rapport 1980-03 - Stowa
rapport 1980-03 - Stowa
rapport 1980-03 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
laag een laag van een ander materiaal met een kleinere soorte-<br />
lijke massa brengt, zodat deze ook na het spoelen als een afzon-<br />
derli jke laag boven het zand blijft gehandhaafd.<br />
In deze dubbellaagsfilters wordt vaak gebruik gemaakt van hydro-<br />
anthraciet als toplaag op een zandbed. Daarmee is bewerkstelligd,<br />
dat een hoge vuilbergingscapaciteit in het relatief grove hydro-<br />
anthraciet wordt gecombineerd met een lage stromingsweerstand, ter-<br />
wijl het fijnere zand als extra bescherming tegen doorslag van ver-<br />
ontreinigingen kan fungeren. De korrelgrootte van hydro-anthraciet<br />
ligt in de regel tussen 1,5 en 2,5 mm. terwi j1 het materiaal een<br />
dichtheid heeft van circa 1,6.1<strong>03</strong> kg/m3, tegen 2,6.1<strong>03</strong> kglm3 voor<br />
zand. Naast dubbellaagsfilters kunnen ook meerlaagsfilters worden<br />
toegepast, waarbij onder de zandlaag een laag granaatzand ("gar-<br />
net") wordt aangebracht (dichtheid circa 3,5.1<strong>03</strong> kg/m3). In de<br />
praktijk ontstaan dan echter problemen bij het spoelen van het fil-<br />
ter, omdat de kans bestaat dat de materialen niet meer gescheiden<br />
kunnen blijven.<br />
In plaats van neerwaarts doorstroomde filters kunnen, zoals uit<br />
fig. 10 blijkt, ook opwaarts doorstroomde filters worden toegepast.<br />
De gewenste "grof-naar-fijn" filtratie, die bij hydro-anthracietzand<br />
filters op kunstmatige wijze verkregen wordt, is hier ten gevolge<br />
van de eerder genoemde stratificatie als het ware van nature<br />
aanwezig. In het algemeen wordt het filterbed op ebouwd uit een<br />
aantal lagen zand met een afnemende korreldiameter . Men dient<br />
hierbij evenwel een beperking op te leggen aan de filtratiesnelheid,<br />
omdat moet worden vermeden, dat de fijnste, bovenliggende<br />
laag materiaal gaat flurdiseren of dat ten gevolge van de drukopbouw<br />
in het bed dit als geheel wordt "opgetild" (lifting). In het<br />
zogenaamde "Inmedium"-filter wordt lifting tegengegaan door in het<br />
filter een rooster aan te brengen, dat juist onder het oppervlak<br />
van de bovenste zandlaag is aangebracht (Boby en ~l~e').<br />
Tijdens de filtratie treedt een zodanige brugvorming van zandkorrels<br />
in de openingen van het rooster op, die sterk genoeg is om de<br />
weerstandstoename in het f ilterbed te weerstaan. Tijdens het spoelen<br />
wordt de brugvorming echter te niet gedaan, zodat de vereiste<br />
bedexpansie toch kan optreden.<br />
Een laatste vorm van snelfiltratie is die, waarbij aan het te behandelen<br />
water juist voor intrede in het filter, chemicaliën worden<br />
gedoseerd. Dit wordt zowel toegepast bij opwaartse als neerwaartse<br />
filtratie en wordt aangeduid als vlokkingsfiltratie (Engels: direct<br />
filtration) (~ontheimer~~). Men kan hierbij onderscheid maken<br />
naar de aard van de gedoseerde chemicaliën. Dit kunnen zowel de in<br />
paragraaf 4.1.2 genoemde metaalzouten (Fe of Al) zijn, doch ook organische,<br />
polymere verbindingen (zogenaamde polyelectrolie ten). In<br />
het eerste geval treden dezelfde reacties op als beschreven in paragraaf<br />
4.1.2. Bij de daar besproken vlokvorming wordt deze bevorderd<br />
door na een mengfase eeo zekere verblijftijd te creëren gedurende<br />
welke roerenergie wordt toegevoerd. Bij de vlokkingsfiltratie<br />
vindt de vlokvorming echter in het filter plaats. De daarvoor benodigde<br />
energie wordt geleverd door de weerstand, die ten gevolge van<br />
de doorstroming van het filterbed optreedt. Indien de vlokken een<br />
bepaalde grootte hebben bereikt, worden deze op een wat verder gelegen<br />
plaats in het filter afgevangen.<br />
f?