Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Museumnieuws<br />
Met de verbouwing <strong>van</strong> het huidige museum is<br />
al rekening gehouden met de doorbraak. Maar<br />
ook in Rijnsburg zijn de gouden tijden een<br />
beetje voorbij.<br />
Middeleeuws Rijnsburg tentoongesteld<br />
Herbert Sarfatij<br />
Op de keper beschouwd is het met de inrichting<br />
<strong>van</strong> het Museum Oud Rijnsburg wat vreemd<br />
gesteld. Wie het museum bezoekt, treft beneden<br />
een grote ruimte aan, die geheel gewijd is aan de<br />
middeleeuwen. Boven is een kleinere verdieping,<br />
waar enige zaken uit het recente verleden <strong>van</strong> het<br />
dorp getoond worden. Vanwaar deze onevenwichtigheid?<br />
Aangezien ik nauw betrokken ben<br />
geweest bij de inrichting <strong>van</strong> de benedenverdieping,<br />
wil ik daar graag iets over zeggen. Dat<br />
ik de bovenverdieping niet bij mijn verhaal betrek,<br />
zal men mij, naar ik hoop, niet kwalijk nemen.<br />
Gezien de beneden toegemeten ruimte mag men<br />
vermoeden dat Rijnsburg een belangrijke<br />
middeleeuwse geschiedenis heeft. Dat is ook zo.<br />
Maar er is meer. Deze geschiedenis is lang en<br />
grondig bestudeerd, zodat heel veel bekend is.<br />
Maar bovendien heeft een reeks <strong>van</strong> opgravingen<br />
tal <strong>van</strong> nieuwe gegevens en interessante vondsten<br />
- letterlijk - boven de grond gebracht.<br />
Dat begint al met Rijnsburg zoals het in de 7e of<br />
8e eeuw na Chr. ontstaan is. Het heette toen<br />
Rothulfuashem = Rudolfsheim, vermoedelijk naar<br />
de stichter Rudolf. Het was een <strong>van</strong> de zeldzame<br />
woonkernen uit die tijd in het mondingsgebied<br />
<strong>van</strong> de Oude Rijn. Een optekening uit de tijd zelf<br />
beschrijft het dorpje met zijn boerderijen en<br />
landerijen aan weerszijden <strong>van</strong> een zijtak <strong>van</strong> de<br />
Rijn. Door de opgravingen zijn de plattegronden<br />
<strong>van</strong> de boerderijen en de ligging <strong>van</strong> het riviertje<br />
precies bekend; ook zijn er gelijktijdige vondsten<br />
uit de naaste omgeving, o.a. het bekende grafveld<br />
<strong>van</strong> Rijnsburg.<br />
In het eerste deel <strong>van</strong> de expositie krijgt men een<br />
beeld <strong>van</strong> deze bewoning. Gebruiksvoorwerpen als<br />
potten en sieraden, maar ook resten <strong>van</strong> een<br />
industrietje <strong>van</strong> glaskralen liggen in de vitrines.<br />
Aan de wanden kaarten met het bewoningspatroon<br />
in de oude Rijnmond, <strong>van</strong> de<br />
nederzetting, en een paneel met de oude<br />
beschrijving.<br />
Na het jaar 1000 moet de naam <strong>van</strong> het dorpje<br />
veranderd zijn in Rijnsburg. De boerderijen<br />
312<br />
Afb. 7 Tinnen kandelaar uit de 12e<br />
eeuw, opgegraven in de noordvleugel<br />
<strong>van</strong> de abdij in Rijnsburg.<br />
verdwenen en het stroompje verlandde. Op<br />
dezelfde plek werd in 1133 een abdij gesticht door<br />
gravin Petronilla <strong>van</strong> <strong>Holland</strong>. Dit werd de deftige<br />
Abdij <strong>van</strong> Rijnsburg, bestemd voor adellijke<br />
Benedictinessen. Eeuwenlang was zij een<br />
toevluchtsoord voor de 'overtollige' jongedochters<br />
uit menig <strong>Holland</strong>s en Zeeuws adelsgeslacht. De<br />
steun <strong>van</strong> de graven <strong>van</strong> <strong>Holland</strong>, speciaal uit het<br />
<strong>Holland</strong>se Huis, was groot. Zij schonken land<br />
voor regelmatige inkomsten, zij zorgden voor<br />
abdissen en nonnen uit de eigen, grafelijke familie,<br />
en enige regerende graven uit de 13e eeuw met<br />
hun verwanten kozen de kerk <strong>van</strong> deze abdij tot<br />
hun laatste rustplaats. De tufstenen kerk was ruim<br />
gebouwd en vormde bij zijn ontstaan een <strong>van</strong> de<br />
weinige stenen bouwwerken in het 12e-eeuwse<br />
<strong>Holland</strong>. Ermee verbonden ontstond in de<br />
volgende eeuwen een complex <strong>van</strong> abdijgebouwen,<br />
eerst in tufsteen, later ook in baksteen<br />
opgetrokken. Tijdens het beleg <strong>van</strong> Leiden in<br />
1573/74 werd de abdij ontruimd. Snel vervielen<br />
de gebouwen tot ruïne. Slechts één toren <strong>van</strong> de<br />
oude abdijkerk heeft de eeuwen weten te<br />
doorstaan en vormt nu de eerbiedwaardige<br />
tufstenen toren <strong>van</strong> de dorpskerk.