rapport 1980-03 - Stowa
rapport 1980-03 - Stowa
rapport 1980-03 - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
de pH van het water.<br />
Ook de elektrostatische aantrekkende of afstotende krachten<br />
zijn werkzaam over een geringe afstand, vooral bij een grote<br />
ionensterkte van het water, hetgeen bij oppervlakte- en af-<br />
valwater meestal het geval is.<br />
Ondanks het feit, dat de elektrostatische en moleculaire<br />
krachten slechts een geringe invloed of soms zelfs een nega-<br />
tieve invloed hebben op de hechting van deeltjes aan filter-<br />
korrels, worden toch deeltjes afgevangen. Dit wordt door Ives<br />
en re gor^^^ toegeschreven aan een mechanisme, waardoor de<br />
deeltjes ten gevolge van de onregelmatigheden van het filter-<br />
materiaal-oppervlak, op een zuiver mechanische manier worden<br />
iagevangen ("interstitial straining").<br />
Het laatste mechanisme voor aanhechting berust op de adsorptie<br />
van polymeren of hydrolyseprodukten van Fe of Al aan het op-<br />
pervlak.<br />
Daarbij treedt keten- enlof brugvorming op met het ene eind<br />
gehecht aan het filtermateriaal en het andere aan een deel-<br />
tje.<br />
ad 3 Indien de deeltjes aan het filteroppervlak zijn gehecht. be-<br />
- -<br />
tekent dit niet; dat die hechting-van blijvende aard is. De<br />
aangehechte deeltjes hebben namelijk een beperkte weerstand<br />
tegen de wrijvingskrachten, die optreden in de vloeistoffilm<br />
langs de filterkorrel.<br />
Indien deze wrijvingskrachten groter worden dan de aanhech-<br />
tingskracht, zal het deeltje weer van het oppervlak los la-<br />
ten.<br />
Dit treedt bijvoorbeeld op bij het spoelen van het filterbed,<br />
waarbij veel grotere vloeistofsnelheden optreden. Ook kan dit<br />
optreden tijdens het filtratieproces omdat ten gevolge van het<br />
dichtslibben van de poriën de vloeistofsnelheid plaatselijk<br />
hoger kan worden.<br />
Er zijn twee manieren, waarop men dit enigszins kan tegengaan<br />
namelijk ten eerste door de vloksterkte te verhogen door mid-<br />
del van het gebruik van polymeren en ten tweede door het toe-<br />
passen van een afnemende filtratiesnelheid gedurende het fil-<br />
tratieproces.<br />
Ui t de voorraande - beschouwing kan een kwalitatieve verklaring warden<br />
gegeven van de werking van langzame-zandfilters en snelfilters.<br />
Bij langzame-zandfilters wordt gewerkt met een lage filtratiesnelheid<br />
en met een relatief kleine korrelgrootte van het f iltermateriaal.<br />
Deze grootheden hebben beide dusdanige invloed op de genoemde<br />
transportmechanismen. dat een goed filtratierendement volgens<br />
relatie (15) wordt verkregen. Daarbij gevoegd het feit, dat door de<br />
lage snelheden de wrijvingskrachten in de poriën relatief gering<br />
z-ijn, wordt het aannemelijk dat zich veel materiaal in de bovenste<br />
laag afzet en niet verder in het filterbed wordt getransporteerd.<br />
Bij snelfiltratie daarentegen is zowel de korrelgrootte als de<br />
filtratiesnelheid minder gunstig voor die transportmechanismen.<br />
zodat hierbij meer materiaal dieper het filter binnendringt. EBn en<br />
ander leidt tot het verschijnsel diep-bed-f iltratie , hetgeen ook<br />
bij snelfiltratie de gewenste procesvorm is.