04.05.2013 Views

oib ?<Y9 ^)

oib ?<Y9 ^)

oib ?<Y9 ^)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

30<br />

aan de huldiging Van den Wettigen Vorst. De oorlog werd nu met<br />

vernieuwde kracht en met afwisselend geluk doorgezet tot 4753.<br />

Maar omstreeks dezen tijd ontstond er verdeeldheid tusschen MANGKOE<br />

BOEMI en zijnen neef Mas SAÏD, die intusschen ook zijn schoonzoon<br />

geworden was; dewijl deze zich afzonderlijk tot de Compagnie gewend<br />

had, met het voorstel om aan den oorlog een einde te maken, mits<br />

hij tot Soesoehoenan werd verheven. Toen in deze voorwaarde niet<br />

werd getreden, nam hij wel weder deel aan den oorlog, maar de<br />

aanvoerders vertrouwden elkander niet meer. Door deze omstandigheid<br />

werd MANGKOE BOEMI meer geneigd het oor te leenen aan<br />

de voorslagen der Compagnie, die van hare zijde, zoowel als de<br />

Soesoehoenan, hartelijk naar den vrede verlangde. Dientengevolge<br />

werd in 1755 een vergelijk getroffen, waarbij de Compagnie, van<br />

hare verkregene souvereiniteitsrechtcn gebruik makende, het rijk van<br />

Mataram in twee deelen splitste, waarvan de grootste helft verbleel<br />

aan PAKOE BOEWANA lil, met den titel van Soesoehoenan van Soerakniiii,<br />

en het andere gedeelte gegeven werd aan MANGKOE BOEMI, die<br />

den titel verkreeg van Sultan van Djokjokarta (Ngajogjakarta) naaide<br />

plaats waar hij zijnen zetel vestigde, en den naam aannam van<br />

AMANGKOE BOEWANA SENAPATI ING NGALAGA NGABDOE'RRAHMAN SAJID-<br />

EDDIN PANNATAGAMA KHALIFATOE'LLAH of bij verkorting AMANGKOE<br />

BOEWANA I.<br />

De strijd tegen Mas SAÏD duurde nog twee jaren voort. Eerst in<br />

1757 gehikte het door onderhandelingen hem tot onderwerping aan<br />

de Compagnie te brengen. Hij verkreeg den titel van Pangéran<br />

Adipati MANGKOE NEGARA en eene landstreek van vierduizend Tjatjahs<br />

of familiëii in liet zuiden van het aan den Soesoehoenan toegewezen<br />

deel der Vorstenliinden (dus heette van toen af het oude Mataram),<br />

waar hij onafhankelijk leven koude, behoudens de verplichting om<br />

bij plechtige gelegenheden ten hove van Soerakarta te verschijnen (*).<br />

(') Later verkreeg hij nog van de Compagnie een jaargeld van 4000 piasters. Daarenboven<br />

weldra inziende dat het in haar belang was, dat in de Vorstenlanden een van<br />

haar afhankelijke doch van den Soesoehoenan onafhankelijke Prins resideerde, wist zij<br />

bij dezen te bewerken, dat hij den aan MANGKOE NEtiaita afgestanen grond erfelijk<br />

verklaarde in diens geslacht; terwijl de opvolger door haar benoemd zoude worden (1702}.<br />

Dienovereenkomstig volgde in 1796 zijn kleinzoon Am.ia PHABOE PHANG WEuaNa hem<br />

op, en verkreeg van de Compagnie een jaargeld van 2000 piasters.<br />

In Djokjokarta werd, met gelijksoortige bedoeling, in 1813 door den Engelschen<br />

Gouverneur RAFFLES de Pangéran Na'rü KOESOEMa tot onafhankelijk Prins verheven<br />

met den titel van Pangéran Adipati PAKOE ALAM I, en hem eene uitgestrektheid<br />

gronds van 500 tjatjahs toegewezen, erfelijk in zijn geslacht. Sedert 1833 kreeg deze<br />

Vorst buitendien eene maandolijksche toelage van ƒ450, waarvoor hij een korps van<br />

DO dragonders en 100 man infanterie moet op de been houden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!