scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
juistheid onderzoeken <strong>van</strong> de door partijen wel gestelde, maar niet betwiste feiten. 29 Bij zijn<br />
bevoegdheid om de feiten aan te vullen, is de bestuursrechter steeds gebonden aan de<br />
om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geding zoals dat wordt bepaald door het eerste lid <strong>van</strong> artikel 8:69 Awb.<br />
Feiten die buiten die om<strong>van</strong>g vallen, kan hij niet binnen die om<strong>van</strong>g brengen door ze<br />
ambtshalve aan te vullen. 30 Mijns inziens wordt de afbakening <strong>van</strong> het geschil niet altijd<br />
genegeerd door bewijs <strong>van</strong> niet omstreden feiten te zoeken. De afbakening <strong>van</strong> het geschil<br />
vindt immers plaats aan de hand <strong>van</strong> de in het beroepschrift aangevoerde gronden. Aan de<br />
hand <strong>van</strong> de aldus bepaalde om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geschil kan vervolgens worden bepaald welke<br />
feiten rele<strong>van</strong>t zijn. Daarbij hoeven de aangevoerde gronden niet precies samen te vallen<br />
met de rele<strong>van</strong>te feiten. Dat maakt het mogelijk dat de rechter de feiten ambtshalve aanvult<br />
of dat partijen de feiten aanvullen zonder daarmee buiten de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geding te<br />
treden zoals dat door het eerste lid <strong>van</strong> artikel 8:69 Awb wordt bepaald.<br />
2.2. Uitbreiding <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geding<br />
De hoofdregel is dat de rechter moet blijven binnen de grenzen <strong>van</strong> het geding. In de<br />
onderstaande paragrafen zal worden onderzocht wanneer de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het geding wordt<br />
uitgebreid. Daartoe zal in het bijzonder worden ingegaan op regels <strong>van</strong> openbare orde, op<br />
Europese regels in internationale verdragen.<br />
2.2.1. Regels <strong>van</strong> openbare orde<br />
Op de hoofdregel <strong>van</strong> artikel 8:69, eerste lid, Awb, is in de wetsgeschiedenis een<br />
uitzondering gemaakt voor de ambtshalve toetsing door de rechter <strong>van</strong> regels die <strong>van</strong><br />
openbare orde zijn en niet tot de vrije beschikking <strong>van</strong> partijen staan . . 31 De meeste<br />
bestuursrechtelijke handboeken 32 geven aan dat ambtshalve toetsing een vorm <strong>van</strong> toetsing<br />
is die buiten het door partijen afgebakende geschil - ofwel ultra petita- kan plaatsvinden. De<br />
uitkomst <strong>van</strong> deze ambtshalve toetsing kan tegen het belang <strong>van</strong> partijen ingaan en leiden<br />
tot een reformatio in peius. De reikwijdte <strong>van</strong> de ambtshalve toetsing aan bepalingen <strong>van</strong><br />
openbare orde is in de wetsgeschiedenis niet nader omschreven. Het begrip ‘bepalingen<br />
<strong>van</strong> openbare orde’ is nader ingevuld in de jurisprudentie. Dit is gebeurd aan de hand <strong>van</strong><br />
de vraag of een rechtsregel behoort tot die kernelementen <strong>van</strong> de rechtsorde die de rechter<br />
29 Damen e.a. 2006, p. 228.<br />
30 PG Awb II, p. 463.<br />
31 Kamerstukken II 1992/93, 22 495, nr. 6, p. 54.<br />
32 Van Ballegooij e.a. 2004, p. 232; Schreuder-Vlasblom 2006, p. 168-169; Van Wijk, Konijnenbelt & Van<br />
Male 2005, p. 612 e.v.<br />
10