Bijlage cultuurhistorische analyse - Gemeente Groningen
Bijlage cultuurhistorische analyse - Gemeente Groningen
Bijlage cultuurhistorische analyse - Gemeente Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Poelestraat<br />
Deze straat heeft een sterk wisselend karakter door de opvallende variatie in<br />
straatbreedte. De middeleeuwse bebouwingsstructuur is voor een belangrijk<br />
deel in tact gebleven. Verspreid in de bebouwing komt een aantal 13e-eeuwse<br />
huizen voor, de meeste overige panden dateren uit de 15e t/m de 17e eeuw.<br />
Ten oosten van de Schoolstraat (voorbij de voormalige middeleeuwse stadspoort)<br />
dateert de bebouwing voor een belangrijk deel uit de 17e eeuw. De<br />
straat bezit een overwegend en gevarieerd 19e-eeuws gevelbeeld van lijstgevels<br />
en mezzanines, afgewisseld met vroeg 20ste-eeuwse gevels. De panden<br />
bezitten gevarieerde kapvormen met de nok evenwijdig aan en haaks op de<br />
straat.<br />
Gemiddelde bouwhoogte: oost<br />
2,6 (tussen Grote Markt en Schoolstraat)<br />
2,0 (tussen Schoolstraat en Schuitendiep)<br />
Gemiddelde bouwhoogte: west<br />
2,5 (tussen Grote Markt en Peperstraat)<br />
2,2 (tussen Peperstraat en Achter de Muur)<br />
2,8 (tussen Achter de Muur en Schuitendiep)<br />
Popkenstraat<br />
Van de oude perceelsstructuur rest weinig meer. De bebouwing aan de zuidkant<br />
is gesloopt en aan de noordkant is dit fasegewijs vernieuwd in de 20e<br />
eeuw.<br />
Gemiddelde bouwhoogte: 3,5<br />
Poststraat<br />
De straat heeft altijd een L-vormig beloop gehad. Het oost-west georiënteerde<br />
gedeelte is vrij smal en aan de zuidkant is het verkavelingspatroon gedeeltelijk<br />
oud. Hier staat onder andere een breed tweelaags dwarshuis uit de late<br />
middeleeuwen. Aan de noordkant staat de grote nieuwbouw van de Openbare<br />
Bibliotheek (1990-1992, Grassi). Het noord-zuid georiënteerde gedeelte van de<br />
straat wordt aan de oostkant eveneens beheerst door de achtergevel van de<br />
bibliotheek. Hiertegenover staat een gevel van de nieuwe Universiteitsbibliotheek<br />
(1987), een gebouw dat met kleine verspringingen grotendeels binnen<br />
de historische rooilijn valt. De naam van de straat verwijst naar het oude postkantoor<br />
aan de linkerzijde (verbouwd tot RUGgebouw).<br />
Gemiddelde bouwhoogte: 2,0 (oudbouw)<br />
4,0 (nieuwbouw)<br />
Praediniussingel, Ubbo Emmiussingel, Heresingel, Radesingel<br />
De singelreeks ten zuiden van de binnenstad<br />
Een aaneengesloten reeks van singels, die loopt vanaf de Westersingel in het<br />
noordwesten via de Praediniussingel, de Ubbo Emmiussingel en Heresingel<br />
naar de Radesingel in het oosten. Het gemeentebestuur greep de ontmanteling<br />
van de vesting (1876) aan om aan de zuidkant van de oude binnenstad om<br />
te vormen tot een representatieve entree van de stad. Het plan werd gerealiseerd<br />
naar ontwerp van de Haagse stedenbouwkundige/architect Bert Brouwer.<br />
Het ontwerp was tevens gericht op de ontsluiting van de stad. Daartoe<br />
werd iets ten westen van het station een nieuwe verbinding met de binnenstad<br />
gecreëerd: Stationsstraat, Emmaplein en Emmabrug. De hoofdstructuur<br />
bestaat uit een gebogen reeks brede singels waarin, naast de karakteristieke<br />
eind 19e-eeuwse bebouwing van vrijstaande villa’s en herenhuizen, vooral de<br />
open met (kastanje)bomen begrensde brede groene middenberm een bindend<br />
element vormt. Evenals bij de Stationsstraat (Emmaplein) werd ook bij de<br />
kruising met de Herestraat een rond, groen plein aangelegd, het Hereplein. De<br />
kruising met de Oosterstraat kreeg een opvallen accent door de bouw van de<br />
neogotische St. Jozefkerk (1887) en de situering van de hoge toren op de hoek.<br />
Aan de bebouwing werden strenge eisen gesteld, die hebben bijgedragen tot<br />
de monumentale opzet en vormgeving van de singels. Voor de aaneengesloten<br />
bebouwing langs de noordzijde was een minimale goothoogte van acht meter<br />
voorgeschreven. Ten behoeve van de symmetrie moesten de voorgevels van de<br />
vrijstaande villa’s aan de pleinen evenwijdig aan de cirkelbogen geplaatst worden.<br />
De vrijstaande villa’s aan de zuidzijde hadden een minimale kavelbreedte<br />
van 30 meter en een maximale gevelbreedte van 16 meter. Zo ontstond transparantie<br />
in deze wand en gerichtheid op het achtergelegen Verbindingskanaal<br />
en het stationsgebied. In de architectuur van de monumentale bebouwing aan<br />
zowel de noord- als aan de zuidzijde is een grote verscheidenheid aan bouwstijlen<br />
toegepast, de zogenaamde neostijlen, variërend van eclectisch, neoclassicistisch,<br />
Chaletstijl, neogotiek tot Jugendstil. Een van de mooiste voorbeelden<br />
hiervan is Huize Tavenier uit 1906. Aan de achterzijde van de vrijstaande villa’s<br />
aan de zuidzijde grenzen de tuinen aan het Verbindingskanaal; het merendeel<br />
heeft groene afl opende walkanten.<br />
Gemiddelde bouwhoogte: 3,0 (incl. souterrain)<br />
65