Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
184<br />
op de steun die de goden aan Achilles geven.<br />
Onderaan voor de scène twee hoornen des<br />
overvloeds aan weerszijden van een nauwelijks<br />
aangeduide offertafel 17 .<br />
Hecuba, koningin van Troje, bedenkt een list<br />
om Achilles te doden uit angst voor haar<br />
stad Troje en uit wraak voor de dood van<br />
haar zonen Troilus en Hector, beiden door<br />
Achilles om het leven gebracht. Wetende dat<br />
Achilles verliefd is op haar dochter Polyxena,<br />
nodigt zij hem uit om ongewapend<br />
naar de tempel van Apollo binnen de muren<br />
van Troje te komen om daar met Polyxena<br />
te trouwen. Achilles gaat op dit voorstel in.<br />
Als hij in afwachting van zijn bruid voor het<br />
altaar knielt, treft Paris, de derde zoon van<br />
Priamus en Hecuba, met een gifpijl de hiel van<br />
Achilles, zijn kwetsbare plek. Paris wordt<br />
hierbij geleid door Apollo, de enige<br />
god van de Olympus die gedurende de oorlog<br />
steeds aan de zijde van de Trojanen staat.<br />
Achilles valt op de grond en wordt opgevan-<br />
NOTEN<br />
1 Rotterdam, Museum Boymans-van Beuningen<br />
(Rotterdam M.B.v.B.), inv. nr. 1760, 1760a,<br />
1760b, 1760e, 1760d, 1760e, 2310. Detroit,<br />
The Detroit Institute of Art, inv. nr. 53.356.<br />
2 E. Haverkamp Begemann. The Achilles series.<br />
Brussels, 1975. (Corpus Rubenianum Ludwig<br />
Burchard, vol. X).<br />
3 Giovanni Boccaccio. De Genealogiis Deorum<br />
Libri XV. Basel 1532; Natali Conti (Natalis<br />
Comes): Mythologiae sive explicationis fabularum<br />
libri decem. 1551; Charles Estienne<br />
(Carolus Stephanus): Dictionarium historicum...<br />
Paris, 1553.<br />
G. Martin. Corpus Rubenianum Ludwig Burchard,<br />
Part X, The Accilles series by Egbert<br />
Haverkamp Begeman in: The Burlington Magazine<br />
LXIX, 1977 (boekbespreking), 125, 126,<br />
hoopt dat de diepere betekenis van de Achillesserie<br />
eens aan het licht zal komen gezien in de<br />
context van toneelstukken over de held Achilles,<br />
die tussen 1625-1630 in Frankrijk opgevoerd<br />
werden. Ook E. Haverkamp Begemann<br />
(l.c.) heeft op deze mogelijkheid gewezen. Hij<br />
gen door een metgezel met lauwerkrans op<br />
het hoofd, misschien Odysseus. De priester is<br />
diep geschokt door dit gebeuren (afb. 8).<br />
links Aphrodite, de godin van de liefde,<br />
herkenbaar aan Cupido met de pijlen, als<br />
herme, en rechts Apollo, de beschermgod<br />
van de Trojanen, herkenbaar aan de pijlenkoker<br />
en de briesende Python. Beneden voor<br />
het tafereel een vos die een adelaar dood bijt:<br />
de dood van een held door list en verraad 18 .<br />
Rubens heeft de cyclus verdeeld in tweemaal<br />
vier scènes. De eerste vier hebben betrekking<br />
op zijn jeugd en de beschermende liefde van<br />
zijn moeder. De tweede vier zijn scènes uit<br />
zijn rijpere jaren, zijn liefde voor anderen en<br />
de gevolgen daarvan. Rubens heeft getracht<br />
een combinatie tussen de eigentijdse litteratuur<br />
en de klassieke schrijvers in beeld te<br />
brengen terwijl hij daarbij steeds de rol van<br />
de liefde, het onvermijdelijke van het lot en<br />
de macht van de goden over de mensen probeerde<br />
te benadrukken.<br />
noemt meerdere Franse toneelstukken (blz. 28,<br />
noot 13) maar komt tot de conclusie dat geen<br />
van die toneelstukken Rubens van materiaal<br />
schijnen te hebben voorzien. Alhoewel G. Martin<br />
wijst op het boek van N. Hepp. Homère en<br />
France au XVIIe Siècle, 1968, waarin de rol van<br />
Achilles omstreeks 1630 in Frankrijk wordt uitgelegd,<br />
voert ook dit boek nog niet tot een<br />
bewijs.<br />
4 E. Haverkamp Begemann (l.c.) vermeldt bij de<br />
beschrijvingen van de 8 schetsen afzonderlijk<br />
zeer nauwkeurig waar en bij wie deze specifieke<br />
details te lezen zijn. Het gaat hier te ver dit alles<br />
nauwkeurig te vermelden.<br />
5 G. Martin (l.c.) veronderstelt dat niet Daniel<br />
Fourment maar een vorstelijk persoon de opdrachtgever<br />
is geweest en dat de serie dan ook<br />
voor één bepaalde ruimte ontworpen is.<br />
6 Als medewerkers worden genoemd: Erasmus<br />
Quellinus (1607 - 1678) en Theodoor van Thulden<br />
(1606 - 1669). Behalve deze twee zijn er<br />
zeker nog anderen geweest.