20.06.2013 Views

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

148<br />

De brieven van Pieter Pauwel Rubens. Er<br />

werd beweerd dat Rubens circa 8 000 brieven<br />

zou hebben geschreven; slechts ongeveer<br />

230 zijn ervan bewaard en uitgegeven.<br />

Rubens schreef in diverse talen. In het Nederlands,<br />

hoewel vrij zelden, b.v. in 1629 aan<br />

de Antwerpse stadssecretaris Jan Gaspard<br />

Gevartius (Corr., V, p. 196-202), maar aan<br />

dezelfde een jaar vroeger in een mengeling<br />

van Nederlands en Latijn (Corr., V, p.<br />

14-21). In het Frans, aan de Fransman Balthasar<br />

Gerbier in 1627 (Corr., IV, p. 51-52),<br />

aan de Engelsman Carlisie in 1629 (Corr., V,<br />

p. 24-25). De meeste gepubliceerde brieven<br />

zijn in het Italiaans: zowel aan de Vlaming<br />

Petrus Peckius, 1623 (Corr., III, p. 253-260),<br />

als aan de Hollander Jan Brant, 1625 (Corr.,<br />

III, p. 378-384), aan de Fransen Palamède de<br />

Fabri, 1625 (Corr., III, p. 372-378), Pierre<br />

Dupuy, 1626 (Corr., III, p. 444447), Nicolas<br />

daude de Fabri Peiresc, 1628 (Corr., V,<br />

p. 10-13). Over een klassiek onderwerp correspondeerde<br />

Rubens in het Latijn met de<br />

Antwerpse handelaar Franciscus Sweertius,<br />

1618 (Corr., II, p. 124-127). Dat zijn maar<br />

enkele voorbeelden.<br />

Waar haalde Rubens deze talenkennis vandaan?<br />

Nederlands was de taal van zijn vader<br />

Jan Rubens, een Antwerpse schepen, en van<br />

zijn moeder Maria Pypelincx. Latijn leerde<br />

hij op school bij meester Verdonck. Frans en<br />

Italiaans tijdens zijn reizen in Frankrijk en in<br />

Italië. Misschien kende hij ook wel Spaans,<br />

gelet op zijn reizen naar en zijn betrekkingen<br />

met Spanje.<br />

Als jongen van 10 à 12 jaar leerde Rubens<br />

Latijn te Antwerpen in de Papenschool. Rector<br />

van de school was, zoals gezegd, Ruinoldus<br />

Verdonck. Diens helpers waren praeceptor<br />

Laevinus Basius, magister Petrus als ondermeester<br />

en een Latijns dichter (orator<br />

peritus, poeta bonus) met de naam Joannes.<br />

Bekende medeleerlingen waren Jan en Bal-<br />

thasar Móretus, kleinkinderen van de Antwerpse<br />

aartsdrukker Christoffel Plantin, en<br />

Jan van den Wouwer, dat is Joannes Woverius<br />

die later commensalis zou worden van<br />

professor Justus Upsius te Leuven.<br />

Het Latijn van Rubens is toe te schrijven aan<br />

de invloed van magister Verdonck (Eersel ca.<br />

1541 – Antwerpen 1620), oud-student in de<br />

‘artes’ te Leuven, in 1573 Latijnse rector te<br />

Lier en bevriend met een andere Noordbrabander,<br />

Simon Verepaeus, uit Dommelen (+<br />

‘s-Hertogenbosch 1598). In 1579 werd Verdonck<br />

opgenomen in het Antwerpse schoolmeestersgild.<br />

Tijdens Rubens’ studiejaren in<br />

de Papenschool kocht rector Verdonck in<br />

1588 in de ‘Officina Plantiniana’ verschillende<br />

exemplaren van drie delen van Joannes<br />

Despauterius’ Latijnse grammatica in de bewerking<br />

van Verepaeus, vijf exemplaren van<br />

het vierde boek van Vergilius’ Aeneis, twee<br />

exemplaren van Cicero’s Pro lege Manilia, zes<br />

van de Flores Terentii (misschien de schooluitgave<br />

bezorgd door Augustinus Wilsius),<br />

vier van de Latijnse grammatica van de Diestenaar<br />

Albertus Herlemannus. Uit deze of<br />

dergelijke werken heeft Rubens zijn Latijnse<br />

kennis opgedaan.<br />

En toch schijnt Pieter Pa uw el zich niet zulke<br />

grote praktische kennis van de taal van Latium<br />

te hebben eigen gemaakt. Als hij in<br />

Italië verblijft laat hij zijn oudere broer Filip,<br />

inmiddels een geoefend latinist en filoloog<br />

geworden, de Latijnse brieven schrijven. Anderzijds<br />

weten wij, dat Rubens zich later<br />

tijdens zijn atelierwerk te Antwerpen liet<br />

voorlezen uit Tacitus, Livius of Seneca, ook<br />

uit Ploutarchos, maar dan vermoedelijk uit<br />

een Latijnse vertaling of de Franse van<br />

Amyot. Frg creatief was Rubens in het Latijn<br />

inderdaad niet. Na de dood in 1611 van<br />

zijn broer Filip vroeg Pieter Pauwel aan Balthasar<br />

Moretus om het Latijnse grafschrift te<br />

maken. Slechts een paar Latijnse brieven van<br />

de schilder zijn overgebleven.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!