Handleiding proeftuinzorg (pdf) - IWT
Handleiding proeftuinzorg (pdf) - IWT
Handleiding proeftuinzorg (pdf) - IWT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. PROGRAMMAKENMERKEN<br />
3.1. Structuur van de proeftuin<br />
3.1.1. Platformen<br />
HANDLEIDING PROEFTUIN ZORGINNOVATIERUIMTE VLAANDEREN<br />
Een proeftuinplatform bestaat uit een infrastructuur, een ondersteunende structuur voor de algemene<br />
werking en een testpopulatie (representatieve groep van eindgebruikers). Enkel de additionele kosten<br />
die vereist zijn voor de opbouw van het platform en die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de<br />
projecten zijn steunbaar in het kader van de proeftuin.<br />
Gezien de ambities van de proeftuin, de diversiteit van de mogelijke stakeholders in de projecten en de<br />
diversiteit in de vraagstelling, is het te verwachten dat er niet één platform gesteund wordt, maar dat<br />
verschillende platformen worden opgezet (als het ware “deel”proeftuinen). Dit wordt niet a priori<br />
vastgelegd. De platformen moeten wel complementair en compatibel zijn, en er moet onderlinge<br />
synergie tot stand komen. Een platform moet bovendien voldoende kritische massa hebben.<br />
Een aanvragend consortium van een platform kan bestaan uit bedrijven, social profit organisaties met<br />
activiteiten relevant voor de zorgsector en steden of gemeenten (zie toelichting in 3.3.1).<br />
Kennisinstellingen kunnen niet optreden als aanvrager, maar kunnen wel deelnemen als onderaannemer<br />
van een aanvrager.<br />
Het aanvragend consortium dient een stuurgroep/gebruikerscommissie op te richten, die wordt<br />
samengesteld uit steden en gemeenten, bedrijven, zorgverstrekkers (transsectoraal), zorggebruikers en<br />
mantelzorgers. De leden van de gebruikerscommissie engageren zich om actief mee te werken aan het<br />
proeftuinplatform en na afloop de resultaten maximaal te gebruiken. Verder bepaalt de<br />
gebruikerscommissie hoe ingestaan wordt voor het algemeen en administratief beheer, de technische<br />
ondersteuning, de selectie en het beheer van de testpopulatie, de organisatie van het<br />
gebruikersonderzoek, en de marketing van het proeftuinplatform.<br />
Het is de bedoeling dat voor de proeftuinplatformen geen specifieke juridische entiteit wordt opgezet die<br />
later afwikkelingsproblemen stelt. De proeftuinfinanciering is immers tijdelijk.<br />
3.1.2. Projecten<br />
Op de platformen worden projecten uitgevoerd door de initiële partners (aanvragers) en eventueel ook<br />
door andere partijen. De aanvragende projectconsortia kunnen bestaan uit bedrijven, social profit<br />
organisaties met activiteiten relevant voor de zorgsector en steden of gemeenten (zie toelichting in<br />
3.3.2). Kennisinstellingen kunnen enkel optreden als onderaannemer.<br />
Bij de indiening van de platformen zal reeds een uitgewerkte portfolio van projecten moeten<br />
ingediend worden, waarmee het platform van start kan gaan. Er dient echter ruimte te blijven om later<br />
bijkomende projecten op het platform uit te voeren. Elk platform dient openheid te garanderen voor<br />
derden.<br />
Na de beslissing over de subsidie aan proeftuinplatformen en bijhorende projecten, zal een specifieke<br />
bijkomende oproep georganiseerd worden naar projecten die gebruik maken van de gesteunde<br />
infrastructuur. Deze specifieke oproep moet toelaten dat waardevolle projecten van andere dan de<br />
gesteunde consortia ingediend kunnen worden om op één of meerdere van de gesteunde platformen uit<br />
te voeren.<br />
9/26