Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ecktstreeksch gezag te brengen en aan orde te gewennen, ra<br />
ui hoewel zulks niet in mijne opdracht stond vermeld, meende<br />
ik dese gunstige gelegenheid om eene dergelijke regeling met<br />
granman OSBSIE en iet lijnei kapiteins te kunnen behan*<br />
delen, niet ongebruikt voorbij te mogen laten gaan.<br />
Tijdena mijne waarneming <strong>van</strong> bet ambt <strong>van</strong> districtscommissaris<br />
<strong>van</strong> Marowijne, ongeveer VZ jaar geleden, liad<br />
ik de goede «ijde <strong>van</strong> zulk een systeem reedt leeren kennen ;<br />
aan de door mij destijds ingevoerde voorschriften schijnt<br />
later evenwel niet meer de hand gehouden ; tal <strong>van</strong> klachten<br />
toch waren tot mij gekomen zoowel <strong>van</strong> werkgevers over<br />
afdreiging en over het niet behoorlijk vervoer door de Bosch*<br />
negers als <strong>van</strong> deze laatsten over liet niet betaald worden<br />
liuunei' vorderingen.<br />
De nu volgende „Kroetoe" duurde <strong>van</strong> des morgens half'<br />
tien tot des namiddags half vijf.<br />
Gedurende de uren dat zij buiten mijne tegenwoordigheid<br />
wilden beraadslagen hield ik mij onledig met alles in te<br />
pakken voor het vertrek, dat in elk geval — behalve wat<br />
misschien mijn eigen persoon betrof — met het oog op den<br />
toestand <strong>van</strong> WILÜEBOER op den volgenden morgen bleef<br />
bepaald.<br />
Eindelijk om half vijf bereikte ik mijn doel; BANKOEKOE<br />
zou mij in eene kleinere boot met drie andere Djoeka's in de<br />
kreek begeleiden en de door mij ontworpen Teycliiig voor het<br />
vervoer <strong>van</strong> personen en goederen (Zie Bijlage 5) werd door<br />
granman OSESIE vastgesteld.<br />
Het hoofdbezwaar daartegen aan<strong>van</strong>kelijk ingebracht was<br />
de zachtheid der straffen; men besloot echter met de door mij<br />
voorgestelde eene proef te nemen.<br />
Nu ik mijn doel geheel en al bereikt had overhandigde ik<br />
aan OSESIE en elk der kapiteins, zoomede aan enkele andere<br />
hoofdmannen een nikkelen horloge als souvenir (waarde<br />
f 1,70).<br />
Het in orde brengen der lading kon nu rustig worden<br />
voortgezet en toen ik des naclits tegen één uur mijne hangmat<br />
opzocht sliep ik met een vrij tevreden gemoed in.<br />
Dat er den volgenden morgen nieuwe bezwaren oprezen,<br />
spreekt wel <strong>van</strong>zelf voor hen die de Boschengers, hoe weinig<br />
dan ook, kennen; doch gelukkig konden alle moeilijkheden<br />
overwonnen worden.<br />
Bij de regeling <strong>van</strong> de betaling der bootslieden kwamen<br />
ook de velschillende kapiteins vragen of zij geene vergoeding<br />
kregen voor al de moeite welke zij zich gegeven en het tijdverlies<br />
dat zij zich getroost hadden.<br />
Ik meende hen evenwel aan het verstand te moeten brengen<br />
dat ik hen zou beleedigen door hen betaling aan te bieden.<br />
Iets anders was het dat ik later aan den Gouverneur te<br />
Paramaribo zou verzoeken hen met een geschenk te vereeren,<br />
welk verzoek ik volgaarne aan Z.H.E.G. zou overbrengen;<br />
de verschillende bootslieden zouden door mij worden<br />
betaald, doch zij als kapiteins stonden daarvoor te hoog.<br />
Zij maakten ,,honne mine a mauvais jeu" en wenschten<br />
mij goede reis toen ik met BAN KOK KOK en zijne mannen in<br />
de boot stapte; ook Granman OSESIK, die zijn vertrek één dag<br />
had uitgesteld, deed mij tot aan de landing uitgeleide.<br />
Terwijl ik nu in eene gehuurde kleine boot naar de kreek<br />
vertrok, werden onze beide grootere booten geladen onder<br />
toelicht <strong>van</strong> onzen kok DAVID. Nadat WII.DKBOKR zoo goed<br />
mogelijk in een der booten was neergelegd vertrokken allen<br />
eenige uren later dan ik in de richting der Djoeka-kreek.<br />
((ver den tocht in de kreek zelf valt weinig te vertellen;<br />
waren BANKOKKOK en zijne mannen in den aan<strong>van</strong>g nog al<br />
onder den indruk der „heilige plaats", dit verminderde<br />
gaandeweg: ongeveer elf uur verklaarde ik genoeg te hebben<br />
gezien en zakten wij, na aan den oever ontbeten te hebben,<br />
de kreek weer af. Ik (leed de overtuiging op, dat de genomen<br />
maatregelen afdoende waren geweest om de ontoegankelijkheid<br />
der kreek op te heffen.<br />
Tegen twaalf uur stapte ik over in mijn eigen boot, welke<br />
met die waarin WII.DKBOKR en DAVID zich bevonden, in de<br />
nabijheid op Odié-eiland lagen te wachten; ik nam een<br />
o<br />
Hartelijk afscheid <strong>van</strong> mijn ouden vriend BANKOKKOK en<br />
aanvaardde den terugtocht over den snelvlietenden stroom.<br />
HOOFDSTUK IX.<br />
Terug naar Albino,<br />
Het spreekt alweer bijna <strong>van</strong>zelf, dat ook de terugtocht<br />
niet zonder eenige schermutselingen met de Bosohnegers<br />
mocht afloopen. Evenals tot nu toe eiken dag <strong>van</strong> onze reis<br />
het geval was geweest, daalde ook nu weer de regen in zware<br />
druppels op ons neder; onze bootslieden — die verzuimd<br />
hadden dien morgen eten te koken — wilden tegen drie uur<br />
OJI een klein dorpje Binté-Kondre, aan den voet <strong>van</strong> den<br />
Bedrosoengoe-val, kamp maken en waren daartoe reeds aan<br />
wal gegaan; eerst toen zij zagen dat ik kalm in de boot bleef<br />
zitten, begrepen zij dat het ernst was met mijn voornemen<br />
om met het oog op de ongesteldheid <strong>van</strong> WII.DKBOEH binnen<br />
twee dagen op Albina te zijn; allesbehalve in eene vroolijke<br />
luim staptm zij weer in en voeren, aan één stuk door prutteleud,<br />
verder tot ik zelf ditmaal om half zeven het sein gaf<br />
om op Akoddo-Kondre aan wal te gaan.<br />
Muskieten waren hier in ontzaggelijke menigte, zoodat ik<br />
blijde was dat het eindelijk vijf uur in den morgen werd en<br />
wij weer aan vertrekken konden denken.<br />
Onze bootslui, aan wien ik den vorigen avond mijn plan<br />
had medegedeeld op Akoddo-Kondre of anders op Appatoe<br />
eene andere boot te huren om WII.DKBOEH naar Albina te<br />
brengen, kwamen mij reeds om half zes 's morgens vertellen,<br />
dat zij ons dien dag in ééns door naar Albina zouden brengen,<br />
al werd het ook nog zoo laat; de schande, dat ik met Saramaccaners<br />
(welke sicb toen op Akoddo bevonden) of met<br />
Bonilies (op Appatoe) zou terugkeeren durfden zij toch blijkbaar<br />
niet goed te trotseeren.<br />
En zoo geschiedde het dus dat wij in snelle vaart de Marowijne<br />
afvoeren; ongeveer om twee uur passeerden wij den<br />
laatsten val op Appatoe (Armina-vallen), hadden even te<br />
voren APINSA, het opperhoofd der Baramaccaners, ontmoet,<br />
die <strong>van</strong> zijne reis naar Paramaribo terugkeerde naar zijn<br />
dorp op Lange Tabbetje, kwamen een politiebeambte, die<br />
naar de Lawa op weg was, tegen, die ons de heugelijke tijding<br />
<strong>van</strong> de geboorte <strong>van</strong> eene Brinses mededeelde en bereikten<br />
eindelijk Dinsdag 4 Mei des avonds tien uur Albina.<br />
WII.DKBOEH werd aanstonds in het hospitaal opgenomen en<br />
DAVID en ik vonden een onderkomen in de ledige commissariswoning.<br />
De volgende dag was te Albina aangewezen voor het feest<br />
ter eere <strong>van</strong> de geboorte eener Brinses; de receptie des avonds<br />
ten 7 ure ten huize <strong>van</strong> den districts-commissaris was druk<br />
bezocht door de Franschen; ook ik maakte voor eenige oogenblikken<br />
mijne opwachting en had het genoegen in den commandant<br />
<strong>van</strong> St. Jean en zijne vrouw oude bekenden <strong>van</strong><br />
12 jaar geleden te ontmoeten.<br />
HOOFDSTUK X.<br />
Nieuwe moeilijkheden.<br />
Keeds den dag <strong>van</strong> het feest hadden de verstoorde gezichten<br />
<strong>van</strong> kapitein ASDRKAS en andere Djoeka's, die mij<br />
waren komen verwelkomen, mijne aandacht getrokken. Den<br />
volgenden morgen bleek mij de reden daar<strong>van</strong>. De heer T.<br />
M. DA COSTA, concessionaris in de Djoeka-kreek, had, vóór<br />
er nog sprake was <strong>van</strong> mijne reis naar de Marowijne, met<br />
Ai-ixsA, opperhoofd der Baramaccaners, die zich toen te<br />
Paramaribo bevond, eene afspraak gemaakt om de lading<br />
voor de Djoeka-kreek uitsluitend door dien stam te laten<br />
opbrengen ; een vertegenwoordiger <strong>van</strong> APIXSA ZOU daarvoor