20.06.2013 Views

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

PIETER PAUWEL RUBENS - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

152<br />

Franciscus Sweertius en werd als ‘de goedheid<br />

zelve’ getekend door zijn vriend. Van in<br />

zijn studiejaren te Leuven had Schottus<br />

vriendschap gesloten met Justus Upsius en<br />

hij bleef met hem corresponderen, ook vanuit<br />

Spanje. Gevartius was een leerling van de<br />

geleerde jezuïet en oudheidkenner. Schottus<br />

zelf was in zijn tijd de roem van het Antwerpse<br />

jezuïetencollege vanaf 1597.<br />

Een ander jezuïet-humanist uit Rubens’tijd<br />

was Carolus Scribani (Brussel 1561 — Antwerpen<br />

1629), een neefje van de tweede<br />

bisschop van Antwerpen, de humanist en<br />

dichter Laevinus Torrentius. Van 1598 tot<br />

1613 was Scribani rector van de jezuïeten te<br />

Antwerpen, in 1607 verplaatste hij het collegp<br />

naar het ‘Engelse huis’ in de Prinsstraat; in<br />

1625 kwam hij wederom naar Antwerpen.<br />

Terwijl Rubens in Italië was voerde Scribani<br />

een pennestrijd tegen Dominicus Baudius en<br />

andere calvinisten ter verdediging van de<br />

jezuïeten. Rubens heeft zich ook met de<br />

strijd tegen de jezuïeten ingelaten; hij stuurde<br />

hun het strijdschrift L’arrêt contre les<br />

jésuites.<br />

Daar Rubens belang stelde in de fysica is het<br />

niet uitgesloten, dat hij kennismaakte met de<br />

jezuïet François d’Aguillon (Brussel 1566 —<br />

Antwerpen 1617). Hij bouwde de Antwerpse<br />

jezuïetenkerk en publiceerde over de optica<br />

(Antwerpen 1613). Zijn ordesgenoot Grégoire<br />

de Saint-Vincent (Brugge 1584 – Gent<br />

1667) doceerde van 1618 tot 1620 wiskunde<br />

aan het jezuïetencollege te Antwerpen en<br />

nadien te Leuven tot 1625, dan te Praag en<br />

vanaf 1632 te Gent. Het is maar een veronderstelling,<br />

dat de relatie van Rubens met<br />

het huis en college van de jezuïeten zich tot<br />

zulke persoonlijkheden en tot hun werk<br />

heeft kunnen uitbreiden; een bewijs kon niet<br />

worden gevonden.<br />

Heeft Rubens sympathie gehad voor de Antwerpse<br />

minderbroeders, wij zouden het moeten<br />

veronderstellen omdat hij voor hun<br />

kloosterkerk twee schilderijen heeft geleverd<br />

op bestelling van Rockox. Mogelijk heeft<br />

Rubens de Antwerpse gardiaan Henricus de<br />

Vroom of Sedulius (Kleef ca. 1547? – Antwerpen<br />

1621) gekend. Deze ‘vrome’ minderbroeder<br />

stond in elk geval in de beste betrekkingen<br />

met Justus Lipsius, die onder andere<br />

Sedulius’ uitgave van Bonaventura’s Vita<br />

Sancti Francisci (1597) loofde en een Latijns<br />

vers schreef voor zijn Praescriptiones adversus<br />

haereses (1606); deze en andere werken<br />

van de minderbroeder werden gedrukt door<br />

Moretus. Sedulius behoorde tot de geleerde<br />

kloosterlingen van Antwerpen, tot de schrijvers<br />

voor het Plantijnse huis. Misschien eveneens<br />

tot de bekenden van Rubens.<br />

Van de norbertijnerkanunnik van Tongerio,<br />

Dionysius Mudzaert(s) (Tilburg ca. 1580 -<br />

Antwerpen 1635), pastoor te Kalmthout van<br />

1616 tot 1626, bezat Rubens diens De Kerkelycke<br />

historie (Antwerpen 1622), een zeer<br />

verspreid boek. Een getuigenis van Rubens’<br />

interesse voor de geschiedenis; het werk<br />

handelt over de gehele geschiedenis van de<br />

Kerk en in het laatste boek over die van de<br />

Nederlanden.<br />

Nog moeten wij onze aandacht richten op de<br />

laatste vertegenwoordigers van de Antwerpse<br />

‘stadhuishumanisten’, als wij die uitdrukking<br />

mogen gebruiken zonder bijbedoeling. Van<br />

vóór 1520, in Erasmus’ tijd, waren er humanisten-filologen<br />

op het stadhuis te Antwerpen<br />

werkzaam als secretarissen en griffiers.<br />

Ook nog in de 17de eeuw. De boven genoemde<br />

schoonvader van Rubens, Jan Brant,<br />

was daarvan al een voorbeeld.<br />

Jan Boghe, of Joannes Bochius (Brussel<br />

1555 – Antwerpen 1609), werd in september<br />

1585 door de hertog van Parma benoemd<br />

tot vierde stadssecretaris te Antwerpen<br />

en bleef dat tot aan zijn dood. Hij was<br />

zijn Latijnse studie begonnen te lier —<br />

waarschijnlijk bij dezelfde meester Rumol-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!