01.05.2013 Views

Praktijkgids - Bedrijven - Hogeschool Utrecht

Praktijkgids - Bedrijven - Hogeschool Utrecht

Praktijkgids - Bedrijven - Hogeschool Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

11.3.2 Begeleiding door de organisatie: de bedrijfsmentor<br />

De (inhoudelijke) begeleiding door de organisatie wordt verzorgd door een bedrijfsmentor<br />

(in principe iemand uit de commercieel economische beroepspraktijk!) . De FEM verwacht<br />

van de bedrijfsmentor dat hij voldoende tijd en aandacht heeft voor de begeleiding m.b.t.<br />

het functioneren in de beroepspraktijk (dit komt overigens zowel de student als de<br />

‘opbrengst van de praktijkperiode voor het bedrijf’ ten goede), de student in staat stelt aan<br />

de leerdoelen van de praktijkperiode en zijn competenties te werken en m.b.t. de<br />

afstudeeropdracht de student noodzakelijke input geeft.<br />

Om de bedrijfsmentor goed te informeren over zijn rol in het onderwijsproces, organiseert<br />

het Institute for Marketing & Commerce in het beginstadium van de praktijkperiode een<br />

bijeenkomst voor alle bedrijfsmentoren. Gezien het belang van deze praktijkperiode<br />

binnen de opleiding en de rol van de bedrijfsmentor in de evaluatie en beoordeling, is<br />

deelname aan deze bijeenkomst essentieel.<br />

Een succesvolle bedrijfsmentor:<br />

• Bereidt zich voor op zijn rol (leest zich in en woont de bijeenkomst op de FEM bij).<br />

• Heeft een functie/achtergrond/opleiding die aansluit bij het beroepsprofiel van de<br />

student en is daardoor inhoudelijk voldoende deskundig op het gebied van de (stage)<br />

werkzaamheden.<br />

• Formuleert één (of meer) duidelijke opdracht(en), d.w.z.:<br />

- een beschrijving van het doel en de gewenste activiteiten;<br />

- een opdracht waarbij denken en doen gecombineerd worden;<br />

- een opdracht waarbij/waarnaast de student ook met de dagelijkse praktijk van de<br />

organisatie geconfronteerd wordt.<br />

• Investeert in een degelijke introductie in de organisatie als geheel en bij de betrokken<br />

afdeling(en) (waaronder ook valt informatie verschaffen over de cultuur, procedures,<br />

etc.) en informeert de organisatie over de komst en werkzaamheden van de student.<br />

• Zorgt voor een werkplek in de organisatie in een omgeving die aansluit bij de opleiding.<br />

• Draagt zorg voor het goed inwerken.<br />

• Onderkent het belang van een uitgewerkt plan van aanpak ten behoeve van de<br />

beantwoording van een probleemstelling c.q. de uitvoering van een onderzoek.<br />

Bespreekt het (door de student opgestelde) plan van aanpak met de student en<br />

eventueel met de docentbegeleider (circa twee à drie weken na aanvang van de<br />

praktijkperiode).<br />

• Biedt ruimte aan de student om zijn doelstelling(en) te realiseren.<br />

• Bewaakt en beoordeelt de voortgang van de werkzaamheden van de student.<br />

• Fungeert als vraagbaak voor de student, voor dagelijkse kwesties, of heeft daar iemand<br />

voor aangewezen.<br />

• Voert voortgangsgesprekken met de student (bij voorkeur wekelijks) over zijn<br />

functioneren en de opdracht.<br />

• Beoordeelt de student en probeert tijdens de praktijkperiode de zwakke en sterke<br />

punten van de student naar voren te brengen (opbouwend geformuleerd).<br />

• Bespreekt de uitkomst van het assessment met de student.<br />

• Evalueert de praktijkperiode met de student en de docentbegeleider.<br />

11.4 Eindbeoordeling van de praktijkperiode<br />

Om het afstudeertraject te mogen lopen, dient de student stage I in het tweede studiejaar<br />

met minimaal een voldoende te hebben afgerond.<br />

<strong>Praktijkgids</strong> Institute for Marketing & Commerce, 2012-2013<br />

45/51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!