noor<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n als Noorwegen.<br />

In die tijd kregen lepralij<strong>de</strong>rs af te rekenen met hevige afwijz<strong>in</strong>gsreacties en wer<strong>de</strong>n ze<br />

<strong>in</strong> leprozenhuizen buiten <strong>de</strong> stad opgesloten. Vaak wer<strong>de</strong>n ze ook begraven op speciaal<br />

voor hen bestem<strong>de</strong> begraafplaatsen. Vilhelm Møller-Christensen verrichte <strong>in</strong> 1967 een<br />

baanbreken<strong>de</strong> studie op meer dan 18.000 skeletten van uiteenlopen<strong>de</strong> geografische en<br />

chronologische oorsprong. Hij toon<strong>de</strong> aan dat <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> positieve gevallen<br />

uit Europese mid<strong>de</strong>leeuwse populaties afkomstig was. S<strong>in</strong>dsdien zijn talrijke an<strong>de</strong>re<br />

studies uitgevoerd op skeletten van mid<strong>de</strong>leeuwse lepralij<strong>de</strong>rs, waaron<strong>de</strong>r dat van <strong>de</strong><br />

Schotse kon<strong>in</strong>g Robert the Bruce, die <strong>in</strong> 1329 overleed.<br />

Syfilis wordt veroorzaakt door een bacterie van <strong>de</strong> familie van <strong>de</strong> treponema<br />

(Treponema pallidum). De overdracht van <strong>de</strong> ziekte gebeurt hoofdzakelijk via geslachtsverkeer,<br />

maar soms ook van moe<strong>de</strong>r op k<strong>in</strong>d via <strong>de</strong> placenta (aangeboren syfilis). Men<br />

on<strong>de</strong>rscheidt drie kl<strong>in</strong>ische stadia, maar alleen het tertiaire stadium, dat 1 tot 20 jaar na<br />

<strong>de</strong> besmett<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zet, tast <strong>de</strong> botten aan. De antropoloog krijgt dus uitsluitend te maken<br />

met een vergevor<strong>de</strong>rd stadium van <strong>de</strong> ziekte. De meest typische skeletletsels zijn die van<br />

<strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> tibia of het scheenbeen (afb. 7). De syfilisepi<strong>de</strong>mie die <strong>in</strong> 1493 Barcelona<br />

zou hebben geteisterd, kort na <strong>de</strong> triomfantelijke terugkeer van Christoffel Columbus,<br />

leid<strong>de</strong> tot een controverse over <strong>de</strong> oorsprong van <strong>de</strong>ze ziekte <strong>in</strong> Europa. Werd ze uit<br />

Amerika <strong>in</strong>gevoerd door admiraal Columbus en zijn manschappen of was ze voordien al<br />

<strong>in</strong> Europa aanwezig? Dankzij <strong>de</strong> paleopathologische studie van Europese skeletten uit<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen kon <strong>de</strong> kwestie <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief wor<strong>de</strong>n beslecht: <strong>de</strong> treponema was wel<br />

<strong>de</strong>gelijk voor 1493 <strong>in</strong> Europa aanwezig.<br />

Tandhygiëne en tandziekten<br />

De gezondheid van <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n hangt <strong>in</strong> grote mate van <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g af. Zo veroorzaken<br />

koolhydraten (zetmeel, suikers en <strong>de</strong>rgelijke) tandcariës (afb. 8). De bacteriële gist<strong>in</strong>g<br />

van koolhydraten produceert zuren die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> tandontkalk<strong>in</strong>g.<br />

Onbehan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tandcariës kan lei<strong>de</strong>n tot periodontale complicaties zoals abcessen. Uit<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

een synthese van tandcariës vanaf het paleolithicum tot <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw blijkt dui<strong>de</strong>lijk<br />

dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van tandcariës <strong>in</strong> Europa op twee tijdstippen aanzienlijk toenam.<br />

De eerste stijg<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ed zich voor omstreeks 4500 v.Chr. en kan <strong>in</strong> verband wor<strong>de</strong>n<br />

gebracht met <strong>de</strong> neolithisatie, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> mens overschakel<strong>de</strong> van een nomadisch<br />

naar een se<strong>de</strong>ntair bestaan. De twee<strong>de</strong>, op grotere schaal waarneembare toename<br />

van cariës vond plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> postmid<strong>de</strong>leeuwse perio<strong>de</strong> en was het gevolg van <strong>de</strong> massale<br />

<strong>in</strong>troductie van suikers <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Vanaf 1550 begonnen <strong>de</strong> Europeanen rietsuiker<br />

uit Amerika te importeren, en vanaf 1753 gebruikten ze ook bietensuiker. Deze suikers<br />

veroorzaakten veel sneller tandcariës dan <strong>de</strong> hon<strong>in</strong>g die voordien als zoetmaker werd<br />

gebruikt.<br />

Eiwitrijke voed<strong>in</strong>gswaren en gebrekkige tandhygiëne veroorzaakten vaak <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g<br />

van tandsteen. In <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> had meer dan negentig procent van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuen tandsteen – bij een kwart van hen be<strong>de</strong>kte <strong>de</strong> tandsteenlaag bovendien<br />

meer dan twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> tand (afb. 9) .<br />

Niet ie<strong>de</strong>reen vond tandhygiëne onbelangrijk. Zo zijn sporen terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van<br />

metalen tan<strong>de</strong>nstokers, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van specifieke strepen <strong>in</strong> het tandglazuur, die <strong>in</strong> het<br />

zestien<strong>de</strong>-eeuwse Europa heel populaire metalen waren. Een verwoe<strong>de</strong> gebruiker was<br />

Christiaan III, kon<strong>in</strong>g van Denemarken en Noorwegen. Elektronenmicroscopisch<br />

on<strong>de</strong>rzoek heeft overigens uitgewezen dat <strong>de</strong> voortan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze vorst met schuurpoe<strong>de</strong>r<br />

wer<strong>de</strong>n gere<strong>in</strong>igd.<br />

Therapeutische han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />

Botten en tan<strong>de</strong>n kunnen ook <strong>de</strong> sporen van genezen<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen vertonen. Het<br />

on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>ze littekens kan ons vertellen of het <strong>in</strong>dividu is blijven leven (botregeneratie)<br />

dan wel tij<strong>de</strong>ns of kort na <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is overle<strong>de</strong>n. Dergelijke ont<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gen<br />

leren ons ook veel over <strong>de</strong> anatomische kennis van onze voorva<strong>de</strong>ren, alsook over hun<br />

vermogen om aangetaste functies te herstellen. Ze tonen aan dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroepen<br />

zieken en gewon<strong>de</strong>n weliswaar hulp kregen, maar dat vaak alleen <strong>de</strong> bevoorrechte<br />

klassen toegang tot bepaal<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n.<br />

Het zetten van breuken en ontwricht<strong>in</strong>gen was goed bekend bij <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

chirurgen, zoals geïllustreerd op afb. 10. Deze tibia is afkomstig uit <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong><br />

Koksij<strong>de</strong> en vertoont een correct gezette breuk.<br />

Trepanatie is een heelkundige <strong>in</strong>greep waarbij een open<strong>in</strong>g wordt gemaakt <strong>in</strong> een<br />

bot, meestal <strong>de</strong> hersenpan. De gebruikte technieken zijn afschaven, uitsnij<strong>de</strong>n en boren.<br />

Al tij<strong>de</strong>ns het mesolithicum (mid<strong>de</strong>nsteentijdperk; van ca. 10.500 tot neolithicum)<br />

beheerste men <strong>de</strong>ze complexe operatie, die op empirische wijze op alle cont<strong>in</strong>enten<br />

werd uitgevoerd. Talrijke gevallen uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen zijn on<strong>de</strong>rtussen gepubliceerd.<br />

In België zijn verschei<strong>de</strong>ne trepanaties opgetekend waarbij <strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong> <strong>in</strong>greep overleef<strong>de</strong>.<br />

Eén geval komt uit <strong>de</strong> Frankische begraafplaats van Limet (prov<strong>in</strong>cie Luik), drie<br />

an<strong>de</strong>re uit <strong>de</strong> Du<strong>in</strong>enabdij <strong>in</strong> Koksij<strong>de</strong> (afb. 11). Op basis van een veertigtal mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

sche<strong>de</strong>ls bereken<strong>de</strong> Raoul Perrot dat <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>gsgraad bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>rgelijke<br />

risicovolle <strong>in</strong>grepen slechts tw<strong>in</strong>tig procent bedroeg. Dit cijfer, dat lager ligt dan<br />

het cijfer voor <strong>de</strong> prehistorische populaties, kan wor<strong>de</strong>n verklaard door het grotere risico<br />

van <strong>in</strong>fecties als gevolg van <strong>de</strong> overvolle mid<strong>de</strong>leeuwse ziekenhuizen.<br />

Amputaties wer<strong>de</strong>n uitgevoerd na ongelukken, gevechten, strafmaatregelen of<br />

heelkundige <strong>in</strong>grepen. Wanneer een amputatie genezen is, vormt het botuite<strong>in</strong><strong>de</strong> een<br />

CAROLINE POLET 62<br />

63 GEZONDHEID EN HYGIËNE


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

compacte, ron<strong>de</strong> botzwell<strong>in</strong>g en is het oppervlak m<strong>in</strong> of meer regelmatig, voor zover<br />

geen <strong>in</strong>fectie is opgetre<strong>de</strong>n. Ondanks <strong>de</strong> vermeld<strong>in</strong>g van dit soort <strong>in</strong>greep <strong>in</strong> <strong>de</strong> medische<br />

verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en gerechtelijke wetboeken uit die tijd, zijn archeologische gevallen<br />

van amputatie niet talrijk, ook niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Maar we mogen niet vergeten<br />

dat het verlies van een lid ook het gevolg kon zijn van <strong>de</strong> vorst of van ziekten zoals<br />

lepra en ergotisme (kriebelziekte). Het geamputeer<strong>de</strong> lidmaat werd soms vervangen<br />

door een prothese, zoals <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ker voorarm van Hans von Mittelhausen, een rid<strong>de</strong>r die<br />

<strong>in</strong> 1564 stierf.<br />

Tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was tan<strong>de</strong>xtractie <strong>de</strong> doeltreffendste remedie tegen<br />

hevige kiespijn. Het is helaas onmogelijk te achterhalen tot wanneer <strong>de</strong>ze praktijk teruggaat,<br />

want ze laat geen specifieke sporen na op <strong>de</strong> kaken (men kan ze niet on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

van een spontaan uitgevallen kies). De eerste amalgaamvull<strong>in</strong>gen waren op basis<br />

van goud. De oudste is ont<strong>de</strong>kt op het gebit van pr<strong>in</strong>ses Anna Ursula van Brunswijk-<br />

Lüneburg, die <strong>in</strong> 1601 overleed. Tandprothesen zou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Egyptenaren zijn uitgevon<strong>de</strong>n.<br />

Ze wer<strong>de</strong>n uit ivoor gesne<strong>de</strong>n en met gouddraad verbon<strong>de</strong>n, en waren voorbehou<strong>de</strong>n<br />

voor <strong>de</strong> farao’s en <strong>de</strong> rijke hoogwaardigheidsbekle<strong>de</strong>rs. Het duur<strong>de</strong> tot <strong>de</strong><br />

achttien<strong>de</strong> eeuw vooraleer het gebruik van het kunstgebit zich tot <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> klassen <strong>in</strong><br />

heel Europa uitbreid<strong>de</strong>. De meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> archeologische vondsten gaat dan ook<br />

tot die perio<strong>de</strong> terug. Toch is er een Duits <strong>in</strong>dividu, gedateerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> eeuw,<br />

wiens kunstgebit waarschijnlijk van zijn eigen tan<strong>de</strong>n is gemaakt.<br />

CAROLINE POLET 64<br />

Stress<strong>in</strong>dicatoren<br />

Een ziekte vaststellen die door een voed<strong>in</strong>gstekort (zoals rachitis of scheurbuik) werd<br />

veroorzaakt, was lange tijd een van <strong>de</strong> traditionele oogmerken van <strong>de</strong> paleopathologie.<br />

Dit soort on<strong>de</strong>rzoek geeft echter geen algemeen beeld van <strong>de</strong> gezondheidstoestand van<br />

een populatie. Wil men op grotere schaal werken, dan is het beter botletsels te gebruiken<br />

die goe<strong>de</strong> of slechte levensomstandighe<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> groei aan het licht brengen. Ze wor<strong>de</strong>n<br />

‘niet-specifieke stress<strong>in</strong>dicatoren’ genoemd. De hypoplasie van het tandglazuur, <strong>de</strong><br />

lijnen van Harris en <strong>de</strong> cribra orbitalia zijn <strong>de</strong> vaakst on<strong>de</strong>rzochte <strong>in</strong>dicatoren (afb. 12).<br />

Email- of glazuurhypoplasie is een verdunn<strong>in</strong>g van het tandglazuur, waardoor horizontale<br />

groeven en putten ontstaan. Deze misvorm<strong>in</strong>gen zijn te wijten aan kortstondige<br />

on<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cellen die <strong>in</strong>staan voor <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van het tandglazuur.<br />

Een studie uitgevoerd op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populatie die begraven lag rond <strong>de</strong><br />

kerk van Westerhus (Jämtland, Zwe<strong>de</strong>n), illustreert <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van sociale status: hoe<br />

hoger die status, hoe zeldzamer hypoplasie. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> belangrijke perio<strong>de</strong> van tandontwikkel<strong>in</strong>g<br />

leef<strong>de</strong>n maatschappelijk bevoorrechte k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dus <strong>in</strong> betere gezondheidsomstandighe<strong>de</strong>n.<br />

An<strong>de</strong>rzijds blijkt uit een hogere <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hypoplasie bij vrouwen<br />

uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse Kroatische populatie van Nova Rača dat <strong>de</strong> meisjes m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed<br />

wer<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld dan <strong>de</strong> jongens.<br />

Röntgenopnamen kunnen <strong>de</strong> aanwezigheid van lijnen van Harris op pijpbeen<strong>de</strong>ren<br />

aan het licht brengen. Deze ondoorzichtige lijnen lopen parallel met <strong>de</strong> groeilijnen en<br />

zijn het gevolg van tij<strong>de</strong>lijke verstor<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> botgroei gevolgd door een fase van herstel<br />

– <strong>de</strong> <strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kraakbeencellen vertraagt en het bot stopt tij<strong>de</strong>lijk met groeien<br />

terwijl <strong>de</strong> m<strong>in</strong>erale afzett<strong>in</strong>g voortgaat. In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populatie van Schleswig<br />

(Duitsland, elf<strong>de</strong>-twaalf<strong>de</strong> eeuw) wer<strong>de</strong>n twee perio<strong>de</strong>n van groeion<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>g vastgesteld.<br />

De eerste, tussen 1 en 2 jaar, zou verband hou<strong>de</strong>n met het spenen. De twee<strong>de</strong>,<br />

65 GEZONDHEID EN HYGIËNE<br />

tussen 8 en 10 jaar, zou te wijten zijn aan een slechte voed<strong>in</strong>g die niet vol<strong>de</strong>ed aan <strong>de</strong><br />

behoeften van het k<strong>in</strong>d dat, <strong>in</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, begon te werken vanaf die leeftijd.<br />

Anemie, of ze nu erfelijk is of het gevolg van on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g of bloed<strong>in</strong>gen, kan sporen<br />

op het skelet achterlaten. Een te kle<strong>in</strong> aantal ro<strong>de</strong> bloedlichaampjes veroorzaakt een<br />

hyperactiviteit van het beenmerg, <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong>ze cellen wor<strong>de</strong>n aangemaakt.<br />

Aangezien het merg zich <strong>in</strong> het zeefbeen bev<strong>in</strong>dt, beg<strong>in</strong>t dat te hypertrofiëren of verdikken.<br />

Anemie uit zich dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van perforaties die zichtbaar zijn op het uitwendige<br />

oppervlak van het bot. Bij lichte hypertrofie wor<strong>de</strong>n enkel die gebie<strong>de</strong>n geperforeerd<br />

waar het schorsweefsel dun is, zoals het dak van <strong>de</strong> oogkas (en dan wordt <strong>de</strong> ziekte cribra<br />

orbitalia genoemd). Wanneer <strong>de</strong> hypertrofie uitgesprokener is, kunnen ook het<br />

sche<strong>de</strong>ldak en <strong>de</strong> pijpbeen<strong>de</strong>ren letsels vertonen. De aanwezigheid van cribra orbitalia<br />

bij zuigel<strong>in</strong>gen kan erop wijzen dat geen goe<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len wer<strong>de</strong>n gebruikt om<br />

<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rmelk te vervangen.<br />

Besluit<br />

Menselijke resten uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen vormen uitgelezen on<strong>de</strong>rzoeksmateriaal voor<br />

antropobiologen: <strong>de</strong> skeletten zijn talrijk, vaak goed bewaard en doorgaans goed te<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>dividuele graven. De botten en <strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n vormen ‘biologische<br />

archieven’ die het mogelijk maken bepaal<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse populaties<br />

te reconstrueren, terwijl an<strong>de</strong>re bronnen daar niet altijd <strong>in</strong> slagen. De vooruitgang op<br />

het gebied van <strong>de</strong> medische beeldvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> moleculaire biologie heeft dan ook<br />

geleid tot een verbeter<strong>de</strong> opspor<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ziekten en <strong>de</strong> heelkundige <strong>in</strong>grepen van onze<br />

voorou<strong>de</strong>rs. En tot slot, hoewel <strong>de</strong> antropologie zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> doodsoorzaak vast kan stellen,<br />

kan ze toch <strong>de</strong> gezondheidstoestand van een ou<strong>de</strong> populatie reconstrueren.<br />

Bibliografie<br />

Alt, Rös<strong>in</strong>g & Teschler-Nicola 1998. Auf<strong>de</strong>rhei<strong>de</strong> & Rodríguez-Martín 1998. Dastugue & Gervais 1992. Dutour,<br />

Pálfi, Bérato & Brun 1994. Larsen 1997. Pálfi 2002, p. 193-210. Perrot 1985, p. 42-47. Polet 2003, p. 365-404.<br />

Polet & Orban 2001. Roberts, Pálfi, Dutour & Lewis 2002. Schnitzler, Le M<strong>in</strong>or, Lu<strong>de</strong>s & Boës 2005. Walker 2001,<br />

p. 573-596.<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


67<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (tot 900-1000) bevocht men elkaar hetzij<br />

<strong>in</strong> een treffen tussen kle<strong>in</strong>e troepen, bere<strong>de</strong>n of te voet, hetzij <strong>in</strong> veldslagen<br />

waarbij hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n of zelfs duizen<strong>de</strong>n mensen tegenover elkaar<br />

kwamen te staan. De legers vorm<strong>de</strong>n twee l<strong>in</strong>ies, twee echte muren van<br />

schil<strong>de</strong>n. Ze trokken voorwaarts en kwamen zwaar met elkaar <strong>in</strong> bots<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> een lang lijf om lijf gevecht waar<strong>in</strong>, zo schrijft Fre<strong>de</strong>gar (achtste eeuw), ‘<strong>de</strong> soldaten<br />

zo dicht bij elkaar ston<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n niet kon<strong>de</strong>n neervallen’. Deze muurtechniek<br />

bleef lange tijd ongewijzigd en werd toegepast <strong>in</strong> zowel <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag<br />

(1302) als <strong>de</strong> slag bij Tour<strong>in</strong>ne (1347): quasi murus […] <strong>in</strong> unum compacti. Elke gevallen<br />

soldaat moest terstond wor<strong>de</strong>n vervangen, want <strong>de</strong> aanvaller profiteer<strong>de</strong> van elk gat <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie om <strong>de</strong> buren van <strong>de</strong> gevallene <strong>in</strong> <strong>de</strong> flank te treffen en, van steeds dichterbij, <strong>de</strong><br />

hele gevechtsl<strong>in</strong>ie te doorbreken. Wanneer <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie op één punt werd verzwakt, riskeer<strong>de</strong><br />

ze over <strong>de</strong> hele lengte te wor<strong>de</strong>n vernietigd en ontaard<strong>de</strong> <strong>de</strong> strijd <strong>in</strong> een slacht<strong>in</strong>g. De<br />

aanvoer<strong>de</strong>rs leid<strong>de</strong>n hun eenhe<strong>de</strong>n persoonlijk, wat hen heel kwetsbaar maakte: zo<br />

sneuvel<strong>de</strong> Nithard, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>zoon van Karel <strong>de</strong> Grote, <strong>in</strong> 844.<br />

Volgens Clau<strong>de</strong> Gaier le<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overwonnen legers tw<strong>in</strong>tig tot vijftig procent verliezen,<br />

terwijl een veldslag die als heel bloe<strong>de</strong>rig bekendstaat, die bij Waterloo (1815), <strong>de</strong><br />

Fransen slechts tien procent verliezen toebracht. De verliezen bij <strong>de</strong> overwonnenen<br />

waren enorm, die bij <strong>de</strong> overw<strong>in</strong>naars schaars. Dit contrast weerspiegelt een dramatisch<br />

maatschappelijk verschil. In zijn relaas van <strong>de</strong> slag bij Wil<strong>de</strong>ren (1129), waar<strong>in</strong> 824<br />

<strong>in</strong>fanteristen sneuvel<strong>de</strong>n – Miles nulla luit, vulgus <strong>in</strong>herme ruit (Geen verliezen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

ruiters, een slacht<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r het onbescherm<strong>de</strong> voetvolk) – leg<strong>de</strong> Aegidius van Orval<br />

(<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) twee belangrijke elementen bloot: <strong>de</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tussen cavalerie en<br />

<strong>in</strong>fanterie, en <strong>de</strong> doeltreffendheid van <strong>de</strong> bescherm<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len.<br />

De hele mid<strong>de</strong>leeuwen lang on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> wapens een constante evolutie. Hun<br />

kwaliteit, die al goed was <strong>in</strong> <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd, verbeter<strong>de</strong> nog dankzij <strong>de</strong> vooruitgang<br />

op het gebied van <strong>de</strong> metaalbewerk<strong>in</strong>g. Er wer<strong>de</strong>n nieuwe wapens ontwikkeld en<br />

an<strong>de</strong>re wer<strong>de</strong>n opnieuw gebruikt zoals <strong>de</strong> kruisboog, <strong>de</strong> lans <strong>in</strong> al haar variëteiten of <strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong>ndag. Die vooruitgang was echter m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>grijpend dan <strong>de</strong> militaire en maatschappelijke<br />

omwentel<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van het gevecht te paard teweegbracht. Op<br />

Griekse, Rome<strong>in</strong>se of Karol<strong>in</strong>gische afbeeld<strong>in</strong>gen, en zelfs nog op het wandtapijt van<br />

Michel <strong>de</strong> Waha<br />

<strong>de</strong> dood<br />

op het slagveld<br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

Bayeux, zien we ruiters zwaaien met zwaar<strong>de</strong>n of betrekkelijke korte ‘lansen’ – <strong>de</strong><br />

Rome<strong>in</strong>se pilum, <strong>de</strong> Merov<strong>in</strong>gische werpspies met twee haken, <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische of<br />

Normandische lans – en ze als werpwapens gebruiken. Datzelf<strong>de</strong> wandtapijt van<br />

Bayeux toont voor het eerst ook een nieuw type lansgevecht, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> ruiter, die stevig<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> stijgbeugels vastzit, zijn lans met twee han<strong>de</strong>n horizontaal houdt, zijn paard <strong>de</strong><br />

sporen geeft en zijn vijand aan volle snelheid uit het za<strong>de</strong>l licht. In een biografie over haar<br />

va<strong>de</strong>r uitte Anna Comnene (oudste dochter van <strong>de</strong> Byzantijnse keizer Alexios; 1083-<br />

1153) haar sterke bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>ze tactiek van <strong>de</strong> westerse ruiters, die ze als<br />

onoverw<strong>in</strong>nelijk beschouw<strong>de</strong> tenzij hun paard werd geraakt. Deze manier van vechten<br />

werd toegepast door goed opgelei<strong>de</strong>, gediscipl<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> groepen die een veel langere lans<br />

gebruikten, tot 3,5 m lang en 15 tot 18 kg zwaar. Een cavalerieaanval kon heel hard toeslaan<br />

en <strong>de</strong> l<strong>in</strong>ie doorbreken. Jean Flori bevestigt dat ‘<strong>de</strong>ze nieuwe schermkunst <strong>de</strong> enige<br />

uitsluitend rid<strong>de</strong>rlijke metho<strong>de</strong> was’.<br />

De ruiters wer<strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rs door regels toe te passen die tot doel had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vijand<br />

gevangen te nemen en er losgeld voor te vragen. Anglo-Normanische geschiedschrijver<br />

Or<strong>de</strong>ricus Vitalis (twaalf<strong>de</strong> eeuw) brengt <strong>in</strong> 1119 relaas uit van <strong>de</strong> veldslag bij Bremule<br />

(tussen <strong>de</strong> legers van Hendrik I van Engeland en Lo<strong>de</strong>wijk vi van Frankrijk) tussen<br />

900 rid<strong>de</strong>rs waarbij slechts drie do<strong>de</strong>n vielen. Deze rid<strong>de</strong>rs waren immers gehuld <strong>in</strong><br />

ijzer, niet op bloed belust, spaar<strong>de</strong>n elkaar uit vrees voor God en uit eerbied voor hun<br />

wapenbroe<strong>de</strong>rschap en probeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vijand veeleer gevangen te nemen dan hem te<br />

do<strong>de</strong>n. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gebeurtenissen die Vlaan<strong>de</strong>ren na <strong>de</strong> moord op graaf Karel <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong><br />

(1127) verscheur<strong>de</strong>n, schatte Franse historicus Philippe Contam<strong>in</strong>e dat duizend rid<strong>de</strong>rs<br />

het tegen elkaar moesten opnemen, waarvan er slechts zeven sneuvel<strong>de</strong>n. In T<strong>in</strong>chebray<br />

(Laag-Normandië) verloren <strong>de</strong> zegevieren<strong>de</strong> Fransen <strong>in</strong> 1106 niet <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ste rid<strong>de</strong>r, en<br />

<strong>in</strong> L<strong>in</strong>coln (Engeland) <strong>in</strong> 1217 betreur<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overw<strong>in</strong>naars maar één gesneuvel<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r<br />

en <strong>de</strong> overwonnenen twee, maar er waren wel vierhon<strong>de</strong>rd gevangenen. Willem <strong>de</strong><br />

Bretoen (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw), <strong>de</strong> kroniekschrijver van kon<strong>in</strong>g Filips ii van Frankrijk,<br />

merkte op dat ‘voorheen duizen<strong>de</strong>n mensen omkwamen <strong>in</strong> een veldslag, maar nu zijn <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>fensieve mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> die mate verbeterd dat men zich tegen elk nieuw leger kan<br />

beschermen’.<br />

Gebruikmakend van <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong>-eeuwse economische expansie en ook van <strong>de</strong> buit<br />

die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlogen werd gemaakt, ontwikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs niet alleen <strong>de</strong> lans maar<br />

ook, en vooral, hun beschermen<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g. De maliënkol<strong>de</strong>r werd een halsberg (een<br />

maliënkol<strong>de</strong>r met kap die reikte tot aan <strong>de</strong> voeten) of een plaatharnas (ook schobbejak<br />

genoemd en niet bestaan<strong>de</strong> uit r<strong>in</strong>getjes maar uit metalen plaatjes), en <strong>de</strong> helm werd<br />

geperfectioneerd. De prijs van <strong>de</strong>ze uitsteken<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g stond <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot haar<br />

doeltreffendheid. De rid<strong>de</strong>rs waren echte professionals die een zware opleid<strong>in</strong>g kregen,<br />

gewend waren om samen te vechten en hun vak ken<strong>de</strong>n. Ze beschikten over een beschermen<strong>de</strong><br />

uitrust<strong>in</strong>g van uitsteken<strong>de</strong> kwaliteit die het aantal slachtoffers doorgaans beperkte,<br />

behalve wanneer twee ‘partijen’ of ‘maagschappen’ <strong>in</strong> een e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze privéoorlog tegenover<br />

elkaar kwamen te staan. Zo bevochten twee Luikse geslachten en hun afstammel<strong>in</strong>gen<br />

elkaar geduren<strong>de</strong> een halve eeuw <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong>r Awans en Waroux: <strong>in</strong> <strong>de</strong> slag bij<br />

Donmart<strong>in</strong> (1325) vochten 250 ‘harnassen’ voor <strong>de</strong> Awans en 350 voor <strong>de</strong> Waroux: <strong>de</strong> verliezen<br />

bedroegen respectievelijk 14 en 65 do<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voetknechten mee te tellen.<br />

Maatschappelijk gezien werd <strong>de</strong> oorlog een bijzon<strong>de</strong>r ongelijke aangelegenheid. In<br />

vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs beschikten <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanteristen die uit veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gegoe<strong>de</strong><br />

MICHEL DE WAHA 68<br />

69 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />

milieus kwamen – vanaf het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw vocht <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke burgerij te<br />

paard, zoals blijkt uit <strong>de</strong> keure van Luxemburg (1235) – over een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r volledige<br />

wapenrust<strong>in</strong>g, en hun bescherm<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len kon<strong>de</strong>n niet op tegen die van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs.<br />

Aangezien <strong>de</strong> oorlog hun beroep niet was, waren <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>fanteristen ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed<br />

opgeleid dan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs; ze waren niet gewend samen te vechten, ze panikeer<strong>de</strong>n wel<br />

eens bij cavalerieaanvallen en wer<strong>de</strong>n afgemaakt <strong>in</strong> <strong>de</strong> slacht<strong>in</strong>gen die met <strong>de</strong> veldslagen<br />

gepaard g<strong>in</strong>gen, want het bracht niet op losgeld voor hen te vragen. Ze wer<strong>de</strong>n dus<br />

gedood tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> achtervolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verliezers, soms verschei<strong>de</strong>ne kilometers ver.<br />

De verliezen<br />

Vóór het jaar duizend wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> veldslagen zware verliezen gele<strong>de</strong>n. Nadien veroor-<br />

zaakte <strong>de</strong> tactiek van zware cavalerieaanvallen om <strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijke l<strong>in</strong>ies b<strong>in</strong>nen te dr<strong>in</strong>gen<br />

en te doorbreken en <strong>de</strong> vijand te oms<strong>in</strong>gelen, vooral on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanterie zware verliezen.<br />

Vaak wer<strong>de</strong>n gewon<strong>de</strong>n en gevangenen geëxecuteerd. In <strong>de</strong> slag bij Visé (1106)<br />

lieten <strong>de</strong> aanhangers van <strong>de</strong> latere Duitse keizer Hendrik v zo’n 200 do<strong>de</strong>n op het terre<strong>in</strong><br />

achter, hoewel er niet veel manschappen waren <strong>in</strong>gezet. In Hoeselt (1328) tel<strong>de</strong> men<br />

1319 lijken; <strong>in</strong> Othée <strong>in</strong> 1408 stierven sommigen door verstikk<strong>in</strong>g, terwijl an<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong><br />

AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

hitte bezweken; uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk werd <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> overwonnenen afgemaakt. In Monsen-Pévèle<br />

(1304, Nord-Pas-<strong>de</strong>-Calais) lieten <strong>de</strong> Fransen 300 e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n dood op het<br />

slagveld achter, naast 1500 en 2000 <strong>in</strong>fanteristen; on<strong>de</strong>r hun Vlaamse tegenstan<strong>de</strong>rs<br />

waren er evenveel do<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gewon<strong>de</strong>n te tellen. De lijst van beken<strong>de</strong> Vlaamse<br />

opstan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen – met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, zij die voldoen<strong>de</strong> bezitt<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n om het<br />

voorwerp van confiscatie door <strong>de</strong> ambtenaren van <strong>de</strong> Franse kon<strong>in</strong>g te zijn – die <strong>in</strong><br />

Kassel (1328) sneuvel<strong>de</strong>n, omvat 3185 namen. Montenaken (1465) eiste 2000 do<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />

slacht<strong>in</strong>g van Brustem (1467) zou volgens een tell<strong>in</strong>g 3600 do<strong>de</strong>n hebben gemaakt.<br />

Aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw nam <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanterie aanzienlijk toe.<br />

Tij<strong>de</strong>ns verschei<strong>de</strong>ne veldslagen zoals <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag (1302), Bannockburn<br />

(Schotland; 1314), Morgarten (Zwitserland; 1315) en Vottem (1346), verpletter<strong>de</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

<strong>in</strong>fanterie hele legers van rid<strong>de</strong>rs en bracht hen zware verliezen toe. Op een na<br />

sneuvel<strong>de</strong>n alle bevelhebbers van <strong>de</strong> Franse eenhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Kortrijk. De rid<strong>de</strong>rs kwamen<br />

massaal om: veertig tot vijftig procent <strong>in</strong> Kortrijk, vijftig procent <strong>in</strong> Kassel (1328), veertig<br />

procent <strong>in</strong> Poitiers (1356) en <strong>in</strong> Az<strong>in</strong>court (1415), waar <strong>de</strong> hertog van Brabant en<br />

Limburg, Anton van Bourgondië, sneuvel<strong>de</strong>. In Crécy (1346) wer<strong>de</strong>n 1542 gedo<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />

geteld. Kroniekschrijver Froissart (veertien<strong>de</strong> eeuw) geeft wat an<strong>de</strong>re cijfers die<br />

echter belangrijk zijn: 11 hoge heren, waaron<strong>de</strong>r Jan <strong>de</strong> Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>, graaf van Luxemburg<br />

MICHEL DE WAHA 70<br />

71 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />

en kon<strong>in</strong>g van Bohemen, 83 baan<strong>de</strong>rheren en 1212 rid<strong>de</strong>rs ‘met één schild’. Van dan af<br />

gold, hoe hoger <strong>de</strong> maatschappelijke rang, hoe kle<strong>in</strong>er het gevaar dat men liep om te<br />

sneuvelen. De dood van Karel <strong>de</strong> Stoute <strong>in</strong> Nancy (1477) werd een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

Dit grote aantal slachtoffers was te wijten aan <strong>de</strong> meedogenloze strijd tussen rid<strong>de</strong>rs<br />

en niet-a<strong>de</strong>llijke <strong>in</strong>fanteristen. De rid<strong>de</strong>rs spaar<strong>de</strong>n het voetvolk niet, dat er op zijn beurt<br />

niet voor terug<strong>de</strong><strong>in</strong>s<strong>de</strong> <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs te do<strong>de</strong>n. De grootste bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />

waren: <strong>de</strong> bewapen<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>fanteristen en vooral hun lansen, die een muur vorm<strong>de</strong>n<br />

tegen <strong>de</strong> cavaleriepaar<strong>de</strong>n, hoe goed die ook waren beschermd; <strong>de</strong> beschiet<strong>in</strong>gen door<br />

<strong>de</strong> boogschutters gewapend met hun grote handboog (<strong>in</strong> <strong>de</strong> slag bij Bosnau (Rocroi,<br />

Frankrijk), <strong>in</strong> 1435, wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> enkele m<strong>in</strong>uten tijd 600 pijlen afgeschoten op 100 tegenstan<strong>de</strong>rs);<br />

en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>lijke korte pijlen van <strong>de</strong> kruisbogen, die een trage vuursnelheid<br />

had<strong>de</strong>n maar zich door <strong>de</strong> harnassen boor<strong>de</strong>n. En al snel begon een nieuw soort wapen<br />

dood en verniel<strong>in</strong>g te zaaien: het vuurgeschut.<br />

De verwond<strong>in</strong>gen: snelle dood of pijnlijk overleven?<br />

Door <strong>de</strong> manier waarop te voet strijd werd geleverd, met een muur van schil<strong>de</strong>n, of te<br />

paard, met aanvallen met <strong>de</strong> lans of het zwaard, wer<strong>de</strong>n vooral slagen van boven naar<br />

bene<strong>de</strong>n gegeven, op het hoofd, op <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs en op <strong>de</strong> armen.<br />

Op <strong>de</strong> Angelsaksische begraafplaats van Eccles (Kent) bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich drie mannen<br />

die gedood zijn door een rechtstreekse slag op het voorhoofd, wat een fatale breuk veroorzaakte.<br />

Van een van hen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> armen afgehakt toen hij ze optil<strong>de</strong> om zich te ver<strong>de</strong>digen.<br />

De an<strong>de</strong>re lichamen vertonen talrijke sporen van slagen die erop wijzen dat ze<br />

tij<strong>de</strong>ns hun vlucht wer<strong>de</strong>n gedood en verm<strong>in</strong>kt. In Dover bevat een begraafplaats, gedateerd<br />

tussen <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> en <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> eeuw, twee lichamen met sche<strong>de</strong>lletsels die door<br />

wapens zijn veroorzaakt. Het eerste, toegebracht door een zwaard, was do<strong>de</strong>lijk. Het<br />

l<strong>in</strong>ker wandbeen is diep <strong>in</strong>gesne<strong>de</strong>n over een lengte van 98 mm, met een maximale<br />

breedte van 36 mm. De won<strong>de</strong>n zijn zuiver, zon<strong>de</strong>r enig spoor van botherstel of teken<br />

van <strong>in</strong>fectie. De soldaat overleef<strong>de</strong> dus niet lang genoeg om het proces van herstel of<br />

<strong>in</strong>fectie, waarvan b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> vijf dagen sporen te zien zijn, op gang te laten komen. De<br />

verwond<strong>in</strong>g was bijgevolg onmid<strong>de</strong>llijk fataal of veroorzaakte <strong>de</strong> dood b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze termijn<br />

van vijf dagen. De positie van <strong>de</strong> verwond<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> aanvalshoek van veertig gra<strong>de</strong>n<br />

wijzen op een houw van een zwaard toegebracht door een rechtshandige, van boven af,<br />

die 10 mm het bot b<strong>in</strong>nen is gedrongen. Uit <strong>de</strong> analyses uitgevoerd op veertien lichamen<br />

met sche<strong>de</strong>lletsels uit <strong>de</strong> Angelsaksische perio<strong>de</strong>, en waarvan er een het lichaam van een<br />

vrouw zou kunnen zijn, blijkt dat twaalf letsels, waarvan elf fatale, het gevolg zijn van<br />

zwaardslagen. Eén enkele zwaardslag is genezen. Op een begraafplaats <strong>in</strong> Cambridge,<br />

gedateerd tussen 950 en 1120, vertoont het lichaam van een man van 35 tot 44 jaar drie<br />

sche<strong>de</strong>lletsels, allemaal veroorzaakt door een zwaard; het eerste letsel stemt overeen<br />

met <strong>de</strong> eerste toegebrachte slag. Het letsel raakt het rechter wandbeen, maar <strong>de</strong> slag trof<br />

eerst <strong>de</strong> coronale sutuur. De sche<strong>de</strong>lwand is doorboord en toen het zwaard terug werd<br />

getrokken, kwam een stuk bot mee. Het diploë is opengebarsten, maar niet <strong>de</strong> <strong>in</strong>wendige<br />

sche<strong>de</strong>lwand. Het wapen is <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l van boven naar bene<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nengedrongen, is<br />

daarna via <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> baan teruggetrokken en dan verwij<strong>de</strong>rd <strong>in</strong> een hoek die een <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> sche<strong>de</strong>lwand meenam. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> slag werd vertikaal gegeven, daarna<br />

werd het wapen heen en weer bewogen en tot slot naar voren en naar boven getrokken.<br />

De twee<strong>de</strong> slag beland<strong>de</strong> op het voorhoofdsbeen en doorboor<strong>de</strong> en verbrijzel<strong>de</strong> het.<br />

CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

CAT 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.


Deze slag werd eveneens van bovenaf toegebracht, van rechts naar l<strong>in</strong>ks. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> letsel<br />

raakte het voorhoofdsbeen over een lengte 30 mm en veroorzaakte een bloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

won<strong>de</strong>. Nog een an<strong>de</strong>r letsel is op <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> borstwervel zichtbaar. Het ontstond toen het<br />

slachtoffer zijn rug naar <strong>de</strong> aanvaller keer<strong>de</strong>. De aanvaller moest zijn zwaard er <strong>in</strong> twee<br />

keer uit trekken. Geen van <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l doorboort die volledig, en zoals<br />

ook werd vastgesteld op <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong> slag van Visby, waren er verschei<strong>de</strong>ne verwond<strong>in</strong>gen<br />

waaraan <strong>de</strong> soldaat snel moet zijn bezweken.<br />

Het twee<strong>de</strong> lichaam van Dover vertoont een kronkelige barst aan <strong>de</strong> top van het<br />

sche<strong>de</strong>ldak over 78 mm met een breedte van 6 tot 10 mm. De effen ran<strong>de</strong>n van het letsel<br />

en <strong>de</strong> <strong>in</strong>wendige vascularisatie leren dat <strong>de</strong> slag, die werd gegeven met een wapen met een<br />

zwaar lemmet, waarschijnlijk een bijl, niet fataal was. Een soortgelijk verschijnsel was al<br />

vastgesteld op een lichaam van het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>in</strong> Lepenski Vir (Servië).<br />

Een vergelijk<strong>in</strong>g van Duitse en Britse begraafplaatsen, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n begraafplaatsen<br />

die ver van strijdlocaties verwij<strong>de</strong>rd lagen, toont 1,96 % sche<strong>de</strong>ltrauma’s <strong>in</strong><br />

Engeland en 7,32 % <strong>in</strong> Duitsland. De sche<strong>de</strong>ls vertonen meestal letsels aan het l<strong>in</strong>ker<br />

wangbeen en aan het voorhoofdsbeen, wat wijst op lijf om lijf gevechten van rechtshandigen.<br />

Hoewel archeologe T<strong>in</strong>a Jakob <strong>de</strong> meeste van <strong>de</strong>ze letsels toeschrijft aan <strong>de</strong> impact<br />

van wapens en bereken<strong>de</strong> dat 34,78 % van <strong>de</strong> letsels fataal was, on<strong>de</strong>rstreept ze dat een<br />

aanzienlijk aantal van die sche<strong>de</strong>lletsels ook genas. Zo vermeldt ze een Angelsaksische<br />

sche<strong>de</strong>l die wellicht werd geraakt door <strong>de</strong> slag van een zwaard of een speer maar die ‘volledig’<br />

was genezen, zon<strong>de</strong>r uiteraard secundaire kwalen uit te sluiten zoals hevige hoofdpijn,<br />

vormen van epilepsie, gezichts- of geheugenstoornissen, naast problemen van psychologische<br />

aard. In Duitsland daarentegen lag het percentage ongeneeslijke breuken<br />

hoger, vooral als gevolg van talrijke meervoudige breuken. Alle letsels veroorzaakt door<br />

een verbrijzel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l zijn echter genezen.<br />

Sommige lichamen tonen aan dat men zware sche<strong>de</strong>lletsels kon overleven, ondanks<br />

MICHEL DE WAHA 72<br />

73 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />

het bloedverlies en het <strong>in</strong>fectiegevaar. Specialisten wijzen erop dat <strong>de</strong> Pactus legis alamannorum<br />

(<strong>de</strong> wet van <strong>de</strong> Alemannen, die dateert van het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> eeuw)<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van sche<strong>de</strong>ltrauma’s door artsen al vermeldt. In <strong>de</strong> Angelsaksische<br />

‘medische’ literatuur treft men soortgelijke verwijz<strong>in</strong>gen aan die vaak als irrelevant<br />

wor<strong>de</strong>n beschouwd door <strong>de</strong> commentatoren van onze tijd. De gevallen die T<strong>in</strong>a Jakob<br />

on<strong>de</strong>rzocht, zoals <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l van een boer uit Wharram Percy (Yorkshire) die tussen<br />

960 en 1100 werd begraven en die na trepanatie een zwaar sche<strong>de</strong>ltrauma had overleefd,<br />

tonen aan dat niet elke traumatische verwond<strong>in</strong>g aan het hoofd fataal was. Er zijn trouwens<br />

drie latere voorbeel<strong>de</strong>n (twaalf<strong>de</strong>-veertien<strong>de</strong> eeuw) van behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van sche<strong>de</strong>lletsels<br />

veroorzaakt door wapens <strong>in</strong> Groot-Brittannië. Dat belet niet dat <strong>de</strong> pijn<br />

immens moet zijn geweest en <strong>de</strong> nasleep soms zwaar.<br />

De site van het kasteel van Vadum Jacob (Israël), dat Salad<strong>in</strong> <strong>in</strong> 1179 op een garnizoen<br />

van tempelrid<strong>de</strong>rs verover<strong>de</strong>, is <strong>in</strong>tact gebleven. Er werd een soldaat aangetroffen<br />

die tussen <strong>de</strong> 30 en 40 jaar oud was, met een pijl <strong>in</strong> het darmbeen. Nadat <strong>de</strong> pijl <strong>de</strong> buik<br />

aan <strong>de</strong> rechterzij<strong>de</strong> b<strong>in</strong>nen was gedrongen, door <strong>de</strong> zachte weefsels heen, veroorzaakte<br />

hij een zware bloed<strong>in</strong>g die het slachtoffer fataal werd. Een an<strong>de</strong>re soldaat, ook 30 tot 40<br />

jaar oud, had <strong>in</strong> <strong>de</strong> halswervels drie pijlen die hem had<strong>de</strong>n kunnen doen doodbloe<strong>de</strong>n of<br />

stikken <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> luchtwegen geraakt waren. Een zwaard had hem een letsel toegebracht<br />

aan het l<strong>in</strong>ker opperarmbeen en zijn voorarm was verdwenen, wat aangeeft dat<br />

hij was afgesne<strong>de</strong>n vooraleer het lichaam daar werd neergeworpen. Een an<strong>de</strong>re, fatale<br />

slag trof het wandbeen en het voorhoofdsbeen; hij spleet <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l <strong>in</strong> tweeën, wat hersenscha<strong>de</strong><br />

en een zware bloed<strong>in</strong>g moet hebben veroorzaakt. De kaak was <strong>in</strong> tweeën<br />

gebroken en het kaakbeen was geraakt door een laatste slag toegebracht op <strong>de</strong> wang.<br />

Twee an<strong>de</strong>re soldaten stierven aan een hemorragie als gevolg van verwond<strong>in</strong>gen veroorzaakt<br />

door zwaar<strong>de</strong>n. Deze resultaten van opgrav<strong>in</strong>gen nuanceren <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g dat<br />

beleger<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r moor<strong>de</strong>nd zou<strong>de</strong>n zijn geweest dan veldslagen. Sommige van <strong>de</strong>


toegebrachte slagen verschaffen ook waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong><br />

bescherm<strong>in</strong>g gebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> maliënkol<strong>de</strong>rs en halsbergen.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek van een lichaam bewaard <strong>in</strong> Oslo wees op een halsverstuik<strong>in</strong>g (of<br />

whiplash, het Engelse woord voor ‘nekslag’), veroorzaakt door <strong>de</strong> val van een paard. We<br />

weten niet of die verwond<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns een gevecht is opgetre<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong><br />

letsels lijken te stroken met die van uit het za<strong>de</strong>l geworpen rid<strong>de</strong>rs. Zelfs al waren zijn<br />

verwond<strong>in</strong>gen niet fataal, het leven van <strong>de</strong>ze man zal nadien wel geteisterd zijn door<br />

hals-, schou<strong>de</strong>r- en armpijn, een beperkte mobiliteit en neurologische symptomen.<br />

In <strong>de</strong> kathedraal van Bologna vertonen twee jonge volwassenen (tussen 20 en 34<br />

jaar), door <strong>de</strong> C14-metho<strong>de</strong> omstreeks 920 (+/- 50) gedateerd, respectievelijk een trapezoïdale<br />

sche<strong>de</strong>lperforatie van 22 x 21 mm breed en 7 mm hoog <strong>in</strong> het l<strong>in</strong>ker wangbeen,<br />

met heel zuivere ran<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r botherstel, en een rechthoekige sche<strong>de</strong>lperforatie van<br />

11 op 12 mm zon<strong>de</strong>r botherstel. Deze letsels wer<strong>de</strong>n toegebracht onmid<strong>de</strong>llijk voor <strong>de</strong><br />

dood <strong>in</strong>trad en waren waarschijnlijk ook <strong>de</strong> doodsoorzaak. In het eerste geval was <strong>de</strong><br />

perforatie het gevolg van een slag die van achteren werd gegeven, wellicht met oorlogshamer,<br />

en die <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>l verbrijzel<strong>de</strong>. Dit geval kan wor<strong>de</strong>n vergeleken met dat van <strong>de</strong><br />

Normanische baron Robert FitzHamon die <strong>in</strong> 1106 een zo har<strong>de</strong> slag op zijn helm kreeg<br />

dat hij tot aan zijn dood bewusteloos bleef. In het twee<strong>de</strong> geval was <strong>de</strong> perforatie misschien<br />

het gevolg van een pijl of van een puntige nagel die hem <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>slag moest<br />

geven. We zien een <strong>de</strong>rgelijke perforatie ook op een skelet van <strong>de</strong> begraafplaats van San<br />

Pietro <strong>in</strong> V<strong>in</strong>coli (Turijn), waar <strong>de</strong> lichamen van terechtgestel<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n begraven. Dit<br />

procedé doet <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> manier waarop nu nog grote dieren wor<strong>de</strong>n gedood <strong>in</strong><br />

slachthuizen en die, zoals een stu<strong>de</strong>nte ons toevertrouw<strong>de</strong>, door dierenartsen als ‘menselijk’<br />

wordt beschouwd, want zodra <strong>de</strong> hersenvlieszones en <strong>de</strong> cognitieve zones aangetast<br />

zijn, gaat het slachtoffer <strong>in</strong> een diepe coma die het totaal ongevoelig maakt voor pijn.<br />

Recent on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> Groot-Brittannië toont aan dat <strong>de</strong> zwaardvechters op <strong>de</strong>ze wijze<br />

<strong>de</strong> gena<strong>de</strong>slag ontv<strong>in</strong>gen.<br />

Angst en moed<br />

Niemand trok ten strij<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r angst. Jo<strong>in</strong>ville (<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw) schrijft dat ‘Li Frans…<br />

s’arme par pour <strong>de</strong> mort’ (De Fransen wapenen zich uit schrik voor <strong>de</strong> dood): <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs<br />

perfectioneer<strong>de</strong>n hun beschermen<strong>de</strong> uitrust<strong>in</strong>g <strong>in</strong> die mate dat ze een tijdlang onkwetsbaar<br />

waren. Toen <strong>de</strong> Normandische ruiters <strong>in</strong> Hast<strong>in</strong>gs (1066) op <strong>de</strong> strijdbijlen van <strong>de</strong><br />

Angelsaksen botsten, kon Willem <strong>de</strong> Veroveraar hen enkel verh<strong>in</strong><strong>de</strong>ren weg te lopen<br />

door hen ervan te overtuigen dat vluchten een gewisse dood beteken<strong>de</strong>. In Bouv<strong>in</strong>es<br />

bo<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Brabantse huursoldaten het langst weerstand aan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs van kon<strong>in</strong>g Filips<br />

II van Frankrijk, die beducht waren voor <strong>de</strong>ze voetsoldaten gewapend met lange pieken<br />

die nog lange tijd hun charges zou<strong>de</strong>n breken en hun enkele van hun bloe<strong>de</strong>rigste ne<strong>de</strong>rlagen<br />

zou<strong>de</strong>n toebrengen. Louis Van Velthem (veertien<strong>de</strong> eeuw) vermeldt <strong>de</strong> angst van<br />

<strong>de</strong> Vlaamse <strong>in</strong>fanteristen vóór <strong>de</strong> slag bij Kortrijk. Toch vond men altijd mannen die<br />

bereid waren ten strij<strong>de</strong> te trekken: hel<strong>de</strong>nmoed, een element van <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke cultuur<br />

dat vaak <strong>in</strong> een hovaardige onbekommerdheid omsloeg, kostte even goed het leven aan<br />

‘<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r Jacques <strong>de</strong> Lala<strong>in</strong>g’, die door een kogel werd geveld tij<strong>de</strong>ns het beleg<br />

van Gent (1452), als aan Luikse, Vlaamse, Zwitserse, Schotse <strong>in</strong>fanteristen of milities<br />

uit Italiaanse ste<strong>de</strong>n, die beseften dat hun politieke eisen slechts manu militari kon<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n afgedwongen.<br />

MICHEL DE WAHA 76<br />

77 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />

Waarom <strong>de</strong> dood op het slagveld riskeren?<br />

De oorlog is <strong>in</strong>herent aan <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van onze maatschappijen en van hun lei<strong>de</strong>rs.<br />

De titel ‘imperator’ werd die van <strong>de</strong> hoogste magistratuur, en <strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong><br />

christelijke keizers, Constantijn I <strong>de</strong> Grote als eerste, sterk betrokken bij <strong>de</strong> oorlogen,<br />

want ne<strong>de</strong>rlagen tastten hun legitimiteit aan. Rome maakte van <strong>de</strong> oorlog een regaal<br />

recht, een attribuut van <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> Staat die <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van die macht niet aan<br />

<strong>de</strong> gewone burger wou overlaten. Net als het recht om geld te munten en recht te spreken,<br />

bleef <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong> wezenlijke uitdrukk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> macht en het bestaan van <strong>de</strong> Staat.<br />

De Germaanse kon<strong>in</strong>gen leef<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een beschav<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> legerbevelhebbers <strong>de</strong><br />

eerste plaats bekleed<strong>de</strong>n, zelfs al zorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wetten van <strong>de</strong> barbaren ervoor dat het<br />

geweld <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij beperkt bleef. Tussen 580 en 590 von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Engeland 37 militaire<br />

gebeurtenissen plaats, en 12 veldslagen mond<strong>de</strong>n uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> dood van een kon<strong>in</strong>g.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen (vijf<strong>de</strong>-elf<strong>de</strong> eeuw) was <strong>de</strong> oorlog zo gewoon gewor<strong>de</strong>n<br />

dat toen Karel <strong>de</strong> Grote, die nochtans bijna elk jaar van zijn bew<strong>in</strong>d op veldtocht g<strong>in</strong>g,<br />

eens geen expeditie on<strong>de</strong>rnam, dat feit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Annalen werd vermeld!<br />

Tot vandaag blijft <strong>de</strong> oorlog het recht van <strong>de</strong> soevere<strong>in</strong>e macht, zelfs <strong>in</strong>dien ze die<br />

macht tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen moest <strong>de</strong>len met <strong>de</strong> burgers, <strong>in</strong> een maatschappij van privéoorlogen<br />

en bloedwraak, van vete of Feh<strong>de</strong>, die Karel <strong>de</strong> Groot vruchteloos poog<strong>de</strong> te<br />

bestrij<strong>de</strong>n en die zijn opvolgers gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> kop probeer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te drukken. In <strong>de</strong>rgelijke<br />

omstandighe<strong>de</strong>n moest <strong>de</strong> oorlog wel als statusverhogend wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

Deze sterke drijfveer werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nse wereld geensz<strong>in</strong>s door religieuze voorschriften<br />

gefnuikt. Hoewel Jezus zei dat ‘wie naar het zwaard grijpt, door het zwaard<br />

zal omkomen’ (Evangelie van Matteus, 26: 52), schaar<strong>de</strong> Constantijn zich achter het<br />

christendom nadat hij een kruis en <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n ‘<strong>in</strong> hoc signo v<strong>in</strong>ces’ (<strong>in</strong> dit teken zul je<br />

overw<strong>in</strong>nen) had gezien op <strong>de</strong> Milvische brug. De heilige August<strong>in</strong>us ontwikkel<strong>de</strong> zijn<br />

theorie van <strong>de</strong> rechtvaardige oorlog ver<strong>de</strong>r, en tot vandaag zijn talrijke formules voor het<br />

zegenen van zwaar<strong>de</strong>n bewaard. In <strong>de</strong> Karol<strong>in</strong>gische tijd leg<strong>de</strong> Reg<strong>in</strong>o van Prüm<br />

(negen<strong>de</strong> eeuw) nog een penitentie van veertig dagen op aan wie iemand <strong>in</strong> een ‘publieke<br />

oorlog’ dood<strong>de</strong>, maar Halitgarius van Kamerijk (negen<strong>de</strong> eeuw) paste die slechts toe<br />

op wie <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijke oorlog zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n dood<strong>de</strong>. Na <strong>de</strong> slag bij Fontenoy-en-Puisaye<br />

(840) lieten <strong>de</strong> bisschoppen van het zegevieren<strong>de</strong> kamp weten dat <strong>de</strong> soldaten <strong>de</strong> gezanten<br />

van God waren en geen enkele penitentie moesten doen, behalve <strong>in</strong>dien ze had<strong>de</strong>n<br />

gedood uit wraak of uit eerzucht. Het duur<strong>de</strong> niet lang vooraleer vóór elke veldslag een<br />

mis werd opgedragen, en zoals Van Velthem (veertien<strong>de</strong> eeuw) vermeldt <strong>in</strong> zijn relaas<br />

van <strong>de</strong> Gul<strong>de</strong>nsporenslag (1302): ‘Elk sprak zijn biecht ter plaatse en daarna drongen zij<br />

dicht opeen, <strong>de</strong> een tegen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.’<br />

Een van <strong>de</strong> conventies van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>roorlog verleen<strong>de</strong> het recht op een christelijke<br />

begrafenis aan wie <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd omkwam. In rid<strong>de</strong>rkr<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n op grote<br />

schaal gerepatrieerd. De overw<strong>in</strong>naars van Nancy g<strong>in</strong>gen op zoek naar het lichaam van<br />

Karel <strong>de</strong> Stoute, behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n het en waakten erbij. In Luik wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong><br />

gewone soldaten <strong>in</strong> kalktonnen van het slagveld gehaald.<br />

De oorlog als mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> maatschappelijke lad<strong>de</strong>r te beklimmen<br />

In <strong>de</strong> Germaanse wereld was <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> militaire dienst bijzon<strong>de</strong>r groot: <strong>de</strong><br />

oproep<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> selectief b<strong>in</strong>nen welbepaal<strong>de</strong> sociale groepen. De oorlog bracht<br />

maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op gang, rem<strong>de</strong> ze af of versnel<strong>de</strong> ze. Vóór Karel <strong>de</strong>


AFB 5<br />

Fra Angelico, Amputatie-won<strong>de</strong>r van Cosmas en Damianus<br />

San-Marco Altaarstuk, 1438-1440.<br />

Grote had niet-oproep<strong>in</strong>g een onaanvaardbare maatschappelijke en economische tenachterstell<strong>in</strong>g<br />

tot gevolg. Maar naast <strong>de</strong> morele, <strong>in</strong>dividuele en collectieve waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

militaire dienst, mag zeker ook <strong>de</strong> rijkdom niet wor<strong>de</strong>n vergeten die te beurt viel aan <strong>de</strong><br />

soldaten on<strong>de</strong>r wie <strong>de</strong> buit van het zegevieren<strong>de</strong> leger mocht wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld. Na Karel<br />

<strong>de</strong> Grote gebruikten <strong>de</strong> e<strong>de</strong>len, die <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> buit <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> oproep<strong>in</strong>gen<br />

voor het leger om <strong>de</strong> pauperes, <strong>de</strong> vrijen die m<strong>in</strong><strong>de</strong>r machtig waren dan zij, on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> knoet te hou<strong>de</strong>n. De militaire dienst kon dus zowel knechten als maatschappelijke<br />

vooruitgang verzekeren. Wie zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> entourage van <strong>de</strong> machtigen, van <strong>de</strong> vorst,<br />

bevond en zich tij<strong>de</strong>ns militaire campagnes door zijn moed liet opvallen, kon rijkdom en<br />

een maatschappelijke positie verwerven die an<strong>de</strong>rs onbereikbaar zou<strong>de</strong>n zijn. Rond <strong>de</strong><br />

machtigen vorm<strong>de</strong>n zich gewapen<strong>de</strong> troepen die lange tijd <strong>de</strong> basis vorm<strong>de</strong>n van alle<br />

rekruter<strong>in</strong>gen en die <strong>de</strong> overheid verplichtten tot onophou<strong>de</strong>lijke compromissen <strong>in</strong>zake<br />

geweldda<strong>de</strong>n en privéoorlogen. De le<strong>de</strong>n van die groepen waren vassi, die aanvankelijk<br />

laag <strong>in</strong> rang waren maar dan, met het vooruitzicht van een mooie feodale toekomst,<br />

MICHEL DE WAHA 78<br />

79 DE DOOD OP HET SLAGVELD<br />

krijgslie<strong>de</strong>n of milites wer<strong>de</strong>n, betaal<strong>de</strong> soldaten die soldij kregen om oorlog te voeren,<br />

tot <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>sen en kon<strong>in</strong>gen zelf die term overnamen die van dan af ‘rid<strong>de</strong>r’ beteken<strong>de</strong> en<br />

waarmee steeds meer prestige en maatschappelijke status gepaard g<strong>in</strong>gen.<br />

Toen <strong>de</strong> milites of aristocraten aan het hoofd kwamen te staan van nakomel<strong>in</strong>gschappen<br />

die hun vermogen <strong>in</strong> gevaar brachten, moesten niet alleen <strong>de</strong> ‘jongeren’, <strong>de</strong> ‘ca<strong>de</strong>tten’<br />

(e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> het leger dien<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> krijgskunst te leren), maar ook diegenen<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> bronnen ‘arme rid<strong>de</strong>rs’ wor<strong>de</strong>n genoemd (rid<strong>de</strong>rs wier mid<strong>de</strong>len ontoereikend<br />

waren om hun maatschappelijke status <strong>in</strong> stand te hou<strong>de</strong>n), troepen vormen die soms<br />

van roverij leef<strong>de</strong>n. Ze g<strong>in</strong>gen op avontuur uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop op te vallen bij een heer waarbij<br />

ze <strong>in</strong> goedbetaal<strong>de</strong> dienst kon<strong>de</strong>n gaan, of misschien kon<strong>de</strong>n ze zelfs huwen met een<br />

meisje met een hogere maatschappelijke rang en – vooral – een grote bruidsschat. Veel<br />

‘ca<strong>de</strong>tten’ en jongeren uit <strong>de</strong> laagste maatschappelijke lagen richtten <strong>de</strong> eerste huurl<strong>in</strong>gentroepen<br />

op, vooral ‘Braban<strong>de</strong>rs’, wier geografische oorsprong een soortnaam voor<br />

<strong>de</strong>ze <strong>in</strong>gehuur<strong>de</strong> soldaten werd. Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen verlieten <strong>de</strong><br />

Zwitsers <strong>de</strong> bergen die hun niet langer voldoen<strong>de</strong> voedsel kon<strong>de</strong>n verschaffen en namen<br />

dienst <strong>in</strong> <strong>de</strong> legers van <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>gen en van <strong>de</strong> paus. Hun opvolgers <strong>in</strong> het Vaticaan zijn<br />

on<strong>de</strong>rtussen een ‘gar<strong>de</strong>’ met heel hoog aanzien gewor<strong>de</strong>n.<br />

Er waren voldoen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om een bestaan te willen lei<strong>de</strong>n dat genoeg opbracht<br />

om te leven, goed te leven soms. Een bestaan dat het mogelijk maakte <strong>de</strong> maatschappelijke<br />

lad<strong>de</strong>r te beklimmen – zoals <strong>de</strong> eenvoudige Willem <strong>de</strong> Maarschalk, die regent van<br />

Engeland en een van <strong>de</strong> meest geachte maar ook rijkste heren van zijn tijd werd – maar<br />

dat ook vol gevaren zat en waar<strong>in</strong> zowel een gewelddadige dood als een moeizaam overleven<br />

<strong>de</strong>el uitmaakte van het dagelijkse leven.<br />

Was omkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd zoveel erger dan sterven aan an<strong>de</strong>re kwalen die nu niet<br />

langer fataal zijn? De studie van T<strong>in</strong>a Jakob bespreekt ook tandaandoen<strong>in</strong>gen die langdurige,<br />

pijnlijke, ziekmaken<strong>de</strong>, zelfs do<strong>de</strong>lijke problemen veroorzaakten, en dan vergeten<br />

we nog <strong>de</strong> ziekten als gevolg van on<strong>de</strong>rvoed<strong>in</strong>g. Was sneuvelen op het slagveld toen<br />

zo verschillend van sterven aan an<strong>de</strong>re ziekten?<br />

Bibliografie<br />

An<strong>de</strong>rson 1996, p. 10-14. B<strong>in</strong>ski 1996. Boylston 2000, p. 357-380. Camous 2010. Contam<strong>in</strong>e 1980. Cunha & Silva<br />

1997, p. 595-599. Facch<strong>in</strong>i, Rastelli & Belcastro 2008, p. 421-430. Fiorato, Boymston & Knüsel 2000. Flori 1998.<br />

France 1999. Gaier 1968. Halsall 2003. Holck 2007, p. 429-433. Jakob 2009. Mays, 2006 p. 95-103. Mitchell 2004.<br />

Mitchell 2006, p. 493-505. Mitchell, Nagar & Ellenblum 2006, p. 145-155. Novak 2000, p. 90-102. Patrick 2006,<br />

p. 347-354. Roksandic, Wood & Vlak 2007, p. 635-642. Thordman, Norlund & Ingelmark 1939. Verbruggen 1954.<br />

Weber & Czametzki 2001, p. 352-356. Weiss 2008, p. 33-47. Westerhof 2008.


81<br />

Bij werken op <strong>de</strong> voormalige speelplaats van een negentien<strong>de</strong>-eeuws scholencomplex<br />

tussen <strong>de</strong> Tabaksvest en <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Antwerpse b<strong>in</strong>nenstad wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> lente van 2007 skeletresten aangetroffen<br />

(afb. 1). De archeologische dienst van <strong>de</strong> Stad Antwerpen werd<br />

erbij gehaald en een archeologisch noodon<strong>de</strong>rzoek werd uitgevoerd, weliswaar<br />

sterk bemoeilijkt door <strong>de</strong> werken aan <strong>de</strong> gebouwen. Het g<strong>in</strong>g om twee rechthoekige<br />

kuilen, op een diepte van respectievelijk 2 en 2,5 meter on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> speelplaats en<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk afgesloten door <strong>de</strong> schoolgebouwen uit 1866. De kuilen waren blijkbaar aangelegd<br />

op open terre<strong>in</strong>, <strong>in</strong> een kleiige bo<strong>de</strong>m die gerelateerd kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> beem<strong>de</strong>n<br />

die tot <strong>in</strong> <strong>de</strong> late mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze omgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad aanwezig waren.<br />

In <strong>de</strong> twee kuilen wer<strong>de</strong>n niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 37 lichamen teruggevon<strong>de</strong>n, <strong>in</strong> diverse<br />

oriëntaties (afb. 2). Een kle<strong>in</strong>e helft van <strong>de</strong> lichamen werd volgens <strong>de</strong> christelijke<br />

gebruiken begraven met het hoofd <strong>in</strong> het westen en dus het aangezicht naar het oosten.<br />

Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lichamen was <strong>de</strong> situatie een stuk ondui<strong>de</strong>lijker. Er waren lichamen die<br />

dwars op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re lichamen lagen of met het hoofd op het lichaam van een on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />

overle<strong>de</strong>ne. Bijna een kwart van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen lag op <strong>de</strong> buik. Er wer<strong>de</strong>n geen sporen<br />

van houten kisten teruggevon<strong>de</strong>n, noch spijkers die zou<strong>de</strong>n kunnen wijzen op vergaan<br />

hout. Blijkbaar wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen <strong>in</strong> één fase collectief <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze kuilen begraven.<br />

Dit en <strong>de</strong> afwezigheid van kisten roept het beeld op van lichamen die vrij plots en zon<strong>de</strong>r<br />

dui<strong>de</strong>lijk ceremonieel collectief wer<strong>de</strong>n begraven. Dit betekent niet dat er volstrekt<br />

geen aandacht aan het bestellen van <strong>de</strong>ze do<strong>de</strong>n werd besteed. Op één lichaam werd een<br />

metalen kruisje en een medaillon aangetroffen, en één lichaam, dat schu<strong>in</strong> boven twee<br />

an<strong>de</strong>re lijken lag, had een gou<strong>de</strong>n munt op <strong>de</strong> borstkas…<br />

De munt dateert uit het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en werd geslagen met <strong>de</strong> beeltenis<br />

van Ferd<strong>in</strong>and II van Aragón en Isabella van Castilië en Léon (afb. 3). Op <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong><br />

ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wapenschil<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> drie kon<strong>in</strong>krijken. De munt droeg ver<strong>de</strong>r ook<br />

<strong>de</strong> Latijnse tekst ‘wat God verb<strong>in</strong>dt zal <strong>de</strong> mens niet schei<strong>de</strong>n’, wat verwijst naar <strong>de</strong> aanzet<br />

tot eenmak<strong>in</strong>g van Spanje die on<strong>de</strong>r het katholieke kon<strong>in</strong>gspaar tot stand kwam.<br />

Ferd<strong>in</strong>and regeer<strong>de</strong> van 1452 tot 1516 wat meteen <strong>de</strong> term<strong>in</strong>us post quem is van <strong>de</strong> munt en<br />

<strong>de</strong> begrav<strong>in</strong>g. Het aar<strong>de</strong>werk en <strong>de</strong> stratigrafische <strong>in</strong>formatie wijzen voorts <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw en dan <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van die eeuw.<br />

Dries Tys, Karen M<strong>in</strong>saer, Els Dauven<br />

i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

emotionaliteit<br />

<strong>in</strong> een massagraf?<br />

Studie van twee grafcontexten <strong>in</strong> Antwerpen,<br />

twee<strong>de</strong> helft zestien<strong>de</strong> eeuw<br />

AFB 112<br />

FRAGMENT VAN HET GRAF VAN EEN LERAAR<br />

Bologne, 14<strong>de</strong> eeuw<br />

Wit marmer<br />

Musée <strong>de</strong> Cluny, Parijs


AFB 1<br />

Het Mère Jeanne Instituut op Google Maps, 2010.<br />

De Tabaksvest ligt bovenaan, <strong>de</strong> Van Heurckstraat on<strong>de</strong>raan.<br />

Muntspecialist Willem van Alsenoy leidt uit <strong>de</strong> slijtagesporen af dat <strong>de</strong> munt ten m<strong>in</strong>ste<br />

vijftig jaar <strong>in</strong> omloop is geweest, waarmee <strong>de</strong> dater<strong>in</strong>g tot het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />

eeuw wordt bevestigd. Antwerpen was <strong>in</strong> <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw een bijzon<strong>de</strong>r rijke<br />

metropool, waar han<strong>de</strong>l werd gedreven met <strong>de</strong> hele wereld. Het hoeft allerm<strong>in</strong>st te verwon<strong>de</strong>ren<br />

dat er gou<strong>de</strong>n munten uit <strong>de</strong> laatvijftien<strong>de</strong>- tot <strong>de</strong> vroegzestien<strong>de</strong>-eeuwse <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> stad circuleer<strong>de</strong>n. Toch roept <strong>de</strong> munt een reeks vragen op, maar daarover hierna<br />

meer. Laat ons eerst dieper <strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> grafcontexten zelf.<br />

Hoe, wanneer en waarom kwam <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>humaties tot stand? Wat was <strong>de</strong> doodsoorzaak<br />

van <strong>de</strong>ze overle<strong>de</strong>nen? Waarom wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lichamen begraven <strong>in</strong> kuilen en blijkbaar<br />

zon<strong>de</strong>r enige faser<strong>in</strong>g? Waarom wer<strong>de</strong>n er geen kisten gebruikt? Was <strong>de</strong> tijd te<br />

kort, moest <strong>de</strong> teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g te snel gaan of waren <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen te arm? Kunnen<br />

we spreken over een massagraf? In welke omgev<strong>in</strong>g wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n begraven? Hoe<br />

verliep <strong>de</strong> do<strong>de</strong>nzorg dan? En wat kan <strong>de</strong> munt ons eventueel vertellen over het omgaan<br />

met <strong>de</strong> dood?<br />

Laat ons eerst kijken naar <strong>de</strong> archeologische context: <strong>de</strong> twee kuilen on<strong>de</strong>r het voormalige<br />

Mère-Jeanne Instituut aan <strong>de</strong> Tabaksvest. Kunnen we spreken van massagraven<br />

of hou<strong>de</strong>n we het veeleer bij <strong>de</strong> neutralere term ‘collectieve <strong>in</strong>humatie? Een massagraf<br />

bevat <strong>de</strong> lichamen van meer<strong>de</strong>re overle<strong>de</strong>nen die ‘per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie’ meestal anoniem bleven.<br />

Bij het <strong>de</strong>poneren van lichamen <strong>in</strong> een massagraf is het niet mogelijk om een <strong>in</strong>dividuele<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g en rouw aan elk van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen <strong>in</strong> het graf te koppelen. Meestal<br />

wordt ook niet bijgehou<strong>de</strong>n of nergens vermeld wie er zich allemaal <strong>in</strong> het graf bev<strong>in</strong>dt.<br />

Er is geen strikte <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van het m<strong>in</strong>imum aantal lichamen dat nodig is om van een<br />

massagraf te spreken. Het on<strong>de</strong>rscheid tussen een massagraf en een nog steeds gangbare<br />

collectieve teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g wordt bepaald door <strong>de</strong> <strong>in</strong>tentie van het begraven. Bij <strong>de</strong><br />

collectieve <strong>in</strong>humatie gaat het erom dat <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen collectief én doelbewust <strong>in</strong> dit<br />

graf wor<strong>de</strong>n begraven, bijvoorbeeld omdat er familieband bestaat of een vorm van<br />

samenhorigheid tussen <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen zoals dit het geval is bij overle<strong>de</strong>n soldaten van<br />

eenzelf<strong>de</strong> legergroep of regiment. Massagraven wor<strong>de</strong>n aangelegd nadat grote groepen<br />

DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 82 83 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />

mensen sterven of gedood wor<strong>de</strong>n. Men legt <strong>de</strong> lijken <strong>in</strong> kuilen om ze snel te begraven,<br />

omdat er te veel do<strong>de</strong>n zijn, te we<strong>in</strong>ig plaats of te we<strong>in</strong>ig tijd, en epi<strong>de</strong>mieën dreigen.<br />

Meestal zijn natuurrampen <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g voor het opwerpen van massagraven, maar<br />

dikwijls zijn massagraven eveneens het gevolg van conflicten met talrijke burgerslachtoffers.<br />

Hoe dan ook gaat het om een proces waarbij <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> sociale en religieuze<br />

regel<strong>in</strong>gen om afscheid te nemen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n of her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen levend te hou<strong>de</strong>n op dat<br />

moment niet functioneren.<br />

De twee kuilen <strong>in</strong> Antwerpen lijken vrij goed te beantwoor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze omschrijv<strong>in</strong>g<br />

van massagraven. We kunnen niet spreken van een gangbare collectieve begrav<strong>in</strong>g.<br />

Een l<strong>in</strong>k tussen <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen lijkt niet aanwezig, behalve dan dat het gaat om mensen<br />

die rond hetzelf<strong>de</strong> tijdstip gestorven zijn. Ver<strong>de</strong>r gaat het om een veeleer ongeor<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

begrav<strong>in</strong>g. We kunnen niet zeggen dat er sprake is van een collectief <strong>in</strong>humatieritueel.<br />

De lichamen liggen soms naast elkaar, maar evengoed over elkaar heen. Soms wer<strong>de</strong>n<br />

ze op hun buik bijgezet <strong>in</strong> <strong>de</strong> kuil. Ze zijn niet <strong>in</strong> grafkisten gelegd, eventueel wel <strong>in</strong> doeken.<br />

Alles wijst er op dat <strong>de</strong> kuilen wer<strong>de</strong>n aangelegd om een vrij groot aantal slachtoffers<br />

ergens tussen het twee<strong>de</strong>- en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw snel samen te<br />

begraven. Ook het terre<strong>in</strong> waar <strong>de</strong> begrav<strong>in</strong>g plaatsvond, wijst <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g.<br />

Het graf werd gevon<strong>de</strong>n bij werken op <strong>de</strong> speelplaats van het voormalige Mère-<br />

Jeanne Instituut tussen <strong>de</strong> Tabaksvest en <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat (afb. 1 en 4). De<br />

Van Heurckstraat en het bouwperceel waarop het <strong>in</strong>stituut staat, kwamen tot stand rond<br />

het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw. Het gebouw ligt <strong>in</strong> een blok dat te situeren is tussen<br />

het S<strong>in</strong>t-Elisabethgasthuis en <strong>de</strong> stadsomwall<strong>in</strong>g. De lage natte wei<strong>de</strong>n die zich hier<br />

bevon<strong>de</strong>n en tot dan toe eigendom waren van het S<strong>in</strong>t-Elisbethgasthuis, wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw verkaveld door Gilbert Van Schoonbeke tot schuttershoven.<br />

Van Schoonbeke had <strong>in</strong> <strong>de</strong> directe omgev<strong>in</strong>g een hele reeks projecten lopen,<br />

zoals <strong>de</strong> bouw van het Tappissierspand (1549-1552) en van <strong>de</strong> stadswallen tussen <strong>de</strong><br />

nabijgelegen S<strong>in</strong>t-Jorispoort en <strong>de</strong> Kipdorppoort. De aanleg van <strong>de</strong> Henri Van Heurckstraat<br />

(oorspronkelijk Gezondstraat) tussen 1550 en 1553 stond <strong>in</strong> nauw verband met<br />

AFB 2<br />

Zicht op enkele lichamen <strong>in</strong> één van <strong>de</strong> twee kuilen. Het skelet<br />

bovenaan is dat van een meisje tussen <strong>de</strong> 14 en <strong>de</strong> 16 jaar.


DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 84 85 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />

<strong>de</strong>ze plannen. Op <strong>de</strong> bouwblokken aan weerszij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> straat wer<strong>de</strong>n nieuwe schuttershoven<br />

aangelegd, rechthoekige ommuur<strong>de</strong> hoven of tu<strong>in</strong>en met schietdoelen en<br />

schuttershuizen. De straat is zo te herkennen op het plan van Antwerpen van Vergilius<br />

Bononiensis uit 1565. Het perceel van het <strong>in</strong>stituut gaat dus terug op het schuttershof van<br />

<strong>de</strong> jonge handbooggil<strong>de</strong> (afb. 4).<br />

Er zijn dus twee mogelijkhe<strong>de</strong>n. Ofwel wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grafkuilen aangelegd vóór <strong>de</strong> verkavel<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> gasthuiswei<strong>de</strong>n tot schuttershoven, dus <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />

eeuw, en dan zou het kunnen gaan om massagraven waar<strong>in</strong> overle<strong>de</strong>nen uit het ziekenhuis<br />

wer<strong>de</strong>n begraven. Ofwel wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> massagraven nadien aangelegd, <strong>in</strong> het<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>kwart van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw, op <strong>de</strong> open ruimte van <strong>de</strong> schuttershoven. In het eerste<br />

geval moeten we dus zoeken naar een context waarbij <strong>in</strong> het gasthuis vele mensen op<br />

korte tijd overle<strong>de</strong>n en <strong>in</strong> <strong>de</strong> collectieve kuilen <strong>in</strong> <strong>de</strong> beem<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n begraven. Er zijn<br />

geen geschreven bronnen bekend die vertellen over het gebruik van <strong>de</strong> gasthuisbeem<strong>de</strong>n<br />

als grafveld voor het gasthuis. Ook bij <strong>de</strong> verkoop aan Van Schoonbeke wordt hier<br />

niets over verteld. In het an<strong>de</strong>re geval lijken <strong>de</strong> kuilen te zijn aangelegd als noodoploss<strong>in</strong>g<br />

op een open terre<strong>in</strong>, een omhe<strong>in</strong>d en ge<strong>de</strong>eltelijk bebouwd schuttershof, dat uiteraard<br />

niet als grafveld was bestemd. Men kan hier aflei<strong>de</strong>n dat dit mogelijk gebeur<strong>de</strong><br />

omwille van <strong>de</strong> nood aan ruimte om snel, relatief veel overle<strong>de</strong>nen ad hoc ter aar<strong>de</strong> te<br />

bestellen. Deze laatste optie waarbij <strong>de</strong> schuttersvel<strong>de</strong>n gebruikt wer<strong>de</strong>n als noodgrafveld<br />

is chronologisch perfect mogelijk en moet ons doen zoeken naar een gebeuren na<br />

1565 waarbij zoveel do<strong>de</strong>n te betreuren vielen, dat <strong>de</strong> slachtoffers begraven dien<strong>de</strong>n te<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> massagraven.<br />

Laat ons nu kijken naar <strong>de</strong> belangrijkste archeologische bron, <strong>de</strong> skeletten van <strong>de</strong><br />

overle<strong>de</strong>nen en hun positie <strong>in</strong> het massagraf. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> botresten kunnen<br />

we <strong>in</strong>formatie aflei<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> leeftijd- en <strong>de</strong> geslachtsbepal<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> gebitstoestand,<br />

<strong>de</strong> lengtebepal<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> algemene gezondheid van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen, soms ook over <strong>de</strong> oorzaak<br />

van het overlij<strong>de</strong>n (pathologie). De leeftijd kan bijvoorbeeld nagegaan wor<strong>de</strong>n<br />

door te kijken naar <strong>de</strong> groeischijf (epifysairschijf). Dit is het weke <strong>de</strong>el van het bot dat<br />

groei toelaat en dat pas verhardt wanneer het bot volgroeid is. De fusie van <strong>de</strong> schacht<br />

en van het bot en <strong>de</strong> epifyse gebeurt voor alle botten <strong>in</strong> het menselijk lichaam op een<br />

an<strong>de</strong>r moment, dus door <strong>de</strong> studie daarvan kan men voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en jongvolwassenen<br />

een leeftijd bepalen met een marge van hooguit twee jaar, <strong>in</strong>dien het skelet volledig<br />

bewaard is gebleven. Bij volwassenen werkt dit uiteraard niet zo goed, maar daar kan<br />

het helpen door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> sluit<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>lna<strong>de</strong>n te bekijken. Geslachtsbepal<strong>in</strong>g<br />

wordt voornamelijk verricht door on<strong>de</strong>rzoek van het bekken, waarbij vrouwen<br />

uiteraard een voldoen<strong>de</strong> groot geboortekanaal hebben, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> mannen.<br />

Van <strong>de</strong> 37 overle<strong>de</strong>nen blijken 34 mannelijk te zijn en slechts 3 vrouwelijk. Interessant is<br />

dat twee van <strong>de</strong> drie vrouwen jong zijn: één meisje tussen 14 en 16; één tussen 15 en 18<br />

jaar. Bij <strong>de</strong> mannen overheerst <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gsgroep van 18 tot 25 jaar: 9 van <strong>de</strong> 26 mannelijke<br />

skeletten waarvan <strong>de</strong> leeftijd bepaald kon wor<strong>de</strong>n, behoren tot <strong>de</strong>ze categorie. Eén<br />

man was tussen 26 en 35 jaar, 3 tussen 36 en 45 en 5 waren ou<strong>de</strong>r tot bejaard. Er zijn 8<br />

gevallen van emailhypoplasie, wat wijst op voed<strong>in</strong>gstekorten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> jeugd en mogelijk<br />

een armere afkomst. Het hoofdaan<strong>de</strong>el van jonge mannen kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g wijzen<br />

van soldaten of militiele<strong>de</strong>n. Dit is echter niet zeker aangezien er geen trauma’s op <strong>de</strong><br />

skeletten wer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>ze hypothese zou<strong>de</strong>n kunnen bevestigen. In soortgelijke<br />

kuilen met jonge mannen <strong>in</strong> Tongeren en Diest wer<strong>de</strong>n bijvoorbeeld kogels tussen<br />

AFB 3<br />

De Munt van Ferd<strong>in</strong>and en Johanna van Aragon-Castilië.<br />

AFB 3<br />

‘MUMMIEPLANK’ VOOR EEN VROUW<br />

Deir el Bahari (Thebe), Cachette van <strong>de</strong> Priesters van Amon<br />

(zogenaam<strong>de</strong> ‘Twee<strong>de</strong> vondst van Deir el Bahari’, 1891-1892)<br />

Gepleisterd en beschil<strong>de</strong>rd hout (sycomoor); 169 x 43,5 x 9cm<br />

Der<strong>de</strong> Tussenperio<strong>de</strong>, 21ste dynastie (1069-945 v. Chr.)<br />

KMKG Brussel, gift Egyptische reger<strong>in</strong>g, 1894


AFB 5<br />

De Spaanse Furie (De verwoest<strong>in</strong>g van Antwerpen 1577).<br />

Gravure, 219 x 303 mm. Rotterdam, Prentenkab<strong>in</strong>et Museum<br />

Boymans-Van Beun<strong>in</strong>gen. Op <strong>de</strong> Prent is dui<strong>de</strong>lijk te zien hoe<br />

<strong>de</strong> naakte lichamen van <strong>de</strong> slachtoffers <strong>in</strong> massagraven wer<strong>de</strong>n<br />

begraven.<br />

<strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren gevon<strong>de</strong>n. Dit is niet het geval <strong>in</strong> Antwerpen. Wat ver<strong>de</strong>r opviel is dat<br />

twee meisjes tussen <strong>de</strong> lichamen van <strong>de</strong> jonge mannen <strong>in</strong> het graf lagen. Het jongste, van<br />

14 tot 16 jaar oud, lag op haar zij, met het hoofd over <strong>de</strong> buik van een man (afb. 2). Het<br />

was op <strong>de</strong> borst van dit meisje dat ook <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt werd teruggevon<strong>de</strong>n.<br />

Als we dit massagraf bekijken, dan komt het beeld tevoorschijn van een traumatische<br />

gebeurtenis, eer<strong>de</strong>r dan dat we het i<strong>de</strong>e krijgen van een massabegrav<strong>in</strong>g na een epi<strong>de</strong>mie.<br />

De lijken van <strong>de</strong> mensen wer<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r veel or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g samen <strong>in</strong> twee kuilen<br />

begraven die <strong>in</strong><strong>de</strong>rhaast wer<strong>de</strong>n aangelegd op open ruimten <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad, <strong>in</strong> dit geval <strong>in</strong> een<br />

schuttershof, en vervolgens be<strong>de</strong>kt met aar<strong>de</strong>. De teraar<strong>de</strong>bestell<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> snel, er<br />

was nauwelijks tijd voor omgaan met <strong>de</strong> dood, afscheid nemen, verwerk<strong>in</strong>g. De situatie<br />

was te prangend, het aantal do<strong>de</strong>n te groot om reguliere begrafenissen te organiseren.<br />

Toch was er plaats voor één mogelijk waarneembaar teken van emotie, <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt<br />

op <strong>de</strong> borst van het jongste meisje. Verwees dit ritueel naar <strong>de</strong> obool die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Griekse<br />

wereld <strong>in</strong> <strong>de</strong> mond van overle<strong>de</strong>nen werd gelegd om te betalen aan Charon, <strong>de</strong> veerman<br />

die <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen over <strong>de</strong> Styx naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld voer? Of was het gewoon een laatste<br />

emotionele gift, uit onmacht over <strong>de</strong> verdwijn<strong>in</strong>g van het meisje, een dochter, <strong>in</strong> het<br />

massagraf? Wat we lijken te zien is hoe emotie over en zorg voor een (ge?)dood meisje,<br />

materieel geuit werd door mid<strong>de</strong>l van die ene gou<strong>de</strong>n munt. Blijft <strong>de</strong> vraag wat aan <strong>de</strong><br />

oorzaak van <strong>de</strong>ze massagraven gelegen kan hebben. De groep jonge mannen zijn quasi<br />

zeker soldaten, mogelijk zelfs le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> schuttersmilitie, wat zou kunnen wijzen op<br />

een oorlogssituatie.<br />

Een gebeurtenis die hiervoor <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komt is <strong>de</strong> beruchte Spaanse furie van<br />

Antwerpen. Op 1 september 1575 werd het Spaanse rijk bankroet verklaard waardoor <strong>de</strong><br />

troepen van kon<strong>in</strong>g Filips II niet meer betaald wer<strong>de</strong>n. Zij sloegen aan het muiten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Spaanse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. Ste<strong>de</strong>n als Aalst en Zierikzee wer<strong>de</strong>n geplun<strong>de</strong>rd. Beg<strong>in</strong> november<br />

1576 smeed<strong>de</strong>n enkele officieren on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van Sancho d’Avila, commandant van<br />

DRIES TYS, KAREN MINSAER, ELS DAUVEN 86 87 IDENTITEIT EN EMOTIONALITEIT IN EEN MASSAGRAF<br />

het Spaanse garnizoen van Antwerpen, het plan om <strong>de</strong> rijke wereldstad te plun<strong>de</strong>ren.<br />

Antwerpen werd ver<strong>de</strong>digd door 6000 Waalse hulptroepen uit Brussel, een groep van<br />

Duitse soldaten en enkele duizen<strong>de</strong>n burgers (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> schuttersmilities). Op<br />

4 november vielen 6000 Spaanse muiters Antwerpen b<strong>in</strong>nen. De Waalse troepen keer<strong>de</strong>n<br />

zich tegen <strong>de</strong> stad en sloten zich aan bij <strong>de</strong> Spanjaar<strong>de</strong>n. De burgers en <strong>de</strong> Duitse<br />

troepen waren machteloos. De muiters drongen huizen b<strong>in</strong>nen, verkrachtten meisjes en<br />

vrouwen en dood<strong>de</strong>n talrijke mannen, zoals <strong>de</strong> groep gewapen<strong>de</strong> mannen on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> markgraaf en <strong>de</strong> burgemeester van Antwerpen op <strong>de</strong> Grote Markt. Ooggetuigen<br />

brachten verslag uit van <strong>de</strong> gruwelda<strong>de</strong>n en schatten het aantal do<strong>de</strong>n op 7000 (afb. 5<br />

en 6).<br />

Is dit massagraf een archeologische weergave van <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> Spaanse furie?<br />

Zon<strong>de</strong>r verfijn<strong>de</strong> dater<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> skeletten zelf, moeten we heel voorzichtig zijn en<br />

mogen we niet uitsluiten dat <strong>de</strong> achtergrond en <strong>de</strong> exacte dater<strong>in</strong>g van dit massagraf<br />

hypothetisch blijft. Wat we <strong>in</strong> elk geval kunnen aflei<strong>de</strong>n is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwse<br />

wereldstad Antwerpen massagraven wer<strong>de</strong>n gebruikt op niet-kerkelijke terre<strong>in</strong>en om<br />

snel van overtollige do<strong>de</strong>n af te geraken. De overle<strong>de</strong>nen lijken niet <strong>de</strong> hoogste status te<br />

hebben gehad, <strong>in</strong>tegen<strong>de</strong>el. Ook <strong>in</strong> Parijs wer<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen en later <strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gegoe<strong>de</strong>n collectief begraven <strong>in</strong> massagraven zoals het Cimetière <strong>de</strong>s Innocents.<br />

We zien een keuze voor onpersoonlijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> dood en het ontbreken van een sociale<br />

organisatie om <strong>in</strong> het geval van plotse collectieve sterfte, <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>nen met emotie en<br />

ritueel ter aar<strong>de</strong> te bestellen. Het tragisch omgekomen meisje met <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n munt kan<br />

aantonen dat mensen met <strong>de</strong> moed <strong>de</strong>r wanhoop persoonlijkheid aan het anonieme graf<br />

wil<strong>de</strong>n geven.<br />

Bibliografie<br />

Dauven 2009. Maat & Mastwijk 2007. M<strong>in</strong>saer 2007, p. 121-130. Morgan 2004, p. 307-312. Soly 1977.<br />

AFB 78<br />

GRAFLEGGING VAN CHRISTUS<br />

Maasland (Hoei?), omstreeks 1330-1340<br />

Gesculpteerd Carrarisch marmer<br />

h. 33,5; b. 45,8; Diepte 6,8 cm<br />

Grand Curtius, Luik

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!