Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1980 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Boekennieuws<br />
dat voor de groepen b. en c. zonder al te veel<br />
moeite wel had gekund.<br />
Wat de genealogen betreft het volgende: zij<br />
hebben in dit boek een prachtige hoeveelheid<br />
materiaal, goed toegankelijk via de genoemde<br />
naamregisters, maar het betreft uitsluitend<br />
transporten <strong>van</strong> bebouwde percelen en dan nog<br />
uitsluitend de bebouwde percelen in de dorpskom.<br />
Met een naamindex op alle namen <strong>van</strong> kopers en<br />
verkopers uit de transportakten <strong>van</strong> Ouderkerk<br />
was deze groep uiteraard veel meer gediend<br />
geweest.<br />
Dan de groepen b. en c. De burgemeester zegt in<br />
zijn Woord Vooraf dat hij hoopt dat de bewoners<br />
door dit boek interesse krijgen om hun woning te<br />
renoveren. Nog afgezien <strong>van</strong> het feit dat<br />
'renoveren' voor een oude dorpskern een griezelig<br />
begrip is, lijkt me de kans dat de bewoners zich<br />
door dit boek aangesproken voelen uiterst gering.<br />
Het hiaat in de beschrijving tussen de huidige<br />
eigenaar en de laatst genoemde ca 1880 zal voor<br />
de meeste bewoners net te groot zijn. Als men niet<br />
de moeite had willen nemen om aan de hand <strong>van</strong><br />
de kadastrale leggers de lijst eigenaren met de<br />
laatste 100 jaar aan te vullen, had men toch<br />
minstens nog even aan het slot <strong>van</strong> ieder<br />
beschreven huis een aanduiding <strong>van</strong> het huidige<br />
gebruik en de naam <strong>van</strong> de huidige eigenaar<br />
kunnen geven.<br />
Maar afgezien hier<strong>van</strong> had men de groepen b. en<br />
c. een zeer grote dienst bewezen door het verband<br />
te leggen tussen de lijsten eigenaars en het<br />
gebouwde zelf. Dit is mijn hoofdbezwaar tegen het<br />
boek: nergens wordt het verband gelegd tussen de<br />
beschreven huizen en het visueel aanwezige.<br />
Zonder veel moeite had men dit d.m.v. een schets<br />
<strong>van</strong> de gevelwanden of een serietje foto's <strong>van</strong><br />
stukjes straatwand kunnen doen, waarbij dan<br />
onder of boven de afbeelding de nummers <strong>van</strong> de<br />
beschreven percelen wonderen <strong>van</strong> begrip hadden<br />
kunnen verrichten. Ik verwijs naar het bekende<br />
boek over de Amsterdamse Herengracht, of op<br />
kleinere schaal, naar dat over de Haarlemse Oude<br />
Gracht. Er zijn in het hier besproken boek<br />
incidenteel wel enkele, meest oude foto's<br />
opgenomen, maar in de bijschriften wordt zelfs<br />
geen poging gedaan om aan te geven welke<br />
beschreven percelen nu op de foto te zien zijn. De<br />
bouwgeschiedenis zelf had visueel toegankelijk<br />
gemaakt kunnen worden d.m.v. een kaartje<br />
waarop door arceringen o.i.d. de chronologische<br />
volgorde <strong>van</strong> bebouwing was aangegeven. Het<br />
materiaal is ervoor aanwezig.<br />
318<br />
Argumenten tot subsidiering door de gemeente<br />
waren - aldus de burgemeester in zijn Woord<br />
Vooraf - dat het boek aantoont dat de<br />
geschiedenis <strong>van</strong> Ouderkerk tot in zeer vroege<br />
tijden teruggaat en dat het dorp 'toch wel' (!) een<br />
rol <strong>van</strong> betekenis heeft gespeeld in de historie <strong>van</strong><br />
de streek. Het eerste was natuurlijk zonder dit<br />
boek ook al bekend en het tweede is gewoon<br />
onzin. M.i. is het belang <strong>van</strong> dit boek dat het<br />
aantoont dat rangschikking <strong>van</strong> het materiaal op<br />
een wijze zoals hier gedaan <strong>van</strong> groot belang is<br />
voor de nederzettingsgeschiedenis <strong>van</strong> een dorp,<br />
maar dat men dan niet moet stoppen met<br />
mededeling <strong>van</strong> dit materiaal, maar nog even de<br />
volgende stap moet zetten door het te bewerken en<br />
tot in deze tijd te vervolgen.<br />
Als andere onderzoekers dit voorbeeld op die<br />
wijze zullen volgen kan dit een vruchtbaar terrein<br />
<strong>van</strong> onderzoek gaan vormen.<br />
A. G. <strong>van</strong> der Steur<br />
Wieringen<br />
J. T. Bremer, Wiringherlant, hoofdstukken uit de<br />
geschiedenis <strong>van</strong> het land en het volk <strong>van</strong><br />
Wieringen. Uitgeverij Pirola, Schoorl 1979, <strong>1980</strong>.<br />
2 dln., 184 en 176 blz. ill. Prijs: ƒ33,50 per deel.<br />
Over de geschiedenis <strong>van</strong> het eiland Wieringen is<br />
vóór ca 1960 vrij weinig gepubliceerd. In 1962<br />
werden in het 29e Jaarboek <strong>van</strong> het genootschap<br />
Oud West-Friesland een aantal artikelen over<br />
Wieringen gebundeld. Ook in vrij recente werken<br />
over de Kop <strong>van</strong> Noord-<strong>Holland</strong> door H. Schoorl<br />
en J. Westenberg wordt met name over de<br />
geografische en waterstaatkundige geschiedenis<br />
<strong>van</strong> het eiland veel informatie gegeven. De heer<br />
Bremer, die zelf diverse artikelen over Wieringen<br />
op zijn naam heeft staan, heeft nu de vele nieuwe<br />
gegevens verwerkt in een afzonderlijke publicatie.<br />
De archivalische bronnen op Wieringen zelf<br />
gevormd en bewaard zijn uiterst schaars voor wat<br />
betreft de in het eerste deel behandelde periode,<br />
die tot ca 1800 loopt. Het oude dorpsarchief<br />
bestaat uit nauwelijks 2 archiefdozen, het oudrechterlijk<br />
archief begint eigenlijk pas goed in de<br />
18e eeuw, terwijl de bewaard gebleven notarisprotocollen<br />
eerst in 1801 aan<strong>van</strong>gen. De auteur<br />
heeft zich voor deze periode dan ook terecht<br />
geconcentreerd op elders berustend archiefmateriaal,<br />
met name <strong>van</strong> de gewestelijke bestuurs-