JAARDOCUMENT 2011 - Ruwaard van Putten Ziekenhuis

JAARDOCUMENT
2011
Vastgesteld door de Raad van Bestuur op 30 mei 2012
Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 30 mei 2012

Inhoud
Voorwoord door Raad van Bestuur ..................................................................... 4
1. Uitgangspunten van de verslaggeving ............................................................ 6
2. Profiel van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis ............................................. 7
2.1 Algemene identificatiegegevens .................................................. 7
2.2 Structuur van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis ........................ 8
2.3 Kerngegevens ........................................................................ 10
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering ..................................... 10
2.3.2 Productie, personeel en opbrengsten ................................... 11
2.3.3 Werkgebieden .................................................................. 11
2.4 Belanghebbenden ................................................................... 12
2.4.1 Horizontale samenwerking ................................................. 12
2.4.2 Verticale samenwerking ..................................................... 12
2.4.3 Overige belanghebbenden .................................................. 14
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering ............................................................. 16
3.1 Bestuur en toezicht ................................................................. 16
3.1.1 Zorgbrede Governance Code .............................................. 16
3.1.2 Raad van Bestuur ............................................................. 16
3.1.3 Raad van Toezicht ............................................................. 20
3.2. Bedrijfsvoering ...................................................................... 26
4. Beleid, inspanning en prestaties ................................................................... 28
4.1 Meerjarenbeleid ..................................................................... 28
4.2 Algemeen beleid, uitwerking meerjarenbeleid ............................ 28
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid ........................................................ 40
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten ................................. 43
4.4.1 Kwaliteit van zorg ............................................................. 43
4.4.2 Klachten .......................................................................... 43
4.4.3 Toegankelijkheid ............................................................... 54
4.4.4 Veiligheid ......................................................................... 55
4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers ........................... 76
4.5.1 Personeelsbeleid ............................................................... 76
4.5.2. Kwaliteit van werk ........................................................... 77
4.5.3 Kwaliteit van het personeel ................................................ 79
4.5.4 Beschikbaarheid van het personeel ..................................... 79
4.6 Samenleving .......................................................................... 81
4.7 Financieel beleid ..................................................................... 83
4.7.1. Exploitatie resultaat ......................................................... 83
4.7.2. Weerstandsvermogen ....................................................... 83
4.7.3. Liquiditeitspositie ............................................................. 84
4.7.4. Kasstromen en financieringsstromen .................................. 84
4.7.5. Verwachting .................................................................... 84
5. Jaarrekening ................................................................................................ 85
5.1 Balans per 31 december 2011 .................................................. 85
5.2 Resultatenrekening over 2011 .................................................. 86
5.3 Kasstroomoverzicht over 2011 ................................................. 87
5.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ................................... 88
5.4.1 Algemeen ........................................................................ 88
2

5.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva ............... 90
5.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling ...................................... 93
5.4.4.5 Grondslagen van het kasstroomoverzicht .......................... 95
5.5 Toelichting op de balans .......................................................... 96
5.6 Mutatieoverzicht Materiële Vaste Activa ................................. 105
5.6.1 WTZi – vergunningsplichtige materiële vaste activa ............. 105
5.6.2 WMG – gefinancierde materiële vaste activa ....................... 106
5.6.3 Niet WTZi– gefinancierde materiële vaste activa ................. 107
5.6.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa .......... 108
5.7 Specificatie Ultimo boekjaar onderhanden projecten ................. 109
5.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 ............................ 110
5.9 Toelichting op de resultatenrekening ....................................... 111
6. Overige Gegevens ....................................................................................... 117
6.1 Controleverklaring ................................................................ 117
6.2 Vaststelling Raad van Bestuur en goedkeuring Raad van Toezicht 119
6.3 Resultaatbestemming ........................................................... 120
7. Bijlagen ...................................................................................................... 121
7.1 Gegevens omtrent de capaciteit en de productie....................... 121
7.2 Overzicht Medisch specialisten ............................................... 125
7.3 Personalia per 31 december 2011 ........................................... 127
7.4 Jaarverslag Medische Staf...................................................... 128
7.5 Jaarverslag OR 2011 ............................................................. 141
7.6 Jaarverslag Cliëntenraad ....................................................... 144
7.7 Personele kosten en bezetting ................................................ 146
3

Voorwoord door Raad van Bestuur
In dit jaardocument wordt verslag gedaan van de activiteiten en
ontwikkelingen binnen het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in het jaar
2011.
Het jaar 2011 stond in het teken van het uitzetten van een nieuwe koers.
Na een aantal wisselingen en vacatures in managementteam en Raad van
Bestuur, werd een nieuwe strategie geformuleerd. Deze strategie is
gericht op het opbouwen van een gezond ziekenhuis, in alle opzichten:
heldere kernwaarden, ambitieuze doelstellingen, beargumenteerde
keuzes, de juiste personeelsformatie, adequate tools en een stabiele
financiële situatie.
In het eerste kwartaal lag de focus op het herdefiniëren van de
belangrijkste strategische uitgangspunten. Dit heeft geleid tot een
strategische visie onder de noemer: Handboek voor een beter Ruwaard
van Putten Ziekenhuis. Daarin staan de kernwaarden: kwaliteit, veiligheid
en gastvrijheid centraal. Speerpunten vormen: acute zorg, moeder- en
kindzorg en kwetsbare ouderen.
Na een lange periode van relatieve stilstand werd ook productieuitbreiding
en uitbreiding van het adherentiegebied nagestreefd. Met het oog op de
huidige landelijke rem op de ziekenhuisproductie was en is dit een
ingewikkelde opgave. Daar staat tegenover dat het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis met een ideale ligging midden in een eigen verzorgingsgebied
van 200.000 personen nog heel wat te winnen heeft, op voorwaarde dat
voldoende medische en verpleegkundige kwaliteit kan worden geboden.
De Raad van Bestuur heeft daartoe ook aangedrongen op verdere
uitbreiding van de medische vakgroepen. Dat resulteerde in de komst van
een vijftal nieuwe specialisten.
Daarnaast stond het jaar 2011 in het teken van samenwerking. Intern zijn
de knelpunten in samenwerking tussen verschillende
organisatieonderdelen in kaart gebracht, om deze gericht aan te kunnen
pakken. Extern heeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis nadrukkelijk
samenwerking gezocht met het Maasstad Ziekenhuis. Sommige
maatschappen werkten al samen met het Maasstad Ziekenhuis; dit heeft
verder vorm gekregen en wordt in de toekomst waar mogelijk uitgebreid.
Het integreren van de maatschappen chirurgie, gynaecologie verloskunde
en interne geneeskunde met diezelfde disciplines in het Maasstad
Ziekenhuis zou voor de Raad van Bestuur zeer acceptabel zijn.
Voorwaarde is dat de functies waarvoor het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis in zijn strategisch meerjarenbeleid heeft gekozen, daarbij
intact kunnen blijven. Daarnaast blijven de voorwaarden die landelijk aan
de kwaliteit en de minimumomvang van bepaalde ingrepen worden
gesteld uiteraard richtinggevend.
4

Om het productieniveau van het ziekenhuis, dat in de afgelopen jaren bij
de omringende ziekenhuizen was achtergebleven, een impuls te geven
werd personeel niet in loondienst (te) breed ingezet. Dat leidde inderdaad
tot productieverhoging maar in combinatie met nog niet gerealiseerde
bezuinigingen uit het verleden ook tot rode cijfers voor het jaar 2011. De
vernieuwde beddenindeling van het najaar van 2011, alsmede een hogere
efficiëntie van het opname- en ontslagproces bij de overige bedden, in
combinatie met een centraal gestuurd beleid op het inzetten van
personeel niet in loondienst is er op gericht om in 2012 te komen tot een
structureel lager kostenniveau.
De begroting voor 2012 bevat daarnaast een stimuleringsbeleid voor
kwaliteitsverhoging en adequate scholing.
De verwachting is dat daarmee de structurele bezuinigingen die landelijk
werden opgelegd in de afgelopen jaren en die voor het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis ongeveer vijf en een half miljoen euro beliepen, ook
geheel zijn verwerkt.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in 2011 binnen het Ruwaard
van Putten Ziekenhuis het gehele operatieve traject kritisch gevolgd. Dit
heeft geleid tot een groot verbeteringsproject, waarbij met interne audits
de voortgang tot in detail werd gevolgd. De IGZ heeft uiteindelijk haar
tevredenheid over de geboekte voortgang uitgesproken, maar verwacht
ook in 2012 nog verdere rapportages van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis.
In samenhang met de aanvraag voor heraccreditatie bij het NIAZ, die in
januari 2012 wordt beoordeeld, werd de groep van interne auditoren
verder uitgebreid en werd een groot aantal interne audits uitgevoerd.
Nieuw aangestelde kwaliteitsfunctionarissen zetten zich hiervoor in.
Daarnaast stimuleren en bewaken zij actief het tijdig leveren van de
Kwaliteitsindicatoren, die voor de landelijke ranglijsten belangrijk zijn. Tot
op heden lijkt het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zichzelf tekort te doen
bij de landelijke rankings door interne onvolkomenheden bij het
aanleveren van de gegevens. Deze kans wil de Raad van Bestuur graag
benutten. Daarom is in 2011 is een start gemaakt met het verbeteren van
de inhoudelijke kwaliteit van onze dienstverlening en de registratie
daarvan te verbeteren en op een hoger plan te krijgen.
Tot slot spreekt de Raad van Bestuur zijn waardering uit voor alle
medewerkers van ons ziekenhuis die in het afgelopen jaar hun schouders
eronder hebben gezet. Vele extra inspanningen zijn geleverd om, naast
het reguliere proces, te zorgen voor het realiseren van onze
doelstellingen. De nieuwe koers is ingezet. In de komende jaren worden
de resultaten hiervan zichtbaar en tastbaar. De Raad van Bestuur kijkt
hier met vertrouwen naar uit.
Raad van Bestuur
Ruwaard van Putten Ziekenhuis
5

1. Uitgangspunten van de verslaggeving
In dit jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 doet de
Stichting Ruwaard van Puttenziekenhuis verslag van zijn activiteiten en de
gevolgen daarvan over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december
2011. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft zich bij het opstellen van
het jaardocument laten leiden door bijlage 2 van de Regeling
Verslaggeving WTZi. Hierbij is gebruik gemaakt van de inleiding van het
voorbeeld jaardocument 2011 zoals dit door VWS aan de sector is
beschikbaar gesteld. Hiermee worden alle hoofdonderwerpen uit bijlage 2
behandeld. Voorzover in dit verslag subonderdelen of nadere detaillering
uit bijlage 2 ontbreken, zijn deze voor het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
hetzij niet van toepassing, hetzij geen onderwerp van specifiek beleid.
Doelstelling van dit jaardocument is om (naast het voldoen aan vigerende
wet- en regelgeving) een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de
ontwikkelingen binnen het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in 2011.
Dit document bestaat uit de volgende delen:
Hoofdstukken 1 tot en met 4; het Maatschappelijk verslag
Hoofdstuk 5; De jaarrekening, bestaande uit
o De balans per 31-12-2011
o De resultatenrekening over 2011
o Het kasstroomoverzicht over 2011
o De toelichtingen
Bijlagen
In de jaarrekening worden de gerealiseerde cijfers over het verslagjaar
2011 vergeleken met die uit het verslagjaar 2010.
De RPZ organisatie vind het belangrijk dat in het jaardocument, zowel de
economische, milieu- als de sociale aspecten inzichtelijk worden
weergegeven.
De informatie in dit jaardocument is in de tijd goed te vergelijken met het
jaardocument 2010. Verder zijn er geen inherente beperkingen in de
betrouwbaarheid van de gegevens bekend.
Het jaardocument wordt in zeer beperkte mate op papier afgedrukt en
verspreid. Verder wordt het jaardocument openbaar gemaakt door middel
van publicatie op de website www.jaarverslagenzorg.nl en is het te
downloaden vanaf de website van het ziekenhuis: www.rpz.nl.
6

2. Profiel van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
2.1 Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechts- Stichting Ruwaard van Puttenziepersoonkenhuis
Adres Ruwaard van Puttenweg 500
Postcode 3201 GZ
Plaats Spijkenisse
Telefoonnummer 0181-658888
Identificatienummer NZa 1712
Nummer Kamer van Koophandel 41141967
E-mailadres info@rpz.nl
Internetpagina www.rpz.nl
7

2.2 Structuur van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis dat
beschikt over een toelating volgens de bepalingen van de Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZ). De juridische entiteit van het ziekenhuis is een
stichting, waarvan de statutaire zetel in Spijkenisse is gevestigd.
Voor de besturing van het ziekenhuis wordt gebruik gemaakt van het
Raad van Toezicht model. Daarbij is het bestuur opgedragen aan de Raad
van Bestuur. Op dit bestuur wordt toegezien door een onafhankelijke Raad
van Toezicht.
De Raad van Bestuur is aanwezig bij de ledenvergaderingen van de VMS
(Vereniging Medische Staf). De taken en bevoegdheden plus
vergaderonderwerpen zijn beschreven in de statuten van de VMS, in het
Document Medische Staf en in het reglement bestuurlijk overleg
VMS/Raad van Bestuur.
Binnen het ziekenhuis is, conform de Wet op de Ondernemingsraden,
medezeggenschap verleend aan de Ondernemingsraad. Daarnaast is er
volgens de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)
binnen het ziekenhuis voorzien in een Cliëntenraad. Deze Cliëntenraad
levert een belangrijke bijdrage aan de medezeggenschap van patiënten
aan het ziekenhuisbeleid.
De organisatiestructuur zag er per 31-12-2011 als volgt uit:
8

Cliëntenraad
Dienst Klinische
Zorg
Snijdend:
Heelkunde (B&E)
Dagverpleging
Acute zorg:
- Spoedeisende hulp
- Care
Interne:
- Inwendige (A)
- Inwendige (J&H)
Moeder & kind:
- Kinder/ Couv. (F)
- Obst./gyn. (M)
OK:
OK-chirurgie
OK-Anesthesie
Centrale sterilisatie
Overige:
Diëtetiek
Patiëntenvoorlichting
Opname/intake
Transf. Vpk./mmw
Donatiefunctionaris
Vrijwilligers
Geestelijke verz.
Vereniging Medische
Staf
Dienst
Ambulante Zorg
Projectmedewerker
Zorg
Poliklinieken
Poliklinieken
Afsprakenbureau
Functieafdeling
Verpleegkkundige
spreekuren
Medisch Archief
Revalidatiegeneeskun
de:
- Revalidatie
- Fysiotherapie
Radiologie
Behandelpolikliniek
Hygiëne en
Infectiepreventie
Apotheek
Laboratoria
- Klinisch chemisch
lab.
- Pathan
Ondernemingsraad
Dienst
Informatie &
Financiën
Administraties
- Salarisadministratie
- zorgadministratie
- Financiële
administratie
Planning en control
ICT
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Secretariaat
Raad van
Bestuur
Specialisten in
dienstverband
Kindergeneeskunde
Reumatologie
Revalidatiegeneeskunde
Neurologie
Beleidsmedewerker/
secretariaat
VMS
PR-&
Communicatie
adviseur
Facilitaire Dienst
Stafmedewerker
Sector Techniek:
Technische Zaken
Sector Hoteldienst
- Mortuarium
- Voeding
- Huishouding
- Receptie &
transport
Sector Inkoop &
logistiek
- Inkoop
- Centraal Magazijn
Liaisonarts
Dienst P&O
P&O
- P&O adviseurs
-Personeelsadministratie
Opleidingen:
- Praktijkopleiding
- Overige opleidingen
KlachtenfunctionarissenKwaliteitsfunctionarissen
9

2.3 Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis met een
capaciteit van 288 bedden. In het ziekenhuis waren per 31 december 2011,
72 medisch specialisten en 1.040 medewerkers werkzaam. Naast medisch
specialistische en verpleegkundige zorg biedt het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis ook fysiotherapie, ergotherapie en AWBZ-functies in het kader
van verkeerde beddagen.
De specialismen die het Ruwaard van Putten Ziekenhuis biedt, zijn:
Anesthesiologie
Cardiologie
Chirurgie
Dermatologie
Gynaecologie/verloskunde
Interne Geneeskunde
Intensieve Geneeskunde
Kaakchirurgie
Keel- Neus- en Oorheelkunde
Kindergeneeskunde
Klinische Chemie
Klinisch Fysicus
Longziekten
Medische Microbiologie
Neurologie
Oogheelkunde
Orthopedie
Pathologie
Plastische Chirurgie
Psychiatrie (klinische consulten)
Radiologie
Reumatologie
Revalidatiegeneeskunde
Spoedeisende hulp
Urologie
Ziekenhuisfarmacie
10

2.3.2 Productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens
Capaciteit
Aantal erkende bedden 288
Gemiddeld aantal beschikbare bedden 239
Personeel (per 31-12-2011)
Aantal personeelsleden in loondienst (excl. med. spec.) 1.040
Aantal fte personeelsleden in loondienst (excl. med. spec.) 706,3
Aantal medisch specialisten (loondienst+inhuur+vrij beroep) 72
Bedrijfsopbrengsten (x €1 miljoen)
Totaal bedrijfsopbrengsten 66,6
- waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 39,3
- waarvan B-segment 24,5
- waarvan overige bedrijfsopbrengsten 2,8
Productiegegevens
Aantal in verslagjaar geopende DBC‟s A-segment 75.150
Aantal in verslagjaar geopende DBC‟s B-segment 20.572
Gemiddeld percentage verkeerd-bed-patiënten 3,74
Aantal opnamen excl. overnamen en dagverpleging 11.424
Aantal EAC‟s 68.608
Aantal polikliniekbezoeken 176.330
Aantal dagverplegingsdagen (normaal) 11.132
Aantal dagverplegingsdagen (zwaar) 1.617
Aantal klinische verpleegdagen 62.699
2.3.3 Werkgebieden
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is het regionale ziekenhuis voor de
bewoners van de eilanden Voorne-Putten en Rozenburg en de gemeenten
Albrandswaard en Hoogvliet. Ook cliënten buiten dit werkgebied zijn
welkom.
11

2.4 Belanghebbenden
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is een maatschappelijke onderneming
die medisch specialistische en verpleegkundige zorg biedt aan de inwoners
van het adherentiegebied. Het ziekenhuis is zich ervan bewust dat externe
samenwerking zeer belangrijk is om deze waardevolle dienstverlening te
kunnen leveren. Om deze samenwerking goed vorm te kunnen geven
onderscheiden wij horizontale en verticale samenwerking. Hierin werden de
volgende samenwerkingsverbanden en activiteiten in 2011 vormgegeven:
2.4.1 Horizontale samenwerking
In de samenwerking met de Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen
(=SRZ) is deelgenomen aan de volgende regioprojecten:
Toegang voor Spoed
Regiovisie Oncologie
Diabetes ketenzorg
COPD ketenzorg
Dementieketen Voorne Putten Rozenburg
De Meetweek Acute Zorg 2011
ZiROP en OTO plan (rampenopvangplan en bijbehorende opleiden,
trainen en oefenen plan)
Signalering Kindermishandeling
Rijnmondnet
Genero (Geriatrisch Netwerk Rotterdam)
Patiëntveiligheidsnetwerk SRZ
Verder wordt er samen gewerkt met andere ziekenhuizen, zoals:
Vlietland Ziekenhuis: apotheek
Maasstad ziekenhuis: Intensive Care, revalidatiegeneeskunde,
vaatchirurgie, longchirurgie, reumatologie, medische microbiologie en
nucleaire geneeskunde
Van Weel Bethesda Ziekenhuis: urologie en KNO-heelkunde
Delta Ziekenhuis: psychiatrie, geheugenpoli
2.4.2 Verticale samenwerking
Huisartsen
Een goede samenwerking met de huisartsen vindt het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis erg belangrijk. Daarom is door de Raad van Bestuur het beleid
“Relatiebeheer Huisartsen Ruwaard van Putten Ziekenhuis” vastgesteld. In
dit beleidsplan wordt beschreven op welke manieren de samenwerking en de
relaties met huisartsen en huisartsenorganisaties worden vormgegeven.
12

Daarnaast is in 2011 binnen het ziekenhuis de liaisonarts, mevrouw G.R.M.
Eek aangesteld en met haar werkzaamheden gestart. Zij heeft de opdracht
om de relatie tussen ziekenhuis en huisarts te verstevigen en de
samenwerking te verbeteren.
De al bestaande samenwerking met de stichting KOEL 1 is in 2011
gecontinueerd. In 2011 is gezamenlijk een huisartsensymposium
georganiseerd. Daarnaast heeft er overleg plaats gevonden tussen KOEL en
de scholingscommissie van het ziekenhuis om te komen tot goed op de
vraag afgestemde scholingsactiviteiten ten behoeve van huisartsen,
assistenten en specialisten.
De huisartsenpost is gelegen naast de spoedeisende hulp.
Careyn
Er is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Careyn. In het kader
van deze samenwerking zijn bestaande projecten zoals het
diabetesketenproject, ketenproject strokeservice, het project verkeerde
bedden geformaliseerd.
Hagro´s
Tevens worden jaarlijks alle Hagro‟s bezocht door de Raad van Bestuur en
de voorzitter van de Vereniging Medische Staf.
Daarnaast werd samengewerkt met het Centrum Indicatiestelling Zorg en
met Zorgbelang Zuid-Holland. Zorgbelang heeft volgens de statuten van het
ziekenhuis enquêterecht.
Overigen
Andere verticale samenwerkingen:
IKN 2 : oncologische zorg waaronder projecten stervensbegeleiding en
psychosociale begeleiding, sneller beter long
GGD Zuid Holland Zuid / GGD Rotterdam: SOA-poli
Parnassia Bavo: ADHD-poli
Hospice De Waterlelie te Spijkenisse
Palliatief netwerk
Huisartsenpost Spijkenisse
Rotterdamse Stroke Service i.c.m. Careyngroep en Siloam
Verpleeghuis (Rijnmondgroep)
PsyQ: psychologische zorg aan oncologie patiënten
UVV: Unie van Vrijwilligers
Participatie in Medisch Centrum De Stelle te Hoogvliet met buitenpoli‟s
Participatie in Helius Medisch Centrum te Hellevoetsluis met
buitenpoli‟s
Ontwikkeling van WoonZorgCentrum Blankenburg te Rozenburg met
buitenpoli
1 Kwaliteit Opleiding EersteLijnszorg (KOEL)
2 Integraal Kankercentrum Nederland (IKN)
13

Samenwerking met perifere fysiotherapeut in verband met patiënten
met een heupoperatie
Samenwerking met perifere podotherapeuten in verband met
patiënten met een diabetische voet
Multidisciplinaire samenwerking geheugenpoli met Delta Ziekenhuis,
Argos Zorggroep en BavoEuropoort
GENERO (geriatrisch netwerk Rotterdam). In samenwerking met
Erasmus Universiteit Rotterdam wordt geparticipeerd in het project
preventie, zorg en herstel voor kwetsbare ouderen
CVA ketenzorg met Rotterdam Stroke Service en landelijk netwerk
strokezorg
Geheugenpolikliniek in samenwerking met Argosgroep en Delta
Ziekenhuis
Careyn Zorggroep voor zowel ketenzorg in de thuissituatie als
verpleeghuiszorg op gebied van CVA/Stroke, gewrichtsvervanging,
ziekenhuisverplaatste zorg etc.
Zorggroep Rijnmond, locatie Siloam Hoogvliet voor CVA/Stroke zorg
Ambulancediensten
Huisartsen via Huisartsenpost en via Cohaesie.
2.4.3 Overige belanghebbenden
Naast de bovengenoemde horizontale en verticale samenwerking
onderscheidt het Ruwaard van Putten Ziekenhuis de volgende
belanghebbenden:
Toezichthouders
De Inspectie voor de Gezondheidszorg: reguliere bezoeken, meldingen
en overleggen. Daarnaast registreert en publiceert het ziekenhuis de
prestatie-indicatoren zoals die door de Inspectie voor de
Gezondheidszorg zijn voorgeschreven
De arbeidsinspectie
De NZa 3
MediRisk
Verzekeraars
Met verzekeraars vindt regelmatig overleg plaats. Op bestuurlijk niveau
vindt minimaal tweemaal per jaar in het voor- en in het najaar overleg met
de verzekeraars plaats.
Gespreksonderwerpen zijn onder andere: de productieafspraken, zorgvernieuwingsprojecten,
kwaliteit van de zorg en actuele ontwikkelingen
binnen het ziekenhuis.
Daarnaast vinden er technische overleggen plaats, waarin de bestuurlijke
overleggen worden voorbereid.
3 Nederlandse Zorg Autoriteit
14

Tijdens deze technische overleggen komen (naast de genoemde
voorbereiding) ook de formulierenafhandeling, het afhandelen van
declaraties en de informatievoorziening van het ziekenhuis naar
verzekeraars aan de orde.
Naast bovengenoemde overleggen met verzekeraars die betrekking hebben
op het A-segment van de ziekenhuisproductie, vindt er met de diverse
verzekeraars ook afzonderlijk overleg plaats aangaande het B-segment van
de ziekenhuisproductie. Naast medisch inhoudelijke kwaliteitsaspecten,
komen tijdens deze besprekingen ook de financiële aspecten aan de orde.
Met alle zorgverzekeraars en combinaties van zorgverzekeraars zijn voor
het jaar 2011 contracten afgesloten.
Overheid
Gemeente Spijkenisse, algemeen
Gemeente Spijkenisse, sector zorg en wonen
Het Ministerie van VWS.
Branche organisatie
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen
15

3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
3.1 Bestuur en toezicht
3.1.1 Zorgbrede Governance Code
Vanaf 1 januari 2006 is de Zorgbrede Governance Code van kracht. Na
evaluatie door de deelnemende brancheorganisaties (ActiZ, GGz Nederland,
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen(NVZ), Nederlandse Federatie van
Universitaire Centra (NFU) en de vereniging Gehandicapten Zorg Nederland
(VGN), verenigd in de Brancheorganisaties Zorg (BoZ)) is met ingang van
2010 de vernieuwde Zorgbrede Governancecode van kracht geworden.
Zoals ook al bij de oude code het geval was, is deze code niet vrijblijvend.
Dat wil zeggen dat de leden van de diverse brancheorganisaties zich aan
deze code dienen te houden.
Ook het Ruwaard van Putten Ziekenhuis hanteert deze Zorgbrede
Governance Code als uitgangspunt voor de bestuurlijke
verantwoordelijkheden.
In de Raad van Toezicht-vergadering van januari 2010 is de nieuwe
modeltekst besproken en formeel en integraal van toepassing verklaard.
Conform artikel 4.2.7. van de Zorgbrede Governancecode zouden twee leden
van de Raad van Toezicht in 2010 hun maximale zittingstermijn van
tweemaal vier jaar hebben vol gemaakt. Echter vanwege de bestuurlijke
crisis in 2010 is aan de beide leden gevraagd om in 2010/2011 zitting te
houden in de Raad van Toezicht.
In 2011 is gestart met de werving van twee nieuwe leden voor de Raad van
Toezicht. Eind 2011 is deze werving succesvol afgerond en treden beide
nieuwe leden begin 2012 formeel toe tot de Raad van Toezicht (zie ook
3.1.3)
3.1.2 Raad van Bestuur
In april/mei 2011 is de nieuwe strategische visie gepresenteerd voor de
periode van 2011 tot 2014. Deze nieuwe visie is gebaseerd op een brede
input van verschillende kanten zoals onderzoeksbureaus, eigen
medewerkers maar ook de verwijzers en andere cruciale stakeholders. De
nieuwe visie is samen te vatten in de navolgende kernelementen:
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis positioneert zich als een hoogwaardig
basisziekenhuis met een onmisbare rol als tweedelijnszorgaanbieder in de
regio. Hierbij wordt er extra aandacht besteed aan drie medisch inhoudelijke
speerpunten zijnde: „Acute Zorg‟, „Moeder- & kindzorg‟ en „Kwetsbare
Ouderen‟.
De drie kernwaarden van het ziekenhuis zijn: „Kwaliteit‟, „Veiligheid‟ en
„Gastvrijheid‟.
Ons gedrag om dit te verwezenlijken kent drie essentiële cultuurwaarden
zijnde: „Aandacht en tijd‟, „Collegialiteit‟ en „Zorgvuldigheid‟.
16

Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft hierbij de ambitie om de komende
drie jaar te gaan behoren tot de veiligste ziekenhuizen van Nederland.
In 2011 is de uitvoering van deze strategische visie uitgewerkt in een
concept programmanagement. In de jaren 2012 en daarna zal het
programmamanagement verder uitgewerkt worden.
De samenstelling van de Raad van Bestuur bestond uit:
CEO (voorzitter) a.i. de heer dr. G.P.L.A. van den Broek,
CFO de heer M.J. van der Vat RC en
CMO de heer drs. R.W. Runne.
De nevenfuncties van de bestuursleden zijn:
G.P.L.A. van den Broek:
Voorzitter van de externe begeleidingscommissie van de kliniek voor
intensieve begeleiding KIB bij de GGzE Eindhoven
Voorzitter van de klachtencommissie bij Maere/De Plaatse, Eindhoven
Auditor voor de stichting NIAZ
R.W. Runne:
Bestuurslid van de Samenwerkende Rijnmondse Ziekenhuizen (SRZ)
Vennoot van Romedico VOF
M.J. van der Vat:
Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Pathan.
Bestuurslid van de Samenwerkende Rijnmondse Ziekenhuizen (SRZ)
Overlegstructuur
Wekelijks vindt er een Raad van Bestuursvergadering plaats.
Bestuurbesluiten worden formeel gedocumenteerd en vastgelegd in het
document beheer systeem, dat voor alle medewerkers en specialisten
toegankelijk is. Ook worden de Raad van Bestuursbesluiten gepubliceerd in
het wekelijkse interne nieuwsblad "Ruwaard van Putten Ziekenhuis-Deze
Week", en aan de Raad van Toezicht gemeld.
Wekelijks vind er bestuurlijk overleg plaats tussen de Raad van Bestuur en
het bestuur van de Vereniging Medische Staf (=VMS).
De Raad van Bestuur overlegt wekelijks met het Managementteam. In dit
Managementteam hebben, naast de Raad van Bestuur, de managers van de
vijf diensten zitting, alsmede de voorzitter van het bestuur van de VMS.
17

Bezoldiging Raad van Bestuur
De bezoldiging van de Raad van Bestuur is geënt op de "Beloningscode
Bestuurders in de Zorg” (= BBZ). Zoals deze is opgesteld door de NVZD 4 en
de NVTZ 5 .
Verslag van de Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor, en belast met, het
dagelijks bestuur van de Stichting Ruwaard van Putten Ziekenhuis. Taken en
bevoegdheden van de Raad van Bestuur liggen vast in de statuten van de
stichting. Nadere bepalingen omtrent verantwoording, verantwoordelijkheid
en besluitvorming zijn geregeld in het reglement Raad van Bestuur, welke is
vastgesteld door de Raad van Toezicht. Naast dit reglement hanteert de
Raad van Bestuur de Zorgbrede Governance Code als uitgangspunt voor
haar handelen.
Daarnaast wordt jaarlijks op basis van de strategische visie en de daar in
genoemde speerpunten, door de Raad van Bestuur het beleidskader
opgesteld. Op basis van de strategische visie en het beleidskader wordt door
de diensten een jaarplan opgesteld. Deze jaarplannen zijn de basis voor het
ziekenhuisjaarplan, zijnde een samenvatting ziekenhuisbrede projecten en
doelstellingen die onder verantwoording van de verschillende diensten
worden uitgevoerd.
De risico‟s zijn in het kader van risicomanagement systematisch in kaart
gebracht. Als belangrijkste risico‟s voor het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
zijn onderkend: bezuinigingen van de overheid op de zorg, stijgende kosten
als gevolg van toenemende regelgeving en op de langere termijn een krapte
op de arbeidsmarkt. De Raad van Bestuur ziet kansen voor het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis als hoogwaardig basisziekenhuis in goede samenwerking
met de ketenpartners.
De Raad van Bestuur is van mening dat Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (MVO) noodzakelijk is voor de zorg in zijn algemeenheid en het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis in het bijzonder. Kernthema's op het gebied
van MVO bij het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zijn goed en gezond
werkgeverschap, ethiek, milieu, energiebesparing, afvalverwerking,
transparantie, kwaliteit van zorg, inkoop en MBO.
De verantwoordingen aangaande de voortgang van de projecten uit de
jaarplannen en het ziekenhuisjaarplan zijn opgenomen in hoofdstuk 4.2 van
dit jaardocument.
Het interne risicobeheersing- en controle systeem heeft in 2011 geen
belangrijke wijzigingen ondergaan en heeft in 2011 goed gefunctioneerd.
Het personelsinformatiesysteem behoeft daarentegen wel verbetering.
4 Vereniging van bestuurders in de Gezondheidszorg.
5 Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen
18

Met de cliëntenraad is op constructieve wijze overleg gevoerd over
onderwerpen als gastvrijheid, kwaliteit van zorg en imago en zijn het
jaarverslag 2010 en de begroting 2012 besproken. De cliëntenraad heeft
positief geadviseerd over een adviesaanvraag inzake een verruiming van de
bezoektijden. De cliëntenraad participeert ook in de veiligheidsronden. De
cliëntenraad wordt gezien haar belang door het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis gefaciliteerd met een standaard onkosten vergoeding per
cliëntenraad lid. Daarnaast wordt de cliëntenraad secretarieel ondersteund
vanuit het Ruwaard van Putten Ziekenhuis en vanaf medio 2012 worden de
beleidsoverleggen met de cliëntenraad vanuit de Raad van Bestuur
ingesteld.
Vooruitblik van Raad van Bestuur op 2012
2012 zal een jaar worden van grote veranderingen. Zo zijn er
stelselveranderingen zoals de nieuwe DOT-structuur maar ook het ontstaan
van het collectief voor vrijgevestigde medisch specialisten ten behoeve van
het verdelen van het (per ziekenhuis, landelijk) vastgestelde honorarium
plafond. En vanuit de overheid is er een sterke rem op de uitgaven wat tot
uitdagende onderhandelingen met de verzekeraars heeft geleid.
Voor het Ruwaard van Putten Ziekenhuis betekent dit dat er scherp aan de
wind gevaren moet worden en grote voorzichtigheid betracht moet worden
met de uitgaven gezien de onzekerheid in financiering. Aan de andere kant
wordt nu verder „handen en voeten‟ gegeven aan de uitvoering van de
nieuwe visie, wat ook een aangepaste organisatiestructuur tot gevolg zal
hebben.
Sommige plannen zullen leiden tot een verbouwing, waaronder voor het
moeder- en kindcomplex. En navolgend de rest van het beddenhuis.
De invulling van de samenwerking met het Maasstad Ziekenhuis is in 2011
(op bestuurlijk niveau) stil komen te staan door de verwikkelingen van het
Maasstad met het Klebsielladossier. De gesprekken worden hervat nadat het
nieuwe bestuur van het Maasstad zich gevormd heeft.
2012 zal ook het jaar worden waarin het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
zich dient te bewijzen op het vlak van kwaliteit. Dit betekent dat de output
van ons handelen niet alleen moet verbeteren maar vooral goed
geregistreerd moet worden. Met als resultaat dat de prestatie-indicatoren op
orde zijn en goed kunnen worden aangeleverd aan Zichtbare Zorg en IGZ.
Daarnaast is een juiste en volledige registratie van diagnoses en
nevendiagnoses essentieel voor het juist kunnen berekenen van de Hospital
Standardized Mortality Ratio (= HSMR). Een maatstaf die meer en meer
gebruikt zal worden om de kwaliteit van zorg van ziekenhuizen te meten.
Samengevat wordt 2012 een belangrijk jaar met zowel kwalitatief als
financieel flinke uitdagingen.
19

De Raad van Bestuur heeft er echter alle vertrouwen in dat het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis de goede lijn te pakken heeft.
3.1.3 Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is als volgt
samengesteld:
De heer E.D. Boer, Ulvenhout, voorzitter
Nevenfuncties:
Voorzitter raad van toezicht SenL-zorg te Roosendaal
(gehandicaptenzorg)
Lid raad van toezicht SHL te Etten Leur
(huisartsenlaboratorium en –ondersteuning)
De heer drs. C.R. van Noordt, Oostvoorne, plv. voorzitter
Dagelijkse functie: Directeur Nijman/Zeetank International Logistic Group
Nevenfuncties:
Lid Raad van Afgevaardigden TVM Verzekeringen Hoogeveen.
De heer J.P.H.M. Benders, Hellevoetsluis
Nevenfuncties:
Voorzitter Bestuur KMR
Adviseur PDM-group consultants
De heer P.E. de Jong, Rockanje
Dagelijkse functie: Burgemeester Westvoorne
Nevenfuncties:
Voorzitter Vrienden van Hospice de Waterlelie
Voorzitter GGD-ZHE
De heer J.A. de Vries, Oostvoorne
Dagelijkse functie: Huisarts te Rozenburg
Nevenfuncties:
Secretaris Coöperatieve Huisartsenvereniging Cohaesie U.A.
Secretaris Cohaesie Zorg b.v.
Met ingang van januari 2012 zijn de volgende, nieuwe leden van de Raad
van Toezicht formeel benoemd,
Mevrouw Mr. C. van Steenderen-Koornneef
Dagelijkse functie: Vice-president bij de rechtbank Rotterdam.
Nevenfuncties:
Voorzitter Raad van Toezicht van het Delta Psychiatrisch Centrum te
Poortugaal
Plaatsvervangend voorzitter van de Commissie van Beroep Schiphol
Group ex artikel 901 van de CAO Schiphol Nederland BV
20

De heer drs. R.J. Kasteel
Dagelijkse functie: Zelfstandig ondernemer
Nevenfuncties:
Bestuurslid/penningmeester Rotterdamsche Manege
Bestuurslid Stichting CHIO Rotterdam
De opvolging door mevrouw Mr. C van Steenderen-Koornneef en drs. R.J.
Kasteel heeft in de RvT-vergadering van januari 2012 zijn formele beslag
gekregen.
Met ingang van 31 december 2011 zijn de leden C.R. van Noordt en J.P.H.M.
Benders afgetreden.
De, in het profiel van de leden van de Raad van Toezicht genoemde
kennisgebieden, zijn als volgt verdeeld:
Bestuurlijke en juridische
deskundigheid
De heer E.D. Boer
Met ingang van 1 januari 2012:
Mevrouw Mr. C. van Steenderen-
Koornneef
Financiële zaken Tot en met 31 december 2011: De
heren J.H.P.M. Benders en C.R. van
Noordt
Met ingang van januari 2012:
De heer drs. R.J. Kasteel
De heer E.D. Boer
Management en bestuurlijke De heer P.E. de Jong
deskundigheid
Medische en zorgdeskundigheid De heer J.A. de Vries
In 2011 is vijf maal regulier en één extra overleg gevoerd tussen de Raad
van Toezicht en de Raad van Bestuur.
De aanwezigheid van de Raad van Toezichtleden was daarbij als volgt:
E.D. Boer 6 maal
drs. C.R. van Noordt 6 maal
J.H.P.M. Benders 5 maal
P.E. de Jong 4 maal
J.A. de Vries 6 maal
21

Het rooster van aftreden is in de Raad van Toezichtvergadering is als volgt:
Naam Datum
eerste
benoeming
Einde 1e
vierjaarstermijn
Datum
herbenoeming
Datum
aftreden
C.R. van Noordt 12-2001 12-2006 12-2006 12-2011
J.P.H.M. Benders 09-2001 09-2006 12-2006 12-2011
E.D. Boer 09-2007 09-2011 09-2011 09-2015
P.E. de Jong 12-2007 12-2011 12-2011 12-2015
J.A. de Vries 05-2010 05-2014 05-2014 05-2018
De heer P.E. de Jong is in 2007 op bindende voordracht van de Cliëntenraad
benoemd.
Bezoldiging Raad van Toezicht
De bezoldiging van de Raad van Toezicht is in 2010 en 2011 ongewijzigd
vastgesteld op basis van de NVZT-richtlijnen.
De daadwerkelijke beloning van de Raad van Toezichtleden wordt
weergegeven onder 5.9 toelichting op de resultatenrekening op bladzijde
114.
22

Verslag van de Raad van Toezicht
Vaste agendapunten voor de Raad van Toezicht zijn: de kwaliteit van zorg,
de ontwikkelingen in de organisatie, veiligheid en risico‟s. Aan de hand van
kwartaalrapportages worden de financiële en vermogenspositie stelselmatig
beoordeeld. In 2011 is voorts ruim aandacht besteed aan de samenstelling
van de Raad van Bestuur. Met het parttime uitvoeren van de CEO-functie
zijn goede resultaten geboekt, zodat van een stabiel bestuur kan worden
gesproken. In 2012 zullen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht de
samenstelling van de Raad van Bestuur heroverwegen.
Andere onderwerpen die in de Raad van Toezichtvergaderingen in 2011
besproken zijn:
Strategie:
Strategische visie, toekomst Ruwaard van Putten Ziekenhuis
Externe samenwerking
Governance
Het functioneren van de Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht, werving nieuwe leden
Samenstelling Raad van Bestuur
Functioneren Raad van Bestuur
Informatieprotocol
Klachtenafhandeling
Financieel Beleid
Jaardocument 2010
Begroting 2012
Periodieke bedrijfsinformatie
Treasury
De Raad van Toezicht onderschrijft de vernieuwde zorgbrede governance
code als uitgangspunt voor zijn handelen (zie ook 3.1.1. van dit
jaardocument). Bij hoge uitzondering heeft de Raad van Toezicht besloten
om de benoemingstermijn van twee leden boven de maximale
zittingsperiode nog met een jaar, en wel in 2011, te verlengen. De
argumenten hiervoor zijn, dat een wervingsprocedure in 2010 niet met
geschikte kandidaten kon worden afgesloten. Het aftreden van de voorzitter
van de Raad van Bestuur in 2010 heeft voorts veel aandacht gevraagd van
de Raad van Toezicht en onder die omstandigheden heeft de Raad van
Toezicht gekozen voor continuïteit in eigen gelederen. In de tweede helft
2011 is de openbare werving voor de opvolging van beide leden gestart. Dit
heeft geleid tot een keuze voor twee nieuwe leden als opvolgers van de twee
aftredende leden.
23

Om als Raad van Toezicht goed te kunnen functioneren (volgens de
Governancecode) is het van belang dat er periodieke contacten zijn tussen
(leden van) de Raad van Toezicht en de interne gremia.
Door de voorzitter van de Raad van Toezicht is een notitie opgesteld die in
2011 de Raad van Toezicht besproken is. Deze notitie bevat onder andere
een aantal voorstellen om het contact tussen Raad van Toezicht en de
(gehele) organisatie te intensiveren om zodoende het toezicht meer
anticiperend inhoud te kunnen geven.
Op basis van deze voorstellen heeft de Raad van Toezicht in 2011 contacten
onderhouden en verstevigd. Dit laat natuurlijk onverlet dat het de
verantwoordelijkheid is van de Raad van Bestuur om de Raad van Toezicht
tijdig en volledig te informeren over de gang van zaken en de risico‟s.
Om tot de gewenste bredere blik van de Raad van Toezicht te komen was en
is het gebruikelijk dat de Raad van Toezicht contacten onderhoudt met de
Vereniging Medische Staf (VMS), met het Managementteam (MT), met de
Ondernemingsraad (OR) en met de Cliëntenraad (CR). Bij de OR en CR is dit
wettelijk verplicht. Bij de VMS is dit afgesproken in het reglement Raad van
Bestuur-VMS.
De interne contacten vinden gewoonlijk plaats in aanwezigheid van de Raad
van Bestuur. Hieronder wordt per contactgroep weergegeven wat de
afspraken zijn en welke invulling in 2011 daar aan gegeven is.
1. VMS
De voorzitter van de Raad van Toezicht zal, zo mogelijk aangevuld met het
Raad van Toezichtlid met de medische portefeuille, tweemaal per jaar
contact hebben met het VMS-bestuur. Ook de overige Raad van
Toezichtleden, die beschikbaar zijn, kunnen hierbij aansluiten.
Voor het overleg wordt een aparte agenda gemaakt, gevuld door beide
partijen.
In 2011 heeft dit overleg eenmaal plaatsgevonden.
2. MT
De Raad van Toezicht zal eenmaal per jaar contact hebben met het MT in de
persoon van de voorzitter en de overige beschikbare Raad van
Toezichtleden.
Ook voor deze bijeenkomst wordt een aparte agenda gemaakt, gevuld door
beide partijen.
3. OR
Wettelijk is geregeld dat een vertegenwoordiger van de Raad van Toezicht
bij het formele halfjaarlijkse overleg met de Raad van Bestuur aanwezig is.
In 2011 is er tweemaal (formeel) contact geweest tussen de Raad van
Toezicht en de Ondernemingsraad.
24

4. Cliëntenraad
Afgesproken is met onze Cliëntenraad, dat de Raad van Toezicht eenmaal
per jaar aanwezig is bij een Cliëntenraadvergadering als toehoorder. De
vertegenwoordiging vanuit de Raad van Toezicht zal ingevuld worden door
het Raad van Toezichtlid dat op voordracht van de Cliëntenraad is benoemd,
in dit geval de heer P.E. de Jong.
In 2011 is de heer De Jong tweemaal aanwezig geweest bij een
overlegvergadering van de Cliëntenraad.
De organisatie van deze overleggen wordt gedaan door het secretariaat van
de Raad van Bestuur.
Naast deze reguliere overleggen heeft de voorzitter van de Raad van
Toezicht vijf maal per jaar een vooroverleg met de Raad van Bestuur over
de agenda van de Raad van Toezichtvergadering. In dit overleg wordt ook
de gang van zaken in het ziekenhuis besproken en mogelijke risico‟s
geanalyseerd.
De Auditcommissie is in 2011 tweemaal bijeen geweest om te adviseren
over de jaarrekening 2010 en over de begroting 2012. Deze commissie
bestaat uit de heer Benders als voorzitter en de heer Van Noordt als lid.
De Remuneratiecommissie bestond tot 31 december 2011 uit de heren Van
Noordt als voorzitter en de heer Boer als lid. Met ingang van 1 januari 2012
bestaat de remuneratiecommissie uit mevrouw van Steenderen Koornneef
en de heer de Jong.
Vooruitblik 2012
Na het turbulente jaar 2010, was het jaar 2011, bestuurlijk gezien, veel
minder turbulent. Dat daarmee alle knelpunten voor het ziekenhuis zijn
opgelost is helaas niet het geval. Getuige ook het negatieve financiële
resultaat over het jaar 2011. Lichtpuntje daarbij is dat het ziekenhuis nog
steeds beschikt over een voldoende solvabiliteit. En dat daarnaast stevig
aangepakt wordt om weer tot een verantwoorde, gezonde bedrijfsvoering te
komen.
Deze stevige aanpak vloeit voort uit de door de Raad van Bestuur in 2011
opgestelde, en door de Raad van Toezicht goedgekeurde strategische visie.
De in deze visie beschreven kernwaarden kwaliteit, veiligheid en gastvrijheid
en de ambitie om tot de veiligste ziekenhuizen van Nederland te behoren
spreekt de Raad van Toezicht zeer aan. De uitvoering daarvan zal niet van
de ene op de andere dag gereed zijn en de komende jaren is er nog veel
werk te verzetten.
De Raad van Toezicht heeft er vertrouwen in dat met het ingezette beleid de
kwaliteit van zorg op een uitstekend niveau zal komen en dat ook de
financiële resultaten weer in zwarte cijfers geschreven kunnen worden.
25

3.2. Bedrijfsvoering
Bij het toepassen van de instrumenten planning en control hanteert het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis de volgende uitgangspunten:
a Integraal management
b Professionele en klantgerichte stuurinformatie
c Integratie medische staf in de ziekenhuisorganisatie
d Delegeren van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, daar waar dit
meerwaarde heeft
e Eenheid in besluitvormingsprocedures
In het Ruwaard van Putten Ziekenhuis wordt voor het doorlopen van de
beleidscyclus gewerkt volgens een formeel vastgestelde Planning- en Control
cyclus (PCC). In de PCC zijn heldere afspraken gemaakt over de taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende betrokkenen
en worden de diverse uit te voeren taken in de tijd gepland.
De beleidscyclus kent de volgende onderdelen :
1. De strategische visie
2. De voorjaarsgesprekken
3. Het beleidskader
4. De concept (deel)jaarplannen en (deel)begrotingen
5. De najaarsgesprekken
6. De ziekenhuisbegroting en het ziekenhuisjaarplan
7. Voorjaarsgesprekken cq productieafspraken met verzekeraars
8. De uitvoering
9. Overschrijdingsgesprekken
10. Kwartaalrapportages (inclusief analyses)
11. Het jaarrapport
Budgetbevoegdheid wordt door de Raad van Bestuur gedelegeerd aan het
hiërarchische niveau dat direct aan de Raad van Bestuur rapporteert. De
informatie opgenomen in diverse rapportages volgen de structuur van de
organisatie.
26

In ondermeer Raad van Bestuur vergaderingen en “overschrijdings”
gesprekken worden de afwijkingen in tijd en geld tussen de realiteit en de
verwachtingen besproken en worden indien nodig corrigerende maatregelen
genomen.
Als gevolg van het negatieve resultaat in 2011 is door de Raad van Bestuur
in 2011 ingegrepen in de delegatie van budgetbevoegdheid. Alle personeels-
en PNIL-mutaties dienen door de Raad van Bestuur goedgekeurd te worden.
Dit wordt vooralsnog in 2012 voortgezet.
Ook de overleggen tussen Raad van Bestuur en budgethouders aangaande
voortgang van plannen uitputting van budgetten zullen in 2012 frequenter
worden gevoerd.
27

4. Beleid, inspanning en prestaties
4.1 Meerjarenbeleid
De oude strategische visie “samen groeien” besloeg de jaren 2008 tot en
met 2010. Vandaar dat in 2011 de nieuwe strategische visie voor de jaren
2011 tot en met 2014 is opgesteld.
4.2 Algemeen beleid, uitwerking meerjarenbeleid
Op basis van de strategische visie stelt de Raad van Bestuur jaarlijks, samen
met het Managementteam, een ziekenhuisjaarplan op. Dit plan bevat
ziekenhuisbrede en dienstoverstijgende projecten, die door het management
van belang worden geacht en die uitgevoerd worden bovenop de reguliere
basiszorg zoals die door het ziekenhuis en de diensten wordt geleverd.
Over het ziekenhuisjaarplan 2011 wordt hieronder, op basis van de
afgesproken projecten gerapporteerd:
1. Algemeen
Bij het proces van het vaststellen van de bedrijfsstrategie 2011-2014 zijn
nauw betrokken geweest :
a de stakeholders (onder andere zorgverzekeraars, gemeente Spijkenisse
en banken)
b de ondernemingsraad, cliëntenraad en het VMS bestuur
c alle medewerkers
In mei 2011 heeft de Raad van Bestuur vervolgens de nieuwe strategische
visie vastgesteld.
Het ziekenhuisjaarplan 2011 is een nadere uitwerking van onze strategische
ambitie in concrete doelen.
In de strategische visie zijn drie medische speerpunten opgenomen:
1. Zorg voor moeder en kind
2. Zorg voor kwetsbare ouderen
3. Acute zorg
Tevens zijn drie kernwaarden benoemd waaraan de zorg en organisatie
moet voldoen:
1. Kwaliteit
2. Veiligheid
3. Gastvrijheid
De speerpunten en kernwaarden zijn uitgewerkt in het ziekenhuisjaarplan.
Per dienst zal onderstaand een overzicht worden gegeven van de resultaten,
gerelateerd aan de oorspronkelijke voornemens.
28

Hiermee wordt transparant verantwoording afgelegd over de inzet binnen
ons ziekenhuis aan projecten die gericht zijn op het verbeteren van kwaliteit,
veiligheid en gastvrijheid van de zorg.
2. Zorgdiensten
De Dienst Klinische Zorg en de Dienst Ambulante Zorg hebben vanaf 2011
hun jaarplannen geïntegreerd en trekken samen op in het realiseren van de
afgesproken doelen.
Veiligheidsbeleid patiëntenzorg
Het patiëntveiligheidsbeleid is gebaseerd op drie pijlers, namelijk het
invoeren van de 10 landelijke thema‟s, retrospectief onderzoek en
prospectief onderzoek. Voor het realiseren van de 10 landelijke thema‟s is
een monitor ingesteld. Eind 2011 is 85% van het programma gereed. In de
paragraaf veiligheid (4.4.4.1) wordt een verdere uitwerking gegeven.
Het retrospectieve onderzoek heeft vorm gekregen in Veilig Incidenten
Melden via het elektronisch systeem iVIM. 485 incidenten zijn hierin
geanalyseerd en geclassificeerd met de PRISMA methode.
Complicatieregistratie in het elektronisch dossier Mirador, dossieronderzoek
en necrologiebesprekingen zijn onderdeel geworden van de dagelijkse
medische praktijk. Ook is in 2011 veel aandacht geweest voor een goede
medische registratie zodat er over 2011 een valide HSMR bepaald kan
worden.
Het prospectieve onderzoek heeft vorm gekregen door het uitvoeren van
Prospectieve Risico Inventarisaties. In 2011 zijn van 15 processen PRI‟s
uitgevoerd met de HFMEA methode.
Maandelijks worden er Veiligheidrondes gehouden door de Raad van Bestuur
samen met een medisch specialist, een MT-lid en een lid van de
cliëntenraad.
Voortzetting optimalisatie van processen, cultuur en logistiek van het
operatief proces.
De aanbevelingen vanuit de handreiking Toezicht op het Operatief proces
(TOP1, 2 en 3) zijn geïmplementeerd. In 2011 is 4x een uitgebreide audit
uitgevoerd over het gehele operatieve proces. De opvolging van de
aanbevelingen uit de eerste audit zijn in de volgende audits gevolgd. Vooral
bij het preoperatieve proces en het postoperatieve proces zijn veranderingen
doorgevoerd waardoor het gehele operatieve proces nu een ketenproces is
geworden. Dit proces wordt ondersteund door een geïntegreerd operatief
dossier.
Het TOP 2 proces is volledig geïmplementeerd. Ten aanzien van TOP 1 en 3
lopen de laatste verbeteracties door tot het eerste kwartaal 2012.
29

Managementdevelopment en kwaliteit van leidinggeven
Het doel was om in 2011 een nieuwe structuur in te voeren voor de
zorgdiensten. Deze structuur moet ondersteunend zijn aan het zorgproces
zodat de zorg voor onze patiënten naadloos aansluit vanuit de polikliniek
naar de kliniek en omgekeerd. Tevens moet het middenkader versterkt
worden en wordt nagedacht over een nieuwe structuur.
De noodzaak van dit doel wordt breed ervaren in de organisatie. Echter
omdat de impact van het invoeren van een nieuwe structuur groot is, is
besloten om de invoering uit te stellen naar 2012.
Kwaliteit van farmacologische zorg en poliklinische apotheek
Na uitgebreid onderzoek is gebleken dat op dit moment het oprichten van
een poliklinische apotheek niet rendabel is. Ondanks de
kwaliteitsverbeterende en gastvrijheidsaspecten die een poliklinische
apotheek met zich meebrengt is besloten om hiermee op korte termijn niet
te starten. Wel zijn de gesprekken met de openbare apothekers voortgezet
om tot een goede samenwerking te komen tussen de eerstelijns en
tweedelijns farmacologische zorg. De bereiding van cytostatica is in 2011
uitbesteed aan het Vlietland Ziekenhuis.
Het Elektronisch Voorschrijf Systeem is ziekenhuisbreed ingevoerd. De
medicatie is zichtbaar gemaakt in het elektronisch dossier Mirador.
Kwaliteit van de zorgprocessen ondersteund door digitalisering papieren
patiëntendossiers
In 2011 is gestart met het digitaliseren van de papieren dossiers. Na een
geslaagde implementatie bij de vakgroep dermatologie zijn ook de dossiers
van cardiologie, longziekten en kindergeneeskunde gedigitaliseerd. De
overige vakgroepen volgen in 2012. Het elektronisch beschikbaar zijn van de
dossiers op alle medische werkplekken wordt ervaren als een belangrijke
kwaliteitsverbetering, zowel voor de medisch specialisten als voor de
patiënten.
Gastvrijheid in de kliniek en polikliniek
In 2011 is een pilot gedaan met broodbuffetwagen. Hiermee beogen we een
impuls te geven aan de gastvrijheid in de kliniek. Aan hun bed kunnen de
patiënten zelf kiezen welke broodmaaltijd zij willen.
Na de ziekenhuisbrede invoering van de broodbuffetdiensten in 2012 zullen
de warme maaltijden in de avond worden geserveerd.
Verblijf tijdens de feestdagen in het ziekenhuis heeft een enorme impact op
patiënten en familie. Het ziekenhuis heeft een programma georganiseerd om
deze dagen (Pasen, Kerst) toch een feestelijk karakter te geven. Denk
hierbij aan High Tea, de komst van een kinderkoor, aangepast diner, etc..
Blijkens de waarderingen van de patiënten en familie is dit een geslaagde
manier van gastvrijheid en zal het gastvrijheidsprogramma een definitieve
plaats krijgen in ons ziekenhuis.
In de poliklinieken hebben de koffierondes een vaste plaats gekregen in de
service aan de wachtende patiënt.
30

Voor de telefonische bereikbaarheid van de polikliniek is een voorstel gedaan
voor een contactcentrum. Dit voorstel wordt momenteel uitgevoerd en wordt
in 2012 afgerond.
Gastvrije zorg in Rozenburg
Om de ouder wordende bevolking van Rozenburg als zorgverleners beter te
kunnen bedienen is een integraal WoonZorgCentrum opgericht in
Rozenburg, het WZC Blankenburg. In dit centrum is een buitenpolikliniek
geopend van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis, om gastvrije zorg dicht bij
huis verder vorm te geven.
Hoge kwaliteit van basiszorg door een cultuur van continu leren
In 2011 is veel aandacht besteed aan de bijscholingen en nascholingen van
het verpleegkundig personeel. Dit heeft vorm gekregen in een jaaragenda
van klinische lessen, een KIK-week (Kik=kennis is kunde) waarin allerlei
lesprogramma‟s werden aangeboden van juridische aspecten voor
verpleegkundigen tot medisch rekenen en op maat gemaakte
leerprogramma‟s voor specialistische zorg. Medisch specialisten die hun vrije
zaterdagen opofferden om les te geven in deze programma‟s gaven blijk van
een veranderende leercultuur in het ziekenhuis.
De opening van het skillslab past geheel in de cultuur van blijven leren.
In het bijzonder kan vermeld worden dat de klinische lessen over ernstige
sepsis, bewaken vitale functies en patiëntveiligheid druk bezocht zijn.
Toetsbare kwaliteit door NIAZ accreditatie
In januari 2012 vindt een externe audit plaats voor de heraccreditatie door
het NIAZ. In 2011 zijn alle zeilen bijgezet om deze heraccreditatie succesvol
te laten verlopen. De ketenprocessen die extra aandacht krijgen bij de audit
zijn uitgebreid beoordeeld.
De colorectale zorg is getoetst aan de DSCA criteria. De strokezorg is extern
getoetst door de Rotterdam Stroke Services en zorg bij een keizersnee is
van voor tot achter onder de loupe genomen. Het zelfevaluatierapport is
opgesteld aan de hand van de NIAZ norm 2.1.
Alle interne auditees zijn opgeleid door Kerteza i.c.m. NIAZ. Vele interne
audits zijn uitgevoerd. Om het proces goed te laten verlopen is een team
kwaliteit opgericht met 4 kwaliteitsmedewerkers.
Kwaliteit door effectieve benutting
Verbeteringen van de regie van de zorg en protocollering van de zorg leiden
tot een veel kortere opnameduur. Dit was de aanleiding tot een herverdeling
en reductie van de bedden die beter aansluit bij de behoefte van de
specialismen. Daarnaast was het alleen mogelijk het huidige aantal bedden
open te houden met veel inzet van PNIL (personeel niet in loondienst). Deze
inzet is met de nieuwe beddenverdeling niet meer nodig. Na de herverdeling
blijkt dat de zorg geleverd kan worden door voldoende en geschoold
personeel in dienst van het ziekenhuis.
31

De personele inzet voldoet nu weer aan de landelijke benchmark en
specifieke richtlijnen.
Medisch speerpunten
Speerpunt Moeder- en kindzorg
Voor de toekomst van het ziekenhuis is de zorg voor moeder en kind van
groot belang. De veranderende inzichten rondom bevallingszorg geven door
de geografische ligging kansen voor het ziekenhuis. In de moeder- en
kindzorg wordt als belangrijk speerpunt geïnvesteerd. In 2011 zijn plannen
uitgewerkt voor de verloskunde, basis neonatologie en kindergeneeskunde.
Deze plannen worden opgesteld in overleg met de eerstelijns verloskundige
zorg.
De continuïteit van de verloskundige zorg staat bij ons hoog in het vaandel.
Om dit te bekrachtigen is er een tweedelijns verloskundige bovenformatief
aangesteld. Tevens volgen de tweedelijns verloskundigen de masteropleiding
klinische verloskunde.
Bij de afdeling verloskunde is een nieuwe triagekamer ingericht en worden
de verloskamers aangepast naar de modernste standaarden.
De zorgpaden en protocollen voor verloskundige zorg en spoed sectio zijn
herzien. Er zijn themapoliklinieken bij kindergeneeskunde ontwikkeld voor
obesitas, chronische buikpijn en kinderlongziekten. Bij gynaecologie en
urologie is de polikliniek continentieproblemen vernieuwd. Zo is onder meer
de bekkenbodemfysiotherapeut aanwezig tijdens de spreekuren.
Speerpunt acute zorg
Een tweede speerpunt voor de toekomst van het ziekenhuis is de opvang
van acute zorg. De laatste richtlijnen voor spoedeisende hulp worden
geïmplementeerd. Als voorbeeld kan de aanscherping van het triagesysteem
worden genoemd. Voor de verwijzers en patiënten is de terugkoppeling via
een directe elektronische brief een belangrijke verbetering. De afdeling is in
2011 onderworpen geweest aan een aantal strenge audits zodat de afdeling
voldoet aan de Medirisk-vangnet criteria en NIAZ eisen. De wachttijden bij
de SEH worden verkort en er wordt meer aandacht aan gastvrijheid besteed.
Ook de samenwerking met de huisartsenpost wordt geoptimaliseerd.
De traumakamer en shockroom zijn verbouwd zodat aan de meest recente
standaarden wordt voldaan.
Verder zijn de zorgpaden en protocollen voor opvang trauma, acuut myocard
infarct, pneumonie, COPD, behandeling sepsis, antistollingsbeleid,
preoperatieve zorg en pijnbestrijding aangepast.
De intensieve zorg heeft een belangrijke rol gekregen in de gehele klinische
zorg, zij verzorgen het Spoed Interventie Team. Om de opvang van
zorgintensieve patiënten te garanderen is de beademingscapaciteit op de
Intensive Care uitgebreid van 3 naar 5 plaatsen.
32

Speerpunt kwetsbare ouderen
De oudere patiënt…..een uitdaging!
“ De driedubbele vergrijzing komt er aan”. Patiënten worden ouder (1), het
worden er meer (2) en ze krijgen meer ouderdomskwalen (3). Voor ons
ziekenhuis hebben wij goede zorg voor kwetsbare ouderen als speerpunt
geformuleerd. Om kwetsbare ouderen goede zorg te leveren, moeten we
eerst kwetsbare ouderen herkennen. Kwetsbaarheid is geen ziekte maar een
verzameling van risicofactoren. Goede zorg voor kwetsbare ouderen vraagt
om een goede samenwerking van zorgverleners, zowel intra- als
extramuraal.
Ontwikkeling en implementatie van (keten)zorgpaden nemen hierin een
prominente plaats in. De volgende zorgpaden worden ontwikkeld of zijn
geïmplementeerd: heupfractuur, gewrichtsvervanging, longrevalidatie,
hartfalen en hartrevalidatie, perifeer vaatlijden, staar, stroke/cva en
geheugenpoli en dementieketenzorg.
3. Dienst Personeel & Organisatie
Vastgestelde P&O visie
In 2010 is gestart met de P&O Visie 2010-2012, Onderscheiden in
Medewerkers. Het was oorspronkelijk de bedoeling om hier in 2011 mee
verder te gaan. In deze visie is aangegeven dat het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis bij uitstek een mensenorganisatie is en dat we het werkelijke
verschil naar onze patiënten alleen door de dienstverlening van onze
medewerkers kunnen maken. Dagelijks kunnen we daarin het verschil
maken. Door ons meer te gaan onderscheiden in onze medewerkers zullen
we ons ook meer gaan onderscheiden naar onze patiënten. Uiteindelijk
resulteert dat in een toename van zowel de medewerker- als de
patiënttevredenheid. In de periode 2011 is in de realisatie van het
driejarenprogramma door een bestuurscrisis en het vertrek van het
toenmalige hoofd P&O aanzienlijke vertraging opgetreden. Mede door deze
vertraging is eind 2011 een herbezinning gedaan en zijn binnen P&O nieuwe
uitgangspunten geformuleerd voor het strategische Personeels-,
Organisatie- en Opleidingsbeleid in relatie tot de strategische visie van het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis 2011-2014.
In 2011 is een start gemaakt met het arbobeleid. In paragraaf 4.5 is dat
nader beschreven.
AFAS
In 2010 is AFAS payroll en HRM in gebruik genomen. In 2010 was de tweede
fase van implementatie, het uitrollen van HRM gepland.
In 2011 zijn een aantal processen op gebied van HRM vertaald naar
workflows die in AFAS gedigitaliseerd kunnen worden. In 2011 is met deze
digitalisering een aanvang genomen. Verdere afronding zal in 2012
plaatsvinden, om zodoende te komen tot actuele, on-line informatie voor alle
leidinggevenden.
33

Daarmee zal de uitrol van Afas volledig zijn en een goed fundament vormen
onder de P&O processen.
NIAZ-coördinatie
De dienst P&O heeft in 2010 en 2011 de coördinatie gevoerd op het
voorbereiden en behouden van de NIAZ accreditatie.
In november 2010 is een zelfevaluatierapport aangeboden aan het NIAZ.
Op basis van het aangeleverde zelfevaluatierapport heeft het NIAZ in 2011
een positief voortgangsbesluit genomen. P&O is in 2011 druk geweest met
de voorbereidingen van het NIAZ bezoek in januari 2012.
Arts-assistenten
Na lange onderhandelingen met de medische staf is de overgang van de
desbetreffende maatschappen naar het ziekenhuis afgerond. Per 1 november
2011 zijn alle arts-assistenten contractueel overgegaan naar het ziekenhuis
en organisatorisch ondergebracht bij de SEH.
Introductiedag en workshops
In 2011 is P&O van start gegaan met de introductiedag nieuwe stijl, waarbij
nieuwe medewerkers een rondleiding door het ziekenhuis krijgen. Daarnaast
is er uitbreiding gedaan met de introductieworkshops. In 2012 zal het
nieuwe introductiebeleid verder worden uitgebreid.
Akkoord over sociaal plan
In 2011 is er met de vakbonden een sociaal plan afgesloten. Met bonden en
ondernemingsraad is afgesproken dat er in 2011 een start zou worden
gemaakt met de invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid. Omdat er
geen vast Hoofd P&O aanwezig was, is dit in overleg met de
ondernemingsraad uitgesteld naar 2012.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)
In 2011 zijn de voorbereidingen gedaan om een MTO in juni 2012 te laten
plaatsvinden. Binnen deze voorbereiding zijn gesprekken gevoerd om binnen
de dienst klinische zorg eerst een onderzoek met betrekking tot de werkdruk
te houden. Dit onderzoek zal mede als basis worden gebruikt voor het MTO.
4. Facilitaire Dienst
Op basis van het Jaarplan 2011 van de Facilitaire Dienst (FD) zijn door de
FD de volgende projecten in het verslagjaar uitgevoerd:
34

Gastvrijheid
Begin 2011 is een brainstormsessie gehouden waarbij een veelheid aan
acties en voorstellen is besproken om invulling te geven aan het begrip
„gastvrijheid‟. Aan de uitwerking hiervan is en wordt continu gewerkt. Enige
voorbeelden:
a. De voorgevel van het gebouw is gereinigd en geschilderd, waarbij
voor de kozijnen een andere kleurstelling is gebruikt die beter past
bij de vernieuwde huisstijl van het ziekenhuis.
b. Het aantal parkeerplaatsen is uitgebreid tot 470 en de
groenvoorziening op het terrein is hierop aangepast. Ook zijn abri‟s
voor rokende bezoekers en medewerkers geplaatst.
c. De verlichting van het parkeerterrein is uitgebreid en verbeterd.
d. De patio bij de centrale hal is voorzien van nieuwe bestrating, meer
groen en verlichting, waardoor deze veel uitnodigender is geworden
om bij goed weer te verblijven.
e. Gratis koffie en thee voor wachtende bezoekers op de poliklinieken,
die door vrijwilligers wordt geserveerd.
f. In samenwerking met vervoersbedrijf RET wordt actuele informatie
over vertrektijden bussen bij metrostation Spijkenisse-Centrum op
informatiedisplays in de centrale hal getoond.
g. Tijdens feestdagen (Pasen, Kerst e.d.) zijn activiteiten geïnitieerd
voor patiënten en is extra aandacht besteed aan de (in eigen
keuken bereide) maaltijden.
Ook deden wij in 2011 weer mee aan de audit „Gastvrijheidzorg met
Sterren‟, waarbij wij helaas teruggingen van twee sterren naar één ster,
omdat andere ziekenhuizen zich verder hadden ontwikkeld. Bij de audit die
voor januari 2012 gepland staat, hopen wij deze uiteraard weer terug te
krijgen.
De implementatie van het gaan werken met de broodbuffetwagen is in 2011
niet gelukt. Het keuzetraject duurde langer dan verwacht en de uiteindelijk
gekozen leverancier bleek niet op tijd te kunnen leveren. Begin februari
2012 worden nu de eerste wagens verwacht, waarna de nieuwe werkwijze,
waarbij patiënten vanuit hun bed direct hun broodmaaltijd kunnen
samenstellen, wordt ingevoerd. Als dit naar tevredenheid functioneert, is de
volgende stap het verplaatsen van de warme maaltijd naar de avond.
Klanttevredenheid
In verband met de vacatures hoofd P&O en hoofd I&F met wie het interne
klanttevredenheidonderzoek (KTO) vanuit de beheersdiensten werd
georganiseerd, is besloten het KTO in 2011 niet uit te voeren en te zoeken
naar mogelijkheden dit in 2012 te integreren in onderzoeken die ook door de
zorgdiensten worden uitgevoerd. Het overleg daartoe is gestart.
35

Strategie en beleid FD
In april 2011 is het Cultuurdocument FD vastgesteld, waarin vastgelegd hoe
wij invulling willen geven aan de thema‟s gastvrijheid, betrouwbaarheid en
veiligheid. Dit document, een afgeleide van de ziekenhuisbrede Strategische
Visie, is en wordt besproken met de medewerkers van de FD en vormt de
basis van onze facilitaire bedrijfsvoering.
“Iedereen wordt door ons als klant behandeld en wij doen dat vakkundig,
betrouwbaar en conform afspraak. Iedereen moet zich welkom voelen en het
gevoel van “thuis zijn én veilig voelen” moet worden benadrukt. Wij leveren
als professionals altijd maximale kwaliteit en daarin stellen wij ons toetsbaar
op. Dit wordt vertaald in kernwaarden en bijbehorende competenties.”
NIAZ
Ter voorbereiding op de heraccreditatie NIAZ hebben interne audits bij de
afdelingen techniek, voeding en huishouding plaatsgevonden.
Voor het uitwerken van de normelementen is tijdelijk een extra
stafmedewerker aangesteld. In samenwerking met de sectorhoofden en
kwaliteitsfunctionarissen is door haar in 2011 hard gewerkt om de laatste
puntjes op de i te zetten. Met name het uitwerken van procedures en
protocollen met betrekking tot beheer en onderhoud van (medische)
apparatuur vergde veel tijd.
Meerjaren Onderhoudplanning
In 2011 is door een extern bedrijf een inspectie van gebouwen, terrein en
installaties uitgevoerd, op basis waarvan een Meerjaren Onderhoudplanning
voor gebouwen en installaties is vastgesteld voor de periode 2012 – 2037
(25 jaar). De uitkomsten zijn meegenomen in de onderhoudbegroting 2012.
Facilitair Management Informatiesysteem (FMIS)
De facilitaire dienst gebruikt als FMIS software van Planon. In het
verslagjaar is de migratie van de Windows omgeving naar een virtuele Java
omgeving uitgevoerd en opgeleverd. Begin 2012 wordt gestart met het beter
verankeren van het functioneel en applicatiebeheer en wordt de uitrol van
nieuwe modules (contractbeheer, onderhoud medische apparatuur) gestart.
Vervanging bucky-apparatuur en CT-scan
De vervanging van de bucky apparatuur op de afdelingen radiologie en
Spoedeisende Hulp is met alle bijbehorende verbouwingen en
installatietechnische aanpassingen succesvol en binnen het budget afgerond.
Aansluitend is op de afdeling radiologie de CT-scan vervangen, waarbij
tegelijk enige bouwkundige aanpassingen zijn gerealiseerd. Zo is onder
andere voorzien in extra toiletten en kleedruimtes.
Herinrichting sector Techniek en sector Inkoop & Logistiek
Binnen de sector Techniek is onderzoek uitgevoerd naar noodzaak en
haalbaarheid de medisch instrumentele techniek los te weken van de sector
Techniek en onder te brengen bij een nieuw te vormen afdeling Medische
36

Zorgtechnologie binnen de zorgdiensten. Op basis van de uitgebrachte
adviezen worden nu voorstellen nader uitgewerkt.
Verloop van personeel ten gevolge van pensionering is opgevuld door
aantrekken van nieuwe medewerkers.
De eerdere opdracht om te werken aan schaalvergroting van de afdeling
Inkoop door het zoeken van samenwerking, is begin dit jaar aangepast. Er is
en wordt gewerkt aan verdere professionalisering van de afdeling, onder
andere door (tijdelijke) uitbreiding en actieve deelname aan Saminzo, een
samenwerkingsverband op het gebied van inkoop van vier ziekenhuizen in
de regio.
Projecten
Gedurende het jaar zijn door of in opdracht van de FD nog vele andere
kleine en grote projecten uitgevoerd. Ter illustratie een kort, willekeurig
overzicht:
alarmering voor de Pijn op de Borst poli aangelegd
bewaking alarmering mindervaliden toiletten verbeterd
bewakingscamera‟s binnen en buiten vervangen door digitale
exemplaren met hoge resolutie, waarvan sommige op afstand
bedienbaar
wachtruimtes voor bezoekers van de care-afdeling opgeknapt
vervangen van een aantal dilatatievoegen waardoor patiënten die in
bed vervoerd worden, dit minder „schokkend‟ ervaren
ingebruikname van een koper-/zilver ionisatiesysteem waardoor
een vrijwel 100% preventie van Legionella kan worden
gegarandeerd
vele interne verhuizingen
verbouw van de voormalige studio ziekenomroep naar skills-lab.
in samenwerking met de ziekenhuisapotheker opstellen en
implementeren van beheersplan medische gassen
vervangen van de vacuüminstallatie
aanpassen van het bedrijfswaternet.
5. Dienst Informatie & Financiën
Implementeren DOT
De implementatie per 1 januari 2012 van de DOT systematiek heeft in 2011
een zware wissel getrokken op alle geledingen van de dienst Informatie &
Financiën. Binnen het DOT project zijn in 2011 onder meer de volgende
activiteiten afgerond:
37

- voorbereiden Ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) op de komst van
DOT
- Gereed maken rapportage Tool voor DOT
- Begroting 2012 opstellen in DOT‟s
- Voorlichting aan de organisatie wat DOT‟s betekenen voor het Ruwaard
van Putten Ziekenhuis
- Inrichten van een DOT helpdesk
- Aanpassen financiële administratie op DOT
- Voorbereidingen voor de onderhandelingen met de zorgverzekeraars
zijn afgerond.
De organisatie is nadrukkelijk ondersteund bij de introductie van de DOT
systematiek.
Vanwege deze activiteiten is het Ruwaard van Putten ziekenhuis gereed
gebleken voor de introductie van de DOT per 1 januari 2012. In 2012 zal de
introductie van de DOT evenwel nog de nodige inspanningen van de dienst
Informatie en Financiën en de Ruwaard van Putten Ziekenhuis organisatie
vragen.
Begroting 2012
De begroting 2012 is uitgebreid met een meerjarenproductie en is een
exploitatieoverzicht en opgesteld rekening houdend met de DOT
systematiek.
Materiële vaste activa project
Met het steeds meer verdwijnen van de nacalculatorische afschrijvingen
worden de eigen inschattingen over levensduur en restwaarde van materiële
vaste activa steeds belangrijker. In het kader hiervan is de dienst Informatie
& Financiën in de tweede helft van 2011 een project gestart waarbinnen
onderzocht is:
Of er aanpassingen nodig zijn in de tot nu toe gebruikte
afschrijftermijn.
Wat het effect is op de afschrijfkosten bij wijziging.
Aanwezigheid activa met een boekwaarde.
Voorstellen voor het op een effectieve wijze van een dubbele
activaregistratie (namelijk bedrijfseconomisch, versus NZAsystematiek)
Opstellen van procedures.
De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in de jaarrekening 2011.
Verbetering informatievoorziening
De managementrapportage is met ingang van januari 2011 voorzien van een
schatting van het integrale resultaat en de productierapportages zijn online
beschikbaar gekomen. Maandelijks wordt een grondige analyse van het
resultaat gemaakt door de afdeling Planning en Control.
38

De afdeling financiële administratie heeft in 2011 de vaste activa module in
gebruik genomen waardoor de afschrijvingen efficiënter en effectiever
verwerkt kunnen worden en de informatievoorziening ook verbeterd kon
worden.
Value Care
In 2011 is het gebruik van Value Care geoptimaliseerd voor de DBC‟s in
2011 en bovendien is Value care gereed gemaakt voor het DOT tijdperk per
1 januari 2012. De controles zijn aangescherpt: binnen Value Care zijn 75
nieuwe controles ingevoerd, hetgeen er 25 meer zijn dan gepland.
Fiscale Zorgscan
In het najaar van 2011 heeft er door PriceWaterHouseCoopers een fiscale
zorgscan plaatsgevonden. Diverse procedures omtrent BTW-registratie
worden getoetst. Bovendien worden de mogelijkheden onderzocht die tot
extra BTW-teruggaaf kunnen leiden. De resultaten hiervan worden in het
voorjaar van 2012 verwacht.
Informatiebeveiliging NEN 7510
Eind 2011 heeft er een externe audit plaatsgevonden door
PriceWaterhouseCoopers, waarover begin 2012 gerapporteerd is. Conclusie
is dat er een belangrijke verbeteringsslag ten opzichte 2011 heeft
plaatsgevonden. De werkzaamheden aangaande de NEN7510 worden
gecoördineerd door de commissie informatiebeveiliging waarin vanaf 1
november 2011 zitting hebben de manager Informatie & Financiën
(Excecutive Officer Informatiebeveiliging) alsmede het hoofd ICT.
39

4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis gebruikt de Kwaliteitsnorm
Zorginstellingen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
(NIAZ) als leidraad voor het ontwikkelen en borgen van het
kwaliteitszorgsysteem. In juni 2008 is het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
dan ook door het NIAZ geaccrediteerd.
In 2011 zijn de voorbereidingen voor een heraccreditatie door het NIAZ
voortgezet. In eerste instantie was deze heraccreditatie voorzien in april
2011. Echter na overleg met het NIAZ is besloten om deze heraccreditatie te
verplaatsen naar januari 2012. Dit omdat de oorspronkelijke accreditatie
geldig is tot juni 2012.
In november 2010 is het zelfevaluatierapport aangeleverd bij het NIAZ en
goedgekeurd. Na eerdergenoemd uitstel is op aanvraag van het NIAZ in
augustus 2011 een aanvullend zelfevaluatierapport opgesteld. In de
tussenliggende tijd heeft het NIAZ de Kwaliteitsnorm Zorginstellingen versie
2.2. uitgebracht. De hernieuwde versie van het zelfevaluatierapport is
opgesteld aan de hand van de vernieuwde Kwaliteitsnorm Zorginstellingen
2.2. Het zelfevaluatierapport van augustus 2011 is tevens goedgekeurd met
als resultaat de externe audit van 24 t/m 27 januari 2012.
In 2011 is de afdeling kwaliteit uitgebreid in formatie; in totaal zijn er nu
vier kwaliteitsfunctionarissen werkzaam. Hun taken zijn gericht op onder
meer de NIAZ heraccreditatie, de prestatie-indicatoren, het
documentbeheersysteem, necrologiecommissie, incidentenanalyses en
interne audits.
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis kent een systeem van interne audits. In
het eerste kwartaal van 2011 heeft een training plaatsgevonden van een
externe opleidingsinstituut in samenwerking met het NIAZ, waarbij 16
medewerkers uit het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zijn opgeleid tot
interne auditor.
In 2011 hebben diverse interne audits plaatsgevonden in het kader van de
Kwaliteitsnorm Zorginstellingen:
Centrale Sterilisatie Afdeling Medische techniek
Hygiëne- en Infectiepreventie Verpleegafdeling A
SEH Radiologie
Voedingsdienst Verpleegafdeling F/G
Verpleegafdeling L/M Verpleegafdeling D
Verpleegafdeling H Chemotherapie
Fysiotherapie OK
Oncologie Apotheek
Huishouding Gipskamer
40

De Raad van Bestuur wordt middels halfjaaroverzichten geïnformeerd over
de interne audits en over eventuele centrale verbeterpunten. Aanbevelingen
die onder meer gedaan zijn hadden betrekking op het
documentbeheersysteem, de controle op na- en bijscholingen, de medische
apparatuur en multidisciplinaire overleggen. Op deze onderwerpen zijn
intussen diverse initiatieven ingezet die in 2012 verder worden uitgewerkt.
Hiernaast hebben specifieke interne audits plaatsgevonden op bijvoorbeeld
het gebied van Hygiëne- en Infectiepreventie, binnen de apotheek en in het
kader van de TOP 1,2,3. Binnen deze laatste categorie hebben er in totaal
vier audits plaatsgevonden met betrekking tot het pre- peri- en
postoperatieve proces. De resultaten van deze audits zijn besproken met de
IGZ.
Naast deze interne audits is in 2011 verder gegaan met het houden van
zogenaamde veiligheidsrondes. Deze veiligheidsrondes zijn gebaseerd op de
“Praktijkgids Veiligheidsrondes” zoals deze is uitgegeven door het VMS
veiligheidsprogramma.
Het was het beleid van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis om deze rondes
uit te laten voeren door een viertal medewerkers: één vertegenwoordiger uit
de Raad van Bestuur, één vertegenwoordiger uit de medische staf, één
vertegenwoordiger uit het Managementteam en één vertegenwoordiger uit
de Cliëntenraad. Sinds mei 2011 loopt ook de ziekenhuishygiëniste mee met
deze veiligheidsrondes.
In 2011 hebben de volgende veiligheidsrondes plaats gevonden:
Afdeling Maand
Afdeling M/L Januari 2011
Apotheek April 2011
Buitenpoli Hoogvliet Mei 2011
Laboratorium Juni 2011
Afdeling E Augustus 2011
Keuken September 2011
Radiologie Oktober 2011
Behandelpoli December 2011
Van deze veiligheidsrondes worden verslagen gemaakt die naar de afdeling
worden teruggekoppeld. In het afdelingsoverleg worden deze verslagen
besproken om tot verdere verbeteringen te komen.
41

In 2011 zijn met een aantal vakgroepen met ondersteuning van het bureau
Nosce Orbis beoordelingen uitgevoerd door middel van de zogenaamde 360
graden feedback van het functioneren van medisch specialisten (IFMS;
Individueel Functioneren Medisch Specialisten). In 2012 zullen deze
beoordelingen met andere vakgroepen worden voortgezet.
42

4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten
4.4.1 Kwaliteit van zorg
Patiënttevredenheid
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft een norm voor
patiënttevredenheid van 8,0. Sinds jaren wordt door het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis systematisch de tevredenheid van patiënten gemeten. De
klinische patiënten welke in het RPZ zijn behandeld waarderen de
patiënttevredenheid gemiddeld met een rapportcijfer van 7,8 in 2011 ten
opzichte van een 7,9 in 2010. De uitkomsten worden verwerkt in
verbeteracties. Een greep uit de kwaliteitsimpulsen:
Informatievoorziening aan wachtende patiënten op de SEH.
Verbetering / versnelling van de informatievoorziening naar huisartsen
na een SEH bezoek.
Start preoperatieve polikliniek door anesthesisten.
Uitwerking zorgpaden en beschikbaar stellen van digitale
patiënteninformatie.
Geselecteerde patiëntengroepen worden na ontslag teruggebeld ter
verificatie of alle vervolgzorg goed is georganiseerd.
Verbetering verpleegkundig dossier.
Aandacht voor bejegening en vroegtijdig signaleren klachten en
verbetering klachtafhandeling op de afdelingen.
Aandacht voor scholing, deskundigheidsbevordering en
professionalisering van verpleegkundig en ondersteunend personeel.
Verbetering van de verblijfsruimtes voor patiënten en familie op de
afdelingen Intensive care en verloskunde.
Uit de analyse over 2011 bleek met name dat de telefonische bereikbaarheid
slecht scoorde in de patiënttevredenheid. Het voornemen bestaat om
bijvoorbeeld door middel van een cliënten contact centrum de telefonische
bereikbaarheid te verbeteren.
4.4.2 Klachten
Klachtencommissie
De klachtencommissie werkt conform de richtlijnen van de Wet Klachtrecht
Cliënten Zorgsector en Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg. De behandeling
van klachten door de klachtencommissie is vastgesteld door de raad van
bestuur in het „Reglement Klachtencommissie Ruwaard van Putten
Ziekenhuis‟. De klachtencommissie rapporteert rechtstreeks aan de raad van
bestuur.
Algemene informatie over de klachtenprocedure van het ziekenhuis is
beschikbaar op de afdelingen en op de site van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis. De klachtenfunctionaris heeft een klachtenformulier en het
reglement klachtencommissie beschikbaar voor cliënten.
43

Samenstelling klachtencommissie:
De klachtencommissie bestaat uit vijf leden en was in het verslagjaar als
volgt samengesteld:
mr. M.J.L. Holierhoek voorzitter, extern jurist
Mw J. Gores-Hassink namens Zorgbelang Zuid-Holland
R.J.T.M. Bleker chirurg, namens de medische staf
F.S. Kroon kaakchirurg, namens de medische
staf
Mw C.Y.L. Bronscheer hoofd opname en intake
De klachtencommissie voorziet in continuïteit door benoeming van een
plaatsvervangend lid voor de medisch specialisten, te weten de heer C.M.A.
Geers, medisch specialist interne geneeskunde. Toegevoegd is aan de
commissie mevrouw B. Stolk, als ambtelijk secretaris.
In 2011 zijn de leden Gores en Bleker herbenoemd.
De wijze waarop de klachtencommissie haar werkzaamheden verricht met
inachtneming van de waarborgen, bedoeld in de Wet Klachtrecht Cliënten
Zorgsector, artikel 2.
De klachtencommissie bestaat uit vijf leden, onder wie een externe
voorzitter, tevens jurist, en een extern lid dat is voorgedragen vanuit het
Regionaal Patiënten Platform. Een plaatsvervangend lid waarborgt dat aan
de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op
wiens gedragingen de klacht rechtstreeks betrekking heeft. De
klachtencommissie vergadert in de regel tenminste eenmaal per maand.
In het klachtenreglement is het beginsel van hoor en wederhoor
opgenomen. Zowel klager als aangeklaagde worden door de
klachtencommissie in de gelegenheid gesteld schriftelijk of mondeling een
toelichting te geven op de gedraging waarover is geklaagd. In het reglement
is opgenomen dat klager en aangeklaagde zich, indien zij dit wensen,
kunnen laten bijstaan.
In het reglement klachtencommissie is vastgelegd dat de klachtencommissie
binnen de termijn van twee maanden na indiening van een klacht, een
oordeel over de gegrondheid van de klacht al dan niet vergezeld van
aanbevelingen geeft aan klager, aangeklaagde en zorginstelling. Bij
afwijking van de in het reglement genoemde termijn doet de
klachtencommissie aan klager, aangeklaagde en zorginstelling mededeling
van de reden van afwijking van de termijn.
De raad van bestuur wordt verzocht uiterlijk binnen één maand na
ontvangst van het oordeel en een eventueel daaruit voortvloeiende
aanbeveling van de klachtencommissie, aan de klachtencommissie en klager
mee te delen of de raad van bestuur naar aanleiding van de aanbeveling
maatregelen zal nemen en zo ja, welke.
In 2011 heeft de commissie haar werkwijze op een aantal punten
geëvalueerd en diverse verbeteringen aangebracht. Zo zijn de brieven aan
klager respectievelijk aangeklaagden tegen het licht gehouden. Dit heeft
geleid tot duidelijker brieven met meer informatie.
44

Bijzondere vermelding verdient dat op basis van de brief van klager concrete
klachtonderdelen worden geformuleerd. Deze worden aan klager voorgelegd.
Na diens instemming zijn deze klachtonderdelen de basis voor het
onderzoek. Ook is de procedure waar het betreft de in acht te nemen
termijnen gestroomlijnd. Tot slot is de opzet van de schriftelijke uitspraken
aangepast.
Rubricering klachten 2011
De klachtencommissie heeft in het jaar 2011 twaalf klachten in behandeling
genomen. In het verslagjaar 2011 heeft de klachtencommissie negen
klachten afgesloten, waaronder vier klachten uit 2010. Zeven klachten
wachten op een afronding.
Van de in 2011 afgesloten klachten heeft de klachtencommissie 24
klachtonderdelen gegrond en 18 klachtonderdelen ongegrond verklaard. Op
één klachtonderdeel heeft de klachtencommissie zich onthouden van een
oordeel.
Binnengekomen
klachten
Aantal Afgesloten
in 2010
Afgesloten
in 2011
2010 13 9 4
2011 12 5 7
Totaal afgerond
in 2011
9
Af te
ronden in
2012
Op een klachtonderdeel over de oorzaak van schade na toediening van
medicatie heeft de klachtencommissie zich onthouden van een oordeel.
De klachtonderdelen staan in onderstaande tabel vermeld op grond van
aangeklaagde medewerker, dienst of afdeling.
Klachtonderdelen
gericht op
Aantal 42 Ongegrond 18 Gegrond 24
Medisch
specialist
17 5 12
Polikliniek 0 0 0
Verpleging
kliniek
17 8 9
Spoedeisende
hulp
2 1 1
Anders 6 4 2
45

Klachtonderdelen
gericht op
Aantal 42 Ongegrond 18 Gegrond 24
Organisatie 9 7 2
Communicatie 17 4 13
Medisch handelen 11 4 7
Verpleegtechnisch
handelen
3 1 2
Anders 2 2
Behandelingstermijn in 2011
De behandelingstermijn van twee maanden is in geen van de
klachtbehandelingen gehaald. Bij drie klachten is de afhandelingtermijn drie
maanden geweest, bij drie klachten vijf maanden, bij twee klachten zes
maanden en bij een klacht negen maanden. Klagers en bij de klacht
betrokkenen zijn gedurende de klachtenbehandeling op de hoogte gehouden
van het stadium waarin de klacht zich bevond. De reden dat de termijn van
twee maanden steeds niet is gehaald, is gelegen in de te volgen procedure.
In de schriftelijke fase krijgen klager en aangeklaagde twee maal de
gelegenheid om op elkaar te reageren en hun standpunten naar voren te
brengen. Vervolgens vindt in veel gevallen nog een hoorzitting plaats. Hierna
komt de klachtencommissie tot een oordeel waarna een schriftelijke
uitspraak moet worden geconcipieerd.
Aanbevelingen van de klachtencommissie naar de raad van bestuur
Op grond van een aantal gegronde klachtonderdelen heeft de
klachtencommissie in 2011 twee aanbevelingen gedaan aan de raad van
bestuur met als doel de gesignaleerde knelpunten te verbeteren.
Aanbevelingen gedaan aan de raad van bestuur:
De klachtencommissie heeft de raad van bestuur aanbevolen om ervoor
zorg te dragen dat op de afdeling spoedeisende hulp de handelingen en
bevindingen op een meer zorgvuldige wijze worden geregistreerd in het
dossier en op registratieformulieren zodat herleidbaar is wat door wie is
gedaan en bevonden.
De klachtencommissie heeft de raad van bestuur aanbevolen om een
patiëntgerichte aanpak te bevorderen. Dit geldt bij uitstek in het geval er
sprake is van een patiënt met een aandoening die multidisciplinaire inzet
vereist. De klachtencommissie is van oordeel dat de organisatie van de
behandeling dient te voorzien in af te spreken momenten van
multidisciplinair overleg.
46

Maatregelen van de raad van bestuur naar aanleiding van uitspraken en/of
aanbevelingen van de klachtencommissie.
De uitspraken en aanbevelingen van de klachtencommissie zijn voor de raad
van bestuur enkele malen reden geweest maatregelen ter verbetering van
knelpunten te formuleren dan wel over te nemen en uit te zetten in de
organisatie.
Klachtenafhandeling door de klachtenfunctionaris.
Een klacht is het kenbaar maken van ongenoegen van een patiënt over de
geboden zorg en/of de organisatie daarvan. Behalve klachten kunnen
patiënten ook complimenten geven.
Klachten en complimenten worden geregistreerd als meldingen.
De klachtenfunctionarissen werken conform de klachtenprocedure van het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis. De doelstelling van de klachtenafhandeling
is om recht te doen aan de individuele klager en het creëren van de
mogelijkheid tot herstel van de relatie tussen klager en beklaagde. Een
ander doel is om de knelpunten in de zorg en de organisatie inzichtelijk te
maken door middel van systematisch registreren van klachten en
complimenten. Bij de klachtenafhandeling biedt de klachtenfunctionaris
laagdrempelige opvang van de patiënt/klachten, geeft informatie en advies
en doet bemiddeling. Voor de bereikbaarheid en continuïteit is het streven
dat er iedere werkdag een klachtenfunctionaris aanwezig is, met
uitzondering van vakanties etc.
Regulier hebben de klachtenfunctionarissen overleg met de Raad van
Bestuur en de Diensthoofden over de meldingen en de ontwikkelingen
hiervan. De klachtenfunctionaris geeft gevraagd en ongevraagd advies, naar
aanleiding van meldingen, aan de Raad van Bestuur en de leidinggevenden
In 2011 is gestart met klinische lessen voor medewerkers en workshop voor
nieuwe medewerkers met als doel de medewerkers te trainen in het
voorkomen van klachten.
In 2011 zijn er voorstellen gedaan voor aanpassingen in de
klachtenprocedure(s). Deze zullen naar verwachting in 2012 worden
bekrachtigd.
De klachtenprocedure:
In het Ruwaard van Puttenhuis is gekozen voor de volgende
klachtenopvang:
Alle meldingen, ook die welke zijn gericht aan de Klachtencommissie of de
Raad van Bestuur, zullen eerst door de klachtenfunctionaris in behandeling
worden genomen. Zij neemt in alle gevallen telefonisch contact op met de
klager om een beeld te krijgen of bemiddeling mogelijk is. Bemiddeling is
alleen mogelijk als de klager en de beklaagde daarmee in stemmen,
bijvoorbeeld door middel van een gesprek.
47

Soms hebben er, voordat de klacht wordt ingediend, al gesprekken plaats
gevonden en hebben deze geen oplossing gebracht. In zo‟n geval is
bemiddeling niet meer mogelijk.
De klachtenfunctionaris moet te allen tijden onbevooroordeeld zijn. Zij heeft
niet de bevoegdheid om een klacht gegrond of ongegrond te verklaren. Als
de klager een dergelijke uitspraak wil wordt deze doorverwezen naar de
klachtencommissie. De klachtencommissie zal een eigen onderzoek doen
naar de toedracht van de klacht.
De patiënt / klager:
Klagers geven aan dat zij hun klacht kenbaar maken om de volgende
redenen:
herhaling voorkomen,
kwaliteitsverbetering in de organisatie ,
soms excuses of een schadevergoeding.
Er zijn diverse mogelijkheden om een melding kenbaar, te weten:
Telefonisch, per e-mail, persoonlijk of door middel van een klachtenformulier
(eventueel via de website).
Met dit jaarverslag wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel meldingen er zijn
en wat de aard ervan is. Dit komt tot stand door de registratie van de
meldingen op het gebied van:
- hoeveelheid meldingen;
- hoeveelheid deelmeldingen;
- onderverdeling naar categorie.
Meldingen en deelmeldingen:
Een klager kan meerdere deelmeldingen aangeven.
Het aantal melders met iedere deelmelding wordt geregistreerd.
Dit geeft het volgende overzicht:
Aantal
meldingen
2009 2010 2011
266 279 275 1,4% -
Aantal
deelmeldingen
2009 2010 2011
329 372 409 10% +
De redenen van de stijging zijn:
De patiënt/klager is mondiger geworden, klagers komen meer voor zichzelf
op.
48

Patiënten verwachten een klantvriendelijke benadering en stellen hogere
eisen aan de organisatie (bijvoorbeeld wachttijden).
De patiënt/klager wil meer betrokken worden bij de diagnose en
behandeling.
Mensen beschikken meer over informatie via het internet en zoeken zelf
naar ziektebeelden, onderzoeken en behandelingen. Hierdoor kunnen nietrealistische
verwachtingen ontstaan.
De drempel voor het indienen van klachten is laag.
Klachten worden complexer meerdere deelmeldingen per melding.
Patiënten uiten vaker complimenten.
De landelijke tendens laat ook een stijging in klachten zien.
Werknemersklachtencommissie
Inleiding
In de werknemersklachtenregeling, de regeling melding misstanden en de
regeling preventie en aanpak meldingen van (seksuele) intimidatie, agressie
en/of geweld wordt gesproken van een werknemersklachtencommissie en
van vertrouwenspersonen. In het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is gekozen
voor één werknemersklachtencommissie en één functiebeschrijving
vertrouwenspersoon om uitvoering te geven aan alle meldingen en klachten
die hieruit voortkomen. De werknemersklachtenregeling is te vinden op
DKS.
Algemeen
Gezien de verantwoordelijkheid van de werkgever voor het sociaal beleid
in de organisatie is het wenselijk een klimaat te scheppen waarin
medewerkers elkaars integriteit respecteren en waarin het veilig,
vertrouwd en prettig werken is. De medewerker van de instelling kan zich
beklagen over (het achterwege blijven van) een door de werkgever te
nemen of genomen beslissing die hem persoonlijk raakt. Dit individuele
klachtrecht is weergegeven in de notitie werknemersklachtenregeling.
Taken en bevoegdheden van de werknemersklachtencommissie
1. De werknemersklachtencommissie heeft tot taak om schriftelijk advies
uit te brengen aan de Raad van Bestuur, dan wel bemiddelend,
begeleidend of verwijzend op te treden met betrekking tot afhandeling
van de klacht.
2. De werknemersklachtencommissie heeft de bevoegdheid na te gaan of
besluiten aangaande de afhandeling van de klacht te goeder trouw
worden uitgevoerd.
3. De werknemersklachtencommissie heeft de bevoegdheid om ter
preventie van klachten ongevraagde adviezen uit te brengen aan de
Raad van Bestuur.
4. De werknemersklachtencommissie past het principe van „hoor en
wederhoor‟ toe en hoort vervolgens een ieder van wie zij denkt dat dit
nodig is. Klager wordt in ieder geval in de gelegenheid gesteld om de
klacht mondeling bij de werknemersklachtencommissie toe te lichten.
49

5. De zittingen van de werknemersklachtencommissie zijn niet openbaar.
Leden/Rooster van aftreden van de werknemers-klachtencommissie
De werknemersklachtencommissie is zodanig samengesteld dat partijen
gelijkelijk vertegenwoordigd zijn en bestaat uit vier leden en een
onafhankelijke voorzitter. Twee leden worden voorgedragen door het MT,
twee door de ondernemingsraad. De Raad van Bestuur zoekt een
onafhankelijke voorzitter.
De Ondernemingsraad wordt om een advies gevraagd. De gehele
commissie wordt benoemd door de Raad van Bestuur. De voorzitter en de
leden hebben ieder een plaatsvervanger, die op dezelfde wijze worden
benoemd.
De leden van de klachtencommissie zijn:
Mw. mr. W.M. Carlée, externe voorzitter
M. Mes, secretaris
J. Halder, lid namens OR
Mw. S.C. Ganzenboom, lid namens OR
Mw. D. Kieboom, lid namens OR
J.J. de Zeeuw, lid namens OR
Mw. J. den Hollander, lid namens MT
Mw. I. Appelmelk, lid namens MT
Mw. W. Smit, lid namens MT
Mw. M. Stougje, lid namens MT
In 2011 zijn afgetreden:
Mw . I. Korste, lid namens de OR.
Mw. A. van de Haterd, lid namens de OR.
H. Coenen, lid namens het MT.
In 2011 zijn toegetreden:
J. Halder, lid namens de OR.
Mw. D. Kieboom, lid namens de OR.
Mw. J. den Hollander, lid namens het MT.
Mw. I. Appelmelk, lid namens het MT.
Mw. M. Stougje, lid namens het MT.
Externe voorzitter mw. mr. M.W. Carlée
Begin 2012 zal de heer J. de Zeeuw worden vervangen door een ander ORlid.
De werknemersklachtencommissie heeft in 2011 in totaal zes klachten
binnengekregen;
- Vijf van die klachten heeft de commissie de zaak volledig behandeld,
inclusief uitspraak;
- Bij één van die klachten is de klager gehoord, daarna heeft klager zijn
klacht in overleg met P&O zelf opgelost;
50

- Bij vier van de klachten heeft de commissie – afgaand op gedegen
feitenonderzoek en in de belangenafweging tussen werknemer en RPZ-
- de klacht als “ongegrond” beoordeeld, maar wel met duidelijke
adviezen aan de Raad van Bestuur om aan de situatie van de klager
tegemoet te komen;
- De commissie heeft één klacht als “gegrond” beoordeeld, met als extra
nog een paar aanbevelingen aan de Raad van Bestuur.
Deze aanbevelingen aan de Raad van Bestuur hielden voornamelijk in: zorg
voor goede begeleiding van de desbetreffende medewerker in een
verbetertraject, of in herstel van de samenwerking met de leidinggevende
en de desbetreffende klager, al dan niet via een externe bemiddelaar/coach,
alsook de aanbeveling om medewerkers en leidinggevende in het ziekenhuis
nog een keer aandachtig maken op naleving van reeds bestaande
beleidsregels/procedures. In het laatste geval was ook een waarschuwing
aan het adres van de leidinggevende, onderdeel van het advies aan de Raad
van Bestuur.
Verder heeft de voorzitter van de werknemersklachtencommissie in 2011
met regelmaat contact gehad met de vertrouwenspersoon om haar
werkzaamheden en die van de commissie af te stemmen en op de hoogte te
blijven van de (personele) ontwikkelingen binnen het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis. Alles met als doel om, in tijden van “verandering”, het werk van
de commissie en de vertrouwenspersoon (maar ook van P&O), zo goed
mogelijk te kunnen doen.
Jaarverslag Vertrouwenspersoon 2011
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis wil haar medewerkers zoveel mogelijk
beschermen tegen ongewenst gedrag op het werk. Daarbij wordt een
omgeving geboden waar zij hun werkzaamheden veilig, plezierig en
professioneel kunnen doen. Alle medewerkers van stagiaires tot artsen, zelfs
ingehuurde personen vallen onder deze bescherming. Met een regeling
Preventie en Aanpak meldingen van ongewenste omgangsvormen, zoals
(seksuele) intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie, wil de
organisatie dergelijk gedrag voorkomen en bestrijden. Dit is in lijn met de
gedragscode voor medewerkers: respectvol omgaan met anderen, regels
opvolgen en afspraken nakomen worden hierin onder andere beschreven.
Middels een werknemersklachtenregeling is vastgesteld hoe medewerkers
die ongewenst gedrag ervaren, daarmee moeten omgaan.
Vanuit deze regeling is de werkwijze werknemersklachtencommissie en
vertrouwenspersonen beschreven. Ten aanzien van medewerkers die zich
schuldig maken aan ongewenst gedrag kan de Raad van Bestuur overgaan
tot het treffen van disciplinaire maatregelen.
51

Bij het voordoen van ongewenste omgangsvormen kunnen alle medewerkers
in de organisatie een beroep doen op de vertrouwenspersoon (VP). De VP
steunt, adviseert, intervenieert, begeleidt en kan, indien noodzakelijk,
aanspreekpunt zijn bij het indienen van een formele klacht bij de
Werknemersklachtencommissie. De vertrouwenspersoon, Barbara Bowier,
voert de functie van VP uit naast haar hoofdfunctie als klinisch chemisch
analist. Zij is aangesteld door de Raad van Bestuur voor een periode van 4
jaar. In het jaar 2011 was de 2 e vertrouwenspersoon functie vacant . De
mogelijkheid om een externe vertrouwenspersoon te raadplegen is
aanwezig.
De VP is te bereiken via een eigen telefoonnummer, 24 uur/7 dagen, een
emailadres en een postvak. Via intranet zijn procedures te vinden omtrent
het functioneren van de VP en de werknemersklachtencommissie. Enkele
malen per jaar schrijft de VP een column in het personeelsmagazine
teneinde bekendheid te geven aan de werkzaamheden van de VP. Door
drukke werkzaamheden van de VP zijn afdelingsbezoeken (werkoverleg) in
het verslagjaar niet aan de orde gekomen.
In het jaar 2011 dienden zich 22 (21 in 2010) cases aan bij de VP. De
meeste hadden betrekking op intimidatie, pesten en enkele hadden als
oorzaak psychisch / fysiek geweld. Meerdere malen is de VP geraadpleegd
voor advies.
5 cases zijn aangemeld, ontvankelijk verklaard en onderzocht door de
werknemersklachtencommissie.
4 cases hebben geleid tot overplaatsing.
3 cases eindigden in ontslag, waarvan 2 “vrijwillig”.
1 casus heeft voortgang.
1 casus is afgebroken door persoonlijke omstandigheden.
Meerdere cases zijn naar tevredenheid van de medewerkers tot een goed
einde gekomen.
Met betrekking tot de cases voerde de VP in totaal 167 (115 in 2010)
gesprekken. Ten opzichte van 2010 is dit een toename van 60%. Naast de
gesprekken met de klagers zelf, begeleidde de VP hen indien nodig ook naar
de leidinggevenden, P&O, de bedrijfsarts en naar de verhoren van de
werknemersklachtencommissie. In verband met de noodzakelijke interne
contacten van de VP vonden gesprekken plaats met de Raad van Bestuur,
Ondernemingsraad, Hoofd P&O, werknemersklachtencommissie en haar
voorzitter, Managementteamleden, bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk
werker en de patiënten klachtenfunctionarissen. De VP ervaart dat de functie
door velen in de organisatie gewenst en zeer gewaardeerd wordt. Tevens is
de (h)erkenning toegenomen.
52

Naar aanleiding van het aantal en de aard van de klachten moet de VP
constateren dat in het verslagjaar door wisseling van personen in functies bij
Raad van Bestuur, Management, bedrijfsartsen en leidinggevenden veel
continuïteit verloren ging wat tot meerdere cases en ziekteverzuim heeft
geleid.
De werkomgeving van werknemers werd steeds meer als onveilig ervaren,
wat eveneens in meerdere cases tot ziekteverzuim heeft geleid.
De intimiderende wijze waarop leidinggevenden communiceren waren
aanleiding tot meerdere bezoeken aan de VP.
Toename van het aantal gesprekken is te wijten aan werk gerelateerde
vragen die raakvlakken hebben met ongewenste omgangsvormen en
conflicten. Niet altijd meer het melden van een klacht, maar vaker is
behoefte aan meedenken van de VP, hoe situaties te veranderen teneinde
tot een oplossing te komen.
Aanbevelingen vanuit de problematiek van 2011 teneinde ongewenste
omgangsvormen te reduceren:
1. De preventieve aanpak van ongewenste omgangsvormen zal met hoge
prioriteit door het management meer moeten worden uitgedragen.
2. Ook kan worden geconcludeerd dat leidinggevenden (teamleiders,
afdelings-, sector-, en diensthoofden) van het voorgestane beleid inzake
ongewenste omgangsvormen en de gedragscode onvoldoende op de
hoogte zijn en daardoor het beleid niet adequaat beheren en uitvoeren.
3. Het preventiebeleid ongewenste omgangsvormen, de taken en
bevoegdheden van de VP en de werkwijze van de
werknemersklachtenregeling zijn onvoldoende duidelijk en toegankelijk
voor de werknemers. Verbetering hieromtrent is zeer wenselijk. Te
denken valt aan een compactere regeling.
4. Verbetering van communicatie, tijdiger en duidelijker documenteren van
wederzijdse afspraken tussen P&O, leidinggevende en werknemer bij reintegratie
tijdens ziekte moeten hoge prioriteit krijgen.
5. De folder “Ongewenste omgangsvormen” herzien en op de werkplek
zichtbaar maken (nu in KA-netwerk).
6. Meer gebruik maken van de digitale klachtenmelding (IVIM) teneinde
aard en aantallen te kunnen beheersen en reduceren.
7. Door de drukke werkzaamheden van de VP, als nevenfunctie, is de
vacante 2 e VP zeer gewenst en verdient de noodzakelijke prioriteit. Het
management heeft hieraan in 2011 geen voorrang gegeven.
53

4.4.3 Toegankelijkheid
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis wil de zorg zo toegankelijk mogelijk
maken voor de patiënt. Daartoe onderscheiden wij de volgende aspecten
van toegankelijkheid:
1. Zorg dicht bij de patiënt
2. Fysieke toegankelijkheid
3. Voorzieningen voor het maken van afspraken
4. Toegangstijden en wachttijden.
1. Zorg dicht bij de patiënt
De zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt is het beleid van het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft buitenpoliklinieken in Hellevoetsluis
op de locatie Helius MC, in Hoogvliet op de locatie Medisch Centrum Stelle
en in Rozenburg op de locatie WoonZorgCentrum Blankenburg. In alle drie
de centra is er sprake van anderhalvelijnszorg, een integratie van eerstelijns
en tweedelijns zorg.
2. Fysieke toegankelijkheid
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is goed bereikbaar via openbaar vervoer
(bus- en metrostations zijn op loopafstand van de hoofdingang) en ook door
middel van eigen vervoer. Op het terrein van het ziekenhuis bevinden zich
voldoende parkeerplaatsen.
De buitenpoliklinieken zijn goed bereikbaar en er is voldoende gratis
parkeergelegenheid.
3. Voorzieningen voor het maken van afspraken
In 2007 is de mogelijkheid voor het maken van een afspraak via het internet
ingevoerd voor alle poliklinieken. In 2010 is een vernieuwd
internetafsprakensysteem ingevoerd. Helaas bleek in 2011 dat het systeem
niet voldoet aan de klanteisen, zodat we hier mee gestopt zijn en op zoek
zijn naar een systeem dat wel voldoet.
4. Toegangstijden en wachttijden
De toegangtijden van de meeste specialismen zijn binnen de treeknorm 6 .
Alleen zijn er langere toegangstijden voor niet-spoedeisende zorg bij
kaakchirurgie.
Wachttijden diagnostiek
Radiologie
Voor conventionele radiologie, GE-onderzoek, CT waren er geen
toegangstijden. De toegangstijden voor niet-spoedeisende mammografie,
MRI en echografie varieerden tussen twee à drie weken.
6 Een treeknorm is een streefnorm voor wachttijden voor niet-spoedeisende hulp.
54

Cardiofunctieafdeling
De doorlooptijden varieerden tussen twee à drie weken. Eerder het jaar
waren er lange doorlooptijden. Naar aanleiding hiervan is de capaciteit van
de afdeling vergroot.
Longfunctieafdeling
De doorlooptijden varieerden tussen één à twee weken.
Klinisch neurofysiologie
Bij de klinische neurofysiologie waren geen wachttijden.
Endoscopie
Bij de gastroscopie traden er geen wachttijden op. De wachttijden voor een
colonoscopie zijn 3-4 weken.
Toegangstijden behandeling in de kliniek
Bij de meeste specialismen zijn de treeknormen ten aanzien van de
wachttijden gehanteerd. In 2010 is een plan opgesteld voor effectiever
gebruik van de OK. In 2011 is dit plan ingevoerd. Dit plan heeft geleid tot
een hoger netto gebruik van OK faciliteiten en betere afstemming met de
actuele wachtlijsten.
Toegang tot SEH
In het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is de SEH 24 uur per dag voor alle
spoedeisende zorg toegankelijk.
Opnameduur
In 2011 is een taskforce ingesteld voor betere sturing op opnameduur.
Zowel medisch specialisten als teamleider van verpleegafdelingen zijn
geïnstrueerd op de regievoering van de opnameduur. De taskforce heeft
ervoor gezorgd dat knelpunten in het logistieke proces werden opgelost. Zo
is er een betere doorstroming in de keten gerealiseerd, een nauwkeurige
registratie van verkeerde bedsituaties, zijn capaciteitsproblemen opgelost in
het diagnostisch traject en is de effectieve inzet van de
transferverpleegkunde verhoogd. Dit alles heeft geleid tot een aanzienlijke
verlaging van de opnameduur.
4.4.4 Veiligheid
Algemeen
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis besteedt veel aandacht aan veiligheid
van patiënten, medewerkers, bezoekers, gebouwen, apparatuur en
informatie. In de volgende paragrafen wordt verantwoording afgelegd over
de activiteiten in het kader van het veiligheidsbeleid.
55

4.4.4.1 Patiëntveiligheid
Algemeen
Vanaf 2004 staat patiëntveiligheid hoog op de agenda bij zorginstellingen.
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft in 2006 beleid geformuleerd om te
komen tot een ziekenhuisbreed VeiligheidManagement Systeem. Dit beleid is
in 2007 geëvalueerd een aangepast aan de nieuwe landelijke normen, de
Nederlands Technische Afspraak. In 2011 is verdere voortgang gemaakt met
de implementatie van de landelijke patiëntveiligheid thema‟s met het doel
deze thema‟s in 2011 volledig geïmplementeerd te krijgen.
Tevens zijn er de volgende activiteiten geweest: het houden van vier
plenaire necrologiebesprekingen, opleiden van 8 medisch specialisten en 8
verpleegkundigen tot dossieronderzoeker, dossieronderzoek van overleden
patiënten, bevorderen van complicatieregistratie in Mirador, maandelijkse
veiligheidrondes, participatie in regionale „sireneactie‟ (wanneer op de eerste
maandag van de maand de sirene gaat, dan wordt er een ziekenhuisbrede
controle uitgevoerd op een veiligheidsthema) en structurele analyse en
classificatie van alle gemelde incidenten.
NTA 8009:2007.
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft een VeiligheidsManagement
Systeem beschreven dat voldoet aan de NTA 8009:2007. De
verantwoordelijkheidsstructuur voor de patiëntveiligheid is vastgelegd. Ook
de instrumenten om de patiëntveiligheid systematisch te verbeteren zijn in
het beleid opgenomen. Het beleid is gebaseerd op meerdere pijlers:
prospectief onderzoek naar risico‟s in de patiëntenzorg, retrospectieve
analyse van incidenten en rapportage van trends, het implementeren van de
best practice behorend bij de landelijke thema‟s op het gebied van
patiëntveiligheid en het invoeren van systematische analyse van
complicaties. Op 4 mei 2011 is er een IGZ-bezoek geweest om het
veiligheidbeleid te toetsen.
De conclusie van IGZ was dat het Ruwaard van Putten Ziekenhuis een
accrediteerbaar veiligheidbeleid heeft. En dat er nog twee aandachtpunten
zijn: het bevorderen van Prospectieve Risico Inventarisaties (PRI‟s) en het
breed bekend maken van de voortgang van de 10 landelijke thema‟s in de
organisatie. Hieraan is gevolg gegeven door het uitvoeren van 15 PRI‟s in
2011, het maandelijks houden van een bijeenkomst over de voortgang van
de landelijke veiligheidsthema‟s, het publiceren van artikelen in het
personeelsblad over de verschillende thema‟s en het verspreiden van posters
met de rapportage over de voortgang per thema.
Maandelijks werd de voortgang gemonitord door lid van de Raad van
Bestuur met coördinator patiëntveiligheid en kwaliteitmedewerker met
portefeuille veiligheid.
Prospectief beleid
Er worden maandelijks veiligheidsrondes gehouden door lid Raad van
Bestuur, lid managementteam, lid medische staf en lid Cliëntenraad.
56

In 2011 zijn onder meer de radiologie, apotheek, behandelpolikliniek,
centrale keuken en diverse verpleegafdelingen bezocht. Geconstateerd is dat
er een toenemend besef is van en aandacht voor patiëntveiligheid.
Er is dossieronderzoek uitgevoerd bij 69 (25%)van de overleden patiënten.
Hierbij is met name extra aandacht geweest voor de sterfte aan een Acuut
Myocard Infarct of hartfalen.
Er zijn 15 prospectieve risicoanalyses (PRI) uitgevoerd, namelijk voor het
Elektronisch Voorschrijfsysteem in de kliniek en polikliniek, CT-cardio
onderzoek, virtuele colonoscopie, informatieveiligheid NEN 7510, zorgpad
colorectale operatie, risicomomenten voor het krijgen van een infectie bij
operatieborstkanker, het proces cytostatica voorschrijven, bereiden en
toedienen, het operatief dossier, de poliklinische time-out procedure, open
operaties bij een prostaattumor, operatie blaastumor en proces
niersteenvergruizer, invoeren nieuwe logistiek bij gebruik van het digitale
dossier.
Retrospectief beleid en jaarrapport VCP
De Veiligheidscommissie Patiëntenzorg (VCP) heeft zich in 2011
beziggehouden met het bespreken van bijzondere casuïstiek en het
analyseren van trends. Alle incidenten zijn elektronisch gemeld en lokaal
geanalyseerd en geclassificeerd. De VCP heeft deze meldingen ontvangen.
In 2011 werden er 563 incidentmeldingen geregistreerd. Meerdere malen
heeft de commissie verbeteradviezen uitgebracht. De commissie is in 2011
acht keer bijeengekomen.
De informatie uit de meldingen vindt u gerubriceerd terug in dit jaarverslag.
Het aantal meldingen is in 2011 is fors gestegen ten opzichte van 2010. Dit
komt door het bevorderen van melden en het gebruiksgemak van het
elektronisch meldingssysteem. Incidenten zijn meestal het gevolg van
meerdere factoren.
Deze factoren zijn veelal afhankelijk van elkaar. De factoren zijn
geclassificeerd volgens het Eindhovense Classificatie Model.
De commissie streeft na, dat de signalen vanuit deze jaarrapportage ook
daadwerkelijk leiden tot concrete maatregelen of verbeterprojecten. In de
rapportage wordt ook kort verslag gedaan van deze verbeteracties.
57

Aard
Aant
al
In
2011
(%)
Vallen 101
(18
)
Bloedproducten
Medicatie/
infusie
Behandel/
verzorg
Overig/
apparatuu
r
Niet
bekend
8
(1)
160
(28
)
138
(25
)
156
(28
)
0
(0)
Totaal 563
(10
0)
Aanta
l
In
2010
(%)
79
(23)
Aantal
In
2009
(%)
109
(31)
Aantal
In
2008
( %)
133
(45)
Aantal
in
2007
(%)
97
(46)
Aantal
in
2006
(%)
111
(56)
Per
1000
Ver
Pleeg
Dagen
2011
Per
1000
Ver
Pleeg
dagen
2010
Per
1000
Ver
pleeg
dagen
2009
Per
1000
Ver
plee
g
dage
n
2008
1,63 1,24 1,68 1,9
5
5 (1) 1 (1) 1 (1) 0 (0) 1 (1) 0,13 0,07 0,01 0,0
1
130
(38)
46
(13)
91
(26)
145
(41)
76
(21)
23
(9)
89
(30)
57
(19)
15
(5)
70
(33)
23
(11)
20
(10)
41
(21)
27
(14)
16
(8)
2,58 2,04 2,19 1,3
0
2,23 0,72 0,40 0,8
4
2,52 1,43 0,35 0,2
2
0 (0) (0) 0(0) 0 (0) 0 (0) 0,00 0,00 0,00 0,0
0
351 354 296 210 196 9,08 5,51 5,35 4,3
(100 (100) (100 (100 (100
5
)
) ) )
Per
1000
ver
plee
g
dage
n
2007
1,4
1
0,0
0
1,0
1
0,3
3
0,2
8
0,0
0
3,0
3
Per
1000
ver
plee
g
dage
n
2006
1,6
4
0,0
1
0,6
1
0,4
0
0,2
4
0,0
0
2,9
0
Refere
ntie
2008
58
1,21
0,08
1,32
0,70
0,60
0,00
3,61

De cultuur van veilig incidenten melden heeft geleid tot een forse toename
van het aantal meldingen. Daarnaast is in 2011 het aantal verpleegdagen
gedaald. Hierdoor zijn de cijfers over 2011 niet vergelijkbaar meer met
vorige jaren. Toch kunnen er wel conclusies aan de cijfers verbonden
worden.
Door de VCP wordt extra aandacht aan valincidenten besteed, om zodoende
aard en aantal van deze incidenten terug te dringen.
Het toepassen van het beleid is door de commissie bevorderd. Valincidenten
bij patiënten met het gebruik van Haldol zijn ook significant aanwezig. De
commissie heeft eerdere signalen hierover herhaald. Uit de faalfactoranalyse
blijkt dat de belangrijkste factor bij vallen patiëntgebonden is. Ondanks
instructies aan de patiënt om niet zelfstandig mobiel te zijn, probeert de
patiënt dit wel. De kwaliteit van de interacties van patiënten hebben dan ook
constant de aandacht.
De belangrijkste stijging is te zien bij het aantal incidenten onder het kopje
„overigen/apparatuur‟. Met het invoeren van het elektronisch
meldingssysteem is er meer aandacht gekomen voor incidenten die in het
verleden niet herkend werden als incidenten. Het gaat hier met name om
incidenten over communicatie en samenwerking. In 2010 was hier al meer
aandacht voor, in 2011 is dit een belangrijke categorie geworden.
Het percentage medicatie-incidenten is afgenomen, echter absoluut en per
1000 verpleegdagen is er een stijging. De aard van deze incidenten is wel
veranderd. Door het invoeren van het EVS (elektronisch voorschrijven) zijn
het aantal voorschrijffouten afgenomen. De toename is er bij de toediening
(medicatie niet toegediend, verkeerde patiënt, verkeerd middel). De
belangrijkste faalfactoren zijn geen goede verificatie bij toediening (check en
recheck procedure) en geen goede bewaking bij toediening (registratie
toediening en patiëntidentificatie).
59

In de grafiek van de faalfactoren zijn de belangrijkste faalfactoren duidelijk
te herkennen (blauw = medicatie: HRV-verificatie en HRM-bewaken; oranje
vallen: PRF-patiëntgebonden factor)
De commissie deed in 2011 zesmaal een uitgebreid onderzoek en bracht
daarover een algemeen advies uit en naar aanleiding hiervan zijn 6
verbeteracties geweest. Het zijn de volgende acties:
1. Valpreventie
De toename van valincidenten heeft de uitdrukkelijke aandacht van de
commissie. De commissie is in gesprek gegaan met de leidinggevenden
van de Dienst Klinisch Zorg om meer aandacht aan valpreventie te geven.
Vooral toepassen van preventiemaatregelen bij patiënten met een bekend
valrisico was hierbij een belangrijk onderwerp.
2. Vernieuwen sepsisbeleid
Per december 2010 is de opdracht gegeven om het sepsisbeleid te
vernieuwen. Zowel vroegtijdig herkennen van een sepsis, diagnose van
sepsis en behandeling van sepsis krijgen hierin aandacht. De commissie
heeft bevorderd dat er breed opgeleid is in 2011. Het sepsisbeleid is
vernieuwd. Ook tijdens plenaire necrologiebesprekingen is diverse keren
het vroegtijdig herkennen van sepsis aan de orde geweest.
60

3. Medicatieveiligheid
Er is in 2010 een onderzoek geweest naar het toepassen van het check-
en recheckprotocol. Hierdoor is er meer inzicht gekomen waarom check
en recheck soms faalt. Enerzijds is hierbij de personele bezetting tijdens
de nachtdienst een belangrijke factor anderzijds zijn cultuurkenmerken de
oorzaak. Dit laatste is bespreekbaar gemaakt bij de diverse afdelingen en
men is overgegaan tot het invoeren van een checklist. Een pilot met
toedieningsregistratie en distributie via Computer On Wheels met
barcodecontrole is in 2011 voorbereid. Deze pilot zal in 2012 gestart
worden.
4. Spoedinterventiebeleid
Naar aanleiding van enkele calamiteiten 2010 heeft de commissie het
belang van een actief spoedinterventiebeleid onder aandacht gebracht
van het management en de medische staf. Besloten is om als eerste
breed de zorgverleners te trainen in het vroegtijdig herkennen van uitval
van vitale functies. Daarna wordt een interventieteam samengesteld. In
2011 is hieraan gevolg gegeven. Zorgverleners zijn uitgebreid getraind op
het vroegtijdig herkennen van uitval van vitale functies. Vanaf november
2011 is het Spoed Interventie Team actief.
5. Regiefunctie hoofdbehandelaar
Als gevolg van een aantal incidenten in 2010 en 2011 zijn er met de
medische staf aanvullende afspraken gemaakt over de regierol die hoort
bij het hoofdbehandelaarschap.
De hoofdbehandelaar is als eerste aanspreekbaar op het bewaken van het
tijdig beschikbaar hebben van medische informatie, het nemen van actie
bij ontbreken van informatie, het nemen van actie bij onverwachte
bevindingen en het stellen van prioriteiten bij het afspreken van
diagnostiek en behandelingen. Daarnaast is met de ondersteunende
specialisten afgesproken dat zij actief de hoofdbehandelaar informeren
over bijzondere en onverwachte bevindingen. In mei 2011 is het beleid
vastgesteld voor het hoofdbehandelaarschap. De commissie heeft zich
actief bemoeid met het opstellen van het beleid.
6. Preoperatief proces
Het gehele operatief proces is aangepakt middels 4 audits en
verbeterplannen. De commissie heeft gemonitord of de aanbevelingen
van 2010 plaats kregen in de verbeterplannen
Calamiteitenanalyses.
Er is acht maal een uitgebreide analyse gedaan van een calamiteitmelding.
De analyserapporten zijn aangeboden aan IGZ. Verbeteracties naar
aanleiding van deze analyses vallen grotendeels samen met bovengenoemde
verbeteracties.
61

Complicatieregistratie
Het gebruik van de complicatieregistratiemodule (CR) in Mirador heeft een
verplichtend karakter gekregen. De Raad van Bestuur heeft het gebruik
nadrukkelijk bevorderd.
Het gebruik via CR via alle netwerkstations is mogelijk gemaakt en ook is de
rapportagemodule verder verbeterd.
Necrologiebeleid
De necrologiecommissie is zeven keer bijeen geweest en heeft vijf plenaire
necrologiebesprekingen georganiseerd. Het verbeteren van informatie voor
de LMR registratie, de HSMR cijfers en de absolute sterfte, prenatale sterfte
en het bevorderen van obducties zijn onderwerpen van bespreking geweest.
Landelijke thema’s met betrekking tot patiëntveiligheid
In het programma “Voorkom schade, werk veilig in de Nederlandse
Ziekenhuizen” dat op 12 juni 2007 is gepresenteerd door de samenwerkende
partners VWS, IGZ, NVZ, NFU, OMS, V&VN en LEVV, zijn tien landelijke
thema‟s benoemd. Invoering van de best practices die passen bij deze
thema‟s moeten leiden tot 50% reductie van vermijdbare onbedoelde schade
bij de patiënt.
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis gebruikt deze thema‟s om een impuls te
geven aan de patiëntveiligheid.
Per thema wordt de stand van zaken weergegeven:
1. Postoperatieve wondinfecties
De infectiesurveillance wordt toegepast bij de specialismen chirurgie,
gynaecologie, orthopedie en cardiologie. De infectiesurveillance participeert
in het landelijke PREZIES programma. Naar aanleiding van resultaten van de
registraties zijn verbeteracties gestart. De verbeteracties lijken succesvol te
zijn. De percentages ziekenhuisinfecties zijn in 2011 significant afgenomen.
Dit thema is volledig ingevoerd en geborgd.
2. Bedreigde vitale functies
Het ziekenhuis kent reeds jaren een programma van bij- en nascholing voor
handelen bij levensbedreigende situaties. Er is een uitgebreid trainingsprogramma
voor ALS 7 en BLS 8 . Er is in afstemming met de IC-commissie en
de intensivisten beleid gemaakt voor het voortijdig herkennen van uitval
vitale functies. Ook zijn alle verpleegkundigen bijgeschoold in het vroegtijdig
herkennen van uitval van vitale functies. In november 2011 is het Spoed
Interventie Team (SIT) gestart. Inmiddels wordt de hulp van het SIT
dagelijks ingeroepen.
Dit thema is volledig ingevoerd en geborgd.
7 Advanced Life Support.
8 Basic Life Support.
62

3. Lijnsepsis en ernstige sepsis
In 2011 zijn alle patiënten met lijnen op de IC en recovery gevolgd.
De surveillance wordt nu uitgebreid voor alle patiënten met een diepe lijn.
Het sepsisbeleid is geëvalueerd en vernieuwd.
Dit thema is grotendeels ingevoerd. De borging vindt plaats in 2012.
4. Medicatieoverdracht
In 2006 is het proces rondom medicatieverstrekking beschreven. Dit proces
kent veel kritieke momenten. Om het aantal kritieke momenten te
verkleinen is het elektronisch voorschrijfsysteem ingevoerd.
Voorschrijven bij het bed van de patiënt met behulp van draadloze laptop
wordt in 2012 als pilot uitgevoerd. Er wordt gestart met het houden van
medicatieopnamegesprekken door apothekersassistenten bij het
intakebureau. Er is een projectvoorstel voor medicatieontslaggesprekken en
overdracht van informatie van en naar de openbare apotheken.
Dit thema is nog in de implementatiefase maar is voor eind 2012 afgerond.
5. Acuut myocardinfarct
In 2010 zijn alle protocollen voor cardiologie herschreven en aangepast aan
de aanbevelingen van de landelijke praktijkgids. In 2011 zijn de protocollen
geïmplementeerd.
Dit thema is grotendeels ingevoerd. De borging vindt plaats in 2012.
6. Oudere patiënt
Ouderen kunnen kwetsbare patiënten zijn. Het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis heeft goed functionerende protocollen voor delier en
valpreventie. De protocollen voor vroege herkenning en behandeling van
ondervoeding zijn in 2008 ingevoerd. Het beleid voor decubitus dat in 2010
is vastgesteld heeft geleid tot een significante vermindering van het aantal
doorligwonden. In 2009 is besloten dat het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
zal gaan participeren in een grote studie naar de ouderenzorg in de
ziekenhuizen. Deze studie is een initiatief van GENERO (Geriatrisch Netwerk
Rotterdam). Voor de studie is een ZonNW subsidie ontvangen. Na een
pilotstudie is per 1 februari 2011 het integrale onderzoek gestart. Jaarlijks
worden er 4000 patiënten opgenomen die ouder zijn dan 65 jaar. Deze
patiënten worden gescreend op risicofactoren „kwetsbare ouderen‟. Er zijn
900 patiënten als kwetsbare ouderen geïncludeerd voor nadere analyse. De
resultaten van de studie zijn in 2012 bekend.
Het ziekenhuis beschikt over een multidisciplinaire geheugenpoli en een
ouderenpoli in samenwerking met Delta psychiatrisch ziekenhuis, Argos
zorggroep en Bavo Europoort. Verder participeert het ziekenhuis in het
gemeentelijke platform zorg en wonen en in de regionale ketenzorg
samenwerking voor dementie. Kwetsbare ouderen is benoemd als een van
de drie medische speerpunten van het ziekenhuis.
Dit thema is voor een groot deel ingevoerd. De borging vindt plaats in 2012.
63

7. Lijden door pijn
De in 2008 opgestelde protocollen zijn in 2011 geupdate en er is een
herstart gemaakt met de invoering van dit thema. Er worden
ziekenhuisbreed pijnmetingen uitgevoerd. Het interventiebeleid bij pijn moet
nog verder geïmplementeerd worden.
Dit thema is in de implementatiefase.
8. Voorkomen van fouten bij bereiden en toedienen high-risk medicatie
Het handboek parenteralia is gepubliceerd. In 2011 is gestart met een
module farmaceutisch rekenen voor verpleegkundigen en arts-assistenten
en zijn er rekentesten afgenomen. De module zal verplicht worden voor alle
verpleegkundigen en arts-assistenten. Tevens is er een pilot gedaan met het
klaarmaken van parenteralia door apothekers-assistenten. Het is de
bedoeling dat parenteralia zo veel mogelijk just in time en kant en klaar
worden afgeleverd door de ziekenhuisapotheek.
Dit thema is nog in de implementatiefase maar is voor eind 2012 afgerond.
9. Verwisselingen
Sinds 2000 heeft het thema verwisselingen de aandacht gehad van eerst de
MIP-commissie en daarna van de Veiligheidscommissie Patiëntenzorg (VCP).
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis beschikt over diverse protocollen om
verwisselingen te voorkomen, zoals Links-Rechts verwisselingen in het OK-
en radiologieproces, het voorkomen van patiëntverwisselingen bij
identificatie en het verwisselen van patiëntenmonsters. Bij de
operatieafdeling is een time-out procedure ingevoerd. Het uitvoeren van de
procedure is in 2010 en 2011 getoetst door een regionale auditcommissie en
door de auditcommissie TOP 1,2 en 3. Bij de behandelpolikliniek en
endoscopieafdeling is een mini time-out-procedure ingevoerd.
Dit thema is afgerond en geborgd.
10. Nierinsufficiëntie
De afdeling radiologie heeft een protocol opgesteld voor het voorkomen van
nierschade bij het gebruik van contrastmiddelen. Samen met de vakgroep
interne geneeskunde is dit geoperationaliseerd. Bij iedere patiënt waarbij
een nierfunctiebepaling wordt aangevraagd bij de Klinische Chemie wordt
een nierfunctie berekend.
Dit thema is afgerond en geborgd.
64

4.4.4.2 Veiligheid medewerkers
Algemeen
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis kent een samenhangend pakket van
maatregelen omtrent de veiligheid van medewerkers. Uitgangspunt is dat
ongewenst agressief gedrag binnen het Ruwaard van Putten Ziekenhuis niet
wordt getolereerd. Agressie, zoals seksuele intimidatie, systematisch pesten,
discriminatie, verbaal en fysiek geweld zijn uitingen van een ongewenste
omgangsvorm. Wanneer over ongewenst agressief gedrag wordt gesproken
gaat het feitelijk over de veiligheid van medewerkers. De interpretatie van
een veilig werkklimaat is subjectief en verschilt per persoon en situatie.
Een veilig werkklimaat omschrijft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis als
volgt:
“Een veilig werkklimaat is een omgeving waarin de bestaande risico‟s
beheersbaar zijn, de medewerker deskundig en voldoende toegerust is om
binnen dit veilige werkklimaat in zijn werkomgeving onveilige situaties te
voorkomen en zich daarbij in voldoende mate gesteund weet door de
organisatie”.
Het ontplooien van activiteiten, het erkennen van risico‟s en de bereidheid
hierop actie te ondernemen, het informeren en (cyclisch) instrueren van
medewerkers hebben als doel een veilig klimaat te creëren.
Wanneer het gaat over preventiebeleid is het van belang om ervan
doordrongen te zijn dat de oorzaak voor ongewenst agressief gedrag niet
altijd voortkomt uit het gedrag van patiënten en bezoekers. De kwaliteit van
de dienstverlening en de bejegening door medewerkers kan frustratie en
agressie bij de klanten oproepen.
Denk hierbij aan lange wachttijden, onduidelijke bewegwijzering, geen of
onjuiste informatie. Het is van belang deze punten voortdurend onder de
aandacht te houden en te onderzoeken of er oplossingen kunnen worden
bedacht om deze punten te verbeteren.
Een goed preventiebeleid is alleen mogelijk als werkgever en medewerkers
samen streven naar goede arbeidsomstandigheden en hierin beiden hun
verantwoordelijkheid nemen.
Convenant openbaar ministerie/regiopolitie Rotterdam Rijnmond en Zuid-
Holland Zuid/ Samenwerkende Rijnmondziekenhuizen.
Met de regionale politie Rotterdam-Rijnmond, het Openbaar Ministerie en de
stichting Samenwerkende Rijnmondziekenhuizen (waarin ook ons ziekenhuis
participeert) is een convenant afgesloten dat maakt, dat alle ziekenhuizen in
de regio met onveilige situaties op dezelfde manier omgaan
(Geweldsprotocol Functionarissen met een publieke taak).
65

Beveiliging
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft gedurende de nu 21 jaar van haar
bestaan, geen gebruik hoeven maken van beveiligingsmedewerkers. Helaas
moeten ook wij nu constateren dat de agressie naar onze medewerkers
toeneemt en er meer en meer melding gedaan wordt van agressie door
patiënten en bezoekers jegens onze medewerkers. Besloten is dan ook de
mogelijkheden van inzet van externe bewaking gedurende de nachtelijke
uren te onderzoeken.
4.4.4.3 Algemene ziekenhuishygiëne
Jaarverslag ziekenhuishygiëne
In 2011 is de nummering van de HIP protocollen aangepast en is er een
onderverdeling gemaakt in algemene (voor de gehele organisatie: A
nummers) en specifieke protocollen (speciaal gericht op bepaalde afdelingen
S-nummers). In 2011 zijn alle protocollen van de HIP van een nieuwe
nummering voorzien. De nieuwe of aangepaste HIP protocollen worden
direct in de nieuwe lay-out gezet.
De volgende protocollen HIP waren verlopen en zijn herzien en aangepast in
2011
A-05 Accidenteel bloedcontact mei 2011
A-01 Handhygiëne februari 2011
A-02 Persoonlijke hygiëne februari 2011
A-03 Persoonlijke beschermingsmiddelen februari 2011
A-07 Reinigen en desinfecteren materialen en
oppervlakken november 2011
A-08 Waterpokken februari 2011
A-09 Open Tuberculose november 2011
A-11 Clostridium Difficile november 2011
A-10 Hepafilter – gebruik mobiele luchtreiniger juni 2011
A-04 Desinfectie van de huid en slijmvliezen juni 2011
Nieuw beleid / protocol
A-28 Multiresistente OXA-48 producerende bacteriën juli 2011
B-08 Sluiting van een afdeling op basis van microbiologische
uitslagen en of verspreiding van multiresistente
micro organismen november 2011
Voorlichting
Maandelijks is er voorlichting over infectiepreventie gegeven aan nieuwe
medewerkers tijdens de introductieronde.
In 2011 is er op 12 juli, 15 september en 17 november een workshop in
samenwerking met de afdeling kwaliteit gegeven aan nieuwe medewerkers.
Deze workshop is in tweeën gesplitst, een onderdeel veiligheid en een
onderdeel hygiëne en infectiepreventie.
In 2011 is voorlichting gegeven met betrekking tot het protocol
bloedaccidenten aan nieuwe arts-assistenten individueel.
66

Diverse keren is formeel en informeel voorlichting gegeven over nieuwe
richtlijnen, protocollen en/ of aanwijzingen. Tevens wordt op
verpleegafdelingen (in)formeel voorlichting gegeven over wat te doen bij
uitbraken van micro-organismen.
Hygiëne audits
De HIP is in 2011 gestart met hygiëne audits op de verpleegafdelingen. Er is
op de afdelingen A, B, E, D en H een audit gedaan, op de afdelingen J, K en
M zijn er geen hygiëne audits uitgevoerd, wegens tijdgebrek. Deze moesten
doorgeschoven worden naar 2012. De audit rapporten zijn besproken met de
teamleiding.
Registratie Post Operatieve Wond Infecties (POWI) en Lijnsepsis
Registratie POWI: in 2011 zijn de volgende COTGcodes geregistreerd:
035355 Laparoscopische Cholecystectomie
034911 Laparoscopische appendectomie
033920 Mastectomie zonder okselkliertoilet
033930 GRM (mamma-amputatie met okselklierverwijdering)
037111 Abdominale uterus extirpatie
037131 Vaginale uterus extirpatie
038567 Prothese implantaat heupgewricht
038663 Prothese implantaat kniegewricht
De resultaten van de surveillance ingevoerd in het programma AICE en
opgestuurd naar het CBO (kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg). Het
CBO heeft teruggekoppeld over het jaar 2010 en het eerste halfjaar 2011.
De terugkoppeling van het CBO is doorgestuurd en besproken met de
desbetreffende vakgroepen. Naar aanleiding van de resultaten heeft
bijstelling van het beleid plaatsgevonden.
In 2011 heeft een accreditatie door het CBO plaatsgevonden voor het
infectiesurveillanceprogramma voor POWI. Er is aangetoond dat dit
programma voldoet aan de eisen.
Registratie lijnsepsis
In het Ruwaard van Putten Ziekenhuis worden alleen de centrale veneuze
catheters die ingebracht zijn op de IC of OK en daarna naar de IC gaan
geregistreerd. Per 1 juli 2011 zijn ook de catheters die ingebracht zijn op de
OK en doorgaan naar de verpleegafdeling hieraan toegevoegd. De resultaten
van de surveillance wordt besproken met de desbetreffende specialisten
Uitbraken
In 2011 zijn er drie uitbraken van het Norovirus geweest.
In 2011 zijn er geen MRSA uitbraken geweest. Wel is er een aantal positieve
patiënten getraceerd. Maar er bleek geen verspreiding te hebben
plaatsgevonden.
67

Isolaties
In 2011 hebben 417 patiënten in isolatie gelegen, waarvan 106 op de
kinderafdeling. Wederom een toename ten opzichte van het jaar daarvoor.
In 2010 hebben 280 patiënten in isolatie gelegen.
isolatiereden
(verdenking van
besmetting)
aantal
MRSA 28
TBC verdacht 5
waterpokken 1
Clostridium difficile 11
Norovirus 114
ESBL 15
Multiresistente
bacteriën
47
Overig 90
Voedselveiligheid
In augustus 2011 is er, in het kader van de HACCP-richtlijnen, een hygiëneaudit
in de keuken uitgevoerd. De rapportage is besproken met de
teamleiding.
Legionella
Volgens de richtlijn zijn er in 2011 twee maal legionellakweken afgenomen
van verschillende tappunten in het ziekenhuis. Medio 2011 is er een koperzilverionisatiesysteem
op het waterleidingsysteem geïnstalleerd. Daarna zijn
er volgens protocol van de leverancier maandelijks kweken afgenomen, al na
drie maanden was de installatie vrij van Legionella.
Bloedaccidenten
In totaal zijn er 19 bloedaccidenten van het personeel gemeld. Het protocol
bloedaccidenten is in 2011 aangepast Er is er een digitaal
afhandelingsformulier via IVIM gemaakt, wat gebruikt door de artsassistenten
op de SEH en tevens voor de registratie van de bloedaccidenten
voor de HIP.
Bloedaccidenten 2011
Geen risico Laag risico Hoog risico Onbekend
risico
0 medewerkers 6 medewerkers 9 medewerkers 4 medewerkers
Soort accident 2011
Prikaccident Spataccident Snijaccident Onbekend
accident
15 medewerkers 2 medewerkers 2 medewerkers 0 medewerkers
68

Vaccinatie en screening personeel
Bij nieuw personeel (vaste medewerkers/stagiaires) wordt de
vaccinatiestatus ten aanzien van verschillende infectieziekten nagevraagd.
Als er een risico is op contact met patiënten of patiëntmateriaal, dan wordt
het personeel gevaccineerd tegen Hepatitis B indien dit nog niet eerder
gebeurd was.
In oktober/november 2011 vond de jaarlijkse tuberculose-screening plaats
bij personeel werkzaam op risico-afdelingen. De risicoafdelingen zijn Care
afdeling, Afdeling A, SEH, Fysiotherapie, Behandelpolikliniek, Longpolikliniek,
Radiologie, OK en anesthesie, schoonhoud (werkzaam op de betreffende
afdelingen), arts-assistenten en sommige medisch specialisten. In totaal zijn
er 252 medewerkers gescreend.
In dezelfde periode is ook het personeel gevaccineerd tegen de griep. In
totaal hebben er 305 medewerkers een griepvaccinatie gehad.
4.4.4.4 Stralingsveiligheid
De commissie kwaliteit beeldvormende diagnostiek is in 2011 vijf keer bijeen
geweest.
Voor de nieuwe CT-kamer is een risicoanalyse gemaakt. In 2011 zijn er
verschillende nieuwe apparaten geplaatst. De buckyapparatuur is
vervangen, de mammograaf en de CT-scan zijn vervangen en er is een
nieuw zaalapparaat aangeschaft. Op de nieuwe apparaten zijn
acceptatietesten uitgevoerd.
In Rozenburg zal in 2012 ook een buckykamer komen. Voor deze ruimte is
een risicoanalyse uitgevoerd en de vergunning om hier straling te mogen
gebruiken is ingediend.
Voor het RIVM is een enquête ingevuld en er zijn gedragsregels opgesteld
voor de echo.
In 2011 zijn er in het Ruwaard van Putten Ziekenhuis 113 aan straling
blootgestelde medewerkers werkzaam. Er zijn geen incidenten geweest met
stralenbelasting. De stralingsdosis aan de grens van het ziekenhuisterrein
lag in het jaar 2011 ruimschoots onder de vergunningsplichtige limiet.
Stralingsapparatuur wordt periodiek gecontroleerd op veiligheid en
beeldvormende kwaliteit.
4.4.4.5 Informatiebeveiliging
Algemeen
Het beleid van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis aangaande
informatiebeveiliging is gericht op alle vormen van informatie, zowel op
papier als elektronisch. Informatiebeveiliging wordt in deze gedefinieerd als
het stelsel van maatregelen, dat wordt getroffen om de beschikbaarheid,
integriteit en vertrouwelijkheid van alle binnen het ziekenhuis in gebruik
zijnde informatie en informatiesystemen op een structurele wijze te
waarborgen.
69

Doordat men binnen het Ruwaard van Putten in de afgelopen jaren steeds
meer gebruik is gaan maken van het elektronisch vastleggen van
patiëntengegevens, speelt ICT een steeds belangrijker rol in de
informatiebeveiliging. Dit laat onverlet, dat het beleid zich ook richt op de
beveiliging van papieren informatie.
Als uitgangspunten van het beschreven beveiligingsbeleid dienen:
- De Nederlandse norm NEN7510 Informatiebeveiliging in de zorg
- De Code van Informatiebeveiliging BS 7799
- De International Standard ISO/IEC 17799 Code of Practice for
Information Security Management.
Een en ander heeft geleid tot een in 2006 door de Raad van Bestuur
vastgesteld informatiebeveiligingsbeleid. Dit beleid is in 2011 herzien en
opnieuw vastgesteld door de Raad van Bestuur. Het beleid kent de volgende
uitgangspunten:
1. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal de Nederlandse Norm voor
Informatiebeveiliging in de zorg zoals geformuleerd in NEN 7510
hanteren als basis voor het inrichten en onderhouden van een stelsel
van maatregelen voor het waarborgen van de beschikbaarheid,
integriteit en vertrouwelijkheid van gegevens en informatiesystemen.
2. Het informatiebeveiligingsbeleid van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis is vastgelegd in het document
“Informatiebeveiligingsbeleid” zoals dit intern gepubliceerd is op DKS.
3. Het informatiebeveiligingsbeleid is bindend voor alle medewerkers van
het Ruwaard van Putten Ziekenhuis en voor alle organisaties en
personen die voor het Ruwaard van Putten Ziekenhuis diensten
verrichten.
4. Alle medewerkers van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zijn
gehouden gegevens en informatiesystemen te beschermen tegen
ongeautoriseerde toegang, gebruik, verandering, openbaring,
vernietiging, verlies of overdracht.
5. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal het beveiligingsbewustzijn van
haar medewerkers actief bevorderen.
6. Het informatiebeveiligingsbeleid geldt ook voor organisaties en
samenwerkingsverbanden die van de ICT infrastructuur van het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis gebruik maken. Waar van dit beleid
afgeweken wordt, zullen expliciet afspraken worden gemaakt en deze
schriftelijk worden vastgelegd.
7. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal tenminste eens per jaar een
risicoanalyse uitvoeren om vast te stellen of voor specifieke gegevens
of informatiesystemen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
8. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal het beleid tenminste eens per
jaar op naleving toetsen.
9. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal het beleid tenminste eens per
twee jaar evalueren en indien nodig actualiseren.
70

Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis zal ervoor zorgen dat alle onderdelen
van dit beleid worden uitgewerkt in concrete richtlijnen en maatregelen,
die zijn toegesneden op de taken en verantwoordelijkheden van de
betrokken medewerkers.
NEN 7510
Zoals in het beleid ten aanzien van de informatiebeveiliging is
aangegeven wordt als uitgangspunt voor de informatiebeveiliging de
norm NEN 7510 gehanteerd.
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis voldoet per einde 2011 nog niet
volledig aan de norm. Wel heeft conform de eisen van de IGZ in 2011 een
2 tal externe audits plaats gevonden volgens het NVZ toetsingskader. De
eis vanuit de IGZ om per einde 2011 voor de normelementen welke zijn
opgenomen in het NVZ toetsingskader op minimaal niveau 2 te voldoen is
echter in 2011 niet volledig gehaald. Om voor alle normelementen
minimaal aan een niveau 2 te voldoen zijn door de commissie
informatiebeveiliging voorstellen gemaakt voor een opdracht formulering
richting de verantwoordelijke functies. De verdere uitvoering hiervan
staat voor 2012 gepland. De coördinatie van deze aanpak ligt bij de
commissie informatiebeveiliging.
Beveiliging medische informatie
Op het ziekenhuis rust de plicht om zorgvuldig met medische gegevens
om te gaan en te voldoen aan de privacyregelgeving. De medische
gegevens zijn deels op papier vastgelegd en zijn deels elektronisch
beschikbaar. Beide bronnen van informatie zijn in een veilige omgeving
opgeslagen om te voorkomen dat gegevens ingezien worden door nietgeautoriseerde
personen.
Beveiliging papieren patiëntendossiers
Papieren dossiers worden fysiek beveiligd door deze op te slaan in
afsluitbare kasten. Een knelpunt bij de papieren dossiers is de groei van
de omvang aan dossierruimte. Per dossier wordt er meer informatie
vastgelegd waardoor de dossiers steeds dikker worden en door de groei
van het aantal patiënten komen er ook steeds meer „actieve‟ dossiers. In
2011 is een project gestart om de papieren dossiers om te zetten naar
een elektronisch dossier van gescande dossiers, welke gekoppeld is aan
de medische patiëntendossiers in Mirador. Dit project zal in 2012
afgerond worden, waarna de papieren dossiers vrijwel niet meer in de
organisatie gebruikt zullen worden.
Beveiliging berichtuitwisseling
De berichtenstroom richting ondermeer de eerste lijn gezondheidszorg is
reeds sinds enige jaren vrijwel volledig gedigitaliseerd door gebruik te
maken van het lifeline systeem voor communicatie met huisartsen. Het
verzenden van uitslagen, ontslagbrieven, overige patiënten brieven en
overige communicatie vindt door middel van dit systeem in een
beveiligde zorgcommunicatie omgeving plaats.
71

Beveiliging elektronische patiëntendossiers
De toegang tot en inzage van medische gegevens van patiënten in het
Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) door zorgverleners wordt vast
gelegd in het systeem.
Het loggen van de toegang tot deze gegevens wordt gebruikt voor het
signaleren en dus voorkomen van ongeautoriseerd gebruik van medische
gegevens in het ZIS.
Het inzien van gegevens is gebonden aan de functie, zodat alleen
zorgverleners die daarvoor geautoriseerd zijn toegang krijgen tot de
gegevens wanneer dit functioneel vereist is. Deze bevoegdheden zijn
schriftelijk vastgelegd op functieniveau.
Huisartsen kunnen ook gegevens in het ZIS van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis inzien. Zij zijn alleen gerechtigd hun eigen patiënten in te zien
met toestemming van de patiënt. Bij waarneming en diensten mogen zij
ook patiënten van de huisartsen zien waarvoor zij waarnemen of diensten
verrichten. Ook dit gebruik van medische gegevens wordt vastgelegd ter
voorkoming van misbruik.
Patiënten wordt de gelegenheid geboden om deze inzage functie door
artsen te blokkeren.
Hiervoor is een (VIP) procedure opgesteld welke bij het afsprakenbureau
beschikbaar tevens is informatie hierover op de website beschikbaar.
4.4.4.6 Fysieke beveiliging gebouwen en apparatuur
Gebouw beveiliging
Het ziekenhuis is een openbaar gebouw, in die zin dat het door een groot
aantal verschillende groepen bezocht wordt: (poli)klinische patiënten,
begeleiders, bezoekers, medewerkers en relaties (totaal circa 2.000
personen/dag). Als gebouwbeheerder is het ziekenhuis ten aanzien van
veiligheid verantwoordelijk voor:
A. het onderhoud en beheer van het gebouw, gebouwgebonden
installaties en terrein
B. het creëren van een veilige locatie voor patiënten, bezoekers en
medewerkers
C. het toezicht op en sturen van bezoekersstromen.
Ad A. Onderhoud en beheer van het gebouw, installaties en terrein
De Facilitaire Dienst (FD) is verantwoordelijk voor het onderhoud aan en
beheer van de gebouwen, de gebouwgebonden installaties en het terrein.
Enerzijds vindt dit plaats ten behoeve van continuïteit en risicobeperking en
anderzijds vanuit wetgeving en normering. Daarnaast wordt aandacht
besteed aan (brand)preventie. Vanuit patiëntveiligheid omvat gebouwbeheer
het volgende:
72

het gebouw is volledig gecompartimenteerd en voorzien van een
brandmeldinstallatie die jaarlijks gecertificeerd wordt met
totaaldetectie: elke niet-sanitaire ruimte (groter dan 1,5 m 2 ) is
voorzien van een rookmelder met een automatische doorkoppeling
naar de brandweer
in 2011 is gestart met het registreren en waar nodig repareren van
alle doorvoeren en brandkleppen in luchtkanalen die door
brandscheidingen lopen
alle elektrische apparatuur die ten behoeve van de continuïteit van de
patiëntenzorg noodzakelijk is, wordt bij uitval van het elektriciteitsnet
gevoed door noodstroomaggregaten (maandelijks getest)
het gebouw is voorzien van vluchtwegsignalering en onafhankelijke
noodverlichting
het algemene stroomnet en de specifieke stroompunten die in minder
of meerdere mate met de patiënt in contact staan worden jaarlijks
gekeurd (NEN 3134/3140/1010)
ten behoeve van de preventie van Legionellabesmetting is een koper-
/zilverionisatiesysteem in gebruik genomen.
Ad B. Creëren van een veilige locatie voor de patiënt
Op verpleegafdelingen en op andere locaties waar patiënten mogelijk alleen
in de ruimte zijn, kunnen patiënten een verpleegkundige waarschuwen door
middel van een zusteroproepinstallatie. Op de patiëntenkamers hebben
patiënten de beschikking over een (niet afsluitbaar) nachtkastje en een
afsluitbare garderobekast.
Ter voorkoming en beperken van calamiteiten beschikt het ziekenhuis over
een Bedrijfshulpverleningsorganisatie en zijn ongeveer honderd
medewerkers opgeleid en getraind als ontruimingsleider (jaarlijks
herhalingstrainingen). In 2011 zijn vier ontruimingsoefeningen gehouden,
waarvan één op de O.K. in samenwerking met de Brandweer Spijkenisse.
Ad C. Toezicht op en sturen van bezoekersstromen
Het ziekenhuis beschikt over drie ingangen:
de hoofdingang is geopend van 07.00-20.00 uur en toegankelijk voor
iedereen
de personeelsingang bij de achterreceptie is 24/24 uur geopend maar
buiten kantoortijden alleen toegankelijk voor medewerkers met een
pasje
de SEH-ingang, waar patiënten toegang krijgen via de receptie.
Tussen 20.00-07.00 uur kunnen (ongewenste) bezoekers niet zelfstandig het
pand betreden. Tijdens deze uren dienen alle bezoekers zich te melden bij
de achterreceptie en worden zij aangemeld bij de betreffende afdeling.
73

Door middel van bewegwijzering en routenummers worden patiënten en
bezoekers verwezen naar hun bestemming. Conform de normeringen
worden vluchtroutes middels vluchtwegplattegronden en
vluchtwegsignalering aangegeven.
Met behulp van camera‟s wordt op het parkeerterrein en toegangswegen, de
hoofdingang, gang apotheek en SEH en de SEH-ingang (intern en extern)
toezicht gehouden door receptiemedewerkers.
Toegangscontrole / badges
Het ziekenhuis maakt gebruik van elektronische toegangscontrole om
ruimten, afdelingen en bouwdelen af te sluiten voor niet-geautoriseerde
personen. Daarmee worden in de eerste plaats bezoekers uitgesloten van
niet publiekstoegankelijke ruimten en in de tweede plaats medewerkers
uitgesloten van locaties die niet met hun werkzaamheden in verband staan.
Toegangscontrole kan worden ingesteld op locatie, tijd en op individu.
Bijvoorbeeld poliklinieken zijn van 07.00-17.30 uur vrij toegankelijk voor
iedereen en daarbuiten slechts voor geautoriseerde medewerkers.
Aseptische ruimten en garderobes zijn 24/24 uur slechts toegankelijk voor
medewerkers van de betreffende afdeling.
Alle (tijdelijke) medewerkers, specialisten, vrijwilligers en personen met een
(in)directe werkrelatie hebben de beschikking over de Ruwaard van Putten
Ziekenhuis badge, die zichtbaar gedragen moet worden en waarmee
toegang kan worden verkregen tot de voor hen relevante ruimten.
Toegangsrechten worden verleend door het betreffende hoofd van de
afdeling waar men toegang toe wenst.
Toegang Spoed Eisende Hulp
De Spoed Eisende Hulp is een afdeling waar patiënten en medewerkers een
verhoogd veiligheidsrisico lopen. Deze afdeling is derhalve fysiek gescheiden
van de rest van het pand. Ambulances hebben toegang via de ambulancehal
en de patiënten gaan rechtstreeks de afdeling op. Alle andere patiënten
melden zich bij de SEH-ingang die door een receptiemedewerker geopend
kan worden. In de door toegangscontrole afgesloten wachtruimte worden de
patiënten ingeschreven en gehaald door een SEH-verpleegkundige. De SEH
is intern eveneens door toegangscontrole afgesloten van het ziekenhuis.
Apparatuurveiligheid
In 2011 is het ziekenhuisbrede beleid ten behoeve van kwaliteitsborging
medische apparatuur opnieuw uitgebreid en vastgesteld. Alle apparatuur is
opgenomen in een ziekenhuisbreed inventaris- en onderhoudsprogramma.
Per apparaat zijn de onderhoudsstatus en een storingenoverzicht bekend. Bij
de afdelingen endoscopie, radiologie en laboratorium wordt vastgelegd welke
apparatuur en toebehoren er gebruikt zijn voor een onderzoek.
74

Investeringen in apparatuur
Op basis van de ouderdom van de apparatuur, de kosten van het
onderhoud, de status van het servicecontract en speerpunten van beleid
wordt jaarlijks besloten tot vervanging van een deel van het apparatenpark.
Om deze redenen zijn in 2011 naast vele kleinere investeringen ook de CTscan,
EEG apparatuur, apparatuur voor de cardiofunctie en meubilair voor
wachtruimtes vervangen.
Daarnaast werd voor ruim een miljoen euro geïnvesteerd in het vervangen
en uitbreiden van hard- en software ten behoeve van de automatisering. In
totaal werd in 2011 voor ruim 3 miljoen euro aan apparatuur vervangen en
aangeschaft.
75

4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers
4.5.1 Personeelsbeleid
Algemeen
De dienst P&O heeft als doelstelling de organisatie te ondersteunen bij de
uitvoering van goed werkgeverschap. De dienst P&O draagt zorg voor de
vertaling van strategisch beleid naar uitvoerend personeelsbeleid. De in
2009 geformuleerde P&O visie 2010-2012 „Onderscheiden in medewerkers‟
vormde ook dit jaar, naast de beleidskaders van de organisatie, wet- en
regelgeving, het raamwerk voor het personeelsbeleid. Op basis hiervan is in
het afgelopen jaar, waar nodig, beleid vastgesteld of geoptimaliseerd of zijn
voorbereidingen getroffen dit verder voort te zetten in 2012.
Binnen de organisatie zijn leidinggevenden in het kader van integraal
management aanspreekbaar en verantwoordelijk voor hun acties en
resultaten.
De dienst P&O draagt hieraan bij door gevraagd en ongevraagd advies en
ondersteuning te geven en sociale controle uit te voeren.
Verzuim
Het thema verzuim is een belangrijk onderwerp geweest in 2011.
In het voorjaar zijn alle leidinggevenden getraind in verzuimmanagement.
Door de dienst P&O is het reeds bestaande verzuimbeleid in een nieuw jasje
gestoken en is daar het re-integratiebeleid aan toegevoegd. Ook is er een
handboek „hoe om te gaan met verzuim‟ opgesteld, waaruit leidinggevenden
tips en adviezen kunnen halen bij verzuimgevallen. Beide stukken zijn in
september vastgesteld. In het najaar zijn alle medewerkers van het Ruwaard
van Putten Ziekenhuis geïnformeerd over het nieuwe verzuimbeleid middels
een folder. In deze folder staat uitgelegd hoe de nieuwe werkwijze omtrent
ziek- en herstelmelden vorm heeft gekregen en waaraan de medewerker
zich moet houden als het gaat om ziekte.
De instroom WAO/WIA is, net zoals in voorgaand jaar, nog steeds nagenoeg
nihil. Dit betekent dat medewerkers veelal herplaatst worden in de
organisatie en/of het takenpakket en arbeidsomstandigheden worden
aangepast.
Verzuimcijfers
Een analyse laat zien dat het verzuimcijfer in 2011 gestegen is ten opzichte
van 2010, namelijk van 5,1 naar 5,9. Het verzuimcijfer is exclusief
zwangerschaps- en bevallingsverlof. De verzuimfrequentie is 1,28 over het
jaar 2011. De gemiddelde verzuimduur is 19,6 dagen.
76

CAO en wettelijke veranderingen
In juli 2011 is bekend geworden dat er een akkoord bereikt is voor de
nieuwe CAO ziekenhuizen. De looptijd van deze CAO is van 1 maart 2011 tot
1 maart 2014. Belangrijk thema‟s uit de CAO zijn onder andere de
verandering van vakantieopbouw in 2012, persoonlijk levensfasebudget uren
(PLB) en wijzigingen op het gebied van salarisschalen.
De medewerkers zijn geïnformeerd over het akkoord van de CAO en alle
belangrijke thema‟s zijn in een speciale nieuwsbrief naar hen
gecommuniceerd.
Opleidingen
In 2011 hebben 156 medewerkers een reanimatietraining gevolgd en 53
medewerkers een ACLS training.
Vanuit de afdeling opleidingen hebben 274 klinische lessen plaatsgevonden
voor alle medewerkers in patiëntgebonden functies.
Voor de arts- en co- assistenten zijn 35 bij- en nascholingen georganiseerd.
In 2011 waren er ongeveer 60 leerlingen vanuit het MBO-onderwijs in dienst
en 2 leerlingen vanuit het HBO-onderwijs zijn er ongeveer 140 stagiaires
begeleid vanuit 5 verschillende MBO- onderwijsinstellingen en 2 HBOonderwijsinstellingen.
In 2011 is een volledig nieuw ingericht skills-lab geopend waar
zorgmedewerkers in het kader van de kwaliteit (BIG-registratie) hun
vaardigheden kunnen trainen.
Arbeidsmarktcommunicatie
In 2011 heeft de organisatie een nieuwe vormgeving en uitstraling omarmd.
De dienst P&O heeft als afgeleide hiervan een aanzet gemaakt om te komen
tot een passende uitstraling en vormgeving op het gebied van in- en externe
arbeidsmarktcommunicatie. Aansluitend zal in 2012 ook de
arbeidsmarktcommunicatie in de breedte verder onder de loep worden
genomen zodat de organisatie herkenbaar, eenduidig en via de juiste
kanalen communiceert.
Personeelsontwikkeling
In 2011 zijn 225 personen in dienst getreden en 104 personen uit dienst
gegaan.
4.5.2. Kwaliteit van werk
Arbeidsomstandigheden
Goede arbeidsomstandigheden zijn in het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
belangrijk. Hieraan wordt permanent aandacht besteed. De Arbokaders
spelen daarbij een belangrijke rol. De RI&E die in 2010 is uitgevoerd is ter
vaststelling aangeboden aan de Raad van Bestuur en de Ondernemingsraad.
Inmiddels is er een begin gemaakt met het opstellen van plannen van
aanpak, voor de verschillende punten volgend uit de RI&E.
77

In het nieuwe introductieprogramma, dat sinds mei wordt uitgevoerd, wordt
specifiek aandacht besteed aan de arbeidsomstandigheden en de veiligheid,
tijdens een rondleiding door het ziekenhuis onder leiding van een
projectmedewerker van de Facilitaire Dienst.
Arbo-meerjarenplan
In september is het Arbo-beleidsplan 2011-2014 „Arbo-zorg loont‟
vastgesteld. In dit document staan de uitgangspunten van het Arbo-beleid
van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis, de uitgangspunten van de Arbowet-
en regelgeving, de structuur van de Arbo-organisatie binnen het
ziekenhuis, het overzicht van de Arbo-activiteiten en een toelichting op deze
activiteiten.
Arbocommissie en preventiewerkers
Onder verantwoordelijkheid van het hoofd P&O functioneren zowel de
Arbocommissie als de preventiemedewerkers. De aanstelling van de
preventiemedewerkers is in 2011 nader geformaliseerd. Elke
preventiemedewerker is toebedeeld aan een specifiek aandachtsgebied en
heeft hiervoor uren beschikbaar gekregen.
De preventiemedewerkers kunnen door medewerkers en leidinggevenden
benaderd worden als zij een specifieke vraag hebben, maar hun
deskundigheid is ook van groot belang in het (door)ontwikkelen van
specifiek beleid. Denk bijvoorbeeld aan tiltechnieken, gevaarlijke stoffen,
hygiënepreventie, beeldschermwerk of cytostatica.
Een belangrijk aspect van het werk van de preventiemedewerkers is dat zij
meewerken aan de uitvoering van (de plannen van aanpak volgend uit) de
RI&E.
In het personeelsblad (najaarseditie) is specifiek aandacht besteed aan de
preventiemedewerkers, zodat de gehele organisatie geïnformeerd is wie de
preventiemedewerkers zijn en waar je ze voor kunt benaderen.
Contract met Arbo-dienstverlener
Het contract met ArboUnie liep in 2011 af. In het voorjaar is er een
aanbestedingscommissie opgericht die zich zou buigen over de offertes van
verschillende Arbo-dienstverleners. De commissie bestond uit een
diensthoofd, het hoofd P&O, de P&O-adviseur met aandachtsgebied Arbo,
het hoofd Inkoop en enkele leden van de Ondernemingsraad.
In totaal zijn er 4 offertes beoordeeld. De uiteindelijke keuze is gevallen op
De Vos & Van der Meer Bedrijfsartsen B.V.. Sinds 1 augustus is de heer Van
der Meer de nieuwe bedrijfsarts voor het Ruwaard van Putten Ziekenhuis. De
heer Van der Meer is 2 dagen per week (16 uur) werkzaam voor het
ziekenhuis. Naast de samenwerking die is aangegaan met De Vos & Van der
Meer Bedrijfsartsen B.V. wordt op basis van behoefte gekeken naar overige
aanbieders van Arbo-dienstverlening. Hierbij moet gedacht worden aan
samenwerking met een bedrijfsmaatschappelijk werker of een
arbeidsdeskundige.
78

Bedrijfs Hulp Verlening (BHV)
Een nieuw reglement BHV is opgesteld in de zomer. In dit reglement staat
de bedrijfshulpverleningsorganisatie beschreven, met daarin de verschillende
functies en verantwoordelijkheden. Ook de wettelijke verplichtingen, de
ontruimingsoefeningen en veiligheidsinstructies komen in dit reglement
terug. Het nieuwe reglement is in december 2011 vastgesteld door de Raad
van Bestuur.
4.5.3 Kwaliteit van het personeel
In 2010 is de medische bibliotheek overgegaan naar een compleet
studiecentrum. Het studiecentrum is als ruimte beschikbaar om te studeren
en informatie te vergaren. Daarnaast is de digitale bibliotheek via elke
computer in het ziekenhuis beschikbaar, met onder andere toegang tot
abonnementen op vakbladen en e-books. De site is in 2011 verbeterd. Ieder
vakgebied heeft nu zijn eigen pagina op de site, met de mogelijkheid deze
pagina zelf in te richten. Ook is het mogelijk e-alerts te ontvangen over
onderwerpen in het betreffende vakgebied. Er is een studiecentrummedewerkster
aanwezig om uitleg te geven over alle mogelijkheden.
Iedereen die medische handelingen uitvoert, wordt ondersteund om
bekwaam te worden en te blijven. In november is het skills-lab geopend
voor het trainen en toetsten van de vaardigheden. Het skillslab is een
simulatieruimte die niet onderdoet voor een reguliere patiëntenkamer. Alles
is aanwezig om de vaardigheden goed te kunnen oefenen. Alle protocollen
zijn er bij de hand en bij vragen kan men de digitale bibliotheek raadplegen.
Het skillslab kan worden gereserveerd voor speciale scholing van een
afdeling en voor individueel oefenen wordt het skillslab op bepaalde
dagdelen opengesteld. BLS-trainingen vinden ook plaats in deze
oefenruimte. Cijfers over opleidingen staan onder hoofdstuk 4.5.1, kopje
„opleidingen‟.
4.5.4 Beschikbaarheid van het personeel
Er is een start gemaakt met een nieuwe vormgeving voor de interne
communicatie (folders) en voor de externe communicatie (werving van
personeel). Meer informatie hierover staat onder hoofstuk 4.5.1.
Vacatures worden geplaatst op de site van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis en op NUWerk.nl. Via deze site is het bedrijfsprofiel in 2011
81.329 maal bekeken, vacatures zijn 92.222 maal bekeken, er is 633 keer
gesolliciteerd en 11 personen hebben hun visitekaartje achtergelaten in de
talentpool (waarbij zij aangeven dat het Ruwaard van Putten Ziekenhuis hun
favoriete werkgever is). Voor vacatures voor specialisten wordt tevens
geadverteerd in vakblad medisch contact en in regionale kranten.
In maart 2010 werd het Convenant “Samenwerken, samen
opleiden” ondertekend door de Raad van Bestuur van het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis.
79

Met de ondertekening van dit convenant zijn door de bestuurders van de elf
ziekenhuizen in de regio Rijnmond inspanningsverplichtingen vastgelegd om
de (zorg)arbeidsmarkt in de regio Rijnmond op peil te houden. Match.SRZ is
het loket waar de SRZ-ziekenhuizen vanaf juni 2011 gespecialiseerd
zorgpersoneel kunnen aanvragen en waar detacheringbureaus beschikbare
kandidaten kunnen aanbieden. Door de vraag vanuit de SRZ-ziekenhuizen te
bundelen heeft Match.SRZ scherpe prijsafspraken kunnen maken met alle 27
detacheringbureaus in de regio Rijnmond.
80

4.6 Samenleving
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis wil als maatschappelijke onderneming,
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daartoe wordt veel aandacht
besteed aan welzijn van patiënten en medewerkers. Tevens is het ziekenhuis
zich bewust van het belang van een juiste omgang met het milieu.
4.6.1 Mensen
Deelname landelijke open dag van de Zorg
Het RPZ heeft op 19 maart 2011 deelgenomen aan de landelijke open dag
van de zorg. Tijdens deze open dag hebben bijna 1000 mensen een bezoek
gebracht aan het ziekenhuis. Tijdens deze dag presenteerden diverse
afdelingen zich en konden diverse activiteiten worden uitgevoerd. De
doelstellingen die voorafgaand aan de open dag waren opgesteld zijn
ruimschoots behaald. Belangrijkste doelen hierbij waren: minimaal 1.000
bezoekers, het presenteren van 20 afdelingen, 10 sollicitaties naar
aanleiding van open dag, meer naamsbekendheid en positieve PR.
Met de deelname aan de landelijke open dag heeft het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis zich positief gepresenteerd in Spijkenisse en omgeving. De open
dag is uitgebreid geëvalueerd, waarbij deze evaluatie meegenomen wordt bij
het organiseren van de open dag 2012. Het belang van deelname aan de
open dag is door heel de organisatie onderschreven. Daarnaast is er veel
positieve spin-off ontstaan naar aan van de open dag.
4.6.2 Milieu
Energiemasterclass
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft in 2011 actief deelgenomen aan
een serie MasterClasses Energie, een initiatief van de DCMR en
AgentschapNL om ziekenhuizen in Rijnmond te ondersteunen bij het zoeken
naar en implementeren van mogelijkheden tot energiebesparing. Naar
aanleiding van deze bijeenkomsten heeft het RPZ een convenant
ondertekend waarin actieve deelname in het kader van energiebesparing
met verschillende ziekenhuizen bekrachtigd is. In 2012 wordt dit verder
vervolgd.
Energiebesparing
De gevolgen van de toename van het totale oppervlak van het ziekenhuis
(van 22.000 naar 26.000 m²) en het in bedrijf nemen van twee extra
koelmachines, worden in het energiegebruik vanaf 2008 goed zichtbaar.
81

Elektriciteit Gas Water
2005 3.513.943 495.729 41.165
2006 3.697.641 570.317 38.666
2007 3.632.310 554.837 42.875
2008 3.477.344 651.305 37.940
2009 3.885.227 722.289 35.838
2010 4.345.197 770.466 35.185
2011 plm. 4.300.000 plm. 750.000 plm. 35.000
In 2008 is het elektriciteitsverbruik in eerste instantie gedaald, dankzij het in
gebruik nemen van de WKK 9 en het verder toepassen van energiezuinige
verlichtingsarmaturen. Ondanks dat de WKK zorgde voor een hoger
gasverbruik, zijn de totale kosten van energie in dat jaar gedaald.
In 2009 en 2010 is het verbruik van elektriciteit en gas weer toegenomen,
met name door het in gebruik nemen van de verbouwde operatieafdeling.
Vooral de uitbreiding van de luchtbehandelinginstallaties (extra
koelmachine) leidt hier tot hoger verbruik (voor bevochtiging van de lucht
wordt stoom gebruikt). De relatief warme decembermaand van 2011 heeft
geleid tot een lager gasverbruik. Op dit moment lijkt het energieverbruik
zich te stabiliseren.
Op basis van de uitkomsten van een in 2010 uitgevoerd onderzoek naar
energiebesparingmogelijkheden, zijn in 2011 verdere mogelijkheden
onderzocht. Zo zijn er onder andere proeven uitgevoerd met LED-verlichting
en is besloten in 2012 over te gaan tot vervanging van het
gebouwbeheersysteem, om ook daarmee installaties en met name
verlichting beter te kunnen regelen. Op dit moment loopt nog een studie
naar vervanging van twee oude koelmachines, waarbij gezocht wordt naar
mogelijkheden de restwarmte efficiënt te gebruiken.
Afvalpreventie
Bij de inzameling en afvoer wordt het afval gescheiden naar specifiek
ziekenhuisafval, gevaarlijk afval (KCA/KGA 10 ), swill 11 , papier, karton, glas,
hout, metaal, ongesorteerd bedrijfsafval en elektronische apparatuur.
Geconstateerd is dat verdere preventie van het ontstaan van afval beperkt
is. Ten gevolge van voorschriften met betrekking tot hygiëne zijn veel
initiatieven niet implementeerbaar. Ook is gebleken dat al relatief efficiënt
wordt gewerkt, waardoor de kosten van nog verder te nemen maatregelen
niet opwegen tegen de baten.
9 Warmte Kracht Koppeling: motor op aardgas, die een generator aandrijft en warmte en
elektriciteit levert
10 Klein Chemisch Afval / Klein Gevaarlijk Afval
11 Afval uit keukens, voedingsresten
82

Wel lopen er op dit moment een aantal project die een positieve bijdrage
moeten leveren aan het verminderen van afval in het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis. Twee voorbeelden hiervan zijn:
Verder digitaliseren van administratieve processen, waardoor minder
verbruik en afvoer van papier.
Invoeren van de broodbuffetwagen op de verpleegafdelingen, waardoor
minder afvoer van swill en verpakkingsmateriaal.
4.7 Financieel beleid
Het structurele financiële beleid van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis is
gericht op een gezond financieel huishouden op de langere termijn, hetgeen
concreet inhoudt:
1. een positief en marktconform structureel exploitatieresultaat
2. voldoende weerstandsvermogen, zodat tegenvallers op de korte
termijn kunnen worden opgevangen
3. een zodanige liquiditeitspositie,dat aan de financiële verplichtingen op
de korte termijn steeds kan worden voldoen
4.7.1. Exploitatie resultaat
Het resultaat 2011 van het Ruwaard van Putten ziekenhuis ad - € 5,1
miljoen(- € 1,0 miljoen in 2010) wijkt af van de structurele financiële
doelstelling om een positief exploitatieresultaat te realiseren.
De bedrijfsopbrengsten stegen van € 64,8 miljoen (in 2010) met € 1,8
miljoen naar € 66,6 miljoen in 2011 voornamelijk door een stijging van de
omzet in het B segment (€ 2,0 miljoen).
De som der bedrijfslasten steeg evenwel harder dan de omzet, zodat het
resultaat in 2011 verslechterde. De som der bedrijfslasten steeg van
€ 64,4 miljoen in 2010 met € 6,1 miljoen naar € 70,5 miljoen in 2011.
Belangrijkste oorzaak van de stijging van de bedrijfskosten betreft de
stijging van de personeelskosten. Door te investeren in personeel is getracht
om tot de gewenste stijging in productie te komen. Wel heeft de investering
in personeel een positieve invloed gehad op de kwaliteit van zorg.
Ook het feit dat steeds meer zorgmedewerkers zich zelf verhuren als ZZP-er
heeft een stijging van de personele kosten tot gevolg.
4.7.2. Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt als de verhouding (uitgedrukt in
een percentage) tussen het eigen vermogen enerzijds en het totale
balanstotaal anderzijds. Het beleid van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
is, conform de norm van het Waarborgfonds Zorg, op een percentage tussen
de 15 en 20% uit te komen.
83

Het weerstandsvermogen (conform de berekeningswijze van Waarborgfonds
Zorg) bedraagt per 31 december 2011:11,2 % (ten opzichte van ultimo
2010:19,1%). Daarmee voldoet het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in 2011
niet meer aan de norm van het Waarborgfonds Zorg.
4.7.3. Liquiditeitspositie
De liquiditeitspositie wordt uitgedrukt met behulp van het liquiditeitsratio.
Het liquiditeitsratio wordt uitgedrukt als in een percentage en berekend door
het totaal van de vlottende activa te delen door de vlottende passiva. Het
liquiditeitsratio verslechterde en bedroeg ultimo 2011 64% tegen 74% in
2010.
4.7.4. Kasstromen en financieringsstromen
De kasstroom was in 2011 € 6,4 miljoen positief voornamelijk omdat het
saldo financieringstekort ad € 12,8 miljoen in 2011 nog niet terug betaald
hoefde worden.
4.7.5. Verwachting
Op basis van het negatieve resultaat in 2011 zijn er door de Raad van
Bestuur diverse maatregelen getroffen zoals het invoeren van een vacature-
en PNIL stop. Ook wordt er verder gegaan met het „indikken‟ van de
klinische productie capaciteit en het entameren van een verschuiving van
klinische productie naar dagbehandeling. Om zodoende de personele inzet
en de personele kosten te verlagen.
In totaal zijn er bezuinigingsmaatregelen ter grote van € 5 miljoen ingezet.
De voortgang hierop wordt nauwgezet gevolgd. Als gevolg daarvan is het
tekort percentage voor het eerst sinds lange tijd gedaald in plaats van
gestegen.
De Raad van Bestuur verwacht dat het jaar 2012 eindigt met een nihil
resultaat. Dit resultaat is afhankelijk van het succes van de realisatie van de
bezuinigingsmaatregelen, waarbij circa 5 miljoen omgebogen moet worden
en waarbij ook de personele formatie terug gebracht zal moeten worden. In
2012 worden geen grote vermeldenswaardige investeringen voorzien.
Voor de periode na 2012 is het moeilijk een voorspelling te doen als gevolg
van mogelijke landelijke bezuinigingsoperaties, die zijn effecten op de
zorgsector kunnen hebben.
84

5. Jaarrekening
5.1 Balans per 31 december 2011
(na resultaatbestemming)
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Totaal vaste activa
Vlottende activa
Ref. 31-dec-11
€
1 22.361
2 51.273.596
51.295.957
Voorraden
4 1.099.413
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's 5 5.564.406
Vorderingen en overlopende activa 6 13.352.904
Liquide middelen
9 3.158.390
Totaal vlottende activa
23.175.113
Totaal activa
PASSIVA
Eigen vermogen
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
74.471.070
Ref. 31-dec-11
€
10
8.261.251
56.986
8.318.236
11 2.858.759
12 26.982.415
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van
financieringsoverschot 7 22.391.198
Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 13.920.462
Totaal passiva
74.471.070
31-dec-10
€
28.750
51.038.636
51.067.386
1.115.935
3.704.791
14.204.182
107.492
19.132.399
70.199.785
31-dec-10
€
13.339.549
31.543
13.371.092
2.126.338
28.927.788
9.562.143
16.212.423
70.199.785
85

5.2 Resultatenrekening over 2011
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Ref. 2011
€
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
15 39.264.839
Omzet DBC B-segment
Subsidies
Overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten
17 24.474.078
18 636.346
19 2.254.674
66.629.937
20 42.784.329
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste
activa 21 5.201.016
Overige bedrijfskosten
Som der bedrijfslasten
BEDRIJFSRESULTAAT
Financiële baten en lasten
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING
RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten
Schenkingen, donaties en
legaten
Ten laste van de bestemmingsreserves:
Egalisatie afschr. Instandhoudingsinvesteringen
Egalisatie afschr. Investeringen inventarissen
23 22.469.772
70.455.117
-3.825.180
24 -1.227.676
-5.052.856
-5.052.856
2011
€
-5.078.298
25.443
0
0
-5.052.856
2010
€
40.285.386
22.528.558
270.143
1.675.075
64.759.162
39.089.131
4.960.495
20.329.275
64.378.901
380.261
-1.375.403
-995.142
-995.142
2010
€
-1.203.656
86
0
-40.583
249.097
-995.142

5.3 Kasstroomoverzicht over 2011
Ref. 2011 2010
Kasstroom uit operationele activiteiten
€ €
€ €
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen
- mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden
- mutatie onderhanden projecten
DBC's
- vorderingen
- vorderingen/schulden uit hoofde van
financieringstekort respectievelijk -
overschot
- kortlopende schulden (excl. schulden
aan kredietinstellingen)
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Betaalde interest
5.201.016
732.421
16.522
-1.859.615
851.278
12.829.055
1.020.715
-1.227.676
-3.825.180
5.933.437
12.857.955
14.966.212
-1.227.676
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 13.738.536
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa
Investeringen immateriële vaste activa
Investeringssubsidie
Totaal kasstroom uit
investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossing langlopende schulden
-5.828.626
399.036
-1.945.373
-5.429.590
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -1.945.373
Mutatie geldmiddelen
6.363.573
4.960.495
301.449
189.072
-77.380
-73.500
-1.506.306
126.844
-1.375.403
-3.422.067
-63.889
838.996
-2.072.998
Toelichting:
De mutatie in de geldmiddelen betreft een toename in de liquide middelen van € 3.050.898,- en een afname van
de kortlopende schulden bij kredietinstellingen van € 3.312.676,-.
87
380.261
5.261.944
-1.341.270
4.300.935
-1.375.403
2.925.532
-2.646.960
-2.072.998
-1.794.426

5.4 Grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling
5.4.1 Algemeen
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling
verslaggeving WTZi en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen
voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de
Jaarverslaggeving.
Continuïteitsveronderstelling
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de
continuïteitsveronderstelling.
De liquiditeitspositie van de stichting komt de eerstkomende tijd, en in ieder
geval tot medio 2013 sterk onder druk te staan. De belangrijkste factoren
hiervoor zijn:
De late contractering met zorgverzekeraars (grotendeels in mei 2012);
Het tot op heden nog niet kunnen factureren van de nieuwe op de DOT
gebaseerde DBC zorgproducten;
De significante terugbetalingsverplichtingen aan zorgverzekeraars in
2012 van aan hen ultimo 2011 verschuldigde bedragen, die ontstaan
zijn ten gevolge van de te hoge NZa tarieven in het A-segment (de
zogenaamde overfinanciering) ;
De negatieve exploitatie in 2010 en 2011 waarvan de gevolgen ook
nog in de eerste helft van 2012 merkbaar zijn.
Op het moment van opmaken van deze jaarrekening (eind mei 2012) is de
situatie als volgt:
Met de drie voor het Ruwaard belangrijkste zorgverzekeraars (CZ,
Achmea en VGZ) zijn afspraken gemaakt over voorlopige
bevoorschotting ter overbrugging van het tijdelijk niet kunnen
factureren en zijn de tot op heden afgesproken bedragen ontvangen.
Deze voorlopige bevoorschotting zal in het najaar worden vervangen
door bevoorschotting op basis van actuele onderhanden werk standen
en afspraken met de verzekeraars daarover;.
Met de drie belangrijkste zorgverzekeraars zijn afspraken gemaakt
over het productie- en omzetniveau 2012. Hierbij is duidelijk geworden
dat er voor de door Ruwaard gewenste en beoogde groei (zoals
beschreven in de oorspronkelijke begroting 2012) momenteel geen
ruimte wordt geboden. De begroting voor 2012 is op basis hiervan
door de Raad van Bestuur herzien naar een opbrengstenniveau dat in
overeenstemming is met deze afspraken, en een daarbij passend lager
kostenniveau. De hierbij horende bezuinigingsmaatregelen zijn in gang
gezet maar momenteel nog niet volledig gerealiseerd. Dit heeft de
komende tijd alle aandacht.
88

Ruwaard verwacht op korte termijn de eerste facturatie ronde
gebaseerd op DOT te realiseren.
Met de bank is overleg gestart over het aantrekken van een lening ter
financiering van gedane investeringen, met behoud van (een
belangrijk deel van) de bestaande kredietfaciliteit. De bank heeft laten
weten in principe open te staan voor een dergelijke financiering.
Hiertoe zal begin juli nader overleg plaatsvinden met de bank, waarbij
met name ook zal worden gekeken naar de dan inmiddels bereikte
resultaten van de in gang gezette bezuinigingsmaatregelen.
Met Zorgverzekeraars is overleg gestart om afspraken te maken over
fasering van het terugbetalen van de overfinanciering van 2011,
conform de afspraken zoals ook m.b.t. de terugbetaling van de
overfinanciering van de aan 2011 voorafgaande jaren zijn gemaakt.
Inzet hierbij is dat daarmee „armslag‟ wordt verkregen om de
ingezette bezuinigingen zodanig te faseren dat daarmee kwaliteit en
veiligheid geborgd blijven en bancaire financiering voor de totale
financieringsbehoefte structureel kan worden geregeld.
Uit de liquiditeitsprognose over de periode tot en met het tweede kwartaal
2013 blijkt dat zonder nadere acties niet binnen de huidige kredietfaciliteit
kan worden gebleven. Dit is een indicatie van een onzekerheid van materieel
belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de
continuïteitsveronderstelling van de stichting.
Voor het liquiditeitsverloop is essentieel dat de facturatie tijdig op gang kan
komen en dat de verliessituatie van 2010 en 2011, conform herziene
begroting 2012, snel wordt omgebogen naar een kostendekkende
exploitatie, mede gelet op het verkrijgen van de beoogde duurzame bancaire
financiering die hier naar verwachting afhankelijk van zal zijn. Te maken
afspraken met zorgverzekeraars kunnen er toe bijdragen dat eventuele
tijdelijke knelpunten in de liquiditeit worden opgevangen.
Naast bovenstaande acties zijn er stappen gezet in de verdere verbetering
van de kwaliteit van zorg, wat er onder andere toe heeft geleid dat Achmea
het Ruwaard van Putten ziekenhuis heeft benoemd tot voorkeurziekenhuis
voor de behandeling van darmkanker. Ook de (in 2012 opnieuw gestarte)
overleggen met het Maasstad ziekenhuis aangaande intensieve
samenwerking tussen de beide ziekenhuizen zullen naar verwachting van de
Raad van Bestuur leiden tot een blijvende strategische samenwerking.
Het Ruwaard staat voor een aanzienlijke uitdaging die essentieel is voor de
continuïteit van Ruwaard, maar de Raad van Bestuur heeft er vertrouwen in
de organisatie tijdig weer financieel gezond te kunnen maken en de
continuïteit ook in termen van liquiditeit op deze wijze redelijkerwijs te
kunnen waarborgen.
Vergelijking met voorgaand jaar
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd
ten opzichte van voorgaand jaar.
89

Schattingwijziging
In 2011 heeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis voor haar materiële vaste
activa de afschrijvingsrichtlijnen van de NZa losgelaten. De activa zijn
kritisch herbeoordeeld op aanwezigheid en op resterende verwachte
economische levensduur. Van activa met een resterende boekwaarde van
€ 192.000 kon de aanwezigheid niet meer worden vastgesteld. Deze zijn in
2011 als desinvesteringen afgeboekt. De herbeoordeling van de resterende
economische levensduur heeft er toe geleid dat de resterende levensduur
van met name het vastgoed is teruggebracht van 29 naar 19 jaar. De als
trekkingsrechten geactiveerde activa maken overwegend deel uit van (of zijn
zodanig verbonden met) het vastgoed dat hiervoor eenzelfde resterende
levensduur is gehanteerd. Dit betekent overwegend een verlenging van de
resterende levensduur. Per saldo zijn de afschrijvingslasten in 2011 door de
schattingswijziging met circa € 200.000 afgenomen. Voor de komende jaren
worden geen grote verschillen verwacht als gevolg van de
schattingswijziging.
Als gevolg van de doorgevoerde aanpassingen zullen afschrijvingen en
boekwaarden van de materiële vaste activa in de jaarrekening niet langer
gelijk lopen met de afschrijvingen en boekwaarden ten behoeve van de
bekostiging door de NZa.
5.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering
plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans,
resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening
genummerd.
Immateriële en materiële vaste activa
De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve
afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingstermijnen van immateriële vaste activa zijn gebaseerd op de
verwachte gebruiksduur van het vast actief.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs
volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op
bedrijfsterreinen en onderhanden projecten en vooruitbetalingen op
materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
Automatisering 33,3%
Gebouwen 2,5%
Grond/Erfpacht 2,5%
Installaties 5,0%
Inventaris 10,0%
Stichtingskosten 2,5%
90

Terreinvoorzieningen 10,0%
Verbouwingen en renovatie 5,0%
Binnen een activagroep kan de aard van de investering een afwijkend
afschrijfpercentage rechtvaardigen.
Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn
ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in
mindering gebracht op de investeringen.
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs.
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s.
De onderhanden projecten uit hoofde van DBC‟s worden gewaardeerd tegen
de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de reeds bestede
verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de DC indien deze lager is.
De productie van de onderhanden projecten is bepaald door de openstaande
verrichtingen te koppelen aan de DBC‟s die ultimo boekjaar openstonden. Op
de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van
verzekeraars in mindering gebracht.
Vorderingen
Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs
(nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op
grond van verwachte oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en desposito‟s met een
looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken
zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende
schulden.
Voorzieningen (algemeen)
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke
verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is
dat een uitstroom van middelen is en waarvan de omvang op betrouwbare
wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste
schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per
balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen
de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn
om de verplichtingen af te wikkelen.
91

Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden
vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen
indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de
afwikkeling van de verplichting.
Voorziening groot onderhoud
Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om
deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De geplande
uitgaven zijn gebaseerd op een extern opgesteld meerjaren onderhoudsplan.
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten
inzake periodiek onderhoud van panden, installaties e.d., gebaseerd op een
meerjarenonderhoudsplan.
Voorziening persoonlijk budget levensfase (zonder toerekening aan jaren)
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorzienig
uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling
45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met
opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in
de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op
de Cao-bepalingen, blijfkans en leeftijd.
Voorziening jubileumverplichtingen
Het personeel in vaste dienst bij de stichting heeft op basis van geldende
arbeidsvoorwaarden recht op een jubileumuitkering na respectievelijk 12,5
jaar, 25 jaar en 40 jaar dienstverband, alsmede bij een einde dienstverband
in verband met OBU of pensionering. Voor het aan verstreken dienstjaren
toe te rekenen deel van deze rechten is, rekening houdend met verwachte
salarisontwikkelingen en verwachte uitstroom van personeel, een
voorziening voor jubileumuitkeringen gevormd. Deze voorziening is
gewaardeerd tegen contante waarde op basis van een rekenrente van 4%.
Voorziening wachtgeldverplichting
Deze voorziening is gevormd voor de naar schatting in de komende jaren
ten laste van de stichting komende bedragen uit hoofde van de nakoming
van per balansdatum bestaande verplichtingen jegens voormalige
werknemers.
Voorziening WAO-suppleties
Deze voorziening is gevormd om doorbetalingen aan personeel wegens
ziekte in het tweede ziektejaar te kunnen financieren. Met de
verzuimcoordinator is een risicoanalyse gemaakt, rekening houdend met
aard van de ziekte, herstelverloop en mate van zekerheid.
Schulden
Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale
waarde).
92

5.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten
over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde
waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de
periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten.
Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden
verantwoord als deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit
voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit
boekjaar toegerekend.
Pensioenen
De stichting Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft voor haar werknemers
een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende
werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een
pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over
de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de Stichting. De
verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn
ondergebracht bij de bedrijfstakpensioenfonds PFZW (pensioenfonds Zorg en
Welzijn). De Stichting betaalt hiervoor premies aan het pensioenfonds. De
pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de
dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds
gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat.
Ultimo maart 2012 bedraagt de dekkingsgraad van het PFZW 96%. In 2014
dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 10% te hebben.
Het pensioenfonds stelt zo veel mogelijk harde maatregelen te willen
voorkomen om dit percentage te bereiken. Mochten er harde maatregelen
nodig zijn dan zal als eerste de pensioenpremie, voor zowel de werknemer
als werkgever verder verhoogd worden.
De Stichting heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende
bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het
effect van hogere toekomstige premies.
5.4.4 Schattingen
Algemeen
De opstellingen van de jaarrekening vereist dat het management oordelen
vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de
toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en
verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten
kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende
veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van
schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt
herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
93

Bedrijfswaarde
Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft begin 2012 een herziene
bedrijfswaardeberekening van de vast activa opgesteld. De uitkomsten van
de bedrijfswaardeberekening zijn sterk afhankelijk van veronderstellingen
over de uitwerking van het overgangsregime, (opgeslagen in) tarieven in de
toekomstige bekostigingssystemen, groei van de productie en
disconteringsvoeten die mede afhankelijk zijn van de toekomstige
financiering en bekostiging.
Nieuwe overheidsmaatregelen en bezuinigingsmaatregelen kunnen van grote
invloed zijn op de dienstverlening en exploitatie van het ziekenhuis. De
bedrijfswaardeberekeningen geven aan dat de bandbreedte van de
uitkomsten zeer groot kan zijn.
De uitgangspunten die het Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft gehanteerd
bij de bovengenoemde berekening zijn de volgende:
Een stabiele groei in volume en prijs van de productie van
(gecombineerd) 4,5% per jaar
Een stijging van de kosten met 4,5% per jaar
Een disconteringsvoet van 4% per jaar
Een resterende economische levensduur van het vastgoed van 19 jaar.
Bij de aannamen is uitgegaan van de meest recente doelstellingen van 2012.
De aldus ingeschatte bedrijfswaarde ligt circa 10% boven de boekwaarde
eind 2011. Cruciaal voor de realisatie van de doelstelling voor 2012 en dat
op lange termijn de gemiddelde jaarlijkse kostenstijging de gecombineerde
volume- en prijsstijging niet overtreft.
Een eventuele afwijking van de verwachtingen kan mogelijk een substantiële
impact hebben op de vermogenspositie van het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis in de toekomst, zowel voor het beeld van resultaat en vermogen
in de onderhavige jaarrekening als in toekomstige jaren. Een dergelijke
afwijking zal, voor zover aan de orde, worden verwerkt in het jaar dat deze
voldoende betrouwbaar kan worden bepaald.
Voorzieningen
De stichting heeft per balansdatum de verplichting om gedurende maximaal
vijf jaar een loonsuppletie uit te betalen aan voormalig werknemers. Zowel
de omvang als de uiteindelijke looptijd zijn afhankelijk van
inkomensontwikkelingen van betrokkenen. Hierdoor is het uiteindelijk ten
laste van de stichting komende bedrag onzeker. Het management hanteert
als beste schatting 50% van het voor de stichting meest negatieve scenario.
Met bijkomende werkgeverslasten is rekening gehouden.
Voor de overige schattingselementen in de voorzieningen wordt verwezen
naar de specifieke toelichting op deze posten.
94

5.4.4.5 Grondslagen van het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze
methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst-en
verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het
verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst-en
verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd
als behorende tot de operationele activiteiten.
De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide
middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt
onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en
financieringsactiviteiten.
De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in de kasstromen
met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder
financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder
operationele activiteiten).
95

5.5 Toelichting op de balans
Activa
1. Immateriële vaste activa
De specificatie is als volgt:
Kosten van goodwill die van derden is verkregen
Totaal immateriële vaste activa
Het verloop van de immateriële activa
in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Boekwaarde per 1 januari
Bij: investeringen
Af: afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijvingen
2. Materiële vaste activa
31-dec-11
€
63.889
63.889
2011
€
28.750
6.389
22.361
63.889
41.528
De specificatie is als volgt:
31-dec-11
€
Bedrijfsgebouwen en terreinen
29.433.749
Machines en installaties
11.067.391
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische
9.339.418
en administratieve
uitrusting
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen 1.433.037
op materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
51.273.596
Het verloop van de materiële activa
in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Boekwaarde per 1 januari
Bij: investeringen
Af: afschrijvingen
Af: investeringssubsidie *)
Af: desinvesteringen
Boekwaarde per 31 december
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijvingen
2011
€
51.038.639
5.828.626
5.002.584
-399.036
192.043
31-dec-10
€
63.889
63.889
2010
€
63.889
35.139
28.750
63.889
35.139
31-dec-10
€
35.296.285
6.163.266
9.579.088
51.038.639
2010
€
53.380.924
3.535.117
4.925.356
-838.996
113.050
51.273.596 51.038.639
100.404.085 105.980.081
49.130.489 54.941.442
51.273.596 51.038.639
96

Verloopstaatje materiële vaste activa volgens herziene rubricering per 2011
Stichtings- Terrein- Verbouwingen Onderhanden
Stand per 1 januari 2011 Gebouwen Grond/Erfpacht Kosten voorzieningen en renovatie Installaties Inventaris Automatisering projecten Totaal
-Aanschafwaarde 30.477.279 4.140.537 12.768.753 2.183.151 9.424.027 17.498.862 16.328.876 2.549.772 95.371.257
-Afschrijvingen 14.984.018 2.130.654 6.570.589 1.731.353 2.941.356 6.704.722 7.916.244 1.353.686 44.332.623
Boekwaarde per 1 januari 2011 15.493.261 2.009.883 6.198.164 451.798 6.482.671 10.794.140 8.412.631 1.196.086 0 51.038.634
Mutaties in het boekjaar
- Investeringen 79.453 652.788 101.969 2.259.223 1.302.155 1.433.037 5.828.625
-afschrijvingen 706.283 103.513 319.219 64.888 448.449 696.215 1.878.639 977.421 5.194.627
-inhaalafschrijving plankosten 291.917 107.119 399.036
desinvesteringen
-aanschafwaarde 19.184 4.635 771.979 795.798
-cumulatieve afschrijvingen 19.184 4.635 771.979 795.798
Mutaties in boekwaarde (saldo) -998.200 -103.513 -319.219 14.565 204.339 -701.365 380.585 324.734 1.433.037 -560.836
Stand per 31 december 2011
-aanschafwaarde 30.458.095 4.140.537 12.768.753 2.262.604 10.076.815 17.596.196 17.816.120 3.851.926 1.433.037 100.404.085
-afschrijvingen 15.963.034 2.234.168 6.889.808 1.796.241 3.389.805 7.503.422 9.022.904 2.331.107 0 49.130.488
Boekwaarde per 14.495.062 1.906.369 5.878.945 466.363 6.687.010 10.092.775 8.793.216 1.520.819 1.433.037 51.273.596
31 december 2011
Toelichting: *)
Ten behoeve van vergelijkingsdoeleinden aangepast
Toelichting:
Per 2011 zijn de verschillende materiële vaste activa opnieuw gecategoriseerd en is mogelijk de afschrijftermijn aangepast. Hierdoor ontstaat er een afwijking tussen
de bedrijfseconomische waardering (€ 51.273.596,-) en de waardering volgens de NZA regel
97

Toelichting:
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de
WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de DHAZgefinancierde
vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder
5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen
projecten. Per 2011 zijn de verschillende materiële vaste activa opnieuw gecategoriseerd en is
mogelijk de afschrijftermijn aangepast. Hierdoor ontstaat er een afwijking tussen de
bedrijfseconomische waardering (€ 51.273.602,-) en de waardering volgens de NZA regeling
( € 51.221.476,-)
De WOZ-waarde van bedrijfsgebouwen en terreinen bedraagt € 38.415.000,-, per peildatum 1
januari 2011.
Toelichting: *)
Op basis van beleidsregel BR/CU-2002 zijn plankosten van de nieuwbouw bij de bepaling van het
wettelijk budget versneld afgeschreven. De dekking hiervoor in het wettelijk budget is in de
jaarrekening als investeringssubsidie verwerkt.
4. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Medische middelen 850.160 834.253
Voedingsmiddelen 57 85
Hulpmiddelen 86.657 109.911
Overige voorraden:
Centraal Magazijn 162.539 171.686
Totaal voorraden 1.099.413 1.115.935
Toelichting:
Er is geen reservering voor incourante voorraden
5. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Onderhanden projecten DBC's A-segment 6.843.417 7.516.847
Onderhanden projecten DBC's B-segment 2.625.184 2.936.242
Af: ontvangen voorschotten -3.904.195 -6.748.299
Totaal onderhanden projecten 5.564.406 3.704.791
98

De specificatie per onderhanden project
is als volgt weer te geven:
Stroom DBC's en zorgverzekeraar
CZ
Achmea
UVIT
Multizorg
Menzis
Passanten
Voorschot medisch specialisten
Totaal (onderhanden projecten)
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt:
Vorderingen op debiteuren
Nog te factureren omzet DBC's
Overige vorderingen:
Overige vorderingen
Vooruitbetaalde bedragen:
Vooruitbetaalde kosten:
Nog te ontvangen bedragen:
Nog te ontvangen posten
Totaal vorderingen en overlopende activa
Gerealiseerdeprojectkosten
en
toegerekende
winst
€
4.623.187
2.248.358
1.378.796
748.791
425.257
44.211
9.468.601
Af:
ontvangen
voorschotten
€
5.204.195
-1.300.000
31-dec-11
€
6.813.445
6.036.023
3.904.195
73.246
420.190
10.000
13.352.904
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 525.503,-
Saldo per
31-dec-2011
31-dec-10
€
9.288.985
4.623.829
112.584
168.784
10.000
14.204.182
99
€
-581.008
2.248.358
1.378.796
748.791
425.257
44.211
1.300.000
5.564.406

7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van
financieringsoverschot
t/m 2008 2009 2010 2011 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 582.398 -6.640.515 -3.504.026 -9.562.143
Financieringsverschil boekjaar -12.803.247 -12.803.247
Correcties voorgaande jaren -653.429 141.171 204.484 210.935 -96.839
Betalingen/ontvangsten 71.031 71.031
Subtotaal mutatie boekjaar -582.398 141.171 204.484 -12.592.312 -12.829.055
Saldo per 31 december 0 -6.499.344 -3.299.542 -12.592.312 -22.391.198
Stadium van vaststelling (per erkenning):
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
C C C A
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2011 2010
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 39.760.714 41.199.221
Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 47.709.846 41.658.450
Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst 1.508.871 1.501.738
Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst 17.416 -106.553
Overige opbrengsten 3.544.705 3.122.741
Mutatie onderhanden werk DBC A-segment -690.846 -1.540.356
Afrekening lumpsum 0 -266.802
Overige mutaties
Opbrengst sluittarief -2.066 -732
Opbrengst trajecten 476.035 67.959
Totaal financieringsverschil -12.803.247 -3.237.224
100

9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt:
Bankrekeningen
Kassen
Totaal liquide middelen
Toelichting:
De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
31-dec-11
€
3.144.835
13.554
3.158.390
31-dec-10
€
102.052
5.440
107.492
101

Passiva
10. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 8.261.251 13.339.549
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 56.986 31.543
Totaal eigen vermogen 8.318.237 13.371.092
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
Reserve aanvaardbare kosten:
€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten 11.275.892 -5.078.298 2.063.657 4.133.937
Bestemmingsreserves:
Egalisatie afschrijvingen 1.445.844 -1.445.844 2.891.688
Afschrijving instandhoudingsinvesteringen
617.813 -617.813 1.235.626
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 13.339.549 -5.078.298 0 8.261.251
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
Algemene reserves:
€ € € €
Schenkingen, donaties en legaten 31.543 25.443 56.986
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 31.543 25.443 0 56.986
Toelichting:
De bestemmingsreserves „egalisatie afschrijvingen‟ en „afschrijving instandhoudingsinvesteringen‟
zijn niet langer vereist.
Het saldo van beider reserves is daarom per 31-12-2011 overgeboekt naar de „reserve
aanvaardbare kosten‟.
102

11. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 31-dec-2011
€ € € €
Onderhoudsfonds 990.459 1.092.353 474.303 1.608.509
Voorz. Toekomstige jubilea uitkeringen 576.142 119.656 26.573 669.225
Voorz. WAO suppleties 30.271 14.607 44.878
Voorz. Wachtgeldregeling 316.072 316.072
Voorz. PLB-uren 213.394 6.682 220.076
Totaal voorzieningen 2.126.338 1.233.298 500.877 2.858.759
toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden
beschouwd.
31-dec-2011
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 964.728
Langlopend deel van de voorzieningen (>1 jr.) 1.894.031
Hiervan langlopend (> 5 jr.) 809.388
12. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 26.982.415 28.927.788
Totaal langlopende schulden 26.982.415 28.927.788
Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Stand per 1 januari 30.873.161 32.946.159
Af: aflossingen 1.945.373 2.072.998
Stand per 31 december 28.927.788 30.873.161
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.945.373 1.945.373
Stand langlopende schulden per 31 december 26.982.415 28.927.788
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten
worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen1.945.373 1.945.373
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 26.982.415 28.927.788
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 19.700.929 21.396.302
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage
overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de
kortlopende schulden.
103

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt:
Schulden aan kredietinstellingen
Crediteuren
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen
Belastingen en sociale premies
Schulden terzake pensioenen
Nog te betalen salarissen
Vakantiegeld
Vakantiedagen en niet opgenomen PLB-uren
Overige schulden:
Werkgeverslasten vakantieverplichtingen
Omzetbelasting
Nog te betalen kosten:
Nog te betalen interest
Nog te betalen kosten
Vooruitontvangen opbrengsten:
Subsidies
Overige passiva:
Nog te betalen honorarium medisch specialisten
R/C medisch specialisten
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Toelichting:
De stichting heeft een kredietfaciliteit van € 14.000.000,-
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
31-dec-11
€
0
3.534.097
1.945.373
1.773.687
566.415
167.217
1.053.125
1.202.957
532.169
32.489
331.464
1.831.577
36.423
75.524
837.946
13.920.462
31-dec-10
€
3.312.676
3.186.209
1.945.373
1.637.622
411.041
163.487
999.182
818.582
443.446
5.819
418.008
1.833.627
36.423
75.524
925.404
16.212.423
In 2011 heeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis haar toelatingsovereenkomsten met één
van de specialistenmaatschappen opgezegd. Hiertegen hebben betrokkenen bezwaar
aangetekend. Het ziekenhuis verwacht dat hier voor de stichting geen financiële nadelen
zullen voortvloeien.
De gestelde zekerheden zijn vastgelegd in de rekening-courant overeenkomst met de bank
en bestaat uit een optie op verpanding van alle debiteuren en een aan te houden budget
ratio van minimaal 5%.
De stichting is aangesloten bij het Waarborgfonds voor de Zorg. Deze aansluiting brengt
een obligo (voorwaardelijke bijdrage) met zich mee van ruim € 900.000,- (zijnde 3% van
de restschuld van de geborgde leningen), die kan worden opgeroepen in geval het
risicovermogen van het Waarborgfonds voor de Zorg daalt tot onder het garantieniveau.
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten
Het verloop is als volgt weer te geven:
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari
Bij: correctie trekkingsrechten
Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte
Bij: investeringsruimte verslagjaar
Af: investeringen verslagjaar
Beschikbare investeringsruimte 31 december
2011
€
2.952.578
54.918
2.897.840
911.260
4.994.076
2010
€
-2.512.631
2.943.608
7.284
2.841.080
326.763
2.952.578
104

5.6 Mutatieoverzicht Materiële Vaste Activa
5.6.1 WTZi – vergunningsplichtige materiële vaste activa
NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen Stichtings Ver- Installaties Subtotaal Totaal
voorzieningen kosten bouwingen vergunning
€ € € € € € € € €
Stand per 1 januari 2011
- aanschafwaarde 4.140.537 106.941 15.517.621 12.768.753 206.425 11.847.912 44.588.189 96.863.557
- cumulatieve afschrijvingen 2.130.654 21.083 6.388.092 6.570.589 185.785 5.797.291 21.093.494 45.824.918
Boekwaarde per 1 januari 2011 0 2.009.883 85.858 9.129.529 6.198.164 20.640 6.050.621 23.494.695 51.038.639
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 5.828.626
- afschrijvingen 399.036 103.513 5.347 310.352 319.219 10.321 375.249 1.523.037 5.645.792
- reclassificatie plankosten 399.036 -107.119 291.917 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 4.635 4.635 795.798
cumulatieve afschrijvingen 4.635 4.635 795.798
per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -103.513 -5.347 -310.352 -319.219 -10.321 -482.368 -1.231.120 182.834
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 399.036 4.140.537 106.941 15.517.621 12.768.753 206.425 11.736.158 44.875.471 101.896.385
- cumulatieve afschrijvingen 399.036 2.234.167 26.430 6.698.444 6.889.808 196.106 6.167.905 22.611.896 50.674.912
Boekwaarde per 31 december 2011 0 1.906.370 80.511 8.819.177 5.878.945 10.319 5.568.253 22.263.575 51.221.473
Afschrijvingspercentage 2,5% 5,0% 2,0% 2,5% 5,0%
105

5.6.2 WMG – gefinancierde materiële vaste activa
Trekkings
rechten
Stand per 1 januari 2011
- aanschafwaarde
22.963.217
- cumulatieve afschrijvingen 9.716.944
Boekwaarde per 1 januari 2011 13.246.273
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
911.259
- afschrijvingen
832.628
- reclassificatie plankosten -291.917
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -213.286
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde
23.582.559
- cumulatieve afschrijvingen 10.549.572
Boekwaarde per 31 december
2011 13.032.987
Afschrijvingspercentage 5,0%
€
Onderhanden
Projecten
€
0
0
0
0
0
Subtotaal
€
22.963.217
9.716.944
13.246.273
911.259
832.628
-291.917
-213.286
23.582.559
10.549.572
13.032.987
Instandhouding
€
5.760.613
2.598.835
3.161.778
0
509.830
-509.830
5.760.613
3.108.665
2.651.948
10% en 20%
Onderhanden
Projecten
€
0
0
0
0
0
Subtotaal
€
5.760.613
2.598.835
3.161.778
0
509.830
0
-509.830
5.760.613
3.108.665
2.651.948
106
Subtotaal
WMG
€
28.723.830
12.315.779
16.408.051
911.259
1.342.458
-291.917
-723.116
29.343.172
13.658.237
15.684.935

5.6.3 Niet WTZi– gefinancierde materiële vaste activa
Inventaris
Stand per 1 januari 2011
- aanschafwaarde
17.526.069
- cumulatieve afschrijvingen 9.113.437
Boekwaarde per 1 januari 2011 8.412.632
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
- afschrijvingen
€
3.423.108
1.946.097
- desinvesteringen
aanschafwaarde
771.979
cumulatieve afschrijvingen 771.979
per saldo
0
Mutaties in boekwaarde (per
saldo) 1.477.011
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde
20.177.198
- cumulatieve afschrijvingen 10.287.555
Boekwaarde per 31 december
2011 9.889.643
Afschrijvingspercentage 10,0%
Vervoermiddelen
€
0
0
0
0
0
0
Automatisering
€
2.515.510
1.349.054
1.166.456
1.360.463
596.707
0
763.756
3.875.973
1.945.761
1.930.212
20,0%
Subtotaal
Niet WTZi
€
20.041.579
10.462.491
9.579.088
4.783.571
2.542.804
771.979
771.979
0
2.240.767
24.053.171
12.233.316
11.819.855
107

5.6.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa
Terreinvoorzieningen
€
Stand per 1 januari 2011
- aanschafwaarde
2.149.201
- cumulatieve afschrijvingen 1.783.261
Boekwaarde per 1 januari 2011 365.940
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
- afschrijvingen
- desinvesteringen
aanschafwaarde
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
90.305
139.286
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -48.981
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde
2.239.506
- cumulatieve afschrijvingen 1.922.547
Boekwaarde per 31 december
2011 316.959
Afschrijvingspercentage 10,0%
0
Gebouwen
€
1.219.103
140.883
1.078.220
43.491
84.041
19.184
19.184
0
-40.550
1.243.410
205.740
1.037.670
10% en 20%
Installaties
€
141.655
29.010
112.645
14.166
0
-14.166
141.655
43.176
98.479
10,0%
Inventaris
€
0
0
0
0
0
0
0
20,0%
Onderhanden
projecten
€
0
0
0
0
0
0
Subtotaal
niet- WTZi/
WMG
gefinancierd
€
3.509.959
1.953.154
1.556.805
133.796
237.493
19.184
19.184
0
-103.697
3.624.571
2.171.463
1.453.108
108

5.7 Specificatie Ultimo boekjaar onderhanden projecten
Per 31 december 2011 zijn er geen projecten onder handen.
109

5.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011
Leninggever Datum
Hoofdso
m
€
Total
e
looptijd
Soort
lening
Werke
-lijkerente
Restschuld
31
december
2010
Aflossing
in 2011
Restschuld
31
december
2011
Restschuld
over 5 jaar
% € € € €
Resterend
e looptijd
in jaren
eind 2011
Aflossings
-
wijze
110
Aflossing
2012
B.N.G. 12-jul-04 4.595.525 15 B.N.G. 4,28% 2.680.724 306.368 2.374.356 842.513 9 lineair 306.368
B.N.G. 9-jun-04 4.595.525 27 B.N.G. 3,98% 3.445.894 170.168 3.275.726 2.424.888 20 lineair 170.168
B.N.G. 9-jun-04 3.063.016 26 B.N.G. 3,58% 2.268.901 113.445 2.155.456 1.588.231 20 lineair 113.445
B.N.G. 9-jun-04 3.857.132 17 B.N.G. 3,66% 2.495.792 226.890 2.268.902 1.134.451 10 lineair 226.890
B.N.G. 9-jun-04 4.594.525 27 B.N.G. 4,05% 3.573.518 170.168 3.403.350 2.552.513 20 lineair 170.168
B.N.G. 1-dec-04 2.500.000 10 B.N.G. 3,44% 1.000.000 250.000 750.000 0 4 lineair 250.000
B.N.G. 1-dec-04 5.000.000 30 B.N.G. 3,80% 3.999.999 166.667 3.833.332 3.000.000 24 lineair 166.667
B.N.G. 22-dec-06 5.000.000 30 B.N.G. 3,99% 4.333.333 166.667 4.166.666 3.333.333 26 lineair 166.667
B.N.G. 2-nov-09 3.500.000 20 B.N.G. 4,19% 3.325.000 175.000 3.150.000 2.275.000 18 lineair 175.000
B.N.G. 1-jul-09 4.000.000 20 B.N.G. 4,81% 3.750.000 200.000 3.550.000 2.550.000 18 lineair 200.000
Totaal
30.873.16
1
1.945.37
3
28.927.78
8
19.700.92
9
€
1.945.37
3

5.9 Toelichting op de resultatenrekening
Baten
15. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 2011 2010
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) € € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 40.360.225 41.057.687
voorgaand jaar
Productieafspraken verslagjaar 668.649 -700.374
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 792.462 433.404
Prijsindexatie materiële kosten 51.706 -50.414
Groei normatieve kapitaalslasten 137.349 157.320
981.517 540.310
Uitbreiding erkenning en toelating:
- loonkosten 89.132 164.965
- materiële kosten 3.032 3.671
- normatieve kapitaalslasten 1.237 2.687
93.401 171.323
Beleidsmaatregelen overheid:
- generieke budgetkortingen -2.243.429 -352.924
- zorgvernieuwing 30.972 -24.072
-2.212.457 -376.996
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente -20.379 -30.595
- afschrijvingen -506.278 -324.130
-526.657 -354.725
Overige mutaties:
Overige -3.000 23.000
Investeringssubsidie *) 399.036 838.996
396.036 861.996
Subtotaal wettelijk budget boekjaar 39.760.714 41.199.221
Investeringssubsidie verantwoord in -399.036 -838.996
Wettelijk budget in resultatenrekening 39.361.678 40.360.225
Correcties voorgaande jaren -96.839 -74.839
Wettelijk budget voor aanvaardbare 39.264.839 40.285.386
kosten jaar t
Toelichting:
Op basis van beleidsregels BR/CU-2002 zijn plankosten van de nieuwbouw bij de bepaling
van het wettelijk budget versneld afgeschreven. De dekking hiervoor in het wettelijk budget
wordt in de jaarrekening als investeringssubsidie verwerkt.
111

Lasten
17. Toelichting omzet DBC B-segment
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Gefactureerde omzet DBC B-segment 24.785.137 21.567.469
Mutatie onderhanden projecten DBC B-segment -311.059 961.089
Totaal 24.474.078 22.528.558
Toelichting:
Deze opbrengsten zijn exclusief het honorariumdeel van vrijgevstigde medisch specialisten.
18. Subsidies
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 636.346 270.143
Totaal 636.346 270.143
19. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt:
Overige dienstverlening:
Administratiekosten specialisten
Opbrengsten personeelsrestaurant
Opbrengsten telefoon en televisie
Opbrengsten rouwkamer
Exploitatie bezoekersrestaurant en
huisartsenpost
Laboratorium voor derden
Radiodiagnostiek voor deren
Personeel en overige
Opbrengsten parkeervoorziening
Opbrengsten laser / plast chirurgie / fysio
Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend
personeel en verhuur onroerend goed):
Verhuur onroerend goed
Overige baten en lasten:
Honorarium deel intensivist
Honorarium deel gastro-entrologie
Honorarium deel pathologie
Honorarium deel nucleaire geneeskunde
Overige baten en lasten
Totaal
2011
€
191.781
150.039
76.750
11.543
17.680
11.802
9.173
43.798
332.511
113.981
102.099
347.460
55.658
295.677
218.170
276.553
2.254.674
112
2010
€
197.683
136.207
89.655
11.034
5.289
35.397
1.394
23.765
330.512
130.178
97.381
306.934
75.598
14.157
147.312
72.577
1.675.075

Lasten
20. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Lonen en salarissen 29.351.601 27.770.210
Sociale lasten 3.850.936 3.788.033
Pensioenpremies 2.420.843 2.258.893
Andere personeelskosten:
Overige personeelskosten 1.961.447 2.177.750
Subtotaal 37.584.828 35.994.886
Personeel niet in loondienst 5.199.501 3.094.246
Totaal personeelskosten 42.784.329 39.089.131
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 712,3 723,8
21. Afschrijvingen vaste activa
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- materiële vaste activa 2.466.459 2.163.561
Overige afschrijvingen:
- immateriële vaste activa 6.389 35.139
- materiële vaste activa 2.780.297 2.761.795
Subtotaal 5.253.145 4.960.495
Correctie verschil afschrijfkosten NZA-bedrijfseconomisch *) -244.172 0
Verschil desinvesteringen NZA-bedrijfseconomisch 192.043 0
Totaal afschrijvingen 5.201.016 4.960.495
Toelichting:
Omdat per 2011 de afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten,
en dus niet langer volgens de NZA-regeling, wijken de totale afschrijfkosten per methode
van elkaar af. Omdat in de jaarrekening de bedrijfseconomische afschrijvingen worden
aangehouden, is het noodzakelijk het verschil hier te corrigeren.
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - 2011
vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten €
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 5.201.016
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 2.466.459
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 1.124.001
- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 1.342.458
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2.466.459
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 101.896.385
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 50.674.912
113

23. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 1.736.934 1.585.933
Algemene kosten 5.340.778 4.870.371
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 12.996.117 12.047.279
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud 1.334.283 409.315
- Energie gas 261.529 194.275
- Energie stroom 312.265 253.782
- Energie transport en overig 293.468 211.281
Subtotaal 2.201.545 1.068.653
Huur en leasing 16.103 468.255
Dotaties en vrijval voorzieningen 178.295 288.784
Totaal overige bedrijfskosten 22.469.772 20.329.275
24. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt:
Rentelasten
Subtotaal financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
2011
€
-1.227.676
-1.227.676
-1.227.676
114
2010
€
-1.375.403
-1.375.403
-1.375.403

26. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie?
- Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht
Wat is de samenstelling van het bestuur?
- Driehoofdig met voorzitter
Naam
1 Vanaf welke datum is de persoon als
bestuurder werkzaam in uw organisatie?
2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds
deel uit van het bestuur?
3 Tot welke datum was de persoon als
bestuurder werkzaam in uw organisatie?
4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van
het bestuur geweest?
Broek,
Runne,
GPLA Vat, MJ
RW
van den van der
22-11-2010 15-7-2010 1-12-2010
ja ja ja
ja nee nee
5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon
voorzitter geweest in het verslagjaar?
12
6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? Extern
Onbepaalde Onbepaalde
ingehuurd
tijd
tijd
7 Welke salarisregeling is toegepast? Anders NVZD NVZD
8 Wat is de deeltijdfactor?
(percentage)
44% 100% 100%
9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld,
0 162.278 162.278
eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste
toelagen
a. Waarvan: verkoop verlofuren 0
0
0
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 0
0
0
10 Bruto-onkostenvergoeding
210.333
0
0
11 Werkgeversbijdrage sociale lasten
0
7.167
7.167
12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 0 18.026 18.026
13 Ontslagvergoeding
0
0
0
14 Bonussen
0
0
0
15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) 210.333 187.471 187.471
16 Cataloguswaarde auto van de zaak
0 67.600 69.340
17 Eigen bijdrage auto van de zaak
0
0
1.160
De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over
het jaar 2011 is als volgt:
Naam Functie Bezoldiging
€
E.D. Boer Voorzitter 13.570 excl. BTW 16.148 incl. BTW
J.P.H.M. Benders Lid 8.440
P.E. de Jong Lid 7.820
C.R. van Noordt Lid 8.750
J.A. de Vries Lid 8.130
115

27. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
De bezoldiging van de functionarissen die over 2011 in het kader van de Wopt verantwoord worden, is als volgt:
1 Functionaris (functienaam)
medisch specialistmedisch specialist RvB-lid RvB-lid
2 Dienstverband 80% 50% 100% 100%
3 In dienst vanaf (datum)
12-9-2005 15-3-1995 1-9-2005 1-12-2010
4 In dienst tot (datum)
5 Belastbaar loon (in €) 138.021 97.277 163.969 159.828
6 Voorzieningen ten behoeve van beloningen
betaalbaar op termijn (in €)
29.404 23.122 35.477 35.477
7 Uitkeringen in verband met beëindiging van het
dienstverband (in €)
Totaal beloning in kader van de Wopt (4, 5 en 6) 167.425 120.399 199.446 195.305
8 Beloning 2010 171.848 131.623 147.586 14.918
Motivatie overschrijdingen van het gemiddelde belastbare loon per jaar van ministers:
Toelichting:
De bezoldiging van de medisch specialisten is marktconform.
De bezoldiging van de bestuurders is binnen de normen van de NVZD
28. Honoraria accountant 2011 2010
€ €
De honoraria van de accountant over 2011 zijn als volgt:
1 Controle van de jaarrekening 101.581 85.657
2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 47.255 87.822
3 Fiscale advisering 1.785 7.449
4 Niet-controlediensten 40.044
Totaal honoraria accountant 190.665 180.928
116

6. Overige Gegevens
6.1 Controleverklaring
117

118

6.2 Vaststelling Raad van Bestuur en goedkeuring Raad
van Toezicht
De Raad van Bestuur heeft het jaardocument 2011 van de stichting Ruwaard
van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse vastgesteld op 30 mei 2012.
Dr. G.P.L.A. van den Broek drs. R.W. Runne
CEO, a.i. CMO
M.J. van der Vat RC
CFO
De Raad van Toezicht heeft het jaardocument 2011 van de stichting
Ruwaard van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse goedgekeurd op 30 mei 2012.
E.D. Boer J.A. de Vries
Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
R.J. Kasteel P.E. de Jong
Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
Mw Mr. C. van Steenderen
Lid Raad van Toezicht
119

6.3 Resultaatbestemming
De Raad van Bestuur stelt voor om het resultaat van 2011 als volgt te
verwerken:
Ten laste van de reserve aanvaardbare kosten -5.078.299
Ontvangen schenking 25.443
-5.052.856
120

7. Bijlagen
7.1 Gegevens omtrent de capaciteit en de productie
Kerncijfers
2011 2010
Erkende bedden 288 288
Erkende specialisteneenheden 38,08 37,54
Klinische adherentie 98.002 99.570
Poliklinische adherentie 99.252 99.550
Opname 11.424 10.801
Verpleegdagen 62.699 63.612
Dagverpleging normaal 11.132 10.232
Dagverpleging zwaar 1.617 1.537
Eerste administratieve consulten 68.608 67.787
Aantal polikliniekbezoeken 176.330 164.592
Poliklinische bevallingen 237 227
Klinische bevallingen 693 791
Revalidatiebehandeluren 4.414 4.495
Poliklinische behandeling cytostatica 836 1.188
121

Aantal opgenomen patiënten Uitkomst
Interne geneeskunde
Longziekten
Cardiologie
Reumatologie
Kindergeneeskunde
Chirurgie
Orthopedie
Urologie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, neus en oorheelkunde
Dermatologie
Neurologie
Kaakchirurgie
Anesthesiologie
Totaal
Aantal verpleegdagen
Interne geneeskunde
Longziekten
Cardiologie
Reumatologie
Kindergeneeskunde
Chirurgie
Orthopedie
Urologie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, neus en oorheelkunde
Dermatologie
Neurologie
Kaakchirurgie
Anesthesiologie
Totaal
2011
aantal
2.176
745
1.718
0
1.020
1.639
730
370
69
1.654
11
560
89
641
0
2
11.424
Uitkomst
2011
aantal
14.086
6.383
8.535
0
3.860
10.650
4.651
1.491
217
5.348
32
1.129
924
5.391
0
2
62.699
Uitkomst
2010
aantal
2.102
696
1.543
2
980
1.771
582
361
70
1.615
8
367
75
627
0
2
10.801
Uitkomst
2010
aantal
13.966
6.078
9.130
7
4.454
10.923
4.012
1.563
179
6.055
11
734
956
5.521
0
23
63.612
122

Aantal dagverplegingen normaal Uitkomst
Interne geneeskunde
Longziekten
Cardiologie
Reumatologie
Kindergeneeskunde
Chirurgie
Orthopedie
Urologie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, neus en oorheelkunde
Dermatologie
Neurologie
Kaakchirurgie
Anesthesiologie
Totaal
2011
aantal
2.406
877
2.111
-1*
225
827
262
752
53
1.589
138
670
720
500
0
3
11.132
Aantal dagverplegingen zwaar Uitkomst
Interne geneeskunde
Longziekten
Cardiologie
Kindergeneeskunde
Chirurgie
Orthopedie
Urologie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, neus en oorheelkunde
Dermatologie
Totaal
2011
aantal
-2*
0
8
2
279
288
37
134
80
700
17
74
1.617
Uitkomst
2010
aantal
2.263
660
1.888
78
225
888
187
736
59
1.478
82
713
462
511
0
2
10.232
Uitkomst
2010
aantal
3
2
5
2
292
278
10
153
51
680
18
43
1.537
123

Aantal eerste administratieve consulten
Interne geneeskunde
Longziekten
Cardiologie
Reumatologie
Kindergeneeskunde
Chirurgie
Orthopedie
Urologie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, neus en oorheelkunde
Dermatologie
Neurologie
Kaakchirurgie
Anesthesiologie
Revalidatie
Totaal
Uitkomst
2011
aantal
6.512
2.502
6.961
249
2.172
10.849
6.888
2.554
856
4.915
6.268
4.106
6.597
4.020
2.705
12
442
68.608
Uitkomst
2010
aantal
6.452
2.285
6.757
739
2.128
11.353
6.676
2.504
822
4.866
6.609
3.521
6.106
3.981
2.659
5
288
67.787
124

7.2 Overzicht Medisch specialisten
Toegelaten medisch specialisten tot de medische staf van het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis en daaraan gelijkgestelde is per 31 december 2011 is als
volgt:
Vakgroep Naam
Anesthesiologie A. Bostelaar
mw. dr. H. Buda
mw. M.B. Rucinska
mw. M.F. Veldman
H.J.M. van de Vijver
Apotheker mw. M.J. Bogaards
Cardiologie S.C. Baldew
G.J. Van Beek
dr. R. Salomonsz
R.R. Sankatsing
Chirurgie A.J. van Beek
R.J.T.M. Bleker
D.H. de Lange
R.R. Postema
dr. R. den Toom
Dermatologie J.G. Lier
mw. B. de Swaan
mw. A. Verzijl
Gynaecologie mw. J.M.L. Groeneweg
dr. P.B. von Tongelen
A.P.J. Meershoek
mw. A.R. Hoogendoorn
mw. dr. E. Smid-Koopman
Intensivisten D. Hasan
A.F. Grootendorst
Interne geneeskunde mw. G. Unal
dr. K.W. Florijn
C.M.A. Geers
mw. dr. S.C.C. Hartong
mw. S.M.T.H. ten Have
E.J.H.M. van de Weijgert
Kaakchirurgie F.S. Kroon
Kindergeneeskunde D. Birnie
mw. C.S. Kuhlmann-Risseeuw
W.J. den Ouden
mw. J. Goris – de Geus
dr. P.J. Swiatkowski
Klinische chemie H.E. van Ingen
Klinisch Fysicus ir. B. Shapiro
KNO-geneeskunde H. Dixon
D.G. van Hasselt
J.A. Mulder
Longgeneeskunde R.E.B. de Groot
mw. U. Rai
125

Medische microbiologie mw. J.M. van Duin
J. Ossewaarde
O. Pontesilli
Neurologie C.L. Kraaijeveld
H.W. ter Spill
Oogheelkunde mw. M.C. Temprano
dr. N.L.J. Verbeij
M.J. de Vries
Orthopedie J. van Breevaart-Bravenboer
dr. H.I.H. Lampe
E.M. Nelissen
Pathologie mw. N.N.T. Goemaere
mw. dr. K.E. Hamoen
K.J. Hoogduin
Plastische chirurgie A.H. Trenning
S.H. Wu
Psychiater
mw. P. Kölling
Radiologie J. Kols
M.M. Morpurgo
J.G. Poelman
G.A. Risseeuw
L.C.P. van Veen
Reumatologie mw S.C. Beer
Revalidatiegeneeskunde J. Groenewegen
mw. C.L. Ng
Urologie D.D. Chandi
E.M.M. Williams
126

7.3 Personalia per 31 december 2011
Managementteam:
G.P.L.A. van den Broek CEO a.i.
R.W. Runne CMO
M.J. van der Vat RC CFO
Drs. Ing. C. Stijnen Hoofd Dienst Ambulante Zorg
Mw. M. Wissink Hoofd Dienst Klinische Zorg
A. Hes Hoofd Facilitaire Dienst
J.A.L.M. Mossou Hoofd Dienst Informatie & Financiën
M. Mes Hoofd Dienst Personeel & Organisatie
H.I.H. Lampe Voorzitter Medische Staf
Ondernemingsraad:
Dagelijks bestuur
Mw. L. Otto voorzitter DKZ
J. Halder waarnemend voorzitter FD
Mw. D. Kieboom bestuurlijk secretaris DKZ vakbond
127

7.4 Jaarverslag Medische Staf
1. Samenstelling Vereniging Medische Staf (VMS)
De medische staf bestond op 31 december 2011 uit 72 medisch specialisten.
Deze zijn allemaal lid of buitengewoon lid van de Vereniging Medische Staf.
Leden
Als nieuwe leden van de VMS zijn gedurende het verslagjaar welkom
geheten:
J.A. Mulder, KNO arts
J. van de Breevaart Bravenboer, orthopedisch chirurg
E.M. Nelissen, orthopedisch chirurg
Mw. C.L. Ng, revalidatie-arts
K.J. Hoogduin, patholoog
D.H. de Lange, chirurg
D.D. Chandi, uroloog
M.M. Morpurgo, radioloog
R.R. Sankatsing, cardioloog
Vertrokken leden gedurende het verslagjaar:
F.W. Worst, gynaecoloog. Vertrokken wegens bereiken
pensioengerechtigde leeftijd.
J.R.W. ten Kate, orthopedisch chirurg. Vertrokken wegens bereiken
pensioengerechtigde leeftijd.
R.D. Oedit, neuroloog. Vertrokken vanwege aanstelling elders.
E.J.H.M. van de Weijgert, internist. Vertrokken vanwege aanstelling
elders.
S.C. Li, neuroloog. Vertrokken vanwege aanstelling elders
Buitengewone leden
Als nieuwe buitengewone leden van de VMS zijn gedurende het verslagjaar
welkom geheten:
J. Groenenwegen, revalidatie-arts
Mw. B Eek, liaisonarts
J. Ossewaarde, microbioloog
O. Pontesilli, microbioloog
Vertrokken buitengewone leden gedurende het verslagjaar:
T.A.R. Sluis, revalidatie-arts. Vertrokken vanwege aanstelling elders.
2. Bestuur Vereniging Medische Staf
Op basis van de statuten van de vereniging medische staf dient het Bestuur
VMS te bestaan uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden.
128

Het bestuur van de VMS bestond gedurende het verslagjaar uit:
Voorzitter (tevens lid van MT): E.J.H.M. van de Weijgert, internist (tot
oktober)
H.I.H. Lampe, orthopedisch chirurg
(vanaf oktober)
Vicevoorzitter/penningmeester: B. Meershoek, gynaecoloog (vanaf maart)
Secretaris: F.W. Worst, gynaecoloog (tot
maart)
H.I.H. Lampe, orthopedisch chirurg
(vanaf maart tot oktober)
S.C. Baldew, cardioloog (vanaf
oktober)
Lid (portefeuille communicatie): Mw. B. de Swaan, dermatoloog
Lid (portefeuille kwaliteit): Mw. M.J. Bogaards, apotheker
Secretarieel werd het bestuur VMS dit jaar ondersteund door mw. E. van der
Spek. Het bestuur VMS werd vanaf februari tevens ondersteund door een
beleidsmedewerker; A.G. van Driel.
3. Overleg
3.a. Raad van Bestuur
Het bestuur VMS heeft wekelijks overleg met de Raad van Bestuur (RvB),
bestaande uit de ad interim voorzitter (CEO); G.P.L.A. van den Broek, de
medisch manager (CMO); R.W. Runne en de financieel directeur (CFO); M.J.
van der Vat. Indien de agenda daar aanleiding toegeeft, worden ook leden
van het management team of andere gremia (b.v. liaisonarts,
kwaliteitsfunctionarissen of hoofd ICT) bij de vergadering uitgenodigd. Dit
overleg is met name gericht op strategisch en medisch beleid van het
ziekenhuis in brede zin. Voor dit overleg is een reglement, afgesproken
geactualiseerd op 29 februari 2008, waarin onderwerpen genoemd staan die
in dit overleg aan bod komen.
In 2011 werden de volgende onderwerpen besproken:
a. Beleidsplannen van het ziekenhuis
Zowel het ziekenhuisbeleidsplan (strategische visie 2011-2014) als de
plannen en jaarverslagen van verschillende commissies (onder andere
het meerjarenplan oncologie en het jaarverslag signalering en aanpak
kindermishandeling) zijn aan de orde geweest. Tevens werden het
ziekenhuis rampenopvangplan (ZIROP) en de Hospital Major Incident
Management and Support (HMIMS) trainingen besproken.
129

. Samenwerkingsovereenkomsten of Samenwerkingsprojecten
Het onderwerp samenwerking met huisartsen (waaronder het
projectvoorstel MC Blankenburg Rozenburg) werd tussen de RvB en
het VMS bestuur besproken. In de relatie met huisartsen heeft de
aangestelde liaisonarts, mw. B. Eek, een rol gespeeld om zaken die
leven bij de huisartsen omtrent de zorg in het RPZ (zoals ketenzorg) in
te brengen in het overleg. Ook het samenwerkingsverband met het
Maasstad ziekenhuis werd regelmatig besproken; het
samenwerkingsverband vindt momenteel voornamelijk op
vakgroepniveau plaats.
c. Uitbreiden of afstoten van functieplaatsen
Er is gesproken over een nieuw medisch hoofd OK en een medisch
hoofd behandelpolikliniek.
d. Vacaturestelling of werving specialisten
De voortgang en de oprichting van stafmaatschap werd besproken.
Tevens werd de garantieregeling voor nieuwe medisch specialisten en
de uitbreiding voor verschillende vakgroepen besproken, evenals de
profielen van nieuwe specialisten (radioloog, internist, uroloog,
cardioloog).
e. De begroting
Zowel de productiecijfers als de conceptbegroting 2012 zijn besproken.
f. Wijzigingen binnen het ziekenhuis
Het beddenplan en de verschuivingen die dit met zich meebrengt werd
besproken. Ook werd het plan besproken om met minder printers te
gaan werken.
g. Kwaliteit en Veiligheid
a. Kwaliteitsbureau
Er werd gesproken over de inrichting van een kwaliteitsbureau en het
belang van samenwerking tussen de kwaliteitsmedewerkers en
medisch specialisten. Tevens werd een kwaliteitskader voor medisch
specialisten besproken.
b. Visitaties en audits
De visitatierapporten van de anesthesie en de longgeneeskunde
werden besproken. Ter verbetering van de zorg zijn diverse interne
audits uitgevoerd en besproken. Tevens werd de voorbereiding en
voortgang voor de NIAZ accreditatie in 2012 besproken. In samenhang
met de NIAZ accreditatie is ook de problematiek omtrent DKS
besproken. Het bezoek van de inspectie aan de OK werd besproken
c. Hoofdbehandelaarschap
Het document hoofdbehandelaarschap werd besproken en hiermee
samenhangend werd gesproken over de statusvoering, papierloze
rapportage van laboratorium en röntgen, de invoer van EVS en de
problemen omtrent de invoer van het EPD.
130

De positie van de arts-assistenten (sinds 2011 in loondienst RPZ) werd
besproken (arts-assistentenregeling en een scholingsplan voor artsassistenten).
d. 10 thema‟s
In het kader van de tien veiligheidsthema‟s (www.vmszorg.nl) werd onder
andere gesproken over handhygiëne en hygiëne in het algemeen en de
(Spoed Interventie Team) SIT procedure.
e. Indicatoren
Besproken zijn de indicatoren van de IGZ, zichtbare zorg (ZiZo) en de
HSMR cijfers.
f. Overig kwaliteitszaken
Overige kwaliteitszaken zoals het commissiebeleid (onder andere MMAC
en voedingscommissie), de complicatieregistratie, de informatie die
noodzakelijk is voor de LMR, de deelname aan medirede, beleid omtrent
prik- spat- en snijaccidenten zijn in het verslagjaar besproken.
g. Overig
Overige zaken die besproken werden zijn: de kosten datamanagement in
IKR regio, de open dag (19 maart), het afstaan van materiaal voor
wetenschappelijk onderzoek / code goed gebruik, stafcontributie
loondiensters, de NIS regeling, de ontslagprocedure, de inzet van coassistenten
en het gebruik van piketkamers.
Tweemaal per jaar (voor- en najaarsoverleg) vinden conform de plannings-
en budgetteringscyclus gesprekken plaats tussen de individuele vakgroepen,
de Raad van Bestuur, de beide zorgdiensthoofden en de dienst I&F. Deze
gesprekken gaan over medisch inhoudelijke ontwikkelingen, afspraken over
kwaliteit, volume en honorering en over de ziekenhuisbrede
beleidsonderwerpen. Eén keer per jaar, tijdens het najaarsoverleg, is een
afgevaardigde van het Bestuur VMS aanwezig wat door volle agenda‟s
slechts deels gelukt is.
3.b. Managementteam
Het Managementteam (MT) vergadert wekelijks en de voorzitter van het
bestuur VMS is lid van het MT. Naast de al bestaande MT leden (hoofd DAZ,
hoofd DKZ en hoofd FD), werden gedurende het verslagjaar een nieuw hoofd
P&O, M.P. Mes en een nieuw hoofd I&F, J. Mossou aangesteld.
131

3.c. Huisartsen
Per kwartaal is er een bestuurlijk overleg tussen het bestuur van de
huisartsencoöperatie, de voorzitter van de VMS en de Raad van Bestuur. Dit
overleg is dit jaar uitgebreid met de komst van een liaisonarts, die een
brugfunctie vervult tussen het Ruwaard van Putten Ziekenhuis en de
huisartsen. Daarnaast worden jaarlijks alle HAgro‟s bezocht om te spreken
over de wensen en opmerkingen van de huisartsen. Vanuit het VMS-bestuur
neemt de voorzitter daaraan deel. De reacties vanuit de HAgro‟s worden
standaard in een bestuurlijk overleg (BO) besproken en afspraken gemaakt
over de verbeteracties.
3.d. Raad van Toezicht
In 2011 heeft eenmaal een gesprek plaatsgevonden tussen de Raad van
Toezicht en het bestuur VMS in aanwezigheid van de Raad van Bestuur.
Hierbij is van gedachten gewisseld over de bestuurlijke crisis van 2010 en de
bestuurlijke toekomst van het ziekenhuis. Ook is de samenhang, de
uitbreiding en de verjonging van de staf aan de orde geweest. Tenslotte is er
gesproken over het imago van het ziekenhuis en hoe dit verbeterd kan
worden. Het streven is om de Raad van Toezicht twee maal per jaar te
spreken.
3.e. Verzekeraars
Volgens de afspraken in het Document Medische Staf neemt een delegatie
van de medische staf deel aan de onderhandelingen met de verzekeraars
over het volume, de kwaliteit en de prijzen van de te leveren DBC‟s. De VMS
wordt daarbij vertegenwoordigd door de voorzitter van de medisch staf.
4. Vergaderingen
Het Bestuur Vereniging Medische Staf vergadert wekelijks. Belangrijke
onderwerpen worden volgens afspraak in de Statuten altijd voorgelegd aan
de ledenvergadering. Financiële onderwerpen, die de vrije
beroepsbeoefenaren aangaan, zijn ondergebracht in de Stafmaatschap die in
2011 is opgericht.
In 2011 kwam de Algemene Ledenvergadering VMS elf keer bijeen.
132

Onderwerpen die aan de orde kwamen, waren onder andere: status omtrent
investeringen 2011, verslag omtrent de kennismaking Raad van Bestuur met
Maasstad ziekenhuis en van Weel Bethesda ziekenhuis, prestatie-indicatoren
van de IGZ en de Zichtbare Zorg, nieuwe functionaliteiten binnen Mirador,
presentatie strategisch communicatieplan 2011-2013, open dag 19 maart,
overzicht patiëntveiligheid, behoeftepeiling vertrouwenspersoon, introductie
nieuwe formulieren, beleid omtrent afwijkende uitslagen (chemie,
microbiologie en radiologie), eindafrekening NIS 2011, stand van zaken
stafmaatschap, communicatie omtrent wijzigingen protocollen, profielen
specialisten, inspectiebezoek OK, routing OK (opnameformulier),
huisartsensymposium 2011, papierloze rapportage (chemie, microbiologie en
radiologie), informeren huisarts bij overlijden patiënt, status omtrent
samenwerking met Maasstad Ziekenhuis, status omtrent voortgang IFMS,
verdeling (poli)ruimtes en deelname ruimtecommissie, verslag jaaroverleg
Pathan, archiefopruiming VMS, productie ontwikkeling, ontwikkeling kosten
arts-assistenten, strategische visie Raad van Bestuur, ingroeiregeling,
procedure toelating medisch specialisten, DOT presentatie, begroting en
contributie 2011, presentatie NIAZ, presentatie operatief dossier, toelichting
Klebsiella OXA-48 problematiek, procedure hoofdbehandelaarschap, NIS
regeling 2011, handhygiëne in het kader van de bundel POWI en lijnsepsis,
dossieronderzoek, SIT procedure, HSMR cijfers en de beddenreductie.
5. Commissies en werkgroepen
De medisch specialisten participeren in verschillende commissies en
werkgroepen. Het overzicht van commissies en werkgroepen waarin medisch
specialisten participeren werd in 2011 geactualiseerd. Hieronder een
overzicht van de actieve commissies.
Commissie Minimaal Invasieve Chirurgie
Commissie orgaan en weefseldonatie
Infectiecommissie
Intensive Care commissie
Klachtencommissie
Laparoscopiecommissie
Medisch Materialen Advies Commissie
Necrologiecommissie
OK commissie
Oncologiecommissie
Reanimatiecommissie
Ruimtecommissie
Scholingscommissie
SEH commissie
Transfusiecommissie
Veiligheidscommissie
Patiëntzorg
Werkgroep Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP)
Werkgroep signalering kinderletsel
Stralingscommissie
133

6. Zorgvisie
Strategische Visie
In 2011 is de strategische visie van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis: “In
goede Handen” (2011-1014) uitgebracht. Het Ruwaard van Putten
Ziekenhuis heeft hierin een aantal speerpunten geformuleerd, waarin keuzes
worden gemaakt en richting wordt gegeven op welke wijze het ziekenhuis de
toekomst in wil gaan. Doel is om als hoogwaardig basisziekenhuis voor de
bewoners van Spijkenisse en omgeving te fungeren middels vaardige,
enthousiaste, goed opgeleide medewerkers en medisch specialisten. Het
bestuur VMS ondersteunt de strategische visie en werkt mee aan de
actualisatie van de visie.
Kernwaarden en Speerpunten
In de strategische visie staan drie kernwaarden centraal: kwaliteit, veiligheid
en gastvrijheid. Speerpunten in de zorgverlening zullen de komende jaren
gericht zijn op „Acute Zorg‟, een goede „Moeder- en kindzorg‟ en zorg voor
de „Kwetsbare ouderen‟.
Vanuit het VMS bestuur is het aandachtsgebied voor kwaliteit en veiligheid
ondergebracht bij een bestuurslid die zich specifiek met deze thematiek
bezig houdt. Voor de speerpunten „Acute Zorg‟, „Moeder- en kindzorg‟ en
„kwetsbare ouderen‟, zijn vanuit het stafbestuur portefeuillehouders vanuit
de medische staf voorgedragen. Zij zullen samen met het management de
speerpunten verder concretiseren en vorm geven. Belangrijke items hierbij
zijn samenwerking (bijvoorbeeld tussen de huisartsenpost en de SEH;
multidisciplinair overleg rond de patiënt met multimorbiditeit) en
stroomlijning van processen (bijvoorbeeld implementatie TOC methode en
implementeren themapoli‟s).
Cultuurwaarden
De strategische visie beschrijft drie cultuurwaarden die binnen het Ruwaard
van Putten Ziekenhuis; „aandacht en tijd‟, „collegialiteit‟ en „zorgvuldigheid‟.
Binnen de medische staf is de uitwerking van deze waarden onder andere
terug te vinden in participatie in het IFMS, de vaststelling van het document
hoofdbehandelaarschap en de participatie in verschillende werkgroepen en
commissies. Blijvende aandacht voor deze waarden acht het VMS bestuur
belangrijk en goed voor de verdere ontwikkeling van het medisch handelen
binnen het ziekenhuis.
7. Speerpunten 2011 Vereniging Medische Staf
Begin 2011 heeft het stafbestuur een aantal beleidsvoornemens
geformuleerd:
1. Professionalisering van het stafbestuur, waarbij de voorzitter
vrijgesteld en gefinancierd wordt voor de uitvoer van zijn taken.
Dit punt is onvoldoende gerealiseerd.
134

2. Sociale activiteit.
Ook dit jaar zijn er weer enkele gezamenlijke stafactiviteit geweest. Zo
waren er twee BBQ‟s (21 mei bij B. de Swaan en 14 september na de
ALV). Het attentiebeleid werd door het VMS bestuur opnieuw
beoordeeld en aangepast. Een gezamenlijke activiteit met medische
staf van het Maasstad Ziekenhuis was ook een doel, hier is het echter
nog niet van gekomen.
3. Regelen van onderlinge werkafspraken specialisten
Het document hoofdbehandelaarschap is besproken, bediscussieerd en
geaccordeerd in de ALV. Tevens zijn er afspraken zijn gemaakt „hoe
om te gaan met afwijkende uitslagen‟ (röntgen, lab en microbiologie).
4. Vakgroepen maken een jaarverslag dat uiterlijk 1 mei klaar is en
actualiseren hun beleidsplan 1 x per 3 jaar.
Dit komt nog te weinig van de grond. De meeste vakgroepen hebben
geen jaarverslagen ingeleverd.
8. Kwaliteit en Veiligheid
In 2011 is een kwaliteitskader voor de medisch staf beschreven waarin
geïnventariseerd is wat er op het gebied van kwaliteit en veiligheid al binnen
het Ruwaard van Putten Ziekenhuis gedaan wordt en welke rol medisch
specialisten hier in hebben.
Veiligheidsbeleid- en Strategie
Om aan de veiligheidsambitie te kunnen voldoen wordt geparticipeerd in het
project van de tien veiligheidsthema‟s van VMS (www.vms.nl). Per thema is
een medisch specialist betrokken bij de invoer en implementatie van het
desbetreffende thema in zijn of haar vakgebied (bijvoorbeeld implementatie
van de SIT procedure). Ook is er door medisch specialisten tijd en aandacht
gestoken in de ontwikkeling van (nieuwe) protocollen en zorgpaden. Verdere
standaardisatie van zorgprocessen moet leiden tot minder fouten en
daardoor een veiligere werkomgeving. Tevens werd de dossiervoering (met
name op de OK) verbeterd door de invoer van een best practice model uit
een ander ziekenhuis.
Risicovolle processen
Om inzicht te krijgen in potentieel gevaarlijke situaties voor patiënten is het
belangrijk de processen helder te hebben waarbij deze situaties op kunnen
treden. Hulpmiddel hierbij zijn de prestatie-indicatoren van de IGZ
(www.ziekenhuistransparant.nl). Participatie door medisch specialisten bij de
verzameling en validatie van deze gegevens is belangrijk. Naast de
prestatie-indicatoren zijn een aantal processen, zoals het klinische en
poliklinische elektronisch voorschrijf systeem en het cytostaticaproces, nader
bekeken middels een prospectieve risico-analyse. Tevens werden er door
medisch specialisten samen met het management veiligheidsrondes gelopen
door het ziekenhuis.
135

Hierbij werd middels een checklist gekeken naar (potentieel) gevaarlijke /
ongewenste situaties op afdelingen. Retrospectief werd geleerd middels
necrologiebesprekingen waar we als organisatie en als medisch specialisten
kunnen verbeteren.
IFMS
Sinds 2010 wordt de kwaliteit van het individueel functioneren in de praktijk
getoetst middels het „Individueel Functioneren Medisch Specialisten‟ (IFMS).
Dit gebeurt op basis van 360-graden feedback. De primaire doelstelling van
individuele evaluatie is de continue verbetering van het professioneel
handelen. Waarmee uiteindelijk de kwaliteit van patiëntenzorg wordt
geborgd en (waar mogelijk) verder verbeterd. Vanaf de start in 2010 tot en
met eind 2011 hebben 28 van de 72 medisch specialisten deelgenomen of
staan ingepland voor een gesprek in 2012. Streven is dat eind 2012 iedere
medisch specialist heeft deelgenomen aan het IFMS.
Complicatieregistratie
Binnen Mirador bestaat voor iedere vakgroep de mogelijkheid om
complicaties te registreren. Een inventarisatie in 2011 leverde op dat de
meeste vakgroepen complicaties registreren en dat dit in toenemende mate
binnen Mirador gebeurt. De performance van het
complicatieregistratiesysteem binnen Mirador is het afgelopen jaar dusdanig
verbeterd dat het nu ook mogelijk is de complicaties in te zien en te kunnen
categoriseren. Het structureel houden van complicatiebesprekingen is een
stap die nog gemaakt moet worden.
Onderwijs en scholing
Aan zowel co-assistenten als aan arts-assistenten, wordt wekelijks in
toerbeurt door de verschillende vakgroepen onderwijs gegeven. Dit
onderwijs is toegankelijk voor alle specialismen en wordt afgesloten met een
informeel gedeelte.
136

Samenwerking huisartsen en Maasstad ziekenhuis
Het bestuur VMS heeft in 2011 verder geïnvesteerd in de relatie met
huisartsen en op bestuurlijk niveau met het Maasstad Ziekenhuis. Dit werd
onder andere vorm gegeven door de organisatie van een
huisartsensymposium in september 2011. Hierbij was een deel van de
medische staf betrokken bij de voorbereiding en uitvoer. Het symposium
werd door de bezoekers als positief ervaren. Tevens waren zijn er begin
2011 een tweetal bijeenkomsten met het stafbestuur van het Maasstad
Ziekenhuis geweest. Vanwege interne problematiek bij het Maasstad
Ziekenhuis heeft dit overleg tijdelijk stilgelegen. Plan is om dit overleg in
2012 weer te hervatten.
Overige benoemingen in 2011:
OK commissie: Temprano en Breevaart Bravenboer
Ruimtecommissie: Veldman en Unal
MMAC: Li en Nelissen
Oncologiecommissie: De Groot
9. Publicaties in 2011
Specialist
J.M.
Ossewaarde,
microbioloog
O. Pontesilli,
microbioloog
Maand van
Publicatie
Januari
Februari
Auteur(s)
Onderwerp
Tijdschrift
Roorda L, Buitenwerf J, Ossewaarde JM, van
der Zee A.
A real-time PCR assay with improved specificity
for detection and discrimination of all clinically
relevant Bordetella species by the presence and
distribution of three Insertion Sequence
elements.
BMC Res Notes. 2011 Jan 21;4(1):11.
Carotenuto P, Artsen A, Osterhaus AD,
Pontesilli O.
Reciporcal changes of naïve and
effecto/memory CD8+ T lymphocytes in chronic
hepatitis B virus infection
Viral Immunol. 2011 Feb;24(1):27-33
137

R.R. Postema,
Chirurg
K.W. Florijn,
internist
P. Kölling,
psychiater
N.N.T.
Goemaere,
patholoog
Februari
Maart
April
Mei
Joke L Bosch JL, Hop WC, Hunink MG, Jeekel J,
Kleinrensink GJ, Lange JF, Wijsmuller AR, van
Ramshorst GH, Berendes T, Boelens O, Bouvy
N, van den Broek RW, Burger PJ, Dawson I,
Deelman T, van Erp WF, van Geffen EV, Go P,
van Goor H, de Haan J, Haers P, AHalm J, van
der Harst E, Heres P, Hompes D, van Hout N,
Juttmann JW, van Kempen B, Keyzer-Dekker
CM, Knook M, de Lange D, Lont HE, Mastboom
W, Miserez M, Mulier K, de Muynck RJ, Jan
Oomen J, Oostenbroek RJ, Postema RR, Poyck
PP, Plaisier PW, Rath HJ, Srdjan Rakic S, de
Rooij PD, Roumen R, Ruurda J, Scheltinga M,
Schoenmaeckers EJ, Schmitz R, Schreurs HW,
Schreinemacher M, Simons MP, Smulders F,
Susa D, Staal E, Stigter H, Swank D, Ugahary F,
Verbeek P, Wijffels R, Zijsling B.
Operation compared with watchful waiting in
elderly male inguinal hernia patiënts: a review
and data analysis.
J Am Coll Surg. 2011 Feb;212(2):251-259.e1-4.
Epub 2010 Dec 22.
Veldt BJ, Haringsma J, Florijn KW, Kuipers EJ.
Coumarin-induced intramural hematoma of the
duodenum – Case report and review of the
literature.
Scand J Gastroenterol. 2011 Mar;46(3):376-9.
Epub 2010 Nov 14
de Jong-van den Berg LTW, Kölling P.
Antipsychotica tijdens de zwangerschap
Geneesmiddelenbulletin, April 2011, Jaargang
45, Nummer 4. p37-43.
Botermans JM, de Kort H, Eikmans M, Koop K,
Baelde HJ, Mallat MJ, Zuidwijk K, van Kooten C,
de Heer E, Goemaere NN, Claas FH, Bruijn JA,
de Fijter JW, Bajema IM, van Groningen MC.
138

J.M.
Ossewaarde,
microbioloog
G.A. Risseeuw,
Radioloog
J.M.
Ossewaarde,
micriobioloog
J.M.L.
Groeneweg,
gynaecoloog
Mei
Juni
Augustus
September
C4d staining in renal allograft biopsies with
early acute rejection and subsequent clinical
outcome
Clin J Am Soc Nephrol. 2011 May;6(5):1207-13.
Epub 2011 Apr 28.
van der Zee A, Roorda L, Hendriks WD,
Ossewaarde JM, Buitenwerf J.
Detection of novel chromosome-SCCmec
variants in Methicillin Resistant Staphylococcus
aureus and their inclusion in PCR based
screening.
BMC Res Notes. 2011 May 26;4:150.
Risseeuw GA.
A radiolographic potpourri – 10 cases
Caribean Society of Radiologist (CSR), Aruba
van Rooij J, Boks AL, Sprenger A, Ossewaarde
JM, van Meurs JC.
The concentration of povidone-iodine for
preoperative disinfection: relation to
endophtalmitis incidence.
Am J Ophthalmol. 2011 Aug;152(2):321.
Groeneweg JML.
Diagnose en Behandeling van stressincontinentie
Post ICS Congres, Nijmegen
139

R.R. Postema,
chirurg
J.G. Poelman,
radioloog
N.N.T.
Goemaere,
patholoog
J.S.
Groenewegen,
revalidatie-arts
Oktober
December
December
van de Steeg L, Postema RR, Poelman J.
Hematoom en bobbel bij sectiolitteken
Medisch Contact. 2011; Okt; 43: 2637
Cohen D, Buurma A, Goemaere NN, Girardi G,
le Cessie S, Scherjon S, Bloemenkamp KW, de
Heer E, Bruijn JA, Bajema IM.
Classical complement activiation as a footprint
for murine and human antiphopholipid
antibody-induced fetal loss.
J. Pathol. 2011 Dec; 225(4): 502-11. Epub
2011 Apr 28
Groenewegen JS, de Groot JH, Schouten AC,
Maier AB, Arendzen JH, Mesker CG.
Spinal reflex properties in the long term after
stroke.
Electomyogr Kinesiol. 2011 Dec 21 (Epub ahead
of print)
140

7.5 Jaarverslag OR 2011
De ondernemingsraad (OR) brengt op basis van zijn wettelijke taak
gevraagd en ongevraagd advies uit aan de Raad van Bestuur over
onderwerpen die de medewerkers van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis
aangaan. De taakverdeling en werkwijzen van de OR zijn vastgelegd in een
reglement. De OR bestaat uit elf leden. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie
leden. Alle OR-leden zijn ook lid van een commissie. De OR kent de
volgende commissies:
Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu commissie
Reorganisatie commissie
Sociaal Financiële commissie
Public Relations commissie
Verkiezingscommissie
Aan de Reorganisatie commissie en de commissie Veiligheid Gezondheid
Welzijn en Milieu is een commissielid toegevoegd. Zij zijn geen lid van de
OR.
Om deze wettelijke taak goed te kunnen uitoefenen vinden er verschillende
overlegvormen plaats. De reguliere vergaderingen van de OR vinden één
keer per maand plaats. Tevens overlegt de OR één keer per maand met de
Raad van Bestuur en twee keer per jaar, in het voorjaar en in het najaar,
met een vertegenwoordiger van de Raad van Toezicht. De reguliere
vergaderingen van de OR zijn openbaar. De commissies vergaderen iedere
maand op donderdagmiddag. De OR heeft vier keer per jaar overleg met de
ondernemingsraden van ziekenhuizen uit de regio Rijnmond (GORR). Het
doel van deze bijeenkomst is adviezen uitwisselen, kennis vergaren en
netwerken.
Taken en werkwijze
De OR heeft als belangrijke taak bij veranderingen in de organisatie de
belangen van de medewerkers te behartigen maar nooit het belang van de
organisatie hierbij uit het oog te verliezen. De OR kan alleen maar goed
functioneren als hij de mening van de medewerkers weet. De OR bespreekt
advies- en instemmingaanvragen met de betrokken medewerkers en
diensthoofden om tot een wel overwogen advies of besluit te komen. Dit
wordt in alle overleggen met de Raad van Bestuur benadrukt. De OR van het
Ruwaard van Putten Ziekenhuis heeft een proactieve werkwijze. Dit houdt in
dat de plannen van de diensthoofden of Raad van Bestuur veelal op
hoofdlijnen worden doorgesproken en na advies van de OR verder worden
uitgewerkt. De proactieve werkwijze houdt ook in dat de OR vroegtijdig in
het proces bij de plannen betrokken is en de totstandkoming ervan op de
voet volgt. In de voorbereidende fase van de ontwikkelingen van plannen
denkt en praat de OR al mee.
141

De OR heeft regelmatig overleg met de verantwoordelijke managers om op
de hoogte te blijven van wat er speelt in de organisatie en om de juiste gang
van zaken bij de voortgang van plannen te bewaken.
Cursus en trainingen
De OR is in 2011 in het voor- en najaar op cursus geweest.
De OR-leden hebben tevens commissiegebonden trainingen en cursussen
gevolgd.
Het bestuur van de OR heeft met iedere OR-lid weer een zogenaamd POPOR
(Persoonlijk Opleidings Plan OR) gesprek gehouden om de scholingsbehoefte
van ieder lid te inventariseren.
Advies- en instemmingsaanvragen
De OR heeft in 2011 met de volgende onderwerpen ingestemd
ARBO dienstverlening
Verzuimbeleid
Dienstverband bepaalde tijd
Introductiedag
Radiologie werktijden
Reiskostenvergoeding
Samenwerkingscode
BHV
Arts-assistenten in loondienst
De volgende adviesaanvragen zijn behandeld
Flexbureau
Preventiemedewerker
Beddenverdelingsplan
De samenstelling van de OR 01-11-2011
Dagelijks bestuur
Mw. L. Otto voorzitter DKZ
J. Halder waarnemend voorzitter FD
Mw. D. Kieboom bestuurlijk secretaris DKZ vakbond
Reorganisatie commissie
Mw. H. Hulsebosch DKZ
Mw. J. Spruijt I&F
H. Heuving FD
Mw. T Langeveld DAZ commissielid
Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu commissie
K. Struijk I&F vakbond
Mw. M. Mars DAZ
J. Halder FD
Mw. M. de Kruijk DKZ commissielid
142

Sociaal Financiële commissie
Mw. Y. Groenendijk DKZ
R. Vos FD
R. van Dorp I&F vakbond
Mw. D. Kieboom DKZ vakbond
Public Relations commissie
Mw. T. Steenhorst RvB ambtelijk secretaris
Mw. L. Otto DKZ
143

7.6 Jaarverslag Cliëntenraad
De raad vergaderde elf maal waarvan zes overlegvergaderingen met o.a.
- Raad van Toezicht
- Raad van Bestuur
- Hoofd DKZ
- Hoofd I&F
- Hoofd Facilitaire dienst
- Sectorhoofd Hoteldienst
Onderwerp van gesprek waren
- Jaarverslag 2010
- Begroting 2012
- Kwaliteit van de Zorg
- Project Ouderenzorg
- Veiligheid
- Toegankelijkheid
- Gastvrijheidszorg
- Voeding
De Raad was aanwezig bij de presentatie van de Strategische visie 2011 –
2014.
Ter voorbereiding en beraad vergaderde de raad vijf maal separaat.
De volgende kennismakingsgesprekken werden gevoerd :
- mw. B. van der Swaan lid vereniging medische Staf
- mw. B. Eek liaisonarts
- mw. E. van Essen afd. hoofd klinische zorg
- mw. N. Haïfi PR- en Communicatieadviseur
- delegatie O.R.
Uitgebrachte adviezen
De Raad adviseerde bij de benoeming in de vacatures van de Raad van
Toezicht
- mw. Mr. C. van Steenderen – Koorneef
- drs. R.J .Kasteel
Deelname Regionale Cliëntenraad
De raad nam deel aan de regionale conferentie “15 jaar cliëntenraden
ziekenhuizen” in het Havenziekenhuis te Rotterdam op 23 mei 2011.
Gevolgd door een overlegvergadering van voorzitters op 20 september 2011
waar de diverse samenwerkingsvormen werd besproken.
144

PR en communicatie
PR en Communicatie is ook voor de Cliëntenraad van belang.
In samenwerking met mw. N. Haïfi werd voor de raad een nieuwe pagina
voor de website ontwikkeld.
Tevens een paragraaf over de raad voor de opnamebrochure en
een folder die onder andere zal worden uitgereikt aan de bezoekers van de
open dag in maart.
Veiligheid
De Cliëntenraad nam zeven maal deel aan de veiligheidsronden in het
ziekenhuis.
Gastvrijheidszorg
In nauwe samenwerking met het sectorhoofd hoteldienst werkt de
Cliëntenraad samen om de gastvrijheidszorg zichtbaar te maken en waar
nodig te verbeteren.
Twee maal gebruikte de raad warme maaltijden bij de patiënten op zaal.
Gevolgd door een verslag met de bevindingen, cijfer en advies.
De gegevens ten behoeve van de Sterrengids 2011 gastvrijheidszorg werden
gezamenlijk ingevuld.
Samenstelling van de Raad
D. Daenen Bernisse
J. Hobbel Rozenburg
H. Oosterhuis Spijkenisse
M. Oogjen Spijkenisse
mw. A. Pothof (vz.) Spijkenisse
Wij kijken terug op een jaar van actieve deelname welke, mede door de
goede samenwerking van de medewerkers van het ziekenhuis, mogelijk
was.
De raad zal zich geïnspireerd door de ervaringen ook in 2012 inzetten, om
een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de Zorg in het algemeen, met
een kritische blik vanuit het perspectief van de patiënt.
Mw. A. Pothof
voorzitter
145

7.7 Personele kosten en bezetting
Uitkomst 2011 Uitkomst 2010
Bedrag Aantal Bedrag Aantal
Personele kosten en bezetting € €
Algemene en adminstr. Functies 4.476.702 100 4.091.320 112,4
Hotelfuncties 2.599.023 105 2.415.391 92,1
Patiëntgebonden functies:
Management en staf 63.205 1,1 46.517 1,2
Elektronica/Revalidatietechniek 106.974 3,1 95.502 2,7
Onderzoeksfuncties 2.329.162 62,8 2.223.375 63,0
Behandel- en behandeling 3.689.331 142,1 3.362.939 111,0
ondersteuning
Psychosociale behandeling en 46.068 1,0 18.935 0,8
begeleiding
Verpleegkundige, opvoedkundige 9.330.538 22 2,4 9.107.001 246,0
en verzorging
Medisch- en sociaal-weten- 1.434.057 9,0 1.269.323 7,5
schappelijk
Leerling-verpleegkundig, 1.219.899 52,8 1.256.493 50,6
beroepsvoorbereidende periode 8,0
Terrein- en gebouwgebonden 304.769 8,0 262.953 8,7
functies
Eindejaars en eenmalige uitkering 1.656.630 1.456.748
Ontvangen ziekengelden -308.991 -235.330
Diversen (o.a. voorziening PLB-uren) 499.211 670.078
Pers. Ziektevervanging, WAO etc. 0000000 0000000
Totaal personeel in loondienst 27.446.578 707,3 26.041.245 704,0
Vergoedingen personeel
niet in loondienst/stagiaires 5.199.501 3.094.246
Loonkosten subsidie -636.346 -270.143
Tot. Salarissen en vergoedingen 32.009.733 28.865.348
Sociale kosten 6.271.780 6.046.926
Vakantiegelden 1.905.023 1.728.965
Andere personeelskosten 1.961.447 2.177.750
Totaal personele kosten 42.147.983 38.818.988
146