prijsafspraken defensie 1 - SchildersVAK
prijsafspraken defensie 1 - SchildersVAK
prijsafspraken defensie 1 - SchildersVAK
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Openbaar<br />
II Beoordeling materiële aspecten<br />
3.3 Artikel 6, eerste lid, Mw<br />
105. Artikel 6, eerste lid, Mw verbiedt, voor zover hier relevant, overeenkomsten tussen<br />
ondernemingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die<br />
ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een<br />
deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Blijkens de wetsgeschiedenis van de<br />
Mededingingswet sluit het kartelverbod van artikel 6 Mw zo veel mogelijk aan bij artikel 81<br />
EG. Dit betekent dat de beschikkingenpraktijk van de Europese Commissie (hierna: de<br />
Commissie) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen<br />
(hierna: Hof van Justitie) en het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese<br />
Gemeenschappen (hierna: GvEA) voor de uitleg van artikel 6 Mw richtinggevend zijn.<br />
3.3.1 Onderneming in de zin van artikel 6, eerste lid, Mw<br />
106. De Betrokken ondernemingen waren ten tijde van de gedragingen waarop dit besluit<br />
betrekking heeft, alle actief in schilderssector. Zij verrichten economische activiteiten en zijn<br />
derhalve aan te merken als ondernemingen in de zin van artikel 1, onder f, Mw.<br />
107. Spegelt is naast onderneming tevens ondernemersvereniging in de zin van de artikel 1, onder<br />
g, Mw.<br />
3.3.2 Overeenkomst en onderling afgestemde feitelijke gedraging<br />
108. De Betrokken ondernemingen stellen dat de NMa niet heeft aangetoond dat er sprake is van<br />
een overeenkomst dan wel een onderling afgestemde feitelijke gedraging waaraan zij hebben<br />
deelgenomen. Hiertoe voeren zij aan dat de NMa dit niet ondubbelzinnig heeft weten aan te<br />
tonen, terwijl de Europese jurisprudentie dit wel vereist. Tevens stellen zij dat aanwezigheid<br />
bij een bespreking onvoldoende is om een kartel te veronderstellen, en menen zij dat het<br />
stilzwijgend aanhoren van informatie onvoldoende is om aan de eis van wederkerigheid te<br />
voldoen.<br />
109. Spegelt voert aan dat zij slechts een ‘chef de bureau’ functie vervulde. Spegelt stelt dat zij de<br />
uitnodigingen verstuurde voor een moeilijke technische bespreking, en hiervoor een zaal<br />
regelde, koffie en thee regelde en administratiekosten doorbelastte. Het achteraf opschrijven<br />
van prijzen was slechts om de prijsontwikkeling in de gaten te houden, hetgeen Spegelt<br />
kwalificeert als hobbyisme.<br />
22 Openbaar