Koloniaal verslag van 1909

Ml.ll.AliK ."). I 1 !
KOLONIAAL VERSLAG 1909. — II. SURINAME. (Supplement).
REGELING VAN HET VEUVOElt.
Ik, ondergeteekende, Ossen VAN OTTKELOO, groot-opperliiiut'tl
der Aukaners, hel) na overleg met mijne hoofdkapiteins,
kapiteins en andere hoofdmannen en onder
goedkeuring van het Gouvernement van Suriname, zooals
hieronder zal blijken, de onderstaande regeling vastgesteld
voor het vervoer van personen en goederen over de Marowijne,
de Ta]ianahonie, de Lawa en over dorzelver zijrivieren of
kreken.
Art. 1.
Een ieder die aan hel vervoer wil deelnemen moet hij den
distriets-commissaris te Alhina een zoogenaamd „livret"
aanvragen, volgens een door hei Gouvernement vast te stellen
model. In dat livret zal op de eerste bladlij de winden vermeld
de naam van den eigenaar, zijne WOOnplaatl en de datum
\an uitreiking van het livret.
Verder zal daarin worden aangeteekend elk vervoer, met
vermelding van den datum van vertrek en aankomst, het
aantal personen en vaten, de plaats van bestemming, de overeengekomen
prijs, de naam van de werkgever, het aantal
personen der bemanning en verdere bijsonderheden.
Art. 2.
Een ieder, aan wien een livret is uitgereikt, is verplicht
ten allen tijde zijne diensten te verleenen voor het vervoer
naar welke plaats aan de genoemde rivieren of kreken liet
ook zij.
Slechts ziekte, hooge waterstand of andere bijzondere redenen,
ter heoordeeling vau den distriets-commissaris te
Alhina, kunnen hem van die verplichting ontslaan.
Art. 3.
Niemand mag van Alhina, St. Laurenf of eenige andere
plaats in de nabijheid het vervoer ondernemen zonder ten
minste één uur vóór het vertrek naar hoven zijn livret in
handen te hebben gesteld van den politieconinnmdant te
A Ibina.
Indien de invulling van het livret niet door den \\erk-
gever is geschied, zal men voor die invulling de hulp van genoemden
commandant inroepen. Niemand mag naar hoven
vertrekken, zoolang niet het livret door genoemden comniantlant
is afgeteekend als vergunning tot vertrek.
Art. 4.
Ook hij terugkeer van de reis opwaarts, zoomede wanneer
personen of goederen zijn opgebracht, zal men zoo spoedig
mogelijk zijn livret brengen hij den poHtie-conimandant te
Alhina. opdat het livret volledig kunne worden ingevuld.
Art. 5.
ESen ieder zal gedurende de reis zijn livret hij zich hebben
en dit vertooneu aan eiken ambtenaar van het Gouvernement
die zulks mocht verlangen.
Art. (i.
De prijs voor liet Vervoer wordt hij onderling goedvinden
niet de werkgevers geregeld, doch mag niet hooger zijn dan
o]) de bierbij gevoegde lijst is aangegeven.
In bijzondere gevallen wordt het bedrag in overleg met
den districts-COmmissaris te Alhina geregeld.
ili Bfylage ) is ter griffie nedergelegd ter inzage voor de leden.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1909—1910.
Art. 7.
Een ieder wiens diensten voor het vervoer worden gevraagd
dooi- hem onbekende personen — tenzij ambtenaren van het
Gouvernement — is gerechtigd te verlangen dat het bedrag
voor het vervoer verschuldigd geheel of gedeeltelijk op het
kantoor vau den distriets-commissaris te Alhina wordt gedeponeerd.
Geschiedt zulks niet, dan is men niet verplicht het vervoer
voor dien onhekende op zich K' nemen.
Art. 8.
In geen geval mag zonder deposito vervoerd worden voor
personen, die in gebreke zijn gebleven de verschuldigde
Macht op tijd te betalen, tenzij met hijzondere vergunning
van den distriets-commissaris te Alhina.
Evenwel mag onder geen voorwaarde geweigerd wolden
on personen, die zich op Benig punt hoven Alhina in ongelegenheid
bevinden uit die verlegenheid te redden en hen
desgewenscht naai - Alhina te vervoeren.
Art. '.).
Alle klachten over de werkgevers, welke ook, moeten door
bemiddeling van mijn vertegenwoordiger te Alhina worden
ingebracht hij den distriets-commissaris aldaar.
Art. 10.
Een ieder die bovenstaande bepalingen overtreedt, zal
worden gestraft als volgt:
de eerste maal met eene boete van f 5,—
hij herhaling binnen drie maanden ,, ,, ,, ,, 10,—
,, ,, na langeren tijd weer ,, ,, ,, ,, f),—
,, ,, binnen '•> maanden
nadat eene boete van
f 10 is opgelegd ,, ,, .. ,, 25,—
binnen 3 maanden
nadat eene boete van
f 25 is opgelegd met intrekking van liet
livret voor een tijd, door
den districts-commissaris
te bepalen, al of niet
met eene nadere straf
door mij op te leggen.
Art. 11.
De boeten zullen worden geïnd door mijn vertegenwoordiger
te Alhina, die daartoe zoo noodig de medewerking van
den distriets-commissaris zal inroepen.
Het éen vierde deel dei boete is bestemd voor genoemden
vertegenwoordiger, terwijl over het overige in overleg met
den distriets-commissaris door het groot-opperhoofd zal
worden beschikt.
Aldus uitgevaardigd te Abettre-Djoeku, op den
2den Mei 1909.
Het groot-opperhoofd OSESIE VAK OTTEXLOO.
(Hier was gesteld het stempel vau den granman,
benevens zijn kruisnierk.)
Bovenstaande regeling door mij voor*
loopig namens het Gouvernement van
Suriname goedgekeurd.
De hijzondere afgevaardigde:
{'. A. •! Sun vciii-N. *
5. Suriname.
: !