scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
scriptie van Cathy Pije-Post, studentnummer 834515207
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.2. Jurisprudentie<br />
In de jurisprudentie wordt maar zelden expliciet melding gemaakt <strong>van</strong> het gebruik door de<br />
bestuursrechter <strong>van</strong> zijn bevoegdheid om de feiten aan te vullen als bedoeld in artikel 8:69,<br />
derde lid Awb. Toch zijn aan de hand <strong>van</strong> die jurisprudentie wel een aantal conclusies te<br />
trekken.<br />
Zo kan uit de jurisprudentie over artikel 8:69, derde lid Awb worden afgeleid dat de<br />
bewijsom<strong>van</strong>g wordt bepaald aan de hand <strong>van</strong> de bevoegdheid <strong>van</strong> de bestuursrechter om<br />
de hem bij wet toegekende onderzoeksbevoegdheden te gebruiken. De bestuursrechter<br />
dient deze bevoegdheid tot het aanvullen <strong>van</strong> feiten immers uit te oefenen binnen de<br />
grenzen <strong>van</strong> het geschil zoals dat door het eerste lid <strong>van</strong> artikel 8:69 Awb is bepaald (tenzij<br />
het bepalingen <strong>van</strong> openbare orde betreft), omdat het hem is verboden ultra petita te gaan.<br />
Binnen deze grenzen hoeft hij zich in beginsel niet neer te leggen bij de feiten zoals die<br />
door partijen aan hem zijn gepresenteerd. Daardoor beschikt de rechter vooral over ruimte<br />
om de feiten aan te vullen wanneer hij een grond aanvult of ambtshalve toetst. 109 Wanneer<br />
de bestuursrechter besluit om zijn onderzoeksbevoegdheden te gebruiken en zo de feiten<br />
aan te vullen, ontheft hij daarmee een <strong>van</strong> de partijen <strong>van</strong> haar bewijslast. 110 In die zin zou<br />
je kunnen spreken <strong>van</strong> communicerende vaten. 111 Voor aanvulling <strong>van</strong> feiten is in beginsel<br />
alleen plaats voor zover die feiten nodig zijn voor het onderzoek naar de betwiste feiten.<br />
Overigens kan de bestuursrechter, ook wanneer hij binnen de grenzen <strong>van</strong> het geschil blijft,<br />
niet steeds gebruik maken <strong>van</strong> zijn bevoegdheid om de feiten ambtshalve aan te vullen met<br />
gebruikmaking <strong>van</strong> zijn onderzoeksbevoegdheden. Zo ligt het niet op zijn weg om<br />
onderzoek te doen wanneer een bestuursorgaan bij de besluitvorming geen zorgvuldig<br />
onderzoek heeft verricht en daardoor artikel 3:2 Awb is geschonden, omdat het niet zijn<br />
taak is om gebreken in de besluitvorming te repareren. 112 Ook is een onderzoek meestal<br />
niet aangewezen als de bestuursrechter na afronding daar<strong>van</strong> niet zelf in de zaak kan<br />
voorzien 113 of als het op de weg <strong>van</strong> de burger ligt om onderzoek te laten verrichten als hij<br />
daartoe aanleiding mocht zien. Uit de jurisprudentie is af te leiden dat het in eerste instantie<br />
aan partijen is om uit eigen beweging bewijsmiddelen te verzamelen en aan te voeren. Pas<br />
wanneer daaraan is voldaan kan de bestuursrechter vervolgens – als hij daartoe aanleiding<br />
109 Schuurmans 2005, p. 64.<br />
110 Schuurmans 2005, p. 233.<br />
111 De Bock 2004, p. 78.<br />
112 ABRS 26 maart 2003, LJN AF6361; CRvB 8 januari 1996, RSV 1996, 142.<br />
34